Agenda Openbare raadsvergadering
Maandag 6 december 2010, 19.30 uur Raadzaal in het Raadhuis, Dr. Langeveldplein 30, Sliedrecht Om 19.30 uur begint een vragen(half)uurtje. De leden van de raad kunnen tijdens dit half uur vragen stellen aan het college van burgemeester en wethouders. Aansluitend zal de raadsvergadering beginnen. 1.
Opening en loting t.b.v. stemming en volgorde sprekers
2.
Spreekrecht burgers over geagendeerde onderwerpen Personen die willen inspreken over geagendeerde onderwerpen dienen dit uiterlijk vóór 12.00 uur op de dag van de raadsvergadering aan de griffier te melden. De spreektijd is maximaal 5 minuten per persoon.
3.
Vaststellen agenda
4.
Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 20 september, 4 oktober en 8 november 2010
5.
Ingekomen stukken en mededelingen
notulen 20 september notulen 4 oktober notulen 8 november raadsvoorstel
Hamerstukken zonder stemverklaring 6.
Convenant en Subsidieverordening van het Samenwerkingsverband Aangepast sporten Drechtsteden
raadsvoorstel raadsbesluit verordening
7.
Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad Sliedrecht 2010 en Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de opiniërende bijeenkomsten Sliedrecht 2010
raadsvoorstel raadsbesluit verordeningen
Debatstukken De raadsleden debatteren in navolging van de opiniërende bijeenkomst over de volgende agendapunten en nemen een besluit over de voorliggende raadsvoorstellen
8.
Verordening alleenrecht Drechtwerk schoonmaak
raadsvoorstel raadsbesluit
9.
Keuze deelname Biesbosch en oprichting Parkschap Nationaal Park De Biesbosch
raadsvoorstel raadsbesluit a raadsbesluit b
10.
Uitvoeringsplan Openbare Orde en Veiligheid 20112012
raadsvoorstel raadsbesluit
-2-
11.
Beleidsnota Centrum voor Jeugd en Gezin Sliedrecht
raadsvoorstel raadsbesluit beleidsnota incl. advies WMO-adviesraad
Hamerstuk met stemverklaring 12.
Beschikbaar stellen voorbereidingskrediet Maatschappelijke Stage 2011
raadsvoorstel raadsbesluit
13.
Belastingverordeningen 2011
14a.
Aankoop gronden in de Driehoek
raadsvoorstel raadsbesluit verordeningen raadsvoorstel raadsbesluit
14b.
Gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan de Driehoek
raadsvoorstel raadsbesluit
15.
Comptabiliteitsbesluiten december 2010 (veegbesluit 2010)
raadsvoorstel raadsbesluit incl. overzicht
16.
Sluiting
Sliedrecht, 25 november 2010
De voorzitter van de gemeenteraad,
M.C. Boevée
De voorzitter gaat ervan uit dat alle technische en informatieve vragen voor de vergadering gesteld zijn aan de behandelend ambtenaar, zodat de vergadering hiermee niet wordt belast.
Aanlevering moties en amendementen In verband met een goed verloop van de vergadering wordt u verzocht digitale teksten van moties en/of amendementen uiterlijk vóór 12.00 uur op de dag van de raadsvergadering aan de griffier te mailen, zodat deze vermenigvuldiging kan plaatsvinden.
Vergaderstukken De (digitale) agenda en de voorstellen staan op www.sliedrecht.nl onder het kopje Bestuur & Organisatie. De (papieren) agenda, de notulen en de voorstellen liggen vanaf donderdag 2 december 2010 ter inzage in de publiekshal van het gemeentekantoor aan de Industrieweg 11. De stukken liggen voor de (burger)raadsleden ter inzage in het raadhuis aan het Dr. Langeveldplein 30. Burgers die de stukken willen inzien, kunnen contact opnemen met de griffie voor een afspraak (0184 49 59 86).
GEMEENTERAAD VAN SLIEDRECHT NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING GEHOUDEN OP MAANDAG 20 SEPTEMBER 2010
Voorzitter: de heer M.C. Boevée, burgemeester Griffier: de heer A. Overbeek Verslag: mevrouw E. Verveer, bureau Getikt (af tapes)
Aanwezig:
18 leden: de heer T.C.C. den Braanker, mevrouw M.J. BisschopRoodbeen, de heren D. van Meeuwen, M. Visser, mevrouw H.M. Mulder, de heren C.N. de Jager, H.G. Verloop, W.J. Dunsbergen, de heer K. Kuiken, mevrouw G.J. Visser-Schlieker, de heren M. Sneijder, W.H. Blanken, T.W. Pauw, mevrouw C.A. de Bruin, de heren A. van Gameren, J.J. Huisman, mevrouw C.E. Verschoor-Bijderwieden, de heer R.G. van de Ven
Afwezig:
de heer L.A.. Huijser
Namens het college:
de wethouders J.P. Tanis, J.A. Lavooi en A. de Waard
1. OPENING EN LOTING T.B.V. STEMMING EN VOLGORDE SPREKERS De voorzitter Dames en heren, hartelijk welkom. Dit is de hamerraad en daarna krijgen we de opiniërende bijeenkomst. We gaan even de volgorde bepalen. Nummer 17. Mevrouw de Bruin. Vanwege vakantie moet ik één uwer, de heer Leen Huijser, verontschuldigen. Daarmee heb ik de opening gehad. 2. VASTSTELLEN AGENDA De voorzitter Dan zijn we bij het vaststellen van de agenda. Ik veronderstel dat u daarmee in kunt stemmen? De heer De Jager Voorzitter, ik heb het verzoek om van agendapunt 12 een bespreekpunt te maken. De voorzitter Heeft u daar ook een motivatie bij? Want het is misschien wel even goed te vernemen wat daartoe de reden is. De heer De Jager Ja, die heb ik. Dan moet ik even doorsteken op wat er de vorige keer over dit agendapunt al door ons is toegelicht. Onze fractie is heel blij dat het college de opvatting deelt dat de opmerkingen van 6 september zó essentieel zijn dat zij van mening is dat er vanuit het college een duidelijke opvatting moet komen. Dat is de vorige keer gesteld. En ondanks de door het college
beloofde toezegging om hier aan het eind van het jaar op terug te komen, wil onze fractie het toch op kortere termijn bespreken. Voorzitter, afgelopen week hebben we als raad concreet nagedacht over de brede doorlichting. De voorzitter U hoeft het hele verhaal niet te houden. De heer De Jager Ja, u vroeg een toelichting, toch? De voorzitter Ja, een toelichting is wat anders, naar mijn mening, dan wat u nu allemaal van plan bent om te doen. Het gaat er mij over dat u even kort aangeeft wat de aanleiding is om dit verzoek op dit moment te doen. En dat heeft u wat mij betreft voldoende toegelicht. De heer De Jager Oké, prima dan. De voorzitter Dank u wel. Wij zijn altijd gewend om dit soort verzoeken te honoreren, al bij voorbaat. En dan staat het op 4 oktober op de agenda. Gewijzigd, want dat was uw verzoek. Dan ben ik gekomen bij de hamerstukken zonder stemverklaring. Mevrouw Visser Voorzitter, volgens mij is ons reglement van orde zo dat je een hamerstuk kunt opwaarderen naar een hamerstuk met stemverklaring en een hamerstuk met stemverklaring naar een discussiestuk. Maar volgens mij tijdens dezelfde vergadering. En als u het nou doorschuift naar 4 oktober….ik heb daar verder geen moeite mee, maar ons reglement van orde voorziet volgens mij in één stap opwaarderen tijdens de vergadering. De voorzitter Ja, ik laat mij maar bijstaan door onze griffier en die heeft mij wat anders toegelicht. En als dat anders is, dan merken we dat de volgende keer dan wel. Maar opwaarderen tijdens dezelfde vergadering in de vorm van een hamerraad is niet de bedoeling. Als het anders is, dan kom ik daar in het groot presidium procedureel nog een keer op terug. Zullen we het zo even afspreken? Het is de eerste keer dat het voorkomt en ja, ik hou me even vast aan de interpretatie van de griffier die mij op dit soort punten juridisch en procesmatig ondersteunt. We gaan naar de hamerstukken.
Hamerstukken zonder stemverklaring 3. WIJZIGING ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING SLIEDRECHT 2009 Conform. 4. EERSTE WIJZIGING VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2009 Conform. 5. DE BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING 2010 Conform. 6. VERORDENING DUURZAAMHEIDSLENING SLIEDRECHT 2010 Conform. 7. FINANCIERINGSSTATUUT GEMEENTE SLIEDRECHT 2010 Conform. 8. EERSTE WIJZIGING CONTROLEVERORDENING GEMEENTE SLIEDRECHT 2004 Conform.
- 124 -
9. VASTSTELLING VAN HET BESTEMMINGSPLAN BAANHOEK 411 / 411A Conform. De heer Pauw Voorzitter, ik zou graag bij punt 10 niet aanwezig willen zijn. De voorzitter U heeft dat aangegeven, dus nu constateren we met u dat u niet aanwezig bent bij de vaststelling van het bestemmingsplan bedrijventerrein Baanhoek 186 de Bioderij. Waarvan akte. 10. VASTSTELLING VAN HET BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN BAANHOEK 186 (DE BIODERIJ) Conform. 11. JAARVERSLAG 2009 EN BEGROTING 2011 VAN HET OPENBAAR LICHAAM SOCIALE WERKVOORZIENING DRECHTSTEDEN (DRECHTWERK) Conform. De voorzitter Dan hebben we hiermee alle hamerstukken gehad zonder stemverklaring.
Hamerstukken met stemverklaring 12. RESULTATEN REKENKAMERCOMMISSIEONDERZOEK AANBEVELINGEN RAPPORTEN KERKBUURT EN KUNSTGRASVELDEN De voorzitter Punt 12 is teruggenomen voor nader overleg en de agenda van de raad van 4 oktober. 13. SLUITING De voorzitter Dan dank ik u voor uw bijdrage in deze. Ik sluit hierbij de bijeenkomst en wens u nog een constructief vervolg in het kader van de opiniërende bijeenkomst.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 6 december 2010. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
- 125 -
GEMEENTERAAD VAN SLIEDRECHT NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING GEHOUDEN OP MAANDAG 4 OKTOBER 2010
Plaatsvervangend voorzitter: de heer D. van Meeuwen Griffier: de heer A. Overbeek Verslag: mevrouw E. Verveer, bureau Getikt (af tapes)
Aanwezig:
Afwezig:
Namens het college:
18 leden: de heer T.C.C. den Braanker, mevrouw M.J. BisschopRoodbeen, de heren L.A.. Huijser en M. Visser, mevrouw H.M. Mulder, de heren C.N. de Jager, H.G. Verloop, W.J. Dunsbergen, de heer K. Kuiken (tot 21:00 uur), mevrouw G.J. Visser-Schlieker, de heren M. Sneijder, W.H. Blanken, mevrouw C.A. de Bruin, de heren A. van Gameren, J.J. Huisman, mevrouw C.E. VerschoorBijderwieden, de heer R.G. van de Ven, L. van Rekom de heer M.C. Boevée, burgemeester en de heer T.W. Pauw
de wethouders J.P. Tanis, J.A. Lavooi en A. de Waard
Vragenhalfuurtje De voorzitter Hartelijk welkom op deze raadsvergadering van de gemeente Sliedrecht op 4 oktober 2010; ook de belangstellenden op de publieke tribune. Er zullen ongetwijfeld ook familieleden bij zijn van scheidende en intredende raadsleden, denk ik. Hartelijk welkom in ons midden. We gaan beginnen met het vragenhalfuurtje. Er is een vraag ingediend door de PvdA. Onderwerp: Hoorzitting Derde Merwedehaven 12 oktober 2010 Vragen: De provincie Zuid-Holland organiseert, op verzoek van en in samenwerking met het burgerinitiatief en de gemeente Sliedrecht, op 12 oktober 2010 ’s avonds een openbare hoorzitting over de problematiek rond de afvalstort Derde Merwedehaven. Daar zullen het Burgerinitiatief en de gemeente hun visie geven op het voornemen van de provincie. Allereerst zijn wij benieuwd of het college, namens deze raad voornemens is een zienswijze in te dienen op de ontwerpbeschikking en, zo ja, welke dat zal zijn. Onverlet de inbreng van een ieder al dan niet op persoonlijke titel of namens een groepering of partij, ware ook duidelijk te zijn dat de gemeenteraad van Sliedrecht tegen de voorliggende verandering van de vergunning is, vasthoudt aan de sluiting van de stort in 2012 en dat van verlenging geen sprake kan zijn. Wij vragen of, en zo ja hoe deze visie van de gemeenteraad, die op meerdere momenten bleek unaniem door de raad te worden gedeeld, daarbij ook namens de raad zal worden ingebracht.
Antwoord van het college: Er zal door extern adviseur Vollenbroek van bureau MOB namens de gemeente Sliedrecht en het Burgerinitiatief, een schriftelijke zienswijze worden ingediend op de ontwerpbeschikking. De termijn hiervoor sluit op 18 oktober 2010. De voorgenomen in te dienen zienswijze is bijgevoegd. Mogelijk dat de zienswijze ook mede namens de Stichting werkgroep Derde Merwedehaven zal worden ingediend. Overleg met de Stichting vindt nog plaats en voor de hoorzitting op 12 oktober verwachten wij daar duidelijkheid over te hebben. De ontwerpbeschikking betreft een herstelbesluit, vanwege vernietiging van een eerder door de provincie genomen besluit, in combinatie met een ambtshalve aanpassing van de vergunning. De ontwerpbeschikking gaat niet over vervroegde sluiting of over verlenging. Het thans voorliggende ontwerpbesluit heeft daar niets mee te maken. Op juridische gronden heeft het daarom geen zin om in de zienswijze een opmerking op te nemen dat door de gemeenteraad vastgehouden wordt aan sluiting in 2012 en van verlenging geen sprake kan zijn. Dit zal wel aan de orde komen in de presentatie over de Derde Merwedehaven die door de heer Vollenbroek namens de gemeente op de hoorzitting zal worden verzorgd. De voorzitter Ik stel me zo voor dat de heer Van Gameren een toelichting wil geven. De heer Van Gameren Heel kort, want het antwoord van het college is in ieder geval vrij helder. Op 12 oktober is er een hoorzitting en die gaat natuurlijk over de verandering van de vergunning. Het antwoord van het college rept daar ook van. Alleen, wij hebben in deze raad meerdere malen stilgestaan bij de toekomst van de Derde Merwedehaven, met name sluiting in 2012, geen verlening van de vergunning et cetera. Natuurlijk zal dat wellicht op die hoorzitting geen discussiepunt kunnen zijn, want daar gaat het over de zienswijze en de toelichting van de gemeente en de provincie daarop. Alleen vroeg ik af, en dat is meer een opmerking gericht aan de raadsleden, of op die hoorzitting de, volgens mij unanieme mening van de gemeenteraad over die sluiting niet genoemd zou kunnen worden. En dat kunnen we allemaal stuk voor stuk doen; iedereen kan daar z’n vinger opsteken en zeggen, wij vinden als raadslid dat dit gesloten moet worden, of dat er een andere mogelijkheid is dat het in ieder geval namens de gemeenteraad duidelijk is dat dat ding in 2012 gesloten moet worden. Ik kan me voorstellen dat het college dat wat lastig vindt, want daar gaat het inderdaad niet om. Dat ben ik volledig met u eens. Maar wellicht dat het op een andere manier gedaan zou kunnen worden. Ik leg dat maar als opmerking in uw midden. De voorzitter Ik geef ruimte om daar even op te reageren. Mevrouw Visser Ik wil daar heel graag op reageren. De heer Van Gameren zegt: misschien is het voor het college lastig, maar het college heeft een eigen verantwoording en de raad ook. Maar de voorzitter van het college is ook de voorzitter van de raad. Dus ik denk dat die best goed in staat zou kunnen zijn om heel duidelijk die avond aan te geven dat er in de loop der jaren diverse moties aangenomen zijn in de raad van Sliedrecht die gingen over vervroegde sluiting en dat soort dingen, en dat de raad al die moties nog steeds unaniem gestand doet. Dat is ons antwoord richting de heer Van Gameren. De heer den Braanker Dank u wel, voorzitter. Dit punt is ook bij ons in de fractie aan de orde geweest, ook naar aanleiding van intern overleg en het leek ons goed om dat moment te gebruiken om ook iets weer te geven van de gevoelens die bij de raad leven. Het leek ons een goed idee om dit punt na de raad toch even met de fractievoorzitters tot afstemming te brengen, of we hier wellicht een moment moeten creëren om dat gevoel ook kenbaar te maken richting de provincie. En dus is de vraag aan de andere fracties of men daarmee akkoord zou kunnen gaan. De voorzitter Ik zie goedkeurend geknik. Mevrouw Visser Het lijkt me het verstandigste als we hier als raad sowieso unaniem in optreden.
- 128 -
De heer Dunsbergen Ik kan melden dat de CDA fractie zich daar hartelijk bij aansluit en dat de suggestie om na afloop van de vergadering even te kijken hoe we dat procesmatig aanpakken, me prima lijkt. Maar unaniem presenteren lijkt wel heel belangrijk. Mevrouw Verschoor Daar sluiten we ons ook bij aan. Ik weet niet eens of het wel nodig is om nog even met de fractievoorzitters te praten, want het lijkt me eigenlijk een heel goed idee om te proberen voor die sluiting te gaan in 2012. De heer Den Braanker Het gaat er natuurlijk om dat er wel een akkoord is over de tekst; die moet toch wel afgestemd worden. De voorzitter Dan spreken we in ieder geval af dat de fractievoorzitters straks even overleg voeren. Meneer Van Gameren, heeft u nog meer naar aanleiding van uw ingezonden vragen? De heer Van Gameren Ik ben blij met deze steun. Wethouder Tanis Voorzitter, de beantwoording is naar mijn idee helder; het heeft niet zo veel zin om die voor te lezen. Iedereen heeft daar kennis van kunnen nemen. De heer Van Gameren Dank voor de snelle schriftelijke beantwoording. De voorzitter Waarvan akte. Mevrouw Visser Ik had nog een gedachtenstreepje bij de sluiting 2012. In het antwoord stond: dat is niet aan de orde, maar dat is nu dus op deze manier opgelost. Maar we hebben op 6 september hier in de raad ook gesproken over de tabel die ook weer in de zienswijze zit, dat er al asbest onverpakt is gestort in 2005 tot en met 2010. Toen hebben we hier over gesproken met de portefeuillehouder. In de beantwoording stond “een juridische procedure is een optie” en toen heeft de raad zich hier vrij breed uitgesproken van: begin daar maar mee. Ik weet dat de portefeuillehouder niet aanwezig is, maar de vraag is eigenlijk: is daar nu mee begonnen? Want daar wordt nu weer niet meer over gerept. En de tweede opmerking: er wordt vrij veel aandacht besteed aan die avond, 12 oktober. Misschien is het zinvol om de zienswijze zoals die er nu is, alvast op de gemeentelijke website te zetten waardoor mensen die nog wat willen aanvullen, ook eerst kennis kunnen nemen van deze zienswijze. Dat scheelt misschien een hoop spraakverwarring op 12 oktober. Wethouder Tanis Op die eerste vraag heb ik echt geen antwoord. Ik zeg u toe dat we dat morgen even met de betreffende ambtenaar opnemen en dat u daar wat ons betreft op heel korte termijn een reactie op krijgt. Ik weet het echt niet. De suggestie nemen we zonder meer mee; ik denk dat dat een goede is. Het is op zich een kleine moeite om dat op de website te plaatsen. De voorzitter Ik denk ook dat het een heel goede suggestie is; daarmee maak je de zaak wat levendiger en anticipeer je ook wat. Goed, dank u wel. 1. OPENING De voorzitter Opnieuw heet ik u welkom; dat had ik eigenlijk al gedaan. Afmeldingen: de heer Boevée en de heer Pauw. De heer Kuiken zal de vergadering om ongeveer 21.00 uur verlaten. Dan gaan we de sprekersvolgorde vaststellen. Dat is nummer 2, de heer Den Braanker. Hij mag als eerste het woord voeren als hij dat wenst. Hij is er blij mee, zo te horen. Ik maak ook van de gelegenheid gebruik om de mensen voor de commissie Onderzoek Geloofsbrieven alvast te noemen. Dan kunnen zij zich daar vast op voorbereiden. Zoiets is altijd heel spannend, tenslotte. Dat zijn de heer Dunsbergen, de heer Huisman en mevrouw Bisschop-Roodbeen.
- 129 -
2. SPREEKRECHT BURGERS OVER GEAGENDEERDE ONDERWERPEN Personen die willen inspreken over geagendeerde onderwerpen dienen dit uiterlijk vóór 12.00 uur op de dag van de raadsvergadering aan de griffier te melden. De spreektijd is maximaal 5 minuten per persoon. Insprekers: mevrouw Karin Voogt (Oude Uitbreiding, deel A) en mevrouw Pauline van der Aa (Watertorenterrein) Mevrouw Voogt Goedenavond. Ik heb bij de opiniërende vergadering reeds aangegeven waar ik mee zat, dus ik hoef dat hele verhaal niet te herhalen. Maar ik heb als bewoner sinds die tijd gewacht tot ik op papier kreeg dat mijn ongegrondverklaring teniet wordt gedaan, en dat heb ik tot nu toe niet gekregen. De voorzitter De tenietverklaring heeft u niet gekregen. Mevrouw Voogt De ongegrondverklaring moet teniet gedaan worden, wil die meegenomen kunnen worden. Ik vind het nogal slordig dat ik als bewoner… nou ja, je doet je zegje, je zegt wat je vindt en dan vind ik dat de gemeente ook netjes kan zeggen: joh, die ongegrondverklaring wordt teniet gedaan en we nemen het mee naar deel B/C, of weet ik veel waar. Maar ik wil iets op papier. Tot nu toe heb ik alleen op papier dat de zaak is afgehandeld en dat die is ongegrond verklaard. En dat accepteer ik niet; dat kan niet. Wethouder Lavooi Dank u wel, voorzitter. Waar het om gaat is dat het college aan u, raad, voorstellen doet. En als u als raad besluiten heeft genomen, gaan wij uiteraard de betrokkenen informeren. Mevrouw Visser Maar voorzitter, hierop reagerend en de discussie in herinnering roepend van, volgens mij was dat 20 september, toen is er gezegd dat er een brief zou gaan naar de omwonenden dat in ieder geval de bezwaren die ze gemaakt hadden tegen deelgebied A stand zouden houden bij deelgebied B en C; dat ze dat niet opnieuw in hoefden te dienen. Volgens mij is dat waar mevrouw Voogt op doelt. Zij zegt: wij zouden een kort briefje krijgen van: luister eens, jullie hebben bezwaar gemaakt tegen oude uitbreiding deelplan West, maar uiteindelijk hebben jullie bezwaren betrekking op B en C. Dus nu misschien even tijdelijk ongegrond, maar we houden jullie bezwaren wel in portefeuille op het moment dat B en C aan de orde zijn. Dat briefje is wel de toezegging geweest op 20 september. De voorzitter Zijn er nog anderen die vragen willen stellen? Wethouder Lavooi Ik kan het vrij snel beantwoorden, voorzitter. Mevrouw Visser heeft gelijk: na vanavond krijgen alle mensen die een zienswijze hebben ingediend, een brief waarin wordt verklaard a) wat u vanavond besloten heeft en b) hoe het vervolg is. Mevrouw Voogt Is het misschien niet netjes als ik hem krijg? Wethouder Lavooi U bent één van de mensen die een zienswijze heeft ingediend. Mevrouw Voogt Ja, maar ik maak bezwaar tegen de ongegrondverklaring. De heer Visser Ik heb nog een vraag. Moet mevrouw Voogt haar bezwaar nu opnieuw indienen, of niet? Mevrouw Voogt En dat was ik niet van plan, want ik heb het heel netjes gedaan. De voorzitter We kunnen op dit moment wat betreft de discussie niet verder, denk ik.
- 130 -
Mevrouw Voogt Maar ik wil antwoord. De voorzitter Ja, maar het werkt hier niet zo dat u nu gelijk antwoord krijgt. Mevrouw Voogt Oké. Dan wil ik dat die ongegrondverklaring opnieuw teniet gedaan wordt en dat die bij B en C vers meegenomen wordt. De voorzitter Oké. Dank u wel. Mevrouw van der Aa. Mevrouw Van der Aa Dank u wel, voorzitter. Ik heb ooit een perenboom geplant, ik heb een plan gemaakt, dat ding is opgegroeid en ik heb af en toe het plan bijgewerkt. En er komen goede peren uit….ik heb hem vers geplukt, maar hij zit nu in een zakje, en het is een rotte peer. Als ik ze bij elkaar doe, weet ik wat er gebeurt. Dan wordt deze goede namelijk ook zo rot als een peer. U kunt vast raden waarom ik hier sta. Als burger van Sliedrecht sta ik hier met de gedachte: hé, het Watertorenterrein. Het stond al een paar keer op de agenda. Ik heb geprobeerd alles te volgen. Een jaar of twee geleden heb ik al ongeveer tien uur er in gestoken om de gang van zaken te bestuderen en daar mijn mening over te vormen. En in al die tijd is er eigenlijk niet zo veel veranderd. Er wordt nu een voorontwerp bestemmingsplan aan de raad voorgelegd en dat bestemmingsplan wordt gemaakt op een plan wat door een projectontwikkelaar is ontworpen. Volgens mij is dat de omgekeerde gang van zaken. Wie maakt de kaders? Als ik teruglees naar 2007, waar mensen in een commissie Groen zitten in een besloten vergadering en vaststellen dat de kaders die door, vast een duur, onderzoeksbureau nog eens bekeken zijn, niet bekeken door de burgers van Sliedrecht, niet bekeken door raadsleden, maar bekeken door een duur, ingehuurd bureau en die geven dan de uitspraak “het valt binnen de kaders”, mochten die al gesteld zijn in het openbaar, van een besloten vergadering. Als ik vraag naar de bijlagen van het raadsvoorstel, dan zal ik op een werkdag moeten komen om de hoogtereductie van bijlage 1 A en B te kunnen zien. Nou, ik kan u nog veel meer noemen, maar dat ga ik niet doen. Want ik moet op de tijd letten. Maar als ik denk aan mijn perenboom en aan het plan dat gemaakt is rondom de watertoren, dan zeg ik: goed, er moet daar gebouwd worden. Goed, maak een mooi plan. Maar wie bepaalt nou wat het plan uiteindelijk wordt? Passen we ons bestemmingsplan er op aan, of hebben we eerst zelf kaders gesteld als raad en gaan we het daarna pas uitventen aan welke partij dan ook? Wat mij betreft, als je betrouwbaar bent als raad, ben je ook eerlijk. Dat zijn eigenschappen die in elkaars verlengde liggen. Eerlijk betekent: terugkijken. Plan, do, check, act. De mensen onder ons kennen die woorden vast. We hebben het plan gemaakt. Dat is gegaan zoals het gegaan is. We hebben de vruchten geplukt. We hebben gecheckt en zeggen: hé, zijn die vruchten wel helemaal zoals het moet? Leggen we ze bij elkaar, houden we ze bij elkaar of zeggen we: he, we gaan naar de laatste fase, act. We willen deze houden, en laten we eerlijk zijn, betrouwbaar en terugkijken of anders, en wat gaan we daar aan doen? Ik heb gelezen in de krant, want helaas, de notulen van de opiniërende informerende vergadering zijn niet openbaar voor burgers op het juiste tijdstip, voordat je goed kunt inspreken. Wat ik weet is, ongeveer in juni is er nog eens wat gezegd, linksom, rechts. Als burger ben je dus onvoldoende geïnformeerd om wellicht de juiste woorden hier te spreken. Wat mij betreft zou u de laatste van die cyclus, act, gewoon eens even moeten heroverwegen. Als ik de krant moet geloven, want daar haal ik dan mijn informatie vandaan, is de intentieovereenkomst een intentieovereenkomst en is niet in de raad binnenkamers vastgesteld. Ik zou zeggen: schil een appeltje met elkaar, straks en dan hoop ik dat het een smakelijke appel wordt. De voorzitter Zijn er nog vragen? De heer Den Braanker Wat is uw punt nu eigenlijk? Wilt u dat wij als raad gaan heroverwegen, met een andersoortige uitkomst en welke uitkomst zou dat dan moeten zijn? Mevrouw Van der Aa Dat daar iets gebouwd gaat worden, prima. Mij gaat het met name om de hoogte. Ik denk dat dat gewoon het punt is dat als je hier aan begint en dit afmaakt zoals is gepland, met, ja, het laat zich raden hoe hoog dan uiteindelijk, want dat is voor een burger niet inzichtelijk,
- 131 -
behalve op werkdagen. Dan vraag ik mij af: waar stopt het hier in Sliedrecht? Want na het Watertorenterrein komt het Burg. Winklerplein en verkwanselen we dit dorp aan, zal ik het dan maar zeggen? Aan de projectontwikkelaars. Laten we zelf de baas blijven in eigen huis. De voorzitter Nog andere vragen? Goed, dank u wel voor uw bijdrage. 3. VASTSTELLEN AGENDA De voorzitter Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Onze fractie heeft er behoefte aan om agendapunt 11, hamerstuk zonder stemverklaring op te waarderen naar een hamerstuk met stemverklaring. De voorzitter Daar is geen bezwaar tegen; behandeling na agendapunt 13. Anderen nog over de agenda? Dan stellen we hem zo vast. Het voorstel is om de agendapunten 6a en 6b gelijktijdig uit te voeren. 4. VASTSTELLEN VAN DE NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN 28 JUNI 2010 De voorzitter Er zijn geen tekstuele opmerkingen bij de griffier binnengekomen. Aldus vastgesteld. 5. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN 1. Brief van de heer R.G. van de Ven waarin hij meedeelt zijn raadslidmaatschap met ingang van 4 oktober 2010 te beëindigen. 2. Artikel 44 Reglement van orde vragen van PRO Sliedrecht over Watertorenterrein Sliedrecht 3. Brief van gedeputeerde staten van Zuid-Holland over jaarrekening 2009. De jaarrekening en het jaarverslag zijn door GS Zuid-Holland voor kennisgeving aangenomen. De voorzitter Naar aanleiding van punt 2 kan ik nog zeggen dat de antwoorden al klaar liggen en die komen op 8 november naar u toe. Er zijn geen mededelingen. Aldus vastgesteld. 6A. ONDERZOEK GELOOFSBRIEF BURGERRAADSLID MEVROUW M. DANSERDUIZENDSTRA 6B. ONDERZOEK GELOOFSBRIEF RAADSLID DE HEER L. VAN REKOM 7A. BEËDIGING EN INSTALLATIE BURGERRAADSLID 7B. BEËDIGING EN INSTALLATIE RAADSLID De voorzitter Mag ik de commissie verzoeken om zich samen met de griffier even terug te trekken om de geloofsbrieven te onderzoeken? Ik schors de vergadering. SCHORSING De voorzitter Ik heropen de vergadering. Mevrouw Bisschop is voorzitter; wilt u vertellen wat uw bevindingen zijn namens de commissie? Mevrouw Bisschop Voorzitter, dank u wel. De commissie heeft de geloofsbrieven onderzocht; allereerst 6a. van de agenda, de geloofsbrieven van mevrouw M. Danser-Duizendstra. Het voorgestelde besluit mevrouw M. Danser-Duizendstra van de VVD te benoemen als burgerraadslid namens de VVD fractie van de gemeenteraad van Sliedrecht; overwegende dat mevrouw M. DanserDuizendstra, wonende Adriaan Volkersingel 19 te Sliedrecht is voorgedragen door de fractie van de VVD als niet-raadslid, oftewel burgerraadslid. Volgens het reglement van orde voor de opiniërende bijeenkomsten 2010 gelden voor een niet-raadslid dezelfde benoemingsvereisten als voor raadsleden.
- 132 -
Op grond van het bepaalde in artikel V.4 van de Kieswet dient de geloofsbrief door een commissie uit de raad te worden onderzocht. Ik stel uw raad voor hiertoe over te gaan. Dank u wel. De voorzitter Mag ik mevrouw Danser-Duizendstra verzoeken op te staan? U heeft te kennen gegeven de eed te willen afleggen. Steekt u twee vingers omhoog. “Ik zweer dat ik, om tot burgerraadslid van de raad van Sliedrecht benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als burgerraadslid van het gemeentebestuur naar eer en geweten zal vervullen.” Mevrouw Danser-Duizendstra Zo waarlijk helpe mij God Almachtig. De voorzitter Dan mag ik u van harte feliciteren. U bent geen vreemde voor ons; u heeft al eerder het burgerraadslidmaatschap bekleed en dat is voor ons ook prettig. Hartelijk welkom in ons midden. Nogmaals gefeliciteerd en ik mag u een bloemetje geven. De heer Van Rekom. Mevrouw Bisschop Voorzitter, dank u wel. Het betreft hier de benoeming van het raadslid de heer L. Van Rekom. Het voorgestelde besluit. De commissie uit de raad van de gemeente Sliedrecht, in wier handen werden gesteld de geloofsbrieven en verder bij de Kieswet gevorderde stukken, ingezonden door de heer L. Van Rekom die op 5 maart 2010 is benoemd tot lid van de raad van de gemeente Sliedrecht, rapporteert de raad van de gemeente Sliedrecht dat zij bovengenoemde bescheiden heeft onderzocht en in orde bevonden. Gebleken is dat de benoemde aan alle in de Gemeentewet gestelde eisen voldoet. De commissie adviseert tot zijn toelating als lid van de raad van de gemeente Sliedrecht. Dank u wel. De voorzitter Mag ik de heer Van Rekom verzoeken om naar voren te komen en u verzoeken om te gaan staan? De heer Van Rekom Voorzitter, even een vraag. Moet de heer Van de Ven dan niet eerst terugtreden? Anders hebben we straks 20 raadsleden. De voorzitter Die vraag heb ik mijzelf ook gesteld, maar dat blijkt niet nodig te zijn. “Ik zweer dat ik, om tot lid van de raad van Sliedrecht benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de raad van het gemeentebestuur naar eer en geweten zal vervullen.” De heer Van Rekom Zo waarlijk helpe mij God Almachtig. De voorzitter Hartelijk welkom ook in ons midden. U was al burgerraadslid. U maakt wel een bijzondere doorstart, want u wordt niet alleen raadslid, maar ook meteen fractievoorzitter van de fractie van de VVD. Van harte gefeliciteerd. Sterkte met de nieuwe taken. Dan schors ik de vergadering zodat u de nieuw benoemden een hand kunt geven. SCHORSING
- 133 -
Hamerstukken zonder stemverklaring 8. VERORDENING AANPASSEN REKENKAMERCOMMISSIE De voorzitter Ik heropen de vergadering. Akkoord. 9. VASTSTELLING BODEMBEHEERNOTA ZUID-HOLLAND ZUID De voorzitter Akkoord. 10. BEGROTING 2011 VAN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING OMGEVINGSDIENST ZUID-HOLLAND ZUID De voorzitter Ook akkoord. 11. AANKOOP GRONDEN IN “DE DRIEHOEK” Dit agendapunt is doorgeschoven naar na agendapunt 13. Debatstukken De raadsleden debatteren in navolging van de opiniërende bijeenkomst over de volgende agendapunten en nemen een besluit over de voorliggende raadsvoorstellen 12. RESULTATEN REKENKAMERCOMMISSIEONDERZOEK AANBEVELINGEN RAPPORTEN KERKBUURT EN KUNSTGRASVELDEN De voorzitter Wie wenst hierover het woord? De heer Dunsbergen Dank u wel, voorzitter. Om te beginnen wil ik melden dat de CDA fractie waardering heeft voor het werk van de Rekenkamercommissie. Er is een helder rapport samengesteld op basis waarvan we de zaken kunnen bespreken en kunnen analyseren. Waardering daarvoor. We hebben kunnen lezen dat de opzet van projecten, want daar gaat het over, als een van de onderzoeksdomeinen, positief gewaardeerd is door de Rekenkamercommissie. We hebben vastgesteld dat er schriftelijke uitwerkingen zijn, richtlijnen, beleidsdocumenten, dus dat is al een vorm van borging die we hebben kunnen vaststellen. De organisatie heeft zich in zijn algemeenheid kwalitatief ontwikkeld. Dat is ook in het rapport opgenomen. Nu is het beschrijven van processen op zichzelf geen eindstation; het heeft een beperkte waarde als er vervolgens niet naar gehandeld wordt. Dan komen we bij het tweede onderzoeksdomein, dat is de werking. Daar ligt de eindscore gemiddeld wat lager door 13 voldoendes en 8 aanbevelingen, danwel onvoldoendes. Aan bepaalde onderdelen wordt nog gewerkt; lees de cultuur en de houding. Dat zijn twee zaken die natuurlijk erg met elkaar te maken hebben en we weten ook uit de literatuur dat cultuurveranderingen gemiddeld drie jaar kosten. De vraag is nu welke interventies worden ingezet; we hebben dat eerder aangegeven, om hiermee aan de slag te gaan en hier ligt uiteraard, omdat het ook om bedrijfsvoering gaat, een belangrijke verantwoordelijkheid voor het college en het management. Over enige tijd, voorzitter, zal er een evaluatie zijn. In de teksten wordt gesproken over anderhalf jaar; alleen weet ik even niet vanaf welk moment dat begint, maar laat ik even zeggen: over enige tijd. Graag vernemen we de uitslag van die evaluatie en de rapportage. Daarnaast krijgen we van de Rekenkamercommissie het advies om “regelmatig te toetsen of en in hoeverre aanbevelingen uit het rapport daadwerkelijk geborgd worden”. Dat staat letterlijk in de tekst. En dan neem ik aan dat de Rekenkamercommissie niet alleen doelt op de schriftelijke vastlegging, want daar hebben we het al even over gehad. En de overige adviezen van de commissie spreken voor zich. De vragen die vervolgens gesteld kunnen worden, zijn: wat verstaan we onder regelmatig toetsen? En hoe pakken we dat dan procesmatig aan? Mevrouw Visser Meneer Dunsbergen, aan wie stelt u die vraag? Het was een advies van de Rekenkamercommissie om regelmatig te toetsen; aan wie stelt u nou die vraag? Aan de Rekenkamer of aan het college? De heer Dunsbergen Ik zal mijn verhaal afmaken. Ik wilde nog zeggen dat het om belangrijke zaken gaat en dat we daar als raad uitspraken over hebben te doen. Want het is een advies wat we van de
- 134 -
Rekenkamercommissie krijgen als raad, dus zullen we in onze optiek ook als raad moeten vaststellen wat we verstaan onder regelmatig toetsen en hoe we dat vervolgens aanpakken. Is dat ook een antwoord op uw vraag, mevrouw Visser? De heer De Jager Dank u wel, voorzitter. In de vergadering van 6 september heeft onze fractie bij dit punt al stilgestaan. Onze fractie is blij dat het college de opvatting deelt dat de opmerkingen van 6 september zo essentieel zijn dat zij van mening is dat er vanuit het college een duidelijke opvatting moet komen. Dat is ook toegezegd voor het eind van dit jaar. Wij blijven als fractie toch met wat zorgpunten zitten, ondanks die toezegging. Dat heeft ook te maken met de in september gehouden voorlichting over de brede doorlichting. Het zal duidelijk zijn dat het dan essentieel is dat de organisatie heel goed moet werken om alle voorstellen die dan gaan passeren ook tot een goed einde te brengen, en onze zorg zit daar dat juist bij de werking, wat net ook aangehaald is door de heer Dunsbergen, er behoorlijk wat punten niet voldoende waren; 8 van de 21. Wij zouden dan ook graag het college willen adviseren om het plan wat onze fractie gevraagd heeft, nog wat concreter te maken. In de vergadering van 6 september heb ik daar een aantal hoofdpunten voor genoemd. Die wil ik nogmaals noemen. Een concreet plan waarbij de aanpak met betrekking tot de verbetering, de borging en de toetsing blijkt, met duidelijke, meetbare doelstellingen, het plan te voorzien van een duidelijke tijdsafbakening en een concrete datum vast te stellen voor evaluatie. Dank u wel. De voorzitter Dank u wel. Dan geef ik wethouder Tanis het woord namens het college. Wethouder Tanis Dank u wel, voorzitter. Eigenlijk een beetje aanhakend op de discussie waar de heer De Jager ook aan refereert: er is toegezegd naar aanleiding van het rapport van de Rekenkamercommissie dat er voor eind van dit jaar een evaluatie wordt gehouden. Het is wat ons betreft ook evident dat die evaluatie uiteraard mede ingaat op aspecten als het beheersen van risico's, de borging van de maatregelen en ook aspecten als houding, cultuur en gedrag. Dat is één. Zoals de burgemeester de vorige keer al zei is die evaluatieperiode inmiddels gestart. Wat ons betreft zal uit die evaluatie ook blijken op welke punten verbeteringen nodig zijn. De afspraak is heel concreet gemaakt dat eind oktober de evaluatie in het MT vastgesteld wordt en direct daarna in het college van B&W behandeld wordt. Dat zal dan ergens begin november zijn. Eerder dan dat is simpelweg niet mogelijk, om het zorgvuldig te doen. Ons voorstel is om, nadat die evaluatie in B&W is behandeld, dat in detail met de auditcommissie door te spreken. Omdat er toch ook een aantal aspecten in zit die mensen raken, leek ons dat op zich een goed gremium om de uitkomsten van de evaluatie in eerste instantie, ik zeg nadrukkelijk: in eerste instantie, daar eens even met elkaar te bespreken. En bij die evaluatie is het uiteraard helder dat wij de punten die de heer De Jager benoemt ook mee zullen nemen, als het gaat over heel concrete doelstellingen en die andere punten die hij noemt. De voorzitter Iemand nog in tweede termijn? Mevrouw Visser Ik denk het wel, voorzitter, want volgens mij zijn we als overige fracties verplicht om toch een antwoord te geven aan de heer Dunsbergen. Het advies van de Rekenkamercommissie aan de raad is om regelmatig bepaalde zaken te toetsen, en hij vraagt ons hoe wij ons dat voorstellen als raad. Dus ik denk dat we daar wel op moeten antwoorden. De voorzitter Goed. Daar is de tweede ronde voor. Wie mag ik het woord geven? De heer Den Braanker Heel kort. Zoals u weet heeft de raad een drieledige taak, waarvan één de controlerende taak is. Dus die zal zij goed moeten uitvoeren, daarbij ook gebruik makend van de kennis van derden. Daarvoor is een Rekenkamercommissie natuurlijk een geëigend middel, om plannen en dergelijke te toetsen. Dus daar zullen we regelmatig gebruik van maken.
- 135 -
De heer Van Gameren Dat laatste is niet helemaal helder, of we dan de Rekenkamercommissie als het ware weer een nieuwe opdracht moeten geven over het bewaken van aanbevelingen die zij in het verleden gedaan hebben. Dat kan, technisch, maar ik weet niet of dat de bedoeling was. De heer Den Braanker Gewoon even in het brede: zelf zit je als raad er bij om zaken te toetsen aan afspraken uit het verleden, of wet- en regelgeving, om het zo even te formuleren. En als kennis op een onderwerp ontbreekt, of je zegt, we moeten daar toch wat nader onderzoek naar doen, dan is de Rekenkamercommissie volgens mij één van de instrumenten die in beeld komt. De heer Van Gameren Ik had van de heer Dunsbergen begrepen dat het puur ging om het toetsen van het realiseren van aanbevelingen en dat ligt bijna in het verlengde van de evaluatie die het college gaat leveren, althans op dit punt. Als het breder bedoeld is, dan begrijp ik het niet erg. De heer Den Braanker Nee, het gaat er natuurlijk om dat je scherp bent dat de conclusies die de Rekenkamercommissie trekt, daar zit je dus zelf ook als raad bij, dat je in ieder geval die conclusies vergelijkt met datgene wat het college aan uitvoering aangeeft en wat daar uiteindelijk van gerealiseerd wordt. Dus het lijkt me helder dat wij naar aanleiding van het Rekenkamerrapport ook helder moeten hebben van: wat hebben zij geadviseerd en wat gaan wij controleren? De heer Van Gameren Ik kan me daar geen voorstelling bij maken, hoe we dat als raad zouden moeten organiseren. De heer Dunsbergen Voorzitter, mijn tekst komt letterlijk uit het advies van de Rekenkamercommissie. Er staat op pagina 2: ten aanzien van de gemeenteraad adviseert de Rekenkamercommissie om regelmatig te toetsen of en in hoeverre de aanbevelingen uit de rapporten die de raad heeft aanvaard, in de organisatie daadwerkelijk zijn geborgd. Dat staat hier letterlijk. Mijn vraag is nu: wat verstaan we dan onder regelmatig toetsen en hoe gaan we dat dan invullen? En dat de Rekenkamercommissie daarbij een instrument is, dat begrijp ik. Maar het komt gewoon uit het verslag van de Rekenkamercommissie, en ik ben benieuwd, als startend raadslid, hoe dat dan ingevuld wordt. Ik vraag dat aan de raad, want het is een advies aan ons. Ik kan niet aan het college vragen: geeft u ons eens een voorstel. Dat kan niet, want wij krijgen als raad een advies. De voorzitter Ik kreeg het idee dat de heer Van Gameren reageerde op de heer Den Braanker. Maar u stak ook uw vinger nog op, dus u had zelf ook een eigen mening, denk ik. De heer Van Gameren Uiteraard heb ik een eigen mening. Die heb ik net al verwoord door te zeggen: ik weet niet hoe je dat zou moeten doen als raad. Ik kan me daar moeilijk een proces bij voorstellen, behalve wanneer je dat door de auditcommissie of door het groot presidium, of weet ik veel wat, laat optuigen. De heer Den Braanker Ja, je kunt het natuurlijk planmatig aanpakken, maar dan zou je dus een idee moeten verzinnen hoe je dat vorm en inhoud geeft. Maar ik zeg, en daarom maak ik het wat breder: het is onderdeel van de controlerende functie van de raad. Het is aan iedere fractie hoe dat vorm wordt gegeven. Helderder kan ik het niet verwoorden. Mevrouw Verschoor Dank u wel, voorzitter. Het is een heel scherpe vraag die de heer Dunsbergen stelt; daar moet ik even over nadenken. Zou het misschien kunnen, ik weet niet of het zo is, maar er wordt in het land meer gewerkt met Rekenkamercommissies, neem ik aan, dat daar wellicht ideeën over zijn, hoe andere gemeenten het doen? Want ik vind het heel moeilijk om hier te zeggen hoe vaak ik controle wil, of hoe ik het proces kan borgen. Dat vind ik eigenlijk tamelijk ingewikkelde materie. Wellicht zijn er voorbeelden te vinden in den lande. Dank u wel. De voorzitter Meneer Dunsbergen. Heeft u nog behoefte om te reageren?
- 136 -
De heer Dunsbergen Ja, ik merk enige verlegenheid. Die had ik zelf ook toen ik het advies las; ik dacht, ik ben benieuwd hoe we dat advies gaan invullen. Een suggestie zou kunnen zijn om aan te haken op het plan dat we vanuit het college krijgen. De heer De Jonge noemde meetbare doelen en tijdafspraken. Dus op het moment dat je data verzamelt, om het even heel populair te zeggen, heb je ook kengetallen in handen om dingen te bewaken. Nou, hoe je dat dan vervolgens doet, daar moeten we dan blijkbaar met elkaar nog over nadenken. Ik denk dat het belangrijk is dat het plan wat voorligt op basis van een evaluatie, goed bestudeerd wordt en dat we vervolgens bekijken hoe we dat regelmatig op basis van het advies van de Rekenkamercommissie toetsen. Dat zou ik me nog voor kunnen stellen. En anders stellen we vast dat we niets met het advies kunnen. Mevrouw Visser Dank u wel, voorzitter. Ik vind dat best wel een hele moeilijke vraag, die de heer Dunsbergen neergelegd heeft. Tenminste, in zoverre een moeilijke vraag: we hebben natuurlijk twee gescheiden verantwoordelijkheden. Wij hebben onze volksvertegenwoordigende, controlerende en kaderstellende taak. Anderzijds, al die aanbevelingen die de Rekenkamer nu voor ons heeft onderzocht, al die aanbevelingen die we toen als raad geadviseerd hebben aan het college, zijn die ook uitgevoerd? Dat heeft de Rekenkamer onderzocht. Maar dat is uitvoerend. En wij zijn wel controlerend, maar gedeeltelijk is het natuurlijk uitvoerend en dat is een taak van het college. Dus ik vind het best wel heel lastig om hier als raad met elkaar af te gaan spreken van: luister, we gaan over een jaar kijken hoe het gaat met onze aanbevelingen. Ik denk dat het veel zinvoller is om over een jaar het college te bevragen van: tot en met 2009 haalden jullie 13 van de 21 aanbevelingen. Toon nou eens aan dat jullie er 18 van de 21 halen, of zo. Op die manier kunnen wij onze controlerende taak veel beter uitvoeren. De heer Dunsbergen Voorzitter, dit is toch een antwoord op mijn vraag. Dan hebben we toch in feite, op voorstel van mevrouw Visser, min of meer een procedure? De heer Van Gameren Ik heb al gezegd: dat ligt dus in het verlengde van het rapport wat het college gaat leveren over het voldoen aan deze aanbevelingen. En als we die evaluatie op tafel hebben en je ziet dat, dan leg je dat rapport ernaast en dan zeg je wat mevrouw Visser zegt: welke aanbevelingen zijn er nu gerealiseerd op dit punt, ja of nee. Daar kun je nog bijhalen, en daardoor werd ik in verwarring gebracht, van: trek je dit breder? Ook bij andere projecten en dergelijke. Want de cultuur en de wijze van projectorganisatie gaat niet alleen voor deze dingen op die in een grijs verleden liggen. Het gaat op voor alle projecten die wij doen. Dus daar zou je dan ook een toetsing op los moeten laten. Maar we mogen aannemen, als dat goed geëvalueerd is en het gaat goed, zal ik maar zeggen, dat in de toekomst de projectorganisatie beter gaat, dat we dat dus ook zien in die projecten. Dus wat dat betreft ligt het rechtstreeks in het verlengde van die evaluatie. Ik kan het niet anders zien. De heer Dunsbergen Voorzitter, als dit punt op de kalender komt van onze griffier, over een jaar bijvoorbeeld, dan denk ik dat we het redelijk geregeld hebben. De voorzitter Het is een interessante gedachtevorming die we hier hebben met elkaar, op een duale manier, zou ik zo zeggen. Is het goed om ook de wethouder zijn licht er nog over te laten schijnen, wat hij hiervan vindt? Dan hebben we het beeld compleet. Wethouder Tanis Even heel kort. Aanhakend op het idee van de heer Van Gameren wilde ik inderdaad voorstellen om het maar bij de evaluatie te betrekken. En vervolgens aanhakend bij de opmerking van mevrouw Visser, rekening houdend met ieders eigen verantwoordelijkheid, te komen tot een werkbaar voorstel. Dus in die zin wil ik het graag even meenemen namens het college in de evaluatie, dat we daar vervolgens nog eens even verder over praten hoe we het vormgeven. De heer Den Braanker De suggestie van de heer Dunsbergen vind ik wat dat betreft wel een hele goede. Ik zie het als een van de instrumenten om je controlerende taak goed te kunnen uitoefenen. Wethouder Tanis Daar zijn we het zonder meer over eens.
- 137 -
De voorzitter Goed, aldus besloten.
13. IN PROCEDURE BRENGEN VAN HET VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN ‘WATERTORENTERREIN EN RIVIERDIJK 2 – 338’ De voorzitter Wie wenst het woord? De heer Huisman Dank u wel, voorzitter. Zoals mijn fractiegenoot in de opiniërende raad al verteld heeft zijn wij echt niet blij met dit plan. Aan de ene kant staan we met onze rug tegen de muur. Het is voor ons denk ik steeds moeilijker geworden in verband met de juridische aspecten die het plan met zich meedragen, dat we eigenlijk niet goed weten wat we moeten doen, voorlopig. Het kan zijn dat er in deze raad nog een discussie ontstaat die voor ons misschien onze zienswijze daarop wat zou kunnen verhelderen. Aan de ene kant, als we meegaan, dan hebben we kans dat we een terrein krijgen met gigantische hoogbouw wat we eigenlijk niet willen. Als we tegen zijn, hebben we de juridische kant met eventueel schadeclaims en alle andere dingen aan onze broek hangen. Ik wacht even de reacties af van de anderen. Misschien is dat een beetje flauw of laf, maar dat is eigenlijk niet de bedoeling. Ik kom er in de tweede ronde dan wel even op terug. De heer Verloop Dank u wel, voorzitter. De fractie van het CDA heeft kennis genomen van het voorliggende voorgestelde besluit. Onze fractie heeft geïnformeerd wat in de loop der jaren aangaande dit onderwerp is gepasseerd. We hebben vastgesteld dat er diverse momenten van inspraak zijn geweest voor de belanghebbenden. Daarbij denken we aan bijeenkomsten in de Lockhorst, in het CJMV gebouw en diverse bijeenkomsten in een kleiner verband met het dijkcomité. Overlegmomenten waren dat, in een nog informeel inspraaktraject. De gemeente heeft vorm en inhoud gegeven aan het inspraaktraject. Wij hebben ook kennis genomen van het feit dat het ontwerp wat voorligt van stedenbouwkundig bureau West 8 is voorgelegd op een later moment aan Haskoning voor een second opinion, en dat hier een tiental aandachtspunten naar voren zijn gekomen. Zeven van deze punten zijn gehonoreerd en in het plan verwerkt. Over een drietal punten is nader gesproken. De CDA fractie blijft zorgen houden als het gaat om de verkeersafwikkeling die op de Rivierdijk zal gaan ontstaan, en de ontsluiting van het Watertorenterrein. Daarbij geven we als CDA aan dat we opteren voor een verkeersveilige en verantwoorde afwikkeling. Verder wil de CDA fractie aangeven dat ze het fijn zouden vinden als de parkeerplaatsen en wellicht het opheffen daarvan voor de verkeersontsluiting tot een minimum beperkt blijft. Daar willen we voor pleiten. Een andere vraag die we als CDA interessant vinden is of er gesproken is op enig moment met de projectontwikkelaar over de inmiddels veranderde woningmarkt. Anders gesteld: wordt hier wel rekening mee gehouden? Of nog anders: wat kunnen de consequenties van deze woningmarkt voor ons als gemeente zijn? Tenslotte vindt onze fractie het van belang dat de kosten van het ontwikkelen van het Watertorenterrein en de inrichting van de Rivierdijk door het college worden verwerkt in de anterieure overeenkomst. Graag ontvang ik daarvoor een toezegging. Daarnaast wil de fractie van het CDA graag de garantie dat het gebied openbaar zal blijven en dat dit opgenomen zal worden in de voorwaarden van de stedenbouwkundige ontwikkeling. Dank u wel. De heer Visser Dank u wel, voorzitter. Het Watertorenterrein is een langlopend traject waarin steeds stappen zijn gezet; het loopt eigenlijk al vanaf 1995 en er zijn in het verleden ook door het college fouten gemaakt doordat stappen niet op tijd aan de raad zijn voorgelegd. Maar het is ook zo, vinden wij als fractie, dat de gemeenteraad in de afgelopen 15 jaar een aantal keren ingestemd heeft met uitgangspunten en randvoorwaarden, al was er al een keer een intentieovereenkomst gesloten. Er was indertijd heel veel instemming met dit plan, onder leiding van, zeg ik dan altijd maar, de toenmalige CDA wethouder mevrouw Verboom. Er moeten dan nu wel hele goede redenen zijn om opeens heel anders te gaan beslissen. In de opiniërende vergadering heb ik namens onze fractie gezegd dat wij een betrouwbare gemeente willen zijn, ook voor een projectontwikkelaar. Dat wij betrouwbaar zijn naar onze bewoners, dat spreekt al jaren vanzelf. En als iemand vindt dat wij dat niet zijn, dan moeten ze
- 138 -
dat maar aantonen. Maar ik heb alleen maar willen zeggen dat we ook betrouwbaar naar een projectontwikkelaar moeten zijn. Want wij willen juist betrouwbaar zijn naar onze kiezers, want we willen echt volksvertegenwoordiger zijn. En wij lopen ook niet aan de leiband van de projectontwikkelaar, wat wel eens gezegd wordt in de wandelgangen, of wat door sommigen gedacht wordt. Ik heb het ook al gezegd: we hebben als raad sinds 1995 een aantal keren in meerderheid, niet alleen onze fractie, het een goed idee gevonden dat hier op deze locatie dure woningbouw met uitzicht op de rivier zou komen. Mevrouw Visser Voorzitter, mag ik daar op reageren? Ik snap best dat dit de perceptie van de heer Visser is, maar de raad heeft nog nooit ingestemd. De raad was vaak breed bijeen, in commissies van advies en bijstand. Daar is de raad gepeild. En dan was er misschien best een meerderheid die zei: dat pad lijkt ons aardig, maar dat is iets anders dan dat een raad instemt. Ooit is de raad geïnformeerd in vertrouwelijkheid, maar dat is nooit een wettelijke basis, want dat is geen besluit. Dus ik snap best dat dat uw perceptie is, maar ik wil niet dat u steeds zegt: de raad heeft dat gedaan. Want dat is niet zo. De heer Visser Ik vind het terecht dat u zich formeel opstelt, maar dat doet u natuurlijk wel. Mevrouw Visser Ja, natuurlijk doe ik dat. Ik ben ook onderdeel van deze raad en ik wil dat niet in mijn schoenen geschoven krijgen. De heer Visser Ik heb ook naar uw kant toe bewust gezegd: als meerderheid, waarbij uw fractie een minderheid was. Maar het gaat nu over het formele traject, waar u over spreekt, maar we praten over 1995. Ik ben mijn verhaal begonnen met op te merken dat er in het verleden fouten gemaakt zijn. Dat een aantal keren het college misschien wat eerder bij de raad zou moeten komen… Mevrouw Visser (Interruptie) Maar meneer Visser, juist als je toch fouten maakt kun je toch beter ten halve keren dan… De heer Visser Ik wil mijn verhaal even afmaken. Als u me wilt begrijpen, moet u me wel even laten vertellen wat ik bedoel. Al die jaren dat het college ons niet formeel liet beslissen en ons maquettes liet zien op commissievergaderingen, daar waren wij toch als grote mensen bij elkaar en daar hadden wij toch ook toen formeel kunnen zijn: wij willen een raadsbesluit. Maar dat hebben wij als raad … Mevrouw Visser (Interruptie) ... Ik weet zeker dat ik zelfs hier in de raad geroepen heb, want u heeft de naam genoemd: mevrouw Verboom, laat dan die kaders zien. De heer Visser Ja. U bent een uitzondering als fractie. Ik zeg ook niets van u. Maar het gaat er om dat wij met 19 mensen zelf het college hadden kunnen vragen: kom ermee in de raad. Maar wij hebben het goed gevonden dat het in commissies bleef, dat er maquettes getoond werden en dat daar plannen getoond worden, ook aan voorgangers van de raadsleden die hier nu zitten, maar waardoor wij als raad steeds gevonden hebben, vertegenwoordigers van de fracties in de commissies, waardoor op een gegeven moment het college in 2003 zo ver gekomen is dat zij een intentieovereenkomst zijn gaan sluiten. En ik wil er ook bij zeggen: het is inderdaad mijn perceptie, want ja, ik ben het die spreekt en ik spreek namens mijn fractie. Het is de perceptie van mijn fractie. En ik wil er ook bij zeggen dat wij het misschien nog wel een mooi plan vinden. Mevrouw Visser Voorzitter, ik heb er toch nog behoefte aan om even te reageren. De voorzitter Bij interruptie dan. Mevrouw Visser Ja. Meneer Visser heeft in zijn betoog ook gezegd: uw fractie wil graag een betrouwbare gemeente zijn, zowel naar een projectontwikkelaar als juist ook naar uw inwoners toe, want u vindt uzelf ook volksvertegenwoordiger. Maar, meneer Visser, hoe kun je nu betrouwbaar zijn
- 139 -
als je aan de ene kant zegt: we hebben het fout gedaan, en aan de andere kant vanavond misschien wel iets goed vindt wat niet op een keurige, formele manier tot stand is gekomen? De heer Visser Ik heb gezegd dat er fouten zijn gemaakt, waardoor juridische afspraken gemaakt zijn en ik heb gezegd dat wij het misschien nu nog wel een goed plan vinden. De voorzitter U kunt uw betoog vervolgen, meneer Visser. U kunt straks nog op elkaar reageren, anders blijft het te veel heen en weer gaan. De heer Visser Onze fractie begrijpt ook dat er nadelen zijn voor direct belanghebbenden. We vinden het dan ook jammer dat met het overleg dat er de afgelopen twee jaren geweest is tussen de gemeente en de belangengroep partijen zo weinig dichter bij elkaar gekomen zijn. Maar we moeten ook zeggen dat vanaf 2008 duidelijk geweest is dat de speelruimte beperkt was. Nu komen we bij een punt wat ik ook in de opiniërende vergadering gezegd heb en wat ook door de CDA fractie gezegd is. We hebben gevraagd om een meer aantrekkelijke invulling van de Rivierdijk. Maar er moet ook een betere oplossing komen voor de verkeersafwikkeling en die zou er eigenlijk al moeten zijn voor het bestemmingsplan definitief is. Want om een goede oplossing te maken heb je grond nodig die nu een verkeersbestemming heeft of een woonbestemming. Concreet gaat het hierom. Er staat nu in het raadsvoorstel: het Poortgebouw wordt niet gemaakt om ruimte te hebben, om een goed kruispunt te maken. Maar welk kruispunt er komt is nog niet in de plannen opgenomen. Het is in ieder geval bij mij niet bekend. Het is maar de vraag of de ontsluiting op de Rivierdijk op een verkeersveilige manier gedaan kan worden. Twee jaar geleden is daar naar aanleiding van vragen in de Lockhorst gezegd: er wordt aan gewerkt met een uitvoegstrook en er moet nader onderzoek naar gedaan worden. Maar na twee jaar ligt er nog steeds geen kruispuntoplossing. Als er een rotonde zou moeten komen, dan heb je heel andere gronden nodig die in het bestemmingsplan de bestemming verkeer moeten krijgen. Met andere woorden: het komt er eigenlijk op neer dat in het bestemmingsplan alvast moet staan hoe de verkeersoplossing wordt, want daar moet ruimte voor worden gereserveerd. Mevrouw Visser (interruptie) Maar meneer Visser. Met alle respect, want ik heb ook zitten luisteren naar een aantal zaken die de heer Verloop heeft genoemd van het CDA en nu naar een aantal wensen van u namens de SGP/ChristenUnie, maar het voorgesteld besluit is om in te stemmen met het in procedure brengen van het voorontwerp bestemmingsplan. Dus al die zaken die u nu noemt, die worden toch de komende maanden duidelijk tijdens dat in procedure brengen? Dat moet toch in het definitieve voorstel, waar wij dan als raad weer aan zet zijn, want we zijn vanavond nog helemaal niet aan zet over het bestemmingsplan; voor die tijd zijn wij weer aan zet om het officiële bestemmingsplan vast te stellen en dan moet u ervoor zorgen dat die zaken die u opnoemt, er in zitten. De heer Visser Heb ik dat niet gezegd, dan? Ik heb gezegd dat in het definitieve bestemmingsplan bij de verkeersbestemming ruimte moeten zijn om een verkeersveilige oplossing te maken. Dat kan ik over een jaar zeggen, maar ik had het liever eigenlijk al in het voorontwerp bestemmingsplan gehad. Maar ik kan het toch beter nu zeggen, dat het college er nu over na kan denken, dat het volgend jaar wel in het definitieve bestemmingsplan zit? Oké? De voorzitter Dat was uw bijdrage? Dank u wel. Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Ik kan het eigenlijk kort houden. Het voorgesteld besluit heeft niet de steun van onze fractie, en ik denk dat dat heel duidelijk is. Meneer Visser heeft het al opgemerkt: vanaf 1995 zijn wij gelukkig wel wakker geweest en zagen we wat er aan het gebeuren was. Ik zou kunnen zeggen dat al die dingen die nu voorgesteld worden, niet zo’n kwaad kunnen, maar ik vind dat je als fractie een verkeerd signaal afgeeft als je zegt: oké, breng dat voorontwerp bestemmingsplan maar in procedure en daarna zien we het commentaar wel en gaan we nog een keer kijken. We vinden het gewoon een hartstikke slecht plan. Dat hebben we toen gevonden en dat vinden we nu nog. Het enige wat ik aan onze raad wil vragen, want ik ben er van overtuigd dat we nog een keer aan zet komen, want als we
- 140 -
het goed doen, dan gaan we na het in procedure brengen weer naar de omwonenden, weer naar de projectontwikkelaar en misschien ook wel naar het college, van: kom nog eens een keer uitleggen waarom je dit doorzet. Dan kunnen we nog een keer die afweging maken. Maar er zit wel heel veel licht tussen twee adviezen. Er ligt een advies van de juridische bijstand van onze gemeente, die zegt: je staat met je rug tegen de muur, zoals de heer Huisman dat zegt, dus ga maar verder. En van de week hebben we allemaal commentaar kunnen lezen van de juridisch adviseur van de omwonenden. En daar zit wel heel veel licht tussen op dit moment. Dat is ongeveer zo: het ene is donker, het andere is licht. Zou het niet zinvol zijn dat wij als raad richting college zeggen: we zijn al zo lang bezig, het komt niet op een maand of twee maanden aan. Raadpleeg nou nog eens een derde advocaat en kijk eens wat daar voor juridisch advies uitkomt. Want ik bedoel: de heer Visser zegt nog van, nou, misschien vinden we het nog niet zo’n slecht plan. De heer Huisman zegt, we vinden het helemaal niks maar we kunnen niet anders. PRO Sliedrecht vindt het eigenlijk helemaal niks. Het CDA heeft wel een aantal zorgen kenbaar gemaakt, maar heeft nog niet duidelijk gezegd wat ze wel of niet van het plan vinden. Misschien kunnen we met die second opinion nog tot de conclusie komen van: jongens, dit gaat het echt niet worden. De VVD fractie heb ik nog niet gehoord en ik weet dat die voorstander zijn van woningbouw voor het duurdere segment, maar ik ben er ook nog niet van overtuigd dat die nou zo laaiend enthousiast waren over het voorontwerp bestemmingsplan. De heer Den Braanker Het had geen toegevoegde waarde, neem ik aan? Mevrouw Visser Nou, ik kan me zo voorstellen, als er nou werkelijk een derde advies ligt dat misschien wel zegt: jullie zitten nergens aan vast, dan kan ik me voorstellen dat u allemaal zegt van.. De heer Den Braanker Maar als ze zeggen: u zit wel ergens aan vast, wat zegt u dan? Mevrouw Visser Nou ja, dan kan ik nog steeds zeggen: ik vind het een slecht plan en ik ben er vanaf 1995 tegen. Maar ik probeer u allen nog een keer te laten heroverwegen. Want wat er dadelijk komt, staat er misschien wel voor 60 en 100 jaar, en iedereen die er over vijf of tien jaar langsrijdt, die denkt: oh, wat erg dat dit hier gekomen is. Dat is het dringende verzoek aan u allen: neem dat nog eens in uw overweging mee, een second opinion. De voorzitter Dank u wel, mevrouw Visser. Dan is nu de heer Van Rekom aan de beurt, met zijn maiden speech. De heer Van Rekom Dank u wel, voorzitter. Ik moet mevrouw Visser deels teleurstellen, want zoals we ook in de opiniërende vergadering hebben aangegeven is de VVD voorstander van meer woningen in het dure segment. We vinden het plan zoals het er nu ligt, helemaal zo slecht nog niet. Sterker nog, we vinden het een goed plan. Daarom juicht de VVD de komst van luxe woningen op het Watertorenterrein toe en wat ons betreft kan het voorontwerp in procedure worden gebracht. Maar we hebben nog wel wat opmerkingen. De reductie van het volume is wel heel erg gering. Dat blijven we zeggen. Dat is jammer, want dat komt de kwaliteit van het plan ons inziens niet echt ten goede. Onze grootste zorg, die we al een aantal keren hebben uitgesproken, heeft betrekking op de verkeerstoename. Dat baart ons grote zorgen, dus we willen de wethouder met klem vragen om daar nog eens kritisch naar te kijken en te komen met een creatieve oplossing. Mijn fractiegenoot heeft in de opiniërende vergadering geopperd om iets aan de Watertoren te doen om zodoende de omwonenden tegemoet te komen en de Gantel te upgraden. Nou is het wat de VVD betreft niet de bedoeling om de Watertoren te slopen; wij zien het ook wel als een landmark voor de gemeente Sliedrecht. Maar wellicht volstaat een cosmetische opknapbeurt van de toren waardoor we het een en ander kunnen besparen en de omwonenden tegemoet kunnen komen. We zijn nu al 15 jaar bezig met dit project. Inmiddels is de wereld, en ook Sliedrecht, fors veranderd. Met name de woningmarkt ligt nagenoeg stil. Als het bestemmingsplan definitief wordt vastgesteld, hechten wij er aan dat de gemeente alle middelen moet aangrijpen om zeker te stellen dat de ontwikkelaar snel met de ontwikkeling begint op basis van de huidige gepresenteerde kwaliteit van het plan. Want hoe
- 141 -
voorkomen we als gemeente dat de ontwikkelaar tien jaar wacht op betere tijden, of het project doorverkoopt aan een wellicht minder solide ontwikkelaar? Hoe waarborgen we de kwaliteit van het plan bij realisatie? Dat zijn allemaal aspecten die wat ons betreft adequaat zouden moeten worden opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst die nog gemaakt moet worden. Tot slot. We hebben kennis genomen van de intentieovereenkomst en de overige relevante documenten. Op zijn zachtst gezegd verdient dit hele proces niet de schoonheidsprijs. Los van de vraag of het college bevoegd was om een dergelijke intentieovereenkomst aan te gaan, moet gesteld worden dat de intentieovereenkomst als het gaat om de belangen van de gemeente, knullig is opgesteld. Dat nemen wij de betrokken wethouders kwalijk. Tot zover. De voorzitter Dank voor uw bijdrage. Ik geef het woord aan wethouder Tanis. Wethouder Tanis Dank u wel, voorzitter. Even vooropgesteld: de opmerkingen over het verkeer worden beantwoord door wethouder De Waard. Ik ga mijn opmerkingen die ik gemaakt heb tijdens de opiniërende vergadering hier niet herhalen, voorzitter, over een heel lang lopend project, wat inderdaad al loopt sinds 1995 en waar we allemaal bepaalde gevoelens bij hebben. Ik heb dat de vorige keer gezegd en ik herhaal dat nu; dat geldt ook voor ons als college. Dat is één. Ja, ik kan daar heel veel over zeggen, maar ik denk niet dat dat nodig is. Volgens mij begrijpen we allemaal wat we bedoelen. Twee. Is dan de conclusie dat het college fouten heeft gemaakt? Ik ben het niet eens met de opmerking van de heer Visser. Ik vind niet dat dat fouten zijn. Wij vinden, en dat heeft het rapport van de Rekenkamercommissie…wij vinden dat de handelswijze zoals die gevoerd is, niet de schoonheidsprijs verdient, maar hij paste wel in de werkwijze die toen in de raad gebruikelijk was en waar we dus ook met zijn allen bij gezeten hebben. In ieder geval is het zo dat het college gehandeld heeft in de geest van de meerderheid van de raad. Mevrouw Visser heeft terecht aangegeven dat PRO Sliedrecht van het begin af aan gezegd heeft dat ze geen brood zagen in het plan en in die zin bent u als fractie uiterst consistent geweest in uw gedragslijn. Maar nogmaals, het Rekenkamerrapport heeft ook aangegeven dat er onvoldoende vorm is gegeven aan, noem het dan maar de kaderstellende rol van de raad. Wij hebben daar naar mijn idee ook afspraken over gemaakt voor nieuwe projecten, maar de feiten met betrekking tot dit project liggen wel zoals ze liggen. Als het dan gaat over de intentieovereenkomst; ja, wij als college hebben geen behoefte aan een second opinion. Ik vraag me overigens ook af, als ik heel eerlijk ben, als ik de tekst in het Kompas letterlijk formuleer, of de jurist van het wijkcomité nu zoveel anders redeneert als het college, omdat er namelijk letterlijk staat dat hij wel degelijk vindt dat de intentieperiode netjes afgerond moet worden en dat er daarna er een mogelijkheid is tot verdere discussie. Dat sluit naar mijn idee naadloos aan bij de conclusie die mevrouw Visser heeft getrokken dat de raad wat dat betreft nog aan zet komt, maar dat je wel gehouden bent om de afspraak in de intentieovereenkomst en wat deze jurist dan noemt de intentieperiode correct af te wikkelen, en de afspraken die je met elkaar gemaakt hebt ook na te komen. Dus in die zin hebben wij geen behoefte aan een second opinion, of misschien moet je dan zeggen een third opinion. De afgelopen periode hebben wij ook een aantal gesprekken gevoerd met de ontwikkelaar, het dijkcomité, soms ook het wijkcomité en de gemeente. Ik hecht er ook nu aan om te zeggen dat die gesprekken in een hele goede sfeer hebben plaatsgevonden. Ook de projectontwikkelaar heeft heel veel tijd en energie gestopt in het nadenken over alternatieven. Ik heb op 6 september gezegd, en dat zal ik nu herhalen, dat als je naar de uitkomsten daarvan kijkt, ik daar ook een beeld bij heb en ik er ook meer van had gehoopt en ook wel verwacht, op een aantal fronten, maar dat, zeker als het gaat om het uitwerken van de Gantel, we met elkaar, daar hecht ik ook wel even aan, dus ook met de mensen van het dijkcomité die toen bij ons aan tafel zaten, tot de conclusie gekomen zijn dat er niet meer inzat en dat het niet haalbaar was. En we hebben tijdens het laatste gesprek ook met de toenmalige voorzitter en de secretaris de conclusie getrokken dat we elkaar nog wel tegen zouden komen in het formele inspraaktraject rond het vaststellen van het bestemmingsplan. Dat zijn wat algemene opmerkingen. Meneer Van Rekom, u maakt een aantal opmerkingen over de inhoud van de intentieovereenkomst. Ja, die laat ik maar even voor uw rekening; ik heb daar nu even geen mening over. Als het gaat over het verder ontwikkelen van het traject, dat sluit ook aan bij een opmerking die het CDA heeft gemaakt: het is helder dat er een anterieure overeenkomst opgesteld gaat
- 142 -
worden in het vervolg van het traject voordat het definitieve bestemmingsplan u aangeboden zal worden, en dat wij daar dan uiteraard de nodige afspraken zullen maken met de projectontwikkelaar. Maar daar komen we ongetwijfeld in uw richting nog op terug. Een klein zijspoor: we hebben dat overigens ook rond de ontwikkeling van de Bonkelaar locatie gedaan, dat we daar concrete afspraken over hebben gemaakt, zodat je gewoon helder hebt wat je van elkaar verwacht. Mevrouw Verschoor U wilt verder niet ingaan op de inhoud van de intentieovereenkomst; wat ons verbaast, is de escape die de projectontwikkelaar wordt geboden. En eigenlijk laten we niets van onze eigen escape…Er werd voor de rest weinig mogelijkheden voor geboden en wat ik wel zou willen weten, is of daar nu enige lering uit getrokken is. Of daar nu misschien, want dat vonden wij zelf ook wel interessant, we hebben inmiddels een heel Drechtsteden opgetuigd waarin allerlei expertise wordt gestopt, of er wel in ieder geval wat meer urgentie is om echt grote, belangrijke overeenkomsten, he, want daar praten we over, dit zijn megaprojecten, of daar in ieder geval wat meer mee gedaan wordt dan op deze manier. Wethouder Tanis Twee dingen. Kijk, de heer Van Rekom zei letterlijk “knullig”. Nou, die opmerking laat ik maar even voor zijn rekening. Zo heb ik dat bedoeld. Als het gaat om leren: ik denk zowel voor de raad als voor het college, dat we met elkaar hebben gezegd in het Rekenkamer rapport, maar ook in discussies daar omheen, zie bijvoorbeeld de discussie die we inhoudelijk hebben gevoerd rond de overeenkomst die we met de projectontwikkelaar hebben afgesloten rond de Bonkelaar locatie, dat zowel raad als college daar wel van geleerd heeft, ja. De heer Kuiken verlaat de vergadering (aanwezig zijn dan 17 raadsleden) Overigens is het dan nog zo: mocht er een nieuw project komen, dan zitten wij daar met zijn allen bij, zowel de raad als het college. Maar we hebben ervan geleerd; daar ben ik van overtuigd, ook van de punten hoe het niet zou moeten en hoe het beter zou moeten. Als het gaat over de suggestie van de Watertoren: ja, ik wil best toezeggen om dat met de projectontwikkelaar te bespreken. Maar ik kan daar verder natuurlijk niets concreets over toezeggen. Dat begrijpt u ook wel. Maar het is zeker een suggestie die we mee kunnen nemen. Ik ben het eens met de opmerking van de heer Visser als het gaat over de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid; dat is voor ons ook een heel belangrijk punt. Als het gaat over de afspraken, meneer Verloop, met de projectontwikkelaar over de bouw en over de kosten, kijk, het is in ieder geval ons uitgangspunt… of uitgangspunt, volgens mij is het zelfs een voorwaarde die met de projectontwikkelaar al afgesproken is, dat de projectontwikkelaar verder zorg draagt voor de complete ontwikkeling van het Watertorenterrein inclusief de inrichting die daar bij hoort. Maar nogmaals, de heel concrete afspraak wordt vervolgens natuurlijk ingevuld bij die anterieure overeenkomst die nog opgesteld gaat worden en daar wordt u ongetwijfeld van op de hoogte gehouden. Dus in die zin wordt dat vervolgd. Volgens mij heb ik de meeste dingen gehad, voorzitter. Wethouder De Waard Dank u wel, voorzitter. Er zijn door diverse fracties zorgen geuit over de verkeersafwikkeling. Er van uitgaande dat er in het project zo’n 200 woningen zullen worden gebouwd en voor een categorie bewoners die wellicht over een tweetal voertuigen zou kunnen beschikken, dan hebben we het over 400 voertuigen die daar in die buurt gestald zullen worden. Dat werd ook gesuggereerd in het artikel in de pers. De suggestie werd gewekt dat die 400 voertuigen tegelijkertijd zowel in de morgen- als in de avondspits op de weg terecht komen. Ik heb daar een iets andere kijk op. Ik denk dat dat dus niet het geval zal zijn, dus wat de belasting betreft zal het ongetwijfeld meevallen. Ik moet u daarmee ook vertellen: er zijn grotere vlekken in Sliedrecht die bijvoorbeeld aan de Deltalaan liggen en waar ook veel voertuigen gestald zijn, en waar de afwikkeling ook op dezelfde wijze zal gaan plaatsvinden als die zal plaatsvinden vanuit het te maken Watertorenterrein. Dus in die zin hebben we ons daar wel op gefocust, om dat op een verantwoorde manier te doen. Dat is ook gevraagd, en verantwoord is in dit geval om in ieder geval op de dijk zelf een aantal opstelstroken te realiseren. Er wordt zeker niet gedacht aan een rotonde, want dat is een uitermate dure aangelegenheid, en om dat te maken voor een vierhonderdtal voertuigen die daar wellicht in dat gebied terecht komen, lijkt ons een wat overdone situatie. Maar uiteraard wordt dat meegenomen in het definitieve plan. Hartelijk dank voor de waarschuwing dat we daar heel goed op
- 143 -
moeten letten. We zullen daar naar zoeken om de ontsluiting op een verkeersveilige manier te realiseren. Als het gaat over de invulling van de dijk wat aantrekkelijkheid betreft, moet u ons wel de ruimte geven om daar goed over na te denken. Binnen de brede doorlichting hebben we al gezien dat er heel veel bezuinigd gaat worden in die sector en de ruimte die we hebben om dat in te vullen is uiterst beperkt. We zullen daar ook met de ontwikkelaar over spreken om te zien of hij daar nog mogelijkheden voor biedt, maar we kunnen hem in dat verband nauwelijks iets verplichten, of eigenlijk niks verplichten. We zullen al, nou ja, halswerk hebben zal ik niet zeggen, maar hij zal toch ook een forse duit in het zakje moeten doen waar het gaat om de aansluiting waar ik het in een eerder stadium over had. En zo is er nog een aantal zaken die meegenomen zal worden waar hij rekening mee zal moeten houden. Daar wou ik het even bij laten, voorzitter, dank u wel. De voorzitter De tweede ronde. Wie meldt zich daarvoor? Tweede termijn De heer Huisman Voorzitter, ik verzoek toch tot een korte schorsing. Ik heb duidelijk behoefte om even met mijn fractie over het voorstel van mevrouw Visser na te denken en straks weer terug te komen met onze mening. De voorzitter Ik schors de vergadering voor vijf minuten. SCHORSING De voorzitter Ik heropen de vergadering. De heer Huisman heeft om een schorsing gevraagd; dan is het regel dat hij als eerste het woord krijgt. De heer Huisman Voorzitter, wij zijn tegen de second opinion, althans het verzoek daartoe. In het verleden, toen wethouder Lavooi het nog onder zijn hoede had, is er ook een jurist geweest die er naar gekeken heeft en die heeft verteld dat, nou ja, goed, je zit er gewoon aan vast. Maar we gaan dus nu het formele traject in en er zijn volop kansen dat daar nog wat aan gaat veranderen. Maar hoe alles gespeeld is – de PvdA heeft net zo goed zitten slapen in het verleden. Dat hadden we allemaal kunnen voorkomen. Misschien meerdere raadsleden. Maar de PvdA trekt zich dat ook zeker zelf aan. Ik hoop dat het formele traject toch het een en ander op gaat leveren. De heer Verloop Dank u wel, voorzitter. Ik heb in de eerste termijn geprobeerd wat aantekeningen te maken. Op een gegeven moment ging het over de inrichting van het Watertorenterrein, of daar een toezegging over kon komen, maar daarmee bedoelde ik dus de Rivierdijk; dat heb ik aangegeven. De wethouder antwoordde dat er goed gekeken zou worden naar de inrichting van het Watertorenterrein; ja, dat mag ik aannemen, maar ik bedoelde dus de Rivierdijk. Wethouder De Waard gaf aan dat hij dat graag wil doen, maar ik moest hem de ruimte daarvoor geven. Nou, die toezegging, daar hou ik hem op termijn aan. Wat ik gemist heb in de beantwoording is mijn vraag over het openbaar blijven van het terrein; daar wil ik echt graag wat over horen en eigenlijk een toezegging. De VVD gaf iets aan waar ik me bij aan wil sluiten als het gaat om regels voor de projectontwikkelaar in de realisatiefase; waar dat hoort op welk moment in het traject, zodat we geen situatie krijgen dat er halve gebouwen staan of dat er nog lang gewacht gaat worden. Misschien kan B&W dat ook meenemen. Mevrouw Visser heeft op een gegeven moment een waardeoordeel uitgesproken over het oerlelijk zijn; misschien is dat haar tekst niet exact, maar het lelijk zijn van het project. Nou, misschien valt het allemaal nog wel mee; ik denk dat het niet misschien moet zijn, maar dat het allemaal wel mee zou kunnen vallen. Dat waardeoordeel is dan voor haar rekening en niet voor het CDA. Verder gaf mevrouw Visser aan…er is gesproken over het consistent tegen stemmen, maar het CDA kan ook consistent voor stemmen, en dat is denk ik wat wij gaan doen. De heer Visser Dank u wel, voorzitter. Ik wil nog even kort reageren op de verkeerssituatie. Ik begrijp wel dat we te maken hebben met een beginnend wethouder die zegt: we gaan zoeken naar een
- 144 -
oplossing voor een verkeersveilige manier, maar ik heb ook gezegd in mijn eerste termijn dat twee jaar geleden naar aanleiding van vragen van burgers is gezegd, schriftelijk is daar op geantwoord, het BOI had een plan met uitrijstroken en dat vereiste nog nader onderzoek. Dat is dus twee jaar geleden. Als we mevrouw Visser moeten geloven, dan moet het over een jaar in een definitief bestemmingsplan allemaal verwerkt zijn. Dus je hebt de helft van de tijd als college om daar een oplossing voor te zoeken, terwijl er twee jaar verloren is gegaan. Het is de vraag of een kruising met uitrijstroken wel zo handig is. Voor voetgangers wordt de oversteekafstand groter. Het gaat niet alleen om de doorstroming, dat er dus maar doorgereden kan worden, of eventueel hard gereden kan worden, maar het gaat ook om een verkeersveilige oplossing. Het zal nog helemaal niet zo makkelijk zijn, en daarom duurt het ook zo lang, om daar een verkeersveilige situatie te maken. Daarom wil ik hem nogmaals op het hart drukken om daar zijn best voor te doen, binnen een jaar. Mevrouw Verschoor Dank u wel, voorzitter. Voor ons het volgende en dat sluit wel een beetje aan bij wat de heer Visser zegt, die verkeerssituatie. Want we zitten hier met een situatie, dat plan wat eigenlijk al 15 jaar oud is. Nou, het is eigenlijk te vergelijken met als je je eigen huis gaat verbouwen. Je maakt het plan, maar je hebt even geen geld. Vijftien jaar later trek je het plan uit de kast. Dan weet ik zeker dat er allerlei dingen gewijzigd en veranderd zijn en dat je het anders doet dan vijftien jaar daarvoor. Nou, als er nou één ding erg belangrijk is op die dijk, dan is het dat de verkeerssituatie totaal anders is dan vijftien jaar geleden. Er zijn veel huizen bijgekomen aan de binnenkant van de dijk; er is veel toename van verkeer. Überhaupt heeft die dijk van ons met heel veel verkeer te maken. Het antwoord van de wethouder dat er voor een rotonde nu even geen ruimte is, dan vinden we eigenlijk gewoon te mager. Er zal toch nagedacht moeten worden over hoe je die enorme verkeersdrukte en die toenemende drukte goed af gaat wikkelen. Dat is gewoon echt een essentieel punt. Want je kunt je niet permitteren als gemeente dat je straks een soort dijklint hebt dat vast staat. Dus het excuus van ja, op dit moment zijn het andere financiële tijden en we hebben niet zo veel geld; ja, dan zou er toch maar eens nagedacht moeten worden hoe er misschien ruimte wordt gemaakt voor een rotonde in de toekomst. Nou, de voorspellingen zijn dat er misschien een goede regering aan zit te komen, dus wellicht dat het economisch wat beter zal gaan en dat er toch wel weer wat meer komt. Maar het is wel een belangrijk punt, want die dijk heeft gewoon qua verkeerselasticiteit niet zo heel veel mogelijkheden meer. Ik denk dat ik mijn betoog wel gemaakt heb. Dank u. De voorzitter Dank u wel. Dan zijn er verder geen sprekers meer en geef ik het woord aan de heer Tanis. Wethouder Tanis Wat mij betreft heel kort, voorzitter. Ik ben het eens met de heer Huisman dat als we hier een klap op geven, we het formele traject starten; dat daar uiteraard mogelijk mogelijkheden zijn om te spreken en zo mogelijk om wat bij te stellen. Maar goed, dat is helder. Als het gaat om de opmerking van de CDA fractie even een paar dingen. Als het gaat om het inrichten van het terrein is het helder. Ik hecht er toch aan om dat even te onderstrepen: wethouder De Waard heeft ook gezegd dat het een kwestie van uitonderhandelen zal worden met de projectontwikkelaar in hoeverre hij bereid is om ook financieel bij te dragen in het opleuken van de dijk, om het even zo te zeggen. Daar kan van het college in die zin geen toezegging gedaan worden. De heer Verloop De toezegging van een inspanningsverplichting. Wethouder Tanis Ja, nee, dat is heel helder. Dat klopt. En wij zitten er als college ook nog zo in dat, stel dat je er met de projectontwikkelaar niet uitkomt, wij ook tegen elkaar gezegd hebben: dan moeten we zelf kijken of wij er wat mee kunnen. Want ik vind de opmerkingen van het dijkcomité dat ze nadrukkelijk aandacht hebben gevraagd voor het feit dat de dijk er, mag ik het even heel kort en bondig formuleren, saai uitziet rond het Watertorenterrein en daar aandacht voor hebben gevraagd aan het college, dat dat een heel serieus punt is waar we echt naar moeten kijken en zo mogelijk ook wat aan moeten kunnen doen. Als het gaat om de openbaarheid van het gebied: dat is gewoon glashelder. In de plannen zoals die nu op tafel liggen is er sprake van een woonwijk die voor iedereen
- 145 -
toegankelijk is en ook zal blijven. Het is heel concreet. In het midden, zeg maar, hebben we de ontsluiting voor het verkeer en aan de oost- en westkant is een ontsluiting voorzien voor fietsers en voetgangers. Dat staat wat ons betreft niet ter discussie. Uw opmerkingen met betrekking tot de zekerheid van het zoeken van het uitwerken van de plannen, daar hebben wij uiteraard kennis van genomen en die zullen we zeker ook meenemen in de gesprekken die we met de projectontwikkelaar hebben. Maar daar komen we in uw richting ook op terug als het gaat om de inhoud van die nog op te stellen anterieure overeenkomst. Wethouder De Waard Dank u wel, voorzitter. Ik heb nog een paar vragen gekregen over het verkeer. Er wordt mij op het hart gedrukt om daar toch heel nadrukkelijk naar te kijken. Dat had ik in een eerder stadium ook al toegezegd, dat ik dat ga doen. Kijk, dat er tot nu toe wellicht iets te weinig gebeurd is in dat kader; natuurlijk ben ik politiek verantwoordelijk voor wat er in de portefeuille gebeurt, maar ik kan niet anders doen dan, zoals ik hier zit, de toezegging doen dat ik in ieder geval mijn uiterste stinkende best ga doen om dat op een goede manier in te vullen in het definitieve plan. Dat wij daarbij ook zullen kijken naar de eventuele mogelijkheid, maar ik hou hem echt tussen aanhalingstekens staan, naar de eventuele mogelijkheid om wellicht ergens nog, nou, meer slagen om de arm kan ik niet maken, een rotonde neer te leggen of daarvoor voorzieningen te treffen om dat in de toekomst te doen. Nou, die toezegging wil ik u wel doen. Maar ik kan er op voorhand niet al te veel over zeggen. Daar moeten de techneuten zich echt over buigen. De opmerking van mevrouw Verschoor dat er een goede regering aan zit te komen die ons wellicht wat zaken zou kunnen toespelen laat ik voor haar rekening. Ik snap het wel, gezien de invulling van die regering, maar ik ga daar vooralsnog niet direct…wat zei je? Wethouder Lavooi En zeker niet namens het college. Wethouder De Waard Nee. Daar doe ik verder geen uitspraak over. Dank u wel. De voorzitter Dan denk ik dat wij de bespreking hierover afgerond hebben en kom ik bij het voorgestelde besluit, de vijf punten zoals die daar genoemd zijn. Wie kan zich daar niet achter scharen? De fractie van PRO Sliedrecht. Mevrouw Visser, de heer Blanken en de heer Sneijder zijn tegen. Dat betekent dat 14 raadsleden voor zijn. Dank u wel.
Hamerstuk met stemverklaring 11. AANKOOP GRONDEN IN “DE DRIEHOEK” De voorzitter Mevrouw Visser heeft het woord. Mevrouw Visser Voorzitter, dit voorstel is tot stand gekomen door discussie in de commissievergadering omdat het toen nog opgenomen was als comptabiliteitsbesluit. U stelt ons voor om 234.000 euro uit te geven voor aankoop van gronden in de driehoek. Onze fractie kan de driehoek niet los zien van het Plaatje en van het eventueel verplaatsen van de gemeentewerf. Nu is er over het Plaatje nog steeds geen zekerheid en de gemeentewerf is onderwerp van discussie ten aanzien van de brede doorlichting. Dat zou dus betekenen dat wij nu 234.000 euro uitgeven voor aankoop van gronden waar nog geen enkele zekerheid over is. Voor onze fractie is dat een brug te ver. En daar bedoelen we mee dat er moeilijke tijden aan komen en dat iedereen aan alle kanten, zowel door het ministerie als door VNG gewaarschuwd wordt, dat alle gemeenten uit moeten kijken met hun grondexploitatie. Dus het is niet zozeer dat wij tegen de aankoop van gronden zijn, maar wel tegen de aankoop van gronden op dit moment zolang er geen zekerheid is over het Plaatje en over de gemeentewerf. De voorzitter Ik concludeer uit uw woorden dat u agendapunt 11 dus niet steunt. Dat is de stemverklaring. Anderen hebben zich niet gemeld; daar mag ik van aannemen dat zij hier wel mee akkoord gaan. Aldus besloten, met de fractie PRO Sliedrecht tegen en de overige fracties voor.
- 146 -
14. VASTSTELLEN VAN DEEL A VAN HET BESTEMMINGSPLAN ‘OUDE UITBREIDING WEST (DEELGEBIED A)’ De voorzitter Ik zie PRO Sliedrecht voor een stemverklaring; u heeft het woord. De heer Blanken Dank u wel, voorzitter. Het is bekend dat onze fractie tegen het totale bestemmingsplan van de Oude Uitbreiding West gestemd heeft, indertijd. Deze knip is gemaakt om de projectontwikkelaar terwille te zijn; we gaan dus weer de problemen oplossen van een ander. Daarnaast wil ik nog even opmerken dat onder punt 3 van de argumenten, losknippen deel A, staat: er ontstaat meer tijd om zorgvuldig met de bezwaren van de bedrijven om te gaan. Nu hebben er meer dan alleen bedrijven gereageerd en een zienswijze neergelegd. Ik wil daar echt aandacht voor vragen, dat daar onder andere voor bezonning en geluidsoverlast echt zorgvuldigheid in acht wordt genomen. Wij zijn dus ook tegen dit knipwerk. De voorzitter Uw standpunt is helder. Zijn er nog anderen? Niet? Dan concludeer ik dat de fractie van PRO Sliedrecht tegen dit voorstel stemt en dat de andere fracties, zijnde 14 raadsleden, voor zijn. Aldus besloten.
15. COMPTABILITEITSBESLUITEN SEPTEMBER 2010 (TOTAAL) De budgetmutaties hebben betrekking op 11 onderwerpen: Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 1. Actualiseren c.q. opstellen bestemmingsplan Benedenveer Programma 9: Wonen
Aanvullend krediet beschikbaar stellen van € 36.674 i.v.m. het actualiseren van het bestemmingsplan. De kosten worden gedekt uit de bouwgrondexploitatie Benedenveer.
Product 119: Exploitatie Benedenveer
Aan Vollmer & Partners is gevraagd een offerte uit te brengen voor het actualiseren van de plannen voor Benedenveer. De door Vollmer & Partners uitgebrachte offerte gaat in op het actualiseren van het bestemmingsplan, het Beeldkwaliteitsplan en het stedenbouwkundig plan voor de invulling van de noordwestzijde van het plangebied, waarvoor nog geen definitieve duidelijkheid over de meeste optimale invulling is. De kosten hiervoor bedragen € 36.674 en kunnen worden gedekt uit de bouwgrondexploitatie Benedenveer. Portefeuillehouder: J.P. Tanis 2. Verkoop perceel bouwrijpe grond ten zuiden van het Griendencollege aan Domus Programma 3: Jeugd en Onderwijs
Instemmen met de verkoop van een perceel t.b.v. de bouw van 41 terraswoningen. De netto-opbrengst van € 1.440.000 komt ten bate van de Reserve Egalisatie Grondkosten Woningbouw.
Product 41: Exploitatie Griendencollege
Tussen de gemeente Sliedrecht, Tablis Wonen en Domus is de “Realisatieovereenkomst Griendencollege” afgesloten, in verband met de ontwikkeling van een bouwproject op de locatie van het Griendencollege aan de Thorbeckelaan, welk bouwproject bestaat uit nieuwbouw van het Griendencollege, het Da Vinci College, commerciële ruimten en/of bedrijfsruimten, huurappartementen en vrije sector woningen. In het dekkingsplan van de nieuwbouw was de opbrengst van de grondverkoop aan Domus opgenomen. De gemeente verkoopt het perceel grond aan Domus voor € 1.440.000 exclusief BTW. De koopprijs inclusief BTW bedraagt € 1.713.600. Het te ontvangen bedrag aan BTW ad. € 273.600 moet vervolgens door de gemeente Sliedrecht worden afgedragen aan de fiscus. De nette opbrengst van € 1.440.000 komt ten bate van de Reserve Egalisatie Grondkosten Woningbouw.
- 147 -
Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 3. Gebruik subsidie Tijdelijke Stimuleringsregeling Woningbouwprojecten Programma 9: Wonen Aanvullend krediet van € 210.000 beschikbaar stellen voor subsidie voor plan Product 114: Woonruimtezaken Boterbloem. Dit kan gedekt worden uit de Tijdelijke Stimuleringsreserve Woningbouw. Bij de aanvraag voor subsidie voor de 30 kubistische woningen, ofwel plan Boterbloem, is uitgegaan van een bedrag van € 7.000 per woning. Tussen partijen is afgesproken om de subsidie ten goede te laten komen aan de kopers van de woningen. In totaal gaat het om 30 woningen. De totale kosten van € 210.000 kunnen worden gedekt uit de Tijdelijke Stimuleringsreserve Woningbouw. Portefeuillehouder: J.P. Tanis 4. Verkoop van de gemeentewoning Middenveer 82 Programma 9: Wonen
Instemmen met de verkoop van de gemeentewoning Middenveer 82 voor een koopprijs van € 127.250 k.k. De opbrengst komt ten gunste van de Stimuleringsreserve Woningbouw.
Product 111: Gemeentewoningen
In “Het Kompas” van 20 november 2008 is bekendgemaakt dat enkele gemeentewoningen, waaronder de woning gelegen aan Middenveer 82, middels notariële loting worden verkocht. Voor de woningen Middenveer 82 waren geen reacties binnen gekomen. Op 20 januari 2009 heeft het college besloten om in te stemmen met het in reguliere verkoop nemen van de woning Middenveer 82. Er is pas in april 2010 daadwerkelijk een bod op de woning uitgebracht. De koopprijs van € 127.250 komt ten gunste van de Stimuleringsreserve Woningbouw. Portefeuillehouder: J.P. Tanis 5. Ingebruikname gronden in het kader van de aanleg MerwedeLingelijn Programma 7: Verkeer en Vervoer Instemmen met de verkoop van een viertal percelen aan ProRail. De opbrengst van Product 93: Verkeer (algemeen) € 1.092 valt weg tegen nog bij de gemeente in rekening te brengen aankoopkosten van dezelfde percelen. Vanuit het railinfraproject MerwedeLingelijn is aan ProRail opdracht verstrekt om de spoorgerelateerde werkzaamheden uit te voeren en de daarvoor benodigde gronden van de gemeente te verwerven. De verkoop van de percelen geschiedt voor een prijs van € 1 per m². Hoewel de totale verkoopopbrengst van de vier kadastrale percelen € 1.092 bedraagt, zal deze transactie voor de gemeente uiteindelijk echter budgetneutraal uitkomen. De opbrengst van de grondverkoop zal namelijk wegvallen tegen de nog bij de gemeente in rekening te brengen aankoopkosten van dezelfde percelen. Portefeuillehouder: A. de Waard 6. Verlening opdracht Economische Visie Sliedrecht aan het IKC Drechtsteden Programma 6: Werk, Inkomen, Zorg en Welzijn Product 70: Economische zaken
- 148 -
Aanvullend krediet beschikbaar stellen van € 30.250 voor het opstellen van de Economische Visie Sliedrecht. Deze kosten kunnen gedekt worden uit de vacatureruimte bij de afdeling Projecten.
Met als inzet om de Economische Visie Sliedrecht op een goede en snelle manier vorm en inhoud te geven is gezocht naar een partij die al zoveel mogelijk op de hoogte is van alle recente regionale beleidsstukken die in deze lokale visie vertaald moeten worden. Deze partij is gevonden in de vorm van het Intergemeentelijke Kenniscentrum Drechtsteden. De kosten voor de inzet van het IKC Drechtsteden bedragen € 20.000. Gemeentelijk drukwerk en te organiseren bijeenkomsten wordt begroot op € 5.000. De afdeling Projecten zet ook nog 25 uur in. De kosten worden gedekt uit de vacatureruimte medewerker economische zaken bij de afdeling Projecten. Portefeuillehouder: M.C. Boevée 7. Audioverslaglegging raad 2010 Programma 1: Bestuur en Dienstverlening
Aanvullend budget beschikbaar stellen van € 7.350 voor de kosten van de notulen van de raad. € 5.000 kan gedekt worden door het externe budget van de Directie te verlagen. De overige € 2.350 komt ten laste van de post Onvoorzien.
Product 1: Adviezen commissies en besluiten gemeenteraad
De kosten voor de audioverslaglegging van de raad in 2010 worden geraamd op een totaal bedrag van € 10.350. In het budget van de Griffie voor de notulen van de raad is voor deze kosten ruimte gevonden tot een bedrag van € 3.000. Daarnaast kunnen we in 2010 het externe budget van de Directie met € 5.000 verlagen. Per saldo resteert een bedrag van € 2.350 ter dekking ten laste van de post Onvoorzien. De structurele kosten zijn verwerkt in de ontwerp beheersbegroting 2011. Portefeuillehouder: A. de Waard, J.A. Lavooi 8. Vaststellen exploitatiesubsidie 2009 van de sport- en culturele verenigingen Programma 5: Cultuur, Sport en Recreatie Het terug te vorderen bedrag van € 6.500 ten gunste brengen van de post onvoorzien. Product 64: Sportbeleid en -subsidiering Diverse subsidies voor sportverenigingen over 2009 zijn lager vastgesteld. Hierdoor is er € 6.500 aan voorschotten terug te vorderen op de sportverenigingen. Dit bedrag kan ten gunste worden gebracht van de post onvoorzien. Portefeuillehouder: A. de Waard 9. Verhoging krediet Revitalisering parken i.v.m. bijdrage Tablis Wonen Programma 4: De Openbare Ruimte Aanvullend krediet beschikbaar stellen van € 35.000 voor extra werkzaamheden. Dit Product 44: Openbaar groen bedrag kan worden gedekt uit de algemene reserve. In 2009 zijn ten behoeve van het plantsoen bij de flat Tuinfluiterstraat aanvullende werkzaamheden verricht in overleg met Tablis Wonen. Tablis heeft hiervoor een bijdrage verstrekt van € 35.000. De hiermee samenhangende lasten zijn in 2009 verwerkt in het krediet Revitalisering parken. Bij de afsluiting van de jaarrekening 2009 zijn de werkelijke lasten, inclusief de lasten als gevolg van de extra werkzaamheden ten behoeve van Tablis wonen, onttrokken aan de algemene reserve. De baten zijn toegevoegd aan de algemene reserve. Er is nu ten behoeve van 2010 een restantkrediet dat € 35.000 lager is als gevolg van de extra werkzaamheden. Aangezien het een krediet betreft dat doorloopt in het jaar 2010 dient nu ter dekking van de hogere lasten, ontstaan als gevolg van de extra werkzaamheden, het krediet verhoogd te worden met € 35.000 ten laste van de algemene reserve ter voorkoming van een overschrijding op het krediet.
- 149 -
In de voorbereiding voor de realisatie van de “Tuinfluiterstraat” heeft Tablis de toezegging gedaan om € 35.000 bij te willen dragen in de realisatie van het plan, samen met het door de raad beschikbaar gestelde krediet van € 250.000 voor de realisatie van de eerste fase van het masterplan verbetering parken was het mogelijk om de verbeteringen zoals nu zijn doorgevoerd te realiseren. Het comptabiliteitsbesluit zoals nu voorligt is feitelijk een boekhoudkundige correctie om het door Tablis uitbetaalde bedrag toe te voegen aan het krediet, zodat de uitgaven en inkomsten op hetzelfde krediet geboekt worden en het resultaat per saldo nul is. Portefeuillehouder: A. de Waard 10. Opstellen uitvoeringsplan woonboulevard Sliedrecht Programma 6: Werk, Inkomen, Zorg en Welzijn Aanvullend krediet beschikbaar stellen van € 21.250 voor een uitvoeringsplan voor de Product 74: Erfpacht industrieterreinen herstructurering van detailhandel op de woonboulevard Sliedrecht. De kosten kunnen ten laste worden gebracht van de reserve Nijverwaard. ROM-D maakt een uitvoeringsplan voor de herstructurering van de detailhandel op de woonboulevard Sliedrecht. ROM-D verwacht 175 uren te besteden. Hiervoor is € 19.250 exclusief btw nodig. Voor interne kosten zijn € 2.000 nodig. De kosten kunnen ten laste worden gebracht van de reserve Nijverwaard. Portefeuillehouder: A. de Waard 11. Investeringen Raadhuis Programma 10: Financiën en Organisatie Het voordeel op de investeringen van € 6.116 ten gunste brengen van de post Product 136: Saldi kostenverdeelstaat onvoorzien. Doordat de investeringen “vervanging buitenzonwering” en “vloerbedekking” worden doorgeschoven vervallen voor 2010 en 2011 de jaarlijkse afschrijvingslasten. Voor 2010 is dit een voordeel van € 7.247 ( € 4.722 voor buitenzonwering en € 2.525 voor vloerbedekking). De extra jaarlijkse lasten voor het vroegtijdig vervangen van de CV-ketels bedragen voor 2010 € 1.131. Het voordeel van € 6.116 ( € 7.247 - € 1.131) komt ten gunste van de post onvoorzien. Financiële kaders: Het saldo van de post voor onvoorziene uitgaven 2010 is na de raad van april € 53.968. Dit saldo neemt door de voorgestelde besluiten met € 8.166 toe, waardoor het nieuwe saldo uitkomt op € 62.134.
Met betrekking tot punt 2: De heer Dunsbergen In de begroting 2010 stond een vermoedelijk bedrag van opbrengst van € 1.6 miljoen en nog wat. Ik heb daar een technische vraag over gesteld en er is me aangegeven dat dat inmiddels is achterhaald door een actualisering van de exploitatieopzet, en dat het daardoor uiteindelijk 1,4 miljoen heeft opgebracht. De CDA fractie zou het prettig vinden als dat soort informatie in het vervolg bij zo’n comptabiliteitsbesluit wordt opgenomen, voor de volledigheid. De voorzitter Daar nemen we goed nota van. Een aanvulling eigenlijk. Met betrekking tot punt 4: Mevrouw Visser In de commissievergadering hebben we gesproken over het punt 4, de verkoop van de gemeentewoning Middenveer 82 en de bestemming van de opbrengst. Ik heb aangegeven dat onze fractie daar wat moeite mee heeft, omdat we jaarlijks vanaf 2011 dekking hebben aangegeven door de verkoop van een gemeentewoning, terwijl we niet eens zeker weten of we een gemeentewoning gaan
- 150 -
verkopen. Dus het had ons zinvoller geleken om de opbrengst van deze woning alvast te reserveren als dekkingsmiddel in de meerjarenraming. Daar zou op teruggekomen worden; dat is niet gedaan. Het college persisteert in haar voorstel om de opbrengst te stoppen in de stimuleringsreserve woningbouw en daar kunnen wij ons niet in vinden. De voorzitter Dat is uw stemverklaring. Mevrouw Visser Ja, want er mag niet meer dan een stemverklaring bij een comptabiliteitsbesluit. De voorzitter Precies, zo heb ik het ook opgevat. PRO Sliedrecht is tegen agendapunt 4. Anderen nog? De VVD is ook tegen. Nog anderen over de comptabiliteitsbesluiten? Niemand? Dan zijn die aldus vastgesteld.
16. AFSCHEID REMCO VAN DE VEN Speech van de waarnemend raadsvoorzitter en aanbieding raadspresentje. De voorzitter Dan komen we bij een agendapunt van een heel andere orde: het afscheid van de heer Remco van de Ven. Mag ik je vragen hier te komen zitten, Remco? De heer Van de Ven Voorzitter, een punt van orde. Er stond ooit een bekend Nederlander op de Grote Markt van Brussel en die zei: maak het kort. U kent hem wel. Ik zal dat niet willen navolgen, maar houdt u het kort. De voorzitter Ja. Het liep wel heel slecht met die man af…dat wel. Goed. Ik houd het ook kort. Toch vind ik het wel erg leuk dat ik je op deze avond mag toespreken, Remco. Op je eigen verzoek wil je geen uitgebreid afscheid meer van de raad. Enkele maanden geleden is wel uitgebreid afscheid van jou genomen als wethouder van Sliedrecht. Je hebt daarna je partij, de VVD, nog gediend door nog even aan te blijven als raadslid/fractievoorzitter. Maar nu komt dan toch het definitieve afscheid van de raad van Sliedrecht. Je bent begonnen in 1986; dan hebben we het over 24 jaar. Je bent in deze raad daarmee de langst zittende. Bij je afscheid als wethouder heb ik in mijn speech Plato ten tonele gevoerd. Ik kreeg toen maar heel weinig tijd, dus ik heb een deel van die speech helemaal niet kunnen houden; vandaar dat ik vanavond nog wat stof had. Jij hebt iets met Plato; je hebt iets met filosofie. En we weten ook: jouw vakanties zijn voorspelbaar. Dat is altijd Luxemburg of België. Daar ben je graag filosofisch bezig. Je leest daar werken; ik weet dat, en zeker dikke pillen van Plato, de Staat. Ik weet dat je daar jaren geleden aan bezig was. Ik zie dat helemaal voor me. Ik denk dat het glas wijn niet ontbroken heeft bij dat boek. Staande in de VVD traditie spreekt Remco graag over deze dingen en hij denkt er over na. Daarbij is hij ook een echte pleitbezorger van Sliedrecht. Zoals Plato er van overtuigd was dat de goede dingen toch wel in de stadstaat Athene, waar onze democratie tenslotte vandaan komt, te vinden waren, zo was Remco er van overtuigd dat de goede dingen in Sliedrecht te vinden waren, alhoewel hij breed dacht en keek. Want volgens hem was het in de regio ook goed toeven. Maar ik moest ook nog wat nieuwe dingen verzinnen, en die heb ik dan ook. Naast Plato moet je ongetwijfeld ook iets hebben met Thorbecke. Die zouden we wel de grondlegger van het liberalisme in Nederland kunnen noemen. De grondwet van 1848 wordt nog altijd het Huis van Thorbecke genoemd en we wonen anno 2010 nog steeds in dat huis. En curieus genoeg: de hoofdbewoner dreigt toch de VVD te gaan worden in dat huis, in de komende tijd. Dat moet jou denk ik wel deugd doen met je liberale principes, want die stak je nooit onder stoelen of banken. Wat heb ik van Thorbecke nog kunnen lezen? Die man was heel begaafd; het is niet voor niets een groot denker geweest, om zo’n huis te ontwikkelen en zo’n staatsinrichting vast te stellen. Maar hij had ook retorische gaven en dat gaf mij wat associatie met Remco Van de Ven. En dan kom ik toch op een episode uit je wethouderschap; dat zul je me niet kwalijk nemen. Als het eens moeilijk werd in deze raadzaal, en dat gebeurde in het verleden regelmatig, en als het ook eens moeilijk werd rond de persoon van wethouder Van de Ven omdat hij met een lastig dossier te maken had, en welke wethouder heeft dat niet, dan
- 151 -
kwamen die retorische gaven op een bijzondere manier naar voren. Dat ging zo. Na een serie kritische vragen vanuit de raad ging Remco Van de Ven in de eerste ronde antwoorden. In lange volzinnen, rustig, met overtuiging, gaf hij uitleg. Alleen: het was nooit een antwoord op de vraag. Dat komt meer voor in de politiek, dat moeten we ook eerlijk zeggen. Misschien hoort het wel bij politici, daar ben je politicus voor, om vooral geen antwoorden te geven, maar wel te praten. En bij een moeilijk dossier is dat ook lastig. Akkoord. De raadsleden voelden zich wat verloren na zo’n eerste ronde. We zaten in de mist, maar we gingen wel onze messen slijpen, want dat kon zo niet doorgaan. We zaten op het puntje van onze stoel en gingen doorvragen in de tweede ronde. En dan gebeurde het. Remco bleef vriendelijk, onverstoorbaar, werd iets roder in zijn nek, trok alle registers van de retorica open en in een gloedvol betoog probeerde hij zijn gelijk te halen. Interrupties deerden hem helemaal niet. Raadsleden zaten nog steeds met gemengde gevoelens van onzekerheid, ontsteltenis, soms ook met bewondering naar deze stortvloed te luisteren. Kregen we nou echt antwoord, ja of nee? Als de raad dan nog niet overtuigd was, dan kwam Remco’s laatste wapen. Dat was zijn humor. Na zo’n uitsmijter moest je wel lachen en stopte je maar met vragen. Remco was eigenlijk niet klein te krijgen. Zo hebben we jou leren kennen. Remco, ik ga afsluiten, want het moest kort blijven. We gaan afscheid nemen van een markant politiek raadslid en oud-wethouder die aan een aantal kenmerken voldoet die voor een politicus goed zijn om ze in meer of mindere mate te bezitten. En we zijn tenslotte niet allemaal hetzelfde, dus daarom is het in meer of mindere mate, denk ik ook. In de eerste plaats: je zet je volledig in voor je werk. Zo hebben we je gekend. In de tweede plaats: je probeert de belangen van de hele Sliedrechtse gemeenschap te dienen. In de derde plaats: in het politieke spel ben je uiterst correct. In de vierde plaats: je blijft te allen tijde een vriendelijk mens. En ten slotte: je hebt humor en kan daarom ook relativeren. Namens de hele raad van Sliedrecht en ook het college dank ik je voor je inzet en je bijdrage aan de politiek, waardoor je de belangen van de inwoners van Sliedrecht hebt mogen dienen. Het ga je goed. Ik wil je namens de gemeente Sliedrecht een cadeautje overhandigen, en een bloemetje. De heer Van de Ven Meneer de voorzitter, dames en heren; nog even een korte reactie. Ik ben zeer vereerd met deze buitengewoon vriendelijke woorden. Ik ga hier geen lang verhaal houden, want zoals u al zei, voorzitter, eind april is er op nogal uitgebreide wijze afscheid genomen van de periode van 16 jaar wethouderschap en dat heb ik ook op een bijzonder warme manier gewaardeerd. Ik ben hier destijds in 1986 als eenvoudig raadslid binnengekomen; moest toen buitengewoon veel leren en heel veel kennis opdoen. Ik denk dat je na zo’n lange periode kunt stellen dat, hoe meer je wijsheid opdoet, hoe meer je er achter komt dat je weinig weet. En dat betekent dus dat raadslid zijn buitengewoon interessant is, maar dat je nooit moet denken dat je het weet. En denk vooral nooit dat je macht over iets hebt, want dat is naar mijn mening een van de minst goede eigenschappen die je als politicus zou hebben. Maar dat is misschien ook wel een beetje verbonden aan de instelling die ik daar persoonlijk over heb. Ik dank u allen buitengewoon hartelijk voor de zeer plezierige manier van samenwerken die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden. Ik heb inmiddels alweer een aantal nieuwe functies mogen aanvaarden. Er ligt nog een aantal aanvragen bij mij waar ik nog op zal gaan reageren. Mijn buurman heeft me bij mijn afscheid een aantal geraniums gegeven, voor het geval ik er achter zou gaan zitten, maar ze zijn voor zover ik weet ik de tuin terecht gekomen. Ik ben er ook niet de mens naar om thuis te gaan zitten afwachten tot er eens wat gebeurt. Ik zoek het graag op. Ik blijf ook volop in de fractie als fractiemedewerker mijn diensten verlenen: koffie zetten en de vaat afruimen enzovoorts. En zo hoort het ook. Dan dank ik u nogmaals, en laten we maar afspreken dat we er zo meteen nog een borrel op nemen. De voorzitter Hartelijk dank, Remco. Namens de griffier deel ik nog mee dat er morgen Drechtsteden-dinsdagavond is. Degenen die zich nog niet aangemeld hebben, kunnen dat nog doen. U heeft nog 24 uur, ongeveer.
- 152 -
17. SLUITING De voorzitter Dan nodig ik iedereen uit voor een hapje en een drankje hier in de ontmoetingsruimte en kunnen we Remco nog de hand drukken. Ik sluit de raadsvergadering.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 6 december 2010. De griffier,
De waarnemend voorzitter,
A. Overbeek
D. van Meeuwen
- 153 -
GEMEENTERAAD VAN SLIEDRECHT NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING GEHOUDEN OP MAANDAG 8 NOVEMBER 2010
Voorzitter: de heer M.C. Boevée Griffier: de heer A. Overbeek Verslag: mevrouw E. Verveer, bureau Getikt (af tapes)
Aanwezig:
Afwezig: Namens het college:
19 leden: de heer T.C.C. den Braanker, D. van Meeuwen (vanaf 15:20 uur), mevrouw M.J. Bisschop-Roodbeen, de heren L.A. Huijser en M. Visser, mevrouw H.M. Mulder, de heren C.N. de Jager, H.G. Verloop, W.J. Dunsbergen, de heer K. Kuiken, mevrouw G.J. Visser-Schlieker, de heren M. Sneijder, W.H. Blanken, T.W. Pauw, mevrouw C.A. de Bruin, de heren A. van Gameren, J.J. Huisman, mevrouw C.E. Verschoor-Bijderwieden, de heer L. van Rekom
de wethouders J.P. Tanis, J.A. Lavooi en A. de Waard
1. OPENING, LOTING SPREEKVOLGORDE FRACTIES De voorzitter Dames en heren, hartelijk welkom bij de openbare raadsvergadering, in het bijzonder met betrekking tot de begroting 2011, maar met daarnaast nog een aantal benoemingen en een aantal hamerstukken. U heeft allemaal het spoorboekje gelezen waarin de volgorde en ook de tijdsafbakening van de begrotingsvergadering staat om het een en ander duidelijk, maar ook voortvarend te laten verlopen. Vanmiddag vindt een audioverslaglegging plaats. Dat vraagt van ons allen enige alertheid met betrekking tot het gebruik van de microfoon, maar dat is gebruikelijk. Ja, ik moest twee mensen in het bijzonder aankijken. Iemand aan de linkerzijde en iemand aan de rechterzijde. Die zitten ongeveer op dezelfde hoogte, dus dat treft. Ook bij interrupties moet ik er voor zorgdragen dat ik even uw naam vermeld. Dus als u niet te snel bent, dan doe ik het vooraf en als u wat snel bent, dan doe ik het achteraf, maar zo dat het in ieder geval op naam staat. Met betrekking tot de begrotingsbehandeling is de volgorde al bepaald; met betrekking tot de spreekvolgorde van de normale agendapunten zullen we dat nu even gaan regelen. U kunt spreken vanaf het katheder en u wordt geacht zich aan de spreektijd van 15 minuten in de eerste ronde te houden, en dat moet lukken, heb ik al geconstateerd. De heer Van Meeuwen komt later, maar dat is geen probleem, want ik trek niet nummer 19. Ik trek nummer 3 en dat is de heer Huijser. Aan u de eer, in voorkomende gevallen. Het is plezierig om de publieke tribune weer wat meer gevuld te zien dan anders; deels met ambtenaren, maar ook deels met belangstellenden. Hartelijk welkom.
2. SPREEKRECHT BURGERS OVER GEAGENDEERDE ONDERWERPEN Personen die willen inspreken over geagendeerde onderwerpen dienen dit uiterlijk vóór 12.00 uur op de dag van de raadsvergadering aan de griffier te melden. De spreektijd is maximaal 5 minuten per persoon. De voorzitter Met betrekking tot het spreekrecht heeft niemand zich gemeld. 3. VASTSTELLEN AGENDA De voorzitter Met betrekking tot het vaststellen van de agenda: mevrouw Visser. Mevrouw Visser Voorzitter, ik wil voorstellen om de hamerstukken zonder stemverklaring, hamerstukken met stemverklaring voor de begroting te behandelen, zodat als vanavond de begroting gereed is, we ook echt klaar zijn. De voorzitter Ik merk van niemand een negatieve reactie, dus ik ga er maar van uit dat iedereen dat positief honoreert. Dan doen we dat. Dan is hierbij de agenda vastgesteld en gaan we naar het volgende punt.
4. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN 1. Antwoorden van het college op de artikel 44 vragen van de fractie van PRO Sliedrecht over het project Watertorenterrein 2. Vergaderschema van de bijeenkomsten en vergaderingen van de raad in 2011 3. Oprichting NV Drechtwerk en opheffing Gemeenschappelijke Regeling Drechtwerk/statuten en liquidatieplan De voorzitter Onder 1; 2; 3. Aldus gepasseerd.
5A. BENOEMING LID DRECHTRAAD EN TOEKENNING VAN STEMGEWICHT De voorzitter Bij 5.a. hoeven we maar één ding te zeggen naar mijn mening, namelijk dat dit agendapunt aan u ter kennis wordt gebracht met betrekking tot de voordracht van één uwer uit de fractie van de VVD, zodat die ook weer kan functioneren in de Drechtraad. Daar hoeft u verder niets mee. Met betrekking tot het stemgewicht wordt het hierbij ook bepaald, dus ik veronderstel dat u kunt instemmen met het gestelde. Dan is dat gepasseerd en gaan we naar 5.b. tot en met 5.d. De voorzitter Daartoe ligt een stembriefje op uw tafel met het verzoek om dit in te vullen. Met betrekking tot het stembureau betreft dat mevrouw de Bruin, de heer Huijser en de heer Sneijder. Na het invullen van het stembriefje zou ik het op prijs stellen als u met de griffier naar de raadsontmoetingsruimte gaat om een en ander te inventariseren. De heer Sneijder Voorzitter? Ik ben wel onderdeel van 5.c.; ik weet niet of dat helemaal strookt met elkaar. De voorzitter Dan kijk ik even de griffier aan. De griffier De heer Pauw. De voorzitter Dan wordt het de heer Pauw. Aldus. Ik schors de vergadering. SCHORSING
- 156 -
5B. BENOEMING TWEEDE LID VAN DE AGENDACOMMISSIE VAN DE DRECHTRAAD VAN DE GR DRECHTSTEDEN De voorzitter Dames en heren, punt 5.b. Hiertoe is kandidaat de heer Van Gameren, die met 18 stemmen hiertoe is gekozen en benoemd. Of de heer Van Gameren moet zeggen, ik doe het toch maar niet? De heer Van Gameren (microfoon staat uit) De voorzitter Maar uw tweede reactie is positief? De heer Van Gameren Ja, bij nader inzien vind ik het toch een eer. De voorzitter Dank u wel.
5C. BENOEMEN DRIE LEDEN REKENKAMERCOMMISSIE SLIEDRECHT De voorzitter Benoemd hierbij zijn de heren Sneijder, Visser en Van der Plas, allen met 18 stemmen. 5D. BENOEMING VAN EEN SLIEDRECHTS RAADSLID ALS LID VAN HET ALGEMEEN BESTUUR VAN HET NATUUR- EN RECREATIESCHAP DE HOLLANDSCHE BIESBOSCH De voorzitter Kandidaat was de heer Van Rekom die met 18 stemmen hiertoe is benoemd. Dan hebben we de benoemingen hiermee gehad. Ik veronderstel dat de drie leden van de Rekenkamercommissie hun benoeming aanvaarden, en ook het lid van het algemeen bestuur van het Natuur- en Recreatieschap. Dank u wel, heren. Hele constructieve bijeenkomsten van de Rekenkamercommissie en het schap toegewenst. 7. BEHEERSVERORDENING GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS GEMEENTE SLIEDRECHT 2011 EN VERORDENING BEGRAFENISRECHTEN 2011 De voorzitter Dan zijn we toegekomen aan hetgeen mevrouw Visser heeft verzocht, om de hamerstukken aan de orde te stellen voordat we aan de begroting beginnen. Hiertoe besloten. 8. VERORDENING MARKTGELDEN 2011 De voorzitter Hiertoe besloten. 9. INVOERING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT (WABO), CATEGORIEAANWIJZING VAN GEVALLEN WAARIN GEEN ‘VERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN’ VAN DE GEMEENTERAAD IS VEREIST De voorzitter Hiertoe besloten.
Hamerstukken met stemverklaring 10. 5E WIJZIGING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING DRECHTSTEDEN De voorzitter Daartoe heeft u hiermee besloten, of u moet nog een stemverklaring hebben? Niemand? Dan is hiertoe besloten.
6A. ALGEMENE BESCHOUWINGEN 1E EN 2E TERMIJN De spreektijd voor de eerste termijn is per fractie en collegelid vastgesteld op maximaal 15 minuten. Na de eerste termijn wordt een pauze gehouden van ca. 17.30 tot 19.00 uur. De spreektijd voor de tweede termijn is bepaald op maximaal 10 minuten per fractie en collegelid.
- 157 -
De voorzitter We doen het keurig volgens het spoorboekje, waarbij we vaststellen dat het op dit moment 14.50 uur is en dat de eerste termijn ingaat, waarbij de fractie van PRO Sliedrecht hierbij het woord heeft, en ik verzoek mevrouw Visser-Schlieker achter het katheder plaats te nemen. Mevrouw Visser De verwachtingen van PRO Sliedrecht waren zeer hoog gespannen over de eerste begroting van het nieuwe college van Burgemeester en Wethouders aan de hand van de scherper geformuleerde doelstellingen in het coalitieakkoord. Het raadsbesluit van 6 april is helder: een eerste doorkijk van het uitvoeringsprogramma voor het zomerreces 2010 en het definitieve uitvoeringsprogramma aanbieden bij de begroting 2011. Wij stellen vast dat vele afspraken niet terug te vinden zijn in de begroting 2011, en kunnen ons niet voorstellen dat de coalitiepartijen gelukkig zijn met de voorliggende begroting waarin het college het raadsbesluit naast zich neer heeft gelegd, ondanks opmerkingen over afspraken in de auditcommissie. De rol van een raadslid is drieledig. Volksvertegenwoordiger: daar geeft iedereen op zijn eigen wijze invulling aan. Kadersteller: dit is afhankelijk van politieke achtergrond. Controleur: dit is een rol die voor iedereen gelijk moet zijn. Als de kaders juist zijn geformuleerd, is het de taak van het raadslid om de uitvoering van het beleid door het college hieraan te toetsen. De raadsleden van PRO Sliedrecht hebben vastgesteld dat het uitvoeringsprogramma ontbreekt en dat hierdoor onze controlerende rol ernstig wordt geschaad. Wij trekken daarom het initiatief naar ons toe. In de bijlage hebben wij een zo volledig mogelijke opstelling gemaakt met: toezeggingen uit de Begrotingsraad van november 2009, toezeggingen uit het coalitieakkoord, toezeggingen van de portefeuillehouders bij de behandeling van de jaarrekening 2009, toezeggingen van de portefeuillehouders bij de behandeling van de Zomernota 2010, toezeggingen van de actielijst en toezeggingen uit de memorie van antwoord. Iedere partij moet hieraan zijn eigen conclusies verbinden, en wij hebben er voor gekozen om de begroting 2011 te toetsen aan een aantal speerpunten van PRO Sliedrecht. Tijdens de behandeling van het coalitieakkoord heeft de formateur het volgende gezegd over de doorlichting van het jongerenwerk. “De bedoeling van die brede doorlichting zal niet zijn om het jongerenwerk om zeep te helpen, bepaald niet”. Deze uitspraak strookt niet met de aangezegde 20% bezuiniging op de Stichting Open Jeugdwerk. Dit staat ook niet in verhouding tot de geformuleerde uitgangspunten over subsidie in de brede doorlichting. “Dat doe je natuurlijk in overleg met de mensen daar”. Nog een citaat van de formateur. Is overleg hetzelfde als een stichting aanzeggen dat ze moeten fuseren met een andere stichting? In de zomernota is de bezuiniging van 30.000 euro op speelvoorzieningen al aangekondigd; er werd niet bij vermeld dat zelfs renovatie en nieuwe initiatieven onder druk komen. PRO Sliedrecht pleit er voor deze bezuiniging niet door te voeren en zal hiervoor een motie indienen. Bij renovatiewerkzaamheden is al gemeld aan burgers “Het geld is op”, en ook in Baanhoek-West moet er het één en ander gerealiseerd worden. De coalitiepartijen hebben de mond vol van ‘betrouwbaar bestuur’. Is dit een loze kreet geworden ten aanzien van jeugd en jongeren? Herhaling is de kracht van reclame, dus als iets heel belangrijk is voor PRO Sliedrecht blijven we op zaken tamboereren. Vragen en toezeggingen is niet voldoende gebleken, dus eisen wij nu een keiharde garantie betreffende het invoeren van stageplaatsen en leer/werkplekken binnen de gemeentelijke organisatie. De nota graffiti is nog niet tot ons gekomen. Wij verwachten van het college een datum waarop de nota gereed is. Wij gaan ervan uit dat een vaste graffitiplaats in de buurt van de A15 hiervan onderdeel uitmaakt. Op pagina 7 worden de ramingen aangegeven over inwoneraantallen en woonruimten. Wij zijn er teleurgesteld over dat het college nog steeds rekent met groei. Wanneer komt de omslag in denken dat krimp een uitdaging is in plaats van een bedreiging? Wij raden u aan het thema ‘verzilveren’ in ons verkiezingsprogramma er nog eens op na te lezen. PRO Sliedrecht is getriggerd door een bijzin waarin wordt gemeld dat de OZB opbrengsten van bedrijfspanden tegenvalt in verband met de leegstand. Wij willen voor het eind van 2010 een overzicht van de leegstaande panden, zodat de raad met elkaar de discussie aan kan gaan over alternatieve bestemmingen. PRO Sliedrecht denkt hierbij verder dan standaard huisvesting en wil dat alternatieve woonvormen ook in Sliedrecht voet aan de grond krijgen. Om te voorkomen dat van PRO Sliedrecht wordt gezegd dat er financieel inzicht ontbreekt, vestigen wij de aandacht op enkele onderdelen die grote gevolgen hebben voor de begroting 2011. De package deal tussen Zuid-Holland Zuid en het Drechtstedenbestuur is beklonken. De package deal komt dubbel op Sliedrecht terug. Eén keer als lid van Zuid-Holland Zuid,
- 158 -
en nog een keer als één van de zes Drechtsteden. Het wordt door het college genoemd in de risicoparagraaf. Het is geen risico meer; het is een feit. Wij verwachten voor 1 maart een compleet overzicht met de exacte bedragen en de bijbehorende dekking. PRO Sliedrecht kan op dit moment niet anders dan concluderen dat de provincie Zuid-Holland halverwege de wedstrijd de spelregels heeft gewijzigd met betrekking tot Manden Maken. Laat de uitkomst niet zijn dat Sliedrecht uiteindelijk toch netto betaler wordt van de goed gevulde manden van Bandell. Worden het dan toch de virtuele tonnen van Brok? PRO Sliedrecht verwacht van de portefeuillehouder in de regio dat hij de provincie aanspreekt op het zijn van een betrouwbare overheid. PRO Sliedrecht is van mening dat het risico niet bij Sliedrecht thuishoort, maar in de lopende Drechtstedenbegroting. Wij vragen ons ook af wat het realiteitsgehalte van de aangekondigde plannen van het college in de begroting 2011 is. Een voorbeeld. Het college gaat er van uit dat uiterlijk 1 juli 2012 een groot deel van de herinrichtingwerkzaamheden van het Burgemeester Winklerplein is uitgevoerd. PRO Sliedrecht acht dit niet haalbaar, omdat een aantal procedures nog niet eens gestart is. Nog een voorbeeld. Het college onderzoekt nog steeds de komst van een milieustraat, samen met de Waardlanden. PRO Sliedrecht vond in het AD/De Dordtenaar van vrijdag 29 oktober 2010 een aankondiging dat de gemeenten Nieuw-Lekkerland en Molenaarsgraaf gaan samenwerken met Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam en Groot-Ammers. PRO Sliedrecht gaat er daarom van uit dat er een nieuw realistisch plan komt voor de lokale milieustraat en Gemeentewerf. Op dinsdag 2 november 2010 heeft het Drechtstedenbestuur een toelichting gegeven op de 2e Marap, en PRO Sliedrecht is getroffen door de maatregel die werd aangekondigd over het minimabeleid. Wij hebben hiervoor dan ook een motie geschreven. In de begroting voor 2010 is een reorganisatie aangekondigd; deze is doorgeschoven naar 2011. Uit de bijlage blijkt dat er nog 36 toezeggingen van het college openstaan en dat wij nog 14 evaluaties, toegezegd voor 2010 en 2011, in 2011 moeten behandelen. PRO Sliedrecht verwacht van het college dat er een realistische planning wordt gemaakt die aansluit bij de agenda van de raad, zodat wij op een goede wijze onze controlerende taak kunnen uitvoeren. Uit het bovenstaande blijkt dat de huidige organisatie al moeite heeft met de ambities van het college. Hoe denkt u met deze organisatie de uitdagingen voor 2012 en verder (daarmee doelen wij op de bezuinigingen van 3,2 miljoen) het hoofd te bieden? Op 12 oktober jl. heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad namens ons allen heldere woorden gesproken over de Derde Merwedehaven. Wij zijn er nog steeds van overtuigd dat de provincie Zuid-Holland zich meer inzet voor het financiële gewin dan voor de gezondheid van de Sliedrechtse inwoners, als gevolg van de diverse petten van de provincie Zuid-Holland. PRO Sliedrecht zal de komende weken initiatieven ontwikkelen om de Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant te bewegen Sliedrecht in deze provincie onderdak te verlenen. Voorzitter, ik heb nog vijf minuten over. Die kan ik volpraten, maar ik ga toch maar afsluiten. Dat wil ik doen met de woorden die ik vorig jaar uitgesproken heb richting de heer van der Klis: veel beloven en weinig geven, doet een gek in vreugde leven. PRO Sliedrecht gaat ervan uit dat het motto van het college het komende jaar wordt: beloofd is beloofd. Met andere woorden: ga aan de slag met de lijst met openstaande toezeggingen, maak echt werk van de brede doorlichting en pas uw ambtelijk apparaat hierop aan. Daarachter staat een aantal kleine voorstellen voor ombuigingen voor het komende jaar, maar die kan iedereen straks zelf lezen. Ik heb twee moties en een amendement. De bijlage zal ik u overhandigen. De voorzitter Het is goed dat u de motie vast even voorleest. Mevrouw Visser De eerste motie is als volgt. MOTIE MINIMABELEID De raad van de gemeente Sliedrecht, in vergadering bijeen op maandag 8 november 2010 Constaterende dat: - Het Drechtstedenbestuur op dinsdag 2 november 2010 een toelichting heeft gegeven op de 2e Marap
- 159 -
- Het tekort binnen de totale gemeenschappelijke regeling Drechtsteden in 2010 oploopt tot circa 9 miljoen Euro, waarvan 290.000 Euro wordt veroorzaakt door overschrijding op het minimabeleid (3% van het totale tekort) Overwegende dat: - Het Drechtstedenbestuur als maatregel heeft besloten terughoudend te zijn in het reclame maken voor de minimaregelingen. - De overschrijding op het minimabeleid in verhouding marginaal is. - In Sliedrecht altijd is gestreefd naar een maximaal bereik van de minima. Spreekt uit dat: - Er maandelijks een lijst met minimaregelingen wordt gepubliceerd op de gemeentepagina in Het Kompas. - Alle minimaregelingen een prominente plaats krijgen op de website van de gemeente Sliedrecht. En gaat over tot de orde van de dag. PRO Sliedrecht
MOTIE RESERVE SPEELVOORZIENINGEN De raad van de gemeente Sliedrecht, in vergadering bijeen op maandag 8 november 2010. Constaterende dat: - In de begroting voor 2011 een korting van 30.000 Euro wordt doorgevoerd op de storting reserve speelvoorziening. Overwegende dat: - Dit niet in lijn is met de uitspraken in het raadsprogramma - In 2011 ook speelvoorzieningen gerealiseerd moeten worden in Baanhoek-West - De bestaande speelvoorzieningen onderhouden c.q. op verantwoorde wijze gerepareerd of vervangen moeten worden Besluit: - Deze bezuiniging ongedaan te maken - Het college op te dragen hiervoor dekking aan te geven. En gaat over tot de orde van de dag. PRO Sliedrecht
AMENDEMENT behorend bij agendapunt 6b, Programmabegroting 2011 De raad van de gemeente Sliedrecht, in vergadering bijeen op 8 november 2011. Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: In het voorgestelde raadsbesluit wordt de tekst op pagina 29, nummer 5, bij maatregel: - Het accommodatiegerichte jongerenwerk verschuiven naar het ambulante jongerenwerk aangevuld met: - Echter niet alvorens de evaluatie jongerenwerk gereed is, en breed besproken is met de gemeenteraad en alle betrokkenen. PRO Sliedrecht.
- 160 -
Mevrouw Visser Toelichting: zie de uitgesproken tekst in eerste termijn van PRO Sliedrecht. De voorzitter Dank u wel. Dan mag ik nu uitnodigen de heer Den Braanker van de fractie SGP/ChristenUnie. De heer Den Braanker Voorzitter, op voorhand mijn verontschuldiging voor de vreselijke kriebelhoest die ik evenals vorig jaar weer ten deel ben geworden. Voorzitter, geachte raad. Enige tijd geleden las ik een artikel van een Britse socioloog over de gezagscrisis in ons land. Hij noemde dát het grootste probleem van onze tijd. Hij deed daarbij de opmerkelijke uitspraak dat de oplossing van de gezagscrisis niet zit in het dichten van de kloof tussen burgers en politiek. Maar volgens hem moest de afstand tussen burgers en gezaghebbers juist groter worden. Autoriteiten moeten weer verantwoordelijkheid nemen in plaats van alleen maar te luisteren naar de burger. Hoe je ook over zijn oplossing denkt, de uitholling van het gezag is herkenbaar. Ambulancepersoneel dat het moet ontgelden, buschauffeurs die klappen krijgen, leraren die vanwege de Cito-score worden aangeklaagd, patiënten die op hoge toon een recept eisen en bestuurders die voortdurend bekritiseerd worden. Besluitvormingsprocessen kennen vaak jarenlang oponthoud omdat burgers of zelfs overheden dwars liggen. Voor een groot deel hebben bestuurders de gezagscrisis aan zichzelf te danken. In onze samenleving zijn processen op gang gebracht van vernieuwing en democratisering. Burgers kregen meer zeggenschap en de macht werd gedelegeerd, of uitbesteed aan experts en de markt. Deze processen gaan tot op de dag van vandaag gewoon door. Ook wij hebben in het raadsprogramma en in de begroting mooie dingen opgenomen over interactieve beleidsvorming met stukken als ‘we gooien het de inspraak in’. Op zich niet verkeerd, want het is belangrijk dat er naar de burgers geluisterd wordt, maar ook wij zuchten wel eens dat inspraak zonder inzicht leidt tot uitspraak zonder uitzicht. Vanuit een christelijk-staatkundig gezichtspunt zouden we best wel eens de discussie aan willen gaan over de vraag: wat voor overheid willen we eigenlijk zijn? Onze stelling is dat de politiek die zich uitsluitend laat gezeggen door het individu, de markt of zelfs door een bepaalde maatschappelijke moraal, haar ankers kwijtraakt. Wil politiek werkelijk politiek zijn, dan moet ze haar autoriteit niet ontlenen aan iets ‘van beneden’ maar moet ze verwijzen ‘naar boven’, naar een hogere macht. Het is de erkenning dat alle overheidsgezag ten diepste een gegeven gezag is. De Bijbel heeft het over de overheid als een instelling die met gezag bekleed is. De erkenning daarvan moet juist uitgangspunt zijn in ons beleid en bestuur. Dat sluit onze verantwoordelijkheid niet uit, maar juist in. Dat is geen franje of mooie prietpraat, iets voor het slot van een Troonrede, maar van belang voor de alledaagse praktische politiek. Tegen die achtergrond lijkt het ons ook goed om naar de gemeentelijke overheid te kijken. Wat voor overheid willen we zijn de komende jaren, gegeven de moeilijke tijden en omstandigheden? Op een zestal vlakken heeft de fractie dat wat uitgewerkt, waarbij we tevens ook richting willen geven aan het meerjarenbegrotingperspectief. 1. Een daadkrachtige gemeente. Gezien de veranderde omstandigheden en de taken waarvoor de gemeente zich gesteld ziet, dient de gemeentelijke organisatie een aanzienlijke kwaliteitsslag te maken en te worden doorontwikkeld. In onze optiek is dat onafwendbaar. We willen een organisatie die kan voldoen aan de politiek bestuurlijke wensen. Wij gaan graag met u binnenkort in gesprek over de vele nieuwe opties die Sliedrecht in de toekomst hiervoor zou kunnen benutten. Een daadkrachtige gemeente is ook een gemeente met zeggenschap. Een gemeente die zegt wat ze doet en doet wat ze zegt. Aan dat laatste ontbreekt het ons net iets teveel. Zo zien we nog weinig terug van de evaluatie van het Milieubeleidsplan, om maar eens wat te noemen, en van de vervolgplanning rond Sliedrecht 2010 en verder; een besluit uit februari 2010. En ook het ons beloofde uitvoeringsprogramma lijkt achter de horizon te zijn verdwenen. Sinds wanneer wordt het uitvoeringsprogramma afhankelijk gemaakt van de besluitvorming in de auditcommissie? Daarover hebben we een motie die ik zo dadelijk zal voorlezen. 2. Een inventieve en innovatieve gemeente. De bezuinigingsopgave en de daaraan gekoppelde brede doorlichting biedt een uitgelezen kans om te vernieuwen op tal van terreinen. Niet denken in onmogelijkheden, maar in mogelijkheden. Doorlichten betekent in onze optiek ook het toepassen van het principe van zero based budgetting. Ofwel: met nieuwe ogen naar ‘oude’ budgetten kijken. Als je het geld opnieuw zou mogen uitgeven, zou dat dan hetzelfde opleveren? Pas dit concept eens toe op de
- 161 -
te vernieuwen bibliotheek. Misschien levert dit in een brainstormsessie wel nieuwe en andere vormen van dienstverlening op. Het jeugdbeleid wordt bijgesteld naar aanleiding van een eigen evaluatie. Afgezien van de vraag of een eigen evaluatie door de beleidsmedewerker wel wenselijk is, zou je het principe van zero based budgetting ook hier kunnen toepassen. Als je het geld voor de jeugd nu opnieuw zou mogen uitgeven, zou je dan nog dezelfde keuzes maken? Overigens, voorzitter, als er dan toch geëvalueerd moet worden, kom dan niet aanzetten met allerlei dikke nota’s, evaluatierapporten en allerlei bijeenkomsten. Daar zit onze fractie echt niet op te wachten. Wij zien liever een wethouder die inventief is en met vernieuwende ideeën komt met betrekking tot het jongerenbeleid. Die vrijheid om te experimenteren geven wij u graag. Binnen het kader jongerenbeleid van het raadsprogramma is er veel mogelijk. Wij zien in het voorjaar 2011 graag een wethouder terug die met enig gezag zegt: en zo gaan we het doen! Ook de overheveling van de jeugdzorg naar de gemeenten (het regeerakkoord) en de ontwikkeling van het CJG biedt een uitgelezen kans om zaken aan elkaar te knopen. Andere inventieve en innovatieve ideeën zijn natuurlijk ook welkom. In het raadsprogramma staan nog zaken als het inloopspreekuur in de wijk en de buurtcoach; misschien ook iets voor het overleg met de wijkplatforms, binnenkort. De suggestie op de recente bijeenkomst met de politie over het inzetten van een soort formulierenbrigade, zo noem ik het maar even, die ouderen hulp biedt bij het doen van aangifte, spreekt ook ons aan. Ook leerlingenvervoer zouden we op een andere manier kunnen organiseren door bijvoorbeeld ouders veel meer verantwoordelijkheid te geven in de aansturing, of te luisteren naar hun ideeën. 3. De gemeente als stimulator/aanjager. Veel subsidies (zo’n 65) hebben een structureel karakter en zijn vaak tot stand gekomen in een ver verleden. We kunnen ons heel goed voorstellen dat veel van de destijds gemaakte subsidieafspraken wat in de vergetelheid zijn geraakt, ingehaald door de tijd of iets te vanzelfsprekend zijn geworden. De bezuinigingsopgave is een mooi moment om ook alle subsidies eens door te lichten. Daarbij zien wij ook graag een fundamentele discussie tegemoet over de subsidierol van de gemeente. Moet er niet een ommezwaai komen in de subsidiehouding van de gemeente van “zorgen voor” naar “zorgen dat”? Voorbeelden: is er nog subsidie nodig voor het Baggerfestival als blijkt dat het niet doorgaan van dit festival effect heeft en leidt tot nieuwe initiatieven als ‘Sliedrecht bruist’? Kun je de vanzelfsprekendheid van subsidieverleningen er niet uithalen door meer te gaan werken met eenmalige stimuleringssubsidies, die passen binnen vooraf vastgestelde doelstellingen en waarbij ook nieuwe initiatieven, meer dan nu, een kans maken, zoals een subsidieaanvraag voor het bevorderen van de integratie van allochtone groepen? 4. Het speelveld van de overheid. Het zal helder zijn dat privatiseren/commercialisering of het uitbesteden van publieke taken steeds meer in de picture komt. Daarom is het van belang om met elkaar vast te stellen wat voor overheid we willen zijn. Waar willen we zeggenschap over hebben? Moeten we terug naar een oud, wat achterhaald VVD ideaal van een nachtwakersstaat of volstaan we met de huidige taakopvatting? Hoe het Plaatje er ook uit komt te zien, er zijn wel enkele terreinen waar we, gezien het verleden, juist ons stempel op willen drukken. En dat betreft met name de structuur en de inrichting van de openbare ruimte in Sliedrecht. Dat willen we niet uitsluitend overlaten aan projectontwikkelaars en andere belanghebbende partijen. Zo is ons er veel aan gelegen om op het juiste moment mee te praten over bijvoorbeeld de Kerkbuurt, waarvoor we een startnotitie hebben vastgesteld. Het is nu nog wachten op de Staatsliedenbuurt waar we ook graag aan de voorkant mee willen praten; de kaders willen stellen, en niet aan de achterkant tot de ontdekking moeten komen dat alle herinneringen aan bijvoorbeeld het socialistisch gedachtegoed (Talma,Troelstra) op de schop zijn gegaan. Ook hiervoor hebben wij een motie. 5. De inzet van gemeentelijke middelen. Voorzitter, wat opvalt is natuurlijk de volstrekt lege pagina waar het gaat over nieuw beleid (overzicht A op blz. 112). Ik weet niet meer of ik dat ooit eerder heb meegemaakt. Het geeft de indruk dat de gemeente meer op de winkel past en vrij ambitieloos het jaar 2011 ingaat. Ik hoop het natuurlijk mis te hebben en u moet maar reageren, maar een trendmatige verhoging van de OZB met 1,5% doet vermoeden dat u niet meer wilt doen dan u moet doen. Het spaarpotje van de gemeente wordt alleen gevoed met het begrotingsoverschot van € 128.000,-. Dat is bepaald geen vetpot. Ik lees ook nergens dat er gespaard wordt voor de mogelijk te honoreren projecten (bijlage C, blz. 116). Wat ons betreft zou u, vooruitlopend op de Brede Doorlichting, alvast kunnen kijken of er op de volgende posten wat te besparen valt.
- 162 -
• Schoolbegeleiding (€ 66.000,00) • Cultuurbeleid (€ 180.000,00) • Stichting Sportraad Sliedrecht (€ 19.000,00) • Ontwikkeling Brede School Baanhoek-West (€ 5,8 miljoen) Deze laatste post is ook een handvat of een drukmiddel om zo snel mogelijk te komen met een goede en betaalbare oplossing voor het huisvesten van leerlingen in Baanhoek-West/Anne de Vrieslocatie. Mogen wij rekenen op enige voortvarendheid? 6. De gemeente als bewaker, over zorg en kwaliteit. Een artikel in Binnenlands Bestuur van 15 oktober jongstleden trok mijn aandacht. De titel luidde: Graffiti leidt tot rommel, leidt tot diefstal, leidt tot…..Volgens de psycholoog Kees Keizer zijn er lessen te leren uit zijn promotieonderzoek. Zijn stelling: een vervuilde omgeving leidt tot normoverschrijdend gedrag. Dat is gebleken uit zijn veldexperiment in Groningen. Als je een omgeving creëert die uitstraalt dat mensen zich aan de regels houden, dan houden mensen zich ook beter aan de regels. Vanuit dat oogpunt zou onze fractie u willen vragen om nog eens goed te kijken naar de uitgaven aan beheer en onderhoud van de openbare ruimte en de rol van de wijkplatforms in die openbare ruimte. Waar wij als fractie in ieder geval in dit verband aandacht voor willen vragen is het drankmisbruik, de gevolgen daarvan en het lage oplossingspercentage van fietsendiefstal (ik dacht 8,1%). Misschien zegt de politie wel: wij besteden onze aandacht aan belangrijkere zaken, maar hier begint het dus: fietsendiefstal leidt tot fietsendiefstal, leidt tot…. Wij hebben ook onze zorgen over de ongetwijfeld teruglopende politiezorg ten gevolge van de naderende reorganisatie en afvloeiing van personeel. Aan de andere kant lezen we in de begroting dat Sliedrecht in Drechtsteden Noord-verband toezichtcapaciteit afneemt van Papendrecht. Er vindt inhuur op urenbasis plaats, zodat we meer itemgericht BOA’s kunnen inzetten. Nu weet ik niet of dat al een feit is, maar in het raadsprogramma staat letterlijk dat u vóór de zomer 2010 met voorstellen komt voor uitbreiding van het aantal BOA’s. Tevens wordt aangedrongen op meer politietoezicht op straat en bij scholen. Misschien heb ik wat gemist, maar onze fractie ziet wel graag een terugkoppeling van deze zaken tegemoet. De overheid heeft ook een belangrijke zorgtaak. Juist waar een SDD onder druk komt te staan door bezuinigingen, moet er oog zijn voor mensen die door omstandigheden in een noodsituatie terechtkomen. Daar past maatwerk bij en een goede en blijvende communicatie richting de hulpbehoevende burger over allerlei regelingen waar ze recht op hebben. In regioverband heeft de portefeuillehouder Dion van Steensel letterlijk geroepen dat er nog een wereld te winnen is waar het gaat over het helpen van uitkeringsgerechtigden aan betaald werk door reintegratiebedrijven. Hij gebruikte forse woorden, en wat ons betreft heeft hij een punt. Wij zien dan ook graag de forse woorden van de portefeuillehouder vertaald in een concreet plan van aanpak. Tenslotte, voorzitter, vragen we ook aandacht voor de woonruimteverdeling van woningcorporaties en het bouwprogramma, waarbij we verwijzen naar de brief van Tablis Wonen. Komt u hier nog op terug? Afsluitend. Het motto van het nieuw aangetreden kabinet is vrijheid en verantwoordelijkheid. Niet helemaal helder is wat het kabinet precies verstaat onder vrijheid. Als elk individu drager wordt van zijn eigen normen en waarden, dan ligt het uiteenvallen en de ontwrichting van de samenleving voor de hand. Die kant moet het dus niet op. Wij zien liever een college/raad aan het werk dat zich met een breed gedragen overtuiging inzet voor de Sliedrechtse bevolking, zodat ons motto bewaarheid wordt: ‘Sliedrecht voor elkaar’. Wij wensen u als college, maar ook u als raad, daarbij Gods zegen toe. De voorzitter Dank u wel. Een tweetal moties; die gaat u nu voorlezen? De heer Den Braanker Ja. MOTIE UITVOERINGSPROGRAMMA De raad van de gemeente Sliedrecht, in vergadering bijeen op maandag 8 november 2010. Verwijzend naar het raadsprogramma Sliedrecht Meer Waard van 6 april 2010; Verwijzend naar de uitspraak van het college van B&W in de opiniërende raadsbijeenkomst van 7 juni 3020;
- 163 -
Kennis te hebben genomen van de memorie van antwoord, behorende bij de programmabegroting 2011 Overwegende dat: - In het betreffende raadsprogramma staat dat het uitvoeringsprogramma gelijktijdig met de programmabegroting 2011 aan de gemeenteraad wordt aangeboden - het raadsprogramma aangeeft dat het hier gaat om een operationeel programma met financiële en planningstechnische paragrafen - er uitspraken gedaan zijn door het college dat het raadsprogramma nog niet scherp genoeg is geformuleerd en daarom verbetering behoeft. - het college heeft toegezegd dat dit gaat gebeuren. - in de memorie van antwoord de vraag naar het uitblijven van het uitvoeringsprogramma niet afdoende is beantwoord. Draagt het college op: - alsnog voor het einde van dit kalenderjaar, doch uiterlijk in januari 2011 het betreffende uitvoeringsprogramma als afzonderlijk document voor te leggen aan de gemeenteraad En gaat over tot de orde van de dag. De fractie van de SGP/ChristenUnie
MOTIE STAATSLIEDENBUURT De raad van de gemeente Sliedrecht, in vergadering bijeen op maandag 8 november 2010. Gehoord en gelezen hebbende dat de Staatsliedenbuurt al langer onderwerp van publieke discussie is (zie bijvoorbeeld de mediaberichten van 20 oktober 2009) Overwegende dat: - in het raadsprogramma Sliedrecht Meer Waard staat dat voor een aantal gebieden in Sliedrecht een dorpsvernieuwingsplan wordt opgesteld - de raad een belangrijke kaderstellende taak heeft op het terrein van de Ruimtelijke Ordening - de raad daarom ook vroegtijdig betrokken wil worden bij eventuele plannen voor de Staatsliedenbuurt Draagt het college op: - om de raad zo spoedig mogelijk in de gelegenheid te stellen mee te praten, danwel te betrekken bij de ideevorming voor de Staatsliedenbuurt En gaat over tot de orde van de dag. De fractie van de SGP/ChristenUnie. (de heer Van Meeuwen is inmiddels aanwezig) De voorzitter Dank u wel. Meneer Van Rekom vanuit de VVD; aan u het woord. De heer Van Rekom Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, voor het eerst sinds jaren heeft de VVD een programmabegroting mogen bestuderen zonder daar zelf vanuit het college een bijdrage aan geleverd te hebben. De begroting voor 2011 sluit positief en er wordt € 0,9 miljoen bezuinigd. De komende jaren zullen de bezuinigingen worden opgeschroefd tot € 4 miljoen per jaar. Wat de VVD betreft mag, nee, moet het allemaal een stuk voortvarender. De eerste tegenvallers in de begroting zijn inmiddels
- 164 -
bekend: extra kosten voor Sliedrecht ten aanzien van de regio Zuid-Holland Zuid, meerkosten ICT programma IP&A. Wat komt er nog meer aan? Hogere kosten Biesbosch? Meer bijstandsuitkeringen, zoals u zelf al lijkt te verwachten? Het positieve saldo op de begroting 2011 lijkt al negatief te worden voordat het jaar begonnen is. De hoogste tijd voor maatregelen; maatregelen die er toe doen en waarmee Sliedrecht weer op de kaart wordt gezet. De inzet van de brede doorlichting is voor de VVD niet voortvarend en concreet genoeg. De doorlichting zou een structureel proces moeten zijn, niet een eenmalige actie. Zoals bekend is de VVD voorstander van een efficiënt geleide gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. We moeten echter constateren dat de Sociale Dienst Drechtsteden volgens de voorzitter van de bestuurscommissie SDD maar wat aanrommelt, de regio Zuid-Holland Zuid de kosten niet in de hand houdt en het SCD tegen onaanvaardbare ICT tarieven werkt. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. De Drechtsteden dreigt een bestuurlijke moloch te worden die financieel onbeheersbaar is geworden. De ambities van de Drechtsteden zijn absoluut te prijzen, maar wat ons betreft: eerst orde in de chaos, dan verder ontwikkelen. De VVD zal hierna per programmapunt een aantal dringende suggesties doen om de gemeente Sliedrecht klein en slagvaardig te maken en daarnaast vooral financieel én sociaal gezond te houden. Bestuur en Dienstverlening. We constateren zoals gezegd bij de IP&A, de ICT doorbelasting vanuit het SCD, een lastenstijging van € 4,21 naar € 6,55 per inwoner. Waarom ook hier niet de taakstelling: organiseer het maar zonder lastenstijging? Ook hier moet gelden: met minder mensen meer doen. De VVD wenst een taakstellende besparing, onder verwijzing naar het amendement dat na deze algemene beschouwingen zal worden ingediend. De VVD staat open voor een samenwerking met HardinxveldGiessendam. Zijn daar al vorderingen in gemaakt? U heeft allen onlangs in het AD kunnen lezen dat de gemeente Hardinxveld-Giessendam inmiddels heeft aangegeven samenwerking met Sliedrecht te willen. Nou, als wij dat dan ook gaan doen, dan zijn we al een heel eind. Voor de voorbereiding van nieuwe projecten en producten is ruim € 215.000 begroot. Dit betreft enkel ambtelijke kosten. De noodzaak voor deze kosten ontgaat ons volledig. Laten we eerst maar eens afmaken waar we mee begonnen zijn. De VVD is dan ook niet akkoord, onder verwijzing naar eerder genoemd amendement. Openbare orde en veiligheid. Bij het thema Veiligheidsbeleid staat een subdoelstelling vermeld van het aanpakken van (jeugdige) veelplegers. Daartoe is een zogenaamd Veiligheidshuis ingesteld met de volgende deelnemers: Politie, Raad van de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg, Halt, Reclassering, Bouman GGZ, Leger des Heils, penitentiaire inrichting, Bureau Leerplicht, gemeenten en Openbaar Ministerie. Elf deelnemers dus. Het lijkt ons volstrekt onmogelijk om een effectieve aanpak voor veelplegers te realiseren met zoveel instanties. Dit moet een enorme afstemming en coördinatie met zich meebrengen. De VVD vraagt zich af of dit nu echt niet anders kan. Veel overleg plegen voor veelplegers helpt wat ons betreft niet. De VVD is er voorstander van dat de gemeente zo dicht mogelijk bij de burgers staat. Het onder het thema “Sociale cohesie en leefomgeving” genoemde wijkgericht werken-project kan daartoe een middel zijn, maar wij willen ervoor waken dat dit initiatief toch vooral een zaak is voor de wijk zelf en niet alleen omdat de gemeente dit zo graag wil. Laat het wijkgericht werken niet verworden tot zeikgericht werken! Een beetje minder mag zeker wel, en niet zoals wordt voorgesteld, nog meer. Jeugd en Onderwijs. Bij het thema ”Integraal Jeugdbeleid” vragen wij ons af of het nog echt noodzakelijk is een Home Start aan te houden. Sterker nog, we zijn een aantal jaren geleden begonnen met een budget van € 3.000 en we gaan nu weer meer betalen, tot maar liefst bijna € 46.000,-, doordat de provincie geen subsidie meer verstrekt. Dit kan volgens de VVD toch geheel integreren in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)? Waarom zou de gemeente Home Start nog financieren als zelfs de provincie daar het nut niet meer van inziet? De VVD gaat niet akkoord, onder verwijzing naar het al eerder genoemde amendement. Cultuur, Sport en Recreatie. Het bibliotheekwerk is een aanzienlijke structurele kostenpost. Met het oog op de nabije toekomst van de bibliotheek in Sliedrecht rijst de vraag of deze voorziening moderner of zelfs digitaal zou kunnen worden ontwikkeld. Laten we eens onderzoeken of samengaan met Hardinxveld-Giessendam een optie is. Hiermee creëren we wellicht een gelegenheid om een heel moderne bibliotheek te ontwikkelen waarmee we nog vele jaren verder kunnen. De VVD is groot voorstander van een sportend Sliedrecht. Sport verbroedert, houdt jongeren van de straat en is goed voor de sociale binding in Sliedrecht. Sliedrecht Sport, die met het dames volleybalteam in de hoogste competitie van Nederland speelt, is
- 165 -
een goed visitekaartje voor de gemeente Sliedrecht. De sportsubsidies hoeven van ons dan ook niet verlaagd te worden. Wat ons wel zorgen baart, is het grote exploitatietekort van 0,6 miljoen van Optisport ten behoeve van de exploitatie van het bronbad de Lockhorst. We rekenen erop dat de brede doorlichting leidt tot een substantiële reductie van het tekort. Werk, inkomen, zorg en welzijn. Dit programma is qua uitgaven veruit het grootste programma, € 15,5 miljoen op € 50 miljoen. (30%). Dat ruim € 10 miljoen wordt gedekt door het rijk, betekent niet dat we niet kritisch moeten zijn op de uitgaven. Het thema Werk en Ondernemerschap is voor de VVD een belangrijk thema, vooral het ondernemerschap. Als we dan moeten constateren dat het aantal bedrijfsvestigingen de komende jaren onveranderd blijft, zijnde 971, dan getuigt dit niet van enige ambitie; niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief. De VVD mist een proactief beleid om bedrijven in Sliedrecht te houden en nieuwe bedrijven naar Sliedrecht te halen. Wat doen het college en ROM-D hieraan? Bedrijven moeten de motor zijn van de Sliedrechtse economie. We zijn content met de visies die nu worden ontwikkeld voor de Woonboulevard en de Kerkbuurt, maar het is niet genoeg als de bedrijvigheid en de kwaliteit van het vestigingsklimaat in Sliedrecht niet toeneemt. De VVD wenst dat er extra aandacht komt voor ondernemerschap in Sliedrecht. Ook hier verwijzen we naar het amendement. Als het gaat om het project het Plaatje, heeft de VVD al eerder aangegeven geen heil te zien in de huidige rol van de gemeente Sliedrecht. Stop met geld verbranden en laat het aan de betrokken ondernemers zelf over, voor zover deze er nog trek in hebben. Laten we er van uitgaan dat de raad eindelijk eens vaart gaat zetten bij de realisatie van het Burgemeester Winklerplein. Hiermee wordt een kwaliteitsimpuls gegeven aan het centrum van Sliedrecht. Dan nu Zorg en Welzijn. De VVD is tegen betutteling en vóór eigen verantwoordelijkheid. De huidige economische crisis vraagt om sociale en financiële aandacht voor mensen die het echt nodig hebben. De VVD hecht eraan dat de kwaliteit van zorg in stand blijft, maar genoeg is wel genoeg. Als je als doelstelling formuleert dat meer mensen uit de doelgroepen gebruik moeten maken van het kwijtscheldingsbeleid voor de minima, gaat dat wat de VVD betreft te ver. Loopt u als college hiermee niet al te ver voor de muziek uit? Het thema Zorg is momenteel zeer actueel. De al eerder genoemde voorzitter van de bestuurscommissie van de SDD vindt dat er binnen de SDD maar wat wordt aangerommeld. De Sociale Dienst van de Hoeksche Waard gaat een onderzoek instellen naar de doelmatigheid van haar sociale dienst. Kijk ook eens naar Spijkenisse; daar moet je als uitkeringsgerechtigde 20 uur per week de plantsoenen reinigen, bij wijze van spreken. Een tegenprestatie verlangen in ruil voor een uitkering spreekt de VVD erg aan. Wij zien in ieder geval dat alle betrokken organisaties over elkaar heen rollen ten koste van de zorg. De kwaliteit van de zorg mag van ons niet omlaag; daarom pleiten we er voor om eerst de bezem te halen door organisaties als RIVAS en GGD. En ja, ook door ons eigen gemeentelijk apparaat, met als doel om een ferm halt toe te roepen aan het eeuwigdurend coördineren en overleg in de zorg. Wij willen meer mensen in de uitvoering. De RIVAS en GGD lijken meer managers te hebben dan uitvoerende medewerkers. Verkeer en Vervoer. Met de komst van de Merwede-Lingelijn krijgt Sliedrecht een kwartierfrequentie om te kunnen reizen. De Waterbus heeft nu al minder passagiers; dat zal met de komst van de Merwede-Lingelijn nog minder worden. De VVD pleit er voor om na realisatie van de Merwede-Lingelijn de Waterbus te toetsen op het nog hebben van een bestaansrecht, als deze lijn in bedrijf is. Tenslotte. Om Sliedrecht goed bereikbaar te houden is de VVD voorstander van verbreding van de A15. Ruimtelijke ordening en milieu. Ten aanzien van het thema Milieu houdt de VVD onverkort vast aan vervroegde sluiting van de Derde Merwedehaven, waarbij het storten van asbest wat ons betreft per direct moet worden gestaakt. Koste wat het kost, in het belang van de gezondheid van de Sliedrechter. Wonen. Een onlangs uitgebracht rapport van de Rabobank over de bevolkingskrimp in Nederland en de effecten daarvan op de woningmarkt lijkt ook de Drechtsteden in de toekomst fors te raken. Scenario’s van 20% prijsdaling van woningen in de Drechtsteden worden veroorzaakt door een drietal factoren. 1. Autonome bevolkingskrimp; 2. De woningvoorraad is meer dan genoeg in de Drechtsteden; 3. Ten opzichte van andere regio’s een slechter economisch klimaat in de Drechtsteden. Dit scenario van de Rabobank moet ons toch wel tot nadenken zetten. Immers, door projecten als het Burgemeester Winklerplein, het Watertorenterrein en Baanhoek West komen er in de komende jaren nog eens zo’n 600 woningen bij. Gezien de nu al forse leegstand van woningen in Sliedrecht hecht de VVD eraan dat de kwaliteit van
- 166 -
wonen prioriteit krijgt boven de kwantiteit. Sliedrecht moet geen spookdorp worden, maar een dorp waar het goed toeven is voor iedereen. Financiën en organisatie. Zoals bekend is de VVD geen voorstander van verhoging van de OZB, behalve een normale inflatiecorrectie. Daar kunnen we kort over zijn. Als het gaat om de verwachte korting op de algemene uitkering van het Rijk zijn wij ons ervan bewust dat bezuinigingen onvermijdelijk zijn. De VVD wil eerst snijden in eigen vlees, voordat we de burger gaan lastigvallen met bezuinigingen. We zijn dan ook verheugd dat het college een omvorming van de gemeente Sliedrecht in gang zet, die moet leiden tot een meer eigentijdse organisatie. Daarbij denkt het college aan een besparing van €1,5 miljoen op personeelsuitgaven over 5 jaar. De totale organisatiekosten bedragen circa € 19,5 miljoen in 2011; een besparing dus van nog geen 10%. Wat de VVD betreft moet het met een slank gemeentelijk apparaat mogelijk zijn meer te besparen dan 10%; niet alleen op personeel, maar op de totale organisatiekosten. Tenslotte zes ideeën voor verantwoord bezuinigen. Pijnloos bezuinigen kan niet. Maar durf wel te kiezen. Bezuinig niet op de koffiejuffrouw, maar pak de grote bedragen aan. Streef naar efficiëntie in je voorzieningen. Mensen die hulp nodig hebben, zijn niet op zoek naar loketten, maar naar antwoorden. Sturing moet gericht zijn op doelen en resultaten, niet op de methode. Snij in de bureaucratie. Het controleapparaat en de parafencultuur kost veel geld. Bureaucratie gaat uit van wantrouwen in de professionals. Uitgaan van vertrouwen is een betere basis voor resultaat. Controleer via steekproeven en formuleer een stevig likop-stukbeleid wanneer onregelmatigheden worden geconstateerd. Durf te investeren. De grootste bedreiging bij bezuinigen is de focus op het bestaande. Blijf investeren in de infrastructuur en voorzieningen die tot de basis van een gemeentelijke overheid behoren, zoals een eigen huisvuilophaaldienst met aanverwante taken. Een milieupark of een afvalbrengstation met een goede bereikbaarheid is zo’n basisvoorziening. Kijk en denk vooruit. Bezuinig niet iets weg waardoor er een probleem ontstaat. Het over de schutting gooien van een probleem of het probleem in de regio dumpen helpt niet; het komt als een boemerang terug. Er komen ook weer economisch betere tijden. Wees een gedegen bestuur in plaats van een trendy bestuur. Laat u niet leiden of verleiden door richtinggevende organisatiebureaus die een overzichtelijke gemeentelijke organisatie als de Sliedrechtse op een academische wijze in verwarring kunnen brengen. Vermijdt deze extatische dans om de totem van onbenul. Ter afsluiting van onze algemene beschouwingen nog het volgende. De VVD kent een lange traditie van verantwoordelijkheid nemen, durven keuzes te maken en waarschuwen waar het moet. De VVD wil dat Sliedrecht financieel gezond blijft en in dat licht bezien zal de VVD meedenken met het college om Sliedrecht sterker uit deze crisis te laten komen. De VVD zal dan ook een constructieve bijdrage als uitgangpunt nemen de komende jaren; daar kunt u ons aan houden. Wij wensen u veel succes bij de grote uitdaging die ons allen te wachten staat. De voorzitter Dank u wel. U heeft nog een amendement. De heer Van Rekom Ik zal het voorlezen. AMENDEMENT De raad van de gemeente Sliedrecht, in vergadering bijeen op 8 november 2011. Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: In het voorgestelde raadsbesluit bij het besluitpunt de programmapunten vast te stellen, inclusief de voor 2011 vermelde investeringen, te vervangen door de navolgende tekst: - De programmabegroting 2011, sluitend op een overschot van € 128.974 te wijzigen in een overschot van € 362.906 door de volgende mutaties aan te brengen:
- 167 -
- integratie van Home Start in CJG: een besparing van € 45.965.- een taakstellende begroting op het ICT IP&A van € 20.000,- schrappen voorbereiding nieuwe projecten en producten; besparing € 217.967.- een extra uitgavenpost stimulering ondernemersvestigingsklimaat van € 50.000,- (extra aandacht besteden aan het goed onderhouden van de bedrijventerreinen en promotiekosten voor het beter op de kaart zetten van Sliedrecht als vestigingsplaats) De fractie van de VVD. De voorzitter Dank u wel. Mag ik de heer Van Gameren uitnodigen om plaats te nemen en het woord te voeren namens de PvdA? De heer Van Gameren Geachte raadsleden, collega’s, college. In de pers werd deze begroting een tamme begroting genoemd. Dat doet mijns inziens geen recht aan de grote bezuinigingen waar we voor staan en die al gedeeltelijk ter sprake gekomen zijn. In totaal moet er tot en met 2014 zo’n 4 miljoen euro structureel bezuinigd worden. Zoals afgesproken bij de Zomernota neemt deze begroting daarvan al zo’n kwart voor zijn rekening. Dat lijkt inderdaad te kunnen zonder spectaculaire maatregelen en wellicht scherpe maatregelen. Vandaar dat mijn algemene beschouwing wat meer gaat over de toekomst dan over de voorliggende begroting. Dat laat echter onverlet dat we ons grote zorgen maken over de toekomst. Heel veel mensen ondervinden de gevolgen van de crisis. Voor hun baan, de pensioenen, voor de huren, noem maar op. De crisis lijkt te worden gebruikt en zelfs misbruikt, hoor ik van de VVD, om in allerlei zaken te kappen. Zie de nieuwe richtlijn van deze rechtse regering voor de sociale huurwoningen. Straks zullen honderdduizenden onder en rond modaal niet meer in aanmerking komen voor sociale huurwoningen. De Partij van de Arbeid zal zich daartegen verzetten en zich op lokaal niveau beraden of hier iets aan gedaan kan worden. Hetzelfde geldt voor de kortingen op de sociale uitkeringen, de thuiszorg en bijzondere bijstand. De Partij van de Arbeid wil er alles aan doen om het minimabeleid overeind te houden. Daar denken partijen blijkbaar anders over, hoor ik net. Dat zullen we vooral in regionaal verband moeten gaan bevechten, begrijp ik nu. Ook noemen we het verenigingsleven. Zo liggen er bijvoorbeeld nog steeds accommodatieknelpunten, zoals de Stoep en de voetbal. De Partij van de Arbeid wil en zal zich sterk maken voor blijvende ondersteuning van het verenigingsleven en dus ook voor deze projecten. In de komende jaren zullen wellicht stevige politieke discussies onvermijdelijk zijn over de vraag hoe de mensen die het hardst worden getroffen kunnen worden geholpen, en waarbij zij nog op ons, op deze raad, kunnen rekenen. De Partij van de Arbeid heeft zijn wortels niet voor niets in een visie waarin wordt gestreden voor rechtvaardigheid en solidariteit, en wil zich er niet vanaf maken met de opvatting dat consequenties van het landelijk beleid ons niet aangaan. Dan lokaal. Er moet zoals gezegd tot en met 2014 nog zo’n € 3 miljoen verder worden bezuinigd. Wij zijn er blij mee dat in het raadsprogramma met betrekking tot eventueel nog te vinden nieuw beleid en met betrekking tot de bezuinigingen goede afspraken zijn gemaakt. Daar zijn we, nogmaals, blij mee. Waar het gaat om bezuinigingen staat er: “de volgende voorzieningen worden zoveel mogelijk ontzien bij bezuinigingen: minimaregelingen en kwijtscheldingsregelingen, voorzieningen voor de ontwikkeling van kinderen en voor mensen met een beperking en het verenigingsleven van Sliedrecht.” De PvdA vindt deze passage, zoals hiervoor al benadrukt, nog steeds van groot belang. En het is, zo hopen we, ook een toetssteen voor de voorstellen van het college. Over de OZB is het raadsprogramma helder: alleen bij zwaarwegende overwegingen en wellicht voor nieuw beleid. Dat willen wij afwegen en daar houden wij ons aan. Al met al stemt dit de fractie van de PvdA, onverlet de voorliggende uitdagingen, tot gematigde tevredenheid. Dat geldt ook voor de financiële positie in totaliteit, en die van het weerstandsvermogen in het bijzonder. Wij zijn blij dat die doorlichting er nu is. Wij gaan ervan uit dat die regelmatig gaat worden geactualiseerd en dat er wordt gerapporteerd, bijvoorbeeld bij de Zomernota en uiteraard in de nog komende begrotingen van 2012 en verder, zodanig dat besluiten over grote projecten in samenhang en met meer vertrouwen kunnen worden genomen. Bijzondere aandacht vraagt mijn fractie ook voor de grote bedragen die we betalen aan de gemeenschappelijke regelingen. Er komen extra rijkskortingen op de Sociale Dienst Drechtsteden en er zijn tekorten bij de Gemeenschappelijke Regeling Zuid-Holland
- 168 -
Zuid en met name bij de Milieudienst. De vraag is of er op oplossingen voor die tegenvallers, vooral bij die gemeenschappelijke regelingen zelf, al enig zicht is. Ik stel die vraag mede in het licht van de bezuinigingstaakstelling die wij opleggen aan die gemeenschappelijke regelingen. In de opiniërende raadsbijeenkomst op 25 oktober zei het college dat zij die taakstelling in alle besturen van die regelingen hebben verwoord en uitgesproken. Onze zorg is: hoe tijdig kunnen en zullen zij hun uitgaven naar beneden bijstellen, zodat wij minder hoeven te gaan betalen? En is het wellicht een idee om de betreffende gemeenteraden met een gezamenlijke brief deze oproep nog eens extra te laten ondersteunen? Wij zijn blij met de inspanningen die wethouder Tanis van Sliedrecht en wethouder De Vries van Zwijndrecht zich getroosten om orde op zaken te stellen rond de financiën van de Drechtsteden en de regelingen Zuid-Holland Zuid. Wij hebben daar grote waardering voor. Maar helaas moeten we nog steeds forse extra bedragen beschikbaar stellen voor regionale diensten. En het eind is blijkbaar nog niet in zicht. Het functioneren van de regiodiensten, zoals de Milieudienst, dient naar de mening van de PvdA véél kritischer te worden gevolgd. Niet alleen financieel, maar vooral ook inhoudelijk. Niet klakkeloos als bestuur accepteren wat topambtenaren en adviesbureaus voorstellen, zoals de afgelopen jaren teveel is gebeurd, maar luisteren naar de mensen op de werkvloer, werkend in de weerbarstige dagelijkse praktijk. Deze mensen moeten weer zeggenschap krijgen. Onze vraag is of, naast de evaluatie binnen de gemeenschappelijke regeling zelf, het college ook het functioneren van de dienstverlening tussen Sliedrecht en bijvoorbeeld de dochters van de gemeenschappelijke regeling, bijvoorbeeld het Shared Service Centrum wil toetsen en evalueren. En er is ook werk aan de winkel, getuige de lijst met mogelijk te honoreren projecten. Er staat daar dat we t.z.t. voorstellen met een financiële onderbouwing krijgen. Jammer genoeg missen we een indicatie wanneer die voorstellen komen. Ik aarzel met de vraag of ze dit allemaal zijn, in de wetenschap dat nieuwe toevoegen alleen maar tot meer teleurstelling kan leiden. De fractie van de Partij van de Arbeid roept wel het college op om bij het maken en uitwerken van die plannen, in het licht van de beperkte middelen, creatief en slim te zijn. Ik bedoel dat niet als open deur. En vooral ook alternatieven, anders dan we tot nu hebben bedacht, daarbij niet te schuwen. Overigens gaat er gelukkig ook veel goed. We kunnen nog altijd trots zijn op hoe Sliedrecht reilt en zeilt en eruit ziet. Maar ook op nieuwe dingen die nog worden gerealiseerd. Ik noem de woningbouw die nog steeds voortgaat, zij het in een wat langzamer tempo, de realisering van het Station Baanhoek-west, de servicelijn voor klachten van bewoners, de inspanningen om Sliedrecht schoon en veilig te houden en de realisering van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Allemaal zaken die niet sneuvelen nu het minder gaat. Ook voor wat betreft milieu zullen we slim en creatief moeten zijn om daarvan toch nog iets te realiseren. En niet altijd hoeft dat geld te kosten. Mijn fractiegenoot, Connie de Bruin maakt zich regelmatig druk over een aantal milieuzaken, zoals recent nog over het dimmen van het licht in Sliedrecht. Zij komt in tweede termijn nog op terug op het milieu en zal daarbij een motie indienen. Bij deze is die in ieder geval aangekondigd. En tenslotte, en daar wil ik mee eindigen: hier en daar is al enig economisch herstel te zien. Of dat effecten heeft op de financiën van de gemeenten mag dan later blijken: de PvdA heeft in ieder geval blijvend vertrouwen in een goede toekomst voor Sliedrecht, die wat ons betreft niet alleen afgemeten hoeft te worden in geld, zoals een begroting zou doen geloven. Ik zal de motie voorlezen. MOTIE VERLICHTING De raad van de gemeente Sliedrecht, in vergadering bijeen op 8 november 2011. Overwegende dat: - Milieu en Duurzaamheid speerpunten zijn in het raadsprogramma - dat jaarlijks een Milieu-uitvoeringsprogramma, voortvloeiend uit het Milieubeleidsplan uitgevoerd dient te worden - dat de gemeente Sliedrecht een klimaatbestendige en energieneutrale gemeente wil worden en graag haar steentje bijdraagt aan activiteiten om het energieverbruik te verminderen; - dat besparen op energie vele doelen dient;
- 169 -
- dat het eenmaal doven van de verlichting tijdens de Nacht van de Nacht een goede stap is, maar nog geen structurele oplossing voor de toenemende lichthinder; - dat steeds meer provincies en gemeenten overgaan tot het nemen van structurele maatregelen en ook dat het structureel doven van bepaalde verlichting geen investering vergt. Roept het college op te besluiten: - structureel om middernacht het licht van het Raadhuis, de kerktoren en van het Gemeentekantoor te doven. - de jaarlijkse besparing van ongeveer 1.000 euro te storten in de algemene reserve. - te bevorderen dat organisaties, bedrijven en instellingen ook dergelijke maatregelen nemen - de sociale verkeersveiligheid door middel van verlichting te waarborgen. En gaat over tot de orde van de dag. Ondertekend door de PvdA, SGP/ChristenUnie en CDA. De voorzitter Dank u wel. Dan zijn aan de orde de algemene beschouwingen van de fractie van het CDA, de heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, dames en heren, weet u wat een optimist is? Dat is iemand die, als de vijfde preek begint, denkt: nu al? Dat is een optimist. Dat optimisme wil ik ook uitstralen in mijn algemene beschouwingen, ook al begin ik wat droef. Want helaas hebben we moeten constateren dat door extreme zelfverrijking een mondiaal financieel monster is ontstaan. Met zijn staart heeft het ook ons land een flinke tik gegeven. Een egoïstische houding die haaks staat op een kernwaarde van het CDA, namelijk rentmeesterschap. Rentmeesterschap betekent dat we de middelen die ons ten dienste staan slechts in beheer hebben. We hebben de verantwoordelijkheid om de zaken in goede staat door te geven aan de volgende generatie. Waarden die hier op aansluiten zijn: dienstbaarheid, rekenschap afleggen, voortdurend leren, verantwoordelijkheid en betrouwbaarheid. We zullen deze waarden als uitgangspunt nemen bij ons spreken over de begroting 2011, de brede doorlichting en alle financiële implicaties die op ons afkomen. Vanaf het jaar 2012 worden we begrotingstechnisch geconfronteerd met stevige tekorten. Er zullen verstandige keuzes gemaakt moeten worden. In het actuele raadsprogramma staan duidelijke richtlijnen ten aanzien van de voorzieningen die we zoveel mogelijk moeten ontzien. De heer Van Gameren heeft ze zojuist allemaal voorgelegd. Onderwerpen waar we ons als CDA fractie betrokken op voelen. De CDA fractie stelt ten aanzien van de Sliedrechtse brede doorlichting vast dat het college met de raad open en transparant gecommuniceerd heeft. Mede op basis van de voorstellen van de gemeentelijke werkgroep, het college en de toegezegde notities gemeentewerf, de bibliotheek en de Lockhorst kunnen we begin 2011 een vervolg geven aan de discussie over de verdeling van de middelen na 2011. Vorige week dinsdag, 2 november kwam er een positief signaal van het Drechtstedenbestuur tijdens de Drechtraadvergadering dat het bestuur het als taak en opdracht ziet om een bezuinigingstaakstelling van 10% te realiseren. Een punt dat in onze raad meerdere malen aan de orde geweest is en door de portefeuillehouder ook was toegezegd. Kijkend naar de begroting 2011 vallen enkele zaken op. Als Sliedrechtse raad mogen we ons gelukkig prijzen met een weerstandsvermogen van 4 miljoen en een positief begroot eindsaldo van bijna € 129.000. Voorzitter, inmiddels is bekend dat uitstappen uit de Hollandse Biesbosch onbetaalbaar is; het gaat om een astronomisch bedrag. De afscheidsregeling blijkt voor het bestuur behoorlijk lucratief, ten nadele van degene die uit wil stappen. Het heeft er alle schijn van dat bij de vaststelling van de overeenkomst, vermoedelijk in de vorige eeuw, dit punt over het hoofd gezien is. De enige mogelijkheid die nog resteert is blijkbaar het werven van externe partners, naast uiteraard de opdracht om 10% te bezuinigen. De CDA fractie wil graag op de hoogte gehouden worden van de progressie van dit project. De resultaten van het onderzoek om in de Hollandse Biesbosch betaald parkeren in te voeren, wachten we af. Zoals aangegeven tijdens de opiniërende vergadering van 28 oktober pleit de CDA fractie voor afspraken op korte termijn met ProRail in verband met de verzakking van het
- 170 -
spoorviaduct. Zaken kunnen maar geregeld zijn. Terecht dat ProRail aansprakelijk gesteld is. De CDA fractie wil graag op de hoogte gesteld worden als dit traject haar beslag gekregen heeft. Bezuinigen op onderhoud van speelvoorzieningen is wat de CDA fractie betreft geen goede keuze. Dit hebben we reeds aangegeven tijdens de bespreking van de Zomernota. Door de tekst van de memorie van antwoord is de CDA fractie gerustgesteld. De voorziening blijft gevoed worden, alleen met een lager bedrag dan voorheen, aangezien achterstanden in onderhoud weggewerkt zijn. De meerjarenbegroting geeft een positief eindsaldo van € 80.000 in 2015, maar we zullen het college op dit punt wel volgen. De voorgestelde belasting- en tariefsverhogingen, waaronder de OZB, hebben onze instemming, al zouden we het liefst pas op de plaats hebben willen maken gezien de inkomensontwikkeling van de doorsnee burger. Ten aanzien van de OZB vragen wij daarnaast aandacht voor de gevolgen van de uitkomsten van de hertaxatie per 1 januari 2011 van woningen en bedrijven. In tegenstelling tot de voorgaande jaren is sprake van dalende waarden. Deze waardedalingen zijn verschillend voor de diverse categorieën woningen. Wat het effect hiervan is, is ons niet geheel duidelijk, maar is wel een punt van aandacht. Een opvallend onderdeel in de risicoparagraaf op pagina 81 vormt het bedrag van € 500.000.- vanwege de te verwachten achterblijvende grondopbrengsten in Baanhoek West. Dit is geen risico, aangezien we mogen verwachten dat het geld wel binnenkomt, echter later dan gepland. Dit punt inspireerde de CDA fractie wel om een voorstel te doen, mede in het licht van goed rentmeesterschap. We kunnen feitelijk vaststellen dat er jaarlijks grote projecten op de agenda van de raad verschijnen. Het ene project is in de begroting opgenomen; een ander project wordt in de loop van het jaar ingediend. De CDA fractie stelt voor om jaarlijks een vast bedrag te storten in de reserve infrastructurele werken. Zo kan voorkomen worden dat er financieel ad hoc gereageerd moet worden op projecten die in de loop van het jaar op de agenda komen. Graag vernemen we van het college of dit een haalbaar voorstel is, en anders graag de argumenten die strijdig zijn met dit voorstel. Als het gaat om de bedrijfsvoering: “tevreden klanten” is het uitgangspunt zoals geformuleerd in dit begrotingsonderdeel. Daar kan de CDA fractie zich volledig in vinden. Wat willen we de burgers als basisvoorziening blijven aanbieden? Hoe blijven we dienstbaar aan de Sliedrechtse samenleving? De fractie herkent zich in het in de begroting geformuleerde overzicht van kerntaken als een eerste opmaat naar het ambitieniveau van het college. De volgende zaken worden genoemd: Beleidsontwikkeling, Coördinatie, Loketfuncties, Kleinschalige werkzaamheden. Er lijken meerdere opties ten aanzien van openbare werken, plantsoenen en reiniging. Laten we de kerntakendiscussie ook op raadsniveau met elkaar aangaan. Vervolgens kan er bepaald worden op welke wijze en in welk tempo de regieorganisatie uitgerold kan worden. Het in dit verband voorgestelde bezuinigingsbedrag van 1,5 miljoen euro is, als zoveel bedragen in een begroting, arbitrair vastgesteld. Het heeft de voorkeur van de CDA fractie om eerst vast te stellen welke basistaken en voorzieningen we de burgers willen blijven bieden. We kiezen dus niet voor de strategie om eerst een bezuinigingsbedrag vast te stellen en dan te bekijken wat er weggesneden moet worden. De ambtenaren van onze gemeente zijn er bij gebaat dat er duidelijkheid komt over hun situatie. In die zin is een spoedige start van de discussie in de raad over dit onderwerp aan te bevelen. Het is een spannende tijd die voor de medewerkers psychisch zwaar is en tot motivatieproblemen kan leiden. We willen hier nadrukkelijk de vinger bij leggen. “Meten is weten” is een bekende uitdrukking. Een tweede hier op aansluitend: “Wat niet gemeten wordt, wordt niet gedaan”. Het werken met deadlines en meetbare doelen en tussentijds te behalen resultaten zal de controlerende taak van de raad versterken. Een eerste stap in de goede richting is de verdere uitbouw van de kalender van de griffie. Hierop staan onder andere de afspraken en toezeggingen vanuit het college vermeld. Het lijkt de CDA fractie overigens voor het college ook prettig om zo’n werklijst te hebben om vervolgens rekenschap te kunnen afleggen. De CDA fractie staat kritisch ten opzichte van de OCD onderzoeken, die voor het grootste deel ten dienste lijken te staan van de Drechtstedenanalytici. Het is van belang om lokaal zaken te blijven meten. Vastgesteld kan worden in hoeverre een bepaald traject succesvol verlopen is en in hoeverre tussendoelen gehaald worden. Bijkomend voordeel is dat aan het einde van de rit het college en de raad verantwoording kunnen afleggen van de bereikte resultaten. Voorzitter, het is algemeen bekend dat bij de inhuur van externen de hoofdprijs betaald wordt. De CDA fractie is voorstander van terugdringing van het inhuren van externe krachten. Dit impliceert dat er intern bekeken moet worden waar de expertise wel beschikbaar is. Denk hierbij vooral aan de
- 171 -
expertise binnen het Drechtstedenniveau. Het feit dat er externen ingehuurd worden om de personele situatie te helpen ontwikkelen heeft overigens de volle steun van de CDA fractie. Eén van de voordelen van een (federatieve) samenwerking is de instelling van kenniskringen om voortdurend te leren. Uitbreiding van het aantal bestaande kenniskringen is aan te bevelen. Interne deskundigen kunnen scholing verzorgen; denk ook aan interne coaching trajecten. Expertise en beleidsdocumenten kunnen gezamenlijk geschreven of uitgewisseld worden. Dit zijn de methoden om de bedrijfsvoering, waarnaar kritisch gekeken wordt, verder te ontwikkelen tegen geringere kosten. Daarnaast geeft de CDA fractie in overweging om een talentenbank te organiseren. De Drechtstedendinsdag is winst voor de ontwikkelingen op regionaal niveau. Kijkend naar de agenda van de individuele raadsleden is het een extra belasting. Feitelijk is het zo dat het aantal vergaderingen lokaal zou moeten afnemen door de Drechtstedendinsdag en er zijn gemeenten waar men het aantal vergaderingen inderdaad verlaagd heeft. Graag aandacht voor de afname van de bestuurlijke drukte. De intenties vanuit HardinxveldGiessendam, zoals te lezen in het AD van afgelopen zaterdag, ziet de CDA fractie met belangstelling tegemoet. Een punt van aandacht vormt de verkeersafwikkeling in en om het Watertorenterrein. Hierover is reeds eerder in dit huis gedebatteerd. De CDA fractie hecht er aan opnieuw te benadrukken dat deze opdracht goed uitgewerkt wordt. Onveilige situaties moeten voorkomen worden. Derde Merwedehaven. Voorzitter, met enige zorg blijft de CDA fractie de ontwikkeling van de Derde Merwedehaven volgen. Het aftellen is begonnen. De fractie vraagt zich overigens wel af in hoeverre er informeel overleg geweest is met de directie van Delta en tot welke uitkomst dit overleg geleid heeft. Hoewel we buitengewoon tevreden zijn over het functioneren van de adviseur van de gemeente Sliedrecht: het kost alles bij elkaar veel geld. Naast het geld kost het negatieve energie in een strijd met een andere overheid, wat eigenlijk te gek voor woorden is. In het Overdrachtsdocument Gemeenteraad van maart 2010 staat het volgende over het streven van de gemeente Sliedrecht naar een structureel zuiniger energieverbruik: “Als eigenaar en gebruiker wil de gemeente, waar mogelijk, zelf een goed en inspirerend voorbeeld zijn en geven.” De CDA fractie heeft laten berekenen dat als iedere nacht vanaf 24.00 uur de verlichting van gemeentekantoor, raadhuis en kerktoren wordt uitgezet, dat een jaarlijkse besparing oplevert van 6800 kW/uur. Met deze maatregel kan de gemeente Sliedrecht een voorbeeld geven op het gebied van zowel energiebesparing als het tegengaan van onnodige lichthinder. Samen met de PvdA fractie en de fractie van SGP CU wordt een motie ingediend, en het levert 1.000 euro op. De fractie is positief over de ontwikkeling van het Centrum van Jeugd en Gezin dat begin 2011 zal openen. Belangrijk in dit verband is de relatie met de zorgstructuur in het onderwijs. Van belang blijft dat de gemeente naast haar regierol beschikbaar blijft voor facilitering. De CDA fractie maakt graag van de gelegenheid gebruik om de vrijwilligers, zoals zij actief zijn binnen de gemeente Sliedrecht, te bedanken voor hun inzet. Het verenigingsleven en de kerken zijn voor een overgroot deel afhankelijk van de inzet van vrijwilligers. De gemeente neemt haar verantwoordelijkheid door de coördinatie middels een vrijwilligersbank. Mede door deze interventie leidt dat er toe dat het aantal vrijwilligers zoals aangegeven in de prognose stabiliseert tegen de landelijke trend in. De CDA fractie heeft ook verheugd kennisgenomen van het positieve klanttevredenheidsonderzoek dat in het kader van de uitvoering van de WMO onder de Sliedrechtse gebruikers gedaan is. De tevredenheidscore lag ver boven het landelijk gemiddelde. Een compliment aan de medewerkers en voor het feit dat er lokaal besloten is om een WMO loket in Sliedrecht te realiseren. In het kader van de brede doorlichting zal er eveneens aandacht besteed moeten worden aan de projecten met een financiële impact. In de beantwoording van de technische vragen staat letterlijk: “Aangegeven zal worden hoe die te prioriteren en hoe er financieel dekking voor te vinden”. De CDA fractie acht het van uiterst belang dat in tijd aangegeven wordt op welke wijze de onder de kop ‘Mogelijk te honoreren projecten’ zoals genoemd op pagina 116 van de begroting kunnen worden gerealiseerd. Want een opvallend punt bij de projecten is de lange voorbereidingstijd. De handrem lijkt er op te staan. De CDA fractie pleit er nadrukkelijk voor om de projecten die in de pijplijn zitten, voortvarend aan te pakken. Voorkomen moet worden dat betrokken partijen in de problemen komen. Denk hierbij naast de projectontwikkelaar aan winkeliers die niet weten waar ze aan toe zijn, kijkend naar het Winklerplein (expliciet genoemd in het raadsprogramma), de nieuwe bewoners van Baanhoek West en de leraren, ouders en leerlingen uit de Prickwaert als het gaat om de schoolvoorzieningen.
- 172 -
Onderhoud en noodzakelijke investeringen worden door deze partijen uitgesteld. Op dit punt hebben we als gemeente een grote verantwoordelijkheid. Want: niet kiezen is verliezen. Het is sterk aan te bevelen om grote projecten te begroten. Visieontwikkeling gaat daaraan vooraf. Integrale afwegingen kunnen gemaakt worden. Alle partners weten op welk moment het project uitgevoerd wordt – de agenda is bepaald en teleurstellingen en uitstel worden voorkomen. Het raadsprogramma 2010-2014 geeft aan “met blijvend elan te willen werken aan de toekomst van ons dorp”. Dit is het CDA uit het hart gegrepen. Laten we als goede rentmeesters ook in het volgende jaar met blijvend elan ons werk doen; ieder als betrouwbare partner vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid. Graag wens ik u en onszelf daarbij Gods Zegen toe. De voorzitter Dank u wel. Ik wil u verzoeken of u er mee in kunt stemmen de schorsing geen tien minuten te laten duren, maar twintig minuten, zodat wij ook direct een uitspraak kunnen doen over de moties en amendementen. Is er iemand die daar niet mee in kan stemmen? Dan constateren we dat er een meerderheid is om ons als college die ruimte te geven. Dank u wel. SCHORSING De voorzitter Dames en heren, u treft mij vanuit het college als eerste aan. De toezegging onzerzijds is dat we in hoofdlijnen op uw algemene beschouwingen zullen reageren voor zover we het hebben kunnen lezen en tot ons hebben kunnen nemen. Een algemene opmerking. U heeft allemaal vanuit uw invalshoek buitengemeen goed uw best gedaan om van deze algemene beschouwingen iets te maken. De inhoudelijkheid verschilde qua invulling bij enigen van u; althans, er was niet altijd een overeenkomst en een gelijke benaderingswijze, maar het heeft bij mij wel de vraag op geroepen of dit nu een vorm van dualisme is, een vorm van algemene beschouwingen is die het meeste zoden aan de dijk zet. Ik geef u dat toch in uw overwegingen mee. Het lijkt mij verstandig dat het presidium nog eens overweegt of deze algemene beschouwingen in deze vorm het meest oplevert. Dan ga ik de fracties langs. PRO Sliedrecht. Bij datgene wat mij regardeert geef ik aan dat met betrekking tot de nota graffiti, we die mee zullen nemen, danwel zullen behandelen bij de nota Vandalisme en Overlast die aan de orde is op 22 november in de opiniërende vergadering, waarin wij te melden hebben dat het initiatief vanuit een werkgroep Kerkbuurt niet op echt dol enthousiasme van de Kerkbuurt ondernemers heeft kunnen rekenen, wat aanleiding is geweest om daar met de nieuwe centrummanager nog eens van gedachten over te wisselen om te kijken of we dat initiatief toch nog wat meer vorm en inhoud kunnen geven, en daarmee ook een groot draagvlak. Maar het komt dus op 22 november wel op de agenda van de opiniërende bijeenkomst naar aanleiding van de nota. Het onderwerp Derde Merwedehaven is door enigen uwer aangegeven; het is zeer nadrukkelijk zo dat er in heel veel informele en formele bijeenkomsten danwel overlegsituaties gesproken wordt over eerdere sluiting. De belangrijkste partijen daarin, en dat zul u niet verbazen, zijn natuurlijk toch Delta, dan krijg je de provincie en dan krijg je Dordrecht. Daarna krijgen we de partner Sliedrecht, maar wel nadat deze partners waar het in feite van moet komen, een opening bieden om tot eerdere sluiting te komen. Mogelijkerwijs kan dat gelijktijdig met het niet, danwel niet meer toestaan van asbeststort, in ieder geval niet van de losse asbeststort. Het heeft de aandacht. De overlegsituaties vinden plaats, inclusief het overleg met de directie van Delta. Ik kan er nog heel veel over zeggen, maar volgens mij kan ik het ook hier bij laten. Met betrekking tot het uitvoeringsprogramma ligt er een motie. Het college heeft het geïnterpreteerd als zijnde “laten we het maar samenvoegen met de uitwerking van de programmabegroting. Laten we het daar maar in opnemen. Laten we maar een overzicht aan u verstrekken waar wat is opgenomen, uitgewerkt.” Wij hebben geconstateerd dat u anders en op een apart document een en ander uitgewerkt wilt zien. We hebben er geen moeite mee om dat te doen en wij zeggen u toe dat datgene wat in de motie is opgenomen, het uitvoeringsprogramma als afzonderlijk document alsnog voor het einde van het kalenderjaar, doch uiterlijk in januari, en ik interpreteer dat als de eerste raadsbijeenkomst die in het nieuwe jaar plaatsvindt, aan u voor te leggen. We hebben al een concept, maar dat is een concept van voor de zomervakantie en we zullen dat actualiseren zodat het aan uw uitgangspunten voldoet. Dat is een concrete toezegging, wat ons betreft. Met betrekking tot de BOA, mevrouw Visser, maar ook anderen zoals de SGP/ChristenUnie: de overeenkomst in
- 173 -
Drechtsteden Noord is pas op 1 oktober gerealiseerd en vanaf dat moment kun je ook spreken van een situatie die organisatorisch wordt vorm gegeven en waar invulling aan wordt gegeven, ook in overleg met de politie. Ja, ik heb het in ieder geval zo opgevat van: laten we dat nou eerst even goed in de steigers zetten. Laten we dan kijken op welke punten het wel en niet voldoet en laten we dan kijken in hoeverre er van uitbreiding van faciliteiten, uren sprake moet zijn. Want uiteindelijk kost alles geld en als je nu in het kader van de brede doorlichting daarop al vooruitlopend weer geld gaat uitgeven, leek het mij verstandiger om eerst het werkplan wat er ligt, uit te voeren en dat ook te bezien op zijn effecten, en dan te kijken of er van uitbreiding sprake moet zijn. Ja, misschien heb ik dat verkeerd opgepakt; dan hoor ik dat graag van u. Het kan ook anders. Maar het kost wel allemaal geld. Dat waren de opmerkingen van PRO Sliedrecht. Daarmee is gelijk ook de motie van de SGP/ChristenUnie gehonoreerd met betrekking tot het uitvoeringsprogramma. Met betrekking tot de onderwerpen Milieu wordt dat na een jaar geëvalueerd en zullen we dat ook aan u presenteren. En aangezien het nog geen jaar geleden is dat het is vastgesteld, kon het ook nog niet echt geëvalueerd worden, maar we zullen dat zeker oppakken. Met betrekking tot uw opmerkingen over Sliedrecht 2010 en verder: als vervolg daarop zal u in het eerste kwartaal van 2011, conform het door u gestelde in het raadsprogramma, een visie op de toekomst van de gemeente, het bestuur en de ambtelijke organisatie worden gepresenteerd. Het college heeft zich de afgelopen maanden bezig gehouden met deze ontwikkeling en heeft er ook een speciale werkbijeenkomst over gehouden. We zijn nu bezig aan de afronding van een document wat de visie van het college in zich heeft en wat daarna aan u als raad zal worden aangeboden en besproken met MT en OR. Want draagvlak van u, maar ook van betrokkenen zal dringend nodig zijn. Op basis hiervan wordt ook het communicatieplan opgesteld. Vanuit de SGP/ChristenUnie zijn ook opmerkingen gemaakt over: wat voor overheid willen we eigenlijk zijn? Ik denk dat dat de basisgedachte is die iedereen veel bezighoudt. En of je dat nu koppelt aan gezag, gezagscrisis, uitholling, besluitvormingsprocessen et cetera, dat laat ik graag aan u. Maar al dat soort begrippen, al dat soort steekwoorden zijn denk ik onderdeel van hoe we met elkaar overheid zijn, hoe we daar vorm en inhoud aan geven en wat we nu eigenlijk als gemeente willen zijn. Nou, daar hebben we elkaar dringend voor nodig en in het kader van de brede doorlichting en in het kader van Sliedrecht 2010 en verder komen die zaken denk ik indringend op ons aller bord te liggen, en zullen we daar ook gezamenlijk invulling aan moeten geven. U heeft het ook over het inventieve en het innovatieve. Zoals we nu als college functioneren, zijn we er zeker ook voor in om dat neer te leggen bij wijkplatfora en instellingen die wij bij ons toekomstige werk nodig hebben. Want uiteindelijk staat niet alleen de burger centraal, maar ook de burger in zijn buurt en wijk centraal. En wij hebben daar een wijkplatform en buurtcomités en in dat licht hebben wij ook de bedoeling om dat met elkaar meer programmatisch aan te pakken dan tot nu toe het geval was. Daarover zal op 16 november, zoals de uitnodiging al naar u toe gegaan is, een bijeenkomst worden georganiseerd waar alle suggesties die u heeft om verantwoordelijkheden te delen, maar ook neer te leggen, daar waar ze horen te liggen, om in dat licht ook daar vorm en invulling aan te geven. U heeft het over rommel; ja, ik ben het daar van harte mee eens. Als je één prop op straat ziet liggen, is de uitnodiging groot om dar een prop naast te leggen. Vaak is daar ook nog een opvoedingsaspect bij en daar mag best nog eens even wat invulling aan gegeven worden. Want wij kunnen die prop wel iedere keer weghalen, maar als we niet gelijktijdig werken aan een bewustwording in en met onze samenleving, dan red je dat natuurlijk ook niet. En één prop heeft nog geen papierberg tot gevolg, één hondendrol ook nog geen beerput. Maar het is alle twee wel iets wat we niet willen. Sliedrecht voor elkaar, uw motto; Sliedrecht betrokken, of hoe we dat ook noemen: laten we daar het komende jaar invulling aan geven. De heer Van Rekom, VVD. U roept eigenlijk ook op om gezamenlijk vorm en inhoud te geven aan de samenleving, maar dan liefst wel zo zuinig mogelijk. Liefst wel met beperking van de bureaucratie en beperking van de overheidsbemoeienis. Prima, maar dan zullen we dat beeld ook wel zeer nadrukkelijk met elkaar bij die burger neer moeten leggen. Want daar zullen we met elkaar vorm en inhoud aan moeten geven. Je redt het niet in je uppie en ik constateer dat u daar graag met de inwoners over in gesprek gaat. Een ander onderwerp wat u aankaartte was de veelplegers. Wij hebben daar overigens een heel concrete aanpak over afgesproken met de representanten en het Veiligheidshuis in het bijzonder. Ook in de toekomstige driehoekoverleggen zullen we vorm en inhoud geven aan die gerichte aanpak om de veelplegers die we ook in Sliedrecht hebben, toch van een gerichte aanpak te voorzien. Ja, uw
- 174 -
opmerking over wijkgericht werken, daar moeten we het misschien nog eens over hebben. Maar daar moeten we het vooral op 16 november over hebben. Je moet inwoners serieus nemen, maar inwoners moeten dan ook serieus genomen worden. Ik wil niet zeggen dat noch de een, noch de ander daaraan niet voldoet. Maar als je inwoners serieus neemt als je er afspraken mee maakt, als je probeert die verantwoordelijkheid te delen zoals ik dat net zei, dan denk ik dat je daarmee een goede afbakening kan maken. Enerzijds van je eigen taken, maar anderzijds ook probeert de burger te ondersteunen bij zijn ideeën en initiatieven die er uit voort zouden kunnen komen en die tot verbetering van de wijk en de buurt zouden kunnen leiden. Hetzelfde geldt ook voor ondernemers. Als ze bepaalde initiatieven hebben, moeten ze dat vooral zelf doen. Dat zou de uitspraak kunnen zijn aan de hand van uw opmerkingen, en daar waar mogelijk zullen we daar ook vorm en inhoud aan geven, ook met betrekking tot projecten die al lopen. Als ik dat op deze wijze mag benadrukken. De PvdA. Uw korte algemene beschouwingen, meneer Van Gameren, deden mij deugd, ook in inhoudelijkheid. Vooral ook uw oproep om creatief en slim te zijn. Want we hebben die creativiteit en die slimheid absoluut nodig om de taken waar we voornamelijk voor staan, op een goede wijze in te vullen, al dan niet met alternatieven. En dat u trots bent op het reilen en zeilen mag best ook eens in de raad gezegd worden. Want in mijn opvatting: natuurlijk hebben we allemaal onze individuele wensen en verlangens, bezwaren en tekortkomingen, maar als we Sliedrecht zetten in zijn directe omgeving, dan vind ik nog steeds dat we daar best waardering voor zouden mogen hebben. En of we dat dan trots noemen, dat mag u zelf invullen. Uw initiatief om met de overige partijen SGP/ChristenUnie en CDA te komen tot voorstellen met als doel energiezuinigheid en besparing; ook vanuit het college hoeft dat niet bij dit ene initiatiefvoorstel te blijven. Dus wat dat betreft: dit initiatief nemen wij van harte over en dit initiatief zullen we dan ook uitdragen naar anderen. CDA. U heeft het, aanvullend op wat ik gezegd heb, over bestuurlijke drukte. Dat vraagt om taakafbakening, lokaal en regionaal, om zoveel als mogelijk die bestuurlijke drukte te voorkomen en partijen te richten op datgene waar ze voor staan, danwel datgene waar ze voor zouden moeten staan. En daar valt nog wel het een en ander aan te doen, denk ik, en dat leidt dan ook weer tot minder vergaderen. Alhoewel, als we niet tot een andere vergadercyclus waren gekomen, dan was dat nog allemaal veel meer geweest dan wat we nu aan de orde hebben. We beginnen met het aftellen van de Derde Merwedehaven; dat heb ik al gezegd. Hardinxveld-Giessendam, ja. Dat had zijn tijd nodig bij onze buren. Op diverse ambtelijke en bestuurlijke niveaus zijn formele en informele contacten geweest, maar die hebben nog steeds niet geleid tot een duidelijk gevoel. Niet dat wij dat hier niet hebben, denk ik, in Sliedrecht, want het wachten was toch op het signaal uit Hardinxveld-Giessendam. Laten we daar maar gewoon duidelijk in zijn. En in de recente contacten hebben we daar ook iedere keer op gezinspeeld. Wat ons betreft, vanuit het college wordt daar voortvarend invulling aan gegeven. Van: samen sta je sterk. Of het nou is in samenwerking of in samenvoeging. Dank u wel. Ik geef het woord aan wethouder Tanis. Wethouder Tanis Dank u wel, voorzitter. Ik wil kort reageren op de opmerking van de heer Den Braanker over het gebrek aan ambitie van het college. En nu zit ik er zelf nog niet zo lang in, krap 2,5 jaar, maar als ik in willekeurige volgorde toch even een paar dingen wil noemen, zonder de schijn van volledigheid, is dat wij ons als college vreselijk druk maken met een heleboel bouwprojecten. Dat is één. De raad heeft regelmatig geroepen dat ze meer voortgang wil en wij stoppen daar heel veel tijd en energie in. Als we het hebben over alles wat met economie te maken heeft, of het nu een Structuurvisie is of de aanpak van de Kerkbuurt, dan heeft dat in ieder geval de nodige tijd en energie. Als het gaat over alles wat met de regio te maken heeft: heel concreet het aanspreken van onze (regionale) partners op houding, gedrag, kwaliteit, financieel inzicht, sturingsmechanismen, brede doorlichting, vul maar in. Als het gaat over de brede doorlichting zelf hier in Sliedrecht: hoe kom je met elkaar tot een financieel gezond Sliedrecht, ook in de toekomst? En last but not least, in relatie daartoe ook: hoe krijg je de organisatie toekomstbestendig? En ik ben het met u eens, als het over aspecten van de bedrijfsvoering gaat, dat het niet allemaal van die indrukwekkende dingen zijn. Het moeten onderwerpen zijn waar de burger nu warm of koud van wordt. Maar op het moment dat wij deze zaken niet goed vorm geven, en ik c.q. het college is er van overtuigd dat dat op een aantal fronten en door een aantal redenen in de afgelopen jaren te weinig aandacht heeft gekregen, hebben we daar met zijn allen wel een probleem mee, en van. De brede doorlichting is heel uitvoerig door u
- 175 -
genoemd. Ik herhaal maar even heel kort de stand van zaken. We hebben er al op diverse manieren en momenten over gecommuniceerd. We hebben als college heel recent een tussentijdse rapportage gekregen van de stand van zaken per 1 november en we zijn er nog niet, maar we gaan wel de goede kant op. Het blijft in ieder geval het streven van het college, nee, ik zeg dat ook bij deze toe, dat wij de afspraak in uw richting nakomen dat wij begin volgend jaar met concrete voorstellen gaan komen waarin ook een aantal keuzemogelijkheden zijn aangegeven. Als onderdeel daarvan, ook dat is meerdere malen toegezegd, maar ik hecht er aan het nu ook weer te noemen, zien wij als college ook een overzicht van de grote projecten, inclusief de daarbij behorende financieringsvorm. Wat ons betreft, en ook dat is een onderdeel van de brede doorlichting, willen wij komen tot structurele fondsvorming voor grote projecten. Discussie, niet alleen incidenteel om de grote projecten die we nu met zijn allen onder de loep hebben te kunnen financieren, maar ook om structureel te komen tot een vorm van fondsvorming. Ik heb dat voorbeeld bij de begroting van de raad weleens genoemd, het voorbeeld van de gemeente Dordrecht die een groot deel van de jaarlijkse dividenden die ze binnen krijgen, daarvoor reserveren. Nou, dat zou een optie kunnen zijn. Het is in ieder geval een uitwerking die meegenomen wordt bij de brede doorlichting. Een aantal fracties heeft ook bij dit onderwerp aangedrongen op innovatie. Ja, dat proberen wij ook vorm te geven, maar dat is best moeilijk. Maar u kunt ook daar een aantal ideeën voor tegemoet zien van ons, waarbij wat mij betreft ook de opmerkingen van de VVD meegenomen zijn als het gaat over: durf te investeren, ook in economisch lastige tijden en gooi ook niet alles over de schutting, want je weet niet wat je weggooit en je weet ook niet wat je daarvoor terugkrijgt. Dat wij dan als college een dans om de totem van onbenul doen; ik vond hem wel heel creatief, maar u moet nog maar eens uitleggen wat u daarmee bedoelt. De constatering dat wij een trendy bestuur zijn, ja, die vond ik ook wel interessant. Maar dat even terzijde. Ja, dat stond er. Goed, voorzitter, ik ga vervolgens heel kort in op wat opmerkingen die de diverse fracties hebben gemaakt. PRO Sliedrecht heeft gevraagd om een overzicht van de leegstaande panden. Ik doe mijn best om dat voor het eind van het jaar bij u te krijgen. U krijgt het in ieder geval, maar of dat voor het eind van het jaar lukt, dat durf ik niet te zeggen. Mevrouw Visser Er zijn wel meer dingen die een jaar later komen, dus.. Wethouder Tanis Ach, wie weet. Veel beloven en weinig geven, enzovoort. Het tweede onderwerp is uw opmerking over Zuid-Holland Zuid en de package deal. De financiële gevolgen daarvan komen in ieder geval naar de raad toe bij het veegbesluit. Als het gaat over de gevolgen voor dit jaar en voor volgend jaar wordt dat bij de Zomernota meegenomen. Uw opmerkingen met betrekking tot Manden Maken, die zijn mij ook helder. Ik begrijp wat u bedoelt, en wij leggen dat zeker ook zo bij de regio neer. Alhoewel het wel heel simpel geredeneerd is om het risico volledig in de Drechtstedenbegroting op te kunnen vangen, want vervolgens krijgen we jaarlijks toch weer een verrekening door middel van de verdeelsleutel. Mevrouw Visser Tenzij we dus netto betalen aan het eind van de rit. Wethouder Tanis Goed, voorzitter, ik stel voor dat we op dit punt inhoudelijk terugkomen op het moment dat het Drechtstedenbestuur met een voorstel komt. Weet in ieder geval dat er van de kant van het Drechtstedenbestuur alles aan gedaan wordt om de afspraken die in het verleden gemaakt zijn met de provincie ook daadwerkelijk geëffectueerd te krijgen. Ik weet van zeer nabij dat daar heel veel tijd en energie in gestoken wordt. De heer Den Braanker noemt nog een aantal concrete voorstellen met betrekking tot de innovatieve ideeën, zero based budgetting, leerlingenvervoer, het uitbesteden van publieke taken; ja, het zijn in feite allemaal dingen die we meenemen bij de uitwerking van de doorlichting en waar wij begin volgend jaar op terugkomen. Uw opmerking over de Kerkbuurt is ook helder. Er is een startnotitie vastgesteld waar u aan refereert; het is nadrukkelijk de bedoeling om begin volgend jaar met de uitwerking daarvan terug te komen naar de raad. Overigens is morgenavond de eerste bijeenkomst met de belanghebbenden, dus er wordt hard aan gewerkt. Uw opmerkingen met betrekking tot de Anne de Vries locatie zijn wat mij betreft ook helder. Ik ben het daar ook mee eens; wij zullen daar op korte termijn op terug moeten komen en meters moeten maken. Maar het heeft ook
- 176 -
te maken met financiën, het heeft ook te maken met discussies die lopen rond de brede school, het heeft ook te maken met discussies en gesprekken die gevoerd worden met de nieuwe stichting die de belangen van het openbaar onderwijs behartigt. Maar nogmaals, wij komen daar op terug. De opmerkingen van de PvdA fractie heb ik voor het overgrote deel al beantwoord. Met betrekking tot het weerstandsvermogen is uw conclusie terecht dat we die regelmatig gaan actualiseren. Dat is helder; we nemen het ook mee. Twee keer per jaar, is afgesproken. Met betrekking tot de taakstelling van de verbonden partijen is er in Drechtstedenverband afgesproken dat we de verantwoordelijk leggen bij de individuele gemeenten, maar dat de netwerkdirectie dat coördineert, dus dat heeft zeker de aandacht om dat bij alle verbonden partijen ook tussen de oren te krijgen. En ik weet dat in ieder geval binnen alle verbonden partijen binnen de GRD en ook binnen Zuid-Holland Zuid daar al heel concrete afspraken over gemaakt zijn. Het is teveel eer voor mijzelf om het met uw opmerking eens te zijn als het gaat over Zuid-Holland Zuid. Daar bemoei ik me niet mee. Als ik me ook nog met Zuid-Holland Zuid moet bemoeien, naast de Drechtsteden, dan kan ik de rest van mijn portefeuille hier wel aan een ander uitbesteden. Wij delen overigens wel uw zorgen als het gaat over Zuid-Holland Zuid. Dat wil ik hier wel gezegd hebben. Die delen wij wel en die leggen wij in ieder geval binnen de bekende gremia neer. En ik hoop dat daar ook ambtelijk en bestuurlijk voldoende aan gedaan gaat worden. Let op mijn formulering, zou ik zeggen. Als het gaat over de evaluatie van het Shared Service Center, dan komt dat er inderdaad aan, begin volgend jaar. Ja, dat heeft uiteraard ook een plaatselijke component die we uiteindelijk meenemen en waar we in uw richting zeker ook op terug zullen komen. Ik weet niet, voorzitter, of ik verder nog…de opmerkingen met betrekking tot de VVD fractie heb ik geloof ik gehad. Het amendement kom ik zo nog even op terug. De CDA fractie heeft ook aandacht gevraagd voor de taakstelling. Ja, die is breder dan uitsluitend de GRD, maar ook Zuid-Holland Zuid. Weerstandsvermogen, daar delen we uiteraard uw opmerkingen. Met betrekking tot de risicoparagraaf: ik begrijp uw opmerking, meneer Dunsbergen, maar op het moment dat dat geld later binnen zou komen en het is voorzien om gebruikt te worden ter financiering van andere projecten, dan heb je op dat moment wel een risico, omdat je dan namelijk een gat schiet in de dekking van die andere projecten die je dus had gedacht met die vijf ton te kunnen financieren. Vandaar dat het wel is opgenomen in de risicoparagraaf. Uw opmerking over de fondsvorming deel ik volledig. Op de organisatie komt mijn collega ongetwijfeld nog op terug. Met betrekking tot de grote projecten heb ik uw opmerkingen gehoord. Als laatste wat mij betreft nog het amendement van de VVD met betrekking tot de financiën, amendement nummer 2. Er worden vier voorstellen gedaan. Het eerste betreft de integratie van Home Start. Nou, zoals u bekend is dat een van de voorstellen die aan de orde komt rond de brede doorlichting, dus het voorstel van het college is om dat even af te wachten in het eerste kwartaal van volgend jaar, om er dan een beslissing over te nemen. Voor het tweede punt, het IP&A programma, komt een heel concreet voorstel in uw richting via de regio. Dus in die zin is het wat prematuur om daar nu € 20.000 voor in te boeken. Ik durf daar absoluut geen bedrag aan te hangen. Ik weet wel vanuit de regio dat er heel nadrukkelijk gekeken wordt, enerzijds om de kosten te beperken. En anderzijds, dat is ook een nieuw aspect waar ik zelf vanuit mijn portefeuille vanuit de regio ook heel erg op aangedrongen heb, om ook voor ICT projecten met business cases te gaan werken en heel nadrukkelijk de kosten en de te realiseren besparingen ten opzichte van elkaar af te zetten zodat het ook beter bestuurd kan worden en ook in het nieuwe voorstel gaat komen, een voorstel voor de kaderstellende rol van de raad. Met betrekking tot uw bezuinigingsvoorstellen van € 217.000 raden we dat als college af. Juist als het gaat over de voorbereiding van de nieuwe projecten, dan hebben we het over de projecten die nu op de lijst staan van de grote projecten, als je het bijvoorbeeld hebt over de Anne de Vrieslocatie, de brede school, de uitbreiding van de Stoep, ja, dat is nu juist de doorbelasting van de uren voor deze projecten die voor volgend jaar op de rol staan. Ik hoor juist uit de opmerkingen van de raad dat ik eerder de conclusie moet trekken dat het misschien nog wel te weinig is, omdat de raad er aan hecht om nu echt meters te gaan maken, dan om hier op te kunnen bezuinigen. De extra stimulering van de ondernemers: op zich waarderen we natuurlijk de positieve signalen, geen misverstand daarover, maar we zijn er ook in regionaal verband met de ROM-D over in gesprek op wat voor manier wij ook als Sliedrecht ons imago kunnen verbeteren. Aan de andere kant is het zo dat wij op dit moment het beste Ondernemersloket hebben in de regio Drechtsteden, en wij
- 177 -
daar uiteraard ook vanuit de ambtelijke organisatie er alles aan zullen doen om dat zo te houden. Dus wat ons betreft is ook dit voorstel overbodig op dit moment. Dat was het, voorzitter. De voorzitter Dank u wel. Wethouder Lavooi. Wethouder Lavooi Dank u wel, voorzitter. Ik loop de diverse fracties langs als het gaat om opmerkingen binnen mijn portefeuille. Ik begin bij PRO Sliedrecht. De brede doorlichting, toegespitst op het Jongerenwerk. Vooropgesteld: u weet als raad dat we binnen Welzijn een streefbedrag hebben van drie ton en het spreekt voor zich dat als je zo’n opgave hebt, je niet naar de kleintjes moet kijken, maar naar de grotere welzijnsinstellingen, waaronder dus ook het jongerenwerk. Daarbij heb ik op dit moment met het bestuur overleg. Dat heeft bepaald niet het karakter van aanzeggingen; dat wil ik echt bestrijden. Waar het om gaat is wel degelijk een dialoog met deze stichting. Overigens niet alleen met deze stichting, maar ook met het bestuur van de stichting welzijnswerk en een van de gedachten, ik ontken het niet, is de gedachte van de fusie tussen die twee stichtingen. Maar we zitten bepaald niet in de fase dat dat een aanzegging is. Want ook het bestuur van de stichting welzijnswerk heeft daar een mening over. Overigens, een tipje van de sluier: het bestuur van de stichting Elektra heeft niet op voorhand gezegd daar volstrekt tegen te zijn. Dat het een forse bezuiniging is waar we met elkaar over praten, dat mag wel duidelijk zijn, maar ik zit er voor met uw opdracht om met voorstellen te komen ter hoogte van drie ton, of liefst nog ietsje hoger, zodat u wat te kiezen heeft. Op Elektra kom ik straks nog terug richting de SGP/ChristenUnie fractie. Als het gaat om de door PRO Sliedrecht ingediende motie over Elektra… Mevrouw Visser Voorzitter? Wij hebben bewust gesproken over het SOJ, Stichting Open Jeugdwerk. Dat is werkelijk meer dan alleen Elektra. Ik heb er moeite mee dat de portefeuillehouder het alleen maar over Elektra heeft. Wethouder Lavooi Akkoord, ik zal proberen me te verbeteren. Er staat: “echter niet alvorens de evaluatie jongerenwerk gereed is en breed besproken is met de gemeenteraad en alle betrokkenen.” Ik kom daar, als het gaat om de volgorde waarmee wij met voorstellen komen in uw richting, bij de beantwoording van de voorstellen van de SGP/ChristenUnie op terug. Dus ik ben dit amendement niet vergeten, mevrouw Visser. Maar ik kom er straks nog even op terug als u het goed vindt. Dan Ruimtelijke Ordening, een ander chapiter. Let er op: er is een grens aan de groei van het inwoneraantal. Zie het rapport van de Rabobank, maar er zijn natuurlijk meer rapporten. Ik breng u in herinnering, niet alleen u, maar ook de gehele raad, dat we in 2007 de Woonvisie hebben vastgesteld. In die Woonvisie staat zeer nadrukkelijk dat we ook in Sliedrecht te maken krijgen met de stop van de groei van het inwoneraantal. Dat zal, dachten we toen, zo rond 2025 bereikt worden. Dus wat dat betreft hoeft u er niet vandaag op te wijzen; in de door uzelf vastgestelde Woonvisie 2007 hebben we daar al nadrukkelijk rekening mee gehouden, en dat leidde ertoe dat we hebben geconcludeerd: na Baanhoek West en na Benedenveer zal alle aandacht gericht moeten zijn op met name de herstructurering van een aantal wijken. Dan het minimabeleid. Mevrouw Visser, u heeft een motie ingediend en die luidt: “Spreekt uit dat er maandelijks een lijst met minimaregelingen wordt gepubliceerd op de gemeentepagina in Het Kompas en dat alle minimaregelingen een prominente plaats krijgen op de website van de gemeente Sliedrecht.” Nou, even nog wat betreft de historie. U weet dat toen ik aantrad als wethouder, u als raad zei: er ligt veel te veel geld op de plank als het gaat om minimabeleid. Dat heb ik ter harte genomen en sinds een aantal jaren ligt er inderdaad geen geld meer op de plank, maar zijn we eerlijk gezegd iets doorgestoten richting een tekort. Dat heeft bij het Drechtstedenbestuur tot een reactie geleid. Maar ik heb ook vanmiddag goed begrepen dat een aantal uwer, niet alleen PRO Sliedrecht, aandringt op een goed minimabeleid. Dat wordt voor mij opnieuw een opdracht binnen de bestuurscommissie van de Sociale Dienst Drechtsteden en straks Portefeuillehoudersoverleg Sociaal. Daar zal ik dus op blijven hameren, mede namens u. Als ik dan terugkom op de motie: u vraagt meer aandacht voor het publiceren van mogelijkheden enzovoort. Ik wijs u er op, en ook dat is een initiatief geweest van twee jaar geleden, dat er op dit moment al een voortreffelijk boekje is waarin alle minimaregelingen staan en dat boekje is wijd en zijd verspreid, dat
- 178 -
kan ik u wel melden. Als u daar nog een schepje bovenop wilt doen, dan kan ik namens het college zeggen dat wij daar bepaald wel gevoelig voor zijn. Maar ik vraag wel aandacht voor een praktische uitvoering. En als het dan gaat om uw suggestie om maandelijks een lijst in het Kompas te publiceren, dat lijkt ons niet zo efficiënt. Wat ons veel efficiënter lijkt, is een verwijzing in het Kompas naar een webpagina. Ons voorstel is dan ook: mogen we hem zo lezen dat we in het Kompas extra aandacht besteden aan de mogelijkheden, maar dan summier, en dat we met name gaan verwijzen naar die website waar we een link kunnen gaan maken? Als u hem in die zin veranderd zou willen zien, dan kunnen wij die als college daadwerkelijk ook uitvoeren, is mijn voorstel. Dan ga ik naar de fractie van de SGP/ChristenUnie, en dan met name het subsidiebeleid, om het zo maar te noemen; onderdeel 2, met nieuwe ogen naar oude budgetten kijken. Nou, wij proberen dat te doen in het kader van de brede doorlichting. Wethouder Tanis heeft er dacht ik al op gewezen. Dan komt u op de bibliotheek; een brainstormsessie, wellicht. Nou, de directeur van de bibliotheek komt binnenkort bij u op visite en ik denk dat dat het juiste moment is om met elkaar van gedachten te wisselen over mogelijke veranderingen. Dan het jeugdwerk, en dan kom ik ook terug op hetgeen mevrouw Visser heeft gesteld. Een paar dingen. Evaluatie door een beleidsmedewerker niet wenselijk; nee, dat klopt, maar we hebben met elkaar ook afgesproken dat we geen dure externen gaan inhuren voor de evaluatie van het jongerenbeleid. We denken met elkaar in staat te zijn om dat te doen zonder dure externe ondersteuning. En binnen dat beleid is de beleidsmedewerker uiteraard een spil. Zo moet u die passage ook lezen en niet anders. Dan als het gaat om de toekomst van het jongerenwerk. Ik heb al gezegd: we zijn daar behoorlijk over in gesprek met het bestuur van de stichting en u zegt nu, dat is best een aardige: we zien in het voorjaar 2011 graag een wethouder terug die met enig gezag zegt: “en zó gaan we het doen.” U kent mij: op die manier ga ik het echt niet doen, communicatief. Wat ik wel doe, is het zoeken van een dialoog, nu al. Want het makkelijkste is natuurlijk om straks te zeggen: dit zijn de bezuinigingsdoelstellingen, stichting, bekijkt u het maar. Ik zoek bewust nu al de dialoog opdat we ergens in het voorjaar met een verhaal kunnen komen waar de stichting misschien niet à la minute enthousiast over is, maar waarvan ik in ieder geval weet dat ik de consequenties met de betrokkenen heb doorgesproken. Dus graag in de vorm van een dialoog, en dat we uiteindelijk in het voorjaar knopen moeten doorhakken is zeker. Maar u zult dan geen wethouder vinden die zegt “en zo gaan we het doen”. Want het is aan u als raad om te bepalen hoe het moet. Dan de subsidieverlening en de subsidieverordening in zijn totaliteit: bekijk het eens vanuit een andere blik. Nou, naar mijn idee heb ik dat ook gedaan. Ik kan u wel melden dat uw suggesties, niet over het Baggerfestival, want daar gaat de burgemeester over, maar, ik weet niet of u dat weet, maar die mogelijkheden staan al in de huidige subsidieverordening. U kunt als raad een budget vaststellen voor activiteitensubsidies en waarderingssubsidies. Dus het is aan u om dat te bepalen. De instrumenten heeft u al. Als ik over mag stappen naar Ruimtelijke Ordening en dan met name de Staatsliedenbuurt. Ja, meneer Den Braanker, ik moet u wel zeggen, u heeft na flink wat jaren de directe verantwoordelijkheid van het fractievoorzitterschap overgenomen van de heer Van Meeuwen. U weet, de heer Van Meeuwen had een uitstekend historisch besef; dat is ook zijn vak. Ik zou zeggen, ga nou niet op het vak van de heer Van Meeuwen zitten. Want als u zegt dat u niet tot de ontdekking wilt komen dat herinneringen aan bijvoorbeeld het socialistische gedachtegoed, en dan noemt u Talma en Troelstra, op de schop zijn gegaan, dan moet ik er op wijzen – tegenwoordig zit iedereen zo’n beetje bij de linkse kerk, heb ik wel begrepen – dan moet ik er op wijzen dat Talma een concurrent was van Troelstra. Echt een AR man, om het zo maar te noemen. En ik weet ook heel zeker dat hij Troelstra een keer heeft verslagen bij de verkiezingen. Dus als u Talma rangschikt onder degenen die het socialistisch gedachtegoed hebben vorm gegeven, dan moet ik u zeggen dat dat niet het geval is. Dat hij wel goed bezig is geweest, daar zijn we het zeker over eens. Maar laat het aan de heer Van Meeuwen over, zou ik zeggen. Op de Staatsliedenbuurt zelf terugkomend: er is geen plan. Dat hebben we een tijdje geleden tegen de bewoners gezegd en dat is nog steeds zo. Dat er op dit moment verkennende gesprekken zijn, met name op ambtelijk niveau, tussen Tablis en de gemeente zal duidelijk zijn, want we moeten een keer met voorstellen in uw richting komen. Alleen, dat doen we op de manier van een stuk wat u als gemeenteraad zelf heeft vastgesteld in 2009. Dat was het stroomschema wat we hanteren bij de grote projecten. Dat stroomschema voorziet er nadrukkelijk in dat op het moment dat wij enigszins denken welke richting het zou kunnen gaan gebeuren, we op dat moment, voordat we naar u als gemeenteraad
- 179 -
komen, met name met de betrokkenen, en dan hebben we het over het wijkplatform, we hebben het over de huurdersvereniging en het comité wat inmiddels gevormd is, een oriënterend vooroverleg hebben. Zo doen we het en zo heeft u het als raad ook vastgesteld. Dus niet andersom door eerst naar u als gemeenteraad te komen. Dat is ook volstrekt logisch, want u zou als bewoner van bijvoorbeeld de Talmastraat het ook niet plezierig vinden als er in de openbaarheid gesproken werd over plannen rondom uw woningen. Dus eerst oriënterend samen met de bewoners, en dan met een kaderstellende nota in uw richting. Ik probeer er wat tempo in aan te brengen, maar het is nogal wat, voorzitter. Excuus voor het feit dat ik zo lang bezig ben. De Sociale Dienst Drechtsteden en de heer van Steensel. Daar zal ik in de openbaarheid niet te veel over zeggen; ik zal me beperken tot de feiten. Die zijn dat niemand het echt leuk zal kunnen vinden als het budget voor de integratie vanaf volgend jaar meer dan gehalveerd zal zijn. Dat betekent dus dat er een enorme opgave ligt om dat geld goed te besteden. Woorden die daarbij gebruikt worden, ja, daar neem ik kennis van. Ik beperk me maar even tot de zakelijkheid. U weet dat de Sociale Dienst Drechtsteden volgend jaar maar liefst 25 miljoen moet zien te vinden. Niet alleen op het gebied van reïntegratie, maar ook op het gebied van Wmo enzovoort. Dat is een gigantische opgave en ik hoop dat we in Drechtstedelijk verband in goed regionaal overleg, ik benadruk het maar eens even, in staat zijn om die enorme opgave te realiseren. In goed collegiaal overleg met alle Drechtsteden. De motie Staatsliedenbuurt; daar ben ik dacht ik voldoende op ingegaan. Dat hoop ik althans. Dan in de richting van de VVD. Home Start. Collega Tanis heeft er al op gewezen dat dat project nadrukkelijk een onderdeel is van de brede doorlichting, waarbij we inderdaad bezien in hoeverre die activiteiten in financieel opzicht geïntegreerd kunnen worden in het CJG. Wat dat betreft denk ik dat we wel op dezelfde lijn zitten. De bibliotheek moderner. Ik heb al gezegd, daar kunnen we binnenkort met elkaar over van gedachten wisselen. Over de Sociale Dienst Drechtsteden heeft u een aantal opmerkingen gemaakt. Ik heb al gezegd: 25 miljoen zien te vinden is een enorme opgave en daarbij zullen we niet aanrommelen. Op krimp en Woonvisie ben ik dacht ik ingegaan. De fractie van de PvdA: de gevolgen van de nieuwe regeringsmaatregelen over de sociale woningen. Zoals bekend heeft de regering besloten om die grens op € 33.000 te stellen, wat een enorme impact zal hebben op corporaties zoals Tablis. In december zal er een speciaal portefeuillehoudersoverleg Fysiek aan gewijd worden om te bezien wat we daar met zijn allen aan moeten en kunnen doen. Dat is uiteraard geen plaatselijke aangelegenheid; dat moeten we echt breder bezien. Maar dat de impact van deze maatregel gigantisch is, dat kan ik u voorspellen. Ik zou als ik u was, de vakliteratuur lezen. Dit is een zaak waar we de komende twee jaar nog lang met elkaar over zullen moeten praten, denk ik. Vrees ik. Het CDA, tenslotte, nog twee opmerkingen. Het CJG, een soort waarschuwing van: zorg er wel voor dat je je regierol houdt en zorg voor de facilitering. Ja, geen misverstand: zeker de eerste jaren zullen we als gemeente ons nadrukkelijk bezig moeten blijven houden met de ontwikkeling van het CJG. En die stopt niet op het moment dat we de zaak daar feestelijk gaan openen, wat hopelijk begin 2011 gaat gebeuren. Dan het vrijwilligersbeleid. Ja, anders dan u, meneer Dunsbergen, is het college nog niet echt tevreden over de ontwikkeling van het vrijwilligerswerk. We doen er het nodige aan via de stichting Welzijnswerk, maar met elkaar hebben we eigenlijk al geconcludeerd dat het in het kader van de Wmo toch nog wel even ietsje beter zou kunnen. Dus daar waar u tevreden bent op dit terrein, ben ik dat namens het college nog niet helemaal. Maar je moet iets te wensen overhouden, tenslotte. Dat waren mijn punten, voorzitter, dank u wel. De voorzitter Dank u wel. Wethouder De Waard. Wethouder De Waard Dank u wel, voorzitter. Dit voelt toch iets anders dan wat ik in een vorig leven heb meegemaakt. Ik heb twaalf jaar geleden afscheid genomen van deze raad als raadslid en fractievoorzitter van een bekende partij. En daar heb ik tien jaar lang algemene beschouwingen voor mogen maken. Maar dit is toch even een andere tak van sport, om maar even binnen mijn portefeuille te blijven, om antwoorden te geven op vragen die gesteld worden vanuit die fracties. Maar ik ga mijn best doen. Ik heb in ieder geval bovenaan mijn papier gezet: geen toezeggingen doen. Want daar ben ik al van overtuigd geraakt: als je dat gaat doen, dan hang je de volgende keer, en we hebben er al een hele lijst. Dus wat ik ga doen, is in ieder geval de lijst van PRO Sliedrecht die zij gepresenteerd hebben, nadrukkelijk doornemen en kijken wat er van mijn portefeuille in staat en zo voortvarend
- 180 -
mogelijk, en dat woord is al een aantal keren gevallen, daarmee aan de slag te gaan. Maar dat is maar gekheid, voorzitter. Ik ga natuurlijk wel een paar dingen met u bespreken en doornemen. PRO Sliedrecht. 30.000 euro bezuinigen op de speeltoestellen. U vraagt zich af of er in Baanhoek West wel rekening gehouden is met het maken van een speeltoestel. Ik kan u geruststellen, dat zit in de grondexploitatie, dus dat komt goed. Met andere woorden: ik zou u dus willen afraden om de motie te handhaven, want die hebben we daar in ieder geval niet voor nodig. Die motie zou ik niet willen ondersteunen omdat in die reserve speelvoorzieningen dat onderhoud allemaal is gewaarborgd. Dat kan op een adequate manier gebeuren. Of dat allemaal even luxe gebeurt, dat durf ik u niet te voorspellen, maar het geld wat er in zit en wat er de komende jaren nog in gaat, we storten daar jaarlijks toch nog een substantieel bedrag in, dat geld wordt wel degelijk gebruikt om zaken op te lossen die zich in de toekomst voordoen. Wat we niet meer gaan doen, is uit die voorziening hele nieuwe dingen betalen. En dat is in het verleden wel een paar keer gebeurd, vandaar dat er ook in het verleden zaken zijn bijgestort om het uiteindelijk te kunnen betalen. Maar daar is die voorziening als zodanig niet voor bedoeld. U hebt het gehad over stageplaatsen in de organisatie; ik kan u in ieder geval vertellen dat als scholen ons benaderen, wij niet te beroerd zijn om een plekje in te ruimen voor een leerling die bij ons zijn stage wil lopen. Dat staat en dat blijft gewoon staan. Als het gaat over de plannen voor de Milieustraat en de Gemeentewerf, daar krijgt u als het goed is in de loop van volgend jaar een voorstel voor. Inmiddels zijn de gronden van de driehoek waar dat zou moeten plaatsvinden zo goed als allemaal aangekocht en dat betekent dat we daar ook een invulling aan zouden kunnen geven. Maar dat gaat over de organisatie. Daarvan is beloofd om daar begin 2011 op terug te komen. De voorzitter van de raad heeft u daar ook al het een en ander over verteld; die plannen worden op dit moment ontwikkeld en besproken met de gremia waar ze ook thuishoren. Dat wat betreft PRO Sliedrecht. Uw motie raden we af omdat het alleen maar slecht zou zijn om die bezuiniging ongedaan te maken, want het slaat wel een gat. De SGP/ChristenUnie vraagt om een aanzienlijke kwaliteitsslag te maken; daar gaan we zeker een poging toe wagen. We komen hier en daar op wat knelpunten in de organisatie en dat vraagt om kwaliteit. Dat ligt ook in het vervolg van de planning van Sliedrecht 2010. U hebt ons ambitieloos genoemd; collega Tanis heeft daar al iets over gezegd. Ik heb zelf dat idee niet, zeker niet nu ik een half jaartje bezig mag zijn in dit huis; aan de overkant, maar ook in dit huis. Ambities genoeg. Het valt niet mee om ze allemaal goed op een rijtje te krijgen, want er zit nogal wat in die portefeuille van mij. Maar we doen ons best. Bedankt voor het aanbod om te kijken naar posten waar eventueel wat op te bezuinigingen valt. Stichting Sportraad zit in mijn portefeuille. Ik zal niet zeggen dat uw voorstel ons een bevel is, maar zelfs wij hadden daar al over nagedacht. Maar ook daar kom ik op terug. Uitgaven aan beheer en onderhoud van de OR; de voorzitter van de raad heeft daar al iets over gezegd. Het ligt ook in mijn portefeuille om dat onderhoud goed te regelen. Tot nu toe kregen we heel veel complimenten hoe Sliedrecht er bij ligt en hoe Sliedrecht er uitziet. Dat willen we ook graag zo houden en we zullen ons best er voor doen om dat te blijven onderhouden. De VVD heeft iets gezegd over hogere kosten Biesbosch; het is niet zo dat de kosten van de Biesbosch zullen stijgen bij de inbreng in het parkschap, waarvoor u voorstellen krijgt gepresenteerd in de decemberraad. We hebben daar een voorschot op genomen door in ieder geval te vertellen wat het voorstel is van het bestuur van het parkschap als we eventueel zouden willen uittreden. Maar de kosten zoals die nu in de begroting staan, blijven zo. Sterker nog, we hebben inmiddels in het bestuur van het parkschap gezegd, en dan heb ik het over de vertegenwoordigers van Sliedrecht, en zelf mag ik daar als penningmeester optreden, dat er taakstellend minstens tien procent bezuinigd moet worden. De VVD gaf aan voorstander te zijn van sport; nou, dat is in het college niet minder goed terechtgekomen. Dat regelen wij ook. Wij zijn voorstander van sport, maar dan hebben we het over de breedtesport. U haalde nu net een ploeg aan die zich bezighoudt met profsport. Daar doen wij dus verder niks aan, in de zin van subsidiëren of gelden ter beschikking stellen. Wat we wel doen, is faciliteren als die ploeg bijzondere wedstrijden moet spelen zoals in Europacupverband. Wat we ook wel gaan doen is proberen om die sporters te betrekken bij hun maatschappelijke verantwoording. In samenspraak met de wethouders van de Drechtsteden die sport in hun portefeuille hebben, gaan we met name proberen om waar dat ook maar plaatsvindt aan topsport, en dan denken we aan FC Dordrecht, Sliedrecht Sport, en in Zwijndrecht zit een hele grote gymnastiekvereniging, om die sporters die zich bewegen op dat niveau
- 181 -
toch ook bij de maatschappij te betrekken en daar hun taak te laten verrichten. U sprak ook nog over de bezuiniging van 1,5 miljoen op de loonkosten. De loonkosten bedragen in totaal overigens 7,6 miljoen. Dat wil ik maar even afzetten tegen die 19,5 die u noemde; dat is toch een wat ander bedrag. Als we de loonkosten op 7,6 miljoen houden, dan hebben we het over een besparing van 20%, dus dat is toch redelijk substantieel. Het aantal nieuwe bedrijven uitbreiden, daar vroeg u om. Wij zijn voortvarend bezig; daar heb je dat woord weer. Voortvarend bezig om invulling te geven aan het terrein van Connexxion. De besprekingen daarover lopen en we proberen daar toch in de loop van het jaar een klap op te geven, en dan ook een aantal nieuwe bedrijven te kunnen aantrekken. De MerwedeLingelijn hebt u genoemd; een fantastisch project. Ik heb daar onlangs de eerste handeling mogen verrichten. Je ziet er op dit moment helemaal geen fluit van, want het zit allemaal onder het zand, maar het komt fantastisch tevoorschijn in het voorjaar van 2011 en dan hebben we inderdaad een kwartierverbinding op deze prachtige lijn met alle toeters en bellen. Je kunt daar tegenwoordig internetten aan boord, dus het is echt fantastisch. En de Waterbus toetsen, dat zal dan inderdaad gebeuren, of we dat in combinatie met elkaar nog nodig hebben, ook afgezet tegen de kosten die daarmee zijn gemoeid. U sprak over de verbreding van de A15, een punt wat al heel lang in bespreking is. Ook andere gemeenten doen daar een poging toe om dat voor elkaar te krijgen. Maar ik begrijp dat dat eigenlijk alleen maar zin heeft in combinatie met de aanpak van de A27. Maar we moeten wel goed in de gaten houden dat er straks een extra belasting komt als ook in Alblasserdam de terminal voor containers zal worden aangelegd. Dan kom ik bij de PvdA. Er ligt nog een aantal accommodatieknelpunten, zoals de Stoep en de voetbalvereniging. Er is vorig jaar een uitspraak gedaan dat als er een uitbreiding komt van sportaccommodaties, die in ieder geval bij de Stoep komt. Ik heb u al eerder gemeld dat het gehele stedenbouwkundige plan vanaf het gat van Vogel tot en met de Stoep zal worden behandeld en dat daarna de knip zal plaatsvinden. Het ene deel blijft in de portefeuille van wethouder Lavooi en het andere deel, waar het gaat over de Stoep, komt naar mij toe. Maar ik zeg u op voorhand al dat dat een vrij lastige operatie zal worden, ook in het kader van de beschikbare middelen. Als het gaat over het station Baanhoek West: ik hecht er aan om u er op te wijzen dat dat ding heet: halte Sliedrecht Baanhoek. Om misverstanden te voorkomen: wij krijgen niet straks twee stations. We hebben straks een station en een halte. Ik vind het goed om dat goed te verwoorden. Dus de halte Sliedrecht Baanhoek heeft helemaal niks met Baanhoek West te maken. Baanhoek West is het huizenbouwproject en wat daar verder mee samenhangt, en dat heeft niets met de halte Sliedrecht Baanhoek te maken. Ik dank u in ieder geval voor de ondersteuning dat u trots bent op een aantal zaken die we gerealiseerd hebben; wij zijn daar uiteraard niet minder trots op. Dan kom ik aan het CDA. Nou, u heeft iets gezegd over de Hollandse Biesbosch. U hebt begrepen wat er in de memorie van antwoord is aangegeven en dat is goed bij u aangekomen. Daar ben ik ook blij om, dat het goed is overgekomen. U snapt ook wat er gezegd is met betrekking tot de speelvoorzieningen; ook dat is een mooie opsteker voor mij. U hebt iets gezegd over de regieorganisatie. Ook daar heb ik al richting anderen een antwoord op gegeven. U noemt de Talentenbank. Ik kan u vertellen dat dat inmiddels ook al in ontwikkeling is in Drechtsteden en dat wij ons daar ook gevoeglijk bij zullen aansluiten. De verkeersafwikkeling van het Watertorenterrein. We hebben het al een keer gehad over de mogelijkheid van een rotonde daar in de buurt. Er zijn op dit moment onderzoeken gaande om te kijken waar dat het beste geprojecteerd kan worden. Het levert nogal wat problemen op om dat te projecteren op de aansluiting met de Thorbeckelaan, omdat daar inmiddels ook een aantal nieuwe huizen gebouwd is. Het zou toch zonde zijn om die weer te moeten afbreken. Maar er zijn nog wat andere mogelijkheden. Ik kan er nog niet op vooruitlopen, maar wij zijn dat inmiddels al aan het onderzoeken. Dus in dit geval is uw voorstel ons een bevel. Ja, ja. Soms moet je weleens wat toezeggen. Het is één toezegging, en helemaal aan het eind. Dus ik begin er mee en ik eindig er mee. Hartelijk dank voor het aanhoren. De voorzitter Dan schors ik de bijeenkomst. Om zes uur staat er een lopend warm buffet gereed in de raadsinformatieruimte. Ik wens u een smakelijke maaltijd en tot zeven uur. Schorsing 17.30 – 19.00 uur
- 182 -
De voorzitter We hebben een schorsing gekend met een maaltijd waarvan ik begrepen heb dat velen van u dat goed is bevallen qua keuze en qua kwaliteit, dus ik ben maar zo vrij geweest om dat ook over te brengen. Tweede termijn, tien minuten per fractie; niet per fractielid. U weet dat ik altijd enige soepelheid heb, maar probeert u toch wel om even de tijd met elkaar in de gaten te houden. Ik ga er van uit dat alle fracties van de tweede termijn gebruik willen maken, dus ik geef hierbij het woord aan PRO Sliedrecht, in eerste instantie aan mevrouw Visser, maar mogelijkerwijs ook aanvullend aan een ander vanuit de fractie. Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Dank u wel, voorzitter. De bijlage die ik bij de algemene beschouwingen heb gestopt met de 38 toezeggingen: ik heb nergens de pretentie gehad om te zeggen, het is wel of niet al uitgevoerd. Het is aan iedere fractie zelfstandig om af te vinken hoe of wat. Het was meer het puur inzichtelijk maken van: wat staat er nu eigenlijk allemaal? Dan kom ik eigenlijk terug op de opmerking van de heer Den Braanker waarin hij zegt: het is op de winkel passen en misschien wel een beetje visieloos. Ik onderschrijf dat niet helemaal, maar eigenlijk vind ik gewoon: doe nou eerst maar eens wat er allemaal staat en ga dan maar weer nieuwe initiatieven ontplooien. In de eerste termijn heb ik wat gezegd over het uitvoeringsprogramma. Daar heeft de SGP/ChristenUnie een motie over ingediend en of die nu werkelijk overgenomen is: wij hadden de indruk van wel, maar zo niet, als die in stemming wordt gebracht, dan zullen we die in ieder geval steunen. De discussie over het jongerenwerk: de portefeuillehouder zei, ik moet 300.000 euro bezuinigen en dan kijk je altijd eerst naar de grote vis. Dan denk ik, ja, dat is leuk, maar tien kleine vissen is ook één grote vis. Ik vind het iets te makkelijk om te zeggen: we kijken naar de stichting Open Jeugdwerk. Daar heb ik in de Zomernota al kritiek op geleverd. U plust bij bij de stichting Welzijn en inmiddels bent u al wel aan het aframen op de stichting Open Jeugdwerk. Daarbij heeft u in de eerste termijn gezegd, tot twee keer toe: ik kom terug op het amendement. Maar uiteindelijk bent u er niet op teruggekomen, of u het ontraadde, of aanraadde, of er bezwaar tegen had of er geen bezwaar tegen had. Dat is ergens in de lucht blijven hangen. De motie speelvoorzieningen. Het antwoord van portefeuillehouder De Waard was: Baanhoek West zit in de grondexploitatie. En dat vind ik een hartstikke vaag antwoord, want dat kan zijn aan het eind van de rit als de 600 woningen er staan, en dat kan ook zijn morgen. Ik wil wel graag van u horen dat er op vrij korte termijn in ieder geval iets gerealiseerd gaat worden voor jongeren. Afhankelijk van het antwoord kijken we of we de motie handhaven of niet. Dan voor wat betreft de stageplaatsen en de leerwerkplekken. U heeft gezegd: ieder kind wat aanklopt voor een stageplaats krijgt er ook één. Wij vinden dat een passieve houding en met name in gedachten wat we daar vorig jaar over gezegd hebben: het is een verloren generatie als we niet oppassen. In deze periode van hoge werkloosheid hadden wij daar een veel actievere houding in verwacht. Plus dat u helemaal niet ingegaan bent op de leerwerkplekken. Dan was ik blij met de toezegging van burgemeester Boevée voor wat betreft de graffiti, alleen, u koppelde dat aan vandalisme en dat soort dingen. Voor onze fractie is graffiti kunst en geen rommel. En dan bedoel ik niet “SLD” wat overal door Sliedrecht heen staat. Ook wij vinden dat rommel. Maar op zich, een mooie graffitiplaats is geen rommel. De heer Den Braanker …..graffiti leidt tot rommel, leidt tot .... Mevrouw Visser Ik ben geen ambtenaar, dus ik krijg Binnenlands Bestuur niet. Alleen het blad van de VNG. Daar waar wij het hadden over het thema verzilveren is dat voor onze fractie heel wat meer dan het toespitsen op Ruimtelijke Ordening en dan het even teruggooien met het feit van: jullie hebben ingestemd met de Woonvisie. Verzilveren is veel meer. Op het moment dat je die generatie die nu gaat pensioneren en noem maar op, niet kunt bedienen in hun uitgavenpatroon, dan doe je als gemeente ook iets niet goed. Dat wil ik toch breder zien dan alleen maar in het Ruimtelijke Ordening verhaal. Wat betreft de package deal van Zuid-Holland Zuid heeft wethouder Tanis gezegd: een deel stond in het veegbesluit en de rest komt in de Zomernota. Wat in de Zomernota komt, zal waarschijnlijk gaan over de structurele gevolgen, maar ik zou het toch prettig vinden om voor de Zomernota van u een keer een volledig overzicht te krijgen van: dat gaat in het veegbesluit en dat komt in de Zomernota aan de orde. Dan kunnen we daar met elkaar wat langer over nadenken. Dan hebben we het gehad over Manden Maken. Daar heeft u een heel duidelijk antwoord op gegeven. We moeten dat dus toch nog afwachten.
- 183 -
Alleen, ik hoop echt met alles wat ik in me heb, dat aan het eind van de rit Sliedrecht geen netto betaler zal zijn. Ik heb iets gezegd over de herinrichtingwerkzaamheden omtrent het Burg. Winklerplein en eigenlijk heeft niemand daar een antwoord op gegeven. Volgens mij was het de fractie van de SGP/ChristenUnie die iets over het Burg. Winklerplein heeft gezegd. O, de fractie van het CDA. En eigenlijk heeft iedereen daar overheen gepraat. Het antwoord van wethouder De Waard over de Milieustraat en de Gemeentewerf was voor onze fractie onvoldoende. We hebben met name benadrukt dat wij tot nog toe altijd uitgaan van een Gemeentewerf samen met, nu heet het Waardlanden, met de achter ons liggende gemeenten. En u heeft alleen maar in uw antwoord gezegd: maar de gronden zijn aangekocht en volgend jaar komen we er wel op terug. Onze vraag is gewoon: spreken we nog steeds over een gezamenlijke Gemeentewerf of praten we inmiddels over een Gemeentewerf alleen voor Sliedrecht? Dan hoor ik nog even terug te komen op de bijdrage van de andere partijen in eerste termijn. Ik heb niet echt een vraag kunnen vinden in de bijdrage van de SGP/ChristenUnie in onze richting. Ik was wel blij met de steun waar het ging over het voorstel wat we vorige week gedaan hebben om mensen makkelijker aangifte te laten doen bij de politie. U heeft wat gezegd over subsidie; dat was op zich wel interessant, waar u zegt: een aantal heeft een structureel karakter. Alleen de vraag is: op het moment dat je ze niet meer structureel maakt, maar iedere keer opnieuw moet indienen en alles moet opnieuw beoordeeld worden, of dat juist niet meer arbeid vraagt dan wanneer je zou zeggen: van een aantal organisaties stellen we bij voorbaat vast dat ze bepaalde subsidies krijgen, en dat zei de heer Van Rekom ook, en we gaan dat veel meer incidenteel echt streng controleren om te zien of alles voldoet. Dus uitgaan van vertrouwen tot het tegendeel bewezen is. En dan kun je misschien ook wat besparen op personeelskosten. De brede school, daar hebben wij voor de zomervakantie iets over gezegd en volgens mij uw fractie ook, van: kun je dat los zien van elkaar, de Anne de Vriesschool en de brede school in Baanhoek West? Toen is er eigenlijk gezegd door ons: in eerste instantie moeten we daar misschien wel een A4-tje over schrijven en dat dan opiniërend bespreken. Toen is er tegen ons gezegd: wacht nou even af, want eind november komt er een voorstel. En ik weet nu nog steeds niet of we dat nou wel of niet gaan doen, eind november. Want wethouder Tanis zei ook wel: eigenlijk kun je het één niet los zien van het ander. Dus we wachten dat maar even af. De VVD heeft iets gezegd over de Sociale Dienst Drechtsteden. Ik weet niet of de heer van Rekom afgelopen dinsdag in de Drechtraad was, maar de portefeuillehouder Sociaal van de Drechtsteden heeft gezegd dat hij eigenlijk het gerommel binnen de Sociale Dienst Drechtsteden met name toegespitst had op de reïntegratie en niet op het volledig functioneren van de Sociale Dienst Drechtsteden. Dus op zich ben ik daar wel blij mee. Alleen, u heeft daar ook gezegd van: kijk naar Spijkenisse. Daar moet je als uitkeringsgerechtigde 20 uur per week de plantsoenen reinigen. Onze fractie ziet dat toch als een vorm van dwangarbeid en wij zouden er veel meer de voorkeur aan geven om die mensen te activeren, om die 20 uur zinvol vrijwilligerswerk te laten doen. De PvdA had ook niet echt iets aan ons gevraagd. De heer Dunsbergen van het CDA begon zo positief “vorige week dinsdag 2 november kwam er een positief signaal van het Drechtstedenbestuur tijdens de Drechtraadvergadering dat het bestuur het als taak en opdracht ziet om een bezuinigingstaakstelling van 10% te realiseren”. Maar er kwam ook een negatief signaal van het Drechtstedenbestuur, dat ze toch afstevenen op een flink tekort. Dus ik deel aan de ene kant op zich het optimisme wel, maar aan de andere kant deel ik dat optimisme niet echt met u. Dan kom ik bij de moties en amendementen. De motie minimabeleid zoals wethouder Lavooi het uitgelegd heeft in zijn eerste termijn van: maak een soort heel klein dingetje waar je verwijst naar de website van de Sociale Dienst Drechtsteden, met een link vanaf de website naar de Sociale Dienst Drechtsteden, dan is het helemaal geweldig en dan hoop ik dat iedereen de motie steunt. Afhankelijk van het antwoord van wethouder De Waard kijken we of we de motie speelvoorzieningen in stand houden. Over het amendement heb ik gezegd: de wethouder heeft twee keer gezegd dat hij er op terugkomt, dus dat wachten we nog even af. SGP/ChristenUnie had twee moties. De Staatsliedenbuurt, ja, dat steunen we, want dat is ook zoals Timo Pauw het namens onze fractie heel vaak al verwoord heeft in allerlei vergaderingen, hoe wij vinden dat er mee omgegaan moet worden. Over de motie uitvoeringsprogramma heb ik al wat gezegd. Het amendement van de VVD, daar wil ik toch wel een paar dingen over kwijt. Integratie Home Start, ja, nou ja, als dat in het CJG geïntegreerd wordt, dan denk ik dat daar wel een besparing op te halen is. Alleen vraag ik me af of dat het volledige bedrag is. Taakstellende besparing ICT: aan de ene kant zegt mijn fractie, dat willen we hartstikke graag steunen.
- 184 -
Anderzijds denk ik met de woorden van wethouder Tanis die hij in eerste termijn gesproken heeft van: er komt een apart voorstel voor, dan moeten we eigenlijk in de begroting op dit moment het volledige bedrag ICT niet vaststellen. En dan: schrappen voorbereiden nieuwe projecten en producten. Er is een aantal projecten gaande; daar zijn kosten aan verbonden. Alleen, in die lijst bijlagen wordt ook beloofd, ik denk dat dat in de technische vragenbeantwoording was, dat er een apart voorstel komt met de projecten met financiële onderbouwing. Dus eigenlijk denk ik dat we als raad moeten zeggen: we wachten dat voorstel af, dan kijken we welke projecten we wel doorzetten en welke niet. Dan de kosten die nieuwe projecten eventueel meebrengen, dat wel voteren en de rest terug laten vloeien naar de algemene reserve. En de extra stimulering ondernemers vestigingsklimaat: wij vinden dat een hartstikke moeilijke, en met name omdat dit voorstel komt van de VVD fractie die er eigenlijk altijd van overtuigd is dat iedereen de eigen broek moet ophouden. En dan vinden wij zeker dat ondernemers de eigen broek op moeten houden, en dat je die niet op welke wijze dan ook moet stimuleren. Anderzijds: reclame maken om iemand zich te laten vestigen in Sliedrecht kunnen we wel begrijpen. Dus we zijn daar nog niet helemaal uit. Dan heb ik nog één vraag aan de voorzitter van deze raad, want die begon zijn beantwoording in eerste termijn over zijn twijfels aan de vorm van de algemene beschouwingen zoals die op dit moment plaatsvinden. De fractie van PRO Sliedrecht heeft daar al jarenlang de nodige kritiek op, dus ik zou het prettig vinden als u daar nog eens iets verder op doorgaat, wat u dan voor ogen zou hebben hoe algemene beschouwingen er wel uit moeten zien. De voorzitter Mag ik het woord geven aan de heer Den Braanker? De heer Den Braanker Ja, en een andere opzet zou misschien ook minder spreektijd vergen. Maar dat moeten we denk ik maar in het groot presidium bespreken. Laat ik maar beginnen met het belangrijkste voor onze fractie, de motie met betrekking tot het uitvoeringsprogramma. Als ik het college goed beluister, dan zegt u: we nemen dat één op één over. U heeft daar bij gezegd: het gaat vooral ook om een actualisatie van het concept wat er in juni lag. Nou, daarvan heeft onze fractie ook wat gevonden. Daar hebben we vrij forse woorden bij gebruikt: drie keer niks. Dus ik ga er wel van uit dat als dat uitvoeringsprogramma op enig moment komt, dus voor januari, het dan wel wat smart geformuleerd is. Laat ik het zo maar even benoemen. Milieu. U heeft gezegd, de evaluatie neemt een jaar in beslag en dat jaar is nog niet om. Maar dat lijkt wel in tegenspraak met blz. 10 van het uitvoeringsprogramma waar staat dat u er in het derde kwartaal van 2010 op terugkomt. Als het gaat over de visie van het college op de organisatie, dan ben ik blij dat u toezegt dat u daar in het eerste kwartaal 2011 mee terugkomt. Ik breng u ook graag in herinnering om aandacht te geven aan de opties die dan zouden kunnen voorliggen. Graag gaan we daar met u over in gesprek. Onze opmerking over het ambitieloos zijn van het college was natuurlijk vooral prikkelend bedoeld. Nou, alsof hij gestoken was door een wesp antwoordde de wethouder heel gevat. Wat dat betreft heeft hij ons ook wel overtuigd. Daarbij nemen wij natuurlijk ook wel in aanmerking dat, zoals de heer De Waard dat zegt, we een behoorlijke portefeuille hebben en dan valt er heel wat te doen in het komende jaar, ook gegeven de toezeggingen die zijn gedaan. U heeft ook omtrent de brede doorlichting aangekondigd dat er dan keuzes worden gemaakt, er een overzicht gegeven wordt van grote projecten en ook fondsvorming, structureel, dat we daar ook iets aan moeten doen. Het zou mij ook een lief ding waard zijn als we daarin ook de OZB zouden betrekken. Dan kom ik bij wethouder Lavooi over het jongerenwerk. Wij hebben aangegeven dat we graag een wethouder zien die terugkomt met de opmerking “zo gaan WIJ het doen”. Dat veronderstelt natuurlijk wel enig draagvlak voor wat u te berde brengt op dat moment. Dus zo zien wij graag de wethouder terug. De bibliotheek. Ik vond de suggestie van de VVD best een aardige, om eens te kijken van: kunnen we wat met HardinxveldGiessendam? Overigens ook bedankt voor het aangeven dat u op constructieve wijze de komende vier jaar zich wilt inzetten; dat doet ons deugd voor een oppositiepartij, laten we daar eerlijk over zijn. U heeft naar mijn idee ook wat minder leuke dingen gezegd, bijvoorbeeld over RIVAS, dat u daar de bezem door wilt halen. Nou, volgens mij zijn wij niet de geëigende partij om daar de bezem door te halen, maar dat laat ik dan ook voor uw rekening. Volgens mij moet u nog eens met de regioportefeuillehouder van de Sociale Dienst Drechtsteden gaan praten, want volgens mij ligt u een ronde achter, wat dat betreft, over de opmerking die u maakt over de Sociale Dienst Drechtsteden. Als
- 185 -
we het hebben over samenwerking met Hardinxveld-Giessendam; die geluiden hebben natuurlijk ook ons bereikt. Ik zou wel graag die vraag eens in ons midden neer willen leggen. Bestaat er bij ons ook enige aandrang, en dan kijk ik naar het college en naar de raad, om een samenwerking te zoeken met Hardinxveld-Giessendam? We hebben daar natuurlijk mooie woorden aan gewijd in ons raadsprogramma, maar is er ook echt die aandrang en kunnen we ook echt concreet projecten benoemen, de bibliotheek misschien wel? Maar bijvoorbeeld ook het zwembad of andere projecten; misschien moeten we daar eens fundamenteel met elkaar over spreken. Mevrouw Visser Voorzitter, mag ik daar een vraag over stellen aan de heer Den Braanker? Want u legt het in ons midden, zo van: hoe denken wij over samenwerking met Hardinxveld-Giessendam? Maar uw fractie heeft daar ideeën over. Daar hebben we ook over gesproken toen het over het raadsprogramma ging. Hoe ziet u dan een eventuele samenwerking, de rol van HardinxveldGiessendam richting de Drechtsteden? Dat is de wedervraag die ik dan in eerste instantie maar aan u stel. De heer Den Braanker Ja, dat is natuurlijk aan Hardinxveld-Giessendam om eerst die vraag te beantwoorden. Ik moet helder zijn, en dat is ook de boodschap die we uitdragen richting HardinxveldGiessendam, dat als zij enige samenwerking zoekt met Sliedrecht, zij ook de samenwerking zoekt met Drechtsteden. Nou, dat is volgens mij voor Hardinxveld-Giessendam nog een hele stap, om die te zetten. Maar dat is wel de boodschap die wij volgens mij moeten afgeven. Maar het gaat natuurlijk ook om, en dan noem ik het maar even: de visie van Sliedrecht op de organisatie. Wat voor organisatie willen we zijn? Dan vind ik dat we ook concreet kunnen zoeken naar: hoe kunnen we elkaar versterken ten dienste van de burger? Nou, daar spreken we volgens mij over in januari en dan willen we ook wellicht wat concrete zaken benoemen. Over de subsidie: de wethouder hoor ik zeggen, dat instrument hebben we wel. Maar wat wij bedoelen is dat we veel meer een fundamentele discussie willen over de wijze van subsidiëren. We hebben in het verleden vooral een institutionele subsidie gehad, vooral om de accommodatie in stand te houden. Vervolgens kreeg je de beweging naar veel maar activiteiten subsidiëren, prestaties, resultaten, effecten en je zou het misschien nog wel door kunnen trekken door veel meer te gaan focussen op de overheid als aanjager, als stimulator. En dat wil ik vooral zeggen: dan moet je niet zomaar alle subsidies overboord gooien, want er zijn wel degelijk instellingen die een structurele subsidie nodig hebben, en wellicht kun je daar in de zin van ambtelijke capaciteit ook wat makkelijker mee omgaan; dat je bij wijze van spreken een vastgesteld bedrag zou kunnen geven, maar wat ik vooral toch wil is de discussie daarover voeren met het college. Mevrouw Visser Komt u dan met een soort gespreksnotitie? Of wacht u af tot het college daarmee komt? Want u heeft daar best wel ideeën over. De heer Den Braanker Het is natuurlijk afhankelijk van de wethouder die een antwoord geeft. Als de wethouder zegt, ik werp u terug op de subsidieverordening, dan neem ik daar kennis van en dan sluit ik toch niet uit dat we toch nog eens met elkaar dat hele subsidiebeleid willen bespreken. Maar ik zeg het heel voorzichtig. De Staatsliedenbuurt, ook daar geef ik toch weer mee aan de wethouder om goed onze algemene beschouwingen te lezen, want daar gaat het over het socialistisch gedachtegoed. En dat is toch net even iets anders. Maar onze specialist op dat gebied zal daar zelf een mooi antwoord op formuleren. De heer Van Meeuwen Nou, jullie begrijpen dat ik de wethouder zeer dankbaar ben dat ik ook het woord nog even mag voeren voor twee minuten. Hij heeft onze fractievoorzitter, de heer Den Braanker, aangevallen op zijn historische uiteenzetting ten aanzien van het socialistische gedachtegoed. Talma en Troelstra. Wij willen allereerst wethouder Lavooi complimenteren voor zijn historisch besef en historische kennis. Best bijzonder voor iemand van de PvdA. Dat was een inkoppertje, dat snapt u natuurlijk. Heeft hij nou gelijk? Hij heeft gelijk. Want zoals het hier staat, lijkt het net of Talma en Troelstra in één partij zaten, de SDAP, en het is volkomen juist als hij zegt: dat is niet zo. De heer Talma heette Aritius Sybrandus Talma – ik heb het net van Internet gehaald, hoor – en
- 186 -
leefde van 1864 tot 1916. Hij is Kamerlid geweest voor de ARP, de AR, toentertijd, en ook nog een poosje minister. Die was dus inderdaad lid van de AR. Dus wij hebben in de fractie daarnet onder het eten een stevige discussie gehad, en de heer Den Braanker heeft zijn huiswerk wel goed gedaan. Die wist dat. Maar hij zei: je moet ook goed lezen wat er staat. Er staat: het socialistisch gedachtegoed. En een AR – mensen die wat langer meedraaien weten dat de AR opgegaan is in het CDA, en dat is altijd een partij geweest met vleugels, dat was vroeger ook al zo. Midden en links en rechts, alles past er ongeveer in. En de linksen zaten meestal bij de AR. De AR mag u dus ook vertalen als Anders Rood. En dan zijn we socialistisch. Dus de heer Den Braanker heeft dit bij zijn volle bewustzijn en met zekerheid neergeschreven. Hij heeft ook gelijk. We hebben beiden dus gelijk. Wethouder Lavooi Voorzitter, mag ik dit nu beschouwen als een soort verkapte poging van de heer Van Meeuwen om alsnog het fractievoorzitterschap terug te krijgen? De heer Van Meeuwen Nee, nee, nee, zeker niet. De heer Den Braanker Hij gaat volgens mij nog iets zeggen over het formateurschap. De heer Van Meeuwen Ik ben nog een keer geciteerd, en wel in de algemene beschouwingen van PRO Sliedrecht. Daar ga ik ook even op in; daar hebben ze ook recht op tenslotte. Daar schrijven ze over de brede doorlichting, en daar heb ik gezegd: de bedoeling - ik citeer dus nu mezelf, ook wel apart, eigenlijk – de bedoeling van die brede doorlichting zal niet zijn om het jongerenwerk om zeep te helpen, bepaald niet. En dan is de conclusie van PRO Sliedrecht: deze uitspraak strookt niet met de aangezegde 20% bezuiniging op de stichting Open Jeugdwerk. En daar verschillen wij denk ik van mening. Want het jongerenwerk hoef je niet om zeep te helpen door een bezuiniging toe te passen. Je kunt zelfs de kwaliteit verbeteren door de dingen misschien efficiënter te regelen. Dus de bewering en de toezegging die er staat, die blijft nog steeds staan: wij gaan het jongerenwerk niet om zeep helpen, maar je kunt wel bezuinigen. Zo heb ik dat bedoeld. Dank u wel, voorzitter. De heer Den Braanker Mag ik snel doorgaan? De voorzitter Ja, want anders moet ik u afhameren. Maar ik ben even wat voor u aan het opzoeken om een goed antwoord te kunnen geven, dus ik ben ook nuttig bezig. De heer Den Braanker Prima. Maar dan ik ga ik intussen door, als u het niet erg vindt. De voorzitter Dat is goed. De heer Den Braanker Over de motie an sich met betrekking tot de Staatsliedenbuurt: voorzitter, onze fractie wil die motie handhaven. U heeft gezegd: er is geen plan, maar er zijn wel verkennende gesprekken. In 2009 is er een stroomschema vastgesteld en het initiatief ligt bij Tablis, en er is een oriënterend vooroverleg met bewoners nodig, en dan komt er een kaderstellende nota naar de raad. Dat is allemaal prima, maar volgens mij doorkruist dat niet onze intentie om op een brainstormende manier bezig te zijn met die wijk. Dus vooralsnog willen we die motie handhaven. We willen daarbij misschien ook gezegd hebben dat we niet voor voldongen feiten willen komen te staan met een heel concreet plan, maar liever brainstormend meespreken. Dank aan PRO Sliedrecht overigens voor het op een rijtje zetten van de toezeggingen die gedaan zijn. Onze fractie heeft daar ook het een en ander over gezegd. Frappant vind ik wel dat we een portefeuillehouder aantreffen die zegt “ik doe geen toezeggingen” en een minuut later vertelt “u krijgt met betrekking tot de Milieustraat binnenkort een voorstel op uw tafel”. Dat vind ik overigens wel goed, want sinds 2007 zijn we daar al mee bezig, dus in aansluiting op wat PRO Sliedrecht zegt wil ik toch wel duidelijkheid hebben over de Milieustraat. Halte Sliedrecht-Baanhoek, toen dacht ik even van: waarom heet ie nou zo, en waarom heet hij niet halte De Waard? Om het socialistisch gedachtegoed misschien, of het christelijk-sociaal gedachtegoed in leven te houden. Uw opmerking met betrekking tot het recreatieschap: minstens 10% bezuinigen. Ik
- 187 -
ga er van uit dat dat wel van de huidige bijdrage is en niet van de voorgestelde verhoogde bijdrage. Dan kom ik bij de moties. Motie Milieu – Duurzaamheid. Die ondersteunen we, al is het alleen al omdat hij van ons is. Maar zie het vooral ook als een aansporing, deze motie. Onze fractie vindt het ook van belang dat er bijvoorbeeld initiatieven worden genomen met betrekking tot de feestverlichting, bijvoorbeeld, die toch al volgens mij een flink aantal weken in bedrijf is. Dat zou best meegenomen kunnen worden, de suggestie om die periode wat te bekorten. Dan de motie van de VVD over de programmabegroting 2011 en de verschuiving daarin. Ik wil toch wel even gezegd hebben, en misschien kan de wethouder dat bevestigen, dat Home Start grotendeels bekostigd wordt uit de integratie-uitkering van het CJG. Dus als je daar op bezuinigt, betekent dat feitelijk dat je dat geld terug zou moeten storten aan het rijk. Dus onze overtuiging is dat dit amendement ook niet nodig is. Mevrouw Verschoor Bij interruptie. U noemt nu een dingetje op vanuit het ons amendement, maar volgens mij staan er vier punten op. Over de andere drie hoor ik u niet. De heer Den Braanker Volgens mij heb ik goed geluisterd naar het antwoord van het college en daar vond ik heel veel waars in zitten. Waar het gaat over die extra uitgave van 50.000 euro, ja, misschien zou je… nee? Sorry. De taakstellende besparing op ICT, die 20.000, ja. Volgens mij is dat niet noodzakelijk. En schrappen voorbereiding nieuwe projecten en producten ad 217.000 euro, dat is nogal wat. Volgens mij moeten we toch de projecten goed in gang zetten. Daar past ook een goede voorbereiding bij, en een goede uitvoering bij, en dat geld is gewoon hard nodig. Dus om zomaar 217.000 euro te besparen…dan zou ik zeggen, kijk eerst nog eens goed waar dat geld precies in zit. En wees ervan overtuigd dat we dat nodig hebben. Mevrouw Visser Voorzitter, mag ik interrumperen? Dank u wel. Ik onderschrijf aan de ene kant uw betoog, meneer Den Braanker, maar bent u het niet met mij eens dat het college dan eerst eens moet komen met een prioritering van projecten plus financiële onderbouwing, en dat het dan best wel eens zou kunnen zijn dat een deel van die 217.000 euro inderdaad niet nodig is? De heer Den Braanker Dat is zo. Maar dat zal dan blijken. Het college heeft toegezegd om met een overzicht te komen van niet te honoreren projecten en ook de wijze waarop er dekking zal moeten plaatsvinden. Dus dat is dan ook denk ik het moment om te bepalen of zoiets kans van slagen heeft om daarop te bezuinigen. Ik ga er even sneller doorheen, want mijn tien minuten zijn om. Het amendement van PRO Sliedrecht over het accommodatiegerichte jongerenwerk verschuiven naar het ambulante jongerenwerk: ja, bespreken vinden we op zich heel goed, denk ik, maar volgens mij is deze motie afdoende beantwoord. Door het college is deze feitelijk overgenomen en onze fractie vindt dat… Mevrouw Visser Maar wat heeft u nou gehoord wat ik niet gehoord heb, meneer Den Braanker? Want ik heb net in mijn tweede termijn gezegd: twee keer heeft de wethouder gezegd, ik kom terug op dat amendement, en twee keer heeft hij dat niet gedaan. Dus wat heeft u nou gehoord dat ik niet gehoord heb, dat u de stellige overtuiging heeft dat het volgens u overgenomen is? De heer Den Braanker Er staat een zin “echter niet alvorens de evaluatie jongerenwerk gereed is en breed besproken is met de gemeenteraad en alle betrokkenen.” Volgens mij is helder dat de evaluatie jongerenwerk er aan komt en dat dan ook het moment is, en overigens ben ik wel blij met uw intentie om hierover te spreken, dat dat het moment is om ook als gemeenteraad hier over te spreken. Mevrouw Visser Maar u heeft toch ook in uw eerste termijn de wethouder gehoord, waarin hij gezegd heeft: we hebben naar het SOJ gekeken, want dat is een grote vis? De heer Den Braanker Ja, dat heb ik gehoord, maar daar heeft hij toch ook iets van gezegd dat, waar het gaat over subsidie, SOJ….hij heeft gezegd dat dat geen aanzegging is. Hij is nog in gesprek
- 188 -
daarover. Nou, daar nemen wij kennis van. Ik vind een amendement dan vrij zwaar aangezet, hoewel ik wel de opvatting deel… Mevrouw Visser Het is niet heel zwaar, het is geen motie. Het is een tekstuele wijziging. Kijk, alle instellingen hebben een brief gekregen: de subsidie voor 2011 is op nul procent geïndexeerd en pas in 2011 gaan we verdere besluiten nemen. En dan is het toch bizar dat er naar één organisatie al gecommuniceerd is van: jullie moeten hier aan gaan denken en daar aan gaan denken. Wethouder Lavooi Als ik mag, voorzitter? Dat doen we met alle grotere instellingen waar we met substantiële voorstellen denken te gaan komen, en dat past ook in de dialoog waar ik het over heb gehad. Dus de SOJ is niet de enige partij. Optisport, Stichting Welzijnswerk enzovoort, daar praten we ook mee. De heer Den Braanker Dan de motie reserve speelvoorzieningen. Ja, ook daarvan vinden wij dat er een afdoende antwoord is gekomen. De praktijk zal moeten uitwijzen of die voorziening voldoende is; dat hebben we wel in ons achterhoofd, maar vooralsnog heeft het college het vertrouwen dat zij met het budget wat wij daarvoor beschikbaar stellen, uitkomt, ook ten aanzien van Baanhoek West. De motie minimabeleid; daar heeft het college van geantwoord dat zij ook wel wegen probeert te vinden om te communiceren met de bijstandsgerechtigden en volgens mij moeten we die lijn ook volgen en daar ook een stukje vrijheid in geven, zonder ons verplicht te voelen om maandelijks te publiceren op een gemeentepagina in het Kompas waar iedereen recht op heeft. Onze fractie merkt intern op: het is misschien wel goed om een soort verwijzing op te nemen naar de website, wat dat betreft. Voorzitter, volgens mij ben ik door de stof heen. De voorzitter Dat kunt u weten. Dan ben ik gekomen bij de heer Van Rekom. De heer Van Rekom Dank u wel, voorzitter. Ik ga een tweetal opmerkingen maken en dan zal ik het woord doorgeven aan mijn collega Verschoor. Ik weet niet of die zo lollig is als de heer Van Meeuwen, maar dat zullen we wel zien. Mijn eerste opmerking is een reactie richting de heer Boevée en de heer Tanis toen het ging om het ondernemerschap waarin de heer Boevée aangaf dat het vooral zou gaan om het eigen initiatief van ondernemers. Nou, natuurlijk is dat zo. Welke ondernemer heeft geen eigen initiatief? Ik moet ze nog tegenkomen. Maar daar gaat het helemaal niet om. Wethouder Tanis heeft aangegeven dat ROM-D hier een bijdrage aan moet leveren. Maar ook daar gaat het wat de VVD betreft helemaal niet om. Het gaat de VVD er om dat we onze expliciete zorgen willen uitspreken ten aanzien van het Rabo rapport. Net werd al door mevrouw Visser gerefereerd aan ZuidHolland Zuid, die eigenlijk de bevolkingskrimp eveneens bevestigt. Voor degenen die de moeite nemen om op de website van de provincie Zuid-Holland te kijken staat daar ook gewoon duidelijk op: bevolkingskrimp. Dan kom ik terug op het ondernemerschap. De VVD is absoluut er van overtuigd dat ondernemers, bedrijven de motor zouden moeten zijn van onze lokale economie. Daar zul je dus meer aandacht aan moeten besteden. Nogmaals, je zult kritisch moeten zijn op de nieuwbouw van 600 nieuwe woningen bovenop de reeds bestaande leegstand in woningen. In onze overtuiging kun je alleen van Sliedrecht weer een bruisend dorp maken en dat zo houden op het moment dat je ook fors investeert in het ondernemerschap hier in Sliedrecht. Dat is mijn eerste opmerking. De tweede opmerking betreft een reactie richting wethouder De Waard. Wat hij aangaf, is dat ons vergelijk van 1 miljoen personeelsuitgaven niet helemaal opging. Ik zal proberen nog een keer uit te leggen wat wij er mee bedoeld hebben. Je kunt in de begroting lezen dat het college 1,5 miljoen op personeelsuitgaven wil bezuinigen. Wij hebben met name gekeken naar de totale organisatiekosten van 19,5 miljoen; dat heeft natuurlijk een link met elkaar. Wij vinden dat je niet alleen kunt roepen dat je 1,5 miljoen euro op personeelsuitgaven kunt bezuinigen; dat moet naar onze overtuiging absoluut ook consequenties hebben voor een extra bezuiniging op je organisatiekosten. En dat is onze nadere uitleg. Ik hoor graag van wethouder De Waard of dat een correcte is.
- 189 -
Mevrouw Verschoor Dank u wel, voorzitter. Richting de heer Boevée: u heeft iets gezegd over veelplegers. Nou, het woord veelplegers hebben wij volgens mij helemaal niet genoemd. We hebben het over het Veiligheidshuis gehad en het feit dat er zoveel instanties bij betrokken waren. Wij maken ons zorgen over de coördinatie, of het allemaal wel lukt om dat te coördineren. Daar hadden wij graag iets over gehoord van u. Datgene wat u zei, refereerde niet aan iets wat wij hebben gezegd. De voorzitter Nou, u noemde het in één woord, hoor: veelpleger. Mevrouw Verschoor Maar het ging ons om alle instanties die moeten samenwerken; daar hebben wij het over gehad. Richting wethouder Tanis en het amendement dat wij toch willen indienen: hij heeft in zijn beantwoording vaak gezegd dat hij nog met voorstellen komt. Toen we daarnet met de fractie bij elkaar waren, hadden we toch zo’n gevoel van: het lijkt wel een beetje op het vorige kabinet dat eerst 100 dagen door het land ging toeren en met mensen ging praten alvorens ze met maatregelen over de brug kwamen. Gelukkig gaat het nu wel iets anders, want nu zijn er gelijk al maatregelen afgekondigd, maar daar deed het ons een beetje aan denken. Want als we nu bijvoorbeeld kijken naar Home Start, dat is ooit, en dat is nog niet zo heel lang geleden, begonnen met een begroting van 3.000 euro per jaar. Inmiddels is dat in vijf of zes jaar tijd vervijftienvoudigd, want het staat nu op bijna 46.000. De heer Den Braanker zegt dan: ja, maar het komt uit een potje en dat potje moet op. Dat is nou eigenlijk precies datgene waar de VVD vaak moeite mee heeft, want wij vinden gewoon dat dingen efficiënter moeten. Klaar. En als we hier een centrum aan het optuigen zijn voor jeugd en gezin waar flink in geïnvesteerd wordt, en wat mooi wordt opgetuigd, ja, dan begrijpen we eigenlijk niet waarom dit nu voor ons uitgeschoven moet worden. Want waarom zouden we dat doen? Mevrouw Visser Maar mevrouw Verschoor, denkt u dan wel, als je dat wilt integreren in het CJG, dat dat met een budget nul kan? Want je brengt dan toch een extra taak in het centrum Jeugd en Gezin? Mevrouw Verschoor Ja, misschien zouden we dat gewoon wel moeten proberen te halen met elkaar, ja. Kijk, het is ooit jaren geleden begonnen voor 3.000 euro, he? Mevrouw Visser Nee, dat begrijp ik wel. Maar ik vraag aan u: denkt u nou werkelijk dat u een taak over kunt dragen tegen budget nul? Mevrouw Verschoor Ik denk sowieso dat waar een wil is, vaak een weg is. De heer Den Braanker Mag ik interrumperen, voorzitter? Afgezien van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur die je zou moeten toepassen bij het zomaar even wegbezuinigen van Home Start, is het ook zo dat dit consequenties heeft voor uw stellingname dat het dan gewijzigd moet worden in een overschot van 362. Dat kun je wel doen, maar vervolgens krijg je de rekening van: u moet nog een deel terugbetalen aan het rijk. Dus het is een koekje van eigen deeg, zal ik maar even zeggen. Dus formeel klopt het niet wat hier staat. Daar ligt ook de pijn van onze fractie met betrekking tot dit amendement. Mevrouw Verschoor Kijk, het is een beetje de discussie die u voerde van: ja, het is toch een pot, daar moeten we toch eigenlijk vanaf, zeg maar. Dat is voor ons dan weer een moeilijk punt. Want we tuigen iets nieuws op, iets waar alle instanties in geïntegreerd worden. Iets waar mensen met nieuw elan en nieuwe mogelijkheden aan het werk gaan. En ja, waarom is het dan niet mogelijk dat je gewoon een totaalconcept optuigt? De heer Den Braanker Daar heeft u wel gelijk in; we moeten natuurlijk ook kijken naar organisaties als Home Start waar het gaat over de subsidie. Want je zou natuurlijk die uitkering ook op een andere manier kunnen inzetten. Maar dat vind ik wel iets anders dan wat hier staat in het amendement.
- 190 -
Mevrouw Verschoor Oké. Nou, wat er niet in het amendement staat wil ik toch nog maar een keer herhalen. Dat is dat vijf of zes jaar geleden het project is begonnen voor 3.000 euro. Dat wil ik nog even gezegd hebben. Het tweede punt van het amendement is de taakstellende besparing ICT. Ik wil de raadsleden de vraag stellen: vindt u ook niet dat er genoeg wordt uitgegeven aan ICT? Als er al ICT trajecten lopen in de Drechtsteden, is het dan niet zo dat we het ook gewoon hier qua efficiënte werkplekken of zoiets dergelijks moeten kunnen terugvinden, als u begrijpt wat ik bedoel? Ik wil die vraag ook wel stellen aan de mederaadsleden hier, hoe men daar tegenaan kijkt. Want zoals velen van u ook wel weten kan ICT een behoorlijke bodemloze put worden. Dan het derde puntje, en ik bedoel dit ook als een soort aanmoediging naar het college, dit hele amendement, om een soort van druk op de ketel te houden. Maar kijk, als ik lees “nieuwe projecten 218.000 euro”, achterin staat een heel lijstje met alle mogelijke projecten, er staat ook duidelijk bij t.z.t.; we hadden zelf het idee dat het project voor de stoep inmiddels is opgewaardeerd naar een hoger bedrag. Kunnen we nou niet op het moment dat dat gaat spelen, dan pas daar geld voor gaan opnemen? Want de ervaring leert dat als je dit zo opzet, dat het geld waarschijnlijk ook gewoon opgaat. De heer Den Braanker Ja, maar dat is wel risicovol natuurlijk. Want als je het nodig hebt en je hebt het niet, dan betekent het dat projecten weer moeten worden uitgesteld. Mevrouw Verschoor Nou ja, dan willen wij in ieder geval wel, zoals mevrouw Visser ook al zei, duidelijk inzicht in: wat gaat er dan allemaal in zitten? Want het is natuurlijk nogal een post. En ja. mevrouw Visser zei het al, het extra stimuleren van ondernemers, nou, gelukkig zijn ondernemers het gewend om altijd hun eigen broek op te houden. Dat is ook een heel goed iets van ondernemers. Wij kwamen hier ook op omdat we in de begroting lazen dat er waarschijnlijk wordt bezuinigd op die leuke mandjes die in de Kerkbuurt hangen en waar allemaal leuke bloemetjes uit groeien. We hebben zoiets van: kunnen we nu dat soort dingen niet in stand houden om zo de Kerkbuurt de schwung te geven die hij moet hebben? Of, zoals mevrouw Visser zei, om allerlei reclame-uitingen te kunnen doen? Ik ga snel door, want ik ben al heel lang aan het woord. Mevrouw Visser had het over dwangarbeid. Nou, dat vond ik nogal een flinke uitspraak. Kijk, waar het om gaat is dit. Als je uitkeringsgerechtigde bent, is het dan niet een soort van logisch als je daar iets tegenover gaat stellen? En dat kan iets zijn van een plantsoenendienst als je graag buiten bent; het kan ook iets van vrijwilligerswerk zijn. Maar wat zo belangrijk is, is dat als je in een uitkeringssituatie zit, je nog steeds elke dag een mogelijkheid hebt om iets te gaan doen. Want wij geloven dat niets zo funest is als alleen maar thuis zitten en de muren op je af zien komen. Juist het werken, het in de samenleving zijn, op wat voor manier dan ook, is iets heel essentieels. Mevrouw Visser Daar ga ik helemaal met u mee, maar zodra het alleen maar groen is en schoffelen, dan zijn wij daar niet voor. Mevrouw Verschoor Ik hoor het. Daar ging het ook niet zozeer om, he? Het gaat om het idee wat er achter ligt. De heer Den Braanker zei dat wij een ronde achterliepen voor wat betreft de Sociale Dienst Drechtsteden. Nou, misschien dat we zelfs wel een ronde voor lopen, want inmiddels is er in allerlei publicaties van de Sociale Dienst Hoeksche Waard en Amsterdam te lezen dat zoals het nu gaat, het gewoon niet goed gaat. Er wordt soms geprobeerd om de reïntegratiebureaus hun omzet te laten halen, maar niet waar we nou voor staan: die mensen goed te helpen. Niet hun armoede te bestrijden, maar te helpen om weer aan een baan te komen of uit die situatie te gaan, en dat is ook waar we hier aan gerefereerd hebben. De heer Den Braanker Maar het gaat om uw opmerking die u maakte dat de Sociale Dienst Drechtsteden volgens de voorzitter van de bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden maar wat aanrommelt. Die woorden, daar heeft u wat over gezegd in Drechtstedenverband. Daar ging mijn opmerking over.
- 191 -
Mevrouw Verschoor Oké. Ik wilde ook nog graag weten van wethouder Lavooi wat hij daar van vindt, van een Sociale Dienst in Spijkenisse die een tegenprestatie vraagt van de mensen die een uitkering vragen. Dan ga ik naar de moties en amendementen. De motie van het college over het energieverbruik. Nou, ik kwam hier binnen in deze raadzaal en we waren hier mee bezig en ik had het idee dat deze motie al uitgevoerd was, want het werd zo warm in deze zaal. Ik denk, nou, ze hebben alle ventilatie en dat soort dingen al uitgeschakeld. Ik vind het bloedheet. Om niet te lollig te zijn, want hij slaat niet erg aan, merk ik, het grapje…..fijn dat u alsnog lacht, meneer Den Braanker, dat doet me goed. Dit soort moties is voor ons wel een beetje penny wise, pound foolish. Het gaat in een begroting ook om grote dingen en belangrijke keuzes die gemaakt worden en ja, de verlichting van een gemeentehuis en een kerk, terwijl de gemeenteverlichting en de feestverlichting nu volop staat te branden, ja, daar hebben wij gewoon niet zo heel veel mee. Dus dat leg ik even naast me neer. Dan heb ik de motie van de SP over het jongerenwerk…PRO Sliedrecht, nou…..het komt gewoon door dat verminderde energieverbruik hier. Neem me niet kwalijk, mevrouw Visser. Die motie steunen wij. Dat vinden we eigenlijk heel logisch, dat er eerst geëvalueerd wordt. Dus dat heeft onze instemming. Ja, de reservering speelvoorzieningen. Eigenlijk vonden wij ook het antwoord van wethouder De Waard best afdoende. En wij hebben ook zoiets van: stel voor dat we hier in meegaan, dan heb je eigenlijk weer een soort bezuiniging op, terwijl wij vinden dat je wel moet bezuinigen. Dus dan zou er eigenlijk iets tegenover moeten staan. Maar eigenlijk – dat is een tweede, hoor, maar eigenlijk wat wethouder De Waard zei, dat vonden wij al duidelijk. Het minimabeleid. Wat wij wel essentieel vinden daarin is dat het niet een soort promotie wordt en een wervingscampagne op de eerste pagina van zo’n website, met wat er allemaal is aan minimaregelingen. Dat je de bewoners informeert, lijkt ons niet meer dan logisch. Dus zoals die er nu staat, is hij ook oké. Dan kom ik bij de motie van de SGP/ChristenUnie. Ja, wat betreft de Staatsliedenbuurt is het volgens mij al voldoende afgehandeld en volgens mij is het in het hele stroomschema waar we vorig jaar over gesproken hebben allemaal al uiteengezet. Dus ja. Of meneer Den Braanker vindt dat de wethouder dat niet voldoende doet, maar… De heer Den Braanker Het hoeft elkaar helemaal niet te bijten, dat je met de bewoners in gesprek bent; dat lijkt me heel noodzakelijk, want het kan niet zo zijn dat je iets bedenkt over inwoners terwijl ze er zelf niet bij zijn. Maar volgens mij is het een en, en verhaal. Dat wil onze fractie vooral benadrukken. Mevrouw Verschoor Ja, wij halen het en, en verhaal hier niet zozeer naar voren. We hebben gewoon het idee dat het inmiddels uitgebreid besproken is en gedeeld, dus ja. We leggen het even naast ons neer. En wat betreft het raadsprogramma is dat, het uitvoeringsprogramma, is het oké. Ik geloof dat ik dan alles behandeld heb en dan geef ik het woord aan een ander. De heer Huisman Voorzitter, mag ik interrumperen? Mevrouw Verschoor, u heeft zelf ooit voorgesteld om met kleine dingetjes te beginnen als het gaat om bezuinigen op energie. Onder andere de ‘droogmolentjesdag’ was van u. En nu heeft u daar opeens helemaal niets meer mee. Het doet u niks. Mevrouw Verschoor Nee, in dit geval…de droogmolentjesdag, dat is iets wat de mensen zelf kunnen initiëren. De heer Huisman Ja, maar dit is een aanleiding om mensen meer bewust te maken. Mevrouw Verschoor Ja, dat vind ik een hele prachtige gedachte, maar erg naïef van u, meneer Huisman. De heer Huisman Ik snap het niet, hoor. Ik snap het echt niet. De voorzitter De heer Van Gameren.
- 192 -
De heer Van Gameren Dank u wel, voorzitter. Ik zal kijken of ik nog een aantal dingen kan toevoegen aan mijn eerste termijn. Ik begin even met een groot aantal suggesties die gedaan zijn om de bezuinigingen te realiseren die we nodig hebben, en nog wachten op de brede doorlichting. En dat merk ik bij verschillende verhalen, dat er een heleboel suggesties gedaan worden waar ik eigenlijk van redeneer, zelfs het amendement van de VVD waarvan ik zeg: of het nou waar is of niet waar, dat zien we dan bij die brede doorlichting wel. Het klinkt een beetje als van: nou, we schuiven het naar dat moment toe, maar dan hoop ik dat er meer informatie, en duidelijke informatie, op tafel is over alle twijfels die over verschillende voorstellen bestaan. Dat als algemene opmerking. Dan ben ik blij dat wethouder Tanis ook doordrongen is van de zorg bij de gemeenschappelijke regelingen. Eén vraag had ik gesteld die nog niet helemaal beantwoord is. Ik bedoel dat we ook zelf als gemeente Sliedrecht het functioneren van een aantal organisaties bij de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden op hun werking zouden moeten toetsen, en dan niet alleen toetsen of ze hun werk goed doen als dochter binnen de gemeenschappelijke regeling, maar ook of de Sliedrechtse ambtenaar of de Sliedrechtse burger en de Sliedrechtse raad voldoende aan haar trekken komt in hun voorziening die zij voor onze gemeente moeten verzorgen. Dat is iets anders dan alleen maar kijken naar de evaluatie zoals die ongetwijfeld gaat plaatsvinden binnen de GRD. En daar zou ik nog graag een antwoord op willen hebben. Terecht heeft wethouder Tanis mij er opmerkzaam op gemaakt dat Zuid-Holland Zuid niet bij hem thuishoort. Ik heb inmiddels begrepen dat het bij de heer Boevée thuishoort. En ook binnen die regeling horen wij dat daar aardig wat problemen zijn. Ik zou dan toch ook graag bij die brede doorlichting op enig moment wanneer wij daar informatie over krijgen, ook over die andere regelingen, misschien bij de brede doorlichting, willen horen hoe dat nou precies afgewikkeld wordt en waar we dan in de toekomst wellicht nog meer geld moeten betalen aan Zuid-Holland Zuid. Want dat gerucht gaat. Mevrouw Visser Voorzitter, mag ik daar op reageren? De package deal waar u kennis van hebt kunnen nemen is toch de oplossing van Zuid-Holland Zuid? En dat is voor drie jaar, tot en met 2010. Dus de focus moet nu gaan liggen op onze bestuurders aanspreken dat zij hun verantwoording nemen in de diverse besturen. De heer Van Gameren Daar ben ik nu dus mee bezig. Mevrouw Visser Dat is veel belangrijker, want de gevolgen zijn nu bekend. De heer Van Gameren Nou, ik heb in de Drechtraad vernomen dat er dus een package deal is. De precieze invulling van die package deal, die heeft mevrouw De Vries in grote lijnen wel geschetst. Maar er is nog geen besluit over genomen in het Drechtstedenbestuur. Dus ik mag aannemen dat daar nog een besluit over komt. Maar over uw eerste opmerking: ik ben daar juist mee bezig omdat het daar niet meer gaat over een ton. Daar gaat het over miljoenen, zal ik maar zeggen. En dat vind ik heel wat ernstiger dan de ruzie die wij maken over… Mevrouw Visser Nee, maar ik onderschrijf wel dat het hartstikke ernstig is. Maar volgens mij is het nog steeds zo, in mijn beleving, en ik ben daar dinsdag ook geweest en u ook, dus u hebt dat ook gehoord: in die hele package deal Zuid-Holland Zuid waar wij in Sliedrecht helaas twee keer voor moeten betalen, lossen we het probleem 2008, 2009, 2010 in één keer op. Die Omgevingsdienst en die Veiligheidsregio, allemaal mogen ze keurig beginnen op nul, en de focus zal nu dus moeten liggen vanuit onze bestuurders in die gemeenschappelijke regelingen op het in de kladden houden, want anders kan ik het niet zeggen, van hun eigen begroting. De heer Van Gameren Nou, u onderschrijft mijn hele betoog, begrijp ik. Want daar gaat het om. Mevrouw Visser Ik ken de gevolgen niet, maar de gevolgen zijn inmiddels bekend, alleen: we moeten dus nu doorstarten en veel meer gaan focussen op controle.
- 193 -
De heer Van Gameren Herhaling. Als u het niet erg vindt, ga ik even verder met de andere punten. Ik onderschrijf de opmerking van de SGP/ChristenUnie die ook door anderen gemaakt is, dat we het uitvoeringsprogramma node gemist hebben. Dat hebben wij ook al gemist op 25 oktober, dat we het een beetje vreemd vonden dat het er nog niet was. We tilden daar niet zo zwaar aan omdat we dachten: in de memorie van antwoord wordt nog een poging gedaan, die misschien oplevert wat wij wilden. Dat is niet gebeurd en daarom zeggen wij: die motie kunnen wij steunen. In ieder geval wordt die nu door het college overgenomen en zal er zo’n uitvoeringsprogramma komen. Daar voeg ik aan toe, en dat is wat mevrouw Visser ook al betoogd heeft, dat er natuurlijk een heleboel toezeggingen liggen die al dan niet op een rij gezet worden. En de heer Dunsbergen heeft dat ook al in zijn betoog genoemd; hij vroeg, is er geen systeem denkbaar waarin die toezeggingen bijgehouden worden, welke klaar zijn en welke niet klaar zijn? Dus dat koppel ik er dan maar even aan vast. Misschien dat er bij het uitvoeringsprogramma ook nog even gekeken kan worden naar dat soort toezeggingen. Ik til daar nooit zo zwaar aan, want we zijn daar zelf ook bij en we kunnen het zelf ook in de gaten houden, maar als het college dat voor ons doet, dan is dat nog beter. Dan de motie over de speelvoorzieningen. Ja, ik had het als technische vraag. Ik heb gewoon het gemeentehuis maar even gebeld. Op 25 oktober bleek dat ik misschien iets over het hoofd gezien had bij die speelvoorzieningen en de technische vraag was voldoende. Blijkbaar had die ambtenaar toestemming van de wethouder om te zeggen dat hij geld genoeg had, dus dat heeft hij mij verteld. Hij vertelde ook, dat mag ik misschien wel zeggen van de wethouder, dat in de exploitatie van Baanhoek West de speelvoorzieningen zijn opgenomen en die worden uit de exploitatie betaald, dat de eerste aangelegd zou worden in het voorjaar van 2011 en dat de andere lopende de ontwikkeling van de bouwprojecten daar ingeschoven zouden worden. En hij voegde daar aan toe “uiteraard na overleg met de bewoners”. Dus lof voor dat antwoord. Vandaar dat wij geen behoefte hebben aan die motie. Ik doe graag uw werk, wethouder. (….) De voorzitter Die interruptie wordt niet meegenomen. De heer Van Gameren Nee. De heer Den Braanker heeft een prima betoog gehouden over zoals hij de toekomst van een gemeente ziet. Ik heb die zes punten niet bijgehouden, maar dat bewaar ik voor onder de Kerstboom, straks. Dan zal ik het met veel interesse lezen. Wat ik wel onderschrijf, is zijn pleidooi... De heer Den Braanker Bedoelt u wat ik wel onderschrijf? De heer Van Gameren Nee, er zitten misschien hele leuke dingen in, maar nogmaals: die heb ik niet onthouden. Wat ik wel onthouden heb, is zijn pleidooi om nog eens die Missienotitie van Sliedrecht 2010 en Verder daaraan te koppelen. Dat lijkt me zeer zinnig omdat het laatste hoofdstuk organisatie misschien nog eens fors geactualiseerd zal moeten worden, conform de vraag: hoe ziet straks de organisatie er uit? En daar krijgen we in januari nog een antwoord op van de wethouder. Maar als je die twee dingen in elkaar schuift, dan is die nota ook weer geactualiseerd, of althans die Missienotitie. Waar ik het niet mee eens ben is uw pleidooi voor de zero budgetting. Ik vind het een moeilijk woord. Vroeger noemden we dat gewoon dor hout kappen. Dat je kijkt van: we hebben vroeger iets besloten, is er nog wel behoefte aan en moet je dat dan niet kappen? Nou, dit gaat misschien verder, dat je nog eens kijkt naar de oorzaken die er onder lagen waarom je überhaupt zo’n voorziening getroffen hebt. Dat ben ik met u eens. Maar ik mag toch aannemen dat de mensen die bezig zijn met de brede doorlichting zo slim zijn dat ze, ondanks dat ze wellicht niet bekend zijn met de term van zero budgetting, met hetzelfde bezig zijn. Namelijk ook kijken, dat heeft de wethouder namelijk gezegd: alle zaken worden bekeken. Dus dan zal ook bekeken worden van: is er een bepaalde voorziening, waarom is die in het verleden op poten gezet, zouden we het nog een keer doen? Et cetera. Ook dat schuif ik weer onder die brede doorlichting.
- 194 -
De heer Den Braanker Maar in Binnenlands Bestuur, dat blad wat alleen door ambtenaren wordt gelezen kennelijk… Mevrouw Visser Wat alleen door ambtenaren wordt ontvangen. De heer Den Braanker Door ambtenaren wordt ontvangen…en ook gelezen, daarin gaat het juist over zero based budgetting. Nou goed, dat is iets wat ook moet gaan leven in de ambtelijke organisatie, dat je ook feitelijk kijkt: hoe ziet mijn eigen budget er uit en waar besteed ik het aan? Als ik het opnieuw zou mogen besteden, doe ik het dan nog op dezelfde manier? Dus het is ook een soort spiegel voorhouden. De heer Van Gameren Ik heb een hoge dunk van de bedrijfsvoering en ik denk dat ze dat ook wel zullen meenemen. Er zullen gegarandeerd ook dat soort ideeën bij komen. En anders, nogmaals, dan bent u er bij om ons er op te wijzen dat we op bepaalde punten misschien nog verder kunnen gaan. Dan ben ik bij de motie over de Staatsliedenbuurt. Ja, ik word ook een beetje in verwarring gebracht. We hebben ooit iets afgesproken met elkaar hoe dat zou gaan gebeuren, en zo gebeurt het nu, dus dan denk ik: nou, prima. En dat u zegt: ja, het praten met de burgers hoeft dat niet te bijten…ik denk dat het heel verstandig is om, wat je ook eerst bedenkt, eerst eens even die burgers bij elkaar te zetten en te zeggen: jongens, we gaan iets in jullie buurt doen, spui eens wat ideeën. En dan kun je altijd nog mensen achter een tekentafel zetten om te zeggen: zo zou het er uit kunnen gaan zien. De heer Den Braanker Ik zou het bijna nog meer gaan versimpelen door te zeggen: als je die bewoners dan uitnodigt, wat zou je beletten om dan ook raadsleden uit te nodigen? De heer Van Gameren Een goed raadslid zal daar zeker bij zijn. Ook wanneer het alleen maar om die bewoners ging. Maar we horen daar straks misschien nog iets over van de wethouder. De VVD heeft dat mooie lijstje als amendement ingediend. Ja, ik durf er haast niks meer over te zeggen. Over Home Start is een hele discussie gevoerd, dat dat eigenlijk geen bezuiniging is. ICT: mijn advies aan de VVD is, ga eens buurten in de Drechtraad en in de carrousels van de Drechtraad, want ik geloof dat we nu drie carrousels gehad hebben over de ICT en de IP&A in de Drechtsteden, en die gaan daar over. En die hebben geloof ik al drie keer uitvoerige informatie gegeven van waar het over gaat. Een van die informaties wil ik wel met u delen. Iemand daar had berekend dat de kostenpost van de ICT binnen de Drechtsteden daalt van 1,2% naar waarschijnlijk 0,9% van de totale turn-over. Nou heb ik niet de informatie van Sliedrecht vroeger gereed, maar ik durf haast mijn hand er voor in het vuur te steken dat het vroeger meer dan 2% was van de totale turn-over wat wij aan ICT betaalden. Dat zij bij deze gezegd. De heer Van Rekom Meneer Van Gameren doet alsof we kennelijk niet op de hoogte zijn van hetgeen er in IP&A en ICT aan de orde is. Ik kan u verzekeren dat dat absoluut niet het geval is. Sterker nog, ook ik ben geweest en ik heb me goed laten informeren. Waar ons amendement over gaat en ten aanzien van die 20.000, wat mijn collega Verschoor ook gezegd heeft, en dat kun je ook in de voorbereiding zien en ook in alle rapporten die u hebt gekregen aangaande het ICT verhaal, is dat ook de gemeente Sliedrecht van te voren een aantal applicaties voor migratie, een aantal werkplekken heeft opgegeven dat achteraf gezien totaal niet bleek te kloppen. Dat heeft er bij ons toe geleid dat het anno nu mogelijk moet zijn om ook nog eens een keertje kritisch te kijken naar hoe de gemeente Sliedrecht in haar ambtelijk apparaat met ICT omgaat. Want ook u weet, meneer Van Gameren, dat alle ICT kosten afhankelijk zijn van het aantal werkplekken en applicaties die ook de gemeente Sliedrecht afneemt. De heer Van Gameren Dat is volledig correct; dat weet ik ook. Maar we hebben dat nu eenmaal bij de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden neergelegd en dan denk ik van ja, dan kunnen we natuurlijk klagen, maar er is maar een beperkt aantal variabelen waar wij als gemeente invloed op hebben om daar iets aan te doen. En dat is inderdaad het aantal werkplekken. Dus als we zuinig zijn
- 195 -
met werkplekken, dan doen we natuurlijk daar ons voordeel mee. Dat ben ik wel met u eens. Ik was bezig met het lijstje. Die 217.000 euro projectkosten: nou ja, ik wil echt de specificatie zien van waar het geld aan besteed wordt voor je daar in gaat schroeven. En er moeten hier een heleboel dingen in gebeuren en dan kunnen we waarschijnlijk dat geld niet missen. En die extra stimulering ondernemers vestigingsklimaat: we hebben al zoveel geld besteed aan de regio en via ROM-D, we zijn daar zelfs aandeelhouder in, en die moeten dat voor ons doen. Dan denk ik: we kunnen daar best in Sliedrecht nog iets bovenop zetten, maar u weet, we hebben een prima ondernemersloket hier in Sliedrecht en dat draait voortreffelijk. Dus wat ons betreft: in deze moeilijke tijden zou ik daar geen extra uitgaven voor doen. Dan tot slot nog iets. Als u toch nog een suggestie zoekt, dat heb ik gemist bij mevrouw Visser. Mevrouw Visser heeft ooit in een vorige begrotingsbehandeling gevraagd waarom er steeds hetzelfde bedrag staat voor de precariorechten. Dat was elk jaar hetzelfde bedrag. Dat is ook dit jaar weer het geval. Mevrouw Visser Vroeger was hier een wethouder en die zei: aan een dood paard moet je niet trekken. Ik heb het drie keer geprobeerd en dan houdt het op. Ik heb het bij de brede doorlichting nog een keer gemeld en daar staat het wel in, dus ik hoop dat er ooit nog eens iemand wakker wordt, dat er best geld valt te verdienen in Sliedrecht. De heer Van Gameren Dat was mijn suggestie ook namelijk. Ik hoop dat dat toch echt nu terugkomt in de brede doorlichting. Want die precariorechten: al brengt het maar 5 of 6 of 7.000 euro meer op, het is mooi meegenomen. Dan nog een laatste opmerking voor wat betreft de VVD. Ik heb me toch wat geërgerd aan de wat denigrerende opmerkingen over RIVAS en meer van dat soort thuiszorg; ook over de Sociale Dienst Drechtsteden. Laten we wel wezen: bij RIVAS, maar bij vele thuisorganisaties doen honderden mensen hun stinkende best, en die doen dat voor een habbekrats. Ik kan u dat vertellen, want ik zie die salarissen en in het verleden was het nog veel gekker. Toen werkten die alfahulpen ver beneden het minimumloon. En dat is voor een deel nog zo. Nog krijgen die mensen krap het minimum loon te pakken. En om dan te zeggen: haal daar de bezem maar doorheen… nee, dat pik ik niet, want dat is te gek. Ik hoop niet dat de VVD zo ver gaat dat ze langzamerhand borrelpraat gaan verheffen tot de liberale ideologie. De heer Van Rekom Een beetje flauw, meneer Van Gameren. Waar het om gaat, en lees onze algemene beschouwingen nog maar eens heel goed: waar het ons om gaat is dat wij vinden dat er veel te weinig mensen van de RIVAS en de GGD in de uitvoering zitten. Dat zeggen wij niet zomaar; dat hebben wij niet verzonnen. Ik kan u aanraden om ook eens in de keuken te gaan kijken en onze constatering is dat het daar barst van de managers en de coördinatoren, en er dus, laat ik het maar heel plat zeggen, geen moer verandert aan de echte zorg die we hebben als het gaat om het uitvoerend werk. En dat is waar het ons om gaat en dat is wat wij bedoelen met “de bezem halen door RIVAS en de GGD”. Wij zijn er van overtuigd: dat is hard en hard nodig. De heer Van Gameren Maar zo beluisteren mensen dat niet. Mevrouw Verschoor Zo staat het er. De heer Van Rekom Het staat in onze algemene beschouwingen, meneer van Gameren. De heer Van Gameren U bent als tweede aan de beurt voor wat betreft mijn lezen onder de Kerstboom van de algemene beschouwingen. Ik kom tot een afronding, en dan wil ik het woord nog geven aan mevrouw de Bruin die nog in zal gaan op het milieu. Ik ben bijna klaar. Nog even over het CDA. U noemde een optimist en een pessimist. Ik heb dat niet helemaal opgepakt hoor, maar ik heb altijd de definitie geleerd dat een optimist een slecht geïnformeerde pessimist is. En dat leek me in uw verband eigenlijk beter passen dan uw vergelijking. Maar met het CDA ben ik het ook wel eens, en ik ben met u een beetje boos, dat nu blijkt dat we bij de Biesbosch weinig te halen hebben. En dat vind ik wel uitermate jammer. Want ik wist dat echt niet, en ik lees toch regelmatig hele stapels stukken. Ik
- 196 -
dacht dat het bij de Biesbosch wel goed zat, maar als ik dus nu hoor dat we tot in de eeuwigheid die 150.000 euro moeten blijven betalen, en misschien 10% minder, ja, dat is toch wel een trieste constatering. Dus dat onderschrijf ik. De Derde Merwedehaven laat ik maar weg. Ik dacht dat we misschien de heer Van Kooten nog als gezant weg konden sturen naar de gemeenten in Zeeland, omdat de gemeenten van Zeeland voor 49% eigenaar zijn van Delta. Dus misschien dat hij ze om kan praten. Maar dat laten we maar achterwege. Het fonds grote projecten, als laatste opmerking van mijn kant. Ik proef een beetje dat dit fonds nieuwe moeilijkheden oplevert voor wat betreft de bezuinigingen. Want je kunt zo’n fonds wel willen voeden, maar daar heb je wel geld voor nodig. Ja, we zijn nu al aan het bezuinigen en als je dat fonds wilt vullen, dan moet je extra bezuinigingen doen. Of, dat hoor ik van de heer Den Braanker, misschien de OZB verhogen. Maar dan wil ik toch weten in welk fonds en met welk doel dat geld dan daar in gaat voor ik daarover ga meepraten. Dat was mijn tweede termijn; mevrouw de Bruin gaat verder over Milieu. De voorzitter Mevrouw de Bruin. Mevrouw de Bruin Dank u wel, voorzitter. Ik zal snel praten. De voorzitter Nee; praat u maar gewoon inhoudelijk. Mevrouw de Bruin Ik wil nog even voortborduren op de motie van de drie coalitiepartijen. Toen burgemeester Boevée de motie overnam zei hij: wat mij betreft hoeft het hier niet bij te blijven. Nou, dat gaat ook niet gebeuren. Maak uw borst maar nat; we gaan het er nog eens uitgebreid over hebben. Meneer Den Braanker heeft natuurlijk ook geduid op het Milieubeleidsplan en het uitvoeringsprogramma. Dat hebben we in januari van dit jaar vastgesteld. Daarin stond ook een overzicht van wat we dit jaar zouden gaan doen, en volgend jaar. We hebben er mee ingestemd om het duurzaamheidkrediet te besteden aan het stimuleren van een structureel lager energieverbruik door huishoudens en bedrijven. Daarvoor zou het Da Vinci college 240 besparingsadviezen aan woningeigenaren geven. We zouden een plan van aanpak maken voor de energiebesparing bij kleine bedrijven, zoals supermarkten. We zouden tien portretten maken van energiezuinige woningen en bedrijven, en we gingen akkoord met het verstrekken van duurzaamheidleningen. Dus onze fractie stelt het op prijs als we geïnformeerd worden over de voortgang van deze zaken. Er zijn allerlei vormen van informatieverstrekking denkbaar. Het zou een informatieve raadsvergadering kunnen zijn, maar het zou ook op een andere manier kunnen. In april van dit jaar heeft onze fractie aan de portefeuillehouder gevraagd om het voorbeeld van zijn collega in Lochem te volgen door zich te beijveren voor het aanbieden van zonne-energie tegen dezelfde prijs als grijze energie. Ik heb u daar een krantenknipsel over overhandigd. Dat heeft u vast niet meer, dus ik heb er nog een kopietje van. Dat krijgt u. En ook daarover willen we dan later wel uw mening eens even horen. Er is wat gezegd over de feestverlichting door de SGP/ChristenUnie, door…. De heer Den Braanker Gaat de Kerstverlichting van de heer Van Gameren ook uit, bij het lezen van zijn algemene beschouwingen? Mevrouw de Bruin Volgens mij is dat geen gemeentelijke verlichting; hoop ik. Maar we zitten weer overdadig in de feestverlichting sinds een paar weken en misschien kan dat wat minder. De vraag is trouwens ook of daar LED lampjes in zitten, want die zijn in ieder geval voordeliger. Maar dan nog: als we dan de helft afschaffen, zijn we weer voordeliger uit. We hebben ook eens gevraagd naar een project van Eneco en ProRail om zonnepanelen op de geluidschermen te zetten. Daar is vertraging in opgetreden, hebben wij begin dit jaar vernomen. Maar goed, we zitten nu aan het eind van het jaar en we willen wel eens weten of dat inmiddels weer is opgepakt. In het uitvoeringsprogramma staat ook een project Energie op Maat. Da Vinci heeft daar werk van gemaakt en het is al in 2007 gestart in Dordrecht. Het is inmiddels eind 2010 en ik heb nog niet het idee dat er in Sliedrecht wat mee gedaan wordt, dus daarvan wil ik ook wel even graag weten hoe het zit. Het gescheiden inzamelen van pastic afval is na wat opstartproblemen toch redelijk van de grond gekomen, hebben we begrepen, dus daar
- 197 -
zijn we helemaal blij mee. Ook met het uitbreiden van het aantal brengplaatsen. Dus over al dit soort zaken willen we graag op een later moment geïnformeerd worden. Ik heb ergens gelezen dat bijvoorbeeld het doven van reclameverlichting op tijdstippen waarop dat zou kunnen gebeuren, voorgeschreven kan worden in de APV. Misschien is het een leuk idee om daar ook nog eens naar te kijken. Ik heb nog wel meer tips en ideeën en die zal ik u tegelijkertijd met dat krantenknipsel over Lochem straks geven. Dank u wel. De voorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, ik begrijp dat we iets uit de tijd schieten en ik zal het kort houden. Om te beginnen: een aantal dingen is ons niet bekend omdat we er niet over geïnformeerd zijn. Wellicht dat daar het optimisme ook wat uit spreekt. Ook als het gaat om de manier waarop we dit nu doen met elkaar, was voor het CDA buitengewoon prettig, als een min of meer verse fractie. Want je gaat nu nog eens even goed diep de stof in. Je moet een stuk schrijven, dus ik vond het eigenlijk een buitengewoon prettige manier van werken, en ik weet ook de alternatieven niet. Dat even in een reactie op de voorzitter, die zei: moeten we dit nog wel zo blijven doen? Vooralsnog vond ik het erg prettig, maar ik ben onvoldoende geïnformeerd om hier een goede mening over te hebben. Als ik even inhoudelijk nog inga op een paar puntjes: de Kerntakendiscussie. Buitengewoon plezierig dat er toegezegd is dat we begin volgend jaar een notitie krijgen zodat er over gesproken kan worden, dat er ook duidelijkheid is naar het ambtelijk apparaat hoe we daar mee om denken te gaan. We zijn nieuwsgierig hoe die notitie er uit gaat zien en wat de inhoud daarvan is. Derde Merwedehaven. Dank voor de beantwoording. Het is nog niet helemaal duidelijk. Er wordt gezegd: er is informeel gesproken. Nou, dat is op zich prima, dat is een van de vragen die ik gesteld heb. Vervolgens: wat is er besproken en wat is de opbrengst van het gesprek? Nou, daar blijft nog wat nieuwsgierigheid hangen omdat ik de indruk had dat u daar geen antwoord op gegeven hebt. Wellicht kunt u dat niet, maar dan is het goed dat u dat zegt en anders zijn we toch wel nieuwsgierig wat die informele gesprekken dan behelsden. Verkeer aan de Rivierdijk. We hebben wethouder De Waard horen zeggen dat er in ieder geval een onderzoek gestart wordt over de verkeersafwikkeling. Meerdere fracties hebben dat punt genoemd; dat ging over het Watertorenterrein. Er is een onderzoek bezig en we zijn erg nieuwsgierig wat de opbrengst daarvan is. Dan het punt CJG. Dat is vanavond meerdere malen over tafel gegaan en ik heb de indruk dat daar toch een definitieprobleem is. Zoals het hier in Sliedrecht wordt ingevoerd, is het naar mijn weten niet meer dan een loket. De indruk wordt gewekt dat het CJG in Sliedrecht een enorm opgetuigd verhaal is. Nee, het CJG is een loket waar in het gebouw wat nu zo’n beetje afgerond is qua verbouwing, allerlei organisaties achter zitten. Dan moet je denken aan RIVAS, aan de GGD enzovoort. Dat is de perceptie die ik bij het CJG heb. Dus om nu te zeggen: we gaan Home Start onderbrengen in het CJG, dan krijgen we een hele nieuwe vorm van het CJG en dat is helemaal de bedoeling niet. Home Start is een club die dan als een soort back office achter het CJG komt te hangen. Overigens ben ik buitengewoon enthousiast over Home Start, want die doen echt heel goed werk. En dan kom ik terug op Talma – ik probeer ook nog een lijntje naar de geschiedenis te trekken. Het sociale gezicht van het CDA. Want als er namelijk iets goed functioneert, dan is het Home Start, waar iets van 20 vrijwilligers gezinnen bezoeken zonder dat het een cent kost. Die kosten zitten met name in één beroepskracht die het coördineert. En ja, dat kost natuurlijk geld, dat red je niet met 3.000 euro. Dus ik wil echt een lans breken voor Home Start die echt heel goed werk doet. Het is me veel te kort door de bocht om te zeggen, nog los van het feit dat we het daar pas in het voorjaar over gaan hebben: laten we dat maar schrappen. Dat even richting de VVD. Mevrouw Verschoor Ik wil daar even op reageren. U doet een prachtig appèl op zo’n organisatie en ongetwijfeld zullen daar prachtige bedoelingen achter zitten; feit blijft wel dat het nog niet zo heel lang geleden is begonnen voor 3.000 euro. Het is toch opmerkelijk dat in zo’n korte tijd zo’n organisatie vervijftienvoudigt, en dat in een tijd waarbij de post zorg/welzijn sowieso al behoorlijk wat soupeert. En bij bezuinigingen moet je gewoon alles bekijken, toch? De heer Dunsbergen Bij bezuinigingen moet je alles bekijken, dat is zeker.
- 198 -
De heer Den Braanker Het zou kunnen samenhangen met de toegenomen problematiek. Of heeft u het beeld van: er zit een managementlaag op die we vooral er uit moeten halen? Mevrouw Verschoor Nou, dat is een aardige van u, meneer den Braanker. Want dat hebben we vorige keer ook al bij het Veiligheidshuis besproken: het is niet alleen dat daar van alles wordt opgetuigd, maar ook binnen scholen zie je van alles opgetuigd worden. Home Start, een CJG wat opgetuigd wordt: ja, we blijven optuigen. En voor de VVD wordt het wel op een gegeven moment zo dat we gaan zeggen: hé, wat kost al dat optuigen ons nu en wat kunnen we daar eens even anders in gaan doen? De heer Dunsbergen Nou, dat was exact de beleidslijn van het kernteam dat bezig geweest is met de ontwikkeling van het CJG, om dat nou juist niet te doen. Niet om dat heel zwaar op te tuigen… Mevrouw Verschoor Dat zal best, maar hoe ze vijf jaar geleden zijn begonnen en hoe het er nu voor staat, het bedrag vervijftienvoudigd wat ze krijgen, kun je dat niet zeggen. De heer Dunsbergen Ik denk dat het verstandig is dat we dit in de brede doorlichting meepakken, anders gaan we nu veel te inhoudelijk op dit punt in. Mevrouw Verschoor Dat vind ik ook, maar u begon er over, dus ik reageer op u. Mevrouw Visser Voorzitter, mag ik hier toch nog kort op reageren? Want mevrouw Verschoor heeft nu geloof ik voor de tiende keer gezegd, het is in vijf jaar tijd vervijftienvervoudigd. We zijn begonnen met drie gemeenten en vijftig procent werd door de provincie voor haar rekening genomen. Eén voor een vielen ze af, terwijl het in die gemeenten misschien minder urgent was, maar in Sliedrecht was het toen een goede zaak. En iedereen was daar van overtuigd. Dus het is niet zoveel keer duurder geworden, alleen zijn anderen afgehaakt en wij hebben die kosten voor onze rekening genomen. Ik vind, u heeft het nu tien keer gezegd en dat is echt genoeg. Mevrouw Verschoor Dat ben ik niet met u eens, tien keer is het zeker niet geweest. Maar u reageert er op, dus ik reageer terug. De heer Dunsbergen Ik denk dat ik naar mijn volgende punt ga. De brede doorlichting. Voorzitter, ik kan me herinneren dat toen we een gesprek hadden over de brede doorlichting, er gesproken is over notities. Ik meen de Gemeentewerf, de bibliotheek, de Lockhorst. En voor alle duidelijkheid: de CDA fractie zit, voordat we die notities gelezen hebben, niet op het standpunt dat we dat allemaal maar moeten schrappen. We hebben de vraag gesteld aan het college om de brede doorlichting goed vorm en inhoud te kunnen geven, om op deze drie punten waar het om substantiële bedragen gaat, dat we een goede notitie krijgen van de voors en tegens van bijvoorbeeld de nieuwe Gemeentewerf. Of een bibliotheek. Nu hoor ik dat de directeur van de bibliotheek langskomt, maar dat vind ik niet hetzelfde als een notitie. Het is prima dat we een gesprek hebben, maar dat punt wil ik nog wel even maken. Mocht het anders zijn, dan verneem ik dat wel. Andere voorstellen ten aanzien van de bezuinigingen, dat ben ik met de heer Van Gameren eens, de Waterbus is genoemd en zo zijn er nog andere dingen over tafel gegaan: laten we dat gewoon naar het voorjaar brengen. Een punt waar wethouder Tanis nog niet op heeft gereageerd is de daling van de WOZ waarde van woningen die ik heb genoemd. Dit heeft implicaties voor de burgers. Verwacht wordt dat de duurdere huizen sterker in waarde zullen dalen dan het goedkopere segment. Dit heeft gevolgen voor de mensen met de goedkopere woningen, want hun OZB kosten zullen stijgen. Want je krijgt volgens mij een herverdeling van kosten. De CDA fractie pleit er voor dat deze kostenstijging voor de eigenaren van goedkopere woningen goed gecommuniceerd wordt, zodat ze weten dat dit dus aanstaande is. In ieder geval op het moment dat ze de rekening op de mat krijgen, dat ze weten hoe het zit. Mocht u daar een andere mening over hebben, dan hoor ik dat graag. De CDA fractie deelt niet de mening van de wethouder als het gaat om die 500.000 euro, in hoeverre dat wel of geen risico is. Maar dat is techniek. Daar zal ik verder niet op
- 199 -
ingaan. De CDA fractie is wel verheugd met de toezegging van de wethouder om fondsen structureel aan te vullen danwel te creëren ten behoeve van projecten. En natuurlijk: we hebben te maken met bezuinigingen, maar we hebben ook te maken met projecten en die zullen altijd op ons afkomen. En door zeg maar er op een manier mee om te gaan zodat je tijd hebt om je visie te ontwikkelen, dat je daar goede besluiten over kunt nemen, dat je een tijdpad kunt formuleren en je daar ook aan kunt houden, dat lijkt ons erg logisch. Ik heb dat ook in mijn algemene beschouwingen genoemd, het tempo van de projecten die in de pijplijn zitten. De wethouder spreekt over meters maken. Nou, we hopen ook echt dat dat gaat gebeuren, want voorzitter, we moeten voorkomen dat Sliedrecht wegzakt ten aanzien van andere gemeenten in onze regio. Kijkend naar ontwikkelingtrajecten in het centrum van Alblasserdam, Papendrecht en Hardinxveld-Giessendam zien we dat men daar volop bezig is geweest om het centrum te ontwikkelen. Nou het Burg. Winklerplein is daar een prachtig voorbeeld van om daar tempo te maken. Dat geldt dan ook natuurlijk voor onduidelijkheid als het gaat om Baanhoek West. Er zijn mensen die daar als gezin gaan wonen; die hebben er een huis gekocht en die horen van de makelaar allerlei informatie over de voorzieningen die daar komen. En dan denk je: ja, op het moment dat daar geen duidelijkheid over komt hebben we natuurlijk wel een probleem met elkaar. Want de makelaar vertelt: er komen allerlei voorzieningen zoals een brede school, kinderopvang, noem alles maar op. Op het moment dat er een ander besluit genomen wordt, en daar zouden natuurlijk allerlei redenen voor kunnen zijn, dan hebben we daar een communicatief probleem. En dat geldt natuurlijk ook voor de Prickwaert. Eind november was een voorstel toegezegd; nou, we hopen dat dat er dan ook komt. Dat even in reactie op de punten die ik in mijn algemene beschouwingen heb genoemd. Dan de moties. De motie van PRO Sliedrecht als het gaat om de minimaregelingen. Nou, op het moment dat het gaat zoals de wethouder heeft voorgesteld, richting de verwijzing in het Kompas naar de website, dan kan het CDA zich daar prima in vinden. Als we kijken naar de reserve speelvoorzieningen, dan zeggen we: de memorie van antwoord is wat ons betreft voldoende, dus dat steunen we als CDA fractie niet. Als het gaat om het punt van accommodatiegericht jongerenwerk verschuiven naar het ambulante werk en dat in relatie tot een evaluatie, dat is eigenlijk uw punt he, als ik het goed begrijp? Dat is volgens mij een aanpassing van het raadsprogramma. Als je namelijk het raadsprogramma er bij pakt, op blz. 5, een na laatste alinea, daar staan die twee zaken namelijk genoemd, maar niet gerelateerd aan elkaar. Er staat: “Jongerenwerk vervult een belangrijke rol binnen de Sliedrechtse samenleving en zal voortgezet worden. Daarbinnen is een verdere verschuiving van het ambulant werk met speciale aandacht voor risicojongeren wenselijk. Zo worden vroegtijdig gesignaleerde problemen tegengegaan bij zowel jongeren als hun omgeving.” Een doorlichting van het jongerenwerk vanuit bovengenoemde invalshoek wordt in het voorjaar van 2011 aan de raad aangeboden. Dus dat is feitelijk… Mevrouw Visser Volgens mij heeft u dat niet gezegd toen we het over het raadsprogramma hadden, hier, in april. Want toen heb ik ook een heel stuk, en daar heb ik de heer Van Meeuwen uit geciteerd, en toen heb ik al gezegd, als je nu eens goed gaat kijken en je pakt de jaarverslagen van de stichting Open Jeugdwerk van de laatste vijf jaar, dan zie je dat het ambulant werk met dezelfde formatie inmiddels van, wat waren ze gegaan, van 40 naar 130 uren per week…? Het maakt niet uit, het was in ieder geval heel substantieel verschoven. En toen was het antwoord van de formateur, en anders moet u de handelingen er bij halen: nee, maar daar gaat het niet om, maar die doorlichting is wel belangrijk. Dus als u nu zegt: dat staat helemaal los van elkaar, dan is dat een ander antwoord als dat ik op 6 april gekregen heb van de formateur van deze coalitie en van dat raadsprogramma. De heer Dunsbergen Ik weet niet in hoeverre dat een ander antwoord is. Er staat hier een tekst waar we ons allemaal in konden vinden. In hoeverre hier een motie over is ingediend, dat weet ik niet, door PRO Sliedrecht. Mevrouw Visser Niet op 6 april. De heer Dunsbergen Nee, maar daar had het moeten gebeuren.
- 200 -
Mevrouw Visser Wat ik bedoel te zeggen is dat u nu een heel andere uitleg geeft aan die tekst als de formateur deed op 6 april. De heer Dunsbergen Ja, ik kan niet spreken voor de formateur, maar ik lees alleen wat er staat. Mevrouw Visser Hij sprak voor u, op dat moment. De heer Dunsbergen En ik lees wat hier staat. Nou, ik ben het er helemaal mee eens, zoals dat hier in het raadsprogramma staat. Daar hebben we ook hartelijk onze handtekening onder gezet. Wat u nu zeg maar suggereert, of althans voorstelt, en nogmaals, dat vind ik een wijziging van het raadsprogramma, is om namelijk twee zaken te combineren die in het raadsprogramma niet gecombineerd zijn. En op 6 april heeft u deze motie niet ingediend. En het feit dat u het relateert aan de begroting omdat dat stukje tekst er in staat, daarvan zeg ik: ja, logisch, want het staat in het raadsprogramma. Ben ik duidelijk genoeg? Mevrouw Visser Ja, ik snap wel wat u zegt. Dat is verder geen probleem. Ik kan ook lezen en noem maar op, en punten en komma’s verschuiven kan ik ook. Maar het gaat er om dat er op 6 april het nodige over gezegd is en dat er toen een andere uitleg aan gegeven is dan die u er nu aan geeft. Maar het ging me er uiteindelijk om wat u van de motie vindt, dus als u dat nu gaat vertellen, dan komen we verder. De heer Dunsbergen De CDA fractie hecht aan de formulering zoals het in het raadsprogramma staat. Mevrouw Visser Dat is dan helemaal geweldig. Want dan zou het ambulant jongerenwerk nog verder uitgebreid kunnen worden en daar mogen dan kosten aan verbonden zijn, want dat staat los van de brede doorlichting en van de evaluatie jongerenwerk. De heer Dunsbergen Ah, nu hebben we de kern te pakken. Het gaat u om het woord doorlichting. Mevrouw Visser Nee, het gaat mij niet om de doorlichting, het gaat mij om minder bezuinigen op jongerenwerk. De heer Dunsbergen Nee, u maakt er nu van … De voorzitter Ik vind het buitengewoon interessant. Maar ik zou dit vervolg toch maar verder in een informele wijze met elkaar bespreken, dan licht u me daarna in wat de resultaten van die informele bespreking zijn geweest. Want ik moet eerlijk zeggen: ik ga u nu maar eventjes afhameren, want dit is een verloop waarvan ik zeg: volgens mij heeft u allebei gedeeltelijk gelijk. U hoort elkaar toch niet echt goed meer. U gaat rakelings langs elkaar heen. Ik stel voor dat u de discussie over dit punt en over deze woorden maar beëindigt. De heer Van Meeuwen Voorzitter, bij interruptie, want ik word er af en toe zijdelings bijgehaald. Mag ik één vraag stellen aan de heer Dunsbergen? Verwerpt u nou die motie? De heer Dunsbergen Wat ik wilde zeggen, is dat ik vasthoud aan de tekst van het raadsprogramma waarin geen relatie gelegd wordt tussen de verschuiving ambulant jongerenwerk en een evaluatie daarvan. Want zo lees ik namelijk het woord doorlichting in de tekst van het raadsprogramma. Niet een financieel verhaal, maar meer kijken van: hoe functioneert dat nou en de manier waarop, want dat is volgens mij de bedoeling. Er wordt in het raadsprogramma geen combinatie gelegd, dus ik verwerp de motie. De heer Van Meeuwen Dan heeft mevrouw Visser antwoord.
- 201 -
De voorzitter Oké, u verwerpt de motie. Hartelijk dank, meneer Van Meeuwen. De heer Dunsbergen Ik vond dat ik wel een aardig punt had. Mevrouw Visser We zullen deze handelingen inlijsten, meneer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Heb ik een keer een leuk punt, word ik afgehamerd door de voorzitter! De heer Den Braanker Maar u blijft een optimist, he? De heer Dunsbergen Laat ik die opmerking ook maar meteen maken: een pessimist is volgens mij een teleurgestelde optimist. Die wilde ik eigenlijk aan het eind maken, maar ik vind het nu ook wel passend. We gaan naar de Staatsliedenbuurt. Voorzitter, mits we uitgenodigd worden, komen we graag naar een bijeenkomst als inwoners van de Staatsliedenbuurt geïnformeerd worden. Steunen we hiermee de motie? Ik denk dat op het moment dat u toezegt dat we het op die manier gaan doen, we beschikbaar zijn. Uitvoeringsprogramma, daar zeggen we hartelijk ja op. Wat ik nog wel een interessant punt vind, ja, ik heb er nog één, dat is het verhaal van die auditcommissie. De voorzitter Ja, begint u daar ook nog even over….! De heer Dunsbergen Ja, ja. Het is hier incasseren en uitdelen. Ik heb ergens gelezen dat de auditcommissie had ingestemd met een uitvoeringsprogramma dat onderdeel zou uitmaken van de begroting. In de memorie van antwoord. De heer Van Meeuwen PRO Sliedrecht die ons altijd heel scherp houdt, citeert dat ook letterlijk. Mevrouw Visser Ja, maar ik heb in de auditcommissie gezeten en ik heb ook de eerste twee hoofdstukken van de begroting mogen aanschouwen. Maar ik heb daar nooit, maar dan ook nooit, en de notulen heb ik nog niet gelezen, want die zijn er volgens mij nog niet, nooit gezegd dat dit een vervanging zou kunnen zijn voor het uitvoeringsprogramma. De heer De Jager zat er bij en de heer Van Gameren zat er bij; laat hen ook maar spreken. De heer Dunsbergen Ik constateer dat ik een punt heb. De voorzitter Nou ja, meneer Dunsbergen, bij interruptie van de voorzitter: zo is het op het college overgekomen. Bij voorbaat excuus; wij stellen het gewoon bij. We doen het anders. We doen het opnieuw en u krijgt een uitvoeringsprogramma zoals u dat wenselijk acht. De heer Dunsbergen Dank u wel, voorzitter. Dan kom ik bij het amendement van de VVD. Over Home Start heb ik volgens mij voldoende gezegd. De taakstelling van de IP&A: ik heb een aantal bijeenkomsten bijgewoond op Drechtstedenniveau en ik begin het langzaam te begrijpen, want het is een materie waarvan ik denk: waar gaat dit over? Dus 20.000 euro zomaar bezuinigen, dan denk ik: waar gaat het dan over? Begroten is niet uitgeven. Dat gaat om de 217.000 euro van de projecten. Serieus: de CDA fractie vindt het punt van de projecten buitengewoon belangrijk. Het moet goed vorm en inhoud krijgen. Op het moment dat dat wat geld kost: prima. En dat daar 217.000 euro voor begroot is, prima, maar dat is niet hetzelfde als uitgeven. Tot slot, stimuleren van vestigingsklimaat 50.000. Ik heb geen idee hoe dat ingevuld moet worden, dus in die zin volgen wij dit amendement niet. Energiemotie: hartelijk ja. De voorzitter U was helemaal klaar? De heer Dunsbergen Ik ben dacht ik redelijk binnen de tijd gebleven.
- 202 -
De voorzitter Ik dacht even nog op te rekken tot negen uur, maar dat lukt niet. Het college heeft geen behoefte aan schorsing. De heer Huisman Wij wel. De voorzitter Het college is nu aan bod. Het college heeft geen behoefte aan schorsing. U krijgt na het college nog een keer de gelegenheid om van uw schorsing gebruik te maken, maar ik sta u nu een schorsing dus niet toe. De heer Huisman Voorzitter, mag ik wel even toiletteren? Kunt u wel even wachten met de voortzetting? Er zijn meer mensen die onderhand van het toilet gebruik willen maken. Tien minuten moet best kunnen, toch? De voorzitter Ik ga in ieder geval reageren. Ik ga even naar mevrouw Visser. Over het uitvoeringsprogramma, mevrouw Visser en zo ook door enigen uwer is er denk ik in voldoende mate een reactie gekomen. Wij komen de toezegging na waar ook in de motie over gesproken wordt. De motie wordt door het college uitgevoerd zoals die is verwoord. Of het tot handhaving van de motie komt, en stemming over de motie, dat laat ik aan u hier in de raad over. Maar de motie zal door het college worden uitgevoerd omdat we het met uw stellingname eens zijn. Met betrekking tot graffiti: u heeft gelijk, ik heb dat vooral bestempeld als overlast. In die zin is het ook in het gremium commissie /werkgroep Kerkbuurt met ondernemers en een bewoner van de Kerkbuurt besproken. Als u er behoefte aan heeft om met betrekking tot graffiti een voorstel te doen in positieve zin om te komen tot een plek waar in positieve zin graffiti als veredelde kunstuiting plaats zou kunnen en moeten vinden, dan laat ik dat initiatief toch even bij u. Ik kan me namelijk herinneren dat ik daar in de raad één tot twee keer over gesproken heb en dat daar geen meerderheid voor te vinden was op dat moment; dat het mij ook negatief geadviseerd werd. Toen dacht ik, ja, waar ben ik mee bezig? Want a) ik heb een negatieve advisering en b) het wordt niet gedeeld. Dus als u het initiatief wilt nemen om het in positieve zin beoordeeld en besproken te zien, dan ga ik graag mee, maar ik laat het initiatief dan wel bij u. Opzet van de algemene beschouwingen: nou ja goed, ik laat dat graag aan u over om daar… Mevrouw Visser U begon toch uw betoog van: ik zou dat toch eens… hoe heeft u dat gezegd, de vorm van de algemene beschouwingen zoals ze nu gehouden worden. Zo bent u uw betoog begonnen. En als u dan nu zegt: dat laat ik aan u over, dan denk ik, ja. De voorzitter Nee, ik heb het nog steeds over graffiti, met alle respect. Ik ga het nu over de opzet van de algemene beschouwingen hebben. Daar was ik nog niet. De opzet van de algemene beschouwingen. Het lijkt mij goed, ook na onze ervaringen van vanavond, om die nog eens te evalueren omtrent mogelijke andere manieren van het begrip algemene beschouwingen zoals dat in den lande vorm en inhoud heeft gekregen en ik kan mij daar ook nog andere vormen van algemene beschouwingen bij voorstellen. Mevrouw Verschoor Wat mevrouw Visser net ook zei: kunt u niet wat specifieker zijn? Want wij vonden het ook zo’n opmerkelijke uitspraak van u. En nu snap ik nog steeds niet wat u bedoelt. De voorzitter Ik wil daar graag nog eens met u over evalueren, om ook voorbeelden van andere gemeenten die anders van opzet zijn qua algemene beschouwingen, met u aan de orde te kunnen stellen en te kunnen bespreken. Mevrouw Verschoor Maar u houdt het alleen bij die opmerking? De voorzitter Ja. Mevrouw Visser ….. u voorstellen van alle fracties, voorzitter?
- 203 -
De voorzitter Dat vind ik ook goed. We doen het ieder jaar, een evaluatie van de algemene beschouwingen, dus laten we het ook vroegtijdig in het nieuwe jaar doen, zodat we hier en daar ook met ervaringen en voorbeelden van andere gemeenten ons voordeel kunnen doen. Het smart geformuleerd zijn van het uitvoeringsprogramma, dat signaal is overgekomen, meneer Den Braanker. Prioriteitstelling Milieuprogramma. Evaluatie Milieuprogramma. Evaluatie Milieubeleid. Ik denk dat het goed is, mevrouw de Bruin, dat u uw ideeën en suggesties nog eens aan mij overhandigt. Ik wil ook best een keer met u een kopje koffie drinken, zou ik bijna zeggen, om die suggesties van u nog eens te mogen vernemen, in welke vorm dan ook, zodat ik ze kan betrekken bij de activiteiten van het milieubeleid danwel het Milieu-uitvoeringsprogramma waarvan u in het begin van het nieuwe jaar een actualisatie tegemoet kunt zien. Van alle zaken die in behandeling zijn, kunnen we de stand van zaken dan met u delen. Mevrouw de Bruin Ik ben blij met die toezegging, voorzitter. Maar ik wil graag een kopje koffie met u drinken, dan kunnen we het ook nog eens een keer over de naam hebben. De voorzitter Dat is goed, mevrouw. Dan met betrekking tot de visie Sliedrecht 2010 en Verder; ja, ik denk dat daar voldoende opmerkingen vanavond over gemaakt zijn en dat het geen verdere aanvulling meer behoeft te hebben vanavond. Met betrekking tot de samenwerking Hardinxveld-Giessendam: wij hebben in diverse contacten, formeel en informeel, met ambtelijke, bestuurlijke, management activiteiten, overleg gemeentesecretarissen en overleg burgemeesters signalen afgegeven en ook suggesties gedaan om activiteiten te inventariseren. Enerzijds vanuit de bestuurlijke invalshoek en anderzijds vanuit de invalshoek van de algemeen directeuren en op collegeniveau. Die suggesties zijn continu ter harte genomen, maar hebben nog niet tot een resultaat geleid. Wat ons betreft is nu het wachten, en inmiddels hebben we dat via het AD wel mogen vernemen, op de invalshoek en de suggesties vanuit het Hardinxveldse. Ik vind dat, en zo staat het college daar in ieder geval tegenover, dat wij respect moeten hebben voor het feit dat zij eerst in eigen huis en binnen eigen gelederen de zaken wensen te bespreken, ook naar de directe omgeving willen kijken en die directe omgeving was het Alblasserwaardse. Wij hebben steeds de uitnodiging gedaan en de bereidheid uitgesproken om met elkaar in overleg en in gesprek te gaan in concrete zin. Maar Hardinxveld heeft de afgelopen tijd tegen ons gezegd dat zij daar graag met ons over praten, maar dat ze eerst in eigen huis tot een bepaalde standpuntbepaling wensen te komen. Dus ja, verder kom ik niet. De heer Den Braanker Ik wil even refereren, want daar staat het volgens mij toch nog wat steviger: er wordt gesproken over pilots die… Daar wil ik graag aan herinneren. De voorzitter Nee, maar die pilots zijn op ambtelijk niveau ook al aan de orde geweest. Er is ook gepoogd om daar invulling aan te geven, maar het gemeentebestuur van Hardinxveld-Giessendam heeft dat wat beperkt op dit moment en wenst eerst nog een SWOT analyse en wenst eerst nog andere zaken binnen Hardinxveld besproken en geregeld te hebben voordat zij aan het verder bezien en uitvoeren van pilots toe kwamen. Ja, ik vind dat we wel de zaken helder moeten hebben. De heer Den Braanker Maar het gaat om, en ik gebruikte dat woord aandrang; ik stelde die vraag overigens ook aan de overige raadsleden. Hoeveel aandrang bestaat er aan onze kant, nu HardinxveldGiessendam een helder signaal heeft afgegeven vanuit de gemeenteraad? De heer Dunsbergen Voorzitter? Er staat letterlijk in het raadsprogramma: in het voorjaar van 2011 worden de eerste ambtelijke samenwerkingspilots geformuleerd. Dus ik denk dat we keurig in de pas lopen. De voorzitter Ja, dat is ook de verwachting. Alleen, meer aandrang dan dat kunnen we toch niet doen? Je moet daar met zijn tweeën aan toe zijn en daar enthousiast vorm en invulling aan geven. Gezien de krantenberichten waar we nog geen ambtelijk en bestuurlijk contact over gehad hebben, zijn wij zeer verheugd om die houding en dat signaal vanuit Hardinxveld-Giessendam te krijgen. Dat opent
- 204 -
perspectieven. Feestverlichting, nog zo’n klein punt. Die is van LED verlichting voorzien en dat heeft een tiende van het voormalige energieverbruik in zich. Een tiende. Dat heb ik me in ieder geval laten vertellen en adviseren. Met betrekking tot periodes: net zoals dat vorig jaar gebeurd is, zullen we nog eens goed met de organisatie overleggen wanneer nu feitelijk die branduren zouden kunnen beginnen en hoe lang die iedere dag zouden kunnen en moeten zijn. Met betrekking tot initiatief ondernemers: ik ben blij dat de heer Van Rekom dat nog eens uiteengezet heeft. Met betrekking tot de coördinatieactiviteiten binnen het Veiligheidshuis: ik kan er niet omheen om ook te constateren dat er veel overlegpartners zijn. Sommigen van u hebben daar nog een enkeling aan toegevoegd. U moet dat zien als: je kunt beter partijen bij elkaar brengen en zicht krijgen op elkaars activiteiten en vanuit dat zicht hebben op activiteiten ook tot afstemming te komen, zodat er ook feitelijk tot een adequate aanpak van bepaalde problemen kan worden gekomen. Dus gun het Veiligheidshuis nog een tijd de gelegenheid om dat vorm en inhoud te geven, want daar waren ze voor opgericht. Het is in ieder geval het bij elkaar brengen van de inhoud en de expertise om op basis daarvan tot een adequate aanpak ten opzichte van elkaar te kunnen komen. Energiebewustzijn bevorderen: van harte voor. De extra aandacht vanuit de gemeente, maar vanuit de gemeenten in zijn algemeenheid naar Zuid-Holland Zuid, die proef ik binnen de vergaderingen van de afgelopen periode zeer nadrukkelijk en dat is ook zeer nadrukkelijk nodig. Toezeggingen vastleggen. Nou, het zou een goed signaal zijn naar de griffie om daar vanuit u nog eens goed naar te kijken. Daar ben ik ook van harte voor. De heer Pauw Voorzitter, ik neem aan: griffie en ambtelijke organisatie? De voorzitter Ja, ik leg het meer voor aan de griffier. Misschien kunnen we daar in het driehoeksoverleg burgemeester, griffier en algemeen directeur verdere afspraken over maken. Met betrekking tot de Derde Merwedehaven: ik denk dat daar in de openbaarheid alles over is gezegd. Dat u weet welke inspanningen er door partijen vanuit het Sliedrechtse worden gedaan, en dan heb ik het over de stichting Burgerinitiatief, gemeente en onze adviseur om in goed en constructief overleg met de provincie en soms met Delta de komende maanden iets te bereiken. En dat “iets te bereiken” is in ieder geval dat het onderwerp vroegtijdige sluiting de aandacht krijgt die het verdient. Meer kan ik u gewoon niet zeggen, want het is aan partijen om daar vooral ook vorm en inhoud aan te geven, en het is vanuit Sliedrecht een punt wat iedere keer en zeer nadrukkelijk in de agenda van de overlegsituaties aan de orde is. Ik ben door mijn punten heen. Wethouder Tanis. Wethouder Tanis Dank u wel, voorzitter. Mevrouw Visser heeft een overzicht gevraagd van de structurele gevolgen van de package deal met Zuid-Holland Zuid. Het toeval wil dat mijn collega’s vorige week aan mij hetzelfde hebben gevraagd, dus dat wordt ambtelijk voorbereid voor mijn collega’s en dan zal ik dat vervolgens in wat uitvoeriger vorm in uw richting door laten sturen. Ik ga er van uit dat dat voor het eind van het jaar bij u is, oftewel voor de volgende opiniërende vergadering. Ik denk dat dat wel moet lukken. Twee, Manden Maken. U spreekt de wens uit dat Sliedrecht geen netto betaler zal worden. Dat hoop ik ook, maar goed, we hebben er al meerdere malen over gesproken. Er is natuurlijk best wat voorwerk gedaan en Sliedrecht is vanuit de regio de grootste netto ontvanger. Ja, procentueel gezien is Sliedrecht met stip de grootste netto ontvanger als je de relatie legt tussen de ingelegde gelden en de uiteindelijke bijdrage, en dat maakt je positie ook wat lastig. Maar ik begrijp uw opmerking en het wordt vervolgd. Uw opmerking met betrekking tot de Anne de Vries in relatie tot de brede school is voor mij glashelder. Zeker als het over de Anne de Vries gaat, hecht ik er nu aan om te zeggen dat ik inderdaad vind dat dat veel te lang loopt, en ik me daar, ja, eigenlijk moet ik dat niet zeggen als bestuurder, maar ik meen het oprecht: ik ga me daar bijna voor schamen naar de betrokkenen toe. Dat wil ik echt gezegd hebben hier. Als het gaat over de brede doorlichting, de opmerking van de heer Den Braanker, de OZB gevolgen meenemen: dat is helder, dat nemen we mee. Dat hebben we ook toegezegd en daar komen we op terug. Ik kom er zo nog even terug in de richting van de PvdA fractie. Uw opmerking met betrekking tot ICT, meneer Van Rekom: het werd mij helder na uw uitleg. Dan hebben we het dus niet over de extra kosten van IP&A, maar u wilt eigenlijk een verzoek bij de ambtelijke organisatie neerleggen om de door te berekenen extra kosten vanwege het meerwerk door het Service Centrum Drechtsteden aan de ambtelijke organisatie in Sliedrecht nog eens
- 205 -
kritisch te bekijken en dat zo mogelijk te verminderen. Als ik het op die manier juist interpreteer, dan neem ik hem zeker mee en dan kom ik er op terug, wat de mogelijkheden daar voor zijn. Even concreet: in het veegbesluit komt volgende maand aan de orde dat dat voor Sliedrecht een bedrag van afgerond 60.000 euro is. Dat zijn dus meer werkplekken, maar dat zijn ook andere kosten die op de een of andere manier conform het systeem “de vervuiler betaalt” in rekening gebracht worden. En als wij daarop kunnen bezuinigen… ik ga het zeker terugleggen en daar kom ik op terug in uw richting. Dan begrijp ik wat u bedoelt. Met betrekking tot die 217.000 euro ben ik het gewoon simpelweg niet met u eens. Het betreft eigenlijk kort en bondig de toerekening van apparaatskosten aan projecten die nog op de rol staan. Dat zijn heel concreet een viertal projecten. Het project Kerkbuurt, de economische structuurvisie, de uren met betrekking tot de Woonboulevard en het Burg. Winklerplein. Dat betekent, als u daarop zou willen bezuinigen, heel simpel geredeneerd, dan zou u dus in staat moeten zijn om de ambtelijke organisatie binnen de afdeling Projecten te verminderen, want anders, op het moment dat je hierop gaat bezuinigen krijg je ze ergens anders terug. Want het zijn gewoon vaste kosten die op een bepaald project moeten drukken, als u begrijpt wat ik bedoel. De heer Van Rekom U heeft in de eerste termijn volgens mij aangegeven dat het ging om de Stoep als project, en de andere betrof de school waarin u die voorbereidingskosten nodig had. En u noemt nu andere projecten. Dat wil niet zeggen dat je er alsnog niet een keer kritisch naar kan kijken, ondanks dat het ambtenarenuitgaven zijn. Wethouder Tanis Nee, maar laat één ding helder zijn. Kijk, wij hebben afgesproken, en ik beperk het dan maar even tot de Kerkbuurt bijvoorbeeld. Wij hebben een startnotitie en binnen die startnotitie, voor het opstellen van die visie is een aantal ambtelijke uren geraamd. Op het moment dat de raad zou beslissen, nadat we dus die visie hier besproken hebben in het eerste kwartaal van volgend jaar, dat we verder gaan, ja, dan krijg je automatisch een vervolgvoorstel voor een deel van deze 217.000 euro. En dan is de raad inderdaad weer aan zet om de uren daar aan die projecten toe te rekenen. De heer Van Rekom Maar zijn die kosten dan al gemaakt? Want dat is wat ik er uit opmaak. Wethouder Tanis Nee. Dit zijn in feite gewoon apparaatskosten die je überhaupt hebt, maar die op de een of andere manier natuurlijk toegerekend moeten worden. Met andere woorden, op het moment dat we deze vier projecten, als het helemaal volledig is, maar daar ga ik maar even van uit, want ik krijg dit net van boven vandaan aangereikt, als dit de vier projecten zijn en deze projecten zouden alle vier niet doorgaan, maar je bent vervolgens niet in staat om je totale apparaatskosten terug te dringen, ja, dan zullen ze ergens anders vervallen. De heer Van Rekom Dat betekent dus dat u gewoon een overschot heeft in uw ambtelijk apparaat. Dat is wat u zegt. Wethouder Tanis Ja, goed, zo kun je het ook interpreteren, maar wij interpreteren het anders. Wij hebben een bepaalde bezetting van de afdeling Projecten en we hebben een bepaald ambitieniveau als college en raad vastgesteld. En dat moet je natuurlijk op een gegeven moment met elkaar laten matchen. En dit zijn dus interne kosten; we hebben het niet over eventuele externe inhuur om bepaalde projecten nog te versnellen. Want dan heb je het over specifieke apparaatskosten. Dus dit zijn puur de interne kosten van de ambtelijke organisatie, waarbij het wat ons betreft niet mogelijk is om daar op dit moment op te bezuinigen. De heer Van Rekom Het zal wellicht aan mij liggen, en misschien dat we het hier later eens over moeten hebben, maar dit neigt een beetje naar bezigheidstherapie. Wethouder Tanis Nou, meneer de voorzitter, ik heb hier echt moeite mee, hoor.
- 206 -
De heer Den Braanker U heeft van alle kanten een antwoord gekregen volgens mij. Volgens mij moet u dit amendement toch echt intrekken. Want het is helder dat die kosten gemaakt moeten worden. Ik zou het ook onbehoorlijk bestuur vinden als u a) op Home Start rücksichtslos zou bezuinigen; dat is onbehoorlijk bestuur. En b) hier ook nog eens even 217.000 euro. Ik weet niet of u dat uit wilt smeren over jaren, maar ik vind het vrij ver gaan wat u in dit amendement voorstelt. De heer Van Rekom Daar zijn wij ons ook van bewust hoor, dat we vrij ver gaan. Het is niet zo dat we hier dingen naar voren brengen die in onze ogen niet haalbaar zijn. Zo heeft mijn collega Verschoor het ook gezegd: beschouw het nou ook eens als een aanmoediging waarmee je kritisch kijkt naar een aantal zaken zoals een Home Start, zoals de voorbereiding op nieuwe projecten en nieuwe producten. De heer Den Braanker Als u het zo formuleert, prima. Maar u zegt in uw amendement: schrappen die handel. De heer Van Rekom Dat klopt, ja. Dat klopt. Wethouder Tanis Goed. De heer Van Gameren heeft ook wat opmerkingen gemaakt over de package deal. Volgens mij heb ik dat al beantwoord in de richting van mevrouw Visser. Als het gaat over precariorechten heeft u ook een opmerking gemaakt. Het is zo, en ik zal vragen via de griffie of het mogelijk is dat dat ook ter informatie als ingekomen stuk in uw richting opgestuurd zou kunnen worden: de Belastingdienst heeft een opzet gemaakt wat de mogelijkheden zijn om de komende jaren op een aantal fronten te komen, we hebben het over diverse soorten belastingen, tot extra inkomsten. Zij hebben daar op ons verzoek een plan voor gemaakt; we zijn de eerste binnen de Drechtsteden die daarmee gaan draaien. Dat hebben we vorige week ook in het college besproken en daar kunt u dan als ingekomen stuk kennis van nemen. Dat betreft onder andere de precariorechten. Mevrouw Visser Voorzitter, mag ik daar op reageren? Komt er nu een aparte nota over precariorechten terwijl dat al onderdeel was van de vijftien beleidsvelden van de bezuinigingen? Wethouder Tanis Nee. Het zijn twee verschillende dingen. Ik zeg nu alleen in de richting van de heer Van Gameren dat de Belastingdienst een plan heeft opgesteld om te zoeken naar mogelijkheden om op een aantal beleidsterreinen extra opbrengsten te genereren, en dat wil ik graag ter informatie aan de raad toesturen. Als het gaat over het fonds Grote Projecten, dat is even in uw richting, in het bedrag van 4 miljoen, dat heeft er vanaf het begin in gezeten. Daar zit een bepaald bedrag in begrepen ter dekking van fondsvorming voor grote projecten. Dus het is niet zo dat de opmerking van de heer Den Braanker en ook van de heer Dunsbergen zou moeten leiden tot een extra bezuiniging. Als je zou zeggen: we gaan terug naar het netto bedrag – u moet het me niet precies vragen, want ik heb de bedragen niet uit mijn hoofd geleerd, maar er zit ergens al een bedrag van twee ton in die vier miljoen. Als je die vier miljoen helemaal zou kunnen halen, kun je jaarlijks een bedrag vrijspelen om te sparen voor grote projecten en dat staat in feite ook in het raadsakkoord aangegeven. Er zijn diverse fracties die daar een mening over hebben. Kijk, vervolgens moet je daar natuurlijk spelregels over af gaan spreken; dat is heel helder. Maar dat is in feite onze insteek geweest. De opmerking van de heer Dunsbergen is mij helder, voorzitter, met betrekking tot de communicatie bij de WOZ aanslagen. Ja, ook dat wordt verzorgd door de Belastingdienst, maar daar zullen wij zeker op toezien. En de opmerking over het tempo van de voortgang projecten, daar heb ik al op gereageerd. De voorzitter Dank u wel. Wethouder Lavooi. Wethouder Lavooi Dank u wel, voorzitter. In de richting van PRO Sliedrecht, als het gaat om de bezuinigingen binnen het welzijnsveld, zeg maar de drie ton. Mevrouw Visser zegt: in plaats van één grote vis zou je wellicht ook tien kleine visjes kunnen nemen. Dat is nou juist nadrukkelijk niet de bedoeling van het college. In het raadsprogramma staat dat we met name het verenigingsleven zoveel
- 207 -
mogelijk zullen gaan proberen te ontzien bij de komende bezuinigingen. Dat betekent dus dat u voorstellen tegemoet kunt zien die daarop geënt zijn en dan kom je vanzelf toch bij een aantal wat grotere instellingen met vaak professionals in dienst. Dat is dus een bewuste keuze die in het raadsprogramma staat, die wij ook consequent gaan proberen uit te voeren. De motie rondom het minimabeleid: ik heb het idee dat als we het doen zoals ik u heb toegezegd, en ik heb aan uw nonverbale reactie gemerkt, nee, zelfs uw verbale reactie, dat u dat een goed voorstel vindt: mij lijkt dan het indienen van die motie niet nodig, eerlijk gezegd. Maar dat hoor ik graag. Dan de Staatsliedenbuurt. Daar bent u niet alleen over begonnen in tweede termijn, maar ook andere fracties. Als we het nu zo doen: wij voeren voor wat betreft het Staatsliedenbuurt project de procedure uit zoals u die als raad heeft vastgesteld. Binnen die procedure past dat we polsend de bewoners ook betrekken. Dat betekent de huurdersvereniging, dat betekent het wijkplatform en dat betekent de inmiddels gevormde delegatie van bewoners. Overigens, Tablis neemt het initiatief en niet wij als college, maar dat terzijde. Op het moment dat dat polsend is gebeurd, hoor ik de heer Dunsbergen zeggen, en ik kan niet anders dan hem gelijk geven: op dat moment worden wij uitgenodigd en dan schuiven we graag aan. In die volgorde willen we het dus doen. Maar mogelijkerwijs ter geruststelling van de SGP/ChristenUnie fractie: dat betekent dus dat wij op een bepaald moment in uw richting plus de bewoners komen op een moment dat u nog niet voor voldongen feiten wordt gesteld. Volgens mij zit uw ongerustheid met name in dat punt. College, ga nou niet zo dichttimmeren, samen met de bewoners, dat wij als gemeenteraad uiteindelijk helemaal niks te zeggen hebben. Dat past trouwens niet in het schema. In het schema past wel degelijk dat wij naar u toekomen op het moment dat de zaak nog niet volledig is dichtgetimmerd. Als dat uw angst zou kunnen wegwerken, dan hoor ik dat graag, maar ik denk dat dat zo is. Daarmee ben ik feitelijk overgestapt van de tweede termijn van PRO Sliedrecht naar die van de SGP/ChristenUnie. Beiden hebben gesproken over de positie van de stichting Open Jongerenwerk. Onze gedachte is om zeker geen dikke nota te schrijven waarin we het functioneren van deze stichting evalueren. Er is in de afgelopen tijd meer dan voldoende materiaal over dat punt op papier gezet en het is feitelijk een kwestie van een nietje er doorheen doen. Maar dat stuk is wel nodig voor uw besluit over onze voorstellen rondom de toekomst van het jongerenwerk. Dus die evaluatie gaat u wel degelijk krijgen, maar als het aan het college ligt gaan we dat bepaald niet optuigen met externen en weet ik veel wat nog meer, maar is het meer een kwestie van verzamelen van zaken. We gaan het dus wel doen, maar dan op een eenvoudige en vooral goedkope manier. Ik hoop dat ik daarmee ook PRO Sliedrecht heb kunnen geruststellen. Dan stap ik over naar de bijdrage van de kant van de VVD en toch nog even Home Start. Maar ik probeer het echt kort te houden. De heer Dunsbergen heeft een warm pleidooi gehouden voor Home Start en de heer Den Braanker heeft terecht gezegd: je kunt niet zomaar ingrijpen, want dan heb je te maken met de Algemene Wet Bestuursrecht. Dus je kunt vanaf 2011 niet zomaar gaan ingrijpen. Dat neemt niet weg dat ik vind dat de VVD wel een punt heeft. Dat punt is gelegen in het feit dat we proberen een aantal organisaties in één gebouw onder te brengen en dat betekent, als het aan ons ligt, dat we dan, maar dan hebben we het over het jaar 2012 en volgende, tegelijkertijd kijken of het dan niet goedkoper en efficiënter kan. Ook daarover zijn we eerlijk gezegd in gesprek, ook met Home Start, om te bezien in hoeverre een aantal activiteiten onderdeel zouden kunnen worden van de reguliere activiteiten van RIVAS. Dus de boodschap is: hartstikke goed werk. In 2011 kunt u nog niet gaan ingrijpen, maar op het moment dat we het CJG hebben, gaan we wel degelijk proberen of we daar een efficiencyslag kunnen maken. Dan heeft de VVD fractie mij gevraagd wat het standpunt van het college is over een aantal mogelijke activiteiten van de Sociale Dienst Drechtsteden. Wij hebben binnen de bestuurscommissie van de Sociale Dienst Drechtsteden met elkaar heel goed afgesproken: bezuinigingssuggesties, die zitten nu in de fase van brainstormen. Rijp en rauw komt aan de orde. We hebben het over een bedrag van 25 miljoen en we hebben afgesproken dat op het moment dat wij enige schifting hebben aangebracht in de bezuinigingen, we binnen de bestuurscommissie de eerste discussie voeren. En ik ben echt niet van plan, daar waar anderen dat wellicht wel doen, om nu al in de openbaarheid daar mijn mening over te geven. Dat gaat echt via de reguliere weg: bestuurscommissie, Sociale Dienst Drechtsteden, Drechtstedenbestuur, Drechtraad. En ik heb in de richting van u als raad wel toegezegd dat we hier plaatselijk gaan proberen om in ieder geval na te denken over die invulling van die 25 miljoen. Wat dat betreft ligt er een vraag van mij aan het college en die wordt mogen hopelijk beantwoord, namelijk
- 208 -
de vraag: hoe gaan we dat dan doen? Want ja, je hebt het over heel precaire voorstellen waarvan ik niet de indruk heb dat je die zomaar in een raadsvergadering à l’improviste kunt gaan behandelen. Bovendien, de plaatselijke Cliëntenraad en de Wmo adviesraad willen er ook graag iets over te zeggen hebben. Dus graag enige prudentie wat dat betreft. Het gaat om zeer zwaarwegende besluiten als het gaat om de Sociale Dienst Drechtsteden en ik ga daar vanavond niet zo maar even mijn spontane persoonlijke mening over geven. Mevrouw Visser Voorzitter, ik begrijp dat de wethouder op dit moment geen voorschot gaat nemen op eventuele maatregelen die al, rijp en groen noemt u dat geloof ik, besproken zijn binnen de bestuurlijke commissie. Maar ik herinner u wel aan 25 oktober waarin gezegd werd: ik begrijp heel goed dat de raad in Sliedrecht op enig moment geïnformeerd wil worden en een mening wil geven alvorens men, tegen die tijd is het portefeuillehoudersoverleg Sociaal, echt knopen doorhakt. Wethouder Lavooi Ik meen net gezegd te hebben dat er wat dat betreft een voorstel van mij ligt wat morgen in B&W wordt besproken. De vraag: hoe gaan we de cliëntenraad hierbij betrekken, hoe gaan we de Wmo adviesraad hierbij betrekken en hoe gaan we de gemeenteraad erbij betrekken? Maar de gevoeligheid ligt hem daar wel in dat je volgens mij niet over alle voorstellen zomaar in een openbare sessie, waar de kranten bij zijn, met elkaar van gedachten kan wisselen. Dat moet je toch proberen te stroomlijnen. Maar het gaat gebeuren zoals ik het heb toegezegd. De CDA fractie. Het CJG, daar zijn we op ingegaan. Home Start ook. De Staatsliedenbuurt ook. Ik denk dat ik er door ben, voorzitter. Dank u wel. De voorzitter Mevrouw Verschoor. Mevrouw Verschoor Dank u wel, voorzitter. De vraag die ik aan de wethouder stelde was het voorbeeld van Spijkenisse waar ze uitkeringsgerechtigden een tegenprestatie laten uitvoeren, hoe u daar tegenaan kijkt. Wethouder Lavooi Daar ga ik vanavond niet op in. Mevrouw Visser Dat is een overgedragen taak, mevrouw Verschoor. Die vraag moet u in de Drechtraad stellen, want daar kunnen wij in Sliedrecht niks meer mee. De voorzitter Wethouder De Waard. Wethouder De Waard Voorzitter, dank u wel. Ik wil beginnen met wethouder Van Gameren te bedanken voor de beantwoording van de vraag over de speelplaatsen; ik had het gewoon niet beter kunnen doen. Hartelijk dank, meneer Van Gameren. Eén aanvulling nog. U zei: voorjaar 2011 gerealiseerd. Ik heb me zelfs laten influisteren dat het zeer binnenkort gaat gebeuren. Ja, mooier kunnen we het echt niet maken. Mij wordt verweten een passieve houding te hebben met betrekking tot stageplaatsen en leerwerkplekken. Ik had eigenlijk beloofd dat ik geen toezeggingen zou doen, maar wat ik wel kan zeggen: ik ben hier niet van op de hoogte, zeker niet van die leerwerkplekken, of we die hier hebben. Maar dat ga ik in ieder geval inventariseren en daar rapporteer ik u over terug. Dat is toch ook een soort toezegging? Mevrouw Visser Dat is een toezegging van een jaar geleden. Ik snap best dat er een portefeuillehouderwisseling heeft plaatsgevonden, maar ik hoop dan wel dat, ik ga niet zeggen de volgende raadsvergadering, maar het is gewoon hartstikke wezenlijk. Jongeren die geen leerwerkplek hebben kunnen ook niet afstuderen. Wethouder De Waard Ik snap de urgentie. Excuses als het wat langer duurt en dank voor het begrip dat ik even de tijd krijg om me in mijn portefeuille in te werken. Dat heeft inderdaad tijd nodig, gezien de breedte die het betreft. Milieustraat en Gemeentewerf, daar is een vraag over gesteld of we dat
- 209 -
gezamenlijk doen of alleen. Volgende week is er een overleg met de wethouder van Waardlanden die daar mee bezig is. Er gaat een gesprek plaatsvinden met Papendrecht, die ook heeft aangegeven toe te zijn aan een nieuwe Milieustraat. Dat zou betekenen dat als wij begin volgend jaar met een voorstel komen, dat wellicht ook weer in samenwerking gaat met andere plaatsen. Die gesprekken worden op dit moment gevoerd en wij proberen daar toch ook anderen bij te betrekken om het zo voordelig en zo aantrekkelijk mogelijk te maken. De heer Van Meeuwen heeft iets gezegd over de vleugels van het CDA. Ik voelde me daar toch een klein beetje over aangesproken. Was dat nou in de verwijtende zin, of bent u een beetje jaloers dat wij wel vleugels hebben en anderen wellicht ietwat vleugellam zijn? Ik snapte het niet helemaal. De heer Van Meeuwen Ik wil het u wel uitleggen, als dat van de voorzitter mag. Ik deed alleen maar een constatering. Heel veel politieke partijen hebben natuurlijk vleugels, maar u moet het misschien als compliment opvatten; zo heb ik het wel bedoeld. Iedereen past er in; dat is toch ook goed? Wethouder De Waard Hartelijk dank. Als het als compliment bedoeld is vind ik het fantastisch; we vliegen daar uitstekend mee, kan ik vertellen. Ja, de halte Sliedrecht Baanhoek; hij kwam nog een keer tevoorschijn en er werd iets over gezegd, over halte de Waard. Ik hoop dat dat niet een woordspeling is met mijn eigen achternaam, maar dat dat meer bedoeld is in de richting van de Alblasserwaard. Anders zou het veel te veel eer zijn. Maar ik vind het wel mooi dat hij in Sliedrecht Baanhoek heet, want dat is tenslotte de naam zoals de halte vroeger ook heette. Bovendien dragen wij er nogal substantieel aan bij, dus die naam Sliedrecht mag er absoluut in voorkomen, meneer Den Braanker. Tien procent bezuinigen op de Biesbosch, ja, daar kunt u mij aan houden. Dat heb ik zowel gezegd in het overleg in het AB en het DB waar ik de pet van penningmeester mag dragen, als hier. Ik zal er nadrukkelijk op toezien dat dat ook gebeurt. Ik heb er niet zo verschrikkelijk veel meer op te zeggen; ik heb hier al gezegd dat ik daar mijn uiterste best voor zal doen. De heer Den Braanker Kunt u aangeven waar die tien procent van is? Dat was mijn vraag. Wethouder De Waard Het bedrag wat nu in de begroting staat. Want daar hebben we het over. Mevrouw Visser Ik ga de verwarring nog even groter maken, hoor, meneer Den Braanker, want er staan twee bedragen in de begroting. Als je de beheersbegroting pakt, staat er een bedrag van 159 plus 22.000 voor het BTW compensatiefonds. Maar dat was mijn vraag eigenlijk niet. Ik heb de beantwoording gezien in de memorie van antwoord waarin u kort ingaat op de mogelijkheden en onmogelijkheden van uitstappen. Mijn fractie heeft daar nog wat twijfels over, maar op 22 november gaan wij daar met elkaar hier verder over praten. Nu heeft er afgelopen vrijdag of zaterdag een vrij groot stuk in de Dordtenaar gestaan over het stoppen van de rijksbijdrage aan dat nieuw te vormen schap, was dat volgens mij. Is het mogelijk om dat in die nota van 22 november mee te nemen? Want anders zitten wij op 22 november te spreken over een situatie waar u het laatste halfjaar mee gewerkt heeft, terwijl er inmiddels een kabinet zit dat andere plannen heeft. Wethouder De Waard Om u in dat verband een beetje uit de droom te helpen: daar ging het over de Dordtse Biesbosch en dat is een nieuw project. Dat ligt op het Eiland van Dordrecht. Waar wij over spreken, dat is de Hollandsche Biesbosch die samen gaat met het parkschap Brabantse Biesbosch. Die hebben dus niks met elkaar te maken. Dus als het gaat over de bijdrage: wij hebben geen rijksbijdrage, we hebben een provinciale bijdrage en een bijdrage van Brabant, enzovoort, en van Zuid-Holland. Dus maakt u zich daar geen zorgen over; ik heb dat ook nagekeken en ik ben er ook van geschrokken, maar het is niet zo dat dat ons raakt. Als de heer Van Gameren zegt dat hij triest heeft moeten constateren dat er niks te halen valt bij de Biesbosch, dan vind ik het een beetje jammer dat dat zo geconstateerd wordt. Want tenslotte hebben wij er jarenlang ons best voor gedaan om er een fantastisch gebied van te maken, ook met bijdragen van Sliedrecht. Dus in die zin is er wel degelijk iets te halen voor de Sliedrechtse bevolking. Ik vind het een beetje jammer als u dat zo uitdrukt. De VVD heeft het over de bevolkingskrimp in relatie tot ondernemers die de ruimte moeten krijgen. Dat snapte ik niet helemaal.
- 210 -
Want als u zegt dat we wel degelijk rekening moeten houden met een bevolkingskrimp, dan mag ik aannemen dat u snapt dat ondernemers, als zij de bevolking in een bepaalde plaats zien krimpen, niet echt in de rij staan om daar allerlei nieuwe dingen te gaan ontwikkelen. We proberen dat uiteraard wel binnen te halen, maar ik vind het een beetje een contradictio in terminus, als ik dat eens mag gebruiken. Ik geloof dat mijn voorganger ook iets met Latijn had, dus wellicht kan ik dat ook nu een keer erin gooien. Het komt zomaar ineens bij me op. Als u extra wilt bezuinigen op de totale organisatie van 19,5 miljoen en daar tien procent op wilt loslaten, dan betekent dat een extra bezuiniging van pak hem beet een half miljoen. Ik vind dat wel erg veel, om dat nog eens een keer bovenop die vier miljoen te zetten. We doen onze uiterste stinkende best om dat te halen; geeft u ons de ruimte om te kijken of we daar in de organisatie nog wat extra kunnen bezuinigen, maar ik zou zeggen, laat u dan verrassen in het voorjaar van 2011. Ja, ik moet toch nog iets zeggen over die feestverlichting, want dat gaat hier ook al een eigen leven leiden. Ik heb me laten vertellen dat die vanavond al voor 50% uit is en dat we hem pas weer aansteken als Sinterklaas in Sliedrecht aankomt. Nou, dat is al een bezuiniging die in ieder geval heel snel is doorgevoerd. De heer Den Braanker Dat is dan juist mooi om dat te communiceren richting de burger, he? Dan weet de burger ook van: kijk, de gemeente hebben we als voorbeeld. Dan weet ik zeker dat de heer Van Gameren zijn Kerstverlichting ook uit laat. Wethouder De Waard Daar doen we het ook voor. Ja, en zeker tussen 12 en 6, mag ik aannemen, want dan hoeft ie voor mij ook niet te branden in de Landgraafstraat, toch? Ik heb dacht ik inmiddels al mijn zaken gehad. Nog even in de richting van de fractie van het CDA. Die zegt: de Kerntakendiscussie begint 2011 en is nieuwsgierig naar de uitkomsten. Maakt u zich geen zorgen, ook de portefeuillehouder is uitermate nieuwsgierig wat daar allemaal uitkomt. Ik dank u wel. De voorzitter Dan zijn wij aan uw schorsing toe. Of u moet daar geen gebruik van willen maken? Als u naar het toilet wilt, dan kan dat altijd. U wilt van de schorsing gebruik maken? Dan schorsen we tien minuten. SCHORSING De voorzitter Dames en heren. Ik heropen de vergadering. Aan de orde zijn uw stemverklaringen, besluitvorming over amendementen en moties, daarna de stemming over het raadsvoorstel vaststelling memorie van antwoord en daarna over de complete begroting, oftewel de programmabegroting zoals vermeld onder vijf punten. De heer Van Rekom Ik weet niet of dit procedureel juist is, maar het amendement wat wij hebben ingediend trekken we terug onder de voorwaarde dat de toezeggingen die zijn gedaan door wethouder Lavooi aangaande Home Start, kijken naar efficiencyslagen nadat het CJG is gehuisvest. Een tweede is dat wethouder Tanis de 20.000 euro besparing zoals het nu door ons is uitgelegd, nader gaat onderzoeken. De voorzitter Dan constateren we, of het nou wel of niet binnen de procedure past: u trekt uw amendement in onder de toezeggingen die daaromtrent door beide wethouders zijn gedaan. Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Voorzitter, voor wat betreft de ingediende moties en amendementen van PRO Sliedrecht; wij ervaren de motie minimabeleid als overgenomen door het college. Als ik daar een knik op kan krijgen van de wethouder, dan lijkt me dat perfect, want dan hoeft die niet in stemming gebracht te worden. Motie reserve speelvoorzieningen nemen we terug en laten we boven de markt hangen tot de Zomernota. Dan kijken we of de speelplaats in Baanhoek West gerealiseerd is. Het amendement behorende bij pagina 29 houden we in stand.
- 211 -
De voorzitter Ik constateer dat gezien het feit dat vanuit het college blijkbaar duidelijkheid is geschapen met betrekking tot motie minimabeleid en dat die in wezen door het college is overgenomen, dat u uw motie dus intrekt? Mevrouw Visser Nee, ik beschouw hem als aangenomen. Door het college overgenomen en daardoor door de raad aangenomen. Want er is niemand in de raad die gezegd heeft: je moet het niet doen. De voorzitter Door het college overgenomen, met hier en daar een aantekening en dus niet meer in stemming hoeft te worden gebracht. De motie reserve speelvoorzieningen houdt u aan? Mevrouw Visser Ik neem hem terug. Alleen voor mezelf heb ik gezegd: we bekijken bij de behandeling van de Zomernota wat er van de toezeggingen terecht gekomen is, en anders brengen we hem op dat moment weer in. De voorzitter Dus die komt niet in stemming. Nou, dat schiet lekker op. Het amendement 1, evaluatie jongerenwerk, dat handhaaft u en die wilt u in stemming gebracht zien. Oké. Dan gaan we naar de heer Den Braanker. De heer Den Braanker Is het mij geoorloofd, voorzitter, om nog, want dat is belangrijk voor het al dan niet in stand houden van de motie, om een vraag te stellen aan de wethouder? Dat is één. En twee, kan ik in ieder geval aangeven met betrekking tot de motie rond het uitvoeringsprogramma, dat wij de discussie van vanavond zien als een bekrachtiging van de afspraken, dat we hem dus in die zin door het college zien overgenomen worden en dat we hem in die zin intrekken. Sorry, ik maak dezelfde fout. Als aangenomen beschouwen, maar dat hij dus niet in stemming gebracht hoeft te worden. De voorzitter Dus met betrekking tot de motie uitvoeringsprogramma: gezien het feit dat het college de inhoud heeft overgenomen, beschouwt u hem als aangenomen en komt hij dus niet meer apart in stemming. Met betrekking tot de motie Staatsliedenbuurt? De heer Den Braanker Ja, u geeft mij dus de ruimte om daar een vraag over te stellen aan de wethouder. We hebben het stroomschema er op nageslagen en daarin staan twee belangrijke momenten. Dat is het vooroverleg met Welstand, direct omwonenden, belanghebbenden en wijkplatform opstelling startnotitie projectvoorstel met concept stedenbouwkundige kaders. Dat doet vermoeden dat daar ook op enig moment de raad bij betrokken is. En verder: besluitvorming college en vervolgens informatieve bijeenkomst presentatie plan aan raadsleden. De vraag is of dat op die manier, en dan vraag ik ook naar de tijdlijn, uitgezet wordt door uw college… De voorzitter Het antwoord is ja. De heer Den Braanker …ja, en dat betekent dus in onze optiek bij opstelling startnotitie projectvoorstel met concept stedenbouwkundige kaders dat u op dat moment ook in brainstormende zin bij de raad terugkomt. Wethouder Lavooi Ik hou me gewoon aan het stroomschema. De heer Visser Ja, dat is te kort, he. Dit is de eerste keer dat het stroomschema nu echt aan de orde komt. Het stroomschema is ontstaan, we hebben geprobeerd om zo vroeg mogelijk de invloed van de bewoners er bij te betrekken. Nu gaan we het stroomschema toepassen. Nu kan het toch niet zo zijn dat het in strijd komt met een andere wens van de raad dat wij kaders willen stellen? We willen op het moment dat we naar die bewoners toe gaan, met kaders van de raad naar de bewoners toe.
- 212 -
Wethouder Lavooi Nee, maar echt wel voorbereid door het college als het aan ons ligt, samen met de bewoners. Als u vermoedt dat wij min of meer met een blanco verhaal in uw richting komen, dan is dat nadrukkelijk niet de intentie van het college. De heer Den Braanker Nou, dan is dat een helder antwoord. Volgens mij sluit dat de inhoud van onze motie niet uit, in die zin dat wij in de gelegenheid worden gesteld om mee te spreken over de eventuele plannen die er zijn. De heer Dunsbergen Voorzitter, mag ik daar een vraag over stellen? De voorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Ik ken het stroomschema niet uit mijn hoofd. Maar nu even de volgorde. Laten we het even simpel houden. Op een gegeven moment komt er een voorstel, daar wordt over nagedacht en daar zijn allerlei mensen bij betrokken. De bewoners worden er bij betrokken. Wat is nou het eerste moment waarop de raad voor het eerst wordt geconfronteerd met de zaken die voorliggen, over dit onderwerp, in het stroomschema? Wethouder Lavooi Dan moet ik gaan voorlezen, voorzitter. Dat kan niet anders, denk ik dan. We hebben vooroverleg met welstand, direct omwonenden, belanghebbenden en wijkplatform. Met name dat laatste is zeer belangrijk. Overigens, van de kant van de SGP/ChristenUnie is daar nu juist altijd op gehamerd dat we dat als college nadrukkelijk doen en niet aan de overkant plannen zitten te bedenken en daar de bewoners als het ware mee te overrulen. Dus zeer direct samen met die bewoners. Nou, dan krijgen we een opstelling startnotitie enzovoort, de besluitvorming in het college, en dan komt ie, dan krijgt u alle gelegenheid: een informatieve bijeenkomst. En wat gebeurt daar dan? Die startnotitie komt aan de orde en de zaak wordt gepresenteerd aan u, plus de direct omwonenden en belanghebbenden en het wijkplatform. Dat is informatief. Daarna heeft u opiniërend en vervolgens besluitvormend alle gelegenheid om op dat moment uw kaders te bepalen. De heer Den Braanker Dan leg ik uit dat onze motie vooral betrekking heeft op de fase van het vooroverleg. Dus wij willen nog wat meer aan de voorkant zitten waarbij het gaat over zulke grootschalige projecten. Dat is het punt. Ja, goed, als dit het antwoord mag zijn van u als wethouder, dan denk ik dat wij deze motie in stand moeten houden. De heer Dunsbergen Mag ik de heer Den Braanker hier een vraag over stellen? Begrijp ik nu dat u, voordat de startnotitie geformuleerd wordt, in feite al aan wilt geven wat zeg maar de indicatoren zijn die…? De heer Den Braanker Nou, ik heb voorbeelden gegeven. Het is een en, en verhaal waarbij je gelijktijdig met de bewoners of het wijkplatform mee zou kunnen spreken over de ontwikkelingen die gaande zijn, of de eventuele plannen met betrekking tot die wijk. Wethouder Lavooi En dat gaan we op die informatieve bijeenkomst ook daadwerkelijk doen. Maar voorafgaande aan die informatieve bijeenkomst, ik hecht er echt aan om dat te zeggen, hebben wij een zeer nadrukkelijk vooroverleg met de betrokken bewoners. Want je kan het de bewoners niet aandoen om als college met u over de toekomst van zo’n wijk te spreken zonder dat je daar van te voren met de betrokken mensen over hebt gesproken. De heer Den Braanker Maar als ik lees ‘informatieve bijeenkomst, presentatie van plan aan de raadsleden’, dan beluister ik: inderdaad, we hebben het met elkaar vastgesteld. Maar dan beluister ik daar toch al, laat ik maar zeggen een plan waar je desnoods wel op kunt schieten, maar niet meer in brainstormende zin.
- 213 -
Wethouder Lavooi Ik heb in mijn beantwoording gezegd, zeker in tweede termijn, dat dat nadrukkelijk niet de bedoeling is, omdat ik ook begrijp dat u als raad niet een stuk wilt hebben waar u alleen ja of nee tegen kunt zeggen. Dus ja, maar dan wordt het echt exegese, hoor. Dan is de vraag ‘presentatie plan’, wat houdt dan dat woord plan in? Het is onze bedoeling niet om dan die zaak zo aan u voor te leggen dat het een kwestie is van slikken of stikken. Maar ik blijf erbij dat vooroverleg met met name die bewoners, die hebben er naar mijn idee eerder recht op om erbij betrokken te worden dan u als raad. De heer Den Braanker Een ander punt, en dat is de verklaring die wij als fractie willen geven ten aanzien van een aantal subsidieverleningen. De voorzitter Dat overhandigt u mij altijd, he? De heer Den Braanker Precies, maar ik denk dat het beter is als onze fractie dat zelf aangeeft. De SGP/ChristenUnie gaat vanwege haar uitgangspunten niet akkoord met de volgende posten in de begroting. SOJ, behalve de post ambulant jeugd- en jongerenwerk, de jaarlijkse kermis, sommige uitgaven van de Stichting Sliedrecht en Cultuur verband houdende met de theaterprogrammering en subsidies aan plaatselijke verenigingen, bedoeld voor niet-religieuze activiteiten op zondag. Afhankelijk van de inhoud van de plannen die het college heeft met het jongerenwerk (zie het raadsprogramma) heeft de fractie de bereidheid de subsidieweigering ten aanzien van SOJ te heroverwegen. De voorzitter Dank u wel. Hoe gaan we met motie 3, Staatsliedenbuurt nou om? Handhaaft u die, of? De heer Den Braanker Volgens mij ben ik helder geweest, voorzitter. Ik heb uitgesproken dat deze motie in stand blijft. De voorzitter Oké. Mevrouw Visser Voorzitter, zijn we nu aan het schorsen, of wat zijn we nu aan het doen? Ik wil dat toch wel graag weten. De voorzitter We zijn nog niet aan het schorsen. Mevrouw Verschoor Wethouder Lavooi heeft behoefte aan een schorsing, hoorde ik hem zeggen. De voorzitter Nog steeds? Wethouder Lavooi Ja, over de motie van de Staatsliedenbuurt, want dat is mij niet geheel helder. De voorzitter Dan schorsen we even vijf minuten. De heer Dunsbergen Voorzitter, mag ik nog één vraag stellen, met uw welnemen? Ik weet dat ik niet altijd het woord krijg, maar… er staat hier: de motie draagt het college op om de raad zo spoedig mogelijk in de gelegenheid te stellen om mee te praten danwel te betrekken bij de ideevorming voor de Staatsliedenbuurt. Dat is de inhoud van de motie; daar zal niemand op tegen zijn. De voorzitter Nee.
- 214 -
De heer Dunsbergen Ik begrijp wel waar het uit voortkomt. We hebben natuurlijk een aantal cases gehad in het verleden waarbij de raad, naar de mening van de raad volgens mij ook, te laat geïnformeerd is. En te laat om mee te denken over: hoe gaan we het nu eigenlijk doen? Ik loop nog niet zo lang mee, maar ik heb er wel een aantal voorbeelden van. Ik denk dat op basis daarvan deze motie geformuleerd is. De crux zit hem dus in het feit van: wat is dan zo spoedig mogelijk? Nou, als we dat dan met elkaar geformuleerd hebben, dan zijn we toch klaar? Want wat hier staat, daar kan niemand tegen zijn. Mevrouw Verschoor Ja, maar, kijk, ik vind het een prachtig verhaal, maar in mijn optiek is dit echt wel uitgekristalliseerd. We hebben hier over gesproken, en de beantwoording die wethouder Lavooi gaf vind ik eigenlijk heel duidelijk. Dus als we nog een motie aan gaan nemen om iets wat duidelijk is, nog duidelijker te maken, dan wordt het alleen maar onduidelijker wat mij betreft. Ik vind gewoon: waarom iets aannemen wat eigenlijk al zo logisch is, als ik het zo hoor? Kijk, ik snap wel dat u vanuit het verleden wat dingen duidelijker wilt maken omdat ze een paar keer het deksel op de neus hebben gekregen, zeg maar. Maar dat had meer te maken met intentieovereenkomsten en dat soort zaken, en volgens mij niet zozeer met het betrekken van bewoners. Dus voor mij is het gewoon wel een helder verhaal. Volgens mij is deze motie niet nodig. De heer Den Braanker Laat even voorop staan: ik dank de wethouder dat hij onze gevoelens deelt wat dat betreft; dat wij niet geconfronteerd worden met het plan. Dat deelt hij. En ik zie vervolgens, en dan sluit ik aan bij de heer Dunsbergen, in de motie voldoende ruimte voor het college om te zoeken naar een passende oplossing om de raad te betrekken bij de ontwikkeling van deze buurt. De voorzitter We hebben niet geschorst. Wethouder Lavooi heeft het woord. Wethouder Lavooi Dan doe ik een poging om niet te schorsen en om met elkaar goed te begrijpen wat we dan bedoelen. Bij de informatieve bijeenkomst en daar ben ik dus, u heeft dat stuk ook voor u, neem ik aan, staat ‘presentatie plan aan raadsleden’ en volgens mij is dat nog niet helder. Als we daar met elkaar dan onder verstaan twee dingen: het concept stedenbouwkundig plan, dus niet het stedenbouwkundig plan maar het concept, plus de concept startnotitie, die bespreken we in die informatieve bijeenkomst. Als we onder het woord plan die twee zaken verstaan, volgens mij spreken we dan dezelfde taal. De heer Den Braanker Ja, maar ik zou de vraag ook om kunnen draaien. Wat is uw, ik zou bijna zeggen bezwaar, tegen de inhoud van de motie in de zin van om de raad zo spoedig mogelijk in de gelegenheid te stellen? Wethouder Lavooi Meneer Den Braanker, het gaat niet om die motie, want die is zo algemeen gesteld. De heer Dunsbergen zegt dat terecht, daar kan niemand op tegen zijn en zeker het college niet. Het is ook niet de intentie van het college. De discussie is in de loop van deze avond ontstaan door de invulling zoals u die schetst. Maar ik doe nu, ja, dat is min of meer een soort ultieme poging, om dan beter met elkaar te formuleren wat we dan onder dat plan verstaan. Dus in die zin… De heer Den Braanker Als het u niet gaat om de motie, enzovoort, dan begrijp ik even niet de commotie die ontstaat, of althans de tijd die uw college kennelijk neemt nadat ik dat uitgesproken had, om daar nog een gedachte over te formuleren. Voor mij is het dan helder. Ik heb aangegeven: dan handhaaf ik de motie en volgens mij kan die dan gewoon in stemming worden gebracht. Wethouder Lavooi Nou, ja. Ik stop. Het was echt mijn bedoeling om te proberen het gedoe van de afgelopen jaren, daar waar het ging om de procedure rondom de grote projecten, om daar helderheid in te brengen. Wij hebben wat dat betreft een stroomschema aan u voorgelegd; daar heeft u ja tegen gezegd. Ik probeer het vanavond nog te preciseren. Als dat dan nog niet voldoende is, dan weet ik het langzaam aan niet meer.
- 215 -
De heer Den Braanker Ja, misschien moeten we er over ophouden, inderdaad. Maar ik dank u in ieder geval wel voor de beantwoording van zoals u het nu heeft uitgelegd. En dat is helder. De voorzitter … Het college wel. Dan constateren we dat de motie Staatsliedenbuurt nog aan de orde is. Het algemene begrip stemverklaringen. Wie van u wenst daar naast de opmerkingen die u gemaakt heeft over amendementen en moties nog gebruik van te maken? De SGP/ChristenUnie heeft ook zijn voorbehouden hierbij gemeld. Mevrouw Visser Voorzitter, gaat het over een algemene stemverklaring of alleen over de amendementen en moties? De voorzitter Algemene stemverklaringen. Zo staat het in ieder geval in uw spoorboekje. Eerst de algemene stemverklaringen, daarna de besluitvorming over amendementen en moties, daarna de stemming over de complete begroting. Mevrouw Visser Oké. Dan wil ik gebruik maken van de mogelijkheid om een stemverklaring af te geven. PRO Sliedrecht stemt in grote lijnen in met de begroting voor 2011, met uitzondering van 3.500 euro uit programma 1, raadsexcursie, 14.400 euro voor wat betreft Hollands Glorie. En we hebben ook opgenomen uit programma 5, bijdrage natuur- en recreatieschap; ik zit daar over te dubben. Want daar praten we 22 november natuurlijk pas echt over, en onze fractie wil nog steeds onderzocht hebben of het naar Drechtsteden kan. Dus vandaar; ja, we stemmen toch tegen. Dat heeft ook te maken met het feit dat we in het weekeind in de winter niet met het openbaar vervoer naar de overkant kunnen. De voorzitter U verstaat daaronder: de Waterbus. Mevrouw Visser Ander openbaar vervoer komt daar niet. De voorzitter Dat was uw algemene stemverklaring. De heer Van Gameren. De heer Van Gameren Wij kunnen instemmen met de begroting bij agendapunt 6. Dat zijn de punten 6.1. tot en met 6.5. De heer Dunsbergen Voorzitter, wij stemmen in met punt 1 tot en met 5. De voorzitter Vanuit de VVD fractie nog een algemene stemverklaring? Mevrouw Verschoor Wij stemmen ook in. De heer Sneijder Voorzitter? Mijn fractievoorzitter is nog even de hondenbelasting bij punt 4 vergeten. Het mag bekend zijn dat PRO Sliedrecht daar niet vóór is. De voorzitter Die voegen we nog aan het lijstje toe, vanuit uw fractie. Dan gaan we naar de amendementen. Is er nog iemand die een stemverklaring wil geven bij het amendement jongerenwerk? De heer Van Gameren In zoverre, wij zijn daar tegen. Tegen het amendement. De motivering daarbij is dat we het logisch vinden dat er natuurlijk een evaluatie besproken wordt. Dat is logisch. Alleen, wij zouden het betreuren wanneer er, in het verlengde van wat de heer Den Braanker gezegd heeft, dan weer een dikke evaluatie en een dik rapport gaat verschijnen. Ik denk dat er voldoende op tafel ligt om die keuzes direct te kunnen maken. De voorzitter U geeft aan dat uw fractie, zijnde u als fractievoorzitter de heer Van Gameren, de heer Huisman en mevrouw de Bruin, tegen dit voorstel stemt. Zijn er nog anderen uwer?
- 216 -
De heer Den Braanker Ja. Volgens mij, voorzitter, hebben wij ons al uitgelaten en is een stemverklaring in onze optiek niet nodig, maar voor de helderheid: wij gaan niet mee met het amendement. De voorzitter Ook de fractie van de SGP/ChristenUnie zal tegen dit voorstel stemmen. De heer Dunsbergen Voorzitter, dat geldt ook voor het CDA; ik meen dat ik me daar duidelijk over uitgedrukt heb. Mevrouw Verschoor Wij zijn voor, dat heb ik ook al gezegd. De voorzitter Dan constateren we hiermee dat de leden van PRO Sliedrecht, mevrouw Visser, de heer Pauw, de heer Blanken en de heer Sneijder en de leden van de fractie van de VVD, mevrouw Verschoor en de heer Van Rekom, vóór dit amendement zijn; de fractie van de PvdA, de heer Van Gameren, de heer Huisman, mevrouw de Bruin, de fractie van het CDA bestaande uit de heer Dunsbergen, de heer Verloop en de heer Kuiken, en de fractie SGP/ChristenUnie, de heer Huijser, de heer Den Braanker, de heer Visser, mevrouw Bisschop-Roodbeen, mevrouw Mulder, de heer De Jager en de heer Van Meeuwen tegen dit voorstel zijn. Dan constateer ik dat dit voorstel met 6 stemmen voor en 13 stemmen tegen is verworpen. Dan gaan we naar de motie Staatsliedenbuurt, ingediend door de fractie SGP/ChristenUnie. Mag ik u vragen hier uw stemverklaring over af te leggen? De heer Van Gameren. De heer Van Gameren Ja, ik ben een beetje in verwarring. Mijn lampje ging langzaam uit toen ik de discussie aanhoorde over dit voorstel. Mijn vrees is eigenlijk dat niet vooraf eerst de bewoners geïnformeerd worden over wat er in hun buurt gaat gebeuren. Die vrees is geargumenteerd door de wethouder en die zegt dus ook van: ik heb aan die motie geen behoefte. Wij ook niet. De voorzitter Uw fractie is tegen. De heer Van Rekom. De heer Van Rekom Daar kan onze fractie zich bij aansluiten. Wij vinden het, zoals we net ook al gezegd hebben, een overbodige motie, dus we zijn tegen. De voorzitter De fractie van het CDA. De heer Dunsbergen Voorzitter, zoals de motie hier gesteld is, daar kun je niet tegen zijn, want er wordt gewoon gezegd: je moet zo vroeg mogelijk betrokken worden. De beantwoording van de wethouder dat we conceptplannen zullen ontvangen heeft ons in die zin ook overtuigd dat het zo snel mogelijk zal gebeuren. Dus de motie kunnen we gewoon steunen. Op basis van de toezegging van de wethouder, waar we hem ook aan zullen houden, uiteraard, moet dat goed komen. De voorzitter PRO Sliedrecht. Mevrouw Visser Voorzitter, wij hebben ons daar bij aanvang van de tweede termijn al voor uitgesproken. De voorzitter Dan constateer ik dat de PvdA leden de heren Van Gameren, Huisman en mevrouw de Bruin geacht worden tegen te zijn. Datzelfde geldt voor de fractie VVD, de heer Van Rekom en mevrouw Verschoor, en dat de overige raadsleden van het CDA, PRO Sliedrecht en SGP/ChristenUnie voor deze motie zijn, waardoor hij met vijf stemmen tegen en veertien stemmen voor is aangenomen. Dan gaan we naar de motie Milieu / Duurzaamheid. Ik heb daar geen tegenstemmen over gehoord; hij is door het college overgenomen.
- 217 -
Mevrouw Verschoor Wij hebben die motie naast ons neergelegd. Die steunen wij niet. Dat heb ik duidelijk gezegd, dacht ik. De voorzitter U heeft gelijk. Het was het proberen waard, maar….Met de stemmen van mevrouw Verschoor en de heer Van Rekom vanuit de VVD tegen dit voorstel, zijn de overige raadsleden van uw fracties PvdA, SGP/ChristenUnie, CDA en PRO Sliedrecht voor deze motie. Twee stemmen tegen, zeventien stemmen voor: motie aangenomen. Dan mag ik, veronderstel ik, constateren dat het onderdeel agendapunt 6, programmabegroting onder de memorie van antwoord in voldoende mate aan de orde is geweest, en mag ik constateren dat u dit raadsvoorstel aanneemt? Aldus besloten.
6B. BESLUITVORMING EN VASTSTELLEN PROGRAMMABEGROTING 2011 Samenvattend stellen wij u voor: 1. de programmabudgetten vast te stellen, inclusief de voor 2011 vermelde investeringen 2. de in hoofdstuk 5.4 van de voorliggende begroting genoemde risico’s te bevestigen. 3. de subsidieplafonds vast te stellen zoals deze zijn vermeld in de programma’s 4. in te stemmen met de in hoofdstuk 4 aangegeven aanpassingen van de tarieven per 1 januari 2011 5. de exploitatieprognoses van de bouwgrondexploitaties vast te stellen. De voorzitter Dan gaan we naar de stemming over de complete begroting, behoudens de door u gemaakte beperkingen danwel onderdelen waar u geen toestemming voor geeft, verwoord door de heer Den Braanker vanuit de SGP/ChristenUnie en door mevrouw Visser vanuit PRO Sliedrecht, dat eenieder de begroting 2011, de programmabegroting wenst aan te nemen. Dan heeft u de voorstellen, behoudens de uitzonderingen, aangenomen met algemene stemmen.
7. SLUITING De voorzitter Dan constateer ik dat we aan het eind zijn van deze algemene beschouwingen, dank ik u voor uw constructieve inbreng, constateer dat we exact om 22.15 uur klaar zijn en nodig ik u uit voor een hapje, een drankje en een watertje in de raadsontmoetingsruimte. Ik sluit hierbij de vergadering.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010
De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
- 218 -
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 5
Sliedrecht, 25 november 2010
Onderwerp: Ingekomen stukken raad Advies opiniërende bijeenkomst: N.v.t. Voor kennisgeving aannemen: 1. Beheerplan Wegen 2010-2014 2. Vergaderschema Drechtsteden 2011 3. Informatie over herziening bestemmingsplannen: overzicht van de geldende en toekomstige bestemmingsplannen, planning voor de herziening en digitalisering van de diverse bestemmingsplannen
Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de loco-burgemeester,
M.J. Verhoef
J.P. Tanis
Raadsvoorstel
GEWIJZIGD
Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 6
Sliedrecht, 9 november 2010/24 november 2010
Onderwerp: Convenant en Subsidieverordening van het Samenwerkingsverband Aangepast sporten Drechtsteden.
Voorgesteld besluit: 1. Kennisnemen van het Convenant Samenwerkingsverband Aangepast sporten in de regio Drechtsteden; 2. De Subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2011 vast te stellen.
Advies opiniërende bijeenkomst: De opiniërende bijeenkomst adviseert om het voorstel als hamerstuk zonder stemverklaring voor de komende raadsvergadering te agenderen.
Overwegingen en alternatieven: Samenvatting Het Samenwerkingsverband Aangepast sporten Drechtsteden heeft als doel om zo veel mogelijk inwoners in de regio Drechtsteden met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking blijvend in beweging te krijgen in het belang van hun gezondheid en ter bevordering van hun sociale integratie. Een instrument om dit doel te bereiken is subsidiëren vanuit de Subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2005. De huidige verordening is verouderd. Voorgesteld wordt de Subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2011 vast te stellen per 1 januari 2011. Hiermee wordt de huidige subsidieverordening per genoemde datum ingetrokken. Inleiding en achtergrond Het Samenwerkingsverband aangepast Sporten Drechtsteden (hierna te noemen SAD), is in 1992 op initiatief van de Dordtse Sportraad opgericht om een regionalisering van gehandicaptensport in het gebied van de Drechtsteden te bewerkstelligen. Het voordeel hiervan is dat specifieke faciliteiten die niet op lokaal niveau te vinden zijn en of niet te organiseren zijn, op regionaal niveau wel (beter) aangeboden of georganiseerd kunnen worden. Het hoofddoel van het SAD is om zo veel mogelijk inwoners in de Drechtsteden met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking blijvend in beweging te krijgen in het belang van hun gezondheid en ter bevordering van hun sociale integratie. Door het bestaan van het SAD krijgt deze doelgroep als het ware het nodige duwtje in de rug; mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking kunnen namelijk meer moeite hebben om aan activiteiten deel te nemen op het gebied van sport en bewegen.
-2-
Het SAD heeft op dit moment twee instrumenten om dit hoofddoel te bereiken: 1. Het zorgen voor een gedifferentieerd aanbod van sport- en bewegingsactiviteiten, bereikbaar voor de doelgroep, waarbij centraal staat: o (Regionale) afstemming van het aanbod van beweeg- en sportactiviteiten op de vraag; o Toeleiding van burgers naar beweeg- en/of sportactiviteiten; o Ondersteuning van (sport)verenigingen; o Bieden van informatie en advies. 2. Het subsidiëren van de meerkosten in het kader van het aangepast sporten door middel van één regionale subsidieverordening. Hierbij is leidend dat: o Ondersteuning wordt geboden in deelname aan een sport- en of beweegactiviteit; o Het sporttechnisch- en vrijwilligers kader voldoende is toegerust voor de doelgroep. De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat de werkzaamheden door het bestaan van het SAD een positieve invloed hebben op de sportdeelname van mensen met een beperking. In het SAD nemen momenteel zeven gemeenten deel te weten Alblasserdam, Dordrecht, Graafstroom, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Het bestuur wordt gevormd door de ambtelijke vertegenwoordiging van de deelnemende gemeenten, een onafhankelijke voorzitter en adviserende leden waaronder de Sportraad Dordrecht, WMO adviesraad Dordrecht, provinciale Sportraad, stichting MEE Drechtsteden, Sportservice Zuid-Holland en Gehandicaptensport Nederland. Het Sportbedrijf Dordrecht ondersteunt het SAD in het voeren van het secretariaat en de Sportraad Dordrecht heeft van alle gemeenten het mandaat gekregen om voor alle deelnemende gemeenten, de regionale subsidieverordening uit te voeren. Aanleiding voor dit voorstel De deelnemende gemeenten hebben het afgelopen jaar de positie, sturing en organisatie van het samenwerkingsverband geanalyseerd en bekeken op welke gebieden verbetering nodig is. Daarnaast zagen de deelnemende gemeenten aanleiding om tegelijk de huidige subsidieverordening te analyseren en te bekijken welke aanpassingen en verbeteringen hiervoor nodig zijn. Met betrekking tot het SAD heeft elke gemeente zelfstandig besloten om voor de doelgroep met elkaar samen te werken op een min of meer vrijblijvende basis. Er is geen geactualiseerde samenwerkingsovereenkomst die partijen verbindt en die de continuïteit waarborgt. Daarnaast zorgt de huidige structuur ervoor dat sturing aan partners niet goed plaats kan vinden. Formalisering en professionalisering bleken gewenst. De huidige subsidieverordening bleek verouderd. Als uitkomst van de analyse is naar voren gekomen dat de subsidieverordening aangepast moeten worden, omdat vanuit: 1. Juridisch oogpunt aanpassingen noodzakelijk zijn voor adequate uitvoering; 2. Praktisch oogpunt teveel administratieve lasten liggen bij aanvrager en gemeente; 3. Inhoudelijk oogpunt een aantal regelingen niet in meer verhouding staan tot de doelstelling van het SAD. De uitkomsten van dit alles liggen nu voor: een door de colleges van de deelnemende gemeenten te tekenen convenant en een verbeterde versie van de vigerende regionale subsidieregeling, welke laatste door betreffende gemeenteraden vastgesteld dient te worden. Te tekenen convenant waarmee samenwerkingsafspraken geformaliseerd worden Zoals aangegeven is het SAD een samenwerkingsverband dat al vele jaren in deze regio bestaat. Om de door de leden gewenste professionalisering en formalisering te bewerkstelligen, gaan de colleges bijgaand samenwerkingsconvenant ondertekenen welke de formalisering en uitwerking hiervan regelt. Hierbij is door bureau Drechtsteden onderzocht of er aansluiting kon worden gevonden bij huidige Drechtstedenstructuur. De voor- en nadelen hiervan zijn afgewogen en het advies luidt om dit niet te doen. Een reden hiervoor is dat deelname aan het SAD ook open staat voor gemeenten buiten het
-3-
Drechtstedenverband. Daarnaast is de huidige kracht van het SAD dat er weinig bestuurlijke lagen zijn die de sturing beïnvloeden, ondanks de deelname van meerdere gemeenten. Bij de sturing van beleid moet de burger en expert in deze centraal blijven staan. Het voorgelegde convenant en daarmee de wijze van uitvoering ondersteunen deze gedachte.
Aan te passen Subsidieverordening De subsidieverordening is verouderd en dient vanuit juridisch, praktisch en inhoudelijk oogpunt te worden gewijzigd. Tijdens de beoordeling van de huidige subsidieverordening is onder andere gekeken naar: • Staat het subsidieonderdeel nog in relatie tot de doelstelling van het SAD? • Is het reeds mogelijk, met bijvoorbeeld de komst van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, elders subsidie te krijgen? • Houdt de subsidie voldoende rekening met eigen verantwoordelijkheid van de aanvragers? Het advies luidt om de volgende wijzigingen voor te leggen aan de gemeenteraad: i) Subsidieverstrekking op basis van kalenderjaar i.p.v. doorlopende mogelijkheid; ii) Invoeren van een subsidieplafond; iii) Uniform regelen van het mandaatbesluit; iv) Administratieve lastenvermindering door direct vaststellen van subsidies; v) Diplomavereisten uniform hanteren vanuit gehandicaptensport Nederland; vi) Vereenvoudiging subsidieonderdelen vervoerskosten en sporttechnisch kader; vii) Subsidie aangepast materiaal te verlagen van 80% naar 50%; viii) Beëindiging subsidieonderdelen attenties activiteitenhelpers en Overige buitengewone kosten. Onderstaand volgt een korte toelichting per onderdeel. i) Subsidieverstrekking op basis van kalenderjaar i.p.v. doorlopende mogelijkheid Tot op heden is het mogelijk om zowel voor kalenderjaar als verenigingsjaar aan te vragen. Dit brengt onduidelijkheden mee voor zowel aanvrager als gemeente. Het tijdpad voor subsidieaanvragen wordt nu afgestemd op kalenderjaar. Hierdoor is onder andere transparantie voor de subsidieaanvrager ontstaan welke wijze van verdeling wordt toegepast bij overschrijding van het jaarlijkse beschikbare gemeentelijke budget dat ter beschikking is gesteld. ii) Invoeren van een subsidieplafond Er is in de huidige subsidieverordening geen subsidieplafond opgenomen. Dit neemt als risico mee dat bij overschrijding van het beschikbare gemeentelijke budget, subsidies die voldoen aan de vereiste, toch moeten worden betaald. Er wordt een subsidieplafond ingevoerd. Bij overschrijding van het subsidieplafond zal een naar rato verdeling worden toegepast. iii) Uniform regelen van het mandaatbesluit Er dient opnieuw mandaat te worden verleend aan de Sportraad Dordrecht middels bijgevoegd mandaatbesluit. Dit vindt plaats op uniforme wijze door de deelnemende gemeenten. iv) Administratieve lastenvermindering door direct vaststellen van subsidies Vanuit het toegepaste principe vertrouwen en verantwoordelijk, zullen relatief lage subsidies (€ 2.500,-) meteen worden vastgesteld. Dit is een administratieve lastenvermindering voor de subsidieaanvrager. De aanvraag en vaststelling van subsidie geschiedt door middel van één handeling. Voor de subsidieverstrekker blijft de mogelijkheid voor steekproefcontrole. v) Diplomavereisten uniform hanteren vanuit Gehandicaptensport Nederland Het aantal en de diversiteit van de te behalen en behouden vereiste diploma’s voor het geven van trainingen is binnen het aangepast sporten hoger dan bij reguliere sportactiviteiten. Binnen de huidige
-4-
subsidieverordening is het niet te toetsen welke diplomavereisten vallen binnen de subsidieregeling. Vanuit het landelijke erkende orgaan Gehandicaptensport Nederland wordt voortaan getoetst of diploma’s, welke worden gesubsidieerd, hieraan voldoen. vi) Vereenvoudiging subsidieonderdelen vervoerskosten en sporttechnisch kader Voor vervoerskosten geldt dat er onder andere is gekeken of er binnen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning subsidie kan worden aangevraagd. Dit is niet het geval. De vervoerskosten vanuit de subsidieverordening hebben voornamelijk betrekking op vervoer georganiseerd vanuit de (sport)vereniging voor meerdere sporters die begeleiding nodig hebben naar de sportactiviteit. Voor de uitoefening van de sport is dit subsidieonderdeel van cruciaal belang en is een vereenvoudiging in de tekst aangebracht. Voor sportverenigingen is het daarnaast van belang dat het kader gespecialiseerd is in gehandicaptensport. Het aanbod van gediplomeerde trainers is hierin gering. Dit subsidieonderdeel sluit aan bij de meerkosten die verenigingen moeten maken om dergelijke trainers te behouden. In de huidige subsidieverordening is er een ingewikkelde brutoloon, inclusief reiskosten berekening die de aanvrager moet indienen voor subsidie. Het subsidieonderdeel wordt vereenvoudigd naar een vast tarief van € 500,- per begeleider/trainer per jaar tot een totaal maximum van € 3.500,- per (sport)vereniging. Bij de vaststelling van het vaste bedrag is een gemiddelde genomen gebaseerd op het bereik en gebruik van de afgelopen vijf jaar. vii) Subsidie aangepast materiaal te verlagen van 80% naar 50% Voor het houden van beweeg- en sportactiviteiten is aangepast materiaal noodzakelijk. Deze materiaalkosten liggen hoger dan bij reguliere sportactiviteiten. Er is momenteel geen gelijk gedeelde verantwoordelijk van subsidieaanvrager en gemeente. Dit houdt praktisch een kleine verlaging in van 80% naar 50% van subsidiabele meerkosten van aangepast materiaal. Dit heeft, gezien het beschikbare bedrag, geen noemenswaardige financiële consequenties voor de subsidieaanvrager. viii) Beëindiging subsidieonderdelen: attenties activiteitenhelpers en overige buitengewone kosten Activiteitenhelpers zijn noodzakelijk voor de begeleiding van sporters met een beperking. Er wordt een hoger beroep gedaan op deze vrijwilligers dan bij reguliere sport- en beweegactiviteiten. Te denken valt aan individuele hulp bij aan- en uitkleden, vervoer, begeleiding activiteit, etc. De activiteitenhelpers krijgen in de huidige subsidieverordening zowel een vergoeding van de vervoerskosten als het verstrekken van attenties. Het verstrekken van attenties (bijvoorbeeld feestavond, prijsuitreiking) behoort tot de reguliere activiteiten van een (sport)verenging. Er werd weinig tot geen gebruik gemaakt van subsidiering van attenties in de afgelopen vijf jaar. Dit onderdeel wordt beëindigd. Het subsidieonderdeel overige buitengewone kosten is een open einde regeling. Er werd weinig tot geen gebruik gemaakt en dit onderdeel wordt beëindigd gezien het niet in relatie staat tot het doel van het SAD. Gezien bovenstaande luidt het advies om de voorgelegde ‘Subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2011’ vast te stellen. Hierdoor treedt deze verordening per 1 januari 2011 in werking en wordt de huidige verordening per genoemde datum ingetrokken. Net als bij het ingaan van de huidige verordening dient het college bij deze nieuwe verordening opnieuw mandaat te verlenen aan de Sportraad Dordrecht voor wat betreft de uitvoering er van.
-5-
Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: •
Financiële kaders De voorgelegde besluiten houden geen aanpassingen in van de jaarlijkse gemeentelijke financiële bijdrage van elke gemeente aan het SAD. Daarom zijn er geen middelenconsequenties noch risico’s verbonden aan deze besluiten. Gemeente Graafstroom heeft recent besloten niet langer deel te nemen aan het samenwerkingsverband, vanwege het relatief kleine aandeel welke zij innemen gerelateerd aan de financiële middelen. Dit heeft geen verdere financiële consequenties voor de uitvoering van de taken van de deelnemende gemeenten. Dit is afgestemd met de overige vijf Drechtstedengemeenten. Gezien de bezuinigingstaakstellingen van de zes gemeenten voor de begrotingsjaren 2012 en verder, zal het SAD in 2011 onderzoek doen en een voorstel uitwerken voor mogelijke verlaging van de jaarlijkse bijdrage van elke gemeente. Hierover zal het SAD separaat adviseren.
•
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Deze vast te stellen Subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2011, vervangt de huidige Subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2005.
•
Tijdspad, monitoring en evaluatie Met deze vast te stellen Subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2011, die in werking treedt per 1 januari 2011, wordt de huidige Subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2005, per dezelfde datum ingetrokken.
Externe communicatie: Het dagelijks bestuur van de Sportraad Dordrecht heeft op 4 oktober 2010 ingestemd met deze wijze van uitvoering van de Subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2011. Er heeft daarnaast binnen de deelnemende gemeenten terugkoppeling plaatsgevonden met de huidige gebruikers van de verordening betreffende gebruik en bereik van de subsidieverordening. In het bestuur van het SAD is de totstandkoming van de nieuwe subsidieverordening en het convenant het afgelopen anderhalf jaar veelvuldig besproken. In het bestuur nemen belangenorganisaties vanuit de gehandicaptensport deel waaronder: Stichting Mee Drechtsteden, Gehandicaptensport Nederland, Provinciale Sportraad, Sportraad Dordrecht, Sportservice Zuid-Holland en WMO-adviesraad Dordrecht. De bijgevoegde stukken zijn ter juridische controle voorgelegd aan de juridisch adviesgroep regelgeving van de gemeente Dordrecht (JAR-commissie) op 6 september 2010. Vervolgens heeft het juridisch Drechtstedenoverleg (JUDO-commissie), waarin zes juristen vanuit de Drechtsteden deelnemen, op 18 oktober 2010 controle uitgevoerd. Beide organen hebben goedkeuring gegeven. Gezien voorgaande is er voldoende rekening gehouden met afstemming en is een officiële inspraakronde niet nodig. Aangaande deze voorgelegde besluiten zal op de hiertoe gebruikelijke wijze gecommuniceerd worden: persbericht, bekendmaking verordening en mandaatbesluit en informeren van de doelgroep.
Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de loco-burgemeester,
M.J. Verhoef
J.P. Tanis
Versie geldig vanaf 1 januari 2011
Subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2011
Verantwoordelijke afdeling
Welzijn, Educatie en Zorg. telefoon (0184) 495885 De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele situatie. Voor historische informatie hiervan kunt u contact opnemen met het Servicecentrum Drechtsteden, onderdeel Documentaire Informatievoorziening, e-mail:
[email protected].
De raad der gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 november 2010; overwegende, dat er juridische en inhoudelijke wijzigingen zullen plaatsvinden in de subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2005 gelet op artikel 149 Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht, titel 4.2 Subsidies;
b e s l u i t.: vast te stellen de navolgende Subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2011. HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. aangepast sporten:
b. college: c. deelnemende gemeenten:
d. instelling: e. sport:
f. subsidiejaar: g. wet:
het beoefenen van sport in aangepaste vorm door personen met een motorische, zintuiglijke of verstandelijke handicap of met een chronische aandoening, die aantoonbare beperkingen opleveren bij de sportbeoefening; het college van burgemeester en wethouders van Sliedrecht; de gemeenten die participeren in het Samenwerkingsverband aangepast sporten Drechtsteden, te weten: Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-IdoAmbacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht; vereniging of stichting die aangepast sporten aanbiedt; het geheel van lichamelijke en/of geestelijke activiteiten, gericht op ontspanning, met spel- en/of wedstrijdelementen, waarbij conditie en/of vaardigheid zijn vereist, respectievelijk worden bevorderd; het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft; de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 2: Doelstelling 1. Doel van deze subsidieverordening is om instellingen met subsidie van de deelnemende gemeenten in staat te stellen sportactiviteiten in aangepaste vorm aan te bieden aan inwoners van de deelnemende gemeenten, die zijn aangewezen op aangepast sporten. 2. De subsidie is bedoeld voor de meerkosten van het aangepast sporten, ten opzichte van de kosten van sportbeoefening door personen die niet zijn aangewezen op aangepast sporten. Artikel 3: Uitvoering van de verordening Het college is belast met de uitvoering van deze verordening en de vaststelling van het subsidieplafond als genoemd in artikel 4 lid 1. Artikel 4: Subsidieplafond 1. Het college stelt in het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar het subsidieplafond vast. 2. Als bij de besluitvorming over de subsidieaanvragen die voor 1 oktober zijn binnengekomen blijkt dat het voor de subsidies benodigde bedrag hoger is dan het subsidieplafond, dan worden alle subsidies met een zodanig percentage verlaagd dat overschrijding van het subsidieplafond achterwege blijft.
HOOFDSTUK 2: EISEN AAN DE INSTELLINGEN Artikel 5: Eisen aan de instellingen 1. Subsidie wordt slechts verstrekt aan instellingen die: a. volledige rechtsbevoegdheid bezitten; b. statutair gevestigd zijn in de deelnemende gemeenten; c. openstaan voor de hele bevolking van de deelnemende gemeenten, zonder onderscheid naar ras, godsdienst, levensovertuiging, sekse, seksuele geaardheid of leeftijd. 2. In afwijking van het gestelde in lid 1 onder b kunnen instellingen waarvan de deelnemers voor tenminste 50% uit de deelnemende gemeenten afkomstig zijn in aanmerking komen voor subsidie.
HOOFDSTUK 3: GRONDSLAG SUBSIDIEBEREKENING Artikel 6: Te subsidiëren activiteiten 1. Op grond van deze verordening kan subsidie worden verstrekt voor: a. vervoer van sporters; b. inzet van gekwalificeerd sporttechnisch kader; c. activiteitenhelpers; d. aangepaste materialen; e. opleidingen voor aangepaste sporten. 2. Als voor vervoer gebruik wordt gemaakt van een motorvoertuig dan worden de kosten daarvan berekend op basis van de op dat moment geldende belastingvrije kilometervergoeding. Artikel 7: Subsidie voor vervoer van sporters De subsidie bedraagt: 1. voor sporters die zijn aangewezen op het gebruik van een rolstoel 75% van de kosten van vervoer met een aangepast vervoermiddel naar en van de sportaccommodatie. 2. voor sporters die zich niet zelfstandig kunnen verplaatsen 25% van de kosten van vervoer naar en van de sportaccommodatie. Artikel 8: Subsidie voor inzet van gekwalificeerd sporttechnisch kader 1. De subsidie bedraagt maximaal € 500 per begeleider of trainer per jaar tot een totaal maximum van € 3.500 per jaar per instelling.
2
2. Voor de kosten van begeleiders en trainers wordt uitsluitend subsidie verstrekt als betrokkenen in het bezit zijn van een door Gehandicaptensport Nederland erkend diploma. 3. Op het bepaalde in lid 2 kan eenmalig en voor de duur van één jaar een uitzondering worden gemaakt voor personen die niet beschikken over de nodige diploma’s, maar wel geacht kunnen worden over de vereiste vaardigheden te beschikken, en voor personen die hun opleiding nog niet hebben afgerond. Artikel 9: Subsidie voor activiteitenhelpers 1. Onder activiteitenhelpers worden verstaan de vrijwilligers die voor, tijdens en na afloop van aangepast sporten mensen met een beperking helpen noodzakelijke handelingen te verrichten. 2. De subsidie bedraagt 50% van de reiskosten van de activiteitenhelper naar en van de sportaccommodatie. Artikel 10: Subsidie voor aangepaste materialen 1. Onder aangepaste materialen en/of toestellen wordt verstaan: specifieke materialen en/of toestellen die noodzakelijk zijn voor het kunnen uitoefenen van aangepast sporten. 2. De subsidie bedraagt 50% van de kosten van aanschaf en onderhoud van a. aangepaste spelmaterialen en/of toestellen; b. naar het oordeel van het college noodzakelijke medische apparatuur. 3. Sportrolstoelen zijn van subsidiëring uitgesloten, met uitzondering van ten hoogste twee stoelen, die door de instelling worden ingezet om nieuwe leden te laten kennismaken met het rijden in een sportrolstoel. Artikel 11: Subsidie voor opleidingen voor aangepaste sporten De subsidie bedraagt 50 % van de kosten voor het volgen van een door Gehandicaptensport Nederland erkende opleiding van het sporttechnisch kader.
HOOFDSTUK 4: PROCEDURE SUBSIDIEVERSTREKKING Artikel 12: De subsidieaanvraag 1. Aanvragen worden voor 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar ingediend bij het college. 2. Na 1 oktober ingediende aanvragen worden niet in behandeling genomen, tenzij er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. 3. De aanvraag is voorzien van een begroting van baten en lasten van de activiteit(en) en een activiteitenplan. 4. Indien een instelling voor de eerste maal een subsidie aanvraagt, worden de volgende documenten verstrekt aan het college: de oprichtingsakte, de statuten, de namen, adressen en functies van de zittende bestuursleden en indien mogelijk het meest recente jaarverslag en de jaarrekening inclusief de balans. Vervolgens kan de het college ten alle tijden inzage krijgen in genoemde documenten. 5. Het college kan bepalen dat voor het aanvragen van subsidie gebruik wordt gemaakt van een daartoe vastgesteld formulier. Artikel 13: Beslistermijn op subsidieaanvraag Op subsidieaanvragen wordt vanaf de uiterste indieningtermijn als bedoeld in artikel 12, eerste lid van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar binnen 13 weken of binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag beslist.
Artikel 14: Weigeringgronden 1. De subsidie wordt naast de in de Wet genoemde gevallen geweigerd als er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat: a. de subsidie door de instelling niet doelmatig en doeltreffend zal worden besteed; 3
b. de subsidie niet aanwijsbaar ten goede komt aan de inwoners van de deelnemende gemeenten; c. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de Grondwet, de wet, het algemeen belang en/of de openbare orde of deze verordening; d. de aanvrager niet voldoet aan de voor subsidieverstrekking vastgestelde criteria; e. de instelling met het aanbieden van aangepast sporten winst beoogt. 2. De subsidie kan naast de in de Wet genoemde gevallen geheel of gedeeltelijk worden geweigerd als er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat: a. aan de aanvrager reeds door een ander bestuursorgaan subsidie is verstrekt of kan worden verstrekt voor dezelfde activiteiten; b. de aanvrager met inbegrip van de subsidie niet over voldoende middelen beschikt om de activiteiten te realiseren; c. de aanvrager niet alle benodigde vergunningen en ontheffingen ten behoeve van te subsidiëren activiteit(en) heeft verkregen of zal krijgen. Artikel 15: Verantwoording subsidie 1. Subsidies tot € 2.500 worden direct vastgesteld. 2. Voor subsidies vanaf € 2.500 wordt voor 1 mei van het jaar volgend op het subsidiejaar een aanvraag tot subsidievaststelling ingediend. 3. De aanvraag tot subsidievaststelling is voorzien van een activiteitenverslag en een financieel verslag van de gesubsidieerde activiteit(en). 4. Indien het college op 1 mei geen aanvraag tot subsidievaststelling heeft ontvangen, nodigt het de subsidieontvanger uit om binnen een redelijke termijn, maar in ieder geval voor 1 juni, een aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen. Indien aan dat verzoek geen gehoor wordt gegeven kan het college de verleende subsidie op een lager bedrag of op nul Euro vaststellen. 5. Het college kan bepalen dat voor het aanvragen van de subsidievaststelling gebruik wordt gemaakt van een daartoe vastgesteld formulier. Artikel 16: Betaling en bevoorschotting 1. Bij subsidies tot € 2.500 vindt betaling van de subsidie uiterlijk binnen zes weken na verzending van de vaststellingsbeschikking plaats. 2. Indien wordt besloten tot bevoorschotting van de subsidie worden in het besluit tot subsidieverlening de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald. Artikel 17: Beslistermijn op aanvraag tot subsidievaststelling Op aanvragen tot subsidievaststelling wordt vanaf de uiterste indieningtermijn als bedoeld in artikel 15, tweede lid binnen 13 weken of binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag beslist.
HOOFDSTUK 5: ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN Artikel 18: Meldingsplicht en steekproefsgewijze controle 1. De instelling verstrekt op verzoek van het college zonder voorbehoud informatie en inzage in haar administratie. 2. De instelling stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van gebeurtenissen die een belangrijke invloed (kunnen) hebben op de subsidieverstrekking. 3. Het college kan besluiten een steekproefsgewijze controle te verrichten onder instellingen die een subsidie tot € 2.500 hebben ontvangen. De subsidieontvanger dient desgevraagd bewijsstukken te kunnen overleggen.
4
HOOFDSTUK 6: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 19: Hardheidsclausule en mogelijkheid tot afwijken In bijzondere gevallen kan het college ten gunste van de subsidieaanvrager afwijken van de bepalingen in deze verordening voor zover toepassing ervan gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Artikel 20: Citeertitel en inwerkingtreding 1. Deze Verordening treedt in werking op 1 januari 2011. 2. Op subsidies voor het kalenderjaar 2010 of het verenigingsjaar 2010/2011 blijft de Subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2005 van toepassing. 3. Voor het subsidiejaar 2011 geldt een afwijkende aanvraagtermijn, te weten voor 1 april 2011. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening aangepast sporten in de Drechtsteden 2011” 5. De “Subsidieverordening aangepast sporten in de Drechtsteden 2005” wordt ingetrokken met ingang van de in het eerste lid genoemde datum. Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 6 december 2010 De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
5
Raadsvoorstel
Gewijzigd
Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 7
Sliedrecht, 27 september 2010/24 november 2010
Onderwerp: Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad Sliedrecht 2010 en Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de opiniërende bijeenkomsten Sliedrecht 2010 Voorgesteld besluit: Vaststellen van: • Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad Sliedrecht 2010 • Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de opiniërende bijeenkomsten Sliedrecht 2010 Advies opiniërende bijeenkomst: De opiniërende bijeenkomst adviseert om het voorstel als hamerstuk zonder stemverklaring voor de komende raadsvergadering te agenderen. Overwegingen en alternatieven: Het Groot Presidium heeft op 27 september 2010 aangegeven dat een aantal punten uit het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad Sliedrecht 2010 en het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de opiniërende bijeenkomsten Sliedrecht 2010 moeten worden aangepast. Inhoudelijk gaat het om de volgende punten: •
• •
Het tijdstip van Informatieve bijeenkomsten, Opiniërende bijeenkomsten en Raadsvergaderingen gaat van 19.30 naar 20.00 uur. De vergaderingen duren tot maximaal 23.00 uur. De dag aanduiding van Informatieve bijeenkomsten, Opiniërende bijeenkomsten en Raadsvergaderingen gaat van maandag naar dinsdag; Er dient een artikel over de agendering van de hamerraad te worden opgenomen.
Door het Groot Presidium is op 1 februari 2010 het protocol Hamerraad vastgesteld, waarin o.a. de volgende punten zijn opgenomen: • De Hamerraad wordt voorgezeten door de raadsvoorzitter of de plaatsvervangend raadsvoorzitter. • De agendering is opgebouwd op basis van de conclusies van de voorzitter van de opiniërende bijeenkomst voorafgaande aan de Hamerraad, en gebaseerd op: RvO Opiniërende bijeenkomst 2010, Artikel 25 lid 5: Wanneer het voorstel voor besluitvorming naar de raad gaat, wordt in het advies van de opiniërende bijeenkomst
-2-
•
•
•
•
opgenomen of het voorstel als bespreekpunt of hamerstuk met of zonder stemverklaring voor de raadsvergadering wordt geagendeerd. Op de agenda staan na de opening, de loting, ´vaststellen agenda´ en sluiting alleen (gerubriceerd) de ´hamerstukken met stemverklaring´en ´hamerstukken zonder stemverklaring`. Bij het agendapunt ‘vaststellen agenda’ bestaat de mogelijkheid om een agendapunt van categorie te veranderen. Althans één stapje: van “hamerstuk” naar “hamerstuk met stemverklaring” of van “hamerstuk met stemverklaring” naar “bespreekpunt”, en vice versa. Mocht een ‘hamerstuk met stemverklaring’ worden opgewaardeerd naar een bespreekpunt, dan wordt deze voor de eerstvolgende raadsvergadering geagendeerd. Bij een ‘hamerstukken met stemverklaring’ geldt (RvO Gemeenteraad 2010, Artikel 31, Stemverklaring): Na het sluiten van de bespreking en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft elk lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren. Het indienen van moties en amendementen over onderwerpen (die op wel de agenda staan en die niet op de agenda staan) worden niet in behandeling genomen. Het indienen van een motie of amendement wordt gezien als een ordevoorstel het agendapunt op te waarderen naar een bespreekpunt. Dit verzoek wordt bij de vaststelling van de agenda door het raadslid aan de raadsvoorzitter gemeld.
Er is bij deze aanpassing niet gekozen voor ander inhoudelijke en redactionele mutaties. Tussen eind 2011 en begin 2012 vindt een evaluatie van de beide Reglementen plaats. In het raadsbesluit en in de aan te passen artikelen wordt niet gesproken over informatieve bijeenkomsten. In het raadsvoorstel voor de invoer van de beide nieuwe Reglementen van Orden van 8 februari 2010 is aangegeven om in de periode een protocol Informatieve bijeenkomsten op te stellen. Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: •
Financiële kaders n.v.t.
•
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Beide huidige Reglementen van Orde zijn door de gemeenteraad vastgesteld op 8 februari 2010.
•
Tijdspad, monitoring en evaluatie Beide aanpassingen treden inwerking op 1 januari 2011. Op dat tijdstip treedt het nieuwe vergaderschema inwerking.
•
Externe communicatie: De vaststelling van de wijzigingsverordeningen zal door het college van burgemeester en wethouders bekend worden gemaakt in het Kompas
namens het presidium van Sliedrecht, De secretaris,
De raadsvoorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Concept-Raadsbesluit
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van het presidium d.d. 27 september 2010;
besluit:
•
Vast te stellen de Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad Sliedrecht 2010
•
Vast te stellen de Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de opiniërende bijeenkomsten Sliedrecht 2010
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
-2-
Versie geldig vanaf 1 januari 2011
Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad Sliedrecht 2010
Verantwoordelijke afdeling
Griffie. telefoon (0184) 495989 Het getoonde besluit is een weergave van de actuele situatie. Voor historische informatie hiervan kunt u contact opnemen met het Servicecentrum Drechtsteden, onderdeel Documentaire Informatievoorziening, e-mail:
[email protected].
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van het presidium d.d. 27 september 2010 b e s l u i t.: gelet op het bepaalde in het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad Sliedrecht 2010 vast te stellen: Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad Sliedrecht 2010 Artikel 1 Artikel 9 lid 1 en lid 2 worden gewijzigd en komen als volgt te luiden 1. De vergaderingen van de raad vinden in beginsel plaats op dinsdag, beginnen om 20.00 uur en worden gehouden in het Raadhuis. 2. De vergaderingen duren uiterlijk tot 23.00 uur. Artikel 2 Artikel 11 lid 2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden: 2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de oproep uiterlijk op vrijdag vóór 12.00 uur voorafgaand aan de dinsdag van de vergadering een aanvullende agenda opstellen. Artikel 3 Artikel 43 lid 3 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden. 3. Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, uiterlijk op vrijdag vóór 12.00 uur voorafgaand aan de dinsdag van de raadsvergadering via de griffier schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd en de te stellen vragen.
-3-
Artikel 4 Artikel 45, lid 2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden. 2. Het lid dat mondelinge vragen wil stellen meldt dit onder naam van het onderwerp schriftelijk via de griffier bij de voorzitter aan uiterlijk op vrijdag vóór 12.00 uur voorafgaand aan de dinsdag van de raadsvergadering. Artikel 5 Aan artikel 11 wordt een nieuw lid toegevoegd welke als volgt komt te luiden 6. Op de agenda van een uitgeschreven hamerraad kunnen slechts hamerstukken worden geplaatst en behandeld met en zonder stemverklaring. Andere typen agendapunten zijn niet mogelijk. Artikel 6
Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad Sliedrecht 2010 Artikel 7 Inwerkingtreding Dit Reglement treedt in werking op 1 januari 2011.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
-4-
Versie geldig vanaf 1 januari 2011
Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de opiniërende bijeenkomsten Sliedrecht 2010
Verantwoordelijke afdeling
Griffie. telefoon (0184) 495989 Het getoonde besluit is een weergave van de actuele situatie. Voor historische informatie hiervan kunt u contact opnemen met het Servicecentrum Drechtsteden, onderdeel Documentaire Informatievoorziening, e-mail:
[email protected].
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van het presidium d.d.; 27 september 2010 b e s l u i t.: gelet op het bepaalde in het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de opiniërende bijeenkomsten Sliedrecht 2010 vast te stellen: Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de opiniërende bijeenkomsten Sliedrecht 2010
Artikel 1 Artikel 11 lid 1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden: 1. In de regel vinden de vergaderingen van de opiniërende bijeenkomst tweemaal in de acht weken plaats volgens een door het klein presidium voorgesteld vergaderschema. De vergaderingen van de opiniërende bijeenkomst beginnen om 20:00 uur tot uiterlijk 23:00 uur en vinden plaats in het Raadhuis op het Dr. Langeveldplein.
Artikel 2
Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de opiniërende bijeenkomsten Sliedrecht 2010”.
-5-
Artikel 3 Inwerkingtreding Dit Reglement treedt in werking op 1 januari 2011.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 8
Sliedrecht, 19 oktober 2010
Onderwerp: Verordening alleenrecht Drechtwerk schoonmaak. Voorgesteld besluit: In te stemmen met vaststelling: “Verordening alleenrecht Drechtwerk schoonmaak.”. Advies opiniërende bijeenkomst: De opiniërende bijeenkomst wil een nadere bespreking van het voorstel in de raad. Overwegingen en alternatieven: Historie en huidige situatie De gemeente heeft voor het schoonmaakonderhoud van diverse gemeentelijke panden een contract afgesloten met Drechtwerk. Dit schoonmaakonderhoud vormt een aanzienlijke bijdrage in de realisatie van de omzetdoelstelling in het convenant dat de gemeente met Drechtwerk heeft afgesloten. De overeenkomst schoonmaak met Drechtwerk eindigt van rechtswege op 1 januari 2011. B&W voeren een beleid om vanuit de zorgplicht via Drechtwerk inwoners met meer afstand tot de reguliere arbeidsmarkt, waar mogelijk voor gemeentelijke taken in te zetten. Schoonmaak van gemeentelijke panden is een goed voorbeeld van de realisatie van dit beleid. Met de start van het SCD is ook een regionaal aanbestedingsbeleid geformuleerd waaraan de gemeente Sliedrecht zich heeft gecommitteerd. Uitgangspunt van de service-eenheid Inkoop van het SCD is, met schaalgrootte in regionale collectieve aanbestedingen voor de deelnemende organisaties, efficiency- en financiële voordelen te behalen. Dat uitgangspunt in het (regionale) inkoopbeleid is in principe als goed te kwalificeren, het enige punt is dat de uitvoering hiervan niet, of in ieder geval zo min mogelijk, de eerder genoemde zorgplicht van de gemeente mag frustreren. Gevolgen regionale aanbesteding Reeds in het derde kwartaal 2008 is het SCD/Inkoop gestart met de voorbereidingen voor een regionale, collectieve aanbesteding van schoonmaak voor de Drechtstedenorganisaties en heeft daarvoor een verzoek gedaan tot deelname. In verband met de doorlooptijd van een collectieve aanbestedingsprocedure en de termijnen van de toen lopende contracten van de deelnemende organisaties zou niet eerder dan in het tweede/derde kwartaal van 2009 gunning kunnen plaatsvinden, met daaropvolgend de start van levering van diensten. Dit heeft tot gevolg gehad dat het contract schoonmaak steeds opnieuw is afgesloten voor 1 jaar. (nu tot 1-1-2011) Bij herhaling is vanuit onze gemeente aan het SCD aangegeven dat de schoonmaak van o.a. het gemeentekantoor en het raadhuis uitgevoerd wordt door Drechtwerk en dat er politiek en bestuurlijk groot belang wordt gehecht aan die relatie, vanuit het oogpunt van zorgplicht van de gemeente jegens inwoners met meer afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Daarnaast is er voor de gemeente ook een financieel belang verbonden aan de dienstverlening door Drechtwerk. Het convenant dat de gemeente jaarlijks afsluit met Drechtwerk over bij Drechtwerk te realiseren omzet, wordt voor een groot deel gevuld met de omzet uit het schoonmaakonderhoud. Wegvallen van die omzet zou voor de gemeente tot problemen kunnen leiden in de realisatie van dat convenant.
-2-
Aanbesteding van schoonmaak voor onze gemeente zou dus zo moeten worden vormgegeven dat Drechtwerk een gerede kans maakt de opdrachten voor de gemeente te verkrijgen. Nu kennen aanbestedingsprocedures de nodige juridische haken en ogen, als gevolg van (Europese) aanbestedingsregels. Partijen onderkennen dit, en onderkennen (hoewel sommige meer, andere minder) ook de oproep van onze gemeente moeite te doen met goede, werkbare oplossingen te komen om te voorzien in de inzet van arbeidsgehandicapten via Drechtwerk. In het regionaal aanbestedingsbeleid is het echter niet mogelijk in een aanbesteding een partij, ook al is het een Swbedrijf, specifiek te benoemen. Rechtmatige gunning aan Drechtwerk Afgaand op de juridische toetsing concluderen wij dat de variant “verlenen van alleenrecht met een verordening van de raad” op grond van artikel 17 Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (BAO) de beste keuze is voor de rechtmatige opdrachtverlening aan ons Swbedrijf Drechtwerk. Of de mogelijkheid van verlenen van alleenrecht aan Drechtwerk voor onze gemeente, als deelnemer aan de GR Drechtwerk en deelnemer aan de GR Drechtsteden (met het vastgestelde regionale aanbestedingsbeleid), toepasbaar is, hebben we onderzocht middels het zoeken naar praktijkvoorbeelden bij andere gemeenten (o.a. Henrik Ido Ambacht), die op het oog lijken te passen. Door diverse gemeentes is opdracht gegeven aan advocatenkantoren en accountants deze werkwijze te toetsen waarna zij hebben aangegeven deze procedure als rechtmatig te kwalificeren. Na juridische toetsing door de service-eenheid Juridisch Kennis Centrum van het SCD is het verlenen van alleenrecht (met onderhandeling) aan Drechtwerk middels een verordening van de raad onder een aantal goed toepasbare condities mogelijk. Wat houdt deze variant in? In deze mogelijkheid wijst een gemeente voor een bepaald geografisch gebied een met naam genoemde partij als uitvoerende partij aan. Het wettelijk kader en de condities voor de aanwijzing moeten daarbij worden vastgelegd in een door de gemeenteraad vast te stellen verordening. Na publicatie heeft een dergelijke verordening rechtskracht en kan vervolgens het college per dienst/opdracht de met naam genoemde partij aanwijzen als uitvoerende partij. De belangrijkste voorwaarden voor het toepassen van alleenrecht (één op één gunning) zijn dat het alleenrecht: - bij wettelijke of bestuurlijke bepaling is gevestigd; - verenigbaar moet zijn met de beginselen uit het EG-verdrag, met name transparantie, nondiscriminatie en objectiviteit; - alleen verleend wordt voor de betreffende activiteit. Belangrijk is te blijven letten op marktconformiteit en altijd de onderhandeling op prijs en kwaliteit te voeren. Op 17 augustus 2010 heeft het college van burgemeester en wethouders ingestemd met het afwijken van het regionale aanbestedingsbeleid en af te zien van de regionale aanbesteding schoonmaak. Tevens heeft zij ingestemd met het opmaken van een verordening tot alleenrecht welke door de raad moet worden vastgesteld. Doordat in de regio meerdere gemeentes hebben aangegeven Drechtwerk een positie te willen geven bij de aanbesteding van o.a. de schoonmaak heeft de service-eenheid Inkoop van het SCD besloten in de aanbestedingsleidraad meerdere varianten op te nemen. Één ervan is dat een aantal gemeentes zullen werken met één op één gunning via een verordening aan Drechtwerk waarbij Drechtwerk de opdracht uit zal voeren als een leer- werkbedrijf. Hierbij wordt de dienst uitgevoerd door 3 tot 4 leerlingen welke begeleid worden door een praktijkbegeleider. Deze leerlingen hebben allen een SW indicatie en komen niet uit de reguliere bestanden van werklozen bij het SDD. Vanuit onze sociale zorgplicht helpen wij met een leer- werkbedrijf mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan een regulier vakdiploma en zijn zij in de gelegenheid door het leer-werk traject met
-3-
vaste structuur een opleiding te volgen welke hen in staat stelt regulier werk uit te kunnen oefenen. Mede met het oog op de kleinschalige omvang in Sliedrecht van de schoonmaakwerkzaamheden, leent onze organisatie zich prima voor de vorm leer-werkbedrijf. . Gevraagde besluitvorming U wordt gevraagd gelet op bovenstaande afwegingen de verordening alleenrecht Drechtwerk schoonmaak vast te stellen. Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: Financiële kaders De kosten voor schoonmaak zullen ten opzichte van de huidige overeenkomst licht stijgen in verband met het aangaan van een overeenkomst als leer werk bedrijf. Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Na het instemmen met de verordening zal deze gedurende 8 dagen gepubliceerd worden. Tijdspad, monitoring en evaluatie Gelijktijdig met de publicatie zal de opdrachtformulering tot stand komen voor de schoonmaakwerkzaamheden. De opdracht aan Drechtwerk zal gegund worden voor drie jaar met de mogelijkheid tot verlenging van twee jaar. Externe communicatie: Publicatie verordening. Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de loco-burgemeester,
M.J. Verhoef
J.P. Tanis
Concept Raadsbesluit De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.19 oktober 2010; gelet op artikel 149 Gemeentewet; gelet op artikel 18 van richtlijn 2004/18 en artikel 17 van het Besluit Aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten: gelet op het Aanbestedingsbeleid van de Drechtsteden en de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden; besluit: vast te stellen de “Verordening alleenrecht Drechtwerk schoonmaak” Artikel 1 Met betrekking tot de schoonmaakwerkzaamheden van diverse panden van de gemeente Sliedrecht wordt bij uitsluiting van andere hiervoor in aanmerking komende partijen, aan Drechtwerk het recht voorbehouden deze dienstverleningswerkzaamheden te verrichten. Artikel 2 Met betrekking tot de schoonmaakwerkzaamheden in het gemeentekantoor en raadhuis van Sliedrecht wordt bij uitsluiting van andere hiervoor in aanmerking komende partijen, aan Drechtwerk het recht voorbehouden deze dienstverleningswerkzaamheden te verrichten als leer - werkbedrijf.. Artikel 3 Bij de prijsonderhandelingen wordt door beide partijen de marktconformiteit in prijs kwaliteitsverhouding bewaakt. Hiervoor worden prestatie-indicatoren afgegeven en Drechtwerk als uitvoerder van de sociale werkvoorziening is verplicht marktconform te offreren. Artikel 4 Deze verordening wordt aangehaald “Verordening alleenrecht Drechtwerk schoonmaak” Artikel 5 De opdrachtverlening aan Drechtwerk krijgt een looptijd van drie jaar met de mogelijkheid tot verlenging van 2 jaar. Deze verordening treedt in werking op de 8e dag na bekendmaking van deze verordening. Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010 De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée.
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 9
Sliedrecht, 9 november 2010
Onderwerp: Keuze deelname Biesbosch en oprichting Parkschap Nationaal Park De Biesbosch.
Voorgesteld besluit: 1. Niet uit te treden uit de Gemeenschappelijke Regeling Het Natuur- en Recreatieschap De Hollandse Biesbosch; 2. In het verlengde van het vorige besluit, in stemmen met de oprichting van het Parkschap Nationaal Park De Biesbosch per 1 januari 2011 en wel door het voorleggen van de navolgende te nemen besluiten; 3. Toe te treden tot respectievelijk in te stemmen met toetreding per 1 januari 2011 door de provincie Noord-Brabant en de gemeenten Drimmelen en Werkendam tot de Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch; 4. De naam van het Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch te wijzigen in Parkschap Nationaal Park De Biesbosch; 5. De leden van het algemeen bestuur de heer A. de Waard, de heer H.G. Verloop, de heer L.A. Huijser en de heer L. van Rekom ontslag te verlenen; 6. De portefeuillehouder Recreatie en Toerisme van de gemeente Sliedrecht aan te wijzen als lid van het algemeen bestuur van de regeling; 7. Dit besluit in werking te laten treden op 1 januari 2011; 8. In te stemmen met de instelling van de bestuurscommissie Parkschap Nationaal Park De Biesbosch overeenkomstig de concept-verordening op de bestuurscommissie Parkschap Nationaal Park De Biesbosch. 9. Vaststellen van de Gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch.
Advies opiniërende bijeenkomst: De opiniërende bijeenkomst wil een nadere bespreking van het voorstel in de raad. Overwegingen en alternatieven: Samenvatting Na het begin 2010 aan de gemeenteraad voorgelegde concept oprichtingsvoorstel Parkschap Nationaal Park De Biesbosch, ligt nu het definitieve oprichtingsvoorstel voor. Als reactie op het concept oprichtingsvoorstel heeft de gemeente aangegeven in principe achter de oprichting van het Parkschap te staan. Daarnaast was door de gemeente aan het toekomstige bestuur van het Parkschap aangegeven dat de gemeente de mogelijkheden en consequenties wilde bezien om uit de huidige gemeenschappelijke regeling het Natuur- en Recreatieschap De Hollandse Biesbosch te treden. Gezien de uitkomsten van juridische en financieel onderzoek, gezien de hoogte van het uittredingsbedrag en gezien de bezuinigingstaakstelling, waarbij het betalen van een dergelijk bedrag, niet past, luidt het advies om niet te besluiten tot uittreding. In het verlengde van het voorgaande luidt het advies om in stemmen met de oprichting van het Parkschap Nationaal Park De Biesbosch per 1 januari 2011.
-2-
Inleiding Begin 2010 is aan de gemeenteraad van Sliedrecht het concept oprichtingsvoorstel Parkschap Nationaal Park De Biesbosch (hierna te noemen: het Parkschap) voorgelegd. Nu ligt het definitieve oprichtingsvoorstel voor. Als reactie op het concept oprichtingsvoorstel heeft de gemeente aangegeven in principe achter de oprichting van het Parkschap te staan. Daarnaast was per brief aan het toekomstige bestuur van het Parkschap aangegeven dat de gemeente de mogelijkheden en consequenties wilde bezien om uit de huidige gemeenschappelijke regeling het Natuur- en Recreatieschap De Hollandse Biesbosch te treden. Tot slot achtte de gemeenteraad het van belang om het aantal deelnemers uit te breiden, waarbij in eerste instantie de Drechtsteden in aanmerking zouden moeten komen. Dit voorstel gaat in op de bovengenoemde door de gemeenteraad aangegeven zaken. Vervolgens gaat dit voorstel over de te nemen beslissingen inzake de oprichting van het Parkschap. Wel of niet uittreden uit de Gemeenschappelijke Regeling Het Natuur- en Recreatieschap De Hollandse Biesbosch Mede als gevolg van de Brede Doorlichting en in aanloop tot een eventuele op te richten Parkschap, ligt het voor de gemeente Sliedrecht voor de hand om te bekijken wat de mogelijkheden en consequenties zijn indien de gemeente uittreedt uit de Gemeenschappelijke Regeling Het Natuur- en Recreatieschap De Hollandse Biesbosch (hierna te noemen: Hollands Schap). Onderstaand volgen de uitkomsten van het juridische en financiële onderzoek ten aanzien van genoemde overweging. Het college heeft inmiddels alle informatie ontvangen om een weloverwogen keuze aan de gemeenteraad te kunnen voorleggen. Juridische uitkomsten Juridisch onderzoek heeft uitgewezen dat bij eventuele oprichting van het Parkschap per 1 januari 2011 sprake is van een wijziging van de huidige Gemeenschappelijke Regeling (GR) waarin Sliedrecht deelneemt. Er is geen sprake van opheffing van het openbaar lichaam. In artikel 1 en 2 van de nieuwe tekst van de GR wordt immers uitdrukkelijk bepaald dat het openbaar lichaam opgericht op 9 november 2007 blijft voortbestaan. De huidige partijen en dus ook de gemeente Sliedrecht zijn gebonden aan wat in de statuten bepaald is. De mogelijkheid van een kostenloze uittreding ontstaat dan ook niet vanwege de voorliggende oprichtingsbeslissing. De bepaling in deze is dat het bestuur van de GR de voorwaarden stelt waaronder de uittreding geëffectueerd kan worden en ook regelt wat de financiële gevolgen zijn voor een uittredende deelnemer. Financiële uitkomsten Aan het bestuur van het Hollands Schap is gevraagd wat de kosten voor de gemeente Sliedrecht zijn indien zij op enig moment uittreedt. Het antwoord is recent ontvangen en houdt in dat Sliedrecht wordt gehouden aan het betalen van de afschrijvingskosten van de reeds gedane investeringen en frictiekosten met betrekking tot het personeel. De contante waarde hiervan bedraagt circa € 2.500.000,-. Gezien voorgaande juridische en financiële uitkomsten, gezien de hoogte van het uittredingsbedrag en gezien de bezuinigingstaakstelling, waarbij het betalen van een dergelijk bedrag, niet past, luidt het advies om niet te besluiten tot uittreding. De jaarlijkse bijdrage bij eventuele oprichting van het Parkschap per 1 januari 2011 wordt ook zoals afgesproken, niet hoger. Bestuurlijk wordt onderzocht het aantal deelnemers uit te breiden, zowel binnen de Drechtsteden als vanuit West-Brabant, onder andere Breda. De gehele exploitatie van het Hollands Schap wordt nu doorgelicht, waarbij de opdracht is gegeven een bezuinigingstaakstelling te realiseren van minstens 10%.
-3-
In het verlengde van het voorgaande luidt het advies om in stemmen met de oprichting van het Parkschap Nationaal Park De Biesbosch per 1 januari 2011. Besluiten tot oprichting van het Parkschap Nationaal Park De Biesbosch Eind 2007 hebben de deelnemers aan het ‘Overlegorgaan Nationaal Park De Biesbosch’ aangegeven te willen streven naar bescherming en ontwikkeling van natuurwaarden en recreatie van het gebied de Biesbosch in combinatie met een meer integraal en eenduidig bestuur over het gebied. Om dit te bereiken is de afgelopen periode door de bestuurlijke commissie Parkschap De Biesbosch i.o. gewerkt aan de samenvoeging van de huidige gemeenschappelijke regelingen ‘Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch’ (Hollands Schap) en het ‘Natuur- en recreatieschap Nationaal Park De Biesbosch’ (Brabants Schap) alsmede het Overlegorgaan Nationaal Park De Biesbosch. Eind 2009 is aan de partners in het Overlegorgaan een zogenaamd beslisdocument ter consultatie voorgelegd. Deze consultatieronde heeft geleid tot een aantal ingekomen reacties die zijn verwerkt in de definitieve stukken die thans voorliggen. De algemene lijn uit de consultatieronde was dat men zich, met inachtname van de gemaakte opmerkingen, kon vinden in de koers die werd voorgesteld, met andere woorden: de bestuurlijke commissie Parkschap De Biesbosch i.o. kon de plannen tot het verder vormgeven van het Parkschap voortzetten. In de bijgevoegde raadsbesluiten treft de gemeenteraad de voorstellen aan om te komen tot de oprichting van één Parkschap en het inrichten van een nieuwe bestuurlijke organisatie over de samengevoegde gebieden van de huidige natuur- en recreatieschappen aan Hollandse en Brabantse kant. Hierin is ook het voorstel verwerkt om de bestuurlijke regie over het Nationaal Park en de afstemming met de veertien partijen in het huidige Overlegorgaan Nationaal Park De Biesbosch als bestuurstaak te integreren in de bestuurlijke inrichting van het nieuwe Parkschap. Waarom een Parkschap? Door het samenvoegen van de bestuurlijke regietaken in één Parkschapbestuur kan met bundeling van de beschikbare middelen een effectiever en doelmatiger bestuur worden gerealiseerd. De mogelijkheid tot het vormen van een bestuurscommissie is in de tekst van de gewijzigde regeling opgenomen. Gezien de ambities in het gebied en de reeds afgesproken intensivering van het programma ‘Ondergedompeld in de Biesbosch’ kan met deze wijziging naar verwachting voor hetzelfde geld meer bestuurlijk werk worden verzet. Tegelijkertijd kan door stroomlijning van de verantwoordingslijnen via de in het Parkschap betrokken dagelijks bestuurders van gemeenten en provincies naar raden en staten een vermindering van de bestuurlijke drukte worden gerealiseerd. Via begrotingsconsultatie en consultatie bij belangrijke beleidbeslissingen (zoals het Beheer- en Inrichtingsplan Nationaal Park en het beleidsplan Toerisme en Recreatie) blijven raden en staten betrokken bij de hoofdlijnen van het beleid en de daarbij in te zetten middelen. De oprichting van het Parkschap beoogt om een nieuwe bestuurlijke organisatie vorm te geven van waaruit de beleidsontwikkeling kan worden gestuurd en leiding kan worden gegeven aan de uitvoering van het beleid. Deze vernieuwde bestuurlijke inrichting heeft geen grote financiële effecten op de bijdragen van deelnemers en de functieprofielen van de bij de huidige schappen betrokken medewerkers blijven ongewijzigd. Het installeren van één nieuw bestuur zal uiteraard wel effect hebben op toekomstige programma’s en de wijze waarop de beleidsvoorbereidende en uitvoerende taken worden ingericht. Er wordt reeds onderzoek verricht naar de mogelijke voordelen van één gezamenlijke huisvesting van het Parkschap en Staatsbosbeheer binnen het gebied en naar meer samenwerking in uitvoering en beheer (zoals bezoekerscentra). Financiële effecten en ambities Zoals aangegeven blijven de financiële effecten als gevolg van de samenvoeging beperkt. Gestart wordt met een budget gelijk aan optelling van de hiervoor aangewende budgetten vanuit de huidige schappen. Synergie-effecten en hieruit voortvloeiende voorstellen voor herallocatie van beschikbare middelen zullen op zijn vroegst pas duidelijk worden uit de door het nieuwe bestuur voor te bereiden
-4-
begrotingsvoorstellen voor 2012 en volgende jaren. De nieuwe begrote bijdragen per deelnemer zijn berekend op basis van bestaand beleid. Voor de financiering van nieuwe programma’s zal zoveel mogelijk worden geput uit verschillende bronnen. Zo is onlangs positief beslist op een verzoek om Europese subsidie. Voor de afdekking van financiële risico’s zal het nieuwe bestuur programma’s zoveel mogelijk op projectbasis financieren. De bestaande programma’s van de Hollandse en Brabantse schappen blijven als afzonderlijk compartiment gefinancierd door de huidige deelnemers (conform de bestaande verdeelsleutels). Voor zover nieuw beleid niet op basis van projectovereenkomsten gefinancierd kan worden zal de financiering lopen via de begrotingsvoorstellen die eerst langs raden en staten zullen worden gezonden. Voor de beleidsvoorbereiding en bestuursondersteuning wordt jaarlijks een taakstellend budget afgesproken. De kosten voor bestuursondersteuning worden verdeeld op basis van de in de regeling opgenomen verdeelsleutel, namelijk de beide provincies voor ieder 25%, en de gemeenten naar rato van het aantal inwoners. Rol en positie van de raden en staten In de nieuwe opzet vormen de leden van het Algemeen Bestuur tevens de leden van het Dagelijks Bestuur van het Parkschap. Daarmee zijn zij als het ware een personele unie. Dit heeft voor de raden en staten van, met name, het Hollands schap tot gevolg dat zij minder direct betrokken zijn bij het besturen van het Parkschap dan thans het geval is. Het Brabants schap werkt al met AB- en DB-leden die afkomstig zijn uit de respectievelijke colleges. Voordeel is wel dat naar raden en staten een vermindering van de bestuurlijke drukte wordt gerealiseerd. Niettemin rust op het algemeen bestuur van het Parkschap de plicht om raden en staten nadrukkelijk te betrekken bij belangrijke beslissingen. Het vaststellen van financiële documenten zoals begrotingen en jaarrekeningen kan niet plaatsvinden dan nadat de raden en de staten hierover zijn geconsulteerd en zij hun mening hebben kunnen geven. Daarnaast is het algemeen bestuur op grond van artikel 14 uit de regeling verplicht om een reglement van orde op te stellen waarin wordt geregeld op welke wijze men de raden en staten van informatie en verantwoordingsrapportages voorziet. Daarbij kan sterk gelet worden naar de behoefte per deelnemer waardoor aan de ‘couleur locale’ recht wordt gedaan. Benoeming van de leden van het Algemeen Bestuur (AB) In de tekst van de regeling is in artikel 7 de wijze van benoeming van de AB-leden geregeld. Op grond van artikel 52 juncto 13 Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) vindt de benoeming van de ABleden plaats door Provinciale Staten uit hun midden, de voorzitter en gedeputeerden inbegrepen respectievelijk door de gemeenteraden uit hun midden, de voorzitter en de wethouders inbegrepen. In de praktijk heeft het, zoals hierboven uiteengezet, de voorkeur om de leden uit de respectievelijke colleges (gedeputeerden en wethouders) te benoemen in het AB van het Parkschap. Bekend is dat gemeenten en provincies hierover beleid hebben opgenomen in de paragraaf ‘Verbonden Partijen’ die onderdeel uitmaakt van de begrotingen. Voor zover dit niet het geval is, is het wellicht te overwegen dergelijk beleid in genoemde paragraaf alsnog op te nemen. Overeenkomst met Staatsbosbeheer en de bestuurscommissie Belangrijke elementen in het creëren van één daadkrachtig en bij alle partijen gezaghebbend bestuur is de bestuurlijke participatie van Staatsbosbeheer en het waarborgen van een door de minister van LNV aangewezen onafhankelijk voorzitter. Op deze wijze wordt de huidige inzet vanuit het Rijk verankerd inclusief de daarbij vereiste afstemming met een groot aantal publieke en private partijen. De bestuurlijke en financiële betrokkenheid van Staatsbosbeheer in de bestuurscommissie wordt vastgelegd in een afzonderlijke samenwerkingsovereenkomst. Deze overeenkomst is ter kennisname bij dit raadsvoorstel gevoegd. De overeenkomst is tot stand gekomen in nauw overleg tussen de deelnemers aan de regeling en Staatsbosbeheer. Na totstandkoming van het nieuwe Parkschap zal de overeenkomst met de bestuurlijke vertegenwoordigers van Staatsbosbeheer ondertekend worden.
-5-
De bestuurlijke regie vanuit het Parkschap zal worden uitgeoefend via een daartoe in te stellen bestuurscommissie. Deze bestuurscommissie voert het bestuur over het Parkschap en treedt naar buiten op als enig vertegenwoordiger van het Parkschap. Een daartoe strekkende verordening is als bijlage bij dit raadsvoorstel gevoegd. De gemeenteraad wordt gevraagd in te stemmen, en daarmee een verklaring van geen bezwaar af te geven, met de verordening ‘Bestuurscommissie Parkschap Nationaal Park de Biesbosch’ welke verordening het mogelijk maakt de bestuurscommissie daadwerkelijk vorm te geven. De raads- en statenbesluiten Het Parkschap zal alle rechten, verplichtingen en activiteitenprogramma’s voortzetten van de huidige natuur- en recreatieschappen alsmede de huidige stichting Beheer Nationaal Park De Biesbosch (welke als rechtspersoon fungeerde voor het huidige overlegorgaan Nationaal Park de Biesbosch). Om ervoor te zorgen dat de verordeningen zoals die door de huidige schappen zijn vastgesteld rechtskracht behouden, is artikel 48 (Overgangsrecht) in de tekst van de regeling opgenomen. Strekking van het artikel verder is dat het nieuwe Parkbestuur binnen een periode van twee jaar de nieuwe verordeningen vaststelt waarbij uiteraard rekening wordt gehouden met voordelen die dit met zich mee kan brengen als het gaat om het afstemmen van beleid en het toepassen van bestuursdwang. Voor de betrokken gemeenten en provincies betekent dit dat de aan de huidige schappen deelnemende bestuursorganen (dagelijkse besturen en raden/staten) gevraagd wordt om in te stemmen met een drietal besluiten: Besluit A:
Besluit B:
Besluit C: Besluit D :
de gemeenschappelijke regeling ‘Natuur- en recreatieschap Nationaal Park De Biesbosch’ per 1 januari 2011 op te heffen en het algemeen bestuur van deze gemeenschappelijke regeling te belasten met de liquidatie van deze regeling (alleen provincie Noord-Brabant en gemeenten Drimmelen en Werkendam); toe te treden tot respectievelijk in te stemmen met toetreding per 1 januari 2011 door de provincie Noord-Brabant en de gemeenten Drimmelen en Werkendam tot de gemeenschappelijke regeling ‘Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch’ en deze per gelijke datum te wijzigen in de gemeenschappelijke regeling ‘Parkschap Nationaal Park De Biesbosch’ (alle deelnemers); in te stemmen met de ‘Verordening bestuurscommissie Parkschap De Nationaal Park De Biesbosch’(alle deelnemers). vaststellen van de gemeenschappelijke regeling ‘Parkschap Nationaal Park De Biesbosch’(alle deelnemers).
Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: •
Financiële kaders De jaarlijkse bijdrage van de gemeente Slierecht bij eventuele oprichting van het Parkschap per 1 januari 2011 wordt niet hoger. Er zijn als gevolg van de eventuele oprichting dan ook geen financiële consequenties. De gehele exploitatie van het Hollands Schap wordt nu doorgelicht, waarbij de opdracht is gegeven een bezuinigingstaakstelling te realiseren van minstens 10%.
•
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Besluit van de gemeenteraad d.d. 2 maart 2009 waarbij in principe een positief standpunt ingenomen is ten aanzien van een verdere organisatorische samensmelting op termijn, (i.c. vanaf 1 juli 2010), via bijvoorbeeld één organisatie, één ‘Nationaal Parkschap’. Besluit van de gemeenteraad d.d. 2 maart 2009 om hierover pas op een later moment een definitief besluit te nemen in afwachting van een nog te ontvangen separaat voorstel.
-6-
Besluit van de gemeenteraad d.d. 8 februari 2010 inzake de reactie en zienswijze van de gemeente Sliedrecht ten aanzien van het oprichtingsvoorstel Parkschap Nationaal Park De Biesbosch. Besluit van Burgemeester en Wethouders d.d. 2 november 2010 inzake de keuze van de gemeente Sliedrecht ten aanzien deelname Natuur- en Recreatieschap De Hollandse Biesbosch. •
Tijdspad, monitoring en evaluatie Na de besluitvorming van de gemeenteraad op 6 december 2010 kan de Gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch per 1 januari 2011 in werking treden. Na vaststelling van het genoemde raadsbesluit op 6 december 2011 dient het college nog een finaal besluit te nemen. De Wet gemeenschappelijke regelingen wijst er namelijk op dat de colleges in deze niet eerder kunnen overgaan tot het treffen van een regeling dan na verkregen toestemming van de gemeenteraden en Provinciale Staten. Nadat de gemeenteraad en het college hebben ingestemd met de regeling zal een ‘net exemplaar’ van de regeling worden rondgezonden die door elke deelnemer ondertekend dient te worden.
Externe communicatie: De genoemde regeling zal op de gebruikelijke wijze bekend worden gemaakt.
Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de loco-burgemeester,
M.J. Verhoef
J.P. Tanis
Concept Raadsbesluit De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 november 2010; gelet op artikel 52, eerste lid, onderdeel g, juncto artikel 24 en 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
besluit:
In te stemmen met de instelling van de bestuurscommissie Parkschap Nationaal Park De Biesbosch overeenkomstig de concept-verordening op de bestuurscommissie Parkschap Nationaal Park De Biesbosch.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010 De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Concept Raadsbesluit De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 november 2010; gelet op artikel 51, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen; besluit: 1) Toe te treden tot respectievelijk in te stemmen met toetreding per 1 januari 2011 door de provincie Noord-Brabant en de gemeenten Drimmelen en Werkendam tot de Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch; 2) De naam van het Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch te wijzigen in Parkschap Nationaal Park De Biesbosch; 3) De leden van het algemeen bestuur de heer A. de Waard, de heer H.G. Verloop, de heer L.A. Huijser en de heer L. van Rekom ontslag te verlenen; 4) De portefeuillehouder Recreatie en Toerisme van de gemeente Sliedrecht aan te wijzen als lid van het algemeen bestuur van de regeling; 5) Dit besluit in werking te laten treden op 1 januari 2011; 6) Vaststellen van de Gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010 De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 10
Sliedrecht, 19 oktober 2010/9 november 2010
Onderwerp: Uitvoeringsplan Openbare Orde en Veiligheid 2011-2012 Voorgesteld besluit: de besluitpunten uit het concept raadsbesluit Advies opiniërende bijeenkomst: De opiniërende bijeenkomst wil een nadere bespreking van het voorstel in de raad. Overwegingen en alternatieven: Het is gebruikelijk dat er tegen het eind van het jaar met de gemeenteraad wordt gesproken over de resultaten, lokale inzet en speerpunten van de politie, gemeente en het Openbaar Ministerie in het afgelopen jaar en voor het komende jaar. Hierbij wordt tevens het ontwerp uitvoeringsplan openbare orde en veiligheid aangeboden dat de lokale speerpunten voor het komende jaar bevat alsmede de inzet bevat die politie, Openbaar Ministerie en gemeente op die speerpunten plegen. Het uitvoeringsplan openbare orde en veiligheid is een vervolg op de kaderbrief 2011 die de districtsleiding van de politie Alblasserwaard en Vijfheerenlanden onlangs heeft opgesteld. In deze kaderbrief geeft de districtsleiding de ontwikkelingen en prioriteiten aan op districtelijk niveau. De kaderbrief is het startschot voor alle gemeente in het district om aan de slag te gaan met de lokale aandachtspunten. De kaderbrief is als bijlage bij dit uitvoeringsplan gevoegd en dient ter informatie. De keuze om speerpunten te benoemen is niet ieder jaar onderhevig aan wijzigingen. Ook een groot deel van de inzet die de ketenpartners op de speerpunten plegen zijn over het algemeen genomen een voortzetting van bestaand (lopend) beleid. Er is in dat opzicht dus sprake van een meerjarenbeleid. Die omstandigheid vormt aanleiding om voor te stellen het uitvoeringsplan vanaf heden voor de duur van twee jaren vast te stellen, dus voor 2011 èn 2012. Een uitzondering hierop kan zich voordoen in het geval er tussentijds toch een wijziging optreedt in de speerpunten. In dat geval zal het uitvoeringsplan nog tussentijds worden aangepast. Voor de gemeente Sliedrecht geldt dat de lokale aandachtspunten voor 2011 en 2012 niet afwijken van de ontwikkelingen in de regio. De lokale speerpunten die kunnen worden benoemd zijn achtereenvolgens: - Geweld; - Jeugd; - Veelvoorkomende criminaliteit. Met betrekking tot de veelvoorkomende criminaliteit is de aanpak op het gebied van diefstal uit auto’s en diefstal van fietsen een lokale aanvulling op de kaderbrief. Het bovenstaande betekent niet dat er voor de andere onderwerpen die niet genoemd zijn in het uitvoeringsplan of de kaderbrief lokaal geen aandacht meer zal/kan zijn. Lokaal zullen de
-2-
ontwikkelingen worden gevolgd en als er aanleiding voor is zal er inzet plaatsvinden op de gesignaleerde problematiek of een trend. Tot slot is een groot deel van de zaken die in het uitvoeringsplan 2011-2012 worden genoemd een voortzetting van bestaand (lopend) beleid. Het uitvoeringsplan 2011-2012 kan dan ook gezien worden als een update van het uitvoeringsplan 2010. Kortheidshalve verwijzen wij voor de concrete inhoud naar het bijgevoegde plan. Voorstel: Bijgevoegd treft u het uitvoeringsplan Openbare Orde en Veiligheid 2011-2012 aan in de vorm van een uitwerking van de drie speerpunten volumecriminaliteit (waaronder vernielingen), jeugd en geweld. Wij doen een beroep op de opiniërende vergadering om te adviseren over de in het plan op te nemen inzet van politie, gemeente en Openbaar Ministerie.
Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de loco-burgemeester,
M.J. Verhoef
J.P. Tanis
Concept Raadsbesluit
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 oktober 2010/9 november 2010;
besluit:
1. kennis nemen van het uitvoeringsplan Openbare Orde en Veiligheid 2011-2012; 2. het college van burgemeester en wethouders doet een beroep op de opiniërende vergadering om te adviseren over de in dit plan opgenomen speerpunten en inzet van politie, gemeente en openbaar ministerie.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010 De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Raadsvoorstel
GEWIJZIGD
Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 11
Sliedrecht, 2 november 2010/24 november 2010
Onderwerp: Beleidsnota Centrum voor Jeugd en Gezin Sliedrecht Voorgesteld besluit: De beleidsnota Centrum voor Jeugd en Gezin Sliedrecht vast te stellen. Advies opiniërende bijeenkomst: De opiniërende bijeenkomst wil een nadere bespreking van het voorstel in de raad. Overwegingen en alternatieven: Iedere gemeente is volgens de Wet op de Jeugdzorg verplicht om uiterlijk in 2011 een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) te hebben. Het concept van het Centrum voor Jeugd en Gezin wordt opgenomen in de Wet op de Jeugdzorg. Aanleiding Al vele jaren wordt er gesproken over breuken in de keten van de jeugdzorg en over onvoldoende samenwerking in deze keten. Deze Centra voor Jeugd en Gezin moeten de verkokering van de jeugdzorg tegengaan en helderheid verschaffen over verantwoordelijkheden. Daarbij moeten alle ouders, jeugdigen en kinderen, als zij dit willen, met alle vragen over opvoeden en opgroeien én voor hulp, terecht kunnen bij een laagdrempelig en herkenbaar punt in de buurt. Een CJG is een laagdrempelige en herkenbare voorziening voor opvoeders en jeugd (-9 maanden tot 23 jaar) waar zij terecht kunnen met (hulp)vragen en waar hulpverlening geboden wordt. Op 22 april 2008 heeft uw college het plan van aanpak vastgesteld voor het tot stand komen van een CJG in Sliedrecht. In samenspraak met een Kerngroep worden de plannen hiertoe voorbereid. De gemeenteraad is op 11 december 2008 en 17 mei 2010 tijdens informatieve bijeenkomsten en tussentijds via mededelingen portefeuillehouder en projectrapportages over de ontwikkelingen geïnformeerd. De beleidsnota CJG In de nota worden de kaders die de gemeente Sliedrecht stelt aan het opzetten van haar Centrum voor Jeugd en Gezin vastgelegd. De bestaande situatie in de gemeente Sliedrecht wordt weergegeven hoe dit het Centrum voor Jeugd en Gezin in Sliedrecht tot stand komt en welke zaken nog in ontwikkeling zijn. Daar wordt een planning en de financiële waarbinnen de laatste zaken worden aangepakt. Uitgangspunten CJG Sliedrecht Voor de ontwikkeling van het CJG gelden de volgende uitgangspunten: 1. Voor de uitwerking van het CJG wordt aangesloten bij het basismodel CJG 2. Het Centrum voor Jeugd en gezin Sliedrecht bestaat uit een toegankelijk herkenbaar en vindbaar fysiek, telefonisch en digitaal loket. 3. Het fysieke loket is bij voorkeur in het centrum van Sliedrecht en wordt in de vorm van een inlooppunt gerealiseerd.
-2-
4. Voor oudere jeugd zal informatie en advies op passende wijze worden aangereikt. Er wordt ingezet op een ‘brengende’ werkwijze. Hiervoor zal onder meer het jongerenwerk de aangewezen partner zijn. 5. Voor het loket is het uitgangspunt ‘zo licht en snel als mogelijk’. Een nieuwe bureaucratische instelling moet voorkomen worden. 6. De bestaande zorgstructuren blijven waar mogelijk behouden. Voorkomen moet worden dat er onnodige of kwalitatief mindere systemen worden gebouwd. 7. De ontwikkeling van het iJGZ volgt de ontwikkeling van het CJG In de beleidsnota zijn de volgende onderwerpen uitgewerkt: Gebouw Nicolaas Beetsstraat voor het CJG Op 8 februari 2010 heeft de gemeenteraad besloten een investeringskrediet beschikbaar te stellen voor de aankoop en verbouwing van de Nic. Beetsstraat 2-6 met als doel de fysieke vestiging van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Met de volgende organisaties zijn intentieverklaringen overeengekomen voor vestiging in het Centrum voor Jeugd en Gezin: - Rivas Zorggroep - GGD ZHZ - Humanitas (Homestart) - Logopedische Dienst Kring Sliedrecht - De Knuffelbeer (Speel-o-theek) De verbouwing van de Nic. Beetsstraat is begin september 2010 gestart en de oplevering staat gepland voor medio december 2010. Met deze planning kunnen de deuren van het Centrum voor Jeugd en Gezin Sliedrecht in januari 2011 open. Omvorming overlegstructuren tot Zorgadviesteam (ZAT) Er is een wijziging van de Onderwijswet in voorbereiding waarin de vorming van Zorgadviesteam wordt geregeld. In de regio is hierop geanticipeerd door het samenwerkingsverband Primair onderwijs Zuid-Holland Zuid door onderling af te stemmen over een voorgestane structuur voor de vorming van de ZAT’s. Inzet is om de structuur van het ZAT te integreren in de bestaande structuur en werkwijze van het MDT en SJS. Bij meervoudige problemen kunnen dossiers vanuit de zorgteams van scholen (schoolniveau) worden ingebracht in het MDT/ZAT. Met de deelnemers van MDT en SJS is met instemming afgestemd om deze casusoverleggen onder te brengen in één ZAT en binnen het ZAT in verschillende bezettingen te overleggen. Inzet is om het voorzitterschap van het ZAT, voor de groep van 0-12 jarigen en 12 jaar en ouder, te laten uitvoeren door het onderwijs. Integrale jeugdgezondheidszorg Er is in 2009 een procedure gestart waarin de integrale Jeugdgezondheidszorg (iJGZ) onder concurrentie subsidie wordt verleend. Na weging van de subsidieaanvragen van de GGD en Rivas/Careyn is het voorstel gekomen om de jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar in zijn geheel onder te brengen bij Rivas/Careyn. Het Dagelijks Bestuur van regio Zuid-Holland Zuid (DB) heeft het besluit genomen om een preferente positie te geven aan het Rivas/Careyn onder de voorwaarde dat de frictiekosten van de operatie binnen een korte termijn worden terugverdiend. Het DB heeft besloten eerst een sluitende begroting voor de GGD exclusief JGZ 4-19 te laten opstellen op grond waarvan zij pas een besluit zullen nemen. De gestelde randvoorwaarden bij het gunningvoorstel dienen eerst nader uitgewerkt te worden. Daarbij is gekozen voor zorgvuldigheid boven snelheid. Om het proces van overgang zorgvuldig te laten verlopen zal de termijn van effectuering van het besluit 1 januari 2012 zijn.
-3-
Zorg voor jeugd De verwijsindex risicojongeren (VIR) De verwijsindex risicojongeren (VIR) is een landelijk digitaal systeem dat risicomeldingen van hulpverleners over jongeren bij elkaar brengt. De gemeente Sliedrecht heeft in 2008 al besloten in regioverband deel te nemen aan Zorg voor Jeugd (ZvJ). Deze regionale verwijsindex is inmiddels gekoppeld aan het landelijk systeem. Hiermee voldoet de gemeente Sliedrecht aan haar wettelijke verplichting. In de regionale notitie “Signaleringssysteem Zorg voor Jeugd Drechtsteden en AV” zijn de verantwoordelijkheden en omgangsregels vastgelegd voor de verwijsindex Zorg voor Jeugd. Voorpost van Bureau Jeugdzorg in het Centrum voor Jeugd en Gezin Bureau Jeugdzorg heeft toegezegd zich aan te sluiten bij het ZAT voor zover de schaalgrootte van het ZAT de gehele gemeente betreft. Met aansluiting bij het ZAT bereikt Bureau Jeugdzorg de meeste jongeren en is qua efficiency voor een gemeente met de omvang van Sliedrecht het meest voor de hand liggend. Op termijn wordt bezien of het aantal casussen binnen het ZAT groot genoeg is om de aansluiting van Bureau Jeugdzorg te kunnen handhaven. Daarnaast blijft Bureau Jeugdzorg op afroep beschikbaar. Prenatale voorlichting De gemeente Sliedrecht verstrekt sinds 2009 subsidie aan Rivas voor de uitvoering van prenatale voorlichtingsbijeenkomsten. Binnen de regio Zuid-Holland Zuid wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn om de prenatale Zorg/Voorlichting regionaal te organiseren. Inzet is om in 2011 met een regionaal voorstel te komen en dit voorstel in 2012 te effectueren. Strategisch overleg Jeugdbeleid De invulling van de regierol van de gemeente in het CJG komt tot stand in het Strategisch overleg Jeugdbeleid, onder voorzitterschap van de portefeuillehouder Jeugd worden gehouden. De beleidsambtenaar Jeugd fungeert als secretaris. Het strategisch overleg wordt begin 2011 opgestart. Vastleggen verantwoordelijkheden De gemeente heeft de wettelijke verplichting om schriftelijke afspraken te maken met de partners van het Centrum voor Jeugd en Gezin over de coördinatie en uitvoering van zorg. Onder regie van de gemeente worden scenario’s uitgewerkt en worden er sluitende afspraken gemaakt met de betrokken partijen. Dit in aansluiting op de afspraken voor Zorg voor jeugd. Coördinatie in het CJG Binnen het CJG zal Rivas uitvoering geven aan het uniforme deel en het maatwerkdeel van de Jeugdgezondheidszorg. Ook levert Rivas diensten op het gebied van Schoolmaatschappelijk werk (SMW), Jeugd maatschappelijk werk (JMW), Algemeen maatschappelijk werk (AMW). De gemeente is in gesprek met Rivas om de taken meer integraal en minder verkokerd te laten uitvoeren. Onderdeel van deze taken zijn ook de coördinerende rol van Rivas in het CJG. Deze afspraken worden in de loop van 2011vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst. Digitaal Dossier JGZ (voorheen EKD) In regionaal verband is besloten om de invoering van het Digitaal dossier JGZ (DD JGZ voorheen EKD) via de organisatie die de JGZ gegund krijgt te laten verlopen. Omdat de termijn van overdracht nu nog verder wordt vertraagt zal na besluit over de iJGZ aan de nieuwe organisatie opdracht worden gegeven het DD JGZ in de loop van 2011 voor te bereiden en in te voeren. Digitale informatievoorziening: Met de gemeenten in de Drechtsteden vindt overleg plaats over het gezamenlijk op de rit zetten van een website voor het CJG. Via deze website kunnen inwoners gevalideerde informatie raadplegen. Er vindt nog onderzoek plaats onder aanbieders op grond van een pakket van eisen. Op termijn ligt het in de bedoeling de uitvoering bij een uitvoerende organisatie te beleggen.
-4-
Middelenconsequenties/risicoafweging (Deze paragraaf is gewijzigd en geheel in cursief geplaatst) BDU CJG In aanloop naar de wettelijke verankering van het realiseren van een CJG heeft het Rijk een financiële impuls toegezegd. Deze financiële impuls moet gemeenten in staat stellen met het CJG aan de slag te gaan. Het Rijk zet in op een landelijke dekking van CJG’s. Zodra dit gerealiseerd is, zullen de beschikbare middelen structureel worden toegevoegd aan het gemeentefonds. Tot die tijd ontvangen gemeenten middelen via een Brededoeluitkering CJG (BDU CJG). Deze uitkering heeft een licht verantwoordingsregime. In deze BDU zijn diverse bestaande geldstromen en uitkeringen samen met extra middelen uit het vorige coalitieakkoord, gebundeld en ontschot aan gemeente beschikbaar gesteld. De extra middelen zijn verstrekt voor het tot stand brengen van het CJG. De uitkering wordt zonder aanvraag in de periode 2008 t/m 2011 toegekend. Voor de gemeente Sliedrecht is voor de periode 2009 t/m 2011, een totaalbedrag van € 1.682.782,-beschikbaar. Van dit bedrag zijn over de periode 2008 t/m 2011 en structureel de volgende totalen reeds in de begroting door de gemeenteraad vastgesteld: 2008 t/m2011 2012 e.v. Voor de jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar (JGZ) € 1.233.000 € 328.895 Voor de verwijsindex Zorg voor Jeugd € 30.000 € 10.000 Voor Prenatale voorlichting € 21.900 € 5.525 Voor de exploitatie Gebouw CJG € 44.200 € 44.200 ____________________ Totaal: 1.329.100 € 388.620 Over het restant bedrag kan het volgende worden opgemerkt: De voorbereidingskosten voor het CJG, waaronder externe adviezen en ambtelijke voorbereiding, worden ook ten laste gebracht van de BDU CJG. Hiervan zijn tot nu toe ruim € 30.000 aan externe kosten gemaakt en worden waar mogelijk de uren aan inzet interne kosten voor projectleiding CJG en ondersteuning en faciliteiten voor CJG toegerekend aan de BDU voor 2010 en 2011. Voor de volgende kosten zijn besluiten in voorbereiding. Het ligt in de bedoeling om deze kosten ook ten laste te brengen van de BDU CJG: De weergegeven kosten voor een digitale website CJG van € 10.000 berusten op een voorlopige raming. Voor de uitvoering van de coördinatie, beheer en receptie van het CJG is door Rivas Zorggroep een voorlopige subsidieaanvraag gedaan ter hoogte van € 52.500. Verantwoording BDU CJG Voor verantwoording van de uitgaven van de BDU CJG kunnen ook bestaande voorzieningen die een relatie hebben met realisatie van het CJG worden opgevoerd. In onderstaand overzicht wordt een eerste opgave gedaan van de mogelijkheden. Daarbij is ook de post Stevig ouderschap vermeld, waarvoor door Rivas verzuimd is subsidie voor 2010 en 2011 aan te vragen. In 2011 zal worden onderzocht of het mogelijk is om de werkvormen Prenatale Voorlichting en Stevig Ouderschap in elkaar te laten overlopen of integreren om in een nog vroeger stadium hulp te kunnen bieden. Eigen middelen Het rijk heeft aan gemeenten als voorwaarde gesteld dat zij ook eigen middelen inbrengen voor het tot stand komen van het CJG. Hiervoor is door de gemeenteraad voor de periode 2009-2011 jaarlijks € 62.518 begroot. Deze middelen zijn in een voorziening CJG eigen middelen ondergebracht.
-5-
Maatwerkgelden De maatwerkgelden zijn hier vermeld omdat hierin ook de deelname van de JGZ 0-4 aan het ZAT is geborgd en een wezenlijk onderdeel vormt voor het opereren van het CJG. Ook de inzet voor prenatale voorlichting is in deze post op de begroting ondergebracht. Deze kosten worden uit de maatwerkgelden JGZ betaald die in de gemeentebegroting zijn opgenomen. DD JGZ Verwacht wordt dat invoering van het wettelijk verplichte digitaal dossier JGZ (DD JGZ, voorheen EKD) in 2011 zal worden opgestart. Hiervoor is, uit de middelen die hiervoor door het rijk zijn verstrekt in het gemeentefonds, een voorziening gecreëerd, die over de periode 2008- 2011 een totaal zal bedragen van € 63.000 voor de bekostiging van een regionale bijdrage aanschaf en opstart van het DD JGZ en van € 30.000 structureel. Ook deze middelen zijn in een voorziening CJG eigen middelen ondergebracht. Voor de periode 2008 t/m 2011 zullen de uitgaven voor het tot stand brengen van het CJG in het kader van de BDU CJG moeten worden verantwoord aan het Rijk. In onderstaande overzichten zijn de voorziene uitgaven voor het CJG weergegeven. Als alle voorziene uitgaven plus het aandeel voorbereidingskosten worden afgezet tegen het beschikbare budget dan is afhankelijk van de totaal op te voeren kosten de conclusie dat er in ieder geval voldoende middelen beschikbaar zijn. Mogelijk zal een deel moeten worden terugbetaald aan het rijk. Dit zal pas in de loop van 2012 na verantwoording en afrekening duidelijk zijn. Dan is ook duidelijk of en hoeveel eigen middelen resteert. Wij komen nu uit op € 1.626.872 voor de totale uitgaven in het kader van het CJG, DD JGZ en maatwerken beschikbaar € 2.001.624. Wij proberen zoveel mogelijk uitgaven onder te brengen bij de BDU CJG. Overzicht voorziene uitgaven CJG 2008 2009 2010 2011 2008-2012 Jeugdgezondheidszorg 0-4 284.275 291.073 328.895 328.895 Prenatale voorlichting Zorg voor Jeugd
4.800
8.547
5.525
5.525
10.000
10.000
10.000
10.000
44.200
44.200
30.000 + p.m. p.m. 52.500
52.500
Exploitatie CJG Voorbereidingskosten Coördinatie en inloopfunctie CJG*
2012 e.v.** 328.895
Maatwerk, waaronder deelname ZAT
25.960
25.960
25.960
Website CJG*
10.000
10.000
10.000
63.000
30.000
EKD/DD JGZ Stevig ouderschap * Totaal 2008 t/m2011
36.396
36.801
p.m. 1.626.827 excl. p.m.
Totaal 2012 e.v. * hierover volgen separate voorstellen, overige posten zijn reeds via besluiten bestemd ** de onder 2012 e.v. opgenomen bedragen zijn structureel
507.080
-6-
Overzicht beschikbaar gestelde middelen CJG 2008 2009 BDU CJG
313.841
420.679
2010
2011
454.724
493.538
Totaal BDU 2008-2011
Inzet eigen middelen
465.148 1.682.782
Maatwerk + prenatale voorlichting Voorziening eigen middelen : Voorziening EKD/DD JGZ
2012 e.v.
Totaal 2008-2012
18.000 62.518
465.148
34.144
34.144
34.144
15.000
30.000
30.000
62.518
62.518
Totaal eigen middelen incl. maatwerk en DD JGZ Totaal uitgaven 2008t/m2011
p.m. 318.842
64.144
2.001.624
Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: •
Financiële kaders Op onderdelen komen er separate voorstellen met budgetmutaties
•
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Iedere gemeente is volgens de Wet op de Jeugdzorg verplicht om uiterlijk in 2011 een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) te hebben. Het concept van het Centrum voor Jeugd en Gezin wordt opgenomen in de Wet op de Jeugdzorg.
•
Tijdspad, monitoring en evaluatie 22 november Beleidskader CJG in opiniërende bijeenkomst gemeenteraad 6 december Vaststellen beleidskader CJG door gemeenteraad Medio december Eindoplevering verbouwing Nic. Beetsstraat Eind december verhuizingen 2 januari 2011 Start CJG in Nic. Beetsstraat Start Strategisch overleg Jeugdbeleid 1e kwartaal 2011 Eind 2011 Subsidieovereenkomst Coördinatie, inloop- en opvoedfunctie 2011 vaststelling afspraken met organisaties netwerk jeugdbeleid 2011 /2012 Ontwikkeling regionaal voorstel prenatale zorg en invoering 2014 Evaluatie CJG Met de uitvoerende en coördinerende organisaties in het CJG worden, in het kader van hun budgetsubsidie, uitvoeringsovereenkomsten opgesteld met zo veel mogelijk meetbare en concrete resultaten. Deze worden binnen begrotingscyclus opgenomen en aan u gepresenteerd.
Externe communicatie: Bijgaand concept voor de beleidsnota CJG Sliedrecht is voorbereid met de kernpartners (onderwijs, maatschappelijk werk, consultatiebureau, schoolartsen, bureau jeugdzorg) voor het CJG en een vertegenwoordiging van de Wmo-adviesraad in de Kerngroep CJG. Onder ouders en jeugdigen is in 2009 onderzoek verricht naar hun wensen bij de inrichting van het CJG. De verwijsindex Zorg voor Jeugd en de omvorming van de huidige multidisciplinaire teams voor de jeugd naar Zorgadviesteams zijn voorbreid met een breed scala aan organisaties en belanghebbenden. De conceptnota is ook ter bespreking worden voorgelegd aan de
-7-
Wmo-adviesraad van 15 november 2010. Het positieve advies van de Wmo-adviesraad is bij de stukken gevoegd. Met de partners in het CJG worden nadere afspraken gemaakt over de communicatie richting burgers. Dit gebeurt via een gezamenlijk op te stellen plan voor de communicatie. Hierin wordt ook vastgelegd de wijze waarop de partners vanuit het CJG naar buiten treden. Overleg hierover vindt al plaats. Wij zullen dit stuk te zijner tijd ter inzage leggen. Na vaststelling van de beleidsnota zal een persbericht uitgaan en de nota wordt gepubliceerd op de gemeentesite.
Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de loco-burgemeester,
M.J. Verhoef
J.P. Tanis
Concept Raadsbesluit
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 november 2010/24 november 2010;
besluit:
De beleidsnota Centrum voor Jeugd en Gezin Sliedrecht vast te stellen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010 De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Beleidsnota Centrum voor Jeugd en Gezin Sliedrecht
Voorwoord Voor u ligt de beleidsnota Centrum voor Jeugd en Gezin Sliedrecht. Deze beleidsnota is in goede samenwerking met de verschillende betrokken partijen tot stand gekomen. Dit is geen vanzelfsprekendheid en laat zien waar Sliedrecht groot in kan zijn. Alle partijen zien het nut van het Centrum voor Jeugd en Gezin en willen zich er voor de volle 100% voor inzetten. Dit met één voorwaarde: behoud van kwaliteit. Ondanks dat er altijd ruimte is voor verbetering, is de kwaliteit van het preventief jeugdbeleid in Sliedrecht als zeer goed te omschrijven. Het Centrum voor Jeugd en Gezin biedt de mogelijkheid om een stap voorwaarts te zetten. Er is nog een hoop werk aan de winkel. Zo is er een nieuwe locatie waarin de betrokken partijen organisatorisch en soms zelfs fysiek een plek moeten vinden. Daarnaast moeten de inwoners ook de weg weten te vinden naar het Centrum voor Jeugd en Gezin. Er is dus genoeg te doen. Met de medewerking van alle betrokken partijen ben ik er van overtuigd dat wij een laagdrempelig, functioneel en kwalitatief Centrum voor Jeugd en gezin kunnen aanbieden aan de inwoners van Sliedrecht.
Met vriendelijke groet,
Johan Lavooi Portefeuillehouder Jeugd Gemeente Sliedrecht
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding ....................................................................................................................................4 2. Visie, missie, doelgroep, doel, uitgangspunten............................................................................5 § 2.1 Inleiding............................................................................................................................5 § 2.2 Visie..................................................................................................................................5 § 2.3 Missie ...............................................................................................................................5 § 2.4 Doelgroep .........................................................................................................................5 § 2.5 Doel ..................................................................................................................................5 § 2.6 Uitgangspunten CJG Sliedrecht .........................................................................................6 3. Het Centrum voor Jeugd en Gezin ..............................................................................................7 § 3.1 Ontstaansgeschiedenis .......................................................................................................7 § 3.2 Wettelijke grondslag..........................................................................................................9 § 3.3 Rijksbijdrage .....................................................................................................................9 § 3.4 Basismodel Centrum Jeugd en Gezin ...............................................................................10 § 3.5 Regierol gemeente...........................................................................................................12 § 3.6 Toezicht ..........................................................................................................................12 4. De huidige situatie in Sliedrecht ...............................................................................................13 § 4.1 Omvang doelgroep CJG ..................................................................................................13 § 4.2 Voorzieningen .................................................................................................................13 § 4.3 Overlegstructuren ............................................................................................................14 § 4.3.1 Casusoverleggen.......................................................................................................14 § 4.3.2 Verwijsindex risicojongeren......................................................................................15 § 4.3.3 Integrale Jeugdgezondheidszorg (iJGZ) ....................................................................15 5. Vorming Centrum voor Jeugd en Gezin in Sliedrecht ...............................................................16 § 5.1 Behoefte doelgroep..........................................................................................................16 § 5.2 Betrokken partijen ...........................................................................................................16 § 5.2.1 Kerngroep.................................................................................................................16 § 5.2.2 Regionale samenwerking ..........................................................................................16 § 5.2.3 Overige betrokkenen partijen ....................................................................................17 § 5.3 Locatie Centrum voor Jeugd en Gezin Sliedrecht .............................................................17 § 5.4 Nader uit te werken punten ..............................................................................................18 § 5.4.1 Zorgadviesteam (ZAT) .............................................................................................18 § 5.4.2 Voorpost Bureau Jeugdzorg ......................................................................................19 § 5.4.3 iJGZ .........................................................................................................................20 § 5.4.4 Prenatale Zorg/Voorlichting......................................................................................20 § 5.4.5 Strategisch overleg Jeugdbeleid ................................................................................21 § 5.4.6 Formalisering verantwoordelijkheden .......................................................................21 § 5.4.7 Taken Rivas in het CJG ............................................................................................21 § 5.4.8 Digitale CJG.............................................................................................................22 6. Vervolgplanning ......................................................................................................................23 Lijst afkortingen ..........................................................................................................................24 Bijlagen .......................................................................................................................................25
3
1. Inleiding Al vele jaren wordt er gesproken over breuken in de keten van de jeugdzorg en over onvoldoende samenwerking in deze keten. Enkele schrijnende landelijke voorbeelden vormden de aanleiding om in het beleidsakkoord (Kabinet Balkenende IV) in te zetten op vorming van Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) in alle gemeenten in Nederland. Deze Centra voor Jeugd en Gezin moeten de verkokering van de jeugdzorg tegengaan en helderheid verschaffen over verantwoordelijkheden. Daarbij moeten alle ouders, jeugdigen en kinderen, als zij dit willen, met alle vragen over opvoeden en opgroeien én voor hulp, terecht kunnen bij een laagdrempelig en herkenbaar punt in de buurt. Er moet een omslag worden gemaakt naar het eerder opsporen van risico’s en het beter en eerder aanpakken van problemen. De aanpak is gericht op ouders, professionals én overheden. Er wordt ingezet op preventie en beschikbaarheid van opvoed- en gezinsondersteuning voor alle kinderen en gezinnen die daar gebruik van willen maken. Het kind dient bij de aanpak centraal te staan. Inzet is om het principe ‘één gezin, één plan’ overal in Nederland te realiseren. Tijdslijn De rijksoverheid stelt dat elke gemeente eind 2011 een centrum voor Jeugd en Gezin heeft. De gemeente Sliedrecht zet zich sinds 2008 in om deze doelstelling te halen. De verschillende betrokken partijen doen er alles aan om op 1 januari 2011 de deuren van het fysieke Centrum voor Jeugd en gezin te openen. Zoals het er nu naar uit ziet zal dit zeker lukken. Voorliggend beleidsplan De gemeente Sliedrecht geeft met dit beleidsdocument invulling aan de beleidsruimte binnen de wettelijke kaders van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Bij besluitvorming van dit document is een aantal zaken al in een ver gevorderd stadium. Het blijft echter van belang om de initiële uitgangspunten gedegen vast te leggen en de betrokkenheid van de verschillende partijen te borgen. Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft inzicht in de kaders die de gemeente Sliedrecht stelt aan het opzetten van haar Centrum voor Jeugd en Gezin. Vervolgens geeft hoofdstuk 3 inzicht in de ontstaansgeschiedenis van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Hoofdstuk 4 beschrijft de huidige situatie in de gemeente Sliedrecht. Vervolgens behandelt hoofdstuk 5 de wijze waarop het Centrum voor Jeugd en Gezin in Sliedrecht tot stand komt en welke zaken nog in ontwikkeling zijn. Tot slot behandelt hoofdstuk 6 de planning waarbinnen de laatste zaken worden aangepakt.
4
2. Visie, missie, doelgroep, doel, uitgangspunten § 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk staan de kaders voor het Centrum voor Jeugd en Gezin Sliedrecht. Er is bewust gekozen om deze kaders vooraan in dit beleidsdocument te plaatsen zodat vroeg duidelijk is met welke gedachten de gemeente Sliedrecht invulling geeft aan het Centrum voor Jeugd en Gezin. Dit uiteraard binnen de wettelijke voorschriften. De toelichting op de kaders in dit hoofdstuk wordt in het vervolg van dit beleidsdocument gegeven.
§ 2.2 Visie Het Centrum voor Jeugd en Gezin Sliedrecht staat open voor opgroei- en opvoedvragen.
§ 2.3 Missie Het Centrum voor Jeugd en Gezin Sliedrecht versterkt de mogelijkheden van jeugdigen en hun opvoeders, door op een laagdrempelige en toegankelijke wijze het Centrum voor Jeugd en Gezin op te zetten, zodat alle jeugd zelf kansrijk aan haar toekomst kan bouwen.
§ 2.4 Doelgroep Het Centrum voor Jeugd en Gezin is er voor gezinnen. Voor ouders, kinderen, jongeren tot 23 jaar en professionals.
§ 2.5 Doel Hoofddoel: • Het stimuleren van zelfredzaamheid van ouders, kinderen en jongeren tot 23 jaar. Subdoelen: • Realiseren van een, beproefde, aansluitende ketenmethode bij de partners van het Centrum voor Jeugd en Gezin waarbij de methodiek per partner kan verschillen maar de aansluiting op de overige partners gegarandeerd moet zijn. • Realiseren van een vangnet (netwerk) voor situaties waarin het met jongeren en gezinnen mis dreigt te gaan of al gaat. • Realisatie van een loket waar jongeren en opvoeders met alledaagse vragen over opgroeien en opvoeden terecht kunnen. Het loket is een herkenbare plek in het centrum van Sliedrecht en is fysiek, digitaal en telefonisch te bereiken. • Uitvoeren regiefunctie gemeente door ontwikkeling en uitvoering van een structureel strategisch overleg Jeugd.
5
§ 2.6 Uitgangspunten CJG Sliedrecht 1. Voor de uitwerking van het CJG wordt aangesloten bij het basismodel CJG (§3.4)
2. Het Centrum voor Jeugd en gezin Sliedrecht bestaat uit een toegankelijk herkenbaar en vindbaar fysiek, telefonisch en digitaal loket.
3. Het fysieke loket is bij voorkeur in het centrum van Sliedrecht en wordt in de vorm van een inlooppunt gerealiseerd.
4. Voor oudere jeugd zal informatie en advies op passende wijze worden aangereikt. Er wordt ingezet op een ‘brengende’ werkwijze. Hiervoor zal onder meer het jongerenwerk de aangewezen partner zijn.
5. Voor het loket is het uitgangspunt ‘zo licht en snel als mogelijk’. Een nieuwe bureaucratische instelling moet voorkomen worden.
6. De bestaande zorgstructuren blijven waar mogelijk behouden. Voorkomen moet worden dat er onnodige of kwalitatief mindere systemen worden gebouwd.
7. De ontwikkeling van het integrale Jeugdgezondheidszorg volgt de ontwikkeling van het CJG (§ 5.4.3)
6
3. Het Centrum voor Jeugd en Gezin § 3.1 Ontstaansgeschiedenis In 2007 heeft het toenmalige kabinet een bestuursakkoord afgesloten met gemeenten onder de titel “Samen aan de slag”. Over het Centrum voor Jeugd en Gezin is hierin het volgende opgenomen: Rijk en gemeente willen bereiken dat opvoed- en opgroeiondersteuning voor ouders en kinderen vanzelfsprekend wordt, makkelijk te bereiken en voldoende voorhanden is. Centra voor Jeugd en Gezin dienen daartoe als concept, met als doel bestaande functies en daaruit voortvloeiende taken op het gebied van opvoeden en opgroeien te bundelen en in een samenhangend pakket van dienstverlening aan te bieden (uitgangspunt 5 §2.5). De ambitie voor het Centrum voor Jeugd en Gezin is uiteengezet in het beleidsprogramma “Alle kansen voor alle kinderen” van het programmaministerie Jeugd en Gezin. In dit beleidsprogramma is de doelstelling opgenomen om te werken aan de totstandkoming van een landelijk dekkend netwerk van Centra voor Jeugd en Gezin in nauwe samenwerking met de provincies en hun Bureaus Jeugdzorg. In 2007 heeft het programmaministerie een beleidsbrief verstuurd aan de Tweede Kamer met daarin de uiteenzetting van het Centrum voor Jeugd en Gezin en de regierol van de gemeente. Deze beleidsbrief dient als uitgangspunt voor de verdere uitwerking en implementatie van het Centrum voor Jeugd en Gezin in de gemeente Sliedrecht.
7
Uitgangspunten voor beleid Het programmaministerie Jeugd en Gezin heeft een viertal uitgangspunten voor beleid opgesteld voor haar integrale jeugd- en gezinsbeleid. Het Centrum voor Jeugd en Gezin vormt een integraal onderdeel binnen deze uitgangspunten: 1. Samenleven begint in het gezin:
Het kabinet wil de kracht en de kwaliteit van de samenleving vergroten. Daarom investeren we in onderlinge betrokkenheid van mensen in hun leefomgeving, in wijken, buurten en dorpen. Samenleven, respecteren en het leren van gemeenschappelijke waarden begint al in het gezin: hier zijn mensen elkaar tot steun en worden kinderen opgevoed.
2. Eigen kracht versterken:
Het probleemoplossend vermogen van gezinnen moet worden vergroot in plaats van problemen over te nemen. Opvoeders voeden op, familie, vrienden en andere opvoeders kunnen elkaar hierin bijstaan. Opvoeders hebben behoefte aan het uitwisselen van kennis en ervaring. De Centra voor Jeugd en Gezin dragen bij aan het versterken van deze informele netwerken en ondersteunen zonodig bij alledaagse opvoedproblemen. Direct helpen zonder doorverwijzing voorkomt onnodige medicalisering: hier ligt een belangrijke taak voor Centra voor Jeugd en Gezin.
3. Één gezin, één plan:
Soms is zwaardere zorg niet te vermijden en ook hard nodig. Professionals in de jeugdsectoren moeten snelle en effectieve zorg bieden aan kinderen en gezinnen die zorg nodig hebben, onder het motto ‘meedoen naar vermogen’. Kinderen en gezinnen met meervoudige problematiek hebben behoefte aan integrale hulp. ‘Één gezin, één plan’ is het uitgangspunt. Met het voorstel tot wijziging van de Wet op de jeugdzorg (in verband met het opnemen van een gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdketen), wordt de inzet van een zorgcoördinator geregeld. De coördinator krijgt als taak de informatie over een gezin bijeen te brengen en te bewaken dat de uitvoering volgens plan verloopt.
4. Alle Jongeren doen mee.
Het aantal jongeren met ontwikkelings- of gedragsstoornissen groeit in diverse ondersteunende voorzieningen. Om ieders talenten optimaal te benutten en om onnodige afhankelijkheid van deze jongeren van collectieve voorzieningen tegen te gaan, is een robuust perspectief op participatie nodig.
8
§ 3.2 Wettelijke grondslag Het concept van het Centrum voor Jeugd en Gezin wordt opgenomen in de Wet op de jeugdzorg. In deze wet wordt een wijziging doorgevoerd waarin gemeenten worden verplicht de regie voor het Centrum voor Jeugd en Gezin te voeren. Daarnaast worden betrokken partijen in diezelfde wet verplicht deel te nemen aan het Centrum voor Jeugd en gezin en uitvoering te geven aan de benodigde taken. Vooralsnog moet het wetsvoorstel nog worden aangeboden aan de Tweede Kamer.
§ 3.3 Rijksbijdrage In aanloop naar de wettelijke verankering van het realiseren van een CJG heeft het Rijk een financiële impuls toegezegd. Deze financiële impuls moet gemeenten in staat stellen met het CJG aan de slag te gaan. Zodra de landelijke dekking van CJG’s is gerealiseerd, zullen de beschikbare middelen structureel worden toegevoegd aan het gemeentefonds. Of en over de wijze waarop dit zal gebeuren moet het kabinet nog een besluit nemen. De financiële impuls draagt als naam de Brededoeluitkering CJG. Deze uitkering heeft een licht verantwoordingsregime. In deze Brede Doel Uitkeringen zijn diverse bestaande geldstromen en uitkeringen samen met extra middelen uit het vorige coalitieakkoord, gebundeld en ontschot aan gemeente beschikbaar gesteld. De uitkering wordt zonder aanvraag in de periode 2008-2011 toegekend. Voor de gemeente Sliedrecht is voor deze periode, inclusief verhoging in 2008 en bijstelling OVA over 2009-2012, een totaalbedrag van € 1.693.000,-- beschikbaar. Voor de verantwoording van de uitgaven van de BDU CJG kunnen ook bestaande voorzieningen die een relatie hebben met realisatie van het CJG worden opgevoerd. Van het genoemde bedrag wordt over de periode 2008-2012 de volgende middelen ingezet: JGZ € 1.233.000,-Verwijsindex Zorg voor Jeugd € 30.000,-Prenatale voorlichting € 21.900,-Exploitatietekort Gebouw Centrum voor Jeugd € 44.200,-De volgende werkzaamheden vallen ook onder de BDU maar is nog geen definitief bedrag beschikbaar: - Voorbereidingskosten voor het CJG, waaronder adviezen en ambtelijke voorbereiding - Digitale website CJG - Coördinatie en inloopfunctie van het fysieke CJG - Invoering DD-JGZ (voorheen EKD)
9
§ 3.4 Basismodel Centrum Jeugd en Gezin Het succes van het Centrum voor Jeugd en Gezin als laagdrempelige voorziening staat of valt met duidelijkheid over wat via een Centrum voor Jeugd en Gezin wordt aangeboden. Het programmaministerie Jeugd en Gezin heeft een basismodel opgesteld met vier minimale taken die een gemeente moet realiseren in een CJG. Zonder de bundeling van deze taken mag de naam CJG niet gedragen worden. Overigens is een aantal taken uit het basismodel van het Centrum voor Jeugd en Gezin al wettelijk opgedragen aan gemeenten: a. Jeugdgezondheidszorg => Wet Publieke Gezondheid (WPG) b. Lokale jeugdzorg => Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) c. Schakel met Bureau Jeugdzorg => Wet op de Jeugdzorg (Jeugdzorg) Er is daarmee niet expliciet sprake van nieuwe taken, eerder van een bundeling van beleid. Basismodel: A. Jeugdgezondheidszorg (Uitgevoerd door: Consultatiebureaus en GGD) B. Vijf WMO-functies (ook wel Lokaal Preventieve Jeugdbeleid) C. Schakel met Bureau Jeugdzorg D. Schakel met Zorg- en Adviesteams (ZAT) A. Jeugdgezondheidszorg Het gaat hier om de integrale jeugdgezondheidszorg (iJGZ) zoals deze omschreven is in de Wet Publieke Gezondheid (WPG). Binnen de jeugdgezondheidszorg zijn de consultatiebureaus en GGD uitvoeringsorganisaties. Beide organisaties zetten zich in op preventie door middel van onder andere monitoring, signalering en advisering van alle kinderen van 0-19 jaar. Met de komst van het CJG wordt deze leeftijdsgrens opgerekt naar alle kinderen tot 23 jaar. De prenatale zorg valt hier dus ook onder. B. Vijf Wmo-functies Vanuit prestatieveld 2 van de Wmo heeft de gemeente een rol in opvoed- en opgroeiondersteuning van jeugd. Deze rol ligt verankerd in de Wet op de jeugdzorg en wordt onderscheiden in vijf functies van het lokaal preventieve jeugdbeleid. Te weten: 1. Informatie & advies 2. Signalering 3. Toeleiding naar hulp 4. Licht pedagogische hulp 5. Coördinatie van zorg 1. Informatie & advies Het gaat hierbij zowel om ongevraagde informatie over opvoeden en opgroeien (voorlichting) als om het beantwoorden van specifieke vragen van ouders en jeugdigen. 2. Signalering Vroegtijdig signaleren van problemen van jeugdigen en opvoeders. Maar ook om signalen van verschillende instanties met elkaar in verband te brengen (b.v. middels het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd). 3. Toeleiding naar hulp Toegang tot het totale lokale en regionale hulpaanbod, zoals vroeg- en voorschoolse educatie, onderwijsachterstands- en HALT-voorzieningen.
10
4. Licht pedagogische hulp Het bieden van opvoedingsondersteuning aan ouders en gezinnen waar problemen zijn of dreigen te ontstaan, en om schoolmaatschappelijk werk 5. Coördinatie van zorg Het afstemmen en zo mogelijk bundelen van zorg in het geval dat meerdere hulpsoorten nodig zijn om een jeugdige of gezin te ondersteunen voor zover deze niet reeds onder de Wet Publieke Gezondheid (basistaken jeugdgezondheidszorg) is gebracht. C. Schakel met bureau jeugdzorg Het Centrum voor Jeugd en Gezin kan de meeste vragen zelf beantwoorden. Bij meer ernstige situaties moet een vorm van geïndiceerde jeugdzorg worden ingezet. Vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin moet de relatie met Bureau Jeugdzorg worden vormgegeven. De nadruk ligt op een goede en snelle toeleiding naar Bureau Jeugdzorg op het moment dat het CJG onvoldoende oplossing kan bieden voor ouders en jeugdigen. De voorkeur gaat uit naar het fysiek onder brengen van een voorpost van Bureau Jeugdzorg in het Centrum voor Jeugd en Gezin (zie ook §5.4.2). D. Schakel met Zorgadviesteams (ZAT) In een Zorgadviesteam (ZAT) werken diverse zorgverleners in en om de school samen om te zorgen dat elke jongere een diploma haalt (bron: Rijksoverheid.nl). In een Zorgadviesteam werkt onderwijzend personeel samen met de leerplichtambtenaar, het (school-) maatschappelijk werk, bureau Jeugdzorg, centrum voor Jeugd en Gezin, de jeugdgezondheidszorg en de politie. De ZAT's zorgen er voor dat signalen die kunnen wijzen op uitval, snel en vakkundig worden beoordeeld. Een ZAT schakelt zo snel mogelijk de juiste hulp in. In de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs wordt opgenomen dat onderwijsinstellingen de plicht hebben om samen te werken in de jeugdketen en om ontwikkelings- en opvoedrisico's vroegtijdig te signaleren en te melden. Het ZAT is hiermee een essentiële schakel tussen het onderwijs en het Centrum voor Jeugd en Gezin.
Noodzakelijk / gewenst De vier genoemde taken zijn opgelegd door het programmaministerie om tot een basismodel CJG te komen. Binnen dit basismodel heeft de gemeente de vrijheid om lokaal maatwerk te leveren door aanvullende functies aan het CJG te koppelen zoals: • Kinderopvang, Peuterspeelzaal, voor- en vroegschoolse educatie • Leerplicht • Welzijnswerk • Huisarts, kraamzorg, verloskunde • Jeugd GGZ • Schuldhulpverlening • Etc. Het Centrum voor Jeugd en Gezin is primair gericht op preventie voor alle jeugdigen uitgaande van een laagdrempelige inloop. Dit sluit niet uit dat goede relaties met meer curatieve instellingen, zoals het veiligheidshuis1, wenselijk zijn voor een goede toeleiding van hulpvragen.
1
Een Veiligheidshuis is een samenwerkingsverband dat zich richt op het terugdringen van overlast en criminaliteit. In een Veiligheidshuis werken instanties op één locatie samen aan opsporing, vervolging, berechting en hulpverlening. Het doel van de samenwerking is het terugdringen van overlast, huiselijk geweld en criminaliteit (bron: Openbaar Ministerie)
11
§ 3.5 Regierol gemeente De gemeente krijgt de wettelijke verplichting om te komen tot sluitende afspraken over de coördinatie van zorg. Binnen het CJG wordt bekeken welke partij wordt aangewezen voor de coördinatie van zorg. Wie er wordt aangewezen is afhankelijk van de problemen in de individuele casus en moet de meest logische partij zijn gezien de problematiek. Dit kan dus ook een andere partij zijn dan de partijen die samenwerken binnen het CJG. De persoon die de coördinatie van zorg op zich krijgt wordt de zorgcoördinator genoemd. De gemeente neemt de regie in het organiseren van systemen en processen waardoor de coördinatie van zorg optimaal uitgevoerd kan worden. Daarnaast neemt de gemeente de regie in de controle van de wijze waarop de coördinatie van zorg wordt uitgevoerd. Escalatiemodel Ook wordt wettelijk vastgelegd dat, wanneer blijkt uit controle op de coördinatie van zorg dat partijen er onverhoopt, ondanks het bestaan van generieke afspraken, er niet in slagen de benodigde zorg te leveren, dan wel zich onttrekken aan afspraken, de gemeente de verplichting krijgt partijen hier op aan te spreken. Het protocol waarop de gemeente zal ingrijpen wordt in samenwerking met de betrokken partijen vastgelegd in een escalatiemodel. Wederkerig De wettelijke verplichtingen voor de gemeente zijn wederkerig voor de betrokken partijen. Concreet betekent dit dat de betrokken partijen wettelijk verplicht zijn om de met de gemeente gemaakte afspraken na te komen. Opvolging verantwoordelijkheid door Bureau Jeugdzorg Indien er sprake is van geïndiceerde jeugdzorg of Ondertoezichtstelling (OTS) ligt de verantwoordelijkheid voor de zorgcoördinatie te allen tijden bij Bureau Jeugdzorg (BJZ). Ook voor de rol, taken en bevoegdheden van het Advies-en Meldpunt Kindermishandeling binnen de gemeentelijke samenwerking worden de daartoe geldende wettelijke kaders en richtlijnen onveranderd gehanteerd.
§ 3.6 Toezicht Onderbrenging van het Centrum voor Jeugd en Gezin in de Wet op de Jeugdzorg brengt automatisch met zich mee dat het toezicht primair bij de Inspectie jeugdzorg (IJZ) wordt gelegd. Een deel van de taken van het Centrum voor Jeugd en Gezin komt voort uit de Wet Publieke Gezondheid. Het toezicht van taken uit deze wet is geregeld in de Kwaliteitswet zorginstellingen, de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is in deze wet aangewezen als toezichthouder. In de praktijk zal de Inspectie jeugdzorg, in nauwe samenwerking met de Inspectie voor de Gezondheidszorg, toezicht houden op de uitvoering van het Centrum voor Jeugd en Gezin.
12
4. De huidige situatie in Sliedrecht § 4.1 Omvang doelgroep CJG Het Centrum voor Jeugd en Gezin richt zich op alle gezinnen met kinderen/jongeren tussen de -9 maanden en 23 jaar. Op basis van de cijfers van het CBS zien we dat ongeveer 7.050 (29%) van de Sliedrechtse inwoners tussen de -9 maanden en 23 jaar is. Dit aantal is gelijk aan het landelijk gemiddelde. In 2009 telt Sliedrecht 3.580 gezinnen met gemiddeld twee kinderen. Het landelijk gemiddeld aantal kinderen per gezin ligt op 1.9. Sliedrecht ligt wat betreft de doelgroep van het Centrum voor Jeugd en Gezin op het landelijk gemiddelde.
§ 4.2 Voorzieningen Er is in Sliedrecht een breed scala aan preventieve en curatieve jeugdvoorzieningen. In 2009 heeft de gemeente Sliedrecht onderzoek laten doen naar de Sociale kaart op het gebied van opgroei- en opvoedproblemen in Sliedrecht. In Tabel I staat schematisch weergegeven welke type voorzieningen er in Sliedrecht aanwezig zijn. In Bijlage I is de uitgebreide Sociale kaart opgenomen met daarin de diverse instanties en instellingen die de verschillende voorzieningen op zich nemen.
Tabel I
13
§ 4.3 Overlegstructuren § 4.3.1 Casusoverleggen In Sliedrecht opereren verschillende casusoverleggen die elk binnen een eigen domein hun eigen taak hebben. Als het gaat om zorg, hulpverlening en doorverwijzing waarin het kind en gezin centraal staan, heeft de gemeente Sliedrecht drie centrale overlegstructuren: 1. Het Multidisciplinaire Team 0-12 jaar (MDT 0-12) 2. Het Samenwerkingsverband Jeugdwelzijn 12-19 jaar (SJS) 3. Het Zorgnetwerk Sliedrecht Het Multidisciplinaire Team 0-12 jaar Het MDT 0-12 wordt gevormd door vertegenwoordigers van het onderwijs, (school-) maatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg, kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, Bureau Jeugdzorg, en Homestart. In dit MDT 0-12 worden casussen besproken van jongeren van 0 – 12 jaar om tot afstemming te komen bij multidisciplinaire hulpverlening. Daarnaast adviseert het MDT 0-12 op verzoek ouders, scholen en eerstelijns professionals. De directeur van de vereniging Christelijk onderwijs is voorzitter. Het Samenwerkingsverband Jeugdwelzijn 12-19 jaar In het SJS. worden in een zo vroeg mogelijk stadium signalen besproken waar jongeren uit Sliedrecht van 12 tot 21 jaar problemen hebben of veroorzaken. Onderling wordt een hulpaanbod afgesproken waarmee de geconstateerde problematiek kan worden verholpen of verlicht. Hierin zitten professionals uit het voortgezet onderwijs, jeugdwelzijnwerk, politie, jeugdreclassering, Jeugdpreventieteam, bureau leerplicht, (jeugd)maatschappelijk werk en jeugdgezondheidszorg. De gemeente coördineert en zit voor. Het Zorgnetwerk Sliedrecht In het Zorgnetwerk Sliedrecht worden zaken besproken rond (dreigend)dak- en thuislozen, verwaarlozing en vereenzaming, huiselijk geweld en verslaving. In een aantal van de gevallen betreft het gezinssituaties. Hierin nemen deel GGD, GGZ, maatschappelijk werk, politie, woningcorporatie, Wmo-loket. Regie en voorzitterschap berust bij GGD.
14
§ 4.3.2 Verwijsindex risicojongeren De verwijsindex risicojongeren (VIR) is een landelijk digitaal systeem dat risicomeldingen van hulpverleners over jongeren bij elkaar brengt. Het gaat om jongeren tot 23 jaar bij wie zich problemen voordoen waardoor hun persoonlijke ontwikkeling daadwerkelijk wordt bedreigd. Hulpverleners uit de jeugdketen die jongeren helpen, melden de jongere aan in de verwijsindex als zij een risico hebben gesignaleerd. Als meerdere professionals zich zorgen blijken te maken over dezelfde jongere, dan zorgt de verwijsindex dat men (via de e-mail) een melding krijgen. Op deze wijze weet men van elkaar dat men de betreffende jongere in meerdere hulpverleningstrajecten betrokken is. Met de verwijsindex wordt snel duidelijk dat een jongere in de problemen zit, zodat er direct actie kan worden ondernomen. In februari 2010 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetvoorstel Verwijsindex Risicojongeren. Dit betekent dat gemeente, wettelijk verplicht zijn zich aan te sluiten bij deze landelijke verwijsindex. De gemeente Sliedrecht heeft in 2008 al besloten in regioverband deel te nemen aan Zorg voor Jeugd (ZvJ). Deze regionale verwijsindex is inmiddels gekoppeld aan het landelijk systeem. Hiermee voldoet de gemeente Sliedrecht aan haar wettelijke verplichting. In de regionaal convenant “Signaleringssysteem Zorg voor Jeugd Drechtsteden en AV” zijn de verantwoordelijkheden en omgangsregels vastgelegd voor de verwijsindex Zorg voor Jeugd (Bijlage II). § 4.3.3 Integrale Jeugdgezondheidszorg (iJGZ) Jeugdgezondheidszorg (JGZ) is preventieve gezondheidszorg gericht op de groei en ontwikkeling van het kind ter voorkoming van gezondheidsbedreigingen. De JGZ volgt de lichamelijke, psychische, sociale en cognitieve ontwikkeling van kinderen en geeft informatie aan ouders en kinderen over een gezonde ontwikkeling van het kind op al deze gebieden. Daarnaast signaleert de JGZ (dreigende) stoornissen en zorgt voor adequate behandeling of doorverwijzing1. De gemeente moet ervoor zorgen dat de JGZ alle jeugdigen van 0 tot 19 jaar bereikt worden en dat aan hen de zorg wordt aangeboden die is vastgelegd in het Basis-takenpakket JGZ. Vooral van belang daarbij is de continuïteit in de zorg aan het kind. Er kan en mag geen sprake zijn van een tijdelijke afwezigheid van zorgaanbod. Een doorlopende lijn dus van 0 tot 19 jaar. Voor deze doorlopende lijn wordt de term Integrale Jeugdgezondheidszorg (iJGZ) gebruikt. In de huidige situatie wordt de JGZ uitgevoerd door Rivas (0-4 jaar, consultatiebureau) en de GGD (5-19, schoolartsen). Met ingang van 2008 zijn gemeenten verplicht de integrale jeugdgezondheidszorg onder te brengen in, dan wel te verbinden met het CJG. In de uitvoering van deze verplichting heeft de gemeente Sliedrecht als uitgangspunt genomen dat de vorming van het iJGZ de ontwikkeling van het CJG volgt (uitgangspunt 9 §2.5). De gemeente Sliedrecht onderstreept dat de JGZ een belangrijk onderdeel van het CJG is en dat de JGZ bovendien een belangrijke bijdrage levert aan de doelstelling van het lokale preventieve jeugdbeleid. De invulling van de iJGZ heeft nadrukkelijk baat bij een regionale aanpak. De huidige zorgaanbieders en GGD werken immers ook op regionaal niveau. Op dit moment wordt met de diverse partners onderzocht waar mogelijkheden tot samenwerking liggen en op welke wijze regiogemeenten de iJGZ willen vorm geven. Deze aanpak sluit een eventuele lokale invulling op Sliedrechts niveau niet uit. Verdere informatie over dit onderwerp vindt u in § 5.4.3. 1
Bron: RIVM (http://www.rivm.nl/jeugdgezondheid/onderwerpen/jeugdgezondheidszorg)
15
5. Vorming Centrum voor Jeugd en Gezin in Sliedrecht § 5.1 Behoefte doelgroep Het is van belang om goed zicht te krijgen in de behoeften en de vragen die er leven ten aanzien van opgroeien en opvoeden binnen de gemeente Sliedrecht. In 2009 heeft de gemeente Sliedrecht een behoefteonderzoek onder ouders en jeugdigen naar zorg- en welzijnsinstellingen laten uitvoeren (Bijlage III). De nadruk van het onderzoek ligt op de invulling van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Het onderzoek trekt drie conclusies: 1. Het inlooppunt moet een laagdrempelige voorziening zijn en moet vertrouwen uitstralen 2. Ouders moeten invloed kunnen hebben op de hulpverlening 3. Betrokken zorgnetwerken moeten signaleren De kerngroep (zie §5.2.1) signaleert dat voor oudere jeugd er een communicatiegat aanwezig is. Deze groep zal zich niet snel melden bij een inlooppunt zoals het Centrum voor Jeugd en gezin met vragen en problemen. Dit vraagt om meer “brengende” werkwijze om de aanpak sluitend te krijgen. De kerngroep ziet voor deze aanpak het jongerenwerk als aangewezen partner (uitgangspunt 5 §2.5).
§ 5.2 Betrokken partijen § 5.2.1 Kerngroep Vanuit het basismodel volgt een aantal samenwerkingspartners dat cruciaal is voor het opzetten van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Met afgevaardigden van deze samenwerkingspartners is een kerngroep opgezet, onder regie van de gemeente Sliedrecht, die belast is met het opzetten van een goed functionerend Centrum voor Jeugd en Gezin. In de kerngroep zitten afgevaardigden van: 1. Gemeente Sliedrecht 2. BOS overleg: 3. Bureau Jeugdzorg ZHZ: 4. GGD ZHZ: 5. Rivas: 6. WMO adviesraad:
Regierol / Escalatiemodel (zie § 3.5) Schakel Zorg Advies Teams (ZAT) Schakel met Bureau Jeugdzorg Jeugdgezondheidszorg Consultatiebureau’s, vijf WMO-functies Vijf WMO-functies
Met deze afgevaardigden worden alle vier de onderdelen van het basismodel CJG vertegenwoordigd. De kerngroep komt een aantal keer per jaar bij elkaar om lopende zaken te bespreken. § 5.2.2 Regionale samenwerking In het najaar van 2007 is samenwerking gezocht binnen de Drechtsteden. In opdracht van het portefeuillehouderoverleg Sociaal is een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van een gezamenlijke aanpak. Naar aanleiding van dit onderzoek blijken er binnen de Drechtsteden zeer uiteenlopende gedachten te zijn over de wijze waarop het Centrum voor Jeugd en Gezin moet worden opgezet. De verschillen lopen van de wijze van toeleiding naar zorg, tot aan de fysieke inrichting van het CJG. In april 2008 is afgesproken dat alle gemeenten voor zichzelf het CJG als “lokale agenda” invullen. Vervolgens zal bekeken worden of hier nog regionale samenwerkingsmogelijkheden in zitten.
16
§ 5.2.3 Overige betrokken partijen Uiterlijk eind 2011 moet het Centrum voor Jeugd en Gezin worden gerealiseerd. De diverse partners binnen de gemeente Sliedrecht hebben geconcludeerd dat er in Sliedrecht een kwalitatief goed aanbod jeugdzorg en jeugdbeleid is. Alle partijen zijn het er over eens dat waakzaamheid geboden is bij het opzetten van het Centrum voor Jeugd en Gezin als het gaat om behoud van deze kwaliteit. Om het behoud van kwaliteit te borgen, wordt uitgegaan van het basismodel CJG (uitgangspunt 1 §2.5). Dit met de wetenschap dat het CJG een veel breder scala aan mogelijkheden biedt op het gebied van preventief jeugdbeleid dan met alleen het basismodel wordt gerealiseerd. Alle overige partijen die tevens direct of indirect een verbinding hebben met het CJG worden geïnformeerd dan wel geconsulteerd gedurende het ontwikkelproces van het Centrum Jeugd en Gezin Sliedrecht.
§ 5.3 Locatie Centrum voor Jeugd en Gezin Sliedrecht Op 8 februari 2010 heeft de gemeenteraad besloten een investeringskrediet beschikbaar te stellen voor de aankoop en verbouwing van de Nic. Beetsstraat 2-6 met als doel de fysieke vestiging van het Centrum voor Jeugd en Gezin (uitgangspunt 3 §2.5). Met de volgende organisaties zijn intentieverklaringen overeengekomen voor vestiging in het Centrum voor Jeugd en Gezin: - Rivas Zorggroep - GGD ZHZ - Humanitas (Homestart) - Logopedische Dienst Kring Sliedrecht - De Knuffelbeer (Speel-o-theek) Met deze partijen wordt tevens gesproken over de wijze waarop het niet fysieke loket ingericht zal worden (uitgangspunt 2 §2.5). Denk hierbij aan telefoon en internet en dergelijke. De verbouwing van de Nic. Beetsstraat is begin september 2010 gestart en de oplevering staat voor medio december 2010 gepland. Met deze planning kunnen de deuren van het Centrum voor Jeugd en Gezin Sliedrecht in januari 2011 open. De Reling Een aantal van de organisaties die plaats zullen nemen in het Centrum voor Jeugd en Gezin zijn nu gehuisvest in De Reling. De gemeenteraad heeft aan haar kredietverlening voor het Centrum voor Jeugd en Gezin als voorwaarde gesteld dat zowel het CJG als De Reling, in de nieuwe situatie, beide een sluitende exploitatie moet hebben. Yulius (voorheen RMPI De Grote Rivieren) gaat in de nieuwe situatie de vrijgekomen ruimte in De Reling huren.
17
§ 5.4 Nader uit te werken punten § 5.4.1 Zorgadviesteam (ZAT) De gemeente Sliedrecht heeft als uitgangspunt 6 geformuleerd “de bestaande structuren waar mogelijk te behouden”(§2.5). Vanuit dit perspectief wordt ingezet op een ZAT volgens de formule “één voordeur, twee kamers”. In de huidige situatie is er binnen de multidisciplinaire overleggen een splitsing tussen de leeftijdsgroep 0 tot 12 jaar en 12 tot 23 jaar. Er zijn dus twee casus overleggen die op verschillende tijden zitting hebben. Het komt in de praktijk voor dat de problematiek binnen één gezin, één plan in beide casus overleggen besproken dient te worden. Immers, gezinnen bestaan vaak uit meerdere kinderen die onder verschillende leeftijdscategorieën vallen en daarmee ook in de verschillende ZAT’s. Om hier adequaat mee om te gaan moet er een verdere analyse gemaakt worden hoe een sluitende overlap tussen de twee casus overleggen kan worden georganiseerd zodat er geen gaten vallen in de verlening en coördinatie van zorg. Ook moet worden gekeken op welke wijze de ZAT’s worden verankerd binnen de structuur van het CJG. De verankering moet voldoen aan de uitgangspunten van het basismodel CJG. Daarbij moet onder andere bekeken worden hoe de bestaande zorgteams op de scholen een plaats in de ZAT’s kunnen krijgen. Schematisch zien de verhoudingen tussen het ZAT, het zorgteam en het CJG er vooralsnog als volgt uit: CJG
ZAT 0-12
ZAT 12-23
Zorgteams scholen
In bijlage IV is de “Notitie ZAT gemeente Sliedrecht” opgenomen. Dit document is binnen de Kerngroep besproken en akkoord bevonden. Over de wijze waarop het ZAT definitief wordt georganiseerd wordt te zijner tijd nadere informatie verstrekt.
18
§ 5.4.2 Voorpost Bureau Jeugdzorg De definitie van een voorpost staat niet helder omschreven in het basismodel CJG. De wijze waarop de voorpost van Bureau Jeugdzorg in het Centrum voor Jeugd en Gezin wordt georganiseerd, vraagt daarmee om nadere afstemming. Bureau Jeugdzorg is de toegangspoort voor de gehele jeugdzorg. De medewerkers van Bureau Jeugdzorg beoordelen en adviseren rond complexe zorgvraagstukken. Ze stellen vast welke zorg nodig is. Ze begeleiden kinderen, jongeren en ouders of verwijzen hen door naar andere hulpverleners. De medewerkers geven aandacht waar het nodig is, bieden ondersteuning waar het kan en bescherming waar het moet. Samengevat is Bureau Jeugdzorg de toegang tot geïndiceerde zorg en justitiële maatregelen voor jongeren. Het is voor Bureau Jeugdzorg bedrijfsmatig niet verantwoord om in een gemeente met de omvang van Sliedrecht een fulltime medewerker te plaatsen. Het is voor het slagen van het CJG van belang dat Bureau Jeugdzorg aansluit en nadrukkelijk deelnemer is. Te veel afstand doet afbreuk aan de wens van het Rijk en de gemeente voor een hechte en goed functionerende keten. In de kerngroep heeft Bureau Jeugdzorg toegezegd zich aan te sluiten bij het ZAT voor zover de schaalgrootte van het ZAT de gehele gemeente betreft. Met aansluiting bij het ZAT bereikt Bureau Jeugdzorg de meeste jongeren en is qua efficiency voor een gemeente met de omvang van Sliedrecht het meest voor de hand liggend. Op termijn wordt bezien of het aantal casussen binnen het ZAT groot genoeg is om de aansluiting van Bureau Jeugdzorg te kunnen handhaven. Daarnaast blijft Bureau Jeugdzorg op afroep beschikbaar.
19
§ 5.4.3 iJGZ Er is in 2009 een procedure gestart waarin de integrale Jeugdgezondheidszorg (iJGZ) onder concurrentie subsidie wordt verleend. In het najaar van 2009 zijn de huidige uitvoerende organisaties geconsulteerd over de invulling van de integrale jeugdgezondheidszorg. Mede op basis van deze consultatie is een programma van eisen geformuleerd. De uitvoeringsorganisaties Careyn, GGD ZHZ, Opmaat en Rivas zijn uitgenodigd een subsidieaanvraag in te dienen voor het uitvoeren van de integrale jeugdgezondheidszorg (iJGZ) in de regio ZHZ in de periode van 2011 tot en met 2014. De GGD ZHZ (GGD) en het consortium Rivas/Careyn hebben elk een subsidieaanvraag ingediend. Opmaat heeft ervoor gekozen geen aanvraag in te dienen. Gunning Na weging van de subsidieaanvragen van de GGD en Rivas/Careyn is het voorstel gekomen om de jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar in zijn geheel onder te brengen bij Rivas/Careyn. Het Dagelijks Bestuur van regio Zuid-Holland Zuid (DB) heeft het besluit genomen om een preferente positie te geven aan het Rivas/Careyn onder de voorwaarde dat de frictiekosten van de operatie binnen een korte termijn worden terugverdiend. Uit onderzoek blijkt dat de frictiekosten kunnen worden terugverdiend en dat de GGD bestaansrecht heeft en zelfstandig kan voortbestaan ook zonder de jeugdgezondheidszorg. Op basis van deze gegevens heeft de bestuurscommissie Volksgezondheid positief geadviseerd aan het DB. Het DB heeft besloten eerst een sluitende begroting voor de GGD exclusief JGZ 4-19 te laten opstellen op grond waarvan zij pas een besluit zullen nemen. De gestelde randvoorwaarden bij het gunningvoorstel dienen eerst nader uitgewerkt te worden. Daarbij is gekozen voor zorgvuldigheid boven snelheid. Om het proces van overgang zorgvuldig te laten verlopen zal de termijn van effectuering van het besluit 1 januari 2012 zijn. EKD/DD-JGZ Eerder is besloten om de invoering van het Digitaal dossier JGZ (DD JGZ voorheen EKD) via de organisatie die de JGZ gegund krijgt te laten verlopen. Omdat de termijn van overdracht nu nog verder wordt vertraagd, zal na besluit over de iJGZ aan de nieuwe organisatie opdracht worden gegeven het DD JGZ in de loop van 2011 voor te bereiden en in te voeren. § 5.4.4 Prenatale Zorg/Voorlichting De doelgroep van het Centrum voor Jeugd en Gezin loopt van -9 maanden tot 23 jaar. Om gemeente, invulling te laten geven aan een aanbod gericht op de fase voor de geboorte, zijn de AWBZ middelen voor prenatale voorlichting overgeheveld naar de Brede Doeluitkering CJG. Gemeenten zijn niet verplicht om prenatale voorlichting te organiseren. Er is bij de rijksoverheid wel het voornemen om een wettelijke verplichting op te nemen in de WPG. De gemeente Sliedrecht verstrekt sinds 2009 subsidie aan Rivas voor de uitvoering van prenatale voorlichtingsbijeenkomsten. Met de invoering van het CJG in het vooruitzicht zoekt de gemeente naar mogelijkheden voor opschaling van de huidige activiteiten. In de praktijk blijkt dat de bezoekers van de huidige bijeenkomsten niet tot de grootste risicogroep behoren. Het bereiken van deze risicogroep vraagt een intensiever traject dat de gemeente Sliedrecht op lokaal niveau niet gemakkelijk zelf kan organiseren. Binnen de gemeenschappelijke regeling volksgezondheid Zuid-Holland Zuid wordt op dit moment onderzocht wat de mogelijkheden zijn om de prenatale Zorg/Voorlichting regionaal op te pakken. Tot doel is gesteld om in 2011 met een regionaal voorstel te komen en dit voorstel in 2012 te effectueren.
20
§ 5.4.5 Strategisch overleg Jeugdbeleid De gemeente Sliedrecht ziet de invulling van haar regierol in het CJG tot stand komen in het Strategisch overleg Jeugdbeleid. Met de beleidsnota “Jeugd (In)begrepen” is hier al een duidelijke voorzet in gemaakt. Het Strategisch overleg Jeugdbeleid zal onder voorzitterschap van de portefeuillehouder Jeugd worden gehouden. De beleidsambtenaar Jeugd fungeert als secretaris. Het strategisch overleg behandelt: - Strategische vraagstukken - Signalen over knelpunten - Vraagstukken van ketensamenwerking - Samenwerking binnen de netwerken - Afstemming. Waar nodig is sprake van bemiddeling of interventie. De focus ligt echter op centrale informatiebundeling. In dit overleg hebben in ieder geval de partners die de kern vormen van het CJG ook zitting. Deze groep wordt uitgebreid met partners die voor de uitvoering van het jeugdbeleid van cruciaal belang zijn. Parallel aan de opening van het CJG wordt het strategisch overleg in 2011 opgestart. § 5.4.6 Formalisering verantwoordelijkheden Zorgcoördinatie Zoals beschreven in §3.3 heeft de gemeente de wettelijke verplichting om schriftelijke afspraken te maken met de partners van het Centrum voor Jeugd en Gezin over de coördinatie en uitvoering van zorg. De gemeente heeft de voorkeur om de zorgcoördinatie bij één partij binnen het CJG te leggen. In voorkomende gevallen zal het gewenst of noodzakelijk zijn om de zorgcoördinatie bij een andere partij te leggen. Onder regie van de gemeente worden deze scenario’s uitgewerkt en worden sluitende afspraken gemaakt met de betrokken partijen. Schriftelijk vastleggen procesafspraken Naast het vastleggen van de zorgcoördinatie moeten er afspraken gemaakt worden binnen de ketenaanpak van voorlichting en zorgverlening. Het escalatiemodel is hier een onderdeel van. Deze procesafspraken zullen de eerste tijd aan verandering onderhevig zijn om uiteindelijk tot optimale werkafspraken te komen. De gemeente neemt de regie in het maken van de procesafspraken en het tot stand komen van het escalatiemodel. § 5.4.7 Taken Rivas in het CJG Binnen het CJG zal Rivas uitvoering geven aan zowel het maatwerkgedeelte van het basistakenpakket van de Jeugdgezondheidszorg als het uniforme deel. Daarnaast levert Rivas diensten op het gebied van Schoolmaatschappelijk werk (SMW), Jeugd maatschappelijk werk (JMW), Algemeen maatschappelijk werk (AMW). Er moet met Rivas een uitvoeringsovereenkomst gesloten worden over de genoemde taken. De gemeente zet in op onverkokerde afspraken. Dit houdt in dat niet per taak een afzonderlijke afspraak gemaakt zal worden. Onder deze integrale afspraken zal dan ook de coördinerende rol van Rivas in de Nic. Beetsstraat opgenomen zijn.
21
§ 5.4.8 Digitale website CJG Met de gemeenten in de Drechtsteden vindt overleg plaats over het gezamenlijk op de rit zetten van een website voor het CJG. Voorkeur is om dit in regionaal verband te organiseren vanwege kosten en efficiency. Deze website zal voor de inwoners van Sliedrecht rechtstreeks als CJG Sliedrecht te raadplegen zijn. Op de website zal informatie te vinden zijn die landelijk, regionaal en lokaal wordt gevuld of gelinkt zal worden. De landelijke informatie wordt verzorgd door een organisatie die door het programmaministerie van CJG is geselecteerd. Regionaal wordt een redactieraad in het leven geroepen. Via deze website kunnen inwoners gevalideerde informatie raadplegen. Er vindt nog onderzoek plaats onder aanbieders op grond van een pakket van eisen. Op termijn ligt het in de bedoeling de uitvoering bij een uitvoerende organisatie te beleggen.
22
6. Vervolgplanning oktober
Besluit B&W over beleidsplan CJG
22 november
Beleidskader CJG in opiniërende bijeenkomst gemeenteraad
6 december
Vaststellen beleidskader CJG door gemeenteraad
Medio december
Eindoplevering verbouwing Nic. Beetsstraat
Eind december
Verhuizingen
2 januari 2011
Start CJG in Nic. Beetsstraat
1e kwartaal 2011
Start Strategisch overleg Jeugdbeleid
Eind 2011
Subsidieovereenkomst Coördinatie, inloop- en opvoedfunctie
2011
Vaststelling afspraken met organisaties netwerk jeugdbeleid
2011 /2012
Ontwikkeling regionaal voorstel prenatale zorg en invoering
2014
Evaluatie CJG
23
Lijst afkortingen BJZ
Bureau Jeugdzorg
SJS
Samenwerkingsverband Jeugdwelzijn Sliedrecht
JGZ
Jeugdgezondheidszorg
IJGZ
Integrale Jeugdgezondheidszorg
CJG
Centrum voor Jeugd en Gezin
ZAT
Zorg Advies Team
WPG
Wet Publieke Gezondheid
Wmo
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
IJZ
Inspectie Jeugdzorg
MDT 0-12
Multidisciplinair Team 0-12 jaar
ZvJ
Zorg voor Jeugd
VIR
Verwijsindex Risicojongeren
24
Bijlagen Bijlage I:
Sociale kaart voor opvoed en opgroeiproblemen
Bijlage II:
Regionaal Convenant “Signaleringssysteem Zorg voor Jeugd Drechtsteden en AV”
Bijlage III:
Behoefteonderzoek onder ouders en jeugdigen naar zorg- en welzijnsinstellingen
Bijlage IV:
Notitie ZAT gemeente Sliedrecht
25
Gewijzigd Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Agendapunt: 12
Sliedrecht, 9 november 2010/24 november 2010
Onderwerp: Beschikbaar stellen voorbereidingskrediet Maatschappelijke Stage 2011 Voorgesteld besluit: 1. een reserve te vormen van € 20.239 t.b.v. het budget Wmo/maatschappelijke stage 2010; 2. een voorbereidingskrediet van € 20.239 beschikbaar te stellen ten behoeve van Wmo/Maatschappelijke Stage 2011 Advies opiniërende bijeenkomst: De voorzitter heeft geconcludeerd dat het voorstel voldoende is bediscussieerd, enkele fracties hebben behoefte in de raadsvergadering een korte stemverklaring af te geven. Overwegingen en alternatieven: Vanaf het schooljaar 2011-2012 zijn leerlingen voortgezet onderwijs verplicht om 30 uur maatschappelijke stage te volgen met als doel: kennis maken met en een onbetaalde bijdrage leveren aan de samenleving. Scholen zijn primair verantwoordelijk voor opname in het lesprogramma, coördinatie en begeleiding. Het Ministerie van OCW heeft hiervoor een bedrag van 55 miljoen Euro per jaar beschikbaar gesteld (€ 60 per leerling). Gemeenten ontvangen vanaf 2010 jaarlijks € 20 miljoen (niet geoormerkt) in het gemeentefonds voor ondersteuning. Naar verwachting gaat nog dit najaar het wetsvoorstel ter goedkeuring naar de Tweede kamer. Regionale samenwerking De afgelopen maanden heeft een ambtelijke werkgroep (Drechtsteden-Noord en de Alblasserwaard) in aanwezigheid van OCW overleg gevoerd over een gezamenlijke aanpak. Aandachtspunt vormt de grote overloop van leerlingen, die buiten de woonplaats onderwijs volgen maar in de eigen omgeving stage willen doen. Binnen de werkgroep is veel draagvlak voor een gezamenlijk websysteem, waarin zowel leerlingen, scholen, stagebieders als makelaars toegang hebben. Er zijn verschillende pakketten op de markt, waarvan eXperience de meeste mogelijkheden biedt. Stand van zaken gemeenten Willem de Zwijgercollege en de Lage Waard in Papendrecht hebben gekozen voor eXperience als registratiesysteem. Alblasserdam en Sliedrecht willen hierbij aansluiten; Sliedrecht is hierover nog in gesprek met het Griendencollege. Zederik, Leerdam en Giessenlanden hebben gekozen voor het ontwikkelen van een eigen systeem. Scholengemeenschap De Hoven in Gorinchem heeft gekozen voor de aanschaf van WISM@S, waardoor de gemeente nog even pas op de plaats maakt. Binnen de Waard (Nieuw-Lekkerland, Graafstroom en Liesveld) bevindt zich één nevenvestiging (Ottoland) van het Wellantcollege nog zonder keuze voor een systeem. In Hardinxveld-Giessendam bevinden zich twee erkende nevenvestigingen: Willem de Zwijger (eXperience) en De Hoven (WISM@S).
-2-
-
In de werkgroep van 26 oktober jl. hebben de gemeenten Alblasserdam, Papendrecht, Sliedrecht, Hardinxveld-Giessendam, Nieuw-Lekkerland, Graafstroom en Liesveld zich uitgesproken voor medewerking bij een gezamenlijk aanschaf van Experience. De Waard, Hardinxveld-Giessendam en Sliedrecht gaan in november 2010 in gesprek met eXperience over de mogelijkheden tot koppelingen met andere systemen en een inkijkfuncties.
Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: • Financiële kaders Om te komen tot een gezamenlijke aanschaf van eXperience in 2011 zijn we uitgegaan van deelname door gemeenten: Alblasserdam, Papendrecht, Sliedrecht, Hardinxveld-Giessendam, NieuwLekkerland, Graafstroom en Liesveld. Dan hebben we nodig: eenmalige aanschafkosten: 7 x € 1.950 = € 13.650 (exclusief € 350 per school) onderhoudskosten: 7 x € 1.200 = € 8.400 (exclusief € 800 per school per jaar) De aanschaf- en onderhoudskosten worden eenmalig gezamenlijk ingezet (gepoold) volgens onderstaand verdeelmodel, waarbij gemeenten bijdragen naar rato van het aantal inwoners (er vanuit gaande, dat het percentage leerlingen van 12 jaar en ouder op het aantal inwoners per gemeente nagenoeg gelijk is). Hierbij is geen rekening gehouden met de extra middelen die gemeenten krijgen op basis van het aantal vo-leerlingen (aantal x 0,80 x € 9,17). De werkgroep gaat er vanuit, dat de scholen vanaf 2013, zijnde twee jaar na aanschaf, de onderhoudskosten van € 2.000 per jaar voor eigen rekening zullen nemen. Dat past in de lijn, waarbij scholen primair verantwoordelijk zijn voor het applicatiebeheer: invoer, autorisatie en monitoring. Gemeenten kunnen voor de aanschaf in 2011 eventueel nog gebruik maken van het MaS-budget 2010. Gemeente (Wmo)
Inwoners:
Deelfactor:
Sliedrecht Papendrecht Alblasserdam De Waard Hardinxveld-Giessendam Totaal:
24.000 32.000 18.000 28.700 17.600 120.300
0,20 0,27 0,15 0,24 0,14 1,00
Bijdrage aanschafkosten: € 2.730,00 € 3.685,50 € 2.047,50 € 3.276,00 € 1.911,00 € 13.650,00
Bijdrage onderhoud: € 1.680,00 € 2.268,00 € 1.260,00 € 2.016,00 € 1.176,00 € 8.400,00
*Bewonersaantallen zijn afgerond op 100.
Met implementatie in augustus 2011 verwachten we de meeste invoeringskosten (websysteem en makelaar) in 2011 te maken. De hiervoor bestemde middelen 2010 (€ 20.239) hebben we nog niet gebruikt. We hebben totaal nodig: € 4.410 voor aanschaf en eerste jaar onderhoud; hierbij is nog geen rekening gehouden met de aanschafkosten van € 350 per school. Het restantbedrag van € 15.479 willen we in 2011 maximaal inzetten voor de makelaarsfunctie (invoering, communicatie en scholing). Hierover zullen begin 2011 nog nadere voorstellen worden gedaan (Plan van Aanpak en bestemming restant middelen). • Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders In het beleidsplan “Vrijwillige Inzet Sliedrecht, 2009-2012” van 14 april 2009 en de Zomernota 2009 hebben we de middelen voor maatschappelijke stage ondergebracht bij de Wmo. Een belangrijk deel van de rijksbijdrage is bestemd voor de inzet van een makelaar. Het staat gemeenten vrij waar zij deze willen onderbrengen: vrijwilligerspunt, school of binnen de gemeente zelf. Makelaars vormen een belangrijke schakel als intermediair tussen de leerlingen (scholen) en stagebieders. Zij kunnen door middel van een eigen applicatie binnen eXperience inzage krijgen in de vacatures.
-3-
Sliedrecht wil de makelaarsfunctie onderbrengen bij het Vrijwilligerspunt van de Stichting Welzijnswerk Sliedrecht. Hierover zullen begin 2011 nog nadere voorstellen worden gedaan (Plan van Aanpak en bestemming restant middelen). • Tijdspad, monitoring en evaluatie We willen het systeem begin 2011 aanschaffen en inrichten. De makelaarsfunctie willen we vanaf januari 2011 bij de Stichting Welzijnswerk onderbrengen. Hierover volgt nog een nader advies met Plan van Aanpak. Een tijdspad, monitoring, evaluatie en communicatieparagraaf zullen hier deel van uitmaken. • Inspraak Dit voorstel wordt in november 2010 besproken met de Wmo-adviesraad. In eerdere gesprekken heeft de Wmo-adviesraad aangegeven, dat zij positief staat tegenover de regionale samenwerking hierbij en het feit, dat de gemeente de makelaarsfunctie bij het Vrijwilligerspunt wil onderbrengen. • Externe communicatie: Via bijgaande brief van het College van B&W Sliedrecht zullen de deelnemende gemeenten (Drechtsteden-Noord en Alblasserwaard) worden geïnformeerd. Met de scholen en instellingen volgt nog een apart traject van bijeenkomsten.
Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de loco-burgemeester,
M.J. Verhoef
J.P. Tanis
Concept Raadsbesluit
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 november 2010/24 november 2010;
besluit: 1. een reserve te vormen van € 20.239 t.b.v. het budget Wmo/maatschappelijke stage 2010; 2. een voorbereidingskrediet van € 20.239 beschikbaar te stellen ten behoeve van Wmo/Maatschappelijke Stage 2011.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010 De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 13
Sliedrecht, 9 november 2010
Onderwerp: Belastingverordeningen 2011. Voorgesteld besluit: Wij stellen de raad voor de volgende verordeningen vast te stellen: 1. de Verordening reinigingsheffingen 2011; 2. de Verordening havengeld 2011; 3. de Verordening brandweerrechten 2011; 4. de Verordening leges 2011; 5. de Verordening rioolheffing 2011; 6. de Verordening onroerende-zaakbelastingen 2011; 7. de Verordening hondenbelasting 2011; 8. de Verordening precariobelasting 2011.
Advies opiniërende bijeenkomst: De voorzitter heeft geconcludeerd dat het voorstel voldoende is bediscussieerd, enkele fracties hebben behoefte in de raadsvergadering een korte stemverklaring af te geven. Samenvatting In de verordeningen zijn de tariefsverhogingen verwerkt zoals aangegeven in de Programmabegroting 2011. De ontwikkeling van de WOZ-waarden was op het moment van het samenstellen van de programmabegroting nog niet bekend. Inmiddels hebben we informatie ontvangen van GBD (Gemeentebelastingen Drechtsteden) over de WOZ-waardeontwikkeling, zodat de tarieven 2011 van de onroerende-zaakbelastingen (OZB) nu kunnen worden vastgesteld. De Legesverordening kent een verscheidenheid aan tarieven, variërend van leges voor huwelijksvoltrekking tot omgevingsvergunningen. In de Legesverordening 2011 is rekening gehouden met de recentelijk door het rijk bepaalde tarieven voor reisdocumenten. Zoals gebruikelijk is de afvalstoffenheffing ter zake van het ophalen van huisvuil, samen met het reinigingsrecht van bedrijven, opgenomen in één verordening reinigingsheffingen. De rioolheffing wordt in rekening gebracht bij zowel burgers als bedrijven. Evenals vorig jaar wordt voorgesteld om voor alle heffingen nieuwe verordeningen 2011 vast te stellen zodat voor een ieder duidelijk is dat deze verordeningen in 2011 gelden. Hierna worden de belangrijkste ontwikkelingen nader toegelicht.
-2-
Synchoniseren betaaltermijnen OZB, Reinigingsrechten, Rioolheffing en Hondenbelasting In het kader van de Brede Doorlichting Drechtsteden doet de GBD (Gemeentebelastingen Drechtsteden), een voorstel tot aanpassing van de betaaltermijnen van de jaarlijkse gecombineerde aanslag van belastingen. GBD heeft een project operationeel dat via het synchroniseren van werkprocessen op afzienbare termijn besparingen moet opleveren. In verband hiermee wordt doorlopend bezien waar het synchroniseren van werkprocessen doelmatigheidsvoordelen oplevert. In dit kader zijn als eerste de betalingstermijnen onder de loep genomen. Het gaat hierbij om synchronisatie van de jaarlijkse gecombineerde aanslag (OZB, Reinigingsrechten, Rioolheffing en Hondenbelasting) voor alle gemeenten. Gemeentebelastingen Drechtsteden stelt voor: 1. De reguliere betaaltermijn te stellen op één termijn van twee maanden; 2. Het aantal termijnen bij gebruik van automatische incasso te stellen op tien maanden; 3. Het maximum aanslagbedrag om voor automatische incasso in aanmerking te kunnen komen te stellen op € 3.500; 4. Het minimum te incasseren bedrag per maand te stellen op € 5,-. Het effect van deze aanpassingen zal zijn: 1. GBD kan op termijn besparingen doorvoeren met dit voorstel. Veréénvoudiging van de communicatie naar de burgers en bedrijven. Efficiëncy bij de inrichting van de software voor de belastingheffing; 2. Minder administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven door: a. betaling mogelijk te maken in één termijn (in plaats van twee); b. voor bedragen beneden € 135 ook automatische incasso toe te staan. Met de nieuwe bepaling van € 5 kunnen ook kleine aanslagen via automatische incasso worden geïnd. Er zal dan pas geïnd worden op het moment dat een termijnbedrag het bedrag van € 5 heeft bereikt. Dit is onder andere van belang voor personen die automatische incasso hebben afgegeven en in de loop van het jaar een hond aanschaffen of in de loop van het jaar in Sliedrecht komen wonen. 3. Duidelijkheid richting de burger wordt vergroot door het vaststellen van de mogelijkheid tot betaling in tien termijnen bij automatische incasso. Nu is deze termijn afhankelijk van het tijdstip waarop de aanslag wordt gedagtekend, met een minimum van vier termijnen. De bereidheid tot het afgeven van automatische incasso zal toenemen. In de voorliggende verordeningen is de bepaling inzake de betaaltermijnen gewijzigd. Het streven van GBD is er op gericht om op 28 februari van elk jaar 90 % – 95 % van de aanslagen te hebben opgelegd. De rentenadelen op de opbrengsten als gevolg van de nieuwe termijnen kunnen worden geschat op ca € 5.000 op jaarbasis. Daartegenover staat een lagere bijdrage aan de GBD in verband met de besparingen op termijn in de begroting van GBD. Ook de betaaltermijnen voor de precariobelasting zijn aangepast. In het verleden was deze aanslag vermeld op de gecombineerde aanslag. Aangezien deze heffing zich niet leent om tegelijk met de woonlastenheffingen te worden opgelegd is ervoor gekozen om, mede in het kader van synchroniseren van werkprocessen, de betaaltermijn gelijk te stellen aan die binnen het werkgebied van Gemeentebelastingen Drechtsteden.
OZB-vrijstelling Door GBD is voorgesteld om met ingang van 2011 de betaaltermijnen van de deelnemende gemeenten te synchroniseren. Met dezelfde doelmatigheidsargumenten wordt voorgesteld om een vrijstelling in de OZB-verordening op te nemen.
-3-
De Gemeentewet maakt het mogelijk ervoor te kiezen om voor onroerende zaken met een WOZwaarde van minder dan € 12.000 geen OZB te heffen. Het gaat om een beperkt aantal objecten, zoals stukjes grond, transformatorkastjes, met een marginale opbrengst. Dordrecht kent deze efficiencyvrijstelling al. Voorgesteld wordt om voor onroerende zaken met een WOZ-waarde beneden € 12.000 geen OZB te heffen. In de voorliggende OZB-verordening is hiermee rekening gehouden. De OZB-derving bedraagt ca. € 1.150. Het gaat om ca. € 400.000 aan WOZ-waarde van ca. 80 nietwoningen x 0,2245 % (OZB-tarief) = € 900 en ca. 33 garageboxen met een totale WOZ-waarde van € 300.000 x 0,0821 % = € 250.
Vrijstelling garageboxen in de rioolheffing Met ingang van 1 januari 2010 is de rioolheffing gebaseerd op de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken. Onder het oude rioolrecht vielen kleine objecten, zoals garageboxen en loodsen, buiten de heffing omdat veelal geen rechtstreekse aansluiting voor vuilwaterafvoer op de gemeentelijke riolering aanwezig was. Onder de nieuwe rioolheffing kunnen deze in verband met de zorg van de opvang van hemelwater en in stand houden van het grondwater wel in de heffing betrokken worden. In het nieuwe GRP (gemeentelijk rioleringsplan) zal een keuze worden gemaakt of garageboxen e.d. in de heffing betrokken zullen worden. Als besloten wordt om voor garageboxen e.d. te willen heffen dan zal de vrijstelling verwijderd worden.
Synchronisatie werkproces Afvalstoffenheffing In het kader van de synchronisatie van werkprocessen is door GBD een andere wijze van ontheffen voorgesteld. Sliedrecht kent de bepaling dat wanneer iemand in de loop van het jaar alleenwonend wordt, de aanslag afvalstoffenheffing tussentijds wordt verlaagd. Andersom, wanneer iemand voor één persoon is aangeslagen en in de loop van het jaar met meer personen komt te wonen, is een aanvullende aanslag wettelijk niet toegestaan. Andere gemeenten kennen de bepaling van tussentijdse verlaging niet. Voorgesteld wordt om uit oogpunt van efficiency de bepaling te schrappen. De inkomstenverhoging voor de gemeente zal vrijwel € 0,00 zijn.
Legesverordening Voorgesteld wordt een nieuw tarief in te voeren en één tarief voorlopig op € 0,00 te zetten. Leges gehandicaptenparkeerplaats Voorgesteld wordt om met ingang van 2011 een tarief te hanteren voor het plaatsen van een verkeersbord: 1.19.4 tot het plaatsen van een verkeersbord waarmee een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt aangegeven, als bedoeld in artikel 67 RVV en 29 BABW € 150,00 1.19.5 tot het wijzigen of verplaatsen van een kentekenbord bij een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats, als bedoeld in artikel 67 RVV en 29 BABW € 50,00 In navolging van het voorbeeld van de gemeente Papendrecht wordt voorgesteld een tarief te hanteren voor het plaatsen van een verkeersbord waarmee een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt aangegeven. We schatten de jaarlijks fluctuerende opbrengsten op zo'n 15 aanvragen per jaar. Dit betekent dan gemiddeld ca. € 2.250 per jaar.
-4-
Leges sloopmeldingen In de huidige verordening is voor sloopmeldingen een tarief (artikel 2.9) opgenomen van € 81,-. In de afgelopen 8 jaren zijn er geen sloopmeldingen binnengekomen en derhalve ook geen opbrengsten gerealiseerd. Om een totaal-inzicht te verkrijgen in de herkomst van de afvalstroom van met name asbest wordt voorgesteld te stimuleren dat de meldingen worden gedaan en daartoe het tarief voorlopig op € 0,00 te zetten.
OZB-tarieven In de raadsvergadering van 8 november 2010 is de programmabegroting voor 2011 vastgesteld. Hierbij is meegedeeld dat voor de onroerende-zaakbelastingen voor uw vergadering van 6 december 2010 een voorstel zal worden gedaan voor het vaststellen van de tariefpercentages 2011. Deze tarieven kunnen nu worden vastgesteld omdat de WOZ-informatie inmiddels van GBD ontvangen is. In de begrotingsraad is besloten de OZB-tarieven trendmatig te verhogen met 1,5 %. Verder dient bij het berekenen van de OZB-tarieven 2011 rekening gehouden te worden met de WOZwaardeontwikkeling tussen 1 januari 2009 en 1 januari 2010. Deze ontwikkelingen zijn van belang voor het berekenen van de OZB-tarieven voor 2011. De gemiddelde waardeontwikkeling voor woningen en niet-woningen in Sliedrecht bedraagt in voornoemde periode respectievelijk – 3,8 % en – 1,2 %. Het bovenstaande leidt tot de volgende percentages voor 2011. Ter informatie zijn de in 2008, 2009 en 2010 geldende percentages in het overzicht opgenomen.
Eigenaren woningen Eigenaren niet-woningen Gebruikers niet-woningen
Percentage 2011 0,0874
Percentage 2010 0,0821
Percentage 2009 0,0818
Percentage 2008 0,0812
0,1339 0,0990
0,1291 0,0954
0,1274 0,0941
0,1256 0,0928
Voor 2011 zijn de percentages van 2010 verhoogd met het percentage van de tariefstijging van 1,50 % en die van de WOZ-waardeontwikkeling. Ook is rekening gehouden met een marge van 1% wegens toe te kennen bezwaarschriften.
Tariefsverhogingen 2011 Conform het voorstel in de Programmabegroting 2011 wordt voor de zogenoemde specifieke heffingen in principe het uitgangspunt aangehouden van kostendekkende tarieven. Hierbij gaat het om de verordeningen nrs. 1 t/m 5. Deze heffingen behoren tot de specifieke middelen, omdat zij geoormerkt zijn voor bepaalde uitgaven. Een aantal tarieven van de Legesverordening zijn wettelijk gemaximaliseerd of op een bepaald bedrag vastgesteld. Bijvoorbeeld de tarieven van reisdocumenten en leges akten burgerlijke stand. De opbrengsten van de onroerende-zaakbelastingen, de hondenbelasting en de precariobelasting (verordeningen nrs. 6 t/m 8) behoren tot de zogenoemde algemene middelen en mogen dus vrij worden besteed. Voor deze belastingen is rekening gehouden met trendmatige (inflatie) tariefsverhogingen van 1,5 %. Samenvattend gaat het in de nieuwe verordeningen om de volgende tariefsverhogingen:
-5-
nr. Verordening 1 Reinigingsheffingen
Tariefsverhoging Bedrijfsvuil: verhoging van 0 % Huisvuil: verhoging van 1,97 %
2 Havengelden 3 Brandweerrechten 4 Leges
5 6 7 8
verhoging van 0 % verhoging van 1,5 % Verhoging van 1,5 %, met uitzondering van: a. de wettelijk bepaalde tarieven zoals reisdocumenten. b. leges over de bouwkosten: 0 %. Dit gezien het niveau van deze tarieven in relatie met de tarieven van andere gemeenten; de leges voor de advisering door derden zullen kostendekkend worden doorberekend. 1
Rioolheffing (eigenaren- en gebruikersdeel) Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
Per saldo verhoging van 5,82 % Verhoging van 1,5 %
Hondenbelasting Precariobelasting
Verhoging van 1,5 % Verhoging van 1,5 %
Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: •
Financiële kaders Het voorgesteld besluit is conform de kaders van de Programmabegroting 2011.
•
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Europese Dienstenrichtlijn, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken.
•
Tijdspad, monitoring en evaluatie De datum van ingang van de heffingen is 1 januari 2011. Voor alle heffingen worden elk jaar nieuwe geactualiseerde verordeningen opgesteld.
Externe communicatie: - Bekendmaking in het Kompas. - Publicatie op de internetsite van de gemeente Sliedrecht. - Verzending kopie van de verordeningen naar Gemeentebelastingen Drechtsteden. - Communicatie door GBD over de synchronisatie van de betaaltermijnen van belastingen. Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de loco-burgemeester,
M.J. Verhoef
1
J.P. Tanis
Derden zijn: advieskosten welstand, advieskosten MZHZ mbt de bodemrapporten en advieskosten brandweer.
-6-
Concept Raadsbesluit De raad van de gemeente Sliedrecht; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 9 november 2010;
besluit
vast te stellen de verordeningen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
de Verordening reinigingsheffingen 2011; de Verordening havengeld 2011; de Verordening brandweerrechten 2011; de Verordening leges 2011; de Verordening rioolheffing 2011; de Verordening onroerende-zaakbelastingen 2011; de Verordening hondenbelasting 2011; de Verordening precariobelasting 2011.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevéé
Versie geldig vanaf 1 januari 2011
Verordening reinigingsheffingen 2011
Verantwoordelijke afdeling
Plantsoenen en reiniging De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele situatie. Voor historische informatie hiervan kunt u contact opnemen met het Servicecentrum Drechtsteden, onderdeel Documentaire Informatievoorziening, e-mail:
[email protected].
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer; besluit: vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011. Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1
Inleidende bepaling
Krachtens deze verordening worden geheven: a. een afvalstoffenheffing; b. reinigingsrechten. Artikel 2
Begripsomschrijvingen
1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld. 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing Artikel 3
Aard van de belasting en belastbaar feit
1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80). 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt geheven naar afzonderlijke grondslagen ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien
waarvan krachtens artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Artikel 4
Belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Artikel 5
Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel. Artikel 6
Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7
Wijze van heffing
1. De belasting zoals opgenomen in hoofdstuk 1.1. van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven. 2. De rechten zoals opgenomen in hoofdstuk 1.2. van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Artikel 8
Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
1. De belasting zoals opgenomen in hoofdstuk 1.1. van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de in het eerste lid vermelde belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belastingen als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Het tweede lid is niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt. 4. De rechten zoals vermeld in hoofdstuk 1.2. van de tarieventabel zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening. Artikel 8a
Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 3.500, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in gelijke termijnen van minimaal € 5, waarbij de laatste termijn vervalt op de laatste dag van de tiende maand volgend op de maand die in de
-2-
dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de eerdere termijnen telkens een maand eerder. 3. De bij gedagtekende kennisgeving gevorderde bedragen moeten worden betaald: a. In geval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van de kennisgeving; b. In geval van toezending van de kennisgeving: binnen een maand na dagtekening. 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten Artikel 9
Belastbaar feit
Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn. Artikel 10
Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt. Artikel 11
Maatstaf van heffing en belastingtarief
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 12
Belastingjaar
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 13
Wijze van heffing
1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd. 2. De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Artikel 14
Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-3-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Artikel 15
Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvraag van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen. Artikel 16 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 3.500,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in gelijke termijnen van minimaal € 5,-, waarbij de laatste termijn vervalt op de laatste dag van de tiende maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de eerdere termijnen telkens een maand eerder. 3. De bij gedagtekende kennisgeving gevorderde bedragen moeten worden betaald: a. In geval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van de kennisgeving; b. In geval van toezending van de kennisgeving: binnen een maand na dagtekening. 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen Artikel 17 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering. Artikel 18
Inwerkingtreding en citeertitel
1. De “Verordening reinigingsheffingen 2010” van 7 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen 2011". Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 6 december 2010. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
4
Tarieventabel behorende bij de "Verordening reinigingsheffingen Sliedrecht 2011”. Algemeen De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief 19 % omzetbelasting indien deze verschuldigd is. HOOFDSTUK 1 MAATSTAVEN EN TARIEVEN AFVALSTOFFENHEFFING Hoofdstuk 1.1 Maatstaf en tarief afvalstoffenheffing 1.1.1
1.1.2
De belasting bedraagt per perceel per jaar: indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee of meer personen
€ 156,36
€ 229,56
Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing 1.2
1.2.1 1.2.2 1.2.3
1.2.4
1.2.5
1.2.6
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1. bedraagt de belasting voor het op aanvraag verwijderen van grove huishoudelijke afvalstoffen: per huisvuilwagen, per half uur of gedeelte daarvan € 20,15 per bestelauto, per half uur of gedeelte daarvan € 8,44 voor een chauffeur of extra hulp worden de hierboven onder 1.2.1 en vermelde bedragen per manhulp per halfuur of gedeelte daarvan verhoogd met € 22,92 de hierboven in dit hoofdstuk vermelde bedragen worden vermeerderd met de door derden aan de gemeente Sliedrecht in rekening gebrachte verwerkingskosten, waarvan een schriftelijke opgaaf van kosten worden gedaan door of vanwege het college van burgemeester en wethouders voorafgaand aan het in behandeling nemen van het verzoek. de hierboven onder 1.2.3 vermelde bedrag wordt verhoogd met: -50% indien de werkzaamheden op werkdagen (met uitzondering van de zaterdag) buiten de normale werkuren worden verleend; -100% indien de werkzaamheden op zaterdag en zon- en feestdagen worden verleend. de tijdsduur, waarover de in dit hoofdstuk vermelde rechten worden geheven, wordt berekend vanaf het tijdstip, dat het desbetreffende personeel het terrein van gemeentewerken verlaat tot het tijdstip dat het daar terugkeert.
5
HOOFDSTUK 2 MAATSTAVEN EN JAARLIJKSE TARIEVEN REINIGINGSRECHTEN 2.1 2.1.1
2.1.2
2.1.3
2.2
Het recht bedraagt per belastingjaar voor het beschikbaar stellen, het gebruik dan wel het ledigen van containers en het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen indien: het betreft éénmaal per week voor: a. een container van 140 liter € 191,35 b. een container van 240 liter € 299,88 c. een container van 500 liter € 673,59 d. een container van 1.000 liter € 1.332,75 e. een container van 1.300 liter € 1.717,17 f. een container van 1.600 liter € 2.094,45 het betreft tweemaal per week voor: a. een container van 140 liter b. een container van 240 liter c. een container van 500 liter d. een container van 1.000 liter e. een container van 1.300 liter f. een container van 1.600 liter het betreft driemaal per week voor: a. een container van 140 liter b. een container van 240 liter c. een container van 500 liter d. een container van 1.000 liter e. een container van 1.300 liter f. een container van 1.600 liter
€ € € € € €
€ € € € € €
363,57 569,77 1.279,77 2.532,27 3.262,69 3.979,41
536,21 840,38 1.887,53 3.735,22 4.812,36 5.869,51
Het recht bedraagt per maand voor het beschikbaar stellen, het gebruik dan wel het éénmaal per week ledigen van minicontainers van 240 liter en het verwijderen van het daarin verzamelde oud papier
€ 21,68
HOOFDSTUK 3 MAATSTAVEN EN TARIEVEN OVERIGE REINIGINGSRECHTEN 3.1 3.1.1 3.1.1.1 3.1.1.2 3.1.1.3
Het recht bedraagt voor: voor het op aanvraag verwijderen van grof bedrijfsafval: per huisvuilwagen, per half uur of gedeelte daarvan per bestelauto, per half uur of gedeelte daarvan voor een chauffeur of extra hulp worden de hierboven onder 3.1.1.1 en 3.1.1.2 vermelde bedragen per manhulp per halfuur of gedeelte daarvan verhoogd met 3.1.1.4 de hierboven in dit hoofdstuk vermelde bedragen worden vermeerderd met de door derden aan de gemeente Sliedrecht
6
€ 20,15 € 8,44
€ 22,92
in rekening gebrachte verwerkingskosten, waarvan een schriftelijke opgaaf van kosten worden gedaan door of vanwege het college van burgemeester en wethouders voorafgaand aan het in behandeling nemen van het verzoek. 3.1.1.5 de hierboven onder 3.1.1.3 vermelde bedrag wordt verhoogd met: -50% indien de werkzaamheden op werkdagen (met uitzondering van de zaterdag) buiten de normale werkuren worden verleend; -100% indien de werkzaamheden op zaterdag en zon- en feestdagen worden verleend. 3.1.1.6 de tijdsduur, waarover de in dit hoofdstuk vermelde rechten worden geheven, wordt berekend vanaf het tijdstip, dat het desbetreffende personeel het terrein van gemeentewerken verlaat tot het tijdstip dat het daar terugkeert. 3.1.2 het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen, per tanklading per keer, een gedeelte van een tanklading voor een volle tanklading gerekend € 73,43 3.1.3 het beschikbaar stellen van een afzetcontainer € 667,90 3.1.4 het op aanvraag verrichten van werkzaamheden, voor zover in deze tarieventabel geen afzonderlijk recht is vermeld: 3.1.4.1 per veegmachine, kolkenzuiger of haakarmwagen, per half uur of gedeelte daarvan € 20,15 3.1.4.2 per bestelauto, per half uur of gedeelte daarvan € 8,44 3.1.4.3 voor een chauffeur of extra hulp worden de hierboven onder 3.1.1.1 en 3.1.1.2 vermelde bedragen per manhulp per halfuur of gedeelte daarvan verhoogd met € 22,92 3.1.4.4 de hierboven in dit hoofdstuk vermelde bedragen worden vermeerderd met de door derden aan de gemeente Sliedrecht in rekening gebrachte verwerkingskosten, waarvan een schriftelijke opgaaf van kosten worden gedaan door of vanwege het college van burgemeester en wethouders voorafgaand aan het in behandeling nemen van het verzoek. 3.1.4.5 de hierboven onder 3.1.1.3 vermelde bedrag wordt verhoogd met: -50% indien de werkzaamheden op werkdagen (met uitzondering van de zaterdag) buiten de normale werkuren worden verleend; -100% indien de werkzaamheden op zaterdag en zon- en feestdagen worden verleend 3.1.4.6 de tijdsduur, waarover de in dit hoofdstuk vermelde rechten worden geheven, wordt berekend vanaf het tijdstip, dat het desbetreffende personeel het terrein van gemeentewerken verlaat tot het tijdstip dat het daar terugkeert.
Behoort bij raadsbesluit van 6 december 2010, De griffier,
A. Overbeek
7
Toelichting op de bedragen inclusief BTW: Tarieven 2011
grof vuil e.d. grof vuil e.d. grof vuil e.d. Containers, één per week Containers, één per week Containers, één per week Containers, één per week Containers, één per week Containers, één per week Containers, tweemaal per week Containers, tweemaal per week Containers, tweemaal per week Containers, tweemaal per week Containers, tweemaal per week Containers, tweemaal per week Containers, driemaal per week Containers, driemaal per week Containers, driemaal per week Containers, driemaal per week Containers, driemaal per week Containers, driemaal per week papier, 240 liter tanklading afzetcontainers
2011 excl. BTW 16,93 7,09 19,26 160,80 252,00 566,04 1.119,96 1.443,00 1.760,04 305,52 478,80 1.075,44 2.127,96 2.741,76 3.344,04 450,60 706,20 1.586,16 3.138,84 4.044,00 4.932,36 18,22 61,71 561,26
BTW 3,22 1,35 3,66 30,55 47,88 107,55 212,79 274,17 334,41 58,05 90,97 204,33 404,31 520,93 635,37 85,61 134,18 301,37 596,38 768,36 937,15 3,46 11,72 106,64
8
2011 incl BTW 20,15 8,44 22,92 191,35 299,88 673,59 1.332,75 1.717,17 2.094,45 363,57 569,77 1.279,77 2.532,27 3.262,69 3.979,41 536,21 840,38 1.887,53 3.735,22 4.812,36 5.869,51 21,68 73,43 667,90
Versie geldig vanaf 1 januari 2011
Verordening havengeld 2011
Verantwoordelijke afdeling
Weg- en waterbouw De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele situatie. Voor historische informatie hiervan kunt u contact opnemen met het Servicecentrum Drechtsteden, onderdeel Documentaire Informatievoorziening, e-mail:
[email protected].
De raad der gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikel 216 en 229 van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van havengeld 2011 Artikel 1 Aard van de belasting Voor het gebruik of genot van de gemeentelijke haven of andere ten gerieve van de scheepvaart gemaakte openbare werken, alsmede voor het gebruik of genot van alle binnen deze gemeente gelegen openbare wateren die bij de gemeente in beheer en onderhoud zijn, met vaartuigen, woonschepen, pontons, bergings-, bagger- en dergelijk drijvend materieel wordt een belasting geheven onder de naam van “havengeld”. Artikel 2 Definities 1. Voor de toepassing van de verordening wordt verstaan onder: a. Vaartuigen: alle soorten drijvende lichamen welke wegens hun drijfvermogen worden gebezigd, dan wel bestemd of geschikt zijn voor het vervoer te water van personen en/of handelswaren; b. Sleepboten: alle vaartuigen welke wegens hun bouw bestemd zijn voor het slepen en of duwen van andere vaartuigen, pontons en dergelijke; c. Passagiersvaartuigen: alle vaartuigen die openbaar middel van vervoer zijn, of dit niet zijnde, uitsluitend of in hoofdzaak gebezigd worden voor het vervoer van personen tegen betaling; d. Pleziervaartuigen: alle vaartuigen die bestemd zijn, dan wel feitelijk gebruikt worden voor recreatieve doeleinden; e. Woonschepen: alle vaartuigen die bestemd zijn dan wel feitelijk gebruikt als woning f. Groep 1 vaartuigen: vrachtschepen, tankschepen dan wel baggerbakken g. Groep 2 vaartuigen: duwboten, sleepboten, woonboten en passagiersboten. h. Groep 3 vaartuigen: drijvende werktuigen, pontons en vlotten i. Groep 4 vaartuigen: plezier- en recreatievaartuigen j. Weekend: periode vallende tussen vrijdag 12:00 uur en maandag 12:00 uur; k. Maand: kalendermaand
Artikel 3 Belastingplicht Belastingplichtig is de gezagvoerder, de schipper, de eigenaar, de beheerder of de bewoner van een in artikel 2 genoemd object: a. Die gebruik maakt van bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1; b. Die een dienst aanvraagt dan wel te wiens behoeve een dienst is verleend als bedoeld in artikel 1. Artikel 4 Belastinggrondslag De heffingsgrondslag is voor groep 1 vaartuigen het laadvermogen per ton of gedeelten daarvan. Voor groep 2, voor groep 3 en voor groep 4 vaartuigen is de heffingsgrondslag de oppervlakte van het vaartuig per vierkante meter of gedeelten daarvan. Artikel 5 Belastingjaar Voor zover in deze verordening tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 6 Tarief Het in artikel 1 bedoelde recht bedraagt per ton laadvermogen of gedeelten daarvan: A.1. voor onder artikel 2 genoemd drijvend materieel waarbij laden en/of lossen plaatsvindt: 1. per reis voor een achtereenvolgend tijdvak van ten hoogste 7 dagen € 0,098 2. bij abonnement: - per week € 0,224 - per maandag € 0,661 - per kwartaal € 0,982 - per jaar € 1,920 2. voor onder artikel 2 genoemd drijvend materieel waarbij geen laden en/of lossen plaatsvindt: 1. per reis voor groep 1 vaartuigen voor een achtereenvolgend tijdvak van ten hoogste - een weekend € 0,056 - 7 dagen € 0,095 - 14 dagen € 0,142 - 21 dagen € 0,167 (in en uitvaren binnen 7, 14 of 21 dagen periode kan zonder bijbetaling) 2. bij abonnement voor groep 1 vaartuigen per jaar € 0,924 3. reparatietarief voor groep 1 vaartuigen voor ten hoogste 7 dagen € 0,071 reparatietarief voor groep 1 vaartuigen voor ten hoogste 14 dagen € 0,107 reparatietarief voor groep 1 vaartuigen voor ten hoogste 21 dagen € 0,126 B. voor groep 2 vaartuigen en voor groep 3 vaartuigen waarbij geen laden en/of lossen plaatsvindt, dezelfde tarieven als voor groep 1 vaartuigen, echter per m2 of gedeelten daarvan; C. voor groep 4 vaartuigen waarbij geen laden en/of lossen plaatsvindt per m2 of gedeelten daarvan per jaar € 2,874 D. de in dit artikel onder A,B, en C vermelde tarieven zijn exclusief BTW. Artikel 7 Bijbetaling 1. Indien op grond van het bepaalde in artikel 6 het havengeld is betaald volgens het tarief per reis en de gebruikmaking van de in artikel 1 genoemde gemeentewerken voortdurend na afloop van de termijn waarvoor het havengeld is betaald, wordt behoudens het bepaalde in het tweede lid opnieuw havengeld geheven. 2. Indien op grond van het bepaalde in artikel 6 het havengeld is betaald volgens het tarief per reis voor een achtereenvolgend tijdvak van 7 dagen en de gebruikmaking van de in artikel 1 genoemde gemeentewerken is binnen dit tijdvak niet beëindigd, moet indien de gebruikmaking
in totaal niet langer duurt dan 21 achtereenvolgende dagen, het havengeld worden bijbetaald tot het tarief berekend per reis voor een achtereenvolgend tijdvak van 21 dagen. Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld 1. De rechten die in deze verordening per jaar worden geheven zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is bij aanvang van de belastingplicht. 2. De rechten die in deze verordening niet per jaar worden geheven zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvraag van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen. 3. De rechten bedoeld in het tweede lid zijn opnieuw verschuldigd indien het gebruik of genot als bedoeld in artikel 1 voortduurt na afloop van de termijn waarvoor havengeld is geheven. Artikel 9 Wijziging van betaling per reis in betaling per abonnement Indien in de loop van het belastingjaar het havengeld per reis is betaald en er wordt overgegaan tot betaling bij abonnement, wordt het reeds betaalde havengeld niet teruggegeven of verrekend. Artikel 10
Geabonneerde vaartuigen waarmede geen gebruik meer wordt gemaakt van gemeentewerken Er bestaat geen aanspraak op restitutie indien het havengeld bij abonnement is geheven en het gebruik of genot van de in artikel 1 genoemde gemeentewerken wordt beëindigd voordat de geldigheidsduur van het abonnement is verstreken. Artikel 11 Vervanging van het vaartuig Indien een vaartuig, waarvoor het havengeld bij abonnement is voldaan, in de loop van het belastingjaar wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt op schriftelijke aanvraag van de houder het abonnement geldig verklaard voor het nieuwe vaartuig. Zou voor het nieuwe vaartuig het havengeld hoger zijn dan voor het vaartuig waarvoor het abonnement is afgegeven, dan moet het verschil in havengeld, berekend over een vol jaar of een vol kwartaal, worden bijbetaald. Artikel 12 Tijdelijke vervanging van vaartuigen 1. Indien een vaartuig, waarvoor het havengeld bij abonnement is voldaan, wegens herstelling of onderhoud tijdelijk wordt vervangen door een ander vaartuig is het abonnement tijdens de duur van de werkzaamheden geldig voor het vervangende vaartuig met dien verstande, dat indien het vervangende vaartuig een grotere tonnage resp. oppervlakte heeft dan het vervangen vaartuig, voor het verschil havengeld geheven wordt naar het tarief berekend per reis. 2. Het bepaalde in het eerste lid is alleen van toepassing, indien de houder van het geabonneerde vaartuig de voorgenomen vervanging, onder opgaaf van de oorzaak van de vervanging, de tijdstippen van aanvang en de vermoedelijke beëindiging daarvan en de plaats waar de herstelling of het onderhoud geschiedt, tenminste een week tevoren schriftelijk meldt aan de havenmeester en zolang niet aan de havenmeester schriftelijk is gemeld, dat de vervanging heeft opgehouden. Artikel 13 Vrijstelling Geen havengeld wordt geheven van: a. Vaartuigen in directe dienst van het rijk, voor zover vrijstellingen krachtens wettelijke voorschriften moet worden verleend; b. Hospitaalvaartuigen, indien daarop de in artikel 1 van het Traktaat van 21 december 1904 (goedgekeurd bij de Wet van 30 december 1905, Staatsblad 383), bedoelde vrijstelling van ten behoeve van de staat geheven havenrechten van toepassing is; c. Roeiboten, behorende, bij vaartuigen, geen pleziervaartuigen of woonschepen zijnde, waarvoor havengeld geheven wordt; d. Vaartuigen, die ten gevolge van ijsgang of andere weersomstandigheden gedwongen zijn langer dan veertien dagen in de haven te verblijven.
e. Vaartuigen welke niet langer dan drie achtereenvolgende uren gebruik maken van een speciaal daartoe door de havenmeester aan te wijzen ligplaats, mits deze tijd uitsluitend wordt benut om in de gemeente inkopen te doen of zaken te behandelen, niet laden of lossen en geen passagiers in- of ontschepen; f. Vaartuigen in beheer van de gemeenschappelijke regeling Regionale Brandweer Zuid-Holland, welke zijn ingericht voor de brandbestrijding te water. Artikel 14 Herstel of verandering van vaartuigen 1. Van het havengeld wordt voor maximaal 21 dagen, voor de helft ontheffing verleend voor de dagen, waarin zonder dat een lading wordt gelost of ingenomen daadwerkelijk door een in de gemeente gevestigde scheepswerf of reparatie-inrichting over het vaartuig moet worden beschikt om daaraan belangrijke herstellingen of veranderingen te doen, alsmede voor de daaraan onmiddellijk voorafgaande en/of aansluitende zaterdagen en zon- en feestdagen. 2. Herstellingen en veranderingen worden als belangrijk aangemerkt, indien vitale delen van het vaartuig tijdelijk hun normale functie niet kunnen vervullen en het vaartuig als gevolg daarvan niet bedrijfsklaar (vaar- dan wel los- of laadklaar) kan worden beschouwd. Artikel 15 Wijze van heffing De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende kennisgeving, nota of ander schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Artikel 16 Termijn van betaling 1. De rechten moeten worden betaald op het moment van de uitreiking van de in artikel 15 bedoelde kennisgeving. 2. Ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, moeten de rechten worden betaald binnen een maand na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving. Artikel 17 Bewijs van betaling Het bewijs, dat het havengeld is voldaan, moet tijdens het verblijf in de gemeente aan boord van het vaartuig aanwezig zijn. Artikel 18 Meldingsplicht Elke schipper of gezagvoerder van een vaartuig en elke bewoner van een woonschip is verplicht terstond, nadat het gebruik of genot van de in artikel 1 bedoelde gemeentewerken een aanvang heeft genomen, daarvan melding te maken ten kantore van de havenmeester. Artikel 19 Aanduiding op woonschip De in artikel 6 bedoelde woonschepen moeten aan de buitenzijde voorzien zijn van de naam van het schip, welke duidelijk zichtbaar ter weerszijden van de voorkant van het schip is aangebracht of bij gebreke van een naam van een door de havenmeester op te geven nummer, dat met cijfers van 10 cm hoogte op dezelfde wijze en plaats is aangebracht. Artikel 20 Strafbepaling Op overtreding van deze verordening wordt een geldboete gesteld van ten hoogste de eerste categorie. Artikel 21 Kwijtschelding Bij de invordering van havengeld wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 22 Nadere regels Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het havengeld.
Artikel 23 Inwerkingtreding 1. De "Verordening havengeld 2010” van 7 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor deze datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening havengeld 2011”. Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 6 december 2010.
De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Versie geldig vanaf 1 januari 2011
Verordening brandweerrechten 2011
Verantwoordelijke afdeling
Bestuurszaken en Veiligheid De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele situatie. Voor historische informatie hiervan kunt u contact opnemen met het Servicecentrum Drechtsteden, onderdeel Documentaire Informatievoorziening, e-mail:
[email protected].
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2011 Artikel 1 Belastbaar feit 1. Onder de naam ‘brandweerrechten’ worden geheven: a. rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn; b. rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten. 2. Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van: a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand; b. het beperken van brandgevaar; c. het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand; d. al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt; e. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dier en bij ongevallen anders dan bij brand; f. de bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet. Artikel 2 Belastingplicht Belastingplichtig is: a. degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a; b. degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b. Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. 3. Voor belastingbedragen van minder dan € 10,- vindt geen invordering plaats. 4. Voor de toepassing van het bepaalde in het derde lid wordt het totaal van de op één gedagtekende schriftelijke kennisgeving verenigde verschuldigde brandweerrechten aangemerkt als één belastingbedrag.
Artikel 4 Belastingjaar Voorzover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in zoverre in afwijking van artikel 3, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor de dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Artikel 6 Wijze van heffing 1. De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. 2. Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Artikel 7 Termijn van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving. 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen. Artikel 8 Kwijtschelding Bij de invordering van de brandweerrechten wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten. Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De "Verordening brandweerrechten 2010" van 7 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening brandweerrechten 2011”. Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010, De griffier,
De voorzitter
A. Overbeek
M.C. Boevée
Tarieventabel behorende bij de “Verordening Brandweerrechten Sliedrecht 2011”. Algemeen Alle in deze verordening opgenomen tarieven zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is. Gedurende het eerste uur wordt altijd het volle uurtarief in rekening gebracht. Na het eerste uur wordt de inzettijd op halve uren naar boven afgerond. Hoofdstuk 1 lid 1.1 1.1.1 1.1.2
Onderwerp Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot: het verrichten van wacht- en waakdiensten het verrichten van controlediensten
Hoofdstuk 2 lid 2.1
2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5
3.1.2
Lid 4.1
4.1.1 4.1.2.
eenheid
22,74 22,74
per personeelslid, per uur per personeelslid, per uur
€
eenheid
15,95 10,60 10,60 15,95 10,60
per etmaal per etmaal per etmaal per etmaal per etmaal
Verrichtingen ten behoeve van de adembescherming
Onderwerp het vullen van een ademluchttoestel: het vullen van een ademluchtcilinder van maximaal 6 liter en druk van 200 bar. het vullen van een ademluchtcilinder van maximaal 6 liter en druk van 300 bar.
Hoofdstuk 4
€
Beschikbaar stellen van brandblusmiddelen
Onderwerp Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beschikbaar stellen van een: brandslang handbrandblusapparaat opzetstuk verdeelstuk straalpijp
Hoofdstuk 3 Lid 3.1. 3.1.1
Wacht- en controlediensten
€
eenheid
8,00
cilinder
9,00
cilinder
Verrichten van diensten
Onderwerp € Voor zover daarvoor niet elders in deze tabel een tarief is opgenomen, bedraagt het tarief ter zake het ter beschikking stellen van personeel met: een poederaanhangwagen 133,75 Een motorspuitaanhanger 133,75
eenheid
per uur per uur
4.1.3
een tankautospuit, met dien verstande dat: De inzet van tankautospuiten, als bijstand, binnen de Regio Zuid-Holland Zuid voor de gemeenten worden gedurende de eerste vier uur niet verrekend, daarna wordt een bedrag per uur verrekend overeenkomstig 6 maal het uurloon van een hoofdbrandwacht, conform het gestelde in de geldende CAR-UWO.
Hoofdstuk 5 Lid 5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4
Behoort bij raadsbesluit van 6 december 2010,
A. Overbeek
per uur
€
eenheid
122,40 122,40
per uur per uur
103,90 103,90
per uur per uur, vermeerderd met de kosten van het schoonmaaken/of absorptiemiddel.
Overige diensten
Onderwerp Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot: het verrichten van diensten met een motorzaag het verrichten van diensten met een lichtaggregaat het verrichten van diensten in geval van opheffing van de afsluiting van een perceel het verrichten van verwijderings- en schoonmaakwerkzaamheden (afhankelijk van voertuig, zie ook 4.1.3)
De griffier,
303,50
Versie geldig vanaf 1 januari 2011
Verordening leges 2011
Verantwoordelijke afdelingen
Publiekszaken en ROBM De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele situatie. Voor historische informatie hiervan kunt u contact opnemen met het Servicecentrum Drechtsteden, onderdeel Documentaire Informatievoorziening, e-mail:
[email protected].
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229 , eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet; besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2011.
Artikel 1
Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder: a. ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt; b. ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen; c. ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand; d. ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar; e. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december. Artikel 2
Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel. Artikel 3
Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend. Artikel 4
Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor: a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald; b. het afgeven van bewijzen van onvermogen.
-2-
Artikel 5
Maatstaven van heffing en tarieven
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde. 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid van de Crisis- en herstelwet. 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van de in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 6
Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. Artikel 7
Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald
ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6: a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving; b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving. 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8
Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 9
Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling. Artikel 10
Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen: a. van zuiver redactionele aard zijn; b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft: 1. onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand); 2. hoofdstuk 2 (reisdocumenten); 3. hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
-3-
4. onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens); 5. hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens); 6. onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag); 7. hoofdstuk 16 (kansspelen); een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12
Overgangsrecht
1. De ‘Legesverordening 2010’ van 7 december 2009, laatstelijk gewijzigd op 28 juni 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten: a. die zich voor die datum hebben voorgedaan; b. waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011. 4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening leges 2011”.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
-4-
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2011. Indeling tarieventabel Titel 1 Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 8 Hoofdstuk 9 Hoofdstuk 10 Hoofdstuk 11 Hoofdstuk 12 Hoofdstuk 13 Hoofdstuk 14 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 16 Hoofdstuk 17 Hoofdstuk 18 Hoofdstuk 19 Hoofdstuk 20
Algemene dienstverlening Burgerlijke stand Reisdocumenten Rijbewijzen Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Verstrekkingen uit het Kiezersregister Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens Bestuursstukken Vastgoedinformatie Overige publiekszaken Gemeentearchief Huisvestingswet Leegstandwet Gemeentegarantie Marktstandplaatsen Winkeltijdenwet Kansspelen Kinderopvang Telecommunicatie Verkeer en vervoer Diversen
Titel 2 Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 8 Hoofdstuk 9 Hoofdstuk 10
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning Begripsomschrijvingen Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag Omgevingsvergunning Vermindering Teruggaaf Intrekking omgevingsvergunning Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten Sloopmelding In deze titel niet benoemde beschikking
Titel 3 Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Horeca Organiseren evenementen of markten Prostitutiebedrijven Splitsingsvergunning woonruimte Leefmilieuverordening Brandbeveiligingsverordening In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
-5-
Titel 1 Algemene dienstverlening Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand 1.1.1 Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: 1.1.1.1 Maandag tot en met vrijdag (inclusief loper) 1.1.1.2 Op zaterdag en zondag, door het gemeentebestuur aangewezen verplichte ADV dagen of algemeen erkende feestdagen, waaronder worden verstaan de in artikel 3 van de Algemene termijnenwet als zodanig genoemde en bij of krachtens dat artikel daarmee gelijkgestelde dagen (inclusief loper) 1.1.2 Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op: 1.1.2.1 Maandag tot en met vrijdag 1.1.2.2 Op zaterdag en zondag, door het gemeentebestuur aangewezen verplichte ADV dagen of algemeen erkende feestdagen, waaronder worden verstaan de in artikel 3 van de Algemene termijnenwet als zodanig genoemde en bij of krachtens dat artikel daarmee gelijkgestelde dagen 1.1.3 Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek (voorshands nog geen tarief) 1.1.4 Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek (voorshands nog geen tarief) 1.1.5 Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: 1.1.5.1 een trouwboekje of partnerschapboekje 1.1.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een lijst waarop zijn vermeld: 1.1.6.1 alle op één dag, in één week of in één maand geborenen en overledenen, voor zover voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elk op die lijst vermelde aangifte 1.1.6.2 alle op één dag, in één week of in één maand ondertrouwde en getrouwde paren of geregistreerde partners, als voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elk op die lijst vermeld paar 1.1.7 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van lijsten als in 1.1.6.1 en 1.1.6.2 bedoeld: 1.1.8 Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier 1.1.9 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand:. voor elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand voor elk uittreksel van een akte van geboorte, van huwelijk, van registratie van een partnerschap of van overlijden voor elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand 1.1.10 Voor het gebruik maken van de diensten van gemeenteambtenaren voor het fungeren als getuige bij een huwelijksvoltrekking of partnerregistratie, per ingestelde ambtenaar
€ 359,00
€ 889,00
€ 359,00
€ 889,00
€ 0,00
€ 0,00 € 27,40
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t. € 10,00
€ 11,50 € 11,50 € 20,70 € 11,50
€ 15,25
-6Hoofdstuk 2 Reisdocumenten 1.2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.2.1.1 tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen 1.2.1.2 tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort) 1.2.1.3 tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) 1.2.1.4 tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument 1.2.1.5 tot het bijschrijven van een kind door middel van een bijschrijvingssticker in een al uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 1.2.1.6 tot het aanbrengen van een wijziging anders dan bedoeld in 1.2.1.5 in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 1.2.1.7 tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd tot en met dertien jaar 1.2.1.8 tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd van veertien jaar en ouder 1.2.2 De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 alsmede in 1.2.1.7 en 1.2.1.8 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van 1.2.3 Het tarief genoemd in 1.2.2 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.4, slechts één keer per reisdocument berekend. 1.2.4 Het tarief genoemd in onderdeel 1.2.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van 1.2.5 Indien aan de aanvrager van een reisdocument eerder een reisdocument werd verstrekt en dit document bij de aanvraag niet compleet kan worden overlegd, worden ter zake verschuldigde leges verhoogd met
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen 1.3.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs 1.3.2 Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met 1.3.3 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen 1.3.4 Indien aan de aanvrager van een rijbewijs eerder een rijbewijs werd verstrekt en dit document bij de aanvraag niet compleet kan worden overlegd, worden ter zake verschuldigde leges verhoogd met
€ 52,00
€ 58,00
€ 52,00
€ 9,00 € 21,00 € 9,00 € 9,00 € 43,00
€ 45,00
€ 21,00
€ 22,00
€ 33,00 € 33,50 € 4,45 € 22,00
-7-
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens 1.4.1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd. 1.4.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.4.2.1 tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking € 4,60 1.4.2.2 tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar: 1.4.2.2.1 voor 100 verstrekkingen € 251,00 1.4.2.2.2 voor 500 verstrekkingen € 639,00 1.4.2.2.3 voor 1.000 verstrekkingen € 865,00 1.4.2.2.4 voor 5.000 verstrekkingen € 2.614,00 1.4.2.2.5 voor 10.000 verstrekkingen € 3.492,00 1.4.2.3 tot het afsluiten van een abonnement op het wekelijks verstrekken van een opgave van verhuizingen binnen de gemeente, vertrekken uit de gemeente en vestigingen in de gemeente € 251,00 1.4.3 Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. 1.4.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.4.4.1 tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking € 4,60 1.4.4.2 tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar: 1.4.4.2.1 voor 100 verstrekkingen € 251,00 1.4.4.2.2 voor 500 verstrekkingen € 639,00 1.4.4.2.3 voor 1.000 verstrekkingen € 865,00 1.4.4.2.4 voor 5.000 verstrekkingen € 2.614,00 1.4.4.2.5 voor 10.000 verstrekkingen € 3.492,00 1.4.5 In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens € 2,27 1.4.6 Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier € 15,25 1.4.7 Voor een afschrift als bedoeld in artikel 79, lid 3 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens € 8,75
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister 1.5 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet
€ 7,00
-8-
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens 1.6.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens: 1.6.1.1 bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit: 1.6.1.1.1 ten hoogste 100 pagina’s, per pagina met een maximum per bericht van 1.6.1.1.2 meer dan 100 pagina’s 1.6.1.2 bij verstrekking anders dan op papier 1.6.1.3 dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking 1.6.2 Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd. 1.6.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken 1.7.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: 1.7.1.1 een exemplaar van de gemeentebegroting 1.7.1.2 een exemplaar van de gemeenterekening 1.7.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.7.2.1 tot het verstrekken van: 1.7.2.1.1 een afschrift van het verslag van een raadsvergadering 1.7.2.1.2 een afschrift van de voorstellen behorende bij een raadsvergadering 1.7.2.2 tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar: 1.7.2.2.1 op de verslagen van de raadsvergaderingen 1.7.2.2.2 op de voorstellen behorende bij de raadsvergaderingen 1.7.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.7.3.1 tot het verstrekken van: 1.7.3.1.1 een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina 1.7.3.1.2 een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina 1.7.3.2 tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar: 1.7.3.2.1 op de verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie 1.7.3.2.2 op de stukken behorende bij de vergaderingen van een raadscommissie 1.7.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.7.4.1 tot het verstrekken van het gemeenteblad 1.7.4.2 tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op het gemeenteblad 1.7.5 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: 1.7.5.1 een afschrift van de Bouwverordening 1.7.5.2 een afschrift van de toelichting op de Bouwverordening 1.7.5.3 een afschrift van de Algemene Plaatselijke verordening 1.7.5.4 een afschrift voor een andere verordening
€ 0,23 € 4,50 € 22,50 € 4,50 € 22,50
€ 4,50
€ 33,50 € 33,50
€ 3,35 € 6,70 € 33.50 € 66,00
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. € 33,50 € 27,90 € 16,75 € 12,35
-9-
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie 1.8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.8.1.1 betreffende voorschriften en toelichting bestemmingsplan e.d.: tot en met 15 pagina’s, per pagina van 16 tot en met 30 pagina’s van 31 tot en met 70 pagina’s vanaf pagina 71, per pagina 1.8.1.2 betreffende plankaart: formaat tot A2, per plankaart 1.8.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit: 1.8.2.1 de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen 1.8.2.2 de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet 1.8.2.3 de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 1.8.2.4 het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988 1.8.2.5 het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen 1.8.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van: 1.8.3.1 het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres 1.8.3.2 het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie 1.8.3.3 het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken 1.9 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.9.1 tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag 1.9.2 tot het verkrijgen van een attestatie de vita 1.9.3 tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief 1.10.1 Het tarief bedraagt voor het op verzoek: 1.10.1.1 doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier 1.10.1.2 verlenen van inzage in bescheiden uit het archief betreffende een bestaand bouwwerk, voor elk hieraan besteed kwartier of gedeelte daarvan 1.10.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: 1.10.2.1 een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina 1.10.2.2 een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk
€ 0,50 € 8,40 € 10,90 € 0,05 € 7,60
€ 14,70 € 14,70 n.v.t. n.v.t.
€ 9,15
€ 14,70 € 14,70 € 14,70
€ 30,05 € 4,60 € 4,60
€ 14,90 € 14,90
€ 0,50 € 4,55
- 10 -
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 1.11 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.11.1 tot het verkrijgen van een voorrangsverklaring als bedoeld in de huisvestingsverordening Hoofdstuk 12 Leegstandwet 1.12 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.12.1 tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet 1.12.2 tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet
Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie 1.13 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.13.1 tot het verkrijgen van een gemeentegarantie 1.13.2 tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen 1.14 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: 1.14.1 een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 6 van de Marktverordening 2006 Toelichting: Dit tarief is opgenomen in de Verordening marktgelden 2011
Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet 1.15 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.15.1 voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet Hoofdstuk 16 Kansspelen 1.16.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: 1.16.1.1 voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat 1.16.1.2 voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten, voor de eerste speelautomaat en voor iedere volgende speelautomaat 1.16.1.3 Indien de aanwezigheidsvergunning geldt voor een tijdvak, korter dan 12 maanden of langer dan 12 maanden doch ten hoogste 4 jaar dan worden genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd. 1.16.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) 1.16.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning)
€ 54,85
€ 16,50 € 8,10
€ 16,50 € 8,10
Zie de martkgelden
€ 16,50
€ 56,50 € 56,50 € 34,00
€ 16,50
€ 16,50
- 11 -
Hoofdstuk 17 Kinderopvang 1.17 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: 1.17.1 een uittreksel uit het register bedoeld in artikel 46 van de Wet kinderopvang, per uittreksel n.v.t. 1.17.2 inlichtingen over gegevens die zijn opgenomen in het register bedoeld in artikel 46 van de Wet kinderopvang, per verstrekking n.v.t. Toelichting: In Sliedrecht worden de inlichtingen door de kinderopvangcentra zelf aan de aanvragers verstrekt.
Hoofdstuk 18 Telecommunicatie 1.18.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet 1.18.1.1 indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met 1.18.1.2 indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met 1.18.1.3 indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met 1.18.1.4 indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, verhoogd met 1.18.1.5 indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. 1.18.2 Indien een begroting als bedoeld in 1.18.1.5 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. Dit onderdeel is in behandeling bij de afdeling W&W.
Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer 1.19 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.19.1 tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 1.19.2 tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen 1.19.3 tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) 1.19.4 tot het plaatsen van een verkeersbord waarmee een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt aangegeven, als bedoeld in artikel 67
nog niet in gebruik
€ 16,65 € 16,65
€ 6,00 € 150,00
- 12 -
1.19.5
RVV en 29 BABW tot het wijzigen of verplaatsen van een kentekenbord bij een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats, als bedoeld in artikel 67 RVV en 29 BABW
Hoofdstuk 20 Diversen 1.20.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.20.1.1 tot het verkrijgen van een vergunning voor het vissen in de openbare wateren van de gemeente 1.20.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van informatie betreffende een bestaand bouwwerk op bestandsgrootte: A4 tot en met 15 pagina’s per pagina van 16 tot en met 30 pagina’s van 31 tot en met 70 pagina’s van 71 tot en met 110 pagina’s vanaf pagina 111 per pagina tekening per kopie A3 per pagina tekening per kopie A2 prijs tot en met 3 kopieën per kopie prijs kopie 4 per kopie prijs kopie 5 per kopie prijs kopie 6 per kopie prijs kopie 7 per kopie prijs kopie 8 en verder per kopie A1 prijs tot en met 3 kopieën per kopie prijs kopie 4 per kopie prijs kopie 5 per kopie prijs kopie 6 per kopie prijs kopie 7 per kopie prijs kopie 8 en verder per kopie A0 prijs tot en met 3 kopieën per kopie prijs kopie 4 per kopie prijs kopie 5 per kopie prijs kopie 6 per kopie prijs kopie 7 per kopie prijs kopie 8 en verder per kopie 1.20.3 een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen 1.20.4 stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina
€ 50,00
€ 2,30
€ 0,60 € 11,65 € 14,70 € 17,75 € 0,10 € 7,60 € 1,00 € 10,15 € 12,70 € 7,60 € 6,35 € 5,35 € 4,30 € 3,30 € 13,95 € 8,65 € 7,60 € 6,35 € 5,35 € 4,30 € 16,00 € 10,65 € 9,65 € 8,65 € 7,60 € 6,35 € 4,55 € 4,55
- 13 -
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 2.1.1.1 aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; 2.1.1.2 bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; 2.1.1.3 sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; 2.1.1.4 Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 2.1.2 In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. 2.1.3 In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag 2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 2.2.1 om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is 2.2.2 om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning: van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld. Met een minimum bedrag van
n.v.t. 25%
€ 116,00
- 14 -
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning 2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. 2.3.1 2.3.1.1
2.3.1.1.1 2.3.1.1.2 2.3.1.1.3 2.3.1.1.4 2.3.1.1.5
2.3.1.2
2.3.1.2.1 2.3.1.2.2 2.3.1.2.3
2.3.1.2.4
2.3.1.2.5
2.3.1.2.6
2.3.1.2.7
2.3.1.3
Bouwactiviteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: indien de bouwkosten niet meer dan € 9.700,-- bedragen: van de bouwkosten, met een minimum van: vermeerderd met van de bouwkosten van € 9.701,-- t/m € 37.800,-- ; vermeerderd met over de bouwkosten van € 37.801,-- t/m € 190.800,--, vermeerderd met over de bouwkosten van € 190.801,-- t/m € 381.500,--, vermeerderd met over de bouwkosten van € 381.501,-- en hoger. Welstandstoets Indien in verband met een toetsing aan de welstandscriteria hierover een advies van de welstandscommissie behoeft te worden ingewonnen wordt het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1 verhoogd voor: reclames met bouwkosten lager dan € 4.000,-- met bouwkosten van € 4.000,-- tot € 25.000,-- met te verhogen met van de bouwkosten. bouwkosten van € 25.000,-- tot € 120.000,-- met te verhogen met van de bouwkosten. bouwkosten van € 120.000,-- tot € 230.000,-- met te verhogen met van de bouwkosten. bouwkosten van € 230.000,-- tot € 455.000,-- met te verhogen met van de bouwkosten. bouwkosten van € 455.000,-- en hoger met te verhogen met van de bouwkosten tot een maximum van € 20.000.000,-- aan bouwkosten Verplicht advies agrarische commissie Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
2,91%, € 116,00 2,79% 2,56% 2,32% 2,08%
€ 55,00 € 55,00 € 51,00 0,2% € 77,00 0,11% € 123,00 0,11% € 262,00 0,06% € 494,00 0,025%
€ 605,00
- 15 -
2.3.1.4
2.3.1.5
2.3.1.6
Achteraf ingediende aanvraag Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. Beoordeling aanvullende gegevens Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:
125%
n.v.t.
Verhoging in verband met toetsing brandveiligheid Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan dat tevens uit een oogpunt van brandveiligheid wordt beoordeeld, wordt het verschuldigde bedrag tarief op grond van onderdeel 2.2 verhoogd, gebaseerd op het te beoordelen oppervlak, één en ander volgens onderstaande tabel: Oppervlakte
1*
2*
3*
<
100 m²
€ 334,45
€ 519,50
€ 1647,95
<
500 m²
€ 466,00
€ 709,80
€ 2193,20
< 1.000 m²
€ 519,50
€ 783,90
€ 3289,80
<
½ ha
€ 630,60
€ 953,60
€ 3893,65
>
½ ha
€ 689,20
€ 1027,70
€ 4662,10
*)1. voor bouw en middenstand; 2. voor bouw ambachtelijke bedrijven en middelgrote industrieën 3. voor grote industrieën.
2.3.2
2.3.3
Aanlegactiviteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: indien de aanlegkosten niet meer dan € 9.700,-- bedragen van de aanlegkosten met een minimumtarief van vermeerderd met over de aanlegkosten van € 9.701,-- t/m € 37.800,--, vermeerderd met over de aanlegkosten van € 37.801,-- t/m € 190.800,--, vermeerderd met over de aanlegkosten van € 190.801,-- t/m € 381.500,--, vermeerderd met over de aanlegkosten van € 381.501,-- en hoger. Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en
2,91% € 116,00 2,79% 2,56% 2,32% 2,08%
- 16 -
2.3.3.1 2.3.3.2 2.3.3.3 2.3.3.4 2.3.3.5 2.3.3.6
2.3.3.7
2.3.3.8
2.3.4
2.3.4.1 2.3.4.2 2.3.4.3 2.3.4.4 2.3.4.5 2.3.4.6
2.3.4.7
2.3.4.8
2.3.5 2.3.5.1
tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een
€ 257,50 € 257,50 € 4.500,-€ 757,50 € 257,50
€ 257,50
€ 257,50 € 257,50
€ 257,50 € 257,50 € 4.500,€ 757,50 € 257,50
€ 257,50
€ 257,50; € 257,50;
€ 226,00
- 17 -
2.3.5.1.1
2.3.5.2
2.3.5.2.1
2.3.5.2.2
2.3.6 2.3.6.1
2.3.6.1.1 2.3.6.1.2 2.3.6.1.3
2.3.7 2.3.7.1 2.3.7.1.1
2.3.7.1.2
activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: vermeerderd met een toeslag als hieronder aangegeven. Voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte: Cat. 1: 0 t/m 100m² € 226,-Cat. 2: 101 t/m 200m² € 93,-- + € 1,37 per m² Cat. 3: 501 t/m 2.000m² € 514,-- + € 0,54 per m² Cat. 4: 2.001 t/m 5.000m² € 1.277,-- + € 0,12 per m² Cat. 5: 5.001 t/m 50.000m² € 1.757,-- + € 0,03 per m² Cat. 6: meer dan 50.001m² € 2.796,-- + € 0,01 per m² Indien de aanvraag om vergunning als bedoeld in 2.3.5.1 betrekking heeft op een vergunning tot wijziging, dan wel uitbreiding van een vergunning bedraagt het legestarief indien het betreft: uitbreiding van de inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat het legestarief vermeld in 2.7.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting, dan wel een deel van de inrichting, met dien verstande dat deze herindeling tenminste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat van het legestarief vermeld onder 2.7.1 met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening Sliedrecht 2010 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: voor het slopen: voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief: in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo,
50%
€ 163,00 n.v.t. n.v.t.
€ 163,00 € 163,00
- 18 2.3.7.2
2.3.8
2.3.9
2.3.10
2.3.11
2.3.11.1 2.3.11.2
2.3.12 2.3.12.1
2.3.12.2
Asbesthoudende materialen Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1.2 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:
€ 163,00
Aanleggen of veranderen weg Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:7 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
€ 16,65
Uitweg/inrit Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:8 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
€ 16,65
Kappen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2 van de Bomenverordening Sliedrecht 2009 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
€ 16,65
Opslag van roerende zaken Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998
n.v.t.
n.v.t.
€ 116,00
€ 116,00
- 19 -
2.3.13
2.3.14
2.3.14.1
2.3.14.2
2.3.14.2.1
2.3.14.2.2
2.3.15
2.3.15.1
2.3.15.2
2.3.16
2.3.16.1 2.3.16.2
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief
Andere activiteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief: als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
€ 257,50
€ 116,00
€ 116,00
Omgevingsvergunning in twee fasen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief per fase: voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
Beoordeling bodemrapport Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport de door de
€ 320,00
- 20 gemeente verschuldigde advieskosten van de externe adviseur.
2.3.17 2.3.17.1
2.3.17.2
2.3.18 2.3.18.1
2.3.18.1.1 2.3.18.1.2
2.3.18.2
Advies Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
Verklaring van geen bedenkingen Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
Hoofdstuk 4 Vermindering 2.4.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. 2.4.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt: 2.4.2.1 bij 5 tot 10 activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges; 2.4.2.2 bij 10 tot 15 activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges; 2.4.2.3 bij 15 of meer activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
€ 257,50
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
- 21 -
Hoofdstuk 5 Teruggaaf 2.5.1 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1 t/m 2.3.1.1.5 en 2.3.2, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 2.5.1.1 indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; 2.5.1.2 indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
2.5.2
2.5.3 2.5.3.1
2.5.3.2
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1 t/m 2.3.1.1.5 en 2.3.2, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1 t/m 2.3.1.1.5 en 2.3.2 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
2.5.4
Minimumbedrag voor teruggaaf Een bedrag minder dan € 200,-- wordt niet teruggegeven.
2.5.5
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
75 %
50 %
50 %
50 %
- 22 -
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning 2.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:
€ 116,00
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project 2.7 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
€ 116,00
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten 2.8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening 2.8.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening
€ 4.500,-
€ 257,50
Hoofdstuk 9 Sloopmelding 2.9 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening
€ 0,00
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking 2.10 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
€ 116,00
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Hoofdstuk 1 Horeca 3.1.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Dranken Horecawet 3.1.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet 3.1.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Dranken Horecawet
€ 115,20 € 57,60
€ 21,60
- 23 -
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten 3.2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het in de gemeente venten: 3.2.1.1 a. voor één dag 3.2.1.2 b. voor één week 3.2.1.3 c. voor één maand 3.2.1.4 d. voor één jaar 3.2.2. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor reclametekens 3.2.3. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het houden van een filmvertoning, bazaars, fancy-fairs en dergelijke gelegenheden 3.2.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een dansvergunning: 3.2.4.1 a. geldig voor één dag of gedeelte daarvan 3.2.4.2 b. geldig voor één week of gedeelte daarvan 3.2.4.3 c. geldig voor één maand of gedeelte daarvan 3.2.4.4 d. geldig voor één jaar of gedeelte daarvan 3.2.4.5 e. geldig langer dan één jaar dan wel tot wederopzegging 3.2.5 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het sluitingsuur voor café's, restaurants, bars en dergelijke gelegenheden, bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening per ontheffing
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven 3.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: 3.3.1 een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning voor een seksinrichting of escortbedrijf 3.3.2 Voor de werkzaamheden verbonden aan de beoordeling van een keuringsrapport, behorende bij de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, genoemd in 3.3.1, worden de leges verhoogd met
€ 4,75 € 10,05 € 20,60 € 47,15 € 21,15
€ 16,45
€ 16,45 € 20,00 € 27,00 € 41,10 € 79,60
€ 16,65
€ 113,00 € 614,00
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte 3.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet
€ 16,65
Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening 3.5 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing of vergunning als bedoeld in de Leefmilieuverordening
n.v.t.
Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening 3.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening
€ 16,65
- 24 -
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking 3.7 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere € 16,65 beschikking Behorende bij raadsbesluit van 6 december 2010. De griffier van de gemeente Sliedrecht,
A. Overbeek
Versie geldig vanaf 1 januari 2011
Verordening rioolheffing 2011
Verantwoordelijke afdeling
Weg- en Waterbouw De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele situatie. Voor historische informatie hiervan kunt u contact opnemen met het Servicecentrum Drechtsteden, onderdeel Documentaire Informatievoorziening, e-mail:
[email protected].
De raad van de gemeente Sliedrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2011.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan; b. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente; c. verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft; d. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater. Artikel 2 Aard van de belasting Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht 1. De belasting wordt geheven: a. van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel; en b. van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, verder te noemen: gebruikersdeel. 2. Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
3. Met betrekking tot het gebruikersdeel, wordt als gebruiker aangemerkt: a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt; b. ingeval een gedeelte van een perceel – niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 – voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan. Artikel 4 Vrijstellingen 1. De belasting wordt niet geheven van percelen met een aansluiting op de gemeentelijke riolering uitsluitend voor de afvoer van hemel- en grondwater met een vloeroppervlakte kleiner dan 50 vierkante meter. 2. De belasting als bedoeld in artikel 3, lid 1, letter a, wordt niet geheven ter zake van percelen welke: 1. in hoofdzaak zijn bestemd te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van eigendommen die worden gebruikt voor het geven van onderwijs; 2. in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard. Artikel 5 Zelfstandige gedeelten Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt. Artikel 6 Maatstaf van heffing 1. Het eigenarendeel wordt geheven naar een vast bedrag per perceel. 2. Het gebruikersdeel wordt geheven naar het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd. 3. Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend. 4. Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een: a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of b. bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen. De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling. 5. De op de voet van het derde lid berekende hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water die niet is afgevoerd. Artikel 7 Belastingtarieven 1. Het eigenarendeel bedraagt per jaar per perceel € 133,22. 2. Het gebruikersdeel bedraagt per jaar: a. € 66,60 bij 0 m3 tot en met 250 m3 afvalwater; b. indien meer dan 250 m3 afvalwater wordt afgevoerd, wordt het onder a. vermelde bedrag verhoogd met € 33,24 voor elke hoeveelheid van 50 m3 afvalwater of een gedeelte daarvan.
Artikel 8 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 9 Wijze van heffing De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of voor het gebruikersdeel, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt. Artikel 11 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 3.500, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in gelijke termijnen van minimaal € 5, waarbij de laatste termijn vervalt op de laatste dag van de tiende maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de eerdere termijnen telkens een maand eerder. 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing. Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De “Verordening rioolheffing 2010” van 7 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011. 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2011'. Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010. De griffier
De voorzitter
A. Overbeek
M.C. Boevée
Versie geldig vanaf 1 januari 2011
Verordening onroerende-zaakbelastingen 2011
Verantwoordelijke afdeling
Planning & Control De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele situatie. Voor historische informatie hiervan kunt u contact opnemen met het Servicecentrum Drechtsteden, onderdeel Documentaire Informatievoorziening, e-mail:
[email protected].
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen Sliedrecht 2011. Artikel 1 Belastingplicht 1. Onder de naam "onroerende-zaakbelastingen" worden ter zake van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven: a. een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen: gebruikersbelasting; b. een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, verder te noemen: eigenarenbelasting. 2. Bij de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven; b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld. 3. Met betrekking tot de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 2 Belastingobject 1. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken. 2. Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 3 Maatstaf van heffing 1. De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het kalenderjaar bedoeld in artikel 1. 2. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken. Artikel 4 Vrijstellingen 1. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij het bepalen van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van: a. ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken; b. glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voorzover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond; c. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; d. één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen; e. natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden; f. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken; g. waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; h. werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; i. werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken.
j.
onroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs; deze vrijstelling geldt niet voor de eigenarenbelasting, voor zover de gemeente van die onroerende zaken niet het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht; k. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria; deze vrijstelling geldt niet voor de gebruikersbelasting, voor zover delen van zodanige onroerende zaken dienen als woning; l. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen -niet zijnde gebouwen- welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen; m. ongebouwde eigendommen, niet zijnde aanhorigheden van gebouwde eigendommen; n. onroerende zaken die uitsluitend bestaan uit een ongebouwd eigendom, een gedeelte van een ongebouwd eigendom of een samenstel van twee of meer ongebouwde eigendommen of gedeelten van ongebouwde eigendommen. 2. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de gebruikersbelasting buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 5 Belastingtarieven 1. Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt voor: a. bij de gebruikersbelasting 0,0990 %; b. bij de eigenarenbelasting 1. voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0,0874 %; 2. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,1339 %. 2. Geen belasting wordt geheven indien de heffingsmaatstaf van de onroerende zaak blijft beneden € 12.000. 3. Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op gehele euro’s. 4. Voor belastingaanslagen van minder dan € 10 vindt geen invordering plaats. 5. Voor de toepassing van het bepaalde in het derde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen onroerende-zaakbelastingen aangemerkt als één belastingbedrag. Artikel 6 Wijze van heffing De belastingen worden bij wege van aanslag geheven. Artikel 7 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 3.500, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in gelijke termijnen van minimaal € 5, waarbij de laatste termijn vervalt op de laatste dag van de tiende maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de eerdere termijnen telkens een maand eerder. 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerende-zaakbelastingen. Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De "Verordening onroerende-zaakbelastingen 2010” van 7 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening onroerende-zaakbelastingen 2011". Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Versie geldig vanaf 1 januari 2011
Verordening hondenbelasting 2011
Verantwoordelijke afdeling
Planning & Control De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele situatie. Voor historische informatie hiervan kunt u contact opnemen met het Servicecentrum Drechtsteden, onderdeel Documentaire Informatievoorziening, e-mail:
[email protected].
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op de artikel 226 van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2011. Artikel 1 Belastbaar feit Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente. Artikel 2 Belastingplicht 1. Belastingplichtig is de houder van een hond; 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is; 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden. Artikel 3 Vrijstellingen De belasting wordt niet geheven ter zake van honden: a. die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden; b. die jonger zijn dan twee maanden; c. waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma van de Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging, mits de houder zich verbindt zijn hond met begeleider, aan wiens bevelen de hond gehoorzaamt, op aanvraag aan de politie ter beschikking te stellen. Artikel 4 Maatstaf van heffing De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Artikel 5 Belastingtarief 1. De belasting bedraagt per belastingjaar a. voor de eerste hond € 64,32; b. voor de tweede hond € 107,76; c. voor iedere hond boven het aantal van twee € 172,20; 2. In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van Beheer op kynologisch gebied in Nederland, € 877,92 per kennel. Artikel 6 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7 Wijze van heffing De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting , respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid van dit artikel wordt van de belastingplichtige, die zich in de loop van het belastingjaar in onze gemeente vestigt en die ten genoegen van het college van burgemeester en wethouders aantoont dat hij in de gemeente van herkomst voor dezelfde hond(en) over een bepaald tijdvak van het belastingjaar is of wordt aangeslagen en geen dan wel slechts gedeeltelijk aanspraak op vermindering of ontheffing kan doen gelden, slechts voor het nog resterende gedeelte van het belastingjaar geheven. 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, zonder dat in hetzelfde belastingjaar opnieuw belastingplicht intreedt, bestaat aanspraak op ontheffing c.q. terugbetaling van reeds betaalde belasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingjaar verschuldigde belasting als er in dat belastingjaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven. De aanvraag ter bekoming van deze ontheffing c.q. teruggaaf behoort duidelijk aan te geven de reden van het ophouden van de belastingplicht, alsmede de naam en woonplaats van degene, aan wie de hond eventueel werd overgedaan. Artikel 9 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 3.500, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in gelijke termijnen van minimaal € 5, waarbij de laatste termijn vervalt op de laatste dag van de tiende maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de eerdere termijnen telkens een maand eerder. 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De "Verordening hondenbelasting 2010" van 7 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening hondenbelasting 2011". Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Versie geldig vanaf 1 januari 2011
Verordening precariobelasting 2011
Verantwoordelijke afdeling
Bestuurszaken en Veiligheid De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele situatie. Voor historische informatie hiervan kunt u contact opnemen met het Servicecentrum Drechtsteden, onderdeel Documentaire Informatievoorziening, e-mail:
[email protected].
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen artikel 216 en 228 van de Gemeentewet; b e s l u i t: vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en invordering van precariobelastingen 2011. Artikel 1 Belastbaar feit. Tenzij daaromtrent in andere verordeningen, overeenkomsten of concessies bepalingen zijn of worden opgenomen, worden in deze gemeente onder de naam precariobelasting belastingen geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Artikel 2 Belastingplicht. De belastingen worden geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, de in artikel 1, bedoelde voorwerpen worden aangetroffen. Artikel 3 Wijze van heffing en betaling. 1. De belastingen worden geheven bij wege van aanslag dan wel bij wege van een gedagtekende kennisgeving waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur, waarop het gevorderde bedrag is vermeld. 2. De belastingen geheven bij wege van aanslag dienen te worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet. 3. De belastingen geheven op andere wijze dienen te worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving. 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 4 Belastingjaar. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 5 Begripsomschrijving. 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder: a. een jaar: een kalender jaar; b. een maand: een kalendermaand; c. een week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen; d. een dag: een periode van vierentwintig achtereenvolgende uren, aanvangende 0.00 uur.
2. Indien de belasting als bedoeld in artikel 1, onder b, is vastgesteld per m², wordt de belasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald. 3. Indien enige in deze verordening genoemde belasting geheven wordt per eenheid van tijd of afmeting, worden gedeelten daarvan voor een geheel gerekend. 4. Waar in deze verordening uitsluitend een tarief per jaar is vastgesteld, wordt indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat, de belasting geheven over zoveel twaalfde gedeelte van de voor een jaar verschuldigde belasting, als er na aanvang van de heffingsplicht nog volle kalendermaanden overblijven, de maand van aanvang van de heffingsplicht inbegrepen. 5. Ingeval van samenloop van tariefsbepaling wordt slechts één tarief toegepast, en wel indien de tarieven verschillen, het laagste tarief. Artikel 6 Vrijstellingen. Geen belastingen worden geheven: 1. indien het gebruik of het hebben van voorwerpen strekt tot een liefdadig doel of bevordering van de wetenschap, kunst of een ander algemeen belang; 2. voor het hebben van brievenbussen, postzegelautomaten of telefooncellen; 3. voor het hebben van wegwijzers of soortgelijke voorwerpen van de A.N.W.B. 4. terzake van voorwerpen of werken, welke door of vanwege het rijk en de provincie bij de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak zijn aangebracht of geplaatst; 5. terzake van voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde; 6. voor het hebben van aanplakborden voor verkiezingsdoeleinden; 7. terzake van bloemen- of plantenbakken; 8. terzake van rijwielrekken, -standaards en -tegels; 9. terzake van verlichtingsapparatuur ten behoeve van gevel of straatversiering, mits niet permanent en voor ten hoogste zes achtereenvolgende weken aangebracht en mits geen commerciële reclame of soortgelijke aanduidingen bevattende; 10. ter zake van het in gebruik nemen van gemeentegrond dan wel het hebben van voorwerpen op de openbare weg bij niet-commerciële activiteiten. Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld. 1. De belastingen die in deze verordening per jaar worden geheven zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de in het eerste lid genoemde belastingen verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelte van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, de maand van aanvang inbegrepen. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de in het eerste lid genoemde belastingen aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, de maand van aanvang inbegrepen. 4. De belastingen die in deze verordening niet per jaar worden geheven zijn verschuldigd bij de aanvang van het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond. Artikel 8 Tarief. A. De belasting bedraagt voor het hebben van voorwerpen als bedoeld in artikel 1: 1. Terrassen Voor het hebben van banken, stoelen, tafels, windschermen en dergelijke bestemd voor horecadoeleinden per 5 m² of een gedeelte daarvan per: - dag € 2,23 met een minimum van € 22,30
met een maximum van € 223,00 week € 6,60 met een minimum van € 66,00 met een maximum van € 277,00 - seizoen (maximaal van februari tot en met oktober) € 32,89 met een minimum van € 54,81 2. Tappunten Voor het hebben van een tappunt per: - dag € 27,41 - week € 54,91 3. Podia/attracties (niet zijnde de jaarlijkse kermis) Voor het plaatsen van een podium/attractie van maximaal 39 m² per: - dag € 6,60 - week € 13,20 4. Afsluiten openbare grond Voor het afsluiten van openbare grond voor het verkeer per straat, terrein of anderszins per: - dag € 12,69 - week € 63,79 - maand € 126,62 - per jaar € 1011,60 5. Muziektent Voor het in gebruik nemen van de muziektent per: - dag € 24,16 - week € 48,36 6. Maximumregeling In geval van activiteiten bestaande uit een combinatie van minimaal 2 onderdelen genoemd onder de punten 1 tot en met 5 bedraagt het maximale tarief per vergunninghouder per: - dag € 329,16 - week € 383,67 7. Braderieën e.d. Voor het hebben van kramen, terrassen, podia of voor het uitstallen van koopwaar ter gelegenheid van (openbare) activiteiten, niet zijnde de weekmarkt, per 5 m² of een gedeelte daarvan per: - dag € 2,23 met een maximum van € 223,00 - week € 4,42 met een maximum van € 442,00 8. Straat- of buurtfeesten Voor het in gebruik nemen van openbare grond ten behoeve van een straatof buurtfeest gedurende maximaal 2 dagen € 12,69 9. Driehoeksborden/sandwichborden (ex. artikel 2.1.5.1. van de APV Sliedrecht) Voor het plaatsen van driehoeksborden, sandwichborden, etc. per bord per week of een gedeelte daarvan € 1,12 10. Spandoeken Voor het plaatsen van spandoeken met een maximale afmeting van 8 meter, per week of gedeelte daarvan per spandoek € 4,36 11. Detailhandel Voor het uitstallen van koopwaar per 5 m² of een gedeelte daarvan per: - dag € 2,23 -
- week - maand - jaar 12. Standplaatsen (ambulante handel) Voor het innemen van een standplaats met een maximale oppervlakte van 20 m² per: - dag - week - maand - jaar B. voor het hebben van voorwerpen als bedoeld in artikel 1: 1. een brandstofpomp, persgastankzuil of oliepomp, per pomp of zuil per jaar: voor een enkelvoudige pomp voor een meervoudige pomp 2. een apparaat voor het afleveren van lucht en water, per jaar 3. een olietank, deel uitmakende van een verwarmingsinstallatie, inclusief vulput en leidingen per jaar 4. een brandstof- of olietank, voorzover niet genoemd onder punt 3, per jaar 5. een vulput, in verbinding staand met een brandstof- of olietank, als bedoeld onder punt 4, per jaar en voor de bijbehorende leidingen per m¹ per jaar 6. voor het hebben van een loods, keet, afschutting, steiger of stelling, en voor het plaatsen van bouwmaterialen en gereedschappen buiten de keet bij bouwverrichtingen: a. per m² per week met een minimum van € 23,00; b. per m² per maand met een minimum van € 39,00; c. per m² per drie maanden met een minimum van € 66,00; d. per m² per zes maanden met een minimum van € 97,00; e. per m² per jaar met een minimum van € 127,00; 7. puin, mest en andere afvalstoffen, per ingenomen m² per dag met een minimum van 8. een reclamebord of een reclamezuil per jaar 9. antennedraden, geleidingen of kabels, per m¹ per jaar met een minimum van 10. automatische verkoopapparaten, weegapparaten en dergelijke: - bij een oppervlakte van minder dan 0,10 m², per jaar - bij een oppervlakte van 0,10 tot en met 0,20 m² per jaar - bij een oppervlakte van meer dan 0,20 m², per 0,10 m² meer, per jaar
€ 6,60 € 13,20 € 131,70
€ 7,66 € 22,99 € 45,98 € 459,80
€ 247,00 € 619,15 € 62,78 € 62,78 € 62,78 € 30,70 € 1,42
€ 0,23 € 0,39 € 0,66 € 0,97 € 1,27 € 0,66 € 6,60 € 18,63 € 1,29 € 6,39 € 6,34 € 9,29 € 2,59
Artikel 9 Overige tarieven Voor het hebben van voorwerpen als bedoeld in artikel 1, buiten een der in deze verordening genoemde gevallen, bedraagt de te heffen belasting per 5 m² in gebruik genomen grondvlak of gedeelte daarvan: a. per dag € 2,28 b. per week € 6,80
c. per maand € 13,55 d. per jaar € 135,76 met dien verstande, dat de belasting niet geheven wordt voor motorrijtuigen op de openbare weg. Artikel 10 Kwijtschelding. Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting. Artikel 12 Inwerkingtreding. 1. De “Verordening precariobelasting 2010” van 7 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de datum van ingang van de heffing genoemd in het derde lid met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening precariobelasting 2011’. Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 6 december 2010. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Raadsvoorstel
GEWIJZIGD
Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 14a
Sliedrecht, 2 november 2010/24 november 2010
Onderwerp: Aankoop gronden in ‘De Driehoek’ Voorgesteld besluit: Aanvullend krediet beschikbaar te stellen van € 366.000 voor de aankoop van gronden in “De Driehoek” Advies opiniërende bijeenkomst: De voorzitter heeft geconcludeerd dat het voorstel voldoende is bediscussieerd, enkele fracties hebben behoefte in de raadsvergadering een korte stemverklaring af te geven. Overwegingen en alternatieven: De Driehoek is gelegen aan de noordrand van Sliedrecht. Het gebied van De Driehoek wordt aan drie zijden begrensd door infrastructuur: aan de noordzijde door de Betuweroute, aan de zuidzijde door de A15 en de oostzijde door de Merwede-Lingelijn. Dit gebied werd laatstelijk gebruikt als werkterrein voor de aanleg van de Betuweroute en moet in de naaste toekomst ontwikkeld en ingericht worden voor de vestiging van bedrijvigheid, een gemeentewerf met milieustraat, een bagger- en gronddepot en een waterberging. Met dit doel is in het verleden de ‘Combinatievisie Sliedrecht, Visie op de ontwikkelingsmogelijkheden van Het Plaatje en De Driehoek’ opgesteld en door de raad in zijn vergadering van 19 mei 2008 vastgesteld. Op basis hiervan is recent het ontwerpbestemmingsplan ‘De Driehoek’ gemaakt. De raad heeft hiervan kennis kunnen nemen in de opiniërende bijeenkomst van 20 september 2010. Het ontwerp heeft vanaf vrijdag 16 juli 2010 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Provincie Zuid-Holland en de regio Drechtsteden hebben geen zienswijzen ingediend tegen het ontwerpbestemmingsplan en hebben aangegeven met dit ontwerp te kunnen instemmen. Het geheel zal op 6 december 2010 aan uw Raad ter vaststelling worden aangeboden. Voor de planologisch voorgestane ontwikkeling en inrichting van ‘De Driehoek’ zijn de gronden grotendeels al aangekocht, maar moeten nog een aantal percelen worden aangekocht. Het perceel in “De Driehoek,” kadastraal bekend gemeente Sliedrecht, sectie L nummer 839, kan hiervoor niet gemist worden. Onder voorwaarden is overeengekomen dit perceel aan te kopen voor de prijs van: € 365.000,-- k.k. (zegge: drie honderd vijf en zestig duizend euro kosten koper). Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: •
Financiële kaders Het betreft een strategische aankoop . De kosten voor de aankoop van de gronden inclusief notariële kosten bedragen € 366.000. De kosten kunnen te zijner tijd worden gedekt uit de opbrengsten van de nog vast te stellen Grondexploitatie De Driehoek.
•
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Het geheel past binnen de in het (ontwerp)bestemmmingsplan De Driehoek voorziene ruimtelijke ontwikkeling
-2-
•
Tijdspad, monitoring en evaluatie Het geheel wordt uiterlijk binnen twee maanden na het besluit van uw Raad worden getransporteerd
Externe communicatie: N.v.t.
Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de loco-burgemeester,
M.J. Verhoef
J.P. Tanis
Concept Raadsbesluit
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 november 2010/24 november 2010;
besluit:
Aanvullend krediet beschikbaar te stellen van € 366.000 voor de aankoop van gronden in “De Driehoek”
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010 De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Raadsvoorstel
GEWIJZIGD
Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 14b
Sliedrecht, 12 oktober 2010/24 november 2010
Onderwerp: Vaststelling van het bestemmingsplan De Driehoek. Voorgesteld besluit: 1. bij de vaststelling van het bestemmingsplan De Driehoek geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen omdat de kosten anderszins zijn verzekerd; 2. de zienswijze van het waterschap Rivierenland gegrond te verklaren; 3. de zienswijze van N.V. Nederlandse Gasunie gegrond te verklaren; 4. het bestemmingsplan De Driehoek, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0610.bp12dedriehoek-3001, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke is ontleend aan de GBKN van juli 2009, met de bijbehorende bestanden gewijzigd vast te stellen in overeenstemming met de bij het raadsbesluit behorende en als zodanig gewaarmerkte ‘Staat van wijzigingen’; 5. het beeldkwaliteitsplan voor het bestemmingsplan De Driehoek vast te stellen. Advies opiniërende bijeenkomst: De voorzitter heeft geconcludeerd dat het voorstel voldoende is bediscussieerd, enkele fracties hebben behoefte in de raadsvergadering een korte stemverklaring af te geven. Overwegingen en alternatieven: 1. Inhoud bestemmingsplan In de ‘Combinatievisie Sliedrecht, Visie op de ontwikkelingsmogelijkheden van Het Plaatje en De Driehoek’ is een voorstel gedaan voor een mogelijke toekomstige stedenbouwkundige inrichting van het gebied De Driehoek. Deze Combinatievisie vormt de basis voor het bestemmingsplan. De beeldkwaliteitsaspecten zijn uitgewerkt het Beeldkwaliteitplan De Driehoek. De Raad heeft op 19 mei 2008 ingestemd met de Combinatievisie met de daarin opgenomen stedenbouwkundige hoofduitgangspunten. Besloten is om De Driehoek zodanig in te richten dat er onder andere plaats komt voor een bedrijfscomplex (inclusief bedrijfskantoor), de gemeentewerf met een milieustraat, een slib- en baggerdepot (sedimentendepot), waterberging, opslag en andere bedrijvigheid. Het bedrijfscomplex (inclusief bedrijfskantoor) wordt niet specifiek aan een ondernemer toegeschreven. Deze ontwikkelingen passen niet in de vigerende bestemmingsplannen ‘Betuweroute’ en ‘Landelijk gebied’. Met het bestemmingsplan ‘De Driehoek’ wordt de voorgestelde ontwikkeling in juridischplanologisch opzicht mogelijk gemaakt.
2. Ontwerp ter inzage In overeenstemming met artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening heeft het ontwerp bestemmingsplan De Driehoek na publicatie in Het Kompas en de Staatscourant vanaf vrijdag 16 juli 2010 gedurende zes weken ter inzage gelegen in het gemeentekantoor van de gemeente Sliedrecht. In deze periode heeft een ieder de mogelijkheid gekregen een zienswijze in te dienen op het ontwerp bestemmingsplan. Het ontwerp bestemmingsplan is in de opiniërende bijeenkomst van 20 september 2010 ter kennis gebracht van uw raad. 3. Zienswijzen Tijdens de periode van terinzagelegging zijn twee zienswijzen binnengekomen van: - Waterschap Rivierenland; - N.V. Nederlandse Gasunie. De zienswijzen zijn binnen de termijn ingediend en zijn ondertekend en daarmee ontvankelijk. Voor de inhoud van de zienswijzen wordt kortheidshalve verwezen naar het bijgevoegde zienswijzenverslag. In dit verslag zijn de zienswijzen opgenomen en van een reactie voorzien. Het zienswijzenverslag wordt geacht hier volledig te zijn herhaald en ingelast. De zienswijzen van het waterschap en de Gasunie hebben geen relevante gevolgen voor de ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt, maar zijn voornamelijk technisch van aard. Zo verzoekt het waterschap de waterparagraaf aan te passen overeenkomstig een met de gemeente overeen gekomen berekening van de watercompensatie en verzoekt de Gasunie de regels van het bestemmingsplan op een aantal plaatsen aan te vullen zodat de belangen van de Gasunie met betrekking tot de nieuw aangelegde gasleiding in het plangebied worden geborgd. Aan uw raad wordt voorgesteld de ingekomen zienswijzen gegrond te verklaren. In het voorliggende bestemmingsplan zijn de zienswijzen van het waterschap en de Gasunie inmiddels verwerkt. 4. Aankoop perceel Van Vuren en gevolgen voor bestemmingsplan De gemeente heeft gronden aangekocht en is een grondruil overeenkomen met de heer Van Vuren, eigenaar van gronden in De Driehoek. De gemeente verwerft de gronden van Van Vuren in het centrum van het plangebied (de westelijke groene strook in het plangebied) en geeft Van Vuren de mogelijkheid in het oosten van het plangebied kleinschalige bedrijfsactiviteiten te ontwikkelen. Het nieuwe perceel van de heer Van Vuren, dat in het ontwerpbestemmingsplan was bestemd tot ‘bagger- en gronddepot’, heeft een grootte van circa 1.000 m2. In het vast te stellen bestemmingsplan worden ter plaatse bedrijfsactiviteiten uit ten hoogste categorie 3.2. van de Staat van Bedrijfsactiviteiten ‘bedrijventerrein’ toegestaan. Door middel van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf-4’ worden ter plaatse tevens duurzaamheidsactiviteiten toegestaan. Door de aankoop van de gronden van Van Vuren ontstaat meer ruimte voor de gemeente om de inrichting van het plangebied te optimaliseren. Zo is door de verwerving van de gronden de keuzemogelijkheid voor de gemeente ontstaan om in samenspraak met de te vestigen bedrijven de westelijke ontsluitingsweg ofwel ten noorden van de nieuw te graven watergang aan te leggen danwel via de Parallelweg met perceelsontsluitingen over de nieuwe watergang. In het ontwerpbestemmingsplan was alleen een rechtstreekse mogelijkheid voor ontsluiting via de Parallelweg mogelijk (immers, van de gronden van de heer Van Vuren kon geen gebruik worden gemaakt) en kon ontsluiting via de noordzijde alleen via een wijzigingsprocedure van het bestemmingsplan worden geregeld. Er is dus meer flexibiliteit ontstaan voor de situering van de toegangsweg en perceelsontsluitingen. Doordat de gemeente gronden heeft aangekocht van de heer Van Vuren kan het zuidelijk deel van het perceel van Van Vuren worden bestemd tot Water in plaats van Groen. Zo krijgt de watergang een meer natuurlijk verloop.
-2-
Met de heer Van Vuren is overeen gekomen dat hij geen zienswijze heeft ingediend op het ontwerp bestemmingsplan. Hierdoor is het in principe niet meer mogelijk om nog beroep aan te tekenen tegen de vaststelling van het bestemmingsplan. 5. Aankoop perceel De Jong De gemeente heeft ook onderhandeld over de aankoop van de gronden van de heer De Jong (de oostelijke groene strook in het plangebied). Met de heer De Jong is schriftelijk overeenstemming bereikt. De betreffende gronden hebben vooralsnog een groenbestemming. 6. Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan Naar aanleiding van het verwerven van de gronden van Van Vuren en de zienswijzen van het waterschap en de Gasunie is een aantal (ambtshalve) wijzigingen in het bestemmingsplan aangebracht ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan. Voor een overzicht van de wijzigingen wordt verwezen naar de bijgevoegde Staat van wijzigingen. 7. Geen exploitatieplan Het plangebied van het bestemmingsplan De Driehoek wordt op initiatief van de gemeente Sliedrecht ontwikkeld. Op grond van de Wet ruimtelijke ordening is de gemeente verplicht om tegelijkertijd met het bestemmingsplan voor een dergelijke ontwikkeling een exploitatieplan vast te stellen, tenzij het kostenverhaal van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden anderszins is verzekerd. Alle gronden waar bouwplannen zijn voorgenomen zijn in eigendom van de gemeente. Hiermee is het kostenverhaal anderszins verzekerd en is de noodzaak om een exploitatieplan vast te stellen komen te vervallen. De gemeente heeft een exploitatie-opzet opgesteld waaruit blijkt dat de ontwikkeling van het gebied van De Driehoek kostendekkend. Uw raad dient te besluiten geen exploitatieovereenkomst vast te stellen. In de besluitpunten in het concept raadsbesluit is hier aandacht aan geschonken. 8. Beeldkwaliteitsplan Tegelijk met het bestemmingsplan is een beeldkwaliteitsplan opgesteld. Aan uw raad wordt voorgesteld dit beeldkwaliteitsplan tegelijk met het bestemmingsplan vast te stellen. Na vaststelling zal het beeldkwaliteitsplan als welstandsparagraaf in de welstandsnota worden opgenomen. Inkomende bouwvergunningaanvragen worden hier vervolgens aan getoetst.
Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: •
Financiële kaders N.v.t.
•
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Artikel 3.1 en 3.8 Wet ruimtelijke ordening.
•
Tijdspad, monitoring en evaluatie N.v.t.
-3-
Externe communicatie: Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan wordt gepubliceerd in Het Kompas en de Staatscourant. Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de loco-burgemeester,
M.J. Verhoef
J.P. Tanis
-4-
Concept Raadsbesluit
De raad van de gemeente Sliedrecht;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 oktober 2010; gezien het zienswijzenverslag d.d. september 2010; overwegende voorts, dat van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen gebruik is gemaakt door: 1. Waterschap Rivierenland; 2. N.V. Nederlandse Gasunie. gelet op artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening;
besluit:
1. bij de vaststelling van het bestemmingsplan De Driehoek geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen omdat de kosten anderszins zijn verzekerd; 2. de zienswijze van het waterschap Rivierenland gegrond te verklaren; 3. de zienswijze van N.V. Nederlandse Gasunie gegrond te verklaren; 4. het bestemmingsplan De Driehoek, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0610.bp12dedriehoek-3001, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke is ontleend aan de GBKN van juli 2009, met de bijbehorende bestanden gewijzigd vast te stellen in overeenstemming met de bij het raadsbesluit behorende en als zodanig gewaarmerkte ‘Staat van wijzigingen’; 5. het beeldkwaliteitsplan voor het bestemmingsplan De Driehoek vast te stellen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 6 december 2010. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Staat van wijzigingen behorende bij de vaststelling van het bestemmingsplan De Driehoek Bij de vaststelling van het bestemmingsplan De Driehoek worden ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan de volgende wijzigingen aangebracht.
Regels 1. algemeen: − de terminologie in regels wordt afgestemd op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; 2. artikel 1 (Begrippen): − in lid 1.2 wordt de zinsnede “2001” gewijzigd in “3001”; 3. artikel 3 (Bedrijf): − in lid 3.1 wordt f vernummerd tot sub g en wordt een nieuw sub f toegevoegd, luidende: “f. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf-4’: tevens duurzaamheidsactiviteiten (ontwikkeling, ontwerp, vervaardiging, service en reparatie, exploitatie, inkoop en verkoop, behoudens detailhandel);”; − in lid 3.1 wordt de zinsnede “met dien verstande dat de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘groen’ uitsluitend zijn bestemd voor groen” aangevuld met de zinsnede “, toegangswegen en perceelsontsluitingen”; − lid 3.5.2. vervalt; 4. artikel 4 (Groen): − lid 4.1 onder c wordt aangevuld met de zinsnede “en toegangswegen”; 5. artikel 7 (Leiding - Gas - 1): − lid 7.4.3 wordt aangevuld met de zinsnede “Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen, wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder.”; − lid 7.4.4 vervalt; 6. artikel 8 (Leiding - Gas - 2): − lid 8.4.3 wordt aangevuld met de zinsnede “Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen, wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder.”; − lid 8.4.4 vervalt; 7. artikel 9 (Waarde - Archeologie): − in lid 9.3.1 vervalt de zin “Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.”; − lid 9.3.4 vervalt; 8. artikel 14 t/m 17: − artikel 14 vervalt. De artikelen 15 t/m 17 worden vernummerd tot 14 t/m 16.
Plankaart Voor de wijzigingen op de plankaart van het bestemmingsplan wordt verwezen naar de bijbehorende wijzigingenkaart.
Bijlagen: 1. Wijzigingenkaart 2. Toelichting op de ambtshalve wijzigingen
Raadsvoorstel
Gewijzigd
Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt: 15
Sliedrecht, 9 november 201/24 november 2010
Onderwerp: Comptabiliteitsbesluiten december 2010 (veegbesluit 2010) Voorgesteld besluit: Het veegbesluit 2010 vast te stellen en de begroting 2010 conform aan te passen. Advies opiniërende bijeenkomst: De voorzitter heeft geconcludeerd dat het voorstel voldoende is bediscussieerd, enkele fracties hebben behoefte in de raadsvergadering een korte stemverklaring af te geven. Alternatieven, keuze en overwegingen: Hierbij ontvangt u het laatste voorstel voor de wijziging van de begroting 2010; het zogenoemde veegbesluit. Hierin zijn de B&W-besluiten tot en met de vergadering van 2 november 2010 meegenomen. Voor een goede budgetbewaking moeten budgetmutaties vóór het aangaan van verplichtingen worden ingediend. Hiermee stimuleren we het actieve budgetbeheer in de ambtelijke organisatie. Ook geeft het invulling aan het budgetrecht van de raad, zodat zij haar controlerende taak kan uitoefenen. Bij het veegbesluit komen alleen financieel administratieve wijzigingen aan de orde. Wanneer het gaat om besluitvorming over een beleidsinhoudelijk onderwerp, dan moet dit via een afzonderlijk raadsvoorstel. Alleen bedragen groter dan € 1.500 worden in het veegbesluit meegenomen. Overschrijdingen en onderschrijdingen kleiner dan € 1.500 komen in de jaarrekening tot uitdrukking. Portefeuillehouder: Diversen Totaal
Programma 10: Financiën en organisatie Product: Onvoorzien
Verlaging c.q. verhoging van diverse posten naar aanleiding van het zogenoemde “veegbesluit”. Per saldo stijgt de post voor onvoorziene uitgaven met € 452.750.
-2-
De budgetmutaties hebben betrekking op 44 onderwerpen: Portefeuillehouder: J.P. Tanis 1. Heffingsrente afwikkeling baatbelasting Programma 10: Financiën en Organisatie Product 140: Baatbelasting Kerkbuurt
Budget van € 63.500 ter beschikking stellen voor heffingsrente en proceskosten naar aanleiding van de verschuldigde baatbelasting overeenkomstig de Rapportage afwikkeling baatbelastingen van de GBD.
In de raadsvergadering van 28 juni 2010 is kennisgenomen van de Rapportage afwikkeling baatbelasting van Gemeentebelastingen Drechtsteden (GBD) d.d. 11 mei 2010. In deze rapportage wordt aangegeven dat door het SCD en GBD in beeld zou worden gebracht tot welke bedragen de opgelegde aanslagen daadwerkelijk zijn voldaan en door wie. Dat is enerzijds van belang om te bepalen aan welke belastingschuldigen welke bedragen moeten worden terugbetaald. Anderzijds kan dan worden berekend welk totaalbedrag aan heffingsrente moet worden betaald. Alle aanslagen en de betalingen daarop worden handmatig beoordeeld. Dit om onjuiste en onterechte terugbetalingen te voorkomen. De hoogte van de heffingsrente wordt begroot op ca € 60.000. Daarnaast heeft de Rechtbank de gemeente Sliedrecht veroordeeld tot betaling van proceskosten en de terugbetaling van griffierechten aan eisers, circa € 3.500. In het overleg op 27 september 2010 over de 2e marap 2010 van de GBD is door de controller van de GBD aan de controller van Sliedrecht toegezegd een meer definitieve raming van de rentekosten te verstrekken. Dekking: ten laste van de post Onvoorzien. Portefeuillehouder: J.P. Tanis / A. de Waard 2. Mutaties GR Drechtsteden op basis van 2e Marap, onderdeel SCD Programma 10: Financiën en Organisatie Product IP020: SCD
Extra kosten € 66.000 ten behoeve van Deelprogramma 1B (bedrag per werkplek) n.a.v. 2e Marap GRD, ten laste van de stelpost verhoging bijdrage GRD.
In de 2e marap 2010 van de GR Drechtsteden wordt de bijdrage van Sliedrecht ten behoeve van het onderdeel Deelprogramma 1B (bedrag per werkplek) van het SCD geraamd op € 379.000. Hierbij wordt rekening gehouden met additionele beheerkosten, extra investeringen, migratie applicaties, alsmede de meerkosten die worden gemaakt voor telefonie en printers. In de 1e marap van de GRD is aangekondigd dat deze meerkosten in rekening worden gebracht bij de veroorzaker. In de 2e marap van de GRD is inzichtelijk gemaakt wat dit per klantorganisatie kost. In de Zomernota 2010 is op basis van de geactualiseerde GRD begroting 2010 de bijdrage van Sliedrecht geraamd op € 313.000, zodat een aanvullend bedrag van € 66.000 wordt geraamd. Onder voorbehoud van vaststelling van de 2e marap 2010 van de GRD in de Drechtraad van december 2010 kan het aanvullende bedrag ad € 66.000 in de gemeentebegroting worden geraamd. Financiële dekking: Ten laste van de stelpost SCD-transitie ad € 196.000 in de Algemene Reserve.
-3-
Portefeuillehouder: M.C. Boevée 3. 2 Burap 2010 GR Regio ZHZ, onderdeel packagedeal met GRD e
Programma 1: Bestuur en Dienstverlening Product 4: Coörd. Besluiten Gem. Regelingen
Extra financiële bijdrage aan GR ZHZ. Hogere lasten van € 150.000 n.a.v. de zogenoemde packagedeal GR Drechtsteden met ZHZ: aandeel Sliedrecht o.b.v. inwoneraantallen. Ten laste van Algemene Reserve
Bij de jaarrekening 2009 en 1e Bestuursrapportage 2010 van de GR Regio ZHZ is uitgebreid gerapporteerd over de zogenoemde packagedeal met de GR Drechtsteden. Op dit moment vindt de bestuurlijke afronding plaats van gesprekken die zijn gevoerd om te komen tot een packagedeal met ZHZ, waarbij langs een aantal sporen tot een oplossing van de discussiepunten mbt het SCD wordt gekomen. Onderdeel van de packagedeal is een financiële bijdrage van de GR ZHZ aan de financiële problematiek over de jaren 2008 tot en met 2010. Die ZHZ-bijdrage is € 4,2 miljoen, waarvoor in de 2e burap 2010 als dekking wordt voorgesteld een bedrag van € 3,0 miljoen via een extra bijdrage van de gemeenten en € 1,2 miljoen uit overige middelen zoals de reserves van de GR Regio ZHZ en de GR Veiligheidsregio. Het aandeel van Sliedrecht in het bedrag van € 3 miljoen wordt in de 2e burap 2010 naar rato van de inwonertallen geraamd op afgerond € 150.000. Onder voorbehoud van besluitvorming in het Algemeen Bestuur van ZHZ dd 1 december 2010 kan dit bedrag in de gemeentebegroting worden geraamd. Financiële dekking: Ten laste van de Algemene Reserve. Portefeuillehouder: M.C. Boevée 4. Mutaties GR Drechtsteden op basis van 2e Marap, onderdeel packagedeal ZHZ Programma 1: Bestuur en Dienstverlening Product 4: Coörd. Besluiten Gem. Regelingen
Extra financiële bijdrage aan GR Drechtsteden. Hogere lasten van € 91.000 n.a.v. de zogenoemde packagedeal GR Drechtsteden met ZHZ. Ten laste van Algemene Reserve
Bij de jaarrekening 2009 en 1e marap 2010 van de GR Drechtsteden is uitgebreid gerapporteerd over de zogenoemde packagedeal met de GR Regio Zuid-Holland Zuid. Op dit moment vindt de bestuurlijke afronding plaats van gesprekken die zijn gevoerd om te komen tot een packagedeal met ZHZ, waarbij langs een aantal sporen tot een oplossing van de discussiepunten mbt de SCD wordt gekomen. Onderdeel van de packagedeal is een financiële bijdrage van de GRD aan de financiële problematiek over de jaren 2008 tot en met 2010. Die GRD-bijdrage is € 2,3 miljoen, waarvoor in de 2e marap 2010 als dekking wordt voorgesteld een bedrag van € 1,0 miljoen via een extra bijdrage van de gemeenten en € 1,3 miljoen uit overige middelen zoals de BWS-reserve en de opbrengst van de brede doorlichting van de GRD in 2010. Het aandeel van Sliedrecht in het bedrag van € 1 miljoen wordt in de 2e marap 2010 geraamd op € 91.000. Onder voorbehoud van vaststelling van de 2e marap 2010 in de Drechtraad van december 2010 kan dit bedrag in de gemeentebegroting worden geraamd. Financiële dekking: Ten laste van de Algemene Reserve.
-4-
Portefeuillehouder: M.C. Boevée 5. Afrekening 2009 GR Drechtsteden onderdeel Algemene dekkingsmiddelen Programma 1: Bestuur en Dienstverlening Product 4: Coörd. Besluiten Gem. Regelingen
Extra kosten (€ 79.500) voor de gemeenschappelijke bijdrage aan de GRD a.g.v. vaststellen rekeningresultaat 2009. Ten laste van de post onvoorzien.
In de vergadering van de Drechtraad op 16 juni 2010 is de jaarrekening 2009 van de GRD vastgesteld. Dit betekent dat er tot afrekening van het rekeningsresultaat met de gemeenten overgegaan moest worden. Voor het onderdeel Algemene dekkingsmiddelen wordt in totaal € 877.000 in rekening gebracht bij de gemeenten. De belangrijkste van de posten op dit onderdeel betreffen de SCD-compensatie van de regio ZHZ over 2008, een vergoeding aan Dordrecht in verband met extra dienstverlening over het 1e kwartaal 2008 en een aanvullende storting in de Voorziening vordering Landsbanki. Het aandeel van Sliedrecht in het bedrag ad € 877.000 beloopt € 79.500. Financiële dekking: Ten laste van de post onvoorzien. Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 6. Verwerking resultaat SDD 2009 Programma 6: Werk, Inkomen, Zorg en Welzijn
Restitutie resultaat SDD 2009 € 357.000, ten gunste van de post onvoorzien.
Product: diversen
De restitutie van het resultaat 2009 van de SDD inzake WMO middelen konden, volgens wettelijke voorschriften, niet in het resultaat van 2009 opgenomen worden (kon pas na een definitief besluit van de Drechtraad). Het voordelig resultaat van € 357.000 komt nu ten gunste van de exploitatie 2010 (onvoorzien). Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 7. Mutaties GR Drechtsteden SDD op basis van 1e en 2e Marap Programma 6: Werk, Inkomen, Zorg en Welzijn Product: diversen
Extra kosten € 66.000 van de SDD als gevolg van hogere uitgaven volgens 1e en 2e marap. Ten laste van de post onvoorzien.
Hogere lasten SDD door: Kinderopvangregeling Extra lasten minimabeleid WMO huishoudelijke hulp/hulpmiddelen WMO Bbag (gehandicaptenvervoer) Schuldhulpverlening Apparaatskosten SDD Totaal
€ 10.000 € 47.000 € 165.000 € 222.000 -/€ 3.000 -/€ 69.000 € 66.000
-5-
Portefeuillehouder: A. de Waard 8. Regionale ontwikkeling dienstverlening Programma 1: Bestuur en Dienstverlening Product 4: Coörd. Besluiten Gem. Regelingen
Aanvullend bedrag (€ 18.000) voor uitvoering Regionaal Programmaplan Dienstverlening Drechtsteden ten laste brengen van de post onvoorzien.
Het college van B&W heeft op 26 januari ingestemd om de regionale visie op de dienstverlening uit te werken in een programmaplan. De regionale stuurgroep dienstverlening heeft in opdracht van de NDD het Regionaal Programmaplan Dienstverlening Drechtsteden 2010 gemaakt. De eerste fase is het harmoniseren van de processen rondom de dienstverlening. In 2010 is gestart met het herontwerp van de werkprocessen, het koppelen van Antwoord (websites) aan de landelijke content. Ten behoeve van de uitvoering van het Regionaal Programmaplan Dienstverlening Drechtsteden is in 2010 € 200.000 benodigd. Op basis van de verdeelsleutel op basis van inwoneraantallen is de bijdrage voor Sliedrecht 9.2%. van € 200.000 = € 18.000. Portefeuillehouder: : M.C. Boevée 9. Extra inkomsten VOG’s, rijbewijzen en paspoorten Programma 1: Bestuur en Dienstverlening Product 18: Gem. basisadministratie Personen Product 19: Reisdocumenten en rijbewijzen
Extra opbrengsten (€ 48.000) voor de VOG’s, Rijbewijzen en paspoorten. Deze extra opbrengst leidt ook tot extra kosten (€ 19.500) voor afdracht van documenten aan het rijk. Voordelig saldo € 28.500 ten gunste van de post onvoorzien.
Naar aanleiding van de werkelijke verkoopcijfers van 2009 en de tussentijdse aantallen van 2010 is bij het opstellen van de begroting van 2011 kritisch gekeken naar de opbrengstenraming incl. daaraan gekoppelde afdrachten aan het rijk. Voor 2010 resulteert dit in de volgende bijstelling van de budgetten: Verwachting VOG’s: 200 st. extra. Opbrengst € 6.000. Extra kosten afdracht € 4.500 Verwachting Rijbewijzen: 700 st. extra. Opbrengst € 22.000. Extra kosten afdracht € 6.650 Verwachting Reisdocumenten: Opbrengst € 20.000. Extra kosten afdracht € 5.000 Portefeuillehouder: M.C. Boevée 10. Verkiezingen Programma 1: Bestuur en Dienstverlening Product 21: Verkiezingen
Bij de zomernota van 2010 is een aanvullend budget beschikbaar gesteld van € 25.000 voor de post verkiezingen. Dit budget is ontoereikend gebleken. Gevraagd wordt een extra budget van € 15.500 voor aanvullende kosten. Dekking: ten laste van onvoorzien.
. Dit betreft extra uitgaven( 2 verkiezingen) van materiële kosten, vergoeding stembureauleden en tellers, voorlichting stembureauleden, huur stemlokalen, catering t.b.v. stembureau leden, inrichting
-6-
stemlokalen en werving tellers, bezorging stempassen alsmede gebruikmaking uitslag verkiezing pakket en huur materiaal. Portefeuillehouder: M.C. Boevée 11. Pensioen voormalig wethouder Programma 1: Bestuur en Dienstverlening Product 2: Coörd.besl. college B&W
Ontvangen bedrag (€ 609.000) aan pensioenrechten van een voormalig wethouder. Dit bedrag wordt gestort in de voorziening pensioenen voormalig wethouders. In 2010 wordt hiervan een bedrag van € 32.000 onttrokken voor het uitkeren van een aanvullend pensioen.
Van Loyalis is een bedrag ontvangen voor de pensioenrechten van een voormalig wethouder. Dit bedrag dient in de voorziening pensioenen voormalige wethouders gestort te worden. Hierbij is rekening gehouden met de landelijke ontwikkelingen met betrekking tot de pensioenvoorziening van politieke ambtsdragers. Naar verwachting zal uiterlijk per 1 januari 2012 op wettelijke basis een apart pensioenfonds voor politieke ambtsdragers worden gevormd. Dit zal worden ondergebracht bij het algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. Op dat moment zal door alle overheidsinstanties overdracht van pensioenkapitaal moeten plaatsvinden op basis van actuariële berekeningen van alle lopende en toekomstige pensioenaanspraken. Tot die tijd wordt het pensioen door de gemeente betaald ten laste van eerder genoemde voorziening. Portefeuillehouder: M.C. Boevée 12. Representatiekosten B&W Programma 1: Bestuur en Dienstverlening Product 3: Representatie
Verhoging van het budget (€ 12.000) representatie a.g.v. de wisseling van het college/raad. Ten laste van de post onvoorzien.
De kosten van representatie zijn circa € 12.000 hoger dan voorzien. De belangrijkste oorzaak hiervan zijn de kosten van de wisseling van het college/raad. Deze post wordt gedekt door de post onvoorziene baten en lasten. Portefeuillehouder: M.C. Boevée 13. Brandweerkazerne Programma 2: Openbare orde en veiligheid Product 22: Brandweer Sliedrecht
Vervallen huuropbrengst GSM antennes door opzegging contract telecom-bedrijf. € 3.500 ten laste van onvoorzien.
De minder ontvangsten worden veroorzaakt door het afhaken van een telecom-bedrijf. De overeenkomst tot plaatsing van antennes voor mobiele telefonie op de toren van de brandweerkazerne is eenzijdig opgezegd.
-7-
Portefeuillehouder: J.P. Tanis 14. Inspectie gastoudergezinnen Programma 3: Jeugd en Onderwijs Product 40: Kinderopvang/Peuterspeelwerk
Gevraagd wordt een budget van € 21.000 voor de extra kosten van inspecties bij gastoudergezinnen. Dekking voor € 5.500 uit post correctieposten begroting en restant (€ 15.500) ten laste van onvoorzien.
Inspecties gastouders In januari 2010 is er een bedrag van €2.500 opgenomen in de gemeentelijke begroting ten behoeve van de inspecties bij de gastouders. Op dat moment was nog niet duidelijk hoeveel gastouders daadwerkelijk in Sliedrecht aanwezig waren. De verwachting was dat de meeste gastouders zich in het begin van het jaar zouden melden omdat er een terugbetalingsplicht was voor ouders waarvan de gastouders niet voldeden aan de eisen. Omdat deze terugbetalingsplicht is vervallen en omdat de cursussen ‘goed gastouderschap’ pas later in het jaar zijn gestart is het overgrote deel van de gastouders pas vlak voor of op de deadline van 1 oktober 2010 gemeld. In 2009 is een structureel bedrag van € 13.000 in het gemeentefonds gestort en in 2010 is een eenmalig bedrag van € 11.000 gestort om de wetswijziging (en de inspecties van de gastouders) te kunnen bekostigen. Voor dit laatste bedrag kunnen 31 gastouders worden geïnspecteerd. Dit is dus niet toereikend om alle Sliedrechtse gastouders van te laten inspecteren. GGD brengt voor een inspectie van gastouderopvang € 355 per aanmelding in rekening. Zij factureert op basis van nacalculatie. De daadwerkelijke kosten vallen fors hoger uit dan het bedrag wat is opgenomen in de begroting 2010: Kosten tot 1 november 2010 (74 inspecties) Opgenomen in gemeentelijke begroting Tekort
€ 26.500 € 5.500 € 21.000
Omdat er nog een aantal inspecties moeten worden uitgevoerd wordt u voorgesteld een extra bedrag van € 21.000 extra te ramen voor deze taak. Portefeuillehouder : J.P. Tanis / J.A. Lavooi 15. Mutatie primaire begroting Schoolmaatschappelijk werk Rivas Zorggroep Programma 3: Jeugd en Onderwijs Product 38: Overige randdiensten onderwijs
Bedrag voor schoolmaatschappelijk werk (€ 47.500) is dubbel opgenomen in de primaire begroting. Voorgesteld wordt bedrag ten gunste van onvoorzien te boeken.
De kosten voor schoolmaatschappelijk werk zijn in de primaire begroting zowel in product 79 Algemene maatschappelijke dienstverlening opgenomen als op product 38 Overige randdiensten. Bedrag op product 38 kan komen te vervallen.
-8-
Portefeuillehouder: J.P. Tanis 16. Schoolzwemmen en leerlingenvervoer Programma 3: Jeugd en Onderwijs Product 29: Diversen openbaar onderwijs Product 31: Diversen bijzonder onderwijs Product 33: Diversen bijzonder spec. Onderwijs Product 37: Leerlingenvervoer
Extra kosten voor schoolzwemmen (€ 15.000) en voor leerlingen vervoer
(€ 100.000). Deze kosten ten laste brengen van onvoorzien.
Schoolzwemmen: Door toename met 1 lesuur per week zijn de kosten voor De Lockhorst hoger dan geraamd. Leerlingenvervoer: Op basis van de budgetmutatie veegbesluit 2009 was al duidelijk dat de raming voor het jaar 2010 te laag was. Dit was abusievelijk niet verwerkt. Daarnaast is in de loop van 2010 sprake van toename van het aantal vervoersadressen. Per augustus 2009 174 leerlingen te vervoeren naar 27 schooladressen en per augustus 2010 147 leerlingen naar 39 schooladressen. Er is tevens sprake van toename van leerlingen met specifieke gedragsproblemen waarvoor passend vervoer cq. incidenteel vervoer vereist is. Betreffende overschrijdingen ten laste van onvoorzien brengen. Portefeuillehouder: J.P. Tanis 17. Inpandige uitbreiding H. Dunantschool Programma 3: Jeugd en Onderwijs Product 28: Openbaar onderwijs
Verhoging krediet a.g.v. extra kosten inpandige uitbreiding H. Dunantschool (€ 22.000) kunnen ten laste worden gebracht van voorziening huisvesting onderwijs.
Werkzaamheden inpandige uitbreiding, begroot op € 147.500,-- zijn uitgevoerd in 2009, maar eindafrekening is in juli 2010 ontvangen. Naast meerkosten van ca. 2.500 euro zijn tevens verantwoord de gelijktijdig uitgevoerde werkzaamheden voor vervanging van vloerbedekking hal (kosten 12.000,-euro) en aanbrengen valbeveiliging dak. (kosten 7.500,-- euro). Voor laatstgenoemde werkzaamheden waren gelden in de schijf 2009 van de voorziening huisvestingsvoorzieningen onderwijs opgenomen maar nog niet geactiveerd. De extra kapitaallasten die hiermee gepaard gaan zullen gedekt worden ten laste van de voorziening huisvesting onderwijs. Portefeuillehouder: J.P. Tanis 18. Renovatie J. Calvijnschool Programma 3: Jeugd en Onderwijs Product 30: Openbaar onderwijs
Verhoging krediet (€ 26.000) a.g.v. extra kosten voor renovatie en tijdelijke huisvesting in voormalige Groen van Prinstererschool kunnen ten laste worden gebracht van voorziening huisvesting onderwijs.
Voor renovatie en tijdelijke huisvesting in gebouw Frans Halsstraat was een totaalkrediet beschikbaar van € 350.000. Bij de renovatie werkzaamheden werd met name in de panelen bij de kozijnen asbest geconstateerd. Dit leidde tot een verhoging van kosten met ca.€ 19.000. Voor de tijdelijke huisvesting was voorts geen rekening gehouden met kosten voor verwijderen kapotte speelattributen, egaliseren cq. herstraten schoolplein en aanschaf / plaatsing van fietsenrekken. (kos
-9-
ten ca. € 7.000). De extra kapitaallasten die hiermee gepaard gaan zullen gedekt worden ten laste van de voorziening huisvesting onderwijs. Portefeuillehouder: J.P. Tanis 19. Projecten uitbreiding/nieuwbouw Griendencollege Programma 3: Jeugd en Onderwijs Product 34: Bijzondere scholengemeenschap
Overschrijding krediet uitbreiding/nieuwbouw Griendencollege dekken door nog te ontvangen teruggave BTW.
Het krediet voor de uitbreiding/nieuwbouw Griendencollege is met circa € 11.000 overschreden. Deze overschrijding kan gedekt worden uit nog te ontvangen bedragen (nog te ontvangen teruggave BTW) Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 20. Aanwending BDU CJG t.b.v. subsidie Homestart Programma 3: Jeugd en Onderwijs Product 42: Jeugd- en jongerenwerk
Aanwending BDU CJG voor subsidie Home Start. Het voordeel (€ 30.000) wat hierdoor ontstaat kan ten gunste van onvoorzien worden geboekt.
Met ingang van 2008 ontvangt de gemeente een Brede Doeluitkering Centrum Jeugd en Gezin (BDU CJG). Deze middelen moeten na 4 jaar verantwoord worden en indien er middelen over zijn moeten deze worden terugbetaald aan het Rijk. De activiteiten van Home Start passen binnen de doelstelling van het CJG, zijnde ondersteuning ten behoeve van kwetsbare gezinnen. De kosten van Home Start voor 2010 mogen derhalve gedekt worden uit de middelen BDU CJG. Hiermee valt een bedrag van € 30.000 aan algemene middelen vrij en van kan dit bedrag afgeraamd worden van de post “Jeugd- en Jongerenwerk” ten gunste van “onvoorzien". Portefeuillehouder: A. de Waard 21. Verwijdering Huisvuil Programma 4: De openbare Ruimte Product 54: Verwijdering huisvuil
Diverse mutaties in opbrengsten en uitgaven op het product verwijdering huisvuil. Saldo (€ 44.000) ten gunste de reserve egalisatie tarieven afvalstoffenheffing.
1. Extra inhuur personeel t.g.v. inzet personeel voor de inzameling van kunststofverpakkingsafval 2. Hogere opbrengst papier milieupark:een nabetaling van Nedvang vanuit het afvalfonds over 2009 3. Hogere opbrengst afgedankte elektronische apparatuur: bijdrage NVMP 4. Extra kosten inzameling kunststof: kosten voor aanschaf plastic heroe zakken 5. Puin- en Tuinafval: lagere verwerkingskosten
- 10 -
Portefeuillehouder: A. de Waard / J.A. Lavooi 22. Overbrengen krediet ‘Aanschaf kunst buitenuitbreiding’ van afd. WW naar WEZ Programma 5: Cultuur, Sport en Recreatie Programma 7: Verkeer en Vervoer Product 57: Cultuurbeleid
Krediet ‘Aanschaf kunst buitenuitbreiding’ (€ 10.000) overboeken van voorziening onderhoud riolering naar reserve toepassing beeldende kunst.
Op verzoek van de afdeling Weg en waterbouw en in overleg met de afdeling WEZ wordt toestemming gevraagd om het krediet ‘Aanschaf kunst buitenuitbreiding’ ad. € 10.000, beschikbaar gesteld in de raad van 5-11-2007 als onderdeel van het restant krediet vervanging riolering en herinrichting buitenuitbreiding, geraamd ten laste van de voorziening onderhoud riolering, over te boeken naar de reserve toepassing beeldende kunst en daarmee het budgetbeheer bij de afdeling WEZ onder te brengen. Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 23. Exploitatielasten vm. Groen van Prinstererschool Programma 5: Cultuur, Sport en Recreatie Product 60: Multifunctionele accommodaties
Budgetaanvraag voor exploitatielasten van de vm. Groen van Prinstererschool (€ 22.500). Opbrengst derden is € 16.500. Resteert € 6.000 ten laste van de post onvoorzien.
Het schoolgebouw is in maart 2009 overgedragen aan de gemeente. De elektriciteit e.a. kosten van maart 2009 t/m maart 2010 zijn in het begrotingsjaar 2010 door de Vereniging Christelijk Onderwijs aan de gemeente in rekening gebracht. De overige exploitatielasten voor 2010 zijn o.a. onderhoud en reparatiekosten, beveiligings- en bewakingskosten en verzekeringen. De doorbelasting van de energiekosten i.v.m. de tijdelijke huisvesting van de Johannes Calvijnschool bedragen € 7.800 en de huuropbrengsten van de tijdelijke huisvesting door Rivas bedragen € 8.700. Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 24. Aanvraag krediet Verbouwingskosten De Reling Programma 5: Cultuur, Sport en Recreatie Programma 6: Werk, Inkomen, Zorg en Welzijn Product 60: Multifunctionele accommodaties Product 84: Wet maatschappelijke ondersteuning
Het beschikbaar stellen van een krediet van € 20.000 voor de verbouwingskosten/investeringskosten van de Reling. Dit bedrag komt ten laste van het product Wet maatschappelijke ondersteuning.
Op 15 juni 2010 heeft het college besloten om -vooruitlopend op het besluit tot verstrekking van een krediet van € 20.000 door de gemeenteraad voor deze investeringslast- een voorschot toe te kennen voor noodzakelijke aanpassingen aan gebouw de Reling voor de nieuwe huurder Yulius (voorheen: RMPI/De Grote Rivieren). Door middel van deze budgetmutatie wordt deze kredietaanvraag geëffectueerd. In de begroting van 2010 en verder is € 121.000 opgenomen onder de correctieposten begroting P129 Wmo en taakmutaties septembercirculaire. Dit bedrag is bij de zomernota afgeraamd en overgeboekt naar product 84 Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Van dit bedrag is voorgesteld om in 2010 eenmalig een bedrag reserveren van € 20.000 voor verbouwingskosten/investeringskosten Reling. De
- 11 -
geraamde investering bedraagt € 20.000. De kapitaallasten voor afschrijving en rente hiervoor bedragen € 2.000 per jaar. De ruimte in de Reling is vrijgekomen door het vertrek van enkele instellingen naar het CJG per 1 januari 2011. Yulius wil de ruimte huren voor inloopactiviteiten en als regiokantoor voor de consulenten. Hiervoor dient een eenmalige aanpassing in het gebouw plaats te vinden: het plaatsen van scheidingswanden, telefoon- en computeraansluitingen en een keuken op de eerste etage. De exploitatie van de Reling kent een structureel voordelig saldo van € 12.000. Portefeuillehouder: M.C. Boevée 25. Aanvullende bijdrage 2010 Stichting Comité 4 en 5 mei Programma 5: Cultuur, Sport en Recreatie Programma 1: Bestuur en Dienstverlening Product 64: Sportbeleid en -subsidiering Product 16: Volksfeesten
Beschikbaar stellen van budget van € 2.500 i.v.m. tegenvallende inkomsten Kathedraal concert. Dekking vindt plaats door € 1.250 ten laste te brengen van de stelpost subsidieverhoging en € 1.250 ten laste van onvoorzien.
Eens in de vijf jaar ontvangt de Stichting Comité 4 en 5 mei een hoger subsidiebedrag, om in het kader van lustrumjaren een uitgebreider programma aan te kunnen bieden. Bij het Kathedraalconcert wat dit jaar heeft plaatsgevonden zijn de inkomsten substantieel lager uitgevallen. In totaal is er een tekort ontstaan van € 2.500 waarvoor de stichting een krediet heeft moeten nemen. Om extra kosten a.g.v. het krediet te voorkomen vraagt de stichting eenmalig een bedrag van € 2.500. Een bedrag van € 1.250 zal worden terugbetaald via een lagere subsidieverlening voor 2011. Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 26. Afrekening Regeling Inburgering Oudkomers N-56 Programma 6: Werk, Inkomen, Zorg en Welzijn Product 81: Opvang Asielzoekers/Verblijfsger.
Financiële afrekening in 2010 voor de Regeling Inburgering Oudkomers N-56 over de jaren 2006 en 2007. Aanvullend op waar rekening mee is gehouden krijgen we € 101.000. Bedrag ten gunste van onvoorzien.
Gemeente Sliedrecht heeft deelgenomen aan de Regeling Inburgering Oudkomers N-56 (‘RIO-II’). De uitvoering van deze regeling vond plaats in 2006 en 2007, waarvoor het Rijk gelden ter beschikking stelde. Hoewel deze regeling op individuele basis is aangegaan, werkte de gemeente Sliedrecht samen met andere gemeenten in de regio (i.c. Regio Zuid-Holland Zuid). Het Rijk heeft in 2008 uiteindelijk de definitieve eindafrekening opgemaakt, welke resulteerde in een nabetaling aan de Regio ZuidHolland Zuid. Het aandeel van de nabetaling voor de gemeente Sliedrecht zou dan vervolgens overgemaakt worden aan de gemeente Sliedrecht. Tot op heden was dat nog niet gebeurd. Dit heeft mede te maken met de overheveling van de inburgeringstaken van de Regio Zuid-Holland Zuid naar de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Recent heeft de Regio Zuid-Holland Zuid de afrekening voor de gemeenten opgemaakt. Het resultaat hiervan is dat de gemeente Sliedrecht € 146.000 zal ontvangen. In de begroting van 2010 is met betrekking tot deze ontvangst reeds rekening gehouden met € 45.000, zodat een niet begroot voordeel van € 101.000 ten gunste van het jaar 2010, resteert, ten gunste van de post onvoorzien.
- 12 -
Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 27. Centrum Jeugd en gezin OVA 2009, correctie zomernota Programma 6: Werk, Inkomen, Zorg en Welzijn Product 78: Algemene Gezondheidszorg
Bij de zomernota is abusievelijk een budget aangevraagd € 12.000 voor de aanvullende overheidsbijdrage in de kostenontwikkelingen. Voorgesteld wordt dit bedrag terug te draaien. Ten gunste van de post onvoorzien.
OVA-middelen Op 1 september 2009 heeft de gemeente Sliedrecht de beschikking ontvangen inzake de aanvullende overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling van de jeugdgezondheidszorg (OVA). Deze middelen zijn gestort in de BDU CJG om door te sluizen naar de uitvoerende organisaties. Het bedrag is voor 2010 abusievelijk dubbel opgenomen en kan derhalve worden afgeboekt. (Bedrag was reeds opgenomen in de primaire begroting en vervolgens abusievelijk opgenomen in de zomernota van 2010.) Portefeuillehouder: J.A. Lavooi / A. de Waard 28.Afdeling projecten Programma 9: Wonen Programma 6: Werk, Inkomen, Zorg en Welzijn Product 118: Exploitatie Baanhoek-West Product 70: Economische Zaken Product 74: Erfpacht industrieterreinen
Diverse extra kosten en inkomsten voor Baanhoek-West, ontwikkelingsvisie Kerkbuurt en voorbereiding revitalisering Nijverwaard.
Dit betreft een aantal begrotingswijzigingen van de afdeling Projecten, deze worden per product toegelicht: Planontwikkeling Baanhoek-West In de komende periode wordt Baanhoek-West verder ontwikkeld. De projectleiding wordt hierin bijgestaan door externe deskundigen. Hiervoor is een bedrag benodigd van € 50.000. Met deze kosten is rekening gehouden in de grondexploitatieberekening van de gemeente De kosten worden gedekt uit de bouwgrondexploitatie Baanhoek-West (voor de gemeente dus budgetneutraal). Projectleiding-Sectretariaat Baanhoek-West In 2009 is ten onrechte een bedrag van € 13.500 aan kosten doorberekend aan de ontwikkelaar van Baanhoek-West. Dit is in 2010 gecorrigeerd. De lagere opbrengst wordt gedekt uit de gemeentelijke bouwgrondexploitatie Baanhoek-West. Bijdragen voorbereiding en toezicht Baanhoek-West In de komende periode wordt Baanhoek-West verder ontwikkeld. Voor de gemeentelijke kosten voor voorbereiding en toezicht mogen contractueel (samenwerkingsovereenkomst Baanhoek-West) kosten per woning in rekening worden gebracht bij de ontwikkelaar. Voor de looptijd van het project worden deze opbrengsten geraamd op € 1.290.000. Met deze opbrengsten is rekening gehouden in de grondexploitatieberekening. Deze opbrengsten komen ten bate van de gemeentelijke bouwgrondexploitatie Baanhoek-West.
- 13 -
Bijdragen infrastructurele werken Baanhoek-West In de komende periode wordt Baanhoek-West verder ontwikkeld. Voor een bijdrage aan de Reserve Infrastructuur mag contractueel (samenwerkingsovereenkomst Baanhoek-West) een bedrag per woning in rekening worden gebracht bij de ontwikkelaar. Voor de looptijd van het project worden deze opbrengsten geraamd op € 2.040.000. Met deze opbrengsten is rekening gehouden in de grondexploitatieberekening. Deze opbrengsten komen ten bate van de Reserve Infrastructuur. Ontwikkelingsvisie Kerkbuurt Op 28 juni 2010 heeft de gemeenteraad een krediet van € 31.000 beschikbaar gesteld voor de ontwikkelingsvisie Kerkbuurt voor het begrotingsjaar 2011. Dit project is voortvarend opgepakt en inmiddels zijn de werkzaamheden reeds gestart. Er wordt daarom voorgesteld om een bedrag van € 15.000 van het krediet reeds in 2010 beschikbaar te stellen, ten laste van de post onvoorzien. Voorbereiding revitalisering Nijverwaard De gemeenteraad heeft op 7 juni 2010 ingestemd met de eindrapportage Renovatie Nijverwaard. In onderstaand overzicht is de in het raadsvoorstel opgenomen tabel over het nog te ontvangen bedrag na vaststelling van de toegekende subsidie weergegeven. Toegekende subsidie 493.000 Voorschot subsidie in 2003 68.500 Voorschot subsidie in 2005 158.000 Totaal uitbetaalde voorschotten 226.500 Nog te ontvangen na vaststelling 266.500
Deze rapportage is bij de provincie Zuid-Holland ingediend met het verzoek om de toegezegde subsidie vast te stellen. Inmiddels heeft de provincie de definitieve subsidie vastgesteld op het in de eindrapportage aangegeven bedrag en heeft toegezegd het bedrag van € 265.917 te zullen betalen aan de gemeente. In het raadsvoorstel van juni is aangegeven dat na vaststelling door de provincie van de subsidie de begrotingswijziging aan de gemeenteraad zal worden voorgelegd. Conform het raadsvoorstel zal van het nog te ontvangen bedrag van € 266.500 een bedrag van € 143.500 worden overgeboekt naar het krediet voor fase 4 Lelystraat West (dekking reeds door de raad gevoteerd in december 2007). Het resterende bedrag van € 123.000 kan dan gestort worden in de Reserve Renovatie Nijverwaard. Portefeuillehouder: A. de Waard 29. Inrichten 30 km zone baanhoek (spoorbrug Papendrecht) Programma 7: Verkeer en Vervoer Product 87: Onderhoud wegen Product 93: Verkeer (algemeen) Product 94: Verkeersmaatregelen
Meerkosten inrichting 30 km zone Baanhoek (€ 14.500). Kosten kunnen worden gedekt door product 87 (€ 7.500) en door product 94 (€ 7.000)
- 14 -
De inrichting van de 30 km zone Baanhoek (westelijk deel) is geheel met bewonersparticipatie tot stand gekomen. Als gevolg van de lange procedure en het invullen van terechte wensen zijn meerkosten ontstaan. Tevens heeft tegelijkertijd onderhoud plaatsgevonden. Hiertoe dient de bijdrage uit het budget periodiek onderhoud als correctie te worden doorgevoerd. Portefeuillehouder: A. de Waard 30. Keerlus Elzenhof Programma 7: Verkeer en Vervoer Product 87: Onderhoud wegen
Gevraagd wordt een budget van € 24.500 beschikbaar te stellen voor aanleg parkeerplaatsen/keerlus. Dekking vindt plaats door bijdrage Tablis (€ 11.000), restant (€ 13.500) ten laste van budget periodiek onderhoud wegen.
De werkzaamheden waren het aanleggen van een 16 tal parkeerplaatsen bij de 10 hoogflats en het maken van een keerlus voor taxi’s bij de Elzenhof over bestaand tegel werk. Voor de werkzaamheden werd van Tablis een bijdrage verkregen van € 11.112,15. Het restant dient uit het budget periodiek onderhoud wegen te worden bijgedragen. Portefeuillehouder: A. de Waard 31. Gladheidbestrijding Programma 7: Verkeer en Vervoer
Aanvullend budget (€ 23.000) beschikbaar stellen voor gladheidbestrijding.
Product 85: Gladheidbestrijding
Ten gevolge van strenge winter extra inzet van personeel en gebruik van strooizout. Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 32. Meerwerk milieudienst Zonebeheer industriegebied Programma 8: Ruimtelijke Ordening en Milieu Product 109: Bodembescherming en sanering Product 110: Geluid en lucht
Meerwerk taken milieudienst i.h.k.v. zonebeheer industriegebied (€ 13.000). De extra kosten kunnen worden gedekt uit de reguliere budgetten binnen de productgroep milieu.
In het kader van de uitvoering van de wettelijke taak betreffende het zonebeheer is investeringskrediet gevoteerd voor actualisering van zonebewakingmodellen door de milieudienst Lopende en volgende op de actualisatie van de zonebewakingsmodellen voor de industrieterreinen Molendijk-Industrieweg en Rivierdijk-De Peulen is meerwerk ontstaan. Dit meerwerk heeft o.a. te maken met correcties op de actualisatie, overleg, onderzoek en rapportage in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het Plaatje, Oude Uitbreiding West en Watertorenterrein. De extra kosten als gevolg van het meerwerk kunnen worden gedekt uit de reguliere budgetten binnen de productgroep milieu.
- 15 -
Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 33. BWS subsidie Woningbouwcorporaties Programma 9: Wonen Product 112: Woningbouwcorporaties
De subsidie (€ 119.000) van de overheid inzake BWS is komen te vervallen. Daarmee is ook de doorbetalingsverplichting vervallen.
Op 22 augustus 2008 is een besluit tot verplichte afkoop van de BWS subsidies genomen. Begin 2009 is een afkoopbedrag ontvangen en dit is naar doorgestort aan Tablis Wonen. Dit bedrag is ten onrechte structureel in de begroting opgenomen en wordt door dit besluit gecorrigeerd. Thans wordt er nu geen subsidie meer ontvangen en doorgestort. Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 34. Leges bouwvergunningen Programma 8: Ruimtelijke Ordening en Milieu Product 105: Vergunningen
Aanvullende inkomsten (€ 232.000) bouwleges voor o.a. bouwprojecten halte Baanhoek en Baanhoek-West. De opbrengsten komen ten gunste van onvoorzien.
De opbrengst bouwleges is in 2010 hoger dan begroot. Reden hiervoor is een aantal grote bouwprojecten (waaronder halte Baanhoek en Baanhoek-West) waarvoor vergunningen zijn verstrekt. Deze opbrengsten komen ten gunste van de post onvoorzien. Ten aanzien van de verstrekte bouwvergunningen het volgende: Op de verlening van vergunningen worden de opbrengsten geboekt op het moment van het verlenen van de vergunning. Dat is op zich best redelijk, echter een deel van de werkzaamheden wordt pas tijdens de bouw of na realisatie van het project uitgevoerd. Vaak zit er ook nog een verschil in het jaar van verlening en de realisatie van het project. Door de opbrengst te verantwoorden bij het verlenen van de vergunning ontstaat hier een beeld wat niet in verhouding is tot de verrichte werkzaamheden. Wij pleiten er daarom voor om de realisatie van de opbrengst van grotere projecten (meer dan € 30.000 aan leges) voor een evenredig deel door te schuiven naar het moment van realisatie. Hiervoor zal de financiële verordening aangepast moeten worden. Dat zal voor 2010 niet meer lukken voor het einde van het jaar. Gevraagd wordt om in te stemmen met het aanpassen van de verordening en vooruitlopend daarop om voor projecten, waarvan de legesopbrengst hoger is dan € 30.000, een evenredig deel als vooruit ontvangen bedragen op te nemen op de balans. Dit bedrag komt ten gunste van de exploitatierekening op het moment dat de werkzaamheden goeddeels zijn afgerond. Portefeuillehouder: M.C. Boevée 35. Asbestverwijdering Parallelweg 32 Programma 8: Ruimtelijke Ordening en Milieu
Kosten asbestverwijdering (€ 16.500) De kosten worden verhaald op de veroorzaker..
Product 106: Preventie/controle/handhaving Kosten gemaakt t.g.v. asbestverwijdering Parallelweg. De kosten worden verhaald op de veroorzaker. Momenteel loopt er een bezwarenprocedure, in behandeling bij het Juridisch Kennis Centrum.
- 16 -
Portefeuillehouder: M.C. Boevée 36. Vrijval budget Duurzaam Bouwen Programma 8: Ruimtelijke Ordening en Milieu
Vrijval budget (€ 5.000) Duurzaam bouwen t.g.v. onvoorzien.
Product 107: Duurzaam bouwen
In 2010 geen kosten gemaakt m.b.t. Duurzaam bouwen. Budget wel handhaven in de begroting van de komende jaren. Dit omdat per 2011 er een nieuw beoordelingsprogramma wordt ingevoerd GPRgebouw en hier mogelijk kosten uit voortvloeien.
Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 37. Extra inzet bureau Volgerlanden Programma 9: Wonen Product 116: Herstructurering woonwijken
Extra inzet bureau Volgerlanden voor het project Oude Uitbreiding West. Bedrag van € 6.000 ten laste brengen van de Stimuleringsreserve Woningbouw.
Er mee in te stemmen dat het bureau Volgerlanden voor 45 extra uren wordt ingeschakeld voor het project Oude Uitbreiding West. Doordat het project vertraging heeft opgelopen door de problematiek van het industrielawaai en de zienswijzen van bedrijven tegen het besluit hogere grenswaarden geluid, heeft het bureau volgerlanden extra uren nodig voor coördinatie en het bijwonen van project- en stuurgroepvergaderingen. Tot het einde van het jaar gaat het om ca. 45 uur. Voorgesteld wordt de extra kosten te boeken op de Stimuleringsreserve Woningbouw. Portefeuillehouder: J.P. Tanis 38 Diverse mutaties Grondzaken Programma 10: Financiën en Organisatie Product 137: Grondzaken
De volgende mutaties zijn verricht: Grondverkopen Huuropbrengsten Externe kosten adviezen Aankoop gronden Totaal voordelig
Extra inkomsten door diverse grondverkopen en verhuur van gronden. Daarentegen diverse grondaankopen + advieskosten Per saldo € 6.500 ten gunste van onvoorzien.
€ € € € €
20.000 2.000 5.000 -/10.500 -/6.500
- 17 -
Portefeuillehouder: J.P. Tanis 39. Dividendopbrengsten Programma 10: Financiën en Organisatie Product 135: Beleggingen
Extra inkomsten (€ 161.500) door meevallende dividenduitkeringen BNG en Eneco. Ten gunste van de post onvoorzien.
Rekening was gehouden met een dividend van € 32.000 van de BNG en € 384.500 van Eneco. In 2010 is de dividenduitkering over 2009 hoger uitgevallen. Voor de BNG bedraagt de dividenduitkering € 77.500 en voor Eneco € 500.500. Per saldo wordt er een hogere opbrengst geboekt van € 161.500. Portefeuillehouder: A. de Waard 40. Inhuur personeel Programma 10: Financiën en Organisatie Product: diversen
Kosten van inhuur € 363.000. De kosten van inhuur worden gedekt door besparingen op personeelskosten als gevolg van o.a. niet vervulde vacatures en uit ziekte- en zwangerschapsuitkeringen van medewerkers.
Als gevolg van niet vervulde vacatures van diverse afdelingen, langdurig ziekteverzuim en zwangerschapsverlof, heeft er inhuur plaatsgevonden. Het betreft hier tijdelijke inhuur om de lopende processen niet te verstoren. Hiervoor is een extra budget nodig van € 363.000. Hogere kosten voor inhuur in 2010: a. Inhuur personeel beheerder sporthallen b. Inhuur personeel ROBM c. Inhuur personeel Brandweer d. Inhuur personeel Projectmanagement Totaal
€ 25.000 € 60.000 € 200.000 € 78.000 € 363.000
Dit bedrag wordt in 2010 gedekt door: 1. Uitkeringen WAO, Ziekte en Zwangerschap 2. Vacatureruimte (salarisruimte) Totaal
€ 53.000 € 310.000 € 363.000
Portefeuillehouder: J.P. Tanis / J.A. Lavooi 41. Mutaties septembercirculaire 2010 Programma 10: Financiën en Organisatie Product 134: Algemene uitkering Product 81: Opvang asielzoekers
Bijstellen van de raming 2010 n.a.v. de ontwikkelingen rondom het gemeentefonds op basis van de septembercirculaire. De korting bedraagt € 91.500, hierin is een taakmutatie van € 25.000 voor uitvoeringskosten instapcursussen inburgering opgenomen. Het nadeel komt daardoor op € 116.500.
- 18 -
Op prinsjesdag is de septembercirculaire gemeentefonds 2010 gepubliceerd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het saldo van de algemene uitkering is ten opzichte van de primaire begroting € 91.500 naar beneden bijgesteld. Portefeuillehouder: J.P. Tanis 42. Aankoop gronden Waterschap Rivierenland locaties Baanhoek Programma 10: Financiën en Organisatie Product 137: Grondzaken
Budget (€ 27.000) beschikbaar stellen voor aankoop gronden locaties Baanhoek en ten laste brengen van de post onvoorzien.
Aankoop 3 locaties Baanhoek waarvan de gemeente de eigendom wil verwerven, ten behoeve van een in de toekomst mogelijke noodzaak tot aanleg van parkeerplaatsen, waarbij de gronden tot die tijd groen zullen worden ingericht. De totale kosten van aankoop en kosten eigendomsoverdracht bedragen € 27.000 en zullen ten laste komen van onvoorzien. Melding 43. Korting inkomensondersteuning Programma 6: Financiën en Organisatie
Portefeuillehouder: J.A. Lavooi
Korting van € 375.000 op het budget voor inkomensondersteuning.
Product 66: Bijstandverlening De geprognosticeerde lasten Inkomensondersteuning zijn hoger dan de totale begrote lasten. Het klantenbestand WWB/WIJ van de SDD is in de periode 1 januari tot en met 31 augustus 2010 gestegen met 11,4%. Het tempo waarin we stijgen vlakt inmiddels enigszins af. Voor het geprognosticeerde negatieve resultaat voor 2010 van € 7.260.000 wordt een begrotingswijziging voorgesteld. Het definitieve resultaat zal met de jaarrekening 2010 met de gemeenten worden afgerekend. Voor de gemeente Sliedrecht wordt een nadeel van € 375.000 begroot. Deze post wordt in navolging van de SDD niet budgettair verwerkt, maar in het rekeningresultaat voor 2010. Het saldo van de post onvoorzien, na verwerking van dit veegbesluit, is voldoende om dit geprognostiseerde nadeel te kunnen dekken. Aanvulling Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 44. Aankoop/Verkoop gronden Baanhoek-West t.b.v. kerkgebouw Ger.Gemeente Programma 9: Wonen Product 118: Expl. bouwgronden woonwijken
Grondaankoop van projectontwikkelaar Bouwfonds Ontwikkeling in BaanhoekWest met een bedrag van € 270.000. Dezelfde grond verkopen t.b.v. kerkbouw Gereformeerde Gemeente voor een bedrag van € 319.000. Saldo ten gunste van onvoorzien
De gronden voor realisatie van de kerk worden eerst door de gemeente van bouwfonds verworven tegen de kosten van bouw- en woonrijp maken voor een bedrag van € 270.000 excl. btw. De grond wordt voor een bedrag van € 319.000 verkocht aan de Gereformeerde Gemeente Hardinxveld-Giessendam voor een nieuw kerkgebouw in Sliedrecht.
- 19 -
Financiële kaders: Het saldo van de post voor onvoorziene uitgaven 2010 is na het comptabiliteitsbesluit van september € 65.634 positief. Dit saldo neemt door deze voorgestelde besluiten toe met € 452.750. Hierdoor wordt het saldo van de post onvoorziene uitgaven na de raadsvergadering in december € 517.384. Een totaal overzicht is bijgesloten.
Externe communicatie: De besluiten worden gecommuniceerd zoals aangegeven in de ter inzage gelegde adviesnota’s.
Vervolgtraject: De vervolgstappen van de besluiten worden geëffectueerd zoals aangegeven in de ter inzage gelegde adviesnota’s.
Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de loco-burgemeester,
M.J. Verhoef
J.P. Tanis
- 20 -
Raadsbesluit
Concept
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien de diverse voorstellen van burgemeester en wethouders;
besluit:
De comptabiliteitsbesluiten voor december 2010 vast te stellen en de begroting 2010 conform aan te passen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 6 december 2010 De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Heffingsrente afwikkeling baatbelasting Mutaties GRD 2e marap SCD GR ZHZ package deal GR Drechtsteden package deal GR Drechtsteden resultaat 2009 Resultaatbestemming 2009 SDD 1e en 2e marap SDD Regionale ontwikkeling dienstverlening Extra inkomsten dienstverlening Verkiezingen Pensioenlasten voormalig wethouder Afscheid wethouder Brandweerkazerne Inspectie gastouders Schoolmaatschappelijk werk Schoolzwemmen / Leerlingenvervoer Inpandige uitbreiding H. Dunantschool Renovatie J. Calvijnschool Overschrijding krediet Griendencollege Aanwending subsidie Homestart Mutaties reiniging Aanschaf kunst buitenuitbreiding Exploitatielasten vm Gr. Van Prinsterer Krediet verbouwing De Reling Commité 4-5 mei Regeling inburgering nieuwkomers Centrum Jeugd en gezin OVA 2009 Projecten diversen 30km zone Baanhoek (spoorbrug) Keerlus Elzenhof Gladheidsbestrijding Meerwerk milieudienst Zonebeheer BWS Subsidie Bouwleges Asbestverwijdering Parallelweg Vrijval budget Duurzaam Bouwen Extra inzet bureau Volgerlanden Mutaties grondzaken Dividendopbrengsten Inhuur personeel Mutaties septembercirculaire Aankoop gronden Korting inkomensondersteuning Aan/verkoop grond Ger. Gemeente
Totaal
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44
Nr. Onderwerp
-354.000
-3.500 -117.500
44.000 -31.250 399.000 -44.000 220.500
43.000 -105.500
Prog. 1 Prog. 2 Prog. 3 Prog. 4 Prog. 5 Prog. 6 Prog. 7 Prog. 8 Prog. 9 Prog. 10 -63.500 -66.000 -150.000 -91.000 -79.500 357.000 -66.000 -18.000 28.500 -15.500 0 -12.000 -3.500 -21.000 5.500 47.500 -115.000 -22.000 -26.000 -11.000 30.000 -30.000 44.000 10.000 -10.000 -22.500 -20.000 20.000 -2.500 1.250 146.000 -45.000 12.000 -15.000 0 -11.000 -23.000 0 0 232.000 -16.500 5.000 -6.000 6.500 161.500 -14.000 14.000 -25.000 -91.500 -27.000 0 49.000
Overzicht comptabiliteitsbesluiten/veegbesluit december 2010 per programma
50.750 50.750
452.750
-402.000 -402.000
Totaal Ten gunste/laste van Totaal Onvoorzien Overig -63.500 -63.500 -66.000 0 -66.000 -150.000 0 -150.000 -91.000 0 -91.000 -79.500 -79.500 357.000 357.000 -66.000 -66.000 -18.000 -18.000 28.500 28.500 -15.500 -15.500 0 0 -12.000 -12.000 -3.500 -3.500 -15.500 -15.500 47.500 47.500 -115.000 -115.000 -22.000 0 -22.000 -26.000 0 -26.000 -11.000 0 -11.000 0 30.000 -30.000 44.000 0 44.000 0 0 -22.500 -6.000 -16.500 0 0 -1.250 -1.250 101.000 101.000 12.000 12.000 -15.000 -15.000 0 0 -11.000 0 -11.000 -23.000 -23.000 0 0 0 0 232.000 232.000 -16.500 0 -16.500 5.000 5.000 -6.000 0 -6.000 6.500 6.500 161.500 161.500 0 0 -116.500 -116.500 -27.000 -27.000 0 0 49.000 49.000
Stimuleringsreserve woningbouw
Bijdragen derden
Bijdragen derden
Ontwikkelingsvisie kerkbuurt
Opbrengstderden
Voorziening huisvesting onderwijs Voorziening huisvesting onderwijs Bijdrage derden BDU-CJG Reserve egalisatie afvalstoffenheffing
Stelpost AR verhoging bijdrage GRD Algemene reserve Algemene reserve
Dekking via
- 21 -