datum x
kenmerk x
uw kenmerk/brief van x
onderwerp x
X
behandeld door/e-mail x
bouwvergunning (nummer 20090236) vergroten en veranderen garage naar kantoorgebouw Rhijnspoor 280
doorkiesnummer x
010 284 8747
A.J. Heijkoop
[email protected]
Geachte Wij hebben op 29 oktober 2009 van u een aanvraag om vergunning ontvangen voor het vergroten en veranderen van een garage naar kantoorgebouw op het perceel Rhijnspoor 280. Het bouwplan betreft een bedrijfspand, met in de bestaande situatie een showroom met garage, waarvan de garage zal worden vervangen voor een kantoor van twee bouwlagen. De aanvraag is onder nummer 20090236 als reguliere aanvraag om vergunning in het openbare register opgenomen. Op 14 januari 2010 hebben wij de beslissing op de aanvraag met 6 weken verdaagd. Besluit Met de hierna vermelde motivering hebben wij besloten u vergunning te verlenen voor de uitvoering van het bouwplan overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte bijlagen. Dit met in achtneming van de in de bijlagen met rood aangegeven opmerkingen. Sloopvergunning In verband met dit bouwplan hebben wij een aanvraag om sloopvergunning ontvangen op 29 oktober 2009 en onder nummer 20090237 in behandeling genomen. Aanvraag bouwvergunning toren Op hetzelfde perceel is een voormalige showroom toren aanwezig. Werkzaamheden aan de toren zijn niet opgenomen in deze vergunningaanvraag. Hiervoor is een andere vergunningaanvraag onder nummer 20090213 op 24 september 2009 ontvangen en in behandeling genomen. Toegankelijkheid bedrijfsgebouwen Bij deze vergunning is een “Wenkenblad Toegankelijkheid Bedrijfsgebouwen” gevoegd. In het Bouwbesluit zijn eisen ten aanzien van de bruikbaarheid van gebouwen door gehandicapten Wilt u bij beantwoording het kenmerk vermelden. Rivierweg 111 Postbus 70 2900 AB Capelle aan den IJssel www.capelleaandenijssel.nl
[email protected]
Telefoon: 010 - 2848688 Telefax: 010 - 2848800 BTW nummer: 001877045B05 Rabobank: 38.18.22.222 ING: 54061
Behorende bij brief nummer:
pagina: 2
opgenomen. Voor zover er vanuit het Bouwbesluit geen eisen zijn gesteld verzoeken wij u dringend de in deze brochure aangegeven aandachtspunten bij het ontwerpen en inrichten van het gebouw in acht te nemen. Nog in te dienen gegevens Wij wijzen u op de in de voorwaarden vermelde gegevens en bescheiden die ter goedkeuring nog moeten worden ingediend, alvorens er met de uitvoering van de daarmee verbandhoudende werkzaamheden kan worden begonnen. U kunt in de voorwaarden lezen wanneer deze gegevens moeten worden ingediend. Start en gereedmelding De uitvoering van de werkzaamheden zal worden begeleid door de heer C. Jansen van de unit Handhaving en Vergunningen, telefoon: 010 284 8749. Voor de start- en gereedmelding van de werkzaamheden kunt u bijgevoegde antwoordkaarten gebruiken, of een e-mail sturen aan:
[email protected]. Legesbetaling Voor het in behandeling nemen van deze aanvraag om bouwvergunning bent u 16.940,00 aan leges verschuldigd. Voor de betaling van het legesbedrag wordt u apart een aanslag toegezonden. Correspondentie We verzoeken u op alle correspondentie en de eventueel nog nader in te dienen gegevens over het bouwwerk het registratienummer (20090236) en het bouwadres (Rhijnspoor 280) te vermelden. Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders, namens deze, het hoofd van de unit Handhaving en Vergunningen,
ing. J.A. de Blaauw. z.o.z.
Behorende bij brief nummer:
MOTIVERING VAN HET BESLUIT In artikel 44 van de Woningwet is bepaald dat een bouwvergunning alleen mag en dan ook moet worden geweigerd indien: a. het bouwwerk niet voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit; b. het bouwwerk niet voldoet aan de voorschriften van de Bouwverordening; c. het bouwwerk in strijd is met de voorschriften van een bestemmingsplan; d. het bouwwerk naar ons oordeel niet voldoet aan daaraan te stellen redelijke eisen van welstand; e. voor het bouwwerk een vergunning ingevolge de Monumentenwet 1988 of de provinciale of gemeentelijke Monumentenverordening is vereist en deze niet is verleend. f. het bouwen in strijd is met een provinciale verordening ter bescherming van provinciale ruimtelijke ordeningsbelangen of een AMVB ter bescherming van nationale ruimtelijke ordeningsbelangen; g. het bouwen een bouwplan betreft, dat bij AMVB, bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, is aangewezen, en in strijd is met een exploitatieplan of met de daarin gestelde eisen. Daarom zijn de door u ingediende gegevens getoetst aan deze bepalingen. Ten aanzien van het gestelde onder a. Het bouwwerk en de uitvoering daarvan moeten voldoen aan de bepalingen van het Bouwbesluit. Ten aanzien van het gestelde onder b. Het bouwwerk en de uitvoering daarvan moeten voldoen aan de bepalingen van de Bouwverordening. Ten aanzien van het gestelde onder c. Het bouwplan is in overeenstemming met de ter plaatse geldende bestemmingsplannen "Capelsebrug en omgeving” en “’s-Gravenland 2001’. Ten aanzien van het gestelde onder d. Op 15 december 2009 is het bouwplan door ons voorgelegd aan de Welstandscommissie. De commissie beoordeelt de aanvraag op basis van de criteria zoals deze zijn beschreven in de Welstandsnota van de Gemeente Capelle aan de IJssel. Er geldt een plus niveau van welstand en gebiedscriteria volgens b2, werkgebied met een modernischische architectuur. De commissie is van oordeel dat het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand. Dit advies heeft geen betrekking op de naast gelegen toren. Mede gelet op dit advies zijn wij van mening dat het bouwwerk, zowel op zichzelf als in verband met zijn omgeving en de te verwachten ontwikkeling daarvan, zal voldoen aan redelijke eisen van welstand. Ten aanzien van het gestelde onder e. Voor het bouwwerk is geen vergunning ingevolge de Monumentenwet 1988 of de provinciale of gemeentelijke Monumentenverordening vereist. Ten aanzien van het gestelde onder f. Het bouwplan is niet in strijd met een provinciale verordening ter bescherming van provinciale ruimtelijke ordeningsbelangen of een AMVB ter bescherming van nationale ruimtelijke ordeningsbelangen; Ten aanzien van het gestelde onder g. Het bouwplan is niet in strijd met een exploitatieplan of met krachtens zodanig plan gestelde eisen als bedoeld in de AMVB, bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening. LEGES Het legestarief is gerelateerd aan de op het aanvraagformulier opgegeven kosten voor het bouwwerk, te weten 1.100.000,-- (exclusief B.T.W.) Het tarief bedraagt:
pagina: 3
Behorende bij brief nummer:
Soort leges Reguliere vergunning : Welstand reguliere vergunning : Totaal leges :
pagina: 4
Bedrag 15.400,00 1.540,00 16.940,00
BEZWAAR Op grond van de Algemene wet bestuursrecht heeft elke belanghebbende de bevoegdheid om tegen dit besluit bij ons een bezwaarschrift in te dienen. Het gemotiveerde bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend binnen een termijn van zes weken na de dag van verzending van dit besluit. AANVANG WERKZAAMHEDEN De aanvang van de werkzaamheden moet ten minste twee dagen tevoren bij de unit Handhaving en Vergunningen worden gemeld. Voor de start- en gereedmelding van de werkzaamheden kunt u bijgevoegde antwoordkaarten gebruiken, of een e-mail sturen aan:
[email protected]. (artikel 4.5, lid 1 van de Bouwverordening). UITVOERING De houder van de bouwvergunning moet ervoor zorgdragen dat de vergunning te allen tijde op het werk aanwezig is en op eerste aanvrage aan de unit Handhaving en Vergunningen ter inzage wordt gegeven (artikel 4.2 van de Bouwverordening). INTREKKING VERGUNNING Als niet binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van deze vergunning met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen of, als (voor de voltooiing) de werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van 26 weken hebben stilgelegen, kan de bouwvergunning door ons worden ingetrokken (artikel 4.1 van de Bouwverordening). TERUGGAAF LEGES Als u van deze vergunning in het geheel geen gebruik wil maken kan deze worden ingetrokken. Indien u hier binnen een jaar na verlening van de vergunning om verzoekt, ontvangt u een teruggaaf van 50% van de leges voor het in behandeling nemen van de vergunning. (3.3.2.1. van de Legesverordening). OVERDRAAGBAARHEID VERGUNNING Op uw verzoek, of op verzoek van uw rechtverkrijgende, zullen wij de vergunning overschrijven op naam van een ander. Voor deze handeling is leges verschuldigd (artikel 10.3 van de Bouwverordening). INGEBRUIKGEVING/-NEMING Het is verboden een nieuw of geheel vernieuwd gebouw of een gedeelte daarvan in gebruik te geven of te nemen indien: a. het bouwwerk niet schriftelijk gereed is gemeld bij de unit Handhaving en Vergunningen en/of b. er niet is gebouwd overeenkomstig de bouwvergunning; ANDERE WETTELIJKE BEPALINGEN Vergunninghouder dient zich ervan te vergewissen dat geen andere wettelijke bepalingen, zoals bepalingen in het koopcontract, toestemming van de eigenaar of het "burenrecht", de uitvoering van deze vergunning belemmeren. Bijlagen: 1. aanvraagformulier, gedateerd 28 oktober 2009;
Behorende bij brief nummer:
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.
machtigingsbrief van Select Invest, gedateerd 9 september 2009; presentatie tekening, ongedateerd ; uitreksel kadastrale kaart, ongedateerd ; situatie tekening met inrichting parkeerplaatsen, gedateerd 8 december 2009; tekening nummer BA-010 formaat A1, gedateerd 7 september 2009; tekening nummer BA-011 formaat A1, gedateerd 29 oktober 2009; tekening nummer BA-012 formaat A1, gedateerd 29 oktober 2009; tekening nummer BA-020 formaat A1, gedateerd 29 oktober 2009; tekening nummer BA-030 formaat A1, gedateerd 29 oktober 2009; tekeningset nummer BA-040, 22 pagina’s, formaat A3, gedateerd 29 oktober 2009; tekeningset nummer BA-070, 3 pagina’s, formaat A3, gedateerd 29 oktober 2009; tekeningset nummer BA-071, 3 pagina’s formaat A3, gedateerd 29 oktober 2009; tekening nummer BA-090 formaat A1, gedateerd 28 oktober 2009; tekening nummer BA-110 formaat A1, gedateerd 28 oktober 2009; tekening nummer BA-111 formaat A1, gedateerd 28 oktober 2009; tekening nummer BA-112 formaat A1, gedateerd 28 oktober 2009; tekening nummer BA-120 formaat A1, gedateerd 28 oktober 2009; tekening nummer BA-130 formaat A1, gedateerd 28 oktober 2009; brandoverslag berekening, 8 pagina’s formaat A4, 26 oktober 2009; bouwfysisch rapport, 26 pagina’s formaat A4, gedateerd 29 oktober 2009; tekening nummer RI00, formaat A1, gedateerd 29 oktober 2009; tekening nummer RI01 formaat A1, gedateerd 29 oktober 2009; tekening nummer RI-DAK formaat A1, gedateerd 29 oktober 2009; brochure “Wenkenblad Toegankelijkheid Bedrijven”; kaartje “Melding aanvang werkzaamheden”; kaartje “Gereedmelding werkzaamheden”.
De bijlagen nummers 15 tot en met 19 (tekening nummers BA-110, 111, 112, 120 en 130) zijn opgenomen in het dossier sloopvergunning nummer 20090237, het gedeeltelijk slopen van een garage op het perceel Rhijnspoor 280.
Voorwaarden verbonden aan bouwvergunning nummer 20090236 Veiligheid op de bouwplaats 1. Het bouwafval moet op de bouwplaats ten minste worden gescheiden in de navolgende fracties: a gevaarlijk afval, als bedoeld in het derde lid van artikel 4 van de Regeling Europese Afvalstoffenlijst" (EURAL; Stcr. 17 augustus 2001, nummer 158, bladzijde 9); b steenwol, mits dit meer dan 1 m³ per bouwproject bedraagt; c glaswol, mits dit meer dan 1 m³ per bouwproject bedraagt; d overig afval. Indien overig afval bestaat uit meer dan één afvalstof, dan moet het worden afgevoerd naar een inrichting die bevoegd is deze afvalstoffen ongesorteerd te ontvangen. Overig afval dat uit één afvalstof bestaat, evenals de fracties bedoeld in het voorgaande lid onder a, b en c, moeten worden afgevoerd naar een bewerkingsof verwerkingsinrichting, dan wel een inzamelaar die bevoegd is deze afvalstoffen te ontvangen. Indien de totale hoeveelheid bouwafval die vrijkomt bij een bouwproject minder bedraagt dan de inhoud van één container van 10 m³, dan mag degene die bedrijfsmatig bouwwerkzaamheden verricht dit bouwafval meenemen naar zijn bedrijf voor tijdelijke opslag; (artikel 4.11 van de Bouwverordening). 2. Het bouwen en verrichten van alles wat daarmee in verband staat moet geschieden op veilige wijze, onder meer zodanig dat de nodige veiligheidsmaatregelen zijn genomen ten behoeve van de weg en de in de weg gelegen werken en de weggebruikers en ten behoeve van naburige bouwwerken open erven en hun gebruikers. (artikel 4.8 van de Bouwverordening).
pagina: 5
Behorende bij brief nummer:
3. Op een terrein, waarop een bouw- of grondwerk wordt uitgevoerd, moeten, wanneer er niet wordt gewerkt, rustpauzes tijdens de dagelijkse werktijd niet inbegrepen: a tijdelijke elektrische installaties ten behoeve van de uitvoering van de werkzaamheden, in hun geheel op zodanige wijze zijn uitgeschakeld, dat het weer in gebruik stellen van de installaties door anderen dan daar toe bevoegde personen niet zonder meer mogelijk is Deze bepaling is niet van toepassing op de voeding van een elektrische verlichtingsinstallatie of van één of meer elektrisch aangedreven bemalingspompen, indien de omstandigheden vereisen dat de voeding niet wordt onderbroken en de veiligheid voldoende is gewaarborgd; b machines en werktuigen worden achtergelaten in een zodanige toestand dat deze niet zonder meer door anderen dan de daartoe bevoegde personen in werking kunnen worden gesteld; (artikel 4.8 van de Bouwverordening). 4. Het bouwterrein moet door een doeltreffende afscheiding van de weg en van het aangrenzende open erf of terrein zijn afgescheiden indien gevaar of hinder te duchten is. De afscheiding moet zodanig zijn geplaatst en ingericht, dat het verkeer zo min mogelijk hinder ervan ondervindt en de toegang tot brandkranen en andere openbare voorzieningen, zoals leidingen, er niet door wordt belemmerd. Als het terrein niet van de weg en/of van het aangrenzende open erf of terrein is afgescheiden, moet het, wanneer er niet wordt gewerkt, worden bewaakt; (artikel 4.9 van de Bouwverordening). 5. Het is niet toegestaan een werktuig, dat schade of ernstige hinder voor de omgeving veroorzaakt of kan veroorzaken, te gebruiken; (artikel 4.10 van de Bouwverordening).
Kennisgevingen 6. Zolang de bouwwerkzaamheden niet zijn voltooid moeten alle opmetingen, ontgravingen, opbrekingen en onderzoeken worden verricht, die de unit Handhaving en Vergunningen in het kader van de controle op de naleving van het Bouwbesluit en de Bouwverordening nodig acht; (artikel 4.6 van de Bouwverordening). 7. De vergunninghouder moet aan de unit Handhaving en Vergunningen kennis geven van: a de aanvang van de werkzaamheden, ontgravingswerkzaamheden daaronder begrepen, ten minste twee werkdagen tevoren; b de aanvang van heiwerkzaamheden, ten minste twee werkdagen tevoren; c de aanvang van het storten van beton, ten minste één werkdag tevoren; (artikel 4.5 van de Bouwverordening) Indienen nadere gegevens ter goedkeuring 8. Met de uitvoering van de navolgende werkzaamheden mag niet worden begonnen alvorens de vergunninghouder uiterlijk 3 weken voor uitvoering van de werkzaamheden de nodige nadere gegevens daarvan zoals tekeningen en/of berekeningen in drievoud bij de unit Handhaving en Vergunningen heeft ingediend en een gewaarmerkt exemplaar heeft ontvangen: a de aanleg van de hemelwaterafvoer, de afmetingen en plaats van de noodafvoeren volgens goed te keuren wateraccumulatieberekening; b het storten van beton voor de gewapend betonconstructies; c het aanbrengen van de systeemvloeren; d het aanbrengen van houten constructiedelen; e het aanbrengen van de buitenkozijnen; f het aanbrengen van de stalen draagconstructies en bevestigingsmiddelen daarvan;
pagina: 6
Behorende bij brief nummer:
g
het aanbrengen van de isolatiematerialen (isolerende prefabelementen daaronder begrepen) alvorens is aangetoond dat deze voldoen aan de daaraan te stellen eisen; (artikel 4, lid 2 van het Besluit indieningsvereisten en de Bijlage onder paraaf 1.5 behorende bij dat besluit). 9. De navolgende documenten (berekeningen, tekeningen en bescheiden) dienen nog ter goed keuring te worden ingediend. Met de uitvoering van de werkzaamheden, welke voortvloeien uit en verband houden met deze documenten, mag niet worden begonnen alvorens de vergunninghouder een gewaarmerkt exemplaar ervan heeft ontvangen. De vergunninghouder dient deze documenten uiterlijk 3 weken voor uitvoering van de daaruit voortvloeiende en verband houdende werkzaamheden bij de unit Handhaving en Vergunningen in te dienen. a Een berekening van de karakteristieke geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie als bedoeld in artikel 3.2 lid 3 van het bouwbesluit; b Een onderbouwing van de in de EPC berekening gehanteerde uitgangspunten. (artikel 4, lid 2 van het Besluit indieningsvereisten en de Bijlage onder paraaf 1.5 behorende bij dat besluit). 10. Met de volgende werkzaamheden mag niet worden begonnen alvorens de vergunninghouder de nadere gegevens daarvan zoals tekeningen en/of berekeningen in drievoud bij de unit Handhaving en Vergunningen heeft ingediend en een gewaarmerkt exemplaar heeft ontvangen: a. het aanbrengen van de nodige brandslangen en overige brandblusmiddelen; b. het aanbrengen van de noodverlichtingsinstallatie en transparanten; c. het aanbrengen van de brandmeldinstallatie; d. het aanbrengen van de ontruimingsalarminstallatie; e. het aanbrengen van de mechanische ventilatie (leidingverloop, capaciteit, eventuele brandkleppen enzovoorts); f. het aanbrengen van eventuele ventilatieluiken voor rook- en warmteafvoer; het aanbrengen van de doorvoersystemen van kabels, leidingen, kanalen en dergelijke in brandwerende scheidingen (hiervan een TNO-rapport te overleggen); (artikel 4, lid 2 van het Besluit indieningsvereisten en de Bijlage onder 1.5 behorende bij dat besluit). 11. Indien bouwmaterialen of bouwdelen voorzien zijn van een kwaliteitsverklaring die is afgegeven door een deskundig onafhankelijk instituut dat is aangewezen door de minister, is dit een voldoende bewijs dat dit bouwmateriaal of bouwdeel voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit. Bouwmaterialen of bouwdelen waarvoor geen kwaliteitsverklaring is afgegeven mogen niet worden verwerkt voordat deze zijn goedgekeurd door de unit Handhaving en Vergunningen; (artikel 4, lid 2 van het Besluit indieningsvereisten en de Bijlage onder 1.5 behorende bij dat besluit). Gebruiksmelding 12. Gezien het voorgenomen gebruik van het gebouw en het aantal gebruikers is een melding in het kader van het brandveilig gebruik vereist. De gebruiksmelding dient ten minste vier weken voor aanvang van het gebruik schriftelijk ingediend te worden bij burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel. Een aanvraagformulier voor een gebruiksmelding is beschikbaar via de website van het ministerie van VROM www.vrom.nl/gebruiksbesluit. Voor nadere informatie over de indiening van de gebruiksmelding kan contact op worden genomen met de regionale Brandweer Rotterdam Rijnmond afdeling Brandveiligheid, telefoonnummer (0180 548 363). (artikel 2.12.2 van het Gebruiksbesluit). Constructie
pagina: 7
Behorende bij brief nummer:
13. De stalen constructiedelen en bevestigingsmiddelen van het bouwwerk, die zich in een vochtig milieu bevinden, moeten zodanig zijn behandeld dat zij voldoende bestand zijn tegen vocht- en temperatuursinvloeden, corrosie en bederf; (artikel 2.1. van het Bouwbesluit). 14. Een uiterste grenstoestand van een bouwconstructie waarvan het bezwijken leidt tot het onbruikbaar worden van een rookvrije vluchtroute, wordt gedurende 30 minuten niet overschreden bij de volgens NEN 6702 bepaalde bijzondere belastingscombinaties die kunnen optreden bij brand. (artikel 2.9 van het Bouwbesluit) Geluidwering 15. De uitwendige scheidingsconstructie die de scheiding vormt tussen een verblijfsgebied en de buitenlucht, heeft een volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering die niet kleiner is dan het verschil tussen de geluidsbelasting zoals gedefinieerd in de Wet geluidhinder en bepaald volgens reken- en meetvoorschriften van de Wet geluidhinder van die scheidingsconstructie en 40 dB in geval van weg- of spoorweglawaai, met een minimum van 20 dB. Deze berekening dient nog ter goedkeuring te worden ingediend; (artikel 3.2 van het Bouwbesluit). EPC-berekening 16. De energieprestatiecoëfficiënt als bedoeld in artikel 5.12 van het Bouwbesluit, wordt bepaald volgens NEN 2916. Bij het bepalen van de energieprestatiecoëfficiënt van de gebruiksfunctie is voor de coëfficiënt voor koeling de waarde 4 aangehouden en voor de factor waarmee compensatie voor toelaatbaar energiegebruik voor ventilatie wordt gerealiseerd, de waarde 135. Bij het bepalen van de energieprestatiecoëfficiënt mogen een toiletruimte, een badruimte, een meterruimte, een opstelplaats voor een warmwatertoestel en een opstelplaats voor een stooktoestel buiten beschouwing blijven. De onderbouwing van de gehanteerde uitgangspunten van de EPC-berekening dient nog ter goedkeuring te worden ingediend; (artikel 5.11 tot en met 5.13 van het Bouwbesluit). Brandveiligheid 17. Een brandcompartiment heeft een gebruiksoppervlakte van maximaal 1000 m2, tenzij kan worden aangetoond dat de gekozen oplossing op zijn minst gelijkwaardig is. (artikel 2.103 van het Bouwbesluit) 18. Een constructie-onderdeel heeft aan de zijde die niet grenst aan de buitenlucht, een volgens NEN 6065 bepaalde bijdrage tot brandvoortplanting die voldoet aan de in tabel 2.91 aangegeven klasse. (artikel 2.92 van het Bouwbesluit) 19. Doorvoeringen mogen de benodigde brandwerendheid van een scheidingsconstructie niet aantasten. Van het toe te passen afdichtingssysteem moet een TNO-rapport ter goedkeuring worden overgelegd. (artikel 2.104 van het Bouwbesluit) 20. Vluchtdeuren en (nood)uitgangen moeten in de vluchtrichting draaien en te allen tijde gemakkelijk bereikbaar zijn en moeten aan de zijde waarvan men de deur nadert om het gebouw te verlaten kunnen worden geopend, zonder gebruik te maken van losse voorwerpen zoals sleutels en dergelijke. 21. Een op grond van artikel 2.6.9 in een bouwwerk aanwezige vluchtrouteaanduiding voldoet aan het gestelde in NEN 6088, uitgave 2002.
pagina: 8
Behorende bij brief nummer:
Een vluchtrouteaanduiding is goed zichtbaar en voldoende herkenbaar aangebracht. (artikel 2.3.7 van het Gebruiksbesluit) 22. In het gehele gebouw (bestaande showroom en nieuw kantoor) moet een hand brandmeldinstallatie worden aangebracht. Voor de installatie dient een programma van eisen, als bedoeld in NEN 2535, uitgave 1996, en NEN 2535/A1 uitgave 2002 ter goedkeuring te worden overlegd. (artikel 2.2.1 van het Gebruiksbesluit) 23. In het gehele gebouw (bestaande showroom en nieuw kantoor) moet een ontruimingsalarminstallatie van het type B (luid) worden aangebracht. Daar waar sprake is van samenvallende vluchtwegen voorzien van detectie en automatische ontruiming. Deze installatie moet voldoen aan het gestelde in NEN 2575, uitgave 2004. Voor de installatie dient een programma van eisen, als bedoeld in NEN 2575, uitgave 2004, ter goedkeuring te worden overlegd. (artikel 2.3.6. van het Gebruiksbesluit) 24. In het gebouw worden brandslanghaspels aangebracht. Het aantal brandslanghaspels is zodanig dat de loopafstand tussen een brandslanghaspel en elk punt van de vloer van een gebruiksfunctie niet groter is dan de lengte van de brandslang, vermeerderd met 5 meter. Dit geldt niet voor de vloer van een niet in een verblijfsgebied gelegen ruimte, die vanaf de toegang van de gebruiksfunctie niet door besloten ruimten kan worden bereikt. (artikel 2.191 en 2.192 van het Bouwbesluit)
pagina: 9