Aanpak MeeDoen! Sport en Bewegen Inleiding Om de doelstelling van het programma MeeDoen! Sport en Bewegen te halen in 2012 is een aantal deelprojecten benoemd en activiteiten gepland. De doelstelling van het programma is het laten sporten en bewegen en het ontwikkelen van een gezonde leefstijl voor cliënten waardoor zij weer kunnen meedoen in de samenleving. Het gaat daarbij vooral ook om structureel en duurzaam blijven sporten en bewegen. Daarvoor is inbedding in het aanbod van hulpverlening noodzakelijk. Het is de bedoeling dat de bestaande infrastructuur van sport en bewegen en gezonde voeding gebruikt wordt. We gaan niet allerlei nieuwe initiatieven ontwikkelen, tenzij er echt geen passend aanbod is. We werken dan ook intensief samen. Hoe proberen we te bereiken dat onze sector in 2012 klaar is om dit te realiseren? 2010 – Inventariseren, ontwikkelen en initiëren In het eerste jaar, 2010, is vooral ingezet op het informeren en meenemen van opvanginstellingen en ketenpartners in het programma. Verder lag de focus op het inventariseren van behoeften en leemten in kennis en deskundigheid, het onderzoeken van locaties voor pilots en het inzetten op het realiseren van een lokaal (sportverenigingen, welzijn, onderwijs, gemeenten, corporaties) en landelijk (bonden, NISB, NOC*NSF, Aedes) netwerk. 2011 - Initiëren en experimenteren In de loop van het eerste jaar worden pilots voorbereid en uitgevoerd. Gedurende het tweede jaar worden de pilots uitgevoerd en wordt de output hiervan vertaald in concrete producten. Het gaat om het leveren van best practices (voorzetten) voor de aanpak en methodieken als basis voor verdere deskundigheidsbevordering. Ook wordt het netwerk rondom Sport en Bewegen verder opgebouwd, lokaal met opvanginstellingen en partners ter plaatse en landelijk tussen de Federatie Opvang en nationale partners. Methodieken en informatie worden in brochures en ander communicatiemateriaal vastgelegd. 2012 - Oogsten en uitrollen ontwikkelde concepten In het derde jaar worden de best practices verder uitgerold en komen instellingen en lokale partners tot concrete afspraken voor onze cliëntengroep. De ‘brede infrastructuur’ rondom Sport en Bewegen is aan het einde van dit programma beter ingericht op onze cliënten. De professionals worden door deskundigheidsbevordering en de nodige tools toegerust om cliënten toe te leiden naar sport en bewegen. Een groot deel van de cliënten is actief en er bestaat een beleid op gezonde voeding en persoonlijke verzorging in de meeste instellingen.
De aanpak binnen het programma per onderdeel A. Organisatie Project/Algemeen Voor de uitvoering van het project is een projectorganisatie in het leven geroepen. De projectleider is verantwoordelijk voor de uitvoering, stemt af met en legt verantwoording af aan de opdrachtgever VWS.. Om het project uit te voeren is er een interne projectgroep opgericht binnen de Federatie Opvang. Deze wordt aangevuld met enkele externe deskundigen. Er wordt afgestemd met cliënten en lokale en landelijke cliëntenraden om de inbreng van cliënten te borgen. Er is een begeleidingscommissie bestaande uit het Ministerie van VWS, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Vereniging Sport en Gemeenten (VSG), Nederlands Instituut Sport en Bewegen (NISB), directeur FO, Directeur Humanitas Onder Dak, NOC / NSF . Tenslotte is er een interne klankbordgroep van directeuren van lidinstellingen. B. Opbouwen netwerk landelijk en lokaal
Een succesvol programma Sport en Bewegen is alleen mogelijk wanneer de bestaande infrastructuur rondom sport en bewegen optimaal wordt benut. Dit betekent dat er een actief netwerk wordt opgebouwd, zowel landelijk als lokaal. Het gaat dan om partners als sportbonden en sportverenigingen, andere landelijke ‘sport’-organisaties, gemeenten, maar ook onderwijs- en welzijnsinstellingen Een nulmeting in 2010 Om uiteindelijk het effect van het driejarig programma Sport en Bewegen te kunnen beoordelen wordt in het eerste jaar een nulmeting gehouden. Er wordt gekeken naar het aantal instellingen dat al activiteiten aanbiedt en naar het aantal individuele cliënten dat reeds actief is met sport en bewegen. Elkaar leren kennen: Partners zijn onmisbaar Het gaat bij het opbouwen van een netwerk om meerdere aspecten. Zo gaat het om het beter onder de aandacht brengen van mogelijkheden en wensen van cliënten, bij sportorganisaties en andere partners. Anderzijds gaat het ook om het zorgen voor meer kennis binnen de instellingen, over de ‘wereld’ van sport en bewegen. Er moet een brug worden geslagen tussen beide werelden, waarbij het beste van beiden gecombineerd wordt in een goede samenwerking en aanpak voor onze cliënten. Hierbij stellen wij onze deskundigheid beschikbaar aan de sportorganisaties en andersom. Vanzelfsprekend speelt dit onderdeel ook een cruciale rol wanneer het gaat om het opzetten van pilots in het land. Zonder partners is deze ambitie niet haalbaar. Ideaal is om aan het eind van 2012 een solide netwerk van partners te hebben, landelijk en lokaal, waarmee we duurzaam sporten en bewegen kunnen borgen voor onze cliënten. Er komt materiaal beschikbaar als een “handreiking voor verenigingen”. C. Kennisontwikkeling /deskundigheidsbevordering Professionals zijn aan het eind van dit meerjaren project (eind 2012) in staat om cliënten adequaat te begeleiden naar sport en bewegen. Toelichting Door te investeren in kennis, methodieken en daarmee ook professionals, zal sport en bewegen integraal onderdeel kunnen gaan uitmaken van het aanbod voor cliënten. De kennis van de “wereld” van sport en bewegen is nog onvoldoende. Het gaat hierbij om verschillende elementen: kennis van de mogelijkheden die verschillende vormen van sport en bewegen bieden, een beter inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van cliënten en om een beperkte kennis van de bestaande infrastructuur rondom sport en bewegen. Ook pragmatische zaken als financiering en organisatie van evenementen verdienen aandacht. Andere competenties? Het gaat ook om het bijdragen aan een ‘nieuwe professional’. Input leveren aan HBO-opleidingen in verband met het opstellen van een ‘nieuw’ profiel, competenties is aan de orde. Dit geldt ook voor de andere pijlers (Activering en Werk en Cultuur en Zingeving) in het project MeeDoen! Het in kaart brengen en benoemen van de gewenste competenties is van groot belang. Overleg met de betreffende HBOopleidingen wordt hiervoor gezocht. Resultaat Aan het eind van het driejaren programma hebben medewerkers voldoende kennis en kunde om cliënten structureel te begeleiden naar sport en bewegen. Zij kennen de infrastructuur van sport en bewegen, er zijn toegangen tot het netwerk en er zijn afspraken. Er is een toolkit ontwikkeld met twee varianten: voor directeuren en voor medewerkers. Hierin zit materiaal dat beiden helpt sporten en bewegen mogelijk te maken en verder te implementeren. Natuurlijk wordt deze toolkit omgeven door een instructieprogramma. D. Pilots Pilots in verschillende gemeenten, met de lokale partners, worden voorbereid en gestart. Het gaat om verschillen in omvang van gemeenten, omvang van instellingen en aard van de instelling om voldoende diversiteit te waarborgen. Pilots zijn cruciaal in dit programma. Zij bieden een praktijkomgeving om zaken te toetsen en te komen tot effectieve vormen van samenwerking en vormen in aanpak en methodiek.
Toelichting De pilots dient een aantal doelen. Door pilots is het mogelijk beter zicht te krijgen op wat er ontbreekt in een bepaalde lokale setting. Hiermee wordt duidelijk welke lokale actie er genomen moet worden. Maar ze dienen nadrukkelijk ook als voorbeeld van waaruit modellen kunnen worden afgeleid, die elders in het land bruikbaar zijn. Reeds ontwikkelde ideeën of samenwerkingsverbanden worden in de pilots verder ontwikkeld. Ook de behoeften in kennis en kunde van de professionals in de sector wordt hiermee scherper. Resultaat De pilots leiden tot voorbeelden van hoe een netwerk kan worden opgebouwd en geven aan welke relevante partners moeten worden betrokken in dit netwerk. De pilots verschaffen verder informatie over welke sport- en beweegactiviteiten vooral geschikt kunnen zijn voor verschillende doelgroepen. Ook zal de kennisbehoefte bij professionals zeker naar voren komen. De pilots leveren dus bouwstenen voor de andere onderdelen van het programma en zijn daarom erg belangrijk. E. Evenementen binnen het programma Elk jaar vindt een groot landelijk sportevenement plaats. De laatste twee jaren (2011 en 2012) wordt hiervoor Papendal beschikbaar gesteld door het NOC*NSF. Het gaat hier om een nationale sportdag. In 2010 heeft er een internationaal, meerdaags evenement (Social Inclusion Games) plaatsgevonden op de campus van de Universiteit Twente. De Social Inclsuion Games Netherlands - Een uniek, internationaal evenement voor kwetsbare cliënten Van 1 tot en met 7 augustus 2010 zijn de Social Inclusion Games the Netherlands (SIGN) gehouden, op het terrein van de campus van de Technische Universiteit van Twente. De Social Inclusion Games zijn een groot internationaal, sportief evenement voor kwetsbare groepen. Ruim 1000 sporters uit 8 Europese landen hebben honderden wedstrijden gespeeld in 25 disciplines waarbij 300 gouden, zilveren en bronzen medailles zijn uitgereikt. Maar ook bij deze spelen voor kwetsbare mensen was MeeDoen belangrijker dan winnen. Initiatiefnemers Humanitas Onder Dak en de Federatie Opvang waren de initiatiefnemers voor de organisatie in Nederland. Cliënten uit de maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en RIBW instellingen en bewoners uit diverse vormen van beschermd en begeleid wonen, hebben aan dit grootse evenement deelgenomen. Het ministerie van VWS en SZW hebben, naast een aantal andere partijen (de Founding Fathers) een substantiële financiële bijdrage geleverd. Deze manifestatie mag gezien worden als één van de targets die dit project beoogt. Dit omdat de manifestatie zal leiden tot een enorme aandacht voor sport en bewegen voor de doelgroep. Dat betekent dat er zeker sprake zal zijn van een vliegwielfunctie, waardoor sport en bewegen veel meer aandacht krijgt, zowel binnen de (opvang)instellingen als binnen de bestaande infrastructuur rondom sport en bewegen. Meer aandacht voor cliënten en kwetsbare groepen en hun mogelijkheden is het gevolg. Verder zal de intensieve samenwerking met relevante partijen in deze keten om dit evenement te organiseren, zeker ook een grote spin-off hebben door de enorme uitstraling van dit evenement. Het Deense voorbeeld toont dit aan. Sport- en beweegdag Papendal In 2011 en 2012 vindt tweemaal een landelijk evenement plaats op Papendal. Onder het motto ‘Bewegen is Meedoen!’ gaan cliënten van de maatschappelijke opvang, begeleid & beschermd wonen en de vrouwenopvang de sportieve stijd met elkaar aan. Deze sport- en beweegdag vindt in 2011 op 24 augustus plaats. De sport- en beweegdag is onderdeel van het programma MeeDoen! Sport en Bewegen van de Federatie Opvang, het evenement is geen dag op zich. Papendal moet mensen die nog niet sporten over de streep trekken dit wel te gaan doen en medewerkers en instellingen verder enthousiasmeren. Ook partners zien door dit evenement wat er allemaal mogelijk is met sporten en bewegen voor onze cliënten. Dit leidt tot een groter draagvlak en meer betrokkenheid bij het programma MeeDoen! Sport en Bewegen.
Hoofddoel De sportdag op Papendal heeft een aantal doelen: - Stimuleren van sport en bewegen voor cliënten uit de opvang en daarmee bijdragen aan de resultaten van het programma MeeDoen! Sport en Bewegen - Ketenpartners kennis laten maken met het belang van sport voor kwetsbare mensen - Versterken van het netwerk met overheden en ketenpartners - Publieke aandacht genereren voor het belang van sport en bewegen voor de cliënten van de maatschappelijke en vrouwenopvang - Positieve beeldvorming van cliënten van de opvang - Positionering en profilering van de sector Het inhoudelijke doel van het programma Sport en Bewegen is: Door te sporten en bewegen wordt bereikt dat mensen zich beter gaan voelen en een betere kwaliteit van leven ervaren. Je verbindt je met anderen, ontwikkelt een positiever zelfbeeld en dat draagt bij aan een beter en makkelijker sociaal functioneren. Dat is goed voor mens, wijk en buurt.
Resultaat De organisatie van de Social Inclusion Games heeft een belangrijke impuls gegeven aan het programma Sport en Bewegen in het eerste jaar. Dit geldt straks ook voor het evenement op Papendal, een vliegwiel in het totale programma. F. Ontwikkelen faciliteiten in de instellingen In instellingen is veelal geen ruimte of geen faciliteiten beschikbaar om cliënten verantwoord te laten sporten en bewegen. Toelichting Het meerjarenprogramma gaat uit van het aanhaken bij de bestaande infrastructuur. Het gaat dan bijvoorbeeld om samenwerking met lokale sportverenigingen, maar ook scholen, welzijnsinstellingen en sportaccommodaties, die voor de cliënten toegankelijk zijn. Echter, in sommige gevallen is het voor bepaalde cliënten desondanks niet mogelijk om hier gebruik van te maken. Soms is nog sprake van te veel drempels. Ook vormt in een aantal gevallen het bekostigen van een sport een groot probleem. Om voor deze cliënten sporten en bewegen toch mogelijk te maken, moeten in de instellingen faciliteiten worden gecreëerd. Het gaat dan om aanpassingen in de huisvesting of het aanschaffen van apparaten/middelen om sport en bewegen mogelijk te maken. Aanpassingen in de huisvesting vallen buiten het kader van dit programma. De aanschaf van fitness apparatuur kan bijvoorbeeld gesponsord worden. Binnen het kader van het programma wordt vooral gekeken welke zaken hiervoor nodig zijn. Concepten die binnen de instellingen kunnen worden gerealiseerd, worden ontwikkeld. Het gaat hierbij vaak om samenwerkingsverbanden die lokaal ingezet kunnen worden en het geven van training op locatie. Resultaat Er is inzicht in het gebrek aan faciliteiten en de mogelijke behoeften van instellingen. Er is een plan van aanpak dat beschrijft welke faciliteiten gecreëerd moeten worden en welke wegen hiervoor bewandeld moeten worden. G. Communicatie Communicatie is van groot belang binnen het programma MeeDoen! Sport en Bewegen. Er is nog geringe kennis van de infrastructuur en mogelijkheden van sport en bewegen bij onze instellingen en onze cliënten. De wereld van sport en bewegen is nog onvoldoende bekend met ‘onze cliënten’ Om de kennis aan beide zijden te verbeteren wordt intensief ingezet op communicatie. Op basis van ervaringen in het veld (ondermeer door de pilots) wordt onder meer een website met best practices gevoed. Deze website biedt ook informatie over geslaagde voorbeelden, praktische tips en meer
inzicht in het relevante netwerk dat kan worden benaderd. Allemaal zaken die van groot belang zijn om te delen in het gehele land. Leren van elkaar is hierbij de insteek. Er wordt een starters-toolkit opgeleverd met basismateriaal waarmee instellingen hun weg beter vinden. Uiteindelijk worden nieuwe methodieken, een nieuwe manier van werken en zelfs de nieuwe professional beschreven in deze toolkit. De website bevordert vooral de interactie met de verschillende partijen. Toelichting Onder de hoofdactiviteit ‘communicatie’ worden verschillende doelstellingen verenigd. Het gaat om het creëren van draagvlak binnen de eigen sector en in het netwerk van organisaties die actief zijn met sport en bewegen. Het gaat om het vergroten van kennis, dus het informeren van de eigen sector en van relevante partners, lokaal en landelijk. Ook gaat het om het belang van het uitwisselen van best practices. De ervaringen en output van de pilots en andere activiteiten moeten gedeeld worden. Er worden modellen ontwikkeld die breder toepasbaar zijn. Een website, maar ook brochures en uitgewerkte tools zijn belangrijk. Door een adequate communicatie wordt een aantal zaken gerealiseerd. Er wordt voldoende draagvlak gerealiseerd binnen alle instellingen om actief aan de slag te gaan met Sport en Bewegen. Cliënten raken op de hoogte van wat mogelijk is en worden actief benaderd om mee te doen. H. Gezondheid en voeding In het programma MeeDoen! Sport en Bewegen gaat het ook om gezonde voeding en persoonlijke verzorging. Dit maakt integraal deel uit van het driejarig programma. Voorlichting aan instellingen en aan cliënten op dit terrein en het ontwikkelen van beleid voor instellingen behoort tot dit thema. Toelichting Parallel aan het inventariseren van de activiteit op het gebied van sport en bewegen en de behoeften aan deskundigheid, vindt er een inventarisatie plaats naar de leef- en eetpatronen van cliënten. Hierbij wordt ook gezocht naar goede voorbeelden en goed toepasbare eetwijzers en leefwijzers, zodat deze later vertaald kunnen worden richting de cliënten. Ook de instellingen en medewerkers, waaronder het keukenpersoneel, worden geïnformeerd over de mogelijkheden. In het eerste jaar betreft het ook hier vooral een inventarisatie van de stand van zaken en mogelijk te ondernemen stappen. Beoogd resultaat Er is zicht op de grootste knelpunten in voedings- en leefpatronen van cliënten. Er is een eerste inventarisatie van beschikbaar materiaal op dit terrein. Er zijn eerste contacten met relevante partners op dit terrein (diëtetiekverenigingen, overheidsvoorlichtingsprogramma’s). Er wordt een plan van aanpak opgesteld op basis van beschikbaar materiaal en gevoerde gesprekken. Het gaat erom te komen tot een richtlijn (in 2012) voor de cliënten en een richtlijn voor onze instellingen. Hiervoor wordt in het eerste jaar vooral voorwerk verricht.