Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Visie Ruimtelijke Kwaliteit Ruimte voor de Waal Nijmegen
Programma / Programmanummer
BW-nummer
Openbare 18 december 2007 Grondbeleidbesluitenlijst / 1032 Collegevergadering no 47 Portefeuillehouder
J. van der Meer Samenvatting Aanwezig: Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. De ambitie van de gemeente OB10, Karsten Schipperheijn, 2710 Th.Nijmegen de Graafop het gebied van ruimtelijke Voorzitter kwaliteit voor het project ‘Ruimte voorH. de van WaalHooft – Nijmegen’ in 2012 H. Kunst, P. Depla, sr., L. isScholten, Wethouders Datum ambtelijk voorstel vastgelegd in een aantal documenten. De belangrijkste documenten P. Lucassen, J. van der Meer zijn: het Plan, het Beeldkwaliteitsplan, het bestemmingsplan, de voorlo- 17 januari 2013 P. Eringa Gemeentesecretaris Registratienummer pige ontwerpen voor de bruggen en de kade en de contractstukken A. Kuil Communicatie D13.041269 voor de aanbesteding. Om te borgen dat deze ambitie integraal wordt M. Sofovic Verslag doorvertaald in de realisatiefase van het project, waarbij de losse pro-
jectonderdelen en objecten in hun samenhang worden bezien, is de aannemer gevraagd een Visie Ruimtelijke Kwaliteit op te stellen. Vooraf is afgesproken dat dit document door het College wordt vastgesteld. De Visie RK wordt als nadere invulling van het Beeldkwaliteitplan door het Projectmanagmentteam en het IQ team gebruikt als toetskader voor de ruimtelijke kwaliteit bij de verdere uitwerking van het project. Ter besluitvorming door het college Aldus
vastgesteld in de vergadering van:
Paraaf
1. Kennis te nemen van het advies van het IQ-team. 2. Hoofdstuk 1 tot en met 7 van de Visie Ruimtelijke Kwaliteit vast te stellen.
De voorzitter,
Datum
akkoord
Leidinggevende
De secretaris,
Programmamanager Marco van Lente
Programmadirecteur P. Steijn
Alleen ter besluitvorming door het College
Besluit B&W d.d. 29 januari 2013 Conform advies
Aanhouden Anders, nl.
nummer: 3.2
Paraaf
Datum
akkoord Bestuursagenda
1
Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
Collegevoorstel.doc
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Om meer ruimte te geven aan de rivieren in Nederland en zo overstromingen te voorkomen, geeft het Rijk op meer dan 30 plaatsen meer ruimte aan de rivieren. In Nijmegen gebeurt dat door teruglegging van de Lentse Waaldijk en de aanleg van een nevengeul in de uiterwaarden. Daarbij zijn twee hoofddoelstellingen geformuleerd: de veiligheid en de ruimtelijke kwaliteit dienen te worden versterkt. Met het plan ‘Ruimte voor de Waal – Nijmegen’ dat in 2010 door het college van B&W en in februari 2011 door de Staatssecretaris is vastgesteld ontstaat er - in het hart van Nijmegen een eiland in de Waal met ruimte voor wonen, recreatie en cultuur, water en natuur. Het eiland wordt verbonden met Nijmegen-Noord door middel van drie bruggen: twee nieuwe bruggen en een verlenging van de Waalbrug. In 2012 heeft de gemeente samen met een aantal externe architectenbureaus een voorlopig ontwerp gemaakt voor de nieuwe kade, de nevengeul en de drie bruggen. Deze ontwerpen waren integraal onderdeel van de aanbesteding van het plan in 2012. De gemeente Nijmegen heeft de uitvoering van het project ‘Ruimte voor de Waal – Nijmegen’ in de zomer van 2012 gegund aan de combinatie i-Lent. Deze aannemerscombinatie, die wordt gevormd door Dura Vermeer Divisie Infra BV en Ploegam BV, zal gaan zorgen voor het verleggen van de dijk, het graven van een zogenaamde nevengeul in de uiterwaarden en de bouw van drie bruggen en nieuwe kade en nog enkele andere objecten. Alle onderdelen van het project ‘Ruimte voor de Waal – Nijmegen’ moeten door i-Lent van het voorlopige ontwerp tot uitvoeringsontwerp worden uitgewerkt en vervolgens worden gerealiseerd. Om de Ruimtelijke Kwaliteit tot en met de uitvoering goed te borgen en ervoor te zorgen dat de objecten in hun samenhang en in samenhang met de omgeving buiten het projectgebied worden ontwikkeld, is in de contractstukken opgenomen dat i-Lent een integrale Visie Ruimtelijke Kwaliteit (vanaf hier Visie RK) dient op te stellen. 2
Juridische aspecten
Geen. 3
Doelstelling
Het plan ‘Ruimte voor de Waal-Nijmegen’ is door de gemeente Nijmegen ontworpen met de insteek dat de veiligheid en de ruimtelijke kwaliteit van cruciaal belang zijn voor het gebied. De door i-Lent opgestelde Visie RK is een nadere uitwerking invulling van deze door de gemeente opgestelde plannen en ontwerpen die zijn meegegeven bij de aanbesteding. 4
Argumenten
Status De Visie RK is een belangrijk instrument voor de gemeente Nijmegen als opdrachtgever. Het is een middel voor het College van B&W, het Project Managementteam (PMT) en het IQ team om de producten van i-Lent te kunnen begeleiden en toetsen op ruimtelijke kwaliteit. De Visie RK is een nadere concretisering in tekst en beeld van het Beeldkwaliteitplan Ruimte voor de Waal (21 maart 2012 vastgesteld als bijlage bij het Bestemmingsplan door de gemeenteraad). Dit Beeldkwaliteitplan is nog steeds voldoende geschikt en actueel als kader voor de uiteindelijke welstandstoets van de Omgevingsvergunning. Het IQ team zal deze beoordeling op redelijke eisen van welstand voorbereiden en de Commissie Beeldkwaliteit zal dit overnemen. De inhoudelijke relatie van de Visie RK met het door de gemeenteraad vastgestelde Beeldkwaliteitsplan wordt in paragraaf 8 van dit document uiteengezet.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
Te leveren producten in het kader van de uitvoering het project
i-Lent moet voorafgaand aan de realisatie van de objecten een aantal producten leveren om zo stap voor stap tot de juiste uitvoeringsontwerpen te komen (zie bovenstaand schema). Het eerste product, het vooral procesmatig ingestoken plan van aanpak ruimtelijke kwaliteit, voldoet aan de gestelde eisen en is inmiddels door het IQ team en het Project Managementteam van de gemeente Nijmegen geaccepteerd. Hierin zijn de procesafspraken over en de borging van de ruimtelijke kwaliteitsambities in het ontwerp- en uitvoeringstraject vastgelegd door de opdrachtnemer. Dit nu voorliggende besluit betreft het tweede product, de Visie RK. In de Visie RK zijn de richtinggevende principes, het kader voor het Ruimtelijk Inrichtingsplan, het uitwerken van de verschillende objecten tot Definitief Ontwerp (DO) en het uitvoeringsontwerp aangegeven en vastgelegd door i-Lent. De Inhoud De Visie RK bestaat uit twee delen; • Deel 1: het inhoudelijk visiedeel (hoofdstuk 1 tot en met 8)
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
• Deel 2: het deel dat een overzicht geeft van de stand van zaken van het ontwerpproces van de diverse objecten. De Visie RK is in een intensief werkproces van drie maanden door i-Lent opgesteld. De coördinerend architect van i-Lent, dhr. van Nieuwenhuijze, heeft hierin een leidende rol vervuld. In een aantal ateliersessies heeft i-Lent het IQ team, het ontwerpteam van de gemeente, de architecten en het PMT van de opdrachtgever meegenomen in het werkproces. i-Lent stelt in de Visie RK twee hoofdopgaven aan de orde: i-Lent geeft een overall visie op het Stedelijk Rivierpark Nijmegen en definieert en benoemt de verschillende objecten binnen het plangebied. Daarbij zorgt het samenhangende landschapsontwerp voor de ruimtelijke verbinding tussen bruggen, kade en landschap. De punten waar de deelprojecten elkaar ontmoeten krijgen bijzondere aandacht (de aanlandingen van de bruggen, de pijlers ed.). De verbindingen en aansluitingen verlopen geleidelijk en zijn zorgvuldig uitgewerkt waardoor er geen harde grenzen zichtbaar worden. De padenstructuur is met behulp van een waterkalender verder uitgewerkt. Voor vijf veel voorkomende waterstanden zijn specifieke routes en gebruiksmogelijkheden van het Stedelijk Rivierpark nader uitgewerkt. Ook bevat de Visie RK een nadere uitwerking van techniek en vormgeving van de drie bruggen. De bruggen met elk hun eigen uitstraling (Verlengde Waalbrug, Promenadebrug en Citadelbrug) zijn in de vorige planfase door drie verschillende architectenbureaus ontworpen op VO-niveau. i-Lent heeft samen met de architecten de brugontwerpen nog eens nader onderzocht op haalbaarheid. De interactie tussen constructie en uitvoeringstechniek heeft daarbij veel aandacht gekregen. Dit zelfde geldt voor de kwalitatief hoogwaardige materialisering en detaillering van de nieuwe kade. Het tijdelijk gebruik van het plangebied tijdens de uitvoering komt ook aan bod. I-Lent streeft er naar om binnen de kaders van veiligheid en planning de strandzone langs de Waal zo min mogelijk af te sluiten en met de bouw van tijdelijke steigertrappen bij de Snelbinder en de Waalbrug zal tijdens de bouwfase het veelvuldig gebruikte ‘rondje bruggen’ in stand blijven. Voor een inhoudelijke samenvatting van de Visie wordt verwezen naar bijlage 1. De eerste zeven hoofdstukken van deel 1 worden nu voorgelegd ter vaststelling door het College van B en W, hoofdstuk 8 en deel 2 van de Visie RK zijn informatief en dus niet bedoeld voor vaststelling. Er is, ook door het IQ-team en het Ontwerpteam van de opdrachtgever, kritisch bezien of de Visie RK op belangrijke onderdelen afwijkt ten opzichte van het vastgestelde Beeldkwaliteitplan. De conclusie is dat Visie RK een verdere concretisering is binnen de kaders van het Beeldkwaliteitplan en dus niet afwijkt. Toekomstige aanvragen Omgevingsvergunning zijn nog steeds afdoende te beoordelen met het vastgestelde Beeldkwaliteitplan. Als nadere concretiseringen van de Visie RK binnen het kader van het Beeldkwaliteitsplan zijn te noemen: - de padenstructuur en de markeringen van de entrees in het Stedelijk Rivierenpark; - het accentueren van de indeling van de landtong in verschillende eilanden; - het tijdelijk gebruik (TAB); - de cultuurhistorie en archeologie; - natuurontwikkeling en -beheer; - de verlichting in het plan. Met deze Visie RK bevestigt i-Lent dat zij de ruimtelijke kwaliteit een belangrijkste plaats toebedeelt in het project. Dit komt tot uitdrukking in de geformuleerde ambities, de uitgewerkte hoofdprincipes voor het Stedelijk Rivierpark en de visie op de verschillende bouwkundige objecten zoals de kade en de bruggen. Hiermee wordt de Visie RK concreet en heeft zowel het
Collegevoorstel
Vervolgvel
4
IQ-team als het PMT een stevig toetskader tot zijn beschikking om er op toe te zien dat de geformuleerde ruimtelijke kwaliteit tot en met de uitvoering kan worden vastgehouden. De projectorganisatie en het onafhankelijk IQ-team adviseren dan ook om deze Visie RK, verwoord in de eerste zeven hoofdstukken van deel 1, vast te stellen. Het advies van het IQteam treft u aan als bijlage 2. Er is, ook door het IQ-team in haar advies vermeld, een aantal aandachtspunten te benoemen waar i-Lent in de volgende planfase extra aandacht aan dient te geven: Als eerste betreft dit het integrale ontwerp voor de knoop Parmasingel (inclusief de onderdoorgang) en het ontwerp voor de nieuwe trappen van de Snelbinder. De richtinggevende hoofdprincipes en ontwerpen behoeven nog aandacht, waaronder het nieuwe fietspad bij de Griftdijk-Zuid en het comfortabel kunnen overbruggen van de diverse hoogteverschillen door fietsers en voetgangers, maar kunnen met extra zorg voor de vormgeving in relatie tot de locatie wel degelijk goed worden opgelost. Dit punt heeft ook de uitdrukkelijke aandacht van het IQ-team. Het tweede punt betreft de uitwerking van het beheer van de o.a. de kade en de bruggen. In de Visie RK wordt hier geen expliciete aandacht aan gegeven. Met i-Lent is afgesproken dat dit punt in de direct hierop volgende planfase nader wordt uitgewerkt. 5
Klimaat
Het gehele project betreft een nadere invulling van het duurzaam bestendig maken van Nederland tegen het hoogwater van de grote rivieren. De Visie RK bevat tevens een plan van aanpak voor het opstellen van een energievisie in de volgende stap in het planproces. De energievisie zal een nadere invulling geven aan een duurzame strategie voor de omgang met grondstoffen en toe te passen materialen in het project. 6
Financiën
De Visie RK heeft geen consequenties voor het uitvoeringsbudget. 7
Communicatie
Communicatie over de Visie Ruimtelijke Kwaliteit zal via de gebruikelijke communicatiekanalen gaan die voor het project Ruimte voor de Waal worden benut: website, digitale nieuwsbrief. Daarnaast vinden over de Visie, maar vooral ook over de verdere doorvertaling van de visie bilaterale gesprekken plaats door het IQ-team met de Commissie Beeldkwaliteit en met belanghebbenden in het gebied. 8
Uitvoering en evaluatie
Na het vaststellen van de Visie RK start i-Lent met de stap in het proces, het opstellen van het Ruimtelijk Inrichtingsplan en het uitwerken van de verschillende objecten tot op DOniveau. 9
Risico
De Visie RK is geen vervanging van het Beeldkwaliteitsplan omdat de Visie RK niet door de raad wordt vastgesteld. Dit feit wordt bepaald in artikel 12a, lid 1 van de Woningwet. Om de Visie RK te kunnen gebruiken als toetsingskader op grond waarvan een bouwvergunning kan worden geweigerd of worden verleend (artikel 2.10 lid 1 sub d Wabo), moet deze derhalve
Collegevoorstel
Vervolgvel
5
zijn vastgesteld door de gemeenteraad. Wanneer een bestuursorgaan bij het nemen van een besluit toetst aan onbevoegd vastgesteld beleid, zal een eventueel bezwaar op dat punt gegrond zijn. De Visie RK is een nadere concretisering in tekst en beeld van het door uw college en de gemeenteraad vastgestelde Beeldkwaliteitsplan. De welstandstoetsing vindt dus plaats binnen de kaders van het in maart 2012 vastgestelde Beelkwaliteitsplan.
Bijlagen: 1. Samenvatting Visie Ruimtelijke Kwaliteit Ruimte voor de Waal – Nijmegen 2. Advies IQ-team dd 21 januari 2012
Collegevoorstel
Vervolgvel
6
Bijlage 1: Samenvatting Visie Ruimtelijke Kwaliteit Ruimte voor de Waal – Nijmegen Deze tekstsamenvatting van de visie is een handleiding om het goed geïllustreerde visiedocument snel en efficiënt te doorgronden. Het Visiedocument bestaat uit twee delen; een inhoudelijk visiedeel (hoofdstuk één tot en met acht) en een deel met een overzicht van het ontwerpproces. De eerste zeven hoofdstukken worden voorgelegd ter vaststelling door het College van B en W, hoofdstuk acht en het tweede deel zijn ter informatie. Dit tweede deel geeft een overzicht in de voortgang van de diverse ontwerpwerkzaamheden. Voor een eerste goede indruk van de visie is het lezen van hoofdstuk drie (ambities voor het stedelijk rivierpark), hoofdstuk vier (concept voor het stedelijk rivierpark) en hoofdstuk vijf (fysieke dragers en hoofdprincipes) aan te bevelen. Na de inleiding wordt in hoofdstuk twee de scope en opgave van het visiedocument binnen de contractuele mogelijkheden geschetst. De opgave wordt conform de hoofduitgangspunten in het Beeldkwaliteitsplan bondig samengevat: Ontwikkel een concept voort het Stedelijk Rivierpark Nijmegen waarbij tevens een analyse is gemaakt welke onderdelen nog een specifieke uitwerkingsslag behoeven. In hoofdstuk drie en vier wordt de opgave vertaald in ambities en een concept voor het nieuwe Stedelijke Rivierpark dat ontstaat door de uitvoering van het project Ruimte voor de Waal. Er zijn in hoofdstuk drie vijf richtinggevende ambities toegelicht: 1. Benut de dynamiek van het water met behulp van een waterkalender voor de specifieke gebruiksfuncties in het rivierpark; 2. Natuurontwikkeling als expressie van de rivierdynamiek; 3. Het Stedelijk Rivierpark is vrij toegankelijk, kent een diversiteit aan gebruiksmogelijkheden en markeert de nieuwe oriëntatie van Nijmegen ten opzichte van de Waal; 4. Een volgende unieke stap in de geschiedenis en gaat daarbij respectvol om met bestaande en verdwenen archeologische en historische elementen; 5. Is flexibel naar de toekomst en biedt daarmee ruimte voor verschillende vormen van tijdelijk gebruik en toekomstige ontwikkelingen. Vervolgens zijn in hoofdstuk vier deze ambities gekoppeld aan zes sterke fysieke dragers voor het stedelijk rivierpark waarbij veiligheid en ruimtelijke kwaliteit en cultuur en natuur sterk op elkaar betrokken zijn. In hoofdstuk vijf worden de zes fysieke dragers toegelicht. Men onderscheidt als fysieke drager het Watersysteem, het Ecologisch systeem, de Gebruiksruimte, het Netwerk, de Bruggen en Cultuurhistorie en Archeologie. Elke fysieke drager bestaat uit verschillende onderdelen waarvoor ruimtelijke hoofdprincipes zijn opgesteld. Deze ruimtelijke hoofdprincipes zijn richtinggevend voor de verdere uitwerking van het definitief ontwerp (DO) en dus van essentieel belang voor een goede sturing in het verdere project. Hoe werkt dit? De fysieke drager het watersysteem bestaat uit de hoofdwaterkering, de geul en de verschillende oevers. De hoofdwaterkering is vervolgens nader beschouwd voor de kade en kademuur, de nieuwe Groene dijk en de bestaande Oosterhoutsedijk waarvoor vervolgens richtinggevende principes zijn opgesteld. Dezelfde methode is ook gevolgd voor de overige vijf fysieke dragers. Het plan kent een aantal bouwkundige onderdelen die beeldbepalend en essentieel voor het functioneren van het stedelijk rivierpark zijn. In hoofdstuk zes is voor deze onderdelen een specifieke ontwerpvisie ontwikkeld en zijn de cruciale details die samenhangen met het concept of visie benoemd. Het daarbij om de Harde kade, de Snelbinder met de nieuwe stijg- en daalpunten, de Promenadebrug, de Citadelbrug, de Verlengde Waalbrug met het landhoofd
Collegevoorstel
Vervolgvel
7
Veur-Lent, de Zone Parmasingel met daarin de Parmasingelbrug en tot slot de Drempel. In deel twee komen deze onderdelen, met inzicht in de cruciale details, terug. Hoofdstuk zeven biedt een blik op de specifieke thema’s waarvoor ook richtinggevende uitspraken zijn opgesteld. Het gaat daarbij om het terreinbeheer van de natuurlijke en stedelijke onderdelen, het tijdelijk gebruik, ook tijdens de uitvoering, duurzaamheid en sociale veiligheid en het verlichtingsplan. Zo wordt tijdens de bouwfase het rondje bruggen in stand gehouden met de bouw van tijdelijke trappen bij zowel de Snelbinder als de Waalbrug. Voor duurzaamheid en duurzame energie zal in de vervolgfase door de TU Delft een haalbaarheidsstudie worden gedaan. De resultaten daarvan kunnen in het definitief ontwerp worden meegenomen. Hoofdstuk acht maakt de balans op en geeft een vooruitblik voor het volgende plandocument; het Ruimtelijk Inrichtingsplan. In deel twee geeft men inzicht in het actuele ontwerpproces voor de uitwerking van de alle objecten van het plan en de onderdelen daarbinnen aan de hand van ontwerpvragen, oplossingsrichtingen en openstaande ontwerpvragen. Het uitwerkingsniveau verschilt per onderdeel, maar zal tijdens de volgende planfase van het Ruimtelijk inrichtingsplan zoveel mogelijk op één niveau worden gebracht.
IQ team | Ruimte voor de Waal Advies Visie Ruimtelijke Kwaliteit van i‐Lent Nijmegen, 21 januari 2013 Geacht College van Burgemeester en Wethouders, U heeft het IQ team Ruimte voor de Waal verzocht een advies uit te brengen over de Visie Ruimtelijke Kwaliteit (hierna de noemen Visie RK) die opdrachtnemer i‐Lent heeft opgesteld voor het Project ‘Ruimte voor de Waal ‐ Nijmegen’. Wij willen u bij deze ons advies schriftelijk aanbieden en zijn gaarne bereid een en ander mondeling nader toe te lichten. Inleiding Om meer ruimte te geven aan de rivieren in Nederland en zo overstromingen te voorkomen, geeft het Rijk op meer dan 30 plaatsen meer ruimte aan de rivieren. In Nijmegen gebeurt dat door teruglegging van de Lentse Waaldijk en de aanleg van een nevengeul in de uiterwaarden. Met het plan ‘Ruimte voor de Waal – Nijmegen’ dat in 2011 is vastgesteld ontstaat er ‐ in het hart van Nijmegen ‐ een eiland in de Waal met ruimte voor wonen, recreatie en cultuur, water en natuur. Het eiland wordt verbonden met Nijmegen‐Noord door middel van drie bruggen: twee nieuwe bruggen en een verlenging van de Waalbrug. Eind 2016 moet het werk zijn afgerond. Het plan ‘Ruimte voor de Waal‐Nijmegen’ is door de gemeente Nijmegen ontworpen met de insteek dat de veiligheid maar ook de ruimtelijke kwaliteit van cruciaal belang zijn voor het gebied. In 2012 heeft de gemeente samen met een aantal externe architectenbureaus een voorlopig ontwerp gemaakt voor de nieuwe kade, de nevengeul en de drie bruggen. Deze ontwerpen vormen integraal onderdeel van de aanbesteding van het plan in 2012 en zijn eind 2011 vastgesteld door het college van B&W De gemeente Nijmegen heeft de uitvoering van het project ‘Ruimte voor de Waal – Nijmegen’ in de zomer van 2012 gegund aan de combinatie i‐Lent. Deze aannemerscombinatie, die wordt gevormd door Dura Vermeer Divisie Infra BV en Ploegam BV, moet gaan zorgen voor het verleggen van de dijk, het graven van een zogenaamde nevengeul in de uiterwaarden, de bouw van drie bruggen en een nieuwe kade. Alle onderdelen van het plan ‘Ruimte voor de Waal – Nijmegen’ moeten door i‐Lent van het voorlopige ontwerp tot uitvoeringsontwerp worden uitgewerkt en vervolgens worden gerealiseerd. IQ team Vanaf het begin van het project Ruimte voor de Waal, is het IQ team Ruimte voor de Waal adviseur van uw College van BenW inzake de ruimtelijke kwaliteit van het project. Het IQ team bestaat uit de volgende leden: Jan Brouwer (voorzitter), Bob van Reeth en Eric Luiten en is door uw College benoemd. Tezamen hebben de leden een brede expertise en ervaring op het gebied van stedenbouw, architectuur, landschapsarchitectuur, infrastructuur en vormgeving, die in de loop van de planvorming van waarde is gebleken. Het IQ team heeft na de fase van gunning, in de uitvoeringsfase, de taak om de door de opdrachtnemer te leveren producten die betrekking hebben op de ruimtelijke kwaliteit te begeleiden en te toetsen. Het IQ team doet dat zowel informeel (begeleiding en collegiaal commentaar tijdens de totstandkoming van producten) als formeel (beoordeling van
1
eindproducten en advisering aan uw College over onder andere bouwaanvragen (welstandstoets namens de Commissie Beeldkwaliteit). i‐Lent moet in het kader van de uitvoering de volgende producten leveren (zie schema: a. Plan van aanpak Ruimtelijke Kwaliteit b. Visie Ruimtelijke Kwaliteit c. Uitwerken van verschillende objecten tot op DO‐niveau d. Definitief Ruimtelijk Inrichtingsplan e. Uitvoeringsontwerp f. De concrete uitvoering van het project Schema proces Ruimtelijke Kwaliteit (Visie RK omcirkeld)
Het vooral procesmatig ingestoken Plan van aanpak ruimtelijke kwaliteit (a) voldoet aan de gestelde eisen en is inmiddels door het IQ team en het Project Managementteam van de gemeente Nijmegen geaccepteerd. Hierin zijn de procesafspraken over en de borging van de ruimtelijke kwaliteitsambities in het ontwerp‐ en uitvoeringstraject vastgelegd door de opdrachtnemer. Doel Visie RK Het nu voorliggende advies van het IQ team betreft de Visie Ruimtelijke Kwaliteit (b). In de inhoudelijke Visie RK worden de richtinggevende ruimtelijke principes en kaders voor het Definitieve ontwerp, het Ruimtelijk Inrichtingsplan en het Uitvoeringsontwerp aangegeven en vastgelegd door i‐Lent. De Visie RK vormt daarmee een kader voor ontwerp en uitvoering voor i‐Lent. 2
Status Visie Ruimtelijke Kwaliteit De Visie RK is een belangrijk instrument voor de opdrachtgever. Het is een middel voor het College van B en W, het Project Managementteam (PMT) en het IQ team om de producten van i‐Lent te kunnen begeleiden en toetsen op ruimtelijke kwaliteit. Het is een nadere concretisering in tekst en beeld van het Beeldkwaliteitplan Ruimte voor de Waal (21 maart 2012 vastgesteld als bijlage bij het Bestemmingsplan door de gemeenteraad). Dit Beeldkwaliteitplan is naar onze mening nog steeds voldoende geschikt en actueel als kader voor de uiteindelijke welstandstoets van de Omgevingsvergunning. Het IQ team zal deze beoordeling op redelijke eisen van welstand voorbereiden en de Commissie Beeldkwaliteit zal dit overnemen. Op de inhoudelijke relatie van de Visie RK met het door de gemeenteraad vastgestelde Beeldkwaliteitsplan zullen wij later nog terugkomen. De vaststelling van de Visie RK door uw College is een belangrijk besluit voor de gemeente Nijmegen inzake de begeleiding en sturing op contractbasis door PMT en IQ team van de uitvoering van het plan ‘Ruimte voor de Waal – Nijmegen’. Hierbij moet worden opgemerkt dat de Visie het Beeldkwaliteitsplan niet vervangt omdat ze niet door de raad is vastgesteld. De welstandstoetsing vindt dus plaats binnen de kaders van het in maart 2012 door de gemeenteraad vastgestelde Beelkwaliteitsplan, de Visie RK wordt door PMT en IQ team gebruikt voor de begeleiding en sturing op basis van het met i‐Lent gesloten contract. Omdat deze sturing van groot belang is heeft het IQ team de totstandkoming van de Visie RK dan ook intensief begeleid en getoetst. In het onderstaande advies wil het IQ team haar bevindingen graag delen met uw College. Korte inhoud van Visie Ruimtelijke Kwaliteit De Visie RK is in een intensief werkproces van drie maanden door i‐Lent opgesteld. De coördinerend architect van i‐Lent, dhr. van Nieuwenhuijze, heeft hierin een leidende rol vervuld. In een aantal ateliersessies heeft i‐Lent het IQ team, de architecten en het PMT van de opdrachtgever meegenomen in het werkproces. De Visie RK bestaat uit twee delen; Deel 1: het inhoudelijk visiedeel (hoofdstuk 1 tot en met 8) Deel 2: het deel dat een overzicht geeft van de stand van zaken van het ontwerpproces van de diverse objecten. Na de inleiding wordt in hoofdstuk 2 de opgave van de Visie geschetst binnen de contractuele mogelijkheden. In hoofdstuk 3 en 4 wordt de opgave vertaald in een visie voor het nieuwe Stedelijke Rivierpark dat ontstaat door de uitvoering van het project Ruimte voor de Waal. In hoofdstuk 5 wordt het concept voor het Stedelijk Rivierpark in een aantal fysieke dragers en richtinggevende ruimtelijke hoofdprincipes onderverdeeld. Voor een aantal specifieke bouwkundige onderdelen, zoals de kade en de bruggen, is in hoofdstuk 6 de ruimtelijke hoofdprincipes verder uitgewerkt. Hoofdstuk 7 biedt een blik op een aantal specifieke thema’s zoals tijdelijk gebruik, duurzaamheid, sociale veiligheid en verlichting en hoofdstuk 8 geeft de mogelijke doorwerking van de Visie op het nog op te stellen Ruimtelijk Inrichtingsplan weer. Het tweede deel geeft een overzicht van diverse ontwerpopgaven die momenteel nog worden uitgewerkt. Voor een meer inhoudelijke samenvatting van de Visie wordt verwezen naar de bijlage.
3
De eerste zeven hoofdstukken van deel 1 worden nu voorgelegd ter vaststelling door het College van B en W, hoofdstuk 8 en het tweede deel van de Visie RK zijn informatief en dus niet bedoeld voor vaststelling. Relatie Visie met de door het College van B en W vastgestelde documenten en contractstukken. De ambitie van de gemeente Nijmegen op het gebied van ruimtelijke kwaliteit voor het project ‘Ruimte voor de Waal‐ Nijmegen’ is vastgelegd in een aantal eerder vastgestelde documenten. De belangrijkste documenten zijn: het Plan Ruimte voor de Waal, het Beeldkwaliteitsplan, het bestemmingsplan en de voorlopige ontwerpen voor de bruggen en de kade. Naast deze stukken moet de Visie RK passen binnen de kaders van het contract; de Vraagspecificatie deel 1 (VS1), het programma van eisen en Vraagspecificatie deel 2 (VS2), de proceseisen. Advies IQ team Het IQ team heeft veel waardering voor de inhoud en ambitie die met de Visie RK wordt uitgestraald. Het is duidelijk dat i‐Lent nog steeds veel prioriteit geeft aan de opgave rond de ruimtelijke kwaliteit in het project. Het IQ team vertrouwt erop en zal er op toezien dat i‐Lent deze kwaliteit in de vormgeving, materialisatie en detaillering vast houdt tot en met de uitvoering en adviseert het college om deze visie RK vast te stellen. i‐Lent stelt in de Visie RK twee hoofdopgaven aan de orde: i‐Lent geeft een overall visie op het Stedelijk Rivierpark Nijmegen en definieert en benoemt de verschillende objecten binnen het plangebied. Het samenhangende landschapsontwerp zorgt voor de ruimtelijke verbinding tussen bruggen, kade en landschap. De punten waar de deelprojecten elkaar ontmoeten krijgen bijzondere aandacht (de aanlandingen van de bruggen, de pijlers ed.). De verbindingen en aansluitingen verlopen geleidelijk en zijn zorgvuldig uitgewerkt waardoor er geen harde grenzen zichtbaar worden. Tevens bevat de Visie een nadere uitwerking van techniek en vormgeving van de drie bruggen. De bruggen met elk hun eigen uitstraling (Verlengde Waalbrug, Promenadebrug en Citadelbrug) zijn in de vorige planfase door drie verschillende architectenbureaus ontworpen op VO‐niveau. i‐Lent heeft samen met de architecten de brugontwerpen onderzocht op haalbaarheid. De interactie tussen constructie en uitvoeringstechniek heeft daarbij veel aandacht gekregen en het IQ team zal er op toezien dat i‐Lent dit kwaliteitsniveau ook in de uitvoering laat zien. Dit zelfde geldt voor de kwalitatief hoogwaardige materialisering en detaillering van de nieuwe kade. Wij hebben kritisch bezien of de Visie RK op belangrijke onderdelen afwijkt ten opzichte van het vastgestelde Beeldkwaliteitplan. Wij constateren dat de Visie RK een verdere concretisering omvat en dus niet afwijkt van het Beeldkwaliteitsplan. Toekomstige aanvragen Omgevingsvergunning zijn nog steeds afdoende te beoordelen zijn met het vastgestelde Beeldkwaliteitplan. Als nadere concretiseringen binnen het kader van het Beeldkwaliteitsplan zijn te noemen: ‐ de padenstructuur en de markeringen van de entrees in het Stedelijk Rivierenpark; ‐ het accentueren van de indeling van de landtong in verschillende eilanden; ‐ het tijdelijk gebruik (TAB); ‐ de cultuurhistorie en archeologie;
4
‐ natuurontwikkeling en ‐beheer; ‐ de verlichting in het plan. Het IQ team zal er op toezien dat deze onderdelen in het Ruimtelijk Inrichtingsplan naar tevredenheid worden uitgewerkt. Dan is er nog een aantal punten waarover het IQ team zich zorgen maakt: Dit betreft onder andere de uitwerking van de Citadelbrug. Onze zorg gaat voornamelijk uit naar de materialisering van de brug in hout en beton. De in het ontwerp gebruikte forse houten balken van 5.60 meter lang, 60 cm breed en 25 cm dik, verhouden zich moeilijk tot het duurzaamheids beleid van uw gemeentebestuur. Het IQ team acht dit materiaalgebruik dan ook onverantwoord en gaat ervan uit dat de opdrachtnemer opnieuw gaat studeren op een kwalitatief hoogwaardige en duurzame oplossing van dit onderwerp. Bovendien willen wij u nog wijzen op een tweetal ontwerpopgaven die nog veel aandacht behoeven en waar het IQ team zorgvuldig op zal toezien: namelijk het integrale ontwerp voor de knoop Parmasingel (inclusief de onderdoorgang) en het ontwerp voor de nieuwe trappen van de Snelbinder. De richtinggevende hoofdprincipes en ontwerpen behoeven nog aandacht, maar kunnen met extra zorg voor de vormgeving in relatie tot de locatie wel degelijk goed worden opgelost. Ondanks deze zorgpunten heeft het IQ team er vertrouwen in dat met behulp van plan van aanpak ruimtelijke kwaliteit, de contractstukken en de begeleiding van het IQ team deze punten tot een goede oplossing gebracht kunnen worden Daarnaast is het IQ team bijzonder begaan met de kansen en risico’s rond het ontwerp en de vormgeving van het Eiland Veur‐Lent. In de contractstukken is opgenomen dat i‐Lent de drie hectare bebouwbaar terrein moet ophogen tot 16 meter +NAP. Het IQ team vindt dit zorgwekkend aangezien er nog geen plannen zijn voor de inrichting, het programma en de vormgeving van het Eiland en de huidige bebouwing op Veur‐Lent op circa 13,30 meter + NAP ligt. U kunt zich voorstellen dat het IQ team verheugd is te vernemen dat de gemeente Nijmegen zelf de regie wil voeren over deze nog te ontwikkelen locatie. Wij zullen graag met u het gesprek aan gaan over een kwalitatief hoogwaardige inrichting van het eiland op de korte en de langere termijn. Ter afsluiting wil het IQ team nog uw aandacht vragen voor de aansluiting van het project ‘Ruimte voor de Waal – Nijmegen’ op de Waalsprong. Vooral de deelprojecten de Hoge Bongerd, de Stelt en de Citadel gaan een ruimtelijke relatie aan met ‘Ruimte voor de Waal – Nijmegen’. Een stedenbouwkundige visie op het gebied als geheel kan bijdragen aan de totstandkoming van een kwalitatief goed en toekomstbestendig nieuw stadsdeel. Namens het IQ team | Ruimte voor de Waal ‐ Nijmegen, Prof. Ir. Jan Brouwer voorzitter
5
Visie ruimtelijke kwaliteit Ruimte voor de Waal
Combinatie Dura Vermeer Ploegam
Voorzijde: visualisatie Ruimte voor de Waal, 2011
Documentcode RVDW - 01963
Status Definitief
Datum 11 januari
Versie 2.0
Object Ruimte voor de Waal
Activiteittype 2.1 Ontwerp
11-01-2013 11-01-2013
Werkpakket n.v.t.
11-01-2013
Visie ruimtelijke kwaliteit Ruimte voor de Waal
Combinatie Dura Vermeer Ploegam
Wijzigingen Versie
Omschrijving wijzigingen
Projectgegevens: 2.0 Contactgegevens Opdrachtnemer: i-Lent t.a.v. de heer A. de Jong
Distributielijst
[email protected]
Organisatie
Projectrol
Aantal
Digitaal ja/nee
Gemeente Nijmegen
Contractmanager
2
Ja
i-Lent
-
Ja
Contactgegevens Opdrachtgever: Gemeente Nijmegen t.a.v. de heer R. Pot Kort Nieuwstraat 6 6501 HG Nijmegen
[email protected]
Contractnummer: 12.0005287
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
4 | i-Lent
Copyright Thea van den Heuvel fotografie
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Inhoud Deel 1
Visie
Hoofdstuk 1 Inleiding
7
Hoofdstuk 2 Scope en opgave
9
Hoofdstuk 3 Ambities voor het Stedelijk Rivierpark
17
Hoofdstuk 4 Concept voor het Stedelijk Rivierpark
31
Hoofdstuk 5 Fysieke dragers en hoofdprincipes voor het Stedelijk Rivierpark
37
Hoofdstuk 6 Visie bouwkundige objecten
69
Hoofdstuk 7 Uitwerking thema's
83
Hoofdstuk 8 Epiloog en vooruitblik
95
Deel 2
101
Voortgang ontwerpproces objecten
Colofon
177
5 | i-Lent
Copyright Thea van den Heuvel fotografie
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Hoofdstuk 1 Inleiding Voor u ligt de Visie Ruimtelijke Kwaliteit. In deel 1 van dit visiedocument legt de bouwcombinatie i-Lent, vanuit de invalshoek ruimtelijke kwaliteit, de kaders vast voor de nog op te stellen definitieve ontwerpen en de uitvoeringsplannen. De visie ruimtelijke kwaliteit is de eerste stap in de inhoudelijke uitwerking van het plan van aanpak ruimtelijke kwaliteit (documentcode RVDW-00211), en wordt daarna geconcretiseerd in het Ruimtelijk Inrichtingsplan. Deel 2, geeft inzicht in de voortgang van de diverse ontwerpwerkzaamheden en neemt op onderdelen al een voorschot op het Ruimtelijk inrichtingsplan.
• Plan van aanpak RK: vastleggen procesafspraken over de ontwikkeling en borging van de ruimtelijke kwaliteitsambities in het ontwerp- en uitvoeringstraject van het project “Ruimte voor de Waal Nijmegen”. (uitwerking van het EMVI 3 document i-Lent) • Visie RK: vastleggen van de richtinggevende ruimtelijke principes en kaders voor het definitief ontwerp en de uitvoeringsplannen. (vervolg op het Beeldkwaliteitsplan, feb 2012, Ruimte voor de Waal Nijmegen, definitief rapport) • Ruimtelijk inrichtingsplan: vertaling en concretisering van de visie RK in één integrale plankaart voor alle inrichtingswerkzaamheden. Het ruimtelijk inrichtingsplan wordt in twee fasen opgeleverd; één voor (voorlopig ruimtelijk inrichtingsplan) en één na de DO's (definitief ruimtelijk inrichtingsplan) van de verschillende objecten. (vervolg op plankaart Ruimte voor de Waal Nijmegen) De visie ruimtelijke kwaliteit is in een intensief werkproces van drie
De visie ruimtelijke kwaliteit wordt in een aantal stappen aan u
i-Lent pakt het project aan in deelprojecten met elk een eigen
maanden tussen de verschillende ontwerpteams van de objecten
gepresenteerd. In hoofdstuk 2 wordt op basis van de contractuele
ontwerpteam. De ontwerpteams zijn zodanig samengesteld dat
(bruggen, landschap en kade) en de coördinerend architect en ont-
uitgangspunten de opgave voor dit visiedocument geschetst. Ver-
voortdurend interactie tussen vormgeving en techniek binnen de
werpcoördinator tot stand gekomen.
volgens wordt deze opgave vertaald in ambities voor het te realise-
kaders van contract, tijd en budget kan plaatsvinden.
In een aantal atelier-/carrouselsessies hebben ook de voorzitter van
ren ‘Stedelijk Rivierpark’ (hoofdstuk 3), die in hoofdstuk 4 worden
Binnen elk ontwerpteam is daarom een architect, een technisch
het IQ team en de architecten en technici van de opdrachtgever
vertaald in het Concept voor het Rivierpark. Vervolgens wordt dit
ontwerper en een projectleider vertegenwoordigd. Samen doorlopen
haar visie en opvattingen kunnen overdragen en zijn de diverse
concept uitgewerkt en uiteengelegd in een aantal planlagen als fy-
zij in elke planfase een cyclisch proces van onderzoek tot ontwerp.
uitwerkingen en tussenproducten besproken en informeel getoetst.
sieke dragers en ruimtelijke hoofdprincipes voor het park (hoofdstuk 5). In hoofdstuk 6 zoomen we vervolgens in op de ruimtelijke principes die kaderstellend zijn voor de uitwerking van de verschillende objecten. Hoofdstuk 7 gaat in op een aantal specifieke thema’s en we sluiten af met een vooruitblik (hoofdstuk 8) op de doorwerking van de visie in het op te stellen ruimtelijke inrichtingsplan.
7 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Hoofdstuk 2 Scope en opgave
2.1 Scope; Ruimte voor de Rivier en vraagspecificatie In het programma Ruimte voor de Rivier neemt het project bij Nijmegen een bijzondere positie in. Het is het meest integrale en complexe project in de reeks. Naast de waterhuishoudkundige maatregelen – aanleg nevengeul met inlaatwerk, dijkverleggingen en natuurontwikkeling – maakt de bouw van drie bijzondere bruggen
Eisen aan Werkzaamheden en producten (paragraafnummers verwijzen naar Vraagspecificatie II) 1) De Opdrachtnemer mag pas aanvangen met de Ontwerpwerkzaamheden Definitief Ontwerp als de door haar opgestelde Documenten ‘plan van
aanpak Ruimtelijke Kwaliteit’ en ‘Visie Ruimtelijke kwaliteit’ door Opdrachtgever zijn geaccepteerd.
Opdrachtnemer dient voorafgaand aan de start van het opstellen van het plan van aanpak Ruimtelijke kwaliteit overleggen in te plannen met het
IQ-team (beschreven in paragraaf 6.1 sub d) en Projectmanagementteam van Opdrachtgever. Doel van deze overleggen is om de gedeelde mening
te krijgen op de mogelijke aanpak en de kwaliteit hiervan. Het plan van aanpak Ruimtelijke kwaliteit dient aan te sluiten op en uitwerking te geven aan
en de ontwikkeling van een bewoond eiland in de rivier dit project uniek. Zo uniek, dat er nationale en internationale belangstelling is
het TMP bedoeld in paragraaf 5.1. Onder meer, maar niet uitsluitend, moeten de volgende onderdelen zijn opgenomen:
a) Een beschrijving van de aanpak van ruimtelijke kwaliteit in het proces van totstandkoming van het Definitief Ontwerp voor alle relevante objecten. Eveneens voor de fase van uitvoering.
voor het project, met name omdat in Nijmegen de ambitie van het integreren van de dubbele doelstelling ‘Veiligheid en Ruimtelijke
b) Een beschrijving van hoe ruimtelijke kwaliteit gewaarborgd wordt.
Kwaliteit’ echt wordt waargemaakt. Ruimtelijke kwaliteit neemt
c) Een beschrijving hoe aspecten in relatie met ruimtelijke kwaliteit wordt geïntegreerd in de besluitvormingsprocessen.
daarom een belangrijke positie in bij de planuitwerking. In de vraagspecificatie van de opdrachtgever zijn de eisen aan werkzaamheden en producten als volgt geformuleerd;
2) De Opdrachtnemer dient een Visie Ruimtelijk Kwaliteit op te stellen en dat gebaseerd is op het in lid1) bedoelde plan van aanpak
Ruimtelijke Kwaliteit. Opdrachtnemer dient voorafgaand aan de start van het opstellen van de visie Ruimtelijke kwaliteit overleggen in te plannen
met het IQ-team (beschreven in paragraaf 6.1 sub d) en Projectmanagementteam van Opdrachtgever. Doel van deze overleggen is om de gedeelde
In het visiedocument worden minimaal de volgende onderdelen zijn opgenomen :
a) De scope van het Werk.
b) Een beschouwing van de ruimtelijke relevante raakvlakken tussen de verschillende objecten.
c) Een visuele onderbouwing van de Visie Ruimtelijke Kwaliteit van de objecten en de onderlinge ruimtelijke raakvlakken
mening te krijgen over de door ON gewenste kwaliteit te krijgen op de visie.
(o.a. via tekeningen, schetsen, e.d.).
d) De Visie Ruimtelijke Kwaliteit is richtinggevend voor de ruimtelijke kwaliteit van de afzonderlijke objecten en dient zich zowel te richten op eisen voor het integrale visie als op detailniveau.
e) De Visie Ruimtelijke Kwaliteit moet ook aandacht besteden aan sociale veiligheid (de objectieve en subjectieve component) conform de CROWpublicatie 237.
3) De Opdrachtnemer dient een Ruimtelijk inrichtingsplan op te stellen dat de integratie moet zijn van de Visie Ruimtelijke kwaliteit en de wijze waarop deze is verwerkt in de afzonderlijke ontwerpen van de objecten. Waarin onder meer, maar niet uitsluitend, de onderdelen moeten zijn opgenomen
Visualisatie Ruimte voor de Waal, 2011
conform art. 5.2.3.-2) , met toevoeging van 3Dvisualisaties en specifieke aspecten zoals verlichting, beplanting, e.d.
9 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
2.2 Opgave De ambitie van de opdrachtgever met betrekking tot ruimtelijke kwaliteit is vastgelegd in drie documenten: • het plan Ruimte voor de Waal (doc CD-078) • het beeldkwaliteitsplan (doc CD-077) • het bestemmingsplan (doc CD-076) • VO's van de 3 bruggen en de kade De visie op de ruimtelijke kwaliteit is met name verwoord en verbeeld in het beeldkwaliteitsplan. Daarom vormt het beeldkwaliteitsplan ook het vertrekpunt voor dit op te stellen visiedocument. Reagerend op de vraagspecificatie, stellen we in de visie ruimtelijke kwaliteit twee hoofdopgaven aan de orde, waarvoor vervolgens richtinggevende uitspraken worden geformuleerd. 1. Wat is de visie op het project als geheel, cq. wat zijn de relevante
1. Realiseer een levendig rivierpark voor iedereen • Maak de natuurlijke processen van de rivier beleefbaar • Creer verschillende condities voor natuur en wisselende landschapsbeelden
raakvlakken tussen de verschillende objecten. Deze vraag is geherformuleerd als: ontwikkel een visie op het Stedelijke Rivierpark Nijmegen. 2. Lever de onderbouwing voor de ruimtelijke kaderstellende uitgangspunten van de verschillende objecten. Deze vraag is geherformuleerd als: benoem de onderscheidende objecten binnen het plangebied en formuleer voor elk object de ruimtelijke hoofdprincipes (gerelateerd aan en afgeleid van de ruimtelijke schetsen op VO niveau).
De drie ambities van de gemeente Nijmegen
2. Het rivierpark wordt gedragen door een aantal krachtige ruimtelijke structuren en elementen • Ontwerp de Hoofstructuur die verdere stedelijke ontwikkeling faciliteert • Geef ruimte geven aan tijdelijke voorzieningen • Behoud en versterk publiekstrekkende functies • Ga zorgvuldig om met archeologie en cultuurhistorie
10 | i-Lent
3. Het rivierpark geeft ruimte aan een zich ontwikkelde stad • Verbindt de Waalsprong met bestaande stad • Maak het gebied toegankelijkheid voor recreatief gebruik • Realiseer mogelijkheden voor stedelijke ontwikkeling in tijdelijke en definitieve situatie
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
2.2.1 Opgave: ontwikkel een concept voor het Stedelijk Rivierpark Nijmegen De gemeente Nijmegen heeft haar ambities voor het project als geheel samengevat in een drietal hoofduitgangspunten: 1. realiseer een levendig rivierpark voor iedereen 2. het rivierpark wordt gedragen door een aantal krachtige ruimtelijke structuren en elementen 3. het rivierpark geeft ruimte aan een zich ontwikkelende stad. Deze drie ambities leiden nog niet zomaar tot een helder concept voor het fenomeen ‘Stedelijk Rivierpark’ en ook de kwestie wat nu de krachtige ruimtelijke dragers zijn is nog niet beantwoord. Na lezing van het beeldkwaliteitsdocument zijn we tot de conclusie gekomen dat een visie op het Stedelijk Rivierpark ontwikkeld kan worden door: Stap 1. Eerst de ambities zorgvuldiger van elkaar te onderscheiden
en te benoemen
Stap 2. Op basis daarvan een ‘concept’ te ontwikkelen Stap 3. Geïnspireerd door ambitie en concept de verschillende
planlagen in te vullen; de fysieke dragers
Deze drie stappen zijn te integreren tot een matrix, welke het raamwerk levert om de visie ook daadwerkelijk te kunnen ontwikkelen (hoofdstukken 3, 4 en 5) Matrix
11 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
2.2.2 Opgave: benoem de objecten in het plangebied en formuleer voor elk object de ruimtelijke hoofdprincipes Vijf deelprojecten Ruimte voor de Waal maakt onderscheid in vijf deelprojecten, hier verbeeldt met de huidige plankaart als basis. Op de bovenste tekening zijn de drie bruggen te zien, met elk hun eigen expressieve uitstraling. Daaronder bevindt zich de laag van het samenhangende 2. Promenadebrug
landschapsontwerp. De onderste laag staat voor het deelproject 3. Citadelbrug
1. Verlengde Waalbrug
‘integrale gebiedsontwikkeling’: het samengaan van bruggen en landschapsontwerp, waarbij de contactpunten en –zones zorgvuldig zijn uitgewerkt. De contactpunten en –zones tussen (en binnen) de deelprojecten krijgen extra aandacht binnen de integrale gebiedsontwikkeling.
Deelprojecten 1, 2, & 3: de bruggen
Binnen het deelproject landschap bevinden zich veel contactpunten en –zones die nadere aandacht verdienen. Dat geldt zeker ook voor de contactpunten die voortkomen uit de confrontatie tussen de laag van het landschap met de drie bruggen: de aanlandingen, de pijlers en dergelijke.
De drie bruggen als deelprojecten In de vorige planfase hebben drie verschillende toparchitecten elk een unieke brug ontworpen tot op VO-niveau. Elke brug kent een eigen positie binnen het plangebied, zijn eigen type gebruik en een daarmee samenhangend expressief architectonisch idioom. Met elkaar geven de nieuwe en reeds aanwezige bruggen een bijzondere meerwaarde aan Nijmegen als stad aan de Waal en de Noordoever in het bijzonder.
Deelproject 4: Landschap & kade
De ruimtelijke kwaliteit van de bruggen en de kade zijn cruciale
Ingekleurde delen zijn onderdeel van het uit teonderdelen voerenvan Ruimte voor de Waal. Gemeente Nijmegen heeft in het voortraject zeer veel aandacht besteed aan deze onderdelen. De landschapsplan ingekleurde delen zijn onderdeel van het uit te voeren landschapsplan
ruimtelijke ambities ten aanzien van deze objecten zijn scherp getypeerd in het beeldkwaliteitsplan. Vervolgens zijn architecten geselecteerd die in opdracht van de gemeente de ambities op hun eigen wijze geïnterpreteerd hebben en daarna vertaald in afzonderlijke ontwerpen. De brugontwerpen zijn uitgewerkt op het detailniveau van DO's, maar ook zij verdienen vanaf de start van i-Lent meteen volop aandacht, vooral wat betreft de interactie vormgeving - techniek.
12 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Het samenhangende landschap als deelproject i-Lent beschouwt het samenhangende landschap (alles behalve de bruggen) als één deelproject dat alleen in zijn geheel uitgewerkt kan worden. De ‘zachte componenten’ (onder andere de uiterwaard, de geul en de dijken) en de ‘harde componenten’ (onder andere kademuren, trappen en het inlaatwerk) kennen immers een zeer sterke onderlinge relatie. Er zijn hier en daar contrasten, maar de werkelijke plankwaliteit hangt voor een groot deel samen met zorgvuldige aansluitingen en geleidelijke overgangen. Als voorbeeld noemt i-Lent de aansluiting van de Lentse Kade naar de groene dijken, die in het Beeldkwaliteitsplan omschreven wordt als een ‘geleidelijke overgang’. Ook tussen de schalen bestaan er geen echte grenzen. Details in het landschap moeten vanzelfsprekend passen binnen het grotere geheel. Het samenhangende landschap vormt bovendien een eenduidig ‘fundament’ voor de drie verschillende bruggen die hier bovenop tot hun eigen expressie komen. Deelproject 5: Integrale gebiedsontwikkeling
Integrale gebiedsontwikkeling als deelproject Juist bij een complex project als Ruimte voor de Waal hangt de uiteindelijke gerealiseerde kwaliteit niet alleen af van de afzonderlijke onderdelen, maar vooral van de wijze waarop deze met elkaar één zowel vanzelfsprekend als verrassend geheel vormen. Een gebied met eenheid en een vanzelfsprekend karakter waar het moet, en veel contrast en expressiviteit waar het mag. Met zorgvuldig ontworpen details die passen binnen het heldere totaalconcept. Een gebied dat goed aansluit op zijn omgeving, waarbij de plangrenzen van nu lang niet altijd de landschappelijke grenzen van de toekomst vormen. Een gebied dat ruimte schept voor water en natuur daarbij volop mogelijkheden kent voor gebruik. Voor een deel laat dit gebruik zich voorspellen. Maar er liggen ongetwijfeld onbekende (wellicht tijdelijke) initiatieven en waardevolle spontane ontwikkelingen in het verschiet. Het gebied wordt daarom robuust en duurzaam ingericht met behulp van de fysieke dragers (zie hoofdstuk 5)
Contactpunten en zones
Contactpunten tussen de deelprojecten en de ruimere omgeving Contactzones tussen de deelprojecten en de ruimere omgevin Contactpunten tussen de objecten het landschapsplan Contactzones tussen devan objecten van het landschapsplan
13 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Analyse uitwerkingsniveaus objecten De Visie Ruimtelijke Kwaliteit start met een analyse van de vijf deelprojecten (3 bruggen, landschap, integrale gebiedsontwikkeling) over de stand van zaken van de architectonische uitwerking. Opvallend is dat het uitwerkingsniveau van de kade en de bruggen veel verder is dan de uitwerking van een groot deel van het landschap van de uiterwaard. Deze zijn (vrijwel) op VO-niveau. Hier is nog vooral aanscherping nodig door confrontatie met techniek en uitvoeringsaspecten. Verder is opvallend dat de landschappelijke onderdelen van het plan veel globaler zijn uitgewerkt dan de technische / constructieve delen zoals de bruggen en de kade. Het landschap vraagt dus om extra aandacht. In de kaart architectonische uitwerking zijn de objecten binnen Ruimte voor de Waal en hun uitwerkingsniveau schematisch weerDe verschillende objecten van het landschapsplan en de 3 bruggen (zie ook tabel)
gegeven. De volgende vier uitwerkingsniveaus zijn daarbij gehanteerd: 0. Ambitie & ontwerpopgave nog niet concreet geformuleerd
(rood de legenda )
1. Globale projectomschrijving voorzien van een kwaliteitsambitie (oranje in de legenda) 2. Masterplanniveau’ met referentiebeelden en beeldkwaliteitscriteria (lichtgroen in de legenda) 3. Voorlopig Ontwerp gereed (donkergroen in de legenda) Voor de rode gebieden is de visie en/of ontwerpopgave nog niet concreet geformuleerd. Het gaat hierbij onder meer om in de toekomst te bebouwen delen. In nevenstaande tabel zijn de interpretaties van het uitwerkingsniveau weergegeven, ingedeeld naar de verschillende deelprojecten en bijbehorende objecten. Dit is gebeurd o.b.v. de vier door i-Lent Analyse architectonisch uitwerkingsniveau van de verschillende objecten
14 | i-Lent
onderscheiden uitwerkingsniveaus (0, 1, 2 & 3).
Ambitie en ontwerpopgave nog niet concreet nog geformuleerd 0:0: Ambitie en ontwerpopgave niet concreet geformuleerd Globale projectomschrijving voorzien van een kwaliteitsambitie 1:1: Globale projectomschrijving voorzien van een kwaliteitsambitie 2: Uitgewerkt masterplanniveau met beeldkwaliteitscriteria 2: Uitgewerkt masterplanniveau met beeldkwaliteitscriteria Voorlopig Ontwerp gereed met beeldkwaliteitscriteria 3:3: Voorlopig Ontwerp gereed met beeldkwaliteitscriteria
Nr
Hoofdcategorie
Object
Specficatie opgave
Nieuwe harde kade
Waterkering
1.1.1
1.1.2
1
Nieuwe harde kade
Aanhechting kade – Oosterhoutse dijk
1.1.1
1.1.3
3
Nieuwe harde kade
Aanhechting kade – binnendijks gebied
1.1.1
1.4
2
1.1.2
1.4
1.5
Bruggen
Binnendijks gebied
Veur-Lent + Westelijke landtong
Aanhechting Oude Bemmelse dijk – Groene dijk
1.1.2
Bebouwing flanken waalbrug
Stedebouwkundig ontwerp bebouwing flanken Waalbrug
geen nr
Buiten scope
Bebouwing flanken waalbrug
ontwerp maaiveld bebouwing flanken Waalbrug
geen nr
1
Bestaande Bemmelse dijk
Aanhechting drempel – Bestaande Bemmelse dijk
1.1.2.6
Bestaande Bemmelse dijk
Zoeklichtlocatie
1.1.2.6
Hoogwatervluchtplaats en entree
ong
Tijdelijk gebruik
2 2
1.1.3
0
1.2.1
2 2
1.2.1.1
Instroom tussen Lentse Waard en eiland Veur-Lent
Profiel instroom en strang
1.2.1.2
1.2.2.1
2
1.2.1.3
2
1.2.2.2
3
Zandeiland
1.2.2.2.4
2
Lentse Waard
1.2.3.1
2
Lentse Lotwaard
1.2.3.2
2
Verlengde Waalbrug
1.3.1
3
Promenadebrug
1.3.2
3
1.3.3
2
Citadelbrug
1.3.4
3
Parmasingelbrug
1.3.6
1
Nieuwbouwlocatie Hoge Bongerd
1.4.2
Buiten scope
Watersingel
1.4.4
0
Nevengeul
Spoorbrug en snelbinder
Ontwerp stroomprofiel
Stijg- en daalpunten (2)
Watersingel
Aanhechting Watersingel – bestaande bebouwing
1.4.4
1.4.2
0
Eiland Veur-Lent
Aanhechting Drempel – eiland
1.5.3
1.2.1.3
2
Eiland Veur-Lent
Overgang privaat gebied – uiterwaarde
1.5.3
Eiland Veur-Lent
Inpassing bestaand bebouwingslint
1.5.3
Locatie toekomstige bebouwing Veur-Lent
Ontwerp maaiveld bouwlocaties
1.5.3.5
Locatie toekomstige bebouwing Veur-Lent
Uitwerking Fort Knodsenburg
1.5.3.5
Locatie toekomstige bebouwing Veur-Lent
Stedebouwkundig ontwerp nieuwbouw Veur-Lent
1.5.3.5
Buiten scope
Veerstoep
1.5.3.6
1
Kolk van Wijk
1.5.3.7
1
1 1.5.3.5
1 1
1.5.4.1.1
1
Westelijke landtong
Seizoensbebouwing (3x)
1.5.6
1
Westelijke landtong
Versteviging oever hoogspanningsleidingen
1.5.6
0
1.5.6.9
2
Binnendijks gebied Wegen en paden
1.2.1.3
1
Bestaand
Brugverbinding
Drempel
1.1.2.6
1.1.3
Oostelijk inlaatwerk
Evenemententerrein
ong
3
Nieuwe groene dijk
Uiterwaard
1.3
3
Aanhechting Groene dijk – kade
Bestaande Oosterhoutse dijk
Nevengeul en Uiterwaarden
Niveau
Nieuwe harde kade
Bestaande Oosterhoutse dijk
1.2
Relatie met
1.1.1
Nieuwe groene dijk 1.1
Objectcode
Aanhechting Groene dijk -binnendijks gebied
1.4
1.1.2
1
Wegen en paden uiterwaard
geen nr
1
Begrenzing Stedelijk Rivierpark
geen nr
0
Buitendijksgebied + toekom. woningbouwlocaties
geen nr
Buiten scope
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Schema ambities
16 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Hoofdstuk 3 Ambities voor het Stedelijk Rivierpark
De vijf richtinggevende ambities toegelicht Dynamiek van het water De rivierdynamiek wordt in dit buitendijkse rivierpark zichtbaar en beleefbaar gemaakt.
1. Waterkalender Met de waterkalender wordt het begrip rivierdynamiek operationeel. De verhouding land – water verandert voortdurend, is dynamisch en op jaarbasis niet voorspelbaar. Wel is een statistische reeks samen te stellen waarin de kansen op rivierwaterstanden gekoppeld aan het aantal dagen dat ze per jaar kunnen voorkomen, in beeld wordt gebracht. Deze reeks is opgebouwd in vijf stappen en is het belangrijkste uitgangspunt voor het toekennen van specifieke gebruiksfuncties binnen het Stedelijk Rivierpark en het ontwerp van een typologie voor het padennetwerk.
17 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Waterstand 7.00m + NAP
Waterstand 5.00m + NAP
Waterstand 11.00m + NAP
Waterstand 12.00m + NAP
18 | i-Lent
Waterstand 9.00m + NAP
Per waterstand is aangegeven welke paden nog toegankelijk zijn. Het padenontwerp is in deze visie aangescherpt ten opzichte van de vorige planfasen.
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
2. Morfodynamiek Waterbewegingen laten hun sporen na in het maaiveld. Grond spoelt uit hetgeen zichtbaar wordt door het ontstaan van geulen of steilranden in het terrein (erosie) of na hoog water is sediment afgezet (sedimentatie). De verwachting is dat deze sedimentatie- en erosieprocessen zeer beperkt zullen optreden, sedimentatie zal vooral zichtbaar zijn aan de Waaloevers, dit proces zal worden benut in het parkontwerp en –beheer.
Dynamiek Stroomsnelheden in en rond de nevengeul (laag naar hoog) Slikkige oevers met frequente inundatie Meest dynamische plekken
Steilranden met kans op afslag
19 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
3. Natuurontwikkeling als expressie van de rivierdynamiek Het rivierpark bouwt voort op de concepten van plan Ooievaar, vertaald in een regionale strategie voor het gebied van de Gelderse Poort en vormt de schakel tussen de Gelderse Poort en de natuurontwikkeling in de uiterwaarden van de Midden Waal. Naast dit dominante inrichtingsprincipe worden een aantal specifieke condities binnen het rivierpark benut om extra natuurdoeltypen toe te voegen; steilranden, begraasde hellingen, bouwkundige objecten als bijzonder milieu. Natuurgebied Nevengeul Bouwkundige objebcten buitendijks
Het rivierpark als onderdeel van een groter geheel
Grazers op steile taluds
20 | i-Lent
Oeverzwaluwen in steile oever
Zwaluwen in dakconstructies
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
4. Het rivierpark als begrazingseenheid Het rivierpark wordt opgevat als één begrazingseenheid en is als park weer onderdeel van een groter geheel. Dit betekent dat met name de toegankelijkheid naar de Oosterhoutse waarden moet zijn gewaarborgd. Omdat de grazers in principe het hele jaar overal kunnen rondlopen worden de verbindingen over de nevengeul (Citadelbrug en Drempel) daarop ontworpen.
Natuurgebied
Begrazingseenheid Nevengeul
Bouwkundige objebcten buitendijks
Het rivierpark als begrazingseenheid
Runderen in een uiterwaard
21 | i-Lent
strandzone)
watergebonden recreatie
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
5. Het Stedelijke Rivierpark is vrij toegankelijk Het gehele parkgebied, zowel water als land, is vrij toegankelijk, met uitzondering van de private percelen gelegen op het eiland VeurLent. De aanvullende voorzieningen zijn terughoudend en specifiek (vastgelegd in plankaart Ruimte voor de Waal). De gebruiksperspectieven zijn ruim en kennen alleen beperkingen ingegeven door draagkracht en overlast. Natuurgebied Nevengeul
Bouwkundige objebcten buitendijks Recreatieve toegankeliijkheid
Het Stedelijk Rivierpark is vrij toegankelijk
22 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Beachvolleybal
Hardlopen
Strandbezoek
Fietsen
Culturele evenementen
Picknick
Roeien
Wandelen
Zeilen
Kano
Educatie
Natuurstudie
23 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
24 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
6. Het rivierpark markeert de nieuwe oriëntatie van Nijmegen ten opzichte van de Waal Het Stedelijk Rivierpark krijgt zo’n belangrijke betekenis voor de stad Nijmegen en de regio dat daarmee de nieuwe oriëntatie van stad ten opzichte van de rivier in één keer wordt neergezet. • Nijmegen wordt bruggenstad • Kwaliteit en programma van het Stedelijk Rivierpark zijn van een bovenregionale betekenis.
Nationaal niveau: Ruimte voor de Waal als 'het' voorbeeldproject van Ruimte voor de Rivier
Stad aan de rivier
Stad rond de rivier
25 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
7. Het Stedelijk Rivierpark voegt een uniek eigentijds object toe aan de parkenreeks van Nijmegen Het Stedelijk Rivierpark is begrensd, krijgt een sterke identiteit gebaseerd op een eenduidige ruige en robuuste parkkwaliteit met hoogwaardige culturele accenten (bruggen en objecten). Het rivierpark is het voorlopige eindpunt van een bijzondere parkenreeks. 19e eeuw: Stadswallen worden Singelparken 20e eeuw: Volksparken (de Goffert) 21e eeuw: Themaparken (het rivierpark)
Nijmegen en omgeving met daarin de parkenreeks; hun namen, typering en omvang
26 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
8. Het Stedelijk Rivierpark gaat respectvol om met bestaande en verdwenen archeologische, historische elementen. Hiervoor is een strategie ontwikkeld
Inzoom deel Veur-Lent met projectie contouren fort Knodsenburg er op
27 | i-Lent
9. De parkinrichting maakt diverse vormen van gebruik mogelijk maar legt ze niet op De parkruimte is meervoudig benutbaar. Voorbeeld: de strandzone biedt ruimte om individueel te kunnen zonnen en zwemmen en soms is het een podium voor concerten en festivals. Dit vraagt om beheersorganisatie die regie voert op deze flexibiliteit.
Beelden van gebruik Waalstrand
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
10. Het rivierpark biedt ruimte voor verschillende vormen van tijdelijk gebruik en toekomstige ontwikkelingen De randvoorwaarde is altijd: hoge kwaliteit. De toekomstige beheerder stuurt op deze kwaliteitsambitie.
Open laten (stoelen aan de Waal, Jetske Verhoeven)
Mogelijk maken (Volkstuincomplex Groenewoud, West 8)
Vastleggen (fietspad Diemerpark)
29 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
30 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Hoofdstuk 4 Concept voor het Stedelijk Rivierpark
Met de ambities uit het vorige hoofdstuk op het netvlies, wordt in dit hoofdstuk de inhoudelijke strategie verwoord waarmee de planuitwerking voor het Stedelijk Rivierpark is verankerd. Deze strategie is gebaseerd op twee sets begrippenparen: veiligheid – ruimtelijke kwaliteit en cultuur – natuur.
Veiligheid en ruimtelijke kwaliteit op elkaar betrokken In hoofdstuk 2 (scope) is al opgeschreven dat in dit project de dubbele doelstelling waar vanuit het programma Ruimte voor de Rivier is vertrokken, echt wordt waargemaakt. Op de veiligheids- en ruimtelijke kwaliteitsdoelstellingen scoort dit project hoog, maar het meest bijzondere is wellicht dat de beide doelstellingen ook op elkaar worden betrokken. Anders gezegd: in dit project wordt de ruimtelijke kwaliteit van het veiligheids-denken aan het begin van de 21e eeuw zichtbaar en beleefbaar. Water en waterdynamiek worden opgevat als kans, wat concreet wordt gemaakt door op Veur-Lent veilig te gaan wonen in het buitendijks gebied. Daarom is Veur-Lent een belangrijk onderdeel van het Stedelijk Rivierpark; een park dat voor bezoekers van buiten de regio zichtbaar maakt dat rivierdynamiek de motor achter een spannend en aangenaam nieuw landschap vormt. Rivierdynamiek uitgewerkt in een waterkalender, die op zijn beurt weer wordt vertaald in een typologie voor het padenstelsel in het park.
Oosterscheldekering als icoon van het waterveiligheidsdenken in de 20e eeuw (bron: beeldbank RWS)
31 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Cultuur en natuur op elkaar betrokken Een parkconcept voor een Stedelijk Rivierpark is ondenkbaar zonder een culturele stellingname op het begrip natuur. Onze referenties voor het ideaalbeeld op de natuur zijn de afgelopen decennia verschoven van de plaatjes uit de Verkade albums van J.P. Thijsse naar de TV beelden van Discovery channel en Animal planet over de Serengeti vlakte en de Ngorongoro-krater. De beelden van ruige natuurlijke grasvlakten met verspreide bomen, struiken en grazers, het ontbreken van rasters, worden in Nederland opgeroepen in de recente natuurontwikkelingsprojecten langs onze grote rivieren. Dit natuurbeeld wordt ook als basis voor het Stedelijk Rivierpark gehanteerd; een natuurlijk uiterwaardenpark, goed ontsloten en vrij toegankelijk, waarbinnen geplaatst in losse eilanden en objecten het stedelijk programma wordt toegevoegd. De zorgvuldig ontworpen en hoogwaardig uitgevoerde objecten vormen een duidelijk contrast met hun omgeving maar gaan er ook een relatie mee aan. Het museumpark Insel Hombroich geldt als een goede referentie voor deze benadering.
Cultuur: Museumpark Insel Hombroich, Duitsland
32 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Natuur: groot wild in de stadsrand van Nairobi
33 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Het park is begrensd Een park met een sterke identiteit heeft duidelijke grenzen. Het
Het raster van het buitentalud onderaan de dijk begrenst de be-
Stedelijk Rivierpark wordt begrensd door de dijk en de rivier. In het
grazingseenheid. Waar de kade de rol van waterkering overneemt
oosten raken dijk en rivier bijna aan elkaar zodat daarmee de grens
loopt de grens bovenaan het talud. Eiland Veur-Lent ligt binnen het
wordt gemarkeerd, in het westen is de begrenzing diffuser. Ruimte-
rivierpark, de begrenzing met de private kavels vraagt bijzondere
lijk maakt de rivier deel uit van het park maar valt onder een ander
aandacht.
beheersregiem.
34 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Het park wordt gestructureerd door sterke fysieke dragers
6
Het ontwerp voor het Stedelijk Rivierpark is opgebouwd uit zes planlagen die elk een sterke fysieke drager vormen: 1. Watersysteem
5
2. Ecologisch systeem 3. Gebruiksruimte 4. Netwerk 5. Bruggen 6. Cultuurhistorie
4
3
2
1
Het park is opgebouwd uit 6 lagen
35 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
36 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Hoofdstuk 5 Fysieke dragers en hoofdprincipes
De zes fysieke dragers toegelicht
1. Watersysteem
Het concept voor het Stedelijk Rivierpark wordt ruimtelijk gestructu-
Hoofddoelstelling van Ruimte voor de Waal is het vinden van een
waarden. Hierdoor ontstaat er een peilverschil aan beide zijden van
reerd door zes sterke fysieke dragers. Deze dragers of planlagen zijn
duurzame oplossing voor het knelpunt in de Waal bij Nijmegen. De
de drempel van ca 40 cm (zie principetekening). Dit fenomeen wordt
in het vorige hoofdstuk geïntroduceerd en worden nu per planlaag
contracteis is 34 cm waterstandsdaling te realiseren bij een maatge-
met het ontwerp van de drempel inzichtelijk gemaakt. Zodra de
verder uitgewerkt. Dit gebeurt aan de had van een vast format:
vend hoogwater. Met de voorliggende visie voldoet i-Lent aan deze
Waal een peil van 10,50 m +NAP heeft bereikt gaat de nevengeul
• een overzichtkaart met legenda
eis. Deze taakstelling wordt grotendeels gerealiseerd door de aanleg
meestromen.
• een typologiekaart (onderverdeling en groepering)
van een nevengeul met aan de bovenstroomse zijde een drempel.
De verschillende stroomsnelheden en waterstanden die met deze
• illustraties van de hoofdprincipes voor enkele relevante
De hydraulische eisen vormen het kader tijdens gehele uitwerking
rivierdynamiek samenhangen zijn mede bepalend geweest voor de
onderdelen.
van het plan. Dit zowel betrekking op het grondwerk, bijzondere
visie op het rivierpark. Het eiland Veur Lent wordt op hoogwatervrij
De volgende hoofdstukken gaan nader in op de afzonderlijke onder-
objecten als op het beheer. Het watersysteem van het rivierpark kan
niveau aangelegd, andere 'eilanden' liggen op lagere niveaus zodat
delen.
in een aantal componenten uiteen worden gelegd; de hoofdwater-
er een afwisselend landschap ontstaat dat met de stand van de
kering, de geul en haar werking, en de oevers. Deze componen-
rivier telkens verandert.
ten worden eerst kort besproken en daarna per onderdeel verder uitgediept.
De oevers Vanwege de taakstellende functie en het gebruik als rivierpark zal
De hoofdwaterkering
een deel van de dynamiek moeten worden beteugeld. Om er zeker
Allereerst is er de (grotendeels nieuwe) hoofdwaterkering. Deze
van te zijn dat de maatgevende afvoer wordt gefaciliteerd worden
bestaat uit een deels groene dijk en is deels uitgevoerd als kade. Op
delen van de oever van de geul vast gelegd met stort- en zetsteen,
het eiland Veur Lent zal een deel van de groene dijk haar functie als
net als cruciale delen onder de toekomstige bruggen.
hoofdwaterkering verliezen.
Indien mogelijk wordt deze oeverbescherming met grond afgedenkt zodat een continu natuurlijk oeverbeeld langs de nevengeul kan
De geul en haar werking
worden opgeroepen. Voor de overige delen van de oevers zonder
Aan de bovenstroomse zijde wordt bij waterstanden lager dan 10,50
zet- en stortsteen krijgen sedimentatie- en erosieprocessen juist de
+NAP de nevengeul van de Waal gescheiden door een drempel.
ruimte, zodat zich daar specifieke natuurdoeltypen kunnen ontwik-
Bij de lagere Waalstanden wordt het waterniveau in de nevengeul
kelen.
bepaald door de benedenstroomse opening bij de Oosterhoutse
37 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Watersysteem
Totaalkaart fysieke drager watersysteem
38 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
De hoofdwaterkering nader beschouwd: Kade en Kademuur
De drempel nader beschouwd:
Oevers nader beschouwd:
Drempel
Harde oevers
• de drempel overstroomt gemiddeld jaarlijks circa 10 dagen bij
• verharde waterkering met stedelijk gebruik en volledig verhard
hoge waterstanden (hoger dan 10+ NAP). Bij lagere waterstan-
Zetsteen
• de kade is deels vormgegeven als hoge steile kade, deels als
den scheidt de drempel het water aan Waalzijde van de neven-
• wordt boven de 7m NAP-lijn toegepast en is daarmee het groot-
lage flauwe kade die bij de wisselende rivierstanden het water bereikbaar maakt • de overgang tussen de harde kade en de groene dijk verloopt geleidelijk
geul • de drempel volgt het tracé van de voormalige dijk en ligt voor
• groene dijk met 1:3 taluds, slechts asfaltverharding op de kruin
• de werking van de drempel als waterstaatswerk blijkt uit de basalt) • de drempel is ter hoogte van de geul voorzien van een aantal
en de toeritten van de hoofdentrees - behoud bestaande profiel
doorstoomopeningen op verschillende niveaus, die ook bij lagere
inclusief beheerstrook aan de buitendijkse teen
waterstanden het water in de geul verversen én stroming en
• lokaal aanscherpen/gladtrekken buitentaluds
• is van basalt
een deel in de uiterwaard en voor een deel in de geul vormgeving (asymmetrisch profiel) en de materialisering (o.a.
Bestaande Oosterhoutse dijk (groene dijk)
ste deel van het jaar zichtbaar
verschil in waterstanden zichtbaar maken • het pad op de drempel is verwant aan de andere paden (pad op
Stortsteen • wordt onder de 7 meterlijn gebruikt met uitzondering van de drempel • waar stortsteen boven de 7 meterlijn wordt toegepast wordt ze in principe afgedekt. • om een continu natuurlijk oeverbeeld op te roepen wordt, indien mogelijk, de stortsteen onder de 7 meterlijn met grond afgedekt, met uitzondering van de stortsteen onderaan de harde kade
Nieuwe groene dijk
de hoge rug) en ‘oversteken’ (citadelbrug en koppelstukken) in
en de drempel. De taludlijn van het geulontwerp (vaak 1:5) is
• ontwerp sluit aan bij bestaande dijk met 1:3 taluds
de uiterwaard
uitgangspunt voor de bovenzijde van het gronddek.
• dijk krijgt grastaluds en slechts asfaltverharding op de kruin • dijk krijgt een onderhoudspad van 4 m aan de buitendijkse teen • waar de dijk direct grenst aan de nevengeul is de dijkvoet verstrekt met steen.
• overgangen van de drempel naar de dijk en eiland Veur Lent worden als dijkopgang vormgegeven
Graniet • de lage kade en de kademuur (onderdeel harde kade) worden met graniet bekleed
39 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Oude veerhaven
Hoogspanningseiland
• de oude veerhaven wordt als hard element in de zandige waal-
• de grond rond de hoogspanningsmasten wordt vastgelegd om
oever teruggebracht. • daarbij moeten historische bronnen geïnterpreteerd worden
vloeien / erosie te voorkomen. Dit leidt tot een bijzonder talud langs het ‘hoogspanningseiland’ met zichtbare verhardingen (zetsteen)
Zachte oevers Zandeiland Zandige oever aan de Waal • aanwezig aan de waalzijde tussen de +5 NAP en +10 NAP lijn • biedt ruimte aan tijdelijke evenementen en recreatief medegebruik
• de bestorting aan de oostzijde (bovenstroomse zijde) van zandeiland dient de ecologische ontwikkelingskansen optimaal te faciliteren. • voorstel: toepassen verschillende fracties tbv een interessant onderwatermilieu. Daarna afdekken met zand. Morfodynamiek
Slikkige oever aan de nevengeul • de oever zal onder het gemiddeld peil een zandiger karakter vertonen dan daarboven; daar zal vegetatieontwikkeling gaan plaatsvinden, die over zal gaan in een ruigtevegetatie • op enkele plaatsen zullen slikkige platen aangelegd worden rond het +7m NAP peil, onder een zeer flauwe hellingshoek
Steilranden • op een aantal plaatsen worden de condities gecreëerd om steilrand-ontwikkeling te bevorderen. Het uitgangsprofiel is 2:1, door de eroderende werking van het water ontstaat in de loop van de tijd een natuurlijke holle steilrand.
Grazige begraasde oever aan de nevengeul • flauwe oevers met een hellingshoek van ±1:5 tot ±1:12 overwegend grazige vegetatie met mogelijk een kleiige of zandige zone rond de + 7.00 m NAP lijn
40 | i-Lent
(erosie en sedimentatie) toelaten.
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
41 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Het rivierbed
Fysieke drager watersysteem deelkaart het rivierbed
Overlaat bij Pannerden
42 | i-Lent
Waterstandsverschil van 40 cm aan weerszijden van de drempel
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
De hoofdwaterkering
Fysieke drager watersysteem deelkaart de hoogwaterkering
Naadloze aansluiting profiel bestaande groene dijk en nieuwe groene dijk
Doorlopend kadeprofiel
Combinatie kadeprofiel en kademuur
Hoge kademuur icm lage kade
43 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Oevers en overgangen
Fysieke drager watersysteem deelkaart oevers en overgangen
Gebruik zetsteen/stortsteen met grens op 7.00 NAP
44 | i-Lent
Aanpassing oeververdediging hoogspanningseiland
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
45 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Ecologie
Totaalkaart fysieke drager ecologie
46 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
2. Ecologisch systeem
De hogere gronden nader beschouwd:
Het Stedelijk Rivierpark is ecologisch niet begrensd. Het maakt deel
Het grootste deel van de Lentse waarden en het toekomstig eiland
uit van het Rijnsysteem en is onderdeel van de Gelderse poort.
Veur Lent zal onder invloed van de begrazing gaan bestaan uit ruig en
Het park zal grotendeels bestaan uit samenhangende onderdelen
natuurlijk grasland.
zoals die vanzelfsprekend zijn in het buitendijks gebied, gedeeltelijk
• in de luwte van het eiland Veur Lent zal op het droge graslandmilieu
ook uit relicten van het voormalig binnendijks landschap.
verspreide meidoornopslag tot ontwikkeling komen. Dat geldt ook
De legenda bestaat allereerst uit een serie karakteristieke landecoto-
voor de noordelijke helling van het eiland. Hierdoor ontstaat een
pen. De natuurlijke gradiënt tussen de verschillende natuurdoeltypen
gradiënt tussen het open en het bebouwd gebied.
wordt benut omdat juist in de overgangsmilieus een grote biodiver-
• Op de nieuwe dijk wordt door het aanbrengen van een schrale
siteit wordt gevonden. Daarnaast zijn enkele specifieke ecologische
toplaag het glanshaverhooiland gestimuleerd. Op deze manier sluit
onderwaterkwaliteiten apart benoemd.
de nieuwe dijk goed aan op de oude dijk
Als derde groep wordt de ecologische potentie van de gebouwde
• Op de hogere gronden op het schiereiland en langs de zomerkade
objecten behandeld. Hierbij hoort de verlengde Waalbrug en de
van de Lentse Waard wordt de ontwikkeling van stroomdalgrasland
bestaande bunkers en kazematten, maar ook het toekomstig reliëf
bevorderd evenals op de zuidelijke kop gescheiden door een laagte
van het eiland Veur Lent dat een specifieke ecologische uitgangs-
met nat grasland en slikkige oevers (tussen +7 NAP en +7.50 NAP)
situatie biedt.
• Op de hogere gronden van het eiland Veur Lent ligt de ecologische potentie vooral bij de ontwikkeling van hardhoutsoorten; ook de
Oevers nader beschouwd:
beplanting van privé tuinen draagt bij aan de ecologische betekenis
Ter hoogte van het hoogspanningseiland ontstaat door het afdekken
van het eiland.
van de stortsteen ter hoogte van de mastvoeten van de hoogspanningsmasten een zone met een slikkige oever, die aansluit op
Harde elementen nader beschouwd
overige slikkige oevers
• waar mogelijk worden bunkers en kazematten geschikt gemaakt
• op de overgang van slikkige oever naar vochtig grasland zal beperkte zachthoutooibosontwikkeling mogelijk zijn • Aan de waalzijde van het strand worden de zandige oevers buiten de kribben niet verder vastgelegd; ze zijn onderhevig aan de
voor vleermuizen • de verlengde Waalbrug krijgt ook (stads-)ecologische betekenis; speciale randen voor de huiszwaluw zijn ontworpen, evenals toegangsspleten voor vleermuizen.
dynamiek van de Waal • Aan de landzijde van het strand zal regelmatig zand afgezet
Het beheer nader beschouwd:
worden maar ook zand worden afgeslagen waardoor de strand/
Het park fungeert als één grote beheerseenheid; de citadelbrug ver-
vegetatie lijn door de jaren heen zal veranderen
bindt de twee zijden van de geul en maakt de hoogwatervluchtplaatsen
• Ter hoogte van de Lentse geul blijft de laagte van de oude instroomopening in het maaiveld leesbaar
bij fort Beneden Lent en de taluds van het eiland Veur Lent toegankelijk voor de dieren in het park. Er moet een functioneel areaal hoogwatervluchtplaats worden toegevoegd, in volgende planfase in overleg met de beheerder nader uit te werken: • aan de Oosterhoutse dijk komt een veeovergang met een 1:9 talud; voorgesteld wordt dat de veeovergang permanent open kan staan dankzij de veeroosters in de weg op de kruin van de dijk • het opgehoogde deel van Veur Lent functioneert bij voorkeur ook als hoogwatervluchtplaats. Nader uitgewerkt moet worden of en hoe het bebouwde deel in de toekomst als HVP dienst kan doen
47 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Begrazing
Fysieke drager ecologie deelkaart begrazing
Referentie grazers - bebouwing
48 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Landmilieus
Fysieke drager ecologie deelkaart landmilieus
49 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Water- en oevermilieus
Fysieke drager ecologie deelkaart water- en oevermilieus
Riviergrondel
50 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Bijzondere elementen
Fysieke drager ecologie deelkaartbijzondere elementen
51 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Gebruiksruimte
Totaalkaart fysieke drager gebruiksruimte
52 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
3. Gebruiksruimte
‘gebruiksruimten’ nader beschouwd
Het Stedelijk Rivierpark bestaat voor circa 2/3 uit land en 1/3 water
Evenementeneiland
Lentse Kade
uit water. 3 hectare is bestemd voor toekomstig stedelijk gebied. Het
• het evenemententerrein onderscheidt zich van zijn omgeving
• hoge kade en lage kade
door de hogere ligging, beheer en het aanzetten van de randen
gehele gebied is vrij toegankelijk en kan dus ook recreatief worden benut. Er is sprake van een intensief stedelijk kerngebied en een
• het evenemententerrein wordt incidenteel intensief gebruikt maar wordt wel frequent gemaaid: er kan gevoetbald worden
uitgestrekte uiterwaardzone met recreatief medegebruik. In de legenda worden de verschillende recreatiemilieus benoemd die op de
• rond het evenemententerrein wordt de mogelijkheid geboden om
• hoge kade op dijkniveau, lage kade periodiek (on)toegankelijk • wandelen, flaneren, verblijven • toekomstige mogelijkheden voor horeca hoge kade • ruimte voor evenementen lage kade
overzichtskaart zijn ingetekend. De drie deelgebieden die geschikt
op drie locaties een bijzonder bouwkundig object te realiseren
zijn voor intensief recreatief gebruik zijn de Lentse kade, het hoog-
(seizoensgebonden). Voorwaarde is dat het architectonische
watervrije woongebied van Veur Lent en het evenemententerrein.
pareltjes worden, die contrasteren met hun natuurlijke omgeving
Zandeiland
door vormgeving en materiaal gebruik. De objecten staan koud
• het zandeiland is via water toegankelijk voor recreanten
De rest van de uiterwaard heeft een veel natuurlijker karakter, is
in het landschap; er worden geen terrassen of vlonders rond de
• de onvoorspelbaarheid wat betreft gebruik en morfologische
ruiger en goed ontsloten door verschillende typen paden (fietsen,
gebouwen aangelegd.
• lage kade ontsluit ook de nevengeul voor recreatief gebruik
processen is onderdeel van de kwaliteit
wandelen en struinen). Het gebruik is afhankelijk van de waterkalender. De nevengeul kan gebruikt worden voor verschillende vormen
Hoogwatervrij eiland
van watersport en oeverrecreatie.
• het te bebouwen deel van het eiland Veur Lent wordt op hoogwatervrij niveau gebracht • aan de zuidzijde wordt het begrensd door de bestaande dijk en het bebouwingslint • aan de noordzijde wordt het begrensd door een 'hol' talud dat zal deel uitmaken van de begrazingseenheid (voorstel) • markante punten zijn de beide ‘koppen’ van het eiland:
- de aansluiting op de drempel i.r.t. het bebouwingsvlak
- de aanlanding van de promenadebrug
• de aansluiting van bestaande dijkkruin op het opgehoogde deel is nader uit te werken
Legenda totaalkaart fysieke drager gebruiksruimte
53 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Iconenkaart benutting gebruiksruimte in drie categorieën
54 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
• Stedelijk gebied Veur - Lent (bruto, excl. huidige bebouwde kavels) ca. 5.5 ha netto bebouwbaar 3.0 ha • Lentse kade
ca. 5.0 ha
• Waalveld
ca. 4.5 ha
• Uiterwaarden
ca. 85 ha
• Nevengeul
ca. 60 ha
Totale oppervlakte Stedelijk Rivierpark
ca. 160 ha
Oppervlaktes Stedelijk Rivierpark
55 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Netwerk
Totaalkaart fysieke drager netwerk
56 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
4. Netwerk Het Stedelijk Rivierpark is ontsloten met een bijzonder padennetwerk. Bijzonder omdat een typologie van paden wordt gerealiseerd gekoppeld aan de waterkalender. iLent stelt voor dat, afhankelijk van de waterstand, één specifiek type de rivierdynamiek maximaal beleefbaar maakt. 's Zomers bij lage rivierstanden worden via het kribbenpad de stranden ontsloten. Bij de gemiddelde rivierstand brengt het uiterwaardenpad de bezoeker dichtbij de oeverlijn van de Nevengeul, terwijl in hoogwatersituaties het pad op de hoge rug de laatste veilige route is door een dynamische waterwereld. De veiligheid is tenslotte altijd geborgd voor de bewoners van Veur Lent met de route over de hoge kade die in de meest extreme situaties voor een robuuste toegankelijkheid zorgt. Het padennetwerk van het park sluit aan op de 'entrees' die de contactpunten met de omgeving vormen. We maken onderscheid tussen hoofd- en secundaire entrees. Binnen de hoofdentrees is er weer sprake van een driedeling; entrees via stijg- en daalpunten van de Waalkruisende bruggen, één entree via het water en entrees via de Groene dijk.
Legenda totaalkaart fysieke drager netwerk
57 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Fysieke drager netwerk deelkaart entrees
Principes hoofdentree stijg-en daalpunten vanaf bruggen
58 | i-Lent
Principes hoofdentree vanaf Groene dijk
Principes secundaire entree vanaf Groene dijk
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
De entrees nader beschouwd Entrees via stijg- en daalpunten bruggen
Secundaire entree via hoge kade
• komen voort uit de vormentaal van de bruggen waar zij aan vast
• entrees via hoge kade bevinden zich bovenaan kade. Deze func-
zitten • takken (zwevend) aan op de hoofdroute • de paden waar de stijg- en daalpunten aan vastzitten, lopen ononderbroken door en reageren niet zichtbaar op de aanlanding. Bijvoorbeeld: functionele verbreding ter hoogte van de entree wordt opgelost in de constructie van de stijg- en daalpunten, niet
• voorstel voor fiets- en voetgangersstrook: fietsstrook in asfalt (verwant aan pad op de hoge rug), voetgangersstrook verwant aan ‘oversteken’ in de uiterwaard
tioneert als balustrade vanwaar met zicht heeft op de lage kade en de nevengeul. • toegang wordt geboden door middel van diverse hellingbanen en trappen
Citadelpad • volgt een aantal, door laagtes van elkaar gescheiden, hoge koppen
• de overgang materiaal (gebakken klinkers naar graniet) markeert de grens van het Stedelijk Rivierpark
• kent een vloeiend verloop en biedt daarbij wisselende vergezichten op de omgeving
in het padennetwerk
Het padennetwerk nader beschouwd
• Citadelbrug wordt gezien als integraal onderdeel van het Citadel-
Entrees via Waal/water
pad
• hoofdentree via het water
Weg op de Groene dijk:
• herinterpretatie van het oude veerhaventje
• de weg op de Oosterhoutse dijk blijft gehandhaafd en op de nieuwe Groene Dijk wordt voor langzaam verkeer (en is toegan-
Hoofdentree via Groene dijk • entree bevindt zich bovenaan dijk vanwaar men overzicht op het
• het pad ligt symmetrisch op de kruin van de dijk • materiaal is asfaltverharding
afdalen.
• diverse hoofdentrees en secundaire entrees situeren zich aan de weg op de Groene dijk
richtingselementen (infobord, zitelementen, verbijzonderd raster) • de entree naar het park loopt via een pad parallel aan de dijk • de dijk behoudt zijn eigen hoofdvorm (zo min mogelijk verbredingen)
• materialisatie pad: natuurlijke uitstraling (halfverharding of bijzonder asfalt) • materialisatie ‘koppestukken’: voorstel voor toepassing van plankelementen overeenkomstig de Citadelbrug
Pad op de hoge rug • verbindt het hoogwatervrije eiland Veur Lent met het Citadelpad
maakt deze vanaf een afstand herkenbaar • de entree wordt verbijzonderd dmv de toevoeging van stoere in-
ten Stadsbrug
kelijk auto’s bij calamiteiten)
park heeft. Om het Stedelijk Rivierpark te betreden moet met • een bomengroep bovenaan de dijk (voorstel) markeert entree en
• bijzondere punten: koppelstukken thv laagtes, stijg- en daalpun-
Hoge - lage kade
• volgt het hoogste deel van de rug in één vloeiende lijn
• hoge kade is vormgegeven als een stedelijk balkon, uitkijkend op
• bijzondere punten: stijg- en daalpunt snelbinder, koppelstuk
het rivierpark • duidelijk gemarkeerde rand in vorm van balustrade, zitrand • materialisatie klinkers
• hoogteligging pad is ongeveer 11 - 11.5 NAP • voorgesteld wordt de in het maaiveld te overbruggen door ‘koppelstukken’ (zie Citadelpad)
• lage kade is vormgegeven als verblijfsruimte grenzend aan het
Secundaire entree via Groene dijk • hoofdroute loopt ononderbroken door en reageert niet zichtbaar op de aantakking van het secundaire pad
water • gebruik lage kade is afhankelijk van de waterkalender • materialisatie Portugees graniet
• wordt uitgemaaid in de natuurlijke vegetatie en volgt de rand van de nevengeul bij voorkeur zo dicht mogelijk bij het water (ca. 7,50 m. + NAP)
• het grondlichaam van de dijk reageert zo min mogelijk op de aantakking (geen onnodige verbredingen)
Uiterwaardenpad
Pad op de drempel
• secundaire paden takken parallel aan de hoofdroute aan
• continue profiel over de gehele drempel, van dijk tot eiland
Kribbenpad
• het raster volgt de teen van de dijk
• het tracé volgt de loop van de oude dijk
• wordt uitgemaaid op de grens van zand en grasvegetatie
• het pad ligt op het hoogste punt drempel en scheidt waalzijde –
• voert over het Oostelijk Inlaatwerk
geulzijde • de drempel heeft verblijfskwaliteit en maakt verschillende waterstanden zichtbaar
• het Oostelijk Inlaatwerk wordt beschouwd als één ‘oversteken’ of ‘koppelstukken’ in de uiterwaard en ontworpen met behulp van overeenkomstige inrichtingselementen
59 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
'Hoge' paden
Fysieke drager netwerk deelkaart hoofdroutes
Principes pad op de drempel
60 | i-Lent
Principes Citadelpad
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
'Lage' paden
Fysieke drager netwerk deelkaart secundaire routes
Principes kribbenpad
Principes uiterwaardenpad
61 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Bruggen
Totaalkaart fysieke drager bruggen
62 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
5. Bruggen Bruggen als iconen voor het Stedelijk Rivierpark en de nieuwe Noordoever
• nabij de aanlandingen voorzien van stijg- en daalpunten voor voetgangers en fietsers • stijg- en daalpunten zijn verschillend van aard, maar tevens her-
Drempel • 'brug' op niveau 10,5 NAP • opgespannen tussen 2 landhoofden
De bruggen in en over het Stedelijk Rivierpark verschillen sterk ten
kenbaar als onderdeel van één familie door het gebruik van een
• overstroombare dam
opzichte van elkaar in landschappelijke context, functie binnen het
aantal karakteristieke inrichtingselementen, oa de balustrade
• expressie van verschil waterpeil
verkeersnetwerk en stedelijk gebruik. Dit gegeven is opgepakt en
• nieuwe stijg- en daalpunten zijn toevoeging aan bestaande reeks
per brug vertaald naar een sprekend vormgevingsconcept door
• pad is verwant aan andere ‘oversteken’ (Citadelbrug en koppel-
'eigen' architect. Samen zullen de reeds bestaande en nieuwe brug-
Verlengde Waalbrug
gen een reeks architectonische iconen vormen, waarmee Nijmegen
• gaat in twee richtingen verbinding met omgeving aan:
zich als ‘bruggenstad’ op de kaart zet.
• dienend ten opzichte van markante broer de Waalbrug
We maken onderscheid tussen twee hoofdgroepen: • de bruggen OVER het Stedelijk Rivierpark • de bruggen IN het Stedelijk Rivierpark
Brug buiten het Stedelijk Rivierpak Parmasingelbrug
• landhoofd Veur-Lent als verbindingselement Waalbrug-Verlengde
• géén ikoon, maar vanzelfsprekend onderdeel van de reeks
Waalbrug én verankering brug in toekomstige stedelijke omge-
bruggen / aanlandingen / aansluitingen in de zone Parmasingel –
ving
Prins Mauritssingel
Bruggen OVER het Stedelijk Rivierpark
gingen bepaald en tevens voortzetting van golvende dynamiek
• Gaan autonoom over het plangebied
bestaande Waalbrug
• Zijn onderdeel van het hoofdnetwerk op de nationale schaal
Bruggen IN het Stedelijk Rivierpark
• Worden op precies gekozen locaties vastgeprikt aan het Stedelijk
• Sluiten aan op hun omgeving; zowel functioneel als qua vormgeving en materialisering • Leggen verbindingen binnen het Stedelijk Rivierpark
Hoogspanningskabels triciteitscentrale en noordelijke Waaloever • hoogspanningsmasten als autonome objecten in het plan: zeer artificiële elementen het meest extensieve, natuurlijke gebied • bij fixatie grond (eis vanuit stabiliteit masten) niet de mast benadrukken, maar zoeken naar landschappelijke aanleiding (hoge kop) • pad reageert op het landschap, niet op de lijn van de mastvoeten
• Verkeers-, geluids- en lichtvoorzieningen overeenkomstig rest • maaiveld: cruciale verbinding woonwijken Waalsprong oost en west. • verbinding zo open mogelijk, structuren (wegen, paden, Watersingel) lopen zo continu mogelijk onder de brug door • sfeer en detaillering in aansluiting op wijkniveau
• verbindt uiterwaard met uiterwaard • brug als pad in het park • brug als expressie van de waterkalender • onderdeel van de landschappelijke context • inspiratie voor de materialisering en vormgeving van onderdelen van het citadelpad en hoogwaterpad (koppelstukken in de paden)
Promenadebrug
• fietsbrug, herkenbaar als moderne toevoeging die vastzit aan de
• voortzetting van stad, promenade over water
• landt net als de spoorbrug op hoog niveau aan in het stedelijke
brug maakt hier geen bijzonder accent
Citadelbrug
Spoorwegbrug 'Snelbinder' en stijg- en daalpunten oude spoorbrug
• bovenwereld: integraal onderdeel van route Prins Mauritssingel,
van de route.
• Landschap loopt er ongehinderd onderdoor
• autonome lijnen over het plangebied als verbinding tussen elek-
stukken)
• aansluitend bij de intieme sfeer van onderliggend landschap
• de vorm van de onderconstructie wordt ahw door waterbewe-
Rivierpark (stijg- en daalpunten)
• expressie van Waal - en geulzijde
• verbindt kades en stedelijk gebied Veurlent • straat op het water, verblijfsbrug
gebied, zowel aan noord- als zuidzijde
63 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Fysieke drager bruggen, deelkaart bruggen/lineaire structuren OVER het Stedelijk Rivier park
Impressie Verlengde Waalbrug
64 | i-Lent
Impressie Verlengde Waalbrug
Impressie nieuw stadsbrug
Bestaande spoorwegbrug en snelbinder
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Fysieke drager bruggen, deelkaart bruggen/lineaire structuren in het Stedelijk Rivier park
Impressie Promenadebrug
Impressie Citadelbrug
65 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Cultuurhistorie en archeologie
Totaalkaart fysieke drager cultuurhistorie
66 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
6. Omgang met cultuurhistorie en archeologie Op basis van de cultuurhistorische verkenningen en de waardebe-
Conserveren
paling van de verschillende objecten, is een kaart samengesteld van
Hierbij gaat het om letterlijk behouden en eventueel herstellen van
alle objecten binnen het rivierpark, die zo'n belangrijke cultuurhis-
het object. Er is geen sprake van functieverandering. De huidige
torische betekenis hebben dat deze vertaald moet worden in het
kwaliteiten zijn altijd uitgangspunt voor de afstemming ten opzichte
parkontwerp.
van andere belangen. De objecten Oosterhoutse dijk, Kolk van Wijk en de kazematten vallen binnen deze categorie.
Vervolgens is per object bepaald welke strategie wordt gehanteerd bij de inpassing van het object in z'n omgeving. Hierbij hanteren we
Reconstrueren
de reeks: conserveren, restaureren en interpreteren.
De historische kwaliteiten zijn uitgangspunt voor deze inpassingsstrategie. Functieveranderingen zijn bespreekbaar voor zover deze geen afbreuk doen aan de structuur en oorspronkelijke betekenis van het object. Reconstructie grijpt terug op de oorspronkelijke materialisatie ten tijde van het ontstaan van het object. Deze strategie heeft betrekking op de zoeklichtterp en het oude dijklint van Veur Lent.
Interpreteren De historische betekenis van dit object is zo waardevol dat aandacht gerechtvaardigd is. In veel gevallen is het object echter niet meer zichtbaar of gaat het om restanten van een roemrucht verleden. De rol van deze objecten vraagt om een herinterpretatie binnen het parkontwerp. De (landschaps)architect bepaalt in overleg met de archeoloog/cultuurhistoricus een koers voor de expressie van het object in het parkontwerp, waarna binnen het ontwerpteam landschap en kade een realisatievoorstel zal worden uitgewerkt. De objecten Drempel (gekoppeld aan het oude dijktracé), Huis Lent, fort Knodsenburg, de galgenplaats en de oude veerhaven vallen onder deze strategie.
Legenda totaalkaart cultuurhistorie
67 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Hoofdstuk 6 Visie voor onderdelen Het plan kent een aantal onderdelen, met name bouwkundige
De kade is een samenhangend bouwwerk dat uitstekend op de zon
objecten, waarvoor in het verlengde van de visie op het geheel, een
georiënteerd uitziet over de nevengeul. De kade is het stedelijke
specifieke visie is ontwikkeld. Deze onderdelen zijn:
deel in het rivierpark van de waal sprong. Het is de overgang van
• De Harde Kade
land naar stad en van stad naar land. Het totale bouwwerk wordt
• Snelbinder met stijg- en daalpunten
gevormd door samenhang tussen boven- en een onderkade en een
• Citadelbrug
evenwichtige invoeging van nieuw te maken bruggen. Samen met
• Promenadebrug
deze bruggen vormt zij een verblijfsgebied waar middels trappen,
• Verlengde Waalbrug
hellingbanen, bruggen, stenen en groene taluds verbindingen wor-
• Zone Parmasingel + Parmasingelbrug
den gemaakt tussen tal van verschillende hoogtes. De hoge kade
• Drempel
verbindt, door gebruik van hetzelfde materiaal (gebakken klinker), de openbare ruimten van Veur Lent, de Promenadebrug en de nieuwe
6.1 Harde kade
Hoge Kade aan elkaar. Bij de lage kade wordt uitgegaan van een ander materiaal: Portugees graniet. Daardoor ontstaat een helder,
De kade kenmerkt zich door een hoge kade en een lage kade. Aan
evenwichtig contrast tussen hoge en lage kade. De hoge kade past
de uiteinden van de kade bij de verlengde Waalbrug en de Spoor-
bij de stedelijkheid van de stad, de lage kade voegt zich in het ro-
brug waar de ruimte beperkt is wordt het hoogteverschil tussen de
buuste beeld van de kade die de rivier temt. De totale kade die zich
hoge kade en lage kade gemaakt door een hoge kademuur. Bij het
uitstrekt van Snelbinderbrug tot voorbij de verlengde Waalbrug oogt
centrale deel van de kade wordt dit hoogteverschil gemaakt door
daarmee eenduidig: robuust.
een helling die een gebruiksfunctie heeft. In het centrale deel gaat
De kade wordt verder vormgegeven als schakel in een reeks van dij-
de kade ‘liggen’ waardoor hier een aantrekkelijk verblijfsgebied
ken; De overgang tussen dijk en kade verloopt zowel in het oosten
ontstaat.
als het westen geleidelijk; Ten westen van de spoorbrug loopt de
A
A
B D
C
D
kademuur geleidelijk over in het talud van de Oosterhoutse dijk. De De hoge kade ligt op het niveau van de dijkkruin en sluit aan bij het
kade heeft over de gehele lengte een gebogen vorm. Hierdoor krijgt
stedelijke gebied van de Waalsprong en biedt uitzicht over de lage
de nevengeul tussen de bruggen intimiteit.
kade, de nevengeul, de uiterwaard en het eiland Veur-Lent. Naar
De hooggelegen hoge kade en de lager gelegen kade vormen een
verwachting wordt de hoge kade een levendige gebied, met horeca.
eenheid. Dit komt tot uitdrukking in de materialisatie. De kade heeft
De lage kade staat onder invloed van de rivierdynamiek, en zal naar
een sterk eigen identiteit welke afwijkt van de vormgeving en gebruik
verwachting één tot enkele weken per jaar onder water staan. Bij
van de Waalkade. De kade wordt ten opzichte van de Waalkade
lagere waterstanden is het een aantrekkelijk verblijfsgebied, gericht
gekenmerkt door een meer informeel karakter. Taluds, trappen, hel-
op de zon, dat tevens toegang biedt voor recreatief gebruik van de
lingbanen en (zit)randen hebben een krachtige uitstraling in materi-
nevengeul. Op de hoge én de lage kade kunnen diverse spontane
aal.De kademuur wordt bekleed en krijgt een robuuste uitstraling.
en georganiseerde activiteiten plaatsvinden.
Basis principes A Hoge wand - hoge ballustrade (1.1 m.) B Talud verloop - verblijfsrand (0.45 m.) C Verblijf lage kade - opsluit banden D Verblijf lage kade - overgangen
69 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
70 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
6.2 Snelbinder met stijg- en daalpunten De Snelbinder is een fietsbrug, die als herkenbare moderne toe-
De nieuwe stijg- en daalpunten leggen de verbinding tussen de
voeging aan de bestaande spoorbrug bevestigd is. Net als de
Snelbinder en een bijzonder gebied in de directe omgeving van de
spoorbrug landt de Snelbinder hoog boven het stedelijke maaiveld
rivier. Eén van de twee landt zelfs letterlijk midden in het overstroom-
aan, zowel op de zuid- als de noordoever van de Waal. Pas ver van
bare gebied van het Stedelijke Rivierpark. Voorgesteldt wordt om
de eigenlijke rivieroever landt de fietser aan op maaiveld. Daarom is
deze stijg- en daalpunten te beschouwen als lange, rechte bruggen
tevens een aantal stijg- en daalpunten voorzien voor voetgangers
die zich qua lijn enigszins losmaken van de Snelbinder en als plan-
en fietsers. Deze zijn allen verschillend uitgevoerd, vanwege de
kieren landen in het Rivierpark en op de Kade.
verschillende stedenbouwkundige context en gebruik. Tegelijk zijn ze herkenbaar als onderdeel van de brug, door toepassing van een
Door het gebruik van staal kan een lichte, transparante overspan-
aantal herkenbare elementen, zoals een balustrade van de brug
ning worden gemaakt die aansluit bij de bestaande brug en zoveel-
die langs trappen naar beneden wordt doorgezet. Nieuwe stijg- en
mogelijk doorstroombaar is (stijg- en daalpunt in de uiterwaarden).
daalpunten zouden qua vormgeving in de bestaande reeks moeten passen en hier tegelijkertijd hier een bijzondere elementen aan toe moeten voegen.
71 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
72 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
6.3 Citadelbrug Brug in het water
zullen overstromen en de brug niet toegankelijk zal zijn. Maar veel
Natuurlijke materialen en robuuste detaillering passen bij de identiteit
De Citadelbrug verbindt het toekomstige eiland Veur-Lent met de
vaker bevindt de situatie zich daar tussen in. Doordat de Citadel-
van de plek en kracht van het water waaraan de brug onderhevig is.
noordelijke Waaloever na de realisatie van de dijkverlegging. De
brug een asymmetrisch lengteprofiel heeft, zal bij de stijging van het
Door de aanhechting van vuil en slib zal de Citadelbrug een steeds
200 meter lange brug is vormgegeven als deel van de paden in de
water het laagste, zuidelijke deel van de brug als eerste verdwijnen.
natuurlijker onderdeel worden van het landschap.
uiterwaard en ligt, dankzij haar unieke locatie, een aantal dagen per
Vanaf de Oosterhoutsedijk blijft de brug wel bereikbaar. Aan deze
jaar gedeeltelijk onder water.
zijde krijgt de bezoeker de mogelijkheid om het stijgen van het water
De Citadelbrug onderscheidt zich van de overige verbindingen
maximaal te ervaren.
door de landschappelijke context en de specifieke condities van de uiterwaarden. Waar de Promenadebrug en de verlengde Waalburg
Een brug als plek
een stedelijke atmosfeer verbinden en gelezen kunnen worden als
Stepping stones vormen bij hoogwater een looproute naar de brug,
onderdeel van de serie grote Waalbruggen, verbindt de Citadelbrug
zodat het stromende water tussen de losliggende betonelementen
twee gebieden met een natuurlijke uitstraling.
van dichtbij kan worden beleefd. Ten tijde van lagere waterstanden verandert de functie en betekenis van de elementen en vormen de
Een brug zonder begin
blokken zitelementen voor de passerende fietsers en wandelaars.
De Citadelbrug maakt onderdeel uit van de padenstructuur in het
De nieuwe recreatieve omgeving van het eiland Veur-Lent start niet
Stedelijk Rivierpark, dat zich aan beide zijden van de Nevengeul
op het eiland, maar reeds bij de brug. Door het (be)leefbaar maken
bevindt. De brug krijgt een slinger mee waardoor de aansluiting met
van de omgeving en het water wordt de brug onderdeel van de
de vrije structuur van de paden krachtiger wordt. Hierdoor wordt het
bestemming. Het integreren van zitplekken, trappen en uitkijkpun-
object op een vanzelfsprekende manier onderdeel van de routes: de
ten op de en rond de brug maakt deze tot een landschappelijke
brug als opgetild pad.
attractie.
De aanlandingen van de brug lopen in vloeiende lijn door in de omgeving, zodat een geleidelijke overgang wordt gerealiseerd
Archetype brug
tussen kunstwerk en omgeving. Voorgesteld wordt de plankele-
De constructie van de brug is helder en sober van aard. De totale
menten waaruit het brugdek is opgebouwd door te trekken in het
overspanning wordt door zes opengewerkte betonpijlers verdeeld
landschap. Deze plankelementen keren dan ook op verschillende
in zeven gelijke velden. De hoofddraagconstructie bestaat uit twee
plekken terug in het park. De dalletjes op het hoogwaterpad kunnen
dubbel gekromde betonliggers met daarop het brugdek. Dit dek
geaccentueerd worden door een strook verharding die tevens als
bestaat uit plankelementen die in de volle breedte op de hoofddra-
zitelement dient. De brug heeft geen begin of eind, maar maakt zo
gers worden gelegd. De opbouw van de brug refereert daarmee aan
deel uit van een serie momenten binnen de routing van het park. Zo
het archetype brug waarbij planken op de balken worden bevestigd.
wordt het pad brug en de brug pad.
Het lagere deel van de brug is ingevuld met betonelementen, op het hogere deel worden op dit moment houten balken voorgesteld. De
Een brug in het water
rechthoekige elementen liggen los van elkaar waardoor het stromen-
De Citadelbrug bevindt zich buitendijks en verbindt niet een oever
de water onder de brug door de open voegen te zien en te horen
met een oever, maar een uiterwaard met uiterwaard. Door de sterke
is. Op basis van nader onderzoek met betrekking tot de dimensio-
fluctuatie van het waterpeil zal de omgeving van de brug steeds ver-
nering van de plankelementen wordt een definitieve keuze over de
anderen. In droge tijden zal de brug grotendeels een passage boven
materialisering gemaakt. Op het dek staat een open hekwerk van
land zijn terwijl in dagen met hoge waterstanden de brughoofden
houten balusters en stevige staalkabels.
73 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
74 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
6.4 Promenadebrug Zoals de naam het zegt is de Promenadebrug een wandeling, een straat over het water. De brug, een schaal, wordt een verblijfsruimte zowel boven als onder. De rijbaan en de voet- en fietspaden liggen op verschillende van elkaar gescheiden niveaus. De constructiehoogte neemt toe naar het midden van de brug, de hellende vlakken worden groter en daardoor ook de breedte van de brug. De brugdekdoorsnede heeft een omega-vorm. De geometrie van de brugdekschaal is aan de hand van eenvoudige regels opgesteld. Het voet- en fietspad heeft een vrije breedte van 3m (dwarshelling van 2,5% naar binnenzijde), de hellende vlakken hebben een helling van 21 op 41 en de rijbaan bestaat uit twee rijstroken van 3m breed
Karelsbrug, Praag
Binnenkant schelp
(dwarshelling van 2,5% naar buitenzijde). De langshelling van het brugdek bedraagt 2,6% voor de rijbaan, zodat deze ook vlot toegankelijk is voor fietsers. De brug steunt op vier paar pijlers en de twee landhoofden. De pijlers zijn integraal verbonden met het brugdek. Aan weerszijden van de centrale overspanning bevinden zich openingen in het brugdek op de as van de pijlers. De perforaties in de brugdekschaal zijn door passerelles met elkaar verbonden. Zo kunnen de gebruikers ook de binnenzijde van de schaal beleven en zich in de schelp begeven. Elementen zoals randelementen, stootranden, zitbanken, HWA-voorzieningen, verlichting en dergelijke zijn geïntegreerd in het brugdek en volgen de lijnen van de bestrating. De zitbanken en leuningen zijn zo licht en transpa-
Brugschaal - buitenzijde schelp
rant mogelijk om het brugdek als schaal te accentueren. Het concept van de brug wordt doorgevoerd tot en met de uitwerking van een aantal cruciale details die onlosmakelijk met dit concept verbonden zijn. Cruciale details zijn onder andere: • een integraal ontworpen aansluiting tussen pijlers en brugdek • de stootrand (geen rail!) tussen het hoge en de lage delen van het dek • de uitvoering van het beton • leuning en aansluiting op de kade • inrichtingselementen als banken, verlichting Deel II van dit rapport gaat nader in op de uitwerking van deze onderdelen.
75 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Oorspronkelijke Waalbrug is gebouwd voor het verkeer
Verlengde Waalbrug wordt gebouwd voor het water
Idioom van het water
Idioom van slijtage
Bestaande Waalbrug te Nijmegen
Schema Verlengde Waalbrug - Veur-Lent - bestaande Waalbrug; de hink-stap-sprong
2 gN rin ijm en eg
1
Links: Brug in het stedelijk weefsel, noord-zuid relatie (A) en oost-west relatie (B)
LENT
Promenadebrug
B A
1
Spoorbrug
VEUR - LENT
1 NIJMEGEN
76 | i-Lent
3
Rechts: Inpassing van de brug; de verschillende relaties die de brug in oostwestrichting legt
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
In tegenstelling tot de Waalbrug is de Verlengde Waalbrug vanaf het
Reuring in het verlengde landhoofd
moment dat hij op de tekentafel ligt een echte stadsbrug. Vanuit dat
Het landhoofd op het eiland Veur-Lent is in samenhang ontworpen
Bescheidenheid als kwaliteit
uitgangspunt geven we hem dan ook vorm. Hij 'vertrekt' vanaf de
met de bestaande Waalbrug en de nieuwe Verlengde Waalbrug.
De Verlengde Waalbrug biedt een doorgaande route en is een be-
stedelijke oever op het Eiland Veur-Lent naar de stedelijke overkant
langrijke schakel in de locale en regionale verbindingen. De nieuwe
van Lent. Een goede inpassing van deze aanlanding is van groot
Het landhoofd vormt een verbindingselement tussen de twee brug-
brug gaat in twee richtingen een relatie aan met zijn omgeving. Deze
belang. De korrel die een brug heeft is namelijk groter dan de korrel
gen, dat niet bij een van beide wil horen, maar wel een verwant-
relaties zijn bepalend voor de keuzes van de vormgeving.
die bebouwing heeft. Als een van de grootste uitdagingen van de
schap met de huidige brug en een contrast met de toekomstige
opgave zien we dan ook het inpassen van de grote infrastructuur in
brug vormt. Hiervoor wordt de bij het erfgoed van het gebied
Noord-zuid ligt de brug in het verlengde van zijn markante broer de
het kleinschalige landschap op een wijze waardoor de kleinschalige
passende baksteenindustrie herinnert in de materialisering van het
Waalbrug. De Verlengde Waalbrug is dienend ten opzichte van de
kwaliteiten blijven bestaan en worden versterkt. Een goede inpas-
landhoofd, verwijzend naar de pijlers van de bestaande brug.
Waalbrug, hij faciliteert de brug met de ervaring van lange lijnen in
sing dient in samenwerking met partijen die verantwoordelijk zijn
het uitzicht en de beweging naar de Waalbrug toe.
voor de bebouwing van het eiland verder te worden opgelost.
De relatie met het onderliggende gebied is echter oost-west geori-
Gestroomlijnde brug voor het water
leefbaarheid van het gebied vormen. Om deze reden is het land-
ënteerd. De Nevengeul is kleinschaliger dan de Waalgeul en daar-
Voortvloeiend uit het thema 'Ruimte voor de rivier' volgt dat deze
hoofd vormgegeven als een potentieel gebouw onder de brug, met
door meer intiem van karakter. Deze geul richt zich op recreatie voor
nieuwe brug niet gebouwd wordt voor het verkeer zoals destijds de
een doorgang die de beide te ontwikkelen zijden met elkaar verbind.
de bewoners van Nijmegen en natuurontwikkeling. De Verlengde
oude Waalbrug, maar voor het water. In plaats van verkeer over het
Waalbrug sluit wat zijn vormgeving betreft aan bij intieme sfeer van
water mogelijk te maken maakt deze brug water onder het verkeer
Het landhoofd, vormgegeven als een blok, kan onderdeel uitmaken
het omliggende stedelijke landschap. De beeldkwaliteit zit hem in de
mogelijk. Deze 'omkering' bepaalt mede het contrast tussen de
van een toekomstige grid in het stadsgedeelte dat op het eiland
onderconstructie en de detaillering.
Waalbrug en de Verlengde Waalbrug. De nieuwe brug wordt ge-
zal komen te liggen. De ruimte onder de brug is zoals gezegd geen
Om eenheid te creëren in het Waalbrug ensemble zetten we de gol-
bouwd om het water te faciliteren.
restruimte, maar kan functies zoals ateliers, expositieruimtes, water-
6.5 Verlengde Waalbrug
Het landhoofd als verbindingszone tussen beide bruggen mag aan de andere kant geen obstakel voor de toekomstige ontwikkeling en
sportcentrum of horeca herbergen. Hier kun je bijvoorbeeld een ijsje
vende dynamiek van de Waalbrug door in de Verlengde Waalbrug. Deze door water bepaalde brug krijgt een door waterbewegingen
kopen of uitleg krijgen over het verruimde rivierenlandschap.
Hink-Stap-Sprong
bepaald idioom. Het wordt een gestroomlijnde brug die in zijn vorm-
De gekozen oplossing zorgt er niet alleen voor dat beide bruggen
Met de verandering van landschappelijke context in het Waalgebied
geving gevormd lijkt door de krachten van water.
wat vormgeving elkaar niet bijten of met elkaar concurreren, maar zorgt ook voor reuring in het gebied dat tussen beide bruggen in ligt.
verandert ook de typologie van de oude Waalbrug. De brug transformeert van een brug die een stedelijke oever in Nijmegen verbindt
De gestroomlijnde vorm bereiken we door de brug te vormen op
Met het creëren van functies onder de brug wordt ook het recrea-
met een landschappelijke oever in Lent, naar een brug die enkel
een manier die past bij de 21ste eeuw. Het idioom van de brug kan
tief gebruik van de nevengeul van de Verlengde Waalbrug positief
stedelijke gebieden verbindt; Nijmegen, het Eiland Veur-Lent en Lent
worden vastgelegd in een 'organiserend principe'. Dit organiserend
beïnvloed.
aan de overzijde.
principe is vertaald in een complex computermodel dat de vormen die het genereert kan doorrekenen en zo geometrisch kan optimali-
Door het ontstaan van het eiland maakt de stad Nijmegen een hink-
seren. Zo vormt de Verlengde Waalbrug, in navolging op de Waal-
stapsprong, met op elke plek waar de sprong de grond raakt een
brug in zijn tijd, een voorbeeld van eigentijdse ingenieurskunst.
andere sfeer met eigen kwaliteiten.
LENT
VEUR - LENT NEVENGEUL
NIJMEGEN WAAL 77 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Parmasingel
78 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
6.6 Zone Parmasingel – Prins Mauritssingel In de omgeving van de Prins Mauritssingel – Parmasingel liggen
uit is opgebouwd, en vraagt om een vergelijkbare zorgvuldigheid
een aantal objecten die in onderlinge samenhang beschouwd en
bij de uitwerking en detaillering. De beide landhoofden van de brug
uitgewerkt moet worden.
hebben een verschillende functie. Het landhoofd aan de zuidzijde sluit aan op het hoge niveau van kade langs de Nevengeul. Trappen
Zone Parmasingel – Prins Mauritssingel
verbinden de hoge kade hier met het lage binnendijkse milieu van de
Met de aanleg van de Waalsprong en de Oversteek maakt de N325
Parmasingel, voor voetgangers en fietsers.
een verandering door van invalsweg naar Nijmegen tot onderdeel van een stadsring. Op het niveau van (dit deel van) de stadsring
Voorgesteld wordt om de beide landhoofden van de Parmasingel-
wordt gestreefd naar eenheid in profiel, materialisering en inrich-
brug orthogonaal (geen schuine taluds) uit te voeren. De heldere,
tingselementen. Dé ikoon van de route is en blijft hier de Waalbrug
eenduidige vorm van de brug draagt bij aan de sociale veiligheid.
met zijn markante hoofdboog. Daarnaast zijn er verschillende brug-
Er zijn geen donkere hoeken, het ontwerp van de brug vormt één
gen, viaducten en aansluitingen die vanaf de route niet zozeer in het
geheel, is overzichtelijk en voelt ruim aan. Het zicht onder de brug
oog springen, maar wel van grote betekenis zijn voor het aangren-
door is ruim en breed. De overspanning van de brug zelf wordt
zend maaiveld. Deze elementen leggen elk op hun eigen wijze de
bijvoorkeur zonder kolommen uitgevoerd.
relatie tussen het hoge niveau van de Prins Mauritssingel en het lager gelegen maaiveld. Samen vormen zijn een reeks.
Het water van de Parmasingel loopt in vrijwel hetzelfde profiel onder de brug door en de twee smallere wegen evenwijdig aan de Prins
Nieuwe onderdelen van de reeks zijn de Verlengde Waalbrug en de
Mauritssingel worden bij voorkeur voorzien van twee eenvoudige,
aanlanding Veur Lent (zie elders in dit hoofdstuk) en de Parmasingel-
betonnen plaatbruggetjes waar het water breed onderdoor stroomt.
brug.
De trappen, die de verbinding tussen de hoger gelegen kade en de Parmasingel zelf vormen worden eveneens othogonaal in het talud
Parmasingelbrug
geplaatst opdat zij zich op vanzelfsprekende wijze voegen in de to-
De Parmasingelbrug verbindt op het hoge niveau de doorgaande
tale compositie. Een eventueel later te plaatsen lift kan zich gemak-
weg van de verlengde Waalbrug door Lent. Het wegprofiel van de
kelijk in dit geheel voegen.
N325 vormt een heldere lijn met verschillende verkeersstromen. Verkeers-, geluids- en lichtvoorzieningen op de Parmasingelbrug
Ruimtelijke knoop
zijn overeenkomstig rest van de route. Op het niveau van de Prins
De kruising van de Prins Mauritssingel met de Kade en Parmasingel
Mauritssingel (N325) vormt de Parmasingelbrug geen ikoon.
is een ware ruimtelijke knoop, waar tal van verkeersbewegingen
Overzicht van de werking van de verkeersknoop rond de aanlanding van de Verlengde Waalbrug voor auto, fiets en voetgangers
samen komen. Tegelijkertijd dienen worden het hoge- en het lage niOp het lage niveau, het niveau waar de Parmasingel zich bevindt,
veau aan elkaar gekoppeld, wat leidt tot een reeks van hellingbanen
vormt de brug wel een herkenningspunt. Het is op het niveau
en trappen voor fietsers en voetgangers. De goed functionerende en
van de buurten van de Waalsprong tevens een belangrijke oost-
ruimtelijk kloppende uitwerking van de verkeersknoop met al deze
west schakel. De Parmasingelbrug is onderdeel van de reeks van
elementen vormt een belangrijke ontwerpopgave. Hierbij is ook het
verschillende elementen en onderdelen waar de totale Waalbrug
nieuwe fietspad aan de Griftdijk Zuid van belang.
79 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Detail asymetrisch profiel kruin van de drempel
Referentiebeeld stortsteen - beton
80 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
6.7 Drempel Visie op hoofdlijnen / Ontwerpstudies Tussen de nieuwe groene dijk en het eiland Veur-Lent ligt de be-
kruin nodigt uit als verblijfsplek. Dit deel gaat naadloos over in een
staande dijk die omgevormd wordt om te dienen als drempel. Bij
1:7 talud dat wordt doorgezet tot een hoogte van 7 m +NAP. Lager
gemiddelde waterstand scheidt de drempel het water aan Waalzijde
in het profiel ligt weer stortsteen om erosie te voorkomen.
van het water in de nevengeul. Er is in een beperkte doorlaat voor-
Aan de zijde van het eiland Veur-Lent wordt een aantal kokers in
zien ter verversing van het water in de nevengeul. Bij waterstanden
de drempel aangebracht. Deze werken als doorlaatmiddel om ook
hoger dan 10,50 meter +NAP (zo'n 10 dagen per jaar) zal de drem-
bij lagere waterstanden het water in de nevengeul te verversen.
pel overstromen en begint de nevengeul werkelijk mee te stromen.
De schoonheid van dit inlaatwerk zit in de heldere en zorgvuldige uitvoering. De kokers liggen op verschillende hoogtes (en heben
Voorgesteld wordt om het volledige tracé dat is opgespannen tus-
daardoor ook verschillende lengtes). Bij wisselende waterstanden
sen de dijk en het eiland te beschouwen als eenheid en zodanig
zullen telkens meer of minder kokers meestromen. Bij de in- en
vorm te geven. Het pad met een karakteristiek profiel dat over deze
uitlaat zijn de kokers gelijk afgeschuind met de helling van de taluds
volledige lengte is uitgevoerd, benadrukt de eenheid. In het noor-
waar zij in liggen.
delijke deel ligt het pad op het land. Waar het pad de geul kruist, is sprake van een robuuste constructie met flauwe taluds in steen-
Er worden geen hekken op de drempel toegepast. Deze zijn hy-
verharding. Door het maaiveld te laten hellen en de verharde taluds
draulisch niet gewenst en zouden bovendien afbreuk doen aan het
hierdoor richting de geul steeds breder te laten worden, kan een
robuuste en eenduidige beeld. Aan de geulzijde is het talud flauw en
geleidelijke overgang tussen beide delen gerealiseerd worden.
moet betreding mogelijk zijn. Betreden van de (gevaarlijker) Waalzijde wordt ontmoedigd door de grove stortsteenbekleding.
Een ander voorstel is om het pad en de drempel asymmetrisch uit te voeren om het verschil tussen Waalzijde en de Geulzijde te bena-
Ook de 'aanlandingen' van de drempel verdienen bijzondere
drukken. De toegepaste materialen zijn robuust en bestand tegen
aandacht. Aan de noordzijde voert de route naar één van de twee
de hoge stroomsnelheden die ter plaatse kunnen optreden. Het pad
hoofdentrees van het Stedelijke Rivierpark bij de groene dijk. De
is bij voorkeur verwant aan de overige paden op de hoge delen van
asfaltverharding van de fietsstrook loopt door tot aan de kruin van
het Rivierpark (Citadelpad en pad op de hoge rug) en bestaat uit een
de dijk. De betonverharding is gekoppeld aan het niveau van 10.50
fiets- en een wandelstrook. De fietsstrook aan de geulzijde wordt
+NAP en stopt zodra het pad begint te stijgen. Beplanting op de
afgewerkt met asfalt met een natuurlijke uitstraling, om de relatie
Zoeklichtterp markeert deze entree (zie ook object bestaande Bem-
met de andere paden (halfverharding) te benadrukken. De wandel-
melse Dijk).
strook aan de Waalzijde bestaat uit de betonelementen ('planken')
Aan de zuidzijde stijgt het pad naar het niveau van de (voormalige)
die elders in het Rivierpark ook worden toegepast op de Citadelbrug
dijk van Veur-Lent (15.50 +NAP (in samenhang met ontwerpen
en de koppelstukken. De drempel wordt immers beschouwd als één
object eiland Veur-Lent, 1.5.3).
van de oversteken in het Rivierpark. Ter hoogte van de geul zijn de taluds verhard. Ook hier is weer het voorstel van asymmetrie te benadrukken: aan de Waalzijde is het talud 1:5 en bekleed met grove stortsteen. Hierdoor wordt betreding tegengegaan. De Geulzijde is in basalt gezet. Het vlakke deel op de
81 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
82 | i-Lent
Copyright Thea van den Heuvel fotografie
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Hoofdstuk 7 Uitwerking in thema's
Drie thema's toegelicht • Inrichting, terreinbeheer en tijdelijk gebruik
hoogproductieve uiterwaardgraslanden. Afhankelijk van de begra-
• Duurzaamheid en duurzame energie
zingsdruk kan het ‘ruigtebeeld’ door de jaren heen veranderen, al zal
• (Sociale) veiligheid en verlichtingsstrategie
in de eerste jaren van de overgangsfase van agrarisch naar natuurbeheer een explosie van ruigtekruiden het meest aan de orde zijn.
7.1 Inrichting, terreinbeheer en tijdelijk gebruik
i-Lent zal voor deze overgangsfase een beheersstrategie uitwerken die zo effectief mogelijk voorsorteert op het gewenste eindbeeld van een natuurlijk uiterwaardenpark.
Tussen nu en 2016 wordt met allerlei inrichtingswerkzaamheden de basis gelegd voor het Stedelijk Rivierpark. Daarna zal het nog zeker zo’n 5-10 jaar duren voordat het gebied met inzet van beheersmaatregelen z’n beoogde beeldkwaliteit haalt.
Recreatief gebruik van de nevengeul in vorstperiodes
Omdat het rivierpark primair gedragen wordt door de resultante van de natuurlijke processen (waterdynamiek en begrazing) en aanvullende beheersmaatregelen, is de rol van deze processen en het beheer in de inrichtingsfase van grote betekenis. De contacten met de eindbeheerders zijn gelegd en hun opvattingen en inzichten zullen in het ruimtelijk inrichtingsplan expliciet worden verantwoord en verwerkt. De komende jaren zal het gebied transformeren van een uiterwaard met cultuurgraslanden naar een open, ruig parkgebied met verspreide bossages en struikvegetaties, die met name op enkele steilranden tot ontwikkeling zullen komen. Een kudde grote grazers (runderen en paarden) beteugelt de ‘bush-ontwikkeling’ op deze 2012
2020
83 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Referentiebeelden natuurontwikkeling rivierpark
84 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Referentiebeelden natuurontwikkeling rivierpark
85 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Rondje Bruggen; tijdelijk gebruik tijdens de uitvoering Er wordt naar gestreefd om, gerelateerd aan het uitvoeringsschema van de verschillende werkzaamheden vooruitlopend op de eindoplevering van het project enkele delen van het parkgebied eerder open te stellen, wanneer dit de uitvoering van de lopende werkzaamheden niet frustreert. In het ruimtelijk inrichtingsplan zal een hoofdstuk worden opgenomen over deze vervroegde ingebruikname van delen van het park, inclusief een concrete uitwerking van tijdelijke gebruiksmogelijkheden. Er wordt naar gestreefd om met name de strandzone langs de Waal zo min mogelijk af te sluiten en met de bouw van een steigertrap bij de Snelbinder het uiterwaardenpad open te stellen, zodat al tijdens de bouwfase met het rondje bruggen de binnenstad van Nijmegen wordt verbonden met het stedelijk rivierpark na de uitvoering.
Tijdelijk gebruik na de uitvoering Het is zeer onwenselijk dat ten tijde van de oplevering van het project het gebruiksperspectief van de betreffende locatie niet is ingevuld. Dit betekent dat ook voor de stedenbouwkundig uit te werken deelgebie(Deel van) het kribbenpad in bedrijf tijdens de uitvoering van 'Nijmegen aan de Waal'
den Veur-Lent en de Hoge Bongerd gestart is/wordt met de uitvoering van de bouwkundige werkzaamheden of een tijdelijke gebruiksfunctie is toegekend. In het ruimtelijk inrichtingsplan worden twee strategieën voor Veur-Lent en de Hoge Bongerd uitgewerkt. De opdrachtgever werkt op Masterplan niveau de stedenbouwkundige opzet uit, zodat i-Lent een daarop afgestemd maaiveldontwerp kan uitwerken. Daarnaast zal i-Lent in overleg met de opdrachtgever en andere betrokken partijen een voorstel uitwerken voor de invulling van tijdelijk gebruik op deze locaties. Ruim voor de oplevering van de maaiveldontwerpen van Veur-Lent en de Hoge Bongerd is bepaald of gestart wordt met de uitvoering van het Masterplan, dan wel dat er sprake zal zijn van een periode van tijdelijk gebruik.
Stedenbouwkundig uit te werken deelgebieden de Hoge Bongerd, Veur-Lent
86 | i-Lent
Referentie tijdelijke steigerbrug
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Tijdsreeks van werkzaamheden van I-lent van 2013 t.e.m. 2016
87 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Tijdsreeks van werkzaamheden van I-lent van 2013 t.e.m. 2016
88 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
7.2 Duurzaamheid en duurzame energie In de vraagspecificatie deel II is dit thema als volgt omschreven: 1) Opdrachtnemer dient een haalbaarheidsstudie uit te voeren naar
Energievisie
Hiermee zal deze haalbaarheidsstudie de volgende onderwerpen
Milieu is de verzameling van voorwaarden voor leven.
adresseren:
Kenmerk van deze 'verzameling' is het feit dat ze eigenlijk continu
• Mogelijkheden voor winning van energie uit het ontwerp.
verandert, ofwel dat ze een proces van continue transformatie kent.
• Afzetmogelijkheden binnen het project en in de directe omgeving
Door deze continue transformatie blijft cq. wordt de omgang met onze omgeving duurzaam en volhoudbaar. In een proces van integrale en duurzame gebiedsontwikkeling wordt de transformatie
• Beschrijving van de betrokkenheid van andere actoren als
de mogelijkheid van winning van duurzame engergie binnen de
behoefte verankerd. De doelstellingen waarop deze transformatiebe-
Projectgrens. In ieder geval moet aandacht worden gegeven aan
hoefte is gebaseerd worden vastgelegd in een energievisie.
nevengeul (EnergyLent) bij Lent. Deze haalbaarheidsstudie dient
Resultaat
ten minste de volgende onderwerpen/aspecten te adresseren.
De voorgestelde te leveren werkzaamheden, in volgorde van aanpak zijn daarmee als volgt: (1) Het voeren van gesprekken met de gemeente en andere relevante stakeholders om data te verzamelen en ambitieniveaus in
B. Afzetmogelijkheden binnen het project en in de directe omgeving
land, GEM en nutsbedrijven over de mogelijkheden. andere actoren daarin innemen. • Beschrijving van mogelijke marktpartijen die betrokkenheid willen worden bij de verdere uitwerking van voorstellen. • Beschrijving van de vervolgstappen die moeten worden gezet om tot implementatie te komen.
te schatten c.q. uit te werken;
hiervan in beeld brengen (bv. wegdekverwarming, verwarming gebouwd in bruggenhoofd, verlichting)
Rijkswaterstaat-ON,gemeente Nijmegen, Waterschap Rivieren• Een voorstel voor mogelijke energiewinning en de rol die de
zonne-energie, stromingsenergie en aan warmte-energie uit de
A. Mogelijkheden voor winning van energie uit het ontwerp
hiervan in beeld brengen. • Haalbaarheid van genoemde mogelijkheden.
(2) Het in kaart brengen van de energiepotenties op basis van de
Vervolg
C. Haalbaarheid van genoemde mogelijkheden.
REAP methode met het i-Lent project team voor het Stedelijk
Op basis van de inzichten en resultaten uit deze energievisie zal als
D. Beschrijving van de betrokkenheid van andere actoren als RWS-
Rivierpark, en uitwerking volgens de nieuwe Trias
volgende stap in het planproces een nadere invulling worden gege-
benadering. Benoemde potenties worden kwantitatief uitge-
ven aan een duurzame strategie voor de omgang met grondstof-
nutsbedrijven over de mogelijkheden (inc. verklaringen van deze
werkt, en vervolgens gevisualiseerd in zogenoemde ‘potentie-
fen en de toe te passen materialen in het project.
actoren).
kaarten’.
Voorwaarde is dan wel dat deze duurzame strategie voor de start
ON, gemeente Nijmegen, Waterschap Rivierenland, GEM en
F. Beschrijving van mogelijke marktpartijen die betrokkenheid willen
(3) Het omschrijven van in de plannen te integreren uitwerkingen ten
worden bij de verdere uitwerking van voorstellen (incl. verklarin-
aanzien van wat in kaart gebrachte kansen betekenen voor de
gen van deze marktpartijen).
ruimtelijke plannen en waar de gerelateerde (ontwerp)technische,
G. Beschrijving van de vervolgstappen die moeten worden gezet
van de DO fase geformuleerd is.
financiële en institutionele uitdagingen en kansen liggen.
om tot implementatie te komen. Inmiddels is een plan van aanpak opgesteld door de TU Delft, leerstoel Environmental Technology & Design waarvoor i-Lent opdracht heeft verleend. De gemeente wordt uitgenodigd om zitting te nemen in de projectgroep. Het plan van aanpak bevat de volgende hoofdopzet;
89 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
7.3 (Sociale) veiligheid en verlichtingsstrategie
Het verlichtingsplan in 7 niveaus: • het stelsel van ringwegen
Het Stedelijk Rivierpark ligt buitendijks, is dus deel van het rivierbed
• de aanlichting van drie iconen (verlengde Waalbrug, bestaande
en is natuurgebied. Deel zijn van het rivierbed betekent dat een
Waalbrug, Promenadebrug) alsmede het vierde icoon de nieuwe
aantal dagen per jaar, je weet alleen nooit van tevoren wanneer,
Stadsbrug. In de verlichtingsvisie wordt de lichttoon/warmte als
het gebied praktisch ontoegankelijk is geworden door te hoge
volgt verder uitgewerkt: grote bruggen boven-wit, onder-amber,
waterstanden. De hoogste koppen steken nog boven het water
kleine bruggen boven-amber, onder-wit.
uit en het zal spectaculair zijn om juist dan het geweld van de rivier
• de hoge kade
te beschouwen. Ook de daaraan voorafgaande fase, wanneer
• de lage kade
het hoogwaterpad zich nog net begaanbaar door een dynamisch
• de watergang langs de Parmasingel
hoogwaterlandschap slingert, moet beleefd kunnen worden. Dit is
• de incidentele feestverlichting voor festivals als tijdelijke voorzie-
een bijzondere kwaliteit van het park, waarbij de mogelijke risico’s ook goed gecommuniceerd worden, zonder dat tot afsluiting hoeft
ning op de Citadelbrug • de cultuurhistorische objecten worden apart aangelicht
te worden overgegaan. Het rivierpark is van zonsopgang tot zonsondergang vrij toeganke-
Ontwerpvragen die nog beantwoord moeten worden:
lijk, waarbij het doorgaande fietspad sociaal veilig wordt ontworpen. Er wordt bij de planuitwerking speciaal aandacht besteed aan de
• welke armaturen komen waar
sociale veiligheid bij de onderdoorgangen van de bruggen (materi-
• wat zijn de verschillende verlichtingsniveaus
aaltoepassing en verlichting). De overige paden zijn getraceerd op
• hoe aan te sluiten bij de bestaande situatie of plaatsen die reeds
basis van de rol die ze hebben in het netwerk. Het park is duidelijk begrensd door de rivier en een raster gekoppeld aan het buitentalud van de dijk, en heeft een beperkt aantal entrees. Hoewel het gebied openbaar is, kan altijd via de entrees de in- en uitgaande bezoekersstroom gecontroleerd worden. Het natuurpark zelf is in principe niet verlicht, al zijn er veel lichtbronnen in de directe omgeving. Voor de kunstwerken in het projectgebied is een verlichtingsplan opgesteld. Hierin zijn met kleurcodes de verschillende verlichtingsfamilies aangeduid en met sterren de accenten die daarbinnen worden aangebracht. Dit plan sluit aan op de al ingezette verlichtingsvisie van de gemeente. Voor het gebied van het rivierpark en de stedelijke kade worden zeven niveaus in het verlichtingsplan onderscheiden.
90 | i-Lent
in uitvoering zijn • Verlichtingsstrategie Veur Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Niveau 1. het stelsel van ringwegen
Niveau 3. de boven - en onderkade
Niveau 2. de 4 iconen binnen het stelsel van ringwegen
Niveau 4. incidentele verlichting langs de Watersingel
Verlichtingsconcept
91 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
94 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Hoofdstuk 8 Epiloog en vooruitblik
Aan het einde van het visietraject moeten we in staat zijn om de
De voortgang in het Visiedocument:
Ruimtelijk Inrichtingsplan
balans op te maken en te kunnen beoordelen of aan de gestelde
In z'n algemeenheid kan gesteld worden dat er in deze fase nauwe-
Naast de geformuleerde ontwerpopgave voor het Ruimtelijk In-
eisen voor het opstellen van een visiedocument is voldaan. Anders
lijks is gewerkt aan het ontwerp van de waterkering, op een aantal
richtingsplan zullen we expliciet ingaan op de raakvlakken tussen
geformuleerd; is aan de eisen geformuleerd in de vraagspecificatie
specifieke locaties na. Deze werkzaamheden komen in de fase van
de verschillende objecten. Een aantal raakvlakken zijn inmiddels
voldaan.
het inrichtingsplan aan bod. Aan de Nevengeul zelf is niet dooront-
duidelijk gedefinieerd; het betreft onder andere de opgangen van
worpen, wel zijn er vorderingen gemaakt rond de drempel en het
de dijken, de aanlanding van de Promenadebrug op de kade en de
Om de oordeelsvorming te vergemakkelijken is een overzicht
instroomgebied daarvan.
aansluiting van de drempel op het eiland Veur Lent. In ieder geval
opgesteld op basis waarvan de voortgang van de architectonische
De bruggen zijn allemaal een stap verder uitgewerkt, het ontwerp-
behoeven de volgende raakvlakken een nadere uitwerking;
uitwerkingen voor de verschillende objecten kan worden beoordeeld
concept voor de Parmasingelbrug is nu uitgewerkt, de Citadelbrug
• De aanlanding van de Citadelbrug op de Westelijke landtong
en zicht wordt geboden op de opgave voor het volgende plandocu-
is een stuk verder in z'n detaillering. De maaiveldinrichting van het
• Een samenhangende ontwerp voor het traject; bestaande
ment; het Ruimtelijk Inrichtingsplan.
eiland Veur-Lent en de Hoge Bongerd wordt ter hand genomen
Waalbrug, bastion , verlengde Waalbrug, aanlanding verlengde
wanneer de inrichtingsschetsen voor de Stedenbouwkundige
Waalbrug, Parmasingel, Prins Mauritssingel (inclusief fietsroute).
Op basis van de tabel uit hoofdstuk 2 waarin een overzicht is
hoofdopzet verder zijn uitgewerkt. Tot slot kan gemeld worden dat
gegeven van het architectonisch uitwerkingsniveau van de objecten
de ontwerpen voor de begrenzing van het Stedelijk Rivierpark en
ten tijde van de aanbesteding van het project, hebben we aan deze
de typering en tracering van het padennetwerk op VO niveau zijn
• Aanlanding Promenadebrug op eiland Veur Lent
tabel twee kolommen toegevoegd; in de eerste kolom een over-
gebracht.
• Overgang kade – nieuwe dijk Oosterhout
• Een samenhangend ontwerp voor trap Snelbinder – beëindiging kade – onderdoorgang spoordijk – bestaande Oosterhoutse dijk
zicht van het uitwerkingsniveaus na opstelling van de visie Ruimtelijke Kwaliteit, in de laatste kolom de eis die gesteld wordt aan het uitwerkingsniveau wanneer het Ruimtelijk Inrichtingsplan is opgesteld. Wanneer we de twee laatste kolommen in de tabel met elkaar vergelijken ontstaat een goed beeld over de omvang van de ontwerpopgave bij de start van de planvorming van het Ruimtelijke Inrichtingsplan.
95 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
De verschillende objecten van het landschapsplan en de 3 bruggen (zie ook tabel)
Analyse architectonisch uitwerkingsniveau van de verschillende objecten
96 | i-Lent
Ambitie en ontwerpopgave nog niet concreet nog geformuleerd 0:0: Ambitie en ontwerpopgave niet concreet geformuleerd Globale projectomschrijving voorzien van een kwaliteitsambitie 1:1: Globale projectomschrijving voorzien van een kwaliteitsambitie 2: Uitgewerkt masterplanniveau met beeldkwaliteitscriteria 2: Uitgewerkt masterplanniveau met beeldkwaliteitscriteria Voorlopig Ontwerp gereed met beeldkwaliteitscriteria 3:3: Voorlopig Ontwerp gereed met beeldkwaliteitscriteria
Nr
Hoofdcategorie
Object
Specficatie opgave
Objectcode
Relatie met
PvA RK
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Visie RK
Ruimtelijk Inrichtingsplan (VO+ niveau)
Nieuwe harde kade
1.1.1
Waterkering
1.1.1
1.1.2
1
1
3+
Nieuwe harde kade
Aanhechting kade – Oosterhoutse dijk
1.1.1
1.1.3
3
3
3+
Nieuwe harde kade
Aanhechting kade – binnendijks gebied
1.1.1
1.4
2
2
3+
3
3
3+
1
1
3+
1.1.2
Nieuwe groene dijk
Aanhechting Oude Bemmelse dijk – Groene dijk
Bebouwing flanken waalbrug
Stedebouwkundig ontwerp bebouwing flanken Waalbrug geen nr
Bebouwing flanken waalbrug
ontwerp maaiveld bebouwing flanken Waalbrug
geen nr
Bestaande Bemmelse dijk
Aanhechting drempel – Bestaande Bemmelse dijk
1.1.2.6
Bestaande Bemmelse dijk
Zoeklichtlocatie
1.1.2.6
Bestaande Oosterhoutse dijk
1.3
1.4
1.5
Bruggen
Binnendijks gebied
Veur-Lent + Westelijke landtong
Hoogwatervluchtplaats en entree
ong
Tijdelijk gebruik
Buiten scope 1.2.1.3
1
1
3+
2
3
3+
2
3
3+
Bestaand 0
2
3+
1.2.1
2
2
3+
2
2
3+
2
2
3+
1.2.1.3
2
3
3+
1.2.2.2
3
3
3+
Zandeiland
1.2.2.2.4
2
2
3+
Lentse Waard
1.2.3.1
2
3
3+
Lentse Lotwaard
1.2.3.2
2
3
3+
Verlengde Waalbrug
1.3.1
3
Promenadebrug
1.3.2
3
3+
3+
1.3.3
2
2
3+
Citadelbrug
1.3.4
3
Parmasingelbrug
1.3.6
1
Nieuwbouwlocatie Hoge Bongerd
1.4.2
Watersingel
1.4.4
Oostelijk inlaatwerk
Brugverbinding
1.2.1.1
Instroom tussen Lentse Waard en eiland Veur-Lent
Profiel instroom en strang
1.2.1.2
Drempel Nevtengeul
Spoorbrug en snelbinder
Ontwerp stroomprofiel
Stijg- en daalpunten (2)
1.2.2.1
3 /
3+
3 /
3+ 2
3+
3+ 3+
Buiten scope 0
0
3+
Watersingel
Aanhechting Watersingel – bestaande bebouwing
1.4.4
1.4.2
0
0
3+
Eiland Veur-Lent
Aanhechting Drempel – eiland
1.5.3
1.2.1.3
2
2
3+
Eiland Veur-Lent
Overgang privaat gebied – uiterwaard
1.5.3
1
2
3+
Eiland Veur-Lent
Inpassing bestaand bebouwingslint
1.5.3
1
1
3+
Locatie toekomstige bebouwing Veur-Lent
Ontwerp maaiveld bouwlocaties
1.5.3.5
1
1
3+
Locatie toekomstige bebouwing Veur-Lent
Uitwerking Fort Knodsenburg
1.5.3.5
1
2
3+
Locatie toekomstige bebouwing Veur-Lent
Stedebouwkundig ontwerp nieuwbouw Veur-Lent
1.5.3.5
1.5.3.5 1.5.4.1.1
Buiten scope
Veerstoep
1.5.3.6
1
2
3+
Kolk van Wijk
1.5.3.7
1
1
3+
Westelijke landtong
Seizoensbebouwing (3x)
1.5.6
1
2
3+
Westelijke landtong
Versteviging oever hoogspanningsleidingen
1.5.6
0
3
3+
1.5.6.9
2
2
3+
1
1
3+
1 97 | i-Lent 0
3
3+
2
3+
Binnendijks gebied Wegen en paden
1.1.2.6
1.1.3
Evenemententerrein
ong
1.1.2
1.1.3
Uiterwaard
Nevengeul en Uiterwaarden
3+
Aanhechting Groene dijk – kade
Bestaande Oosterhoutse dijk
1.2
3
Nieuwe harde kade
Nieuwe groene dijk 1.1
3
Aanhechting Groene dijk -binnendijks gebied
1.4
Wegen en paden uiterwaard
geen nr
Begrenzing Stedelijk Rivierpark
geen nr
Buitendijksgebied + toekom. woningbouwlocaties
geen nr
1.1.2
Buiten scope
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Schema organisatie werkproces
98 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Organisatie werkproces van Visie Ruimtelijke Kwaliteit naar Ruimtelijk Inrichtingsplan Voortgang planproces Met de presentatie van het visiedocument op 30 november door
Stap 1: Maken van afspraken tussen i-Lent en opdrachtgever over
Stap 2: Opdrachtgever volgend planning stelt uiterlijk 28 januari het
i-Lent wordt ook het startsein gegeven voor de volgende stappen in
de behandeling van het visie document.
visie document vast.
het planproces.
Om het traject naar de acceptatie van de visie Ruimtelijke Kwaliteit
Stap 3: Op weg naar het Ruimtelijk Inrichtingsplan op VO+ niveau
In eerste instantie zal de energie gericht zijn op de acceptatie van
goed te faciliteren zijn tussen beide partijen de volgende drie afspra-
stellen we voor een tussenproduct te presenteren waarin in ieder
het visie document door de opdrachtgever dat volgens de planning
ken gemaakt.
geval op VO niveau de intergratie en de raakvlakken tussen de
op/voor 28 januari 2013 is voorzien.
objecten in beeld zijn gebracht en de laatste groep onderzoeks- en 1 i-Lent is bereid aanvullende presentaties te verzorgen over de
ontwerpopgaven voor de objecten op VO+ niveau zijn geformuleerd.
Tegelijkertijd worden de voorbereidingen gestart voor de volgende
inhoud en opzet van het visie document. Ook zullen op basis
mijlpaal in het ruimtelijke kwaliteit traject; het Ruimtelijk Inrichtings-
van de voortgang in het overleg over de visie, wijzigingen in
Stap 4: Op 1 april wordt het Ruimtelijk Inrichtingsplan op VO+
plan op VO+ niveau, dat door i-Lent volgens planning op 1 april
beeld en tekst worden doorgevoerd. Zo wordt 21 december een
niveau opgeleverd, waarna voor alle objecten de DO uitwerkingen
2013 zal worden opgeleverd.
aangepaste versie van de visie naar de opdrachtgever verzon-
kunnen starten.
den waarin onderscheid wordt gemaakt tussen deel I van het In het schema wordt het werkproces voor de komende maanden in
document waarin op strategisch niveau een integraal beeld van
een aantal stappen geschetst.
het stedelijk rivierpark wordt gepresenteerd en op VO niveau een visie op de positie van de belangrijkste objecten (bruggen en landschap) binnen het rivierpark. In deel II wordt verslag gedaan van de voortgang van het onderzoeks- en ontwerpproces van alle objecten op weg naar een Ruimtelijk inrichtingsplan. 2 i-Lent en opdrachtgever stellen in onderling overleg een lijst op van inrichtingsmaatregelen die voortkomen uit het visiedocument als gevolg van doorontwerpen op het volgende schaalniveau en die nog niet concreet benoemd en voorzien waren in de aanbieding van i-Lent. 3 i-Lent en opdrachtgever maken een lijst van de cruciale uitwerkingen op VO+ niveau (deel II van het visie document) op basis waarvan de eerste groep DO’s ontwerpen kunnen starten.
99 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
100 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Voortgang ontwerpproces objecten
Ruimte voor de Waal
101 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
VO uitwerking kade (oktober 2011)
102 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
deel 2 Voortgang ontwerpproces objecten Waterkering: Nieuwe harde kade (1.1.1) Uitgangspunt voor het kadeontwerp is het VO dat is vastgelegd in het 'architectonisch ontwerp kade' (december 2011). Met dit VO als basis zijn er in de visiefase twee typen ontwerpvragen aangepakt. Allereerst de ontwerpvragen die direct samenhangen met de constructie van de waterkering (betonnen L-wand). De technische doorwerking van de betonnen waterkering heeft immers invloed op
Principe kadeprofiel
de verschijningsvorm van de totale wand van de kade. Daarnaast is een overzicht opgesteld van ontwerpvragen en oplossingsrichtingen met betrekking tot de architectonische doorwerking van de kade.
Ontwerpvragen in samenhang met de technische constructie van de waterkering In interactie tussen techniek en vormgeving zijn in de visiefase de
Stortsteen
Portugees Graniet
Portugees Graniet
Gebakken waalformaat klinkers
volgende aspecten uitgewerkt: - Het dwarsprofiel van de betonnen L-wand. De knik die in het VO in de betonnen wand was aangebracht, is weggelaten omdat daardoor het beeld ontstaat, en bovendien de hellingbanen beter
bracht.
3. aanlanding Promenadebrug op harde kade 4. trappen, hellingbanen en taluds (middendeel kade) 5. westzijde verlengde Waalbrug
de overgang van de kademuur (af te werken met graniet) naar
Ontwerpvragen met betrekking tot architectonische doorwerking
afwerkingselement (beton). De kademuur is als gevolg van de
Nagestreefd wordt om de doorwerking van de totale kade zo
7. aansluitingen, randen, overgangen en materiaal
aanpassing steiler geworden: 3,6 op 1.
eenvoudig en eenduidig mogelijk uit te voeren opdat een rustig en
8. afwerking kademuur
logisch beeld ontstaat. Daarvoor dienen ook principes van met-
9. algemeen: kadebouwsteen handboek (bomen, verlichtingsarma-
zullen aansluiten op de kademuur. De kniklijn valt nu samen
- De maatvoering van de bekisting van de L-wand in relatie tot het
6. oostzijde verlengde Waalbrug
turen, banken, materiaal e.d.)
gekromde vlak van de kademuur. Er wordt gewerkt met verschil-
selverbanden, aansluitdetails en legschema's in de vervolgfase te
lende maten binnen één systeem dat zo gekozen is dat ook bij
worden vastgelegd. De in te voegen bruggen zijn zodanig doorge-
De ontwerpopgaven die op de kaart met een ster zijn aangeduid,
een krappere boogstraal de kademuur oogt als een doorlopend
werkt dat de aansluitingen zich op natuurlijke wijze vastmaken aan
hebben betrekking op een mogelijk aanpassing van de configura-
vlak.
het kadeontwerp. Leuningen van verschillende architectuur van de
tie van het VO. Bij de overige ontwerpopgaven gaat het vooral om
bruggen worden goed afgestemd opdat zij het totale samenhangen-
uitwerking binnen de vastgelegde configuratie.
Dilataties zijn onderschikt in de (betonnen) constructies inge-
de beeld niet verstoren maar wel de eigenheid in verschijningsvorm
Bij elke ontwerpopgave staat de robuuste uitwerking van de kade
voegd en uitgezocht waardoor zij zich onopvallend aan het zicht
die past bij het ontwerp van de brug versterken. De ontwerpvragen
als geheel en in zijn onderdelen (kademuur, trappen, hellingbanen,
onttrekken. Ook is onderzocht hoe de natuurstenen bekleding
met betrekking tot de architectonische doorwerking zijn:
grashellingen, betonranden) voorop.
ter plaatse van de lichte knikken in de muur kan worden aange-
1. hellingbanen
- De ligging en uitvoering van de dilataties in de kademuur.
2. aanlanding Snelbinder –trappen- harde kade
103 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
BASIS KADEWAND HOOG - DILATATIES KIST 25 M. BASIS KADEWAND HOOG - DILATATIES KIST 25 M.
Dilataties in de kadewand
BASIS KADEWAND HOOG BOCHTSTRALEN - DILATATIES BASIS KADEWAND HOOG BOCHTSTRALEN - DILATATIES KIST KNIK 12.5 M. KIST KNIK 12.5 M. Balustrade element 2.5 x 1.1 m. 2,.5 X 1.1 M. BASIS KADEWAND KADEWAND HOOG BOCHTSTRALEN DILATATIES BALUSTRADE ELEMENT BASIS HOOG BOCHTSTRALEN -- DILATATIES
KIST KNIK KNIK 12.5H.O.H. M. 25 m. KIST 12.5 M. Dilataties DILATATIES H.O.H. 25 M. BALUSTRADE ELEMENT 2,.5 X 1.1 M.
Basis kadewand HOOG - Dilataties
DILATATIES H.O.H. 25 M.
KIST KNIK 6.25 M. KIST KNIK 6.25 M.
Basis kadewand HOOG BOCHTSTRALEN - Dilataties Kist knik 12.5 m.
KIST KIST KNIK KNIK 6.25 6.25 M. M.
BALUSTRADE ELEMENT 2.5 X 1.1 M. BALUSTRADE ELEMENT 2.5 X 1.1 M. DILATATIES H.O.H. 25 M. DILATATIES H.O.H. 25 M. Kist knik 6.25 m.
KNIKLIJN KIST H.O.H. 12.5 M. BALUSTRADE ELEMENT 2.5 X 1.1 1.1 M. M. KNIKLIJN KIST12.5 H.O.H. M.X Kniklijn kist H.O.H. m. 12.5 BALUSTRADE ELEMENT 2.5 KNIKLIJN KIST6.25 H.O.H. Kniklijn kist H.O.H. m. 6.25 M. DILATATIES H.O.H. 25 M. DILATATIES H.O.H. 256.25 M. M. KNIKLIJN KIST H.O.H. KNIKLIJN KIST KIST H.O.H. H.O.H. 12.5 12.5 M. M. KNIKLIJN 104 | i-Lent
KNIKLIJN KIST KIST H.O.H. H.O.H. 6.25 6.25 M. M. KNIKLIJN
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
6,25m 12,5m 25m
Segmentering L-wand
105 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
1 6 3 1
2
*
1
*
4 1
5
1
Ontwerpopgaven aangegeven op de VO-tekening. De met een ster aangeduide opgaven hebben mogelijk invloed op de configuratie van het ontwerp. Bij de overige opgaven gaat het om detaillering van het ontwerp.
106 | i-Lent
1
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
1. hellingbanen
6. oostzijde verlengde Waalbrug
ontwerpvraag:
4. trappen, hellingbanen en taluds (middendeel kade)
• Op welke wijze kunnen de hellingbanen een bijdrage leveren
ontwerpvraag:
• Hoe kan een ruimtelijk en functioneel heldere verbinding tussen
om het ruimtelijke en functionele beeld van het kade ontwerp te versterken?
oplossingrichting:
• Op welke wijze kunnen de trappen, hellingbanen en taluds zowel
• Extra aandacht zal worden gegeven aan de hellingshoek opdat deze zoveel als mogelijk voldoet aan de geldende voorschriften en evenwichtig in de kade wordt ingevoegd en de gebruikswaarde wordt verhoogd.
hoge en lage kade ontstaan? Onderzoek de mogelijkheid trap-
qua gebruik als qua zitmogelijkheid een heldere eenheid vormen
pen en hellingbanen te optimaliseren. Onderzoek de mogelijkheid
opdat boven- en onderkade ruimtelijk en functioneel optimaal
of het aangebrachte bordes boven de kade kan vervallen.
worden verbonden?
oplossingsrichting:
• Hellingbanen dienen helder, doorlopend ingevoegd te worden in de doorwerking van het kadeontwerp.
ontwerpvraag:
oplossingsrichting: • De trappen, taluds en hellingbanen in het middendeel van de kade vormen een geheel.
• De aanlanding van verlengde Waalbrug en het verblijfsgebied op de hoge kade dienen ruimtelijk en functioneel een heldere en goede verbinding te vormen met de lage kade.
• Door juiste maatvoering en materiaalkeuze ontstaat een helder en evenwichtig geheel waarbij niveauverschillen functioneel worden opgelost en zitmogelijkheden integraal worden ingevoegd
2. aanlanding Snelbinder –trappenharde kade
opdat het aangename verblijfsgebied verder wordt versterkt.
ontwerpvraag:
5. westzijde verlengde Waalbrug
• Onderzoek de mogelijkheid de trap te verplaatsen. Is het moge-
ontwerpvraag:
lijk de trap van Snelbinder naar kade in langsrichting Snelbinder
• Op welke wijze kunnen trappen worden samengevoegd en
te verplaatsen opdat een heldere, veilige en overzichtelijke ruim-
hellingbanen verder worden geoptimaliseerd opdat ruimtelijk en
telijke structuur ontstaat?
functioneel er een heldere verbinding tussen hoge en lage kade ontstaat? Onderzoek de mogelijkheid of trappen kunnen worden
oplossingsrichting:
samengevoegd.
• Aanlanding trappen plaatsen in langsrichting Snelbinder (zie tekening x).
oplossingsrichting: • De aanlanding van verlengde Waalbrug en het verblijfsgebied
3. aanlanding Promenadebrug op harde kade
op de hoge kade dienen ruimtelijk en functioneel een heldere en goede verbinding te vormen met de lage kade.
ontwerpvraag: • Op welke wijze kan de waterkerende wand worden geïntegreerd in de bestrating opdat het toont als een geheel?
oplossingsrichting: • De Promenadebrug en hoge kade dienen een helder en doorlopend geheel in bestrating te vormen. Het brugdek en bovendek van de kade vormen een geheel.
107 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Dekrand
Zitrand
Opzet balustrade- open
Opzet bouwsteen op L-wand Afwerking kop-L-wand Ruimte voor kabels verlichting
108 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
7
7. aansluitingen, randen, overgangen en materiaal ontwerpvraag: • Op welke wijze kunnen aansluitingen en overgangen tussen opsluitbanden, trappen, hellingbanen, de kademuur, en balustrades een familie vormen in kleur, textuur en materiaalgebruik?
oplossingsrichting: • De harde kade dient een evenwichtig geheel te vormen in textuur, maatvoering en materiaal. De kade kent een goede balans tussen een robuuste uitvoering en een onderhoud- en gebruiksvriendelijk materiaal gebruik.
109 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Vouwlijn 6.25 m. - Steen inzagen alleen daar waar een segmentatie van 6.25 m. voorkomt in het KNT element - Steen door laten lopen - Stootvoegloos aansluiten - Minimale overstekende maat
110 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
8. afwerking van de kademuur ontwerpvraag: • Aanscherpen van de materialisering van de kadewand
Uitgangspunt is robuustheid, uitvoerbaarheid en uitstraling
• Hoe een continu beeld te realiseren ter plaatse van de ‘vouwen’ en dilatatievoegen? • Detaillering patroon bekleding / voegen e.d.
oplossingsrichting: • Steen door laten lopen over de ‘vouwen’. • Stootvoegloze aansluiting bij ‘vouwen’.
open vragen: • Voegen: kleur, maat, diepte • Materiaal (kleur, dikte, textuur)
9. kadebouwstenen handboek (bomen, verlichtingsarmaturen, banken en dergelijke) ontwerpvraag: • Op welke wijze kunnen reeds bestaande / gekozen elementen en nog te ontwerpen / te kiezen elementen op elkaar afgestemd worden?
oplossingsrichting: • De inrichtingselementen zoals boomroosters, banken, afvalbakken en verlichtingsarmaturen dienen familie van elkaar te zijn. Zodat er een eenheid ontstaand in beeldtaal. Maak een handboek.
111 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Waterkering: Nieuwe (groene) dijk (1.1.2) De nieuwe groene dijk ligt tussen de aansluiting van de Drempel / Zoeklichtterp en de Harde Kade. Er is uitgegaan van een profiel dat zoveel mogelijk aansluit bij de bestaande Bemmelse dijk. Onderdeel zijn taluds 1:3, steenbekleding tussen +7,5 en +11 waar de dijk direct aan de nevengeul of strang grenst.
Ontwerpopgaven Er is geen aanleiding om het ontwerp van (het profiel van) de nieuwe groene dijk in de visiefase verder aan te scherpen. Ontwerpopgaven bij de verdere uitwerking zijn onder andere: • De afrastering van het begrazingsgebied (type, plaats, doorgangen, aansluitingen) • Uitwerking van de Zoeklichtterp
Oplossingsrichting • Het raster vormt de functionele en herkenbare grens van het rivierpark en het begrazingsgebied
Voorstel entree
• Plaatsing van het raster op een aantal meters uit de teen van de dijk (rekening houdend met onderhoudsstrook) • Toepassing van één type 'rivierpark-raster' voor het gehele gebied, mogelijk te verbijzonderen bij entrees • Het raster behoort tot familie van inrichtingselementen in de uiterwaard (relatie met balustrade van de Citadelbrug) • Zoeklichtterp: zie object bestaande Bemmelse dijk (1.1.2.6)
Principes entree aan de nieuwe groene dijk • Pad volgt grens kadeverharding – grastalud • Raster volgt teen van de dijk en vouwt terug met de kade
verharding mee
• Het pad buigt naar de stedelijke ontsluiting toe
Technische tekening 'het plan'
112 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Waterkering: Bestaande (Oosterhoutse) dijk (1.1.3) De Oosterhoutsedijk blijft grotendeels behouden in zijn huidige pro-
Principes entree aan de Oosterhoutse dijk (hoofdentree-fietspad)
fiel. Bijzonderheid is de hoogwatervluchtplaats waar de route naar
rijkste entrees vanaf de groene dijken naar het park.
- Eén afrit, parallel aan de dijk, met de stroom mee (aandacht voor draaicirkels)
de Citadelbrug de dijk raakt. Dit is tevens één van de twee belang
- Hoofdentree gemarkeerd met boomgroep
- Het raster volgt in principe de beheerstrook; daar waar dat
Ontwerpvragen
niet mogelijk is blijft het raster zo dicht mogelijk bij het dijktracé
Het profiel van de Oosterhoutsedijk wordt niet verder uitgewerkt.
(bescherming van het talud)
Ontwerpopgaven met betrekking tot de inrichting zijn onder andere:
- Veeovergang met talud 1:9 aan weerszijden van de dijk
• Hoe vormt de Oosterhoutsedijk (die niet wordt aangepast) een
- Getekend is: situatie met ‘altijd open oversteekplaats’ en vee
logische eenheid met de andere groene dijken in het plangebied
roosters op de dijkkruin
(onder andere de Nieuwe Groene dijk, 1.1.2) • Hoe het karakteristieke verloop van het lengteprofiel te behouden / versterken? • Hoe wordt de aansluiting van het Citadelpad (entree), in combinatie met de hoogwatervluchtplaats op de dijk vormgegeven?
Oplossingsrichtingen
Voorstel entree
• Toepassing van het ‘rivierpark-raster’ overeenkomstig de overige dijken (type en plaatsing op afstand van de buitenteen • Voorstel voor de ruimtelijke uitwerking locatie hoogwatervluchtplaats / aanlanding Citadelbrug als belangrijke entree, familie van de entree bij de drempel / zoeklichtterp • Enkelvoudig pad (in plaats van dubbel) laat de huidige dijk met zijn karakteristieke bocht meer in zijn waarde • Markering entree met een boomgroep • Raster wordt van de teen van de dijk omhoog geleid • Hek / veerooster als werkelijke entree ligt dus boven, op dijkniveau • Eenduidige keuze over de werking van de hoogwatervluchtplaats nodig:
- 'overzetplaats' voor vee, of
- vee kan zelf oversteek maken: veeroosters in de dijk
• Aanscherpen huidig buitentalud:
- verwijderen overbodig geworden afritten
- markeren historisch relict (grondwerk) in de dijk Technische tekening 'het plan'
113 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Principes entree bij de spoorbrug (wandelpad-graspad) - Pad daalt af langs grens basaltbekleding - Raster volgt teen van de dijk en vouwt terug met de kade verharding mee - Het pad buigt naar de kade toe
Voorstel entree
Technische tekening van 'het plan'
114 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Principes informele entree aan de Oosterhoutsedijk (wandelpadgraspad) - Pad daalt af parallel aan de dijk ‘met de stroom mee’ - Veerooster / entree ligt beneden aan de dijk, haaks op het pad - Raster volgt de teen van de dijk en sluit zo vanzelfsprekend mogelijk aan op de entree (voorkom uitbuigingen)
Voorstel entree
Technische tekening van 'het plan'
115 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Waterkering: Bestaande (Bemmelse) dijk (1.1.2.6) De bestaande (Bemmelse) dijk blijft grotendeels behouden in zijn
Principes entree bij Drempel / Zoeklichtterp
Principes informele entree bij fort Boven Lent
- één afrit, parallel aan de dijk, met de stroom mee - entree gemarkeerd met boomgroep - veerooster onderaan de dijk - afrit volgt tracé van de oude dijk
huidige profiel. Bijzonderheid is locatie van de Zoeklichtterp en de aansluiting op het fietspad over de drempel. Dit is tevens één van de twee belangrijkste entrees vanaf de groene dijken naar het park.
Ontwerpopgave • Hoe vormt de bestaande Bemmelse dijk (die niet wordt aangepast) een logische eenheid met de andere groene dijken in het plangebied (onder andere de Nieuwe Groene dijk, 1.1.2). • Herkenbaar maken van zoeklichtterp als historisch relict en bijzondere (verblijfs)plek aan de dijk.
Oplossingsrichting • Toepassing van het ‘rivierpark-raster’ overeenkomstig de overige
Voorstel entree
Voorstel entree
Technische tekening van 'het plan'
Technische tekening van 'het plan'
dijken (type en plaatsing op afstand van de buitenteen • Voorgesteld wordt de Zoeklichtterp te beschouwen als onderdeel van één van de twee hoofdentrees vanaf de dijk naar het Stedelijk Rivierpark. Als zodanig herkenbaar maken door beplanten met boomgroep (zie ook bestaande Oosterhoutsedijk, 1.1.3) • Vormgeven van de zoeklichtterp als verblijfsplek, waarbij de taluds scherp zijn afgewerkt (zie beeldkwaliteitsplan en architectonisch ontwerp)
Principes grondlichaam Zoeklichtterp (uit aanvullende beeldkwaliteitseisen Groene dijk)
116 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Nevengeul en Uiterwaarden: instroom (1.2.1) Oostelijk inlaatwerk (1.2.1.1)
- hekenbaar als oversteek
Over het oostelijke inlaat wordt een brug aangelegd. Deze sluit aan
- aansluitend op maaiveld omgeving
het doorlaatwerk te verenigen met de inrichting zonder toepas-
op de graspaden in de uiterwaard.
- eenvoudige vormgeving: voorkom hekken e.d.
sing van hekken. Bij voorkeur wordt voorkomen dat de kokers uit
- vormgeven volgens de gezamenlijke kenmerken van deze
het talud van de drempel steken.
Ontwerpvraag
familie, met gebruik van overeenkomstige materialen en
•
elementen (ontleend aan Citadelbrug):
Ontwikkel een hoofdidee voor de brug als vanzelfsprekend
onderdeel van het Stedelijk Rivierpark
- brugdek uit betonplaten (5,70m x 0,57m x 0,27m)
• Hoe de veiligheid van het recreatief gebruik van de drempel en
• Doorontwerp van het maaiveld van de uiterwaard in aansluiting op de drempel. • Doorontwerp van het pad op de drempel als onderdeel van de familie van ‘oversteken’ in de uiterwaard.
Oplossingsrichting
Instroomopening (1.2.1.2)
Oplossingsrichtingen
beschouwen als onderdeel van de familie van 'oversteken' in de
Om erosie rond de instroom (hoge stroomsnelheden) tegen te gaan
• Gladde bekleding (basalt, zetsteen) aan de geulzijde, hier zijn de
uiterwaard, net als de koppelstukken tussen de hoge koppen:
is hier stortsteen voorzien.
• Voorgesteld wordt de brug over het oostelijk inlaatwerk te
stroomsnelheden bij hoge waterstanden het grootst. Grove stortsteen aan de geulzijde, hier zijn de stroomsnelheden wat lager.
Ontwerpvraag • Hoe is de toepassing van stortsteen hier in overeenstemming te brengen met de beoogde natuurlijke uitstraling van het gebied?
• Door het verschil in bekleding wordt betreding van het talud aan de Waalzijde tegengegaan, en aan de veiliger geulzijde (die bovendien flauwer is) mogelijk gemaakt. • De betonnen kokers worden bij voorkeur met het talud mee af-
Oplossingsrichting
geschuind, en voorzien van een passtuk om zorgvuldige aanslui-
• Minimaliseer zichtbare verharding (stortsteen) rond de instroom
ting op de steenbekleding mogelijk te maken.
door deze af te dekken met een laag grond ('ondergronds aanbrengen')
• Het maaiveld van de uiterwaard zal nabij de drempel flauw hellen richting de geul. De taluds van de drempel krijgen hierdoor een geleidelijk verloop van smal naar breed. Er moet rekening
Drempel (1.2.1.3)
gehouden worden met de voorlandverbetering in de dijkzone als
De drempel scheidt bij waterstanden onder 10,50m +NAP de Waal-
maximale grens van de vergraving.
zijde van de nevengeul. In de visie zijn onder andere de volgende
• Door toepassing van betonplaten (type Citadelbrug) wordt de
principes voorgesteld: één geheel van dijk tot eiland Veur Lent,
relatie tussen de drempel en de overige ‘oversteken’ in de uiter-
asymmetrisch profiel benadrukken, pad herkenbaar als onderdeel
waard gemaakt.
van de ‘oversteken’ in de uiterwaard.
Ontwerpvragen Bij het vervolg verdienen onder andere de volgende ontwerpogaven aandacht: • Nadere uitwerking van het profiel en de bekleding van de drempel in relatie tot de hydraulische werking / stroomsnelheden. • Doorontwerp van het doorlaatwerk (kokers) als vanzelfsprekend De drempel als één geheel, tussen dijk en eiland, met een asymmetrisch profiel
onderdeel van het waterbouwkundig werk.
117 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Profiel drempel ter plaatse van de geul
118 | i-Lent
Profiel drempel noordelijk deel
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Detail kokers in de drempel
Profiel en uitsnede: kokers als doorlaat in de drempel
119 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Nevengeul en Uiterwaarden: Invaarbeveiliging Invaarbeveiliging (1.2.1.4)
Strang (1.2.2.1)
Door Gemeente Nijmegen is een VTW (verzoek tot wijziging)
Zandeiland (1.2.2.2.4) Het zandeiland is via water toegankelijk voor recreanten. De on-
ingediend met betrekking tot dit object. De consequenties hiervan
Ontwerpvraag
voorspelbaarheid voor zowel recreatief gebruik als de morfologische
worden nog verkend.
• Hoe zijn de huidige kwaliteiten van de strang (huidig reliëf) te
processen die zullen optreden (erosie en/of sedimentatie) is bepa-
verenigen met de toekomstige functie als onderdeel van de
lend voor de kwaliteit.
instroom van de geul.
Ontwerpvraag Oplossingsrichting • Nader beschouwen en maximaal behoud van het huidige reliëf, met name aan de noordelijke oever van de strang.
• De bovenstroomse zijde dient te worden vastgelegd door middel van stortsteen. Hoe is dit te verenigen met de landschappelijke (beperk zichtbaarheid verhardingen) en ecologische kansen?
Nevengeul (5.3.3.2)
Oplossingsrichting
De Nevengeul bestaat uit de Nevengeul Veur-Lent Oost, de Neven-
• Breng eerst stortsteen aan en dek dit af met zand, zodat de
geul Veur-Lent West en de Nevengeul Westelijke landtong.
zichtbaarheid van verharding in eerste instantie beperkt wordt. • Pas verschillende fracties stortsteen toe. Wanneer dit na erosie
Ontwerpvraag
bloot komt te liggen, komt de variatie de ecologische ontwikkel-
• De bodem en gemiddelde waterlijn van de geul is nauwkeurig
kansen van het onderwatermilieu ten goede.
ingetekend. De opgave is om van hieruit ook de aansluiting van de geul op het bestaande maaiveld nader uit te werken.
• Geen bijzondere inrichtingselementen toepassen, maar het gebied spontaan laten ontwikkelen (recreatie en morfologie / ecologie).
Oplossingrichting • Vanuit een basisprofiel detailleren van het ‘boven water-talud’ op basis van met name hydrualische, ecologische en landschappelijke aspecten.
120 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Uitstroomopening (1.2.2.2.5)
Kade landtong (1.2.2.2.6)
De beide oevers van de uitstroomopening dienen een natuurlijk
Er is geen aanleiding dit object nader uit te werken in de visiefase.
karakter te krijgen.
Ontwerpopgave • Hoe kan de noodzakelijke verharding in het (bovendien zeer hoge / steile) talud bij de hoogspanningsmasten verenigd worden met het gewenste natuurlijke karakter van de oevers rond de uitstroomopening? In het VO is een breed vlak van stortsteen voorzien.
Oplossingsrichting • Een smalle verharde rand (zetsteen) markeert de hoge kop van de uiterwaard rond de hoogspanningsmasten en begeleidt het pad (onderdeel Citadelpad) • De rest van noodzakelijke oeververdediging wordt bij voorkeur uitgevoerd met stortsteen en afgedekt met een grond (onzichtbaar gemaakt). • Behoud het doorstroomprofiel: wanneer noodzakelijk de geul
Basisprofiel oever bij de hoogspanningsmasten
nabij de uitstroom enkele meters verruimen aan noordzijde.
Projectie huidige strang op de technische tekening van het plan
Profiel bij meest westelijke mast (taludlijn technische tekening 'het plan' in rood aangegeven)
121 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Nevengeul en Uiterwaarden: Lentse Waard (1.2.3.1) Voor nadere duiding van de kwaliteiten van de nevengeul en uiterwaard (ecologie, gebruik e.d.) zie hoofdstuk 5 van de Ruimtelijke Visie. Er is geen aanleiding het fysieke ontwerp van dit object nader uit te werken in de visiefase. Aandachtspunt zijn wel de greppels rond het tracé van de oude dijk, die bij het voorstel voor de drempel (1.2.1.3) vervallen. Verder dient het grondverzet rond de Lentse Strang beperkt te worden (zie strang, 1.2.2.1).
122 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
123 | i-Lent
copyright Thea van den Heuve
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Impressie aanlanding Lent (kade-ontwerp indicatief, zie object 1.1.1)
Impressie westzijde Verlengde Waalbrug (kade-ontwerp indicatief, zie object 1.1.1)
124 | i-Lent
Impressie voorstel aanlanding Veur-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Bruggen: Verlengde Waalbrug (1.3.1.) Ontwerpvragen en uitwerking: samenspel constructie vormgeving Ontwerpvraag: Hoe is de vormgeving gerelateerd aan de constructie en hoe wordt het ontwerp hierop geoptimaliseerd?
Oplossingsrichting: De optimalisatie zal bij voorkeur geen aanpassing van de buitenkant hebben, alle optimalisatie vindt zo mogelijk aan de binnenzijde plaats in door de hoeveelheid beton, wapening en voorspanning aan te passen.
Openstaande ontwerpvragen: Hoe wordt een eventuele aanvaring opgevangen door de brug en wat voor consequenties heeft dit voor de constructie en vormgeving?
Vervorming momentenlijn leidt tot vormgeving brug
“Bros reep” structuur - inspiratie
Twee schillen
Constructie langsrichting
Impressie brug mootje
125 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Ontwerpvragen opleggingen en pijlers verkorting door voorspanning
Ontwerpvraag: 52200
verkorting door voorspanning
7
Zijn er oplegblokken nodig voor de pijlers die in de Nevengeul staan?
Oplossingsrichting:
beweging opleggingen
beweging opleggingen
Het is niet mogelijk om de brug monolitisch te bouwen, tijdens de bouwfase zijn er opleggingen nodig om de verkorting in de brug, die optreedt als gevolg van voorspanning, op te vangen. In een later
Oplegblokken zijn noodzakelijk tijdens de bouwfase om de verkorting door de voorspanning te kunnen opnemen, afstorten in een vervolg stadium is een oplossing, zodat er geen oplegbokken noodzakelijk zijn
stadium kan deze oplegging vastgestort worden, zodat er geen oplegblokken nodig zijn. Als er wel oplegblokken moeten worden toegepast, zullen deze op de lijn van de gemiddelde waterstand toegepast worden (7m. +NAP).
Openstaande ontwerpvragen: Het wel of niet toepassen van oplegblokken dient afgewogen te worden op basis van de constructieve mogelijkheden, kosten, uitvoering, bescherming, onderhoud en vervanging (de oplegblokken hebben een levensduur van ±25 jaar).
Eventuele zichtbare oplegblokken op hoogte gemiddelde waterstand (7m. +NAP)
126 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Ontwerpvragen textuur / huid van de brug (bekisting) Ontwerpvraag: Hoe zal de textuur van de huid van de brug eruit zien en hoe ziet het patroon van lijnen en naden in de huid van de brug eruit?
Oplossingsrichting (deel 1): De bekisting wordt in geprefabriceerde houten elementen vervaardigd. Het bekistingsoppervlak is geheel glad geschuurd en afgelakt, waardoor een glad structuurloos oppervlak ontstaat. De naden tussen de bekistingsdelen worden met elkaar vlakgeschuurd en zo goed als mobelijk weggewerkt.
Openstaande ontwerpvragen: Het schoonmaken/schoonhouden van de kist, voordat er gestort wordt, heeft veel te maken met het lijnen patroon dat achteraf aangebracht wordt. Dit en andere praktische punten zullen zorgvuldig moeten worden beschouwd bij de uitwerking van het nadenpatroon op de kist.
Bekisting wordt in segmenten prefab gemaakt en op de bouwplaats geassembleerd
Hoogwaardige afwerking bekisting
30
17
17
00
0m
m
Vloeiende gekromde vormen in houten bekisting
127 | i-Lent
00
00
mm
0m
m
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Ontwerpvragen textuur / huid van de brug (lijnenspel) Ontwerpvraag: Hoe zal de textuur van de huid van de brug eruit zien en hoe ziet het patroon van lijnen en naden in de huid van de brug eruit?
Oplossingsrichting (deel 2): Als uitgangspunt worden twee typen belijningen voorgesteld die nauw verwant zijn aan de vorm van de brug en het verouderings/ verweringsproces zoveel mogelijk helpen te sturen. - De driplines: een patroon van lijnen dat letterlijk de weg van de
A. Planklines
B. Hoogtelijnen
Inspiratie hoogtelijnen
C. Principal curvature
D. Driplines
Inspiratie driplines
korste weerstand volgt langs de huid van de brug, zoals waterdruppels dat doen. - Hoogtelijnen: een regelmatig patroon van lijnen die de vorm van de brug volgen op een gegeven hoogte, als een horizontale snede. Dit patroon is belangrijk voor de sturing van het water, elke hoogtelijn functioneert als een waterholletje, waardoor we de afwatering en vuilaanhechting zo goed mogeljik proberen te sturen.
Openstaande ontwerpvragen: De praktische uitwerking van deze lijnen zal in nauwe samenwerking met de bekistingsleverancier moeten worden overlegd en ingevuld.
Driplines
Hoogtelijnen
128 | i-Lent
Combinatie driplines en hoogtelijnen
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Ontwerpvragen aanlanding kade Lent (oplegging) Ontwerpvraag: Geen ontwerpvraag - bij de verdere uitwerking van de aanlanding
buitenkant beton bij uiteinde oplegging
blijkt dat hier constructief alles te krap op elkaar komt.
Oplossingsrichting: Vanuit de vormgeving kan de gekromde lijn, die de brug ter plaatse van het raakvlak met het schuine vlak van de kade maakt, iets afgevlakt worden. Hierdoor ontstaat er meer ruimte voor de oplegging. Er ontstaat echter niet voldoende ruimte, dit kan gevonden worden door de lijn van oplegging verder naar het noorden te verplaatsen. Binnen de huidige contractuele voorwaarden is geen oplossing inpasbaar. In overleg wordt naar een oplossing gezocht.
fundering richting landhoofd verplaatsen
Het lijkt er vooralsnog op dat als de oplegging (funderingsblok), in uiterste toestand, ±1,5 meter in de constructievrije zone buiten het
grens constructie vrije zone
waterscherm geplaatst wordt, niets een goede uitwerking van het ontwerp in de weg ligt.
(Kade-ontwerp indicatief, zie object 1.1.1)
Schema - voorgestelde aanpassing positie funderingsblok
(Kade-ontwerp indicatief, zie object 1.1.1)
129 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Ontwerpvragen aanlandige kade Lent (aansluitdetail) Ontwerpvraag: Hoe sluit de Verlengde Waalbrug aan op de kade aan de Lent zijde?
Oplossingsrichting: Aan de onderzijde voorzien we een kraag die het intermediar vormt tussen de brug en de kade. Aan de bovenzijde voorzien we twee driehoekige “blokken” die de fietspaden scheiden van de afsplitsende voetpaden. Deze blokken maken deel uit van de overgang van de weg naar de kade en lossen de hoogte verschillen tussen de weg en de kade op.
Openstaande ontwerpvragen: In samenspraak met de kadeontwerper en aan de hand van de benodigdheden vanuit constructie en onderhoud, zullen we de dimensies, vorm en de positie van deze kraag bepalen. Aandachtspunt aansluiting aan kade - "de kraag" (kade-ontwerp indicatief, zie object 1.1.1)
Aandachtspunt aansluiting aan kade - "de kraag" (kade-ontwerp indicatief, zie object 1.1.1)
130 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Ontwerpvraag fauna (vleermuizen en zwaluwen) Ontwerpvraag: Hoe worden de inrichtingen voor zwaluwen en vleermuizen voorgesteld?
Oplossingsrichting: Voor zwaluwen is een “eierlijst” voorzien, onder de randafwerking wordt een inkeping (150m. lengte) in het beton gemaakt waar het oppervlak zeer ruw wordt uitgevoerd. Voor de vleermuizen worden sleuven open gelaten die toegang geven tot de binnenruimte(n) van de brug. Deze binnenruimten dienen een bepaalde inrichting te krijgen voor de huisvesting van deze diertjes.
Openstaande ontwerpvragen: Er komt overleg met de ecoloog over de exacte benodigdheden voor de inpassing van deze doelgroepen.
Vleermuisvoorziening
Localisering zwaluwvoorziening (150m. lengte)
Localisering vleermuisvoorziening
131 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
4000
fietspad
1300
3250
350
14500
350
3250
1300
2400
1500 350
voetgangerszone
1500
voetgangerszone
350
fietspad
33700
Ontwerpvraag bruginrichting (voorzieningen omgeving)
Alle voorzieningen op de brug worden zoveel mogelijk met elkaar
HOV strook
Oplossingsrichting:
rijstrook
geluidsschermen op de brug?
rijstrook
Hoe wordt er omgegaan met de verlichting, doorrijbeveiligingen en
HOV strook
Ontwerpvraag:
geïntegreerd. De doorrijbeveiliging wordt een betonnen barrier die in de berm tussen de busbanen en de fietspaden staat. In dezelfde lijn worden de lichtmasten in een “customized” stuk barrier opge-
2.5%
2.5%
2.5%
2.5%
nomen. De barrier wordt opgehoogd met een strook ingeklemde glaspanelen tot de benodigde hoogte voor het geluid (1100mm. boven het hoogste punt op het wegdek). De verlichtingsmasten staan in één lijn en hebben armaturen met led-verlichting die twee kanten opschijnen, op verschillende hoog-
Voorzieningen op de brug
tes, afgestemd op de rijbaan en het fiets-/ voetpad. Aanvullend wordt er in de handrail langs de rand van de brug een lijnverlichting
295600
opgenomen. Deze verlichting is ruim onder ooghoogte gepositioneerd zodat uitzicht ‘s nachts niet belemmerd wordt.
Openstaande ontwerpvragen: - De verlichtingsmasten op de brug zullen moeten worden af-
kazemat
gestemd met verlichting van de Parmasingel en de bestaande Waalbrug. - Er bestaan nog een aantal tegenstrijdigheden in de positionering van de geluidsschermen, zo moet calamiteitenverkeer op het landhoofd Veur-Lent ergens door de geluidsschermen heen en bij de kruising Parmasingelbrug moeten de geluidsschermen ergens stoppen en weer beginnen. - Er moet een kazemat ter plaatse van de aanlanding Lent in het maaiveld ontwerp worden ingepast, de raakvlakken met de brug zijn nog niet geheel in kaart gebracht. 17000
Lichtmasten en barriers/geluidswerende voorzieningen maken deel uit van een groter geheel
132 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
afschot
reservering goot
scherm +1,1m t.o.v. alignement
goot afschot
reservering goot afschot
goot afschot
klasse H2
scherm +1,1m t.o.v. alignement
De lichtmast is recht (niet gekromd) en gepositioneerd tussen het fietspad en de busbaan
stepbarrier klasse H2
scherm +1,1m t.o.v. alignement
Berm geïntegreerd met barrier
goot
afschot
Barrier met geïntegreerde verlichtingsmasten en glazen geluidsvoorziening
133 | i-Lent
stepbarrier klasse H2
stepbarrier klasse H2
scherm +1,1m t.o.v. alignement
Ontwerpvraag bruginrichting (integratie voorzieningen)
goot
afschot
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
134 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Bruggen: Promenadebrug (1.3.2) Ontwerpvragen In dit hoofdstuk worden de belangrijkste ontwerpvragen besproken die aan bod kwamen tijdens het verdere ontwerpproces tijdens de VO-fase. Eerst worden de vragen geïdentificeerd en toegelicht. Per vraagstuk wordt aangegeven welk antwoord mogelijk is en met welke richtinggevende principes de hoofdlijnen uitgezet kunnen worKade is leidend - straat is continu
den in het vervolgtraject. Dit wordt onderbouwd, waarbij cruciale stappen in het ontwerpproces worden beschreven.
Contact met Kade en Veur-Lent De plaats waar de Promenadebrug aankomt op de Kade en op het eiland Veur-Lent vinden verschillende ‘gebeurtenissen’ plaats. De brug verankert zich hier in zijn omgeving, sluit aan of onderscheidt zich. De Kade is leidend. De bestrating in straatbakstenen loopt vanop de brug door tot op de Kade en op het eiland, zodat hier een continue straat/boulevard gecreëerd wordt. Brugeinde gemarkeerd met verticaal randelement
Om het brugeinde te markeren is het randelement voorzien van een eindblok. Net als het randelement wordt hiermee ook de leuning beëindigd, zodat de afwerkingselementen van de Kade en bestrating op Veur-Lent hierop kunnen aansluiten. Het eindelement heeft net zoals de andere randelementen een lengte van 2m en is voorzien van een verticaal omhoog geplooid betonnen deel. Dit verticaal element markeert het brugeinde. Dit verticaal element is op een verfijnde manier gedetailleerd waarbij de vormentaal geïnspireerd is op de Jugendstil. Bij de landhoofden loopt de kade vrij onder de brug door. De landhoofden en bijhorende keerwanden zijn niet meer dan een snede in de talud van de Kade. De landhoofden zijn ‘geland’ in de Kade, zijn geen deel ervan, maar een secundaire toevoeging.
Henry Van De Velde - Jugendstil/Art Nouveau stoel
135 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Inleiden dwarskracht op pijlers Om de dwarskrachten in de betonnen brugdekschaal af te leiden naar de steunpunten en over te brengen op de pijlers zijn voorzieningen nodig. De volgende mogelijkheden kunnen beschouwd worden: - Geen openingen in het brugdek voorzien en er zullen geen concentraties aan dwarskrachten in de schaal voorkomen. - Gebruik van meer beton in de brugdekschaal: a. Globale verdikking van de brugdekschaal b. Lokale verdikking brugdek ter hoogte van het steunpunt - Toevoeging van een kapiteel a. Stalen kapiteel b. Betonnen kapiteel, integrale verbinding pijler en
brugdek.
Al deze opties zijn naast elkaar gelegd, waarbij zowel hun constructieve als architecturale impact (beeldkwaliteit) beoordeeld is.
Evolutie: geen inleiding dwarskrachten
-
pen met stalen kapiteel
-
integrale verbinding pijler en dek
Er kan onmiddellijk vastgesteld worden dat de eerste optie niet aanvaardbaar is, immers de passages doorheen en onder het brugdek zijn onderdeel van het globale concept. Het globaal verdikken van de schaal is dan weer inefficiënt, een lokaal probleem wordt aangepakt met een lokale oplossing. De nodige betonhoeveelheden zullen drastisch verhogen. De schaal kan ook lokaal ter hoogte van de steunpunten verdikt en verzwaard worden. De pijlers en het brugdek zijn hierbij echter slechts punctueel met elkaar verbonden doormiddel van een oplegtoestel. Dit oplegtoestel moet eenvoudig toegankelijk en onderhoudbaar zijn. Daarom is deze oplossing niet ideaal vanuit duurzaamheid. Om de overgang en verbinding tussen de pijlers en het brugdek vorm te geven wordt teruggegrepen naar elementen uit de Oudheid. Kariatiden dragen een kroonlijst en fronton, maar nooit rechtstreeks op hun hoofd. Deze mens-zuilen zijn steeds voorzien van een kapiteel op het hoofd, wat voor de afwerking en omlijsting van het beeld zorgt en de overgang naar de bovenliggende structuur. De bovenliggende structuur staat op een sokkel en niet meer op een pen.
136 | i-Lent
Kariatiden van het Erechteion
Kariatide zonder en met kapiteel
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Het kapiteel kan vormgegeven worden in verschillende materialen en vormen. Een eerste optie die onderzocht werd, was de toepassing van een stalen schoen tussen pijler en brugdek. Deze oplossing voor de verbinding zorgt echter voor een accentuering van het onderscheid tussen pijler en de betonnen schaal, wat niet wenselijk is. Deze stalen schoen en oplegtoestel dienen ook eenvoudig toegankelijk en onderhoudbaar te zijn. Deze oplossing is dus niet ideaal vanuit duurzaamheid. De pijler en het brugdek kunnen door een lokale verbreding van de pijler en verdikking van het brugdek integraal met elkaar verbonden worden. De verbreding van de pijler fungeert als kapiteel. De pijlers lopen over in het brugdek en omgekeerd. De verdikking is elliptisch tegen het brugdek en gaat over in een cirkelvormige doorsnede op de pijler. Het beton van de pijler en het brugdek heeft een andere oppervlakte afwerking en is gescheiden van elkaar met een negatieve voeg. De knik in de onderzijde van het brugdek volgt deze elliptische doorsnede van de pijler in plan zodat brugdek en pijler op elkaar aansluiten. Dit zorgt voor lokale verdikkingen van het brugdek ter plaatse van de pijlers. Alle pijlers zijn identiek en oplegtoestellen worden vermeden. Deze oplossing is daardoor duurzaam en bovendien wordt vermeden dat een moeilijk te inspecteren en onderhou-
Opbouw geometrie pijlers (1:ellips, 2: cirkel, 3: ellips)
Onderzijde brugdek zicht op pijlerkoppen
den knooppunt ontstaat.
A
B
C
D
E
F
G
a. opbouw aan hand van topellips, middencirkel en bodemellips b. verdelen van snedevlakken c. bepalen snijpunten met snedevlakken d. constructie van donut voor afronding in snijpunten middencirkel e. raaklijnen vanuit snijpunten top- en bodemellips aan donut f. constructie van regelvlakken voor geometrie g. bekisting
De vormgeving is op deze manier eenvoudig te beheersen en te controleren. Het laat tevens toe om de plaatsing van bekisting en wapening nog beter af te stemmen op de gewenste geometrie. Er kunnen drie bekistingszones onderscheiden worden: het onderste deel (van ellips naar cirkel) wordt gebouchardeerd uitgevoerd. De hals van de pijlers kan glad bekist worden, terwijl de kop van de pijler dan weer een plankenmotief volgens de benaderde geometrie kan krijgen.
137 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Pakket wegdek Op de Promenadebrug worden straatbakstenen geplaatst als afwerkingslaag. Deze bestrating loopt door tot op de kade en op de weg op Veur-Lent zodat de brug geen onderbreking vormt in de verblijfsruimte. De opbouw van het wegdek is als volgt: - Betonnen draagstructuur; - Waterdichting, meerlaags bitumen; - Drainagemat (+/- 22m); - Zandbed (+/- 60mm); - Straatbakstenen Waalformaat (bxhxl:50x85x200mm). De straatbakstenen hebben een gele, beige kleur, zijn getrommelde handformaat stenen, van het type Auraton. De stenen worden in halfsteensverband gelegd, met de lengterichting in de transversale richting van de brug. Straatbaksteen Auraton getrommeld Waalformaat
Het niveau van de afwerking volgt de doorbuiging van de structuur, hoogteverschillen worden opgevangen in de structuur. De toe te passen zeeg dient rekening te houden met bepaalde vervormingen om bijvoorbeeld de nodige afwatering te blijven garanderen.
straatbakstenen Waalformaat halfsteensverband zandbed (+/- 60mm) drainagemat (+/- 22mm) waterdichting betonnen draagstructuur
Opbouw bestrating brugdek
138 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
HWA Er kunnen twee HWA-systemen onderscheiden worden, deze op de voet- en fietspaden en deze op de rijbaan.
straatbakstenen Waalformaat halfsteensverband
Enerzijds wateren de hellende vlakken en het benedendek, de zones
zandbed (+/- 60mm)
voor voetgangers en fietsers af naar brugdekkolken die op een regelmatig afstand voorzien zijn. De uitkragende voet- en fietspaden hellen 2.5% naar het midden. In de knik tussen de voet- en fietspaden en de hellende vlakken is elke 5m een kolk voorzien. De kolken worden zichtbaar gehouden en maken deel uit van het ontwerp als ritmisch terugkerend onderdeel. Het water, verzameld door deze
drainagemat (+/- 22mm)
rooster brugdekkolk
tweelaagse brugdekkolk
waterdichting betonnen draagstructuur
kolken, wordt via geschilderde inox afvoerbuisjes rechtstreeks afgevoerd in de Nevengeul. Aan de onderzijde van de betonnen schaal zijn holtes ingestort die dienst doen als afdruiplijst zodat de buisjes niet uit het brugdek steken. Opbouw brugdekkolk ingestorte uitsparing - druiplijst
De brugdekkolken zijn tweelaags, zodat het water dat door de bestrating dringt via een drainagemat afgevoerd kan worden en alsnog in de Nevengeul belandt. De rijbaan, anderzijds, is voorzien van twee open goten, geïntegreerd in de stootrand die het regenwater afvoeren tot achter de landhoofden en daar opgevangen worden door straatkolken. Bij grote stortbuien (200l/ha/s) zullen deze open goten niet alle regenwater in hun open doorsneden kunnen verwerken en zal op ongeveer 60cm van de rijbaan ook water komen te staan, indien gesteld
Ritmiek brugdekkolken - afvoer naar landhoofden
wordt dat geen water door de bestrating dringt. De opengoten lopen door tot over de landhoofden, over de voegen. Daarna wordt het regenwater van elke goot opgevangen in 2, in de lengte achter
betonnen draagstructuur
elkaar geplaatste, straatkolken. Voorgesteld wordt daarna aan te sluiten op de algemene HWA-voorzieningen op de Kade. Ook onder de stootrand loopt de drainagemat door, zodat alle door-
conische uitsparing
gesijpeld water op alle niveaus via de tweede afwateringslaag door de brugdekkolk afgevoerd kan worden. inox afvoerbuisje geschilderd
Detail afvoerbuisje en onderzijde brugdek
139 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Ontwerpstudie: verlichting De verlichting doet denken aan straatverlichting in een binnenstad, warm en vriendelijk en zich onderscheidend van de verlichting van een doorgaande weg. De verlichting is minimaal en geïntegreerd in het meubilair. Overal wordt LED-verlichting gebruikt. De verlichting van de voet- en fietspaden kan geïntegreerd worden in de leuningen. Hiervoor zijn elke 2m stijltjes voorzien met oplichtende kopjes, die zowel het loopvlak verlichten als zorgen voor gezichtsherkenning. Dit licht is warm van kleur. De bekabeling van deze verlichting kan onder de bestrating tegen het randelement gelegd worden en door het randelement en de stijltjes tot aan de verlichtingskopjes lopen. De rijbaan kan worden aangelicht door verlichtingselementen in de stootrand die ook warm van kleur is en eenzelfde ritme kent als de kopjes in de leuning. Deze LED-verlichting is tevens bestand tegen dooizouten, vorst en water. De bekabeling van deze verlichting ligt aan de achterzijde van de stootranden die voorzien zijn van doorvoeren en uitsparing voor het aanbrengen van de verlichtingsarmaturen. Om de ruimte onder de brug aan te lichten zijn aan weerszijden van de passerelles 3 LED-spots geplaatst met een koude kleur. De armaturen worden aan de rand van de passerelles bevestigd net onder de randelementen en zijn gericht naar de onderzijde van de betonnen schaal. Deze verlichting verhoogd tevens de sociale veiligheid in de onderdoorgangen. Om verblinding van de gebruikers te vermijden is een goede afstelling (keuze spiegels, diafragma’s, enz.) van groot belang voor alle verlichtingselementen.
140 | i-Lent
Verlichting in leuning
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Beton uitvoering Het brugdek, de pijlers en landhoofden met keerwanden en de randelementen en stootranden zijn opgetrokken uit zichtbeton. Hun samenstelling en oppervlakte behandeling is echter niet hetzelfde. Het beton voor het brugdek, de pijlers en de landhoofden hebben eenzelfde betonsamenstelling. Een zo licht mogelijk grijs als kleur voor deze elementen wordt als doel gesteld. De landhoofden en pijlers dienen gebouchardeerd te worden om een ruw karakter te krijgen en het onderscheid te tonen met de gladde glanzende brugdekschaal. De onderzijde van het brugdek dient zo glad mogelijk te zijn en glanzend. Om dit resultaat te kunnen bereiken is speciale aandacht voor de bekisting noodzakelijk (afstandhouders, aansluitingen, randen, …). Dit glanzend uiterlijk kan bereikt worden door een aangepaste bekisting, die heel glad is. Voor elke oppervlakteafwerking zijn testen nodig om het resultaat te kunnen beoordelen.
Kop van Kessel-Lo: prefab betonnen gevel elementen, referentie beige kleur
De randelementen en stootranden zijn geprefabriceerd en hebben een betonsamenstelling die aansluit bij de gekozen straatbakstenen en de gebruikte steen op de kade (Portugese graniet). Deze elementen hebben allemaal een gele of beige toets. Een beige beton zal hiervoor dienen samengesteld moeten worden en op basis van proefmonsters bepaald worden. Deze elementen zijn glad bekist en hun oppervlakte is niet nabehandeld.
Glanzend glad beton door gladde bekisting
Proefmonster: verschillende gradaties van boucharderen en pikeren
141 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
straatkolken in verlengde open goot
Voegovergangen De voegovergangen en oplegtoestellen dienen eenvoudig te inspecteren en te onderhouden zijn. De voegovergangen dienen verplaatsingen op te nemen van +/- 53mm. Er worden rubber voegprofielen toegepast, die vervorming kunnen opnemen. De voegovergang loopt over de hele breedte van de brug, zodat alle water verzamelt
afdekplaat stootrand
in de open goten op de rijbaan en verder hierin zal lopen achter het doorlopende stootrand
landhoofd. De voegovergang volgt het profiel van rijbaan, goot, hellend vlak en voet- en fietspad. Toepassing van deze voegovergang en het door laten lopen van de
doorlopende mattenvoeg
brugdekafwatering over deze voeg laat toe om het regenwater van het wegdek op te vangen in straatkolken achter het landhoofd. Zo dienen geen bijkomende inspectie voorzieningen getroffen te worden onder de voeg achter het landhoofd.
gebouchardeerd betonvlakken
De prefab stootranden zijn op de voegovergangen lokaal onderbroken en afgedekt met een staalplaat die dezelfde vorm volgt en de verplaatsingen aan de voeg kan opvangen.
gebouchardeerd betonvlakken
Landhoofd met voegovergang
142 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Randelement
Stootrand
De randelementen zijn geprefabriceerd en hebben een lengte van
De stootranden zijn geprefabriceerd en hebben een lengte van
2m en een breedte van 45cm. De elementen zijn voorzien van een
2m. De elementen doen dienst als afrijbeveiliging, open goot en
druiplijst en een licht hellend bovenvlak. Zo wordt stagnerend water
zijn voorzien van de verlichting voor de rijbaan. De verlichtingsar-
en een watersporen op het beton vermeden. Bevestigingspunten
maturen steken niet uit het betonnen element, maar zijn volledig
voor de leuning en het brugdek zijn geïntegreerd, alsook doorvoeren
geïntegreerd. De onderzijde van de betonnen stootranden is voor-
voor de bekabeling van de verlichtingselementen. De randelementen
zien van groeven met een breedte van 20 of 30cm waaronder de
volgen de lijn van het betonnen brugdek en bijgevolg ook van moge-
drainagemat kan doorlopen zodat het ingedrongen water naar de
lijke vervormingen. De randelementen lopen op de brug door tot op
brugdekkolken op het niveau van voet- en fietspad afgevoerd kan
de landhoofden en worden beëindigd met een eindelement.
worden. Bevestigingspunten zorgen voor een goede verbinding met het brugdek. Zowel de randelementen als de stootranden liggen in de lijn van de bestrating en vormen zo een geheel. Hierdoor wordt langs de bovenzijde het karakter van een schaal geaccentueerd.
Geometrie stoorand, geïntegreerde goot en aanstraalverlichting
Geometrie randelement en leuning
143 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Leuning De leuning is licht en transparant en draagt zo bij tot de beleving van het brugdek als schaal op de brug. De tussenafstand tussen de slanke stijlen van 1,1m lengte met een doorsnede van 16x16mm bedraagt 125mm. Op deze vierkante stijlen is een handreling bevestigd met een diameter van 40mm. Naast de stijlen van de leuning zelf kunnen er elke 2m secundaire lagere stijlen zijn met gekantelde kopjes voorzien van LED-modules. De bekabeling van deze LEDverlichting loopt dan in de stijlen naar boven (ontwerpstudie verlichting). De leuning is licht naar de binnenzijde van het brugdek gekanteld (helling 1:10) zodat de vervormingen van het brugdek geen visueel
Vervorming van leuning bij doorbuiging uitkraging - rechte leuning vs naar binnen hellende leuning (1:10)
storend effect heeft op de leuning. Alle stijlen zijn gelast op een voetplaat die doormiddel van dopmoeren bevestigd is aan de randelementen. Alle elementen van de leuning zijn uitgevoerd in inox, geschilderd met een beige verf om een verhoogde duurzaamheid te garanderen. Lichte, transparante leuning op brugdekschaal
Zitbanken Net als de leuning zijn de zitbanken bij voorkeur licht en transparant om de massiviteit en schaalvorm van het brugdek te benadrukken. De banken hebben een lengte van 4m en staan in de knik tussen het hellend vlak en het voet- en fietspad. De eindtraveeën van de brug zijn voorzien van 2 banken per zijde, terwijl de andere traveeën over 3 banken beschikken. Het zitvlak wordt gevormd door spijlen met een doorsnede van 16x16mm en een tussenafstand van 20mm. De spijlen worden omgebogen en komen toe dwarsdragers die op 100mm boven het bestratingsniveau liggen. Elke 50cm vormt een stijl ook de steunpunten van de bank op een voetplaat ingewerkt in de bestrating en volgens dezelfde richting. Alle elementen zijn uitgevoerd in inox en vervaardigd uit een geplooi-
Open transparante zitbanken
de uitgesneden staalplaat, geschilderd met een beige verf om een verhoogde duurzaamheid te garanderen. Doordat de banken open zijn aan de onderzijde kan hier geen vuil en afval verzamelen en ophopen.
Open banken met stalen strips in New York
144 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Onderdoorgangen
Continue loop randelement en leuning
Om te voldoen aan de vereisten van het bouwbesluit is de vormgeving van de openingen in het brugdek nader bekeken. Zo kan er een vrije hoogte van 2,35 m gegarandeerd worden inclusief enige reserve om rekening te houden met mogelijke vervormingen van de betonnen brugdekschaal. De passerelles hebben een variabele breedte, van 1,8m tot 3,5m. De onderdoorgangen voegen een extra belevingsruimte toe aan de brug, namelijk zijn onderzijde, de binnenkant van de schelp. Rond de openingen en de passerelles lopen het randelement en de leuning rondom door en maken deze een continue beweging.
Geometrie doorgangen
De onderdoorgangen voldoen aan het bouwbesluit, een doorloophoogte van 2,35m. De passerellen zijn hellend naar beneden, aan 7%, over een hoogteverschil kleiner dan 50cm, zodat deze helling ook voor rolstoelgebruikers geen probleem vormt. Deze grotere helling is noodzakelijk om aan deze doorloophoogte te voldoen. Daarnaast zorgt deze grotere helling ook voor een sterker uitnodigen en binnentrekken van de mensen in de buik van de brug, onder de schaal
145 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
146 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Bruggen: Citadelbrug (1.3.4) Belangrijkste ontwerpvragen Het ontwerpproces van de brug bevindt zich in een tussenfase richting VO++. Het architectonisch ontwerp is beschouwd i.r.t. de contracteisen en (technische) haalbaarheid. De functionele eisen zijn door de verschillende partijen nagelopen en eventueel aangescherpt. De geformuleerde ontwerpopgaves zijn sterk gerelateerd aan de constructieve / technische uitwerking van de hoofddraagconstructie (pijlers, liggers). Daarnaast is een slag gemaakt in de architectonische uitwerking van de plankelementen en hekwerken. De technische en constructieve ontwerpvragen die zijn beschouwd, zijn veelal niet van invloed op de visie. Een aantal vraagstukken raakt wel aan de visie op ruimtelijke kwaliteit van het project als geheel. De opgaves die van invloed zijn het niveau van de visie zijn: • Aanlandingen (aansluiting brug op omgeving) • Plankelementen • Voegen brugdek • Aignementen (hoofdvorm brug) • Tussensteunpunten
Aanlandingen Een belangrijke ontwerpvraag, die ook bij de afronding van het VO
Het geprofileerde plankelement is niet langer nodig. De materialise-
aan de orde is geweest, betreft de aanlandingen van de brug. De
ring van de planken is in onderzoek in relatie tot de constructie. Er
ambitie is de brug in het landschap door te trekken zodat deze inte-
wordt vooralsnog uitgegaan van twee typen planken: hout en beton.
graal onderdeel uitmaakt van het padenstructuur; de brug als pad.
Het profiel van de brug wordt doorgezet in de aanlanding. Brug en
De optische verlenging van de brug zorgt voor een zachte grens
aanlanding vormen hierdoor een consistent en eenduidig geheel. De
tussen brug en landschap. De Citadelbrug bestaat uit drie delen: de
dwarsdoorsnede van de brug wordt doorgezet in het landhoofd en
brug en de twee verlengde aanlandingen. De brug en de aanlandin-
de rest van de aanlanding. De doorgaande strook strookplankele-
gen gaan in vorm en materiaal naadloos in elkaar over.
menten in het landschap zorgt dat de brug onderdeel wordt van de parkpaden.
In het VO was een geleidelijke overgang van brug naar pad voorzien. De in het landschap doorgetrokken betonranden zorgen voor
In het huidige voorstel zijn langs beide randen van het opgetilde
continue, doorgaande lijnen. Tussen deze verhoogde betonstroken
pad stepping stones opgenomen. De plankelementen wisselen hier
ligt het pad. Deze bestaat uit een half-verharding waardoor er ook
om en om in lengte om ruimte bieden aan een de verticale beto-
gras en planten langs de randelementen kunnen groeien. De weg
nelementen. Deze vierkante zuilen staan in het maaiveld en zijn in
slijt zich in als een olifantenpaadje en aantakkende paden wegen
materiaal en afwerking gelijk aan de betonplanken.
worden op natuurlijke wijze opgepakt in de hoofdvorm. Brug en pad gaan vloeiend in elkaar over. Er is geen heldere grens is tussen land-
Op de aanlanding aan de zijde van het eiland moet nog verder wor-
schap en kunstwerk.
den gestudeerd. Voor de uitwerking van deze aanlanding is verdere
In het VO-voorstel werd het landschap (pad en begroeiing) de brug
afstemming nodig met de paden in het Rivierpark. Voor het vastleg-
opgetrokken. Dit leverde bij nader inzien complexe overgangen en
gen van de alignementen dient ligging van de paden en reliëf op
een veelheid aan plankelementen. Daarnaast zitten er vanuit beheer
korte termijn (voor start DO) helder te worden vastgelegd.
en onderhoud nadelen aan deze uitwerking. De aanlandingen zijn kwetsbaar en gevoelig voor uitspoeling. Dit sluit niet aan de wens de brug een helder en robuust beeld te geven. Nu wordt voorgesteld de plankelementen van het brugdek door te trekken in het landschap. De brug loopt dan als opgetild pad door in de omgeving. In plaats van het landschap de brug optrekken wordt de brug doorgetrokken in het landschap. Dit principe levert een helder en sterk beeld dat aansluit bij de uitgangspunten van de brug en het park.
147 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Voegen brugdek Het brugdek is opgebouwd uit plankelementen die de volle breedte (5,7m) van de brug beslaan. Tussen de losse plankelementen bevinden zich open voegen. De voegen spelen een belangrijk rol in het beeld en de beleving van de brug. Ze versterken de leesbaarheid van de losse plankelementen vanuit de omgeving en vanaf het dek. Daarnaast geven de kieren een subtiele relatie (zicht en geluid) met het stromende water. In het VO was als voegbreedte 30 mm voorgesteld, gemeten op de as van de brug. Door de slingerende vorm van de brug zijn de voegen dan tussen de rechthoekige elementen in de buitenbocht ruimer (circa 50mm) dan in de binnenbocht (circa 10mm). Vanuit bruikbaarheid en veiligheid is gekeken of deze voegmaat kan worden verkleind. Er wordt een voegmaat van 20mm voorgesteld (CROW-richtlijn openbare toegankelijkheid openbare ruimte) op de as van de brug. Voor de maatgevende situatie ( boogstraal van 125m i.c.m. met betonnen plankelementen met h.o.h. maat van 600mm) bedraagt de maximale breedte in de buitenbocht 32mm. In de binnenbocht zal de voeg 7mm breed zijn. De minimale voegbreedte doet zich maar op een klein deel van brug voor. De precieze maatvoering van plankelementen en voegen vraagt om een bouwwijze waarbij de elementen nauwkeurig kunnen worden gesteld. Na plaatsing van de hoofdliggers worden de plankelementen ingemeten en ingeboord. Er wordt geen gefixeerde instortvoorziening opgenomen in de liggers. De plankelementen worden op rubber opleggingen op de hoofdliggers geplaatst, waarbij in verticale richting gesteld kan worden. Om de voegen zo open mogelijk gehouden is het dwarsprofiel van de plankelementen geoptimaliseerd. Deze krijgen een lichte afschuining zodat de voegen zo open mogelijk zijn zonder dat deze op het brugdek te ruim worden. De trapeziumvormige maakt dat de losse plankelementen beter leesbaar zijn, zowel vanaf de brug als vanuit omgeving.
148 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Alignementen De brug heeft een slingerende hoofdvorm die is opgebouwd uit boogstralen. Het zij – en bovenaanzicht wordt bepaald door vloeiende, doorgaande lijnen. In de hoofdvorm bevinden zich geen knikken; de liggers en het brugdek zijn niet gesegmenteerd. Het voorspellen van de krommingen in de voorgespannen betonliggers is erg moeilijk. Dit risico is beter beheersbaar als er per liggerveld 1 boogstraat wordt toegepast. Het verticale en horizontale alignement van de brug is enigszins aangepast, waarbij de omslagpunten nu boven de liggers komen. De aanpassingen in het alignement zijn ten opzichte van het VO minimaal en hebben geen wijzigingen gebracht in maatgevende hoogtes, hellingen of doorvaartprofiel. De betonliggers zullen massief worden uitgevoerd en worden onderling gekoppeld t.b.v. de stabiliteit. De maatvoering van de liggers is doorgerekend. Op dit moment wordt voorgesteld dat de liggers een maat krijgen van 1200x900mm (100mm breder dan in het VO). De extra breedte is aan de brugaszijde van de ligger toegevoegd zodat de maat van het overstek ongewijzigd blijft. De aanpassing van het alignement en de uitwerking van de liggers hebben geen invloed op het beeld van de brug.
149 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Tussensteunpunten De betonnen pijlers worden opgebouwd uit prefab elementen. Door de plaatsing van de voegen (niet in één lijn met de openingen) en minimale voeg tussen de elementen (5mm) leest het object als één geheel. De vellingkanten van 10mm geven strakke, scherpe randen aan het betonnen element. De pijlers vormen autonome objecten onder het slingerende brugdek. Voor het betonoppervlak geldt als uitgangspunt dat deze over het gehele element gelijk is. De pijlers en hoofdliggers worden uitgevoerd in gelijke betonkleur zodat de onderbouw één geheel vormt. Kleur en oppervlakteafwerking moet worden bepaald in een later stadium. Voor de precieze grijstint is van belang eerst zicht te krijgen op de materialisering en kleurstelling van de overige brugdelen.
150 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Open ontwerpvragen In de periode tot de start van het DO zijn er verschillende opgaven om op te pakken. De belangrijkste open vragen zijn:
Stabiliteit in langsrichting De brug is statisch bepaald. Er wordt gekeken of dit kan qua stabiliteit in de langsrichting.
Aanlandingen De aanlanding aan de eilandzijde dient verder te worden uitgewerkt. Hierbij komen onder andere de stepping- stones aan bod.
Opleggingen liggers De oplegpunten van de liggers op de pijlers worden in de maat gezet om te checken of dit past. De schuinstand van de pijlers t.o.v. het dek maakt deze knoop een belangrijk punt in de engineering van de brug.
Betonkleuren hoofdelementen De grijstinten van de onderbouw i.r.t. het brugdek. Voorstel is om de pijlers en liggers in een donkere betonkleur uit te voeren. Dit zijn de brugdelen die het sterkst zullen vervuilen. In contrast met de onderbouw krijgt het brugdek krijgt een lichtere grijstint mee. De betonplanken en het vergrijsde hout (Azobé) vormen in kleur één geheel.
151 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Dimensionering plankelementen De dikte van de plankelementen is in het VO 270mm. De wens is
Voor de houten balken is gekozen voor Azobé. Het onbehandelde
deze hoogte terug te brengen zodat het brugdek een ranker aan-
hout sluit in kleur aan op het beton. Aandachtspunten bij de uitwer-
zicht krijgt. De dimensionering van de planken hangt ook samen met
king zijn:
de beleving van de voegen.
• Tabse vorm / afschuiningen
De plankelementen zullen nader constructief beschouwd worden
• Stroefheid brugdek
waarbij tevens de uiteindelijke materiaalkeuze (hout of beton) betrok-
• Koppeling hoofdliggers (sparingen, bevestiging)
ken wordt. Het streven is de dikte nog enigszins te kunnen beper-
• Koppeling balusters (RVS koppelstuk)
ken. De materialisering (hout, beton) van het brugdek is gerelateerd aan de dimensionering van de plankelementen. In de uitwerking van
Uitwerking hekwerken
het brugdek en de aanlandingen speelt ook de kostencomponent
De uitwerking en materialisering van het hekwerk is opgepakt. De
een belangrijk rol. Temeer de plankelementen op verschillende loca-
balusters worden uitgevoerd in dezelfde houtsoort als het brugdek;
ties in het park terugkomen.
Azobé. De RVS staalkabel bestaat 19 gelijke strengen zodat deze niet grof aanvoelt. De RVS koppelingen (ringen, koppelplaat) krijgen
Architectonische uitwerking plankelementen
een mat oppervlak. In de komende fase dient bemonstering van het
Vooralsnog wordt uitgegaan van een brugdek day bestaat uit een
hekwerk te worden voorgelegd. Aandachtspunten bij de verdere
betonnen en houten deel. De architectonische uitwerking van de
uitwerking zijn:
plankelementen is bepalend voor beeld en gebruik van de brug. In
• Koppelingen plankelementen (beton / hout)
samenwerking met leveranciers wordt gekeken naar de mogelijkhe-
• B&O (vervangbaarheid)
den. In de komende fase dient bemonstering van de elementen te
• Afspannen kabels (o.a. verdeling)
worden voorgelegd.
Voor de betonnen plankelementen gelden de volgende eisen / uitgangspunten: • Prefab betonelement met robuuste uitstraling • Plankelement vormt één geheel in kleur en materiaal • Ruw, onregelmatig bovenvlak:
- gestructureerd betonoppervlak met zichtbaar toeslag materiaal
- onregelmatig oppervlak met maximale hoogteverschillen van circa 10mm
- mogelijke technieken: stralen, wassen, zuren, boucharderen, reliëfmatten of combinatie
• Onderzijde en zijkanten uit strak, vlak beton • Vellingkanten 5 / 5 mm onderzijde en zijvlakken • Sparingen opnemen t.b.v. koppeling hoofdliggers • RVS plaat meestorten t.b.v. koppeling balusters
152 | i-Lent
Bevestiging balusters op het brugdek (wordt nog geoptimaliseerd ivm stroming van het water)
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
153 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Concept: trap lineair aan snelbinder als entree naar rivierpark en kade
154 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Bruggen: spoorbrug en snelbinder (1.3.3) Stijg- en daalpunten ontwerpvraag: Onderzoek de mogelijkheid van het maken van een heldere entree vanaf de snelbinder naar het rivierpark. Is het mogelijk de trap van Snelbinder naar rivierpark in langsrichting van de Snelbinder te plaatsen, zodat er een heldere, veilige en overzichtelijke entree ontstaat? Er dient gekeken te worden naar, aanleghoogtes, aanlanding op maaiveld, invloeden van water bij overstroming trappen, materialisering en kleur(en), bordes aansluiting met kade. 3
oplossingsrichting:
3
Het maken van een eenduidige verbinding tussen snelbinder en
© aTA - architectuurcentrale © aTA - architectuurcentrale Thijs Asselbergs,Thijs 2012 Asselbergs, 2012
maaiveld rivierpark.
Concept: trappen vormen een entree naar rivierpark en kade. WERKNAAM, PLAATS ONDERWERP, DAG MAAND 2008
WERKNAAM, PLAATS ONDERWERP, DAG MAAND 2008
155 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
156 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Bruggen: Parmasingelbrug (1.3.6) Ontwerpvragen: Het maken van een heldere verbinding van noord naar zuid over de
Ter plaatse van de Parmasingelbrug is een minimale constructie-
parmasingel die aansluit op het profiel van de Mauritssingel.
hoogte beschikbaar. Om een enkele overspanning van de Parma-
Er dient gekeken te worden naar doorrijhoogte 4.40 meter, materia-
singelbrug mogelijk te maken is meer constructiehoogte benodigd.
liseren landhoofden en zijkanten brug, inpassen trappen , inpassen
Enerzijds wordt het alignement van de Prins Mauritssingel ca 15 cm
optie en maatvoering lift(en) , inpassen geluidsschermen, inpassen
hoger gelegd, zodanig dat een comfortabel wegalignement wordt
bushalte(s) , inpassen verlichting, veilgheidsvoorzieningen (barriers
gewaarborgd. Dit is echter voor een enkele overspanning van ca 31
ontbreken) doorzetten ivm veiligheid en continuïteit wegprofiel. Tot
meter nog niet voldoende.
slot dient aandacht gegeven te worden aan uitvoering twee kleine bruggetjes over de Parmasingel.
Om de benodigde extra contstructiehoogte te verkrijgen kan overwogen worden om bovengenoemde veiligheidsmarge te laten ver-
Oplossingsrichting:
vallen. Dit is binnen de CROW toegestaan voor bijzondere situaties.
Het maken van een brug met een ruime transparante kolom vrije en sociaalveilige doorgang, die past in de lijn van de reeds bestaande bruggen.
Toelichting op de doorrijhoogte De Parmasingel wordt ontworpen als Erftoegangsweg conform de richtlijn CROW 164 D. Hierin wordt voor de doorrijhoogte uitgegaan van de volgende opbouw: - maximale voertuighoogte 4,0 m, - 0,25 m voor voertuigbewegingen, - 0,25 m veiligheidsmarge - 0,10m reservering voor een overlaging De 0,10m reservering ten behoeve van overlaging wordt in het ontwerp van de Parmasingelbrug niet meegenomen, omdat er vanuit gegaan wordt dat de toplaag van de asfalt verharding bij onderhoud wordt vervangen en van overlaging in principe geen sprake zal zijn. Voor de Parmasingelbrug wordt derhalve uitgegaan van een minimale hoogte van 4,50m onder de brug.
157 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
158 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
159 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Binnendijksgebied: Hoge Bongerd (1.4.2)
Binnendijksgebied: Watersingel (1.4.4)
Binnendijksgebied (1.4), Hoge Bongerd (1.4.2)
Watersingel (1.4.4)
De Hoge Bongerd is het toekomstige stedelijke gebied tussen de Lentse Kade en de Watersingel. Stedenbouwkundige uitwerking van dit gebied behoort niet tot de scope van i-Lent.
Ontwerpvraag • Met het oog op de oplevering van de fysieke structuren is meer inzicht gewenst in de toekomstige stedelijke structuur én eventueel tijdelijk gebruik van de Hoge Bongerd.
Oplossingsrichting • Afgesproken is dat de opdrachtgever eerst de stedenbouwkundige opzet op Masterplanniveau uitwerkt, zodat i-Lent een daarop afgstemd maaiveldontwerp kan uitwerken. Ruim voor de uitvoering wordt bepaald of gestart wordt met de uitvoering van het Masterplan of dat het gebied anders wordt opgeleverd, met het oog op tijdelijk gebruik.
160 | i-Lent
De watersingel vormt onderdeel van het toekomstige stedelijke gebied de Hoge Bongerd / de Stelt.
Ontwerpvraag • Hoe kan de Watersingel zo continu mogelijk doorlopen onder de Parmasingelbrug? • Welk profiel / betekenis krijgt de watersingel in het toekomstige stedelijke gebied?
Oplossingsrichtingen • De continuiteit van de Watersingel vormt uitgangspunt bij het ontwerp van de Parmasingelbrug en de duikers (zie object 1.3.6). • Gemeente Nijmegen start een verkenning naar de toekomstige stedebouwkundige invulling van de Hoge Bongerd (zie 1.4.2). Hier ligt een relatie met de Watersingel. Vooralsnog wordt uitgegaan van aanleg van het profiel volgens het VO Ruimte voor de Waal van gemeente Nijmegen.
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Veur-Lent en westelijke landtong: Eiland Veur-Lent (1.5.3)
Locatie toekomstige bebouwing Veur-Lent (1.5.3.5) In Veur-Lent wordt 3 hectare bebouwbaar oppervlak aangelegd, waarbij vooralsnog wordt uitgegaan van een aanleghoogte van16m +NAP. Verdere stedenbouwkundige uitwerking van dit gebied behoort niet tot de scope van Ruimte voor de Waal.
Ontwerpvraag • Meer inzicht in de toekomstige stedebouwkundige inrichting is gewenst, met het oog op oplevering van de fysieke structuren (hoogteligging, overgang naar het water, aansluiting op bestaande bebouwing e.d.) én eventueel tijdelijk gebruik. • De afronding van (het maaiveld) van de kop van het eiland dient nader te worden uitgewerkt. Dit is een complex gebied: de route over de oude dijk gaat hier over in het ca. 5 meter lager gelegen pad op de drempel. Hoe zijn de voorziene ophogingen te combineren met de wens de kwaliteit van de Kolk van Wijk te behouden?
Oplossingsrichting • Afgesproken is dat de opdrachtgever eerst de stedenbouwkundige opzet op Masterplanniveau uitwerkt, zodat i-Lent een daarop afgstemd maaiveldontwerp kan uitwerken. Ruim voor oplevering wordt bepaald of gestart wordt met de uitvoering van het Masterplan of dat het gebied anders wordt opgeleverd, met het oog op tijdelijk gebruik. • Voor de kop van het eiland (tussen de Kolk van Wijk en de Drempel) wordt een aangepast hoogteverloop voorgesteld. • De 3 hectare bebouwbaar oppervlak blijft uitgangspunt bij alle verdere uitwerkingen.
Uitwerking kop van eiland Veur-Lent met aansluiting Drempel - oude dijk
161 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Ontwerpstudie aanlanding Veur-Lent: gevels van het landhoofd
Ontwerpvraag: Hoe gaat de gevel van het landhoofd Veur-Lent eruit zien met de contractueel verplichte glazen invulling en hoe wordt er ingespeeld op kritiek vanuit RCE?
Oplossingsrichting: Het ontwerp uit de tenderfase heef een gevelverdeling met een zeer grote maat. Door deze maat te verkleinen worden de afmetingen van de mogelijkerwijs te openen gevelvlakken teruggebracht tot Impressie landhoofd Veur-lent - gevelverdeling tenderontwerp
een acceptabel formaat. tegelijkertijd krijgt het gehele landhoofd een andere schaal die geen concurrentie aan wil gaan met zowel de bestaande als de Verlengde Waalbrug. Eventuele glaspartijen zullen zich aan de noordzijde concentreren, daar waar het landhoofd aansluit op de Nevengeul. NB1: de onderdoorgang is niet wenselijk zolang er geen stedenbouwkundige invulling op het eiland komt, deze wordt dan ook dicht gemetseld en de gevels in de onderdoorgang worden voorlopig niet
Impressie landhoofd Veur-lent - gevelverdeling aanpassing
gemaakt. NB2: een glazen invulling is niet wenselijk zolang er geen functie bekend is voor het landhoofd. Hiernaast heeft een veel gehoorde mogelijke functie als botenopslag wellicht geen behoefte aan glazen puien en is een andere invulling beter op zijn plek.
Impressie landhoofd Veur-lent - gevelverdeling aanpassing 60% glas (lift is indicatief, geen onderdeel van de aanbieding)
Impressie landhoofd Veur-lent - relatie met aansluitende bruggen
162 | i-Lent
In de eerste fase buitengevel geheel dichtmaken, geen onderdoorgang en dus geen binnengevel langs de toekomstige onderdoorgang
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Openstaande ontwerpvragen: • De RCE heeft op enig moment bezorgdheden geuit, we zullen samen aan tafel moeten zitten om deze bezorgdheden te kennen en mee te nemen in het ontwerpproces. • Er bestaan nog een aantal onzekerheden over het wegontwerp ter plaatse van Veur-Lent, dit zal moeten worden bekeken voor
Noordgevel met glas - tenderontwerp
Noordgevel met glas - voorstel 1
Noordgevel - tenderontwerp
Noordgevel - voorstel 1
Noordgevel met glas - voorstel 2
Noordgevel met glas - voorstel 3
Noordgevel - voorstel 2
Noordgevel - voorstel 3
de start van het DO. • De afmetingen van de bestaande Waalbrug zullen in kaart moeten worden gebracht ten behoeve van de aansluiting.
163 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Invulling “open” geveldelen - baksteen
Invulling “open” geveldelen - glas
Referentie vakwerk in baksteen
Invulling “open” geveldelen - groenvulling op rooster of gaas
164 | i-Lent
Invulling “open” geveldelen - roostervulling
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Ontwerpstudie aanlanding Veur-Lent: inspiratie functies landhoofd Ontwerpvraag: Wat wordt de specifieke functie van het landhoofd en hoe wordt dit verwerkt?
Oplossingsrichting: Dit is een vraag die in zijn geheel bij de gemeente ligt en geen onderdeel uitmaakt van de opdracht. Er is echter in een eerder stadium wel onderzocht wat voor randvoorwaarden er nodig zijn voor de inpassing van een plausibele publieke functie. Voor het ontwerp dat wordt uitgewerkt is het constructiegrid opgezet vanuit de maatvoering van een parkeersysteem. Dit is een grid dat vele functies mogelijk maakt, met ruime overspanningen. Om
Kolommen grid met ±16m. overspanning
Kolommengrid is uitgezet op parkeerstramien
een eventuele grootschaligere functie in te passen zoals een -sportcasco ±3500m2 (begane grond) - kolomafstanden ± 16m. hal of een zwembad, zal er een ander constructief stramien aange-
- ± 95 parkeerplaatsen per laag - parkeren in 2 lagen mogelijk - kolomafstanden ± 16m.
houden dienen te worden, dit is niet budget neutraal in te passen.
verbinding middels loopbrug
Ter inspiratie - Sporthal; kolommen grid met ±32m. overspanning
- vrije hoogte ±7m. - kolomafstanden ± 34m.
Ter inspiratie - Zwembad; kolommen grid met ±32m. overspanning
-
25 meter bad kinderbad whirlpool kolomafstanden ± 34m.
165 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Veerstoep Lent (1.5.3.6)
Kolk van Wijk (1.5.3.7)
De Veerstoep is één van de cultuurhistorische elementen binnen het
Het plan gaat uit van behoud van de Kolk van Wijk in zijn huidige
plangebied en ook als zodanig opgenomen binnen hoofdstuk 5. Op
vorm. De context gaat echter veranderen. Regelmatige overstroming
dit moment is de Veerstoep niet/nauwelijks meer fysiek aanwezig.
is onderdeel van de plannen. Een andere grote verandering is de
De Veerstoep is een bijzondere entree van het Stedelijke Rivierpark:
ophoging van de kop van eiland Veur-Lent (voorgesteld tot 16.00m
de enige toegang over water, die bovendien de Waalkade direct
+NAP), die de kolk aan één zijde zal begrenzen.
verbindt met het Stedelijk Rivierpark. Waarschijnlijk wordt een veerdienst vooral bij evenementen ingezet.
Ontwerpvraag • Nader uitwerken hoe de nieuwe overstromingscondities passen
Ontwerpopgave • Welke ontwerpstrategie moet ingezet worden ten aanzien van een nieuwe Veerstoep op deze historische locatie? • Hoe wordt de Veerstoep herkenbaar als één van de belangrijke
bij de ecologische kwaliteit (bestaand en nieuw) van de Kolk van Wijk • Nader uitwerken van het maaiveld (hoogtes en hoogte-overgangen) bij de kop van het eiland Veur Lent.
entrees van het Stedelijk Rivierpark? • De Veerstoep ligt op een bijzonder punt: Verschillende recreatiepaden komen samen, en bovendien, moet ook het vee dat de uiterwaard begraasd kunnen passeren. Hoe kan dit opgelost worden op vanzelfsprekende wijze, zonder overdaad aan rasters en hekken?
Oplossingsrichtingen • De strategie mbt tot dit element is 'interpreteren': opnieuw betekenis geven aan de plek door deze weer functioneel te maken met een eigentijdse vormgeving. • Voorgesteld wordt om bij inrichting van de Veerstoep ook gebruik te maken van de set ‘parkelementen’ (bijvoorbeeld betonplaten uit de ‘koppelstukken’).
166 | i-Lent
Oplossingrichting • De nieuwe overstromingscondities vormen uitgangspunt voor de ecologische kwaliteit en toekomstig beheer. • Hoogteverloop: zie schets locatie toekomstige bebouwing VeurLent (1.5.3.5)
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Veur-Lent en westelijke landtong (1.5), oevers (1.5.4) Oevers Nevengeulzijde, ter plaatse van toekomstige bebouwing (1.5.4.1.1) Ontwerpvragen • Volgens de technische doorsnedes (VO) wordt het hoogteverschil naar het eiland Veur Lent overbrugd middels een concaaf profiel. Met de aangegeven taludhellingen is dit profiel niet goed aan te leggen / te beheren. • Geef het pad langs de Nevengeul een vanzelfsprekende en eigen plaats binnen de reeks van paden in de uiterwaard. Ontwerp een karakteristiek profiel. • Bepaal welke positie de noordelijke rand van Veur Lent heeft binnen het begrazingsgebied van het Rivierpark. • Er is meer inzicht gewenst in de toekomstige stedebouwkundige ontwikkeling van Veur Lent, met het oog op de oplevering en eventueel tijdelijk gebruik.
Oplossingsrichtingen • Het concave profiel is verder uitgewerkt met het oog op de maakbaarheid, met behoud van de ruimtelijke werking • Het pad wordt consequent gesitueerd op 10,50 +NAP (zelfde hoogte als de drempel) en voorzien van een rand van basalt zetsteen (voorstel) • Het eiland Veur-Lent vormt onderdeel van het rivierpark en daarom wordt voorgesteld dit gebied ook in zijn geheel toegankelijk te maken voor de grazers (m.u.v. de tuinen). Het talud aan de noordzijde van het eiland wordt in zijn geheel begraasd en voegt daarmee een natuurtype toe: een 'begraasde steile helling'. Elders zijn de dijken werkelijk waterkerend en is begrazing daarom niet toegestaan. • Het talud wordt ingezaaid overeenkomstig de groene dijken aan de noordzijde van het plangebied. • De oeverzone is ook onderwerp van de verkenning (Masterplan niveau) die gemeente Nijmegen op dit moment uitvoert naar de toekomstige stedenbouwkundige invulling van het eiland Veur-Lent. Zie ook 'Locatie toekomstige bebouwing Veur-Lent (1.5.3.5)'.
167 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Oevers Nevengeulzijde, Overige oevers (1.5.4.1.2) Ontwerpvraag • Hoe de lokaal noodzakelijke verhardingen van de oevers van de geul te verenigen de natuurlijkheid van de uiterwaard?
Oplossingsrichting • De zichtbaarheid van verhardingen van de oevers ter plaatse van de Citadelbrug, de Oversteek, de Spoorbrug en de hoogspanningsmasten wordt zoveel mogelijk beperkt (met behoud van functionaliteit) door deze met een laag grond af te dekken.
Veur-Lent en westelijke landtong (1.5), westelijke landtong (1.5.6) De Westelijke landtong vormt een rug tussen de Waal en de Nevengeul en wordt ingericht met wandel- en fietspaden.
Ontwerpvraag
Uitwerking westelijke landtong met paden, koppelstukken en geoptimaliseerd maaiveld
• Doorontwerp verloop van de paden op de Westelijke Landtong op basis van de verschillende typen zoals gepresenteerd in hoofdstuk 5: pad op de hoge rug en Citadelpad. • Uitwerking van het tracé van de paden in relatie tot type, ecologische waarden (stroomdalgrasland) en hoogteligging van het maaiveld.
Oplossingsrichtingen • De belijning van de paden op de Westelijke Landtong is doorontworpen (zie ook object Wegen en paden (ongenummerd)) • Het 'hoogwaterpad' op de Westelijke Landtong wordt in zijn geheel in (half)verharding uitgevoerd. • Kenmerk van het 'hoogwaterpad' en ‘citadelpad’ wordt dat dit de hoge gebieden in de uiterwaard verbindt middels een aantal karakteristieke 'koppelstukken' • Het maaiveldverloop van de Westelijke Landtong wordt ten opzichte van het oorspronkelijke ontwerp geoptimaliseerd t.b.v. het ontwerp van deze koppelstukken. Dit betekent plaatselijk (beperkt) extra verlaging. • Zie ook object 'wegen en paden' (ongenummerd) Uitsnede technische plankaart 'het plan'
168 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Evenementenplek (Waalveld) (1.5.6.9) De evenementenplek (Waalveld) wordt op een hoogte van 11,50 +NAP gebracht.
Ontwerpvragen • Hoe verloopt het Citadelpad over het Waalveld en sluit dit aan op de Citadelbrug, het stijg- en daalpunt van de Oversteek en de zone rond de Hoogspanningsmasten? • Welke ruimtelijke expressie krijgt het Waalveld binnen het grotere geheel van de uiterwaard?
Oplossingrichtingen • Het padenverloop is nader uitgewerkt (zie ook hoofdstuk 5). Het hoofdpad voert onder de Oversteek door en doet daarbij het aanlandingspunt van de trappen aan. Het pad op het evenemententerrein wordt bij voorkeur in zijn geheel als (half)verharding uitgevoerd. • Het verschil tussen de geul- en Waalzijde van het Evenemententerrein wordt sterker benadrukt door de taluds verschillend uit te voeren: steil aan Waalzijde, flauwer aan de zijde van de nevengeul. • De frequent gemaaide evenementenplek onderscheidt zich van ruige omgeving: markante grens.
Doorsnede Waalveld als intensief beheerde zone in een ruige omgeving (beeldkwaliteitsplan)
169 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Wegen en Paden (ongenummerd) Ontwerpvraag
Relatie indeling Vraagspecificatie 1 en typering paden Ruimtelijke
• Ontwikkel een herkenbare typologie van paden die het gebruik
Visie:
en de beleving van het Stedelijk Rivierpark mogelijk maken.
• wandelpad Lentse Lotwaard > pad op de hoge rug • weg tussen Citadelbrug en Oosterhoutse Dijk in Lentse Lotwaard
Oplossingsrichting • De wegen en paden in het Stedelijk Rivierpark zijn in samenhang beschouwd en ten opzichte van elkaar getypeerd (zie hoofdstuk 5 van deze Ruimtelijke Visie). Dit heeft geleid tot een aantal typen paden, die zich van elkaar onderscheiden door hun ruimtelijke positie binnen het gebied, karakteristiek verloop, hoogteligging, beleving van de omgeving, functie, breedte en materialisering. • Binnen de typering van paden zijn ook meegenomen: • de hoge en lage kade (object nieuwe harde kade, 1.1.1) • de dijken (objecten 1.1.2, 1.1.3 en 1.1.2.6) • de route op de Citadelbrug (1.3.4) als onderdeel van het Citadelpad • de route op de Promenadebrug (1.3.2) die hoort bij de Hoge Kade • Er is een sterke relatie met de verschillende entrees van het gebied. Zie daarvoor: • veerstoep Veur-Lent • stijg- en daalpunten Snelbinder • bestaande Bemmelse Dijk • bestaande Oosterhoutse dijk • nieuwe harde kade
170 | i-Lent
> Citadelpad • drempel onderhouds-, fiets- en wandelpad > pad op de drempel • fietspad verbinding Nieuwe (groene) dijk - Drempel > pad op de drempel • verbindingspad evenementenplek (Waalveld) > pad op de hoge rug • aansluiting fietspad Drempel - eiland Veur-Lent (tracé oude dijk) > pad op de drempel • graspad Oostelijk inlaatwerk - Bemmelse dijk > kribbenpad en uiterwaardenpad
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Uitwerking wegen en paden per type
Overzichtskaart aanduiding profielen paden in het Stedelijk Rivierpark
171 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
172 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Doorsnede 6: pad op de drempel
Doorsnede 7: pad aan de noordzijde van het eiland Veur-Lent
173 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Koppelstukken en optimalisatie van het maaiveld De Cidadelbrug maakt integraal onderdeel uit van de padenstructuur in het Rivierpark. Het brugdek is opgebouwd uit betonnen en houten plankelementen (in onderzoek). Voorgesteld wordt deze elementen te laten terugkeren op verschillende plekken in het park. De brug wordt zo geen incident, maar deel van een serie momenten binnen de routing van het park. Het principe van het opgetilde pad komt terug in het hoogwaterpad en Citadelpad over de rug van het eiland. Ter plaatse van de dalletjes gaat het pad over in een strook plankelementen. Deze markeren bijzondere plekken en vormen tevens een zitelement. De betonelementen zijn in materiaal en dimensies gelijk aan de planken op de brug. Ook aan de noordelijke oeverzijde van nevengeul worden de plankelementen toegepast. Aan de oever van de geul wordt een aantal plateaus (steigers) voorgesteld, die eveneens opgebouwd zijn uit plankelementen. In het ontwerp van brug en Rivierpark speelt de architectonische uitwerking van de plankelementen een prominente rol. Uitgangspunt is om tot een sterke samenhang in het park te komen, waarbij de paden en plateaus als een herkenbaar element terugkeren. Hiervoor is het essentieel materialisering en detaillering van de prefab betonelementen en de houten balken gelijk te houden. Brug, paden en plateaus vormen de beelddragers van het park.
Modelleren van het maaiveld ter plaatse van de koppelstukken
174 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
Profielen: omvorming fundering bouwwegen naar pad op de hoge rug
Een deel van de bouwwegen wordt zo aangelegd dat de fundering later benut kan worden voor de paden in het Rivierpark doorgetrokken lijnen). De andere bouwwegen (stippellijnen) worden weer geheel verwijderd. Tekening geeft stand van zaken ontwerp bouwwegen weer. Optimalisatie tracé op basis van ligging toekomstige paden volgt.
175 | i-Lent
Visie Ruimtelijke Kwaliteit | Ruimte voor de Waal
176 | i-Lent
Colofon Aan dit visiedocument werkten mee:
Projectleiding
Ontwerpteam gemeente Nijmegen
L. van Nieuwenhuijze
W. de Haan A. Nanne
Ontwerpteam i-Lent:
M. Schouten
T. Asselbergs
G. de Vries
R. Bakker T. van Buel
IQ team:
J. Douma
J. Brouwer
J. Gommans
E. Luiten
M. Greveling
B. van Reedt
E. van Groeningen A. van Haastert
Productieteam H+N+S:
R. Hendriksen
D. v.d. Berkt
J. Hillerstrom
C. Laeremans
R. Jansma
J. v.d. Salm
J. Janssen
T. de Zeeuw
A. de Jong A. Karssen
Lay-out
R. Kusters
Crevi dtp- ontwerpstudio, de Bilt
N. Molenstra L. Ney I. van Peer R. v/d Pol C. Poulissen M. Schreinemachers C. Spoorenberg P. Schengenga J. Verbeek B. Weijers
11 januari 2013 © i-Lent (2013) Alles uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en / of openbaar gemaakt mits de bron wordt vermeld.
Combinatie Dura Vermeer Ploegam
177 | i-Lent