Gedeputeerde Staten
Datum
Zaaknummer
6 november 2012
2012-017859
Onderwerp
Bio- en mestvergisting in Gelderland
STATENBRIEF
1
Doel van deze brief Gedeputeerde Staten verzoeken Provinciale Staten om
□ te besluiten conform het ontwerp-besluit. □ over de inhoud van deze brief te overleggen. x de inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht). Wat vragen wij aan u? Hierbij bieden GS u de notitie bio- en mestvergisting aan ter kennisgeving en als antwoord op uw vraag dieper in te willen gaan op bio- en mestvergisting mede in relatie tot dierenwelzijn (afspraak 50, zie afsprakenlijst Commissie MIE (PS2012-684). Deze notitie gaat achtereenvolgens in op wat vergisting is, wat de ambities en inzet van de provincie is op dit terrein, wat de stand van zaken is, hoe de relatie met duurzame veehouderij en dierenwelzijn is en welke ontwikkelingen zijn te verwachten. Relatie met beleid en/of wetgeving Via het Prioritair Programma Energietransitie zet de provincie, naast besparing, in op vormen van hernieuwbare energie. Bio- en mestvergisting draagt daaraan bij. De provincie zet met partners in op verschillende initiatieven via subsidie, revolving fund, bestuurlijke kracht, lobby, stimulering van de EMT-sector en sorteert ruimtelijk voor via de vorming van de omgevingsvisie e (vast te stellen 2 deel van 2013). De ervaring leert dat initiatiefnemers de businesscase nog moeilijk sluitend krijgen. We zetten daarom in op onder andere het drukken van de kosten. Productie van groen gas maakt deel uit van een keten en vraagt innovatie, samenwerking en kennis. Proces en tijdpad Op basis van recent onderzoek en provinciale betrokkenheid bij initiatieven en projecten op het terrein van bio- en mestvergisting in de regio’s is de meest actuele informatie gebundeld en is deze notitie samengesteld. Relaties zijn expliciet gelegd met de provinciale ambitie om de veehouderij te verduurzamen (PS2012-279) waar dierenwelzijn integraal onderdeel van uitmaakt. Ook worden energieambities opgenomen ten behoeve van de te vormen omgevingsvisie. Financiële aspecten Geen wijzigingen. Arnhem, 6 november 2012 Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris
Bijlage: - Notitie over bio- en mestvergisting in Gelderland
1
De Statenbrief is een onderdeel van de pilot in het kader van Papier Hier.
inlichtingen bij
dhr. R.M. Bus
e-mailadres
[email protected]
telefoonnummer
(026) 359 87 84
Notitie over bio- en mestvergisting in Gelderland
Aan de leden van Provinciale Staten
HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Beantwoording Statenvraag m.b.t. bio- en mestvergisting in Gelderland HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
Aan de leden van Provinciale Staten 0
Inleiding
Bij het vaststellen van het Prioritair Programma Energietransitie (PS2012-193) door PS op 25 april 2012 hebben de Staten aangegeven dieper in te willen gaan op het onderwerp bio- en mestvergisting mede in relatie tot dierenwelzijn. Dit heeft geleid tot afspraak 50 (zie afsprakenlijst Commissie MIE (PS2012-684)) om in de Commissie MIE nader op dit onderwerp in te gaan. Via deze notitie informeren wij u om invulling te geven aan uw verzoek. Achtereenvolgens komen de volgende onderwerpen in deze notitie aan bod: 1. Wat is vergisting? 2. De ambities van de provincie Gelderland 3. Huidige situatie, kansen en uitdagingen 4. Duurzame veehouderij en dierenwelzijn 5. De rol en inzet van de provincie Gelderland 6. Ontwikkeling op de langere termijn 1
Wat is vergisting?
Vergisting is een microbiologisch proces waarbij biomassa wordt omgezet in biogas door microorganismen. De hoeveelheid biogas die vrijkomt bij vergisting is afhankelijk van de soorten biomassastromen die in de vergister gaan. De biomassastromen voor vergisting kunnen grofweg in drie categorieën worden onderverdeeld, te weten mest, landbouwproducten en industriële reststromen. Op basis daarvan zijn verschillende typen vergisters te onderscheiden: Een rioolwaterzuiveringsinstallatievergister voor verwerking van slib. Een GFT-vergister voor verwerking van GFT. Een industriële vergister voor verwerking van industriële reststromen. Een mest(co-)vergister voor verwerking van mest en co-substraten. Een pure mestvergister voor verwerking van alleen mest. Al deze typen vergisters werken verschillend en zijn toepasbaar op verschillende schaalniveaus, afhankelijk van de behoeften. Gezien de grote hoeveelheid mest en biomassareststromen in Gelderland kan bio- en mestvergisting goed bijdragen aan de Gelderse doelstelling voor hernieuwbare energie. Er zijn wel ruimtelijke consequenties verbonden aan deze typen vergisters en de toepassing ervan. Hierbij valt te denken aan de gemaximeerde oppervlakte en de bouwhoogte maar ook de ruimtelijke of landschappelijke inpassingen evenals de voorkeursvolgorde voor het vestigen van bedrijvigheid op bedrijventerreinen.
Inlichtingen bij dhr. R.M. Bus, tel. (026) 359 87 84 e-mailadres:
[email protected]
2
De ambities van de provincie Gelderland
In het coalitieakkoord Uitdagend Gelderland is energietransitie ‘door meer hernieuwbare energie en decentrale energieopwekking’ als opgave voor de periode 2011-2015 benoemd. Het stimuleren van de Gelderse economie door het bevorderen van innovatie en werkgelegenheid via, onder andere, de sector energie- en milieutechnologie is een ander speerpunt. De provincie Gelderland werkt, samen met haar partners, intensief aan het realiseren van energietransitie via het door PS vastgestelde Prioritair Programma Energietransitie. Het vierjarige programma heeft drie doelen: 1. De stimulering van de energie- & milieutechnologiesector (Clean Tech) in Gelderland. Dit is een belangrijke (en groeiende) economische drager, die bijdraagt aan de energietransitie en een biobased economie. 2. Bijdragen aan meer energiebesparing in Gelderland volgens de Europese doelstelling van 20% energiebesparing in 2020 (t.o.v. 2005). 3. Bijdragen aan meer hernieuwbare energie in Gelderland volgens de Europese doelstelling van 14% in 2020. Wij streven naar 8% hernieuwbare energie in 2015 in Gelderland. Binnen het Prioritair Programma Energietransitie is de productie van biogas door vergisting opgepakt als een manier om hernieuwbare energie uit biomassa te winnen in Gelderland (doelstelling 3). Wij streven naar 30.000-35.000 Terajoule hernieuwbare energie in 2020. Bio- en mestvergisting draagt daar voor 6.000-7.000 Terajoule aan bij. In dat kader is het project Biogas Infrastructuur Oost Nederland (BION) opgestart. BION heeft enerzijds ten doel het fysiek produceren, transporteren en consumeren van biogas en nevenproducten en anderzijds is het een concept voor toepassingsgerichte kennisontwikkeling en -verspreiding op het gebied van biogas en aanverwante onderwerpen. De kennis en technieken ten behoeve van energietransitie ontwikkelen zich in een hoog tempo. Daarnaast zijn de economische omstandigheden onzeker en verandert de maatschappelijke behoefte snel. Om deze redenen werkt de provincie nauw samen met verschillende partners in de biogasketen om elkaars kracht optimaal te benutten. 3
Huidige situatie, kansen en uitdagingen
Er lopen verschillende vergistingsinitiatieven op verschillende schaalniveaus in Gelderland. Alvorens in te gaan op sprekende Gelderse initiatieven beschrijven wij de huidige situatie, kansen en uitdagingen a.d.h.v. een rapportage van de WUR (‘Kansen en bedreigingen voor mestvergisting en groengasproductie in de Gelderse landbouw’, WUR, 2011 (rapport 505)), die in opdracht van de provincie tot stand is gekomen. Zoals al eerder aangegeven is vergisten van mest en biomassareststromen een perspectiefvolle ontwikkeling in de landbouw en daarbuiten en speelt in op de gewenste beschikbaarheid van (lokaal geproduceerde) hernieuwbare energie. Vergisting van mest levert daarnaast een vermindering van emissies van broeikasgassen op. Methaan dat vrijkomt uit opslag van mest wordt nu toegepast voor energieopwekking ter vervanging van energie uit fossiele brandstof. Steeds heftiger zal worden geconcurreerd tussen verschillende afnemers om biomassa te verkrijgen. Ook grote energiecentrales willen biomassa bijmengen en ontwikkelen nieuwe technieken om dat zo goedkoop mogelijk te realiseren. Dergelijke nieuwe technieken omvatten 1 pyrolyse en leiden tot productie van andere bijproducten die al dan niet in de landbouw kunnen worden teruggebracht.
1
Pyrolyse is een proces waarbij materiaal wordt ontleed (‘kraken’) door het te verhitten zonder dat er zuurstof bij kan komen. Dit in tegenstelling tot verbranding dat wel met aanwezigheid en verbruik van zuurstof plaatsvindt.
2
Nieuw zijn kleinschalige vergisters die uitsluitend draaien op dierlijke mest. Dit heeft een aantal voordelen, namelijk: maximale vermijding van uitstoot van broeikasgassen, er is geen input van substraten nodig en er is minimale verstoring van de mestmarkt en de mestproductie. Wel heeft pure mestvergisting als nadeel dat er minder biogas wordt geproduceerd. De geproduceerde energie is grotendeels op het eigen bedrijf te gebruiken. Op het Wageningen UR melkveeproefbedrijf De Marke draait nu een dergelijke kleinschalige vergister. Met de huidige technieken en afzetketens is vergisten echter financieel (nog) niet rendabel en is subsidie nodig. Bij kleinere installaties is de vergisting zelfs onrendabel met de huidige subsidieniveaus. Deze stand van zaken vraagt daarom om verdere technologische ontwikkeling, al dan niet in combinatie met ontwikkeling van regelgeving of andere afzetketens met een hogere toegevoegde waarde. Dat vraagt om (keten)innovaties. Bijvoorbeeld het 2 organiseren van de afzet van digestaat zonder aanvullende kosten, bijvoorbeeld door hoogwaardige toepassing. Wet- en regelgeving Er is wet- en regelgeving voor bio- en mestvergisting van toepassing. Het richt zich in hoofdzaak op eisen t.a.v. het uitrijden van mest, het handhaven van de mineralenrichtlijn, het voldoen aan lozingseisen, eisen t.a.v. ruimtelijke ordening, eisen t.a.v. de input van toelaatbare co-substraten, eisen t.a.v. de afzet van vergiste producten, installatie-eisen, milieukwaliteitseisen, SDE, enz. Op onderdelen is deze wet- en regelgeving in ontwikkeling. De belangrijkste veranderingen vinden plaats in de mestwetgeving en de RO. Gelderse initiatieven Hieronder volgt een aantal belangrijke beeldbepalende Gelderse ontwikkelingen. BION Achterhoek en Achterhoekse Groene Energie Maatschappij (AGEM) Met het Akkoord van Groenlo heeft de regio Achterhoek haar ambitie uitgesproken in 2030 energieneutraal te zijn. Ze wil dit bereiken door energiebesparing en door productie van hernieuwbare energie. De Achterhoekse Groene Energie Maatschappij (AGEM) wil de organisatie zijn om dit te realiseren. AGEM zal duurzame energie gaan leveren, zal de lokale productie ervan stimuleren en realiseren en lost, waar mogelijk, marktfalen op. De AGEM gaat echter niet op de stoel van de ondernemer zitten. De provincie en de regio Achterhoek hebben de handen ineen geslagen om de gedeelde doelen ten aanzien van biogas (100 miljoen m3 biogas (ca. 2000 Terajoules) in 2030) te realiseren. Dit is vormgegeven in het project BION Achterhoek. Momenteel werken wij aan een strategie voor BION Achterhoek. De strategie zal zich richten op het behouden van bestaande installaties, het faciliteren van bestaande initiatieven en het stimuleren van nieuwe initiatieven. Daarbij zijn de volgende onderwerpen in ieder geval aan de orde: - Het realiseren van een afzetmarkt in de Achterhoek (industrie en transport en op termijn ook huishoudens). - De beschikbaarheid van biomassa die inzetbaar is voor hernieuwbare energieproductie, daarbij speelt hoogwaardige toepassing van biomassa een belangrijke rol (cascadering). - ‘Rendabele’ bedrijfsmodellen voor veehouderijen waarin productie van hernieuwbare energie is geïntegreerd. - Ketenconcepten, van individueel naar collectief. Met als doel de rentabiliteit van biogas business cases te verbeteren. Leggen van verbindingen tussen (potentiële) afnemers en (potentiële) producenten speelt hierin een belangrijke rol. - Innovatie en versterking regionale economie (verwaarding van digestaat, efficiënter en effectiever vergisten, technologische ontwikkelingen in de regio). - Ruimtelijke ordening in relatie tot biogasinitiatieven. 2
Digestaat is vergiste mest (of vergist zuiveringsslib uit een rioolwaterzuiveringsinstallatie) en is het restproduct van de biogasproductie.
3
Een concrete casus waar de provincie samen met haar partners in de Achterhoek aan werkt is BION Berkelland. BION Berkelland heeft als doel 35 miljoen m3 (ca. 700 Terajoules) biogas in Berkelland te realiseren. De basis ligt bij de samenwerking tussen Friesland Campina, Alliander en Groot Zevert Vergisting waar gewerkt wordt aan de realisatie van infrastructuur. Omdat opschaling in de toekomst mogelijk moet zijn, wordt er actief gewerkt aan mogelijkheden om andere potentiële producenten en potentiële afnemers op de infrastructuur aan te sluiten. Daarbij wordt ook gekeken naar een mogelijke financiële rol vanuit de overheden. Groene hub De Groene hub is een samenwerkingsverband waarin de stadsregio, de gemeenten, de MARN (Milieusamenwerking en Afvalverwerking Regio Nijmegen) en de MRA (Milieusamenwerking Regio Nijmegen) om productie en de vraag naar groengas in de regio te bevorderen. De vraagkant vanuit mobiliteit wordt bevorderd door aanbestedingen van vervoersconcessies af te stemmen. De productiekant wordt bevorderd door haalbaarheidsonderzoeken voor industriële vergisting mede te financieren en door een juiste manier van aanbesteden van vrijkomende biomassa. Na de aanbesteding van het GFT van de MARN in 2012 (met de bouw van een GFTvergister bij de ARN (levering ca. 100 Terajoule), officiële opening februari 2013) volgt de aanbesteding van GFT van de MRA en wordt de aanbesteding van bermmaaisel onderzocht. De Groene Hub beoogt ca. 300 Terajoules extra (totale prognose ca. 400 Terajoule in 2015) bij te dragen aan de Gelderse doelstelling in 2015. Daarom werkt de provincie mee in de Groene hub, zowel bestuurlijk als ambtelijk en faciliteert met geld en kennis. BION Stedendriehoek BION Stedendriehoek is een biogasontwikkelingstraject van belanghebbenden in de regio. Het traject beoogd in samenwerkingsverband versnelde biogasproductie door projecten met een rendabele businesscase. Dit BION-project is interessant om twee redenen. Ten eerste, in het gebied Klarenbeek en Ugchelen wordt begin 2013 een biogashub ontwikkeld waarbij zeven miljoen m3 biogas (150 Terajoule) wordt geproduceerd, getransporteerd en wordt verbruikt. Deze ontwikkeling is een voorbeeld voor stakeholders binnen de Regio. Ten tweede, het gebied heeft een potentie van biogasproductie van 40 miljoen m3 tot maximaal 150 miljoen m3 (gemiddeld ca. 2000 Terajoule) biogas per jaar. De provincie stimuleert op korte termijn, onder andere, de samenwerkingsstructuur van belanghebbenden en de verzwaring van de biogasinfrastructuur om deze toekomstbestendig te maken. 4 Duurzame veehouderij & dierenwelzijn GS wensen de omschakeling naar een duurzame veehouderij actief te ondersteunen en verkent de mogelijkheden om deze transitieopgave te versnellen. In de Statennotitie “Duurzame veehouderij: ruimtelijke zonering” (PS2012-279) hebben wij aangegeven hoe de provincie daaraan een bijdrage wil leveren. Duurzaamheid kent vele aspecten. Naast milieu, klimaat, volksgezondheid en ruimtelijke kwaliteit neemt voor de veehouderij het aspect dierenwelzijn een dominante plek in. Dieren moeten op een diervriendelijke wijze worden gehuisvest en behandeld, het voer voor de dieren dient duurzaam verbouwd te worden en de reststoffen (o.a. mest) dient weer vanuit de kringloopgedachte te zorgen voor het behoud van de bodemvruchtbaarheid. Doordat veel veevoer van buiten wordt aangevoerd is de mestproductie veel groter dan nodig is om Gelderse cultuurgrond optimaal te bemesten. Het overschot wordt grotendeels als meststof getransporteerd naar (akkerbouw)gebieden (deels in het buitenland) die nog mest kunnen gebruiken. Een beperkte hoeveelheid wordt thans voor energieopwekking, -verbranding en -vergisting aangewend. Mede door de druk vanuit de nieuwe Mestwet zal mestbewerking snel toenemen. Bij mestbewerking kan het gaan om scheiden, kraken en raffineren. De eerste stappen op het vlak van mestraffinage worden in de praktijk beproefd. Doel van deze bewerking waarvan mestvergisting onderdeel kan uitmaken, is hoogwaardige meststoffen te maken die transport naar elders goedkoper maakt en waarmee kunstmest kan
4
worden vervangen. Daarnaast worden grondstoffen gewonnen die ook buiten de landbouw diverse aanwendingsmogelijkheden kunnen krijgen (biobased economy). 5
De rol en de inzet van de provincie Gelderland
In de afgelopen periode is vooral via enkele pilots ingezet op het vinden van mogelijkheden om de doelstellingen voor energietransitie, vooral hernieuwbare energie, versneld te realiseren. Dit doen wij door enkele kansrijke initiatieven te ondersteunen en daarmee meer inzicht te krijgen in het vergroten van de kansen en het omgaan met de beperkingen. Met verschillende ministeries, lokale overheden, netwerkbedrijven en potentiële producenten en afnemers van biogas werkt de provincie aan de realisatie van concrete initiatieven. Daarnaast ontwikkelen wij strategieën om de productie en het gebruik van biogas in heel Gelderland te bevorderen. Dit gebeurt op regionale schaal en op Gelderse schaal in afstemming met Overijssel. Na eerst de focus te hebben gelegd bij bepaalde initiatieven om kwalitatieve stappen te zetten zal de komende tijd ook sterkere aandacht uitgaan naar de mogelijkheden van opschaling en aandacht voor het invullen van de ketenbenadering. Met het project BION wil de provincie een deel van haar doelstellingen ten aanzien van energie uit biomassa vormgeven. Enerzijds door het ondersteunen van lokale en regionale initiatieven op het vlak van de productie van biogas, anderzijds door het stimuleren van innovaties die hiervoor nodig zijn. De provincie hanteert hiervoor verschillende stimuleringsmaatregelen. Naast financieringsmogelijkheden, waaronder revolverende middelen, proces- en subsidiegelden (o.a. voor haalbaarheidsonderzoek, opschaling en innovaties), gaat het om kennisontwikkeling en kennisdeling (afgelopen vier jaar onder andere door de inzet van bio-energieconsulenten), het verbinden van partijen en bestuurlijke beïnvloeding. Daarnaast denkt en werkt de provincie, via onze toetreding tot stichting Groen Gas Nederland, op landelijke schaal mee aan oplossingen voor geconstateerde dilemma’s. Zo wil de provincie de Gelderse EMT-sector steviger op de kaart zetten, maar ook de productie van lokaal en regionaal opgewekte hernieuwbare energie stimuleren. In het voorjaar van 2013 wil de provincie een omgevingsvisie in ontwerp klaar hebben waarna e deze in het 2 deel van 2013 zal worden vastgesteld. Vanuit het provinciaal en regionaal belang bij energietransitie zijn vertegenwoordigers aangehaakt en worden de ambities geformuleerd. Gekoppeld aan, onder andere, verduurzaming van de veehouderij is het de uitdaging om het beleid met partners meer ontwikkelingsgericht vorm te geven. In de provinciale omgevingsvisie kan dit nieuwe beleid een plek krijgen. 6
Ontwikkelingen op de langere termijn
De provincie benut ook biogas als hernieuwbare energievorm de komende jaren. Het is daarbij van belang te anticiperen op de verschillende volgende trends. 1) De groter wordende vraag naar kruidenachtige biomassa voor de productie (bioraffinage) van hoogwaardige producten als mineralen, eiwitten, vezels en koolhydraten (biobased economie). Pas daarna wordt ingezet op groengas (cascadering). Het is de uitdaging om kruidenachtige biomassa organisatorisch en contractueel beschikbaar te maken voor hoogwaardige verwerking. 2) De groter wordende vraag naar houtachtige biomassa voor energie. Omdat hout goed is te transporteren en op te slaan is de markt hiervoor zelfregulerend. Houtachtige biomassa kan eenvoudig decentraal en kleinschalig ingezet worden. Houtvergassing zal in de toekomst een prominentere rol gaan spelen bij de productie van groengas.
5
3) De ontwikkelingen op de (wereld)markt en de stijgende (grondstof)prijzen vragen om verdere schaalveranderingen in de veehouderij. Kostenreductie, efficiënt omgaan met grond(voer)- en meststoffen vormen de maatstaf voor de toekomstige veehouderij. Samen met o.a. nieuwe natuurwetgeving, milieu- en welzijnseisen en de vraag naar hernieuwbare energie wordt er gekeken naar een integrale oplossing. 4) De veranderde mestwetgeving. Veehouders worden verplicht hun mestoverschot in jaarlijks oplopende percentages aan te bieden aan mestverwerkingsbedrijven. Hierdoor ontstaat een markt voor mestverwerkingsfabrieken. Gekoppeld hieraan is er meer vervanging van kunstmest mogelijk door gebruik van digestaat uit vergisting en of mestverwerking. Wellicht gaat de regelgeving in Nederland en Europa meer ruimte bieden. Energiewinning is een product uit deze kringloop dat bijdraagt aan de verwerking van mest. 5) Er is een sterkere lobby, onder andere op het terrein van groen gas, ontstaan. 6) Organisatie en verbetering van de afzetmarkt van biogas. Tot voor kort werd er slechts ingezet op hernieuwbare elektriciteit, nu wordt er meer en meer gekeken naar duurzame warmte, groen gas (groengascertificaten) en transportbrandstof (biotickets). Deze laatste afzetmarkt lijkt voor de toekomst een zeer interessante te worden, waarbij de biotickets ertoe kunnen bijdragen dat productie van biogas gaat renderen. 7) Ontstaan van regionale energiebedrijven die de productie en inzet van hernieuwbare energie reguleren. 8) Ontwikkelingen op fiscaal vlak en inzetbaarheid van SDE-subsidie. 9) Meer gesloten kringlopen en raffinage van de stofstromen. Niet alleen bij mestverwerking, denk aan het winnen van meststoffen en biogas, maar ook door het (vroegtijdig) raffineren van veevoer. Er is grote behoefte aan organische rijke meststoffen vanwege de verschaling van zandgronden en vergisting van mest en co-substraten spelen hierin een belangrijke rol. 10) In de biogasketen zullen producenten, leveranciers van grondstoffen, leveranciers van installaties, overheden, kennisnetwerken, financiële sector, kennisinstellingen, brancheorganisaties, beheerders van de infrastructuur en afnemers naar verwachting nog actiever gaan samenwerken. Arnhem, 6 november 2012 - zaaknummer 2012-017859 Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris +++++
6