INFORMATIEBRIEF M32 Zaaknummer: Documentnummer: Onderwerp: Vergadering B&W: Raadsvergadering: Portefeuillehouder: Ambtenaar: Telefoonnummer: Mailadres:
Z-15-27187 VB/Raad/15/00115 Voortgang Wmo 2015 en Jeugdhulp eerste kwartaal 2015 28 juli 2015 17 september 2015 Wethouder J.G.M. Thijssen E.L. Beltman 024 3013583
[email protected]
Aan de gemeenteraad, Middels deze brief wordt u gevraagd kennis te nemen van de voortgang Wmo 2015 en Jeugdhulp eerste kwartaal 2015. Inleiding Sinds 01-01-2015 zijn de Wmo 2015 en de Jeugdwet van kracht. Met deze raadsinformatiebrief informeren wij u over het verloop hiervan in de regio Nijmegen en specifieker de gemeente Groesbeek in het eerste kwartaal van 2015. Geconcludeerd kan worden, dat de overname van de zorgtaken in de regio Nijmegen niet zonder slag of stoot is verlopen, maar dat er desondanks wel zorg gedragen is voor de zorgcontinuïteit van cliënten. Er is nog een lange weg te gaan, maar er is een goede basis gelegd voor de beoogde innovatie. Samen met aanbieders is er zowel ambtelijk als bestuurlijk veel tijd en energie gestoken in het verzamelen van gegevens over de productie in het eerste kwartaal 2015. Geconstateerd is dat het gebruik van het daarvoor landelijk ingerichte systeem van berichtenverkeer, in (vrijwel) alle Nederlandse gemeenten, door allerlei oorzaken nog in opbouw is. Daardoor zijn de gegevens nog onvoldoende volledig en betrouwbaar om tot een adequate bestuurlijke rapportage te komen voor dit moment. In het eerste deel van deze brief geven we een kwalitatieve beschrijving op de verschillende onderdelen van Jeugdwet en de Wmo 2015. In het tweede deel van deze brief gaan we dieper in op het proces van gegevensverzameling in de afgelopen en komende periode. Voortgang Sociale teams in Groesbeek In Groesbeek hebben we vier Sociale teams. De eerste maanden van 2015 hebben vooral in het teken gestaan van het houden van de keukentafelgesprekken, het borgen van de zorgcontinuïteit, het inregelen van werkprocessen, het opbouwen van samenwerking en vertrouwen tussen de verschillende organisaties en scholing. Dit proces is nog niet afgerond. Ook de komende maanden gaat hier nog veel tijd en energie in zitten. In 2016 gaan de teams meer aan de slag met het borgen van de beleidsmatige uitgangspunten van de transformatie. Het gaat hierbij onder andere om: de ontkokering van de zorg, volgens het principe: één gezin, één plan, één regisseur en het vergroten van de zelfredzaamheid van onze inwoners en preventie. Zie ook de bijlage voor meer informatie. (Deze bijlage wordt in een nazending aan het college verzonden (24-07). Voorstel is om deze uitgebreide informatie als bijlage bij deze brief te voegen.) Inloopvoorzieningen en dagbesteding ouderen in Groesbeek Op 2 juli jongstleden heeft uw raad richting gegeven aan de ontwikkeling van de basisdagbesteding. Deze richting betekent dat de basisdagbesteding voor ouderen op een aantal plaatsen vanaf 1 juli 2015 wordt aangeboden als een algemene voorziening. Daarnaast worden er acties in gang gezet om te komen tot inloop- en ontmoetingspunten in alle kernen van de gemeente.
Zaaknummer: Documentnummer:
Z-15-27187 VB/Raad/15/00115
Pagina 1 van 5 VB/Raad/15/00115
Stichting Welzijn Groesbeek heeft in de Kloostertuin inmiddels een start gemaakt met inloop voor mensen uit de omgeving. In Berg en Dal blijkt nu ook al veel behoefte te bestaan aan een inloopvoorziening. Er wordt momenteel dan ook naarstig gezocht naar een geschikte ruimte. Voor inloopvoorzieningen GGZ (geestelijke gezondheidszorg) worden er gesprekken met RIBW en Ixta Noa gevoerd. Deze inloop wordt, zoals ook onder de AWBZ het geval was, aangeboden als algemene voorziening. RIBW en Ixta Noa werken aan een netwerk van inloopvoorzieningen op locatie in de gehele regio en één gezamenlijke centrale inloopvoorziening. Voor Groesbeek betekent dit dat er twee inloopvoorzieningen GGZ binnen de gemeentegrenzen gerealiseerd worden. RIBW en Ixta Noa sluiten hierbij aan bij de ontwikkelingen rondom inloop en dagbesteding voor ouderen en initiatieven van buurtbewoners. Het afgelopen half jaar hebben de partijen gewerkt aan gezamenlijke visievorming. Er wordt een uitvoeringsplan opgesteld én worden de contacten gelegd met reeds actieve organisaties binnen de gemeente Groesbeek op het gebied van zorg en welzijn en initiatieven van (buurt-)bewoners. In de 2e helft van 2015 moet concreet invulling worden gegeven aan het plan, zodat met ingang van 1 januari 2016 de lokale voorzieningen zijn gerealiseerd. Ambulante teams Wmo en Jeugdhulp in Groesbeek De Combinatie, de zorgorganisaties die zich verenigd hebben, voeren gezamenlijk Wmo- en jeugdzorgtaken uit in alle gemeenten van de regio Nijmegen. De 18 zorgpartijen bieden samen het zorgaanbod voor ambulante en specialistische begeleiding en dagbesteding voor jeugd en volwassenen en jeugdzorg. Deze zorgaanbieders werken per gemeente aan het opzetten van een intersectoraal ambulant team voor ambulante Wmo- en Jeugdhulp. In Groesbeek is er één ambulant team opgericht. De Combinatie heeft hiervoor een kwartiermaker aangesteld. Deze is in december/januari gestart met voorbereidende werkzaamheden. Het ambulant team Groesbeek is tot nu toe hoofdzakelijk een multidisciplinair team van mensen die elke twee weken bij elkaar komen om casuïstiek te bespreken. Dit team is direct en te allen tijde benaderbaar voor alle medewerkers van het sociaal team in Groesbeek voor met name consultatie & advies. Zij vormen een schil van kennis om de Sociale teams van groesbeek. Toeleiding naar zorg is ook mogelijk via het ambulante team, zij zijn vaak ook al betrokken bij de casuïstiek. De procesregisseur van Groesbeek bespreekt met de Kwartiermaker over verdere ontwikkeling van de verbinding tussen de sociale teams en ambulante teams. Zware en residentiële Jeugdhulp in de regio Nijmegen Ook bij de zware en residentiele jeugdhulp is het bieden van zorgcontinuïteit onze eerste prioriteit. In het eerste kwartaal 2015 zien we dat het beroep op (boven)regionale jeugdhulp met verblijf (Blok C) relatief groot is, maar ook dat er qua bezetting sprake is een divers beeld bij de verschillende voorzieningen. Zo heeft de gezinshuiszorg voor (licht) verstandelijk gehandicapten geen ruimte voor nieuwe instroom. Andere gezinshuizen (m.n. jeugd- en opvoedhulp) hebben nog wel ruimte. Ook bij beschermd wonen GGZ voor jeugd en pleegzorg is slechts beperkt ruimte voor nieuwe cliënten. Dit heeft te maken met de zorg continuïteit die wij als gemeente moeten bieden en de lage uitstroom bij de aanbieders. De tijd is nog te kort om een effect te zien van ‘afschaling’, bijvoorbeeld in de vorm van doorlooptijdverkorting. We hebben met instellingen gesproken over het nemen van gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het plaatsen van clienten. Het realiseren van extra uitstroom is een proces dat meer tijd gaat kosten. Er zijn bijna geen kortdurende oplossingen meer voor 18-plussers die niet meer thuis kunnen wonen en waarbij de overgang naar zelfstandig (begeleid) wonen te groot is. Er zit een ‘gat’ tussen de Jeugdwet en de Wet langdurige zorg (Wlz) wat betreft deze doelgroep. Dit gat kunnen we incidenteel oplossen als het zeer dringend is, maar feitelijk blijft dit een landelijk probleem. Hierover zijn we in gesprek met het zorgkantoor van VGZ en met de VNG. Bovenregionale jeugdhulp zijn ‘zware’ residentiële zorg en crisisbedden. Het betreft behandelgroepen op instellingsterreinen, waaronder JeugdzorgPlus. JeugdzorgPlus is een intensieve vorm van jeugd- en opvoedhulp voor jeugdigen die ernstige gedragsproblemen hebben en zich aan de noodzakelijke behandeling dreigen te onttrekken. Het betekent hulp met dwang en drang voor jeugdigen voor wie een 'machtiging gesloten jeugdzorg' is afgegeven door de kinderrechter. In het eerste kwartaal zien we een onder-
Zaaknummer: Documentnummer:
Z-15-27187 VB/Raad/15/00115
Pagina 2 van 5 VB/Raad/15/00115
productie op JeugdzorgPlus in onze regio. De andere behandelgroepen op de instellingsterreinen van Entrea en Pluryn zitten wel helemaal vol. De inzet van jeugdbescherming loopt achter bij de verwachte inzet. In overleg met de betrokken instellingen analyseren we de oorzaken van het verminderde beroep op jeugdbescherming. De oorzaken kunnen liggen in een verminderde behoefte aan deze interventie, omdat zaken door de Sociale Teams worden opgepakt, maar ook doordat nog niet alle organisaties even goed met elkaar samenwerken. De onderproductie biedt de mogelijkheid om de ingekochte uren in te zetten op plaatsen waar te kort schiet, bijvoorbeeld bij Veilig Thuis. Veilig Thuis (Samenvoeging Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en Steunpunt Huiselijk Geweld) is er voor advies en hulp rond geweld of mishandeling in huiselijke kring. Beschermd wonen GGZ in de regio Nijmegen In de Wmo 2015 is elke gemeente verantwoordelijk voor de taak beschermd wonen. Het rijk handhaaft echter voorlopig de constructie waarbij de centrumgemeente de regie voert op de taken en de middelen ontvangt. Centrumgemeente Nijmegen voert deze taak uit voor de gemeenten in de regio’s Nijmegen en Rivierenland. Bij beschermd wonen GGZ wordt als eerste ingezet op het bieden van zorgcontinuïteit aan bestaande cliënten. Daarnaast wordt gekeken naar in- en uitstroommogelijkheden. De afbouw van de intramurale GGZ bedden van 30% door VWS heeft invloed op de instroom op het beschermd wonen. Ook binnen de forensische zorg wordt gesproken over verkorting van verblijfsduur binnen de forensische psychiatrie. Beide ontwikkelingen beïnvloeden de instroom van zwaardere cliënten in het beschermd wonen en daarmee het budget dat nodig is om zware zorg te leveren. Ambtelijk gaan we met de zorgaanbieders in gesprek over de mogelijkheden om cliënten verder te helpen middels ambulante trajecten. Hierbij wordt bekeken bij welke cliënten, en onder welke voorwaarden qua nazorg en begeleiding, uitstroom van cliënten mogelijk is. Daarnaast wordt onderzocht welke (financiële) prikkels bij instellingen en cliënten zorgen voor optimale uitstroom. Uitgangspunt is dat zo veel mogelijk cliënten geactiveerd worden, van dagbesteding tot betaald werk, afhankelijk van wat ze aankunnen. De instellingen willen graag op dit vlak samenwerken met het Werkbedrijf. Om voor iedere persoon passende activering te vinden, is behoefte aan meer samenwerking tussen de instellingen. Voortgang managementinformatie in de regio Nijmegen Het is de bedoeling dat de sturingsinformatie in de regio Nijmegen gebaseerd wordt op het landelijke vastgestelde berichtenverkeer iWmo en iJeugd. In het berichtenverkeer wordt via de landelijke standaard digitaal informatie uitgewisseld over de opdrachten aan zorgaanbieders en de facturen aan gemeenten. Deze informatie moet het dashboard van de Regio Nijmegen van Init8 voeden met daarin een toegankelijke presentatie van de sturingsinformatie over geleverde Wmo 2015- en Jeugdhulptrajecten. Eind februari 2015 bleek dat het berichtenverkeer in heel Nederland door verschillende oorzaken te langzaam op gang kwam om voldoende sturingsinformatie te leveren. Eén van de oorzaken was dat het doorvoeren van de noodzakelijke veranderingen in de IT-systemen van de betrokken partijen meer tijd kost. Het gaat in de regio Nijmegen om de IT-systemen van 7 gemeenten, 18 combinanten en ongeveer 140 kleine aanbieders. De ervaring leert dat het binnenhalen van gegevens niet alleen tijd vraagt, maar ook dat de applicaties er geschikt voor moeten zijn qua programmatuur. Zo is nog niet bij alle aanbieders de software zodanig aangepast dat factureren via de landelijke systemen (iWmo) mogelijk is. Deze aanbieders zijn nog niet aangesloten op Init8. Daarnaast is er in de eerste periode van 2015 sprake geweest van interpretatieverschillen over definities en productcodes. In veel gevallen is hierdoor de informatie bij de zorgleverancier niet identiek aan de informatie bij de gemeente, waardoor berichten uitvallen en gecorrigeerd moeten worden. Andere onduidelijkheden hebben bijvoorbeeld te maken met de toepassing van het woonplaatsbeginsel. Ook was de informatie van bestaande, overgedragen, klanten begin 2015 nog niet helemaal compleet.
Zaaknummer: Documentnummer:
Z-15-27187 VB/Raad/15/00115
Pagina 3 van 5 VB/Raad/15/00115
De laatste landelijke bestandsaanlevering van deze overgangsklanten heeft in maart 2015 plaatsgevonden. De gemeenten in de regio hebben vervolgens alle informatie over deze klanten ingevoerd. Een aantal gemeenten heeft de leveranciers een opdracht gestuurd via het landelijke berichtenverkeer. De leveranciers hebben deze opdrachten vergeleken met de eigen administratie. Op basis van deze vergelijking is geconcludeerd dat de gemeenten gegevens van klanten missen. Hieruit blijkt dat de bestanden met overgangsklanten niet volledig waren. De komende periode worden corrigerende maatregelen genomen om te zorgen dat de cliëntgegevens van zorgleveranciers kloppen met de gegevens bij gemeenten. Tot slot heeft de systeemverandering tot a-typisch gedrag geleid bij aanbieders en toeleiders. Het kost tijd voor de Sociale teams om de kanteling door te voeren. Hierdoor kunnen we de ontwikkeling in de eerste periode van 2015 niet lineair extrapoleren naar het hele jaar. Aanbieders constateren een uitblijvende vraag die waarschijnlijk veroorzaakt wordt door het feit dat klanten in 2014 ‘vooruit geïndiceerd’ zijn. Andere aanbieders constateren weer een toenemende vraag. Sommige aanbieders wachten met declareren totdat bepaalde interpretatieverschillen in producten, coderingen en andere zaken helder zijn. Deze pieken en dalen zien we bij zorgaanbieders, bij doelgroepen en bij zorgproducten. Terugvalscenario en wanneer wel gereed Omdat het berichtenverkeer als bron voor de sturingsinformatie te traag op gang kwam, is gestart met het realiseren van een terugvalscenario om tot de noodzakelijke sturingsinformatie te komen. Er is aan de zorgaanbieders gevraagd om door middel van een aparte uitvraag gegevens aan te leveren, namelijk via een handmatig excel-format. Hierbij is bovenregionaal de afstemming gezocht waardoor de vraag met betrekking tot de jeugdhulpcliënten in de Gelderse regio’s op dezelfde manier plaatsvindt. Het is de verwachting dat de andere uitvragen voor begeleiding/dagbesteding volwassenen en beschermd wonen GGZ ook tot een bovenregionaal format leiden. Dit is nog onduidelijk, omdat de andere regio’s nog bezig zijn met het ontwikkelen van deze uitvragen. Via deze uitvraag bij instellingen hebben we cijfers ontvangen over 76% van het budget voor Jeugdhulp en over 95 tot 100% van de Wmo 2015 (beschermd wonen en begeleiding/dagbesteding). Ook deze informatie blijkt niet altijd de gewenste kwaliteit te hebben vanwege de genoemde onduidelijkheden en onvolledigheid. Hierdoor is het te vroeg om al conclusies te verbinden aan de cijfers die we hebben binnengekregen. Wel geeft de informatie aanleiding om nadere analyses te verrichten en met zorgaanbieders en sociale wijkteams in gesprek te gaan. Er kan geconcludeerd worden dat het is gelukt om een basis te bouwen voor de sturingsinformatie die we nu in overleg met de aanbieders kunnen toetsen, verbeteren en aanscherpen, zonder afhankelijk te zijn van de ontwikkeling van het berichtenverkeer. Een (boven)regionaal format is vastgesteld, de logistiek voor het aanleveren van de gegevens werkt, het inlezen van de data is gerealiseerd en de data kunnen we op een transparante en toegankelijke manier presenteren in het regionaal vastgestelde dashboard. Ambtelijk verwachten we dat op basis hiervan in september 2015 een accurater beeld kunnen geven over de realisatie in de eerste helft van 2015. Monitoring in de gemeente Groesbeek Lokaal is een format voor monitoringsinformatie uitgewerkt voor de “oude” WMO taken, waaronder de vervoers-, rolstoel- en woonvoorzieningen alsmede Hulp in de Huishouding. Dit format zal worden aangevuld met gegevens over de dagbesteding, de PGB’s en de eigen bijdrage op grond van de nieuwe toebedeelde taken. Het format wordt momenteel geimplementeerd en gevuld met gegevens. Dit zal in het najaar 2015 aan uw raad beschikbaar komen. Het is de bedoeling dat dit periodiek (per kwartaal) aan uw raad wordt gerapporteerd. Verdere informatievestrekking in 2015 In de regio Nijmegen wordt toe gewerkt naar een eerste kwantitatieve bestuurlijke voortgangsrapportage in september 2015. Deze zal aan uw raad gepresenteerd worden tijdens een regionale bijeenkomst op 28 september. U ontvangt hiervoor een uitnodiging. Daarnaast wordt er ook een lokale bijeenkomst georganiseerd voor uw raad op 24 september 2015. Het programma hiervoor wordt nog uitgewerkt.
Zaaknummer: Documentnummer:
Z-15-27187 VB/Raad/15/00115
Pagina 4 van 5 VB/Raad/15/00115
Burgemeester en wethouders van Gemeente Groesbeek, De secretaris, De burgemeester, J.W. Looijen H.W.C.G. Keereweer Bijlagen digitaal ter inzage - Uitgebreide beschrijving voortgang Sociale Teams Groesbeek Bijlagen ter inzage fractiekamer Bijlage ter inzage griffier
Zaaknummer: Documentnummer:
Z-15-27187 VB/Raad/15/00115
Pagina 5 van 5 VB/Raad/15/00115