Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Start beschermingsprocedure Geert Grooteplein Zuid 10
Programma /besluitenlijst Programmanummer Openbare 18 december 2007 Ruimte & Bouwen / 9210 no 47 Collegevergadering
BW-nummer
Portefeuillehouder
H. Kunst
Aanwezig: Samenvatting Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. Th. de Graaf Voorzitter Op Campus Heyendaal bevindt zich aan het Geert Grooteplein Zuid G280, Hans Verheul, 9733 P. Depla, van Hooft Wethouders Verpleeggebouw A. Dit gebouw komtH. vanwege zijn sr., L. Scholten, H. Kunst, Datum ambtelijk voorstel architectuurhistorische, cultuurhistorische envan stedenbouwkundige P. Lucassen, J. der Meer 27 september 2010 kwaliteiten in aanmerking voor aanwijzing als gemeentelijk monument. P. Eringa Gemeentesecretaris Registratienummer Dit voorstel betreft de startA. van de procedure om tot bescherming van Kuil Communicatie 10.0024167 Verpleeggebouw A te komen. De omvang van de bescherming is in M. Sofovic Verslag overleg met het UMC St. Radboud bepaald.
Aldus Ter besluitvorming door het college
vastgesteld in de vergadering van:
Paraaf
De beschermingsprocedure zoals beschreven in de Monumentenverordening 2010 te starten voor: - Verpleeggebouw A, Geert Grooteplein Zuid 10 te Nijmegen.
De voorzitter,
Datum
akkoord
Leidinggevende De secretaris,
dr. M.J. Nicasie, G280
Programmamanager P. Oomens
Programmadirecteur B. Drummen
Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 12 oktober 2010 Conform advies
Aanhouden Anders, nl.
Paraaf
nummer: 4.1
Datum
akkoord Bestuursagenda
1
Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
CV start procedure
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Op 14 maart 2006 hebben wij – op verzoek van UMC St. Radboud en Radbouduniversiteit de ruimtelijke visie “Heyendaal Samenspel in landschap” vastgesteld (besluitnummer 2.18). Hierbij hebben wij enkele voorwaarden gesteld, waaronder een inspanningsverplichting om de cultuurhistorisch waardevolle gebouwen te behouden. Wij hebben hierbij reeds in het vooruitzicht gesteld dat een aantal gebouwen c.q. complexen in aanmerking komt voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst. De basis hiervoor is gelegd in het rapport “waardestelling objecten Campus Heyendaal” (ter inzage). Na onze besluitvorming in 2006 is er uitvoerig overleg geweest met de Raad van Bestuur van het UMC St. Radboud over de mogelijkheid van aanwijzing van enkele gemeentelijke monumenten. Een en ander heeft geresulteerd in de afspraak de beschermingsprocedure voor Verpleeggebouw A met voorrang te behandelen en de bescherming ervan te beperken tot het gehele exterieur, de hoofdstructuur inclusief trappenhuis en de indeling en interieurafwerking van de vijfde verdieping. Deze afspraak is verwerkt in de redengevende omschrijving. Inmiddels zijn de inzichten ten aanzien van de voorgenomen ontwikkeling van het UMC St. Radboud op enkele onderdelen gewijzigd. De verwachting is dat op termijn een herziene visie ter vaststelling zal worden voorgelegd. Verpleeggebouw A zal hierbij een prominente rol toebedeeld krijgen. De beschermingsprocedures voor de overige potentiële gemeentelijke monumenten op campus Heyendaal zullen op een later moment starten. Voor die monumenten moeten de beschrijvingen nog opgesteld worden. Het gaat om 1. Erasmusplein 1 (Erasmusgebouw); 2. Erasmuslaan 15-17 (voormalig klooster en kapel, thans studentenkerk); 3. Erasmuslaan 36 (centrale universiteitsbibliotheek); 4. Geert Grooteplein Noord 17 e.a. (voormalige verpleegsterflat, thans transitorium); 5. Geert Grooteplein Noord 21 (preklinisch hoofdgebouw); 6. Geert Grooteplein Noord 23-27 (prekliniek en preklinisch instituut); 7. Kapittelweg 26-30 (dienstwoningen); en 8. Zernikeplaats 2 (ketelhuis en dienstwoning). 2
Juridische aspecten
De procedure voor aanwijzing van gemeentelijk beschermde monumenten is beschreven in hoofdstuk 2 van de Monumentenverordening 2010. De procedure telt twee besluitvormingsmomenten. Het eerste moment betreft de formele start van de procedure (voorbescherming wordt van kracht en het belangenonderzoek start), het tweede moment betreft de besluitvorming door de gemeenteraad (feitelijke aanwijzing gemeentelijk monument). Dit voorstel heeft betrekking op de start van de procedure. Vanaf het moment dat de kadastraal belanghebbenden geïnformeerd worden over ons voornemen Verpleeggebouw A bij de raad voor te dragen voor bescherming en daarbij in de gelegenheid worden gesteld een zienswijze kenbaar te maken, treedt de voorbescherming in. De voorbescherming blijft maximaal 26 weken van kracht. 3
Doelstelling
Dit voorstel beoogt niets meer dan de beschermingsprocedure voor Verpleeggebouw A te starten. De feitelijke aanwijzing is een bevoegdheid van de raad. Een voorstel aan de raad over de bescherming volgt nadat wij het belangenonderzoek hebben afgerond. 4
Argumenten
De redenen waarom Verpleeggebouw A in aanmerking komt voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst zijn verwoord in de bijgevoegde redengevende omschrijving: het gebouw heeft architectuurhistorische, cultuurhistorische en stedenbouwkundige waarden.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
In overleg met het UMC St. Radboud is vanuit praktische overwegingen overeengekomen dat het interieur grotendeels buiten de bescherming wordt gelaten. De bescherming zal zich beperken tot het gehele exterieur, de hoofdstructuur inclusief trappenhuis en de oorspronkelijke indeling en interieurafwerking van de vijfde verdieping. De beschrijving is in januari 2010 ter beoordeling aan de Commissie Beeldkwaliteit voorgelegd. Zij heeft positief geadviseerd. 5
Klimaat
Aanwijzing van gemeentelijke monumenten draagt niet bij aan de klimaatdoelstellingen van de gemeente Nijmegen. Bescherming (en daarmee behoud) is echter wel een belangrijke vorm van duurzaamheid. 6
Financiën
Het besluit tot start van de beschermingsprocedure kent geen financiële gevolgen. 7
Communicatie
De belanghebbenden (Stichting Katholieke Universiteit en UMC St. Radboud) krijgen schriftelijk bericht van het voornemen tot bescherming. In de brief zal worden gewezen op de mogelijkheid van het kenbaar maken van een zienswijze. 8
Uitvoering en evaluatie
De belanghebbenden krijgen bericht over de start van de procedure en het hiermee samenhangende feit dat voorbescherming van kracht is geworden. De reacties die in het kader van het belangenonderzoek binnenkomen, zullen vervolgens worden verwerkt in een raadsvoorstel waarmee de procedure kan worden afgerond. Er geldt in principe geen uiterste datum waarvoor besluitvorming moet plaatsvinden, doch de voorbescherming kan maximaal 26 weken van kracht blijven. 9
Risico
Aan de start van de beschermingsprocedure zijn geen risico’s verbonden.
Bijlage(n): Ter inzage:
redengevende omschrijving MON ID-code 2729, advies van commissie beeldkwaliteit rapportage ‘Waardestelling objecten, campus Heyendaal’ d.d. 11-10-2005
G E M E E N T E Monumentenregister Nijmegen Register van beschermde monumenten krachtens de Nijmeegse Monumentenverordening
ymegen
Plaatselijke aanduiding monument
Geert Grooteplein Zuid 10 Aanwijzingsbesluit n.t.b. MON ID-code
2729 Redengevende omschnjvmg van het monument
Inleiding architectuur Het Verpleeggebouw A is in opdracht van de Sint-Radboudstichting gebouwd tussen 1 9 5 4 en 1956 naar ontwerp van Jan van der Laan en Pieter Dijkema in de stijl van de vroege Bossche School. Speciaal voor de bouw van het ziekenhuis werd het Bouwbureau Heyendaal opgericht, waarvan de leiding berustte bij Jan van der Laan, architect te Leiden. De dagelijkse leiding was in handen van Pieter Dijkema. Jan van der Laan (Bureau Van der Laan, Hermans, van der Eerden) ontwierp eerder ziekenhuizen in Sittard en Deventer. Typerend voor de architectuur van Jan van der Laan is de hoofdopzet van een aantal gebouwen rondom een centraal plein, waarbij de afzonderlijke gebouwen op hun beurt ook weer een binnenhof hebben. Verpleeggebouw A is ontworpen met behulp van het 'plastische getal', een ruimtelijk verhoudingsschema dat is ontwikkeld door architect en theoreticus Dom Hans van der Laan, een broer van Jan van der Laan. Dit heeft geresulteerd in een harmonisch architectonisch geheel, waarbij alle maten aan elkaar gerelateerd zijn. In de jaren vijftig zijn de formules van het plastische getal reeds volledig bekend. De theoretische fundering en de praktische toepassing van het maatsysteem moesten echter nog nader worden uitgewerkt. Dit gebeurde onder andere vanaf circa 1 9 5 3 op wekelijkse architectenbijeenkomsten in 'sHertogenbosch, waar Dom Hans van der Laan docent was en een andere broer, architect Nico van der Laan, de leiding had. Hier komt de term Bossche School vandaan. Verpleeggebouw A maakte deel uit van de toen pas opgerichte medische faculteit van de Katholieke Universiteit en vormde de eerste bouwfase van het Academisch Ziekenhuis SintRadboud. Het gebouw heeft enige jaren als een compleet ziekenhuis gefunctioneerd totdat de andere klinische instituten gereed waren ( 1 9 5 8 - 1 9 6 2 ) . Na de bouw van de andere ziekenhuisgebouwen diende het Verpleeggebouw A als beddenhuis, een functie die het nog steeds vervult. In de loop der jaren heeft het gebouw enige minder gelukkige transformaties ondergaan. Zo is de binnenplaats bebouwd met een operatiekamercomplex en een nieuwe liftkoker en zijn de beide hoeken van de zuidgevel voorzien van aanbouwtjes in een bouwlaag. De ramen zijn voorzien van dubbel glas en er zijn verlaagde plafonds aangebracht. De hoge kwaliteit van de architectuur van het complex vormde in 1956 voor het gemeentebestuur van Nijmegen de aanleiding om - op voordracht van een jury bestaande uit (inter)nationaal bekende architecten - de allereerste Karel de Groteprijs uit te reiken aan Jan van der Laan. situering Verpleeggebouw A is gelegen op het voormalige landgoed Heyendaal. Het eerste structuurplan voor de campus Heyendaal dateert uit 1947 en is gemaakt door Prof. M.J. Granpre Moliere in samenwerking met de Nijmeegse architecten J . Deur en C. Pouderoyen. In 1 9 4 8 - 1 9 4 9 had de Sint-Radboudstichting een deel van het Landgoed Heyendaal
blad 1 van 6
Geert Grooteplein Zuid 10 Nijmegen doc
Monumentenregister Nijmegen
Vervolgvel
1
aangekocht. Er werd een supplement op het structuurplan gemaakt. Hierin werd voor het eerst de medische faculteit rondom Huize Heyendaal gesitueerd. Architect Jan van der Laan, die ervaring had met ziekenhuisbouw en evenals de overige betrokkenen katholiek was, werd aangezocht voor het architectonisch ontwerp van de medische faculteit inciusief academisch ziekenhuis. Maar Van der Laan bemoeide zich tevens met het stedenbouwkundig plan. In 1 9 5 0 formuleerde hij de principes, die de komende decennia leidend zullen zijn bij de bouw van het ziekenhuis: een centrale corridor als ruggengraat met aan de noordzijde de behandelen aan de zuidzijde de beddenhuizen. Deze nieuwe typologie combineerde de goede eigenschappen van het blok- en paviljoensysteem en is verwerkt in het Structuurplan van 1 9 5 1 , dat de basis vormde voor het ziekenhuis. Het ziekenhuiscomplex is gelegen aan de zuidzijde van het rechthoekige Geert Grooteplein. De medische faculteit is gesitueerd aan de noordzijde van het plein. Verpleeggebouw A heeft geen eigen ingang, maar is aan de noordzijde toegankelijk via de centrale corridor, die momenteel geheel wordt vernieuwd. De overige drie zijden zijn vrijstaand. Aan de zuidzijde ziet het gebouw uit over een grasveld met bomen dat grenst aan de gemeentelijk beschermde Rene Descartesdreef. Analyse De hoofdopzet van het gebouw kan - behalve als een gebouw met een binnenhof - ook worden gezien als een verzameling van vier variaties op een vierkant. Tevens kan de compositie van het gebouw worden beschreven als een ontwikkeling van klein naar groot, van de dikte van kozijnen en ramen naar de grootste maten van het gebouw. De verschillende maten staan in het verhoudingenstelsel van het plastisch getal. Behalve het maatsysteem vormt de vroegchristelijke architectuur als inspiratiebron een kenmerk van de vroege Bossche School. Later komt daar ook de architectuur van de stad Rome bij. Pas in de jaren ' 6 0 van de 20ste eeuw ontwikkelt zich een geheel eigen, ornamentloze stijl, naar voorbeeld van de abdijkerk te Vaals. Verpleeggebouw A kan in dit licht worden beschouwd als een renaissance Palazzo compleet met plint of sokkelzone, een gevel met een onder- en een bovenbouw en grote dakoverstekken. De sterk decoratieve uitwerking van de gevels is typerend voor het werk van Dijkema. Anders dan Jan van der Laan ontwerpt hij figuren in het metselwerk van een afwijkende kleur baksteen. De kopgevels zijn afwisselend uit horizontale en verticale banden opgebouwd, die iets weg hebben van een weefsel met sobering en inslag. Dit was ook feitelijk een inspiratiebron voor Dijkema. Daarmee worden de kleinste gevelelementen meegenomen in de compositie van het gebouw als geheel. De compromisloze repetitie van veel dezelfde gevelelementen, in de bouwtijd onvermijdelijk bij een gebouw van dergelijke afmetingen, wordt daarmee verzacht. Omschrijving Verpleeggebouw A heeft een hoofdopzet van vier vleugels om een binnenhof van achttien bij achttien meter. Het gebouw telt zeven verdiepingen en is uitgevoerd als mengvorm van betonskeletbouw en stapelbouw. De gevels zijn opgebouwd in een zeer zorgvuldige geleding en ritmiek en bekleed met een huid van verschillende soorten baksteen in allerlei sierpatronen. Het exterieur is op uitzonderlijke wijze gedetailleerd en geornamenteerd. Ter plekke van de verdiepingsvioeren bevinden zich betonnen waterlijsten. De eerste en de vijfde bouwlaag zijn afwijkend vormgegeven. De verder onversierde eerste bouwlaag is voorzien van licht getoogde, staande vensters met de oorspronkelijke ramen. De vijfde bouwlaag heeft vierkante vensters, die door t w e e verticale en twee horizontale roeden worden
blad 2 van 6
Geert Grooteplein Zuid 10 Nijmegen doc
Monumentenregister Nijmegen
Vervolgvel
2
doorkruist. Het middelste vierkant, dat zo is ontstaan wordt extra benadrukt door een los houten frame dat op het kozijn is bevestigd. De overige bouwiagen hebben staande vensters die aan de onder- en bovenzijde worden begrensd door een respectievelijk brede en smalle strook met geabstraheerde balusters. De kopgevels van de zuid-, oost- en westvleugel steken ten opzichte van de lange gevels iets uit. De noordgevel, waarachter zich het trappenhuis bevindt en die over zes lagen is verbonden met de centrale gang, is afwijkend vormgegeven met lisenen, waartussen verticale stroken met vierkante raampjes ten behoeve van de lichttoetreding in het trappenhuis. Het interieur heeft een omlopende middengang met aan weerszijden kamers. Aan de oostelijke, zuidelijke en westelijke buitenring liggen de patientenkamers, aan de binnenring de nevenvertrekken. In de noordelijke vleugel bevindt zich een grote hal met een trappenhuis en de liften. De gang aan de zuidzijde loopt visueel door tot aan de buitengevel. Op de koppen van deze gang is op alle verdiepingen aan weerszijden een grotere ruimte gesitueerd (verpleegstersruimte en patientenzitkamer). De ruimtes in de doorlopende gangen zijn aan de buitenzijde herkenbaar door een over alle verdiepingen doorlopende rechthoekige uitbouw van hout en glas. De ruimtelijke compositie wordt onderstreept door de binnenring en de buitenring van afzonderlijke kappen te voorzien en door in de gevels de gangzones en de vleugels als afzonderlijke elementen uit te spreken. De gangzones, eindigend in de erkers zijn voorzien van een plat dak. De binnen- en de buitenring hebben flauw hellende, asymmetrische zadeldaken met een ruim overstek (enkel aan de buitenzijde) op doorlopende geornamenteerde sporen. De t w e e oorspronkelijke liftkokers hebben ieder een eigen zadeldak. In een latere fase is op de binnenplaats een nieuwe liftkoker geplaatst. Hierbij zijn de gevelopeningen en balkons die vanuit de noordgevel uitzagen op de binnenhof verloren gegaan. Ook zijn op het begane grondnlveau van de binnenplaats operatiekamers gebouwd. interieurelementen De interieurafwerking is uitgevoerd met behulp van duurzame materialen. Zo zijn de vioeren in gangen en lifthallen, plinten, trappen en diverse deuromlijstingen uitgevoerd in natuursteen. De deuropeningen in de buitenring, die toegang geven tot de grotere kamers hebben behalve een natuurstenen omiijsting ook een omiijsting in het metselwerk aan de gangzijde. Op de verschillende bouwiagen zijn wandmozaj'eken aangebracht, die overigens niet allemaal uit de bouwtijd lijken te dateren en niet allemaal van even groot belang zijn. Bovendien zijn sommige beschadigd door de verlaging van de plafonds en door later aangebrachte leuningen. De meest gaaf bewaard gebleven bouwlaag is de vijfde verdieping. Het over alle verdiepingen doorlopende trappenhuis is in combinatie met de hal fraai vormgegeven. De trappen zijn van de lifthallen gescheiden door een open houten regelwerk. De toegang tot de trappen is op subtiele wijze omlijst met natuursteen. Waardering Architectuurhistorische waarde • Goed en gaaf voorbeeld van een ziekenhuis uit de wederopbouwperiode in de stijl van de vroege Bossche School, waarbij de toenmalige functionele eisen van een modern academisch ziekenhuis zijn gecombineerd met een architectonische visie. Het is het eerste ziekenhuisontwerp, waarbij het voor deze architectuurstijl kenmerkende plastische getal is gerealiseerd.
blad 3 van 6
Geert Grooteplein Zuid 10 Nijmegen.doc
Monumentenregister Nijmegen
Vervolgvel
3
•
•
»
Uniek voorbeeld van een combinatie van t w e e ziekenhuistypologieen die heeft geleid tot het geheel nieuwe corridortype, dat pas enkele decennia later in zwang zou komen. Het ziekenhuis was hiermee zijn tijd vooruit. Als onderdeel van het oeuvre van Jan van der Laan, een van de landelijk toonaangevende architecten van de wederopbouwperiode in samenwerking met de voor Nijmegen belangrijke architect P. Dijkema. Vanwege de heldere hoofdopzet en het rijk en zorgvuldig gedetailleerd, geornamenteerd en gematerialiseerd interieur en exterieur.
Cultuurhistorische waarde • Als beginfase van het academisch ziekenhuis. Het gebouw heeft gefunctioneerd als een compleet ziekenhuis. • Vanwege de belangrijke rol die het gebouw vervult in de historische gelaagdheid van het terrein van het academisch ziekenhuis en in de afleesbaarheid van de ontwikkeling van het ziekenhuiscomplex. • Vanwege de erkenning die het vanaf de bouw kreeg. Architect van der Laan heeft op voordracht van een jury bestaande uit (inter)nationaal bekende architecten voor dit gebouw de Karel de Groteprijs van de stad Nijmegen ontvangen. • Als een van de belangrijkste onderdelen van het gebouwde erfgoed uit de voor Nijmegen zo kenmerkende wederopbouwperiode. Het is hiermee een representant van een voor Nijmegen belangrijke cultuurhistorische laag. Stedenbouwkundige waarde • Als onderdeel van de corridorstructuur van het UMC (ensemblewaarde). • Vanwege de markante ligging aan de parkzijde van het ziekenhuis.
Omwille van een efficiente herbestemming is het interieur grotendeels buiten de bescherming gehouden. De bescherming van het interieur van Verpleeggebouw A beperkt zich hierdoor tot het gehele trappenhuis en de hoofdstructuur, indeling en interieurafwerking van de vijfde verdieping, voorzover in oorspronkelijke vorm bewaard gebleven. Het exterieur is integraal beschermd. Bronnen • Juryrapport Karel de Groteprijs, NSAN, dossiernr. 5 8 3 5 , Regionaal Archief Nijmegen • Dom H. van der Laan, Le nombre plastique, Leiden 1 9 6 0 • N. Mens en A. Tijhuis, De architectuur van het ziekenhuis, Rotterdam 1999 • R. Wolf, De trek naar het zuiden, 75 jaar Katholieke Universiteit Nijmegen, Nijmegen 1998 • L. van Meijel, Heyendaal Quickscan architectuur 1945-1970 Deel 1 en 2, ongepubliceerde rapporten i.o.v. de gemeente Nijmegen, Nijmegen 2 0 0 2 • Stoa (L. van Meijel), Waardestelling objecten Campus Heyendaal, ongepubliceerd rapport i.o.v. de gemeente Nijmegen, Ede 2 0 0 5 • Adviescommissie Verpleeggebouw A van het UMC St.-Radboud te Nijmegen, Bijlage Advies ongepubliceerd rapport i.o.v. de gemeente Nijmegen en het UMC St.Radboud, Nijmegen 2 0 0 6
Geert Grooteplein Zuid 10 Nijmegen doc
Monumentenregister Nijmegen
Vervolgvel
4
[einde omschrijving]
Kadastrale aanduiding Eigenaar:
Gemeente: Sectie: Nummer(s):
gegevens 116-09-2010]
Stichting Katholieke Universiteit Postbus 9102 6500 HC Nijmegen HTT B 05085
foto's op vervolgblad
Geert Grooteplein Zuid 10 Nijmegen doc
Monumentenregister IMijmegen
Vervolgvel
5
Print voorbeeld
Page 1 of 1 3' ,
/ ,'
MON ID-code 2729 CEMcrsTr
/ /
•* * •# f? • _• o • ~
^m
Ijmegen
Oeert Grooteplein Zuld *
—
- »
»
,
•
'
•
LJ'
S>
100 m
(J. *
Ren•le
^^scsrte esdreef 1 : 1500 Geprint op 15:21 9/27/2010
http://alana/atlaz2/commands/printadvanced/printjpreview_landscape.asp
Gemeente IMijmegen
27-9-2010
commissie beeldkwaliteit adviescommissie voor cultuurhistorie & ruimtelijke inrichting en vormgeving secretariaat postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Aan het College van B&W Postbus 9105 6500 HG NIJMEGEN
(024) 329 8088 (024) 329 3434
[email protected] datum
14-01-2010 onderwerp
Geert Grooteplein Zuid 10 te Nijmegen Beoordeling redengevende beschrijving gemeentelijk monument positief Geacht College, Op 14 januari jl. hebben wij het concept van de redengevende omschrijving van het Verpleeggebouw A te Nijmegen beoordeeld. Het Verpleeggebouw A is het eerste object van een selectie van potentiële monumenten van de Wederopbouw op de campus Heyendaal, dat zal worden voorgedragen voor bescherming als gemeentelijk monument. Die selectie is op 1 december 2005 (studiedag) in overleg met de toenmalige Monumentencommissie samengesteld. Na bestudering van de redengevende omschrijving met kenmerk MON ID-code 2729 komen wij tot de conclusie dat de beschrijving een adequate basis biedt voor de bescherming van het Verpleeggebouw. De uitstekende beschrijving maakt het grote belang van het behoud van het gebouw overduidelijk. Wij adviseren om de gebouwen die plaats moeten maken voor nieuwbouw te documenteren. Namens de Commissie Beeldkwaliteit,
drs. H.J.M. Peterse, secretaris
Geert Grooteplein Zuid 10 (Verpleeggebouw A).doc
kenmerk
WAARDESTELLING OBJECTEN
CAMPUS HEYENDAAL
1
2
I N H O U D S O P G A V E
inleiding
5
aanleiding werkwijze en leeswijzer samenvatting en aanbevelingen
5 5 5
UMC St. Radboud
7
monumentale gebouwen
7
Radboud Universiteit Nijmegen
11
monumentale gebouwen
11
bijlage
12
criteria
12
colofon
14
3
waardenkaart gebouwen campus Heyendaal (binnen zwarte lijn)
rijksmonument (donker blauw) Geert Grooteplein Noord 9: landhuis Heyendaal
gemeentelijk monument (licht blauw) René Descartesdreef, landhuis Oud Heyendael (inclusief laan)
monumentale gebouwen / potentiële monumenten (rood) Erasmusplein 1: Erasmusgebouw Erasmuslaan 15;17: vml klooster en kapel, thans studentenkerk, Radboudhotel en Arbodienst Erasmuslaan 36: Centrale Universiteitsbibliotheek Geert Grooteplein Noord 17, G. van Swietenlaan 4: vml verpleegstersflat, thans Transitorium Geert Grooteplein Noord 21: Preklinisch Hoofdgebouw Studiecentrum Medische Wetenschappen Geert Grooteplein Noord 23;25;27: Prekliniek en Preklinisch Instituut Geert Grooteplein Zuid bij 10: Verpleeggebouw A Kapittelweg 26;28;30: dienstwoningen Zernikeplaats 2: ketelhuis en dienstwoning
4
I N L E I D I N G
aanleiding Op de universiteitscampus Heyendaal is sinds een decennium sprake van verhoogde bouwactiviteit. In 1994 gaf het Rijk toestemming tot een nieuwbouwoperatie van het Universitair Medisch Centrum St. Radboud. De sloop- en (vervangende) nieuwbouwplannen voor het ziekenhuis zijn nu nog in volle gang. Op het aangrenzende terrein van de B-faculteiten is de vernieuwingsdrang zo mogelijk nog ingrijpender. Op dit deel van de campus worden alle gebouwen uit de jaren vijftig en zestig van architect F. Peutz fasegewijs gesloopt en door nieuwbouw vervangen. Op het terrein van de A-faculteiten en de algemene diensten beperkt de bouwactiviteit zich vooralsnog tot uitbreidingen (o.a. de Refter), interne verbouwingen (o.a. de Centrale Universiteitsbibliotheek) en incidentele sloop- en vervangende nieuwbouwplannen (o.a. het sportcentrum). Deze ontwikkelingen vormden in 2001 voor de gemeente Nijmegen aanleiding om een cultuurhistorisch onderzoek (quickscan) te laten uitvoeren. Het inventarisatierapport dat hieruit voortkwam, biedt een overzicht van de gebouwen uit de periode 1945-1970. Omdat de cultuurhistorische belangen met het inventarisatierapport thans onvoldoende behartigd kunnen worden, heeft het gemeentelijk Bureau Architectuur en Monumenten gevraagd om een aanvullende en beknopte waardestelling van alle gebouwen op de campus Heyendaal.
werkwijze en leeswijzer Op basis van de gegevens en het overzicht uit het inventarisatierapport zijn alle (nog resterende) gebouwen in veld beoordeeld op hun cultuurhistorische waarden.1 Bij de cultuurhistorische waardebepaling zijn omwille van een heldere en objectieve aanpak de selectiecriteria voor jongere stedenbouw gehanteerd die de Rijksdienst voor de Monumentenzorg heeft opgesteld voor het Monumenten Selectie Project (zie bijlage 1). Functionele en (bedrijfs)economische overwegingen zijn buiten beschouwing gelaten. In de waardering is onderscheid gemaakt tussen monumentale gebouwen met uitzonderlijke cultuurhistorische waarden (rood) en overige gebouwen met een beperkte of – in het geval van recente nieuwbouw – op termijn vast te stellen cultuurhistorische waarden (grijs). Bij de waardebepaling is zoveel mogelijk gestreefd naar een lijst van monumentale gebouwen met een representatief overzicht van de verschillende gebouwtypen, bouwperiodes, architectuurstijlen en betrokken architecten. Alle geselecteerde gebouwen zijn in dit rapport opgenomen met: naam, adres, architect, bouwjaar, selectiecriteria en twee foto’s. De totale lijst is overzichtelijk samengebracht in een waardenkaart.
samenvatting en aanbevelingen In aanvulling op het van rijkswege beschermde landhuis Heyendaal en het van gemeentewege beschermde landhuis Oud Heyendael, heeft het cultuurhistorisch waardestellende onderzoek naar de gebouwen op de campus Heyendaal geresulteerd in de kwalificering van zeven monumentale gebouwen / complexen op het terrein van het UMC St. Radboud, en twee monumentale gebouwen op het terrein van de Radboud Universiteit Nijmegen. De betreffende gebouwen en complexen zijn hiernaast opgesomd en ingekleurd op de waardenkaart. In het kader van de objectgerichte beleidsinstrumenten luidt het advies om - in aanvulling op de twee reeds beschermde monumenten - alle als monumentaal aangemerkte gebouwen (rood op de kaart) op grond van de omschreven criteria als potentieel gemeentelijk monument aan te merken, de aanwijzingsprocedure te beginnen met het opstellen van redengevende omschrijvingen en het belangenonderzoek met de belanghebbenden op te starten.
1
Het veldwerk is op 17 mei uitgevoerd door Leon van Meijel (stoa) en Hettie Peterse (gemeente).
5
Erasmuslaan 15;17 vml. klooster en kapel nu studentenkerk en Radboudhotel
G. Grooteplein Noord 17, G. van Swietenlaan 4 vml. verpleegstersflat nu Transitorium
G. Grooteplein Noord 21 Preklinisch Hoofdgebouw Studiecentrum Medische Wetenschappen
G. Grooteplein Noord 23-27 Prekliniek en Preklinisch Instituut
6
U M C
S T .
R A D B O U D
monumentale gebouwen voormalig klooster en kapel, thans studentenkerk, Radboudhotel en Arbodienst Erasmuslaan 15;17 Bouwbureau Heyendaal, architecten J. van der Laan en P. Dijkema (1961) selectie-overwegingen: oorspronkelijke functie in relatie tot religieuze oorsprong ziekenhuis ontwerpkwaliteiten: materiaalgebruik, zorgvuldige detaillering, geleding bouwmassa, relatie gebouw en omgeving bouwstijl: herkenbaar en gaaf voorbeeld bouwtype met hofverkaveling oeuvre architecten diverse kunstwerken voormalige verpleegstersflat, thans Transitorium (kantoorfuncties) Geert Grooteplein Noord 17, G. van Swietenlaan 4 Bouwbureau Heyendaal, architect P. Dijkema (1955-1956) selectie-overwegingen: oorspronkelijke functie in relatie tot ziekenhuis ontwerpkwaliteiten: decoratief materiaalgebruik, zorgvuldige detaillering, geleding bouwmassa, relatie gebouw en omgeving bouwstijl: herkenbaar en gaaf voorbeeld bouwtype met open hofverkaveling en verdiepte tuin oeuvre architect diverse kunstwerken markante situering aan parkzijde essentieel onderdeel van corridorstructuur UMC (ensemble) Preklinisch Hoofdgebouw, Studiecentrum Medische Wetenschappen Geert Grooteplein Noord 21 Bouwbureau Heyendaal, architect A. Croonen (1962-1967) selectie-overwegingen: innovatieve bouwtechniek en –constructie bouwtype: massieve kern met uitkragende verdiepingen bouwstijl: herkenbaar en gaaf voorbeeld oeuvre architect ontwerpkwaliteiten: materiaaltoepassing, zorgvuldige detaillering, ‘zwevende’ bouwmassa essentieel onderdeel van corridorstructuur UMC (ensemble) markante situering aan centraal plein Prekliniek en Preklinisch Instituut Geert Grooteplein Noord 23;25;27 Bouwbureau Heyendaal, architecten J. van der Laan en P. Dijkema (1958-1960) selectie-overwegingen: aanleiding voor Karel de Grote prijs J. van der Laan (corridor) bouwtype: innovatief concept corridor bouwstijl: herkenbaar en gaaf voorbeeld oeuvre architecten ontwerpkwaliteiten: maatverhoudingen, zorgvuldige detaillering, relatie gebouw en omgeving diverse kunstwerken bouwtype met open hofverkaveling en verdiepte tuin essentieel onderdeel van corridorstructuur UMC (ensemble) markante situering aan centraal plein
7
G. Grooteplein Zuid bij 10 Verpleeggebouw A
Kapittelweg 26;28;30 dienstwoningen
Zernikeplaats 2 ketelhuis en dienstwoning
8
Verpleeggebouw A Geert Grooteplein Zuid bij 10 Bouwbureau Heyendaal, architecten J. van der Laan en P. Dijkema (1954) selectie-overwegingen: eerste bouwfase (mini-ziekenhuis) bouwtype: gesloten binnenhof bouwstijl: herkenbaar en gaaf voorbeeld oeuvre architect ontwerpkwaliteiten: maatverhoudingen gevelbeeld, materiaalgebruik, ornamentiek, zorgvuldige detaillering diverse kunstwerken essentieel onderdeel van corridorstructuur UMC (ensemble) markante situering aan parkzijde met oriëntatie op de zon
dienstwoningen Kapittelweg 26;28;30 Bouwbureau Heyendaal, architect P. Dijkema (1955) selectie-overwegingen: bouwtype: schakeling archetypisch stenen woonhuizen en houten tussenlid bouwstijl: herkenbaar en gaaf voorbeeld oeuvre architect ontwerpkwaliteiten: eenvoudige maar zorgvuldige architectuur markante situering aan de parkrand
ketelhuis en dienstwoning Zernikeplaats 2 Bouwbureau Heyendaal, architecten J. van der Laan en P. Dijkema (1952) selectie-overwegingen: eerste bouwfase: voorzieningen bouwtechniek: open betonconstructie en bakstenen omhulsel cq. invulling bouwstijl: herkenbaar en gaaf voorbeeld oeuvre architecten ontwerpkwaliteiten: materiaalgebruik, zorgvuldige detaillering vier schoorstenen als landmarks van belang voor aanzien campus
9
Erasmusgebouw Erasmusplein 1
Centrale Universiteitsbibliotheek Erasmuslaan 36
1 0
R A D B O U D
U N I V E R S I T E I T
N I J M E G E N
monumentale gebouwen Erasmusgebouw Erasmusplein 1 Kraaijvanger Architecten, projectarchitect M.P. Reijs (1965-1973) selectie-overwegingen: innovatieve bouwtechniek herkenbaar bouwtype (torenflat, schaalvergroting) bouwstijl: herkenbaar en gaaf voorbeeld oeuvre architectenbureau ontwerpkwaliteiten: verhoudingen bouwmassa, materiaalgebruik, situering toren (zichtlijnen) situering aan Erasmusplein (ensemble) landmark en beeldmerk voor de universiteit
Centrale Universiteitsbibliotheek Erasmuslaan 36 Kraaijvanger Architecten, projectarchitect Knol (1964-1967) selectie-overwegingen: bouwtype (boekentoren op lage onderbouw, schaalvergroting) bouwstijl: herkenbaar en gaaf voorbeeld oeuvre architectenbureau ontwerpkwaliteiten: geleding bouwmassa, materiaalgebruik, gevelcompositie, zorgvuldige detaillering, overgang binnen en buiten, relatie gebouw en omgeving (terrassen) situering aan Erasmusplein (ensemble) enerzijds en aan knooppunt campus anderzijds
1 1
B I J L A G E :
C R I T E R I A
cultuurhistorische waarden belang van het object/complex als bijzondere uitdrukking van (een) culturele, sociaal-economische en/of geestelijke ontwikkeling(en); belang van het object/complex als bijzondere uitdrukking van (een) geografische, landschappelijke en/of bestuurlijke ontwikkeling; belang van het object/complex als bijzondere uitdrukking van (een) technische en/of typologische ontwikkeling(en); belang van het object/complex wegens innovatieve waarde of pionierskarakter;
architectuurhistorische waarden bijzonder belang van het object/complex voor de geschiedenis van de architectuur en/of bouwtechniek; bijzonder belang van het object/complex voor het oeuvre van een bouwmeester of architect; belang van het object/complex wegens de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp; belang van het object/complex wegens het bijzondere materiaalgebruik en/of de ornamentiek; belang van het object/complex wegens de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur(onderdelen);
ensemblewaarden betekenis van het object/complex als essentieel onderdeel van een groter geheel, dat cultuurhistorisch, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig van (inter)nationaal belang is; bijzondere betekenis van het object/complex wegens de situering, verbonden met de ontwikkeling/uitbreiding van een streek, stad, dorp of wijk; bijzondere betekenis van het complex wegens de wijze van verkaveling, inrichting, voorzieningen; bijzondere betekenis van het object/complex voor het aanzien van een streek, stad, dorp of wijk; belang van het object/complex wegens de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing en de historischruimtelijke relatie met groenvoorzieningen, wegen, wateren en/of bodemgesteldheid;
gaafheid / herkenbaarheid belang van het object/complex wegens de architectonische gaafheid van ex- en/of interieur; belang van het complex wegens de hoogwaardige architectonische kwaliteit van de samenstellende onderdelen (hoofd- en bijgebouwen, hekwerken, tuinaanleg e.d.); belang van het object/complex in relatie tot de structurele en/of visuele gaafheid van de stedelijke, dorpse of landschappelijke omgeving;
zeldzaamheid belang van het object/complex wegens architectuurhistorische, bouwtechnische, typologische en functionele zeldzaamheid; uitzonderlijk belang van het object/complex wegens één of meer van de hiervoor genoemde kwaliteiten.
De criteria zijn overgenomen uit: Handleiding. Selectie en registratie jongere stedebouw en bouwkunst, Rijksdienst voor de Monumentenzorg, oktober 1991, p.32.
1 2
1 3
WAARDESTELLING OBJECTEN
CAMPUS HEYENDAAL colofon in opdracht van
gemeente Nijmegen, Bureau Architectuur en Monumenten
productie en ©
Ede, 11 oktober 2005 (tweede versie) tekst en beeld
Leon van Meijel m.m.v. Hettie Peterse (bureau Architectuur en Monumenten)
1 4