Aanbiedingsbrief
Naam: Lisette H G Bijma Email:
[email protected] Telefoon: 0653169845
HBO-V
Prijsvraag studenten Anna Reynvaan
Titel: Ouderen
willen Shared decision-making maar lijden onder facilitaire factoren zorgverleners. Samenvatting: Doel: Het doel van deze literatuur studie is om het beeld van ouderen en zorgverleners in kaart te brengen wat betreft gezamenlijke besluitvorming. Dit gebeurd aan de hand van de volgende onderzoeksvragen: Willen ouderen gebruik maken van gezamenlijke besluitvorming als het gaat om hun zorgproces? Hoe denken zorgverleners over gezamenlijke besluitvorming met ouderen tijdens het zorgproces? Methode: Vier artikelen zijn meegenomen in het onderzoek en zijn geïdentificeerd door een systematische zoektocht naar relevante artikelen, gepubliceerd tussen het jaar 2004 en 2014 in de PubMed en CINAHL database. Resultaten: Ouderen willen gebruik maken van gezamenlijke besluitvorming door middel van participatie gedurende hun zorgproces. De ouderen worden beperkt door de zorgverleners als het gaat om gezamenlijke besluitvorming. De zorgverleners staan open voor gezamenlijke besluitvorming bij oudere patiënten maar struikelen over de facilitaire factoren zoals tijdsdruk, te weinig personeel en routine. Conclusie: Patiënten en zorgverleners willen gebruik maken van gezamenlijke besluitvorming maar de mogelijkheid tot gezamenlijke besluitvorming wordt nog te veel beïnvloed door facilitaire factoren, met als gevolg dat de patiënten accepteren dat de arts de besluiten maakt en ze afhankelijk zijn van de verzorging. Sleutelwoorden: Ouderen, participatie, gezamenlijke besluitvorming, zorgverleners, literatuur studie Abstract: Objective: The aim of this systematic review is to give an insight of the elderly and caregivers about shared decision making, using the following two research questions: Do elderly want to make use of shared decision making during their health process? What do caregivers think about shared decision making with elderly during this process? Methods: PubMed and CINAHL were systematically researched for relevant papers between the years of 2004 and 2014. Four qualitative research were identified, which matched the inclusion criteria; participants were 60 years or older, were in need of healthcare and the articles included qualitative interviews. Results: Elderly are willing to use shared decision making in their health care process. However, they are being limited in this process by their caregivers. Caregivers are willing to use shared decision making in their healthcare program but stumble with the facilities’ problems such as time pressure, lack of staff and routine. Conclusion: Patients and caregivers are willing to use shared decision making, but the opportunities to do so are being influenced by the facilities’ problems. As a result, patients accept the fact that the decision of the doctor, which makes them dependent in the health care process. Keywords: elderly, participation, shared decision making, caregivers, systematic review
Inleiding De afgelopen jaren heeft er een duidelijke verschuiving plaatsgevonden binnen de besluitvormingsmodellen in de zorg. Van paternalistische (van bovenaf regelend beslissend) besluitvorming; de arts zegt hier wat de patiënt moet doen, naar informed consent waarbij de arts de patiënt informeert en toestemming vraagt en van informed consent naar shared decision making ook wel gezamenlijke besluitvorming waarbij de arts de patiënt informeert, zijn zorgen deelt en preferenties aangeeft om samen tot een behandeling te komen (1). Ook de afstand tussen arts en patiënt wordt minder groot door de toenemende faciliteiten zoals het internet om informatie over bepaalde ziektebeelden op te zoeken en je meer te kunnen verdiepen in je eigen ziektebeeld (2). Maar hoe zit het met de ouderen in Nederland? Staan zij open voor gezamenlijke besluitvorming of hebben zij nog steeds het beeld dat de arts zegt wat de patiënt moet doen? Op 1 januari 2012 telde Nederland 2,7 miljoen mensen van 65 jaar en ouder. Dit is 16% van de totale bevolking, onder ouderen worden personen van 65 jaar en ouder verstaan. Ook heeft Nederland te maken met een dubbele vergrijzing dit houdt in, dat binnen de groep van 65 jaar en ouder de groep van 80 jaar en ouder toeneemt. In dit geval is 25% binnen de 65+ groep ouder dan 80 jaar. In totaal is 4% van de bevolking, zo’n 686,000 mensen, 80 jaar en ouder. De vergrijzing neemt toe en verwacht zijn hoogtepunt in 204 van maar liefst 4,7 miljoen ouderen. Van alle ouderen woonde op 1 januari 2012, 112.00 mensen in een verzorgingshuis of verpleeghuis, 14% wordt jaarlijks acuut opgenomen in het ziekenhuis (3,4). De vraag naar verblijf in verpleeg- of verzorgingstehuizen zal groeien net als de vraag naar thuiszorg (5). Ouderen zullen meer in contact staan met artsen en andere zorgverleners. De vraag naar zorg rondom ouderen zal toenemen maar zal deze zorgvraag van de ouderen in gezamenlijk besluitvorming worden uitgevoerd of zullen de zorgverleners alle handelingen uitvoeren voor de ouderen? Voorafgaand onderzoek toont aan hoe moeilijk het is om onderzoek te doen binnen deze zorggroep. (6) Er is weinig onderzoek gedaan naar het beeld van de ouderen over hun zorgsituatie en shared decision making. Veel onderzoeken waren gespecificeerd met een hoofd onderwerp zoals kanker of dementie. Er is gekozen voor een kwalitatief literatuur onderzoek omdat dit verder op de ervaringen van de patiënten/zorgverleners in gaat. Er wordt gebruik gemaakt van citaten die meer inzicht geven over het beeld van de patiënt/zorggever. Het doel van deze literatuur studie is om het beeld van ouderen en zorgverleners in kaart te brengen wat betreft gezamenlijke besluitvorming. Dit gebeurd aan de hand van de volgende onderzoeksvragen: Willen ouderen gebruik maken van gezamenlijke besluitvorming als het gaat om hun zorgproces? Hoe denken zorgverleners over de participatie van ouderen tijdens hun zorgproces?
Methode Literatuur onderzoek – De artikelen die zijn opgenomen in het onderzoek zijn geïdentificeerd door een systematische zoektocht naar relevante artikelen gepubliceerd tussen het jaar 2004 en 2014 in de PubMed en CINAHL database. De volgende zoekwoorden zijn gebruikt: nursing, participation, older people, qualitative interviews. Toevoeging van andere zoekwoorden gaf een te grote uitkomst van artikelen. (fig. 1) Inclusie en exclusie criteria – De inclusie criteria waren; patiënten waren 60 jaar of ouder, patiënten waren in behandeling bij een zorggever en de artikelen bestonden uit kwalitatieve interviews. Exclusie criteria waren; patiënten met een cognitieve stoornis zoals dementie, een ziekte als hoofdonderwerp en het moeten betalen voor een artikel.
Verbinden van de thema’s – Elk artikel had zijn eigen thema’s en sub-thema’s. Deze zijn bij elkaar gelegd om een duidelijk overzicht te geven en de artikelen te kunnen vergelijken.(fig. 2)
Resultaten Uit de zoektocht kwamen 50 abstracts, waarvan 40 niet aan de inclusie criteria voldeden. 10 artikelen zijn gelezen en gescreend voor inclusie criteria. Van deze 10 artikelen voldeden er 6 niet aan de inclusie criteria. De 4 artikelen die overbleven voldeden aan de criteria en zijn meegenomen in het onderzoek. Doelen – De doelen van de artikelen verschillen, omdat elk artikel een ander beeld binnen de gezondheidszorg voor de ouderen laat zien. Et al. Schulman-Green (7)(i) en et al. Tutton (8)(ii) onderzoeken de bevordering van participatie van ouderen; i Begrijpen hoe ouderen hun doelen met betrekking tot hun leven en hun gezondheid overwegen en discussiëren gedurende hun ontmoeting met de arts. ii Onderzoeken wat de betekenis van participatie voor ouderen tijdens ziekenhuis opname betekend en voor hun artsen en hoe de zorgverleners de participatie van ouderen tijdens hun zorg kunnen bevorderen. Et al. Murphy (8) onderzoekt hoe verpleegkundigen de kwaliteit van zorg waarnemen en welke factoren deze zorg hinderen of bevorderen als het gaat om hoge kwaliteit van zorg bij patiënten in een verpleeghuis (langdurige opname setting). Et al. Naik (9) onderzoekt de ervaring van ouderen en hun artsen wat betreft shared decision making en hun bereidheid om gebruik te maken van een shared decision making hulpmiddel. Gezondheidszorg en werven van deelnemers – Et al Schuman-Green (7) en et al Naik (9) zijn vergelijkbaar te werk gegaan. Er zijn drie woonsites voor ouderen gebruikt om deelnemers te werven, waarna de mogelijke deelnemers eerst werden geïdentificeerd door een contact persoon van elke site en werden doorgeschakeld naar een van de onderzoekers. De studie van Murphy koos verpleegkundigen willekeurig uit dienstlijsten binnen de gezondheidzorg in Ierland uit en nodigde hen uit deel te nemen. De studie van Tutton (10) gebruikte een afdeling in Engeland met 39 bedden om patiënten te werven evenals de zorgverleners die hier werkzaam waren. Design en data analyse – Het design en de analyse methode van de gebruikte artikelen zijn te zien in tabel 1. Elk artikel beschrijft de data analyse op een andere manier. Alle studies beschrijven hoe de thema’s zijn ontstaan uit de data. Demografische karaktereigenschappen – Het totale sample van de geïncludeerde artikelen is 184 deelnemers en allemaal ouder dan 60 jaar. Eén studie had meer gedetailleerde demografische karaktereigenschappen, zoals educatie in jaren, leef status (alleen), self-rated health, chronische ziekten en functionele status (7). Ethische goedkeuring – Alle artikelen zijn goedgekeurd door een medisch ethische commissie (7,8,9,10). Resultaten van de thema synthese – Aan de hand van de thema synthese zijn er drie hoofdthema’s gevormd. De thema’s zijn participatie, doelen en shared decision instrument.
Participatie –Ouderen willen gedurende hun zorgproces participeren op de afdeling. Dit lijdt tot gezamenlijke besluitvorming tussen patiënt en arts. De ouderen duiden begrippen aan als; weten wie je patiënt is, samenwerken met de patiënt, weten wat de behoeftes van de patiënt zijn en hun levensdoelen omtrent hun gezondheid aan als belangrijk en noodzakelijk voor gezamenlijke besluitvorming (7,10). Hoewel ouderen graag willen deelnemen aan hun zorgproces merken zij de tijdsdruk bij het personeel op. Dit weerhoudt ouderen ervan meer vragen te stellen over hun zorgproces of aan te geven het niet eens te zijn met de arts, omdat het contact zo kort is. De zorgvraag wordt minder en gaan hun zorgsituatie ‘accepteren’ zoals deze is. Onder acceptatie wordt verstaan dat patiënten hulp nodig hebben om te kunnen leven en dankbaar zijn voor deze hulp, geduld hebben als ze moeten wachten op hulp en inzien dat alle patiënten een groep zijn die allemaal hulp nodig hebben (8,10). “Ze zijn heel goed en gedurende de nacht zijn er misschien wat minder werknemers beschikbaar, en dan moet je misschien even wachten, zeg, voor mij om te wisselen van ligging van de ene kant naar de ander kant van mijn bed vanwege mijn zweren, ik heb geduld en er zijn meer serieuze patiënten dan ik om te helpen.”(8) Ouderen die op een autoritaire manier worden benaderd door artsen keren zich af en hebben geen vertrouwen in de arts, wat de mogelijkheid tot gezamenlijke besluitvorming en participatie benadeeld (10). De verpleegkundigen zijn zich bewust van de situatie rondom de oudere patiënten. Ze zien de mogelijkheden tot participatie en gezamenlijke besluitvorming maar worden beperkt door facilitaire punten zoals; tijdsdruk, te weinig personeel, geen hulp van het management en de routine op een afdeling. De zorg zou flexibel moeten zijn zodat de patiënt zelf kan kiezen wanneer hij/zij uit/naar bed wil. Eén op één zorgmomenten moeten meer centraal staan zodat de patiënt als individueel persoon wordt bekeken en niet als ‘een van de andere’. Hierdoor leer je de patiënt kennen wat de samenwerking tussen de patiënt en verpleegkundige bevorderd (8,10). “Het moet vanaf de top komen en dan naar beneden zoals al het andere. Het moeten mensen zijn die willen veranderen vanaf de top naar beneden en natuurlijk iedere start heeft zijn ups en downs maar al de kleine dingetjes maken zo’n verschil, zoals het breken van de routine zodat niet iedereen uit bed hoeft voor een bepaalde tijd of moeten eten op een bepaalde tijd.”(8) “Alle patiënten worden klaargemaakt om naar bed te gaan, soms willen patiënten nog helemaal niet naar bed, maar het lijkt een routine dingetje, dus ze moeten. Gedeeltelijk komt dat omdat dit de beste tijd is om naar bed te gaan omdat ze niet de volgende dienst alle patiënten naar bed wil laten brengen, dan zijn zij maar met 2 verpleegkundigen, dus worden de patiënten nu naar bed gebracht.”(8) “Individuele zorg, zeker. Dat de persoon wordt gezien als een individueel en dat haar/zijn behoeftes worden gezien als een individu en niet als een groep, dit is goed voor hem/haar dus voor iedereen. Ik denk dat de individuele zorg de toekomst is.”(8)
Doelen – Et al. Schulman-Green (7) geeft weer hoe ouderen doelen voor zichzelf hebben met betrekking tot hun leven en hun gezondheid. Hier komt naar voren dat ouderen wel doelen voor zichzelf hebben, maar dit vaak niet kenbaar kunnen maken bij de arts. De op symptoom gerichte afspraken en de tijdsdruk van de afspraken maakt het voor de ouderen lastig om hun doelen kenbaar te maken bij de arts. Ouderen zien de arts ook alleen als bereikbaar voor medicatie voorschriften. “Ik praat nooit met mijn arts over mijn levensdoelen. Ik zeg, “ik kan mijn rechterarm niet bewegen”. Hij snapt wat ik bedoel. Maar we praten nooit over levensdoelen, we praten over symptomen.” “Ze hebben geen tijd voor dat. Ik heb gehoord dat als je probeert een arts een lijst van sommige dingen geeft, nou, hij zal zeggen; “nou, wat zijn u problemen vandaag?” Niet een algemeen iets, maar wat vandaag. Welke teen doet vandaag pijn?” “Ik zou willen dat de arts mij kende, maar dat is nu niet haalbaar. Je krijgt geen kans, net als een sneeuwbal in hel. Je gaat naar de arts en je bent weer weg in 10 à 15 minuten. Hij is te bereiken voor medicatie voorschriften of zoiets.” Het niet goed kennen van de arts belemmerd ouderen hun doelen kenbaar te maken. Ook merken de ouderen op dat artsen ervan uit gaan dat ze gebruik moeten maken van alle beschikbare interventiemiddelen, maar dit niet afstemmen met de patiënt. Deze interventies staan misschien de doelen van de ouderen in de weg. “Hij is snel met de medicatie, dus je kan het niet verder bespreken met de arts” De artsen hebben niet het idee dat ze naar de doelen van de patiënten hoeven te vragen omdat ze hierin niet getraind zijn. Andere vonden het niet belangrijk om de doelen expliciet te bespreken. Wel vinden artsen het handig om doelen te bespreken wanneer ze de patiënt nog niet kennen of wanneer ze in de ‘grijze zone’ zitten tijdens een gesprek. Door over mogelijke doelen te praten leren zij de patiënt beter kennen. Ook is er de tijdsdruk die te parten speelt bij de artsen, dit zorgt ervoor dat automatisch de focus ligt op de symptomen die de patiënt nu heeft dan in het algemeen. Ook gaan de artsen ervan uit dat alle ouderen dezelfde doelen hebben als zij wat betreft hun zorg. “Mijn doel voor hen is functioneren zo goed als ze kunnen in de gemeenschap, dat is waar ik altijd aan denk… Ze zeggen het nooit in directe woorden dat ze onafhankelijk willen zijn maar ik denk dat is wat ze willen.” Shared decision making (SDM) instrument – Et al Naik (9) zegt dat de ouderen verlangen naar het uitwisselen van informatie met hun arts en hun voorkeuren van zorg kenbaar willen maken. De meeste deelnemer reageren positief over het SDM-instrument en beschrijven potentiele functies van het instrument; referentie-instrument, organiseert discussie, tot overeenstemming komen, aangepaste zorg, verbeterd educatie, motivatie-instrument. “Ik denk dat het goed is om te hebben zodat (de arts) weet wat je denkt en je weet hoe hij denkt en dat zou je helpen… zodat we (de arts en patiënt) op hetzelfde spoor zitten.”
De patiënten ouder dan 80 jaar reageren wat minder positief op het shared decision making instrument. “Ik weet niet waarom we dit nodig hebben. Ik bedoel we hebben dit al 80 jaar zonder gedaan en je gaat naar de dokter en je bent afhankelijk van zijn kennis. Hij verteld jou wat je moet doen, je loopt weg en je krijgt je recept.”(9) De artsen hebben over het algemeen een positieve indruk over het SDM-instrument en zien het als een motivatie instrument voor de patiënten. Verpleegkundigen beschreven het instrument als educatief en motiverend. “Ik denk echt dat het instrument goed is voor the complexe patiënten of je probleem patiënten waar je geen stap mee vooruit komt.” Andere artsen zijn bang dat de ouderen het SDM-instrument niet begrijpen of hoeveel tijd het invullen van het SDM-instrument kost. “Ik denk dat wanneer je de patiënten het instrument aanbied sommige verbijsterd zullen zijn. Ik denk niet dat zij de gezondheidszorg in termen van patiënten doelen en preferenties zullen begrijpen.” “Hebben we in een 15 minuten gesprek de tijd om als arts dit uit te schrijven? Ik weet het niet … sommige zullen beargumenteren dat als je de tijd zou nemen om het in te vullen in je eigen tijd, de algemene kwaliteit van de zorg zou effectiever en efficiënter worden … om tijd te besparen zodat de volgende 10 visites je niet steeds dezelfde vragen over dezelfde basis problemen hoeft te stellen.”
Discussie De resultaten zeggen dat ouderen gebruik willen maken van gezamenlijke besluitvorming door middel van participatie aan hun zorgproces. Ouderen hebben doelen voor zichzelf opgesteld en willen deze kenbaar maken bij de arts als zij deze goed kennen. De ouderen worden beperkt door de zorgverlener als het gaat om gezamenlijke besluitvorming. De zorgverleners staan open voor gezamenlijke besluitvorming bij oudere patiënten maar struikelen over de facilitaire factoren zoals tijdsdruk, te weinig personeel, het management en routine. Artsen gaan ervan uit te weten wat de ouderen willen wat betreft hun zorg, zonder dit te vragen aan de ouderen zelf, hierdoor komt de zorg maar van een kant. Verpleegkundigen zien hoe het anders zou moeten maar worden beperkt door de facilitaire problemen, waardoor ouderen vastzitten aan een routine en dit accepteren. Sommige ouderen hebben geen behoefte aan gezamenlijke besluitvorming zij vinden alles best zoals het was, deze groep bestaat meestal uit 80 jaar en ouder (7,8,9,10). Er zit dus een verdeling tussen de ouderen als het gaat om de wil om deel te nemen aan het zorgproces. Ouderen willen alleen gebruik maken van gezamenlijke besluitvorming als ze de arts goed kennen zodat er meer vertrouwen is, dit komt ook naar voren in het onderzoek van et al. Ekdahl (11). Hier konden de patiënten verdeeld worden in drie groepen als het gaat om willen deelname aan de zorg; i voelde voldaan met informatie en participatie, ii wil meer informatie en participatie, iii ervoer geen participatie maar wilde dit ook niet. Et al Ekdahl (11) en et al. Légaré (12) zeggen ook dat de manier van communiceren en de tijdsdruk van de zorgverleners invloed hebben op de manier van willen deelnemen aan de zorg bij ouderen. Ook blijven de artsen nog te veel
invullen voor de patiënt zonder bevestiging aan de ouderen te vragen. Et al Mazur(13) voegt hier nog aan toe dat de artsen interventies starten omdat zij denken dat dit het beste voor de patiënt is en dat zij denken dat zij hetzelfde willen, en de ouderen accepteren dit omdat de artsen net meer weten dan zij (11,13). Beperkingen – De artikelen zouden normaal gesproken gecontroleerd moeten worden aan de hand van de Mc master checklist (14) en beoordeeld moeten worden door een tweede beoordelaar. Dit is door gebrek aan tijd niet gebeurd en beïnvloed de geloofwaardigheid/betrouwbaarheid van het artikel. Eén artikel is alleen gericht op de situatie in Ierland en beïnvloed de externe validiteit van het artikel. Ook bestaat het onderzoek uit vier onderzoeken dat erg weinig is en minder betrouwbaar. Het onderzoek zou uit meer artikelen moeten bestaan maar door de tijdsdruk is het niet gelukt om de zoektocht naar meer beschikbare artikelen door te zetten. Conclusie – Ouderen en zorgverleners willen gebruik maken van gezamenlijke besluitvorming, maar de mogelijkheid tot gezamenlijke besluitvorming wordt nog te veel beïnvloed door facilitaire factoren, met als gevolg dat de patiënten accepteren dat de arts de besluiten maakt en zij afhankelijk zijn van de verzorging. Om de besluitvorming echt daadwerkelijk gezamenlijk te laten verlopen tussen patiënt en arts moeten beide kanten gewillig zijn om bij te dragen. Verder onderzoek zou moeten uitmaken hoe de facilitaire factoren verminderd kunnen worden zodat de patiënt zijn wil/doel meer centraal komt te staan.
Database artikelen gescreend voor inclusie en exclusie
Artikelen geexcludeerd aan de hand van de abstracts
50
Figuur 1: Zoekproces
40
artikelen gescreend voor inclusie 7
Artikelen excluded gebaseerd op relevantie en doel van het onderzoek 2
Overgebleven artikelen 5
Bereidheid van patiënt en arts om doelen te bespreken
Factoren gemeenschappelijk voor deelnemers zowel voor patiënt en arts
arts -patiënt wederzijdse perceptie van desinteresse in het doel
Niet een prioriteit Vermoeden dat alle patiënten dezelfde doelen hebben
Verlangen naar SDM Acceptatie en functies van het SDM instrument Bestaande strategieën voor het vergemakkelijken van SD
Focus op symptomen
Waargenomen factoren hinderen kwaliteit zorg
Het zou zoals thuis moeten zijn
Decision-making
Beeld op kwaliteit zorg
Streven naar excellentie en verschil maken Ervaring patiënt:
De natuur van participatie Conditie patiënt
Dankbaar zijn Passen bij worstelen
Personaliteit patiënt Tijd Personeel tekorten
Sterke emoties: Organisatorische problemen
Tijd weten
Interpersoonlijke relaties
Jezelf delen acceptatie waardigheid
Samenwerking Steun
Gezamenlijke team filosofie Omgeving Activiteiten Groep leven Figuur 2: thema’s en sub thema’s van de artikelen
Agressie Aanmoediging Emotioneel werk
Auteurs, jaar, land 1. SchulmanGreen D, Naik A, Bradley E, McCorkle R, Bogardus S. (2005) USA
2. Murphy K. (2005) Ierland
3. Naik A, Schulman-Green D, McCorkle R, Bradley E, Bogardus S. (2005) USA.
Design, analyse Methodologie, diepte interviews, focus groepen.
Sample N=53 (42 patiënten waarvan 27 vrouw/11 clinici waarvan 9 vrouw) Gemiddelde leeftijd patiënten was 81 jaar.
Gemiddelde leeftijd clinici was 42 jaar. Hermeneutische N = 20 fenomenologie Verpleegkundige werkende in aan langdurige zorg omgeving in Ierland
Methodologie, diepte interviews, focus groepen.
N=53 (42 patiënten waar van 27 vrouw/11 clinici waarvan 9 vrouw) Gemiddelde leeftijd patiënten was 81 jaar.
4. Tutton E. (2004) Engeland
Focus groups, diepte interviews, actie onderzoek
Gemiddelde leeftijd clinici was 42 jaar. N = 43 (24 waren werknemers/19 waren patiënt) Leeftijd 60+, de meeste waren 75 jaar.
Tabel 1. Includeerde studies in het literatuur onderzoek.
Samenvatting van de resultaten Alle deelnemers waren bereid om de doelen te bespreken, maar varieerde in de mate waarop ze dit deden. Reden om het niet te bespreken waren dat dat doelstellingen niet een prioriteit waren gezien de korte tijd, bezoeken waren gefocust op symptomen, wederzijdse perceptie van onverschilligheid en het vermoeden dat alle patiënten hetzelfde doel hebben. Het onderzoek laat zien dat de zorg in veel praktijk gebieden niet geïndividualiseerd, patiënten keus gefocust en betrokken in decision making wat afhankelijkheid veroorzaakt. Terwijl het personeel was geïdentificeerd als een factor die een grote impact heeft op de voorziening van patiënten keuzes, andere problemen als motivatie van het personeel, de rol van de afdeling manager en de dominantie van de routine belicht. Patiënten geven aan dat zij de shared decision making instrument zouden gebruiken bij hun bezoeken aan de arts en beschreven extra functies voor het instrument. Zij zien het als een instrument die het mogelijk maakt tot een overeenkomst te komen met de behandeling, doelen en plannen.
De resultaten suggereren dat participatie een dynamisch proces is dat gelijk loopt met het werk van verpleegkundige/zorgverleners. Het proces is vastgelegd door the thema’s faciliteiten, partnerschap, begrijpen van de persoon en emotioneel werk.
Bronnenlijst 1. Ouwerns M, Burg van der S, Faber M, Weijden van der T. Shared decision making & zelfmanagement. IQ scientific Institute for quality of healthcare. Radboud university Nijmegen medical centre. 2012. 2. Krijgsman J, Bie de J, Burghouts A, Jong de J, Cath G, Gennip van L, Friele R. Ehealth, verder dan je denkt. Nictic en Nivel. Den haag. September;2012 3. Giesbers H, Verweij A, Beer de J. Vergrijzing: Wat is de huidige situatie?. Rijkinstituut voor Volkgezondheid en Milieu. Bilthoven. Maart;2014 versie 4.15 4. Hoogerduijn J, Buurman B, Rooij de S, Schuurman M. Voorkom functieverlies oudere ziekenhuispatiënt. Tijdschrift voor verpleegkundigen. 2005; p.48-53 5. Nationaal ouderen fonds. Feiten en cijfers. 2014 6. Hall S, Longhurst S, Higginson I. Challenges to conducting research with older people living in nursings homes. BMC Geriatrics. 2009;9:38 7. Schulman-Green D, Naik A, Bradley E, McCorkle R, Bogardus S. Goal setting as a shared decision making strategy among clinicians and their older patients. Patient education and counselling. 2006;63 p.145-151. 8. Murphy K. A qualitative study explaining nurses’ perceptions of quality care for older people in long-term care settings in Ireland. Journal of clinical nursing. 2007;16 p.477-485. 9. Naik A, Schulman-Green D, McCorkle R, Bradley E, Bogardus S. Will older people and their clinicians use a shared decision making instrument? Accepted for publication. 2005. 10. Tutton E. Patient participation on a ward for frail older people. Journal of advanced nursing. 2005;50 p.143-152. 11. Ekdahl A, Andersson L, Friedrichsen M. “They do what they think is the best for me.” Frail elderly patients’ preferences for participation in their care during hospitalization. Patient education and counseling. 2010;80 p.233-240. 12. Légaré F, Stacey D, Brière N, Fraser K, Desroches S, Dumont S, Sales A, Puma C, Aubé D. Healthcare providers’ intentions to engage in an interprofessional approach to shared decision-making in home care programs: A mixed methods study. Journal of interprofessional care. 2013;277 p.214-222. 13. Mazur D, Hickham D, Mazur M, Mazur M. The role of doctor’s opinion in shared decision making: what does shared decision making really mean when considering invasive medical procedures? Health expectations. 2005;8 p.97-102. 14. Letts L, Wilkins S, Law M, Stewart D, Bosch J, Westmorland M. Critical review form – Qualitative studies. McMaster University. 2007 version 2.0.