Activiteitenplan 2015 Bedrijfstakgroep zorg, welzijn en sport
Btg ZWS
“Een Btg nieuwe stijl”
Auteur(s)
Han Dahlmans Karin Lukassen
MBO Raad
Houttuinlaan 6 Postbus 2051 3440 DB Woerden T: 0348 - 75 35 00 E:
[email protected] I: www.mboraad.nl
Woerden
Vastgesteld 4 december 2014
Versienummer
1.0
Voorwoord 2015: het jaar van transities en verbindingen! In 2015 zullen de wettelijke taken van de kenniscentra beroepsonderwijs overgenomen worden door de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB), met de paritair samengestelde sectorkamers en marktsegmenten als één van de belangrijke pijlers. Sectorale vraagstukken op het vlak van kwalificeren & examineren, beroepspraktijkvorming en arbeidsmarktinformatie & doelmatigheid zullen op de agenda staan en hier worden in gezamenlijkheid keuzen in gemaakt, ondersteund door de marktsegmenten. Vanaf januari 2015 zullen de sectorkamers van start gaan en op 1 augustus nemen de sectorkamers formeel de wettelijke taken over van de diverse paritaire commissies. Daarmee samenhangend heeft de MBO Raad besloten om per 2015 de bedrijfstakgroepen analoog aan de sectorkamers in te richten met een nadrukkelijke taak om de sectorale belangenbehartiging en last en ruggenspraak te borgen. Deze twee zogenoemde transities hebben consequenties voor het werk van en in de bedrijfstakgroep. Op de eerste plaats omdat de vijf leden van de onderwijsgeleding (bekostigd onderwijs) tevens lid zijn van de kerngroep van de btg. Samenwerking tussen deze nieuwe leden en de zittende leden van de kerngroep is van groot belang om enerzijds de sectorale belangenbehartiging goed over het voetlicht te brengen en anderzijds de in dit activiteitenplan geformuleerde doelstellingen en resultaten te realiseren. Op de tweede plaats omdat goede afstemming tussen kerngroep / onderwijsclusters en sectorkamer / marktsegmenten voorwaardelijk is om te komen tot goede landelijke afspraken in paritair verband. Ook hier is het optimaliseren van de samenwerking van groot belang. Als goed georganiseerde bedrijfstakgroep met actieve en zeer betrokken leden, hebben we al in 2014 voorgesorteerd op deze veranderingen. En net zoals in 2014 zullen we ons ook in 2015 blijven inzetten voor al die landelijke belangen die spelen in de branches zorg, welzijn en sport. We zullen onze activiteiten zelfs uitbreiden met belangenbehartiging voor schoonheidsverzorging en voetverzorging, samen met de leden vanuit de voormalige bedrijfstakgroep uiterlijke verzorging. Naast deze veranderingen hebben we te maken met grote transities in het werkveld waarvoor wij opleiden, met name de transities in de zorg en het sociale domein. De invoering van de Jeugdwet, WMO 2015, de Wlz en Zvw hebben grote invloed op het type werknemer in de zorg, welzijn en sport op korte en (midden)lange termijn en dus op de inhoud van de opleidingen. Er zullen meer cross-overs en verbindingen tussen zorg, welzijn en sport noodzakelijk zijn. Het is op dit moment lastig exact te duiden wat dit betekent, maar één ding is zeker….in 2015 moeten we hier samen met onze sociale partners meer zicht en grip op krijgen.
Transities bieden onzekerheid, maar ook kansen voor een meer integrale aanpak. Daarom zijn wat mij betreft de woorden ‘transitie’ en ‘verbinding’ nauw met elkaar verbonden. We moeten nadrukkelijk de verbinding leggen tussen oud en nieuw, tussen werkveld en onderwijs, tussen sectorkamer en btg, tussen onze onderwijsclusters en met de opleidingen schoonheidsverzorging en voetverzorging. Wederzijds vertrouwen, weten waar je aan toe bent en duidelijkheid over de wederzijds wensen en behoeften zijn essentieel. Alleen dan kunnen we de transities in goed banen leiden en de benodigde verbindingen bewerkstelligen. De eigenheid van de branches, evenals de eigenheid van de roc’s vraagt hierbij ook de ruimte voor verscheidenheid. Op de assen eenduidigheid en verscheidenheid zullen we als btg blijven acteren en balanceren. De beschreven dynamiek in de transities, de thema’s, het werkveld maar ook in onze onderwijsclusters laten onverlet dat we als collectieve, sectorale belangenbehartiger proactief willen blijven opereren en de rollen die daarbij horen met enthousiasme willen blijven vormgeven. Ik wens ons allen veel wijsheid en inspiratie toe vanuit dit activiteitenplan en hoop dat we ook bij de uitwerking ervan weer een beroep op u kunnen doen.
Harrie Bemelmans Vicevoorzitter bedrijfstakgroep Zorg, Welzijn en Sport
Inhoudsopgave 1
Algemeen
2
1.1 1.2
MBO Raad en btg ZWS Doelen en taken bedrijfstakgroepen
2 3
1.3
Over de btg ZWS
3
1.3.1 1.3.2
Missie en visie Doelstelling(en)
3 5
1.3.3 2
Structuur Landelijke ontwikkelingen 2015
5 8
3 Activiteiten 2015 Bijlagen
16 17
Bijlage 1 Activiteitenoverzicht 2015
18
Bijlage 2 Organogram Bijlage 3 Samenstelling diverse gremia
18 37
Bijlage 4 Aangesloten mbo-scholen bij bedrijfstakgroep ZWS
39
1
Algemeen
1.1
MBO Raad en btg ZWS Met ingang van 2015 kent de MBO Raad geen veertien bedrijfstakgroepen meer, maar acht opnieuw ingerichte bedrijfstakgroepen. Deze zijn samengesteld naar analogie van de nieuwe sectorkamers die binnen SBB (Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven) worden ingericht. De sectorkamers komen in de plaats van de huidige kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven (kbb) die (uiterlijk) met ingang van augustus 2015 ophouden te bestaan voor wat betreft hun wettelijke taken. De MBO Raad heeft ervoor gekozen de indeling van de landelijke sectorkamers leidend te laten zijn voor de herinrichting van de bedrijfstakgroepen. De bedrijfstakgroep Zorg, Welzijn, Sport (inclusief schoonheidsverzorging/voetverzorging) is één van de acht nieuwe bedrijfstakgroepen van de MBO Raad, de brancheorganisatie voor mbo-scholen. Het college van bestuur van iedere mbo-school benoemt per sector c.q. btg een zogenoemde (instellings)vertegenwoordiger, mits de school opleidingen in deze sector of dit opleidingencluster aanbiedt. De instellingsvertegenwoordiger is lid van de btg. De instellingsvertegenwoordigers hebben mandaat om namens hun mbo-school voor de betreffende sector inbreng te hebben dan wel in te stemmen met sectorale vraagstukken en voorstellen. Een bedrijfstakgroep kent een onderstructuur van één of meerdere onderwijsclusters, gegroepeerd rondom een cluster van verwante opleidingen (crebo’s). De bedrijfstakgroepen hebben twee kerntaken: • De btg behartigt namens en samen met het sectorale onderwijsveld de sectorale en overstijgende onderwijsthema’s passend binnen het beleid van de MBO Raad. Doel is de sectorale onderwijskwaliteit te verbeteren c.q. te optimaliseren. • De btg zorgt voor de sectorale belangenbehartiging vanuit het onderwijsveld voor een doeltreffende inbreng voor de door SBB in sectorkamers belegde thema’s (kwalificeren en examineren, bpv en doelmatigheid) en op basis van het sectorkamerjaarplan andere thema’s. De kerngroep van de btg heeft het mandaat (van/via de btg-leden) om binnen de landelijk vastgestelde uitgangspunten van de MBO Raad, sectorale afspraken en besluiten te nemen. Last en ruggespraak met de btg-leden is daarbij essentieel.
SSI/237981/2014
2/39
1.2
Doelen en taken bedrijfstakgroepen De btg ontwikkelt beleid gericht op het landelijke sectorale onderwijsveld om een optimale aansluiting te realiseren van het onderwijs op het afnemende, sectorale werkveld en (vmbo- en hbo-)onderwijs. Hierbij horen de volgende doelen en taken: • Belangenbehartiging middels het maken van in- en extern bindende afspraken - Zorgen voor positionering en standpuntbepaling van het sectorale onderwijs in het krachtenveld met sociale partners, vakministeries, et cetera; - Last en ruggespraak verzorgen voor de vertegenwoordigers in SBB (Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven) via de sectorkamers en de onderstructuur, marktsegmenten genaamd, en andere landelijke gremia middels (vormen van) achterbanraadpleging; - Verwerven van formeel en materieel draagvlak bij het sectorale onderwijs, inclusief het maken sectorale afspraken. • Faciliteren van kennisdeling en informatievoorziening/netwerkfunctie - Inventariseren van relevante informatie en zorgen voor verspreiding van deze informatie naar de leden/achterban; - Zorgen voor en stimuleren van kennisdeling gericht op inhoudelijke (opleidings)vraagstukken; - Klankbord zijn voor de landelijke, sectorale vertegenwoordigers, met name gericht op inhoudelijke (opleidings)vraagstukken; - Stimuleren van uitwisseling en samenwerking op het gebied van professionalisering. • Projecten - Landelijke, sectorale projecten initiëren voor versterking van het sectorale onderwijs, zoals bijvoorbeeld (meer) standaardisering met als doel kwaliteitsverbetering/borging van de sectoren/opleidingen van de scholen om het vertrouwen van sectorale branches in het mbo-diploma te verbeteren. Een uitgebreide handreiking met alle relevante informatie over de bedrijfstakgroepen en sectorkamers is beschikbaar via de beleidsadviseurs van de bedrijfstakgroepen.
1.3
Over de btg ZWS
1.3.1 Missie en visie Missie: De btg ZWS is de collectieve, sectorale belangenbehartiger en proactieve schakel voor haar leden en landelijke branches om te komen tot sectorale en branchegerichte kennisdeling en afspraken op landelijk niveau met regionale borging.
SSI/237981/2014
3/39
De landelijke ontwikkelingen in het politieke en bestuurlijke krachtenveld in combinatie met de opstelling van de landelijke brancheorganisaties binnen onze sector geven aanleiding tot een stevige en proactieve belangenbehartiging vanuit onze onderwijssector. De transitie naar de nieuwe organisatie Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en de daarmee samenhangende transitie van de bedrijfstakgroepen vereisen een krachtig opererende bedrijfstakgroep. Belangrijk is dat alle ontwikkelingen in de btg zws nieuwe stijl in de volledige breedte worden bezien en dat inhoudelijke verbindingen door het vormgeven van de juiste cross-overs worden geborgd. De kaders en randvoorwaarden die landelijk worden afgesproken rondom de thema’s kwalificeren & examineren, beroepspraktijkvorming en (macro)doelmatigheid dienen sectoraal ingevuld te worden. De bedrijfstakgroep is de sectorale onderwijskolom die zorgt voor een professionele en adequate opstelling van de onderwijsgeleding binnen de nieuwe organisatie SBB. De aansluiting van de opleidingen op de arbeidsmarkt en aansluiting op de mogelijkheden en brede inzetbaarheid van de studenten zijn daarbij leidend vanuit het besef dat dit alleen kan met doelmatige, uitvoerbare en organiseerbare leerwegen voor mbo-instellingen. De ontwikkelingen vragen van de instellingsvertegenwoordigers op de ledenvergadering een actieve en participerende houding, waarbij de instellingsvertegenwoordigers gemandateerd zijn om staande de ledenvergaderingen besluiten te nemen, als ook mandaat te verstrekken aan de kerngroep, om op landelijk, sectoraal niveau ten aanzien van vraagstukken (collectieve) afspraken te maken die bindend zijn in de uitvoering voor roc’s. Kortom, vóór en namens de leden afspraken maken vanuit onze primaire doelstelling: versterking van het mbo ZWS onderwijs. De positie van de btg is als volgt te omschrijven: • De btg ZWS is gelieerd aan de MBO Raad en gesprekspartner voor het bestuur van de MBO Raad voor die dossiers die de sector raken. • De btg zorgt, op verzoek, dan wel met instemming van haar leden, voor landelijke sectorale afspraken tussen de Btg en andere landelijke sectorale partijen voor de onder haar vallende opleidingsclusters met regionale borging die de beeldvorming van de betreffende MBO opleidingenclusters versterken naar belangenbehartigende partijen. • Tevens voert zij met mandaat van haar leden regie en coördinatie op dossiers betreffende de ZW&S sector. De btg ZWS nieuwe stijl is: 1. HET landelijke sectorale platform voor meningsvorming en kennisdeling m.b.t. het positioneren van de zorg-, welzijn-, sport- én schoonheids-/voetverzorgingsopleidingen, zowel landelijk als regionaal;
SSI/237981/2014
4/39
2. DE sectorale belangenbehartiger voor de leden. Hierbij wordt structureel de relatie met het kenniscentrum en de branches gezocht (co-makership); 3. signalerend, regievoerend ofwel dienstverlenend richting de aangesloten leden, wat betreft onderwerpen en projecten die de zorg-, welzijn- en sport- én schoonheids-/voetverzorgingsopleidingen betreffen; 4. het platform voor verspreiding van informatie - en actuele beleidsinformatie (vanuit MBO Raad en KBB) relevant voor leden van de btg; 5. het netwerk dat daartoe activiteiten faciliteert en organiseert.
1.3.2 Doelstelling(en) De btg ZWS nieuwe stijl: • Neemt (strategische) standpunten in en initieert of participeert binnen overlegstructuren en projecten, die de belangen van de aangesloten btg leden dienen. • Signaleert, agendeert, adresseert en beïnvloedt vraagstukken op strategisch, tactisch, en operationeel niveau. Ze is in beeld daar waar zaken spelen die de zorg-, welzijn- en sportén schoonheids-/voetverzorgingsopleidingen raken, maar niet eigendom zijn van een specifieke aangesloten instelling. • Streeft naar meer (landelijke) versterking en positionering vanuit de inhoudelijke (onderwijsen arbeidsmarkt) vraagstukken die spelen. • Verbindt en adresseert opleidings- en arbeidsmarktvraagstukken aan en binnen onderwijsclusters en opleidingen. • Voert regie op opleidingscapaciteitsvraagstukken, zowel kwalitatief als kwantitatief. • Bespreekt en geeft innovatief richting aan actuele strategische opleidingsvraagstukken, waarbij gezamenlijk optrekken, versterking van en met elkaar voorop staat. • Beïnvloedt de politiek en wet- en regelgeving vanuit gezamenlijk belang vòòr (uit) ‘het veld’ naar MBO Raad, ministeries OCW en VWS, brancheorganisaties en beroepsverenigingen, etc.. • Versterkt collectief de sector door het faciliteren van kennisdeling en netwerken.
1.3.3 Structuur Het bestuur, de kerngroep van de btg ZWS bestaat uit maximaal 12 leden, bestaande uit de vijf onderwijsleden in de sectorkamer ZWS (bestuurders) en maximaal 7 sectordirecteuren. Het bestuur wordt gemandateerd door en legt verantwoording af aan de algemene ledenvergadering (ALV). De onderstructuur van de btg zws nieuwe stijl bestaat uit meerdere onderwijsclusters die afgestemd worden op de onderstructuur van de sectorkamer zws, de zogenoemde marktsegmenten. Vooralsnog wordt de onderstructuur van de btg zws vormgegeven met de onderwijsclusters zorg, welzijn, sport en schoonheidsverzorging/
SSI/237981/2014
5/39
voetverzorging. Ieder onderwijscluster heeft een clustercommissie en organiseert clusterbijeenkomsten. Het bestuur en de clustercommissies wordt geadviseerd, bijgestaan en ondersteund door twee beleidsadviseurs (1,5 FTE) en een secretaresse (0,9 FTE). Het bestuur (kerngroep) en de algemene ledenvergadering Het dagelijks bestuur, bestaande uit vier leden van de kerngroep, bestaat uit: • de voorzitter, zijnde een bestuurder van een roc, met portefeuille algemene zaken en gesprekspartner voor bestuur MBO Raad. De voorzitter en vicevoorzitter worden gekozen door de kerngroep van de btg; • een secretaris, tevens vicevoorzitter, benoemd door de algemene ledenvergadering; • een financieel contactpersoon, benoemd door de algemene ledenvergadering; • een lid, benoemd door de algemene ledenvergadering. De overige bestuursleden zijn: • de onderwijsleden van de aanverwante sectorkamer; • de vier voorzitters van de clustercommissies, te weten zorg, welzijn, sport en schoonheidsverzorging/voetverzorging, zijnde directeuren (of gelijkwaardig niveau binnen een roc), met inhoudelijke knowhow van de betreffende onderwijsclusters. De onderwijsclusters zijn gegroepeerd rond herkenbare (landelijke) branches met daaraan gelieerde crebo’s naar analogie van de marktsegmenten. Zij bewaken de directe lijn van bestuur naar clusteroverleg en omgekeerd, alsmede de lijn van btg zws (bestuur en clusters) naar de marktsegmenten en omgekeerd; • een of meer leden, zijnde directeur zws, of gelijkwaardig niveau binnen een roc, met inhoudelijke knowhow van overstijgende dossiers. Deze leden hebben breed inzicht in de netwerken en samenwerkingsverbanden in het land en zijn gericht op versterking en samenwerking van onderwijsinstellingen onderling en met de diverse regionale branches. De kerngroep werft de kerngroepleden anders dan de onderwijsleden van de aanverwante sectorkamer zelf op basis van het beschreven profiel. Zij moeten instellingsvertegenwoordiger zijn. De taken van het bestuur kunnen op hoofdlijnen als volgt worden omschreven: • de (bestuurlijke) verantwoordelijkheid om de doelstellingen van de btg te realiseren conform de strategische en korte termijn doelstellingen van het meerjarenbeleidsplan en activiteitenplan; • op portefeuilles bestuurlijke gesprekspartner voor de in- en externe stakeholders, waarbij als uitgangspunt geldt dat bij formele externe contacten op bestuurlijk niveau er altijd twee afgevaardigden uit het bestuur en een beleidsadviseur afgevaardigd worden;
SSI/237981/2014
6/39
• de kerngroep verzorgt btg-brede kennisdelingsactiviteiten zoals een werkconferentie met clusteroverstijgende thema’s. De frequentie hiervan is afhankelijk van de behoefte van de btg-leden; • de voorzitter van een bedrijfstakgroep geeft niet alleen leiding aan (de kerngroep van) de btg, maar is ook het aanspreekpunt voor het bestuur en het bureau van de MBO Raad. Hij/zij geeft functioneel leiding aan de btg-adviseurs en -secretaresse. • de beleidsadviseur zorgt voor de proactieve advisering en ondersteuning voor, tijdens en na het (bestuurlijke) overleg en regelt de terugkoppeling, communicatie en werkt eventuele acties uit. Het bestuur heeft op jaarbasis minimaal vier en maximaal zes bijeenkomsten, waarvan een beleidsdag in september. De algemene ledenvergadering (ALV) bestaat uit sectordirecteuren of gelijkwaardig en komt gemiddeld vier maal per jaar bijeen. De clustercommissies en de clusterbijeenkomsten De clustercommissies zorg, welzijn, sport en schoonheidsverzorging/voetverzorging hebben de volgende kenmerken: • de doelgroep voor de clusterbijeenkomsten zijn afdelings- of opleidingsmanagers met op onderwerp extra specifieke vertegenwoordigers. Denk bijvoorbeeld aan bpv-coördinatoren, examendeskundigen, onderwijsontwikkelaars en curriculumbouwers; • de voorzitter van de clustercommissie vormt met maximaal drie commissieleden de clustercommissie. De commissie heeft tot primaire taak het bewaken en borgen van agendering van relevante cluster specifieke vraagstukken binnen het bestuur als ook de cluster specifieke inkleuring van landelijke, sectorale dossiers in de clusterbijeenkomsten. Daarnaast is kennisdeling van belang; • de clustercommissie verzorgt aldus de agendastelling en voorbereiding van de clusterbijeenkomst met advisering en ondersteuning door de beleidsadviseur en secretaresse; • de clustercommissies komen minimaal vier en maximaal vijf keer per jaar bijeen; • de bijeenkomsten per onderwijscluster kennen minimaal een gezamenlijk deel waarin de overstijgende clusterthema’s een plek krijgen, waarna in sub platforms uiteen gegaan kan worden, indien de agenda daarom vraagt. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan bespreking van zowel de bredere gezamenlijke vraagstukken als aan ‘smallere’ onderwerpen betreffende een of meerdere opleidingen.
SSI/237981/2014
7/39
2
Landelijke ontwikkelingen 2015 Algemeen De bedrijfstakgroepen bevinden zich op het snijvlak van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en zijn de gesprekspartners van het (sectoraal georganiseerde) bedrijfsleven. Ze acteren bijvoorbeeld op aspecten van de totstandkoming van nieuwe kwalificaties en landelijke afspraken rondom beroepspraktijkvorming (bpv). Daarnaast faciliteren de bedrijfstakgroepen kennisdeling voor hun leden. Ze vervullen daarmee een schakel in de implementatievraagstukken van de opleidingen van aangesloten leden. Deze kennisdeling heeft betrekking op ontwikkelingen in landelijk beleid en ook op ontwikkelingen die raken aan de inhoud in de betreffende sectoren. De sociëteitsfunctie die de bedrijfstakgroepen daarbij invullen draagt bij aan een overlegstructuur tussen vergelijkbare opleidingen van verschillende mbo-scholen. De inhoud waarop de belangenbehartiging, kennisdeling en de projecten binnen een bedrijfstakgroep zich jaarlijks richten, wordt voor beïnvloed door allerlei landelijke ontwikkelingen. De belangrijkste ontwikkelingen voor 2015 worden hieronder beschreven. 1. Examinering De kwaliteit van de mbo-examens staat nog altijd ter discussie. Hoewel mbo-scholen hard werken aan de verbetering van examinering komt uit het Onderwijsverslag 2012/2013 opnieuw het beeld naar voren dat een groot deel van de mbo-examens van onvoldoende kwaliteit zou zijn. Zelf ontwikkelde exameninstrumenten, examinering in de bpv en het functioneren van examencommissies noemt de Inspectie van het Onderwijs als pijnpunten. Dit beeld is mbobreed en in meer of mindere mate bij elke mbo-school aan de orde. De minister van OCW wil het vertrouwen in de kwaliteit van de mbo-examens herstellen en kondigde in haar visiebrief (juni 2014) een aantal maatregelen aan die daartoe zou moeten bijdragen. Deze maatregelen hebben betrekking op een keurmerk voor examenleveranciers, externe validering van zelfontwikkelde exameninstrumenten en verduidelijking van de taken van examencommissies. Daarnaast is het veld van examenleveranciers volop in beweging. De private poten van kenniscentra, die leer- en examenmiddelen leveren, worden opnieuw gepositioneerd. Daarnaast speelt tijdige beschikbaarheid van (leer- en) examenmateriaal in relatie tot de invoering van de herziene kwalificatiestructuur. Kortom, het krachtenveld rondom examinering verandert. De bedrijfstakgroepen zullen zich in 2015 buigen over mogelijke activiteiten die ervoor zorgen dat de kwaliteit van het examenaanbod onomstreden is en tijdig aansluit op de herziene kwalificatiestructuur. ’Ook brengen zij eventuele activiteiten in kaart. Voorstellen hiervoor staan in dit activiteitenplan.
SSI/237981/2014
8/39
2. Implementatie Herziene Kwalificatiestuctuur De afgelopen jaren hebben diverse partijen hard gewerkt aan de herziening van de kwalificatiestructuur. De kwalificatiedossiers en een aantal keuzedelen is inmiddels opgeleverd en beschikbaar. Scholen staan voor de uitdaging nieuwe examens en curricula te ontwerpen op basis van deze nieuwe structuur. Het bestuur van de MBO Raad heeft voorgesteld om het project Professionalisering Examenfunctionarissen (beschikking in studiejaren 2014-2015 en 2015-2016) beter aan te laten sluiten bij lopende ontwikkelingen, zoals de implementatie van nieuwe kwalificaties en de al in gang gezette projecten rondom examinering. Dit betekent een Servicepunt Invoering HKS dat nauw samenwerkt met het Servicepunt examinering mbo. Het servicepunt Invoering HKS werkt vraaggericht. Het ondersteunt scholen om van structuur naar onderwijs te komen. Rondom de implementatie van de herziene kwalificatiestructuur worden activiteiten zoals bijeenkomsten, trainingen, et cetera georganiseerd met vertegenwoordigers van scholen, al dan niet in btg-verband. Uitgangspunt bij deze aanpak is op basis van de behoefte van de scholen informatie uit te wisselen. Daarnaast worden – daar waar vraag is – ondersteuningsdocumenten rondom zeven thema’s, zoals keuzedelen, beroepsgerichte taaleisen, beroepskolom. Dit kan zowel sectoraal, binnen de structuur van de bedrijfstakgroepen (en aanpalende sectorkamers), als bovensectoraal (via servicepunt Invoering HKS). Bedrijfstakgroepen kunnen meeliften op activiteiten vanuit het servicepunt en daar een verdere sectorale invulling aan geven, of zelf activiteiten hiervoor ontplooien en daarvoor financiering krijgen. 3. Ruim baan voor vakmanschap: een toekomstgericht mbo Onder de titel ‘Ruim baan voor vakmanschap: een toekomstgericht mbo’ is op 2 juni 2014 een visiebrief op de toekomst het mbo van de minister van OCW verschenen. De komende jaren staan in het teken van het uitwerken en invoeren van de voorstellen in deze brief. Daarvan kunnen de volgende onderwerpen relevant zijn voor de btg’s: • experimenten met cross-overs vanaf studiejaar 2016-2017, combinaties van onderdelen van meerdere kwalificaties; • experimenten met een gecombineerde leerweg bol-bbl vanaf studiejaar 2015-2016; • experimenten met het opdelen van kwalificaties in eenheden waaraan studiepunten worden verbonden; • een mogelijke versoepeling van de eisen voor taal, rekenen, loopbaan en burgerschap bij volwassenen; • de uitbreiding van de doorlopende leerroutes vmbo-mbo: experimenten met de vakmanschapsroute en de technologieroute, uitbreiding van de vakcolleges, uitbreiding van de experimenten VM2 naar VM3, verbreding van de technologieroute naar andere sectoren; • de ontwikkeling van excellentieprogramma’s;
SSI/237981/2014
9/39
• verbetering van de kwaliteit van de examens door de scholen te verplichten examens in te kopen bij gecertificeerde examenleveranciers of schoolexamens te laten valideren door een externe instantie; • het per 21 januari 2017 mogelijk maken dat bepaalde kwalificaties alleen door vakinstellingen en aoc’s mogen worden aangeboden; • een verkenning naar een nieuwe landelijke vakinstelling voor kleine, unieke opleidingen. Dit alles onder het voorbehoud van parlementaire goedkeuring van deze voorstellen 4. Mbo na 2020 Binnen de MBO Raad is een visieontwikkelingstraject gestart dat gericht is op het uitbrengen van een Manifest medio 2015. Dit traject heet ‘Mbo na 2020’. Een cruciaal onderdeel van het traject is een analyse van de nieuwe ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de gevolgen daarvan voor het mbo. Hierbij zijn ontwikkelingen als het verdringen van laagopgeleiden door hoogopgeleiden, de druk op het middensegment van de arbeidsmarkt (niveau 2 en 3) en de toenemende flexibilisering van banen (zzp) aan de orde. Niet uitgesloten kan worden dat deze ontwikkelingen gevolgen moeten hebben voor de kwalificatiestructuur en het opleidingsaanbod. 5. Doelmatigheid In 2015 wordt de nieuwe wetgeving macrodoelmatigheid in het mbo ingevoerd. Deze wet geeft aan scholen nieuwe verplichtingen op het gebied van: • het melden van het starten of stoppen met opleidingen; • het aanbieden van opleidingen met arbeidsmarktperspectieven; • het rekening houden met elkaars opleidingsaanbod; • de verantwoording over de doelmatigheid van het opleidingsaanbod in het jaarverslag; • informatie aan (aspirant-)studenten. Waarschijnlijk verschuift het overleg over de doelmatigheid van de landelijke tafel naar de regionale en sectorale tafels. Dit wordt onderwerp van gesprek in de nieuwe sectorkamers en btg’s, waarbij een rolverzwaring voor de btg’s aan de orde kan zijn. Het is denkbaar dat een btg een overlegpartner wordt voor het georganiseerd bedrijfsleven en dat een btg namens de scholen die de desbetreffende opleidingen aanbieden, arrangementen kan afspreken met het bedrijfsleven. Arrangementen in de zin van afspraken over waar welke opleidingen aangeboden worden. De nieuwe Branchecode goed bestuur in het mbo, in werking sinds 1 augustus 2014, vraagt van de scholen ook overleg en samenwerking. 6. TAC BPV In 2015 houdt de thema-adviescommissie beroepspraktijkvorming (TAC BPV) zich met een aantal onderwerpen bezig: • Eenduidige erkenningsregeling leerbedrijven SBB gaat werken met een eenduidige erkenningsregeling. De TAC heeft hier in het najaar van 2014 een advies over uitgebracht. Het advies kan per 1 augustus 2015 ook de formele erkenningsregeling van leerbedrijven van SBB worden.
SSI/237981/2014
10/39
• Eenduidig competentieprofiel van de praktijkopleider Om te beoordelen of de praktijkopleider deskundig is en voldoende begeleiding kan bieden heeft de TAC BPV in het najaar van 2014 een model competentieprofiel voor de praktijkopleider vastgesteld. Dit model kunnen de SBB-adviseurs in 2015 gebruiken bij het uitvoeren van hun taak om bij de erkenning van een leerbedrijf te beoordelen of de praktijkopleider voldoende deskundig is en voldoende begeleiding kan bieden. • Adviesvraag actualisatie bpv-protocol Na vijf jaar actualiseren onderwijs en bedrijfsleven verenigd in SBB het bpv-protocol. Concrete aanleiding voor deze actualisatie is het verdwijnen van de kenniscentra per januari 2015. Daarnaast bekijken de partijen of aanscherpingen nodig zijn.
1
• Bpv-monitor Uit de pilot met de bpv-monitor die in het voorjaar van 2014 is gehouden, blijkt dat er een aantal aandachtspunten is. In 2015 wordt een vervolgtraject opgestart. Dit wordt in SBBverband opgepakt. • Servicedocument stages Het bureau SBB actualiseert het servicedocument stages. Daarna stelt de TAC BPV dit document vast. In het servicedocument staat een model praktijkovereenkomst en een toelichting op relevante wet- en regelgeving voor met name leerbedrijven. • Samenwerking uitvoeringsorganisatie en scholen De TAC BPV adviseert in 2015 over hoe de samenwerking van de uitvoeringsorganisatie SBB met de scholen en bedrijven het beste vorm kan krijgen. Advies rol praktijkopleider De TAC BPV brengt in 2015 een advies uit over de rol van de praktijkopleider in de toekomst. 7. Taal en rekenen Op het gebied van taal en rekenen staan voor 2015 een aantal belangrijke momenten op de agenda. In studiejaar 2014-2015 zijn de centrale examens voor Nederlands voor niveau 4 ingevoerd. In studiejaar 2015-2016 volgen de centrale examens voor Nederlands voor niveau 2 en 3 en voor rekenen voor niveau 4. Bovendien kunnen mbo-scholen in februari 2015 en studiejaar 2015-2016 deelnemen aan pilotexamens voor Engels voor niveau 4. De MBO Raad bepaalt in najaar 2014 standpunt over wat te doen als studenten de referentieniveaus echt niet kunnen halen. Het ministerie van OCW neemt in het najaar van 2014 beslissingen over taal en rekenen in entree-opleidingen. Ook komt er in het najaar meer duidelijkheid over de consequenties van een aangepast examen voor rekenen in vmbo-bb. 8. Beroepsgericht taal en rekenen in kwalificatiedossiers Beroepsgericht taal en rekenen staat in de huidige en nieuwe dossiers. Btg’s kunnen er in 2015 voor kiezen om hiervoor gezamenlijk onderwijs en examenproducten te ontwikkelen. Er is een aantal keuzedelen ontwikkeld gericht op beroepsgerichte toepassing van moderne vreemde talen. Deze zijn toepasbaar voor veel verschillende dossiers. In btg-verband kan worden bezien
SSI/237981/2014
11/39
of de ontwikkelde keuzedelen toepasbaar zijn voor de betreffende opleidingen of dat er behoefte is aan een meer op maat gesneden keuzedeel moderne vreemde talen. 9. Doorstroom hbo Per 1 mei 2015 gelden er voor opleidingen uit bepaalde mbo-domeinen nadere toelatingseisen bij doorstroom naar bepaalde opleidingen uit hbo-clusters. Regionaal kunnen mbo-scholen en hogescholen afspraken maken over voorwaarden voor doorstroom vanuit de betreffende opleidingen. Per 1 mei 2015 gelden er bovendien nadere toelatingseisen voor instroom in de pabo. Studenten die vanuit het mbo naar de pabo willen, moeten toelatingstoetsen doen voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek. Ter voorbereiding hierop is er voor mbostudenten (en havoleerlingen) ondersteuning beschikbaar. Deze ondersteuning bestaat uit studiemateriaal en (klassikale) lessen, vragenuurtjes en e-learning in twaalf regio’s. Meer informatie vindt u op www.goedvoorbereidnaardepabo.nl. Een goede voorbereiding op de doorstroom van het mbo naar het hbo kan worden gerealiseerd door gebruik te maken van keuzedelen. Dit kan gaan om generieke keuzedelen doorstroom, maar ook om sectorspecifieke keuzedelen. In btg-verband kan worden bezien of er behoefte is aan het ontwikkelen van sectorspecifieke keuzedelen gericht op doorstroom naar het hbo. 10. Associate degree De Associate degree (Ad) is een tweejarige opleiding in het hoger onderwijs die sterk arbeidsmarktrelevant is. Deze opleiding is met name interessant voor studenten en werkenden met een niveau 4-opleiding. In samenspraak met het bedrijfsleven en hogescholen kan het voor mbo-scholen binnen een regio of op landelijk niveau interessant zijn om een Ad-opleiding te starten. Een hogeschool is aanvrager, maar het mbo kan bij de uitvoering nauw betrokken zijn. 11. Toegankelijkheid van het mbo Hoewel de invoering van de nieuwe vmbo-profielen en de kwalificatiedossiers in het mbo pas in 2016 echt een feit is, zijn er de nodige aanpassingen in het overheidsbeleid dat van invloed zijn op de juiste plaatsing van vmbo-leerlingen in de mbo-opleidingen. Kwamen tot augustus 2014 leerlingen binnen met een “rugzakje”, nu is het aan de instelling te bepalen welke extra ondersteuning een student met een beperking nodig heeft om met succes de opleiding af te ronden. Dat heeft te maken met passend onderwijs. Maar daarnaast zijn er maatregelen die voortkomen uit de wetswijziging die te maken heeft met de modernisering van de bekostiging en macrodoelmatigheid. Zo komen studenten in de entree opleiding nog maar 2 jaar voor bekostiging in aanmerking en geldt ook voor de andere niveaus een beperking van de verblijfsduur. Daarnaast zijn er de VM2-trajecten, de Vakcolleges en de nieuwe vakmanschapsroute en technologieroute. Bij de plaatsing/matching van deelnemers is niet alleen het opleidingsniveau van belang, maar ook de kansen op de arbeidsmarkt spelen een belangrijke rol. Dat is ook voor studenten met een beperking een belangrijk gegeven.
SSI/237981/2014
12/39
Via de werkagenda vo-mbo van de VO-raad en MBO Raad werken beide onderwijsraden aan een goede aansluiting van het vmbo op het mbo. Het gaat dan met name om duidelijkheid over de afstemming tussen de programma’s in het vmbo en mbo, een goede begeleiding van de leerling/student op het gebied van de beroepskeuze en het zoeken naar oplossingen die een goede samenwerking tussen het vmbo en mbo mogelijk maken. 12. Entreeopleiding De entreeopleiding is met ingang van 1 augustus 2014 in het mbo geïntroduceerd. Mbo-scholen kunnen tot 1 augustus 2015 met het nieuwe dossier, in het huidige format, aan de slag. Daarnaast kunnen ze tot die datum ook de aka- en de smalle niveau 1-opleidingen aanbieden. Voor deze opleidingen gelden dezelfde regels als voor de entreeopleiding. Dat betreft dan onder meer de toelatingseisen (niet toelaatbaar tot mbo-niveau 2), het studieadvies en de verblijfsduur. 13. Regionaal investeringsfonds Het ministerie van OCW stelt voor het regionaal investeringsfonds honderd miljoen euro subsidie beschikbaar in de periode 2014 tot en met 2017. In die periode komt jaarlijks 25 miljoen aan subsidie beschikbaar voor de scholen. Mbo-scholen, bedrijfsleven en regionale overheden kunnen samen een aanvraag voor de regeling indienen, met als voorwaarde dat de voorstellen bijdragen aan een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. De subsidiebijdrage moet worden aangevuld met een financiële bijdrage vanuit het bedrijfsleven (1/3) en de regionale overheden (1/3). De eerste aanvraagtermijn was in 2014. De achttien gehonoreerde samenwerkingsverbanden richten in 2015 hun publiek-private samenwerkingsvormen verder in. De MBO Raad monitort deze eerste ervaringen en adviseert over de inrichting van de tweede tranche die in 2015 plaatsvindt. 14. Sectorplannen Minister Asscher van SZW heeft in 2014 aan de MBO Raad laten weten dat hij gehoor geeft aan de oproep van de brancheorganisatie om in de sectorplannen verdringing van reguliere mbo-opleidingen te voorkomen. De MBO Raad heeft in 2014 veel druk uitgeoefend op zowel het ministerie van OCW als het ministerie van SZW om dit te bewerkstellingen. We hebben aangedrongen op het toevoegen van een criterium bij de beoordeling van de sectorplannen, zodat aanvragers van de sectorplannen (sociale partners, O&O-fondsen en kenniscentra) zoveel mogelijk gebruik maken van de bekostigde mbo-infrastructuur. In 2014 is overeengekomen dat bij de beoordeling van de sectorplannen er goed op wordt gelet dat private partijen voor diplomagerichte mbo-opleidingen niet in aanmerking komen voor subsidie.
SSI/237981/2014
13/39
De MBO Raad zal ook in 2015 in afspraak met OCW en SZW en in samenwerking met de btg’s streng toezien op en meewerken aan bovenstaande toets. Daarnaast houdt de MBO Raad in 2015 scherp in de gaten dat zoveel mogelijk bedrijven, in het kader van de sectorplannen, bblplaatsen beschikbaar stellen voor mbo-studenten. 15. 25 miljoen euro voor excellentieprogramma’s De minister trekt vanaf 2015 jaarlijks 25 miljoen euro extra uit voor excellentie in het mbo. Excellentie zal een apart onderdeel zijn van het kwaliteitsplan dat iedere instelling maakt en dat voortvloeit uit het bestuursakkoord dat in juli 2014 met de mbo-sector is gesloten. De plannen op het gebied van excellentie worden beoordeeld op de ambities en (meetbare) prestaties. De minister van OCW noemt in dit kader onder andere de meester-gezel route, de mogelijkheden die de Skills wedstrijden bieden, internationalisering. 16. Ondernemerschap mbo In het mbo zijn de afgelopen jaren diverse activiteiten en projecten ontwikkeld om ondernemendheid en ondernemerschap te stimuleren. Het gaat dan zeker niet alleen om de uitvoering van de certificeerbare eenheid ondernemerschap (straks: keuzedeel ondernemerschap), maar ook om het opzetten van studentondernemingen, het stimuleren van ondernemendheid bij docenten, de samenwerking met lokale ondernemers, et cetera. Mbo-scholen hebben aangegeven dat zij grote behoefte hebben aan het delen en borgen van de aanwezige kennis over ondernemerschap en ondernemendheid. Een bundeling van kennis en krachten zorgt ervoor dat zij sneller en efficiënter kunnen inspelen op vragen van het (regionale) bedrijfsleven en studenten. Om in deze behoefte te voorzien, organiseert de MBO Raad in 2015 een aantal landelijke bijeenkomsten over ondernemerschap en ondernemendheid. Elke school heeft maximaal twee mensen mogen voorgedragen om deel te nemen aan dit netwerk. Deze ‘spinnen in het web’ (projectleiders of coördinatoren) hebben de opdracht om de kennis over ondernemerschap te delen in het netwerk, maar vooral ook te delen met collega’s in hun eigen school. 17. Leven Lang Leren: EVC/validering van non-formeel en informeel leren Steeds meer mbo-scholen kiezen voor validering van eerder verworven competenties (EVC) binnen het onderwijs en minder voor het aanbieden van EVC-diensten. De MBO Raad heeft om die reden in 2014 haar netwerk EVC beëindigd. Om ervoor te zorgen dat mbo-scholen de omslag kunnen maken van EVC naar validering binnen het onderwijs heeft de brancheorganisatie in 2014 met een aantal scholen onderzocht hoe zij dit binnen de poorten van het onderwijs kunnen realiseren. In 2015 maakt de MBO Raad in samenwerking met de werkgroep validering ‘de onderwijsroute’ (het valideren van eerder verworven competenties binnen de poorten van het onderwijs) concreter en verbreedt deze kennis binnen het mbo.
SSI/237981/2014
14/39
18. Leven Lang Leren: ECVET In Nederland heeft het ministerie van OCW het Coördinatiepunt ECVET opgericht om mboscholen te ondersteunen bij de invoering van ECVET (European Credit System for Vocational Education and Training). De MBO Raad oefent op beleidsniveau haar invloed uit door, ook in 2015, zitting te nemen in de Europese gebruikersgroep ECVET. Daarbij is de boodschap van de brancheorganisatie dat het de verantwoordelijkheid van de scholen zelf is om ECVET, en de daarbij behorende instrumenten, al dan niet te gebruiken. In 2013 en 2014 heeft het ministerie van OCW voor volwassenen (werknemers in bedrijven) pilots uitgevoerd in de zorg en techniek met als doel hoe mensen met ECVET van werk naar werk geholpen kunnen worden. De MBO Raad zit ook in 2015 in de klankbord en gaat tegelijkertijd met bestuurders de discussie aan over de meerwaarde van ECVET voor het mbo. 19. Leven Lang Leren: Commissie Rinnooy Kan Als vervolg op het advies van de commissie Rinnooy Kan (2014) over de deelname van volwassenen aan het hoger onderwijs (ho) onderzoekt het ministerie van OCW in 2015 in samenwerking met het ministerie van SZW hoe het mbo beter kan aansluiten op de scholingsvragen van volwassenen (werknemers en werkzoekenden). De MBO Raad gaat in 2015 de discussie aan met OCW, SZW en de sociale partners over de mogelijkheden van scholing van volwassenen binnen het huidige stelsel.
SSI/237981/2014
15/39
3
Activiteiten 2015 De btg ZWS organiseert haar btg-brede activiteiten in 2015 langs negen belangrijke themalijnen, te weten: 1. De verbindende transities van SBB en de bedrijfstakgroep. 2. De transities in het werkveld ZWS. 3. Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. 4. De kwaliteit van de examinering. 5. De invoering van de herziene kwalificatiestructuur (I-HKS). 6. De beroepspraktijkvorming. 7. De vertaling van het niveau 2 dossier Dienstverlening naar onderwijs en examinering. 8. Professionalisering en de relatie met registers. 9. De beroepskolom vmbo-mbo-hbo. Voor de uitwerking van deze themalijnen in concrete vraagstellingen/issues die binnen de btg ZWS opgepakt worden, activiteiten die daarvoor ingericht worden en resultaten die daarbij geboekt beogen te worden, wordt verwezen naar bijlage 1 ‘Activiteitenoverzicht’.
SSI/237981/2014
16/39
Bijlagen Bijlage 1 Activiteitenoverzicht Bijlage 2 Organogram Bijlage 3 Samenstelling diverse gremia Bijlage 4 Aangesloten mbo-scholen bij bedrijfstakgroep ZWS
SSI/237981/2014
17/39
Bijlage 1 Activiteitenoverzicht (pdca-cyclus) Onderwijscluster overstijgend Thema
Centrale vraag/probleem/issue
Resultaat
Concrete activiteiten
1
Hoe moeten we omgaan met de
> concrete uitwerkingen en
> agenderen op bijeenkomsten
discrepantie: minder uren bpv versus vakmanschap?
voorbeelden
onderwijsclusters > voorbeelden verzamelen
Welk proces wordt door SBB
> duidelijkheid
> onderhouden relatie met tac bpv
ingang gezet t.b.v. de kwaliteit van de bpv plaatsen?
erkenningsregeling
SBB > informeren leden
Hoe kunnen we omgaan met de
> verzameling oplossings-
> informeren over cijfers en trends
krapte op de stagemarkt?
richtingen die passen binnen de kaders van de wetgeving
in onze sector > agenderen ALV
beroepspraktijkvorming
> bespreken in BoZ verband 2
transitie samenwerking beroepsonderwijs en
De overgang van pc/sub pc naar sectorkamer en
> goede inbedding paritaire structuur ZWS in de nieuwe SBB
> actieve betrokkenheid bij de inrichting van de sectorkamer
bedrijfsleven, de
marktsegmenten.
structuur
ZWS en de marktsegmenten
De overgang van de btg ZWS
> btg nieuwe stijl in uitvoering
>inrichten kerngroep nieuwe stijl
bedrijfstakgroep naar de btg ZWS nieuwe stijl 3
en de onderwijsclusters conform uitgangspunten
aansluiting onderwijs /
De verbindingen tussen de
> relevante cross-overs
> belangenbehartiging mbo
arbeidsmarkt
branches in het kader van deze aansluiting (crossovers)
uitgewerkt met duidelijke positie mbo-er
opleidingen en mbo-er > in gesprek met werkveld over de consequenties van de cross-overs voor de opleidingen
SSI/237981/2014
18/39
4
beroepskolom vmbo – mbo
Hoe kunnen we de aansluiting
> analyse examenprogramma's
> agenderen tijdens
– hbo, doorstroom OA/PABO
vmbo-mbo verbeteren (landelijk)?
vmbo en nieuwe kd's mbo en bijbehorende acties
bijeenkomsten onderwijsclusters + kennisdelingsconferenties > participatie platformoverleg Z&W vmbo > participatie sectoradviesgroep Z&W vmbo
Hoe kunnen we de realisatie van
> onderwijs dat de aansluiting op
> participatie project Instroom
de aansluiting mbo-pabo goed vormgeven?
alle toelatingseisen garandeert > inbedding toelatingstoetsen in
Pabo van MBO Diensten: projectgroep en
keuzedelen HKS
begeleidingscommissie > aandacht acties, knelpunten, voortgang project Instroom Pabo delen in onderwijsclusters > specifiek agenderen onderwijscluster Welzijn
5
examinering en examenprofielen
Welke stappen kunnen gezet worden in de verdere
> uitwerking van gezamenlijke, kwaliteitsverhogende
> concretiseren btg brede vraagstukken
standaardisering van de examinering gegeven de
examenproducten en -processen bij de vertaling van enkele
> schrijven plan van aanpak t.b.v. vertaling herziene
maatregelen uit de visiebrief van
herziene kwalificatiedossiers
kwalificatiedossiers en
juni 2014 van de minister en de kwaliteitsimpuls die de sector
(waar onder dossier Dienstverlening niveau 2) en
keuzedelen naar examinering > uitwerken plan van aanpak in
wenst (proces en/of product)?
keuzedelen Met onder andere aandacht
projectorganisatie (acties)
voor: > gezamenlijke itembank voor kennistoetsen > professionalisering examencommissies SSI/237981/2014
19/39
> gedegen inbedding processtappen bevorderen kwaliteit examinering bpv in procesarchitectuur en website Hoe kunnen we landelijk, onderwijs en werkveld samen,
>examenprofiel ZWS
> bijwonen bijeenkomsten ontwikkeling examenprofielen
werken aan meer eenduidigheid in het examineringsproces?
> feedback geven > agenderen ALV en onderwijsclusters
6
transities in het werkveld ZWS
Hoe krijgen we zicht op wat de decentralisatie van de zorg en
> versterken netwerken > beeldvorming en grip krijgen
> aansluiting houden en zoeken met relevante landelijke
het welzijnswerk betekent voor de opleidingen? En hoe vertalen
op de consequenties voor mboonderwijs
organisaties (w.o. de VNG) > uitnodigen werkveld om hun
we dat?
> eerste aanzetten voor
beelden te delen (in
aanpassingen in kwalificatiedossiers
onderwijsclusters) >in marktsegmenten paritair werken aan noodzakelijke vernieuwingen in de kd's
7
8
Professionalisering/registers
Hoe borgen we de positie van de
> versterking mbo-er binnen
>lobbyen in versterkt netwerk
mbo-er in dit veranderend werkveld?
veranderend werkveld
Is er behoefte aan registratie van mbo-ers in beroepsregisters?
> al dan niet medewerking verlenen bij uitwerking van
> onderzoek naar de wenselijkheid en mogelijkheden
registratie
voor registratie
Comdossier
Hoe organiseren en realiseren
> handvatten voor organisatie en
> onderwijsclusteroverstijgend
'Dienstverlening' niveau 2
we de opleiding Dienstverlening niveau 2?
vormgeving van de opleiding > uitwerking examinering (zie
overleg/project inrichten t.b.v. dit vraagstuk (crossover met btg
thema 5)
facilitair)
SSI/237981/2014
20/39
> gezamenlijk vormgeven aan onderwijs en examinering 9
Invoering Herziene
Hoe kunnen we goed onderwijs
Zicht op wat de roc’s nodig
> participatie landelijke project I-
Kwalificatiestructuur
maken van de herziene
hebben om van herziene kd tot
HKS
kwalificatiedossiers?
onderwijs en examinering te komen.
> Voorbeelduitwerkingen maken voor aantal ZWS dossiers met aantal btg-leden (pilot-scholen, die in aug. 2015 willen starten)
10
Geweld in
Hoe kunnen we gebruik maken
Inzet lesmateriaal ‘geweld in
> deelname aan meerdere pilots
afhankelijkheidsrelaties (GIA)
van de producten en diensten van het landelijk project Geweld
afhankelijkheidsrelaties’ in de opleidingen.
> deelname aan inventarisatie onderzoek (1-meting)
in afhankelijkheidsrelaties?
> ervaringen uitwisselen > actualiteit en informatie vanuit Augeo in onderwijsclusters
SSI/237981/2014
21/39
Onderwijscluster Zorg Thema
Centrale vraag/probleem/issue
Resultaat
Concrete activiteiten
11
commissie buitenlands gediplomeerden
De diploma's van buitenlandse verpleegkundigen, verzorgenden
Leden van de btg zijn als lid en reserve lid actief betrokken bij
> diploma's waarderen, > kennisdeling relevante thema's van
volksgezondheid
en apothekersassistent dienen door de CBGV gewaardeerd te
deze drie commissies om diploma's te waarderen en een
btg naar CBGV en andersom.
worden. Gezien de nauwe relatie met onderwijs, is het van belang
intermediair rol te vervullen tussen CBGV en de btg zws.
dat we hierbij zijn betrokken 12
zorgpact
OCW en VWS wensen min of meer analoog aan het techniek-
De MBO Raad en btg is actief betrokken bij de mogelijke
> Tot nu toe reageren op vragen vanuit OCW en VWS, omdat deze
pact een zorgpact op te stellen
totstandkoming van een
nog bezig zijn met een
om de relatie onderwijs / arbeidsmarkt te verstevigen. Als
zorgpact en de uitvoer daarvan.
houtskoolschets. > Deelnemen aan overleggen in
belanghebbende wordt de MBO Raad en de btg hier tevens bij
deze.
betrokken. Dit thema speelt sinds juni 2013, heeft daarna lang stel gelegen en is sinds dit voorjaar weer actueel. 13
conceptberoepsprofielen
Dit thema speelt al sinds 2011.
Een beroepsprofiel voor de
> Op verschillende niveaus
V&VN
De concept beroepsprofielen zijn
mbo verpleegkundige waar het
deelnemen aan activiteiten,
nog niet vastgesteld en wij hebben op onderdelen een
mbo zich in herkent.
> reageren op brieven, > (publieke) opinie monitoren en
(fundamenteel) andere mening dan enkele andere partijen.
hierop acteren, > relatie andere thema's monitoren en daarom acteren.
SSI/237981/2014
22/39
14
zorg voor beter/ aan de slag
Docenten zijn niet altijd op de
Lesmateriaal dat beschikbaar
> Materiaal laten ontwikkelen en
met zorgkwaliteit
hoogte van de meest recente ontwikkelingen in de zorg. Hier
is en afgestemd op de relevante kwalificatiedossiers
beoordelen, > stimuleren gebruik.
worden producten ontwikkeld die ze in hun lessen kunnen
en ook daad werkelijk wordt gebruikt
gebruiken. 15
16
NPO ouderenzorg
BIG herregistratie
Goede ouderenzorg is nu en in
NPO ontplooit zeer veel
> Materiaal laten ontwikkelen en
de toekomst zeer belangrijk en verdient op vele fronten meer
activiteiten in deze, waaronder ontwikkeling van lesmateriaal
beoordelen, > stimuleren gebruik.
aandacht dan nu. Als onderwijs
rondom dit thema voor het
dienen we hierbij aangehaakt te zijn.
mbo.
verpleegkundigen die niet voldoen aan de werkervaringseis,
Een scholingsmodel inclusief toetsing en examinering,
> Werkgroep opstarten die model ontwikkelt,
kunnen alleen herregistreren via scholingseis. Hiertoe dient een
waarbij het examen tevens geschikt is voor CBGV.
> vervolgens begeleiding bij implementatie.
scholingsmodel ontwikkeld te worden dat is afgeleid van het
Tevens begeleiding bij de implementatie van het model.
kwalificatiedossier, het beoordelingskader herregistratie vp en het besluit opleidingseisen vp 2011. 17
Informele zorg
De overheid wenst dat dit thema
Met externe partners laten
> Overleggen met partners,
meer aandacht krijgt in opleidingen. Dit gebeurt nu
ontwikkelen van lesmateriaal passend bij de relevante kd's.
> afstemmen met VWS, > na goedkeuring programma verder
onvoldoende volgens VWS.
SSI/237981/2014
invulling geven met de scholen.
23/39
18
Urenverantwoording
Tot recent was er geen juridische
Scholen houden zich aan de in
> Beïnvloeden hetgeen in de
opleiding vp4
relatie tot opleidingseisen vp opleiding in de Wet BIG en de
de urenverantwoording opgenomen eisen.
urenverantwoording staat, > informatiestroom naar btg coördineren en kennisdeling naar de leden.
WEB, nu is deze er wel en de relatie is 1 op 1. De Inspectie van het onderwijs gaat hierop handhaven.
SSI/237981/2014
24/39
Onderwijscluster Welzijn Thema
Centrale vraag/probleem/issue
Resultaat
Concrete activiteiten
19
WMO/AWBZ/
Zie centrale vraagstelling bij
Betere profilering/stevigere
> gesprekken voeren met externe
Jeugdzorg/participatiewet
thema 6, maar dan specifiek binnen het sociale domein.
positionering van de mboopleiding en de mbo-er in het
betrokkenen zoals de VNG en het ministerie van VWS om belangen
‘nieuwe’ sociale domein.
van mbo(er) te behartigen
Aanpassingsvoorstellen voor de
> actief aansluiting vinden bij allerlei landelijke netwerken, activiteiten en
herziene kwalificatiedossiers.
studiedagen op dit gebied > goede analyse herziene kd en ontwikkelingen in het werkveld om vervolgens de juiste vervolgstappen te zetten
20
Professionalisering W&MD
Hoe zetten we de professie
Duidelijk beeld en profilering van
> participatie in regiegroep/
welzijnswerker in?
de professie welzijnswerker op
werkgroep rondom
mbo niveau
professionalisering > deelname aan diverse landelijke netwerken op gebied van professionalisering
21
Doorstroom hbo
Hoe ziet de nieuwe hbo opleiding sociaal werk eruit en
> handvatten om de aansluiting mbo-hbo sociaal werk te
> analyse van de nieuwe hbo opleiding en onze kd's
wat betekent dat voor de aansluiting met onze mbo
optimaliseren in de nieuwe situatie
> overleg met hbo
opleiding?
SSI/237981/2014
25/39
22
Wmo werkplaatsen
Wmo werkplaatsen zijn 2009
> ALV en onderwijsclusters
in het leven geroepen om nieuwe werkvormen voor zorg
informeren > stimuleren regionale verbinding en
en welzijn te zoeken, ontwikkelen en evalueren.
aansluiting > kennisdeling over regionale
Hoe kunnen we de aansluiting van het mbo bij de wmo
verbindingen
werkplaatsen vormgeven? 23
Leesbevordering
Leesbevordering is essentieel in de opleidingen PW en OA (het
Meer aandacht voor inbedding leesbevordering in de
> participatie project Leesbevordering van het Steunpunt
bevorderen van leesplezier en
onderwijsprogramma’s
taal en rekenen mbo en Stichting
leesvaardigheid). Er is veel materiaal ontwikkeld. Hoe kan
Lezen > onderzoek naar
dit allemaal ingezet worden?
mogelijkheden/initiëren/ meewerken aan skills wedstrijden >kennisdeling in cluster
SSI/237981/2014
26/39
Onderwijscluster Sport & Bewegen Thema
Centrale vraag/probleem/issue
Resultaat
Concrete activiteiten
24
Hoe kunnen we de clusterleden actiever
Actieve en betrokken clusterleden, die zelf thema’s uitdiepen,
>eigenaarschap voor uitdieping, uitwerking en uitwisseling
betrekken bij de bijeenkomsten en activiteiten?
uitwerken en uitwisselen.
beleggen bij clusterleden >actieve rol tijdens
Activiteitenplan-proces
clusterbijeenkomsten
25
Aansluiting onderwijsarbeidsmarkt
Verbreding/ontschotting: cross-overs richting zorg,
> Zicht op consequenties voor de opleidingen Sport en bewegen.
> mensen uitnodigen van zorg en welzijnsinstellingen (en
welzijn én recreatie/facilitair
> Handvatten om in de regio vorm
brancheorganisaties) om cross-
te geven aan deze cross-overs.
overs te bespreken > kennisdeling en ervaringen uitwisselen > samenwerking met zorg, welzijn en facilitair i.h.k.v. het dossier Dienstverlening
26
Beroepskolom Sport & bewegen
Het onderwijscluster heeft in
Meer kennis over en gezamenlijk
> goede voorbeelden met elkaar
z’n geheel te weinig kennis over en zicht op de gehele
standpunt innemen over o.a. vakmanschapsroute, nieuwe
delen > meer kennis moeten hebben
beroepskolom Sport & bewegen.
ontwikkelingen rondom doorstroom/studieverkortingsmoge
vanuit de andere partijen in de beroepskolom; daartoe gesprek
lijkheden hbo, loopbaanroutes,
voeren met betrokkenen;
interne doorstroom en associate degree
> mbo Sport en bewegen beter profileren richting toeleverende en afnemende scholen
SSI/237981/2014
27/39
> overleg hbo (sport)studies: ALO, PABO … 27
Examinering: betrokkenheid werkveld
Hoe kunnen we meer
> Gezamenlijk inzicht in de meest
> onderzoek/analyse naar de
betrokkenheid van het
optimale relatie branche-
verhouding branchecertificering
werkveld bij de examinering bevorderen?
certificering versus examinering SB en de betrokkenheid vanuit het
versus examinering SB > kennisdeling en uitwisseling
werkveld dat daarvoor nodig is. > Tools om de kwaliteit van de
tools en ervaringen
examinering van opleidingen Sport en bewegen in de bpv te bevorderen.
SSI/237981/2014
28/39
Onderwijscluster Uiterlijke Verzorging Thema
Centrale vraag/probleem/issue
Resultaat
Concrete activiteiten
28
Beroepscompetentieprofiel
pm
pm
pm
29
positionering in de nieuwe sectorkamer
pm
pm
pm
SSI/237981/2014
29/39
Van eigenaar tot betrokkenen btg ZWS 2015 Onderwijscluster overstijgend Thema
Betrokken kerngroepleden
Beleidsadviseur
Betrokken partners
1
Annette van den Berg-Ram
Karin Lukassen
Calibris, SBB, BOZ-partners,
beroepspraktijkvorming
(per 1/8/2015 nieuwe voorzitter onderwijscluster Zorg)
sociale partners, Inspectie van het Onderwijs, OCW
Margo Koopman 2
3 4
transitie samenwerking beroepsonderwijs en
nieuwe btg voorzitter per 1/1/2015
bedrijfsleven, de bedrijfstakgroep
Harrie Bemelmans
aansluiting onderwijs /
Gusta van der Zanden
arbeidsmarkt
Marcel van den Broek
beroepskolom vmbo – mbo – hbo, doorstroom OA/PABO
Gusta van der Zanden
Han Dahlmans
SBB, sociale partners, CBON
Han Dahlmans
Calibris, SBB, sociale partners
Karin Lukassen
Stichting platforms vmbo, Vereniging Hogescholen, JOB, LAKS, LICA, LOBO, VO Raad, OCW, ISO
5
examinering en
Annette van den Berg-Ram
examenprofielen
Michael de Kort
Karin Lukassen
Calibris, SBB, sociale partners, OCW, Inspectie van het Onderwijs, Consortium Beroepsonderwijs, SteAG, Prove2move, Edu-actief
6
transities in het werkveld
Harrie Bemelmans
Han Dahlmans
VNG, VWS, brancheorganisaties
ZWS
Gusta van der Zanden
Karin Lukassen
zorg/welzijn/sport
SSI/237981/2014
30/39
7
Professionalisering/registers
Gusta van der Zanden
Karin Lukassen
Beroepenregister Agogisch en maatschappelijk werk, …
8
Comdossier
Michaël de Kort
Karin Lukassen
Calibris, Kenwerk, SBB, sociale
'Dienstverlening' niveau 2 9
partners, examenleveranciers
Invoering herziene
Michaël de Kort
Han Dahlmans
SBB, roc’s in werkgroepen en
kwalificatiestructuur
Margo Koopman
Karin Lukassen
pilots landelijk project I-HKS, OCW
10
Geweld in
Marcel van den Broek
Han Dahlmans
Augeo
afhankelijkheidsrelaties
SSI/237981/2014
31/39
Onderwijscluster zorg Thema
Betrokken kerngroepleden
11
commissie buitenlands gediplomeerden
1
Beleidsadviseur
Betrokken partners
Harrie Bemelmans Annette van den Berg-Ram
Han Dahlmans
CIBG, CBGV, VWS
volksgezondheid 12
zorgpact
Harrie Bemelmans Annette van den Berg-Ram
Han Dahlmans
OCW, VWS, BOZ, VO Raad, Vereniging Hogescholen
13
conceptberoepsprofielen
Harrie Bemelmans
Han Dahlmans
VWS, V&VN, BOZ, diverse
V&VN
Annette van den Berg-Ram
landelijke gremia zoals Commissie Innovatie Zorgberoepen en -opleidingen
14
zorg voor beter/ aan de slag met zorgkwaliteit
Harrie Bemelmans Annette van den Berg-Ram
Han Dahlmans
Vilans, Calibris,relevante maatschappelijke organisaties, andere onderwijskoepels. .
15
NPO ouderenzorg
Harrie Bemelmans Annette van den Berg-Ram
Han Dahlmans
NPO, Calibris, BOZ, VWS
16
BIG herregistratie
Harrie Bemelmans
Han Dahlmans
VWS, CIBG, Cito, CBGV, ROC
Annette van den Berg-Ram 17
Informele zorg
Harrie Bemelmans
Midden Nederland, andere aangesloten roc's Han Dahlmans
Expertisecentrum Mantelzorg,
Annette van den Berg-Ram 18
Urenverantwoording
Harrie Bemelmans
opleiding vp4
Annette van den Berg-Ram
1
Vilans, Movisie, VWS Han Dahlmans
OCW, VWS, Calibris, Inspectie van het Onderwijs.
Na 1 augustus 2015 nieuwe voorzitter onderwijscluster Zorg
SSI/237981/2014
32/39
Onderwijscluster welzijn Thema
Betrokken kerngroepleden
Beleidsadviseur
Betrokken partners
19
WMO/AWBZ/Jeugdzorg/participatiewet
Gusta van der Zanden
Karin Lukassen
VWS, VNG, BamW, Movisie, MO Groep, NJI
20
W&MD
Gusta van der Zanden
Karin Lukassen
MO Groep, Movisie, VWS, beroepsverenigingen, vakbonden
21
Doorstroom hbo
Gusta van der Zanden
Karin Lukassen
Vereniging Hogescholen, VWS, OCW
22
Wmo werkplaatsen
Gusta van der Zanden
Karin Lukassen
VWS, Movisie
23
Leesbevordering
Gusta van der Zanden
Karin Lukassen
Steunpunt taal en rekenen mbo, Stichting Lezen, Cinop, Skills Netherlands
SSI/237981/2014
33/39
Onderwijscluster sport & bewegen Thema
Betrokken kerngroepleden
Beleidsadviseur
Betrokken partners
24
Activiteitenplan-proces
Marcel van de Broek
Karin Lukassen
n.v.t.
25
Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
Marcel van de Broek
Karin Lukassen
Calibris, SBB, zorg- en welzijnsinstellingen, brancheorganisaties zorg en welzijn, brancheorganisaties Sport
26
Beroepskolom Sport & bewegen
Marcel van de Broek
Karin Lukassen
Stichting Platforms vmbo, Vereniging Hogescholen, Alo’s
27
Examinering: betrokkenheid werkveld
Marcel van de Broek
Karin Lukassen
Calibris, SBB, brancheorganisaties Sport, examenleverancier Eduactief
SSI/237981/2014
34/39
Onderwijscluster uiterlijke verzorging Thema
Betrokken kerngroepleden
Beleidsadviseur
Betrokken partners
28
Beroepscompetentieprofiel
Bert Bennink
pm
pm
29
positionering in de nieuwe sectorkamer
Bert Bennink
pm
pm
SSI/237981/2014
35/39
Bijlage 2 Organogram (*) Onderstaand model is door de lopende ontwikkelingen nog aan veranderingen onderhevig en niet definitief
SSI/237981/2014
36/39
Bijlage 3 Samenstelling diverse gremia Samenstelling kerngroep Naam
Mbo-school
Functie
Bemelmans, H.A.M.
ROC Nova College
Directeur unit Gezondheidszorg en Welzijn
Bennink, A.J.
Alfa-College
Opleidingsmanager Dienstverlening
Berg-Ram, A. van den
Zadkine
Directeur Opl. Gezondheidszorg en Welzijn
Broek, M.A. van den
ROC Mondriaan
Directeur Welzijn, Veiligheid en Lifestyle S&B
Everts-van Driel, J.H.
ROC Leiden
Lid College van Bestuur
Graaf, C.P. de
Alfa-College
Lid College van Bestuur
Heijnen, P.M.M.
ROC Mondriaan
Voorzitter College van Bestuur
Koopman, M.
ROC van Twente
Directeur MBO college voor mens en Maatschappij
Kort, M.A.M. de
Aventus
Directeur Gezondheid & Welzijn
Schalkwijk, R.W.F. van
ROC Horizon College
Lid College van Bestuur
Theunissen, A.E.M.
Arcus College
Voorzitter College van Bestuur
Zanden, A.M.J. van der
Deltion College
Sectordirecteur Gezondheidszorg, Welzijn & Sport
Samenstelling onderwijsclusters Zorg Naam
Mbo-school
Functie (in onderstructuur)
Bemelmans, H.A.M. (vz)
ROC Nova College
Directeur unit Gezondheidszorg en Welzijn
Brouwer, V.
Deltion College
Opleidingsmanager team 3
Hagen-de Pundert, A.
Scalda
Teamleider opleiding V&V
Zijl, R. van
ROC Horizon College
Opleidingsmanager niv.4
Naam
Onderwijsinstelling
Functie
Emck, M.
ROC Eindhoven
Docent
Pelt, D. van der
ROC Nova College
Opleidingsmanager
Steenhoven, I.M. van
Zadkine
Programmamanager Welzijn
Zanden, A.M.J. van der (vz)
Deltion College
Adjunct-directeur Zorg & Welzijn
Naam
Onderwijsinstelling
Functie
Broek, M.A. van den (vz)
ROC Mondriaan
Directeur Welzijn, Veiligheid en Lifestyle, S&B
Veluwen, H. van
Aventus
Teammanager Sport en Bewegen
Verhagen, P.
ROC de Leijgraaf
Manager Mens & Maatschappij
Westrum, J.A.
ROC van Amsterdam
Opleidingsmanager sport en bewegen
Welzijn
Sport en Bewegen
SSI/237981/2014
37/39
Samenstelling paritaire commissie en bestuur kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven tot 1 augustus 2015 Paritaire commissies zijn de adviesorganen waarbinnen werkgevers, werknemers en mbo-scholen samenwerken aan de invulling van de wettelijke taak van het kenniscentrum. Dit is de kwalificatiestructuur en een kwalitatief en kwantitatief passend aanbod van bpv- en leerwerkplaatsen. De paritaire commissies adviseren het dagelijks bestuur van Calibris. Tot 1 augustus 2015 zijn de kenniscentra formeel verantwoordelijk voor het uitoefenen van de wettelijke taken. Vanaf 1 januari 2015 zijn de sectorkamers binnen SBB ingericht en zal er sprake zijn ven een gefaseerde overdracht en overgang van taken en bevoegdheden van kenniscentra naar SBB tot aan 1 augustus 2015. Onderwijsleden paritaire commissie Naam
Mbo-school
Bemelmans, H.A.M.
ROC Nova College
Berg-Ram, A. van den
Zadkine
Koopman, M.
ROC van Twente
Zanden, A.M.J. van der
Deltion College
Onderwijsleden bestuur kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven Calibris Naam
Mbo-school
Schalkwijk, R.W.F. van
ROC Horizon College
Vos, L.
Friesland College
SSI/237981/2014
38/39
Bijlage 4 Aangesloten mbo-scholen bij bedrijfstakgroep ZWS 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42.
Albeda College Alfa-college Arcus College Aventus Da Vinci College Deltion College Drenthe College Friesland College Gilde Opleidingen Graafschap College Hoornbeeck College ID College Koning Willem I College Koninklijke Kentalis Landstede MBO Amersfoort MBO Utrecht Noorderpoort Regio College Rijn IJssel ROC A12 ROC De Leijgraaf ROC Friese Poort ROC Horizon College ROC Kop van Noord-Holland ROC Leeuwenborgh ROC Leiden ROC Menso Alting ROC Midden Nederland ROC Mondriaan ROC Nijmegen ROC Nova College ROC Rivor ROC Ter AA ROC Tilburg ROC van Amsterdam ROC van Flevoland ROC van Twente ROC West-Brabant Scalda Summa College Zadkine
SSI/237981/2014
39/39