AARDRIJKSKUNDE VOOR DE BASISSCHOOL
SAMENVATTINGEN groep 5
ISBN 90 345 1843 4
212396
Blok 1 Leven op een grote bol Les 1 Mijn plek op aarde De aarde heeft de vorm van een bol. Er liggen grote stukken land op. Daartussen liggen grote zeeën. Die noemen we oceanen. Vanuit een ruimteschip kun je de aardbol in zijn geheel zien. Als je dichterbij komt, zie je een steeds kleiner deel. Maar je ziet alles dan wel veel duidelijker. Zo kun je vanuit een helikopter een kleiner deel zien dan vanuit een vliegtuig. Maar je ziet alles wel veel beter. Les 2 De straat waarin ik woon Vanuit een helikopter kun je recht naar beneden kijken. Als je daar een tekening van maakt, heb je een plattegrond. Alles lijkt plat op de grond te liggen. Op een plattegrond teken je alleen wat een vaste plaats heeft, zoals huizen en bomen. Auto’s, kinderen en een hond staan dus nooit op een plattegrond, want die blijven niet op dezelfde plaats staan. Op een plattegrond krijgt alles wat hetzelfde is ook hetzelfde teken of cijfer. Alle bomen bijvoorbeeld zien eruit als een rondje of krijgen het cijfer 4. Naast de plattegrond staat een legenda. Daarin wordt uitgelegd wat de tekens of cijfers betekenen. De plek waar je woont, kan er heel verschillend uitzien. Je kunt bijvoorbeeld wonen in een rijtjeshuis, een flat of een vrijstaand huis.
EEN WERELD VAN VERSCHIL- Groep 5
Les 3 De andere kant van de aardbol Als je in Nederland een gat dwars door de aarde zou kunnen graven, kom je aan de andere kant van de aardbol uit. Bijvoorbeeld op het eiland waar Jesma woont. Een eiland is een stuk land met overal water eromheen. In het land van Jesma is veel anders dan in Nederland. Het is er warmer, maar het regent er ook vaak. Daarom staan de huizen op palen. Ze staan in groepjes bij elkaar. De daken zijn gemaakt van palmbladeren. Want er groeien palmbomen in het land van Jesma. Er staan ook bananenbomen. De kinderen mogen naar school, maar het hoeft niet. Daarom zijn er veel mensen die niet kunnen lezen en schrijven. Het land van Jesma heeft een andere vorm dan Nederland. Alle landen kun je herkennen aan de grootte en de vorm. Zo kun je ze op de wereldkaart vinden. Les 4 Verschillende scholen De school van Jesma ziet er anders uit dan jouw school. De muren en het dak zijn gemaakt van riet en palmbladeren. Er is geen verwarming, omdat het daar altijd warm is. Er zijn veel minder lokalen. Er zijn minder spullen om te leren zoals computers en video’s. Maar er zijn ook dingen hetzelfde: er is een bord, de kinderen hebben werkboeken en er staat een meester of juf voor de klas.
Kopieerblad blok 1 samenvatting
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
33
Blok 1 Leven op een grote bol 1 2 3 4
Welke vorm heeft de aarde? Waaruit bestaat de aarde? Hoe wordt een grote zee genoemd? Als je vanuit de ruimte steeds dichter bij de aarde komt, wat zie je dan het eerst: de plaats waar je woont, Europa of Nederland? 5 Wat is een plattegrond? 6 Welke dingen staan er op een plattegrond? 7 Wat is een legenda?
8 Wat is een eiland? 9 Wat is er in het land van Jesma anders dan in Nederland?
10 Waarom kunnen veel mensen in het land van Jesma niet lezen en schrijven? 11 Hoe kun je landen gemakkelijk vinden op de wereldkaart? 12 Welke verschillen zijn er tussen de school van Jesma en jouw school?
EEN WERELD VAN VERSCHIL- Groep 5
1 2 3 4
Een bol. Land en water. Oceaan. Eerst Europa, dan Nederland en daarna je woonplaats.
5 Een kaart waarop iets van bovenaf is getekend. 6 Alle dingen die niet van plaats veranderen. 7 Een lijst waarin wordt uitgelegd wat de tekens en cijfers op de plattegrond betekenen. 8 Een stuk land met overal water eromheen. 9 Het is er veel warmer, maar het regent vaak. Daarom staan de huizen op palen. Ze staan in groepjes bij elkaar. De daken zijn gemaakt van palmbladeren. Want er groeien palmbomen. Er staan ook bananenbomen. 10 Omdat de kinderen daar niet verplicht naar school gaan. 11 Landen hebben allemaal een verschillende grootte en vorm. 12 De muren en het dak zijn gemaakt van riet en palmbladeren. Er is geen verwarming, omdat het daar altijd warm is. Er zijn veel minder lokalen. Er zijn minder spullen om te leren zoals computers en video’s.
Kopieerblad blok 1 samenvatting
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
34
Blok 2 De grond onder je voeten Les 1 Het strand Langs de zee in Nederland ligt op veel plaatsen zand. Zand langs de zee noemen we strand. Aan zee waait het vaak hard. De wind komt van zee. Sommige mensen gaan naar zee op vakantie, omdat ze daar lekker kunnen zwemmen, op het strand spelen en in de zon liggen. Achter het strand liggen soms duinen. Dat zijn heuvels van zand dat is weggeblazen door de zeewind. Er groeit speciaal gras met lange wortels om het zand bij elkaar te houden: helmgras. Want de duinen moeten het water van de zee tegenhouden. Anders stroomt het land achter de duinen onder water. Om de duinen te beschermen staan er vaak hekken, prikkeldraad en bordjes met verboden toegang omheen. Fietsers en wandelaars mogen niet buiten de paden komen. Les 2 De rivier Het water dat van de bergen komt, stroomt door een rivier naar de zee. Soms kan een rivier overstromen. Als het water weer gezakt is, blijven zand en klei maar ook andere meegevoerde spullen liggen. Om te zorgen dat de rivier niet overstroomt, worden er dijken langs de rivier gebouwd. De drie grote rivieren in Nederland zijn de Rijn, de Maas en de Schelde. Ze stromen alle drie naar de Noordzee. Een tekening van een wijk of stad wordt meestal plattegrond genoemd. Bijvoorbeeld de plattegrond van Utrecht. Als het gebied groter is, wordt het een kaart genoemd. Bijvoorbeeld de kaart van Nederland.
EEN WERELD VAN VERSCHIL- Groep 5
Les 3 Stad en land Om een kaart van een gebied te maken wordt vaak eerst een foto vanuit een vliegtuig gemaakt. Van die foto wordt dan een kaart gemaakt. Alles wat van plaats kan veranderen, zoals auto’s en schepen, wordt weggelaten. Alles wat niet van plaats verandert, komt op de kaart. De verschillen worden aangegeven met tekens en kleuren. Die worden in de legenda uitgelegd. Op de kaart staan ook vaak een windroos en een afstandslijntje met getallen. De windroos, die eruitziet als een ster met vier punten, laat zien waar het noorden, oosten, zuiden en westen zijn. Met het afstandslijntje en de getallen kun je de afstand tussen twee plekken meten. Op een stadsplattegrond kun je zien hoe de stad eruitziet en wat er allemaal is. Eronder staat een lijst met straatnamen en soms namen van bedrijven. Les 4 De kaart van Katwijk Op de kaart van Katwijk is veel te zien. De verschillen worden met tekens en kleuren aangegeven. Kleur wordt gebruikt voor water, bebouwing, wegen, spoorlijnen, weilanden, akkers, bossen, duinen en kassen. Water kan zijn: de zee, een rivier, een kanaal, een sloot of een plas. Tekens worden gebruikt voor gebouwen en speciale plekken zoals parkeerplaatsen en campings. Op de kaart staan ook de namen van de plaatsen, wijken, straten en wateren.
Kopieerblad blok 2 samenvatting
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
35
Blok 2 De grond onder je voeten 1 Hoe noem je het zand langs de zee? 2 Waait het aan zee vaak? 3 Waarom gaan mensen op vakantie naar zee? 4 Wat zijn duinen? 5 Hoe zijn ze ontstaan? 6 Waarom groeit er helmgras op? 7 Waarvoor dienen de duinen? 8 Hoe worden ze beschermd? 9 Waar stroomt het water in een rivier naartoe? 10 Wat blijft er liggen na een overstroming van een rivier? 11 Waardoor wordt het land langs een rivier beschermd tegen overstromingen? 12 Noem drie grote rivieren in Nederland. 13 Naar welke zee stromen ze? 14 Welk gebied staat op een plattegrond? 15 Welk gebied staat op een kaart? 16 Hoe wordt een kaart gemaakt?
17 Hoe worden de verschillen aangegeven? 18 Wat is een windroos?
19 Waarvoor gebruik je het afstandslijntje met getallen? 20 Wat staat er op een stadsplattegrond?
EEN WERELD VAN VERSCHIL- Groep 5
1 Het strand. 2 Ja. 3 Om in zee te zwemmen, op het strand te spelen en in de zon te liggen. 4 Heuvels van zand. 5 De zeewind heeft het zand op een hoop geblazen. 6 Om het zand bij elkaar te houden. 7 Om het water van de zee tegen te houden. 8 Door hekken, prikkeldraad en bordjes met ‘Verboden toegang’. 9 Naar de zee. 10 Dan blijven slib (zand en klei) en meegevoerde spullen liggen. 11 Door dijken.
12 De Rijn, de Maas en de Schelde. 13 Naar de Noordzee. 14 Een klas, school, wijk, dorp of stad. 15 Het gebied dat groter is dan een stad. 16 Er wordt eerst een foto vanuit een vliegtuig gemaakt. Van die foto wordt dan een kaart gemaakt. Alles wat niet van plaats verandert, staat op de kaart. 17 Door kleuren en tekens. 18 Een ster met vier punten die het noorden, oosten, zuiden en westen laten zien. 19 Om de afstand tussen twee plekken te meten. 20 Water, groen, bebouwing, straten en speciale gebouwen of plekken zoals parkeerplaatsen. Onder de kaart staan alle straatnamen en soms namen van bedrijven.
Kopieerblad blok 2 samenvatting
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
36
Blok 3 Werk aan de winkel Les 1 Lekker zoet! In een fabriek worden producten gemaakt met behulp van machines. Dat gaat sneller dan met de hand. Voor elk product worden één of meer grondstoffen gebruikt. In veel producten zit bijvoorbeeld suiker. De suiker in Nederland wordt gemaakt van suikerbieten. Dat gebeurt vooral in fabrieken in de provincies Noord-Brabant en Groningen. Op andere plaatsen in de wereld wordt suiker uit suikerriet gehaald. Suikerriet groeit alleen in warme landen. Nederland heeft twaalf provincies: Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Flevoland, Utrecht, Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. Les 2 Waar komt suiker vandaan? Een akker is een stuk grond waar de boer planten op verbouwt. Hij bewerkt de grond met machines. Eerst wordt de grond helemaal losgemaakt; dat heet ploegen. Daarna wordt de akker netjes vlak gemaakt; dat heet eggen. Dan wordt er mest op de akker gereden, zodat de planten later beter gaan groeien. Daarna kan de boer gaan zaaien. Tijdens het groeien van de planten wordt het onkruid verwijderd. Dat heet wieden. Soms bespuit de boer de planten tegen onkruid of ziekten. Suikerbieten groeien de hele zomer. In de herfst worden ze van het veld gehaald; dat heet oogsten. Ook dat gebeurt met een machine. In de suikerfabriek worden de suikerbieten
EEN WERELD VAN VERSCHIL- Groep 5
eerst gewassen. Daarna worden ze in dunne reepjes gesneden. Met heet water wordt de suiker eruit gespoeld. Les 3 In de supermarkt In een supermarkt worden levensmiddelen verkocht. Dat zijn producten die mensen nodig hebben in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld eten, drinken en snoep maar ook tandpasta en schoonmaakspullen. Er werken verschillende mensen. De een vult de lege vakken, de ander zit bij de kassa en weer een ander neemt de lege flessen in. Die kunnen weer opnieuw gebruikt worden, wat goed is voor het milieu. De levensmiddelen worden gebracht met vrachtwagens en in het magazijn gezet. Daarna worden ze netjes in de winkelvakken geplaatst. Al die producten hebben een lange weg afgelegd. Net als de suiker die via de boer, de suikerfabriek en de supermarkt bij jou op tafel terecht is gekomen. Les 4 Plattegrond van de winkel Een plattegrond van een winkel ziet er anders uit dan een plattegrond van een school of een wijk. De kleuren in de legenda zijn ook anders. Ze verwijzen naar de vakken met zuivel, groente en fruit, vleeswaren, brood, koekjes, dranken, tijdschriften, bloemen, diepvriesproducten en kruidenierswaren zoals peper en schoenpoets. Ook kun je aan de kleuren zien waar het kantoor, de kantine en het magazijn zijn.
Kopieerblad blok 3 samenvatting
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
37
Blok 3 Werk aan de winkel 1 Waarom worden in een fabriek machines gebruikt? 2 Wat is altijd nodig voor het maken van een product? 3 Waar komt suiker in Nederland vandaan? 4 Waarvan wordt suiker in warme landen gemaakt? 5 In welke twee provincies worden suikerbieten verbouwd? 6 Wat zijn de twaalf provincies van Nederland? 7 Wat is een akker? 8 Hoe bewerkt de boer zijn akker? 9 Wat is ploegen? 10 Wat is eggen? 11 Wat is wieden? 12 Wat is oogsten? 13 Wanneer worden suikerbieten geoogst? 14 Waar worden ze naartoe gebracht? 15 Wat gebeurt er in de suikerfabriek? 16 Wat wordt in een supermarkt verkocht? 17 Wat zijn levensmiddelen? 18 Welke soorten levensmiddelen kun je in een supermarkt kopen? 19 Welke weg heeft de suiker afgelegd die bij jou op tafel staat?
EEN WERELD VAN VERSCHIL- Groep 5
1 Veel werk gaat met machines sneller dan met de hand. 2 Eén of meer grondstoffen. 3 Van de suikerbiet. 4 Van suikerriet. 5 Noord-Brabant en Groningen. 6 Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Flevoland, Utrecht, Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. 7 Een stuk grond waar de boer zijn planten op verbouwt. 8 Eerst wordt de grond helemaal losgemaakt. Daarna wordt de akker netjes vlak gemaakt. Dan wordt er mest op de akker gereden, zodat de planten beter groeien. Daarna kan de boer gaan zaaien. 9 De grond losmaken. 10 De grond vlak maken. 11 Onkruid verwijderen. 12 De planten die uit de zaadjes zijn gegroeid van de akker halen. 13 In de herfst. 14 Naar de suikerfabriek. 15 Eerst worden de suikerbieten gewassen. Daarna worden ze in dunne reepjes gesneden. Met heet water wordt de suiker eruit gespoeld. 16 Levensmiddelen. 17 Producten die mensen nodig hebben in het dagelijks leven. 18 Zuivel, groente en fruit, vleeswaren, brood, koekjes, dranken, tijdschriften, bloemen, diepvriesproducten, kruidenierswaren zoals peper en schoenpoets. 19 Boer - suikerfabriek - winkel.
Kopieerblad blok 3 samenvatting
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
38
Blok 4 De weg van het water om af te wassen, om thee of koffie te zetten, tanden te poetsen en nog veel meer. Het is verstandig om zuinig om te gaan met water. Bijvoorbeeld door niet te lang te douchen, de kraan tijdens het tanden poetsen dicht te draaien of regenwater voor de planten te gebruiken.
Les 1 Waar komt het drinkwater vandaan? Grondwater is regenwater dat in de grond is weggezakt. Het kan wel honderd meter diep zitten. Doordat het water door het zand naar beneden zakt, wordt het steeds een beetje schoner. Water uit de kraan noemen we drinkwater. Het is zo schoon dat je het kunt drinken. Het wordt gemaakt van grondwater en van water uit de rivieren. Een gebied waar grondwater gebruikt wordt voor drinkwater heet een waterwingebied. Het grondwater wordt door lange buizen naar boven gepompt. Het is dan nog niet schoon genoeg om te drinken. Het moet eerst gezuiverd worden. Dat gebeurt in een waterleidingbedrijf. Er is niet genoeg grondwater om drinkwater van te maken. Daarom wordt er ook rivierwater gebruikt. Meestal is dat vuiler dan grondwater. Soms wordt het eerst naar de duinen gepompt. Daar zakt het door het zand naar beneden. Het duinzand werkt als een zeef. Vanuit de duinen wordt het water naar het waterleidingbedrijf gepompt.
Les 3 Vervuilen of schoonhouden Het afvalwater uit de huizen wordt naar de rivier vervoerd door dikke rioolbuizen. Het rivierwater wordt elke dag gecontroleerd in een meetstation. Om te zorgen dat het rivierwater niet al te vuil wordt, moeten fabrieken hun afvalwater eerst zuiveren. Maar ook in huis mag je niet zomaar alles door de gootsteen spoelen. Gevaarlijke stoffen zoals verf en terpentine moet je naar de chemokar brengen. In arme landen hebben de mensen vaak nog geen riolering. Het afvalwater verdwijnt meestal in de grond, waardoor het grondwater vervuild wordt. Omdat ze geen leidingwater hebben, gebruiken ze het grondwater ook als drinkwater. Daar kunnen ze ziek van worden. Daarom zijn leidingwater en riolering erg belangrijk.
Les 2 Waarvoor wordt water gebruikt? Water is belangrijk voor mensen. Omdat het drinkwater door buizen onder de grond naar de huizen gaat, wordt het ook wel leidingwater genoemd. Het gebruikte water verdwijnt in de gootsteen, de wc of een afvoerputje. Dat is afvalwater. Het wordt door dikke buizen afgevoerd. Leidingwater wordt gebruikt om te drinken en eten klaar te maken, in de douche, het bad en de wc,
Les 4 Drinkwater voor de stad Een fabriek mag je niet overal bouwen. Bijvoorbeeld niet in de buurt van een waterwingebied. Daar mag namelijk geen afvalwater geloosd worden. Dat geldt ook voor het afvalwater uit de huizen. Ook mag afvalwater niet in rivierwater terechtkomen dat gebruikt wordt voor drinkwater. Daarom moet afvalwater bijvoorbeeld aan het eind van de rivier geloosd worden.
EEN WERELD VAN VERSCHIL- Groep 5
Kopieerblad blok 4 samenvatting
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
39
Blok 4 De weg van het water 1 Wat is het verschil tussen regenwater, grondwater, rivierwater en drinkwater? 2 Waarom is grondwater schoner dan rivierwater? 3 Waarvan wordt drinkwater gemaakt? 4 Wat is een waterwingebied? 5 Hoe wordt van rivierwater drinkwater gemaakt? 6 Hoe wordt drinkwater ook wel genoemd? 7 Waarvoor gebruik je leidingwater? 8 Wat is afvalwater? 9 Hoe kun je zuinig met water omgaan? 10 Waar gaat het afvalwater naartoe? 11 Hoe weet men dat rivierwater niet te vuil is? 12 Wat mag je niet door de gootsteen spoelen? 13 Wat gebeurt er met het afvalwater in landen die geen leidingwater en riolering hebben? 14 Wat kan het gevolg zijn? 15 Waar mag geen fabriek gebouwd worden?
EEN WERELD VAN VERSCHIL- Groep 5
1 Regenwater is water dat uit de lucht komt. Grondwater is regenwater dat in de grond is gezakt. Rivierwater is water dat door een rivier naar zee stroomt. Drinkwater is water dat schoon genoeg is om te drinken. 2 Grondwater zakt door zand naar beneden, waardoor het schoon gezeefd wordt. 3 Van grondwater of rivierwater. 4 Een gebied waar het grondwater gebruikt wordt om drinkwater van te maken. 5 Het rivierwater wordt eerst naar de duinen gepompt. Daar zakt het door het duinzand naar beneden. Dat werkt als een zeef. Vanuit de duinen wordt het water naar het waterleidingbedrijf gepompt. 6 Leidingwater. 7 Om te drinken en eten klaar te maken, in de douche, het bad en de wc, om af te wassen en de auto schoon te maken, om thee of koffie te zetten, ramen te wassen, tanden te poetsen en nog veel meer. 8 Water dat gebruikt is. 9 Korter douchen, de kraan tijdens het tanden poetsen dichtdraaien of regenwater voor de planten gebruiken. 10 Naar een rivier. 11 Het rivierwater wordt elke dag gemeten in een meetstation. 12 Giftige stoffen zoals verf en terpentine. 13 Het afvalwater verdwijnt meestal in de grond, waardoor het grondwater vervuild wordt. Omdat ze ook geen leidingwater hebben, gebruiken ze het grondwater als drinkwater. 14 De mensen kunnen er ziek van worden. 15 In een waterwingebied.
Kopieerblad blok 4 samenvatting
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
40
Blok 5 Ga je mee naar de stad? Les 1 Op het platteland Op het platteland vind je vooral akkers, weilanden, boomgaarden en bossen. Een boomgaard is een tuin met bomen, meestal fruitbomen. Groenten die op de akker verbouwd worden, worden groenten van de volle grond genoemd. Groenten die niet goed tegen de kou kunnen, worden in kassen verbouwd. In kassen kunnen het hele jaar door groenten verbouwd worden. Van de akkers of boomgaarden gaan groente en fruit naar de veiling. Daar wordt het gekocht door winkeliers. Soms gaan groente en fruit naar een fabriek waar het in blikken, potten of diepvriespakken gedaan wordt. Les 2 In de stad In een stad als Dordrecht wonen mensen dicht bij elkaar. Omdat er niet zo veel ruimte is, worden de woningen bovenop elkaar gebouwd. Niet iedereen heeft dan een tuin. Daarom zijn er rond de flats parken aangelegd. Dit zie je in bijna alle steden van Nederland. Veel mensen werken in de stad. Bijvoorbeeld in een winkel of op kantoor, in een garage of fabriek, bij de politie of brandweer, in het ziekenhuis of bij de reinigingsdienst van de gemeente. In hun vrije tijd willen de mensen graag iets leuks doen. In een stad kun je naar de film of het theater gaan, een museum bezoeken of gewoon gezellig winkelen. Door al die mensen is het verkeer in de stad behoorlijk druk. Fiets, auto, bus, tram, taxi en metro zorgen ervoor dat mensen snel vervoerd kunnen worden. Voor auto’s zijn parkeergarages gebouwd.
EEN WERELD VAN VERSCHIL- Groep 5
Les 3 We gaan op weg Om van de ene naar de andere plek te reizen gebruiken mensen verschillende vervoermiddelen. Elk vervoermiddel heeft zijn eigen weg. Een auto rijdt over een weg, die soms over een brug of door een tunnel gaat. Een trein rijdt over een spoorlijn, die ook over een brug of door een tunnel kan gaan. Een boot vaart over een zee, een rivier, een kanaal of een plas. In Nederland zijn de wegen erg vol. Er zijn vaak veel files. Er zijn ook veel mensen die met het openbaar vervoer reizen. Dat is vervoer waar iedereen gebruik van mag maken, zoals de bus en de trein. Ook reizen sommige mensen samen in één auto. Dat heet carpoolen. Ze komen bij elkaar op een carpoolplaats en rijden met één auto naar hun werk. Les 4 Allerlei wegen In Nederland zijn allerlei soorten wegen: autowegen, spoorwegen en vaarwegen. Soms kruisen die elkaar. Daarvoor zijn verschillende oplossingen gevonden. Twee autowegen die elkaar kruisen kunnen boven elkaar aangelegd zijn. Dat is een viaduct. Dit kan ook het geval zijn bij de kruising van een autoweg en een spoorweg. Dan kunnen alle auto’s doorrijden als er een trein voorbijkomt. Als op een plek veel autowegen samenkomen, ontstaat er een knooppunt. Daar slingeren verschillende wegen over en onder elkaar door. Bij een rivier of kanaal wordt een weg over of onder het water aangelegd. Omdat Nederland een waterland is, zie je dan ook veel bruggen en tunnels.
Kopieerblad blok 5 samenvatting
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
41
Blok 5 Ga je mee naar de stad? 1 Wat vind je vooral op het platteland? 2 Wat is een boomgaard? 3 Wat zijn kassen? 4 Welke groenten worden in kassen verbouwd? 5 Wat gebeurt er met het fruit en de groenten?
6 Waarom worden in een stad woningen boven op elkaar gebouwd? 7 Wat voor werk doen mensen in de stad?
8 Wat zijn de mogelijkheden om uit te gaan? 9 Hoe is het vervoer in de stad geregeld?
10 Welke vervoermiddelen ken je? 11 Wat is openbaar vervoer? 12 Wat is carpoolen? 13 Welke soorten wegen zijn er? 14 Wat is een viaduct? 15 Wat is een knooppunt? 16 Hoe wordt een kruising tussen een waterweg en een autoweg gemaakt?
EEN WERELD VAN VERSCHIL- Groep 5
1 Akkers, weilanden, boomgaarden en bossen. 2 Een tuin waar dezelfde soort fruitbomen in staan. 3 Glazen huizen waar groenten in verbouwd worden. 4 Groenten die niet goed tegen de kou kunnen. 5 Groente en fruit worden op de veiling verkocht. Daar wordt het gekocht door winkeliers. Soms gaan groenten en fruit naar een fabriek waar ze in blikken, potten of diepvriespakken gedaan worden. 6 Omdat er weinig ruimte is. 7 Werken in een winkel of op kantoor, in een garage of fabriek, bij de politie of brandweer, in het ziekenhuis of bij de reinigingsdienst van de gemeente. 8 Naar de film of het theater gaan, een museum bezoeken of gewoon gezellig winkelen. 9 Voor fietsen en auto’s zijn wegen aangelegd. Bussen, trams, taxi’s en metro hebben vaak aparte rijbanen. Voor auto’s zijn parkeergarages gebouwd. 10 Auto, bus, trein, boot, vliegtuig, fiets. 11 Vervoer waar iedereen gebruik van mag maken. 12 Samen met andere automobilisten in één auto reizen. 13 Autowegen, spoorwegen en vaarwegen. 14 Het kruispunt van twee wegen die boven elkaar aangelegd zijn. 15 Een punt waar verschillende wegen samenkomen. 16 Er wordt een brug of een tunnel aangelegd.
Kopieerblad blok 5 samenvatting
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
42
Blok 6 Waterland Les 1 Land en water Een groot deel van Nederland ligt lager dan de zee. Tussen de zee en het land liggen duinen of dijken. Zonder duinen en dijken zou een groot deel van Nederland overstromen. Vroeger zag Nederland er anders uit dan nu. Er waren veel meren en plassen. De zee kon op veel plaatsen het land binnenstromen. Er werden dijken gebouwd en het water erachter werd weggepompt. Zo is er veel water in land veranderd. Een deel van het IJsselmeer is bijvoorbeeld Flevoland geworden. Het laagste punt van Nederland is de Prins Alexanderpolder bij Rotterdam. Deze polder ligt zes meter lager dan de zeespiegel. Vroeger was er een meer. Nu is er een polder. Het hoogste punt van Nederland is de Vaalserberg in Zuid-Limburg. Die is 322 meter hoog. Dat is te laag om het een berg te noemen. Het is een heuvel. In Nederland zijn dus geen bergen. Les 2 Een dijk van een dijk Als het hard regent, komt er veel water in de rivieren terecht. Dat water stroomt allemaal naar zee. Omdat Nederland aan zee ligt, stroomt al dat water door ons land. Met name door de Rijn die uit Duitsland en de Maas die uit België komt. Als het water te hoog komt, kan de rivier overstromen. Daarom zijn er dijken langs de rivier gebouwd. Die moeten sterk genoeg zijn om veel water tegen te houden. In januari 1995 stroomde de Maas over. Om ervoor te zorgen dat er geen overstroming meer komt, worden de dijken versterkt. Dat heet
EEN WERELD VAN VERSCHIL- Groep 5
dijkverzwaring. Soms moeten daarvoor bomen gekapt en huizen afgebroken worden. Dat vinden de bewoners natuurlijk niet leuk. Natuurbeschermers willen niet dat de oude bomen verdwijnen. Les 3 Naar de overkant Als je door Nederland reist, moet je vaak het water oversteken. Daarvoor zijn bruggen en tunnels gebouwd. Veel bruggen kunnen omhoog en omlaag om schepen te laten passeren. Dat zijn ophaalbruggen. Vroeger, toen er nog geen bruggen waren, moesten de mensen met een boot het water oversteken. Op enkele plaatsen gebeurt dat nog. Zo’n boot heet een pont. Bangladesh, een land dat vlak bij India ligt, is net als Nederland een rivierenland dat aan zee ligt. Omdat er weinig bruggen zijn, moeten de mensen vaak met een pont het water oversteken. Ook in landen waar bergen zijn vind je bruggen. Daar gaan ze over een diep dal. Les 4 Waar bouw jij de brug? Bij het bouwen van een brug moet je met de volgende dingen rekening gehouden: – Zoek een plek waar de rivier smal is. Dan wordt de brug niet zo duur. – Zoek de snelste verbinding tussen twee grote steden. Daar is het meeste verkeer. – Probeer de natuur te behouden. – Denk eraan dat schepen onder de brug door moeten kunnen varen.
Kopieerblad blok 6 samenvatting
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
43
Blok 6 Waterland 1 Wat ligt er tussen de zee en het land? 2 Waarom is dat? 3 Hoe is van water land gemaakt?
4 Waar is het laagste punt van Nederland? 5 Waar is het hoogste punt van Nederland? 6 Zijn er in Nederland bergen? 7 Waardoor stijgt het water in een rivier? 8 Wat kan er gebeuren als het waterpeil in een rivier te hoog is? 9 Wat kun je doen tegen overstromingen? 10 Wat is dijkverzwaring? 11 Wat zijn de voordelen daarvan? 12 Wat zijn de nadelen? 13 Hoe kun je water oversteken? 14 Wat is een pont? 15 Hoe kun je in Bangladesh het water oversteken? 16 Noem twee verschillende soorten bruggen. 17 Waarmee moet je bij het bouwen van een brug rekening houden?
EEN WERELD VAN VERSCHIL- Groep 5
1 Duinen of dijken. 2 Zonder duinen en dijken zou een groot deel van Nederland overstromen. 3 Eerst werden er dijken langs de kust gebouwd. Daarna werd het water achter de dijken weggepompt. 4 De Prins Alexanderpolder bij Rotterdam die zes meter onder de zeespiegel ligt. 5 De Vaalserberg in Zuid-Limburg die 322 meter hoog is. 6 Nee. 7 Doordat het veel regent. 8 De rivier kan overstromen. 9 Zandzakken tegen de dijk leggen of de dijk versterken. 10 Het versterken van de dijken. 11 Er is minder kans op overstromingen. 12 Huizen en bomen moeten afgebroken worden. 13 Over een brug, door een tunnel of met een pont. 14 Een boot die mensen naar de andere kant van het water brengt. 15 Alleen met een pont, want er zijn bijna geen bruggen. 16 Een brug over het water en een brug over een dal. 17 – Zoek een smal stuk in de rivier. Dan wordt de brug niet zo duur. – Zoek de snelste verbinding tussen twee grote steden. Daar is het meeste verkeer. – Probeer de natuur te behouden. – Houd rekening met de schepen die onder de brug door moeten.
Kopieerblad blok 6 samenvatting
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
44
Blok 7 Een nieuw plan Les 1 Het zwembad wordt te klein Niet elke plek in een stad is geschikt om een zwembad te bouwen. Zo zijn in een stad het centrum, een drukke woonwijk en de markt geen geschikte plekken voor een zwembad. In een nieuwe wijk kan de ruimte aangepast worden. Een zwembad aan een grote weg heeft ook voordelen. Maar te weinig parkeerruimte is weer een nadeel. Het zwembad moet goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Een apart fietspad zou erg veilig zijn. Waar een zwembad komt, wordt beslist door de gemeenteraad. Les 2 Wat vinden jullie ervan? Niet alle mensen denken hetzelfde over de plek voor een nieuw zwembad. Er zijn verschillende meningen: – tussen twee steden, zodat mensen uit beide steden er kunnen zwemmen en beide steden eraan meebetalen; – in een wijk waar veel kinderen wonen, zodat ze niet ver hoeven te fietsen; – juist niet in een woonwijk, dat is te gevaarlijk door het verkeer; – een schouwburg is veel belangrijker dan een zwembad; – buiten de bebouwde kom.
EEN WERELD VAN VERSCHIL- Groep 5
Les 3 We gaan bouwen Als een gemeenteraad beslist om een nieuwe wijk te bouwen, moeten er vaak boerderijen verdwijnen. De gemeente moet dan de grond van de boer kopen. Vaak kopen de boeren ergens anders grond om een nieuw bedrijf te kunnen beginnen. Van een nieuwe wijk wordt eerst een tekening gemaakt. Ook wordt de wijk vaak in het klein nagebouwd. Dat heet een maquette. Daarop kun je goed zien hoe de nieuwe wijk er gaat uitzien. Bij het bouwen houdt de gemeenteraad rekening met de vorm van de huizen, voldoende groen, niet te dicht bij een bedrijf of een zwembad, veilige wegen enzovoort. Les 4 De plannen zijn rond Bij de beslissing voor een nieuw zwembad kan de gemeenteraad met de volgende punten rekening houden: – de prijs van de grond die gekocht moet worden; – bereikbaarheid; – veilige wegen; – plek waar ruimte is.
Kopieerblad blok 7 samenvatting
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
45
Blok 7 Een nieuw plan Welke plekken in een stad zijn niet geschikt om een zwembad te bouwen? Welke plekken zijn wel geschikt?
1
Het centrum, een drukke woonwijk, de markt.
2
3
Wie beslist over de bouw van een zwembad?
3
4
Noem enkele plekken voor de bouw van een zwembad.
4
5
Wat gebeurt er met een boer die op de plek woont waar een nieuwe wijk gebouwd gaat worden? Hoe kun je zien hoe een nieuwe wijk eruit komt te zien? Wat is een maquette?
5
Aan een grote weg, voldoende parkeerruimte, bereikbaar met het openbaar vervoer. De gemeenteraad luistert eerst naar de mening van verschillende groepen en neemt dan de beslissing. – Tussen twee steden, zodat mensen uit allebei de steden er kunnen zwemmen en allebei de steden eraan meebetalen; – in een wijk waar veel kinderen wonen, zodat ze niet te ver hoeven te fietsen; – juist niet in een woonwijk, dat is te gevaarlijk door het verkeer; – een schouwburg is veel belangrijker dan een zwembad; – buiten de bebouwde kom. De gemeente koopt de grond van de boer.
Waarmee kan een gemeenteraad allemaal rekening houden als er een nieuwe wijk gebouwd moet worden?
8
1
2
6 7
8
EEN WERELD VAN VERSCHIL- Groep 5
6
Op een tekening of een maquette.
7
Op een maquette wordt iets in het klein nagebouwd, zodat je goed kunt zien hoe het in het echt eruitziet. – De prijs van de grond die gekocht moet worden; – bereikbaarheid; – veilige wegen; – plek waar ruimte is.
Kopieerblad blok 7 samenvatting
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
46
Blok 8 Vakantie Les 1 Eropuit! Tijdens de vakantie doen mensen verschillende dingen. Sommigen gaan naar het buitenland, anderen blijven in Nederland en weer anderen blijven lekker thuis. De een wil naar het strand, de ander gaat wandelen in de bergen of de bossen en weer een ander bezoekt graag steden en musea. In Nederland en andere landen zijn veel mensen blij met de toeristen. Ze verdienen geld aan de toeristen. Les 2 Op de camping Op een camping kunnen mensen hun tent of caravan neerzetten. Ieder kiest zijn eigen plek. De ene kampeerder houdt van drukte en gezelligheid, de ander zoekt juist rust en stilte. Op de camping zijn douches en toiletten. Meestal is er ook een speeltuin voor de kinderen. Vaak is er ’s avonds iets speciaals te doen zoals een barbecue of een speurtocht. Auto’s mogen niet te hard rijden, dus kun je veilig fietsen. Op de meeste campings is een kampwinkel waar je eten en drinken en een krant kunt kopen. Soms is er ook een restaurant. Vanaf de camping kun je vaak mooie tochten in de omgeving maken. Voor veel mensen is dat een reden om wel of niet naar een bepaalde camping te gaan.
EEN WERELD VAN VERSCHIL- Groep 5
Les 3 Kamperen? Natuurlijk! Campings vind je vaak midden in de natuur. Daardoor is het gebied vaak veranderd. Er zijn wegen en fietspaden aangelegd en het is er veel drukker geworden dan vroeger. De kust van Turkije bijvoorbeeld ziet er nu heel anders uit dan tien jaar geleden. Toen was er nog veel groen, nu zie je overal campings, hotels en vakantiehuizen. Om de natuur te beschermen en de rust in het gebied te bewaren gelden vaak regels op de camping, zoals: – de radio mag niet te hard staan; – honden moeten aan de lijn blijven; – je mag alleen op de fietspaden fietsen en op de wandelpaden wandelen. Sommige kampeerders gaan liever naar een kampeerboerderij. Daar zijn ze vrijer en is het rustiger, maar hebben ze wel minder luxe. Les 4 Vakantie in Drenthe Als je naar Drenthe op vakantie gaat, kun je verschillende plekken bezoeken. Als je een van de weinige steden wilt bezoeken, kun je bijvoorbeeld naar Meppel gaan. Behalve veel water, zoals de Wold A, is er veel bos en heide in Drenthe. Die zijn geschikt gemaakt om te wandelen en te fietsen, zoals de boswachterij Smilde en het nationaal park Dwingelderveld.
Kopieerblad blok 8 samenvatting
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
47
Blok 8 Vakantie 1
Wat doen mensen tijdens hun vakantie?
1
2
Waarom zijn veel landen blij met de toeristen? Hoe is de kust van Turkije veranderd door de komst van vakantiegangers?
2
4
Wat is er allemaal op een camping?
4
5
Welke regels gelden er?
5
6
Waarom gaan mensen naar een bepaalde camping? Waarom kiezen sommige mensen voor kamperen op een boerderij? Wat is het gevolg van de aanleg van een camping voor de natuur?
6
Noem enkele plekken in Drenthe waar je op vakantie kunt gaan.
9
3
7 8
9
EEN WERELD VAN VERSCHIL- Groep 5
3
7 8
Ze gaan naar het strand, wandelen in de bergen of de bossen, bezoeken steden en musea. Ze kunnen er geld aan verdienen. Het groen is verdwenen. Daarvoor in de plaats zijn campings, hotels en vakantiehuizen gekomen. Douches en toiletten, een speeltuin, een kampwinkel, een restaurant. – Auto’s mogen niet te hard rijden. – De radio mag niet te hard staan. – Honden moeten aan de lijn blijven. – Ja mag alleen op de fietspaden fietsen en op de wandelpaden wandelen. Omdat de camping hen bevalt, maar ook omdat de omgeving mooi is. Ze kunnen er vrijer en rustiger kamperen, ook al is er minder luxe. Het gebied verandert. Er zijn wegen en fietspaden aangelegd en het is er veel drukker geworden. De stad Meppel, de boswachterij Smilde, het nationaal park Dwingelderveld en de rivier Wold A.
Kopieerblad blok 8 samenvatting
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
48