Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Plan van aanpak restauratie Stevenskerk
Programma / Programmanummer
Openbare besluitenlijst Facilitaire diensten / 1043 18 december 2007 Collegevergadering no 47
BW-nummer
Portefeuillehouder
H. Kunst Samenvatting Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. Aanwezig: In bijgaand Plan van Aanpak staan de stappen beschreven om de VA23, Ber van Haren, 00625179657 Th. de Graaf Voorzitter Stevenskerk te restaureren. Aanleiding voor het opstellen van dit plan SO30, Mayke Haaksman, 9048 P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, Wethouders is de uitkomst van recentelijk bouwkundig onderzoek van kerk en toren P. Lucassen, J. heeft van der Meer om samen Datum ambtelijk voorstel en een debat in de Raad. Wethouder Kunst toegezegd 03 juli 2012 P. Eringa Gemeentesecretaris met de Stichting Stevenskerk te komen tot een restauratieplan met Registratienummer A. Kuil en toren. Uitgangspunt bij het Communicatie kostenraming voor de Stevenskerk 12.0012816 M. Sofovic Verslag maken van een Plan van Aanpak is gezamenlijk optrekken van de
gemeente en de stichting met een gescheiden verantwoordelijkheid voor toren (gemeente) en kerk (stichting). Om een goed restauratieplan te kunnen laten opstellen moeten kosten worden gemaakt. De totale voorbereidingskosten komen uit op €95.000,--. Daarnaast heeft de stichting €15.000,-- als voorfinanciering voor een fondsenwervingscampagne gevraagd. Paraaf
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
Ter besluitvorming door het college
Datum
akkoord
1. Bijgaand Plan van Aanpak voor de restauratie van de Stevenskerk en toren vast te stellen. Leidinggevende 2. Vooruitlopend op de begrotingswijziging: E. Peperkamp, VA20 De kosten van het voorbereiden en uitvoeren van een P.Oomens, SO00 bouwhistorisch onderzoek, een bouwtechnisch onderzoek en De voorzitter, De secretaris, het indicatief restauratieplan, die worden geraamd op €95.000, Programmamanager te dekken uit de verkoopopbrengst van het gemeentelijke pand P. Kluver Driehuizerweg 287. Een bedrag van €15.000,-- als voorfinanciering beschikbaar te Programmadirecteur stellen aan de stichting Stevenskerk, ten behoeve van de R. van Wuijtswinkel fondsenwervingscampagne. 3. De brief aan de Raad vast te stellen. 4. De begrotingswijziging betreffende de gedeeltelijke inzet van de verkoopbaten t.b.v. beslispunt 2 bij de najaarsnota door de Raad te laten vaststellen.
Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 10 juli 2012 Conform advies
Aanhouden Anders, nl.
Paraaf
nummer: 3.2
Datum
akkoord Bestuursagenda Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
1
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Begin dit jaar werd in de lokale media de noodklok geluid omdat er stukken natuursteen van de Stevenskerk dreigden af te vallen. Om letsel van voorbijgangers te voorkomen zijn bouwhekken voor de kerk geplaatst en werden ornamenten met houten omtimmeringen vastgezet. Wethouder Kunst heeft op 21 maart jl., tijdens de behandeling van de discussienota Vastgoedbeleid, toegezegd de gemeenteraad te informeren over de gezamenlijke aanpak van gemeente en Stichting Stevenskerk om de technische staat van de Stevenskerk en toren te onderzoeken en de mogelijkheden voor herstel te inventariseren. Op 4 april jl. heeft wethouder Kunst, naar aanleiding van de presentatie van de Stichting Stevenskerk in de raadscommissie, toegezegd samen met de stichting te komen tot een restauratieplan met begroting van de Stevenskerk en toren. 2
Juridische aspecten
De gemeente Nijmegen en de Stichting Stevenskerk trekken gezamenlijk op met gescheiden verantwoordelijkheden voor toren (gemeente) en kerk (stichting). 3
Doelstelling
Het Plan van Aanpak restauratie Stevenskerk en toren vaststellen en een voorbereidingskrediet beschikbaar stellen. 4
Argumenten
Om tot restauratie van de Stevenskerk en toren te kunnen overgaan is het nodig eerst een aantal vragen te beantwoorden, namelijk: wat is precies het probleem, hoe groot is het, wat moet er gedaan worden om het te kunnen oplossen en wat gaat dat kosten? Het Plan van Aanpak is opgesteld om deze vragen te kunnen beantwoorden. Uit het Plan van Aanpak blijkt dat het nodig is om eerst door een deskundig bureau onderzoek te laten uitvoeren naar de technische staat en naar de bouwhistorie van het gebouw, alvorens een beeld te kunnen krijgen van de omvang van het probleem. Pas als de omvang van het probleem bekend is, is het mogelijk om een plan te maken voor restauratie. Ook dan pas kunnen de kosten voor de restauratie in beeld worden gebracht. 5
Klimaat
Deze paragraaf is op dit collegevoorstel niet van toepassing. 6
Financiën
Voor het opstellen van het Plan van Aanpak moeten voorbereidingskosten worden gemaakt. Kosten om tot een bouwhistorisch onderzoek, een bouwtechnisch onderzoek en het indicatief restauratieplan te komen. Het gaat met name om de ambtelijke voorbereiding en kosten die door een deskundig bureau gemaakt zullen moeten worden. De dekking van dit voorstel is gevonden in de opbrengst van de verkoop van pand Driehuizerweg 287, die naar verwachting netto ongeveer € 400.000,-- bedraagt. Wij hebben hiervoor gekozen omdat het bedrag dat wij aan het onderhevige voorstel toeschrijven, deze keuze rechtvaardigt. Concreet betekent dit dat wij van de verkoopopbrengst Driehuizerweg € 95.000 afzonderen en niet in de saldi reserve boeken, maar inzetten voor de Stevenskerk. Het bedrag van € 15.000,- dat is bedoeld als voorfinanciering voor de fondsenwervingscampagne van de Stichting Stevenskerk, wordt betaald uit de opbrengst van het pand Driehuizerweg 287. Dit bedrag moet aan de gemeente worden terugbetaald uit de opbrengst van de fondsenwerving van de Stichting. Aan de provincie wordt een bijdrage gevraagd voor het op te stellen bouwhistorisch- en bouwtechnisch onderzoek en het indicatief restauratieplan. Zodra bekend
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
is of er een bijdrage kan worden ontvangen van de provincie zal deze worden ingezet als dekking. En last but not least zullen aan de restauratie zelf kosten zijn verbonden. Om welk bedrag het zal gaan, kan nu nog niet gezegd worden. Er zal een aanvraag worden ingediend bij de rijksdienst voor een bijdrage in de restauratiekosten. 7
Communicatie
Het Plan van Aanpak is samen met de Stichting Stevenskerk opgesteld. Hiervoor is een projectgroep geformeerd, waarin zowel ambtelijke adviseurs als bestuursleden van de Stichting Stevenskerk zitting hebben. Er is een persbericht opgesteld om de burgers van Nijmegen te informeren over het Plan van Aanpak.
8
Uitvoering en evaluatie
Om een Plan van Aanpak te kunnen opstellen is een projectgroep samengesteld, waarin ambtelijke medewerkers en bestuursleden van de Stichting Stevenskerk zitting hebben. Vanuit de ambtelijke organisatie zijn hierin deskundigen van de afdelingen Vastgoed, Omgevingskwaliteit, Communicatie en Bureau Archeologie en Monumenten vertegenwoordigd. Een projectleider van de afdeling Vastgoed is aangesteld voor de coördinatie. De voorzitter van de stichting en de wethouder vormen de gezamenlijke stuurgroep van het project. De stappen die ondernomen moeten worden om tot een gezamenlijk restauratieplan te komen, zullen eveneens samen met de Stichting worden uitgevoerd. Het restauratieplan zal naar verwachting begin 2013 gereed zijn. Vervolgens zullen, naar aanleiding van de uitkomsten van het bouwhistorisch- en bouwtechnisch onderzoek en het indicatief restauratieplan, in 2013 vervolgstappen worden voorbereid, om te komen tot een daadwerkelijke restauratie. 9
Risico
Aan de vaststelling van het Plan van Aanpak zijn geen risico’s verbonden.
Bijlage(n):
Plan van Aanpak restauratie Stevenskerk Brief aan de raad
Vastgoed, Sportservice & Accommodaties Vastgoed
Nieuwe Dukenburgseweg 21 6534 AD Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Datum Verslag 10 juli 2012
Telefoon
14024
Telefax
(024) 329 30 41
E-mail
[email protected]
Postadres Postbus 9105
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic VA23/SO30 – Ber van Haren 12.0011805
Mayke Haaksman Direct telefoonnummer 06-25179657/(024) 3299048
Onderwerp
Plan van Aanpak Stevenskerk
Datum uw brief
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
Geachte leden van de raad,
Op 4 april jl. heeft wethouder Kunst uw raad toegezegd samen met de Stichting Stevenskerk een Plan van Aanpak op te stellen om te komen tot een restauratieplan voor Stevenskerk en toren, met daarbij een begroting mede opgesteld door deskundigen. Middels deze brief informeren wij u over het Plan van Aanpak. Het Plan van Aanpak is als bijlage bij deze brief gevoegd.
De voorzitter,
De secretaris,
Om een Plan van Aanpak te kunnen opstellen is een projectgroep samengesteld, waarin ambtelijke medewerkers en bestuursleden van de Stichting Stevenskerk zitting hebben. Vanuit de ambtelijke organisatie zijn hierin deskundigen van de afdelingen Vastgoed, Omgevingskwaliteit, Communicatie en Bureau Archeologie en Monumenten vertegenwoordigd. Een projectleider van de afdeling Vastgoed Sportservice en Accommodaties is aangesteld voor de coördinatie. Uit bijgevoegde Plan van Aanpak restauratie Stevenskerk en toren blijkt dat het nodig is om eerst door een gespecialiseerd bureau een onderzoek te laten uitvoeren naar de technische staat en naar de bouwhistorie van kerk en toren. Door middel van een onderzoek naar de technische staat kan worden vastgesteld hoe groot het probleem is. Een bouwhistorisch onderzoek moet aanvullende informatie verschaffen over mogelijke problemen die niet direct zichtbaar zijn, maar wel in archiefbronnen achterhaald kunnen worden. Vervolgens kan een restauratieplan worden opgesteld en kan een begroting worden gemaakt van de kosten voor de restauratie. Omdat nog niet bekend is hoe groot de omvang van de restauratie zal zijn, kan ook nog geen indicatie van de kosten worden gegeven. In het Plan van Aanpak staat beschreven welke stappen ondernomen moeten worden om tot een restauratieplan, bouwhistorisch onderzoek en begroting te kunnen komen. Ook is hierin aangegeven welke soort kosten er gemaakt zullen moeten worden om tot een bouwhistorisch onderzoek, een bouwtechnisch en tenslotte een restauratieplan en te kunnen komen. Na voltooiing van de restauratie zal nog steeds structureel onderhoud noodzakelijk zijn en zijn er andere structurele kosten aan beheer en instandhouding verbonden. De huidige problematiek
www.nijmegen.nl
Raadsbrief Stevenskerk 2012-06-18
1
Gemeente Nijmegen Vastgoed, Sportservice & Accommodaties Vastgoed
Vervolgvel
1
noopt ons daarom na te gaan op welke manier de Stevenskerk en toren in de toekomst het beste op een duurzame manier in stand gehouden kunnen worden. Graag willen we hierover met uw raad van gedachten wisselen. Wij verwachten dat begin 2013 het bouwhistorisch onderzoek, het bouwtechnisch onderzoeken het indicatief restauratieplan gereed zal zijn. Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben over het Plan van Aanpak en de planning om tot een restauratieplan voor de Stevenskerk te komen. Hoogachtend, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
www.nijmegen.nl
Raadsbrief Stevenskerk 2012-06-18
Plan van aanpak restauratie Stevenstoren en kerk Een samenwerkingsproject van de gemeente Nijmegen en de Stichting Stevenskerk Nijmegen
Projectgroep restauratie Stevenskerk Nijmegen, juni 2012
Inhoud: 1. Samenvatting 2. Inleiding 3. Historisch perspectief 4. De Stevenskerk in huidig Nijmegen 5. Onderhoudssituatie kerk en toren 6. Projectomschrijving 7. Projectorganisatie 8. Planning 9. Financiën 10. Achtergrond informatie
1. Samenvatting Het is ongetwijfeld niemand ontgaan dat er recent zorgen zijn geuit over de Stevenskerk. Dit was niet geheel onterecht. Stukken natuursteen zitten namelijk los en dreigen naar beneden te vallen. In het verleden heeft de Monumentenwacht op verschillende momenten uit voorzorg enkele onderdelen verwijderd. Om het gevaar te doen verminderen, zijn ornamenten aan de zuid‐oostzijde bij de gerfkamer met draadeinden en hout vastgezet. Hoewel er jaarlijkse onderhoud is gepleegd aan de Stevenskerk en de toren, is een restauratie nodig voor behoud van de kerk. Het belang van de kerk De Stevenskerk is beeldbepalend voor het centrum van Nijmegen. Geen ander gebouw weerspiegelt zo sterk de geschiedenis van Nijmegen: de bouw van de Stevenskerk werd na 1254 gestart waarna het nog vele malen door de eeuwen heen werd gewijzigd en hersteld. De betrokkenheid van de Nijmegenaren met hun Stevenskerk is groot. De kerk trekt jaarlijks meer bezoekers dan de musea in de stad. Daarnaast is het een plaats voor bezinning, een inspirerend rustpunt in een levendige stad. Ook herinnert de Stevenskerk velen aan het bombardement van 22 februari 1944. Na de oorlog werd de kerk als één van de eerste gebouwen in Nijmegen herbouwd. De Stevenstoren werd zo het symbool van de herrijzende stad. Samenwerking eigenaren Sinds de Napoleontische tijd heeft de gemeente Nijmegen het beheer over de toren, de kerk bleef eigendom van de kerkelijke gemeente. Sinds 1983 heeft de Sichting Stevenskerk de kerk in eigendom. Op dit moment kampen de kerk en de toren met gelijksoortige problematiek. Overleg tussen het college en de stichting heeft opgeleverd dat er een gezamenlijke aanpak moet komen voor de restauratie van de kerk en de toren. Hiervoor is een projectgroep opgericht, waarbij de Stichting Stevenskerk met twee bestuursleden (voorzitter en bestuurslid) participeren en de gemeente Nijmegen met een aantal deskundigen en een projectleider. Het voorliggende plan van aanpak is door deze projectgroep tot stand gebracht. Nu staan we samen voor de opgave om een restauratie van de kerk en toren te realiseren waarmee de bouwkundige schil van de Stevenskerk de komende 50 jaar (norm Rijksdienst Cultureel Erfgoed, RCE), met normaal onderhoud, weer vooruit kan. Plan van aanpak Dit plan van aanpak wordt vóór het zomer reces van 2012 vastgesteld in het college. De gemeenteraad wordt actief geïnformeerd met een raadsbrief. In de tweede helft van 2012 kan de selectie van marktpartijen plaatsvinden die het bouwhistorische en het bouwtechnisch onderzoek doen. Middels bouwhistorisch onderzoek kan onder andere de niet zichtbare onderdelen in kaart worden gebracht, bouwkundige gebreken worden verklaard en verrassingen tijdens de restauratie worden voorkomen wat kosten besparend werkt. Bouwtechnisch onderzoek dient inzicht geven in de (zichtbare) bouwkundige schil. Hierna wordt opdracht gegeven om het indicatief restauratieplan voor de Stevenskerk en de toren op te stellen voor het in stand houden van de bouwkundige schil. In dit plan komt voor
de Stevenskerk en voor de toren te staan welke bouwkundige problemen er daadwerkelijk zijn, hoe deze het best worden opgelost, wat de kosten zijn en hoe lang de restauratie in beslag gaat nemen. Het is de bedoeling dat begin 2013 het indicatieve restauratieplan is afgerond. Hierna dient besluit worden genomen over de feitelijke restauratie van de Stevenskerk en de toren en de financiering ervan. Boven de doorgangen in de Kerkboog zijn in 1606 teksten aangebracht die onze gedachten willen afstemmen op het bijzondere object dat we gaan betreden:
DOOR EENSGEZINDHEID GROEIT HET KLEINE DOOR TWEEDRACHT GAAT HET GROTE TEN ONDER ~~ ANNO 1606
2. Inleiding De gemeenteraad heeft onlangs gesproken over de actuele bouwkundige staat van de Stevenskerk. Het gaat in deze om de twee elementen van dit monument, namelijk de kerk en de toren. Vanuit de gescheiden verantwoordelijkheid voor de kerk (de Stichting Stevenskerk is eigenaar) en toren (de gemeente Nijmegen is eigenaar) wordt samengewerkt bij de instandhouding van de bouwkundige schil van de Stevenskerk. Vanuit de stichting zijn acties op touw gezet om meer (structurele) middelen te genereren voor een duurzame instandhouding van het monument. Overleg tussen gemeente en stichting heeft opgeleverd dat er een gezamenlijk plan van aanpak moet komen voor de noodzakelijke restauratie van de Stevenskerk met behoud van de gescheiden verantwoordelijkheden voor toren en kerk. Dit plan van aanpak is in nauwe samenwerking tussen de Stichting Stevenskerk en de gemeente Nijmegen tot stand gebracht. Een projectgroep heeft als taak een plan van aanpak op te stellen. De stichting Stevenskerk participeert met twee bestuursleden (voorzitter en bestuurslid, tevens secretaris projectgroep) in de projectgroep. De gemeente levert een projectcoördinator, deskundigheid op het terrein van cultuurhistorie, bouwkunde, restauratie en onderhoud, juridische zaken en communicatie (ism de stichting). De wethouder en de voorzitter van de Stichting Stevenskerk vormen de stuurgroep van het project. In dit plan van aanpak is geprobeerd aandacht te besteden aan de historische context van de Stevenskerk in Nijmegen. Daarnaast is gekeken naar de bouwkundige staat van het gebouw en de recente onderhoudswerkzaamheden. Vervolgens is ingegaan op de wijze waarop het indicatief restauratieplan tot stand moet komen, waaraan het plan moet voldoen en wat de kosten voor de onderzoeken en het indicatief restauratieplan zullen worden. De projectgroep is voortvarend te werk gegaan. Maar snelheid mag niet ten koste gaan van een zorgvuldig traject. In de projectgroep is nauwgezet gekeken naar de elementen die van belang zijn om tot een goede restauratie van kerk en toren te komen. Daarvoor zijn voorbeelden uit andere steden bestudeerd en bezocht, zoals Den Bosch, Arnhem en Oirschot. Er zijn gesprekken gevoerd met o.a. deskundigen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), met deskundigen van restauratiebedrijven en met deskundigen van het bisdom Den Bosch. Doel is om een restauratie van de kerk en toren te realiseren waarmee de bouwkundige schil van de Stevenskerk de komende 50 jaar (norm RCE), met normaal onderhoud, weer vooruit kan.
3. Historisch perspectief De toren van de Stevenskerk markeert van verre dit Nijmeegs icoon, maar om vanuit de stad de kerk te benaderen is wat lastiger. Alleen vanaf de Grote Markt is de kerk zonder trappen bereikbaar. De oudste parochiekerk van Nijmegen stond op het Kelfkensbosch, was waarschijnlijk in de tijd van bisschop Kunibert van Keulen (623‐ca.650) gesticht. In de 11e eeuw ressorteerde de kerk onder het kapittel van de Apostelenkerk in Keulen. Toen de graaf van Gelre in 1247 de rijksstad en de burcht in pacht verworven had, wilde hij de burcht versterken. De parochiekerk stond echter in de weg en moest afgebroken worden. De aartsbisschop van
Keulen gaf hem daar toestemming voor onder voorwaarde dat hij een ander terrein binnen de stadsmuren aanbood om een nieuwe kerk te bouwen. Burgers en graaf stelden daarvoor de huidige plaats op de Hundisburg ter beschikking. De Stevenskerk en toren zijn gebouwd als één geheel, maar sinds de Napoleontische tijd heeft de gemeente Nijmegen het beheer over de toren. De kerk zelf bleef eigendom van de kerkelijke gemeente. Bij het bombardement op Nijmegen van 22 februari 1944 zijn kerk en toren zwaar beschadigd. De restauratie van de toren kwam in 1953 gereed en die van de kerk in 1969. Sinds 1983 heeft de stichting Stevenskerk de kerk in eigendom. Doel van de stichting is de Stevenskerk als rijksmonument en kostbaar religieus erfgoed in stand te houden voor de Nijmeegse samenleving. 4. De Stevenskerk in huidig Nijmegen De Stevenskerk is niet weg te denken uit het centrum van Nijmegen en is bijna vanzelfsprekend het middelpunt van de stad. Geen ander gebouw weerspiegelt zo sterk de indrukwekkende geschiedenis van Nederlands oudste stad, geen ander gebouw vertelt zo veel over het verleden van Nijmegen en geen ander gebouw heeft zijn functie als middelpunt van het Nijmeegse stadsleven zo weten waar te maken als deze oude kerk. Samen met het Valkhof was de Stevenskerk eeuwenlang beeldbepalend voor de stad. De betrokkenheid van de Nijmegenaren met hun Stevenskerk is groot. De hausse aan spontane acties om een bijdrage te leveren aan de instandhouding van dit monument is tekenend voor de beleving van de Nijmegenaren met hun Stevenskerk. De kerk geeft de stad karakter, de kerk geeft de stad een culturele identiteit. Foto’s van de Stevenskerk prijken op vrijwel iedere website of in iedere folder die toeristen naar onze omgeving wil trekken. De kerk trekt jaarlijks meer bezoekers dan de musea in de stad. Daarnaast worden in de kerk concerten, kunstmanifestaties, exposities en allerhande evenementen georganiseerd. De kerk speelt ook een belangrijke rol tijdens de Vierdaagsefeesten, het Gebroeders van Limburgfestival en tijdens de kersttijd met ‘Kerst in de Stevenskerk’. Maar is tevens decor voor officiële gelegenheden zoals de uitreiking van de Vrede van Nijmegen‐pennning, de dodenherdenking of de Karel de Grote prijs. In economische zin is de kerk van belang omdat zij een essentiële bijdrage levert aan de economische aantrekkelijkheid van de stad en toeristisch verkeer stimuleert. 5. Onderhoudssituatie kerk en toren De stichting Stevenskerk en de gemeente Nijmegen dragen zorg voor het onderhoud van respectievelijk de kerk en toren. Naast het periodiek onderhoud gaat het om het herstel van gebreken en het met regelmaat terugkomend groot onderhoud zoals schilderbeurten e.d. Zowel de stichting als de gemeente laten jaarlijks een bouwkundige inspectie uitvoeren door de Monumentenwacht (Gelderland). De toegevoegde waarde van de Monumentenwacht is de monumentale c.q. historische kijk op gebreken. Deze gebreken worden op urgentie beoordeeld en gerapporteerd. De gebreken uit deze rapportages worden omgeslagen en verwerkt in het lopende meerjaren onderhoudsplan en/of jaarplan. Met andere woorden de Monumentenwacht rapporteert monumentaal specifieke gebreken, welke naast het reguliere onderhoud in de onderhoudsplanning worden meegenomen.
De gebreken worden in een inspectierapport op urgentie beoordeeld en vastgelegd. Tevens voert de Monumentenwacht kleine (nood) reparaties uit en neemt ook gevaarlijk loshangende delen weg. Bij de te inspecteren bouwdelen/materialen moet worden gedacht aan de dakbedekking (leien), goten en hemelwaterafvoeren, loodindekkingen en andere waterkeringen, lood, zink, koper en andere bekledingen, bliksembeveiligingen, metsel en voegwerk, natuursteen enz. Het inspectierapport van de Monumentenwacht geeft aanleiding tot onderhoudswerkzaamheden of restauratie. Het is voor de monumentenwacht niet mogelijk om inwendige constructies te controleren en zij trekt geen conclusies uit de geconstateerde gebreken. Onderhoud kerk De afgelopen 20 jaar is voor het onderhoud van de kerk twee maal een door de RCE goedgekeurd tienjaren onderhoudsplan voor de ‘buitenkant’ van de kerk uitgevoerd. Deze plannen beslaan de periode 1992 – 2002 met een totaal bedrag van f 720.000,‐‐ en 2002 – 2012 met een totaal bedrag van € 510.000,‐‐ (alle bedragen inclusief 19% BTW) . Door de goedkeuring van het onderhoudsplan door de RCE kreeg de stichting een subsidie van 50% voor de onderhoudskosten zoals vermeld in het plan (Bromregeling). Voor het jaarlijkse onderhoud was in het 2e plan € 9.500,‐ per jaar voor preventief onderhoud gereserveerd en voor de herstelwerkzaamheden jaarlijks gemiddeld € 41.500,‐ totaal gemiddeld € 51.000,‐‐ per jaar. Het preventief jaarlijks onderhoud had onder andere betrekking op het reinigen van de dakgoten, repareren coating dakgoten, controleren en eventueel ontstoppen vergaarbakken en hemelwaterafvoeren, straatwerk, inboeten leien, glas‐in‐lood ruitjes vervangen, deurgrendels en scharnieren dakkapellen en traptorentjes ontroesten en smeren. De jaarlijkse herstelwerkzaamheden hadden betrekking op onder andere het schilderwerk van deuren en dakkapellen, het reinigen en aanhelen van het natuursteen en het verwijderen van algen en mossen op de gevels en steunbeerkoppen, het plaatsen van RVS veiligheidshaken, het voegwerk op plinthoogte rondom de kerk, het voegwerk rondom de ramen, het repareren van de leien, goten en de hemelwaterafvoeren, het inboeten van stenen en het herstel van straatwerk. Gaandeweg het laatste tienjaren plan bleek dat de in dit plan voorziene werkzaamheden niet voldoende waren. Voor het onderhoud dat niet op basis hiervan uitgevoerd kon worden is een inhaalslag gemaakt. Deze bestond onder andere uit extra voegwerk, het herstellen van gescheurde pinakels, het herstellen van luiken, het bestrijden van knaagkeveraantastingen, het repareren van binnenpleisterwerk en als grootste post het geheel opnieuw invoegen van alle glas‐in‐lood ramen. Met deze inhaalslag is in het totaal € 235.000,‐ aan het onderhoud besteed. Gezien de financiële positie van de stichting in die jaren heeft de gemeente een eenmalige subsidie van totaal €117.500,‐ voor de eigen bijdrage van dit deel van het onderhoud verstrekt. Naast de uitvoering van het onderhoudsplan is er ook aandacht besteed aan het verbeteren van het verwarmingssysteem om energie te besparen en renovatie van de toiletgroep om de gebruiksmogelijkheden van de kerk en daarmee de exploitatie van de kerk te vergroten. Deze werkzaamheden vielen geheel buiten het onderhoudsplan en dus buiten de subsidieregeling. De financiering hiervan is voor een zeer belangrijk deel (80 – 90%) door sponsoring geschied.
Onderhoud toren Jaarlijks wordt er aan de toren regulier onderhoud uitgevoerd tot een bedrag van € 10.000,‐‐ à € 15.000,‐‐ . Hieronder valt het schilderwerk, leibedekking, loodwerk, bliksembeveiliging, brandbeveiliging, uurwerken. Naast dit onderhoud zijn er ook incidentele grotere werkzaamheden uitgevoerd:
In 1992 heeft de toren een grote onderhoudsbeurt cq restauratie gekregen. Hierbij is een groot deel van de loodbekleding vernieuwd, is het koperwerk hersteld, is al het verguldwerk opnieuw gedaan (waarbij ook de haan van de toren is geweest), zijn delen van het leiwerk vernieuwd en is er geschilderd. Totale kosten ± ƒ 350.000,‐‐ (gulden) In 1994 is het carillon gereviseerd en is er een nieuw klavier voor het carillon geplaatst. Totale kosten ± ƒ 75.000,‐‐ (gulden) Medio 1998 is de toren van een nieuwe brandmeldinstallatie voorzien. In 2008 is er groot onderhoud uitgevoerd aan de betonnen trappen in de toren vanwege betonrot. Totale kosten ± € 40.000,‐‐ In 2009 is de eerste omloop voorzien van nieuwe dakbedekking en zijn de houten vlonders vernieuwd. Totale kosten ± € 15.000,‐‐ In 2009 en 2010 is er schilderwerk uitgevoerd. Totale kosten ± € 23.000,‐‐ In 2010 is een steiger geplaatst om voegwerk te vervangen. Er werd geconstateerd dat niet alleen het voegwerk, maar ook grote delen van de natuursteen, zoals de waterlijsten er slecht aan toe zijn. Op dat moment is besloten om het voegwerk niet te vervangen, maar dit mee te nemen in een algehele aanpak. Om risico van vallende stenen te voorkomen zijn alle losse delen verwijderd voor dat de steiger is afgebroken. Totale kosten ± € 35.000,‐‐ 6. Projectomschrijving De restauratie Omdat er nog heel weinig inzicht is in de uiteindelijke omvang van de restauratie en daarmee ook in de met de restauratie gemoeide kosten, is het verstandig om eerst te zorgen dat dit inzicht er komt. Het resultaat van dit plan van aanpak moet dan ook zijn dat er een indicatief restauratieplan ligt, waaruit blijkt wat de inhoud van de restauratie wordt, en wat het benodigde budget (met een redelijke marge) moet zijn om deze restauratie uit te voeren. Uitgangspunt daarbij is dat deze restauratie zich beperkt tot de instandhouding van de bouwkundige schil van de kerk en de toren. Op basis van dit indicatieve restauratieplan moet vervolgens de keuze worden gemaakt hoe de restauratie verder wordt aangepakt. Gaan we werken met een bouwteam op basis van het indicatief restauratieplan of gaan we aanbesteden op basis van een gedetailleerd restauratieplan? Bouwteam of aanbesteden Zodra het indicatief restauratieplan is afgerond, dient er een keuze te worden gemaakt om tot een verder aanpak te komen. Bij de verdere aanpak zijn er 2 mogelijkheden denkbaar: 1. Bouwteam: Een team vertegenwoordigd door opdrachtgevers, een restauratieadviesbureau/restauratiearchitect, een restauratieaannemer, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, natuursteenleveranciers, etc. die het restauratieplan uitvoeren binnen de kaders (waaronder het budget) die gesteld worden. Het bouwteam gaat aan de slag met het indicatieve restauratieplan en vult de exacte uitvoering van de restauratie al werkenderwijs in. De relatief hoge kosten van een gedetailleerd restauratieplan kunnen hiermee worden bespaard. 2. Aanbesteden: Een gedetailleerd restauratieplan, uitgewerkt tot op besteksniveau, op basis waarvan de
uitvoering van de restauratie kan worden aanbesteed. Voordeel van deze werkwijze is dat er sprake is van een duidelijk kader, waardoor de kosten duidelijk in beeld kunnen worden gebracht en de invloed van de markt op de hoogte van de prijs. Het nadeel hiervan is dat er eerst een kostbaar gedetailleerd restauratieplan moet worden opgesteld, dat vervolgens wordt aanbesteed en uitgevoerd, met als risico een star weinig flexibel uitvoeringsproces, waarbij wellicht zaken onnodig worden uitgevoerd en je waarschijnlijk met veel meer en minderwerk te maken zult krijgen. De keuze is mede afhankelijk van de inzichten die het indicatieve restauratieplan zal opleveren. Wat is er nodig om te komen tot een indicatief restauratieplan Bouwhistorisch onderzoek en bouwtechnisch onderzoek vormen de basis van het op te stellen restauratieplan. Om de kosten in eerste instantie te beperken en een beslismoment in te bouwen is het voorstel om eerst een indicatief restauratieplan op te laten stellen, op basis hiervan de mogelijkheden en onmogelijkheden op een rij te zetten en te besluiten over de verdere aanpak (kan er voldoende budget worden gegenereerd, moeten er om financiële redenen keuzes worden gemaakt betreffend wat wel en wat niet uit te voeren, enz). Om een indicatief restauratieplan te kunnen laten opstellen moeten eerst twee hiervoor genoemde onderzoeken worden uitgevoerd. Dit kan door verschillende marktpartijen worden gedaan, maar goed contact tussen beiden is daarbij wel noodzakelijk. Bouwhistorisch onderzoek Omdat het bouwhistorisch onderzoek wordt gedaan ten behoeve van de ophanden zijnde restauratie van de bouwkundige schil en de constructie, moet het zich toespitsen op het verzamelen van gegevens over de ingrijpende restauratie die kort na de oorlog uitgevoerd is. Toen zijn vanuit de toenmalige restauratiefilosofie bewuste keuzes gemaakt ten aanzien van materiaaltoepassingen en constructies. Het onderzoek zal hoofdzakelijk in diverse archieven moeten plaatsvinden. Al vòòr 1940 is het gebouw opgemeten en er zijn tekeningen gemaakt van zowel de kerk als ook van de toren. Een uitgebreide opmeting is dus niet noodzakelijk. Er bestaan bestekken en opzichterdagboeken die veel gedetailleerde informatie geven over de werkzaamheden. De resultaten zullen toegevoegd worden aan het dossier Stevenskerk en ‐toren dat in opbouw is. Het zal de volgende gegevens moeten opleveren: Een overzicht van de beschikbare gegevens en hun vindplaats Tekeningen van kerk en toren in digitale vorm Korte beschrijving van de destijds verrichte werkzaamheden Overzicht van de toegepaste constructies, bv. betonconstructies en verankeringen Gekozen materiaaltoepassingen en de historische verantwoording daarvan Bekendheid met deze gegevens is noodzakelijk om een gericht bouwtechnisch onderzoek te doen en daarna het indicatieve restauratieplan op te stellen. Het onderzoek moet plaatsvinden door een gespecialiseerd bureau en zal uitgevoerd worden volgens de landelijke richtlijnen voor bouwhistorisch onderzoek. Het Bureau Archeologie en Monumenten zal de opdrachtgever daarvan zijn en het onderzoek begeleiden.
Volgens ingewonnen informatie moet voor het volledige bouwhistorisch onderzoek gerekend worden op een duur van ca. 3 maanden. Bouwtechnisch onderzoek Het bouwtechnisch onderzoek is van belang om de huidige technische status (conditie) van de kerk en de toren vast te stellen. Dit onderzoek zal zich uitsluitend richten op de instandhouding van de bouwkundige schil van zowel de kerk als de toren. Men moet hier denken aan de volgende bouwkundige delen: Fundatie (visueel voor zover mogelijk) Natuursteen, metselwerk en voegwerk. Beton constructie. Dakbedekking leibedekking, bitumen en overige materialen) en dakconstructie. Zink en loodaansluitingen. Goten hemelwaterafvoeren en riolering. Glas in lood ramen Het bouwtechnisch onderzoek zou uit de volgende elementen moeten bestaan: Bouwkundige opname waarin de onderhoudstoestand / technische staat van de kerk en de toren wordt vastgesteld. De inspectie / inventarisatie zal middels een hoogwerker of kraan moeten gebeuren, waarbij de conditie van alle voorkomende materialen inclusief gebreken, oorzaken en plaatsaanduiding worden beschreven. Bouwkundige tekeningen (situatie, gevelaanzichten, uitbouwen, plattegronden, doorsnedes van de kerk en de toren) die met behulp van bestaande tekeningen dan wel door het inmeten van de kerk en toren worden gemaakt. Deze bouwtekeningen moeten onder andere de geconstateerde gebreken aanduiden. De bouwtekeningen digitaal ter beschikking worden gesteld, zodat wijzigingen ook door anderen kan worden toegevoegd. Een fotorapportage welke de conditie illustreert en waarin de gebreken zijn vastgelegd. Indicatief restauratieplan Nadat bovenomschreven onderzoeken zijn uitgevoerd is er voldoende informatie om een indicatief restauratieplan te laten opstellen. Het plan hoeft niet tot in detail te worden uitgewerkt, maar het moet wel een goede indicatie geven van de omvang van de restauratie en moet een begroting van de totale restauratie bevatten (met een redelijke foutmarge) van de uiteindelijke totale restauratiekosten. Het indicatief restauratieplan dient de volgende onderdelen te bevatten: Een integrale omschrijving van de totale restauratie. Een samenvatting van het bouwhistorische en het bouwtechnisch onderzoek. Basis werkomschrijvingen van al de voorkomende (restauratie) werkzaamheden. Een gedetailleerde kostenraming voor de uitvoering van het restauratieplan incl. het opstellen van een gedetailleerd restauratieplan, bouwbegeleiding en toezicht. Deskundige partij(en)
De partij die het indicatief restauratieplan opstelt, hoeft niet de partij te zijn die het bouwhistorische of het bouwtechnisch onderzoek heeft uitgevoerd. Door hierin afzonderlijke opdrachten te geven, zit je niet tot aan het einde van de restauratie aan één partij vast. Voor het opstellen van het bouwtechnisch onderzoek en voor het indicatieve restauratieplan moet een ter zake kundige marktpartij worden geselecteerd, op basis van een aantal randvoorwaarden. De stichting Stevenskerk en de gemeente Nijmegen moeten een groot vertrouwen in deze partij hebben. Randvoorwaarden selectie marktpartij: Aantoonbare deskundigheid in het opstellen van een bouwtechnisch onderzoek en / of grootschalig restauratieplan. Aantoonbare ervaring met kerkrestauraties. Aantoonbare deskundigheid in natuursteenproblematiek. Inzicht en ervaring in de interpretatie van kunsthistorische ontwikkelingen, restauratie‐ uitgangspunten en bouwtechnische achtergronden. Bij voorkeur GEAR‐gecertificeerd (Vereniging Architecten Werkzaam in de Restauratie). Aantoonbare ervaring in het aansturen van bouwteams, op het gebied van directievoering, kwaliteitsborging en budgetbewaking. In staat om oplossingen te vinden voor de aanwezige natuursteenproblematiek, met een goed oog voor de (bouw)historische waarde. Bij de afzonderlijke aanbestedingen van het bouwhistorisch onderzoek, het bouwtechnisch onderzoek en het indicatief restauratieplan moet rekening worden gehouden met het gemeentelijk aanbestedingsbeleid. Samenvattend moet het volgende gebeuren: Laten uitvoeren van een bouwhistorisch onderzoek Laten uitvoeren van een bouwtechnisch onderzoek Laten opstellen van een indicatief restauratieplan Beslismoment inzake de verdere aanpak (bouwteam of gedetailleerd restauratieplan met aanbesteding). Opstarten vergunningen/subsidie/financiering traject. Afhankelijk van de gemaakte keuze starten met de restauratie in bouwteamverband of aanbesteding op basis van een gedetailleerd restauratieplan en daarna starten met de uitvoering.
7. Projectorganisatie Om een goed plan van aanpak op tafel te krijgen wordt in één gezamenlijke projectgroep gewerkt, met inachtneming van de gescheiden verantwoordelijkheid voor de kerk (stichting) en de toren (gemeente). De aansturing wordt gezamenlijk door gemeentebestuur (wethouder) en stichtingsbestuur (stichtingsvoorzitter) gedaan. In de projectgroep hebben naast een aantal gemeentelijke deskundigen twee leden van de stichting zitting. Het voorzitterschap wordt door de gemeentelijk projectleider ingevuld en het secretariaat door een bestuurslid van de stichting. Er zijn een tweetal werkgroepen geformeerd met concrete specifieke werkopdrachten, te weten bouw‐ en cultuurhistorie, en de bouwtechnische zaken. De bestuurlijke en maatschappelijke zaken, evenals de communicatie wordt waar nodig plenair in de projectgroep geregeld. Het projectmanagement moet de werkprocessen stroomlijnen, afstemming tussen de gemeentelijke organisatie en de stichting managen en sturing geven aan fondsen‐ en subsidiewerving. De wenselijkheid van een eventueel eigen juridische entiteit zal nog bekeken moeten worden. Binnen de stichting Stevenskerk heeft men inmiddels een eigen fondsenwervingtraject uitgezet. Dit traject is vooral gericht op een duurzame dekking van de jaarlijkse reguliere onderhoudskosten van de kerk. Vanuit de gemeentelijke organisatie zal expertise van de afdelingen Vastgoed, Archeologie & Monumenten en Omgevingskwaliteit nodig zijn. Naast de gemeente en stichting zullen adviseurs van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (o.a. de regioconsulenten en een natuursteenspecialist) en de restauratiearchitect regelmatig in de projectgroep zitting moeten hebben. Bestuurlijk opdrachtgever namens: Gemeentebestuur: wethouder Hannie Kunst Stichting Stevenskerk: Voorzitter Trude Ross De stuurgroep stuurt de projectgroep aan en stelt de producten van de projectgroep vast. De stuurgroep hakt knopen door waar dat noodzakelijk is. Opdrachtnemer: Gemeente Nijmegen (ambtelijk): Eric Peperkamp, afdeling VSA, bureau vastgoed De opdrachtnemer is (ambtelijk) degene die de formele opdracht om het Plan van Aanpak voor de restauratie van de Stevenskerk te realiseren, aanneemt. De opdrachtnemer delegeert de opdracht aan de projectmanager. Projectmanagement: Gemeente Nijmegen: Ber van Haren, afdeling VSA, bureau vastgoed Stichting Stevenskerk: Paul Kindt, bestuurslid stichting Stevenskerk De projectmanagers sturen de dagelijkse werkzaamheden van het projectteam aan. Zij organiseren het proces en dragen zorg voor de productie van de ingrediënten van het Plan van Aanpak. De gemeentelijke projectmanager draagt zorg voor de bestuurlijke stukken.
Werkgroep bouwhistorie: Gemeente Nijmegen:
Mayke Haaksman, afdeling Stadsontwikkeling, Herman Koldewijn, afdeling Stadsontwikkeling Hettie Peterse, afdeling Stadsontwikkeling Diane van der Heijden, afdeling Omgevingskwaliteit Stichting Stevenskerk: Trude Ross, voorzitter stichting Stevenskerk Jan van Delft, bestuurslid stichting Stevenskerk De werkgroep bouwhistorie beschrijft hoe het bouwhistorisch onderzoek van de Stevenskerk gedaan moet worden. Werkgroep bouwtechnisch onderzoek: Gemeente Nijmegen: Bas Schöne , afdeling VSA / DHV Diane van der Heijden, afdeling Omgevingskwaliteit Joop Kleeven, afdeling VSA, bureau vastgoed Herman Koldewijn, afdeling Stadsontwikkeling Stichting Stevenskerk: Paul Kindt, bestuurslid stichting Stevenskerk Jan van Delft, bestuurslid stichting Stevenskerk Externe deskundigen: o.a. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed De werkgroep bouwtechnisch onderzoek beschrijft hoe het bouwtechnisch onderzoek moet worden gedaan. Op basis van de bevindingen uit het bouwhistorisch onderzoek en het bouwtechnisch onderzoek het, beschrijft deze werkgroep ook hoe het indicatief restauratieplan moet worden gedaan. 8. Planning Werkzaamheden 1. Plan van aanpak
Bijzonderheden
Gereed
Met collegevoorstel en raadsbrief
2. Besluitvorming college
Besluitvorming over plan van aanpak en voorbereidingskrediet. Tevens besluitvorming krediet voorfinanciering fondsenwervingscampagne stichting Stevenskerk Archief onderzoek bouwhistorie Stevenskerk. Onderzoek technische staat van het gebouw. Beschrijving restauratie fase Stevenskerk. Besluitvorming over restauratie Stevenskerk in periode 2013 e.v.
Juni 2012 Juli 2012
2. Bouwhistorisch onderzoek
3. Bouwtechnisch onderzoek
4. Indicatief Restauratieplan 5. Besluitvorming college en Raad
November 2012
Nov. /Dec. 2012
Jan./ febr. 2013 maart 2013
9. Financiën Een omvangrijk project als de restauratie van een monument als de Stevenskerk vergt veel financiële middelen. In het voorgaande is duidelijk geworden welke structurele bedragen de gemeente en stichting uitgeven aan onderhoud van het gebouw. Daarnaast zijn er regelmatig incidentele bedragen besteed aan het gebouw. Enerzijds voor onderhoud en anderzijds voor een eigentijds gebruik van het gebouw. De middelen komen deels uit de gemeentebegroting, van het Rijk en van de stichting Stevenskerk. In dit plan van aanpak beperken we ons tot de kosten die gemaakt moeten worden om een een bouwhistorisch onderzoek, bouwtechnisch onderzoek en een indicatief restauratieplan te kunnen laten opstellen. De raming voor de projectkosten benodigd voor de voorbereiding van het project tot en met het opstellen van een indicatief restauratieplan zullen ca. €95.000,‐‐ gaan bedragen. Hierin is een raming van de gemeentelijke uren opgenomen, de kosten die gemaakt moeten worden voor het laten opstellen van het historisch bouwonderzoek, het bouwtechnisch onderzoek en een indicatief restauratieplan, door een marktpartij. Voor de financiering van het opstellen van het definitief restauratieplan en de restauratie zelf zal in samenwerking met de stichting Stevenskerk gezocht worden naar verschillende mogelijkheden. Indien er bij het rijk en de provincie Gelderland restauratiesubsidies beschikbaar zijn, zal hiervoor een aanvraag ingediend worden, waaronder de BRIM aanvraag. Ook zal er bij de provincie Gelderland een aanvraag ingediend worden voor subsidiëring van de kosten voor het opstellen van een restauratieplan. De eerste contacten met deze overheden over de restauratie van de Stevenskerk, zijn al gelegd. Ten behoeve van de restauratiekosten zullen gemeente en stichtingsbestuur gezamenlijk optrekken in de fondsenwerving. Er zal ook gezocht worden naar andere mogelijke financieringsbronnen om de restauratie van de Stevenskerk te kunnen betalen. De stichting Stevenskerk heeft naast de restauratiekosten meer vaste lasten. Voor de exploitatie van de kerk zijn op dit moment onvoldoende inkomsten beschikbaar. Het stichtingsbestuur zet daarom actief in op fondsenwerving en zal proberen de opbrengsten uit de exploitatie van de kerk te verhogen. In verband met de fondsenwerving is er aan een professioneel bureau opdracht gegeven voor een fondsenwervingplan. In dit plan wordt ingestoken op werving van gelden bij particulieren, bedrijven en bij Nijmeegse evenementen. De stichting heeft de gemeente gevraagd om hierbij financieel te participeren zodat de opstart van dit plan mogelijk wordt gemaakt. Het gaat om een bedrag van €15.000,‐‐ als voorfinanciering.
10. Achtergrond informatie 1.bouwgeschiedenis 2.landelijke betekenis 3.monumentenomschrijving 4.symbool van de stad 1. Bouwgeschiedenis De bouwgeschiedenis is een afspiegeling van de Nijmeegse geschiedenis sinds de 13e eeuw en markeert ook haar perioden van welvaart en verval. Over vorm en omvang van het gebouw, dat in de loop van eeuwen gegroeid is, zijn tijdens de restauratie na de Tweede Wereldoorlog veel gegevens bekend geworden Met de bouw van de kerk is snel na 1254 begonnen. Die kerk had een basilicale vorm, een hoog middenschip met lagere zijbeuken, met een halfronde absis aan de oostzijde en een ingebouwde toren (fase 1). Tussen 1323 en 1428 werd de kerk aan de oostzijde uitgebreid met een dwarsschip (transept), een langgerekt koor, geflankeerd door zijkapellen (fase 2). Waarschijnlijk waren er toen twee ingangen in het midden van de zijbeuken. Vervolgens werden tussen 1371 en 1428 de zijbeuken vervangen door nieuwe, bredere zijbeuken, die even hoog waren als het bestaande middenschip (fase 3). De hoofdingang van de kerk was vanaf dit moment het zuidwestelijke portaal. Tussen 1420 en 1546 werd een nieuw priesterkoor met omgang en straalkapellen gebouwd (fase 4). Het ontwerp was van de hand van Gisbert Schairt van Zaltbommel, die eveneens bouwmeester was van de Stiftskerken te Xanten en Kranenburg en ook betrokken was bij de kerken in Doesburg en Zaltbommel.
Vermoedelijk werd rond 1500 een begin gemaakt met de bouw van een groot, ruim veertig meter lang nieuw dwarsschip, dat omstreeks 1560 gereed kwam (fase 5). Het dwarsschip kreeg complete zijbeuken, iets dat heel bijzonders is voor Nederland. Door deze bouwfase verdwenen de meest oostelijke traveeën van het oude romaans‐gotische schip. Halverwege de zestiende eeuw zijn het unieke baldakijnportaal (het zuiderportaal) en de Heilige Grafkapel aan de noordzijde toegevoegd. Het was de bedoeling om ook het schip geheel te vervangen, maar door de Reformatie is dit er nooit meer van gekomen. Dat de kerk niet voltooid is, is op veel plaatsen nog te zien. Onder andere bij het zuidwestelijke portaal. Dit portaal was als onderdeel van het oude schip destijds voorbestemd om te verdwijnen en daarom had men alvast de open voorhal gesloopt. De aanzetten van de gewelven van deze oude voorhal zijn, in gerestaureerde vorm, nog steeds zichtbaar aan de steunbeer links van die oude ingang. Op Valentijnsdag 1566 sloeg de bliksem in de toren en het vuur verteerde ook de klokken. De torenbekroning werd daarop tussen 1567 en 1569 vernieuwd, naar model van de Oudekerkstoren in Amsterdam. In 1590 zou die bij de beschietingen door de troepen van Prins Maurits weer kapotgeschoten worden. Na de Reductie van 1591 is het interieur van de kerk ontdaan van de vele middeleeuwse altaren en beelden. In de jaren 1604 – 1605 kwam een nieuwe torenbekroning, ontworpen door Peter Gerritsz Verspeck uit Leiden, tot stand. In de tweede helft van de 18e eeuw zijn ingrijpende veranderingen aan de bekapping uitgevoerd. De houten gewelven van de hoofdbeuken werden vervangen door gestuukte gewelven. Ook kwam in deze eeuw een nieuw orgel tot stand. In 1856 is nog een neogotisch portaal aan het koor gebouwd, maar dit portaal is bij de laatste restauratie weer verwijderd. In de negentiende eeuw werd het zakelijk beheer van de kerk uitgevoerd door een College van Kerkvoogden, dat weinig binding met de kerkelijke gemeente had. Het onderhoud aan de kerk raakte daardoor op de achtergrond. Nieuwe materialen deden hun intrede en zo werden de sterk verweerde natuurstenen raamtraceringen vervangen door gietijzeren harnassen met grote glasruiten. Ook werd een aantal ramen dichtgemetseld of verkleind om de muren meer stevigheid te geven. De kerk raakte steeds verder in verval en in de jaren dertig van de twintigste eeuw besloot men uiteindelijk tot restauratie over te gaan. De Kerkvoogdij had restauratiearchitect B. van Bilderbeek aangesteld voor het opstellen van een restauratieplan. Het bombardement van 22 februari 1944 zorgde echter voor een drastische aanpassing van het plan. Door het bombardement waren grote delen van kerk en toren verwoest. Voor de herbouw van de toren nam de gemeente Nijmegen de architect A.W. Jansz in de arm. Men gebruikte de opmetingstekeningen die in de jaren voor de oorlog al gemaakt waren, zodat er sprake was van een vrij nauwkeurige reconstructie. Vanwege verschillende redenen werd echter gekozen voor een betonnen skelet in plaats van het oorspronkelijke houten skelet.
Verder werd in tegenstelling tot de situatie van voor de Tweede Wereldoorlog de bakstenen bekleding van de onderste geleding van de toren en westgevel van de kerk vervangen door tufsteen. De kerk werd zo nauwkeurig mogelijk gerestaureerd, maar er was ook sprake van reconstructie of ‘verbetering’ van de bestaande situatie. Zo werden de negentiende‐eeuwse gietijzeren ramen vervangen door nieuwe natuurstenen venstertraceringen en werd het ingangsportaal uit 1865 verwijderd. Verder kreeg de kerk een nieuw dak, dat ongeveer een halve meter hoger is gelegen dan het oude dak. Het achttiende‐eeuwse gestuukte gewelf van het middenschip, koor en middenbeuk van het dwarsschip werd vervangen door een houten tongewelf, zoals voor de achttiende eeuw ook aanwezig was. Een moderne toevoeging waren de betonnen balken waar het nieuwe tongewelf op rust. Een andere ‘verbetering’ zijn de nieuwe geveltoppen boven het dwarsschip, gebaseerd op tekeningen en schilderijen uit de zeventiende en achttiende eeuw. Voor restauratie en reconstructie van het verweerde natuursteen werd zoveel mogelijk gebruik gemaakt van nog aanwezige ornamenten in goede staat en werd zoveel mogelijk de originele natuursteensoorten toegepast. Indien die niet meer verkrijgbaar waren, werden vergelijkbare soorten gebruikt. Bronnen: J.J.F.W. van Agt, De metamorfosen van de Stevenskerk, in Numaga. Tijdschrift gewijd aan heden en verleden van Nijmegen en omgeving, Stevenskerk‐nummer, jrg. XVI (3), september 1969 H. de Heiden, De St. Stevenskerk te Nijmegen. Geschiedenis, bouwgeschiedenis en rondgang, Nijmegen 2002
2. De landelijke betekenis van de Stevenskerk De Sint Stevenskerk (kerk en toren) is een rijksmonument omdat de kerk van nationaal belang wordt geacht. De cultuurhistorische aspecten, die dat belang van de kerk onderstrepen zijn: 1) de verplaatsing van de kerk in 1247 als gevolg van militair‐strategische redenen van nabij het Valkhof naar de huidige locatie; 2) de romaanse (romanogotische?) kerk die in XIIIc gebouwd wordt, terwijl vanaf circa 1260 in Xanten en Utrecht de gotiek al zijn intrede doet; 3) de kooromgang met vierzijdige kapellen met grote vensters als een soort aaneengeregen ‘capellae vitreae’ uit omstreeks 1400; 4) het transept uit XVIA als een enorm bouwdeel met zijbeuken en grote glasvensters (feitelijk alleen te vergelijken met de Hooglandse Kerk te Leiden en de Willibrordidom te Wesel); 5) het rijke laatgotische zuidportaal; 6) het in opdracht van Karel van Egmond, laatste hertog van Gelre, opgerichte grafmonument voor zijn moeder Catharina van Bourbon in het hoogkoor, die als maecenas voor de kerk optrad; 7) het feit dat het hoogaltaar ondanks alle vergrotingen van de kerk op zijn oorspronkelijke plaats bleef, op het laatst in de viering vlak voor het koor; 8) het beroemde achttiende‐eeuwse Königorgel. 3. Monumentenomschrijving Kerk en toren zijn elk afzonderlijk beschermd en beschreven en de bescherming is vastgelegd in de redengevende omschrijving :
SINT STEVENSKERK (St. Stevenskerkhof 61, monumentnummer 31181) Grotendeels laatgotische KRUISKERK, zwaar beschadigd in 1944, waarbij vooral het schip en de toren getroffen werden, geheel gerestaureerd 1946‐1966.Het kerkgebouw bestaat uit: a. een driebeukig halleschip, ontstaan in het laatste kwart der 14e en het eerste kwart der 15e eeuw door de verbouwing van een romano‐gotisch, basilicaal schip, waarvan vier vrijstaande pijlers bewaard zijn. b. een groots opgezet, in conceptie basilicaal, doch nimmer van een lichtbeuk voorzien, koor met omgang en tweezijdige straalkapellen, gebouwd eerste helft 15e eeuw naar plannen van Ghisbert Schairt en voltooid door de overwelving der omgang in 1450. c. een driebeukig, evenmin als het koor met een lichtbeuk bekroond transept, vermoedelijk in gebruik genomen 1559. Omgang, kapellen en dwarsschipzijbeuken overwelfd met laat‐ gotische ster‐ en netgewelven. Over de hoofdbeuken een eikenhouten tongewelf, aangebracht bij de recente restauratie ter vervanging van een houten gewelf uit 1772. d. tegen de zuidzijde van het koor een sacristie, gedekt door stergewelven, omstreeks 1430 voltooid. Aansluitend hierop aan de oostzijde een met een netgewelf overkluisd portaal. Tegen de noordgevel van het dwarspand een kluisachtige, met een netgewelfje gedekte ruimte voor het stadsarchief. Tegen de zuidgevel van het dwarsschip een rijk met beeldhouwwerk versierd, door een stergewelf overkluisd, open 'Paradijsportaal' op vijfhoekige grondslag. Tegen de zuiderzijbeuk, in de hoek met het zuidertransept, een met natuursteen bekleed, gebeeldhouwd portaal, omstreeks 1400. Tot de inventaris behoren: natuurstenen koorafscheiding tussen de pijlers van het hoogkoor, versierd met traceringen en getraliede openingen. Aan de zuidzijde in deze koormuur een poortje, in welks boogveld een reliëf met voorstelling van het Jongste Gericht, jaartallen 1484 en 1505. In de poortjes, die toegang geven tot het hoogkoor authentieke eiken deuren met smeedwerk, waarschijnlijk 16e eeuw. Boven het poortje naar het vm. stadsarchief in de noordwand van het dwarsschip een reliefsteen met uitbeelding van de Aanbidding der drie Koningen, jaartallen 1517 en 1559. Op het hoogkoor een in 1512 op last van Hertog Karel van Egmond voor zijn moeder, Anna Catharina van Bourbon, opgerichte, natuurstenen graftombe, versierd met gegraveerde, koperen platen door Wilhelm Loemans te Keulen. Gegraveerde, koperen grafplaten voor een kanunnik (1570) en een burgemeester (1665). Tegen de zuidelijke koormuur een der beide kanunnikenbanken, in 1577 in renaissancestijl gesneden, na de reformatie uiteengenomen en verwerkt in een tochtportaal, in 1966 tot koorbank gereconstrueerd en herplaatst. Gesneden preekstoel, 1639 door Joost Jacobs te Amsterdam. Gesneden doophek, 1652 door Cornelis Hermansz Schaeff te Nijmegen, bij de recente restauratie in fragmenten toegepast als afsluiting der koorkapellen. Herenbank, 1644, in renaissancestijl gesneden door Joost Jacobs en Cornelis Schaeff. Prinsengestoelte met overhuiving, Lodewijk XV, 1771. Tochtportaal, gesneden in renaissancevormen met pilasthermen, 1623. Tochtportaal, gesneden in renaissancevormen, 1632. Twaalf koperen kaarsenkronen, 17e eeuw en twee koperen lezenaars, 17e eeuw. Talrijke grafzerken, 15e, 16e, 17e, 18e eeuw. In de als tijdelijke Hervormde Kerk ingerichte zijbeuktraveeën ten noorden van de toren een eenvoudige, 18e eeuwse preekstoel en een 18e eeuwse orgelkas. Sporen van gotische polychromie op enkele koorpijlers; enkele fragmenten van gotische muurschilderingen.
a. Hoofdorgel. Een rijk gesneden kas met snijwerk van Johan Kaersbergen en J. Otten. Hierin een orgel met Hoofdwerk, Bovenwerk, Rugwerk en vrij Pedaal, in 1776 gemaakt door L. Konig. Gerestaureerd in 1970. Onder het orgel een stucplafond. b. Koororgel. Eenklaviers orgel, ca. 1700 gemaakt door een onbekende maker in België (Ardennen). Gerestaureerd in 1973. c. Positief in Zuiderkapel. Midden 18e eeuw gemaakt door P. van Assendelft. Voor plaatsing in de Stevenskerk heeft het orgel in de Herv. Kerk te Ommeren gestaan. d. Tegen de westwand van de noorder zijbeuk hangt een kas die ca. 1850 gemaakt is door A. Clerinx. Het pijpwerk van dit instrument van de fa. Verschueren uit 1960. Dit orgel valt dan ook buiten de bescherming. TOREN (St. Stevenskerkhof 63, monumentnummer 31182) Bakstenen bouwwerk zonder steunberen, waarvan de onderste geledingen romano‐gotisch zijn en dateren uit de tweede helft der 13e eeuw. De klokkenverdieping herbouwd na een brand in 1429 door Ghisbert Schairt. Sierlijke houten bovenbouw in renaissancevormen door Pieter Gerritsz. Verspeck uit Leiden in 1604‐1605, verwoest in 1944 en van 1950‐1952 herbouwd in beton, bekleed met hout en koper, waarbij de oude vormen nauwkeurig werden gekopieerd. De detaillering der benedengeleding in romaanse trant is een inventie van de recente restauratie. In de toren een klokkenspel, waarvan 15 klokken gegoten door P. en M. van den Gheyn 1736/37/38, 17 door J.B. le Vache 1734, 1 door P. en H. van Trier 1566 en 1 door A.J. van den Gheyn 1780. Buiten gebruik gesteld 1 klok van G. van Wou 1484, 2 van B.J. Levache 1734, 4 van P. en M. van den Ghein 1736‐1737 en 1 van een anonieme gieter zonder jaartal. Mechanisch torenuurwerk Van Bergen, Heiligerlee, is later voorzien van elektrische opwinding. 4. De Stevenskerk als symbool van de stad Nijmegen De omvangrijke kerk staat hoog op de Hundisberg en is daarom in de wijde omtrek zichtbaar, waarmee de kerk het meest beeldbepalende gebouw van Nijmegen is. Naast het feit dat de Sint Stevenstoren symbool staat voor het verlangen naar Nijmegen, getuige een bekend volksliedje, is de St. Stevenskerk ook van grote betekenis voor de geschiedenis van Nijmegen. De kerk markeert de periode in de Nijmeegse geschiedenis, waarin het religieuze middelpunt van de stad werd verplaatst van het Valkhof naar de Hundisburg, een gemeenschappelijke krachtsinspanning van de (toen nog) graaf van Gelre en de burgers van Nijmegen. De kerk weerspiegelt de sociaal‐economische en religieuze ontwikkelingen in de stad: de bloei van de stedelijke economie, de snelle groei van de bevolking en het toenemende belang van de stad in de late middeleeuwen, die de uitbreiding en verfraaiing van de kerk en de bevordering tot kapittelkerk tot gevolg hadden; voorts de reformatie en de beeldenstorm, de verovering van Nijmegen door Prins Maurits en de daarmee gepaard gaande overgang van de kerk naar de protestanten. Ook herinnert de Sint Stevenskerk aan het bombardement van 22 februari 1944, toen de toren instortte en de zuid‐westzijde van de kerk vernielde. Na de oorlog werd de kerk als één van de eerste gebouwen in Nijmegen herbouwd. De Stevenstoren werd zo het symbool van de herrijzende stad. Projectgroep restauratie Stevenskerk Nijmegen, juni 2012
Communicatie en Representatie
PERSBERICHT Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 23 80
Datum
Nummer persbericht
10 juli 2012
120710 L
Piket
(024) 329 25 85
E-mail
(buiten kantooruren)
[email protected]
Gemeente en Stichting Stevenskerk samen aan de slag met herstel Stevenskerk De gemeente Nijmegen en de Stichting Stevenskerk gaan gezamenlijk een plan opstellen voor herstel van de Stevenskerk en –toren. De komende tijd wordt de technische staat van het gebouw onderzocht en worden de mogelijkheden van herstel met de bijbehorende kosten geïnventariseerd. Op basis daarvan wordt een restauratieplan opgesteld. Begin dit jaar werd de noodklok voor de St. Stevenskerk geluid, omdat er stukken natuursteen van de St. Stevenskerk dreigde af te vallen. Er zijn bouwhekken voor de kerk geplaatst en ornamenten zijn met houten omtimmeringen vastgezet. Daarop is besloten om samen met de Stichting Stevenskerk Nijmegen te komen tot een restauratieplan met begroting van de St. Stevenskerk en toren. De komende tijd zal een bureau onderzoek uitvoeren naar de technische staat van het gebouw om een een beeld te krijgen van de omvang van het probleem. Op basis daarvan wordt een restauratieplan opgesteld en kunnen de kosten worden geraamd. Het restauratieplan is naar verwachting eind dit jaar gereed. Om de restauratie te kunnen bekostigen zal ingezet worden op fondsenwerving en sponsoracties. Daarnaast zal gezocht worden naar subsidiemogelijkheden.