Aan de leden en duoburgerleden van de gemeenteraad van Bergen op Zoom
Uw kenmerk Uw brief Onderwerp:
Aanpak bestrijding laaggeletterdheid
llllll llllll lllll llll llllll 111111111111111111111111111111111
Ons kenmerk Beh. door Afdeling
U15-01 1478 E.M. van de Haterd Maatschappelijke Ontwikkeling , Maatschappij
Datum Doorkiesnr. Bijlage(n)
1 7 JULI 2115
0164-277118 Uitvoeringsplan Taal voor het Leven
Geachte raadsleden, Ongeveer 12% van de Nederlandse beroepsbevolking (16-65 jaar) is laaggeletterd. Laaggeletterde inwoners hebben zodanig moeite met lezen en schrijven dat zij hierdoor niet goed mee kunnen komen in onze maatschappij, waardoor sociale, politieke en culturele uitsluiting dreigt. Het percentage van 12 % laaggeletterden geldt ook voor de arbeidsmarktregio West Brabant en komt neer op 56.000 mensen. Het is een getal dat schril afsteekt tegen onze Brabantse ambitie om tot 's werelds meest innovatieve kennisregio's te behoren. De meest recente cijfers van de Stichting Lezen &Schrijven geven aan dat 14,9 % van de beroepsbevolking van Bergen op Zoom laaggeletterd is. Dit zijn 9.850 Bergenaren die problemen ondervinden bij allerlei aspecten van het dagelijks leven zoals bij boodschappen doen, veiligheidsinstructie of medicijnbijsluiter lezen, voorlezen van de kinderen en begeleiding tijdens hun schoolloopbaan, als verkeersdeelnemer, bij het vinden van werk, bij computergebruik en internetten of bij het invullen van een (digitaal) formulier. Taal is de sleutel Uit wetenschappelijk onderzoek van de Universiteit Maastricht is gebleken dat geletterde mensen zelfredzamer en sociaal actiever zijn , de economische situatie van geletterden beter is, evenals de gezondheidssituatie; zij leven langer. Investeren in taalscholing blijkt ook te zorgen dat mensen doorstromen naar andere vormen van opleiding. Taal is daarom de sleutel tot duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, bevordering van eigen kracht en zelfredzaamheid en verbetering van de mogelijkheden om deel uit te maken van een sociaal netwerk.
De laatste jaren is het percentage laaggeletterden landelijk gestegen. Dit zou mogelijk verklaard kunnen worden door de in 2013 gehalveerde Volwasseneneducatiemiddelen die gemeenten ter beschikking staan om taalcursussen in te kopen bij het Regionaal Opleidingscentrum (ROC). Aangezien het percentage laaggeletterden in Bergen op Zoom eveneens gestegen is (met 2%) en er goede resultaten geboekt worden met het door de universiteit van Maastricht onderzochte programma 'Taal voor het Leven' van de Stichting Lezen en Schrijven, zijn wij gestart met een extra investering in laagdrempelige taal (en digiTaal) cursussen . Deze 'Taal voor het Leven' cursussen vormen een opstap naar de formele ROC taalcursussen die voor laaggeletterden een wat hogere drempel hebben. Laagdrempelige taalinfrastructuur Met de methode 'Taal voor het Leven' willen we een infrastructuur creëren in Bergen op Zoom (taalhuizen) waarin we laaggeletterden beter bereiken en zij laagdrempelig kunnen instromen in taalcursussen.
Jacob Obrechtlaan 4 4611 AR Bergen op Zoom E
[email protected]
Postbus 35 4600 AA Bergen op Zoom 1 www.bergenopzoom.nl
T140164 F (0164) 24 53 56 KvK 20169091
B nv BNGrek. nr. 28.50.00.942 B IBAN: NL41BNGH 0285000942 B BIC: BNGHNL2G
De taalcursussen worden gegeven met gebruik van digitale leermiddelen door speciaal hiervoor door Stichting Lezen & Schrijven opgeleide vrijwilligers onder leiding van een lokale taalpuntcoördinator (bibliotheek). Om de doelgroep te bereiken wordt een taalnetwerk gevormd met de instellingen waarvan we weten dat zij de betreffende doelgroep onder hun clientèle hebben. Bij deze instellingen worden loketmedewerkers getraind om laaggeletterdheid te signaleren en wordt een korte 'check' (taalmeter) ingezet. Onder regie van de gemeente organiseert het lokale taalnetwerk laagdrempelige wervingsactiviteiten waarbij ex-laaggeletterden worden ingezet als taalambassadeurs. Daarnaast worden door het taalnetwerk de taalhuizen opgericht en de resultaten van de cursisten gemonitord. Wij hopen hiermee over twee jaar te kunnen berichten dat we het tij hebben gekeerd en het percentage laaggeletterden in onze gemeente dalend is.
Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom ,
r
TEL MEE MET TAAL
GEMEENTE BERGE OP ZOOM
0
Woord Vooraf Laaggeletterd heid betekent dat iemand onvoldoende kan lezen, schrijven of rekenen om effectief te handelen in persoonlijke en maatschappelijke situaties en in situaties van studie en werk. Uit de publicatie Feiten &cijfers geletterdheid, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek van de Universiteit Maastricht*, blijkt dat: 1. Een betere taalbeheersing ervoor zorgt dat mensen zelfredzamer, sociaal actiever en gelukkiger zijn en zo een betere plek in de samenleving krijgen. 2. Een betere taalbeheersing leidt tot een betere economische situatie: betere arbeidsmarkt positie en beter functioneren van de werknemers. 3. De gezondheidssituatie van geletterden in een aantal opzichten beter is; zij ontwikkelen gezondheidsvaardigheden en ervaren minder snel problemen en leven langer. 4. Investeren in taalscholing ervoor zorgt dat mensen doorstromen naar andere vormen van opleiding. Zij werken zo structureel aan het bereiken en behouden van hun status als geletterde. 5. Aandacht voor lezen en schrijven op jonge leeftijd laaggeletterdheid tegen gaat. 6. Deelname aan taaltrajecten tot een betere taalbeheersing leidt, de meeste deelnemers aan taaltrajecten beschikken over verbeterde schrijf- spreek- en luistervaardigheden.
Taal is de sleutel Bovenstaande resultaten geven weer dat taal de sleutel tot maatschappelijke participatie is. Het opent deuren voor laaggeletterden en analfabeten die voorheen gesloten waren en biedt nieuw perspectief. Vandaar dat gemeente Bergen op Zoom investeert in volwasseneneducatie en deze investering wil uitbreiden met Taal voor het Leven.
1
1 http://www.maastrichtuniversity.nl/web/Main/Sitewide/Content/EVALUATIEPROGRAMMATAALVOORHETLEVEN. htm
Inhoudsopgave Woord Vooraf
1
Inhoudsopgave
2
Inleiding
3
1.1.
Taal voor het leven West Brabant
3
1.2.
Taal voor het leven Bergen op Zoom
4
2 Doelstelling
4
3 Doelgroep
5
4 Aanpak
6
4.1.
Uitgangspunten aanpak
6
4.2.
Onderliggende methode
6
4.3.
Planning activiteiten
7
5. Welke partners worden betrokken
7
6 Projectorganisatie
9
7 Financiën
10
8 Communicatie
10
9 Monitoring en nazorg
10
10 Risico's
11
2
1 Inleiding In Nederland hebben 1,5 miljoen mensen problemen met lezen en schrijven; 1,1 miljoen hiervan maken deel uit van de beroepsbevolking. Laaggeletterden hebben moeite met lezen en schrijven en ondervinden hierdoor problemen om volwaardig mee te kunnen doen in de samenleving. Sociale, politieke en culturele uitsluiting kan het gevolg zijn, daarom wordt laaggeletterdheid ook wel functioneel analfabetisme genoemd. Met de aanpak door de Rijksoverheid is er maatschappelijke aandacht voor gegenereerd. Er is meer inzicht gekomen in de omvang van het probleem, het onderwerp is beter bespreekbaar en er is een infrastructuur ontstaan van overheden met onderwijsaanbieders, sociale partners, bibliotheken, welzijns- en gezondheidsorganisaties. Maar omdat het qua samenstelling een dynamische groep betreft, bestaande uit jongeren en ouderen zowel allochtoon als autochtoon, lichtverstandelijk gehandicapten en kansarmen is aandacht voor laaggeletterd heid blijvend nodig. Het nieuwe actieplan 'Tel mee met taal' (vervolg op actieplan laaggeletterdheid 2012-2015) zet daarom breed in met drie betrokken ministeries (OCW, WVS, SZW) en vraagt om inzet van iedereen; inwoners zelf, werkgevers, maatschappelijke organisaties en gemeenten. Tel mee met Taal wordt uitgevoerd door Stichting Lezen & Schrijven die de regio's en gemeenten (via een rijkssubsidie) zal ondersteunen in hun regionale en lokale aanpak. In 'Tel mee met Taal' worden 2 hoofddoelstellingen geformuleerd: 1. In de periode 2016-2018 verbeteren tenminste 45.000 Nederlanders hun taalbeheersing zodanig dat zij aantoonbaar beter scoren op taalbeheersing en maatschappelijke participatie, waaronder arbeidsdeelname. 2. In 2018 worden in totaal 1 miljoen jonge kinderen tot en met de basisschoolleeftijd bereikt met leesbevorderingsactiviteiten, zodat hun taalvaardigheid en leesplezier toenemen . Deze hoofddoelstellingen wil men bereiken door landelijke ondersteuning in de domeinen gezin, arbeidsmarkt en gezondheid. De aanpak zal uitgewerkt worden in de volgende actielijnen: 1. Lokale netwerkaanpak- uitrol Taal voor het Leven aanpak over Nederland. 2. Taalakkoorden - in alle (arbeidsmarkt)regio's wordt een Taalakkoord met werkgevers en andere partners gesloten. 3. Leesbevordering - voortzetting Actieplan Kunst van Lezen en landelijke uitrol 4. Experimenten - een viertal experimenten wordt hier beschreven rond kind-ouder-school, vrouwen en ouderen 5. Kennis en communicatie - landelijke ondersteuning door kennisopbouw en -deling, opzetten landelijk taalnetwerk en het voeren van communicatiecampagnes (Stichting lezen & Schrijven). Voor het plan, dat een looptijd heeft van drie jaar (2016-2018) zijn de drie ministeries van plan gezamenlijk op
jaarbasis 18 miljoen euro te investeren. In deze notitie richten wij ons op de uitrol van Taal voor het leven binnen West Brabant en meer specifiek binnen de gemeente Bergen op Zoom.
Taal voor het leven 'Taal voor het leven' is een evidence based programma van de Stichting Lezen en Schrijven waarbij de gemeente verantwoordelijk is voor de aanpak en de regie heeft. Met dit programma worden laaggeletterden via sociale diensten, de diverse lokale instellingen en netwerken bereikt om hen te helpen naar een hoger lees -en schrijfniveau met cursussen Nederlandse taal "56.000 Jaaggeletterden die door getrainde vrijwillige taalcoaches worden gegeven. De resultaten worden gemeten en vastgelegd zodat effecten duidelijk worden en overdraagbaarheid binnen de arbeidsmarktregio West mogelijk is. Brabant is een getal wat schril afsteekt bij de 1.1. Taal voor het leven West Brabant Brabantse ambitie om tot 's werelds meest Ongeveer 12% van de Nederlandse beroepsbevolking (16-65 jaar) is innovatieve kennisregio's laaggeletterd. Dit percentage geldt ook voor de arbeidsmarktregio West Brabant te gaan behoren." en komt neer op 56.000 mensen. Het is een getal dat schril afsteekt tegen de Brabantse ambitie om tot 's werelds meest innovatieve kennisregio's te gaan
3
behoren. Dertien gemeenten in West Brabant, waaronder Bergen op Zoom, hebben dan ook de handen ineen geslagen met de bibliotheek Breda, bibliotheek Markiezaat (BoZ) en bibliotheek VANnU (Roosendaal), de WVSgroep, UWV Werkbedrijf, het ROC, Cubiss, Lionsclub, Stichting Expertisecentrum ETV.NL en de ATEA groep om tot een brede gezamenlijke inspanning en investering in laaggeletterden te komen met de landelijke aanpak 'Taal voor het leven' die in onze regio met een regiocoördinator wordt ondersteund door de Stichting Lezen & Schrijven. Het streven van de dertien gemeenten is om wat meer terug te trekken zodra er een stevig netwerk van vrijwillige taalcoaches en taalambassadeurs is ontstaan en signalering en toeleiding is ingebed. De gemeenten blijven wel monitoren of de aanpak werkt en in minder intensieve vorm betrokken.
1.2. Taal voor het leven Bergen op Zoom Uit de meest recente cijfers van Stichting Lezen & Schrijven blijkt dat 14,9 % van de beroepsbevolking (16-65 jaar) van Bergen op Zoom laaggeletterd is. Dit is boven het landelijk gemiddelde (12%) en boven het gemiddelde van de arbeidsmarktregio West Brabant. Dit komt neer op 9.850 Bergenaren die problemen ondervinden bij allerlei aspecten van het dagelijks leven: op het werk (of bij vinden van werk) , bij boodschappen doen, internetten, bezoek aan de dokter/ziekenhuis, begeleiden van kind tijdens de schoolloopbaan, bij een opleiding, formulier invullen etc. Onze gemeente wil laaggeletterdheid daarom breed ~ Visie Bergen op Zoom; terugdringen. Door te participeren in het project 'Taal voor het leven ' met de ISO, maar ook door aansluiting te zoeken "Geletterdheid vormt de bij allerlei andere instanties die met laaggeletterdheid te 1 maken hebben en bewustzijnsbijeenkomsten te organiseren basis voor participatie." met woningbouwverenigingen, ziekenhuis, banken, seniorenorganisaties, migrantenorganisaties, onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzalen (om via de kinderen ouders te bereiken) om het belang van het aanpakken van laaggeletterdheid stevig te verankeren in onze Bergse samenleving (missie). Onze visie luidt; "Geletterdheid vormt de basis voor participatie." Taal is de sleutel tot duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, bevordering van eigen kracht en zelfredzaamheid en verbetering van de mogelijkheden om deel uit te maken van een sociaal netwerk." De aanpak en methode 'Taal voor het leven' is het instrument wat we in Bergen op Zoom gebruiken om laaggeletterden te bereiken en een infrastructuur te creeëren (taalhuizen) waarin laaggeletterden gemakkelijker instromen in taalcursussen . Het programma wordt uitgevoerd door speciaal hiervoor door Stichting lezen & Schrijven opgeleide vrijwilligers onder leiding van een lokale taalpuntcoördinator. 6 TREDEN PARTICIPATIELADDER De taalpuntcoördinatie wordt in onze gemeente belegd bij de bibliotheek. Zij richten eveneens een Betaald welt< taalhuis/taalcafé in, en zullen andere instellingen aanmoedigen hetzelfde te doen zodat een breed Betaald werk met aanbod ontstaat van laagdrempelige Nederlandse ondersteuning taalcursussen door getrainde vrijwilligers. Onbetaald werk
2 Doelstelling
Deelname georganiseerde
De doelstelling is de realisering van een adequaat educatief aanbod basisvaardigheden (taal, digitale vaardigheden) om het aantal laaggeletterde volwassenen in Bergen op Zoom blijvend terug te dringen. Voor de laaggeletterden zelf is het doel om een of meer stappen op de participatieladder te kunnen zetten, al zal niet voor iedereen trede 5 in het verschiet liggen.
activiteiten
Sociale contacten buitenshuis
Geîsoleerd
4
3 De doelgroep In verband met de brede aanpak behoren alle laaggeletterde volwassenen in Bergen op Zoom tot de doelgroep. We volgen een doelgroepenbeleid omdat dit duidelijk maakt waar we deelnemers kunnen vinden aangezien signalering van de doelgroepen en vervolgens de juiste ingang vinden om ze te verleiden een opleiding te gaan volgen, de kern van de laaggeletterdheidsaanpak vormt (en tevens de hoogste moeilijkheidsgraad heeft). Iedere doelgroep vraagt om een eigen wervingsactiviteit en een eigen ontwikkel- en opleidingsbehoefte.
Doelgroep Jong volwassenen (zonder startkwalificatie)
Bijzonderheden Jonge laaggeletterden worden naar onderwijs toegeleid om hen in een zo vroeg stadium te kunnen helpen bij hun taalontwikkeling en zo beter toe te rusten voor de eisen die de arbeidsmarkt aan hen stelt en om hen een betere toekomst met een plaats in de samenleving te kunnen bieden.
Ouders van jonge kinderen
Met de aanpak op de basisscholen in Bergen op Zoom worden ouders gestimuleerd mee te doen aan thuistaalprogramma's om de eigen taalvaardigheid te vergroten zodat zij hun kinderen beter kunnen stimuleren en begeleiden bij de schoolloopbaan. Jeugdgezondheidszorg en voor- en vroegschoolse educatie spelen door signalering een belangrijke rol om ouders te betrekken bij de aanpak. De methode is een gezinsaanpak, speciaal voor ouders met kinderen tussen 2-12 jaar. Ook op de werkvloer is er aandacht voor het probleem van laaggeletterden, immers vroeg of laat loopt iemand tegen het probleem aan dat hij/zij niet meer goed mee kan komen op het werk omdat instructies, nieuwsbrieven e.d. niet gelezen kunnen worden, laat staan dat er sprake kan zijn van een aan het werk gerelateerde cursus. Ongeveer de helft van de laaggeletterden heeft geen betaald werk. Een deel van deze groep ondervangen we al in de doelgroep jonge volwassenen en ouders van jonge kinderen . Blijft over de groep die qua leeftijd nog in aanmerking komt voor een plaats op de arbeidsmarkt en een groep ouderen boven de pensioengerechtigde leeftijd. Nieuwkomers in Bergen op Zoom hebben veelal een inburgeringstraject afgerond maar zijn daarmee niet allemaal geletterd.
Volwassenen met werk
Volwassenen zonder werk
Allochtonen
Licht verstandelijk Gehandicapten
Deze groep vergt een speciale aanpak in samenwerking met (speciaal) onderwijs en zorgorganisaties bijvoorbeeld MEE.
5
Werving via - Sportverenigingen - Jeugd- en buurtcentra - Welzijnsorganisaties - Jeugdhulpverlening - ROC - Praktijkonderwijs - RMC/jongerenloket - Werkgevers - Consultatiebureaus - Kinderdagverblijven - Peuterspeelzalen - Scholen voor primair - Onderwijs - Werkgevers - Maatschappelijk werk - Sportverenigingen
- Werkgevers - (sport)verenigingen - Vrijwilligersorganisaties
-
Maatschappelijke organisaties
-
UWV Sociale dienst (sport)verenigingen Maatschappelijke organisaties Onderwijs
-
Gemeente Onderwijs Maatschappelijke Organisaties Welzijnsorganisaties (speciaal) onderwijs Zorginstellingen
4 De aanpak Interne samenwerkingspartners Het doelgroepenbeleid is gericht op de samenwerking met de juiste partners binnen en buiten de gemeente en de diverse leefgebieden waarbinnen laaggeletterden tegen problemen aanlopen. Dit is nodig om directe ingangen te vinden en aansluiting bij de doelgroep. Daarom wordt samenwerking gezocht bij de totstandkoming en uitvoering van het beleid bij de ISO, WMO, onderwijs, welzijn, Voor- en vroegschoolse educatie, het voorkomen van voortijdig schoolverlaten en het Centrum voor Jeugd en Gezin.
4.1. Uitgangspunten aanpak ~ ~ ~
~ ~ ~
De kracht van de Bergse bevolking benutten om de doelgroep te ondersteunen. Er worden zoveel mogelijk vrijwilligers ingezet die daarbij professionele ondersteuning krijgen om hun werk goed te doen. De kracht van de samenwerking tussen diverse organisaties, buurgemeenten en de interne organisatie benutten om met minder financiële middelen meer te bereiken. De kracht van de bibliotheek benutten als een open, laagdrempelige en veilige leeromgeving voor 'een leven lang leren.' De kracht van moderne digitale leermiddelen voor zelfstandig gebruik benutten, evenals de extra ingang die dit biedt richting de doelgroep. De kracht van de verbinding tussen het formele aanbod van het ROC en het non-formele aanbod van de bibliotheek en het V.1.V. gebruiken. De kracht van ambassadeurs gebruiken; mensen die zelf inmiddels de taal beter beheersen en hebben leren lezen en schrijven. Zij zijn vanuit hun eigen ervaring goed in staat om laaggeletterden te begrijpen en weten welke middelen/methodes helpen om mensen te laten deelnemen.
Laaggeletterdheid wordt een vast onderdeel van maatschappelijke participatie, en krijgt een duidelijke plek binnen de gemeente: • We zorgen voor draagvlak, bij maatschappelijke organisaties en werkgevers • We zoeken particulier initiatief voor cofinanciering • We maken gebruik van combinatietrajecten waar dat kan: bijvoorbeeld taal als onderdeel van integratietrajecten, zodat de focus niet alleen ligt op het begeleiden naar werk maar breder • We maken met formele educatieaanbieders prestatieafspraken (voor taalvervolgcursussen) • We weten hoe we de doelgroepen kunnen bereiken en welke acties en communicatiemiddelen we hiervoor kunnen inzetten. • We trainen de vrijwilligers, ISO consulenten, woningbouwmedewerkers etc. hoe zij laaggeletterdheid kunnen signaleren en mensen kunnen verlokken een taalcursus te volgen. •
We zetten de Taalmeter in voor ISO cliënten zodat laaggeletterdheid kan worden opgespoord .
4.2. Onderliggende methode We gaan aan de slag met de 7 pijlers uit de aanpak 'Taalkracht voor gemeenten' van de Stichting Lezen & Schrijven. 1. Taboe doorbreken 2. Begrijpelijk communiceren 3. Lezen bevorderen 4. Taalachterstanden aanpakken 5. Werkloosheid terugdringen 6. Bedrijven betrekken 7. Wet- en regelgeving benutten
6
4.3.
Planning activiteiten
Planning 2015 Acties · - ·
··
- - -· --- -- - -- -
Draagvlak/bewustwordingsbijeenkomsten
Aanstelling regiocoördinator rïkssubsidie Aanstellin emeentelïk pro'ectleider Start taalpuntcoördinator Vorming Taalnetwerk BoZ Afspraken met educatieaanbieders voor taalvervol cursussen Wervin vrïwilli e taalcoaches 0 stellen (re ionale Taalkaart · Taallunch met samenwerkingspartners 'week van het leren' Start taalpunt/taalcafe in bibliotheek en Stichtin Samen Werken monitorin Start thuistaalprogramma's WE voor ouders van euters en kleuters Inzet ambassadeurs (ex laaggeletterden)
Plannin -
Opmerkin en
Juli en september 2015
In jan. al één geweest specifiek gericht op digibetisme. Vervolg in 'week van het leren' 8 sept. Kwartiermaker voor 1,5 jaar vanuit Stichting Lezen &Schrijven gemeente bibliotheek Bibliotheek/gemeente ROC, VIV, Bibliotheek
Per 1 september 2015 Per 1 juli 2015 Per15juni2015 Per 9 sep 2015 Sep tot dec 2015 Juni t/m dec 2015 Juni tlm sep 2015 9 sep 1jan2016 Eerste kwartaal 2016 Vanaf september 2015
Vooronderzoek Taalmeter bij ISO
Sep-nov 2015
Trainin ISO consulenten lnvoerin Taalmeter bï ISO
December 2015 Per 1-1-2016
Bibliotheek Bibliotheek Kennismaking regiocoordinator Toeleidingsafspraken/voorleesactiviteit Aantal ochtenden per week . Relatie VIV leggen Uit OAB middelen. Programma wordt gemonitord. Stichting lezen en schrijven/bibliotheek Presentatie in ISO team. Aantallen laaggeletterde cliënten worden bijgehouden
5 Welke externe partners worden betrokken? Naast de hierboven genoemde interne samenwerking met diverse beleidsterreinen, worden ook externe partners betrokken bij het beleid i.v.m. voorlichting, signalering en toeleiding naar cursussen. Sommige partners zijn ook nodig voor de uitvoering en monitoring van het beleid. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11 . 12.
Werkgevers, als vindplaats en als werkervaringsplaats Onderwijs (alle niveaus), als vindplaats voor ouders en voor educatietrajecten bij het ROC Vrijwilligerswerk, voor werving (VJP.) Bibliotheek, voor informatie en leerbevordering/educatietrajecten Woningbouwvereniging Maatschappelijke organisaties (o.aVl.V.) Welzijnsorganisaties UWV/RpA Ouderenwerk {SWO/BAS) GGD/Ziekenhuis Huisartsen, cliëntenraden (Sport)verenigingen
7
o
Vanuit de gemeente en serviceorganisaties worden werkgevers benaderd: niet alleen om deelnemers een kans te geven werkervaring op te doen maar ook juist om deelnemers aan te leveren zodat hun kans op doorstroming binnen het bedrijf wordt vergroot.
o
Basisscholen en de voorschoolse instellingen (peuterspeelzaal en kinderopvang) zijn belangrijke partners met betrekking tot het signaleren; niet alleen voor kinderen maar juist ook voor de ouders. Het onderwijs is dus ook een partner in de vorm van vindplaats. Door ouders meer bij de school te betrekken kunnen zij laagdrempelig toegeleid ·'Kinderen uit gezinnen waar veel wordt worden naar ondersteuning bij hun eigen gelezen, scoren beter in hun gehele taalontwikkeling . Daar hebben hun kinderen weer schoolloopbaan (Natten, 2011) profijt van en daarmee sluiten we aan bij de in januari 2016 te starten WE ouderprogramma's vanuit het onderwijsachterstandenbeleid.
o
Voor de scholing van laaggeletterden wordt er nauw samengewerkt met het Regionale Opleidingscentrum (ROC), hier worden o.a. de cursussen Nederlands gegeven waarvoor gemeenten rijksmiddelen Volwassseneneducatie ontvangen.
o
Via welzijns- en vrijwilligersorganisaties dragen we zorg voor werving van vrijwilligers die als taalcoaches aan de slag kunnen gaan. Mensen die al een taalcursus succesvol hebben afgerond wordt gevraagd als ambassadeur potentiële deelnemers te enthousiasmeren. Vrijwilligers zijn inmiddels gestart met het begeleiden van medeburgers (bibliotheek).
o
De bibliotheek zorgt voor laagdrempelig beschikbare informatie en leesbevordering in de vorm van een '(Digi)Taalhuis' en zij werven de vrijwilligers om klik & tikcursussen en cursussen digisterker te organiseren. Computergebruik is een mooie ingang om laaggeletterden te signaleren en enthousiast te maken voor een vervolg in de vorm van een (computer) taalcursus en E-learning .
o
Woningbouwvereniging Stadlander heeft zelf al een onderzoek gedaan onder haar cliëntele, waaruit blijkt dat een aanzienlijk deel van hun bestand tot de doelgroep behoort.
o
Een deel van bovenstaande organisaties wordt niet direct betrokken maar geïnformeerd via voorlichtingsmateriaal zodat zij op de hoogte zijn van de mogelijkheden binnen de gemeente Bergen op Zoom om laaggeletterdheid aan te pakken. Zo hebben zij een signaleringsfunctie naar hun leden en/of naar vrijwilligers- en welzijnsorganisaties.
8
6 Projectorganisatie
REGIONAAL: TAAL VOOR HET LEVEN WEST BRABANT Convenant Bestrijding Laaggeletterdheid
Breda Taal
--
TAAL NETWERK MARKIEZAAT BoZ - Verwijzen , verbinden , samen ontwikkelen en monitoren - Oprichting Taalhuizen en organisatie laagdrempelige activiteiten
TAALNETWERK
VANnU
Taalhuizen Bergen op Zoom Taalhuis Bibliotheek Halsteren Taalhuis Stichting Samenwerken Taalhuis V.l.V. allochtone vrouwen
Taalnetwerk Markiezaat Bol Kiekie Peijs bibliotheek Markiezaat (coördinatie) Esther van de Haterd gemeente Bergen op Zoom Marrit Scheffer: Inburgering/vluchtelingenwerk Heleen Haringman: ISO Brabantse wal Arthur Cavadino Stadlander Mw. Bayrak V.l.V. Henk van Oordt Lions Martien Franken BAS Hans De Rooy SWO Peter Derks Vraagwijzer Liesbeth van Kerkhof EBC Taleninstituut Stichting Samenwerken, MEE, WVS, Humanitas, TraverseNoorleesexpress In samenspraak met het taalnetwerk voert bibliotheek Markiezaat de volgende rol uit o Projectleiding. coördinatie en administratie O De beschikbaarstelling van accommodatie (cursusruimte, collectie en computerplekken) oDe ontwikkeling en uitvoering van het cursusaanbod oDe ontwikkeling en uitvoering van het activiteitenprogramma (o.a. werving en toeleiding) O Het werven , aansturen en begeleiden van vrijwilligers o Voorlichting, informatie en advies aan doelgroep, vrijwilligers en intermediairs oVerantwoording , monitoring en evaluatie o Netwerkonderhoud en uitbreiding Taalnetwerk
9
7 Financiën De gemeente ontvangt jaarlijks rijksmiddelen voor volwasseneneducatie. 90% van deze middelen gaat naar de formele educatie (ROG). 10% kan vanaf 2015 ingezet worden voor informele educatie. Voor 2015/2016 zullen deze middelen worden bestemd voor de bibliotheek t.b.v. de aanpak 'Taal voor het Leven. Vanaf sep 2015 is€ 8.000 beschikbaar voor Bergen op Zoom. Over 2016 € 24.000. Stichting Lezen & Schrijven zorgt voor training van vrijwillige taalcoaches (kosteloos voor gemeenten) . Ouderbetrokkenheidsprogramma's binnen de voorschoolse instellingen en het basisonderwijs kunnen worden gefinancierd uit de WE (voor- en vroegschoolse educatie)middelen.
8 Communicatie Om het taboe te doorbreken is voorlichting nodig, niet alleen aan inwoners en laaggeletterden zelf, maar ook aan medewerkers van woningbouwverenigingen, bibliotheek, ziekenhuis etc. Tevens dient aandacht voor laaggeletterdheid onderdeel te worden van cursussen voor loketmedewerkers. Voor alle betrokken partijen is het van belang dat zij worden geïnformeerd over het beleid en de plannen van de gemeente met betrekking tot de aanpak van laaggeletterdheid. Met name voor de laaggeletterden zelf moet een duidelijke en begrijpelijke publiekscampagnes worden gevoerd. Informatie over en aanmelding voor educatie moet veilig kunnen gebeuren, dichtbij huis. Het aanbod moet vraaggericht en makkelijk toegankelijk zijn en ook zo dicht mogelijk bij huis gegeven worden , op een manier die aansluit bij de doelgroep. Het voorlichtingsmateriaal en de gemeentelijke formulieren moeten in begrijpelijke taal zijn opgesteld, aangepast op mensen die moeite hebben met lezen.
Uitgangspunten promotieactiviteiten/materialen - We gebruiken de eigen publieksmiddelen t.b.v. voorlichting (dus kijken naar communicatiemiddelen in het licht van laaggeletterdheid, vereenvoudigen van formulieren e.d.). Inzet van vrijwilligers bij promotieactiviteiten. Zorgen voor voorlichting die eenvoudig begrijpbaar en bereikbaar is. We kunnen gebruik maken van E-learning voor baliemedewerkers via Stichting Lezen & Schrijven 'Aan de slag voor gemeenten '. Taalambassadeurs worden ingezet als rolmodel vanuit hun eigen ervaring . Laagdrempelige activiteiten worden georganiseerd (bijvoorbeeld in buurthuizen, ouderavonden, koffieochtenden etc.). Informatie en activiteiten specifiek op de doelgroep richten. Gebruik maken van reeds ontwikkelde materialen en activiteiten die bewezen hebben effectief te zijn. Ook bij de communicatie kunnen we gebruik maken van de kennis en materialen van de Stichting Lezen & Schrijven. Landelijk gebruikte materialen zijn o.a. de Taalkaart en de Taalmeter. Deze worden ook in onze gemeente ingezet. We laten ons bij PR activiteiten ondersteunen door mensen die hiermee regionaal of landelijk al ervaring hebben zodat we gebruik kunnen maken van hun kennis en ervaring.
9 Monitoring en nazorg Omdat de groepen in omvang en samenstelling wisselen is het zaak de groepen te monitoren. Waar vinden we potentiële deelnemers en om hoeveel mensen gaat het. Voortdurend contact met vindplaatsen is hiervoor nodig. Deze monitor wordt vanuit het Taalnetwerk opgezet. Hoe worden de potentiële deelnemers geïnformeerd over de mogelijkheden om (beter) te leren lezen en schrijven en welke activiteiten en materialen helpen daarbij ? Dit moeten we in kaart brengen zodat duidelijk wordt welke activiteiten en materialen het meest effectief zijn. Zo dragen we zorg voor borging van de aanpak voor de toekomst. 10
Tevens willen we weten of de aangemelde deelnemers de cursus/opleiding ook daadwerkelijk hebben gevolgd en met welk resultaat. Hierbij komen de prestatieafspraken met de aanbieders om de hoek kijken. Kunnen mensen daadwerkelijk een stap maken op de participatieladder? Vervolgens zouden we ervoor moeten zorgen dat deelnemers in staat worden gesteld om hun taal- en schrijfvaardigheid op peil te houden, zeker als zij geen betaald werk hebben. Bij alle inzet in het voorkomen van laaggeletterdheid spelen vrijwilligers een belangrijke rol. Met name ook in het natraject; beschikbare financiële middelen zullen immers veelal ingezet moeten worden voor de educatie zelf. We dragen zorg voor een netwerk van vrijwilligers die deze nazorg verlenen .
10 Risico's Met welke risico's/knelpunten kunnen we te maken krijgen rond de aanpak van laaggeletterdheid?
1. Financiële middelen om de ingezette aanpak uit te breiden of te continueren ontbreken. Financiële aanvulling zoeken vanuit andere budgetten dan alleen de Volwasseneneducatie. 2. Doelgroepen worden onvoldoende gevonden. Extra inzet dient vanuit het taalnetwerk plaats te vinden om binnen de eigen instellingen de doelgroep te verleiden. Extra inzet communicatiemiddelen en ambassadeurs. 3. Onvoldoende communicatie/samenwerking tussen betrokken partijen. Frequentie van overleg opvoeren of subgroepen creëren als de groep te groot is
11