Adviesrapport Accreditatie hbo associate degree- en bachelor opleiding Management Documentaire Informatievoorziening Deeltijd Hogeschool Management Documentaire Informatievoorziening
Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport Accreditatie hbo associate degree- en bachelor opleiding Management Documentaire Informatievoorziening Deeltijd Hogeschool Management Documentaire Informatievoorziening associate degree CROHO nr. 80003 bachelor CROHO nr. 34394
Hobéon® Certificering BV Datum: 15 December 2010 Auditteam: W.L.M. Blomen Dr. G.J. van Bussel Drs. J. Pantjes T.A. Derks Secretaris: Drs. L. Blom-van Veen
INHOUDSOPGAVE DEEL 1
1
1. 1.1. 1.2.
MANAGEMENT SAMENVATTING Integraal advies Samenvattende beoordeling
1 1 1
2.
INLEIDING
5
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
7
4.
VORIGE ACCREDITATIE
DEEL 2
11 13
5.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 1. Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Facet 1.2. Niveau Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie HBO 2. Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Facet 2.3. Samenhang programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Facet 2.8. Beoordeling en toetsing 3. Inzet van personeel Facet 3.1. Eisen HBO Facet 3.2. Kwantiteit personeel Facet 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen Facet 4.1. Materiële voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
13 13 13 17 19 20 20 23 26 28 30 32 33 35 39 39 40 41 43 43 44 46 46 49 50 51 51 53
6.
OORDEELSCHEMA
55
7.
BIJLAGEN BIJLAGE I BIJLAGE II BIJLAGE III BIJLAGE IV
57 59 61 63 71
Programma en gesprekspartners Kwantitatieve gegevens van de opleiding Curricula Vitae en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Werkwijze, beoordelingsprocedure en beslisregels Hobéon
DEEL 1 1.
MANAGEMENT SAMENVATTING
1.1.
Integraal advies
Hobéon Certificering adviseert de NVAO de hbo associate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, verzorgd door Hogeschool Management Documentaire Informatievoorziening, Croho nummers respectievelijk 80003 en 34394 te accrediteren. Dit advies wordt in onderhavig rapport gefundeerd. Algemene gegevens Naam van de instelling: Naam van de opleiding: Varianten van de opleiding: Locatie van de opleidingen:
Hogeschool Management Documentaire Informatievoorziening hbo associate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening deeltijd Woerden
Naam VBI: Datum visitatie: Datum adviesrapport
Hobéon Certificering b.v. 4 november 2010 15 december 2010
Beoordelingskader Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is het ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland’ (14 februari 2003). Samenstelling auditteam Het auditteam bestond uit de volgende personen: W.L.M. Blomen, voorzitter, senior-adviseur en directeur/ mede-eigenaar van Hobéon Groep BV.; Dr. G.J. van Bussel, vak/ werkvelddeskundige, directeur-eigenaar Van Bussel Document Services, Strategisch Informationmanagement; Drs. J. Pantjes, werkvelddeskundige, hoofd projecten en plaatsvervangend hoofd SC-DIV bij het Servicecentrum DIV van de gemeente Utrecht; T.A. Derks, deeltijdstudent Informatie Diensten en Informatie Management (IDM) aan de Haagse Hogeschool; Drs. L. Blom-van Veen, secretaris Hobéon, zelfstandig adviseur kwaliteitszorg.
1.2.
Samenvattende beoordeling
Hobéon Certificering baseert het advies tot accreditatie van de opleiding Management Documentaire Informatievoorziening op de volgende overwegingen: Algemeen beeld De opleiding HMDI heeft een zeer gedreven docententeam dat zich vol enthousiasme inzet om de deeltijdstudenten een opleiding te bieden die beroepsgericht, actueel en van hoge kwaliteit naar studenten- en arbeidsmarkt toe is. De opleiding profileert zich als enige in Nederland die zich bezighoudt met documentaire informatievoorziening. Hierbij wordt duidelijk aantoonbaar aangesloten op de veranderende rol van de Documentaire Informatie Voorziener (DIV’er) van re-actief (het in ontvangst nemen van afgedane documenten en het op verzoek leveren van dossiers) naar pro-actief (adviserend in de inrichting van de informatiehuishouding).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 1
Dit komt tot uiting in het competentieprofiel, in de onderwijsvorm (gericht op de actieve ontwikkeling van competenties) en met name doordat alle docenten een relevante functie in de beroepspraktijk bekleden. Opdrachten aan de studenten reflecteren de ontwikkeling en problemen in het vakgebied. Met behulp van een actieve beroepenveldcommissie (BVC), die als doel heeft een goede aansluiting te realiseren tussen het onderwijsprogramma en de beroepspraktijk, is de opleiding ingesteld en gericht op de beweging in de markt naar de toekomst. Het werkveld en het auditteam herkennen dit profiel in de studenten en in het afstudeerwerk. Studenten zijn tevreden over hun opleiding. Zij zijn vooral positief over de vakkennis van hun docenten en de informatievoorziening via SOD-Online, het intranet van de opleiding. Onderwerp Doelstellingen opleiding: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid: De opleidingsprofielen van de senior medewerker informatiedienstverlening (Ad) en de manager informatiedienstverlening (bachelor) zijn in nauwe samenwerking met de beroepenveldcommissie DIV (SOD-I, SODII en HMDI) tot stand gekomen en sluiten aan bij het internationaal gedefinieerde bachelorniveau. Deelname aan het Landelijk Overleg IDM Opleidingen is ondanks herhaaldelijk verzoek van HMDI nog niet gelukt. De opleiding stelt periodiek (2004 en 2006) een visie vast over de ontwikkelingen in het werkveld. Deze visie wordt gepubliceerd en veelvuldig gebruikt door het werkveld in het positioneren van haar eigen ontwikkeling. De nieuwe visie, die het belang van goede informatievoorziening voor ‘het nieuwe werken’ uiteenzet, wordt eind 2010 gepubliceerd. Twee facetten van onderwerp 1 (“Doelstellingen opleiding”) worden als goed beoordeeld voor deze opleiding, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als ‘extra aantekening’ bij het oordeel gevoegd. Onderwerp Programma: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid: De opleiding biedt een actueel programma en zorgt er op diverse manieren voor dat studenten in een op de praktijk gerichte leeromgeving de kennis en vaardigheden ontwikkelen die zij nodig hebben in de beroepspraktijk en toont een duidelijke samenhang tussen kennis en (beroeps)vaardigheden, tussen theorie en praktijk en tussen het binnenschoolse- en het buitenschoolse deel. De sterke beroepsgerichtheid komt tot uiting in het gebruik van relevante vakliteratuur, docenten die tevens een relevante functie in de praktijk vervullen en de studenten die minimaal 20 uur per week werkzaam zijn binnen het vakgebied. Het auditteam waardeert het leveren van maatwerk door de opleiding waarbij in overleg met de BVC korte cursussen worden ontwikkeld die later in geval van een positieve evaluatie worden opgenomen in het programma van de opleiding. Er zijn geen specifieke domein gerelateerde onderzoeksinstellingen op het gebied van de documentaire informatievoorziening. Wel is de opleiding betrokken bij instellingen die onderzoek doen op het gebied van de archivistiek, door bijvoorbeeld deelname van docenten van de opleiding aan een werkgroep van het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) en doordat een docent de werkgroep leidt die een Nederlandse Praktijk Richtlijn heeft opgezet, die inzicht geeft in de samenhang en overeenkomsten tussen de normen ‘Beveiliging (27000)’, ‘Management (9000)’ en ‘Informatiebeheer (15489)’. Binnen het programma is een duidelijke onderzoekslijn aanwezig, terwijl de bij de opleiding betrokken 22% universitair opgeleide docenten de innovaties van het beroepenveld zichtbaar bij de opleiding binnen brengen. Aansluiting met SOD-I en SOD-II wordt gerealiseerd door de opzet van kerngebieden waardoor een leerlijn met aansluitende leerdoelen gerealiseerd is. Het toetsbeleid bij de opleiding is onder andere gebaseerd op een grote betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de examencommissie bij het toetsen en het beoordelen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 2
Bij de opleiding is de gewijzigde wetgeving reeds geïmplementeerd en de examencommissie is uitgebreid met twee leden die over veel expertise en ervaring beschikken. Studenten geven aan tevreden te zijn over de inhoud van het programma waarin zij duidelijk een opbouw zien in de ontwikkeling van kennis en vaardigheden. Zij vinden wel dat de opleiding voornamelijk op de gemeentelijke overheid gericht is, terwijl de behoefte ook daarbuiten ligt. Zij ervaren de combinatie werk-opleiding-privé weliswaar als zwaar, maar geven tevens aan dat zij hard werken bij de studie vinden horen. Het tegelijkertijd lopen van twee modules wordt als lastig ervaren. Onderwerp Inzet van Personeel: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding zet zeer betrokken personeel in dat een goede verbinding weet te leggen tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Dit wordt door studenten en alumni bevestigd. Docenten werken in deeltijd, twee tot tien dagen per jaar, voor de opleiding en hebben daarnaast allen een relevante functie in de praktijk. Voor de opleiding zijn de netwerken van de docenten van groot belang. Hierdoor hebben de docenten de gelegenheid regelmatig met elkaar en met hun netwerk te overleggen over de materie van informatiemanagement en de ontwikkelingen daarbinnen en de uitkomsten hiervan de opleiding binnen te brengen. Doordat docenten werkzaam zijn in het vakgebied worden zij geconfronteerd met de ontwikkelingen die in het vakgebied gaande zijn en zijn zij vakinhoudelijk goed op de hoogte van de materie die in hun modules onderwezen wordt. Alle facetten van onderwerp 3 (“Inzet van Personeel”) worden als goed beoordeeld voor deze opleiding, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als ‘extra aantekening’ bij het oordeel gevoegd. Onderwerp Voorzieningen: voldoende Het oordeel van het auditteam over beide facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. Veel gebruikte werkvormen bij de opleiding zijn groepsopdrachten en oefeningen. De ruimtelijke en ICT-voorzieningen zijn hierop toegespitst en toereikend. SOD-Online vult een belangrijk deel van de mediatheekfunctionaliteit in door onder andere het beschikbaar stellen van artikelen uit Od (Overheidsdocumentatie, maandblad van de Vereniging SOD) en artikelen uit Informatie Management (een gratis gepubliceerd vakblad). Het systeem van studiebegeleiding is erop gericht dat studenten zelf contact met hun coach opnemen als dat nodig is. Door studenten wordt gewerkt vanuit een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en er wordt door hen een portfolio samengesteld. Jaarlijks vindt er een voortgangsgesprek door de student met zijn mentor plaats. Tijdens de audit geven studenten aan tevreden te zijn over deze werkwijze. De lijnen worden door hen als zeer kort ervaren. De portfolio’s geven een helder beeld van de ontwikkeling van de studenten naar het hbo niveau. De informatievoorziening via SOD-Online, het intranet van de opleiding, is zeer adequaat met het oog op de studievoortgang van de studenten. Ook de koppeling met de cijferadministratie en de via dit systeem door studenten op te vragen ingevulde beoordelingsformulieren worden als zeer bevorderlijk voor de studievoorgang aangemerkt. Eén facet van onderwerp 4 (“Voorzieningen”) wordt als goed beoordeeld voor deze opleiding, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als ‘extra aantekening’ bij het oordeel gevoegd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 3
Onderwerp Interne Kwaliteitszorg: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding hanteert een adequaat integraal kwaliteitszorgsysteem op basis waarvan voortdurend naar verbetering van de opleiding wordt gestreefd. Er worden diverse instrumenten ingezet om de kwaliteit van het onderwijs, de docenten en het eindwerk te borgen. Met belangrijke stakeholders, zoals studenten, medewerkers en beroepenveld vinden regelmatig evaluaties plaats. Alumni zijn voor het eerst in 2010, door middel van een vragenlijst, betrokken bij de kwaliteitszorg van de opleiding. Het auditteam heeft vastgesteld dat er gerichte verbeteracties zijn ondernomen naar aanleiding van de uitkomsten van evaluaties. Fundamentele verbeteracties worden opgenomen in het bedrijfsplan en in het werkplan van de opleidingsmanager. Over de uitvoering van het bedrijfsplan wordt per kwartaal gerapporteerd aan de Raad van Toezicht waarbij zo nodig prioriteiten worden aangepast. Twee facetten van onderwerp 5 (“Interne kwaliteitszorg”) worden als goed beoordeeld voor deze opleiding, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als ‘extra aantekening’ bij het oordeel gevoegd. Onderwerp Resultaten: voldoende Het oordeel van het auditteam over beide facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De afstudeerwerkstukken weerspiegelen, naar het oordeel van het auditteam, in voldoende mate de reikwijdte, het hbo-niveau en de beroepsgeoriënteerdheid van de opleiding. Het auditteam is wel van mening dat uit de rapportages niet altijd duidelijk blijkt voor wie het visiedocument (de opleiding) en voor wie de scriptie (de opdrachtgever) is geschreven. Daarnaast is de traceerbaarheid van puntentoedeling in relatie tot de beoordelingscriteria niet bij alle scripties helder, hoewel het auditpanel wel op dezelfde eindbeoordeling voor de scripties uitkomt. Tot op heden heeft de opleiding nog niet aan de hand van streefcijfers naar het rendement van de opleiding gekeken en heeft dan ook verbeteracties geformuleerd gericht op het vaststellen van een streefcijfer voor het rendement, het verzorgen van betrouwbare rapportages op dit gebied en het vaststellen van een programma om uitval te voorkomen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 4
2.
INLEIDING
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de hbo associate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, verzorgd door Hogeschool Management Documentaire Informatievoorziening, Croho nummers respectievelijk 80003 en 34394. De opleiding wordt aangeboden in de variant deeltijd. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review en de daarbij behorende onderliggende documenten. Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland’ (14 februari 2003). De audit heeft plaatsgevonden op 4 november 2010. Het programma van de audit is opgenomen in Bijlage 1. Het auditteam bestond uit de volgende personen: W.L.M. Blomen, voorzitter, senior-adviseur en directeur/ mede-eigenaar van Hobéon Groep BV.; Dr. G.J. van Bussel, vak/ werkvelddeskundige, directeur-eigenaar Van Bussel Document Services, Strategisch Informationmanagement; Drs. J. Pantjes, werkvelddeskundige, hoofd projecten en plaatsvervangend hoofd SC-DIV bij het Servicecentrum DIV van de gemeente Utrecht; T.A. Derks, deeltijdstudent Informatie Diensten en Informatie Management (IDM) aan de Haagse Hogeschool; Drs. L. Blom-van Veen, secretaris Hobéon, zelfstandig adviseur kwaliteitszorg. De in dit team aanwezige expertise is in onderstaand schema zichtbaar. werkveld voorzitter W.L.M. Blomen, senior-adviseur en directeur/ medeeigenaar van Hobéon Groep BV. vakdeskundige Dr. G.J. van Bussel, directeureigenaar Van Bussel Document Services, Strategisch Informationmanagement werkvelddeskundige Drs. J. Pantjes, hoofd projecten en plaatsvervangend hoofd SC-DIV bij het Servicecentrum DIV van de gemeente Utrecht student T.A. Derks, tweedejaars deeltijd student IDM aan de Haagse Hogeschool secretaris drs. L. Blom-van Veen, zelfstandig adviseur kwaliteitszorg
vak / discipline
x
x
x
x
onderwijs x
kwaliteitszorg /audit x
x
x
studentperspectief
x
x
x
Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certificering er zorg voor gedragen, dat de voor de beoordeling van de opleiding Management Documentaire Informatievoorziening noodzakelijke expertise aanwezig is. Expertise met betrekking tot de onderwijskundige aspecten (i.c. het primaire proces, de ondersteunende processen en de organisatorische context) en expertise met betrekking tot de inhoudelijke aspecten (i.c. het programma in relatie tot het specifieke domein).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 5
De heer Blomen was voorzitter en heeft inmiddels een groot aantal audits in het kader van accreditatie geleid binnen verschillende domeinen. De heer Blomen is sinds 1976 actief in het hoger (beroeps) onderwijs op het gebied van bestuur, strategie en organisatie. Van 1976 tot 1992 in diverse functies bij de HBO-Raad, waaronder die van hoofd van een van de adviesgroepen en plv. secretaris-directeur, en sinds 1992 als senior-adviseur en later directeur en mede-eigenaar van de Hobéon Groep BV. Sinds 1996 is hij tevens werkzaam in de certificering van bedrijven in de monumentenzorg, in het hoger onderwijs en in de sector kunst en cultuur. De heer Blomen heeft tevens als voorzitter opgetreden bij audits in het kader van accreditatie van verschillende IDM opleidingen. De vak- en werkvelddeskundigen, resp. de heren van Bussel en Pantjes hebben zich in hun beoordeling met name gericht op de kwaliteit, actualiteit en relevantie van (i) het richtinggevend domeinspecifieke kader, (ii) de eindkwalificaties, (iii) de programma-inhoud en (iv) de interactie tussen opleiding en werkveld. Bovendien hebben zij de kwaliteit van het personeel en het gerealiseerde niveau beoordeeld. De heer van Bussel studeerde Middeleeuwse Geschiedenis en archiefwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en deed de Opleiding tot Hoger Archiefambtenaar op de Rijksarchiefschool in Den Haag. Hij promoveerde in 2009 aan de Universiteit van Amsterdam op zijn multidisciplinair proefschrift: “Op zoek naar de herinnering... Verantwoordingssystemen, content-intensieve organisaties en performance (Helmond 2009)”. Voor zijn verdiensten voor de ontwikkeling van de markt voor workflow, document en records management in Nederland is hij in 2001 onderscheiden met de NMA Award. Hij heeft diverse functies binnen het vakgebied en het werkveld vervuld. Zo is hij momenteel onder andere docent-onderzoeker Media, Informatie en Communicatie bij de Hogeschool van Amsterdam. Vanaf 1993 is hij directeur-eigenaar van Van Bussel Document Services, Strategisch Informationmanagement. Daarnaast is hij als auditor/ lead auditor betrokken bij het uitvoeren van conformiteitstoetsen van DMS/RMA-applicaties aan NEN 2082 en van organisaties aan NEN-ISO15489. De heer van Bussel heeft veel gepubliceerd op zijn vakgebied De heer Pantjes studeerde achtereenvolgens Sociale - en organisatie psychologie en Geschiedenis aan de Universiteit van Leiden. Hij heeft diverse functies binnen het werkveld bekleed. Zo was hij adviseur en teamleider sectie Record Management a.i. op het Provinciehuis Zuid-Holland in Den Haag (Doxis) en Kwartiermaker en Record Manager a.i. bij het Waterschap Brabantse Delta in Breda (Doxis). Van 2008 tot 2010 vervulde de heer Pantjes de functie van Senior Informatie Specialist bij Doxis Informatiemanagers in Den Haag. Hij was hier onder andere betrokken bij een aantal interne projecten, zoals: ‘Project Wabo’, ‘Project Van analoog naar digitaal’ en ‘Project Informatiemanagement 2.0.’ Vanaf april 2010 is hij hoofd projecten en plaatsvervangend hoofd SC-DIV bij het Servicecentrum DIV van de gemeente Utrecht. De heer Derks is tweedejaars deeltijd student Informatie Diensten en Informatie Management (IDM) aan de Haagse Hogeschool. Hiervoor was de heer Derks zelfstandig theater technicus en heeft ook vanuit die positie ervaren wat het belang van goede informatie voorziening- en management is voor een organisatie. Mevrouw Blom-van Veen is afgestudeerd aan de Vrije Universiteit in Amsterdam (Beleid, Communicatie en Organisatie) en heeft verschillende managementfuncties binnen het bankwezen bekleed. Vanuit haar eigen bedrijf houdt zij zich bezig met organisatieadvies met focus op kwaliteitszorg binnen onder andere het Hoger Beroeps Onderwijs. Zij heeft inmiddels in diverse accreditatietrajecten opgetreden als secretaris. Voor de curricula vitae: zie Bijlage III. Voor de werkwijze, beoordelingsprocedure en beslisregels: zie Bijlage IV.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 6
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
SOD-Opleidingen De Stichting Opleidingen en Examens voor Documentaire Informatievoorziening (SOD) is rond 1975 ontstaan vanuit de Vereniging SOD, een vereniging van vakgenoten uit de documentaire informatievoorziening. In 1995 is vanuit de SOD een nieuwe stichting opgezet die zich richt op de hbo-opleiding Management en Documentaire Informatievoorziening (HMDI). Beide stichtingen kenden oorspronkelijk een eigen bestuur. Vanaf 2002 worden beide stichtingen echter bestuurd door één personele unie. Met ingang van 1 januari 2010 zijn de Stichting HMDI en de Stichting SOD-Opleidingen gefuseerd. Vanaf dat moment wordt de opleiding HMDI verzorgd door SOD-Opleidingen. Met ingang van 1 januari 2010 is de Stichting SODOpleidingen statutair onafhankelijk van de Vereniging SOD. De missie van SOD-Opleidingen is het aanbieden van hoogwaardige opleidingen en kennis op het gebied van informatiemanagement, zodat deelnemers de informatiehuishouding van hun organisaties optimaal kunnen organiseren. SOD-Kenniscentrum wil door de markt erkend worden als hèt kenniscentrum op het gebied van informatiemanagement. Zij stelt zich daarbij vier doelen, te weten: klantentevredenheid; marktbekendheid; medewerkertevredenheid; en financiële soliditeit en onafhankelijkheid. SOD-Opleidingen is een stichting zonder winstoogmerk. Eventuele overschotten vloeien direct terug naar de reserves van de organisatie. Vanuit de reserves worden innovaties in het productaanbod, zowel inhoudelijk als onderwijskundig bekostigd. Naast de opleiding HMDI verzorgt SOD-Opleidingen nog vier andere opleidingen, te weten: SOD-I (basisopleiding voor de medewerker die werkzaam is in de informatievoorziening); SODII (gericht op de senior medewerker van een afdeling informatievoorziening); VVA (Voortgezette Vorming Archiefbeheer, gericht op het beheer van archieven); en BI (Bedrijfskundige Informatica, gericht op het managen van informatie in database- en ERP systemen). De opleidingen SOD-I, SOD-II en HMDI volgen elkaar op in een doorlopende leerlijn. Opgemerkt wordt dat SOD-II sinds de introductie van het hbo associate degree (hbo Ad) opgenomen is in de HMDI bacheloropleiding en daarmee sinds 2005 ook een geaccrediteerde opleiding is. In dit rapport treft u de sssociate degree- en bacheloropleiding HMDI aan. Van document naar informatie Na de in 2004 gepresenteerde visienota ‘Presteren, leren verbeteren’ presenteerde SOD in 2006 haar visie ‘Van document naar Informatie’. Hierin geeft SOD helderheid over de noodzaak van samenwerking van ICT en DIV met betrekking tot informatiebeleid waarbij de functionele (lijn) -, de technische (ICT) - en archieftechnische (DIV) eisen en wensen met elkaar verenigd zijn. De organisatie dient dit informatiebeleid te dragen. De ontwikkeling van informatie als integraal onderdeel van het bedrijfsproces vraagt van de DIV’er organisatiekennis, kennis over de processen en organisatiesensitiviteit. De ontwikkeling van analoog naar digitaal maakt dat een DIV’er zich tevens moet bekwamen in het ICT-vakgebied. Alleen dan kan hij een volwaardige gesprekspartner zijn voor ICT-collega’s en de regie over de informatievoorziening behouden. SOD-Opleidingen speelt daarbij een belangrijke rol door voortdurend haar opleidingsproducten aan te passen aan de actuele ontwikkelingen. Zo wordt er op dit moment gewerkt aan de nieuwe visie die eind 2010 wordt gepubliceerd. In deze nieuwe visie wordt het belang van goede informatievoorziening voor ‘het nieuwe werken’ benadrukt. Uitgangspunt hierbij is dat informatievoorziening breder is dan (officiële) documenten alleen en dat de verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de proceseigenaar.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 7
Opleiding Management Documentaire Informatievoorziening Het aanbieden van de hbo bachelor- en de hbo Ad opleiding als hoogwaardige opleidingen binnen de informatiedienstverlening past binnen de hiervoor uiteengezette missie van SOD. In de eerste twee leerjaren van de vierjarige bacheloropleiding, die de Ad opleiding (SODII) vormen, worden toekomstige senior informatiedienstverleners voorbereid op een functie op tactisch niveau binnen de informatiedienstverlening. Dit houdt in dat zij een vertaalslag leren te maken van het informatiebeleid naar de dagelijkse werkzaamheden van de gebruikersorganisatie. Na voltooiing van de Ad opleiding is een goede doorstroom mogelijk naar het derde en vierde jaar van de bacheloropleiding. In deze laatste twee jaar van de HMDI opleiding worden managers opgeleid die in staat zijn de informatiedienstverlening te managen en daarbinnen te adviseren en te vernieuwen. Zij zijn in staat te denken buiten de gebaande paden om en te fungeren als bruggenbouwer tussen verschillende doelgroepen, zoals gebruikers, managers en andere professionele betrokkenen. De opleiding HMDI, gevestigd aan De Bleek in Woerden, is uniek vanwege het feit dat zij zich als enige in Nederland bezighoudt met documentaire informatievoorziening. Een opleiding die verwant is aan de opleiding HMDI is de IDM opleiding die in Nederland door vier bekostigde instellingen wordt aangeboden. Als oplossing voor de dalende studentenaantallen hebben deze instellingen vaak gekozen voor een combinatie met een andere opleiding. Zo leidt Saxion op tot bachelor of Communication in de beroepen van designer, strateeg, innovator of ondernemer. De Hanzehogeschool besteedt tevens aandacht aan webdesign en aan professioneel schrijven. In de verdiepingsjaren ligt hier het accent, evenals als bij de Haagse Hogeschool, vooral op kennis- en contentmanagement. Bij de Hogeschool van Amsterdam heet de opleiding ‘Media, Informatie en Communicatie’ en bevat vijf uitstroomprofielen. Vier daarvan zijn heel erg gericht op marketing, reclame en media. Tussen genoemde IDM opleidingen is er een landelijk samenwerkingsverband (Landelijk Overleg IDM Opleidingen). HMDI heeft hieraan, ondanks herhaaldelijk verzoek van HMDI, helaas nog niet aan mogen deelnemen. Aandacht voor vernieuwing Door de toenemende behoefte aan informatie in onze maatschappij zal de inrichting van overheid en organisaties steeds meer gebaseerd worden op digitale informatievoorziening. Er ontstaan in de praktijk steeds meer informatievraagstukken in het primaire proces, waar men bezig is met het stroomlijnen van processen en de ontwikkeling van de organisatie. Daarnaast zorgen ook technologische ontwikkelingen, zoals de distributie van documenten over het netwerk en de overname van registratie door scanning ervoor dat de focus komt te liggen op processen in plaats van op het document. Door deze ontwikkelingen wordt de Documentaire Informatie Voorziener (DIV’er) binnen overheid en organisaties steeds meer betrokken bij het primaire proces. Hiermee verandert de rol van de DIV’er van re-actief (het in ontvangst nemen van afgedane documenten en het op verzoek leveren van dossiers) naar pro-actief (adviserend in de inrichting van de informatiehuishouding). Overheid en organisaties hebben dan ook steeds meer behoefte aan nieuwsgierige, klantgerichte, pro-actieve, communicatief vaardige en deskundige informatiespecialisten, zoals informatieadviseurs, accountmanagers en auditors. De HMDI opleiding staat open voor deze transformatie zonder de aandacht voor het huidige werkveld te verliezen. De opleiding besteedt veel aandacht aan het ontwikkelen van bovengenoemde vaardigheden bij haar studenten. Met behulp van de beroepenveldcommissie (BVC), die als doel heeft een goede aansluiting te realiseren tussen het onderwijsprogramma en de beroepspraktijk, is de opleiding ingesteld en gericht op de beweging in de markt naar de toekomst toe. Zie verder facet 1.1.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 8
Samenwerking met het werkveld Het beleid van SOD is erop gericht dat de aansluiting van de eindkwalificaties en het onderwijsprogramma op het beroepenveld bepaald wordt door samenspraak met het relevante beroepenveld. HMDI volgt dit beleid door alleen met docenten te werken die tevens een relevante functie in de beroepspraktijk bekleden. Daarnaast speelt ook de BVC een belangrijke rol bij de actualisering van het curriculum en de aansluiting op het beroepenveld. De BVC van HMDI bestaat uit leden die allen inzicht hebben in de nieuwste ontwikkelingen en trends en werkzaam zijn op strategisch niveau binnen het vakgebied (zie ook facet 1.1). Daarnaast is er het externe panel, bestaande uit een vakinhoudelijke deskundige en een docent of opleidingsmanager van een andere hogeschool, dat jaarlijks door middel van een steekproef de kwaliteit, het niveau en de inhoudelijke relevantie van de afstudeerscripties toetst (Zie ook de facetten 5.1 en 6.1). Studentenpopulatie De opleiding telt op dit moment circa 125 studenten met een gemiddelde leeftijd van 35 jaar die allen werkzaam zijn in het vakgebied (oktober 2010). De studenten volgen de studie naast hun werk, gezin en sociale omgeving, in deeltijd. De opleiding is vaak een verplichting voor de functie en wordt veelal gefinancierd door de werkgever. Het programma De opleiding kent alleen een deeltijdvariant en bestaat in totaal uit 30 modules verdeeld over vier studiejaren. Het eerste jaar van de associate degree (Ad) opleiding vormt een afspiegeling van de totale opleiding. Gedurende dit eerste jaar maakt de student kennis met het vakgebied op beginnend tactisch niveau, terwijl het tweede leerjaar een verdieping en verbreding betreft van het eerste jaar. Na het succesvol afronden van alle modules uit de eerste twee leerjaren beheerst de student de beroepscompetenties van de beginnende senior medewerker informatiedienstverlening en ontvangt hij het hbo Ad getuigschrift. In het derde leerjaar verdiept de student zich op een meer strategisch niveau in het vakgebied, terwijl het vierde jaar in het teken staat van het afstuderen, de proeve van bekwaamheid van de bachelor. Een deel van de modules in het vierde jaar worden gestructureerd aangeboden op strategisch niveau. Na het vierde jaar ontvangt een student, wanneer aan alle eisen voldaan is, het hbo bachelor getuigschrift. De opleiding heeft een beschrijving van het studieprogramma opgenomen in de studiegids HMDI. Zie verder bij facet 2.2.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 9
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 10
4.
VORIGE ACCREDITATIE
De opleiding HMDI is in 2004 gevisiteerd en scoorde op alle onderdelen van het NVAOaccreditatiekader voldoende. De kwalificatie ‘goed’ werd behaald onderwerp 3 (Inzet van Personeel) en voor facet 2.6 (Programma). Aandachtspunten waren:
Beoordelen en toetsen: het auditteam had geconstateerd dat het maken van toetsen en het beoordelen van de uitkomsten ervan in de eerste plaats de verantwoordelijkheid was van de docent die de module zelf verzorgt. Hoewel er toezicht was vanuit het management en de Onderwijs Examen Commissie, was het niet duidelijk dat de betrouwbaarheid, validiteit en objectiviteit van het proces van toetsen en beoordelen hiermee in voldoende mate was gegarandeerd.
Meer aandacht voor alumni: het auditteam had tijdens de audit vastgesteld dat er weliswaar een aanvang was gemaakt met een alumnivolgsysteem, maar dat alumni nog niet actief participeerden bij de interne kwaliteitszorg of het vaststellen van de resultaten.
Op 30 september 2010 heeft de tweejaarlijkse interne audit aan de hand van een zelfevaluatie volgens het INK model plaatsgevonden. Dit resulteerde in o.a. de volgende sterke punten en verbeterpunten: Sterke punten: Het oppakken en waarderen van verbeterideeën door de leiding. Het aandragen van verbeteringen is inmiddels een cultureel verschijnsel van het werken bij de opleiding; De grote betrokkenheid bij de vaste medewerkers; Vanuit het management wordt voortdurend gewerkt aan het binden van het personeel aan de organisatie. Zo hebben alle medewerkers bijvoorbeeld de beschikking over een laptop of smartphone en worden werktijden in overleg ingevuld. Verbeterpunten: Het uitvoeren van meer zogenaamde ‘in-proces metingen’ om de tevredenheid bij studenten over de geleverde prestaties te meten; Nagaan wat de klanten van de producten en diensten verwachten en in hoeverre hier het beste op geantwoord kan worden; Het vinden van een balans tussen individuele vrijheid van werken en doelmatige samenwerking. Aandachtspunten en verbeterpunten naar aanleiding van de visitatie in 2004 en de zelfevaluaties volgens het INK model zijn opgenomen in de bedrijfsplannen, zodat de uitvoering geborgd wordt in de jaarlijkse procesgang. Zie facet 5.2.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 11
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 12
DEEL 2 OORDEEL OP FACETNIVEAU 5.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER
1.
Doelstellingen opleiding
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Opleidingsprofiel en wijze van totstandkoming Het auditteam is op basis van de gevoerde gesprekken en de documentatie van mening dat de opleiding zich op transparante wijze verantwoordt over de totstandkoming van de opleidingsprofielen van de senior medewerker informatiedienstverlening (Ad) en de manager informatiedienstverlening (bachelor) in nauwe samenwerking met de beroepenveldcommissie DIV (SOD-I, SODII en HMDI). Deelname aan het Landelijk Overleg IDM Opleidingen is ondanks herhaaldelijk verzoek van HMDI nog niet gelukt. Zoals in hoofdstuk 3 is aangegeven heeft de BVC DIV het doel de aansluiting te realiseren van het onderwijsprogramma van de opleiding op de beroepspraktijk en daarbij de afstemming te waarborgen tussen de opleiding en de praktijk van het beroepenveld. Tijdens de audit werd deze werkwijze door de leden van de BVC bevestigd. Tevens werd benadrukt dat afgestudeerden van HMDI in staat zijn in de praktijk de noodzakelijke omslag van het werken in de zogenaamde papieren omgeving naar het functioneren in de huidige - en toekomstige hybride omgeving van informatievoorziening te maken. Ook tonen zij in staat te zijn om medewerkers die nog vanuit de papieren omgeving werken te begeleiden naar de toekomstige functies toe. Hiermee onderscheiden zij zich duidelijk van de IDM afgestudeerden die voornamelijk gericht zijn op (digitale) informatievoorziening; Senior medewerker informatiedienstverlening (Ad): De senior medewerker informatiedienstverlening (DIV) is werkzaam binnen de documentaire informatievoorziening, waarbij de taken vooral liggen op tactisch niveau en een vertaalslag wordt gemaakt van beleid naar dagelijkse werkzaamheden. Hij verzorgt, afhankelijk van de grootte van de organisatie, het applicatiebeheer van de systemen die DIV gebruikt; beheert het RMA; onderhoudt de dagelijkse relaties met de interne klanten; borgt de kwaliteit van de werkzaamheden en stuurt de medewerkers functioneel aan; en draagt er zorg voor dat de archieven worden opgeslagen en beheert conform de wet- en regelgeving. Afhankelijk van de grootte van organisaties kan er sprake zijn van specialisatie van de functie senior medewerker. De opleiding onderscheidt vier kerntaken voor de senior medewerker informatiedienstverlening: 1. Zorg dragen voor efficiënt en effectief structureren, ordenen, toegankelijk maken en beheren van informatie. 2. Coördineren van werkzaamheden. 3. Beheren van informatiesystemen. 4. Verzorgen van account- en relatiemanagement.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 13
De opleiding heeft deze kerntaken vervolgens uitgewerkt door per kerntaak een nadere beschrijving te geven van proces; rol/verantwoordelijkheden; complexiteit; betrokkenen; hulpmiddelen; kwaliteit van proces en resultaat; en keuzes en dilemma’s. Uit deze vier kerntaken zijn vervolgens 14 beroepscompetenties afgeleid: Beroepscompetenties
De senior medewerker DIV is in staat op adequate wijze 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Informatie te organiseren Overdracht van (documentaire) informatie te realiseren Procesanalyse uit te voeren Systemen te beheren en gebruikers daarvan te instrueren en te ondersteunen Werkzaamheden van de afdeling en van projecten te coördineren Eigen werkzaamheden te plannen Collega’s te motiveren en een werkrelatie mee op te bouwen Te adviseren Klantgericht te handelen Te rapporteren over de werkzaamheden van de afdeling Om te gaan met problemen Schriftelijk en mondeling te communiceren Zorg te dragen voor kwaliteit Samen te werken
Kerntaken 1 2 3 x x x x x x x x x x x x x x x
x x x x
x x x x
4
x x x x x x x x
Iedere beroepscompetentie is verder uitgewerkt naar beheersingscriteria gericht op het proces en beoogde resultaten. Manager Informatiedienstverlening (bachelor) De informatiemanager is in staat de informatiedienstverlening te managen, te vernieuwen en erover te adviseren. Dit houdt in dat hij over competenties beschikt die gericht zijn op de wijze waarop informatieprocessen dienen te worden beheerd. Daarnaast leidt de informatiemanager verbeterprocessen en treedt hij op als manager en/of adviseur van het organisatieonderdeel dat de belangrijkste kennis- en verantwoordingsbronnen binnen de organisatie inricht en beheert. De manager informatiedienstverlening heeft kennis van organisatiekunde en zet deze in bij besluitvormingsprocedures binnen de organisatie. Hij is in staat te denken buiten de gebaande paden om en te fungeren als bruggenbouwer tussen verschillende doelgroepen, zoals gebruikers, managers en andere professionele betrokkenen. De 1. 2. 3. 4.
opleiding onderscheidt vier kerntaken voor de manager informatiedienstverlening: Beschikbaar maken van informatie voor zowel intern als extern gebruik. Managen en aansturen van een afdeling. Coördineren en beheren van informatieprocessen. Adviseren over informatiedienstverlening.
Ook voor de functie van manager informatiedienstverlening heeft de opleiding de kerntaken uitgewerkt door per kerntaak een nadere beschrijving te geven van proces; rol/verantwoordelijkheden; complexiteit; betrokkenen; hulpmiddelen; kwaliteit van proces en resultaat; en keuzes en dilemma’s. Uit deze vier kerntaken zijn vervolgens 14 beroepscompetenties afgeleid:
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 14
Beroepscompetenties
De manager informatiedienstverlening is in staat op adequate wijze 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Omgevingsfactoren en ontwikkelingen in de markt te signaleren en toe te passen binnen de organisatie Verandermanagement en adviesvaardigheden toe te passen Managementvaardigheden toe te passen Het proces rondom informatie te beheren Informatietalen, ICT, recordmanagement en record keeping systems toe te passen De goede, geordende en toegankelijke staat van de documentaire informatievoorziening te bewaken Processen, procesanalyse, procesbeschrijving en herdefiniëring van processen in te richten Problemen te identificeren en flexibel en competent te handelen in complexe en uiteenlopende situaties Operationele onderzoekstechnieken toe te passen en te gebruiken Het effect van eigen handelen te onderkennen, zowel intern als extern Pro-actief en responsief te denken en te handelen Interdisciplinair samen te werken en projecten en werkzaamheden te coördineren Zorg te dragen voor kwaliteit van informatiebeheer en dienstverlening Zich schriftelijk en mondeling uit te drukken
Kerntaken 1 2 3 x x x
4 x x
x x x x x
x
x
x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x
x x
x x
x x
Ook hier is iedere beroepscompetentie verder uitgewerkt naar beheersingscriteria gericht op het proces en beoogde resultaten. Actualisering profiel Zoals hiervoor is aangegeven speelt de BVC DIV een belangrijke rol bij de actualisering van het curriculum en de aansluiting op het beroepenveld. Dit doet zij door de directeur en opleidingsmanagers te informeren en te adviseren. De beroepenveldcommissie heeft hiertoe drie concrete taken: 1. Informeren over actuele ontwikkelingen in het werkveld en het beroep; 2. Adviseren over de toepasbaarheid van het beroepsprofiel (op basis van ontwikkelingen in het werkveld en beroep en de eigen ervaring en visie); 3. Adviseren over de aansluiting van het onderwijsprogramma op het beroepsprofiel op actuele ontwikkelingen in het beroepenveld. De BVC DIV (SOD-I, SODII en HMDI) bestaat uit 6-12 vooraanstaande beoefenaren van het vak die in principe voor een periode van 3 jaar worden benoemd. Zij overlegt 2 keer per jaar met de directeur en opleidingsmanager. De directeur (voorzitter) stelt de agenda op en nodigt de leden van de beroepenveldcommissie en de opleidingsmanagers uit voor de vergadering. Van deze vergadering wordt een verslag gemaakt. De opleidingsmanagers bespreken de uitkomsten van deze halfjaarlijkse bijeenkomsten met hun kerndocenten en module-eigenaren en maken concrete afspraken over de nodige verbeteringen van het onderwijsprogramma. De opleidingsmanagers maken voor iedere volgende vergadering bekend wat er gebeurd is met de uitkomsten van het voorgaande overleg. In de beroepenveldcommissie hebben naar de mening van het auditteam representatieve vertegenwoordigers vanuit het werkveld van de opleiding HMDI zitting. Zij zijn werkzaam op strategisch niveau en hebben inzicht in de nieuwste ontwikkelingen binnen het vakgebied. Het auditteam is wel van mening dat er ook een senior medewerker informatiedienstverlening aan de commissie toegevoegd dient te worden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 15
Uit de verslagen van overleggen en de gesprekken tijdens de audit blijkt dat de beroepenveldcommissie tevreden is over de opleidingscompetenties van de senior medewerker informatiedienstverlening (Ad) en de manager informatiedienstverlening (bachelor). Zoals in hoofdstuk 3 is aangegeven stelt de opleiding periodiek (2004 en 2006) een visie vast over de ontwikkelingen in het werkveld. Deze visie wordt gepubliceerd en veelvuldig gebruikt door het werkveld in het positioneren van haar eigen ontwikkeling. De nieuwe visie, die het belang van goede informatievoorziening voor ‘het nieuwe werken’ uiteenzet, wordt einde 2010 gepubliceerd. De beginnende beroepsbeoefenaar Het auditteam is op grond van bovenstaande en op basis van hetgeen het heeft vernomen en gezien tijdens de audit van mening, dat de eindcompetenties van de opleiding aansluiten bij het niveau van een startende senior medewerker informatiedienstverlening (Ad) en bij een startende manager informatiedienstverlening (bachelor). Tijdens de audit werd door de leden van de beroepenveldcommissie aangegeven dat zij hun medewerkers zelfs doelbewust naar HMDI sturen vanwege het feit dat de opleiding laat zien zich bewust te zijn van de transformatie die in het werkveld plaatsvindt. Dit houdt in dat studenten opgeleid worden vanuit het authentieke werken naar de toekomstige functies in een hybride werkomgeving toe. De leden benadrukken dat ze het belangrijk vinden dat HMDI zich er als opleider ook bewust van is dat men in het werkveld nog te maken heeft met een ‘papieren erfenis’ waar nog veel werk aan verbonden is. Daarnaast zijn de ontwikkelde noodzakelijke communicatieve vaardigheden, zoals onderhandelen, presenteren, discussiëren met klanten en reflecteren, duidelijk herkenbaar aanwezig bij afgestudeerden van HMDI. Internationalisering De opleiding is vooral gericht op de Nederlandse context vanwege het feit dat er in Nederland veel medewerkers in de informatiedienstverlening werkzaam zijn en dit in vergelijking met andere landen een specialisme is geworden. Daarbij komt dat de opleiding voornamelijk gericht is op functies bij de Nederlandse overheid, terwijl men in het buitenland gericht is op het bedrijfsleven. Wel worden er seminars gevolgd met internationale opleidingen. Ook is er in samenwerking met de Katholieke Hogeschool Leuven in 2008 en 2009 een leergang van 12 dagen verzorgd. Daarnaast zijn er internationale onderdelen opgenomen in het programma (zie facet 2.2).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 16
Facet 1.2. Niveau Bachelor
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Toetsing van de eindkwalificaties aan de Dublin Descriptoren De opleiding heeft het niveau van de opleidingscompetenties gebaseerd op de Dublin Descriptoren. Hiertoe is door middel van een overzicht de relatie weergegeven tussen de competenties van de senior medewerker informatiedienstverlening (Ad) en de Dublin Descriptoren. Dit is eveneens gedaan om de relatie tussen de competenties van de manager informatiedienstverlening (bachelor) en de Dublin Descriptoren weer te geven; Relatie tussen de competenties van de senior medewerker informatiedienstverlening en de Dublin Descriptoren: Ad
Kennis en inzicht
Toepassen kennis en inzicht
Een afgestudeerde van het Ad programma in de hbo bachelor heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op algemeen voortgezet onderwijs, functioneert doorgaans op een niveau van gevorderde leerboeken, heeft een kennisondergrond voor een beroepenveld of een beroep, voor persoonlijke ontwikkeling en voor verdere studie om de eerste cyclus (bachelor) af te ronden. Een afgestudeerde van het Ad programma in de hbo bachelor is aantoonbaar in staat om kennis en inzicht in beroepsmatige context toe te passen en een professionele benadering van zijn werk of beroep te laten zien.
Competenties senior medewerker informatiedienstverlening Informatie te organiseren (1) Overdracht van informatie te realiseren (2) Procesanalyse uit te voeren (3)
Oordeelsvorming
Leervaardigheden
Communicatie
Een afgestudeerde van het Ad programma in de hbo bachelor heeft de vaardigheid om gegevens te identificeren en te gebruiken, teneinde een respons te bepalen met betrekking tot duidelijk gedefinieerde, concrete en abstracte problemen. Een afgestudeerde van het Ad programma in de hbo bachelor bezit de leervaardigheden om een vervolgstudie die een zekere mate van autonomie vraagt, aan te gaan. Een afgestudeerde van het Ad programma in de hbo bachelor kan communiceren met gelijken, leidinggevenden en cliënten over begrip, vaardigheden en werkzaamheden.
Werkzaamheden van de afdeling en van projecten te coördineren (5) Collega’s te motiveren en een werkrelatie mee op te bouwen (7) Systemen te beheren en gebruikers daarvan te instrueren en te ondersteunen (4) Eigen werkzaamheden te plannen (6) Rapporteren over de werkzaamheden van de afdeling (10)
Omgaan met problemen (11) Zorg te dragen voor kwaliteit (13)
Te adviseren (8) Klantgericht te handelen (9) Communiceren (12) Samen te werken (14)
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 17
Relatie tussen de competenties van de manager informatiedienstverlening en de Dublin Descriptoren: Bachelor Kennis en inzicht
Toepassen kennis en inzicht
Oordeelsvorming
Leervaardigheden
Communicatie
Een afgestudeerde van de vierjarige bachelor opleiding heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enig aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. Een afgestudeerde van de vierjarige bachelor opleiding heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. Is in staat om zijn kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. Een afgestudeerde van de vierjarige bacheloropleiding is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Een afgestudeerde van de vierjarige bacheloropleiding bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veranderstelt aan te gaan. Een afgestudeerde van de vierjarige bacheloropleiding is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten.
Competenties manager informatiedienstverlening Zorg dragen voor het beleid rondom informatiebeheer en dienstverlening (13) Beheren van het proces rondom informatie (4) Bewaken goede, geordende en toegankelijke staat van de documentaire informatievoorziening (6)
Signaleren omgevingsfactoren en ontwikkelingen in de markt en toepassing hiervan binnen de organisatie (1) Interdisciplinair samen te werken en projecten en werkzaamheden te coördineren (12) Toepassen informatietalen, ICT, recordmanagement en recordkeepingsystems (5)
Operationele onderzoekstechnieken toepassen en gebruiken (9)
Toepassen management vaardigheden (3) Problemen te identificeren en flexibel en competent te handelen in complexe situaties (8) Toepassen adviesvaardigheden (2) Proactief en responsief denken en handelen (11) Zich schriftelijk en mondeling uitdrukken (14)
Hiermee sluiten de eindkwalificaties van zowel de associate degree- als de bacheloropleiding HMDI op een goed herleidbare wijze aan bij de algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 18
Facet 1.3. Oriëntatie HBO
De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist is of dienstig is
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op de overweging, dat de in facet 1.3 benoemde aspecten volledig in facet 1.1 aan de orde zijn geweest en het oordeel derhalve identiek is.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 19
2.
Programma
Facet 2.1. Eisen HBO
Kennisontwikkeling van studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Kennisontwikkeling Het auditteam heeft geconstateerd dat via vakliteratuur en de verschillende manieren waarop studenten en docenten in contact zijn met het werkveld de kennisontwikkeling van studenten goed geborgd is. Vakliteratuur Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding HMDI voor de kennisontwikkeling van de studenten gebruik maakt van actuele en relevante (vak)literatuur. De overwegend Nederlandse literatuur is vaak gebaseerd op internationale methoden en managementstijlen. Zo komen bijvoorbeeld in de modules met betrekking tot het managen van projecten ook Prince II en Earned Value Analysis aan bod en vindt het recordmanagement zijn oorsprong in Australië. Daarnaast worden de studenten via de nieuwsbrief op SOD-Online, de virtuele school, continu op de hoogte gehouden van internationale literatuur en congressen op het vakgebied. Tevens wordt tijdens de lessen veelvuldig gebruik gemaakt van (Engelstalige) artikelen en internetsites. Via SOD-Online is er toegang tot de digitale bibliotheek met artikelen op het vakgebied en zijn er ‘linken’ naar een groot aantal Nederlandse- en internationale werken. Interactie van studenten en docenten met het werkveld Het auditteam heeft geconstateerd dat studenten en docenten van de opleiding HMDI continu in contact zijn met het werkveld, waardoor de ontwikkeling van kennis en beroepsvaardigheden door de studenten goed geborgd is. Studenten HMDI zijn voortdurend in contact met de beroepspraktijk, doordat een toelatingseis van de opleiding is dat zij minimaal 20 uur per week werkzaam zijn binnen het vakgebied. Doordat alle docenten van HMDI tevens een relevante functie in de praktijk vervullen, zorgen zij ervoor dat het programma actueel is en blijft. De interactie van studenten met het actuele werkveld vindt tevens plaats doordat de opdrachten van de opleiding de ontwikkeling en problemen in het vakgebied reflecteren. Zo houden studenten bijvoorbeeld als voorbereiding op hun rol als adviseur bij veranderprocessen gedurende module 1.1 in groepjes interviews over de structuur en cultuur bij de organisatie van één van de studenten. Als afronding van de modules 1.3, 2.1 en 3.5 analyseren studenten in koppels de overeenkomsten en verschillen tussen twee organisaties op het gebied van ICT strategievorming en –organisatie, de inrichting van het ICT Beheer en de organisatie van de ICT functie. Hierbij worden relaties gelegd naar actuele thema’s zoals informatiearchitectuur, service management en informatie management. Als afstudeeropdracht (module 4.4) werkt de student zelfstandig aan de uitwerking van een voor het beroep relevant vraagstuk, toegepast in de (eigen) werksituatie. De student formuleert daartoe zelf een opdracht en na goedkeuring door de praktijk en de opleiding gaat de student zelfstandig en planmatig aan de slag.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 20
De student zoekt zelfstandig in diverse bronnen naar achtergrondinformatie en formuleert aan de hand daarvan een visie op het vakgebied. Ter afronding van deze opdracht maakt de student een schriftelijke rapportage, gericht op de opdrachtgever, die mondeling gepresenteerd wordt aan een fictief managementteam. Actualiteit van het programma Door de diverse contacten met - en de hoge betrokkenheid van het werkveld zorgt de opleiding HMDI ervoor dat het programma actueel is en blijft. Het auditteam heeft geconstateerd dat de BVC van de opleiding 2 keerper jaar bijeenkomt en dat er gediscussieerd wordt over relevante onderwerpen. Er wordt er onder andere gediscussieerd over de ontwikkelingen in het werkveld en de consequenties daarvan voor de beroepsprofielen en de opleiding. Zo wordt in november 2010 het profiel van de senior medewerker informatiedienstverlening opnieuw vastgesteld. Op dit moment is de opleiding met de BVC in overleg over de ‘andere, dienstbare overheid’ en wat dit voor gevolgen heeft voor de DIV’er die hiermee aan de slag gaat. Dit heeft in eerste instantie geleid tot maatwerk in de vorm van een korte cursus die later ingeval van een positieve evaluatie wordt opgenomen in het programma van HMDI. Dit geldt ook voor de cursus Auditing voor DIV en de keuzemodule Business Intelligence die ontwikkeld zijn op basis van informatie verkregen van de gemeente Zoetermeer. Het auditteam waardeert deze wijze van leveren van maatwerk door de opleiding zeer. Ook heeft het auditteam gezien en gehoord dat er veel afstemming is tussen docenten van de opleiding en dat er sprake is van een goed werkend mechanisme. Doordat alle docenten tevens in het beroepenveld werkzaam zijn, is er een structurele koppeling van het onderwijs met de praktijk. Docenten hebben in een aantal gremia overleg over de inhoud van het programma, wat voortdurend leidt tot aanpassingen en vernieuwing van de lesstof. De opleiding werkt hiertoe met kerngebieden. Dit zijn breed afgebakende vakgebieden zoals bijvoorbeeld management en organisatie, ICT, vaardigheden. Iedere kerndocent heeft als specialist een kerngebied onder zijn hoede. Vanuit die rol overlegt hij minimaal 1 keer per jaar met zijn module-eigenaren over de ontwikkelingen in het betreffende kerngebied en de hieruit voortvloeiende aanpassingen van het lesmateriaal van de diverse niveaus (mbo, hbo Ad, hbo Ba). Tevens heeft hij vier keer per jaar overleg met de opleidingsmanager over de opzet van de opleiding, de resultaten en de ontwikkelingen in het vakgebied. De module-eigenaar heeft jaarlijks minimaal 1 keer overleg met zijn docenten over de evaluatie van de lessen, studieresultaten, ontwikkelingen en vernieuwingen. Tevens is er minimaal 1 keer per jaar overleg tussen module eigenaren onderling en tussen kerndocenten onderling. Het auditteam heeft de notulen van de diverse gremia bestudeerd en geconstateerd dat er gediscussieerd wordt over relevante onderwerpen, zoals de uitkomsten van evaluaties en suggesties ter verbetering van modules en inhoudelijke opdrachten. SOD-Opleidingen heeft (nog) geen lectoraat. Wel is in de visie gedefinieerd dat SODOpleidingen zich wil positioneren als kenniscentrum. Dat heeft geleid tot de opzet van een digitale bibliotheek in SOD-Online, het virtueel schoolgebouw van SOD-Opleidingen. Naast de informatievoorziening over de opleiding op het gebied van bijvoorbeeld modules, cijfers en procedures, wordt er op SOD-online een kalender bijgehouden van bijeenkomsten op het gebied van informatiemanagement. Daarnaast worden er bijna dagelijks nieuwsberichten geplaatst die over het vakgebied gaan. Tevens biedt het de mogelijkheid van een discussieforum waarvan regelmatig gebruikt wordt gemaakt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 21
Er zijn geen specifieke domein gerelateerde onderzoeksinstellingen op het gebied van de documentaire informatievoorziening. Wel is de opleiding betrokken bij instellingen die onderzoek doen op het gebied van de archivistiek. Zo is met het Nationaal Archief in de afgelopen jaren lesmateriaal ontwikkeld met betrekking tot internationale wet- en regelgeving op het gebied van het zogenaamde ‘e-depot’. Daarnaast is de opleiding vertegenwoordigd in de werkgroep van het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) waarin wordt gewerkt aan internationale normen met betrekking tot onder andere Informatiebeheer (NEN/ISO 15489), Recordmanagementfunctionaliteiten (NEN/ISO 2082) en Metadata (NEN/ISO 23081). Ook heeft een docent van de opleiding de werkgroep geleid die een Nederlandse Praktijk Richtlijn heeft opgezet die inzicht geeft in de samenhang en overeenkomsten tussen de normen ‘Beveiliging (27000)’, ‘Management (9000)’ en ‘Informatiebeheer (15489)’. Een kerndocent heeft samen met vertegenwoordigers van het Landelijk overleg van provinciale Archiefinspecteurs (LOPAI), het Werkverband Gemeentelijke Archiefinspectie (WGA) en Het Expertise Centrum (HEC) deelgenomen aan de werkgroep die betrokken was bij het ontwikkelen van RODIN (Referentiekader Opbouw Digitaal Informatiebeheer). Tot slot is een docent projectleider van De Baseline, onderdeel van het Programma Informatie op Orde. De Baseline is het rijksbrede normenkader voor informatiebeheer, een kwaliteitsinstrument om te kunnen voldoen aan de Archiefregeling 2009. Beroepsvaardigheden Het auditteam heeft geconstateerd dat het programma de ontwikkeling van de beroepsvaardigheden van de studenten waarborgt en dat het aantoonbare verbanden heeft met de actuele beroepspraktijk. De opleiding sluit aan bij de ontwikkeling in het werkgebied van het traditionele werken (post verwerken en archiveren) naar het nieuwe werken dat gericht is op informatiemanagement in een hybride omgeving door onder andere bij het vak Recordsmanagement excursies te verzorgen naar het moderne bestuursarchief van de gemeente Den Haag. Veel studenten werken nog in de traditionele situatie en leren veel van de vergelijking die ze hierbij moeten maken met het archief in hun eigen organisatie. Studenten willen graag mee met de ontwikkelingen. Tijdens de audit meldde een student nog werkzaam te zijn in een traditioneel archief waar op dit moment een automatiseringsverandering gaande is en hij zijn functie daadwerkelijk ziet veranderen van mbo- naar hbo-niveau. Vaak fungeren casussen, al dan niet door studenten uit hun eigen praktijk ingebracht, en artikelen als eyeopener bij studenten. Door middel van een SWOT confrontatie matrix bij het vak Bedrijfskunde trachten studenten grip te krijgen op hun eigen situatie bij bijvoorbeeld de belastingdienst of de NS. Ook SODOpleidingen wordt op deze manier door studenten geanalyseerd. Het auditteam is van mening dat de opleiding zorgt voor een goed evenwicht in het programma tussen het traditionele werken en de recente ontwikkelingen die in de beroepspraktijk spelen. Vanwege het feit dat de ontwikkelingen erg hard gaan vindt het auditteam wel dat de beroepsprofielen jaarlijks geëvalueerd en zo nodig aangepast dienen te worden. Oordeel studenten Tijdens de audit bevestigen studenten de op de praktijk gerichte werkwijze van de opleiding. Volgens hen zijn de casussen wel voornamelijk op de gemeentelijke overheid gericht, terwijl de behoefte ook daarbuiten ligt. Er wordt overigens wel literatuur behandeld die gericht is op het bedrijfsleven. Uit alumnionderzoek in 2010 blijkt dat 75,6% van de alumni van de afgelopen 2 jaar van mening is dat de opleiding goed aansluit bij de beroepspraktijk. Ook vindt 75,6% van hen dat het studiemateriaal up to date is, terwijl 71,4% vindt dat de studieopdrachten nauw gekoppeld zijn aan de praktijk.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 22
Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma
Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Concretisering eindkwalificaties Zoals in facet 2.1 is aangegeven is het auditteam van mening dat HMDI aandacht schenkt aan de actualisering van het competentieprofiel en het opleidingsprogramma. In facet 1.1 is aangegeven dat de geformuleerde beroepscompetenties zijn uitgewerkt naar beheersingscriteria. De beheersingsindicatoren zijn vervolgens door de opleiding doorvertaald naar de leerdoelen per module. De opleiding laat door middel van een matrix per kerntaak de relatie zien tussen de eindcompetenties, de leerdoelen, de modules, de lesinhoud en de toetsing. Hieruit blijkt dat de modules de studenten voorbereiden op alle eindkwalificaties. De opleiding geeft aan de huidige matrix nog verder aan te willen scherpen om tot een nog transparanter overzicht te komen. Vertaling van de eindkwalificaties naar niveaus en leerdoelen HMDI maakt onderscheid in het behalen van competenties op twee niveaus, te weten het hbo Ad niveau voor de senior medewerker informatiedienstverlening te behalen na twee jaar en het hbo bachelor getuigschrift voor de manager informatiedienstverlening te behalen na vier jaar. Voor beide niveaus heeft de opleiding de competenties uitgewerkt naar beheersingscriteria gericht op het proces en op het resultaat. Zoals hierboven is aangegeven zijn de beheersingsindicatoren door de opleiding doorvertaald naar de leerdoelen per module. Uit de diverse modulewijzers die het auditteam heeft ingezien blijkt dat de leerdoelen en de criteria voor het niveau van beheersing voor alle betrokkenen duidelijk zijn beschreven. In zijn praktijkwerkverslag reflecteert de student op verworven competenties en het niveau van zijn competentiegroei. In het tweede jaar toont hij via de ‘proeve van bekwaamheid’ aan dat hij daadwerkelijk in staat is om alle beroepstaken van een beginnend senior medewerker informatiedienstverlening uit te voeren. Dit doet hij in het vierde jaar ook, maar dan om aan te tonen dat hij in staat is om alle beroepstaken van een beginnend manager informatiedienstverlening uit te voeren Het programma Het auditteam is van mening dat de opbouw van het huidige curriculum de student in staat stelt de eindkwalificaties te behalen. Het auditteam waardeert de wijze waarop de opleiding de actuele ontwikkelingen, onder andere door het leveren van maatwerk, doorvertaalt en operationaliseert in het onderwijsprogramma. Balans theorie – praktijk In het onderwijsaanbod binnen de HMDI is onderscheid gemaakt in zeven kerngebieden, die vervolgens weer ingedeeld zijn in drie groepen: 1. Vakinhoudelijk: Recordmanagement, Information Retrieval, Informatietechnologie en Informatiemanagement; 2. Ondersteunend: Management en Organisatie en Vaardigheden; 3. Interdisciplinair: Praktijkwerkervaring, Studieloopbaanbegeleiding en de Proeve van bekwaamheid.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 23
De vakinhoudelijke kerngebieden beslaan 35% van het programma en vormen het unieke van de opleiding. Zij zijn specifiek gericht op het verwerven van kennis over het beroep. De ondersteunende kerngebieden hebben betrekking op de vaardigheden en houdingsaspecten van het beroep. Zij beslaan 20% van het programma. In de interdisciplinaire kerngebieden, 45% van het programma, komt tot uiting dat de student de geleerde competenties in samenhang beheerst. Zoals aangegeven, werkt de student gedurende de opleiding minimaal 20 uur per week in de relevante beroepspraktijk. De opleiding is verdeeld over vier studiejaren. Dit houdt in dat de eerste twee jaar de associate degree opleiding beslaat en de student hierin kennis maakt met het vakgebied op beginnend tactisch niveau, terwijl het tweede jaar een verdieping en verbreding betreft van de modules van het eerste jaar. Als afsluiting van het tweede jaar laat de student tijdens de proeve van bekwaamheid zien dat hij in groepsverband een zelfgekozen project kan uitvoeren, waarbij hij de aangeboden stof van de afgelopen twee jaar geïntegreerd kan toepassen op tactisch niveau en ontvangt als bewijs hiervan het hbo Ad getuigschrift. In het derde jaar vindt de verdieping plaats naar meer strategisch niveau, gaat de student op een driedaagse werkconferentie en werkt in een groep aan de uitwerking van een probleem op zijn werkplek. Met de proeve van bekwaamheid toont de student in het vierde jaar aan dat hij de competenties van de startende manager informatiedienstverlening heeft behaald en ontvangt hij het hbo bachelor getuigschrift. In dit jaar worden tevens nog een aantal modules op strategisch niveau aangeboden. Ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden Het auditteam heeft kennisgenomen van de onderzoeksleerlijn in het programma en is van mening dat deze de studenten voldoende voorbereid op het afstudeeronderzoek in het vierde studiejaar. De opleiding maakt de onderzoeksleerlijn expliciet door in een schema per fase (propedeuse, hoofdfase (Ad) en afstudeerfase) de relatie uiteen te zetten tussen de te verwerven onderzoeksvaardigheden, de proceskenmerken, de productkenmerken en de betreffende module in het programma waarin hieraan gewerkt wordt. Hiertoe zijn allereerst de onderzoeksvaardigheden onderscheiden in deelvaardigheden: oriënteren, richten, plannen, ontwerpen, verzamelen, analyseren en concluderen, rapporteren en presenteren. Vervolgens zijn de proceskenmerken van deze vaardigheden op drie beheersingsniveaus, corresponderend met de drie fases in het programma, weergegeven. De niveaus betreffen de mate van complexiteit van de problemen waar de student in de betreffende fase van het programma aan moet werken. Zo wordt de onderzoeksvaardigheid ‘oriënteren’ als volgt in niveaus onderscheiden: Niveau 1: oriënteert met behulp van de docent op het probleem Niveau 2: oriënteert samen met studenten op het probleem Niveau 3: oriënteert zich zelfstandig op het probleem Als voorbeeld geldt de uitwerking van de onderzoeksvaardigheden die aan de orde komen in module 2.6 Recordkeeping in het tweede studiejaar van het programma:
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 24
Vaardigheden Oriënteren Plannen Verzamelen Analyseren Rapporteren
Hoofdfase (waaronder Ad) meer complexe problemen in de beroepspraktijk Proceskenmerken ‐ kiest met behulp van de docent een praktijkprobleem ‐ weet dit probleem op geschikte wijze te verkennen ‐ weet de juiste theorie met het probleem te verbinden ‐ kiest met de docent de meest geschikte vorm van dataverzameling ‐ is in staat om voorgestructureerde data te analyseren ‐ weet de data op de juiste wijze te interpreteren ‐ is in staat de juiste conclusies te trekken ‐ is in staat een goed onderzoeksverslag op te stellen
Productkenmerken - Beschrijving situatie - Verslagbronnenonderzoek - Geanalyseerde en geïnterpreteerde data - Beschrijving conclusies - Rapportage
Behandeld in Module 2.6 Recordkeeping
Het auditteam vindt dat het programma door de praktijkgerichtheid van de opleiding en de aanwezigheid van een duidelijke onderzoeksleerlijn voldoende actueel is en blijft. De opleiding werkt met 22% universitair opgeleide docenten die de innovaties van het beroepenveld zichtbaar bij de opleiding naar binnen brengen. Wel zou een mogelijke samenwerking met lectoraten of andere kennisorganisaties de borging in het programma van deze innovaties vergemakkelijken. Internationale componenten in het programma In facet 1.1 is aangegeven dat de opleiding vooral gericht is op de Nederlandse context. Hoewel er geen uitwisseling met studenten in het buitenland plaatsvindt zijn er wel internationale componenten in het programma opgenomen die tevens worden getoetst. Zo worden studenten bij het vak Recordsmanagement op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen in Australië en de Verenigde Staten en kunnen ze hun vakkennis bijhouden via SOD-Online. Ook is de internationale regelgeving op het vakgebied ingebed in de opleiding en gaan studenten naar België en Duitsland om vergelijkingen te maken. De tijdens de audit aanwezige studenten bevestigen de aanwezigheid van internationale onderdelen bij onder andere Lifecycle, Recordkeeping en benchmarking. Oordeel studenten Tijdens de gesprekken geven studenten aan tevreden te zijn over de inhoud van het programma waarin zij duidelijk een opbouw zien in de ontwikkeling van kennis en vaardigheden. Zij bevestigen de aanwezigheid van de beschreven onderzoeksleerlijn en melden dat in het vierde jaar de samenhang hierin helder wordt. Het werken met een door henzelf opgestelde literatuurlijst bij het eindwerkstuk wordt als lastig ervaren, omdat tot die tijd alleen gebruik wordt gemaakt van een door de opleiding voorgeschreven lijst.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 25
Facet 2.3. Samenhang programma
Het studieprogramma is inhoudelijk samenhangend
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Verticale samenhang Het auditteam heeft kennisgenomen van de opzet en inhoud van het programma van de opleiding HMDI en heeft geconstateerd, dat de opleiding er voldoende voor zorgt dat het programma verticaal samenhangend is. Dit gebeurt onder andere door: Toenemende complexiteit, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid De volgorde van de modules per studiejaar is zodanig vastgesteld dat de competenties die de student in de eerste modules verwerft, worden toegepast en verdiept in het verdere verloop van de opleiding. Dit houdt concreet in dat in het begin van de opleiding veel theorie wordt aangeboden die een vergelijking mogelijk maakt met de eigen praktijk. In de loop van de opleiding gaat de student steeds zelfstandiger werken aan de ontwikkeling van producten die door het werkveld gevraagd worden. Van brede basis naar verdieping In het eerste jaar van de (associate degree) opleiding wordt een brede basis gelegd, waarbij de student kennis maakt met de essentie van ieder kerngebied. In de loop van de drie studiejaren vindt steeds verdere verdieping van tactisch naar strategisch niveau plaats. In het vierde jaar kiest hij een afstudeeronderwerp op het gebied waar zijn interesse ligt. Horizontale samenhang Ook heeft het auditteam kunnen constateren, dat de opleiding er voldoende voor zorgt dat het programma horizontaal samenhangend is. De horizontale samenhang komt allereerst tot uiting in de aanwezigheid van drie samenhangende lijnen die de inrichting van het onderwijs kenmerken, te weten: de aanbodgestuurde -, de praktijkgestuurde – en de studentgestuurde lijn: Aanbodgestuurde lijn Binnen de aanbodgestuurde lijn worden diverse werkvormen toegepast. Zo worden er naast de collegedagen ook opdrachten, zelfstudieopdrachten en casussen aangeboden. Qua omvang neemt aanbodgestuurde lijn in de loop van de studie af van 50% van het curriculum in het begin van de studie tot 15% aan het einde. Er is immers eerst een gedegen kennis nodig om in de praktijksituatie competent te kunnen handelen. Praktijkgestuurde lijn In de praktijkgestuurde lijn krijgen studenten opdrachten die een directe relatie hebben met de praktijksituatie waarin de studenten zich bevinden, zodat er sprake is van een wisselwerking tussen werken en leren. Zo wordt in het thema ‘van de praktijk voor de praktijk’ de beroepspraktijk binnengehaald in het onderwijs en verrijkt. In de eerste fase omvat deze lijn 20% en in de laatste fase 45% van het curriculum. Studentgestuurde lijn De studentgestuurde lijn omvat alle studieonderdelen die gericht zijn op de persoonlijke ontwikkeling van de student. Belangrijk instrument bij studentgestuurd onderwijs is het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), waarbij de student op regelmatig terugkerende momenten feedback krijgt van de mentor en reflecteert op zijn competentieontwikkeling.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 26
Qua omvang beslaat de studentgestuurde lijn in het begin van het curriculum 15% en aan het einde 25%. Vervolgens komt de horizontale samenhang tot uiting doordat in het onderwijs onderscheid is gemaakt in zeven kerngebieden, die onder de verantwoordelijkheid van zogenaamde kerndocenten vallen. Zie facet 2.2. Enige tijd geleden heeft er een herdefiniëring plaatsgevonden van de inhoud van de kerngebieden, waardoor de modules nu beter op elkaar aansluiten en de overlap in de lesstof is verdwenen. Ook werden onderdelen geïntegreerd, zodat het bijvoorbeeld mogelijk werd dat studenten een presentatie geven over een vakinhoudelijke module en docenten van verschillende vakgebieden betrokken worden bij de toetsing en beoordeling van specifieke modules. Tijdens de audit bevestigden studenten de integratie van de verschillende modules. Zo moeten zij reeds in het eerste jaar een presentatie geven bij het vak Management en organisatie. Op dit moment heeft de opleiding, onder beheer van de docenten Recordsmanagement en Information Retrieval, een start gemaakt de terminologie die in de verschillende kerngebieden gehanteerd wordt, zichtbaar te maken, zodat duidelijk wordt wie de eigenaar van bepaalde termen is, wie deze doceert en hoe anderen hier mee om kunnen gaan. Met de vakinhoudelijk docenten is bepaald welke termen en begrippen in welke situaties worden gebruikt. Tijdens de audit gaven de aanwezige studenten aan dat er tijdens de opleiding veel gediscussieerd wordt over begrippen. Zo wordt er in het tweede jaar bijvoorbeeld veel aandacht besteed aan het begrip ECM (Enterprise Content Management). Samenhang tussen binnen- en buitenschools curriculum De samenhang tussen het binnen- en buitenschools curriculum komt duidelijk tot uiting doordat het binnen- en buitenschools leren parallel loopt, zo heeft het auditteam geconstateerd. Dit houdt in dat de bijeenkomsten, die gemiddeld één keer per twee weken plaatsvinden, onder andere dienen om de relatie tussen de theoretische lesstof en de dagelijkse praktijk te verhelderen. De opdrachten, cases en werkstukken zijn gerelateerd aan de beroepspraktijk van de student. Oordeel studenten Tijdens de audit bevestigen de studenten de uitdieping van de leerstof in de loop van de vier studiejaren. Ze geven aan het prettig te vinden dat de vereiste voorkennis in de modulewijzers uiteen wordt gezet en dat er aan het begin van een module door docenten even wordt teruggegrepen op voorgaande lesstof. Uit alumnionderzoek in 2010 blijkt dat 58,2% van de alumni van de afgelopen 2 jaar van mening is dat er een duidelijke samenhang is tussen de programmaonderdelen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 27
Facet 2.4. Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Studielast Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding de studielast van 240 EC evenwichtig heeft gespreid over de vier studiejaren. Elk jaar heeft een studielast van 60 EC. Contacturen De definitie die de opleiding HMDI hanteert voor contacturen is: een studiejaar bestaat uit 40 weken en de tweewekelijkse bijeenkomsten uit 6 contacturen (klokuren). In schema ziet het aantal contacturen er als volgt uit: contacturen
deeltijd
e
19x6=114 uur
e
19x6=114 uur
e
20x6=120 uur
e
15x6=90 uur
1 leerjaar 2 leerjaar 3 leerjaar 4 leerjaar
Studievoortgang De opleiding zorgt er door de volgende maatregelen voor dat het programma studeerbaar is voor alle studenten: De opleiding is, om meer leadtime voor de student te genereren voor het maken van opdrachten, zo opgezet, dat er gedurende een periode twee modules om en om worden verzorgd: de ene week is er les in module 1, twee weken daarop in module 2, twee weken daarop weer in module 1 en twee weken daarop weer in module 2 etc. Daarnaast leert een student ook in staat te zijn om meerdere ‘ballen’ in de lucht te houden. Dat wordt straks immers ook verwacht als hij afgestudeerd is. De studiebelasting van studenten is 15 tot 20 uur per week. Naar schatting van de tijdens de audit aanwezige docenten zijn zij echter totaal ongeveer 36 uur met de studie bezig vanwege het feit dat zij hier ook tijdens hun werk aandacht aan moeten besteden. Zij hebben vaak een baan op operationeel niveau, terwijl de opleiding naar strategisch niveau oploopt. Daarbij maken de vereiste vaardigheden de studie pittig. Iedere module wordt afgesloten met een toets, waarbij een minimale periode van twee weken wordt gehanteerd tussen de toetsen. Er zijn voor ieder toetsmoment drie herkansingen mogelijk. De studielast van de programmaonderdelen maakt onderdeel uit van de module-evaluaties. De resultaten van de evaluatie en de analyse hiervan leiden zo nodig tot aanpassing van het programma of inzet van docenten. Ook kunnen terugkoppelingen van studenten tijdens de module, na overleg met de module-eigenaar, leiden tot aanpassing van het lesmateriaal. Door studenten wordt tijdens de audit gemeld dat er voorheen in het eerste jaar drie modules tegelijkertijd liepen. Op verzoek van de studenten aan de mentor is dit veranderd naar twee modules en is module 1.1 aangepast.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 28
Voor iedere module is een modulewijzer beschikbaar waarin de studielast staat vermeld. Door verschillende docenten wordt in de les expliciet over de studielast gesproken. Per studiegroep is er een mentor die studenten, op verzoek, ondersteunt om de studie tot een goed einde te brengen. De mentor heeft een nauwe verbinding met de opleidingsmanager en attendeert hem op situaties waar een student klem komt te zitten. Daarnaast wordt de student op de werkplek begeleid door een praktijkopleider die ervoor zorgt dat het theoretisch geleerde ook in de praktijk uitgevoerd kan worden. De opleiding HMDI kent twee instroommomenten, in september en in januari. De opleiding is in staat om programmaonderdelen twee maal per jaar aan te bieden. Door dit aanbod kunnen studenten te allen tijde een studeerbaar programma volgen. Oordeel studenten Hoewel de bij de audit aanwezige studenten hard werken bij de studie vinden horen, geven zij aan het tegelijkertijd lopen van twee modules wel lastig te vinden. Er is een aantal studenten gestopt die te ver achter liepen. Ook ervaren zij de combinatie werk-opleiding-privé als zwaar. Het auditteam is van mening dat er bij het ontwikkelen van de modules door de opleiding wel iets meer rekening gehouden kan worden met de studielast. Uit de module-evaluaties in 2008/2009 blijkt dat gemiddeld 42% (streefcijfer 60%) van de eerste en tweedejaars studenten tevreden is over het tempo en duur van de opleiding (hoeveelheid stof t.o.v. aantal lessen). In 2010 is 63% van de eerstejaars hier tevreden over. Uit alumnionderzoek in 2010 blijkt dat 75,6% van de alumni van de afgelopen 2 jaar van mening is dat de studielast goed te doen was.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 29
Facet 2.5. Instroom
Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (web) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Toelating Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding een duidelijke toelatingsprocedure hanteert. Een student dient minimaal over een havo- of erkend mbo niveau 4-diploma te beschikken. Daarnaast dient hij werkzaam te zijn binnen het vakgebied van de informatiedienstverlening of te beschikken over een relevante stageplaats van minimaal twintig uur per week. Indien een student niet beschikt over bovenstaande vooropleidingseisen en ouder is dan 21 jaar kan hij deelnemen aan een toelatingsonderzoek (de 21+ toets). In deze toets wordt bepaald of de student qua taalvaardigheid voor Nederlands en Engels geschikt is voor het hbo. Voor één of meerdere modules kan een vrijstelling aangevraagd worden bij de opleidingsmanager. Deze bepaalt aan de hand van de door de examencommissie vastgestelde vrijstellingslijst of de vrijstelling wordt toegekend. Er kan bij de examencommissie in beroep worden gegaan tegen de uitslag. De EVC procedure is ondergebracht bij Saxion Hogeschool. Dit is gedaan uit kostenoverwegingen (aantal verzoeken ten opzichte van de inspanning voor het opzetten en onderhouden van een EVC procedure) en vanwege een betere borging van de objectiviteit. Voorlichting Het werven van studenten gebeurt onder de verantwoordelijkheid van het Hoofd Marketing en Verkoop van SOD-Opleidingen. Er zijn diverse middelen beschikbaar zoals: de website, brochures, vakblad Od van de Vereniging SOD, vakbeurzen en SOD-Bijeenkomsten. Accountmanagers werven klanten door het aanbieden van maatwerktrajecten. Daarnaast worden alumni, docenten en praktijkopleiders ingezet ten behoeve van het werven van studenten. Aansluiting Zoals in hoofdstuk 3 reeds uiteengezet is volgen de opleidingen SOD-I, SOD-II en HMDI elkaar op in een doorlopende leerlijn en is SOD-II sinds de introductie van het hbo associate degree (hbo Ad) opgenomen in de HMDI bacheloropleiding. Studenten van SOD-II kunnen, indien gestart vanaf 2000, een upgrade programma doorlopen van een jaar, waarna hen het nieuwe SOD-II, nu Ad getuigschrift, wordt overhandigd. Slechts 40% van de MBO-4 opleiding SOD-I leerlingen start met SOD-II. De reden hiervoor is de moeilijkheidsgraad van SOD-II en het feit dat SOD-I afgestudeerden vaak in mbo-functies terechtkomen waar zij niet meer in aanraking komen met het vakgebied. De helft van de gediplomeerden van SOD-II stroomt door naar de HMDI opleiding. Door de opzet van kerngebieden is er een leerlijn met aansluitende leerdoelen gerealiseerd. De aansluiting wordt geborgd door eenduidigheid in de opzet van de kerngebieden, de organisatie van de administratieve processen, de beroepenveldcommissie die beide opleidingen bestrijkt en de intensieve samenwerking van de twee opleidingsmanagers.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 30
De uitval van studenten in het eerste jaar wordt vooral veroorzaakt doordat studenten de combinatie van werk, gezin, sociale omgeving en opleiding als te belastend ervaren. De opleiding geeft in die gevallen mogelijkheden aan de student om binnen grenzen in een ander, eigen tempo, toch tot een goede afronding van de opleiding te komen. Oordeel studenten Tijdens de audit bevestigen de studenten dat de combinatie van werk, gezin, sociale omgeving en opleiding zwaar is, maar dat zij hard werken er wel bij vinden horen. Problemen kunnen besproken worden met de mentor en opleidingsmanager. Uit alumnionderzoek in 2010 blijkt dat 75,6% van de alumni van de afgelopen 2 jaar van mening is dat de aansluiting tussen SOD-II en het 3de studiejaar van HMDI goed is.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 31
Facet 2.6. Duur
De opleiding voldoet aan de formele eis (240 studiepunten) m.b.t. de omvang van het curriculum: o HBO-bachelor: 240 studiepunten
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Het totale aantal studiepunten van de deeltijd bacheloropleiding, zo blijkt uit de documentatie, bedraagt 240 EC. De associate degree beslaat hiervan 120 EC.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 32
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Didactisch concept De opleiding HMDI volgt het didactisch concept, vastgelegd in het Onderwijsplan van SODOpleidingen (2010), dat gebaseerd is op het principe dat leren een actief proces is waarbij de student zelf in interactie met zijn omgeving competenties ontwikkelt. Het uitgangspunt is dat de student zelf zijn eigen leerproces beheert en bewaakt. De docent begeleidt en coacht hem hierbij. Daarnaast gaat men ervan uit dat het leerproces van de student wordt beïnvloed door individuele kenmerken (leeftijd, milieu, sekse), algemeen psychologische kenmerken (intelligentie, faalangst, introversie/extraversie) en directe kenmerken (aanwezige kennis en vaardigheden, vakbeleving, interesse) van de student (Kallenberg e.a.). Uitgaande van dit didactisch concept houdt men bij de inrichting van het onderwijs rekening met de vier fasen van zelfstandigheid van de student (Hoobroeckx, Haak): 1. Aanbieden van vooraf geformuleerde kant-en-klare probleemstellingen die door de studenten in groepjes verwerkt worden. 2. Geleidelijk uitbreiden van de inbreng van de studenten: eerst bij het kiezen en verwerken van leeractiviteiten en later bij het ontwikkelen van een probleemstelling. 3. Versterken van het zelfstandig werken, met bijzondere aandacht voor feedback over de waarde van de uitgevoerde leeractiviteiten en over de organisatie van eigen ervaringen en belevingen. 4. Ontwikkelen van een eigen probleemstelling door de studenten vanuit de opgedane ervaringen. Om de ontwikkeling van de studenten, zoals hierboven is aangegeven, te bereiken wordt onderwijs geboden dat gericht is op de actieve ontwikkeling van competenties, gebaseerd op een samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houding. Het curriculum van HMDI gaat hierbij uit van de leertheorie van Kolb, waarin vier fasen van het leerproces worden onderscheiden die door de studenten alle doorlopen dienen te worden om een zo hoog mogelijk rendement te behalen: concreet ervaren, reflectief waarnemen, abstract theoretiseren en actief experimenteren. Het auditteam is van mening, dat het didactisch concept passend is bij het programma van de opleiding HMDI en dat studenten door deze aanpak de vereiste doelen behalen. Werkvormen In iedere module wordt bewust gekozen voor werkvormen die het beste passen bij de specifieke module binnen de totale opleiding en bij de groeifase van de student. Een deel van de werkvormen is door SOD-Opleidingen voorgeschreven in de docentenhandleiding. Een ander deel kan door de docenten zelf worden ingevuld. Een goede uitvoering van een werkvorm is immers mede afhankelijk van het plezier en de kunde die de docent erin heeft. De opleiding kiest op deze wijze voor een variatie van werkvormen, die naar de mening van het auditteam in voldoende mate aansluiten bij het hiervoor beschreven didactisch concept:
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 33
Instructie Instructieles Hoorcolleges Lezingen Excursies
Interactie Discussie Onderwijsleergesprek Forumdiscussie Bespreken stellingen
Werkvormen Opdracht Literatuurstudie Tekstschrijven Werkstuk Interview
Samenwerking Werken in duo’s Werken in projectgroepen
Spel Rollenspel Simulatiespel
Oordeel studenten Uit de module-evaluaties in 2008/2009 blijkt dat gemiddeld 81% van de eerste en tweedejaars studenten tevreden is over de gehanteerde werkvormen (streefcijfer 80%).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 34
Facet 2.8. Beoordeling en toetsing
Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Relatie leerdoelen en toetsvorm Zoals al bij facet 2.2 is vermeld, heeft het auditteam geconstateerd, dat HMDI in het opleidingsplan in detail een dekkingsmatrix heeft opgenomen, waarin onder andere is weergegeven welke leerdoelen in welke modules aan de orde komen en hoe er specifiek getoetst wordt. Kwaliteitsborging toetsen en beoordelen Het auditteam is op basis van hetgeen zij gezien en gehoord heeft tijdens de audit van mening dat HMDI er goed voor zorgt dat de kwaliteit van de toetsen geborgd is. De opleiding HMDI volgt het door SOD-Opleidingen vastgelegde beleidsdoel het onderwijs te richten op de competentieontwikkeling van studenten. Zij onderscheidt bij het toetsen dan ook de volgende functies: certificerende functie (vaststellen en registreren van het leerresultaat); selecterende functie (meten van de prestaties van de student); rendementsfunctie (bijdrage aan een vlot verloop van de studie); en diagnostische functie (verkrijgen van inzicht in het ontwikkelingsproces van de student). Het toetsbeleid van HMDI heeft hierbij de volgende uitgangspunten: 1. De verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van toetsing ligt bij de examencommissie. 2. Toetsen sluiten aan op de kerntaken en beroepscompetenties en de werkvormen van een module. 3. De toetsing is transparant. Transparantie geeft betrokkenen duidelijkheid over essentiële zaken en bevordert daardoor zorgvuldigheid en eerlijkheid in procedures. 4. Toetsen zijn valide, betrouwbaar en bruikbaar. 5. De toetsing is conform de relevante bepalingen in de WEB, de WHW en de NVAO-kaders. De toetsen worden ontwikkeld door de module-eigenaren in samenwerking met de kerndocent, onder leiding van de opleidingsmanager en onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. Dit houdt in dat bij iedere module de module-eigenaar verantwoordelijk is voor de inhoud van de toets. Opleidingsmanager, kerndocent en module-eigenaar stellen uiteindelijk de toetsvorm, de inhoud en de criteria vast. Bij de constructie van elke toets, ongeacht de vorm, wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde toetsmatrijs. De toetsmatrijs is een onderdeel van de modulewijzer, waarin beschreven staat: Om welke toetsvorm het in casu gaat; Welke competenties en leerdoelen worden getoetst; Op welk niveau (kennis-, praktijk- en studentgestuurd); Welke weging wordt toegekend aan de verschillende toetsonderdelen; Hoeveel punten moeten worden behaald voor een voldoende (cesuur). Elke toets wordt door het lid van de examencommissie, aangewezen voor de opleiding, beoordeeld en door de voorzitter van de examencommissie vastgesteld. Toetsen en hertoetsen wordt hiermee een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 35
Bij het beoordelen van toetsen bij HMDI hanteert men de volgende uitgangspunten: De gemaakte toetsen worden altijd beoordeeld door een andere docent (wel van dezelfde module); De docent heeft hiervoor correctievoorschriften per toets; De beoordelingen verwerkt de beoordelaar in SOD-Online, het intranet van SODOpleidingen, in een van te voren opgestelde matrix die voor die specifieke toets is gemaakt; De beoordelingen worden door de examencommissie gezien; De examencommissie heeft de mogelijkheid om, indien nodig, de cesuur achteraf aan te passen; De examencommissie stelt de cijfers vast; De cijfers worden na vaststelling direct in de portfolio van de student bekend gemaakt. In de basistraining van de docenten wordt aandacht besteed aan het beoordelen van toetsen. Vier jaar geleden zijn de module-eigenaren (toetsconstructeurs) opgeleid in het maken van toetsen. De examencommissie heeft in het voorjaar de opleidingsmanager gevraagd om aan de module-eigenaren opnieuw een verplichte toetstraining aan te bieden. De examencommissie heeft ook een gedetailleerde voorzet voor de training gedaan die inhoudt dat er aandacht besteed dient te worden aan de plaats en functie van de toetsen in het opleidingsproces en de verschillende kenmerken van toetsen, terwijl tevens aandacht besteed dient te worden aan het daadwerkelijk construeren van de verschillende toetsvormen. Op dit moment maakt de opleidingsmanager een keuze voor de leverancier. Het auditteam heeft gezien dat binnen de opleiding HMDI door beoordelingen en toetsingen adequaat wordt getoetst of de studenten de leerdoelen van het programma hebben gerealiseerd. Op SOD-online wordt per module een modulewijzer gepresenteerd. Modulewijzers zijn eenduidig opgesteld en bevatten een beschrijving van onder andere: aantal EC, vereiste voorkennis, leermiddelen, competenties en leerdoelen, lesinhoud, relatie met andere modules, toetsing, beoordelingsformulieren en herkansingsmogelijkheden. Het werkveld als beoordelaar De opleiding betrekt bij de beoordeling van de praktijkwerkervaring in het eerste jaar (module 1.9) de externe beoordelaar bij de beoordeling van student. Het beroepenveld is betrokken bij de toetsing middels docenten die allen uit het beroepenveld komen. De kwaliteit van beoordeling van afstudeeropdrachten wordt middels een extern auditteam geborgd (zie ook facet 6.1). Doordat de docenten uit het werkveld komen worden praktisch alle toetsen gerelateerd aan de praktijksituatie. Dit geldt met name voor de projectopdrachten in het derde jaar en de afstudeeropdracht. In het derde jaar wordt geen stage gelopen aangezien de studenten al werkzaam zijn in het werkveld. Als alternatief is een opdracht voorgeschreven die in een projectteam uitgevoerd moet worden. Als start moeten alle studenten een realistisch project uit de eigen organisatie (goedgekeurd door de externe begeleider) definiëren en presenteren aan de klasgenoten. Vervolgens worden door de studenten zelf keuzes gemaakt over een uit te voeren project en over de samenstelling van de projectgroepen. Dit proces om tot projectopdracht en projectteam te komen wordt begeleid door docenten. De afstudeeropdracht wordt door de student voor aanvang van het afstuderen aan zijn docentbegeleider gepresenteerd ter goedkeuring. Om tot praktijkgerichte opdrachten te komen geldt als voorwaarde dat de opdracht is goedgekeurd door de externe begeleider. Variëteit aan toetsvormen Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding HMDI een veelheid aan toetsen hanteert, elk met een eigen doel en functie. Voorbeelden hiervan zijn: schriftelijke tentamens, werkstukken, mondelinge toetsen en het organiseren van een seminar. Toetsen worden individueel, als een stel of in een groep afgenomen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 36
Voor het associate degree (Ad) en de bachelor is sprake van een “Proeve van Bekwaamheid” die op het eind van de opleiding uitgevoerd moet worden. Inzage en feedback Het auditteam heeft gezien en vernomen dat de opleiding HMDI er goed voor zorgt dat de studenten op de hoogte worden gebracht van de resultaten van de gemaakte toetsen. Al het werk van studenten wordt door de beoordelende docenten van feedback voorzien. Bij de opleiding wordt ten aanzien van de leereffectieve feedback een onderscheid gemaakt in mondelinge en schriftelijke toetsen. Bij mondelinge toetsen wordt direct na afloop van de toets feedback gegeven. De resultaten van schriftelijke toetsen worden na beoordeling door de docent in detail op SOD-Online ingevoerd in een tentamenmatrix. Voor tentamens betekent dit dat de docent per vraag de score noteert. Deze score en de maximale score is voor de student zichtbaar, zodat hij achteraf kan bepalen op welke onderdelen hij goed en minder goed heeft gescoord. Bij werkstukken geldt een zelfde methodiek. Bovendien heeft de docent nu de gelegenheid om opmerkingen te plaatsen bij de gerealiseerde score. Daarnaast is er de mogelijkheid van inzage in een toets waarbij de module-eigenaar de toetsvragen en het gegeven antwoord met de student bespreekt. Examencommissie In de gewijzigde Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) wordt de positie van examencommissies versterkt. De wijzigingen betreffen zowel de samenstelling als de taken en bevoegdheden van de examencommissies. Het belang van het goed organiseren van de examencommissies wordt versterkt doordat Toetsing en Toetsbeleid bij de inwerkingtreding van de gewijzigde accreditatiewetgeving in het accreditatiekader een zwaardere positie krijgt. Het bestuur van de Stichting SOD-Opleidingen stelt conform art. 7.12 van de WHW een examencommissie in. De examencommissie bij HMDI bestaat uit drie externe deskundigen. Er is binnen SOD-Opleidingen een Commissie van Beroep benoemd. In het Studentenstatuut, wordt de werkwijze van de Commissie van Beroep beschreven. Het auditteam heeft geconstateerd dat bij HMDI de gewijzigde wetgeving reeds is geïmplementeerd en dat de examencommissie is uitgebreid met twee leden. Eén van de leden is toetskundige bij Cito, de ander is tevens lid van examencommissies van andere scholen (Tio en ISBW). Voorts heeft het auditteam tijdens het gesprek met de examencommissie vastgesteld dat het hiervoor uiteengezette beleid op het gebied van toetsen en beoordelen ook daadwerkelijk uitgevoerd wordt en geborgd is. De leden zijn zowel aan de voorkant bij het construeren van de toetsen betrokken als bij de achterkant door inzage in de resultaten. Zo wordt onder andere nagegaan hoe een cohort scoort, wat de sterkte is van het cohort en hoe de verschillende toetsen zich tot elkaar verhouden. Daarnaast worden door de commissie de protocollen van de examens opgevraagd en worden resultaten van docenten die hetzelfde vak hebben gegeven vergeleken. Indien nodig wordt door de commissie actie ondernomen. Zo zijn vorig jaar door de examencommissie papers en beoordelingen met elkaar vergeleken en is er gediscussieerd met de kerndocenten over waar een scriptie aan moet voldoen. Het auditteam is van mening dat de opleiding beschikt over een onafhankelijke en adequate examencommissie die specifieke toetsdeskundigheid in huis heeft. Oordeel opleiding Naar de mening van de opleiding zijn in de modulewijzers de eisen aan de toetsen nog niet expliciet genoeg beschreven waardoor het proces van constructie en controle naar de mening van de opleiding nog niet aantoonbaar genoeg geborgd is. De opleiding heeft een verbeteractie geformuleerd gericht op het documenteren van het proces van toetsconstructie en –controle zodanig dat het geborgd is.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 37
Oordeel studenten Tijdens de audit bevestigen de studenten de variëteit aan toetsvormen geven zij aan voldoende inzicht te hebben in waarover zij getoetst worden. Tevens bevestigen zij de mogelijkheid tot persoonlijke feedback, waarbij door de module-eigenaar vragen van de student worden beantwoord.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 38
3.
Inzet van personeel
Facet 3.1. Eisen HBO
Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Het auditteam heeft gezien en gehoord dat het onderwijs wordt verzorgd door personeel dat een goede verbinding weet te leggen tussen de opleiding en de beroepspraktijk en dat hier een goed mechanisme voor aanwezig is. Achtergrond van docenten in het werkveld Uitgangspunt van HMDI is dat docenten bij aanstelling een relevante functie in de beroepspraktijk bekleden. Daarnaast dienen docenten zich aan te sluiten bij de visie van SOD gericht op het ‘nieuwe werken’ zoals uiteengezet in hoofdstuk 3. De docenten van de opleiding HMDI zijn allen (82) werkzaam in het relevante beroepenveld. Zij werken in deeltijd, twee tot tien dagen per jaar, voor de opleiding. De overige tijd werken zij voor andere organisaties. Een deel van de docenten is actief als extern adviseur of consultant en is hiermee als professional betrokken bij contractactiviteiten. Relaties met het werkveld Vanwege het deeltijd karakter van de opleiding, de verplichting voor de student om minimaal 20 uur per week in het werkveld werkzaam te zijn en docenten die tevens in het beroepenveld werkzaam zijn, is er sprake van een continue interactie met het werkveld. Voor de opleiding zijn de netwerken van de docenten van groot belang. Hierdoor hebben de docenten de gelegenheid regelmatig met elkaar en met hun netwerk te overleggen over de materie van informatiemanagement en de ontwikkelingen daarbinnen en de uitkomsten hiervan de opleiding binnen te brengen. Werkveld als opleider Over het algemeen zijn de leidinggevenden van de studenten tevens hun begeleiders. Deze leidinggevenden zijn over het algemeen goed op de hoogte van de ontwikkelingen in het veld en de noodzaak van goed opgeleide medewerkers. Daarvoor betaalt de organisatie de opleiding. De docentbegeleider (mentor) bezoekt gedurende het eerste jaar de werkplek van de student en beoordeelt de kwaliteit van werkplek en begeleider. Oordeel opleiding De opleiding had tot op heden geen concrete kwaliteitseisen voor de werkplek geformuleerd, omdat organisaties er ook belang bij hebben dat de student groeit. Toch is het een keer voorgekomen dat een student in het derde jaar op zijn werk verzuimde om zijn opdrachten voor de opleiding te doen. De opleiding heeft nu een verbeteractie geformuleerd ten aanzien van het definiëren van kwaliteitseisen voor externe begeleiders en werkplekken. Hierbij ontwikkelt de opleiding tevens een systematiek. Oordeel studenten Uit alumnionderzoek in 2010 blijkt dat 84% van de alumni van de afgelopen 2 jaar van mening is dat de inhoudelijke kwaliteit van de docenten aansluit bij de beroepspraktijk.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 39
Facet 3.2. Kwantiteit personeel
Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Het auditteam is van mening dat de opleiding genoeg personeel inzet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het komt bij de opleiding niet voor dat lessen door onderbezetting niet kunnen worden ingepland of niet door kunnen gaan. Incidenteel wordt een lesdag verplaatst bij een acute ziekmelding van een docent of is het voorgekomen dat er een andere docent wordt ingeschakeld die de les kan overnemen. De coördinatieactiviteiten van de opleiding worden gedaan door de opleidingsmanager. Een efficiënte organisatie Het auditteam is van mening dat binnen HMDI de zaken efficiënt georganiseerd worden. Hiertoe is er de beschikking over 82 docenten, waarvan een deel meerdere modules kan onderwijzen. Per module zijn minimaal twee en vaak meerdere docenten beschikbaar. Bij de onderwijsondersteunende processen, zoals projecten en afstuderen in het vierde jaar, worden docenten vanuit pools ingezet. De begeleiding van studenten wordt vooral gedaan door mentoren die per studiegroep zijn aangesteld. Er wordt vanuit gegaan dat de student bij problemen zelf het initiatief neemt om contact met de mentor te zoeken. Oordeel studenten De studenten die het auditteam sprak zijn zeer tevreden over de aandacht die ze van docenten krijgen. Ze geven aan met vragen of opmerkingen altijd bij hen terecht te kunnen en dat de lijnen kort zijn. Doorgaans hebben studenten weinig behoefte aan begeleiding.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 40
Facet 3.3. Kwaliteit personeel
Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Het auditteam is, op basis van de gesprekken die zij voerde met het management, de beroepenveldcommissie, de docenten, de studenten en de examencommissie en op basis van de bestudeerde cv’s, van mening dat de opleiding HMDI een zeer betrokken en kwalitatief goed team heeft. Borging kwaliteit docenten Doordat docenten werkzaam zijn in het vakgebied worden zij ook geconfronteerd met de ontwikkelingen die in het vakgebied gaande zijn en zijn zij vakinhoudelijk goed op de hoogte van de materie die in hun modules onderwezen wordt. Aannamebeleid Zoals reeds bij facet 3.1 wordt aangegeven, is het aannamebeleid erop gericht dat docenten van de opleiding beschikken over een relevante functie in de beroepspraktijk en dat zij de visie van SOD-Opleidingen met betrekking tot het ‘nieuwe werken’ volgen. Zowel uit de bestudering van een door de opleiding gemaakt overzicht, waarin van iedere docent vooropleiding, functie, organisatie, werkzaamheden en netwerk wordt weergegeven, als uit de gevoerde gesprekken, is heeft het auditteam geconstateerd dat dit aannamebeleid ook daadwerkelijk door HMDI uitgevoerd wordt. Functioneringsgesprekken Docenten worden minimaal eens in de twee jaar beoordeeld door de opleidingsmanager die daartoe, aan de hand van een specifiek observatieformulier, gedurende een dagdeel de lessen van de betreffende docent volgt. Direct na afloopt worden de bevindingen van de opleidingsmanager met de docent besproken. Hierbij worden ook de studentevaluaties meegenomen. De criteria waarop de docent beoordeeld wordt, zijn gericht op het hanteren van de didactische uitgangspunten van HMDI, op de begeleiding van het leerproces van studenten, op het signaleren van problemen en belemmeringen in de ontwikkeling van de student en op het creëren van een uitdagende leeromgeving. Zo nodig wordt een plan gemaakt om tot verbetering te komen. Mocht dit niet tot het gewenste resultaat leiden, dan wordt afscheid genomen van de docent. Vanwege de erg kleine aanstellingen wordt er niet gewerkt met een persoonlijk ontwikkelplan voor docenten. Deskundigheidsbevordering SOD-Opleidingen verzorgt didactische trainingen van drie dagen die door alle docenten van HMDI voordat zij gaan lesgeven dienen te worden gevolgd. Daarnaast wordt jaarlijks aan docenten een aanvullende didactische training aangeboden. Kennis en ervaringen worden op verschillende manieren gedeeld met collega’s. Zo is er in de afgelopen jaren meerdere keren een training verzorgd over competentiegericht onderwijs en competentiegericht toetsen. Tweemaal per jaar wordt een docentendag georganiseerd waarin inhoudelijke zaken, zoals de ontwikkelingen in het vakgebied of in het onderwijs, worden besproken. Twee docenten van de opleiding zijn lid van de redactie van het vakblad Od en publiceren hier regelmatig in.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 41
Opleidingsniveau docenten opleiding Docenten Bachelor hbo Minimaal Master WO
82 64 18
Beginnende docenten worden door de opleidingsmanager en door een ervaren docent begeleid. Tijdens de audit gaf de examencommissie aan dat zij de kwaliteit van beginnende docenten evalueren door bij betreffende lessen aanwezig te zijn. Docenten worden in eerste instantie ingezet op modules waar zij inhoudelijk op geselecteerd zijn. Docenten (met minimaal een jaar leservaring) die opvallen in hun bekwaamheid en inzet worden gevraagd of zij als moduleeigenaar ingezet willen worden. Een zelfde procedure wordt gevolgd voor de functie van kerndocent. Oordeel studenten Uit door studenten gemaakt SWOT-analyses (september 2010) blijkt dat studenten de vakkennis van hun docenten waarderen. Deze uitkomst wordt bevestigd door de studenten die tijdens de audit aanwezig waren. Uit alumnionderzoek in 2010 blijkt dat 79,8% van de alumni van de afgelopen 2 jaar van mening is dat de didactische kwaliteit van de docenten goed is.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 42
4.
Voorzieningen
Facet 4.1. Materiële voorzieningen
Huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Het auditteam heeft tijdens de audit de huisvesting en de mediatheek op SOD-Online bekeken. Op grond hiervan en op basis van de tevredenheid van de studenten is het team van mening dat de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend zijn om het programma te realiseren. Gebouw Alle lessen voor de HMDI worden verzorgd in het gebouw in Woerden. HMDI heeft kleine groepen studenten (maximaal 22). Veel gebruikte werkvormen zijn groepsopdrachten en oefeningen. Daarvoor worden lokalen, koffieruimtes en eventuele andere vrije ruimtes gebruikt. Er is een vergaderruimte beschikbaar voor projectgroepen of voor het voeren van een individueel gesprek. ICT Ieder leslokaal is voorzien van een PC (plus beamer) met internetverbinding en de mogelijkheid om een connectie te maken met een documentmanagementsysteem. Er is een practicumlokaal met 10 pc’s beschikbaar. Verder zijn er pc’s voor studenten beschikbaar in de koffieruimte. Mediatheek SOD-Online vult een belangrijk deel van de mediatheekfunctionaliteit in door het beschikbaar stellen van artikelen uit Od (Overheidsdocumentatie, maandblad van de Vereniging SOD) en artikelen uit Informatie Management (een gratis gepubliceerd vakblad). Dagelijks worden nieuwsberichten over het vakgebied geplaatst op SOD-Online, een faciliteit die ook door alumni enorm gewaardeerd wordt. In SOD-Online worden ook regelmatig rapporten, onderzoeken, whitepapers en casebeschrijvingen geplaatst die in en door het werkveld worden opgesteld en gebruikt. Voorzieningen in het werkveld HMDI ziet er tot op heden in eerste instantie niet op toe dat de voorzieningen op de buitenschoolse werkplek toereikend zijn (zie verbeteractie facet 3.1). Wel wordt als eis gesteld dat de student minimaal 20 uur per week werkt op het vakgebied van informatiemanagement. In het eerste jaar van de opleiding wordt een gesprek tussen mentor, student en begeleider op de werkplek gehouden. Tijdens dit gesprek komen ook de materiële voorzieningen ter sprake. Indien een werkplek (deels) niet voldoet wordt geadviseerd om afspraken met een medestudent te maken om op die manier een mogelijke tekortkoming op te lossen. Oordeel studenten Tijdens de audit geven studenten aan in ruime mate tevreden te zijn over de huisvesting en de materiële voorzieningen. Opgemerkt wordt dat de studenten slechts 1 dag per 2 weken hiervan gebruik maken. Uit de module-evaluaties in 2008/2009 blijkt dat gemiddeld 65% (streefcijfer 75%) van de eerste en tweedejaars studenten tevreden is over de lokaliteit (o.a. leslokaal, hulpmiddelen, restaurant). In 2010 is 89% van de eerstejaars hier tevreden over.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 43
Facet 4.2. Studiebegeleiding
De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Het auditteam heeft geconstateerd dat de coaching verzorgd door mentoren voldoet voor het type studenten dat de opleiding volgt. Studiebegeleiding HMDI heeft per studiegroep een mentor aangesteld die studenten, op aangeven van de studenten zelf, ondersteunt om de studie tot een goed einde te brengen. De mentor heeft nauw contact met de opleidingsmanager en attendeert hem op situaties waar een student klem komt te zitten. Op de werkplek zorgt de praktijkopleider ervoor dat de student het theoretisch geleerde ook in de praktijk kan uitvoeren. Veel van de opdrachten en oefeningen uit het lesmateriaal hebben betrekking op de situatie op de werkplek. Bij HMDI is er geen systeem waarbij studenten actief gevolgd worden. Gezien de aard van de studenten wordt van hen verwacht dat zij bij problemen zelf de mentor of de opleidingsmanager inschakelt. De uitgangspunten van de studiebegeleiding zijn: Studenten maken bij de start van de opleiding een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) waarin ze aangeven hoe ze denken de te verwerven competenties te gaan realiseren. Gedurende de studie wordt dit plan in samenspraak met de mentor geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.
Gedurende de studie bouwen studenten een portfolio op waarmee aangetoond wordt dat zij de vereiste competenties hebben behaald. Het portfolio bevat onder andere examenresultaten, resultaten van schriftelijke of mondelinge vaardigheidstests of bewijzen van resultaten uit eerdere ervaringen (werk).
De resultaten van de student worden centraal geregistreerd, zodat voor de studenten en docenten helder is hoever de student met zijn studie gevorderd is.
Jaarlijks wordt met de student een voortgangsgesprek gevoerd over zijn vorderingen. Dit gesprek kan gevoerd worden door de mentor of door de opleidingsmanager.
De opleidingsmanager houdt een studentendossier bij waarin het verslag van het intake gesprek, de verslagen van de jaarlijkse gesprekken en eventuele andere persoonlijke informatie opgenomen zijn.
Tijdens de audit bevestigen de aanwezige docenten en studenten de bovenstaande werkwijze. In de praktijk komt het erop neer dat ieder studiejaar wordt afgesloten met een evaluatie van het persoonlijk ontwikkelplan (POP). Aan het einde van het eerste studiejaar komt de mentor langs op de werkplek. De studenten geven aan geen behoefte te hebben aan meer begeleiding, omdat er contact kan worden opgenomen met de mentor als er problemen of vragen zijn. De lijnen hiervoor worden door de studenten als zeer kort ervaren. Het auditteam heeft ook kennisgenomen van verschillende studentenportfolio’s en is van mening dat deze een helder beeld geven van de ontwikkeling van de studenten naar het hbo niveau.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 44
Oordeel opleiding De opleiding wil nagaan of de huidige studiebegeleiding nog wel voldoet in het kader van de eisen die aan de toekomstige afgestudeerden worden gesteld met betrekking tot het ‘nieuwe werken’. De opleiding gaat dan ook een evaluatiesessie organiseren met mentoren over hun ervaringen en wensen ten aanzien van de mogelijkheden van een studentenvolgsysteem. Oordeel studenten De bij de audit aanwezige studenten geven aan tevreden te zijn over de huidige begeleiding door mentoren. Informatievoorziening Het auditteam heeft geconstateerd dat de informatievoorziening door de opleiding, verzorgd via SOD-Online, zeer adequaat is met het oog op de studievoortgang van de studenten. SOD-Online is het intranet van SOD-Opleidingen. Deze virtuele school bestaat uit een algemeen schoolgebouw met receptie, een nieuwsdienst, een kalender met bijeenkomsten op het vakgebied, een bibliotheek en de uitgezette evaluaties en uitkomsten hiervan. Voor iedere klas is er een virtuele klasruimte waar gecommuniceerd kan worden met docenten en medestudenten. Tevens zijn hier het lesmateriaal, het actuele rooster en de virtuele kluis, waarin de student zijn studieresultaten kan terugvinden en zijn persoonlijk portfolio bijhoudt, te vinden. Studenten worden vanaf de start van de studie gewezen op het belang van het raadplegen van SOD-Online vanwege het feit dat hij als deeltijdstudent beperkt op school aanwezig is. Het auditteam is onder de indruk van de mogelijkheden van SOD-Online. Ook de koppeling met de cijferadministratie en de via dit systeem door studenten op te vragen ingevulde beoordelingsformulieren worden als zeer bevorderlijk voor de studievoorgang aangemerkt. Oordeel studenten Uit de SWOT analyses die studenten invullen blijkt doorgaans dat SOD-Online als één van de sterke punten naar voren komt. Dit wordt bevestigd door studenten die tijdens de audit aanwezig waren. De informatievoorziening wordt door hen als zeer overzichtelijk ervaren. Als er een nieuwe modulewijzer geplaatst is dan krijgen zij een melding via de mail en via SODOnline. Beoordelingen worden binnen de afgesproken tijd via SOD-Online bekend gemaakt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 45
5.
Interne kwaliteitszorg
Facet 5.1. Evaluatie resultaten
De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Het kwaliteitszorgsysteem Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding voldoende geëvalueerd wordt op basis waarvan voortdurend naar verbetering wordt gestreefd. Het INK-model wordt naar de mening van het auditteam op correcte wijze gehanteerd. Het auditteam heeft gezien dat aandachtspunten en verbeterpunten naar aanleiding van de visitatie in 2004 en de zelfevaluaties volgens het INK model zijn opgenomen in de bedrijfsplannen zodat de uitvoering geborgd wordt in de jaarlijkse procesgang. SOD-Opleidingen hanteert een kwaliteitshandboek waarmee inzicht wordt gegeven in de wijze waarop aan de kwaliteit van de opleidingen wordt gewerkt. De doelstelling van dit kwaliteitshandboek is te zorgen voor een materiedeskundig, onderwijskundig en bedrijfskundig verantwoorde uitvoering van door SOD-Opleidingen uitgevoerde opleidingen. Met het kwaliteitshandboek wordt een koers uitgezet om de organisatie en de inhoud van de opleidingen voortdurend te verbeteren. In het kwaliteitshandboek willen SOD-Opleidingen de aandacht voor de kwaliteit van het opleidingsproces benadrukken. Het handboek verplicht het management om tenminste één keer per jaar het kwaliteitsbeleid en het functioneren daarvan te beoordelen. Onderdeel van het kwaliteitsproces is het evalueren van de eigen organisatie. Dit in het kader van de kwaliteitscirkel (Plan-Do-Check-Act). SOD-Opleidingen stelt jaarlijks haar doelen vast in het werkplan. Dit zijn doelen op operationeel (bijvoorbeeld klantentevredenheid en begroting) en strategisch niveau (bijvoorbeeld ontwikkelen van beleid ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen in de maatschappij). Periodiek vindt er overleg plaats tussen directeur en de verantwoordelijke manager over de resultaten en de gestelde doelen. Resultaat van dit overleg zijn verbeterplannen waarbij indien nodig personeel en budget wordt vrijgemaakt om de plannen te realiseren. Ieder kwartaal rapporteert de directeur aan de Raad van Toezicht over de resultaten ten aanzien van klantentevredenheid, medewerkertevredenheid, financiën en werkplan. Het kwaliteitsbeleid vertaald naar de opleiding Iedere twee jaar wordt een zelfevaluatie (interne audit) uitgevoerd volgens het INK model. Hierbij worden zowel docenten als niet-docenten betrokken. De zelfevaluatie betreft alle aandachtsgebieden uit het INK managementmodel, waarin op het procesdeel ook gekeken wordt naar de onderwijsprocessen, te weten: leiderschap; strategie en beleid; management van medewerkers; management van middelen; en management van processen. Op basis van de zelfevaluatie worden verbeteracties geformuleerd. De verbeteracties worden opgenomen in het bedrijfsplan zodat de uitvoering geborgd wordt in de jaarlijkse procesgang. Na iedere module wordt een evaluatie gehouden waarin belangrijke aspecten uit het onderwijs worden geëvalueerd. Studenten scoren hierbij hun tevredenheid aan de hand van een vijfpuntsschaal op negen items, te weten:
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 46
de docent (o.a. uitleg, begeleiding, kennis en kunde, omgang); de organisatie (o.a. inschrijving, roostering); de afhandeling van vragen (o.a. receptie, telefoon, email); de kwaliteit van het lesmateriaal (o.a. lesboek, presentatie, opdrachten); de gehanteerde werkvormen (afwisseling theorie en praktijk, werken in kleine groepjes, opdracht tijdens lessen); het tempo en de duur van de opleiding (verhouding hoeveelheid stof t.a.v. aantal lessen); het nut van de opleiding (in de dagelijkse praktijk, nabije toekomst); de lokaliteit (o.a. leslokaal, hulpmiddelen, restaurant); dit programma onderdeel -module, workshop, korte cursus - als geheel.
Voor bovenstaande items hanteert de opleiding de volgende streefwaarden met betrekking tot het percentage tevreden studenten: docent
90
organisatie
75
lesmateriaal
70
werkvormen
80
tempo en duur
60
nut van opleiding
80
lokaliteit
75
module
80
Onderstaand overzicht geeft inzicht in het percentage studenten dat in zijn algemeenheid tevreden is over de programmaonderdelen in het betreffende jaar (het laatste item):
COHORT
Evaluaties HMDI Waardering Streefwaarde
2010 0910 2009
79 77 73
80 80 80
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat het percentage studenten dat tevreden is over de programmaonderdelen in 2010 (tot op heden) is toegenomen ten opzichte van 2009. Het streefcijfer van 80% is echter nog niet behaald. Naar aanleiding van de uitkomsten van de module-evaluaties worden vanaf 2008 gesprekken gevoerd met studenten, in eerste instantie door de directeur en later door de opleidingsmanager. De module-eigenaren en kerndocenten (lesstofontwikkelaars) bespreken minimaal één keer per jaar met elkaar de eigen ervaringen en verbeterpunten en de uitkomsten van studentenevaluaties om tot verbetering van de lesstof te komen. Verbeterpunten worden ook opgenomen in de werkplannen van vaste medewerkers en worden besproken met de opleidingsmanager in het kader van het functionerings- en beoordelingsgesprek (zie facet 3.3). Uitkomsten van module-evaluaties en verbetermaatregelen worden via SOD-Online teruggekoppeld naar belanghebbenden. Dit vindt volgens de bij de audit aanwezige studenten echter nog niet consequent plaats. Het auditteam heeft de diverse verslaglegging van de opleiding naar aanleiding van de moduleevaluaties bestudeerd en geconstateerd dat de evaluaties daadwerkelijk leiden tot het formuleren van verbeteracties.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 47
Jaarlijks wordt een externe audit uitgevoerd, gericht op de kwaliteit van de afstudeerscripties. Hierbij wordt een steekproef van de afstudeerscripties beoordeeld op hbo kwaliteit en op inhoudelijke relevantie. Dit wordt door een door de opleiding speciaal voor dit doel aangesteld extern panel gedaan dat bestaat uit een vakinhoudelijk expert en een docent of opleidingsmanager van een andere hogeschool. De uitkomsten worden met het docententeam besproken en leiden zo nodig tot verbeteracties. Oordeel opleiding De opleiding is van mening dat de evaluatie van de onderwijsprocessen nu nog plaatsvindt zonder vaste structuur en dat er vaak gefocust wordt op de operationele processen. De opleiding heeft een verbeteractie geformuleerd, gericht op het gebruiken van het NVAO-kader bij de evaluatie van het onderwijs.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 48
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering
De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Verbetermaatregelen op basis van evaluaties Uit de documentatie en uit de gesprekken die het auditteam heeft gevoerd is duidelijk geworden dat de uitkomsten van evaluaties de basis vormen voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Fundamentele verbeteracties worden opgenomen in het bedrijfsplan en in het werkplan van de opleidingsmanager. Over de uitvoering van het bedrijfsplan wordt per kwartaal gerapporteerd aan de Raad van Toezicht waarbij zo nodig prioriteiten worden aangepast. Genomen verbetermaatregelen door de opleiding:
Naar aanleiding van een klacht van studenten over de nakijktijd is door de opleiding ‘SODOnline’, waar studenten hun portfolio’s plaatsen, uitgebreid met een softwareaanpassing waarbij automatisch een datum- en tijdstempel wordt aangegeven. Aan docenten is de instructie gegeven na de inleverdatum te starten met nakijken van de werkstukken die op tijd zijn geplaatst. Docenten wachtten voorheen met nakijken totdat het laatste product was ontvangen.
Uit gesprekken bleek dat studenten bij het bekendmaken van de cijfers niet alleen het cijfer maar ook de wijze waarop het cijfer tot stand was gekomen wilden zien. Naar aanleiding hiervan is software ontwikkeld die niet alleen deze informatie in SOD-Online vastlegt maar die tevens docenten een hulpmiddel geeft om hun cijfers op een structurele manier vast te leggen en waarbij bovendien het administratieve proces rondom examinering is geautomatiseerd.
Naar aanleiding van de visitatie in 2004 zijn de procedures rondom toetsen en beoordelen geformaliseerd en vindt er een objectievere beoordeling van toetsconstructie en toetsen plaats. De invoering heeft mede geholpen om de groei van studenten die vanaf 2005 heeft plaatsgevonden, ook ten aanzien van beoordelen en toetsen, goed te ondersteunen. Zie facet 2.8.
Tijdens de visitatie in 2004 werd vastgesteld dat er weliswaar een aanvang was gemaakt met een alumni-volgsysteem, maar dat alumni nog niet actief participeerden bij de interne kwaliteitszorg of het vaststellen van de resultaten. Ondanks de inspanningen van de opleiding, zoals bijvoorbeeld het aanmaken van een virtuele kamer op SOD-Online voor alumni en het opzetten van een alumnivereniging, is de opleiding er nog niet in geslaagd de betrokkenheid van alumni bij de opleiding te vergroten. Hierdoor zijn de activiteiten van de opleiding ten aanzien van afgestudeerden beperkt tot het werven van docenten.
Oordeel studenten Tijdens de audit geven studenten aan tevreden te zijn over de verbetermaatregelen die de opleiding neemt naar aanleiding van hun suggesties.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 49
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Het betrekken van stakeholders bij de kwaliteitszorg Medewerkers, studenten en beroepenveld worden door de opleiding door middel van verschillende evaluaties betrokken bij de kwaliteitszorg van de opleiding. Bij facet 5.1 is aangegeven welke middelen de opleiding hierbij inzet. Studenten kunnen de resultaten van de evaluaties vinden op SOD-Online. Een module-evaluatie wordt gedurende drie weken aangeboden aan de studenten. Daarna wordt het integraal (automatisch) gepubliceerd op SODOnline, zichtbaar voor studenten en docenten. Nadat de resultaten met de groep zijn besproken wordt er een verslag, met daarin afspraken en verbeteracties, gemaakt dat aan de studenten wordt doorgegeven. Na de implementatie van de verbeteractie wordt dit gemeld aan de studenten. Alumni zijn voor het eerst in 2010, door middel van een vragenlijst, betrokken bij de kwaliteitszorg van de opleiding. Het tweejaarlijks zelfevaluatierapport uitgevoerd volgens het INK model is door medewerkers zelf opgesteld. Hierin worden de resultaten van de evaluatie en de geplande verbeteracties uiteengezet. Door de vaste medewerkers worden de acties bovendien vastgelegd in hun eigen werkplan. Zie facet 5.1. Zoals eerder aangegeven wordt met de beroepenveldcommissie geëvalueerd over de opzet en inhoud van de opleiding gehouden met als doel de beroepsprofielen te vertalen naar het onderwijs. Zie de facetten 1.1 en 2.1. SOD-Opleidingen heeft een klachtenprocedure ontworpen, die klachten registreert, de klant op de hoogte stelt van registratie en de klacht binnen een bepaalde termijn afhandelt. De klachtenmelding en -registratie is opgenomen in SOD-Online. Volgens de examencommissie zijn er vanaf 2007 geen serieuze klachten bij HMDI binnengekomen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 50
6.
Resultaten
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau
De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Het werkveld over het gerealiseerde niveau Het werkveld is betrokken bij de beoordeling van afstudeerscripties doordat alle docenten in het beroepenveld werkzaam zijn. Daarnaast vindt, zoals in facet 5.1 is aangegeven, een audit plaats door een door de opleiding speciaal voor dit doel aangesteld extern panel, bestaande uit een vakinhoudelijk expert en een docent of opleidingsmanager van een andere hogeschool. Aan de hand van een steekproef worden de afstudeerscripties beoordeeld op hbo kwaliteit en inhoudelijke relevantie. Van de tien afstudeerscripties van 2008 die dit externe panel heeft bestudeerd was één scriptie van onvoldoende kwaliteit. Achteraf bleek dat van deze scriptie niet alle gegevens aan het panel waren overhandigd. Daarnaast werd opgemerkt dat in de helft van de scripties weinig ruimte was voor reflectie op de rol van de DIV organisatie in relatie tot informatievraagstukken en – oplossingen en voor het gegeven dat de kenniswerkers (beleidsambtenaren) door de informatisering nog verder binnendringen in het informatiebeheerdomein. In 2010 heeft er een evaluatie onder de alumni van de afgelopen 2 jaar plaatsgevonden. In het licht van de gerealiseerde eindkwalificaties blijkt dat 75,6% van de alumni van de afgelopen 2 jaar tevreden is over de aansluiting van de opleiding op de beroepspraktijk. Afgestudeerden zijn werkzaam in het werkveld en verstevigen met het behalen van het HMDI diploma hun positie in de organisatie, hoewel een aantal van hen op dit moment nog wel de functie van senior medewerker bekleden, terwijl verwacht was dat zij al een managementfunctie zouden vervullen. Borging eindniveau Het eindniveau van de opleiding is vastgelegd in het competentieprofiel. Zie hiervoor facet 1.1. Het auditteam heeft kennisgenomen van het afstudeerprotocol (modulewijzer Proeve van bekwaamheid) en de onderzoekslijn binnen het curriculum (zie facet 2.2) en is van mening dat hierin voor alle betrokkenen duidelijk is beschreven waaraan het afstudeerwerkstuk moet voldoen en op basis van welke criteria de student zal worden beoordeeld. Voor de Proeve van bekwaamheid wordt 42 EC verstrekt en bestaat uit vier onderdelen: Opdrachtformulering Plan van aanpak Schriftelijke rapportage Mondelinge eindpresentatie In de schriftelijke rapportage past de student de uitkomsten en bevindingen van zijn onderzoek toe op zijn eigen organisatie. Tevens wordt de visie van de student voor de komende 10 jaar op zijn vakgebied in een apart hoofdstuk van de rapportage beschreven. Het resultaat van het onderzoek en de schriftelijke rapportage worden na goedkeuring van de werkgever van de student en van de begeleidende docenten gepresenteerd aan een fictief managementteam.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 51
Oordeel auditteam over het gerealiseerde niveau Het auditteam van Hobéon Certificering, waaronder een vakdeskundige en een werkvelddeskundige, heeft uit een lijst van afstudeerwerken 2008/2009 en 2009/2010 een selectie gemaakt van te bestuderen werkstukken (bijvoorbeeld: ‘Herpositionering huidige DIVorganisatie naar zelfstandig ondernemerschap’, ‘Plaats en tijd onafhankelijk werken aan het werk in plaats van naar het werk’, ‘Onderzoek naar de impact van de reorganisatie van de afdeling Documentaire Informatie en Bibliotheek (DIB) op de betrokken medewerkers’). Na bestudering hiervan concludeerde het team dat de inhoudelijke kwaliteit van de scripties van voldoende hbo-niveau is. Het auditteam is wel van mening dat uit de rapportages niet altijd duidelijk blijkt voor wie het visiedocument (de opleiding) en voor wie de scriptie (de opdrachtgever) is geschreven. Soms overlapt de inhoud van beide documenten teveel. De gebruikte bronnen zijn zowel in kwalitatief als kwantitatief opzicht van voldoende niveau. Hoewel het auditpanel op dezelfde eindbeoordeling voor de scripties uitkomt, is de traceerbaarheid van puntentoedeling in relatie tot de beoordelingscriteria niet bij alle scripties helder. Het auditteam is voorts van mening dat de aanwezige onderzoekslijn binnen de opleiding HMDI de student gedurende de vier studiejaren voldoende voorbereidt op het afstuderen (zie facet 2.2). Tijdens de audit waren de aanwezige studenten positief over de ondersteuning die zij gedurende de opleiding krijgen op het gebied van onderzoeksvaardigheden. Wel werd opgemerkt dat pas in het 4de jaar de samenhang hierin meer zichtbaar wordt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 52
Facet 6.2. Onderwijsrendement
Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Analyse en verbetermaatregelen Tot op heden heeft de opleiding nog niet aan de hand van streefcijfers naar het rendement van de opleiding gekeken. De uitval van ca 10-15% in het eerste jaar ontstaat omdat studenten zich na de start pas echt realiseren wat het inhoudt om naast een baan, een gezin etc. nog een studie te volgen. Het rendement van de opleiding is weergeven in onderstaande tabel:
Start SOD-II Diploma % diploma Nog bezig Start HMDI Diploma % diploma Nog bezig
0506 63 39 62
2006 21 12 57
0607 36 25 69
23 17 74 6
4 2 50 1
15 7 47 5
2007 31 20 65
0708 66 35 53
2008 21 14 67
0809 57 34 60
Totaal 295 179 61 42 26 62 12
Oordeel opleiding De opleiding heeft verbeteracties geformuleerd gericht op het vaststellen van een streefcijfer voor het rendement, het verzorgen van betrouwbare rapportage op dit gebied en het vaststellen van een programma om uitval te voorkomen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 53
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 54
6.
OORDEELSCHEMA Management Documentaire Informatievoorziening Deeltijd
Onderwerp
/
Facet
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie HBO 2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing 3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers,studenten,alumni en beroepenveld 6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement Samenvattend oordeel
Oordeel V1 G V G V G V V V V V V G V2 G G G V3 V G V4 V G G V V V V
Derhalve adviseert Hobéon Certificering de NVAO de hbo associate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, verzorgd door Hogeschool Management Documentaire Informatievoorziening, crohonummers respectievelijk 80003 en 34394, in de variant deeltijd te accrediteren.
1 2 3 4
Extra Extra Extra Extra
aantekening aantekening aantekening aantekening
‘goed’ ‘goed’ ‘goed’ ‘goed’
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 55
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 56
7.
BIJLAGEN
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 57
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 58
BIJLAGE I PROGRAMMA EN GESPREKSPARTNERS HMDI Woerden 4 november 2010 Leden Auditteam Wienke Blomen, voorzitter, directeur Hobéon Lisette Blom, secretaris, Hobéon Geert-Jan van Bussel, vakdeskundige Job Pantjes, werkvelddeskundige Tom Derks, studentlid, student 2e jaar deeltijdstudie IDM, Haagse Hogeschool
Tijd / ruimte Vanaf 11.30 11.45 – 12.15
Gesprekspartners Liesbeth Franken
Onderwerpen Inloop en ontvangst van het auditteam Voorbespreking auditteam tijdens de lunch
12.15 – 13.15
Directie / Management:
Kennismaking Definitieve vaststelling programma Strategisch beleid, visie en missie Marktpositie, instroom, toelating, vrijstellingen Relatie beroepenveld , Alumnibeleid Internationalisering, Lectoraat, innovatie Kwaliteitszorg en verbeteracties Personeel en scholing Resultaten en rendementen Betrokkenheid bij aanpassingen opleidingsprofiel en opleidingsprogramma
Casper Molmans, directeur SOD-Opleidingen Liesbeth Franken, Opleidingsmanager HMDI
13.15-14.00
Beroepenveldcommissie: Raymond Alexander Hoofd DIV, Gemeente ‘s Hertogenbosch Wieke Lap Team coördinator DIV, Wetterskyp Fryslan Jan Boeije (onder voorbehoud) Directeur, adviseur BIPC Boeije Informatie & Proces Consultancy
14:00- 14:30
14.30-15.15
Pauze, interne terugkoppeling en verificatie
Leerplancommissie: Liesbeth Franken Pieter Poelstra, kerndocent Management & Organisatie Hans van Rijn, kerndocent Record Management Bob Nieman, Kerndocent Vaardigheden Jan de Blaaij, docent Tjeerd de Vrij, docent Antony Fokker, docent Henk Duits, docent
Actualisering beroeps- en opleidingsprofiel Relatie beroepenveld Aansluiting instroom, toelating, vrijstellingen, Praktijkcomponent, stage, afstuderen Studeerbaarheid, studielast Minoren Studie(loopbaan)begeleiding Kwaliteitszorg en verbeteracties
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 59
Tijd / ruimte 15.15-16.00
Gesprekspartners Docenten Voorstel is om dit te combineren met de leerplancommissie, indien gewenst zonder de opleidingsmanager.
16.00-16.45
16.45 – 17.45
Studenten dt / du(alle jaren/fases en opleidingscommissie vertegenwoordigd) Alleen studenten deeltijd: Jan Zweekhorst (1e jaar) (onder voorbehoud) Jan-Willem Lut (1e jaar) Annet Uithof (3e jaar) Florence van de Werf (3e jaar) Yvonne Lamers (4e jaar) Marielle van de Berg (4e jaar)
17:45 –18:30
Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Bezwaar en beroep
Broodjes, interne terugkoppeling, vaststelling pending issues en verificatie
18:30 – 19:15
Examencommissie en toetscommissie: Edo Das Bert Schreuders Jan Schetters
19:15 – 19:45
Managementteam: Casper Molmans Liesbeth Franken
19:45-20:30
20:30 – 21:00
Onderwerpen Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling / curriculum Instroom / propedeuse Samenhang programma Studie(loopbaan)begeleiding Toetsen en beoordelen Eindkwalificaties Praktijkcomponent, stages Internationalisering Deskundigheidsbevordering, pop’s Pauze, interne terugkoppeling, verificatie
Toetsen en beoordelen Bezwaar en beroep Vrijstellingen en EVC Onderwijsontwikkeling Studeerbaarheid, studielast Gerealiseerd niveau Pending issues
Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling Alle betrokkenen
Terugkoppeling voorlopige beoordeling
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 60
BIJLAGE II KWANTITATIEVE GEGEVENS VAN DE OPLEIDING Opleiding Management Documentaire Informatievoorziening, Woerden. Studenten deeltijd Aantal studenten 2010 (bij meerdere lesplaatsen hier alle lesplaatsen noemen) Instroom studenten
In totaal 125 studenten dd 1210-2010
2010
Instroom januari + september 42
2009
58
2008
78
2007
97
2006
57
Vooropleiding studenten
mbo-4: havo: vwo: ho:
Wordt alleen vastgelegd in het persoonlijk studentendossier. Grootste groep is mbo-4: doorstroom vanuit SOD I.
overig:
Docenten Aantal aan de opleiding verbonden docenten
82 docenten
Aantal fte per variant
n.v.t.
Docent – student ratio per variant
n.v.t.
Aantal docenten tevens werkzaam in beroepspraktijk
82 = 100%
Aantal docenten met minimaal 18 = 22% een master WO n.v.t. Aantal fte in kenniskringen
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 61
Rendementsgegevens Diplomarendement in aantallen en %
deeltijd aantal
%
cohort 2003
3
30%
cohort 2004
9
64%
cohort 2005
17
74%
cohort 2006
9
47%
Propedeuserendement in aantallen en %
deeltijd aantal
%
cohort 2003
-
-
cohort 2004
-
-
cohort 2005
40
63%
cohort 2006
43
74%
Contacturen Definitie: Studiejaar bestaat uit 40 weken en de tweewekelijkse bijeenkomsten uit 6 contacturen (klokuren).
contacturen
deeltijd
e
19x6=114 uur
e
19x6=114 uur
e
20x6=120 uur
e
15x6=90 uur
1 leerjaar 2 leerjaar 3 leerjaar 4 leerjaar
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 62
BIJLAGE III CURRICULA VITAE EN ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARINGEN AUDITOREN W.L.M. Blomen De heer Blomen is sinds 1976 actief in het hoger (beroep) onderwijs op het gebied van bestuur, strategie en organisatie. Van 1976 tot 1992 in diverse functies bij de HBO-Raad, waaronder die van hoofd van een van de adviesgroepen en plv. secretaris-directeur, en sinds 1992 als senioradviseur en later directeur en mede-eigenaar van de Hobéon Groep BV. Sinds 1996 is hij tevens werkzaam in de certificering van bedrijven in de monumentenzorg, in het hoger onderwijs en in de sector kunst en cultuur. De heer Blomen heeft tevens als voorzitter opgetreden bij audits in het kader van accreditatie van verschillende IDM opleidingen. Dr. G.J. van Bussel De heer van Bussel studeerde Middeleeuwse Geschiedenis en archiefwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en deed de Opleiding tot Hoger Archiefambtenaar op de Rijksarchiefschool in Den Haag. Hij promoveerde in 2009 aan de Universiteit van Amsterdam op zijn multidisciplinair proefschrift: “Op zoek naar de herinnering... Verantwoordingssystemen, content-intensieve organisaties en performance (Helmond 2009)”. Voor zijn verdiensten voor de ontwikkeling van de markt voor workflow, document en records management in Nederland is de heer van Bussel in 2001 onderscheiden met de NMA Award. Hij heeft diverse functies binnen het vakgebied en het werkveld vervuld. Zo is hij momenteel onder andere docent-onderzoeker Media, Informatie en Communicatie bij de Hogeschool van Amsterdam en docent bij de vakgroep Archiefwetenschap bij de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast treedt de heer van Bussel op als gastdocent bij diverse (internationale) universiteiten, zoals de Universiteit van Agder (‘Accountability and information systems' voor de opleiding Information Systems, Noorwegen) en de University College London (‘Archiving of data and databases', voor de opleiding Information Science, Groot-Brittannië). De heer van Bussel was van 1986 tot 1993 directeur-eigenaar van VB Information Management en is momenteel directeur-eigenaar van Van Bussel Document Services, Strategisch Informationmanagement (Helmond). Tevens is hij lid van diverse verenigingen, commissies, werkgroepen en besturen binnen het vakgebied, zoals het College van Deskundigen, ECBcertificatie NEN 2082 en NEN-ISO 15488. Daarnaast is hij als auditor/ lead auditor betrokken bij het uitvoeren van conformiteitstoetsen van DMS/RMA-applicaties aan NEN 2082 en van organisaties aan NEN-ISO15489. De heer van Bussel heeft veel gepubliceerd op zijn vakgebied en geeft presentaties bij diverse nationale en internationale organisaties. Drs. J. Pantjes De heer Pantjes studeerde achtereenvolgens Sociale - en organisatie psychologie en Geschiedenis aan de Universiteit van Leiden. Hij heeft diverse functies binnen het werkveld bekleed. Zo was hij adviseur en teamleider sectie Record Management a.i. op het Provinciehuis Zuid-Holland in Den Haag (Doxis) en Kwartiermaker en Record Manager a.i. bij het Waterschap Brabantse Delta in Breda (Doxis). Van 2008 tot 2010 vervulde de heer Pantjes de functie van Senior Informatie Specialist bij Doxis Informatiemanagers in Den Haag. Hij was hier onder andere betrokken bij een aantal interne projecten, zoals: ‘Project Wabo’, ‘Project Van analoog naar digitaal’ en ‘Project Informatiemanagement 2.0.’ Vanaf april 2010 is hij hoofd projecten en plaatsvervangend hoofd SC-DIV bij het Servicecentrum DIV van de gemeente Utrecht. T.A. Derks De heer Derks is tweedejaars deeltijd student Informatie Diensten en Informatie Management (IDM) aan de Haagse Hogeschool. Hiervoor was de heer Derks zelfstandig theater technicus en heeft ook vanuit die positie ervaren wat het belang van goede informatie voorziening- en management is voor een organisatie.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 63
Drs. L. Blom-van Veen Mevrouw Blom-van Veen is afgestudeerd aan de Vrije Universiteit in Amsterdam (Beleid, Communicatie en Organisatie) en heeft verschillende managementfuncties binnen het bankwezen bekleed. Zo is zij 10 jaar als rayondirecteur bij Fortis Bank werkzaam geweest en heeft zij 2 jaar als segmentmanager Huis & Hypotheekadvies en als lid van het managementteam bij Rabobank gefunctioneerd. Vanuit haar eigen bedrijf houdt zij zich bezig met organisatieadvies met focus op kwaliteitszorg binnen onder andere het hoger beroepsonderwijs.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 64
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 65
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 66
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 67
De onafhankelijkheidsverklaring van de heer Derks wordt z.s.m. nagezonden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 68
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 69
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 70
BIJLAGE IV WERKWIJZE, BEOORDELINGSPROCEDURE EN BESLISREGELS HOBÉON Beoordelingsprocedure en werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende deeltijdopleiding is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de opleiding HMDI van Hogeschool Management Documentaire Informatievoorziening aangeleverde schriftelijke informatie: Management Review; Studiegids; Onderwijs- en Examen Regeling – OER; Visitatierapport opleiding Management Documentaire Informatievoorziening - februari 2005 Onderwijsplan 2010; Opleidingsplan HMDI 2010-2011; Kwaliteitshandboek 2010; Zelfevaluatie 2010 (INK model); Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld: o strategische keuzen en de positie in de markt, o interne organisatie, o de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne managementrapportages en verbetermaatregelen, o ontwikkelingen in het beroepenveld, o beroeps- en opleidingsprofielen, o (validatie) eindcompetenties, o curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, o werkvormen, o toetsing en beoordeling, o kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, o internationalisering, o instroombeleid, o studiebegeleiding, o onderwijsrendement. Op basis van de door de opleiding aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleiding. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie werd het management van de betreffende opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 71
Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie5, uitgevoerd door een auditteam bestaande uit een auditteam met daarin twee externe onafhankelijke deskundigen, één student van een verwante opleiding Informatiedienstverlening (IDM), een voorzitter en een secretaris vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleiding overleg voert; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; overzicht CV’s van (gast)docenten; observatieformulieren van docenten; verslagen van docentevaluaties; netwerkoverzicht docenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de ‘eindproducten’ van studenten. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleiding werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden.
Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. B. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is.
5
Visitatie heeft op 4 november 2010 plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 72
C. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;6 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
6
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een HBO Bachelor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo sssociate degree- en bacheloropleiding Management Documentaire Informatievoorziening, HMDI Woerden⏐ 73