Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Uitgangspunten Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) binnen de MARN-regio
Openbare 18 december 2007 Programma /besluitenlijst Programmanummer Collegevergadering Klimaat & Energie / 1022 no 47
BW-nummer
Portefeuillehouder
J. van der Meer
Aanwezig: Samenvatting Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. Th. de Graaf Voorzitter Naar aanleiding van de resultaten uit het rapport Commissie Mans over G660, Emile Pilage, 9471 P. Depla, van Hooft sr., L. H. Kunst, Wethouders de kwaliteit van de uitvoering van de H. handhaving moeten er Scholten, in Datum ambtelijk voorstel P. Lucassen, J. van der Meer Nederland Regionale Uitvoeringsdiensten opgericht worden. In 4 juli 2011 P. Eringa Gemeentesecretaris Gelderland is in 2009 bestuurlijk de intentie uitgesproken dit op basis Registratienummer A. Kuil Communicatie van de huidige 7 WGR-regio’s te doen. Conform afspraak is de 11.0010038 M.juni Sofovic Verslag Staatssecretaris van I&M in 2011 door de provincie gerapporteerd over voortgang van de vorming van de Regionale Uitvoeringsdiensten. Gedeputeerde Verdaas heeft in verband hiermee, gemeenten gevraagd een (principe)besluit te nemen over het gewenste kwaliteitsniveau (criteria KPMG) en welke taken er binnen de Regionale Uitvoeringsdienst belegd gaan worden. In ieder geval dient het zogenaamde basistakenpakket te worden ingebracht aangevuld met de overige taken uit de Wet milieubeheer. Een optie is om de intentie uit te Aldus vastgesteld in de vergadering van: spreken om ook de overige Wabo-taken in te brengen.
Paraaf
Datum
akkoord Ter besluitvorming door het college
1 Instemmen met het gebruik van de KPMG-kwaliteitscriteria voor het inrichten van de Regionale Uitvoeringsdienst op schaal van de MARN. 2 In te stemmen dat in principe: De voorzitter, De secretaris, Leidinggevende a. alle robuust te beleggen Wet milieubeheer-taken binnen de ir. J.M. Verburg, G660 Regionale Uitvoeringsdienst op de schaal van de MARN ondergebracht worden. b niet robuust te beleggen Wet milieubeheer-taken over de 7 RUD's te Programmamanager M. Hustinx verdelen met als terugval de schaal van de Veiligheidsregio. 3 De intentie uit te spreken dat naast de milieutaken ook de overige Wabo-taken binnen de Regionale Uitvoeringsdienst ondergebracht Programmadirecteur worden. B. Drummen
Alleen ter besluitvorming door het College
Paraaf
Datum
akkoord Besluit B&W d.d. 12 september 2011 nummer: 1.1 Conform advies
Aanhouden Anders, nl.
Bestuursagenda
Gemeentesecretaris
1
Portefeuillehouder
Collegevoorstel.doc
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Gemeenten voeren diverse taken uit met het doel te zorgen voor een goede en veilige woonen leefomgeving. Sinds enkele jaren wordt landelijk en regionaal gesproken over de wijze van uitvoering van deze taken. Naar aanleiding van de resultaten uit het rapport van de Commissie Mans over de kwaliteit van de uitvoering van de handhaving moeten er in Nederland Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s), congruent met de 25 Veiligheidsregio’s, opgericht worden. In Gelderland is in 2009 bestuurlijk de intentie uitgesproken van dit advies af te wijken en dit op basis van de huidige 7 WGR-regio’s te doen. Iedere RUD moet volgens het Rijk minimaal het zogenaamde basistakenpakket uitvoeren. Over dit onderwerp hebben het Rijk, de VNG en het IPO in 2009 de zogeheten “package deal” gesloten. Hierin wordt het basistakenpakket als minimum aanvaard. Het pakket omvat vrijwel alle taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor bedrijven en instellingen waarvoor een milieu-omgevingsverguning nodig is of waarvoor een melding moet worden gedaan. Bovengenoemde partijen hebben ook de (KPMG)kwaliteitscriteria vastgesteld waaraan de uitvoering van de RUD (en uiteindelijk ook de gemeenten en provincies) moet voldoen. Indien deze criteria niet gevolgd worden, overweegt het Rijk om deze criteria vast te leggen in een wettelijk kader. Nijmegen kan, net als alle andere Gelderse gemeenten, zelfstandig niet aan deze kwaliteitscriteria voldoen. Doel van de vorming van de RUD is het verhogen van de kwaliteit van de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving, een betere uitwisseling van informatie en een betere afstemming met Openbaar Ministerie en politie. In het licht van de bezuinigingstaakstelling die op ons af komt is gaandeweg de discussie over de vormgeving van de RUD het omlaag brengen van de kosten een belangrijk nevendoel geworden. Zowel bestuurlijk als ambtelijk is er de afgelopen tijd gesproken over de vorming van een RUD in de regio MARN (Nijmegen, Groesbeek, Millingen, Ubbergen, Heumen, Wijchen, Beuningen en Druten). Voor een voorspoedig vervolg is het gewenst dat de gemeenten in de MARN zich uitspreken over de verwachtingen die er bestaan ten aanzien van de vormgeving van de RUD. De Staatssecretaris van I&M is in juni 2011 gerapporteerd door de provinciaal regisseur (gedeputeerde Verdaas) over voortgang van de RUD-vorming. Gedeputeerde Verdaas heeft de gemeenten verzocht een (principe)besluit te nemen over het gewenste kwaliteitsniveau (criteria KPMG) en welke taken er binnen de RUD belegd gaan worden. In ieder geval het verplichte basistakenpakket met daarnaast aangevuld de overige Wm-taken. In de antwoordbrief van Staatssecretaris Atsma verzoekt hij de provinciaal regisseur om een opgave van gemeenten die zich voor 31 juli nog niet bestuurlijk hebben uitgesproken voor deelname in hun RUD of voor inbreng van minimaal het basistakenpakket. Deze gemeenten worden dan benaderd door de Staatsecretaris met de mededeling dat de bovenbedoelde bevoegdheden tijdelijk worden verschoven naar de provincie om alsnog te organiseren in de RUD. De betreffende maatregel van bestuur zal op 1 oktober in procedure worden gebracht. Naast de Wet milieubeheertaken kunnen ook andere taken bij de RUD worden ingebracht. Dit doet het meest recht aan de integraliteitsgedachte die de Wabo beoogt. Uitvoering van een compleet Wabo-pakket (milieu, bouw en RO) kan grotere schaalvoordelen opleveren en de beste garantie bieden op een robuuste uitvoeringsorganisatie. Hierom wordt in dit voorstel dan ook gevraagd de intentie uit te spreken, dat Nijmegen de Wabo-taak zal inbrengen in de RUD. Op termijn sluiten wij hierbij niet uit dat ook de overige milieutaken (zoals bijvoorbeeld advisering geluid en bodembeschermingsbeleid) in de RUD worden ondergebracht.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
Inmiddels is bekend dat gemeenten Arnhem en Ede de intentie hebben uitgesproken om de volledige Wabo-taak onder te brengen in hun RUD. Binnen de MARN-gemeenten hebben Beuningen en Druten hetzelfde gedaan. Alleen Wijchen en Ubbergen gaan deze intentie niet in hun voorstel opnemen.
2
Juridische aspecten
Over de juridische vormgeving van de RUD wordt later beslist (de huidige WGR MARN of een nieuwe op te richten gemeenschappelijk regeling (GR)). Overleg hierover vindt plaats in provinciale projectwerkgroep en binnen de MARN. Het onderliggende besluit is een principebesluit. Indien bekend is welke gemeenten welke taken gaan inbrengen kunnen definitieve onderliggende financiële berekeningen gemaakt worden om zo met een hogere nauwkeurigheid de robuustheid van de RUD te bepalen. Hiervoor wordt dan een businesscase opgesteld. In de businesscase wordt expliciet aandacht besteed aan de juridische vorm van de RUD. De mogelijkheid dat dan de gewenste robuustheid toch niet haalbaar is blijft aanwezig. Dan zal besloten moeten worden op welke andere wijze er wel invulling gegeven kan worden aan voldoende robuustheid. Een voorbeeld hiervan is samenwerking en/of uitbreiding met een andere WGR-regio.
3
Doelstelling
Het verkrijgen van bestuurlijk draagvlak binnen de MARN over het gebruik van de door KPMG ontwikkelde kwaliteitscriteria en duidelijkheid over de taken die door de gemeenten worden ingebracht als basis voor de verdere ontwikkeling van de RUD op MARN schaal.
4
Argumenten
1 Toepassen KPMG-kwaliteitscriteria voor inrichten RUD Alle taken die de gemeente samen met andere partijen onderbrengt in de RUD moeten – op basis van de afspraken tussen Rijk, VNG en IPO - voldoen aan de KPMG-kwaliteitscriteria. Voor het uitvoeren van alle Wabo-taken zijn door het Rijk, de VNG en het IPO kwaliteitscriteria vastgesteld. Deze criteria hebben betrekking op het minimale kwaliteitsniveau dat nodig is om taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving met betrekking tot de Wabo-taken met de juiste inhoudelijke kwaliteit en continuïteit te kunnen uitvoeren. Concreet zijn eisen gesteld aan het opleidingsniveau van het personeel maar ook aan de omvang van de formatie voor bepaalde taken. In de toekomst worden deze criteria door de interbestuurlijk toezichthouder, de provincie, gebruikt om na te gaan of de gemeente haar taken op een goede wijze uitvoert. 2a en b Robuuste Wm-taken binnen MARN, niet robuuste Wm-taken op hoger schaalniveau onderbrengen Voor de disciplines milieu-, bouw- en woningtoezichtstaken zijn een groot aantal onderwerpen (IPPC, BRZO, agrarisch, (asbest)sloop, constructieve berekeningen, etc.) in de kwaliteitscriteria beschreven. Hierbij is aangegeven hoeveel medewerkers met een bepaalde opleiding de organisatie minimaal moet hebben om het betreffende takenpakket robuust uit te kunnen voeren zodat de minimale kwaliteit geborgd is. Hierbij is ook beschreven hoe vaak of in welk percentage van de tijd die medewerker hier minimaal aan moet besteden.
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
Met betrekking tot het onderwerp robuustheid is het gesprek gaande over de vormgeving van de taken die niet robuust op regionaal niveau uitgevoerd kunnen worden. Partijen zijn het met elkaar eens over het feit dat de niet-robuuste taken op een grotere schaal dan de regio uitgevoerd moeten worden. Discussie bestaat er over de organisatorische vormgeving. Inmiddels is (ambtelijk) overeenstemming dat deze taken over de 7 RUD’s robuust worden verdeeld. RUD’s maken vervolgens onderling inkoopafspraken over de levering.
3 Inbreng Wabo-taken naast Wm 1 Inbreng van het basistakenpakket (de uitvoering van de wettelijke milieutaken voor alle bedrijven en instellingen die daaronder vallen) is op grond van de eerder genoemde “package-deal” verplicht. Het ambtelijk Regionaal Ontwerpteam (ROT) heeft geconcludeerd dat, uitgaande van een te vormen RUD op de schaal van regio MARN inbreng van alleen het basistakenpakket geen reële optie is. Enerzijds omdat dit een wel erg smalle basis biedt voor een robuuste uitvoeringsdienst en anderzijds omdat de in dat geval voor de bij de gemeenten achterblijvende taken ook niet voldaan kan worden aan de (wellicht in de toekomst verplichte) KPMG-kwaliteitscriteria. Op grond van het basistakenpakket zal een team van deskundigen in de RUD moeten worden ondergebracht. Qua workload (gevraagde inzet in uren) beslaat het basistakenpakket ca. 75 % van het totale Wet milieubeheerpakket. Het ligt daarom voor de hand om ook de uitvoering van de overige Wet milieubeheertaken bij de RUD onder te brengen. Voordeel is dat alle Wet milieubeheertaken bij elkaar blijven en er per definitie geen onlogische knip ontstaat tussen de taken van de RUD en de in de gemeente achterblijvende taken. Toetsing aan de KPMG-kwaliteitscriteria leert bovendien dat deze achterblijvende taken door gemeenten niet robuust te organiseren zijn. Het ROT adviseert u dan ook minimaal alle Wet milieubeheertaken in te brengen. Binnen de context van deze notitie spreken we dan over het milieupakket. In het verlengde hiervan wordt niet uitgesloten dat ook de overige milieutaken (advisering geluid, maar ook de bevoegd gezag taak bodem) op termijn in de RUD worden ondergebracht. Naast de Wet milieubeheertaken kunnen ook andere taken bij de RUD worden ingebracht. Dit doet het meest recht aan de integraliteitsgedachte die het nieuwe omgevingsrecht, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), beoogt. Uitvoering van een compleet Wabo-pakket (milieu, bouw en RO) kan meer schaalvoordelen opleveren en een betere garantie bieden op een robuuste uitvoeringsorganisatie. Het Wabo-pakket omvat nu niet de volgende onderdelen: De inbreng van (milieu)deskundigheid bij het opstellen van ruimtelijke plannen en andere plannen waarbij milieu een rol speelt (waaronder geluidadvisering); De uitvoering van de taken van de Wet bodembescherming; De uitvoering van gezamenlijke programma's zoals bijvoorbeeld het Regionaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid en het Nationaal samenwerkingsprogramma Lucht; De implementatie van nieuwe wet- en regelgeving; Specifieke bouwkundige expertise; 1
“Basistakenpakket voor Regionale Uitvoeringsdiensten” (versie 2.3 van 25 mei 2011)
Collegevoorstel
Vervolgvel
4 De advisering over het bouwgedeelte van omgevingsvergunningen. Denkbaar is echter wel dat de gemeente besluit om op termijn deze taken wel bij de RUD in te brengen. Door bundeling in de RUD wordt versnippering van schaarse deskundigheid voorkomen en kan deze deskundigheid robuust belegd worden. Algemene overwegingen bij de vorming van een RUD Bij de vormgeving van de RUD is het van belang om richting te geven aan de uitwerking van een implementatieplan. Vanuit het Regionaal Ontwerp Team (ROT) worden volgende punten van belang gevonden: Programma uitvoering met ambitie Rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen werken samen om de vergunningverlening, toezicht op en handhaving van de VROM-regels op orde te brengen. Ook het Openbaar Ministerie en de politie zijn hierbij betrokken. Om dit te bereiken hebben zij een specifiek programma ontwikkeld waarin afspraken gemaakt zijn die van belang zijn voor de verdere vormgeving van de RUD. Niveau uitvoering Het niveau van uitvoering van de taken moet kunnen variëren. De ondergrens is dat de RUD een minimum kwaliteit waarborgt. Daarboven is er voor iedere partner ruimte om een eigen kwaliteitsniveau voor dienstverlening aan te geven. Voor Nijmegen geldt expliciet dat er geen teruggang in het huidige kwaliteitsniveau mag plaatsvinden. Karakter RUD De RUD is een ingestelde publiekrechtelijke uitvoeringsdienst. Instelling gebeurt bij een gemeenschappelijke regeling. Daaraan nemen in ieder geval de gemeenten in regio MARN met uitzondering van de gemeente West Maas en Waal (zoekt aansluiting bij Rivierenland) en Mook en Middelaar (valt onder provincie Limburg) en de provincie als partner deel. Meerwaarde RUD De meerwaarde van de RUD moet liggen in een verhoogde deskundigheid en productkwaliteit ten opzichte van huidige situatie. Ook in een verlaging van administratieve en toezichtlasten. Ontwikkeling RUD De RUD start met het door de individuele partners aangegeven (basis)takenpakket. De intentie is om de RUD als groeimodel te laten fungeren. Besturing De gemeenschappelijke regeling zal aangeven hoe het bestuur van de RUD er uit zal zien. In ieder geval is nodig dat de RUD een strategisch/businessplan heeft. Dienstverlening Dienstverleningsovereenkomsten zijn leidend. Vanuit het groeimodel voor de RUD ligt een uniform pakket voor alle deelnemers niet voor de hand. Dienstverlening à la carte past daar beter bij. Een basispakket wordt – gelet op de continuïteit - door alle partijen afgenomen. Decentraal waar het kan, centraal waar het nodig is Een van de pijlers bij de keuze voor de Gelderse Maat is de dienstverlening zo dicht mogelijk bij het lokaal bestuur. Dat is ook aantrekkelijk voor burgers en bedrijven. Een groot deel van de taken die door de RUD uitgevoerd worden, kan plaatsvinden in de gemeentehuizen. De bestaande verbindingen met taken op het gebied van ontwikkeling, beheer en uitvoering dicht
Collegevoorstel
Vervolgvel
5
bij burgers, bedrijven en bestuur kunnen zo veel mogelijk in stand blijven. Specialistische taken, afstemming, kennisuitwisseling en aansturing vinden centraal georganiseerd plaats. Middelenfuncties De RUD zal zelfstandig onvoldoende groot zijn om alle middelenfuncties – onder meer personeel, financiën en ICT – zelf op een goed niveau te verzorgen. Dat is ook niet nodig. Deze diensten kan de RUD afnemen binnen Regio MARN of van één of meer partners. Personeel Het IPO, de VNG en de UvW werken op landelijk niveau aan een sociaal beleidskader (SBK).
5
Klimaat
De regionalisering van de diverse gemeentelijke uitvoeringstaken zal weinig of geen invloed hebben op het klimaat. In het gunstigste geval zal een verbeterde milieu-vergunningverlening en -handhaving leiden tot verbeterde duurzame bedrijfsvoering binnen de in de regio aanwezige inrichtingen.
6
Financiën
In de intentieverklaring van 2009 is gesteld dat de vorming en werking van de RUD’s kostenneutraal moeten zijn. Op basis van de informatie die eind 2010 aanwezig was (workload en financiële gegevens individuele gemeenten) is in opdracht van de provinciale regie en in afstemming met de financiële werkgroep een eerste doorrekening gemaakt. Uit die doorrekening blijkt dat de terugverdientijd voor de vorming van een RUD 5-10 jaar bedraagt. Een en ander is sterk afhankelijk van welke taken ingebracht worden en hoe groot de uiteindelijk transactiekosten zullen zijn. Deze zullen in een op te stellen bedrijfsplan (businesscase) duidelijk moeten zijn. Aangenomen is dat de korting van € 100 miljoen op uitkering van het gemeentefonds niet doorgaat (wat recentelijk is bevestigd). Voor het (laten) opstellen van een bedrijfsplan is vanuit het landelijk Programma uitvoering met ambitie (Puma) € 50.000,- per RUD beschikbaar. Dit bedrag is voldoende voor het opstellen van een bedrijfsplan. De overige aanloopkosten zullen worden meegenomen in het totaal aan terug te verdienen kosten. Een belangrijke kanttekening die vanuit de MARN bij deze doorrekening is geplaatst, is dat voor het doorrekenen van de niet milieutaken (overige Wabo-taken) niet gefundeerde kentallen (schattingen op basis van expert guesses) zijn gebruikt. Voor de Wm-taken zijn hiervoor wel bekende kentallen gebruikt (regionale maatlat). Met een RUD vorming zijn extra bezuinigingen haalbaar naast de winst op de VTHreorganisatie. Bij niet doorgaan van deze RUD vorming zal een deel van het invullen van de bezuinigingstaak moeilijk worden. Indien blijkt dat de RUD vorming niet minimaal kostenneutraal zal zijn, dan behouden wij het recht om ons terug te trekken uit dit proces.
7
Communicatie
De Gelderse vorderingen zijn afgelopen 4 mei gepresenteerd aan Sybilla Dekker.
Collegevoorstel
Vervolgvel
6
Begin juni is de Staatssecretaris geïnformeerd over de stand van zaken in Gelderland. De uitkomst van dit collegevoorstel, samen met die van alle andere Gelderse gemeenten, zijn van belang voor de verdere voortgang van het proces. Op 4 juli is voor een verdere bestuurlijke afstemming een overleg met de gedeputeerde gepland. Na de zomervakantie, zodra er meer helderheid is over het verdere proces, zal de gemeenteraad worden geïnformeerd met een raadsbrief.
8
Uitvoering en evaluatie
De gehele uitvoering en evaluatie van de RUD wordt door de provincie als regisseur uitgevoerd. Ambtelijke ondersteuning vanuit de regio’s is er in de vorm van de projectgroep en de verschillende expertgroepen voor bijvoorbeeld de workload, financiën en personeelszaken. Binnen de regio’s vindt terugkoppeling en overleg plaats in de Regionale Ontwerp Teams (ROT). Nijmegen levert de voorzitter van het ROT in de MARN-regio en is vertegenwoordigd in de projectgroep en verschillende expertgroepen. Volgens de package deal moet de regionale uitvoeringsdienst per 1 januari 2012 operationeel zijn. Inmiddels is deze datum naar 1 januari 2013 bijgesteld.
9
Risico
Er is nog steeds geen wettelijke verplichting tot het vormen van RUD’s. In de antwoordbrief van Staatsecretaris I&M aan de provinciaal regisseur (begin juli) is sprake dat de bevoegdheden voor het basistakenpakket tijdelijk worden verschoven naar de provincie om alsnog te organiseren in de RUD. De betreffende maatregel van bestuur zal op 1 oktober in procedure worden gebracht. Binnen Gelderland is gekozen voor de “Gelderse maat”: 7 RUD’s op basis van de huidige WGR’s. Dit is nog steeds het doel. Wat wel nieuw is, is dat de meeste gemeenten binnen de MARN naast de alle Wm-taken ook een groot deel van de overige Wabo-taken zal inbrengen. Hiermee wordt beoogd dat de RUD als organisatie robuuster kan worden opgeschaald. Alle ondersteunende taken kunnen dan met meer “body” opgezet worden. De robuustheid van de Wet milieubeheertaken binnen het huidige grondgebied van de MARN is voldoende, maar minimaal. Verdere bezuinigingen en dan met name op het hoogopgeleide personeel zullen een breekpunt zijn in deze minimale robuustheid van de Wm-taken. Dit zou dan betekenen dat we alsnog voor deze taken zouden moeten opschalen / samenwerken met een andere regio (eventueel bij wet afgedwongen).