Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Reactiebrief Nijmegen op bestemmingsplan Roozenburg
Programma / Programmanummer Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Ruimte & Bouwen / 9210 Collegevergadering no 47
BW-nummer
Portefeuillehouder
H. Kunst
Aanwezig: Samenvatting Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. De gemeente Beuningen heeft de gemeente Nijmegen op 23 juli het G230, Matthijs Lenis, 9182 Th. de Graaf Voorzitter bestemmingsplan Roozenburg, WeurtH. toegezonden, in het van H. Kunst, P. Depla, van Hooft sr., L.kader Scholten, Wethouders Datum ambtelijk voorstel het vooroverleg. Daarop hebben wij een reactiebrief Deze P. Lucassen, J. van deropgesteld. Meer 16 september 2010 gaat in op de thema’s geluid, archeologie en de bedrijvigheid op het P. Eringa Gemeentesecretaris Registratienummer bedrijventerrein Noord- enA. Oostkanaalhavens. Kuil Communicatie 10.0024080 M. Sofovic Verslag
Ter besluitvorming door het college Aldus
Vaststellen reactiebrief
vastgesteld in de vergadering van:
Paraaf
Datum
akkoord Concern B & V
De voorzitter,
Leidinggevende
De secretaris,
M.A. Versleijen, G230 Programmamanager P. Oomens
Programmadirecteur B. Drummen
Alleen ter besluitvorming door het College Paraaf
Besluit B&W d.d. 21 september 2010 nummer: 3.9 Confo rm advies
Aanhou den Anders, nl.
Datum
akkoord Bestuursagenda
1
Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
Collegevoorstel reactie op BP Roozenbeurg Weurt
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Het voorontwerp bestemmingsplan Roozenburg beoogt om 43 woningen mogelijk te maken, op de grens met de gemeente Nijmegen, nabij de van Heemstraweg. De locatie ligt tegen de Noord Kanaalhavens aan. In onze brief vragen wij aan de gemeente Beuningen om aan te tonen dat uitvoering van het bestemmingsplan geen beperkingen oplevert voor de in Nijmegen gevestigde bedrijven. Ook adviseren wij archeologische maatregelen. Omdat de reactietermijn al verstreken is, heeft portefeuillehouder Kunst onder voorbehoud van goedkeuring van ons College al een reactiebrief naar de gemeente Beuningen verstuurd.
2
3
4
5
6
7
8
9
Juridische aspecten
In het kader van het vooroverleg (artikel 3.1.1. Bro) kunnen wij als gemeente Nijmegen een reactie geven op het bestemmingsplan van een andere gemeente. Het betreft een voorontwerp bestemmingsplan. De gemeente Beuningen is verplicht een reactie te geven op onze opmerkingen in het Ontwerp Bestemmingsplan. Deze moet ook ter inzage worden gelegd. Doelstelling
Vaststellen van bijgevoegde reactiebrief. Argumenten
Met vaststelling van de reactiebrief proberen wij de belangen van de Nijmeegse bedrijven te waarborgen. Klimaat
n.v.t.
Financiën
n.v.t.
Communicatie
Over de inhoud van de reactiebrief is contact gezocht met de afdelingen milieu (geluid, lucht, externe veiligheid), stadsontwikkeling en de portefeuillehouder (H. Kunst). Uitvoering en evaluatie
De brief is onder voorbehoud van goedkeuring van het College al verstuurd naar de gemeente Beuningen omdat de reactietermijn al verstreken is. De gemeente Beuningen zal in het Ontwerp bestemmingsplan moeten aantonen dat Nijmeegse bedrijven geen hinder ondervinden van uitvoering van het bestemmingsplan. Risico
Het niet vaststellen van de brief kan ertoe leiden dat de Nijmeegse bedrijven minder uitbreidingsmogelijkheden hebben, als de bouw van 43 woningen doorgaat.
Bijlage(n):
Reactiebrief Nijmegen op bestemmingsplan Roozenburg
Directie Grondgebied Stadsontwikkeling Planologie en Ruimtelijke Ordening
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 College van B&W van de gemeente Collegevergadering no 47 Beuningen
Telefax
Postbus 14 6640 AA Beuningen
Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Datum Verslag
nijmegen.nl
Postadres Postbus 9105
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic
Onderwerp
Voorontwerp bestemmingsplan Roozenburg Weurt Geacht college,
(024) 329 96 99
E-mail gemeente@
G230/10.0022172
Matthijs Lenis
Datum uw brief
Doorkiesnummer
23 juli 2010
(024) 3299182
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
U heeft de gemeente Nijmegen op 23 juli het bestemmingsplan Roozenburg, Weurt toegezonden, in het kader van het vooroverleg (artikel 3.1.1. Bro). Hierbij ontvangt u onze definitieve reactie. Deze gaat in op de thema’s geluid, archeologie en de bedrijvigheid op het bedrijventerrein Noord- en Oostkanaalhavens.
De voorzitter,
De secretaris,
Geluid Er zal nog een Hogere Waarde Procedure Industrielawaai moeten worden doorlopen voor deze ontwikkeling. Hiervoor is reeds globaal akoestisch onderzoek verricht (dd 04-08-2005 "Plan Roozenburg, Industrielawaai ten gevolge van Nijmegen-west/Weurt", verricht door Bureau Geluid van de gemeente nijmegen in opdracht van J&J adviseurs). Voor deze procedure kan advies worden ingewonnen bij Bureau Geluid & Lucht van de gemeente Nijmegen. De Geluidzone IL (industrielawaai) is reeds aangepast (BP vaststelling dd 17-03-2009 Raad van Beuningen). Deze aanpassing heeft een (zeer beperkt) positief effect op deze ontwikkeling. De geluidbelastingen als gevolg van Industrielawaai zullen iets minder zijn. Bedrijvigheid Noord- en Oostkanaalhavens Het bestemmingsplan Roozenburg, Weurt mag geen beperkingen opleveren van de in Nijmegen gevestigde bedrijven die op grond van de geldende bestemmingsplannen en milieuvergunningen gevestigd zijn op het bedrijventerrein Noord- en Oostkanaalhavens. Wij willen u vragen dit inzichtelijk te maken aan de hand van de brochure bedrijven en milieuzonering. De bedrijven mogen namelijk niet gehinderd worden bij mogelijke uitbreiding. In het gebied zijn er drie bestemmingsplannen waar rekening mee moet worden gehouden en waar eventuele uitbreidingsmogelijkheden onderzocht moeten worden. Het gaat om: Bedrijfsterrein Verlengde Sluisweg 1991 Haven en industriegebied Nijmegen-West 1979 Haven en industriegebied Nijmegen-West 1979 IV
www.nijmegen.nl
Reactie Nijmegen op BP Roozenburg Weurt 16sep2010.doc
1
Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Stadsontwikkeling Planologie en Ruimtelijke Ordening
Vervolgvel
1
Ook willen wij u vragen aan te tonen welke contour is gehanteerd met betrekking tot de hindercirkels. Graag zien wij beide zaken terug in de toelichting van het Ontwerp bestemmingsplan. Archeologie In de toelichting van het bestemmingsplan wordt op blz 32 het advies van de gemeente Nijmegen aangehaald uit 2006 over hoe om te gaan met mogelijke sporen en artefacten bij grondwerkzaamheden. Op basis van voortschrijdend inzicht pleiten wij voor uitgebreidere archeologische maatregelen. In 2005 is op basis ban het toen vigerende regime bureauonderzoek met een inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van boringen uitgevoerd. Sindsdien is de verantwoordelijkheid voor de bescherming van het archeologisch erfgoed van het Rijk en provincies verplaatst naar de gemeenten. De gemeente Beuningen heeft daarop een inventarisering laten maken van alle bekende en te verwachten archeologische waarden en een daarop gebaseerde waardenkaart. Deze waardenkaart kent waarden toe aan terreinen en schrijft voor welk regime voor die waarde geldt. In het geval van de Pastoor van der Marckstraat is een hoge verwachting op het aantreffen van archeologische waarden vastgesteld. Het bijbehorend regime is dat er naar behoud in situ moet worden gestreefd, en als dat niet mogelijk is naar behoud ex situ (opgraven). Als de waarden nog niet vastgesteld zijn dient een bureauonderzoek en een karterend vooronderzoek plaats te vinden. Indien archeologische waarden worden aangetroffen dienen deze gewaardeerd te worden. Op basis van dit onderzoek moet de bevoegde overheid (de gemeente Beuningen) besluiten wat er verder dient te gebeuren. De mogelijke besluiten zijn: inpassing in het bestemmingsplan zodanig dat behoud in situ gewaarborgd is; de archeologische waarden zijn dermate van belang dat een behoud ex situ noodzakelijk is; de archeologische waarden zijn dermate dat behoud niet noodzakelijk is. Wij adviseren een vervolgonderzoek. Dit vanwege het vigerend beleid van de gemeente Beuningen ten aanzien van terreinen met een hoge verwachting, het aantreffen van een overwegend intact bodemprofiel, de aanwezigheid van meerdere archeologische indicatoren en de ligging van de locatie in een context waar vanaf de (late) ijzertijd en de hele Romeinse periode 1 en de middeleeuwen intensieve bewoning en landgebruik te verwachten is . Het is van belang vast te stellen of er sprake is van een vindplaats en als dit het geval is, deze te waarderen volgens de criteria van de KNA. Dit onderzoek kan de vorm aannemen van een waarderend booronderzoek of een proefsleuvenonderzoek. Op basis hiervan dient een advies opgesteld te worden aan de bevoegde overheid waarin een waardering van het terrein staat. Op basis hiervan kan de gemeente besluiten of en welke vervolgstappen nodig zijn. 1
De locatie bevindt zich pal ten zuiden van de oude dorpskern en in de omgeving zijn diverse oude historische huislocaties bekend, net als vondsten uit de Romeinse tijd.
www.nijmegen.nl
Reactie Nijmegen op BP Roozenburg Weurt 16sep2010.doc
Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Stadsontwikkeling Planologie en Ruimtelijke Ordening
Vervolgvel
2
De kosten van een waarderend booronderzoek zullen lager zijn dan de kosten van een proefsleuvenonderzoek, maar indien dit booronderzoek aantoont dat er inderdaad archeologische waarden aanwezig zijn, maar dat deze niet goed gewaardeerd kunnen worden of dat er sprake is van een vindplaats die niet goed begrensd kan worden, zal alsnog een proefsleuvenonderzoek nodig kunnen zijn. In dat geval zullen de kosten waarschijnlijk hoger uitvallen. Ook kan er vertraging optreden in de planning. Wij adviseren daarom meteen een proefsleuvenonderzoek uit te voeren, conform ook het oorspronkelijk advies van Synthegra uit 2005. Indien er behoudenswaardige archeologsiche waarden worden vastgesteld staat de verstoorder voor de keuze deze in te passen in zijn plannen: behoud in situ, of deze ex situ te behouden (opgraven), conform het beleid van de gemeente. De kosten voor het vooronderzoek en een eventuele opgraving komen volgens de wetgeving voor rekening van de verstoorder. Voor een booronderzoek is een Plan van Aanpak vereist, voor een proefsleuvenonderzoek een Plan van Eisen. Beiden dienen goedgekeurd te worden door de gemeente Beuningen. Bodemverstorend onderzoek kan alleen uitgevoerd worden door daartoe bevoegde bedrijven. Een lijst met vergunninghoudende bedrijven en instellingen is te vinden op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Zij kunnen ook een PvA / PvE opstellen. Wij adviseren om ter bescherming van de archeologische waarden de dubbelbestemming archeologie op te nemen. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
mr. Th.C. de Graaf
drs. B. van der Ploeg
www.nijmegen.nl
Reactie Nijmegen op BP Roozenburg Weurt 16sep2010.doc