Schoolplan 2015-2019
1
Inhoud Inleiding ..................................................................................... 4 Missie, waarden, visie CPOB ........................................................... 4 Strategische thema’s ...................................................................... 8 1. Visie en beleid ............................................................................. 9 Context ...................................................................................... 9 1.1 Wat is onze visie op dit domein? ................................................... 9 Uitgangspunten ............................................................................. 10 1.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................ 11 1.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? .................................... 13 2. Leiderschap en management ......................................................... 14 Context ..................................................................................... 14 2.1 Wat is onze visie op dit domein? .................................................. 14 2.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................ 14 3. Personeel ................................................................................. 15 Context ..................................................................................... 15 3.1 Wat is onze visie op dit domein? .................................................. 15 3.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................ 16 3.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? .................................... 18 4. Cultuur en klimaat ...................................................................... 19 Context ..................................................................................... 19 4.1 Wat is onze visie op dit domein? .................................................. 19 4.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................ 20 4.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? .................................... 20 5. Middelen en voorzieningen............................................................ 21 Context ..................................................................................... 21 5.1 Wat is onze visie op dit domein? .................................................. 21 5.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................ 21 5.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? .................................... 22 6. Management primaire processen ..................................................... 23 Context ..................................................................................... 23 6.1 Wat is onze visie op dit domein? .................................................. 23 6.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................ 25 6.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? .................................... 26 7. Management secundaire processen .................................................. 27 Context ..................................................................................... 27 7.1 Wat is onze visie op dit domein? .................................................. 27 7.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................ 28 7.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? .................................... 28 8. Waardering personeel .................................................................. 29 Context ..................................................................................... 29 8.1 Wat is onze visie op dit domein? .................................................. 29 8.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................ 29 2
8.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? .................................... 29 9. Waardering klanten ..................................................................... 31 Context ..................................................................................... 31 9.1 Wat is onze visie op dit domein? .................................................. 31 9.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................ 31 9.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? .................................... 32 10. Waardering maatschappij ............................................................ 33 Context ..................................................................................... 33 10.1 Wat is onze visie op dit domein? ................................................ 33 10.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ............................... 33 10.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? .................................. 33 11. Resultaten en opbrengsten .......................................................... 34 Context ..................................................................................... 34 11.1 Wat is onze visie op dit domein? ................................................ 34 11.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ............................... 34 11.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? .................................. 35 12. Planning ................................................................................. 36 12.1 Thema's .............................................................................. 36 12.2 Planning in de tijd .................................................................. 39 Bijlage 1: Omschrijving van de leerlingpopulatie. . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . 41 Bijlage 2: Kerndoelen en ons methodisch aanbod. . . . . . . . . . . . . . . . . … . ..42 Bijlage 3: Urentabel. . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . ….46 Bijlage 4: Schoolondersteuningsprofiel . .. . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . .48 Bijlage 5: Kwaliteitszorg gebaseerd op het INK-model . . .. . . . . . . . . . . . . . .67 Bijlage 6: Formulier Instemming en vaststelling schoolplan . .. . .. . . .. . . . . . 68
3
Inleiding Voor u ligt het Schoolplan van de Freule van Pallandtschool. Met dit plan zetten we de koers uit tot en met 2019 en willen we medewerkers, ouders en andere belangstellenden laten zien wat onze ambities zijn en vanuit welke waarden we deze willen realiseren. “Best Bijzonder” is het motto van de stichting CPOB, waar wij deel van uitmaken. Het geeft aan dat CPOB ook in de toekomst vanuit christelijke uitgangspunten een onderwijsorganisatie wil zijn waar het voor iedereen plezierig is om te leren en te werken, waar goed onderwijs wordt gegeven en waar we samen met alle betrokkenen een open dialoog voeren ter versterking van onze verbondenheid en kwaliteit. CPOB wil betekenisvol en onderscheidend zijn en blijven en dat realiseren door vanuit de visie de kinderen die aan ons zijn toevertrouwd centraal te stellen. Ons handelen is gericht op “groeien en leren”, daarbij rechtdoend aan de eigenheid van elke leerling. Het toekomstig beleid geeft ook ruimte voor vernieuwingen en voor investeringen in het andere belangrijke kapitaal van de school: de medewerkers. We willen daarbij open staan voor onze omgeving, ruimte bieden aan verschillen, samen werken met de ouders en relevante partijen om zo samen ons onderwijs “Best Bijzonder” te maken. Het schoolplan 2015-2019 is een eerste uitwerking van die ambitie, duidelijk zal zijn dat keuzes die nu gemaakt en uitgewerkt zijn ook in de periode na 2019 zullen doorwerken in ons beleid en in ons handelen. Samen werken we zo aan een onderwijsorganisatie waar kinderen met plezier leren en medewerkers met passie hun werk doen; een onderwijsorganisatie die onderscheidend is in kwaliteit en levensbeschouwing. Dit beleidsplan is daarom richtinggevend voor het toekomstig handelen binnen de school en de stichting CPOB.
Neerijnen, 17 juli 2015 Annette Halma-Molegraaf directeur
4
5
Missie, waarden, visie CPOB Missie De missie geeft aan waarom we er zijn als CPOB-school, waar we voor staan en waarom we “Best en Bijzonder” zijn. De onderwijsorganisatie CPOB staat voor:
Uitdagend en toekomstbestendig onderwijs dat inspeelt op talenten van leerlingen
Onderwijs dat BOEIT
Christelijke uitgangspunten en persoonlijke betrokkenheid
Waarden Om de missie te realiseren is een zestal waarden geformuleerd. Deze waarden geven aan wie we zijn, hoe we door anderen herkend willen worden en wat we belangrijk vinden. Vanuit onderstaande waarden willen we missie en visie realiseren: 1. Kwaliteit: het blijven ontwikkelen van ons vakmanschap en onze professionaliteit. 2. Ontwikkeling: het benutten van talenten; we willen blijven leren en groeien. 3. Passie en plezier: we zijn enthousiast, staan positief in het leven en ons werk 4. Respect: goed omgaan met verschillen, luisteren en elkaar helpen 5. Ethiek, verantwoordelijkheid: geven en nemen, het verschil willen maken, duurzaamheid 6. Gemeenschap en samenwerking: open staan voor anderen, voor elkaar zorgen, verbondenheid
6
Visie Met de visie wordt aangegeven hoe we als CPOB-school vanuit de waarden inhoud willen geven aan de missie: welke keuzes we maken voor de komende vier jaar en welke strategieën we hanteren om dat te bereiken. Met andere woorden de visie geeft aan hoe de school er eind 2019 uitziet. Visie CPOB 2015-2019 Op CPOB-scholen ontwikkelen kinderen hun talenten vanuit een positief zelfbeeld en een daarbij passende autonomie. Medewerkers nemen actief deel aan de “lerende CPOB-organisatie”, hebben hoge verwachtingen van de leerlingen en geven onderwijs dat boeit. Onderwijs dat past bij de mogelijkheden van de leerling en bij de vaardigheden die in de 21-ste eeuw nodig zijn. CPOB-scholen bieden de leerlingen een veilige leer- en leefomgeving. Een omgeving waarin respect, verantwoordelijkheid en duurzaamheid tot uitdrukking komen in de omgang met elkaar en met de leefomgeving. We gaan ervan uit dat kinderen “willen leren” en door ons onderwijs stimuleren we dat er een passie ontstaat voor levenslang leren.
7
Strategische thema’s
Boeiend (opbrengstgericht) onderwijs
Ouderbetrokkenheid
ICT/Social Media/ouderportal
Passend Onderwijs/Talentontwikkeling (o.a. meer en hoogbegaafdheid)
Brede vorming, techniek en cultuur
Kwaliteitszorg, planmatige cyclus, jaarlijkse zelfevaluatie
Professionalisering (directieleden, OOP en OP)
Lerende organisatie
Samenwerken met de omgeving
Bovenstaande thema’s zijn in overleg met diverse geledingen binnen CPOB vastgesteld en worden in dit schoolplan vertaald in concrete doelen en activiteiten.
8
1. Visie en beleid Context De maatschappij stelt hoge eisen aan het onderwijs. Er wordt gevraagd om leerlingen te laten kennismaken met wetenschap en techniek; er is discussie over de rol van ICT in het onderwijs en ouderbetrokkenheid wordt steeds belangrijker. De maatschappij wordt daarbij ook steeds kritischer op de leeropbrengsten. De maatschappelijke eisen nemen ook nog op een andere manier toe. Nu passend onderwijs per wet geregeld is, hebben we ‘zorgplicht’ en goede samenwerking met ketenpartners is daardoor cruciaal geworden. Daarnaast hebben we vanwege het feit dat er minder kinderen geboren worden, te maken met een krimpende markt. 1.1 Wat is onze visie op dit domein? De Missie van de Freule van Pallandtschool luidt als volgt: “Wij willen dat uw kind elke dag met plezier naar school gaat en veel leert” Wij beloven hiermee…
Elk kind te zien
Te zoeken naar hoe we de kinderen gelukkig kunnen laten zijn
Alles uit de kast te halen om kinderen veel te leren
Dit alles met als uitgangspunt ons geloof in God en de daarbij behorende christelijke normen en waarden
Wat bedoelen we hiermee?
Elk kind te zien. Wij willen een klas niet uitsluitend zien als een groep, maar we willen ook oog hebben voor het individuele kind. Observaties in en buiten de klas vormen hiervoor de basis.
Te zoeken naar hoe we de kinderen gelukkig kunnen laten zijn. Onze kinderen leven in een steeds complexer wordende wereld. Er komt veel op hen af, zowel in het gezin als op school en in de maatschappij. Om tot optimaal leren te kunnen komen, is het belangrijk dat een kind lekker in zijn of haar vel zit. Dit gaat niet altijd vanzelf. Als team willen we graag samenwerken met u als ouders om te zoeken naar wat nodig is om uw kinderen gelukkig te laten zijn.
Alles uit de kast te halen om kinderen veel te leren. Ons uitgangspunt is dat het onze plicht is kinderen voor te bereiden op de maatschappij en dat ze hiervoor veel moeten kennen en kunnen. Het is onze taak om te zoeken naar hoe we kinderen zoveel mogelijk kunnen laten leren. Hiervoor zijn we steeds op zoek hoe we ons onderwijs kunnen verbeteren.
Dit alles met als uitgangspunt ons geloof in God en de daarbij behorende christelijke normen en waarden. We vertellen de verhalen uit de Bijbel, het 9
Woord van God. We willen de kinderen vertellen van Gods liefde voor ons mensen. Daarnaast hanteren we in de school de christelijke normen en waarden t.a.v. omgangsvormen, houding, regels en afspraken en taalgebruik. Uitgangspunten Kernwaarden van onze school zijn… Respect, Enthousiasme en Verantwoordelijkheid Respect is voor ons een van de belangrijkste uitgangspunten van ons onderwijs. Als er wederzijds respect is tussen kinderen, ouders en leerkrachten, maar ook voor de wereld om ons heen, zullen we steeds op zoek zijn naar manieren waardoor we op een prettige, open en opbouwende manier met elkaar omgaan. Enthousiasme staat bij ons voor passie, het werken vanuit ons hart. Hierdoor willen we een plek creëren waar met plezier gewerkt wordt en waar kinderen, leerkrachten en ouders positiviteit uitstralen. Vanuit verantwoordelijkheid voor elkaar willen we kinderen graag kansen bieden, die de kinderen op hun beurt kunnen nemen. Het doel daarvan is dat ze leren zelfstandig in de wereld te staan. Vormgeving van ons onderwijs In het licht van de maatschappelijke eisen wordt het des te duidelijker dat het onze taak is om goed onderwijs te bieden aan leerlingen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Om dit zo goed mogelijk te kunnen doen, maken we gebruik van een aantal principes: Model directe instructie Handelings- en opbrengstgericht werken Zelfstandig werken en differentiatie Onze leerlingen komen binnen met grote verschillen in taalvaardigheid en grote verschillen in culturele achtergrond (zie ook bijlage 1: omschrijving van de leerlingpopulatie). Wij waarderen deze verschillen, ook omdat we ze kunnen gebruiken om de leerlingen voor te bereiden op een samenleving waarin mensen verschillend zijn qua geloof, cultuur en intellectuele vermogens. Toch is het een uitdaging om vanuit deze verschillen te komen tot samenwerking. Het is voor onze leerlingen belangrijk om te leren zelfstandig te werken en verantwoordelijkheid te dragen. We willen onze leerlingen leren 21st Century Skills te hanteren om hun weg te vinden in de moderne
10
kennissamenleving. We streven naar een school waar iedereen gewaardeerd wordt en waar kansen zijn voor alle leerlingen. Binnen ons onderwijs is veel aandacht voor uitbreiding van de woordenschat, technisch- en begrijpend lezen. Nieuwe methodes voor taal/spelling en aanvankelijk lezen kunnen dit nog versterken. Ook besteden we extra aandacht aan rekenen. In de groepen 7 en 8 krijgen de leerlingen minimaal één uur per week Engels. We streven naar een integraal kwaliteitsbeleid. We gebruiken het INK-model om de beleidsterreinen te organiseren en voeren onze beleidsplannen uit volgens de stappen van de Deming-cyclus. De mening van onze stakeholders is belangrijk bij het maken van onze keuzes voor het beleid. We luisteren hier actief naar, nemen deze mee in onze overwegingen, maar zoeken wel steeds naar de haalbaarheid binnen de weg die we als school willen gaan. Ons beleid is gericht op optimale kansen voor ieder kind. Binnen het jaarklassensysteem werken we gedifferentieerd aan de door de overheid vastgestelde kerndoelen. We werken gestructureerd en planmatig aan kwaliteitsverbetering. We willen graag meer samenwerken met peuterspeelzalen om de doorgaande leerlijnen te waarborgen. Samenwerken met scholen voor voortgezet onderwijs is binnen onze regio lastiger, omdat leerlingen uitwaaieren in de regio zowel naar Zaltbommel, Geldermalsen als Culemborg en zelfs naar Gorinchem. Wij onderhouden externe contacten met partners in de regio en samen met de overige organisaties binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin Neerijnen bieden wij ouders ondersteuning bij de opvoeding van hun kind. We vinden het belangrijk dat ouders betrokken zijn bij de school en dat er een goed contact is tussen ouders en school. We willen in een communicatieplan beschrijven op welke wijze wij onze naamsbekendheid uitdragen en hoe wij communiceren met betrokkenen. Onze school is een school die te maken heeft met krimp. Toch is het mogelijk dat we de komende jaren weer meer leerlingen krijgen via kwaliteitsverbetering en een versterking van de naamsbekendheid. 1.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? Hieronder een overzicht waar we staan met betrekking tot onze doelstellingen. Hieruit volgt waar we de komende periode aan gaan werken: alle doelstellingen die nog niet op groen staan. Factor
PI
Doel
S
visionair
waardengestuurd
Het identiteitsbeleid van CPOB is geïmplementeerd
11
9
Toelichting Documenten visionair
Uitvoering conform het identiteitsbeleid van CPOB, waarbij we gebruik maken van de methode Kind op Maandag. Schoolgids 2014-2015 In partnerschap
Ouderbetrokkenheid, in de breedste zin van het woord, is op de Freule van Pallandtschool aantoonbaar geïmplementeerd.
4
Opmerking
November 2014 heeft Karin Fluitsma het onderzoek ouderbetrokkenheid uitgevoerd. Uit het rapport is naar voren gekomen dat het voor onze school belangrijk is ons te richten op de volgende twee standaarden: ondersteunen van leerlingresultaten en effectief communiceren.
Toelichting
De school benut alle kansen om ouders als partners te betrekken. Dat overstijgt de wettelijke verplichtingen (MR ed). Twee standaarden van ouderbetrokkenheid zijn geïmplenteerd.
Documenten visionair
Onderzoeksrapport ouderbetrokkenheid 2014 Ketengeörienteerd
De Freule van Pallandtschool werkt met partners aan een integraal pakket voor 0- tot 12- jarigen.
0
Opmerking
Er wordt op dit moment wel contact opgenomen met kinderdagverblijven rondom individuele leerlingen. Van de peuterspeelzaal in Opijnen krijgen we een overdrachtformulier van de kinderen. Er is nog geen structureel contact om de doorgaande lijn te waarborgen.
Toelichting
De school werkt als een geheel integraal kindcentrum of biedt met partners een integraal pakket aan voor de 0-tot 12-jarigen. Vold.: doorgaande ontwikkelingslijn in nauwe samenwerking met peuterspeelzaal, 3+ groep en kinderopvang. Er zal in de komende 4 jaar actief contact en samenwerking gezocht worden met de toeleverende kinderdagverblijven en peuterspeelzalen.
visionair
Profielgericht
De Freule van Pallandtschool beschikt over een eigen schoolprofiel (merk) en draagt dat uit.
10
Opmerking
Het uitdragen gebeurt d.m.v. de nieuwsbrief, communicatie met ouders, krantenartikel, schoolgids e.d. Ook bieden we ouders regelmatig de mogelijkheid in de school te komen kijken, bijv. Kanjermiddag en tentoonstelling creamiddagen.
Toelichting
De school benadrukt geregeld het eigen profiel door activiteiten binnen school, met/richting ouders en de wijk/stad. De activiteiten worden gedocumenteerd, bijv. in het jaarverslag. Wij als school gaan ons profileren op de gebieden: Kanjertraining, Boeiend Onderwijs en Creativiteit.
visionair
Profielgericht
Op de Freule van Pallandtschool zijn tenminste twee kenmerken van ‘Boeiend Onderwijs’ herkenbaar in het onderwijsaanbod aan de leerlingen
5
Opmerking
In het schooljaar 2014-2015 heeft het team samen met Jan Bisschops (Natuurlijk Leren|) leren werken met systeemdenken d.m.v. het werken met mindmappen, GPG's relatiecirkels en causale lussen. Leerkrachten werken wekelijks in hun eigen groep met de verschillende werkvormen, waarbij ze ook ondersteuning hebben gekregen van Jan Bisschops. Het eerste kenmerk, werken met meerdere werkvormen moet wel onderhouden en geborgd worden. T.a.v. het tweede kenmerk moet in overleg met het team nog een keuze worden gemaakt.
Toelichting
Voor de de kenmerken van boeiend onderwijs; meervoudige intelligentie, werken met meerdere didactische werkvormen, rijke leeromgeving en breinleren, wordt een paragraaf opgenomen in het schoolplan (INK domein 6; didactisch concept). In het schooljaar 20142015 zijn wij gestart met 'Boeiend Onderwijs'. In dit schooljaar hebben we ons gericht op systeemdenken d.m.v. het werken met mindmaps, GPG's, relatiecirkels en causale lussen. Wij willen ons de komende vier jaar richten op de kenmerken: 1. Meerdere didactische werkvormen 2. T.a.v. het tweede kenmerk moet in overleg met het team de keuze nog gemaakt worden.
Beleidsmatig
Integraal en cyclisch
De Freule van Pallandtschool werkt aan de hand van een integrale en cyclische kwaliteitszorg.
12
6
Opmerking
De cyclus wordt in de school gebruikt, maar kan nog versterkt worden. Met name het onderdeel evaluatie verdient aandacht. We willen als school ook graag gebruik gaan maken van een ander instrument dan WMK. De kleinschaligheid van de school zorgt ervoor dat de vragenlijsten op basis van één afwijkende uitslag al een vertekend beeld kan geven.
Toelichting
Alle verbeter- en bewaakacties worden in eigen PDCA-cyclus doorlopen (conform Handleiding kwaliteitszorg). Alle betrokkenen zijn in de stappen actief meegenomen. Zo veel mogelijk zijn verbanden gelegd tussen doelen. Het team ontvangt min. 2x p.j. overzicht van alle trajecten.
Beleidsmatig Toelichting
Gericht op imago
De Freule van Pallandtschool voert actief PR-beleid om het gewenste imago te versterken.
Doorlopende archivering van PR en jaarlijkse reflectie op activiteiten. Wij als school zullen ons de komende vier jaar gaan richten op het versterken van de contacten met ouders, waardoor zij ambassadeurs van de school kunnen worden. Verder actief beleid t.a.v. nieuwe leerlingen d.m.v. flyeren, open ochtenden en het zoeken van publiciteit via regionale kranten.
1.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? Onderstaande doelstellingen zijn de doelstellingen die nog niet op groen staan en daarom opgenomen zullen worden in de actieplannen die we, na het samenstellen van dit schoolplan, gaan opstellen. In het overzicht zijn de doelstellingen gekoppeld aan thema's, die in het hoofdstuk 'Planning' zijn uitgewerkt. Doel
Thema
Ouderbetrokkenheid, in de breedste zin van het woord, is op de Freule van Pallandtschool aantoonbaar geïmplementeerd.
Ouderbetrokkenheid
De Freule van Pallandtschool werkt met partners aan een integraal pakket voor 0- tot 12- jarigen.
Professionele organisatie
Op de Freule van Pallandtschool zijn tenminste twee kenmerken van ‘Boeiend Onderwijs’ herkenbaar in het onderwijsaanbod aan de leerlingen
Boeiend Onderwijs
De Freule van Pallandtschool werkt aan de hand van een integrale en cyclische kwaliteitszorg.
Professionele organisatie
De Freule van Pallandtschool voert actief PR-beleid om het gewenste imago te versterken.
Profilering
13
3
2. Leiderschap en management Context Goed schoolleiderschap is van vitaal belang. Politiek en sociale partners hebben het schoolleidersregister voor het primair onderwijs opgezet. Elke schoolleider zal binnen nu en vier jaar moeten voldoen aan de hiervoor vastgestelde registratie-eisen. Dit is opgenomen in de CAO voor het Primair Onderwijs. 2.1 Wat is onze visie op dit domein? Het accent op goed leiderschap vinden wij een goede zaak. We vinden het belangrijk dat er sprake is van transparant, betrouwbaar en zichtbaar leiderschap. Er moet sprake zijn van open communicatie, hetgeen ten goede komt aan inspraak en andere input. Het onderwijskundig leiderschap moet op een inspirerende manier vorm krijgen en moet ondernemend en innovatief zijn. De schoolleiding bestaat uit de directeur, de onder- en de bovenbouwcoördinator en de intern begeleider. Maandelijks is er overleg tussen de intern begeleider en de directeur. Onderwerp van gesprek is dan de leerlingzorg. Ook is er maandelijks overleg met het de bouwcoördinatoren. Hierbij komen zaken als personeel en schoolontwikkeling aan de orde. Daarnaast zijn er overlegmomenten waarbij zowel bouwcoördinatoren als intern begeleider aanwezig zijn. We vinden het belangrijk dat de schoolleiding weet wat er leeft, dat zij op de hoogte is van het functioneren (via een vaardigheidsmeter), de ambities en het welbevinden van de medewerkers, zowel op het persoonlijke als op het professionele vlak. De schoolleiding ziet het als haar belangrijkste taak verantwoordelijkheden op de juiste plaats te beleggen. Leerkrachten moeten bezig kunnen zijn met onderwijs; zaken daaromheen moeten zo gecoördineerd en verdeeld worden, dat de werkdruk acceptabel blijft en dat voor de leerkrachten de prioriteit bij het primaire proces ligt. De schoolleiding stuurt op opbrengstgericht werken. We evalueren de resultaten van de leerlingen twee maal per jaar en maken afspraken over te behalen doelen. De schoolleiding is verantwoordelijk voor de borging van afspraken en procedures. De Schoolplanmonitor is voor de kwaliteitszorg ons digitale stuurmiddel. 2.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? De schoolleider staat sinds 2015 geregistreerd in het Schoolleidersregister PO. In het kader van haar herregistratie in 2019 werkt zij aan haar professionele ontwikkeling.
14
3. Personeel Context Een blik op de lerarenagenda 2013-2020 leert ons waar de uitdagingen voor leraren voor de komende jaren liggen. De school als lerende organisatie en permanente scholing. En ook: het lerarenregister. Daarvan is de verwachting dat het de komende jaren wordt ingevoerd, grotendeels analoog aan het schoolleidersregister. Daarbij wordt er na 2015 een verdere vernieuwing verwacht van de CAO Primair Onderwijs. De afspraken in de huidige CAO primair onderwijs zullen beleidsmatig moeten worden vertaald naar de medewerkers van stichting CPOB. Het betreft diverse onderwerpen, waaronder: professionalisering, werkdruk, duurzame inzetbaarheid en medezeggenschap. 3.1 Wat is onze visie op dit domein? Wij willen ons steeds meer ontwikkelen richting een lerende organisatie. We hebben ons uitgesproken te willen werken aan hoge verwachtingen van onszelf en van elkaar. We zien het als een uitdaging elkaar aan te kunnen spreken op deze verwachtingen. Het ontwikkelen van reflectie op eigen handelen is hiervoor noodzakelijk. Ook willen we vanuit een open sfeer werkwijzen als collegiale consultatie en intervisie leren hanteren. Dit alles om onszelf en elkaar uit te dagen te excelleren in ons vak. Vervangers en nieuwe medewerkers willen we zorgvuldig inwerken. Er is stichtingsbeleid ontwikkeld dat gericht is op de evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding. Binnen ons team maken we gebruik van specifieke competenties en affiniteiten, zodat er een breed scala aan specialisten op velerlei gebied kan worden ingezet. Met name in de groepen 1 t/m 4 wordt een onderwijsassistente ingezet. Een andere onderwijsassistente wordt ingezet voor de begeleiding van kinderen met een plusarrangement. We werken met een digitaal bekwaamheidsdossier (Cupella) waarbinnen de persoonlijke ontwikkeling van teamleden is opgenomen. De teamleden van de Freule van Pallandtschool nemen deel aan de CPOB-academie, waar leerkrachten zich kunnen ontwikkelen op gebied van eigen keuze. De directie zal teamleden meer gaan uitdagen richting onderwerpen die passen bij de schoolontwikkeling. Daarnaast werken we teambreed aan verbetertrajecten. Om leerkrachten te volgen in hun functioneren, volgen we de gesprekscyclus van CPOB. Deze beslaat in twee jaar tijd de volgende gesprekken: 1. Het functioneringsgesprek. Dit is de start van de cyclus, waarin afspraken gemaakt 15
worden voor de komende twee jaar. Het functioneringsgesprek is een gelijkwaardig gesprek; een dialoog. 2. Het voortgangsgesprek. Hierin staan de voortgang van de gemaakte afspraken, de voortgang in de groep en persoonlijke ontwikkeling van een medewerker centraal. Het minimum aantal voortgangsgesprekken per beoordelingstijdvak is één, maar indien gewenst of nodig mogen dit er altijd meer zijn. Ook het voortgangsgesprek is een gelijkwaardig gesprek. 3. Het beoordelingsgesprek. Dit gesprek heeft een meer eenzijdig karakter waarbij de leidinggevende een waardering uitspreekt over het functioneren van de werknemer in de voorgaande twee jaar. Daarnaast worden afspraken gemaakt voor de komende beoordelingsperiode. Naast de drie formele gesprekken vormen de feedback- en afstemmingsmomenten tussen leidinggevende en werknemer in de dagelijkse praktijk een belangrijke rol in de gesprekscyclus. De tweejarige cyclus geldt voor alle medewerkers van CPOB met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Voor medewerkers met een contract voor bepaalde tijd geldt een verkorte doorlooptijd. Kansen bieden aan mogelijk nieuwe collega's vinden we belangrijk. We bieden daarom stageplaatsen aan PABO- en ROC-studenten. Een Interne Coach Opleidingen zorgt voor goede afspraken tussen de school en de opleiding. 3.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? Hieronder een overzicht waar we staan met betrekking tot onze doelstellingen. Hieruit volgt waar we de komende periode aan gaan werken: alle doelstellingen die nog niet op groen staan. Factor
PI
Doel
S
Competentiegericht
Bekwaam
Iedere medewerker heeft een actueel bekwaamheidsdossier volgens het beleid van CPOB.
Opmerking
De gesprekscyclus is inmiddels opgestart (functioneringsgesprekken zijn gevoerd, beoordelingsgesprekken nog niet) en de bekwaamheidsdossiers worden op dit moment gevuld.
Toelichting
Dit betekent dat met alle medewerkers de afgesproken gesprekkencyclus doorlopen wordt. Bron: managementrapportage Vold.: bij 90% van medewerkers gesprek en documenten gedocumenteerd conform beleid. (1/2-jaarlijks)
Competentiegericht
Bekwaam
Eind 2019 is 75% van de leerkrachten geregistreerd in het leraren register
Opmerking
Er zijn op dit moment nog geen leerkrachten geregistreerd.
Toelichting
Verantwoording tijdens gesprek met directie.
Competentiegericht
Ontwikkelend
Het pedagogisch-didactisch handelen van de leerkrachten is op peil conform de inspectie eisen en de betreffende ‘afstemmingsindicatoren’ in het toezichtkader zijn minimaal voldoende.
16
4
0
6
Opmerking
Hoewel de school beschikt over een basisarrangement, willen we blijven groeien. Uit onderzoek door Cor Bakker van Marant is gebleken dat de didactische vaardigheden van de leerkrachten up-to-date gebracht dienen te worden. Er zal door Cor Bakker een plan opgesteld worden om de nieuwste didactieken in de komende 1 1/2 tot 2 jaar in te gaan bedden in de school, e.e.a. door middel van teamleren. Uitgangspunt bij dit teamleren zullen de nieuwe methodes voor taal/spelling en aanvankelijk lezen zijn.
Toelichting
Middel: Leerkrachten worden min. 1 x per jaar m.b.v. een vaardigheidsmeter geobserveerd op de indicatoren voor pedagogisch-didactisch handelen van de inspectie. Norm: bij 90% van leerkrachten zijn kern- en normindicatoren op orde.
Documenten Competentiegericht
Rapport inspectie 2013; Ontwikkelend
De Freule van Pallandtschool zorgt voor planmatige begeleiding van elke startende basis- en vakbekwame leerkrachten conform het stichtingsbeleid.
0
Opmerking
Op dit moment wordt elke nieuwe leerkracht begeleid door een andere leerkracht. Hier is nog geen beleid op geschreven.
Toelichting
Centraal wordt het stichtingsbeleid herzien op basis van cao-afspraken 2014/15. Op scholen wordt de begeleiding (door directeur en ‘maatje’) bijgehouden en geregeld geëvalueerd (verslagen mogelijk in bekwaamheidsdossier).
Competentiegericht
Ontwikkelend
CPOB stimuleert het behalen van een academische graad door medewerkers. In 2019 is op schoolniveau minimaal 10% van de leerkrachten afgestudeerd aan een academische PABO of in het bezit van een master
Opmerking
De IB-er Lucia van der Pol heeft de Master SEN Taalspecialist gevolgd en afgerond. Annette Horvers heeft de Master SEN Spelial Needs gevolgd en afgerond. De bovenbouwcoördinator Gilia van Helden rondt op dit moment de Master SEN Rekenspecialist af.
Toelichting
De school heeft beleid van de stichting over hoe zij dit wil bevorderen geïmplementeerd en de mogelijkheden zijn bekend bij medewerkers.
Competentiegericht
ICT bekwaam
10
ICT wordt op minimaal twee vakgebieden ingezet als (ondersteunend) leermiddel. Sociale media worden ingezet als hulpmiddel bij het onderwijsaanbod en een leerlijn mediawijsheid (vanaf groep 5) maakt deel uit van het curriculum.
Opmerking
Bij de vakken rekenen en taal wordt gebruik gemaakt van de digitale sorftware die bij de methode hoort. Ook in de onderbouw wordt gebruik gemaakt van digitale software van de methode Kleuterplein. Voor spelling wordt gebruik gemaakt van de woordpakketten van de methode, die ingevoerd zijn in Ambrasoft. Er is nog geen doorgaande lijn mediawijsheid vanaf groep 5. Alle leerkrachten hebben een aantal jaren geleden cursussen gevolgd op het gebied van ICT.
Toelichting
Scholen hebben middels een 0-meting inzichtelijk gemaakt wat het bekwaamheidsniveau is van hun personeel t.a.v. ICT en mediawijsheid. O.b.v. deze analyse worden afspraken gemaakt over scholing en ontwikkeling richting basisbekwaam.
Betrokken
Toelichting
Verbindend
Alle medewerkers beschikken over de door de CPOB vastgestelde en door de school specifiek gemaakte ICTvaardigheden.
5
5
Er wordt beleid ontwikkeld voor verschillende leeftijdsgroepen. Jaarlijks leggen CPOB medewerkers aan hun direct leidinggevende uit welke activiteiten in het kader van professionalisering en duurzame inzetbaarheid uitgevoerd zijn.
17
3.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? Onderstaande doelstellingen zijn de doelstellingen die nog niet op groen staan en daarom opgenomen zullen worden in de actieplannen die we, na het samenstellen van dit schoolplan, gaan opstellen. In het overzicht zijn de doelstellingen gekoppeld aan thema's, die in het hoofdstuk 'Planning' zijn uitgewerkt.
Doel
Thema
Iedere medewerker heeft een actueel bekwaamheidsdossier volgens het beleid van CPOB.
Lerende Organisatie
Eind 2019 is 75% van de leerkrachten geregistreerd in het leraren register
Lerende Organisatie
Het pedagogisch-didactisch handelen van de leerkrachten is op peil conform de inspectie eisen en de betreffende ‘afstemmingsindicatoren’ in het toezichtkader zijn minimaal voldoende.
Professionele organisatie
De Freule van Pallandtschool zorgt voor planmatige begeleiding van elke startende basis- en vakbekwame leerkrachten conform het stichtingsbeleid.
Lerende Organisatie
ICT wordt op minimaal twee vakgebieden ingezet als (ondersteunend) leermiddel. Sociale media worden ingezet als hulpmiddel bij het onderwijsaanbod en een leerlijn mediawijsheid (vanaf groep 5) maakt deel uit van het curriculum.
ICT
Alle medewerkers beschikken over de door de CPOB vastgestelde en door de school specifiek gemaakte ICT-vaardigheden.
ICT
18
4. Cultuur en klimaat Context Met het actieplan ‘Basis voor Presteren’ zet de overheid in op opbrengstgericht werken, het bevorderen van excellentie en meer aandacht voor talentontwikkeling. Uit onderzoek blijkt dat opvattingen en kwaliteiten van schoolleiders en leerkrachten hierin het verschil uitmaken. Een andere ontwikkeling die te zien is, is dat ouders steeds kritischer worden op de resultaten van het onderwijs, terwijl hun eigen druk en opvoedstress toeneemt. Op dit vlak is het van groot belang dat we vanuit het onderwijs helder communiceren, zowel over wat we kunnen bieden, maar ook over waar grenzen en onmogelijkheden liggen. Een veilige, lerende organisatie. 4.1 Wat is onze visie op dit domein? Vanuit onze missie 'Wij willen dat uw kind elke dag met plezier naar school gaat en veel leert' en de kernwaarden Respect, Enthousiasme en Verantwoordelijkheid, zoals beschreven in het onderdeel Visie en Beleid, onderschrijven we op de Freule van Pallandtschool het belang van opbrengstgericht werken. Opbrengstgericht werken is niet iets wat je in je eigen lokaal in je eentje realiseert. Opbrengstgericht werken betekent voor ons 'samenwerken met ouders, collegaleerkrachten, intern begeleider en directie om uit de kinderen te halen wat er in zit'. Ook het kind eigenaar maken van het eigen proces middels kindgesprekken, zal hier steeds meer een rol in gaan spelen. We hebben ouders dus niet alleen nodig in de zin van ‘hulp bij activiteiten’, maar ook omdat onderwijs en opvoeding een zaak is van ouders en school samen. We betrekken ouders bij de school en willen zorg dragen voor heldere informatievoorziening. Ook willen we open communiceren met de OR en de MR. Op onze school zijn we ook actief als het gaat om veiligheid en sociale veiligheid. Het is belangrijk om open en respectvol met anderen om te gaan, het is nodig dat iedereen zich veilig voelt. We werken hiervoor met de methode Kanjertraining, die ons richting geeft aan hoe we met elkaar omgaan. Ook hierbij is de samenwerking tussen ouders en school van groot belang. Bij incidenten hanteren we het pestprotocol van de Kanjertraining. Ook is er stappenplan grensoverschrijdend gedrag. In de bovenbouw besteden we tevens aandacht aan cyberpesten. Al deze zaken vormen een voorwaarde om leren en excelleren mogelijk te maken!
19
4.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? Hieronder een overzicht waar we staan met betrekking tot onze doelstellingen. Hieruit volgt waar we de komende periode aan gaan werken: alle doelstellingen die nog niet op groen staan. Factor Professioneel
PI Lerend
Doel
S
CPOB formuleert de kenmerken van een lerende organisatie en stelt in een meerjarenplan vast hoe deze kenmerken zichtbaar moeten worden op school- en stichtingsniveau.
4
Opmerking
Binnen het team is men zich inmiddels bewust van de noodzaak en de positieve effecten die samenwerking tussen collega's d.m.v. gebruik maken van elkaars expertise en collegiale consultatie hebben op je eigen functioneren.
Toelichting
Beleidsplan 'CPOB als lerende organisatie'. Vooruitlopend op dit beleidsplan willen wij als school werken aan het worden van een lerende organisatie. Leerkrachten willen steeds meer gebuik gaan maken van elkaars expertise. Samenwerken en collegiale consultaties zullen hierbij speerpunten zijn.
4.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? Onderstaande doelstellingen zijn de doelstellingen die nog niet op groen staan en daarom opgenomen zullen worden in de actieplannen die we, na het samenstellen van dit schoolplan, gaan opstellen. In het overzicht zijn de doelstellingen gekoppeld aan thema's, die in het hoofdstuk 'Planning' zijn uitgewerkt. Doel CPOB formuleert de kenmerken van een lerende organisatie en stelt in een meerjarenplan vast hoe deze kenmerken zichtbaar moeten worden op school- en stichtingsniveau.
20
Thema Lerende Organisatie
5. Middelen en voorzieningen Context Adequate huisvesting is een essentiële randvoorwaarde voor het geven van kwalitatief goed en verantwoord onderwijs. Dit valt onder verantwoordelijkheid op stichtingsniveau. Daarnaast wordt de rol van ICT in het onderwijs steeds belangrijker. Dit vraagt ook de nodige investeringen en onderhoud en elke school zal hierop ook eigen beleid moeten ontwikkelen. 5.1 Wat is onze visie op dit domein? Wij onderschrijven het belang van ICT op school. We stimuleren de leerlingen op school en thuis te lezen en te leren door multimedia te gebruiken. We leren hen om de vele mogelijkheden van ICT en internet te ontdekken, maar wijzen ook op de mogelijke gevaren. We willen binnen de financiële mogelijkheden zoeken naar zoveel mogelijk onderwijsvernieuwing en de inzet van ICT. Met ingang van het cursusjaar 2015-2016 werken we op alle vakgebieden met moderne methodes (zie bijlage 3) Er is een samenwerking tussen school en bibliotheek middels het project 'Bibliotheek op school'. Naast een bestand van recente leesboeken en informatieve bronnen, geeft de leesmediacoach team en leerlingen ondersteuning bij keuze en gebruik van boeken en informatieve bronnen. De school beschikt over een uitgebreide orthotheek, waar leerkrachten uit kunnen putten om leerlingen onderwijs op eigen niveau te geven. Ook zijn hier materialen te vinden om te kunnen analyseren waar eventuele problemen van leerlingen liggen, zodat we hen weer op weg kunnen helpen. Het gebouwenonderhoud is steeds meer de verantwoording van CPOB geworden. Wel is het zo, dat wij als schoolgemeenschap de verantwoording hebben om zuinig en verstandig om te gaan met ons gebouw en de prachtige omgeving van onze school. 5.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? Hieronder een overzicht waar we staan met betrekking tot onze doelstellingen. Hieruit volgt waar we de komende periode aan gaan werken: alle doelstellingen die nog niet op groen staan. Factor
PI
Doel
S
Doelmatig
Modern
CPOB wil een structurele integratie van digitaal leermateriaal in het primaire proces om de leer-effectiviteit (verder) te verhogen. Iedere school formuleert een eigen ambitie. De school vertaalt dit in een implementatie- en investeringsplan voor onderwijs en ICT.
5
Opmerking
De school maakt gebruik van digiborden en digitale hulpmiddelen tijdens de lessen. Ook wordt gebruik gemaakt van software bij de methodes. Het computerpark van de leerlingen is 21
sterk verouderd, ook de snelheid van ons internet laat te wensen over. We zullen op korte termijn keuzes moeten maken t.a.v. de te gebruiken hardware voor de leerlingen. Inmiddels hebben twee leerkrachten de opleiding TELS afgerond. Toelichting
Doelmatig
Het gaat om beleid, actieplannen en leerprocessen aan te jagen. Integratie betekent goede software binnen onderwijsleerproces. 2-jaarlijks wordt de inzet beschreven en worden plannen geüpdatet. Samen met de leerkrachten die de opleiding TELS gedaan hebben, zal hiervoor een plan ontwikkeld worden. Veilig
De Freule van Pallandtschool beschikt over een actueel en geborgd schoolveiligheidsplan waarin ook de sociale veiligheid een plaats inneemt.
4
Opmerking
Het schoolveiligheidsplan is nog in ontwikkeling. Sociale veiligheid krijgt binnen onze school steeds meer een plek d.m.v. het werken met de methode Kanjertraining. De leerkrachten zijn opgeleid om de Kanjertraining te mogen geven aan de groepen. In het schooljaar 2015-2016 zal de herhalingscursus door het team gevolgd worden. In het schooljaar 2017-2018 zal dan de laatste herhalingscursus volgen. Hierna mag de school het predicaat Kanjerschool voeren.
Toelichting
Bron: Handleiding ‘Veilige school’ (alle beleidsstukken rondom sociaal emotionele ontwikkeling en fysieke veiligheid zijn gebundeld in deze handleiding) niet ouder dan 2 jaar elke school neemt, minimaal een keer per twee jaar, de landelijke monitor sociale veiligheid van het ITS af. Eerste moment van afname schooljaar 2015/2016. Onze school wil in januari 2018 het predicaat Kanjerschool behaald hebben.
Documenten
Kanjertraining Licenties;
5.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? Onderstaande doelstellingen zijn de doelstellingen die nog niet op groen staan en daarom opgenomen zullen worden in de actieplannen die we, na het samenstellen van dit schoolplan, gaan opstellen. In het overzicht zijn de doelstellingen gekoppeld aan thema's, die in het hoofdstuk 'Planning' zijn uitgewerkt. Doel
Thema
CPOB wil een structurele integratie van digitaal leermateriaal in het primaire proces om de leer-effectiviteit (verder) te verhogen. Iedere school formuleert een eigen ambitie. De school vertaalt dit in een implementatie- en investeringsplan voor onderwijs en ICT.
ICT
De Freule van Pallandtschool beschikt over een actueel en geborgd schoolveiligheidsplan waarin ook de sociale veiligheid een plaats inneemt.
Veilig en vertrouwd
22
6. Management primaire processen Context Er zijn drie ontwikkelingen die van directe invloed zijn op het primair proces. Allereerst de talentontwikkeling. Dit thema is benoemd in het bestuursakkoord van de PO-Raad. De overheid stelt extra gelden beschikbaar voor vroegtijdige signalering van talenten en het investeren in talentontwikkeling, met name om te zorgen dat ook de leerlingen die hoogbegaafd zijn, kunnen excelleren. Het tweede thema betreft de leergroei. De overheid investeert in ontwikkelingen waarbij scholen nog meer dan voorheen hun onderwijs gaan afstemmen op de ontwikkeling van leerlingen en leergroei over langere perioden zichtbaar gaan maken. Het derde thema is wetenschap en techniek. De overheid heeft als doelstelling dat in 2020 op alle basisscholen structureel aandacht wordt besteed aan wetenschap en technologie. Om dit te bereiken wordt door de overheid budget vrijgemaakt. 6.1 Wat is onze visie op dit domein? Talentontwikkeling en leergroei Op onze school werken we met het jaarklassensysteem. Ondanks dit jaarklassensysttem stemmen we middels handelingsgericht werken het onderwijsaanbod in de klassen zoveel mogelijk af op de onderwijsbehoeften van ieder kind. De centrale vraag is: welke benadering, aanpak, ondersteuning, instructie etc. heeft dit kind nodig? We richten ons niet zozeer op wat er mis is met een kind, maar meer op wat het nodig heeft om bepaalde doelen te bereiken en welke aanpak een positief effect heeft. De leerkracht organiseert dit maatwerk groepsgewijs met behulp van groepsplannen. In de groepsplannen verantwoordt de leerkracht de aanpak of aanpassingen voor ieder groepje leerlingen. De leerkracht volgt de ontwikkeling van iedere leerling door middel van observaties, methodegebonden toetsen en niet-methodegebonden toetsen. De bevindingen en conclusies worden regelmatig beschreven in het groepsplan. Op die manier wordt een aanpak voor een leerling tijdig aangepast als dat nodig blijkt te zijn.
Drie keer per jaar gaat de leerkracht samen met de intern begeleider om tafel om de ontwikkeling van de leerlingen te bespreken in de zogenaamde groepsbespreking. De leerkracht verantwoordt de behaalde resultaten en bespreekt met de intern begeleider welke acties er ondernomen gaan worden in de nieuwe periode. Tijdens de groepsbespreking worden ook de streefdoelen op groepsniveau geëvalueerd. Door de ontwikkeling van de leerlingen en de groep op deze manier te volgen èn door tijdig in te springen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen, wordt een zo hoog mogelijke leeropbrengst bereikt, opbrengstgericht werken.
23
Zelfstandig werken en differentiatie Het doel van zelfstandig werken is het mogelijk maken van een werkhouding bij leerlingen waarbij zij zelf de verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen werk: zij maken zelf hun weekplanning en vinden zelf oplossingen voor problemen tijdens het werken. Deze werkhouding is een pedagogisch ideaal, dat aansluit bij het leven in onze maatschappij. Daarnaast is het in de klas ook organisatorisch noodzakelijk dat leerlingen zelfstandig kunnen werken. Wanneer een groep in staat is om zelfstandig te werken en zelf problemen op te lossen, heeft de leerkracht rust en ruimte om individuele leerlingen of een klein groepje leerlingen te begeleiden. Zelfstandig werken moet worden aangeleerd. In een doorgaande lijn hebben we voor de verschillende groepen beschreven aan welke aspecten van zelfstandig werken zij in dat jaar werken. Leerlingen verschillen onderling in hun behoefte aan instructie. We organiseren ons onderwijs passend bij de behoefte van het kind met behulp van de groepsplannen. In de praktijk van het lesgeven is het nodig dat de leerkracht het onderwijs differentieert. Dit houdt bijvoorbeeld in dat goede rekenaars niet alle rekeninstructies volledig meedoen, maar dat zij eerder aan hun zelfstandige taak beginnen en tijd over hebben voor extra uitdaging. Een groepje leerlingen dat moeite heeft met rekenen wordt daarentegen bij de leerkracht aan de instructietafel uitgenodigd op het moment dat de klassikale instructie afgelopen is. Deze kinderen krijgen extra uitleg en oefenen nog even samen met de leerkracht. Op die manier vindt differentiatie plaats. Indien uit observaties, dagelijks werk, toetsen en gesprekken met ouders blijkt dat een leerling mogelijk meer aankan, werken we sinds kort met het digitaal handelingsprotocol hoogbegaafdheid (DHH) om te diagnosticeren of er bij een leerling mogelijk sprake is van hoogbegaafdheid. Binnen CPOB is er de mogelijkheid kinderen aan te melden voor de plusklas. Binnen het team bestaat de behoefte ons de komende periode te gaan ontwikkelen om deze leerlingen niet alleen binnen de mogelijkheden van de plusklas te begeleiden en de drie groepen van instructie en verwerking (onze methodes voor lezen, taal, spelling en rekenen werken vanuit de 1, 2 en 3 sterren), maar ook om meer kennis en vaardigheid te krijgen t.a.v. compacting en verrijking. Wetenschap en techniek We willen de komende periode een leerlijn wetenschap en techniek ontwikkelen. Ervaringsgericht onderwijs zal bij deze leerlijn een belangrijk uitgangspunt zijn. Een van onze nieuwe leerkrachten heeft ervaring met het opzetten van een leerlijn wetenschap en techniek.
24
6.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? Hieronder een overzicht waar we staan met betrekking tot onze doelstellingen. Hieruit volgt waar we de komende periode aan gaan werken: alle doelstellingen die nog niet op groen staan. Factor Vernieuwend
Opmerking
Toelichting
Vernieuwend Opmerking Toelichting
Vernieuwend Opmerking
Toelichting Vernieuwend Toelichting Vernieuwend Opmerking Toelichting Vernieuwend Toelichting Opmerking
PI Passend bij de ontwikkelingsmogelijkheden
Doel S De Freule van Pallandtschool heeft beleid 4 t.a.v. het herkennen van toptalenten (i.c. hoogbegaafden) en biedt deze doelgroep een uitdagend aanbod. In de afgelopen jaren heeft de nadruk binnen onze school gelegen op de zorgleerlingen die het basisniveau nog niet behaalden. Het is nu nog leerkrachtafhankelijk of toptalenten herkend worden en extra uitdaging krijgen. Het is de wens van het team dit schoolbreed op te gaan pakken. De school heeft een apart beleidsplan, heeft de behoefte van deze leerlingen geanalyseerd en biedt een planmatig aanbod (compacten, verrijken, werken aan ‘hogere doelen’) binnen en/of buiten de eigen groep. Bron: beleidsplan ‘Talentontwikkeling’, plandocumenten ParnasSys en Esis, jaarlijkse reflectie op aanpak (bijv. in opbrengstrapportage). E.e.a.. in overleg met de plusklascoördinator van CPOB. Passend bij de De Freule van Pallandtschool formuleert een 0 ontwikkelingsmogelijkheden eigen ambitie m.b.t. het werken met individuele leerdoelen. De ambitie is nog niet geformuleerd. De school legt vast voor welke leerlingen in welke situaties individuele doelen worden geformuleerd en op welke manier deze doelen worden nagestreefd en gedocumenteerd. Het gaat erom 'eruit te halen wat erin zit'. (2-jaarlijks). Als school willen we hierbij de aantekening maken dat we de leerlingen zoveel mogelijk in het groepsplan willen houden, waardoor ze de aansluiting met de groep niet kwijtraken. Meer dan taal en rekenen Er is op de Freule van Pallandtschool visie en 0 beleid bepaald t.a.v. wetenschap en techniek. Tot en met het schooljaar 2013-2014 werd techniek op een aantal dagen per jaar aangeboden in de bovenbouw door een externe partij. Doordat de subsidie niet meer verstrekt werd, is deze mogelijkheid komen te vervallen. Wetenschap en techniek staat binnen de school verder nog in de kinderschoenen. De school werkt met een (ingroei)plan conform het advies verkenningscommissie W&T en bepaalt hoe ervaringen, in het kader van de lerende organisatie, gedocumenteerd en gedeeld worden. Meer dan taal en rekenen Uiterlijk in schooljaar 2018-2019 wordt een 0 leerlijn techniek (minimaal vanaf groep 5) opgenomen in het lesaanbod. Schoolbeleidsplan ‘wetenschap en techniek’. Een nieuwe, geïntegreerde methode Natuur en Techniek (planning 2018) zal hier bij ons op school toe kunnen bijdragen. Meer dan taal en rekenen De Freule van Pallandtschool heeft een 2 cultuurplan Er is op dit moment een minimaal cultuurplan, waardoor kinderen wel elk jaar een aantal cultuuractiviteiten aangeboden krijgt. In het schoolplan wordt de inhoud opgenomen van de leerlijn cultuureducatie (aansluiten bij huidige werkwijze, aansluiting op aanbod (plantage, NME, Brede School activiteiten). Meer dan taal en rekenen De Freule van Pallandtschool voert beleid 2 rondom actief burgerschap. De school probeert burgerschap niet alleen te onderwijzen, maar ook te leven, bijv. door leerlingen actief bij het schoolbeleid en in de vormgeving van onderwijs te betrekken. Moet aantoonbaar zijn op school. Er wordt zeker aandacht besteed aan burgerschap, e.e.a. in de vorm van de methode Kind op Maandag, de methode Kanjertraining, Nieuwsbegrip, d.m.v. het aanbod van kennis van andere godsdiensten en het werken volgens projecten zoals ‘Vrijheid’. Het beleid t.a.v. Burgerschap moet nog wel op papier gezet worden
25
6.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? Onderstaande doelstellingen zijn de doelstellingen die nog niet op groen staan en daarom opgenomen zullen worden in de actieplannen die we, na het samenstellen van dit schoolplan, gaan opstellen. In het overzicht zijn de doelstellingen gekoppeld aan thema's, die in het hoofdstuk 'Planning' zijn uitgewerkt. Doel De Freule van Pallandtschool heeft beleid t.a.v. het herkennen van toptalenten (i.c. hoogbegaafden) en biedt deze doelgroep een uitdagend aanbod. De Freule van Pallandtschool formuleert een eigen ambitie m.b.t. het werken met individuele leerdoelen. Er is op de Freule van Pallandtschool visie en beleid bepaald t.a.v. wetenschap en techniek. Uiterlijk in schooljaar 2018-2019 wordt een leerlijn techniek (minimaal vanaf groep 5) opgenomen in het lesaanbod. De Freule van Pallandtschool heeft een cultuurplan De Freule van Pallandtschool voert beleid rondom actief burgerschap.
26
Thema Resultaatgericht Resultaatgericht Brede vorming Brede vorming Brede vorming Brede vorming
7. Management secundaire processen Context Elk schoolbestuur heeft een wettelijke zorgplicht – ieder kind moet een passende plek krijgen - en elke school moet een schoolondersteuningsprofiel hebben, waarin mogelijkheden en grenzen beschreven staan op het vlak van passend onderwijs. Dit is een maatschappelijke opdracht die tevens vraagt om sterke samenwerking in de keten onderwijs-zorg.
7.1 Wat is onze visie op dit domein? We willen onze leerlingen thuisnabij onderwijs bieden. Dat vereist een adequate zorgstructuur. We hebben een Schoolondersteuningsprofiel opgesteld dat jaarlijks bijgewerkt wordt. We werken samen met BEPO. Het belangrijkste is dat we eerlijk en duidelijk overleggen met alle betrokkenen: leerkrachten, intern begeleiders, ouders, externen en de leerlingen zelf. Van leerlingen die op een bepaald gebied uitvallen, onderzoeken we de toetsresultaten. Dit betekent dat we onderzoeken waar de leerling moeite mee heeft en wat hij nodig heeft. We houden bij wat we gaan doen om de belemmering weg te nemen. Onze plannen zijn handelingsgericht. We hebben goede afspraken over het uitvoeren van deze plannen. De Intern Begeleider controleert de naleving van de afspraken, zodat we binnen de afgesproken termijn kunnen evalueren of we met de interventies ons doel bereikt hebben. We gebruiken de evaluatie om waar nodig de plannen aan te passen en/of te verlengen. Voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften stellen we, in overleg met externe experts en met de ouders, een ontwikkelingsperspectief op. Halfjaarlijks evalueren we of deze leerlingen zich naar verwachting ontwikkelen. De mogelijkheden die we hebben in het kader van de zorg, zijn vastgelegd in ons schoolondersteuningsprofiel (zie bijlage 5). Een goede school zijn en blijven betekent voortdurend vragen: doen we de goede dingen en doen we de goede dingen goed? Om deze vragen te kunnen beantwoorden bekijken we alle belangrijke domeinen van onze organisatie, zoals beschreven in het INK-model. Naast het INK-model maken we gebruik van de Deming-cyclus: plan-do-check-act. Halfjaarlijks worden de resultaten van de leerlingen getoetst en worden de resultaten geanalyseerd. We vergelijken de scores met die van voorgaande jaren en voorgaande groepen, maar ook met landelijke cijfers. We formuleren voorstellen voor het aanpassen of aanscherpen van afspraken en beleid en leggen dit vast in plannen. We maken lange termijnplannen en jaarplannen. We verantwoorden ons aan het bestuur door middel van een managementrapportage. Via de schoolgids en nieuwsbrieven verantwoorden we ons naar de ouders over de resultaten van de leerlingen en de schoolontwikkeling. We willen dat geslaagde veranderingen vastgehouden worden: we besteden daarom veel aandacht aan borging.
27
7.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken?
Hieronder een overzicht waar we staan met betrekking tot onze doelstellingen. Hieruit volgt waar we de komende periode aan gaan werken: alle doelstellingen die nog niet op groen staan. Factor
PI
Doel
S
7.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? Onderstaande doelstellingen zijn de doelstellingen die nog niet op groen staan en daarom opgenomen zullen worden in de actieplannen die we, na het samenstellen van dit schoolplan, gaan opstellen. In het overzicht zijn de doelstellingen gekoppeld aan thema's, die in het hoofdstuk 'Planning' zijn uitgewerkt.
Doel
Thema
28
8. Waardering personeel Context Het is van belang dat leerkrachten hun werk goed doen en dat lukt vooral als zij plezier houden in hun werk. Dat wil zeggen: hun werk aankunnen, blijvend uitdagingen zien en stimulans ervaren om hun vakmanschap te vergroten. Het is bekend dat het niet volstaat de toets van tevredenheid alleen aan direct leidinggevenden over te laten. Het is beter om een objectieve testmethode te gebruiken. Tevredenheidsmeting is hierin het geëigende middel. Tevredenheid beïnvloedt de kwaliteit namelijk direct. Ook de tevredenheid van leidinggevenden en overig personeel wordt gemeten. 8.1 Wat is onze visie op dit domein? We vinden tevreden medewerkers belangrijk, hierin onderschrijven we bovenstaande context. Middels de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) onderzoeken we of leerkrachten deze tevredenheid ook ervaren. Ook tijdens de functioneringsgesprekken bevragen we de medewerkers op hun tevredenheid. Als er punten zijn waarop medewerkers aangeven niet tevreden te zijn, onderzoeken we of het mogelijk is deze ontevredenheid weg te nemen. Hierin verwachten we van de medewerkers ook een actieve rol. 8.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? Hieronder een overzicht waar we staan met betrekking tot onze doelstellingen. Hieruit volgt waar we de komende periode aan gaan werken: alle doelstellingen die nog niet op groen staan. Factor Tevredenheidsgericht Opmerking
Toelichting
PI Onderzoekend
Doel S De medewerkers zijn tevreden m.b.t. de 6 deelaspecten van hun werk(omgeving). Mei 2014 is door de Arbo het RI&E afgenomen. Teamleden benoemden de werkdruk als hoog en gaven aan dat het overblijven hier een van de oorzaken van was. Inmiddels hebben we als team besloten dat we in het schooljaar 2015-2016 een besluit gaan nemen of we gaan werken met een continurooster of met externe overblijf. Hiervoor zal een stappenplan opgesteld worden. Middel: Elke 4 jaar wordt een tevredenheidonderzoek uitgevoerd onder alle medewerkers. De score op alle deel-aspecten (clusters van vragen) bedraagt min. 3,2 van 4 (=80% eerder mee eens, dan voldoende). Op minder scorende aspecten worden verbeteracties ingezet.
8.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? Onderstaande doelstellingen zijn de doelstellingen die nog niet op groen staan en daarom opgenomen zullen worden in de actieplannen die we, na het samenstellen van dit schoolplan, gaan opstellen. In het overzicht zijn de doelstellingen gekoppeld aan thema's, die in het hoofdstuk 'Planning' zijn uitgewerkt. 29
Doel De medewerkers zijn tevreden m.b.t. de deelaspecten van hun werk(omgeving).
30
Thema Veilig en vertrouwd
9. Waardering klanten Context Waardering door klanten meten is belangrijk en wel om verschillende redenen. In de eerste plaats gaat het om een vorm van ‘customerservice’. Zijn de ouders tevreden? Zouden ze de school aanraden? Zo bezien is tevredenheidsonderzoek een marketinginstrument. Omdat het hier om ouders van leerlingen gaat, is het meten van tevredenheid op nog een reden van belang. Oudertevredenheid heeft namelijk ook directe invloed op de resultaten van de school. Als ouders zich positief betrokken voelen bij school, presteren hun kinderen beter. 9.1 Wat is onze visie op dit domein? We onderschrijven het belang van tevreden ouders. We voeren hierin ook actief beleid. We vragen ouders tweejaarlijks een oudertevredenheidsenqûete in te vullen. Regelmatig in het jaar organiseren we koffieochtenden en -avonden, waar ouders met ons en met elkaar kunnen spreken over zaken waar ze tevreden over zijn en/of wat ze graag anders zouden zien. We luisteren hier actief naar, nemen deze mee in onze overwegingen, maar zoeken wel steeds naar de haalbaarheid binnen de weg die we als school willen gaan. Dit geven we dan ook terug aan ouders. De tevredenheid van onze leerlingen vinden we zeker heel belangrijk. We willen in de komende periode de leerlingen ook actief gaan bevragen op hun tevredenheid middels leerlingenqûetes. 9.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? Hieronder een overzicht waar we staan met betrekking tot onze doelstellingen. Hieruit volgt waar we de komende periode aan gaan werken: alle doelstellingen die nog niet op groen staan. Factor
PI
Doel
Tevredenheidsgericht
Onderzoekend
De ouders/verzorgers zijn tevreden m.b.t. de deelaspecten van de leeromgeving van hun kinderen.
S 6
Opmerking
November 2013 is de ouderenquête afgenomen. Hier kwam uit naar voren dat ouders beter geïnformeerd willen worden. Om meer inzicht te krijgen in wat ouders denken en willen, organiseren we sindsdien koffieochtenden, - middagen en avonden. Met de informatie die we uit deze momenten krijgen, gaan we als school aan de slag: moeten we hier meteen actie op ondernemen, moeten we dit met elkaar bespreken, komt het op de lijst met te nemen besluiten of kunnen we er helemaal niets mee? We hebben hierna ook het besluit genomen op korte termijn in te stappen in het traject 'Ouderbetrokkenheid'. Inmiddels is de oudertevredenheid beduidend gegroeid, maar we zijn er nog niet.
Toelichting
Elke 4 jaar wordt een tevredenheidonderzoek uitgevoerd onder alle ouders. 31
De score op alle deelaspecten bedraagt min. 3,2 van 4 (=80% eerder mee eens, dan voldoende). Op minder scorende aspecten worden verbeteracties ingezet. Tevredenheidsgericht
Onderzoekend
De bovenbouwleerlingen zijn tevreden m.b.t. de deelaspecten van hun leeromgeving.
Opmerking
We hebben hier nog niet echt inzicht in. De leerlingenqûete moet nog afgenomen worden. Dit gebeurt in het schooljaar 2015-2016. Hierna zal gekeken worden welke aspecten door de leerlingen genoemd worden ter verbetering.
Toelichting
Elke 4 jaar wordt een tevredenheidonderzoek uitgevoerd onder alle leerlingen uit leerjaar 5-8. De score op alle deel-aspecten (clusters van vragen) bedraagt min. 3,2 van 4 (=80% eerder mee eens, dan voldoende). Op minder scorende aspecten worden verbeteracties ingezet.
0
9.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? Onderstaande doelstellingen zijn de doelstellingen die nog niet op groen staan en daarom opgenomen zullen worden in de actieplannen die we, na het samenstellen van dit schoolplan, gaan opstellen. In het overzicht zijn de doelstellingen gekoppeld aan thema's, die in het hoofdstuk 'Planning' zijn uitgewerkt. Doel
Thema
De ouders/verzorgers zijn tevreden m.b.t. de deelaspecten van de leeromgeving van hun kinderen.
Ouderbetrokkenheid
De bovenbouwleerlingen zijn tevreden m.b.t. de deelaspecten van hun leeromgeving.
Veilig en vertrouwd
32
10. Waardering maatschappij Context De maatschappij investeert in onderwijsorganisaties en verwacht dat het onderwijs op een goede manier met de middelen omgaat. Daarvoor moet het onderwijs garant staan en ook verantwoording afleggen op het vlak van resultaten en bedrijfsvoering. Dit wordt ook steeds duidelijker gevraagd. 10.1 Wat is onze visie op dit domein? De maatschappij verwacht dat het onderwijs goed omgaat met geïnvesteerde middelen, maar wij willen dit als school zelf ook. Als het gaat om het afleggen van verantwoording op het vlak van resultaten en bedrijfsvoering, dan houden wij in de eerste plaats onszelf de spiegel voor: Doen wij de goede dingen? Werken we opbrengstgericht? Kunnen we tevreden zijn met onze resultaten of moeten we bepaalde zaken versterken en/of verbeteren? Door middel van een halfjaarlijkse evaluatiecyclus van onze toetsresultaten, houden we de vinger aan de pols. Door de zorg-1-route te volgen en de verschillende fasen ook schriftelijk vast te leggen, kunnen wij onze resultaten verantwoorden. 10.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? Hieronder een overzicht waar we staan met betrekking tot onze doelstellingen. Hieruit volgt waar we de komende periode aan gaan werken: alle doelstellingen die nog niet op groen staan. 10.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? Onderstaande doelstellingen zijn de doelstellingen die nog niet op groen staan en daarom opgenomen zullen worden in de actieplannen die we, na het samenstellen van dit schoolplan, gaan opstellen. In het overzicht zijn de doelstellingen gekoppeld aan thema's, die in het hoofdstuk 'Planning' zijn uitgewerkt.
33
11. Resultaten en opbrengsten Context Sturen op kengetallen en het aantonen van de maatschappelijke meerwaarde wint in zijn algemeenheid aan belangrijkheid. Enerzijds betreft het hier de gebruikelijke ‘bedrijfsmatige’ getallen, anderzijds de leeropbrengsten van scholen. 11.1 Wat is onze visie op dit domein? Als school is het vooral onze taak om te focussen op de leeropbrengsten. Wat wij als resultaat willen zien, is samen te vatten in vier punten: 1. Onze leerlingen ontwikkelen zich in de basisvakken ten minste zoals verwacht mag worden gegeven hun beginsituatie. 2. Onze leerlingen hebben aan het eind van groep 8 een goede basis om zich verder te ontwikkelen om later zelfstandig te functioneren binnen de maatschappij. 3. Onze leerlingen leren om van en met elkaar te leren, te werken en plezier te maken. 4. De scores van de Eindtoets liggen op of boven het landelijk gemiddelde. 11.2 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? Hieronder een overzicht waar we staan met betrekking tot onze doelstellingen. Hieruit volgt waar we de komende periode aan gaan werken: alle doelstellingen die nog niet op groen staan. Factor
PI
Doel
Rendementgericht
Opbrengstgericht
Alle tussentijdse en eindopbrengsten (Cito) op school zijn voldoende en worden trendmatig geanalyseerd.
S 5
Opmerking
De eindopbrengsten zijn in 2015 voldoende, na 2 jaar onvoldoende gescoord te hebben. In het afgelopen half jaar is door het bestuur extra ingezet om de huidige groep 8 extra te kunnen begeleiden. De tussenopbrengsten in de onderbouw zijn voldoende, in de bovenbouw (groep 7-8) is dit nog niet het geval. Daarnaast heeft Cor Bakker onderzoek gedaan in hoeverre opbrengstgericht werken ingebed is in de cultuur van de school. Hieruit blijkt dat het technisch wel in orde is, maar dat er nog veel winst valt te behalen door een update van het gebruiken van de nieuwste didactieken voor de verschillende vakken. De tussenopbrengsten kunnen nog beter geanalyseerd worden, ook monitoring door de directie kan nog beter.
Toelichting
Tussenopbrengsten t.o.v. de inspectienormen voor TL, RW en BL, SP en WS t.o.v. van goed onderbouwde schooldoelen. Eindtoets t.o.v. inspectienorm totaal en hoofdvakken. (1/2-jaarlijks)
Rendementgericht
Opmerking
Doorstroomgericht
Iedere school monitort instroom en doorstroom en analyseert gegevens trendmatig.
Middels het Leerlingvolgsysteem en de cyclische manier van volgen van leerlingen, verwoord in het document opbrengstgericht werken, zijn we hier binnen de school mee bezig.
34
8
Toelichting
Documenten Rendementgericht
Bron: VVE-indicator in SOP. Het aantal doublures en de beredenering hiervan staan in Parnassys en Esis. De stichting vergelijkt gegevens centraal en vraagt zo nodig om onderbouwing van keuzes. Document opbrengstgericht werken 2015; Bestendigd
De kwaliteit van het advies van de PO-VO verwijzingen is goed.
8
Opmerking
Van de VO-scholen die de gegevens doorsturen, worden de gegevens verwerkt. Aan de hand van deze gegevens en door de terugkoppeling die we van de scholen voor VO krijgen, blijkt dat de kwaliteit van onze verwijzing voldoende is. Op dit moment krijgen we nog niet van alle VO-scholen alle gegevens doorgestuurd, waardoor we nog niet alle gegevens kunnen monitoren.
Toelichting
Middel: Uitstroomgegevens worden gemonitord en trendmatig geanalyseerd. Van alle PO-VO- verwijzingen zit 80% van de leerlingen na 3 jaar nog op de plek waar ze naar verwezen zijn. Gegevens (ook kwalitatief) worden geanalyseerd en met scholen besproken. Ook evaluatie samen met VO. Dit betekent voor onze school dat alle scholen van VO hun gegevens aan ons doorsturen.
11.3 Hoe gaan we onze doelstellingen bereiken? Onderstaande doelstellingen zijn de doelstellingen die nog niet op groen staan en daarom opgenomen zullen worden in de actieplannen die we, na het samenstellen van dit schoolplan, gaan opstellen. In het overzicht zijn de doelstellingen gekoppeld aan thema's, die in het hoofdstuk 'Planning' zijn uitgewerkt.
Doel
Thema
Alle tussentijdse en eindopbrengsten (Cito) op school zijn voldoende en worden trendmatig geanalyseerd.
Resultaatgericht
35
12. Planning In dit hoofdstuk bundelen we alle nog te realiseren doelstellingen die al genoemd zijn in dit rapport, maar dan geordend in samenhangende thema's, die we later kunnen vertalen naar concrete actieplannen, met een planning, een begroting en een beschrijving van 'wie waarvoor verantwoordelijk is' en een deadline. We geven aan in welk jaar welk actieplan gerealiseerd moet zijn.
12.1 Thema's
Thema Boeiend Onderwijs
Van 01-08-2016
Tot 30-06-2018
Doelen Op de Freule van Pallandtschool zijn tenminste twee kenmerken van ‘Boeiend Onderwijs’ herkenbaar in het onderwijsaanbod aan de leerlingen
Thema ICT
Van 01-01-2017
Tot 31-07-2019
Doelen ICT wordt op minimaal twee vakgebieden ingezet als (ondersteunend) leermiddel. Sociale media worden ingezet als hulpmiddel bij het onderwijsaanbod en een leerlijn mediawijsheid (vanaf groep 5) maakt deel uit van het curriculum. Alle medewerkers beschikken over de door de CPOB vastgestelde en door de school specifiek gemaakte ICTvaardigheden. CPOB wil een structurele integratie van digitaal leermateriaal in het primaire proces om de leereffectiviteit (verder) te verhogen. Iedere school formuleert een eigen ambitie. De school vertaalt dit in een implementatie- en investeringsplan voor onderwijs en ICT.
Thema Lerende Organisatie
Van 01-08-2015
Tot 30-06-2017
Doelen Iedere medewerker heeft een actueel bekwaamheidsdossier volgens het beleid van CPOB. De Freule van Pallandtschool zorgt voor planmatige begeleiding van elke startende basis- en vakbekwame leerkrachten conform het stichtingsbeleid. CPOB formuleert de kenmerken van een lerende organisatie en stelt in een meerjarenplan vast hoe deze kenmerken zichtbaar moeten worden op school- en stichtingsniveau.
36
Eind 2019 is 75% van de leerkrachten geregistreerd in het leraren register
Thema Ouderbetrokkenheid
Van 01-01-2016
Tot 31-12-2018
Doelen Ouderbetrokkenheid, in de breedste zin van het woord, is op de Freule van Pallandtschool aantoonbaar geïmplementeerd. De ouders/verzorgers zijn tevreden m.b.t. de deelaspecten van de leeromgeving van hun kinderen.
Thema Professionele organisatie
Van 01-08-2015
Tot 31-07-2019
Doelen De Freule van Pallandtschool werkt aan de hand van een integrale en cyclische kwaliteitszorg. De Freule van Pallandtschool werkt met partners aan een integraal pakket voor 0- tot 12- jarigen. Het pedagogisch-didactisch handelen van de leerkrachten is op peil conform de inspectie eisen en de betreffende ‘afstemmingsindicatoren’ in het toezichtkader zijn minimaal voldoende.
Thema Profilering
Van 01-08-2016
Tot 02-07-2018
Doelen De Freule van Pallandtschool voert actief PR-beleid om het gewenste imago te versterken. De Freule van Pallandtschool beschikt over een eigen schoolprofiel (merk) en draagt dat uit.
Thema Resultaatgericht
Van 01-08-2015
Tot 30-06-2017
Doelen De Freule van Pallandtschool heeft beleid t.a.v. het herkennen van toptalenten (i.c. hoogbegaafden) en biedt deze doelgroep een uitdagend aanbod. De Freule van Pallandtschool formuleert een eigen ambitie m.b.t. het werken met individuele leerdoelen. Alle tussentijdse en eindopbrengsten (Cito) op school zijn voldoende en worden trendmatig geanalyseerd.
Thema Veilig en vertrouwd
Van 01-01-2016 37
Tot 31-01-2018
Doelen De Freule van Pallandtschool beschikt over een actueel en geborgd schoolveiligheidsplan waarin ook de sociale veiligheid een plaats inneemt. De medewerkers zijn tevreden m.b.t. de deelaspecten van hun werk(omgeving). De bovenbouwleerlingen zijn tevreden m.b.t. de deelaspecten van hun leeromgeving.
Thema Brede vorming
Van 01-01-2017
Tot 31-07-2019
Doelen Er is op de Freule van Pallandtschool visie en beleid bepaald t.a.v. wetenschap en techniek. Uiterlijk in schooljaar 2018-2019 wordt een leerlijn techniek (minimaal vanaf groep 5) opgenomen in het lesaanbod. De Freule van Pallandtschool heeft een cultuurplan De Freule van Pallandtschool voert beleid rondom actief burgerschap.
38
12.2 Planning in de tijd
Thema's Boeiend Onderwijs ICT Lerende Organisatie Ouderbetrokkenheid Professionele organisatie Profilering Resultaatgericht Veilig en vertrouwd Brede vorming
2015
2016
39
2017
2018
2019
Bijlage(n) Bijlage 1: Omschrijving van de leerlingpopulatie Bijlage 2: Kerndoelen en ons methodisch aanbod Bijlage 3: Urentabel Bijlage 4: Schoolondersteuningsprofiel Bijlage 5: Kwaliteitszorg gebaseerd op het INK-model Bijlage 6: Formulier instemming en vaststelling Schoolplan
40
Bijlage 1: Omschrijving van de leerlingpopulatie Leerlingpopulatie per 1 augustus 2015 Herkomst: De Freule van Pallandtschool is een dorpsschool die een middelmatige regiofunctie heeft. De school staat in de dorpskern van het dorp Neerijnen. Onze leerlingen komen uit de dorpen Neerijnen, Opijnen, Waardenburg en Est. Weging: Het leerlinggewicht was op 1 oktober 2014 9 %. Vooropleiding ouders: De vooropleiding van ouders laat een groot verschil zien. 30% van onze ouders heeft een lage tot zeer lage vooropleiding (Maximaal VMBO Kader) 6% heeft geen vervolgopleiding gedaan na MAVO, HAVO of VWO. 27% heeft een MBO-opleiding. Hierbij valt op dat twee keer zoveel moeders dan vaders een MBO-opleiding heeft. 29% heeft een HBO-opleiding. Hierbij valt op dat twee keer zoveel vaders als moeders een HBO-opleding heeft. 8 % heeft een universitaire vooropleiding. Kerkelijke achtergrond: De kerkelijke achtergrond van onze leerlingen is als volgt verdeeld: 53% Protestantse Kerk Nederland 7% is Rooms Katholiek 3% Evangelisch 24% Geen kerkelijke achtergrond 13% Onbekend Etnische achtergrond: 95% van is van Nederlandse afkomst 5% van onze leerlingen is van buitenlandse afkomst.
41
Bijlage 2: Kerndoelen en ons methodisch aanbod Middels systematisch gebruik van onderstaande methoden voldoen we aan de vastgestelde kerndoelen: Vak:
Methode: Godsdienst Kind op maandag Taal Kleuterplein, groep 1/2 Taal Actief 4e versie, zowel taal als spelling Aanvankelijk lezen Lijn 3 Voortgezet technisch lezen Goed gelezen Begrijpend lezen Nieuwsbegrip Rekenen Kleuterplein, groep 1/2 De wereld in getallen 4e versie Schrijven Klinkers, groep 3 Zwart op Wit, groep 4 t/m 8 Engels Hello World, 2e versie Aardrijkskunde Land in Zicht Geschiedenis Brandaan Natuuronderwijs Leefwereld, groep 4 t/m 8 Wereldverkenning Koekeloere, groep 1/2 Huisje, boompje, beestje, groep 3 Verkeer Rondje Verkeer, groep 1 t/m 3 Jeugdverkeerskranten van VVN: ‘Stap vooruit’, groep 4 ‘Op voeten en fietsen’, groep 5/6 ‘Jeugdverkeerskrant’, groep 7/8 Examenwijzer 3VO, groep 7/8 Expressie ‘Moet je doen!’ : voor de vakken muziek, tekenen, handvaardigheid, dans en drama. Bewegingsonderwijs Bewegingslessen in het speellokaal, groep 1/2 Basislessen bewegingsonderwijs 1 en 2, groep 3 t/m 8 Sociaal-emotionele vorming Kanjertraining
Groep 1-2 Kinderen in groep 1-2 leren spelend, zo willen wij tegemoet komen aan hun ontwikkelingsbehoeften. Wij werken met de methode Kleuterplein, die hier goed in voorziet. Daarnaast is er ook veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. In de lokalen en op de gang zijn allerlei hoeken ingericht. In elke hoek wordt gewerkt en gespeeld: vrij of aan de hand van een opdracht. Zo hebben wij onder 42
andere een huishoek, een bouwhoek, een natte hoek (zand en water), een leeshoek, een schrijf- en taalhoek, een constructiehoek en een computerhoek. Omdat wij werken met projecten/thema’s zullen de hoeken regelmatig veranderen in bijvoorbeeld een herfsthoek, circustheater, de huis- en/of slaapkamer van Sinterklaas, de winkel enzovoort. De onderwerpen sluiten aan bij de belangstelling en belevingswereld van het kind. De kinderen voelen zich dan ook nauw betrokken bij de uitvoering van de thema’s. Binnen het onderwerp komen allerlei activiteiten aan de orde. We stimuleren het spel/werk door het aanbieden van bewust gekozen leermiddelen en ontwikkelingsmaterialen, zoals puzzels, lotto’s, reken/taalspelletjes, klei, verf en zand/water. De kinderen spelen en werken aan tafels, in de hoeken, op de gang, in het speellokaal en op het schoolplein. Alle kleuters hebben een plakboek. Hierin worden van de projecten/thema’s verschillende werkstukken geplakt. Aan de hand van dit plakboek kunt u de ontwikkeling volgen. Aan het eind van groep 2 krijgen de kinderen dit plakboek mee naar huis. De kring neemt een belangrijke plaats in. Elke ochtend beginnen we met een gebed en Bijbelse liedjes, de kinderen praten met en luisteren naar elkaar, ze leren ervaringen en gevoelens te verwoorden en vergroten zo hun woordenschat. In de kring wordt ook gesproken over de wereld om ons heen (wereldoriëntatie), er komen taalspelletjes en voorleesverhalen aan bod of we maken muziek. Vanuit de kring starten we de speel-/werkles d.m.v. een activiteitenbord/planbord. Beweging is belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Iedere dag spelen de kinderen daarom buiten of in het speellokaal. Bij het buiten spelen is er een grote keuze aan spelmateriaal zoals karren, fietsen, planken, springtouwen, kleden, een klimtoestel, een duikelrek en de zandbak. Kinderen worden tijdens het buitenspel (meer) motorisch uitgedaagd en tijdens het spel vinden er veel sociale processen plaats. Bij het bewegingsonderwijs (speelzaal) ligt het accent op het met elkaar plezier beleven aan het bewegen. Veel aandacht wordt besteed aan het goed en sportief met elkaar omgaan en aan een hulpvaardige houding tegenover andere kinderen. We onderscheiden hierin: - spel met klein kleutergymmateriaal: ballen (gooien/vangen), touwtjes, hoepels enz. - kleutergymtoestellen: klim-en klauterrekken, banken, kasten, evenwichtsplank enz. - drama en dansante vorming: uitspelen van verhalen, uitbeelden van versjes, bewegen op muziek. - spelles: kennismaken met afspraken en spelregels. Deze vormen gebruiken we regelmatig in een circuitopstelling.
43
Groep 3 t/m 8 In de groepen drie tot en met acht wordt veel nadruk gelegd op de vakken rekenen, taal, lezen en schrijven door middel van bovengenoemde methodes. Het zijn de belangrijke basisvaardigheden. Daarnaast komen in de midden- en bovenbouw de zaakvakken erbij: aardrijkskunde, biologie en geschiedenis. Behalve al deze kennisvaardigheden vinden wij het belangrijk dat kinderen hun creativiteit kunnen ontwikkelen. Wij stimuleren dit door creatieve lessen te geven. Hierbij kan worden gedacht aan handvaardigheid, tekenen, muziek en drama. Bewegingsonderwijs Op woensdagochtend gymmen de groepen 3 tot en met 8 in gymzaal ‘De Keijsershof’ in Opijnen. Wij adviseren u om de kinderen gymschoenen mee te geven en deze alleen te laten gebruiken in de zaal. Gymmen op blote voeten is niet toegestaan in verband met het risico voetwratten te krijgen. Het dragen van gymkleding is verplicht. Dit kan zijn een gympak of korte broek of sportbroek met shirt. We dragen geen sieraden tijdens de gymles. De eerste groep wordt om 8.30 uur door de ouders in de gymzaal gebracht en gaat met de bus terug naar school. De laatste groep gaat met de bus naar de gymzaal en wordt door de ouders om 12.20 uur daar opgehaald. Het gymrooster vindt u op de jaarkalender. Op vrijdagochtend worden er gymlessen op het plein, in het bos of op een veldje dichtbij school gegeven. Kinderen mogen hiervoor gepaste schoenen meenemen. Voor beide dagen maken we gebruik van lessen uit de methode ‘basislessen bewegingsonderwijs’. Sociaal emotionele ontwikkeling / Kanjertraining De methode die we gebruiken voor Sociaal emotionele ontwikkeling heet de Kanjertraining. In het schooljaar 2013-2014 hebben we als team de training gevolgd vanuit de Stichting voor Kanjertraining. In het schooljaar 2015-2016 krijgen we hier als team een vervolg op. Afspraken die bij de Kanjertraining staan op de posters, die in alle lokalen en openbare ruimtes van de school zichtbaar zijn:
We vertrouwen elkaar
We helpen elkaar
Niemand speelt de baas
Niemand lacht uit
Niemand doet zielig
Hier komen onze kernwaarden respect, enthousiasme en verantwoordelijkheid ook weer in terug. 44
Het mooie van de methode Kanjertraining is dat de afspraken duidelijk zijn. Vanuit deze afspraken spreek je als leerkrachten, kinderen en ouders dezelfde taal. Een taal die voor iedereen te begrijpen is en waar we elkaar ook op aan kunnen spreken. De methode bestaat naast posters ook uit knieboeken, waarin op een zichtbare en verhalende manier de afspraken uitgelegd worden. Elk jaar worden dezelfde afspraken besproken en uitgewerkt, maar komt er meer verdieping in, passend bij de leeftijd van de kinderen.
45
Bijlage 3: Urentabel Leerlingen van basisscholen moeten minimaal 7.520 uur les krijgen, verdeeld over 8 schooljaren. In de eerste 4 schooljaren (onderbouw) moeten de leerlingen ten minste 3.520 uur les krijgen. In de laatste 4 schooljaren (bovenbouw) 3.760 uur. De 240 uren die overblijven, mogen verdeeld worden over de onder- en bovenbouw. Het aantal uren verantwoorden we naar het bestuur en de onderwijsinspectie. De verdeling over de verschillende vakgebieden is als volgt: GROEP 1-2 Godsdienst
2.30
Arbeid naar keuze/ Werken met ontwikkelingsmateriaal 3.15/6.30=9.45 Taal-denkontwikkeling
3.45
Expressie ( o.a. muziek)
0.45
Spel en beweging
7.15 Totaal
24.00
3
4
5
6
7
8
2.30
2.30
2.30
2.30
2.30
2.30
Spel en beweging 2.00
2.00
2.00
2.00
2.00
2.00
-taal
2.30
3.00
3.45
3.30
3.30
-spelling
1.30
1.30
1.30
1.30
1.30
Godsdienst GROEP
Nederlands
-lezen
9.00
4.30
4.00
4.00
2.30
2.30
-schrijven
2.00
2.00
0.45
0.45
0.30
0.30
Rekenen
3.30
4.00
4.45
5.00
5.00
5.00
Wereldoriëntatie
1.00
1.00 1.00
1.00
1.00
1.00
-aardrijkskunde
46
-geschiedenis
1.00
1.00
1.00
1.00
-natuur
1.00
1.00
1.00
1.00
-verkeer
0.30
0.30
0.30
0.30
Expressie -tekenen
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
-handarbeid
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
-muziek
0.45
0.45
0.45
0.45
0.45
0.45
1.00
1.00
1.15
1.15
Engels Pauze
1.15
1.15
1.15
1.15
Totaal
24.00 24.00 26.00 26.00 26.00 26.00
47
Bijlage 4: Schoolondersteuningsprofiel
NEERIJNEN, JULI 2015
48
Inleiding Het samenwerkingsverband Betuws Primair Passend Onderwijs (BePO) bouwt (verder) aan het realiseren van een samenhangend geheel van onderwijsvoorzieningen om alle leerlingen in de regio passend onderwijs te kunnen bieden. Basisscholen, scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) en scholen voor speciaal onderwijs (SO) dragen gezamenlijk zorg dragen voor een samenhangend, vraaggestuurde aanbod van voorzieningen in de regio. BePO heeft richtinggevende uitgangspunten vastgesteld voor de inrichting en werking van het regionale aanbod van onderwijsondersteuning. Deze zijn geconcretiseerd in het BePO model ‘Onderwijsondersteuning: basis – plus – speciaal’. Elke school binnen de BePO regio levert vanaf 01-08-2014 onderwijsondersteuning aan haar leerlingen (en ouders / verzorgers) in samenhang met dit model. Schoolondersteuningsprofiel In het schoolondersteuningsprofiel beschrijft elke school over welke mogelijkheden zij beschikt om vanaf 01-08-2014 passend onderwijs aan de leerlingen te bieden. Route De BePO besturen hebben met elkaar afgesproken dat elke school het concept schoolondersteuningsprofiel uiterlijk vóór 1 juli a.s. opstelt. Elk schoolbestuur stelt de concept profielen vervolgens beschikbaar aan BePO. De concept profielen gaan onderdeel uitmaken van het BePO (concept) Ondersteuningsplan dat in oktober a.s. breed wordt gecommuniceerd met o.a. de BePO Ondersteuningsplanraad (OPR) en de gemeenten. Waarom een schoolondersteuningsprofiel? De wetgever heeft in de Wet Passend onderwijs opgenomen dat elk samenwerkingsverband het beleid dat zij voert en de daarmee samenhangende inzet van beschikbare middelen vastlegt in het Ondersteuningsplan. Daarnaast heeft de wetgever in de wet opgenomen dat elke school het schoolondersteuningsprofiel opstelt in samenhang met dit Ondersteuningsplan. Het schoolondersteuningsprofiel wordt opgenomen in de schoolgids. Het profiel is in eerste instantie bedoeld om ouders te informeren over de wijze waarop de school vorm geeft aan passend onderwijs. Welke informatie staat beschreven in het schoolondersteuningsprofiel? Het schoolondersteuningsprofiel bevat relevante informatie voor ouders en andere betrokkenen over de mogelijkheden die de school kan inzetten om elke leerling passend onderwijs te bieden. Het profiel bevat een beschrijving van de onderwijsondersteuning die de school biedt voor leerlingen. Het profiel wordt zodanig opgesteld dat de beschreven mogelijkheden zichtbaar en aantoonbaar zijn in de dagelijkse praktijk van de school. Wie stelt het ondersteuningsprofiel op? Het profiel wordt opgesteld door de schoolleiding in samenspraak met het schoolteam. De schoolleiding gebruikt hierbij de richtlijnen die BePO heeft vastgesteld voor het profiel en de aanvullende richtlijnen vanuit het ‘eigen’ schoolbestuur. Welke bronnen zijn van belang bij het opstellen van het profiel?
49
Voor het opstellen van het schoolondersteuningsprofiel heeft de schoolleiding en het schoolteam de beschikking over o.a. de volgende bronnen: Rapportage KoG van AVS; Schoolplan; Jaarplan (jaarlijks verbeterplan). Hoe vindt de besluitvorming over het schoolondersteuningsprofiel plaats? Het schoolbestuur van de school stelt het schoolondersteuningsprofiel vast. Voordat het bestuur dit doet heeft zij advies gevraagd aan de medezeggenschapsraad van de school. Daarnaast heeft het schoolbestuur het profiel getoetst aan de BePO richtlijnen voor het schoolondersteuningsprofiel. Welke samenhang is er met andere documenten? Het schoolondersteuningsprofiel heeft samenhang met de volgende documenten: Schoolgids van de Freule van Pallandtschool Schoolplan van de Freule van Pallandtschool Beleidsplan van CPOB Ondersteuningsplan van BePO
50
Passend onderwijs voor elke leerling Alle kinderen krijgen de onderwijsondersteuning die zij nodig hebben Vanuit dit uitgangspunt hebben de schoolbesturen in zes Betuwse gemeenten de handen ineengeslagen. In het samenwerkingsverband Betuws Passend Primair Onderwijs (BePO) dragen de besturen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor goede onderwijsondersteuning in de regio. Deze bestuurlijke krachtenbundeling sluit aan bij landelijke ontwikkelingen: vanaf 1 augustus 2014 heeft elk schoolbestuur ‘zorgplicht’. Dit wil zeggen dat besturen wettelijk verplicht zijn alle kinderen passend onderwijs te bieden op de eigen school of een andere school. Door samen te werken kunnen de schoolbesturen en de scholen zorg dragen voor een dekkend aanbod van onderwijsondersteuning zodat elke leerling onderwijs krijgt dat aansluit op zijn / haar onderwijsbehoeften. Zo dicht mogelijk bij de eigen leefomgeving Uitgangspunt van BePO is dat kinderen zoveel mogelijk op een reguliere school met succes het basisonderwijs doorlopen, eventueel met extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband. Dat lukt niet altijd en sommige kinderen zijn aangewezen op speciaal basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs. BePO adviseert of een leerling toelaatbaar is tot deze vormen van onderwijs en werkt daarom nauw samen met deze onderwijsinstellingen. De zorg voor kinderen is echter niet alleen de verantwoordelijkheid van het onderwijs. Daarom werkt BePO intensief samen met ketenpartners uit de jeugdgezondheidszorg, de jeugdhulpverlening en het maatschappelijk werk. Niveaus van onderwijsondersteuning De ondersteuningsbehoefte van kinderen varieert: meestal is ‘de gewone ondersteuning’ afdoende, soms is specifieke begeleiding nodig. Voor een aantal kinderen is tijdelijke of langdurige plaatsing op een speciale of zeer gespecialiseerde onderwijsvoorziening een goede oplossing. Die verschillen zijn uitgangspunt voor het werk van BePO. Er zijn drie niveaus van onderwijsondersteuning in het samenwerkingsverband beschikbaar: Basisondersteuning: Dit is de ondersteuning die basisschoolleerkrachten in de eigen groep aan kinderen bieden, eventueel met ondersteuning van een intern begeleider of een inhoudelijke expert. Plusondersteuning: Sommige kinderen zijn prima op hun plaats in een reguliere basisschool, maar hebben meer dan basisondersteuning nodig om de wettelijk vastgestelde kerndoelen te kunnen halen. Op grond van een persoonlijk ontwikkelingsperspectief krijgen zij extra ondersteuning in de eigen school. Eventueel worden hiervoor specialisten vanuit het samenwerkingsverband BePO ingezet. Op deze manier kunnen deze leerlingen op een verantwoorde wijze in hun eigen leefomgeving de onderwijsondersteuning krijgen die zij nodig hebben en die aansluit op de specifieke onderwijsbehoeften. Speciale ondersteuning: Een zeer kleine groep kinderen heeft te maken met een complexe pedagogische en/of onderwijskundige problematiek. Daarom is tijdelijke of langdurige plaatsing op een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs de aangewezen ondersteuning. Ook bij deze kinderen is het individuele ontwikkelingsperspectief leidend voor de vorm en intensiteit van de ondersteuning.
51
Passend onderwijs in onze school Wij zorgen ervoor dat onze leerlingen de onderwijsondersteuning krijgen die zij nodig hebben om zich zo goed mogelijk te kunnen ontwikkelen en daarbij de kerndoelen behalen van het basisonderwijs. Dit doen we in samenspraak met de ouders en/of verzorgers. Pas als de hulpvraag van de leerling de mogelijkheden van onze school aantoonbaar te boven gaat, zoeken we naar een andere meer passende onderwijsvoorziening voor deze leerling. We werken hiervoor optimaal samen met de andere basisscholen, de scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs in het BePO samenwerkingsverband. Door intensief samen te werken zorgen we ervoor dat elke leerling zo dicht mogelijk bij de eigen leefomgeving de onderwijsondersteuning krijgt die zij of hij nodig heeft. Onze mogelijkheden Wij kunnen in onze school veel doen om de leerlingen passend onderwijs te bieden. Wij beschikken over diverse mogelijkheden om goed onderwijs voor alle leerlingen te bieden en extra ondersteuning voor de leerlingen die dit nodig hebben. Wij kunnen veel doen maar niet alles. Sommige leerlingen hebben hele specialistische ondersteuning nodig vanuit een (zeer) specifieke onderwijsbehoeften. Hier lopen wij in onze school tegen grenzen aan. We beschrijven hieronder wat we in onze school kunnen bieden en waar hierbij onze grenzen liggen. We beschrijven wanneer de hulpvraag van de leerling de mogelijkheden van onze school aantoonbaar te boven gaat. Dit markeert de situatie waarbij we in samenspraak met ouders (verzorgers) op zoek gaan naar een andere meer passende leeromgeving voor de leerling. Wij bieden basisondersteuning voor onze leerlingen In onze school bieden wij onze leerlingen basisondersteuning. Deze onderwijsondersteuning is erop gericht dat elke leerling zich in een ononderbroken proces kan ontwikkelen en daarbij de kerndoelen van het basisonderwijs behaalt. Basisondersteuning bestaat uit het onderwijsprogramma (leerstofaanbod, didactische aanpak, pedagogische aanpak, klassenmanagement, schoolklimaat) dat wij voor onze leerlingen verzorgen inclusief de daarmee samenhangende ondersteuning. Ons schoolteam voert de basisondersteuning uit. Concreet houdt dit in dat de groepsleerkracht in samenwerking met de andere leden van het schoolteam onderwijs en ondersteuning geeft aan een groep leerlingen. Basisondersteuning bestaat uit arrangementen. Afhankelijk van de onderwijsbehoeften ontvangt de leerling een passend arrangement. Onze school heeft de beschikking over 3 arrangementen: Basisarrangement: Dit is het (standaard) onderwijsprogramma dat elke leerling in de groep volgt inclusief de daarmee samenhangende ondersteuning. Voor de meeste leerlingen is het basisarrangement voldoende om de kerndoelen van het basisonderwijs te behalen. Intensief basisarrangement Dit arrangement is bedoeld voor onze leerling die niet genoeg hebben aan het basisarrangement. Deze leerling heeft specifieke onderwijsbehoeften en daarmee samenhangend intensieve ondersteuning nodig om het minimum niveau van de basisschool te kunnen behalen. Het intensieve arrangement omvat de ondersteuning die onze leerling krijgt aanvullend op het basisarrangement. Bij de inhoudelijke 52
vormgeving van het intensief arrangement zet de leerkracht specialistische expertise en programma’s in. Verdiept basisarrangement Dit arrangement is bedoeld voor onze leerlingen die te weinig hebben aan het basisarrangement omdat zij meer aan kunnen. Bij de inhoudelijke vormgeving van het verdiept basisarrangement zetten onze leerkrachten specialistische expertise en programma’s in. Wij bieden basisondersteuning van goede kwaliteit De basisondersteuning die wij onze leerlingen bieden is van een goede kwaliteit. Wij hanteren in onze school de kwaliteitstandaard die we binnen BePO hiervoor hebben vastgesteld en die aansluit op de landelijke normen van de onderwijsinspectie. We onderscheiden de volgende vier kwaliteitsaspecten die zichtbaar en aantoonbaar in onze school beschikbaar zijn. Opbrengsten De opbrengsten van onze school liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van onze leerlingpopulatie verwacht mag worden. De taalresultaten liggen op dit niveau. De rekenresultaten liggen op dit niveau. De sociale competenties van onze leerlingen ligt op een niveau dat mag worden verwacht. Onze leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. Onderwijsleerproces De wijze waarop wij het onderwijsleerproces in onze school vorm geven heeft de volgende kenmerken. De leerstofinhouden die we aanbieden bereiden onze leerlingen voor op het vervolgonderwijs en de samenleving. Onze leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Ons schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen. Onze leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteiten efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken. Onze leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Opbrengstgericht werken & extra ondersteuning Wij werken in onze school planmatig / systematisch aan het bieden van de onderwijsondersteuning aan onze leerlingen die zoveel mogelijk aansluit op de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Onze leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen. Wij gebruiken hiervoor een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
53
Onze leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in ontwikkeling van de leerlingen. Ondersteuningsstructuur De leerlingen die dat nodig blijken te hebben krijgen extra ondersteuning in de vorm van een intensief of verdiept basisarrangement. Wij signaleren vroegtijdig welke leerlingen extra ondersteuning nodig hebben. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens stellen we wanneer dit van belang is voor deze leerlingen een ontwikkelingsperspectief op en bepalen aan de hand hiervan de aard van de extra ondersteuning. De leraar voert eventueel in samenwerking met andere teamleden en/of expertise vanuit BePO de extra ondersteuning uit. Wij evalueren regelmatig de effecten van de geboden extra ondersteuning. Onze school maakt gericht gebruik van de diensten van het BePO expertisenetwerk wanneer de eigen expertise ontoereikend is voor het opstellen en/of uitvoeren van het beoogde arrangement. Kwaliteitszorg Onze school hanteert een systeem van kwaliteitszorg met de volgende kenmerken. Het schoolteam heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van onze leerlingpopulatie. We evalueren periodiek de resultaten van het geboden onderwijs en de ondersteuning aan onze leerlingen. We werken systematisch aan de verbetering van de onderwijskwaliteit. Onze school legt jaarlijks verantwoording af over de gerealiseerde onderwijskwaliteit aan belanghebbenden waaronder BePO. Wij maken gebruik van specialistische programma’s en expertises In onze school werken we in het team intensief samen om de basisondersteuning te bieden aan leerlingen & ouders op het beoogde kwaliteitsniveau. Binnen het schoolteam hebben we de beschikking over de volgende specialistische programma’s en expertises: Taal/lezen De Freule van Pallandtschool bevindt zich in een gebied dat regelmatig als ‘taalzwak’ wordt aangemerkt. De school heeft een duidelijk beschreven beleid met een doorgaande lijn van groep 1 tot en met 8 voor taal/lezen om tegemoet te komen aan de zorgbehoefte op dit gebied. De school heeft een taalspecialist die de leerkrachten ondersteunt bij de uitvoering van het beleid voor taal/lezen. Hieronder wordt voor de vakgebieden technisch- en begrijpend lezen, woordenschat en spreek-, luister- en schrijfonderwijs uitgewerkt hoe de school hier aan werkt. Door de duidelijke werkwijze is de Freule van Pallandtschool in staat om problemen in de ontwikkeling van taal/lezen vroegtijdig te signaleren en aan te pakken. Technisch lezen Kleutergroepen In de groepen 1 en 2 wordt aan de hand van de methode Kleuterplein gewerkt aan de voorbereidende vaardigheden voor het lezen. Door middel van de CPS toetsen analyse, synthese en letterkennis worden de vorderingen van de leerlingen in groep 2 gevolgd. Wanneer de resultaten van leerlingen onvoldoende zijn op deze toetsen worden zij in de zorggroep geplaatst en ontvangen zij extra begeleiding. Leerlingen waarbij op basis van observatie en toetsscores verwacht wordt dat zij moeite zullen 54
hebben met het leren lezen ontvangen vanaf januari in groep 2 een voorschotbenadering. Groep 3 In groep 3 wordt gewerkt met de methode Lijn 3. Deze methode geeft duidelijke instructies voor differentiatie op drie niveaus. Dit wordt door de leerkracht van groep 3 uitgevoerd. Leerlingen die vanuit groep 2 zijn overgedragen met risicosignalen voor het leesproces, ontvangen naast de groepsaanpak, direct vanaf het begin van het schooljaar extra interventie aan de hand van de methode Connect Klanken en Letters. Na elke signaleringstoets die Lijn 3 biedt, bekijkt de groepsleerkracht of de leerlingen nog steeds het juiste aanbod ontvangen. Indien nodig worden leerlingen in een andere aanpak geplaatst binnen het groepsplan. Ook kunnen leerlingen op basis van deze scores aan de interventiegroep worden toegevoegd. Groep 4 t/m 6 In groep 4 tot en met 6 wordt gewerkt met de technisch lezen methode ‘Goed gelezen’. Hiervoor staat elke week een les van 45 minuten ingeroosterd. Daarnaast wordt in alle groepen minimaal 1 uur, verspreid over de week ingeroosterd voor stillezen zodat de leerlingen leeskilometers kunnen maken. Groep 7 en 8 In groep 7 en 8 wordt in de groep geen methode meer gevolgd voor het technisch lezen onderwijs. Wel lezen de leerlingen 80 tot 120 minuten per week stil, om leeskilometers te maken. Leerlingen in groep 7 en 8, die nog niet het niveau Avi Plus hebben behaald, ontvangen naast de stillezen tijd extra leesbegeleiding buiten de groep aan de hand van de Ralfi light methode. Zorgleerlingen Leerlingen die niet lezen op het niveau dat op grond van hun onderwijsjaren verwacht mag worden, ontvangen extra leesbegeleiding. Voor de verschillende leesniveaus wordt onderstaande begeleiding geboden: Groep: Groep 2, vanaf januari Groep 3, eerste helft van het jaar Groep 3, tweede helft van het jaar Groep 4, eerste helft van het jaar Vanaf de tweede helft van groep 4 tot en met het einde van groep 8:
Aanpak: Voorschot benadering letterkennis aan de hand van het werkboek ‘Van beginnende geletterdheid tot lezen’. Connect Klanken en Letters Connect Woordherkenning Connect Vloeiend lezen Niveau E3: Connect Vloeiend lezen Niveau M4: Ralfi lezen Niveau E4 of hoger: Ralfi light
Begrijpend lezen Doorgaande lijn Middels de methode Nieuwsbegrip die we in de groepen 4 t/m 8 gebruiken, is een doorgaande lijn met een beperkt aantal strategieën gewaarborgd. Een aandachtspunt daarbij is dat het steeds gaat om de tekst. Strategieën zijn een middel om de tekst te begrijpen en geen doel op zich. Ter voorbereiding op het begrijpend lezen dat in de groepen 4 t/m 8 wordt gegeven, worden in de groepen 1 t/m 3 de begrijpend luistervaardigheden geoefend. Bij de kleutergroepen wordt dit aanbod gegeven aan de hand van de methode Kleuterplein. Deze methode volgt de leerlijn praten en luisteren, gebaseerd op de tussendoelen 55
Nederlands van SLO voor groep 1 en 2. In Lijn 3 zijn de (spreek- en) luistervaardigheden structureel uitgewerkt. Behalve dit structurele aanbod vanuit de methodes, wordt door de leerkracht aandacht besteed aan de voorbereidende begrijpend leesvaardigheden tijdens het voorlezen van teksten. Aanpak risicolezers Woordenschat en vlot kunnen lezen zijn de belangrijkste voorwaarden voor begrijpend lezen en de aanpak van risicolezers is daarom in de eerste plaats daarop gericht. Deze leerlingen krijgen pre-teaching voorafgaand aan de groepsinstructie begrijpend lezen. Op die manier hebben de leerlingen al kennis gemaakt met de cruciale begrippen uit de tekst en weten ze wat het doel van de les is. Woordenschat 4 stappen De literatuur geeft aan dat nieuwe woorden worden geleerd in 4 stappen: Voorbewerken (activeren van voorkennis) Semantiseren (betekenis geven aan de nieuw te leren woorden) Consolideren (Oefenen door middel van spelletjes. Net zolang herhalen tot de woorden worden gekend. De vuistregel ‘7 keer herhalen’ gaat hier niet altijd op.) Controleren (Toetsen of de aangeleerde woorden gekend worden. De controle fase overlapt de fase van consolideren. Tijdens het oefenen bekijkt de leerkracht ook al of de woorden gekend worden.) Inbedden in zaakvakonderwijs Moeilijke woorden uit het zaakvakonderwijs vormen een goed uitgangspunt voor woordenschatonderwijs. De 4 hierboven beschreven stappen worden verweven met het zaakvakonderwijs. Dit levert tijdwinst en de materie uit de zaakvakken kan beter worden opgenomen door de leerlingen als de woorden bekend zijn. De te behandelen woorden hebben binnen de klas een plek op de woordenwand. Op het rooster: 3x 5 minuten (m.b.v. spelletjes Taalpilots) Geïntegreerd in andere lessen besteden we nog eens 40 minuten aan woordenschat Toetsen Naast de niet-methodegebonden Cito toets voor woordenschat gebruiken we tussentijdse woordtoetsen om de voortgang van onze leerlingen te toetsen. Hiervoor gebruiken we: - de woordenschattoetsen uit de taalmethode - zelfgemaakte woordentoetsen waarmee we de woorden van de woordwand toetsen Deze laatste toetsen worden ingezet op een moment dat de leerkracht verwacht dat (een selectie uit) de woorden op de woordenwand gekend worden. De vorm van de toets kan variëren. De spelletjes en werkvormen voor het oefenen van woorden, kunnen ook gebruikt worden voor het toetsen. Spreek-, luister- en schrijfonderwijs Groep 1 en 2 In groep 1 en 2 wordt gewerkt met de methode Kleuterplein. Deze methode volgt de leerlijn praten en luisteren, gebaseerd op de tussendoelen Nederlands van SLO voor groep 1 en 2. Voor het registreren van de vorderingen wordt gebruik gemaakt van de registratieformulieren die bij Kleuterplein horen.
56
Groep 3 In Lijn 3 zijn de spreek- en luistervaardigheden structureel uitgewerkt. Binnen de leerlijn spreken en luisteren wordt bovendien veelvuldig aandacht besteed aan de interactie tijdens samenwerkend leren en aan het uitbreiden en aanleren van gespreksregels. Taal Actief In groep 4 tot en met 8 wordt op De Freule van Pallandtschool door middel van de methode Taal Actief 4 aan de kerndoelen gewerkt. Wat de leergebiedoverstijgende kerndoelen betreft, draagt Taal Actief 4 vooral bij aan planmatig werken en het gebruik van leerstrategieën. Afstemming Doordat de vorderingen van de leerlingen stelselmatig bijgehouden worden, heeft de leerkracht goed zicht op leerlingen die extra begeleiding nodig hebben. Op het gebied van woordenschat en taalbeschouwing biedt de methode Taal Actief remediëring- en verrijkingsstof. Wat gespreks- en samenwerkvaardigheid betreft, zal de leerkracht tijdens opdrachten waar dit aan de orde is meer aandacht besteden aan de leerlingen die hier zwakker op scoren. Door vragen te stellen, uitleg te geven en deel te nemen aan het gesprek of de samenwerkopdracht, kan de leerkracht deze leerling(en) extra begeleiden. Kinderen die moeite hebben met het maken van schrijfproducten krijgen tijdens deze lessen de gelegenheid om (een deel) van de opdracht samen met de leerkracht te maken of met behulp van een maatje. Op deze manier leren de leerlingen van het goede voorbeeld. Dyslexie Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en / of vlot toepassen van het lezen en / of spellen op woordniveau. Dyslexie uit zich bij elk individu anders, maar in het algemeen gesproken geldt het volgende: Er zijn automatiseringsproblemen bij het (leren) lezen en/of spellen Deze problemen zijn hardnekkig en resistent tegen behandeling De problemen zijn niet te herleiden tot andere problemen of stoornissen Dyslexie is meestal erfelijk bepaald: bij dyslectische leerlingen wordt vaak dyslexie in de familie aangetroffen Voordat dyslexie bij kinderen kan worden vastgesteld, fungeert De Freule van Pallandtschool als ‘poortwachter’. Vanaf de kleuterperiode signaleren de leerkrachten of er problemen zijn in de ontwikkeling met betrekking tot auditieve synthese en –analyse en de letterkennis. Wanneer er dyslexie voorkomt in de familie, is dit ook een signaal voor het vermoeden van dyslexie. Onze leerkrachten en de Intern begeleider maken hierbij gebruik van de protocollen Leerproblemen en Dyslexie. Met genormeerde toetsen (Cito toetsen en toetsen CPS) wordt vastgesteld of er sprake is van een leerachterstand. Bij een achterstand in lezen en/of spellen is de school primair verantwoordelijk de lees/ en/of spellingsproblemen te begeleiden. De Freule van Pallandtschool heeft een taalspecialist in de school, die de leerkrachten kan ondersteunen in dit proces. De school dient door middel van minstens 3 meetmomenten en tenminste 2 interventieperiodes van minimaal 12 weken het vermoeden van ernstige, enkelvoudige dyslexie te onderbouwen. 57
De Freule van Pallandtschool bespreekt het vermoeden van dyslexie met de schoolarts van de GGD. De gemeente geeft, in het geval van een positief advies van de schoolarts, een beschikking af waarmee het dyslexiezorgtraject gestart kan worden bij één van de dyslexie instellingen die hiervoor door de gemeente zijn goedgekeurd. Vanuit het complete onderzoek stelt de diagnosticus verslag op en wordt al dan niet een dyslexieverklaring afgegeven. In dit verslag wordt de indicatie (=zorgbehoefte) voor behandeling omschreven. Afhankelijk van de gebleken ernst en enkelvoudigheid van de dyslexie, zal in het verslag worden aangegeven in hoeverre behandeling nodig is en verantwoord kan worden. Naast de behandelindicatie (volgens Protocol Diagnose en Behandeling, Blomert, herziene versie 2013), zal een verslag ook een uitgebreide diagnosestelling bevatten volgens de richtlijnen van de Stichting Dyslexie Nederland (volgens brochure SDN, geheel herziene versie 2008). De dyslexie wordt geclassificeerd (onderkennende diagnose) waarmee de ernst en enkelvoudigheid wordt benoemd. In de diagnose wordt dan beschreven uit welke onderzoeksresultaten de dyslexie al dan niet blijkt (verklarende diagnose) en wordt aangegeven welke begeleiding het kind nodig heeft (indicerende diagnose). Behandeling Wanneer uit het dyslexieonderzoek de indicatie (=zorgbehoefte) tot behandeling is afgegeven, kan de hulp worden doorgezet. De behandeling bestaat uit wekelijkse (individuele) sessies waarbij een kind ook huiswerk mee krijgt. Het is de bedoeling dat thuis met het kind ook wordt geoefend. Tijdens de behandeling zijn verschillende evaluatie- en toetsmomenten ingepland om de voortgang goed bij te houden. Uitgangspunten bij de behandeling van dyslexie: Het vergroten van de lees- en spellingsvaardigheid van de leerling met een vaste methode. Hierbij ligt grote nadruk op het herkennen van de (klank) structuur van woorden en het bevorderen van het vloeiend lezen. Aandacht voor specifieke problemen van een leerling. Vergroten van de leesmotivatie en het kind leren omgaan met zijn/haar leesproblemen. Logopedie Alle kinderen worden rond hun 5e verjaardag door een logopedist van de GGDRivierenland op school gescreend. Het is de bedoeling risicofactoren en stoornissen in een vroeg stadium op te sporen. Voordat de logopedist een leerling screent, worden de ouders/verzorgers geïnformeerd via een informatiebrief. Na de screening krijgen de ouders informatie over de resultaten. De screening kan aanleiding zijn om een kind op een specifiek terrein verder te onderzoeken. Als blijkt dat er iets aan de hand is, overlegt de logopedist met ouders en leerkrachten en of Intern begeleider. Gezamenlijk besluiten zij wat er verder gaat gebeuren. De screening duurt ongeveer 20 minuten. Het kind mag plaatjes benoemen, woorden en zinnen nazeggen, spelopdrachten met materiaal uitvoeren en er wordt een gesprekje gevoerd. Hierbij krijgt de logopedist een indruk van diverse logopedische gebieden De logopedist let op: Horen en luisteren Door gehoorproblemen kan het spreken vertraagd of verkeerd op gang komen. Kinderen kunnen moeite hebben met het horen van verschillen tussen klanken of
58
voeren opdrachten niet goed uit. Een goed gehoor is nodig om met aandacht te leren luisteren. Stem De stem kan hees zijn of schor, overslaan of zelfs wegvallen, bijvoorbeeld door verkeerd stemgebruik. De manier van ademen en de houding spelen hierbij een rol. Taal Bij sommige kinderen komt de taalontwikkeling te laat op gang of ontwikkelt zich te langzaam. Deze kinderen begrijpen onvoldoende van wat er wordt gezegd. Het kan ook zijn dat deze kinderen hun gedachten niet of moeilijk onder woorden kunnen brengen. De woordenschat is te klein of de zinnen zijn niet goed. De fonologische taalstoornis (moeite met het verwerken van klanken in de hersenen) is ook een belangrijke oorzaak van leesproblemen. Spraak Bij articulatieproblemen vormen kinderen de klanken en woorden niet goed in hun mond. Hierdoor zijn ze minder verstaanbaar voor anderen. Sommigen kinderen stotteren of spreken slordig en te snel. Vloeiendheid en stotteren Veel kinderen spreken een bepaalde periode niet vloeiend. Dit is een normale fase van de spraakontwikkeling. Tijdens de screening observeert de logopedist de vloeiendheid van het spreken en beoordeelt of ingrijpen nodig is. Mondgedrag Afwijkende mondgewoonten zoals het ademen door de mond, duimen of verkeerd slikken hebben vaak een negatieve invloed op de uitspraak. Onderzoek De screening kan aanleiding geven voor nader onderzoek. Maar ook ouders of leerkrachten die twijfelen over de taal of spraak van een kind kunnen zelf contact opnemen met de logopedist en vragen om een onderzoek. Voordat de logopedist een onderzoek start moeten ouders altijd toestemming geven via een ondertekend 'aanmeldingsformulier voor logopedisch onderzoek. Indien een kind in aanmerking komt voor behandelingen worden ouders doorverwezen naar een zelfstandige praktijk. Schoolarts De afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) volgens de volgende werkwijze. In de werkwijze is er meer tijd beschikbaar voor kinderen die extra aandacht van ons nodig hebben. De JGZ blijft alle kinderen in hun groei en ontwikkeling volgen. In de basisschoolperiode krijgt een kind nog steeds twee keer een uitnodiging voor een gezondheidsonderzoek; een als het kind 5/6 jaar is en een als het kind 10/11 jaar is. Alle 5-jarigen krijgen ook een uitnodiging voor een logopedische screening door een GGD-logopedist. Voor de 7/8-jarigen is er voortaan een extra onderzoek op lengte en gewicht (groei). Onderzoek 5/6-jarigen en 10/11-jarigen Het onderzoek voor de 5/6-jarigen en de 10/11-jarigen bestaat uit: Een vragenlijstonderzoek onder de ouders. Een gesprek met de leerkracht over eventuele aandachtspunten.
59
Een onderzoek op school De ouders wordt verzocht om twee vragenlijsten in te vullen. Deze informatie (eventueel ook over problemen die bij het kind worden opgemerkt of vermoed) is erg belangrijk. Tenslotte kent niemand het kind beter dan de ouders. Daarnaast bespreken wij de kinderen met de leerkracht en of Intern begeleider. De doktersassistente voert op school een onderzoek (screening) uit. Zij checkt bij de 5/6-jarigen de lengte, het gewicht, de ogen, de oren en de motoriek (bewegen). Bij de 10/11-jarigen checkt zij de lengte en het gewicht en de ogen en oren. De 7/8jarigen worden alleen gemeten en gewogen. De ouders zijn niet bij de screening aanwezig. Op de eerste screeningsdag stelt de doktersassistente zich voor aan de leerlingen en legt uit wat er gaat gebeuren. De kinderen komen een voor een bij de doktersassistente in een aparte ruimte. Het kind hoeft zich voor het onderzoek niet u te kleden. De onderwerpen uit de vragenlijst komen tijdens de screening niet aan de orde. De spreekuren op school De door ouders ingevulde vragenlijsten, eventuele aandachtspunten van de leerkracht en de screening op school maken duidelijk of het kind extra aandacht nodig heeft van een jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Is dit het geval, dan ontvangen de ouders een uitnodiging voor het spreekuur. Het spreekuur vindt maandelijks plaats op school en wordt om en om door een jeudarts en jeugdverpleegkundige verzorgd. Natuurlijk kunnen ouders zelf ook op de vragenlijsten aangeven gebruik te willen maken van het spreekuur omdat zij vragen hebben over de opvoeding of over de gezondheid van het kind. Zij ontvangen dan automatisch een uitnodiging voor het spreekuur. Bij twijfel, vragen of problemen met betrekking tot de ontwikkeling van het kind is het altijd mogelijk om het spreekuur te bezoeken. Dit kan buiten de onderzoeksmomenten om. Terugkoppeling en eventueel vervolg Binnen vier weken na de screening krijgen ouders bericht over de uitkomst van de screening. Indien nodig ontvangen ouders een uitnodiging voor het spreekuur op school. Wij maken gebruik van beschikbare BePO voorzieningen Wanneer de basisondersteuning die we conform de BePO kwaliteitsstandaard bieden ontoereikend is werken wij intensief samen met onze partners uit het samenwerkingsverband. Dit betreft collega’s van andere basisscholen, de scholen voor speciaal (basis)onderwijs binnen en buiten het samenwerkingsverband en verdere ketenpartners uit onderwijs en jeugdzorg. BePO heeft deze samenwerking geconcretiseerd in ‘plusondersteuning’. Plusondersteuning heeft als doel de leerling met extra onderwijsbehoeften optimaal te ondersteunen op de onderwijsplek in de nabijheid van de eigen leefomgeving. Plusondersteuning omvat de ondersteuning die binnen BePO beschikbaar is om leerkrachten en/of schoolteams te helpen intensieve en verdiepte basisarrangementen voor op het juiste kwaliteitsniveau te kunnen inzetten. Plusondersteuning richt zich op 2 doelgroepen: Leerkracht en/of het schoolteam (informeren en adviseren; coaching en training; trajectbegeleiding). Leerling (onderzoeken; begeleiden; behandelen). De plusondersteuning wordt bekostigd uit de middelen die BePO hiervoor ter beschikking heeft.
60
Contact met ouders Contact met ouders vinden we erg belangrijk. We zien ouders als onze partners als het gaat om de ontwikkeling van hun kind. Samen met ouders kunnen we komen tot de juiste afstemming op de onderwijsbehoeften van hun kinderen. In de komende jaren is de ontwikkeling van dit partnerschap een speerpunt binnen ons veranderplan. We gaan met elkaar nadenken over hoe we t.a.v. partnerschap om willen gaan met oudergesprekken, 10-minutengesprekken, huisbezoeken, nieuwsbrief, website, ouderportaal en ouderbetrokkenheid in het algemeen om zoveel mogelijk uit dit partnerschap te halen ten gunste van de kinderen. Op dit moment is het contact met ouders nog vrij traditioneel. Leerkrachten informeren de ouders over de vorderingen van hun kind nadat ouders een rapport ontvangen hebben. Er is nog geen vanzelfsprekendheid in het wederzijds informeren, waarbij ouders en leerkrachten samen op zoek gaan naar het beste voor het kind. Ouders ontvangen de overige informatie over de school via de website, schoolgids, jaarkalender en de maandelijkse nieuwsbrief. De wens is om ouders meer de school in te krijgen om de dialoog aan te gaan. Hierdoor zal mogelijk de zgn ‘klaagcultuur’ (ouders die alleen de school binnenkomen als er iets te klagen valt) doorbroken kunnen worden. Klachtenregeling Ondanks alle voorzorgen kan het zijn dat u een klacht heeft over gedragingen en beslissingen of het nalaten daarvan van het personeel of het bevoegd gezag. Wij zijn altijd bereid daar met u over te praten en een oplossing te zoeken. Wilt u dit niet of wordt uw klacht naar uw mening niet afdoende afgehandeld, dan zijn er nog de volgende mogelijkheden: Op onze school is juf Lucia contactpersoon. Bij haar kunt u terecht met uw vragen en problemen. De interne contactpersoon bespreekt met u wat u zelf zou kunnen doen om tot een oplossing te komen. In elk geval zal de interne contactpersoon u wijzen op de mogelijkheid om één van de externe vertrouwenspersonen van CPOB in te schakelen. Als de groepsleerkracht van uw kind tevens de interne contactpersoon van de school is, dan kunt u direct met de directie overleggen. U kunt een beroep doen op de externe vertrouwenspersonen van CPOB, als uw klacht door de school niet naar tevredenheid is behandeld. De externe vertrouwenspersonen van CPOB zijn onafhankelijk en zullen een gesprek vertrouwelijk behandelen. Zij kunnen advies geven, nagaan of er mogelijkheden zijn om tot een oplossing te komen en zo nodig verwijzen naar hulpverlenende instanties. Zij kunnen de klager wijzen op de mogelijkheid het Bovenschool Management in te schakelen. Mochten alle genoemde mogelijkheden, ondanks de activiteiten van de interne contactpersoon en/of de externe vertrouwenspersoon van CPOB en de inschakeling van het Bovenschool Management niet tot een oplossing hebben geleid, dan kan de externe vertrouwenspersoon van CPOB u aangeven hoe u de klacht schriftelijk kunt indienen bij de landelijke klachtencommissie. Landelijke Klachtencommissie PO: Postbus 907 2270 AX Voorburg tel. 070-3481180
61
Meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900 1113111 Klachtenmelding over seksuele intimidatie, seksueel misbruik en fysiek of psychisch geweld. Passend Onderwijs in een zeer gespecialiseerde school Wanneer de hulpvraag van de leerling de mogelijkheden van onze school aantoonbaar te boven gaat, zoeken we naar een andere meer passende leeromgeving voor deze leerling. We werken hiervoor optimaal samen met de andere basisscholen, de scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs in de BePO regio en wanneer dit nodig is buiten de regio. Deze scholen bieden ‘speciale ondersteuning’. Speciale ondersteuning omvat het (zeer) gespecialiseerde onderwijsprogramma (leerstofaanbod, didactische aanpak, pedagogische aanpak, klassenmanagement, schoolklimaat) dat elke speciale (basis)school voor haar leerlingen verzorgt. Scholen voor speciaal (basis)onderwijs bieden speciale ondersteuning Speciale ondersteuning is bedoeld voor de leerling met (zeer) specifieke onderwijsbehoeften. Dit maakt het noodzakelijk dat deze leerling gebruik maakt van een tijdelijke of langdurige begeleiding in een (zeer) gespecialiseerde onderwijsvoorziening. BePO beschikt over de volgende voorzieningen: Scholen voor speciaal (basis)onderwijs die in de BePO regio gevestigd zijn. Deze scholen bieden (zeer) gespecialiseerde onderwijsondersteuning voor: Leerlingen met ernstige lichamelijke beperkingen; Leerlingen met een sterke verstandelijke beperking; Leerlingen met meervoudige beperkingen; Leerlingen met een complexe sociale gedragsproblematiek; Leerlingen met een ernstige concentratie problematiek; Leerlingen met een grote leerachterstand (taal, lezen, rekenen). Scholen voor speciaal (basis)onderwijs die buiten de BePO regio gevestigd zijn en waarmee BePO een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten. Deze scholen bieden (zeer) gespecialiseerde onderwijsondersteuning voor: Leerlingen met een ernstige visuele beperking (SO 1) Leerlingen met een ernstige auditieve en / communicatieve beperking (SO 2) Langdurig zieke kinderen en kinderen met een ernstige vorm van epilepsie. Boeiend opbrengstgericht onderwijs “Zorgverbreding is de uitbreiding en versterking van maatregelen en activiteiten, vooral op school- en groepsniveau, ten behoeve van een zo intensief mogelijke zorg voor leerlingen, in het bijzonder voor hen die specifieke pedagogische en/of didactische behoeften tonen, opdat zij in zekere hoeveelheid tijd, door de school te bepalen doelen en tussendoelen bereiken”. Op onze school werken wij binnen onze zorg volgens het principe van de 1-zorgroute. In de 1-zorgroute zijn alle stappen van zorg, van intern naar extern, omschreven. Deze route biedt een sluitend vangnet om alle kinderen met specifieke onderwijsbehoeften zo goed mo-gelijk te ondersteunen. De stappen binnen de 1zorgroute volgen elkaar logisch op en zijn cyclisch. Binnen de vier fases van de zorgroute geldt: het bieden van een goed pedagogisch klimaat door handelings- en opbrengstgericht te werken in de groep, met als startpunt de leerkracht binnen de groep, die zich zorgen maakt over een leerling.
62
Het goed volgen én evalueren van het geboden onderwijs binnen het basisarrangement van de school zorgt ervoor dat duidelijk wordt of: - de leerlingen de gestelde doelen halen; - de leerlingen profiteren van het onderwijs en van de extra hulp; - de instructie en/of hulp van de leerkracht en het curriculum effectief zijn. Blijkt dat het kind meer zorg nodig heeft dan wat de school kan bieden binnen de aangeboden arrangementen, dan kan de school een beroep doen op ondersteuning door deskundigen. Aldus is de 1-zorgroute een sluitend vangnet voor alle kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. Op het moment dat er onvoldoende effect is van het gebodene in de betreffende stap, wordt - altijd handelingsgericht - overgegaan naar de volgende stap. Als vervolgens blijkt dat het kind profiteert van het geboden onderwijs- en ondersteuningsaanbod, blijft men handelingsgericht werken binnen die en voorgaande stappen; het onderwijs of de ondersteuning is immers effectief. Onderwijs op maat wordt op deze wijze voor elk kind mogelijk. Het vloeiend in elkaar overlopen van de ene stap in de andere (of weer terug) is een logische beweging. De vragen "Wat werkt voor dit kind (en hoe houden we dat zo?) En 'Wat behoeft verandering (en vraagt om meer zorg en aandacht op maat) zijn daarbij leidinggevend. Onderstaand een schematisch stappenplan van de 1-zorgroute: Spoor 1- fase groen - zorgniveau 1 Taak leerkracht: - Goed onderwijs geven via interactieve directe instructie met convergente differentiatie (instructie naar leerbehoefte). Verder is van belang: doelgericht, goed volgen van de handleiding en de methode, dagelijks automatiseren, hoge verwachtingen uitspreken en kennis hebben van de cruciale leermomenten. - Vroegtijdige signalering leer- en gedragproblemen en meerbegaafdheid door toetsing (methodeonahankelijke toetsen) en observatie (Zien, e.d.) Rol IB: - De intern begeleider heeft als taak de kwaliteit van het onderwijs te borgen. - Via de groepsbesprekingen, groepsoverzichten, groepsplannen en bespreking van de toetsgegevens, borgt de IB-er een vroegtijdige signalering. - Kennisoverdracht op het gebied van de vroegtijdige signalering. - Bepaling van de fase waarin de leerling zich bevindt. Overgang volgende fase: - 2x onvoldoende groei in vaardigheidsscore en/of een onvoldoende score (D/E) (of constatering van een grote ontwikkelingsvoorsprong) is overstappen naar fase geel, zorgniveau 2. Spoor 2 – fase geel - zorgniveau 2 Taak leerkracht: - Verlengde instructie en begeleidt inoefenen bij twee keer onvoldoende groei in vaardigheidsscore/ onvoldoende (D/E)/compacten en verrijken bij significante ontwikkelingsvoorsprong; - Blijf bij de methode (convergente differentiatie in instructie en eventueel in hoeveelheid); - Sturende didactiek: modelleren (voor, koor en door); bij grote 63
ontwikkelingsvoorsprong meer exploreren en verdiepen. - Het effect van de verlengde instructie/ compacten en verrijken - in termen van groei in VHS en minimale score op de methodegebonden toetsen – nauwlettend in de gaten houden; - Ouders op de hoogte houden van de aanpak en de resultaten van de aanpak. Eventueel ouderondersteuning inzetten. Rol IB: - Diagnosticeren; - Ouders betrekken in de zorg; - Groepsplan verdiept en intensief arrangement nauwkeurig monitoren en waar nodig in overleg bijstellen; - Beslissen in welke fase/op welk spoor het kind zich bevindt. Overgang naar volgende fase: - Na een half jaar geen vooruitgang/groei gaan we over op fase oranje. Als de leerling binnen het verdiept arrangement niet voldoende uitdaging krijgt, gaan we ook over op fase oranje. Spoor 3 – fase oranje - zorgniveau 3 Rol leerkracht: - Handelen conform de adviezen van de externe deskundigen met aansturing van de intern begeleider, indien gewenst intensief ondersteund vanuit de R.T. - Signaleringsinstrument meerbegaafdheid inzetten bij leeringen waarbij het verdiept arrangement niet toereikend is. Bij signalen van mogelijke gedragsproblematiek externe deskundige inschakelen. Rol IB: - Oudercontacten en contact met externen. - Bewaken van het protocol. - Na een half jaar fase oranje geen progressie -> externe hulp inschakelen. - Externe hulp bewaken en coördineren. Eventueel opstellen van een OPP. - Begeleiden van de groepsleerkracht in de uitvoering van de plannen. - Beoordelingsfase: progressie: terug naar fase oranje of didactische resistentie en continueren fase rood. Overgang naar volgende fase: - Samen met externe begeleiding kijken of er vooruitgang is. Bij aanhoudende didactische resistentie is er sprake van fase rood, anders terug naar fase oranje. In fase rood kan een erkende GZ-psycholoog verklaringen omtrent de diagnose uitschrijven bij bijvoorbeeld dyscalculie en dyslexie. Bovenstaande geldt ook voor meerbegaafde leerling waarbij ondanks de extra inzet de ontwikkeling niet voldoende is, al dan niet in combinatie met (de ontwikkeling van) een specifieke gedragsproblematiek.
64
Onze ontwikkelambities Passend Onderwijs Onze school biedt basisondersteuning van goede kwaliteit. We spannen ons doorlopend in deze kwaliteit op het beoogde niveau te houden en daar waar nodig en/of wenselijk de kwaliteit ervan te verbeteren. Dit doen we door o.a. de expertise van onze leraren te vergroten en onze onderwijsprocessen nog beter te laten aansluiten op de onderwijsbehoeften van onze leerlingen en de ouders / verzorgers. Verbeterthema’s Wij hebben in ons schoolteam de intentie vastgesteld de komende 3 jaren de beoogde kwaliteitsverbetering te focussen op: Onze ambitie Wij willen een school zijn waarin niet alleen plaats is voor kinderen met min of meer ‘normale’ onderwijsbehoeften, maar ook voor kinderen die een speciale onderwijsbehoefte hebben. Uitgaande van het document Kind op de Gang zijn de volgende zorgprofielen onze ambitie: (Zeer) slechtziend Slechthorend Verstandelijke handicap Downsyndroom Epilepsie Lichamelijke handicap PTSS Stoornis in het autistisch spectrum Faal(angst) Concentratiestoornissen (ADHD/ADD) Leerproblemen Gezondheidsproblemen Dyslexie NLD Bij onze ambitie zetten we wel een aantal voorwaarden: Er is voldoende begeleiding vanuit BePO en/of het SO Er is sprake van voldoende mogelijkheden tot communicatie met leerkracht en medeleerlingen Het kind kan zich blijven ontwikkelen binnen onze school. Er is geen belemmering voor de groep en de leerkracht (als de veiligheid in het geding is) Het kind voelt zich gelukkig binnen onze school Om kinderen met bovenstaande problematiek goed te kunnen begeleiden, hebben we de volgende speerpunten voor onze kwaliteitsontwikkeling: Openheid en Duidelijkheid. In alle aspecten van ons onderwijs zullen deze twee woorden centraal staan, waardoor we aan onze missie ‘Wij willen dat uw kind elke dag met plezier naar school gaat en veel leert’ meer vorm en inhoud kunnen geven. Onderdelen die hierbij aan de orde komen zijn: Kanjertraining: de komende 4 jaar zullen we gaan werken volgens de principes van de Kanjertraining, waarvoor we teambreed de trainingen zullen gaan volgen en de methode gaan implementeren in ons onderwijs.
65
Ouders zijn onze partners bij de ontwikkeling van hun kind. Zoals eerder al aangegeven bij het onderdeel ‘Contact met ouders’ willen we dit partnerschap uit gaan werken, waardoor we samen met ouders kunnen zoeken naar het beste voor hun kind. Hierdoor zijn we nog beter in staat uit het kind te halen wat er in zit, een belofte die we aan ouders doen in onze schoolgids. We willen in de komende jaren steeds meer expertise opdoen om deze kinderen op de meest juiste, bij hen passende, manier te begeleiden. Voor het opdoen van deze expertise zouden we graag begeleiding krijgen vanuit het SO en BePO.
66
Bijlage 5: Kwaliteitszorg gebaseerd op het INK-model Evenals het bevoegd gezag, gebruikt elke school van CPOB de schoolplanmanager (dan wel de systematiek daaruit) als basis voor kwaliteitszorg. Dat houdt in de praktijk in dat elke school zich baseert op het INK-model en de vierjarige Demingcyclus. Die cyclus beslaat de gehele schoolplanperiode. Voordat we aan het opstellen van dit schoolplan begonnen, hebben we een aantal fasen van de cyclus van doorlopen.
De voortgang van de planmatige schoolontwikkeling wordt m.b.v. het bovenschoolse dashboard van de schoolplanmanager gevolgd en is een van de onderwerpen die tijdens de jaarlijkse schoolbezoeken en managementgesprekken aan de orde komen. 67
Bijlage 6: Formulier Instemming en vaststelling schoolplan School:
CBS Freule van Pallandt
Adres:
van Pallandtweg 15a
Postcode/plaats:
4182CB Neerijnen
Bevoegd gezag:
CPOB Tiel
Adres:
Grotebrugse Grintweg 52
Postcode/plaats: 4005AJ Tiel ------------------------------------------------------------------------------------------------------De MR van bovengenoemde school heeft ingestemd met het schoolplan voor de periode van 01-08-2015 tot 31-07-2019. Namens de MR, Neerijnen, 29 oktober 2015
[handtekening]
[naam]
[functie] -------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het schoolplan voor de periode van 01-08-2015 tot 31-07-2019 vastgesteld. Namens het bevoegd gezag, Tiel, .. september 2015 [handtekening]
H.Huibers Directeur bestuurder
68