1.1
Productschap Tuinbouw
Adres Postbus Telefoon Fax Internet e-mail
Louis Pasteurlaan 6 280, 2700 AG Zoetermeer 079 – 347 07 07 079 – 347 04 04 www.tuinbouw.nl
[email protected]
Jaarverslag 2011
Maart 2012
Jaarverslag 2011
1
Inhoudsopgave
2
Woord vooraf
5
1
Het Productschap Tuinbouw
6
2
De tuinbouw in 2011
8
3.
Activiteiten Productschap Tuinbouw
11
4
Organisatie Productschap Tuinbouw
40
5
Bestuur Productschap Tuinbouw
44
6
Code Goed Bestuur
46
7
Bezwaar en beroep
49
8
Communicatie
50
9
Sectorcommissies 2011
53
10
Heffingen
60
11
Verordeningen
61
12
Vertegenwoordigingen 2011
63
13
Financiën
64
Productschap Tuinbouw ©
3 © Productschap Tuinbouw
3
Woord vooraf In 2011 investeerde de Nederlandse tuinbouwen groensector via het PT in circa 500 projecten en activiteiten. Daarmee was een bedrag gemoeid van bijna 85 miljoen euro, bij een heffingopbrengst van 53 miljoen euro. Het gaat te ver om alle activiteiten de revue te laten passeren in dit jaarverslag, ik pik er hier enkele uit. We zorgden voor verdere onderbouwing van de claim dat groenten & fruit en bloemen & planten bijdragen aan gezondheid en welbevinden. Het PT gaf het eerste sectorverslag Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen uit. We sloten een zogeheten Green Deal voor de tuinbouw als leverancier van plantaardig restmateriaal dat is te verwerken tot bron van waardevolle stoffen. En de arbeidsmarktcampagne ‘It’s Alive’ kreeg met drie prijzen erkenning voor de goede en vernieuwende aanpak. Eind januari verliet Tjibbe Joustra het PT, om voorzitter te worden van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Bart Bruggeman nam tijdelijk het voorzitterschap op uitstekende wijze waar tot mijn eigen start per 1 juli. Ondertussen zorgde een aantal factoren ervoor dat het jaar anders verliep dan in ons jaarplan was uitgezet. Op verzoek van de Tweede Kamer kwam het Kabinet in oktober met een standpunt over de PBO. Het kabinet zag toekomst voor de PBO, maar in sterk afgeslankte vorm. In het voorjaar besloot het PT-bestuur tot een ondernemerspeiling. Dit zou onderbouwing geven voor strategische keuzes over het type activiteiten, deelnemende sectoren en ketenschakels en besturing van het PT. De al eerder verlaagde heffingen en dalende reserves van het PT dwingen tot scherpere keuzes in investeringen die iedere tuinbouwsector via het PT kan doen. De peiling liet begin juni zien dat de diverse geledingen in de tuinbouw sterk van oordeel verschillen over het PT. In het algemeen was de waardering laag, vooral ten aanzien van de inspraak en besluitvorming.
Die uitkomst was voor het bestuur aanleiding een moderniseringsproces in gang te zetten. Het resulteerde medio november in het besluit de organisatie drastisch aan te passen en te verkleinen. Een kernpakket aan taken, fors minder bestuurders en medewerkers, fors lagere heffingen en meer invloed van heffingbetalende ondernemers op de programma’s. Tegelijkertijd werkte het PT met andere productschappen aan samenvoeging van de organisaties. Het weerhield een meerderheid van de Tweede Kamer er niet van om eind december een motie aan te nemen die het kabinet vraagt de schappen op te heffen en wettelijke en publieke taken ergens anders onder te brengen. Het kabinet zal begin 2012 met een reactie op deze motie komen. Ondertussen toonde het PT in 2011 volop zijn waarde als (overleg)platform en kenniscentrum van de tuinbouw. Het schap leverde inbreng voor het opstellen van de uitvoeringsagenda van het Topteam Tuinbouw en Uitgangsmaterialen. Het werk van het PT vormt een wezenlijk deel van die agenda, die de tuinbouw- en groensector als Topsector van de Nederlandse economie moet behouden. En niet te vergeten het crisismanagement, dat het PT coördineerde na de Moerdijkbrand en bij de EHEC-crisis. Mede door die crisis verliep het jaar voor veel tuinbouwondernemingen economisch negatief. Dit feit en de Kamermotie voor afschaffen van de schappen maken dat we terugkijken op een teleurstellend jaar. Ook al heeft de PTorganisatie, zoals dit jaarverslag weergeeft, gigantisch veel werk verzet. Daarom wil ik mijn grote waardering en dankbaarheid uitspreken jegens alle medewerkers en bestuurders van het PT.
Agnes van Ardenne Voorzitter Productschap Tuinbouw
5 © Productschap Tuinbouw
5
1 Het Productschap Tuinbouw Het PT is een publiekrechtelijke organisatie, waarin organisaties van werkgevers en werknemers samenwerken en het beleid bepalen. De mogelijkheid om schappen in te stellen is geregeld in de Wet op de bedrijfsorganisatie. Het Productschap Tuinbouw(PT) is in 1956 ingesteld. Er zijn geen juridische verbindingen met andere bedrijfslichamen. De Nederlandse tuinbouw- en groensector bestaat uit 29.000 ondernemingen uit de hele productie- en afzetketen. In het PT zijn hoveniers en groenvoorzieners, retail en andere detailhandel, groothandelaren, im- en exporteurs, fabrikanten van verwerkte tuinbouwproducten, veilingen en afzetorganisaties, telers en producenten van uitgangsmateriaal en de vakbonden vertegenwoordigd. Tuinbouwondernemingen bieden aan ruim 400.000 mensen werkgelegenheid. Missie PT Het Productschap Tuinbouw verbindt de tuinbouwsector met de maatschappij. Dit doet het PT door met geld en regelgeving te investeren in programma’s op het gebied van: voeding, groen en gezondheid; plantgezondheid en fytosanitaire zaken; duurzame ketens. Hiermee draagt het PT bij aan het versterken van de concurrentiekracht van de tuinbouwsector én aan gezond leven en welbevinden van burgers. Het Productschap Tuinbouw is de eigen overheid van de tuinbouw, met ondernemingen in de tuinbouwketen (werkgevers en werknemers) aan het roer. Het PT stelt de tuinbouwsector in staat gezamenlijk uitdagingen van maatschappelijk en sectoraal belang aan te gaan. Innovaties die meerjarig hoge investeringen vragen die de draagkracht van individuele bedrijven en private organisaties te boven gaan. Daarnaast voert het PT Europees beleid en regelgeving uit in medebewind, in opdracht van en betaald door de rijksoverheid. Het PT doet dat op basis van kennis van- en betrokkenheid bij de sector.
6
Productschap Tuinbouw ©
Beleid en bestuur 2011 Het bestuur bepaalt het algemene beleid van het PT. Onder het bestuur functioneren in 2011 zes sectorcommissies en de SociaalEconomische Commissie. In de commissies zitten vertegenwoordigers van ondernemersen werknemersorganisaties uit verschillende deelsectoren van de tuinbouw. Zij bepalen in welke projecten en activiteiten ondernemingen investeren via het Productschap Tuinbouw. Zij hebben hiervoor het mandaat van het bestuur. Brancheorganisaties, (groepen) ondernemers of kennisinstellingen brengen voorstellen in voor projecten en activiteiten. Deze voorstellen toetst het PT op draagvlak bij (vertegenwoordigers van) ondernemingen. De sectorcommissies en Sociaal-Economische Commissie krijgen de ingediende voorstellen voorgelegd, met daarbij een advies van het secretariaat van het Productschap Tuinbouw. De commissies beslissen welke projecten zij honoreren. Op basis daarvan bepalen ze hoeveel heffing de ondernemers betalen. Tuinbouwondernemers betalen zo niet meer heffing dan nodig is. Alle voorstellen die in de sectorcommissies en de Sociaal-Economische Commissie besproken worden, staan vooraf op de website van het Productschap Tuinbouw. De vergaderingen van de commissies en het bestuur zijn openbaar, evenals de agenda’s en stukken voor de vergaderingen, begrotingen en het financieel jaarverslag. Na de vergaderingen ontvangen ondernemingen uit de betreffende sector een (digitale) nieuwsbrief met daarin de besluiten. Het PT brengt ook de vakpers van de besluiten op de hoogte. Het bestuur benoemt uit zijn midden het dagelijks bestuur. De samenstelling van het (dagelijks) bestuur en de sectorcommissies is te vinden in dit jaarverslag en op de website van het PT. De ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I), van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) kunnen zich in de bestuursvergadering laten vertegenwoordigen.
Van de Sociaal-Economische Raad (SER) is een waarnemer aanwezig bij de bestuursvergaderingen. De voorzitter wordt op voordracht van het bestuur benoemd door de Kroon. De voorzitter van het bestuur bekleedt een onafhankelijke positie. De secretaris van het PT wordt benoemd door het bestuur. Het secretariaat, gevormd door de medewerkers van het PT, verricht de dagelijkse werkzaamheden. De secretaris is voorzitter van het managementteam dat de medewerkers leiding geeft. Verantwoording en representativiteit Het PT legt als publiekrechtelijk bedrijfsorgaan verantwoording af aan de SER en de Rijksoverheid, en voor medebewind tevens aan de Europese commissie. Door bestuurlijk en financieel toezicht ziet de SER erop toe dat het PT- doelen realiseert die in het belang zijn van de sector en van de maatschappij en die overeenstemmen met de wet. Ook ziet de SER erop toe dat de dragende organisaties van het PT voldoende representatief zijn voor de sector. Verantwoording Zowel de SER als de betrokken ministeries moeten de PT-regels (verordeningen) goedkeuren. Het algemeen kader van inkomsten en uitgaven moet ter goedkeuring aan de Europese Unie (EU) worden voorgelegd. De Tweede Kamer der Staten Generaal bespreekt elk jaar aan de hand van de SER-scan Jaarverslagen en het Toezichtverslag van de Toezichtkamer van de SER het functioneren van de schappen. Uiteraard legt het PT ook verantwoording af aan de ondernemers in de tuinbouw- en groensector. Dat gebeurde onder andere via (digitale) nieuwsbrieven, persberichten, presentaties, workshops, publicaties in de vakpers en de website van het PT. Onderzoek representativiteit Het PT moet bij de SER om de vier jaar aantonen dat zijn dragende werkgeversorganisaties de branches nog voldoende vertegenwoordigen. In 2011 moest het PT opnieuw de representativiteit van zijn dragende organisaties vaststellen en is inmiddels positief afgerond. Het PT heeft de hiervoor vereiste inventarisatie van criteria en eventuele knelpunten in 2010 bij zijn dragende ondernemersorganisaties uitgevoerd.
Ondernemerspeiling In 2011 heeft het Productschap Tuinbouw onder zijn heffingbetalers een ondernemerspeiling gehouden. Tuinbouwondernemers konden laten weten of ze samen met al hun collega’s via de heffing die ze betalen aan het PT willen blijven investeren in gezamenlijke activiteiten, of niet. Uit de peiling blijkt dat de mening van ondernemers over het belang van het PT verschilt per sector en per geleding binnen de sectoren. Met minder meer Als vervolg op de ondernemerspeiling zette het PT-bestuur een moderniseringsproces in gang. Bijeenkomsten met ondernemers, bestuurders en medewerkers gaven input voor het ontwerp voor het nieuwe PT. Naast de uitslag van de ondernemerspeiling gaven de Topagenda Tuinbouw & Uitgangsmaterialen en het gepresenteerde kabinetsstandpunt over de toekomst van de PBO richting voor het nieuwe PT. Het bestuur besloot op 14 november 2011 te starten met het nieuwe PT per 1 april 2012. Hierbij wordt uitgegaan van een klein kernpakket van taken waarin gewerkt wordt met investeringsprogramma’s, aangestuurd door ondernemingen. Het bestuurlijk apparaat wordt teruggebracht tot een bestuur en twee sectorcommissies (Voedingstuinbouw en Sierteelt & Groen) en de werkorganisatie krimpt in. De heffingen voor ondernemingen worden verlaagd. Kernwaarden van het nieuwe PT zijn bindend vermogen, deskundigheid en resultaatgerichtheid. Van sectorale naar thematische werkwijze Binnen de thema’s voeding, groen en gezondheid; plantgezondheid, fytosanitaire zaken en water en duurzame ketens vallen investeringsprogramma’s. Deze programma’s worden opgesteld onder verantwoordelijkheid van een ondernemingsplatform. Vanuit de programma’s worden projecten en activiteiten geïnitieerd en gerichte tenders uitgezet. Externe partijen kunnen inschrijven op onderdelen van programma’s. Ad hoc inspelen op en beslissen over subsidieaanvragen van derden past niet in deze nieuwe werkwijze, net zomin als een structurele (financierings)relatie met externe uitvoeringsorganisaties. Het nieuwe PT is geen subsidieloket en verstrekt geen exploitatiesubsidies.
7 © Productschap Tuinbouw
7
2 De tuinbouw in 2011 Tien feiten over de tuinbouw
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
9. 10.
De tuinbouw is verantwoordelijk voor 38 procent van de agrarische productie. De totale productiewaarde van de tuinbouw bedroeg in 2011 7,5 miljard euro. Hiervan komt 5,2 miljard euro van siergewassen en 2,3 miljard euro van de voedingstuinbouw. De tuinbouwsector exporteerde in 2011 voor 16,2 miljard euro aan producten. In 2011 importeerde de sector voor 9,1 miljard euro aan tuinbouwproducten. De tuinbouw was verantwoordelijk voor 20 procent van het overschot op de Nederlandse handelsbalans in 2011. Er werken bijna 411.000 mensen, inclusief uitzendkrachten, in de tuinbouw. Het werk in de tuinbouw bestaat voor bijna 65% uit laaggeschoold werk, voor 30% gaat het om werk op middelbaar niveau en ruim 5% is werk op Hbo-niveau of hoger. Groen in de bebouwde kom zorgt voor 15 procent minder kinderen met overgewicht en reductie van de criminaliteit met 7 procent. Het doet het aantal opnamedagen in ziekenhuizen dalen en vermindert fijnstof en CO2. Een 40-jarige verlengt zijn levensverwachting met 1,2 jaar door gezond te eten. Voldoende groente en fruit draagt hier voor twee derde aan bij. De glastuinbouw verbeterde de energie-efficiëntie tot 47 procent van het niveau van 1990. Dankzij warmtekrachtkoppeling (WKK) wordt fossiele energie heel efficiënt benut en levert de sector ruim 10 procent van het totale nationale elektriciteitsconsumptie (12 miljard kWh productie).
Voor de Nederlandse tuinbouw was 2011 over de hele linie een teleurstellend jaar. Na het herstel in 2010, kampten veel sectoren met minder vraag, een groot aanbod en daardoor lagere prijzen. De productiewaarde van de Nederlandse tuinbouw daalde van 8 miljard naar 7,5 miljard euro. Dit is vooral te wijten aan de lagere productiewaarde van glasgroenten. De exportgroei van de afgelopen jaren zette niet door. Met 16,2 miljard euro lag die op hetzelfde niveau als in 2010. De weggevallen uitvoer van verse groenten was hier vooral debet aan. De import nam wel toe, van 8,6 naar 9,1 miljard euro. De invoer van siergewassen groeide met drie procent, van groenten en fruit met zeven procent. Jaarlijks voert Nederland meer tuinbouwproducten uit dan in. Het verschil tussen in- en uitvoer kwam in 2010 uit op 7,1 miljard euro.
8
Productschap Tuinbouw ©
De tuinbouwsector draagt zo een kleine 20 procent bij aan het overschot op de Nederlandse handelsbalans. Voor de glasgroentesector verliep 2011 desastreus. De sector kampte met lage prijzen door de EHEC-crisis, veel aanbod en slecht zomerweer. De productiewaarde van groenten lag 22 procent lager dan in 2010. Voor het eerst sinds jaren nam het areaal glasgroenten niet toe. De export van verse groenten naar alle belangrijke exportmarkten nam af. Oorzaak was ondermeer de EHEC-crisis. Die legde de afzet op het hoogtepunt van het productieseizoen lam. Werkgelegenheid De tuinbouw biedt Nederland veel werkgelegenheid. Er werken ongeveer 385.000 ondernemers, medewerkers en uitzendkrachten in de bijna 29.000 bedrijven in de tuinbouw.
Tabel 1: Productiewaarde Nederlandse tuinbouw (in miljoen euro) 2000 2009 2010
2011*
+/-
Siergewassen
4.394
4.898
5.193
5.175
-0%
Bloemkwekerijgewassen
3.241
3.789
4.046
4.010
-1%
- Snijbloemen
2.085
1.887
2.057
2.040
-1%
- Potplanten
1.155
1.902
1.989
1.970
-1%
Bloembollen
603
516
550
575
5%
Boomkwekerijproducten
550
593
597
590
-1%
Voedingstuinbouw
2.297
2.117
2.715
2.335
-14%
Verse groenten
1.971
1.710
2.310
1.895
-18%
- Onder glas
1.259
1.095
1.480
1.160
-22%
363
330
400
390
-3%
33
70
210
95
-55%
- Paddenstoelen
316
230
220
250
14%
Vers fruit
326
395
405
440
9%
6.691
7.015
7.908
7.510
-5%
- Vollegrondsgroenten - Uien
Totaal tuinbouw * ) Voorlopige cijfers
Tabel 2: Exportwaarde Nederlandse tuinbouw, inclusief re-export (in miljoen euro) 2000 2009 2010 2011*
+/-
Siergewassen
5.109
5.888
6.190
6.230
1%
Bloemkwekerijgewassen
4.019
4.880
5.144
5.160
0%
- Snijbloemen
2.844
2.991
3.151
3.155
0%
- Potplanten
1.175
1.888
1.993
2.005
1%
Bloembollen
678
571
607
635
5%
Boomkwekerijproducten
412
437
439
435
-1%
Voedingstuinbouw
5.831
8.892
10.030
9.950
-1%
Groenten totaal
3.358
4.231
4.992
4.620
-7%
- Vers
2.695
3.511
4.226
3.880
-8%
- Verwerkt
663
720
766
740
-3%
Fruit totaal
2.110
3.914
4.197
4.450
6%
- Vers
1.157
2.420
2.668
2.800
5%
- Verwerkt
953
1.494
1.529
1.650
8%
Noten & specerijen
363
747
841
880
5%
10.940
14.780
16.220
16.180
0%
Totaal tuinbouw * ) Voorlopige cijfers
9 © Productschap Tuinbouw
9
Tabel 3: Areaal tuinbouw (in hectare) 2000
2009
2010
2011*
+/-
10.526
10.324
10.306
10.248
-1%
Siergewassen
6.296
5.437
5.265
5.198
-1%
Voedingstuinbouw
4.230
4.887
5.041
5.050
0%
126.042
138.613
137.878
142.432
3%
Siergewassen
37.532
43.573
43.142
44.238
3%
Voedingstuinbouw
88.510
94.964
94.663
98.126
4%
95
76
73
68
-7%
136.663
149.013
148.257
152.748
3%
Onder glas
Vollegrond
Champignons Totaal tuinbouw * ) Voorlopige cijfers
Tabel 4: Werkgelegenheid in de tuinbouw* Primaire sector
Niet-primaire sector
Totaal Tuinbouw
11.441
18.282
29.723
119.500
168.700
288.200
Gezinskrachten
24.400
19.400
43.800
Werknemers
95.100
149.300
244.400
-Vast
46.400
114.000
160.400
- Tijdelijk
48.700
35.300
84.000
Uitzendkrachten
92.000
31.000
123.000
211.500
199.700
411.200
Bedrijven Reguliere krachten
Totaal * ) Cijfers 2010
10
Productschap Tuinbouw ©
3. Activiteiten Productschap Tuinbouw Inleiding Het Productschap Tuinbouw voert autonome activiteiten uit voor de sector en niet-autonome activiteiten voor de overheid; het medebewind. De autonome activiteiten worden gefinancierd uit de opbrengsten van heffingen voor telers, producenten van uitgangsmateriaal, handelaren, fabrikanten en hoveniers. Meer dan negentig procent van de totale uitgaven van het PT investeerde de sector in 2011 in autonome activiteiten en in de thema’s werken in de tuinbouw, energie, marktmonitoring, MVO & biobased economy, standaardisatie informatielogistiek, gezondheid en welbevinden, water bodem en bemesting, plantgezondheid en fytosanitaire zaken en promotie. De medebewindstaken worden gefinancierd door de EU, het ministerie van EL&I en het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M). Daarnaast is het PT verantwoordelijk voor crisismanagement binnen de sector. In 2011 vielen zowel de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk als de EHEC-crisis onder crisismanagement. Effecten van beleid Per autonome beleidsactiviteit geeft het PT in het jaarplan vooraf aan wat de doelstellingen en de inzet zijn. In 2011 financierde de Nederlandse tuinbouw- en groensector via het PT zo’n vijfhonderd projecten. De resultaten monitoren - onder meer van de promotiecampagnes gebeurt via evaluatieonderzoek. Waar het PT participeert in convenanten (onder meer Schone en Zuinige Agrosectoren) meet het PT of de doelstellingen hiervan binnen de gestelde termijnen worden bereikt.
De projecten waarin de sector via het PT investeert, leveren resultaten op waarmee ondernemers hun bedrijfsvoering kunnen verbeteren of waarmee het imago van de tuinbouw verbetert. Dit hoofdstuk beschrijft de resultaten en effecten van activiteiten binnen de verschillende thema’s en van medebewind. Van alle projecten zijn projectaanpak, tussenrapportages en resultaten beschikbaar via de website van het PT. Bestuurlijk proces Het PT past elk jaar zijn activiteiten aan op basis van de vraag uit het bedrijfsleven. Bedrijven, organisaties en vakbonden uit de hele tuinbouwsector dienen voorstellen in voor innovatie en onderzoek bij het PT. De Stuurgroepen Marktonderzoek beoordeelden in 2011 de voorstellen voor marktonderzoekprojecten. Voorstellen voor technisch onderzoek beoordeelde de Programma Advies Commissies (PAC). In de sectorcommissies volgde daarna de uiteindelijke beslissing over het al dan niet uitvoeren van het project. Hierbij is leidend dat de sector deze activiteiten niet privaat kan uitvoeren. Daarnaast moet er draagvlak voor zijn. Verder moeten de activiteiten zowel het belang van de sector als het maatschappelijk belang dienen. Het PT voert niet alle activiteiten zelf uit. Van het totale budget in 2011 besteedde het PT 81 procent in de vorm van activiteiten uit. Voor al deze activiteiten heeft het productschap wel een coördinerende, controlerende of monitorende rol
Investeringen 2011 in de sector via het Productschap Tuinbouw Marktmonitoring 4% Werken in Energie de tuinbouw 5% 5% Sector Specifiek 14% MVO & Biobased Economy 0%
Plantgezondheid & Fyto.zaken 16%
Promotie 48%
Gezondheid & Water, Bodem & Welbevinden Bemesting 1% Standaardisatie 3% Info-logistiek 4%
11 © Productschap Tuinbouw
11
Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen Het Kabinet heeft vorig jaar negen topsectoren van de Nederlandse economie uitgenodigd om in samenwerking met kennisinstellingen en overheid agenda’s te ontwikkelen voor extra gezamenlijke investeringen ter versterking van hun nationale en internationale positie. Een van die topsectoren was Tuinbouw en Uitgangsmaterialen (T&U). In de eerste helft van 2011 heeft de Topsector T&U zijn ambities uitgewerkt in een advies aan de Minister van EL&I, ‘Bron voor Groene Economie’. Door de inzet van het PT kreeg de complete Toekomstagenda 2010-2015 van het productschap een plaats in dit advies. In een brief aan het Topteam, onderdeel van het advies, heeft het PT zijn commitment uitgesproken. Aan de totstandkoming van ‘Bron voor Groene Economie’ heeft het PT € 189.000 bijgedragen. Door het Topteam T&U werd in de tweede helft van 2011 een Operationeel Comité ingesteld voor de concretisering van het advies in de ‘Uitvoeringsagenda 2012 2016’. Door een aantal beleidsmedewerkers van het PT is hieraan intensief meegewerkt, met als resultaat dat een substantieel deel van de ‘Uitvoeringsagenda 2012 – 2016’ wordt ingenomen door taken die door PT het worden gefinancierd en uitgevoerd. Deze taken zijn opgenomen in het PT-jaarplan 2012.
12
Productschap Tuinbouw ©
Marktmonitoring Het benutten van kansen in de markt is van essentieel belang voor de Nederlandse tuinbouw. Marktmonitoring is een belangrijk middel om trends te onderkennen of afzetkansen in binnen- en buitenland op te sporen. Hiervoor verzamelt het PT marktinformatie in binnen- en buitenland en voert marktonderzoek uit. Activiteiten Marktonderzoek Een groot deel van het marktonderzoeksbudget 2011 van bijna 3,1 miljoen euro investeerde het PT in onderzoek naar het aankoopgedrag van consumenten. Gegevens over aankopen, aankoopkanalen, uitgegeven bedragen, et cetera van producten uit de diverse tuinbouwsectoren zijn door (online) panelonderzoek in diverse landen verzameld. Doel hiervan is meer inzicht krijgen in wat de consument doet en waarom hij dat doet. Behalve onderzoek naar aankoopgedrag voert het PT andere kwalitatieve marktonderzoeken uit, waarbij de consument aangeeft wat volgens hem sterke of zwakke punten van een bepaald tuinbouwproduct zijn. Het PT beantwoordt ook actuele vragen van tuinbouwondernemers. Dat gebeurt vaak door die vragen direct te koppelen aan lopend onderzoek waardoor informatie, en daarmee een antwoord, snel beschikbaar is. Met het oog op productontwikkeling, positionering, -innovatie of -assortiment vinden ondernemers in de resultaten van dit type onderzoek aanknopingspunten voor strategische beslissingen. Tot slot beoordeelt het PT promotiecampagnes door voorafgaand aan de campagne groepsdiscussies te organiseren met leden uit de campagnedoelgroep(en). Achteraf onderzoekt het PT de effecten van een campagne door bijvoorbeeld te vragen of de boodschap is begrepen,
blijft hangen en van invloed is op het koopgedrag. Marktinformatie Voor de diverse tuinbouwsectoren verstrekt het productschap informatie over de markt en actuele marktontwikkelingen. Deze informatie stelt het PT aan sectorgenoten beschikbaar in de vorm van Marktbeelden waarin alle beschikbare informatie over een markt of product op een rijtje is gezet. Naast marktinformatie publiceert het PT ook statistische informatie over teeltoppervlakten per gewas en export. Van een aantal groentegewassen ontvingen ondernemers in 2011 met hoge frequentie digitale nieuwsbrieven met actuele marktinformatie. Een voorbeeld hiervan is een wekelijkse nieuwsbrief met prijsacties van supermarkten voor groenten en fruit die door veel ondernemers uit alle schakels in de keten wordt gebruikt. Ook verstrekt het PT steeds meer actuele markt- en marktonderzoekinformatie via de website. Resultaten en effecten Dankzij de groente -en fruitmonitor beschikken tuinbouwondernemers in de groente- en fruitsector niet alleen over informatie over aankoopgedrag, maar ook over het daadwerkelijke gebruik van het product na de aankoop (maaltijdbereiding, -samenstelling en – voorbereiding). Om de markt van bloemisterijproducten beter te kunnen monitoren is in 2011 het bloemistenpanel verder uitgebouwd. Hiermee kunnen detaillisten hun productaanbod beter afstemmen op de wensen en ideeën van de consument. Verder is een traject in gang gezet waarmee actuele marktinformatie continue online beschikbaar is voor ondernemers in de tuinbouw.
13 © Productschap Tuinbouw
13
Standaardisatie informatielogistiek Het Productschap Tuinbouw coördineert het ontwikkelen van breed gedragen en breed gebruikte standaarden om informatie te kunnen uitwisselen. Met betrouwbare en actuele keteninformatie en gestandaardiseerde keteninformatisering realiseert de sector kostenbesparing, minder productbederf, betere traceerbaarheid en snellere logistieke afhandeling. Activiteiten ICT en informatiemanagement Onder de naam Tuinbouw Digitaal (TD) organiseren het PT, het ministerie van EL&I en keteninformatieorganisaties Florecom (bloemen), Edibulb (bloembollen) en Frug I Com (groenten en fruit) een snelle, efficiënte en foutloze informatie-uitwisseling in de tuinbouwsector. Dit door standaardisering en integratie van de informatieoverdracht tussen de tuinbouwsectoren, binnen en tussen schakels in de tuinbouwketen en tussen bedrijfsleven en overheid. Logistiek Wegtransport is belangrijk voor de distributie van tuinbouwproducten in heel Europa. Maar wegen lopen vol, regels van rij- en rusttijden worden strenger, tol- en brandstofkosten stijgen en de milieudruk neemt toe. De tuinbouwsector investeert via het PT in alternatieven voor het wegvervoer, om concurrerend te blijven en omwille van duurzaamheid. Het PT coördineert onderzoek en adviseert bij logistieke projecten. Resultaten en effecten ICT en informatiemanagement In 2011 is het programma Tuinbouw Digitaal van start gegaan. In 2011 hebben twee bijeenkomsten plaatsgevonden over de rol van digitalisering in de tuinbouwsector. Het internetportal www.tuinbouwdigitaal.net is gelanceerd. Daarnaast is een start gemaakt met internationale verankering van standaarden door contact met het ministerie van EL&I om aan te sluiten bij UNCEFACT. Het project ‘Leidraad standaardisatie’ heeft een uniforme werkwijze opgeleverd die gebruikt wordt bij het maken van nieuwe standaarden.
14
Productschap Tuinbouw ©
Tot slot zijn in 2011 vijf onderzoeken uitgevoerd in het kader van Tuinbouw Digitaal. 1. Bedrijfsmanagementsystemen tuinbouw 2. Internationaal krachtenveld informatiestandaardisatie 3. Business opportunities tracking & tracing tuinbouwproducten 4. Impact internationale standaardisatie van productclassificatie 5. Tuinbouw Digitaal facts & figures Het project Plantcenter Europe ‚Together 4 better‛ heeft tot doel om het percentage elektronisch orderen in de plantenketen, bij de betrokken kopers en kwekers, te verhogen. LIPSS (Logistiek Intelligent Planning en Sturing Systeem) is een initiatief om stapsgewijs te komen tot één software systeem dat door meerdere partijen kan worden gebruik. In 2011 is het project ‘locatiecoderingen, de landelijke uitrol’ afgerond. Hierbij zijn alle geplande Nederlandse Sierteelt locaties (ca 16.000) succesvol gecodeerd, is de markering van deze locaties met bordjes voltooid en de landelijke infrastructuur gereed. Frug I Com streeft ernaar om de standaardisatie van de informatievoorziening in de groenten en fruitketen op een hoger plan te krijgen. Belangrijkste resultaat is dat Nederland in ontwikkeling van standaarden voor AGF een toonaangevende rol speelt. De harmonisatie van standaardisatie, met name op het gebied van product Global Product Classification (GPC), logistiek (palletlabel & digitale pakbon) en GLN nummers (locatie-identificering o.a. voor Global GAP) is een feit. In 2011 zijn relatief goedkope standaardisatiepakketten voor kleine bedrijven inclusief support gerealiseerd (+/- 500 deelnemers). Daarnaast is de basis voor een internationaal teeltbericht gelegd. Door middel van het teeltbericht kan alle relevante informatie efficiënt en betrouwbaar uitgewisseld worden. Praktijktesten zijn in voorbereiding.
Florecom wil de standaardisatie van de informatievoorziening in de bloemisterijketen verbeteren. Florecom ontwikkelde en beheerde in 2011 coderingen via AIP/PPS. Daarnaast beheert Florecom het Test Centre: een internetdienst die het mogelijk maakt om bericht verwerkende applicaties te testen op het juiste gebruik van standaarden. 32 bedrijven maken gebruik van deze service. In 2011 zijn wijzigingen doorgevoerd in het EDIFact en XML berichten. Edibulb heeft in 2011 de nieuwste conceptstandaarden op haar website gepubliceerd voor de gegevensuitwisseling tussen de systemen van exporteurs en het Ketenregister Bloembollen. Aan de hand van deze documentatie kunnen softwareleveranciers de systemen voor exporteurs geschikt maken voor de elektronische uitwisseling van gegevens met het Ketenregister. Logistiek DaVinc3i onderzoekt hoe de Nederlandse sierteeltsector in het virtuele handelsnetwerk zijn leidende concurrentiepositie in wereldwijde sourcing en afzet van bloemen en planten in Europa kan versterken. In 2011 zijn hoofdscenario’s gedefinieerd voor de ontwikkelingen in de hele bloemen- en plantensector. Dankzij het Fresh Corridor project is er een overeenkomst tussen fruitimporteurs en logistieke dienstverleners voor het vervoer per binnenvaartschip van koelcontainers met fruit binnen het Rotterdamse havengebied. Hiermee vallen logistieke ketenvoordelen te behalen door een betere planning van de aankomst van containers bij de loods.
In het project Greenrail 2 zijn de mogelijkheden van intermodaal transport van bloemen en planten naar Polen en Rusland onderzocht. Hieruit bleek dat niets een duurzame logistieke railverbinding tussen Nederland en Polen in de weg staat. Komende tijd moet duidelijk worden of de markt dit initiatief oppakt. Nieuwe ontwikkelingen Een van de thema’s uit het innovatieprogramma ‘Voedselveiligheid en –zekerheid’ in de Uitvoeringsagenda Topgebied Tuinbouw & Uitgangsmaterialen is digitalisering van de keten. Onder de naam ‘A smarter Greenport’ is het programma Tuinbouw Digitaal aangemerkt als een van de belangrijke ontwikkelingen in het Topgebied Tuinbouw en Uitgangsmaterialen Facebility Het Facebility project is in 2011 gestart en is een samenwerking van het GroentenFruit Bureau en Frug I Com. Het project stelt smartphone gebruikers in staat om door middel van een unieke productcodering (scannen van barcode) specifieke informatie op te vragen op elk gewenst moment en op elke locatie. Ondernemers kunnen informatie koppelen aan deze unieke productcode (=barcode). Ketenregister bloembollen Het doel van dit project is het ontwerpen en implementeren van een onafhankelijk digitaal ketenregister ter ondersteuning van het exportproces van bloembollen en vaste planten naar derde landen, zodat bedrijven optimaal kunnen aansluiten op Client Export. Dit register biedt meer zekerheid m.b.t. de identiteit van partijen en kan een betrouwbare informatiedrager zijn van fytosanitaire garanties.
15 © Productschap Tuinbouw
15
Gezondheid en welbevinden Het eten van groenten, fruit, noten en zuidvruchten is belangrijk voor een gezond voedingspatroon. Producten moeten niet alleen smakelijk en lekker zijn maar ook gegarandeerd veilig zijn. Om de veiligheid van producten en diensten te borgen moeten de voedselveiligheidsrisico’s in de keten worden beheerst en de normen niet worden overschreden. Bloemen en planten vergroten het gevoel van welbevinden. Groen in de woonomgeving zorgt voor een gezond leefklimaat, laat onroerend goed in waarde stijgen en speelt een belangrijke rol in waterberging en fijnstofafvang. Het PT zorgt voor investeringen die eraan bijdragen dat de tuinbouwsector de functionele waarden van groen leert inzetten om haar afzet en marge te vergroten. Het onderwerp Gezondheid en welbevinden is opgenomen als een van de vier groene draden in de uitvoeringsagenda 20122016 van de Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen. Activiteiten Het PT coördineert onderzoek om wetenschappelijk te kunnen onderbouwen dat tuinbouwproducten goed zijn voor de gezondheid en bijdragen aan het welbevinden van mensen. Het stimuleert groene innovaties voor het verbeteren van de woon-, werk- en leefomgeving. Met campagnes wordt het draagvlak voor meer en beter groen vergroot in de maatschappij. Het PT is verantwoordelijk voor crisiscommunicatie en coördinatie. Het PT stemt wetgeving en markteisen af met de sector, marktpartijen en de overheid. Resultaten en effecten Groenten en Fruit Portaal, het digitale informatieportaal In dit portaal kunnen bedrijven op een centrale plaats nieuws en informatie over voedselveiligheid, gewasbescherming en productinformatie vinden. De informatie is gebundeld en verrijkt. Met eenvoudige functionele applicaties kan de gebruiker wettelijke normen opzoeken. In 2011 waren 1200 bedrijven aangemeld bij het Groenten en Fruit Portaal.
16
Productschap Tuinbouw ©
Voedselveiligheid Het Productschap Tuinbouw zorgt dat de sector beschikt over betrouwbare informatie over voedselveiligheid. PT voert via Food Compass de verplichte residuanalyses uit voor ruim 60 procent van de afzet van Nederlandse en geïmporteerde groenten, fruit en paddenstoelen. De EWRS-databank (Early Warning and Response System) is in 2011 aangevuld met resultaten van duizenden residuanalyses op verse groenten en fruit. De EWRS-website is vernieuwd. Handelsbedrijven benutten de informatie om risicoanalyses te maken. Food Compass Portaal Eind 2011 is het Food Compass Portaal gelanceerd. Alle Food Compass deelnemers (310 deelnemers) krijgen in 2012 gefaseerd toegang tot dit internetportaal. Food Compass heeft in de afgelopen jaren een gedegen residumonitoringsysteem neergezet en is veel kennis ontwikkeld en gedeeld met de sector. Professionalisering van Food Compass was nodig om de efficiëntie te vergroten en de service naar de deelnemers te verbeteren. Met het portaal zijn de administratieve stromen van Food Compass geautomatiseerd. Er is minder papierwerk nodig en er hoeft minder informatie heen en weer gestuurd te worden tussen Food Compass, AQS (i.v.m. monstername) en de laboratoria. Levensmiddelenwetgeving Per 1 augustus geldt een nieuwe hygiënecode voor verse ongesneden groenten, fruit en paddenstoelen. De belangrijkste aanpassing betreft de wijze waarop bedrijven invulling moeten geven aan het beheersen van de risico’s van residuen van gewasbeschermingsmiddelen. De schappen adviseren de overheid hoe nieuwe wetgeving het beste kan aansluiten bij de praktijk. In 2011 leverden de inspanningen van het gezamenlijke Nederlandse bedrijfsleven onder meer een resultaat bij EU-wetgeving over de etikettering van levensmiddelen. Een impactonderzoek wordt uitgevoerd naar verplichte oorsprongsaanduiding voor verwerkte producten.
Groenten- en fruitconsumptie en het risico op hart- en vaatziekten Uit wetenschappelijk onderzoek (gefinancierd door het PT) onder ruim twintigduizend Nederlandse mannen en vrouwen bleek dat de totale consumptie van groenten en fruit het risico op hartinfarcten verlaagde, maar niet het risico op beroertes. Het eten van veel rauwe groenten en fruit beschermt tegen zowel hartinfarcten als beroertes. Met dezelfde gegevens is onderzocht of er een relatie is tussen de variatie in en de kleur van groente en fruit en het krijgen van ziekten. Mensen met een hoge inname van witte soorten groente en fruit hadden een 55 procent lager risico op het krijgen van een beroerte vergeleken met mensen met een lage inname. Groene omgeving Met ‘Plant in de Klas’ toonde het PT aan dat het leerklimaat in de klas verbetert door een combinatie van meer daglicht, ventilatie en groen. In 2011 zijn de resultaten gepresenteerd van het effect van planten in de klas. Zo blijkt onder meer dat planten de creativiteit stimuleren en dat kinderen twintig procent beter scoren bij taken en toetsen. Daarnaast hebben planten in de klas als resultaat dat er zeven procent minder gezondheidsklachten zijn. Deze resultaten hebben veel aandacht gekregen in de landelijke media. ‘Entente Florale’ stimuleert steden en dorpen groen te zien als verstandige investering en als waardevol marketinginstrument. Kern van ‘Entente Florale’ is de verkiezing van groenste stad en het groenste dorp. In Nederland waren dat in 2011 Ermelo en Dwingeloo. Deze succesverhalen stimuleren andere gemeenten daadwerkelijk tot meer investeringen in groen. Groen loont heeft, als onderdeel van de voorlichtingscampagne De Groene Stad, zich ingezet om groen niet te zien als bezuinigingspost maar als een investering met belangrijke maat-
schappelijke en economische baten. Groen Loont is een samenwerkingsverband van PPH (De Groene Stad), VHG, Bouwen met Groen en Glas, Bomenstichting, ANWB, Groenforum en PT. Groen Loont heeft in 2011 een boek en poster verspreid onder de overheden en viermaal een themanieuwsbrief. Het thema groen loont was het onderwerp bij het congres voorafgaand aan de Entente Florale 2011 en zal het thema zijn bij de verkiezingen van de groenste stad en dorp van 2012. Nieuwe ontwikkelingen Risico’s residuen aankaarten In een afstemmingsoverleg worden parameters en interpretatiekwesties besproken ten behoeve van de ARfD applicatie in het Groenten en Fruit Portaal. Aan het overleg nemen het RIVM, Ministerie van VWS, CTGB, nVWA en PT deel. De werkgroep Residumanagement Glasgroenten is opgericht. Deze groep gaat alle informatie op het gebied van residuvermindering en -afbraak beter bundelen en uitwisselen, om de projecten rond de complexe residuproblematiek eenduidiger aan te sturen. Bouwen met groen en glas Het project ‘Bouwen met Groen en Glas’ wil de bouwwereld stimuleren groen op te nemen als vast en integraal onderdeel in een bouwplan. Dit is een vierjarig voorlichtings- en inspiratieprogramma om de tuinbouw en de bouwwereld bij elkaar te brengen. De bouwsector is een veelbelovende afzetmarkt. In 2011 zijn gesprekken gevoerd met Knooppunt Innovatief Groen. Knooppunt Innovatief Groen heeft onder andere als doelen om samen met het bedrijfsleven groene innovatieve projecten te realiseren en het groene en grijze onderwijs met elkaar te verbinden. Omdat deze doelstellingen goed aansluiten bij het programma Bouwen met Groen en Glas is besloten tot een fusie per 1 januari 2012.
17 © Productschap Tuinbouw
17
Crisismanagement In 2011 vonden twee calamiteiten plaats die grote impact hadden op de groenten- en fruitsector: de brand in Moerdijk en de EHEC-epidemie. Het PT organiseert crisismanagement voor de groente- en fruitsector. Op 5 januari 2011 vond een grote brand plaats bij Chemie-Pack in Moerdijk. Omdat chemische stoffen bij deze brand vrijkwamen, is vollegrondsgroentetelers uit de omgeving gevraagd hun producten niet te verhandelen. Het PT zorgde tijdens deze crisis voor communicatie richting achterban en voor de perswoordvoering. Daarnaast zorgde het PT voor overleg met verschillende partijen over maatregelen en de uitwerking daarvan en afhandeling van de schaderegeling (ongeveer € 1 miljoen). De lessen die geleerd zijn na de Moerdijkbrand waren van grote waarde toen eind mei de EHEC- crisis uitbrak. Deze crisis resulteerde in een financiële schade voor Nederlandse telers, handelaren en exporteurs van ruim 300 miljoen euro. Zodra de link met EHEC en groenten werd gelegd, heeft het PT op 26 mei 2011 een eerste sectoraal crisisoverleg georganiseerd. Vanaf die datum was gedurende 12 weken een EHEC crisisteam actief. Crisismanagement staat of valt met kennis en netwerk. Het ging in dit geval om kennis en netwerk bij betrokken organisaties van de disciplines voedselveiligheid, productie en afzet van groenten, nationale en EU-regelgeving voor de marktordening van groenten en communicatie. Het EHEC Crisisteam is samengesteld uit vertegenwoordigers van DPA, Frugi Venta, LTO Glaskracht Nederland en PT. Via deze organisaties waren andere sectororganisaties direct betrokken bij de crisisaanpak: CBL, GroentenFruit Bureau, LLTB, LTO Groeiservice, LTO Noord, LTO Noord Glaskracht en ZLTO. Daarnaast is intensief samengewerkt met de nVWA en de ministeries van EL&I en VWS. De crisismaatregelen waren gericht op behoud van vertrouwen van afnemers en consumenten en het beperken van de schade bij producenten en handel (binnenlandse groothandel en exporteurs). De taken van het crisisteam waren: Algemene coördinatie: het afstemmen en initiëren van activiteiten. Communicatie: formuleren en afstemmen centrale boodschap, afstemming met achterban, sectororganisaties, politiek, Europese organisaties e.a. Perswoordvoering: Communicatie middels 14 eigen persberichten, 13 persberichten van andere partijen; Perswoordvoering; Dossier opgebouwd t.b.v. achterban; Marktmonitoring: monitoring marktontwikkeling tijdens crisis 17 nieuwsbrieven verstuurd aan meer dan 8.000 adressen; Frequente inzet van twitterberichten om belanghebbenden te attenderen op nieuwe informatie; Voedselveiligheid: organiseren en financieren monitoringprogramma en EHEC-verklaringen; Schade inventarisatie: verzamelen gegevens uit sector en marktonderzoek; Handelsbelemmeringen: inventarisatie belemmeringen en overleg met ministerie van EL&I, landbouwraden en Europese organisaties; Schaderegelingen: overleg, implementatie en afhandeling GMO interventie en EU Noodfonds. In totaal is ruim € 26 miljoen uitbetaald; Promotie: Coördinatie en financiering communicatie (richting pers en consument) in Duitsland. Het PT financierde voor 1,8 miljoen, het bedrag werd verdubbeld door de EU. De totale door PT geraamde schade voor de sector is berekend op 315 miljoen euro ( 230 miljoen euro voor teelt en 85 miljoen euro voor de handel)
18
Productschap Tuinbouw ©
Plantgezondheid en fytosanitaire zaken De tuinbouw streeft ernaar op een duurzame manier Nederlandse producten vrij te houden van ziekten en plagen. Met onderzoek, wetgeving en overleg draagt het Productschap Tuinbouw eraan bij dat de tuinbouwsector jaarrond onbelemmerd duurzaam kan produceren en im- en exporteren zonder onnodige fytosanitaire belemmeringen of restricties door residu. Activiteiten Plantgezondheid Het PT coördineert, initieert en financiert voor de tuinbouwsector onderzoek naar geïntegreerde gewasbescherming, om de milieubelasting terug te brengen. Verder spant het PT zich in voor een duurzaam gewasbeschermingsmiddelenpakket, waarmee de sector goed uit de voeten kan. Middelen die schadelijk zijn voor het milieu maken plaats voor biologische bestrijders of worden vervangen door minder schadelijke middelen, middelen van natuurlijke oorsprong en alternatieve teelttechnieken. Het PT heeft medewerking verleend aan de totstandkoming van het concept Nationaal Actieplan Gewasbescherming van de overheid, dat in het voorjaar 2012 als de tweede Nota Duurzame Gewasbescherming aan de Tweede kamer aangeboden zal worden. De Coördinatoren Effectief Middelenpakket (CEMP), die het PT financiert, houden het pakket gewasbeschermingsmiddelen optimaal. CEMP’s helpen nieuwe toelatingen realiseren en bestaande toelatingen behouden en uitbreiden. Als dat nodig is, vragen de CEMP’s toelating aan voor toepassingen die voor gewasbeschermingsmiddelenfabrikanten niet rendabel zijn. Dit gebeurt met financiering uit het Fonds Kleine Toepassingen. Het PT en het ministerie van EL&I financieren dit fonds. Verschillende deelsectoren organiseren regelgeving voor gewasbescherming via het productschap. Verordeningen van het PT zijn geënt op praktische toepasbaarheid. Dit voorkomt generieke wetgeving van de overheid.
Fytosanitaire zaken Nederland is de een na grootste exporteur van land- en tuinbouwproducten in de wereld. De insleep van quarantaineorganismen als de Aziatische boktor, kwaliteitsziekten of nietgereguleerde organismen kunnen tot enorme schade leiden aan het gewas, het imago en de handelsomzet. Het PT ondersteunt de tuinbouw- en groensector en brancheorganisaties om te zorgen voor een veilige productie en distributie. Samen met de rijksoverheid zorgt het PT voor adequate wet- en regelgeving. Daarnaast organiseert en financiert het PT maatregelen rond quarantaineorganismen. Resultaten en effecten Minder milieubelasting De (onderzoeks)investeringen via het PT in duurzame gewasbescherming hebben effect. De afgelopen tien jaar is de milieubelasting van de tuinbouw fors gedaald. Dit blijkt uit de evaluatie van de eerste Nota Duurzame Gewasbescherming. Biologische bestrijding is in de glasgroentesector gemeengoed geworden en ook in de sierteelt zijn de eerste stappen gezet. De emissie naar water zal nog wel fors verminderd moeten worden. Het belang van deze collectieve investeringen is vertaald in adviezen ten behoeve van de Uitvoeringsagenda van de Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen. Het PT registreert jaarlijks het verbruik van gewasbeschermingsmiddelen voor de boomkwekerij- en bloembollensector en het verbruik van meststoffen en energie in de bollensector. De registratie in de bollensector is verplicht dankzij een verordening. Vanwege veranderende EU-wetgeving worden de Verordeningen Gebruik verdeelapparatuur en Reiniging verpakkingen gewasbeschermingsmiddelen aangepast. Dit betekent dat alle sectoren onder deze regelgeving komen te vallen. Dus naast de open teelt nu ook de gesloten teelten (glastuinbouw). Voorts komen meer soorten van spuiten (m.n. kleinere, bijv. hand- en rugspuiten) onder deze regeling te vallen.
19 © Productschap Tuinbouw
19
Middelen behouden Dankzij de CEMP en het Fonds Kleine Toepassingen kunnen ook kleine teelten blijven beschikken over een adequaat pakket gewasbeschermingsmiddelen. De CEMP wisten in 2011 twintig belangrijke middelen te behouden of toe te laten voor de tuinbouw. Minder handelsbelemmeringen Het PT financierde verschillende activiteiten om fytosanitaire handelsbelemmeringen voor de export van bloembollen, bloemkwekerijproducten en groenten en fruit te verminderen. Hierbij kan gedacht worden aan het financieren van extra (buitenlandse) inspecteurs om markttoegang te behouden, de financiering van de bestrijding van bacterievuur in de boomkwekerij, voorlichting over fytosanitaire eisen voor ondernemers, maar ook de actieve lobby richting afzetmarkten. Ook PT verordeningen voor het tulpenstengelaaltje, de bestrijding van knolcyperus en aardappelmoeheid droegen in 2011 bij aan de ongestoorde productie en afzet van gewassen uit de vollegrond. Compensatie boomkwekers Boomkwekers rond Boskoop konden tot 1 oktober 2011 aanspraak maken op compensatiegelden uit het plantgezondheidsfonds van het PT. De compensatie was bedoeld als bijdrage voor de extra keuringskosten na de vondst van de Oost-Aziatische boktor in 2009. Het fonds is op initiatief van de vakgroep Bomen en vaste planten van LTO en PT gebruikt om de schadevergoeding die het ministerie van EL&I beschikbaar stelde op een goede manier uit te keren. Van de 334 boomkwekers die recht hadden op compensatie, maakten 246 boomkwekers er gebruik van. Ruim 135 duizend euro is aan de kwekers uitbetaald.
20
Productschap Tuinbouw ©
Nieuwe ontwikkelingen Versnellen, versterken en borgen Vanuit het Topgebied Tuinbouw en Uitgangsmaterialen komen financiële middelen beschikbaar naast die van het PT. Hierdoor kunnen verschillende in de fytosanitaire agenda benoemde acties versneld opgepakt worden. Daarnaast kan de inzet op andere activiteiten versterkt worden en wordt de voortgang van bestaande activiteiten geborgd. Enkele van deze acties zijn: Ontwikkelen van preventie-, beheersen uitroeiingsprogramma’s van schadelijke organismen op bedrijfs-, sector, en (inter-)nationaal niveau; Enkele nader te bepalen ketens/sectoren doorlichten op verbeterpunten in de fytosanitaire controlesystematiek en de gewenste taakverdeling overheid/bedrijfsleven; Financieel ondersteunen van de activiteiten van sectoren die gericht zijn op het voorkomen van onnodige fytosanitaire handelsverstoringen, het behouden van gerealiseerde markttoegang en het verkrijgen van markttoegang in nieuwe (derde) landen; Financieel ondersteunen en praktisch realiseren van een Plantgezondheidsfonds; Financieren en waar nodig inhoudelijk/feitelijk/juridisch ondersteunen van sectoren bij de uitbraak van een Qorganisme en het daarmee gepaard gaande risico op een (blijvend) verlies van exportpotentieel; Financieren en waar nodig inhoudelijk/feitelijk/juridisch ondersteunen van sectoren bij plotselinge handelsbelemmeringen; Inventariseren en analyseren van de risico’s van nieuwe handelsstromen, productiewijzen Ontwikkeling nieuwe technieken ter bevordering van veilige import- en exportstromen.
Energie Het Productschap Tuinbouw zorgt voor de (co)financiering en coördinatie van projecten waarmee ondernemingen in de tuinbouw het gebruik van (fossiele) energie en de uitstoot van CO2 kunnen verminderen. Hierdoor kan de tuinbouwsector voldoen aan maatschappelijke eisen en wensen om duurzaam te produceren. Ook draagt dit eraan bij dat de sector minder afhankelijk wordt van schaarse fossiele energie en dat de energiekosten in de hand gehouden kunnen worden. Dankzij de activiteiten en projecten van Kas als Energiebron zit de glastuinbouwsector goed op koers om de doelen voor energie-efficiency en CO2-emissiereductie te halen. Uit de energiemonitor van het LEI van 2011 blijkt dat de energie-efficiency het gestelde doel al nadert. Ook de CO2 emissiereductie daalt gestaag. Het aandeel duurzame energie blijft echter nog achter bij de ambities; 1,6 procent. Ook de sectoren bloembollen en paddenstoelen hebben in 2011 de stijgende lijnen voortgezet op het gebied van energieefficiency, CO2-emissiereductie en aandeel duurzame energie. Doelstellingen De paddenstoelen, bloembollen- en bolbloemensector en de glastuinbouw hebben met het Rijk meerjarenafspraken gemaakt over energieen klimaatdoelstellingen in het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren. In het convenant streeft de sector naar twee procent energie-efficiencyverbetering per jaar, een CO2emissiereductie van 30 procent in 2020 (ten opzichte van 1990) en 20 procent duurzame energie in 2020. Ook streven deze sectoren naar klimaatneutrale rendabele nieuwbouw in 2020. De glastuinbouwsector doelstelling voor CO2emissiereductie is zelfs 48 procent in 2020 (ten opzichte van 1990). Activiteiten Kas als Energiebron Het programma Kas als Energiebron is het innovatie- en actieprogramma om de doelen te helpen realiseren voor de glastuinbouw. Het PT voert dit samen met LTO Glaskracht Nederland en het ministerie van EL&I uit. Het PT en het ministerie van EL&I financieren de projecten
van Kas als Energiebron. In het programma zijn zeven oplossingsrichtingen (transitiepaden) benoemd waar kansen liggen om de doelstellingen te bereiken. Het programma levert onder meer kennis via onderzoeksprojecten, financiële steun voor en het monitoren van praktijkinitiatieven, oplossingen voor knelpunten in wet- en regelgeving en kennisuitwisseling. Daarnaast is het PT verantwoordelijk voor de implementatie en uitvoering van het CO2sectorsysteem voor de glastuinbouw. Dit systeem wordt samen met LTO Glaskracht Nederland en de overheid ontwikkeld. Resultaten en effecten Eind 2011 passen twaalf glastuinbouwbedrijven de eerste stappen van Het Nieuwe Telen (HNT) toe. Dit is een verdubbeling ten opzichte van 2010. Deze bedrijven hebben twintig tot dertig procent bespaard op de warmtevraag. Ondernemers hebben veel belangstelling voor HNT en de kennis uit onderzoeksprojecten. Tevens is een nieuwe website gelanceerd, met hierop een rekeninstrument waarmee telers kunnen berekenen wat HNT voor hun bedrijf kan betekenen. In het kader van Kas als Energiebron lopen de volgende projecten in 2011: Diffuus glas. Meer dan tien ondernemers passen diffuus glas toe. Er is veel belangstelling vanuit de praktijk naar deze oplossingsrichting. Led-belichting. Meer productie en energiebesparing blijkt bij verschillende gewassen mogelijk m.b.v. ledbelichting (tussenbelichting; opkwekkek/klimaatcellen). Zo’n twintig bedrijven experimenteren met led’s. Zonne-energie. Zonnewarmte in en rond kassen kan worden geoogst en zodoende kunnen kassen technisch gezien voor zo’n 50 procent verwarmd worden. Toepassen is echter duur. Naast het oogsten van zonnewarmte, zijn twee elektriciteitsproducerende kassen (de Daglichtkas en de Elkas) in onderzoek. Hiermee blijken de resultaten erg goed te zijn. Aardwarmte. In 2011 zijn er vijf boringen geweest naar aardwarmte.
21 © Productschap Tuinbouw
21
Tevens lopen er twee onderzoeken naar de toepassing van ondiepe aardwarmte (500 tot 1000 meter). In 2011 is de oplossing voor het beheersen van bijvangsten olie en gas dichterbij gekomen. Biobrandstof. Biobrandstof kan een alternatief zijn voor aardgas. In 2011 is het areaal dat wordt verwarmd met bio-energie flink gegroeid tot 140 hectare. Duurzame elektriciteit. Het WKK vermogen in de glastuinbouw is nu circa 2900 MWe. Kansen, knelpunten en bedreigingen zijn in kaart gebracht in de Barometer WKK om investeerders goed zicht te bieden op de verwachtingen rond rentabiliteit van WKK. CO2-sectorsysteem In 2011 is het CO2-sectorsysteem voor de glastuinbouw in werking getreden. De kern van het systeem is dat de deelnemende bedrijven gezamenlijk moeten voldoen aan een overeengekomen CO2-emissieplafond. Zo waarborgt de sector dat het zijn CO2-doelstelling haalt en ontstaat een stimulans op bedrijfsniveau voor energiebesparing en de toepassing van duurzame energie. Eind 2011 werden de glastuinbouwsector en de rijksoverheid het eens over 6,2 Megaton CO2 emissieruimte voor 2020 en de ontwikkeling daar naar toe vanaf 2013. Een overeenkomst daarover is begin 2012 ondertekend, met daarin ook afspraken over onder meer de energiebelasting. Begin 2012 start het PT met de feitelijke uitvoering en zullen alle glastuinbouwbedrijven hun CO2-emissie gaan registreren, te beginnen met boekjaar 2011. Voor 2011 en 2012 wordt verwacht dat de sector binnen het plafond blijft. Over deze jaren is dus naar verwachting geen onderlinge verevening tussen bedrijven aan de orde. Vanaf boekjaar 2013 wordt de emissieruimte jaarlijks verlaagd en zal onderlinge verevening wel aan
de orde zijn. Nieuwe ontwikkelingen Door de slechte financiële positie van veel glastuinbouwbedrijven is er weinig investeringsruimte in nieuwe energie-innovaties door ondernemers. Hierdoor is er een aantal accentver-
22
Productschap Tuinbouw ©
schuivingen voor 2012 voor het programma Kas als Energiebron: Sterker inzetten op het ontsluiten van kennis en zo ondernemers zicht geven op haalbare stappen op energiegebied; Stimuleren dat alternatieve financieringsmogelijkheden worden ontwikkeld voor investeringen in energieinnovaties en vertaling daarvan naar toepassing in de glastuinbouw; Vasthouden aan de succesmix van strategische lijnen voor de langere termijn en concrete toepassing nu. Op het moment dat de rentabiliteit op de bedrijven weer verbeterd is, moeten nieuwe opties klaar liggen om een inhaalslag in investeringen mogelijk te maken. Kas als Energiebron past naadloos in het Topsectorenbeleid en is dan ook onderdeel van het Topsectoradvies en de uitwerking in innovatiecontracten. Kas als Energiebron heeft daarnaast een aantal Green Deals tussen de overheid en bedrijven geïnitieerd. In 2012 wordt de SDE+ uitgebreid met subsidie voor duurzame warmte. Dat biedt kansen voor praktijkprojecten in de sector voor bio-energie, aardwarmte en zonne-energie. De bloembollen en bolbloemensector heeft eind 2011 een voorlopig activiteitenplan energie 2012 goedgekeurd en ook voor 2012 daarvoor een bedrag uit het sectorfonds gereserveerd. Programmalijnen zijn energiebesparing, duurzame energie en toepassing CO2 arme energiebronnen. Ook de paddenstoelensector wil op energiegebied de activiteiten voort te zetten. Over de concrete invulling vindt nog overleg plaats met het ministerie van EL&I. De plannen van de bloembollen en paddenstoelen sectoren zijn ook onderdeel van de innovatiecontracten Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen. In het voorjaar van 2012 zal duidelijk worden hoe de samenwerking met de overheid op energiegebied een vervolg krijgt als de minister van EL&I zijn besluiten bekend maakt over de ingediende agenda’s door de topsectoren.
Water, bodem en bemesting Ondernemingen investeren veel om efficiënt en effectief om te gaan met water en bodem. Er wordt geanticipeerd op veranderend klimaat, Europese richtlijnen als de Kaderrichtlijn Water en de Nitraatrichtlijn en een veranderend pakket aan gewasbeschermingsmiddelen. Het Productschap Tuinbouw zorgt voor cofinanciering van (onderzoek)projecten, coördineert onderzoek en werkt aan kennisontwikkeling en kennisverspreiding. Zo draagt het PT eraan bij dat de tuinbouw- en groensector duurzaam produceert en zuinig omgaat met water en bodem. Op die manier kan de sector zijn maatschappelijke en politieke draagvlak behouden. Activiteiten Tuinbouwbedrijven streven naar schoon water en een schone bodem. Voldoende en goed gietwater is essentieel voor de tuinbouw. Het verlagen van de emissie van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen is nodig. Zodoende kan aan door de overheid opgelegde emissienormen worden voldaan. In 2011 financierde het PT projecten gericht op het behalen van de sectorambities en doelen en het PT zet zich in voor het verkrijgen van zoveel mogelijk cofinanciering. Ook is in 2011 ingezet op het coördineren van deze projecten en kennisontwikkeling en kennisverspreiding. Kennisverspreiding spitst zich voornamelijk toe op het communiceren van onderzoeksresultaten naar sector en maatschappij. Er wordt samengewerkt met brancheorganisaties en de rijksoverheid, zowel in beleidsontwikkeling als het gezamenlijk financieren van projecten. Naast financiering en onderzoekscoördinatie van relevante projecten en de communicatie daarover voerde het PT in 2011 ook de volgende activiteiten uit: Algemene projectleiding Kader Richtlijn Waterproject ‘emissieloze glastuinbouw’; Algemene projectleiding Kader Richtlijn Waterproject ‘grondgebonden glasteelten’; Deelname stuurgroep programma ‘Teelt uit de grond’;
Coördineren voldoende aanpalende sectorprojecten voor het programma Teelt uit de grond; Participatie in de Managementgroep van het Platform Duurzame Glastuinbouw. Hierin werken overheid en sector samen aan verdere verduurzaming van de glastuinbouw; Zorgen voor naleving sectordeel uitvoeringsagenda van het programma Glastuinbouw Waterproof. De hoofddoelstelling van het programma is een nagenoeg emissieloze glastuinbouw in 2027 v.w.b nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar grond- en oppervlaktewater. Resultaten en effecten PT ondersteunt onderzoeksprojecten om knelpunten op te lossen die emissieloos telen nog in de weg staan. Er zijn in 2011 achttien waterprojecten gefinancierd en gecoördineerd door het PT met een totale waarde van bijna 1,2 miljoen euro. Voor de glastuinbouw was dit een gemiddelde investering per bedrijf van 200 euro. Enkele voorbeelden van projecten: KRW projecten Glastuinbouw Waterproof voor de grondgebonden en de substraatteelten; evaluatie zuiveringstechnologieën voor spui; Goed Gietwater uit afvalwater. Met de resultaten uit deze projecten is o.a. aangetoond dat het mogelijk is om langer te recirculeren zonder groeiremming. Er is een robuuste lysimeter ontwikkeld waarmee de drainhoeveelheid bij grondteelten te meten is en de haalbaarheid van ondergrondse gietwaterberging is vastgesteld. Voor de boomteelt is er een vermindering van de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater gerealiseerd en er is een verbeterd watermanagement voor de PCT ontwikkeld. Een aantal projecten lopen door in 2012. Om emissie te beperken is telen uit de grond voor een aantal open teelten een mogelijke optie. Voor het programma Teelt uit de grond
23 © Productschap Tuinbouw
23
heeft het PT twaalf projecten gefinancierd met een waarde van ruim 300 duizend euro. Een aantal bladgewassen worden in 2011 al op beperkte schaal in de praktijk uit de grond geteeld. Tien projecten lopen door in 2012. Voor een efficiënt en effectief bodembeheer en bemesting zijn achttien projecten in 2011 gefinancierd met een waarde van ruim 750 duizend euro voor zowel de open als bedekte teelten. Een aantal van de projecten en programma’s hebben een zogenaamde PPS structuur (privaat publieke samenwerking) waarbij overheid en bedrijfsleven samen uitvoeren en financieren. Door in 2011 2,2 miljoen euro PT financiering in te zetten op het thema water, bodem en bemesting is er in totaal ruim tien miljoen euro cofinanciering losgekomen uit verschillende Europese en nationale subsidieregelingen en door bedrijven en lokale overheden. Dat is een multiplier effect van 4,5. Samen met LTO Groeiservice en Wageningen UR glastuinbouw heeft het PT in 2011 een Kennisdag Water georganiseerd voor de glastuinbouw. Op diverse bijeenkomsten over water heeft het PT presentaties gegeven over het
24
Productschap Tuinbouw ©
collectief gefinancierd onderzoek. Het PT heeft met Greenport Campus en Wageningen UR Glastuinbouw een Arena sessie water georganiseerd. Door de communicatieactiviteiten zijn telers zich meer bewust geworden van de kansen en bedreigingen rond water en de verwachtingen die de maatschappij aan de sector stelt. Ook zijn ze er zo van op de hoogte gebracht dat er al veel onderzoek loopt om hen oplossingen te bieden voor knelpunten rond water. Nieuwe ontwikkelingen Door de modernisering van het PT en het nieuwe topsectoren beleid van de overheid wordt het thema water, bodem en bemesting als programma in 2012 binnen het kernthema plantgezondheid voortgezet. Er wordt een programmaplan geschreven wat goed aansluit bij de ambities van de topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen voor wat betreft de actielijnen Water open teelten, Glastuinbouw waterproof en Duurzame bodem. Het voorkomen van emissie van gewasbeschermingsmiddelen en nutrienten speelt een grote rol. Zuiveringstechnieken, maar ook weerbare planten en weerbare bodem worden steeds belangrijker.
Werken in de tuinbouw De tuinbouw- en groensector biedt werkgelegenheid aan ruim 400.000 mensen. Nederland vergrijst en de verwachting is dat in 2025 de strijd om arbeid in Nederland zijn hoogtepunt kent. De tuinbouw- en groensector heeft nu al een jaarlijkse vraag naar minimaal 19 duizend mensen. Om te zorgen dat de Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen gezien wordt als een aantrekkelijke, uitdagende en gevarieerde werkgever ontplooit het Productschap Tuinbouw campagnes en projecten. Deze activiteiten dragen bij aan de invulling van de vraag naar voldoende gekwalificeerd personeel en het bewust maken van ondernemers van het belang van modern werkgeverschap. Activiteiten Samen met organisaties in de tuinbouw- en groensector investeert het PT in projecten die bijdragen aan veilige, prettige en plezierige werkomstandigheden en die werkenden in de sector behouden. Een sector waar werknemers en ondernemers de mogelijkheid hebben zichzelf een leven lang te ontwikkelen. Ook worden activiteiten ontplooid, zoals de campagnes Groen Werkt en It’s Alive, die bijdragen aan een positievere beeldvorming en een beter imago van de sector.
Resultaten en effecten Groen Werkt Met Groen Werkt worden jongeren van 10-14 jaar benaderd om hun interesse te wekken voor de Nederlandse tuinbouw (kennis maken én kennis vergroten) en hen spelenderwijs kennis te laten maken met de veelzijdige wereld van de tuinbouw. Groen Werkt focust zich op het uitgeven van een lespakket Groen Werkt en het bereiken van 140 klassen op basisscholen en 40 VMBO-scholen (95 klassen). De verschillende sectoren en geledingen zijn verwerkt in het lesprogramma. In 2011 is in 168 klassen in groep 7/8 van de basisschool het Groen Werkt spel gespeeld in de regio’s Zuid-Nederland en Noord- en ZuidHolland. Het gaat hier om 4.130 leerlingen. Daarmee is de doelstelling van 140 klassen behaald. Het lespakket Groen Werkt basisschool is eind 2010 geëvalueerd. Het lesprogramma kreeg een 8,3 en wordt als zeer leerzaam ervaren. Daarnaast is in 2011 is het Groen Werkt VMBO lespakket geïntroduceerd via een pilot op een aantal groene VMBO’s. Deze pilot is afgerond en doel voor 2011 (schooljaar 2011-2012) is dat 40 scholen - 95 VMBO-klassen aan de slag met het Groen Werkt spel.
It’s Alive It’s Alive is een imagovormende arbeidsmarktcampagne, gericht op jongeren tussen de 16-24 jaar. De campagne heeft als doel om de tuinbouwsector op het netvlies te krijgen als potentiële werkgever bij de schoolverlater, uitstroom VMBO, MBO, HBO en WO. It’s Alive is een campagne die vooral via internet en tv jongeren laat zien dat welke opleiding of interesse je ook hebt, de tuinbouw altijd een uitdagende functie voor je heeft. Op basis van de resultaten van het imago-onderzoek (0-meting) in 2009 zijn er voor 2011 doelstellingen vastgesteld. Van de ondervraagden diende minimaal: 45% aan te geven bekend te zijn met de Nederlandse tuinbouw als werkgever; 42% een positiever beeld van de Nederlandse Tuinbouw te hebben; 18% aan te geven zelf in de tuinbouw te willen werken. It’s Alive heeft volgens de meting in 2011 bijgedragen aan een positiever imago van de Nederlandse tuinbouw onder jongeren. De resultaten geven aan dat de campagne bij de doelgroep is opgevallen en een hoge waardering heeft onder de doelgroep.
25 © Productschap Tuinbouw
25
Een op de vijf scholieren die iets van de campagne heeft gezien, is aan het denken gezet over een baan in de Nederlandse tuinbouw. De helft (54%) van de scholieren is van mening dat zij een positiever beeld hebben van de tuinbouw door de campagne. Alleen de bekendheid van de Nederlandse tuinbouw als werkgever blijft nog achter. Communicatieprijzen De campagne It’s Alive van de Nederlandse Tuinbouw scoort ook goed in communicatiekringen. Zo heeft de campagne de communicatie vakprijs SAN Accent-2010 gewonnen. Daarnaast kende de Stichting Personeelscampagne It’s Alive de Gouden Magneet toe voor de beste arbeidsmarktcampagne in 2011. Dit jaar waren er 88 inzendingen. It’s Alive moest het onder andere opnemen tegen de Koninklijke Landmacht, Rabobank, de Belastingdienst en Randstad. Uit het juryrapport: ‚De It’s Alive-campagne steekt met kop en schouders boven de andere campagnes uit. De campagne klopt en is met name online erg sterk‛. It’s Alive in 2011 De kern van de campagne It’s Alive is de website nederlandse.tuinbouw.nl. Hier komt de wereld van de tuinbouw tot leven. Op de website vinden jongeren alle informatie over (werken in) de tuinbouw, leuke functies, een beroepskeuzetest en vacatures. Alle media-activiteiten hebben tot doel jongeren naar de website te trekken. It’s Alive is ook actief op social media: Youtube-filmjes, een eigen Facebook- en Hyvespagina en een twitteraccount. In het voorjaar van 2011 is er een grote online actie georganiseerd: een battle tussen twee kassen, vol met komkommers en drie weken lang konden de sociale netwerken strijden om de grootste komkommeroogst. Doel hiervan was om de tuinbouw op een opvallende manier onder de aandacht van jongeren te brengen door via social media een kijkje in de keuken van de sector te geven. Deze battle is samen met de Demokwekerij in Honselersdijk georganiseerd. In 2011 is gestart met het gericht opzoeken van jongeren: op scholen en beurzen. Hierbij wordt met veel organisaties uit de tuinbouw en het onderwijs samengewerkt. Op tv waren waren er korte commercials en was er een samenwerking met jongerenzender MTV en het programma Moneymakers.
Programma Arbeidsmarkt en Opleiding Het in 2010 door de gezamenlijke productschappen, waaronder PT, samen met het ministerie van EL&I opgezette Programma Arbeidsmarkt en Opleiding (PAO) heeft in 2011 een vervolg gekregen. PAO heeft ten doel bij te dragen aan voldoende beschikbare werknemers met een geschikte opleiding en is voortgekomen uit het programma Verankering Arbeid (VA) van productschappen en vakbonden. In 2011 is verder gewerkt aan het professionaliseren van scholingsconsulenten agrocluster en het Agro Opleidingshuis. Daarnaast is gestart met het mobiliteits- en motivatieonderzoek om inzicht te krijgen in de mobiliteitsstromen in en tussen verschillende sectoren. Uit het onderzoek blijkt dat het grootste deel van de werknemers die van baan veranderen buiten de agrofoodcluster terechtkomen. Daarnaast zijn
26
Productschap Tuinbouw ©
werkenden pas mobiel als er een noodzaak of aanleiding is en blijkt de regionale arbeidsmarkt leidend boven de sectorale arbeidsmarkt. Zekerheid is belangrijker dan salaris. Veilige en prettige werkomstandigheden Het PT draagt bij aan het ontwikkelen van kennis van en communicatie over veilige en prettige werkomstandigheden richting werknemers en ondernemers. Zaak is dat regelgeving werkbaar blijft. En dat alle werknemers in de tuinbouw, inclusief buitenlandse uitzendkrachten, vergelijkbare informatie ter beschikking krijgen (o.a. ten aanzien van het gebruik van/werken met gewasbeschermingsmiddelen). In het kader van veilige werkomstandigheden zijn de volgende activiteiten opgezet: Stof pak het aan. Doel van dit project is blootstelling aan agrarisch stof verder terug te dringen. De website Pak-
stofaan.nl is geüpdate. De resultaten van het project worden verwerkt in arbocatalogi; Gas in zeecontainers. In dit project is een stappenplan ‘veilig openen en betreden van zeecontainers’ voor groenten en fruit opgesteld om eventuele risico’s in kaart te brengen; Spuitbox. Om de kennis binnen ondernemingen over werken met gewasbeschermingsmiddelen te vergroten is de zogeheten spuitbox voor open teelten gemaakt. Ook is gewerkt aan een Poolse vertaling van onderdelen van de spuitbox glastuinbouw. Modern en goed werkgeverschap In 2011 is de financiering van het VA-project Midden en Oost Europese (MOE) werknemers in de tuinbouw voortgezet. Het project richt zich op verbetering van de werkomstandigheden van de Poolse uitzendkrachten door hen te informeren over hun rechten en plichten via bijeenkomsten en publicaties. Het doel om jaarlijks minimaal 300 Poolse werknemers te bereiken is met 660 in de laatste twee jaar voor 2011 gehaald. Het project Fair Produce, met als doel een gegarandeerd sociaal personeelsbeleid is, in 2011 met (financiële) ondersteuning vanuit het PT opgezet. Bedrijven in de keten, in beginsel in de champignonsector, kunnen middels het voeren van het keurmerk laten zien dat ze geen oneigenlijke arbeidsconstructies toepassen en voldoen aan bovenwettelijke eisen op het gebied van bijvoorbeeld huisvesting. Het systeem is ook bruikbaar voor andere sectoren. Eind 2011 hebben 47 bedrijven interesse getoond en elf zich aangemeld. Een leven lang leren door ondernemers en werknemers Het doel is bijdragen te leveren aan initiatieven in de tuinbouw- en groensector voor betere scholing van medewerkers. Binnen het project PSA (Professionalisering Scholingsconsulenten Agrocluster) zijn in totaal zeven scholingsconsulenten in de tuinbouw (teelt en handel), akkerbouw, veehouderij en zuivel actief om be-
drijven te helpen meer uit scholing en opleiding te halen. In 2011 is gestart met de ontwikkeling van het Agro Opleidingshuis: een web-based instrument gebaseerd op functieprofielen uit de CAO. Ondernemers en medewerkers kunnen er vraaggestuurd mee aan de slag met scholing en persoonlijke ontwikkeling. De Horti Business Game is een internet-game voor zowel werkenden in de sector als studenten in groen en niet-groen beroepsonderwijs, waarmee in competitieverband hun vaardigheden op het gebied van marktgericht ondernemerschap en management worden getraind. In 2011 hebben 275 teams (715 deelnemers) aan het tweede seizoen meegedaan. Een plan is in voorbereiding om de game vanaf 2012 samen met het beroepsonderwijs langjarig te kunnen inzetten. Denken en handelen in ketens en het belang van digitaal informatiemanagement zijn onderbelicht in het groene beroepsonderwijs. In 2011 is bijgedragen aan initiatieven van Tuinbouw Digitaal: e-competenties om dit te verbeteren en is een strategische verkenning van de problematiek afgerond. Op grond van de aanbevelingen wordt nieuw lesmateriaal ontwikkeld. Nieuwe ontwikkelingen In het najaar is een bijdrage geleverd aan de Human Capital Agenda (HCA). Daarbij is nauw samengewerkt met de Topsector Agrofood en de Groene Kenniscoöperatie. De HCA beschrijft tot welke doorbraken bedrijfsleven, onderwijs en overheid moeten komen om de aansluiting tussen beroepsonderwijs en sector duurzaam te verbeteren. Aantrekkelijk werkgeverschap en imago, beroepsgericht opleidingsaanbod en leven lang leren vormen de centrale thema’s Er is een verbinding gelegd tussen de HCA en de lopende activiteiten binnen het Programma Arbeidsmarkt en Opleiding. Het innovatieprogramma samenwerkende waardeketen verbindt MVO met imago en aantrekkelijk werkgeverschap. Arbeid en – scholingscampagnes maken deel uit van het MVO programma. Specifiek voor arbeid is hierbij onderzoek naar automatisering, robotisering en andere arbeidsinnovaties opgenomen.
27 © Productschap Tuinbouw
27
Collectieve promotie Via het Productschap Tuinbouw financieren de sectoren hun eigen promotieorganisaties. Generieke promotie zorgt ervoor dat consumenten meer tuinbouw- en groenproducten kopen, het vergroot de markt en verbetert het imago van de tuinbouw- en groensector.
Resultaten en effecten Effecten van promotie-inspanningen rechtstreeks koppelen aan verkoopresultaten is maar een enkele keer mogelijk. Meestal spelen meer factoren een rol in het aankoopgedrag van consumenten en retail.
Activiteiten Het PT zorgt voor de financiering van de promotieorganisaties en houdt toezicht op deze instellingen. De promotieorganisaties zijn Bloemenbureau Holland voor de bloemen- , potplanten- en perkgoedsector, Internationaal Bloembollen Centrum voor de bloembollensector, GroentenFruit Bureau voor de groente- en fruitsector, Plant Publicity Holland voor de boomkwekerijsector en vaste planten en het Hoveniers Informatiecentrum voor hoveniers en groenvoorzieners. Voor iedere campagne stellen de promotieorganisaties communicatiedoelstellingen vast. Het PT meet of deze worden gehaald. Met de uitkomsten hiervan verbeteren de bureaus de campagnes. 2012 is het laatste jaar dat de collectieve promotie op de gebruikelijke wijze wordt gefinancierd en uitgevoerd. Diverse in- en externe ontwikkelingen hebben geleid tot een fundamenteel andere zienswijze bij besturen en de ondernemers. Het bestuur van het Internationaal Bloembollencentrum heeft medio 2011 besloten om de activiteiten per 31 december 2011 te beëindigen. Promotieactiviteiten voor de bollensector worden in de toekomst privaat gefinancierd. Dit geldt ook voor de promotie in de bloemen en plantensector. De dragende organisaties van het Bloemenbureau Holland (FloraHolland en VGB) hebben eind 2011 besloten om de promotie voor bloemen en planten met ingang van 2013 privaat te financieren en de uitvoering van de promotieactiviteiten onder te brengen in een Bloemenbureau Holland nieuwe stijl waarin alle collectieve marketingfuncties voor de bloemen en plantensector zijn geïntegreerd.
28
Productschap Tuinbouw ©
Bloemenbureau Holland Campagnes en activiteiten zijn gericht op het aantrekken en vasthouden van bestaande consumenten en het verwerven van nieuwe consumenten. Door consumenten te stimuleren meer en vaker bloemen en planten te kopen, wordt gewerkt aan het consolideren en vergroten van de afzet van bloemisterijproducten. De activiteiten concentreren zich op de kernmarkten Nederland, Duitsland, Frankrijk, Engeland en Italië (planten). De bloemen- en plantencampagnes waren steeds gebaseerd op een pan-Europees format. Er zijn specifieke trajecten afgerond die hebben bijdragen aan een efficiënte organisatie die maximale effectiviteit in de output mogelijk maakt. Campagnes worden ingegeven vanuit ‘consumer en shopper insights’ en consumentgedreven marketingconcepten die appelleren aan emotie en beleving. Met centrale campagnethema’s ‘Mooi hè… wat bloemen doen en Met een plant groeit er iets moois’ worden bloemen en planten weer bijzonder gemaakt. Door segmentatie van doelgroepen in de vier belangrijkste exportmarkten en door gebruik te maken van internet en social media wordt ingezet op een maximaal bereik onder relevante doelgroepen. Via het internet retailplatform www.mymarketingshop.org is de aansluiting georganiseerd met de verschillende verkoopkanalen. De aanpak heeft in 2011 aantoonbare resultaten opgeleverd in het koopgedrag van consumenten en in de versterking van de positie van bloemen en planten in de cadeaumarkt. Twee goede voorbeelden hiervan zijn de Feste dei Nonni (Italiaanse grootouderdag) en de Moederdagcampagne in Nederland. GroentenFruit Bureau GroentenFruit Bureau (GFB) heeft een sterk jaar achter de rug. Met de start van de nieuwe 2x2 campagne, de EHEC crisiscommunicatie in
Duitsland en de ontwikkeling van het Concept Huis van de Smaak voor de Floriade beleefde de organisatie zeer drukke tijden. De 2x2 campagne doet het boven verwachting goed: ruim 400.000 consumenten bezochten het 2x2 campagne discussieplatform online. De website van GFB trok in 2011 1,2 miljoen bezoekers en de Duitse equivalent 333 duizend. De oprichting van het Beter Eten Beter Leven platform onder leiding van GroentenFruit Bureau zorgt voor verdere samenwerking met andere verssectoren zoals de zuivel-, vis-, brood -en de aardappelensector. Gezamenlijk wordt uiting gegeven aan het motto Terug naar de Gezonde Basis met de merken van moeder Natuur. Het platform draagt bij aan meer aandacht voor het versproduct. De EHEC- crisis zorgde ervoor dat in 2011 veel aandacht was voor groenten. Door zorgvuldige crisiscommunicatie en de introductie van het Gecontroleerde Klasse ketenkwaliteitslabel steeg het Duitse consumentenvertrouwen in het Nederlands product naar een 6,1. Hiermee daalt de 'imagodiscount ' in de markt hetgeen in de toekomst kan bijdragen aan een betere afzet. In 2011 zijn belangrijke voorbereidingen getroffen voor de Floriade. Het Huis van de Smaak is ontwikkeld en met 30 partners zijn samenwerkingen opgezet. Internationaal Bloembollencentrum In 2011 heeft het Internationaal Bloembollen Centrum (IBC) haar promotieprogramma gericht op drie doelgroepen: de consument, de professionele afnemer (broeierij) en de groenvoorzieners, hoveniers en tuinarchitecten. Het grootste deel van het IBC-budget ging naar het consumentenprogramma. Public relations was het belangrijkste instrument van het IBC. Daarnaast zette IBC advertising, internet, onderwijs en winkelmateriaal in. Hoveniers Informatiecentrum Het Hoveniers Informatiecentrum (HIC) verzorgt de promotie van de hoveniersbranche, inclusief de groenvoorzieners, boomverzorgers en dak- en gevelbegroeningsspecialisten. Het HIC ontwikkelde verschillende activiteiten om consumenten, zakelijke opdrachtgevers en potentiële vakmensen te bereiken. Op consu-
mentenniveau is dat bijvoorbeeld de verkiezing De Tuin van het Jaar. Daarnaast werkte het HIC samen met leden van de branchevereniging Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG) aan de organisatie van twee inzendingen op de Floriade 2012. Gekozen is voor de realisatie van twee paviljoens met de thema’s ‘wonen’ en ‘werken’. In de Stichting Tuintrends werkt HIC samen met PPH, Tuinbranche Nederland, VHG en PT aan de promotie van de tuin. De ontwerpen en de fotografie voor de trendtuinen zijn in 2011 opgesteld. De trendtuinen 2013 zullen worden aangelegd op de Floriade. Plant Publiciteit Holland Plant Publiciteit Holland (PPH) organiseert al sinds 1952 ketenbrede generieke marketing- en promotieactiviteiten in Nederland en het buitenland voor de boomkwekerijproducten en vaste planten. De meerwaarde van groen staat centraal. PPH staat samen met het bedrijfsleven op beurzen, communiceert met consument en bedrijfsleven middels diverse communicatiemiddelen en PPH draagt onder meer bij aan handelsmissies. PPH verzorgt diverse campagnes, waaronder ‘Colour your life’ en ‘de Groene stad’. Colour your life zet tuinplanten centraal. PPH maakt voor deze campagne gebruik van allerhande multimediale communicatiemiddelen, waaronder ook social media. Daarnaast heeft PPH een eigen YouTube kanaal waar maandelijks productfilmpjes op worden getoond. De campagne Colour your Life had in 2011 een printoplage van meer dan 400 miljoen. Deze oplage vertegenwoordigt een geschatte reclamewaarde van ongeveer 8,5 miljoen euro In de campagne de Groene Stad worden bomen en planten als multifunctioneel product met toegevoegde maatschappelijke, functionele en economische/commerciële waarde gepositioneerd. In 2011 is de Groene Stad Award in het leven geroepen om zo de nadruk te vestigen op bomen en planten en hun toegevoegde waarde. Daarnaast had de competitie Entente Florale Nederland in 2011 veel aandacht. Dit is een van de middelen om de Groene Stad te promoten. In 2011 is tevens de aanzet gegeven van de Groene Stad Internationaal.
29 © Productschap Tuinbouw
29
Biobased economy De transitie naar een biobased economy creëert nieuwe verdiencapaciteit voor de tuinbouw en biedt daarmee kansen voor versterking van de concurrentiekracht van de sector. In maatschappelijk opzicht draagt het bij tot zorgvuldig gebruik van natuurlijke grondstoffen: vermindering van het gebruik van fossiele energie en sluiten van (mineralen)kringlopen. Het PT heeft in 2011 in het document ‘Routekaart Tuinbouw in de Biobased Economy’ de contouren van een meerjaren innovatie- en actieplan opgesteld.
Algen en kroos bevatten hoogwaardige stoffen als eiwitten en vetzuren; er zijn kansen voor algen- en kroosteelt in combinatie met glastuinbouwgewassen; Tuinbouwbedrijven kunnen gebruik maken van biobased verpakkingen, folie, gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen en substraat; Tuinbouwbedrijven kunnen biogas produceren of voor hun energievoorziening gebruik maken van bioenergie.
Activiteiten Resultaten en effecten ‘De tuinbouw in de biobased economy’ is een nieuw opkomend thema met kansen voor de sector. Prioriteit voor 2011 was om voor dit nieuwe thema een toekomstvisie met ambities te formuleren. En vervolgens vanuit die ambitie een innovatieen actieplan op te stellen. Op basis van dit innovatie- en actieplan ontwikkelt het PT samen met ondernemers een aantal keten-kennisprojecten die als wervend voorbeeld kunnen dienen voor de kansen van de tuinbouw in de biobased economy. Het PT heeft een stakeholderanalyse uitgevoerd en de biobased projecten in en om de tuinbouw in kaart gebracht. Er is een overzicht gemaakt van kansrijke marktsectoren waarmee tuinbouwbedrijven kunnen samenwerken. Er zijn vijf speerpunten met bijbehorende ambities benoemd en er is een actieagenda tot 2014 gemaakt. De tuinbouw kan op een aantal fronten een bijdrage leveren aan de transitie naar een biobased economy. Speerpunten daarin zijn: Tuinbouwbedrijven kunnen specifieke planten telen voor de productie van hoogwaardige inhoudsstoffen en producten; Reststromen uit de tuinbouw bevatten nog waardevolle inhoudsstoffen die kunnen worden benut voor toepassing in o.a. voedingssupplementen, karton en papier, gewasbescherming, veevoer en vergisting;
30
Productschap Tuinbouw ©
Manifest Biobased Economy Samen met drie tuinbouwbedrijven heeft het PT het zogeheten Manifest Biobased Economy ondertekend; 42 bedrijven en organisaties spannen zich in voor de transitie naar een biobased economy en willen daarbij, waar mogelijk, samen op trekken. Dat kan worden benut voor het verbinden van vraag en aanbod en het uitwisselen van leerervaringen. Voornemen is dat de tuinbouw gastheer is voor een tussenbalans in 2012. Biobased park Westland Het PT, gemeente Westland en LTO Westland hebben met de Rijksoverheid een Green deal gesloten voor het realiseren van een biobased park Westland voor het valoriseren van plantaardig restmateriaal uit de tuinbouw en GFT uit het Westland en omliggende gemeenten. Eind 2011 is er een intentieverklaring getekend voor het realiseren van een installatie voor het winnen van sap uit klasse III tomaten- en paprikavruchten. Er wordt gestreefd naar het ondertekenen van een intentieverklaring medio 2012 voor het opstellen van een bedrijfsplan voor vergisting. Het PT heeft een belangrijke rol gespeeld in het tot stand komen van de Green Deal en levert een inhoudelijke bijdrage aan het tot stand komen van onderdelen van het park.
Innovatiecontract voor topsector Eind december is het Innovatiecontract Biobased economy 2012 – 2016 ‘Groene Groei, van biomassa naar business’ aan minister Verhagen aangeboden. Dit innovatiecontract vormt de agenda waarmee de tuinbouw samen met andere topsectoren invulling gaat geven aan de biobased economy. Biobased projecten Er zijn in 2011 vijf nieuwe projecten aanbesteed. Zo is de financiering van het Kenniscentrum Plantenstoffen gecontinueerd. Het PT heeft zitting in het bestuur daarvan. In het project ‘algenteeltsystemen’ voor de glastuinbouw’ heeft WUR in intensieve samenwerking met vijf glastuinbouwondernemers en het PT een kwantitatieve analyse gemaakt van de huidige pilots en een stappenplan gemaakt tot verbetering van de bestaande systemen. Dit stappenplan is ook bruikbaar voor het opzetten van nieuwe systemen. De ondernemers zijn enthousiast over de resultaten van dit project en willen hier in 2012 een vervolg aan geven. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan naar het benutten van champost (afgewerkte champignoncompost) en het win-
nen van natuurlijke biociden uit tomaten- en paprikaloof. Ook wordt er gekeken naar de eigenschappen en beschikbaarheid van tomatenbladeren voor het produceren van een consumentenverpakking. Met volle instemming van de landelijke gewassencommissie tomaat wordt nu een vervolg gegeven aan het project ‘verpakken van tomaten in tomatenblad’. Het PT heeft in 2011 diverse presentaties gegeven over de toekomst van de tuinbouw in de biobased economy. Nieuwe ontwikkelingen Het ontwikkelen van kennis en ketens in de biobased economy is de belangrijkste innovatieopgave voor de komende jaren. De belangrijkste actielijnen daarbinnen zijn: Teeltoptimalisatie / biomassaproductie; Geïntegreerde bioraffinage; Bio-energie en biomaterialen. Binnen deze actielijnen is een aantal projecten voorbereid die in 2012 door het PT of het Kenniscentrum Plantenstoffen in opdracht zullen worden gegeven.
31 © Productschap Tuinbouw
31
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) combineert het streven naar winst met actieve aandacht voor mens, milieu en maatschappelijke kwesties. MVO is geen doel op zich, maar een continu verbeterproces om te komen tot een duurzame bedrijfsvoering met respect voor mens en milieu. De ondernemers in de tuinbouwsector weten als geen ander dat bij de productie van voedsel en groen zorgvuldig omgegaan moet worden met onze aardbol. Ook het verduurzamen van de internationale handelsketen verdient aandacht. Als we willen voldoen aan de toenemende wereldwijde vraag naar voedsel, grondstoffen en energie, dan zijn we meer dan ooit afhankelijk van de vitaliteit van onze leveranciers in de producerende landen. Het Productschap Tuinbouw werkt op diverse fronten aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in de tuinbouwsector door initiëring van onderzoek en projecten. Activiteiten Het PT werkte in 2011 actief mee aan tal van projecten op het gebied van duurzaamheid en MVO. Vanzelfsprekend vallen het programma Kas als Energiebron en de thema’s Plantgezondheid, Arbeid, Water en Biobased Economy uit voorgaande paragrafen onder de MVO activiteiten van het PT. Het PT fungeerde als platform dat de vereiste verantwoording aflegt over de MVO-inspanningen van de sector. Voor de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen is een concept innovatiecontract MVO opgesteld. Resultaten en effecten MVO- instrumenten Met de internettool MVO Onder Glas, die het PT op verzoek van de sector ontwikkelde, krijgen ondernemers in de glastuinbouwsector inzicht in hun activiteiten op het gebied van MVO en kunnen ze ook eenvoudig zien hoe ze presteren ten opzichte van andere ondernemers in de sector. In 2011 zijn 75 ondernemers begeleid bij het in beeld brengen van hun MVO-prestaties. Daarnaast zijn de eerste stappen gezet om MVO Onder Glas uit te rollen naar andere sectoren.
32
Productschap Tuinbouw ©
Met de bedrijffsscan ‚Groen is Leven‛ krijgen ondernemers in de boomkwekerij inzicht in hun prestaties op het gebied van MVO. Daarnaast geeft de scan inzicht in de verbetermogelijkheden op het bedrijf. De ontwikkeling van de scan is gefinancierd door het PT en uitgevoerd door de werkgroep ‚Duurzaamheid in de boomkwekerij‛ in samenwerking met HAS Den Bosch. In 2011 is het systeem getoetst en geïntroduceerd in de praktijk. MVO sectorverslag tuinbouw- en groensector In oktober 2011 verscheen het eerste sectorverslag over Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) in de tuinbouw. Het verslag benoemt de maatschappelijke verwachtingen binnen de belangrijkste thema’s op het gebied van people en planet. De prestaties van de sector op het gebied van MVO binnen de benoemde thema’s zijn in beeld gebracht door een groot aantal initiatieven binnen de tuinbouw te bundelen. Verduurzaming internationale handelsketens Binnen de sierteeltsector wordt al een aantal jaar met Fair Flowers Fair Plants (FFP) gewerkt aan het stimuleren van de wereldwijde productie en afzet van duurzaam geteelde bloemen en planten. In 2011 is met financiering van het PT door FFP, Milieu Progamma Sierteelt (MPS), Bloemenbureau Holland, FloraHolland en het Initiatief Duurzame Handel (IDH) nagegaan hoe hetgeen in de afgelopen jaren door FFP is opgebouwd verder uitgebouwd kan worden door samen te werken. Een voorstel voor het verder verduurzamen van de sierteeltsector wordt in 2012 verwacht. In 2011 heeft het Productschap Tuinbouw samen met Frugi Venta en IDH de eerste stappen gezet voor het opstellen van een ketenconvenant om de inkoop van groenten en fruit uit Latijns Amerika, Afrika en Azië te verduurzamen. Naar verwachting wordt dit convenant in 2012 ondertekend door handelspartijen, de retail, PT en de overheid.
Nieuwe ontwikkelingen In het komende jaar wordt nagegaan wat de mogelijkheden zijn om op basis van reeds beschikbare kennis en informatie een meetsys-
teem voor duurzaamheid te ontwikkelen waarmee de meest duurzame telers ook de hoogste rating ontvangen. Hierbij moet geborgd worden dat alle thema’s van duurzaamheid aan bod komen.
33 © Productschap Tuinbouw
33
Sectorspecifiek onderzoek en innovatie Het Productschap Tuinbouw coördineert en financiert onderzoek om oplossingen te vinden voor specifieke knelpunten in verschillende deelsectoren van de tuinbouw. Daarmee versterkt het PT de kennis en positie van de Nederlandse tuinbouw. Activiteiten De financiering en coördinatie van technisch en wetenschappelijk onderzoek is een belangrijke taak van het PT. Onderzoek ondersteunt PTthema’s als ‘Plantgezondheid en Fytosanitaire zaken’, ‘Energie’ en ‘Water, bodem en bemesting’. De meerjarenvisies van de verschillende sectoren bepalen welk onderzoek instellingen uitvoeren. Het onderzoek levert vernieuwingen en verbeteringen voor de tuinbouw op en draagt bij aan het sterke kenniscomplex van de Nederlandse tuinbouw. Met de resultaten kunnen ondernemers problemen en knelpunten in hun sector oplossen en kansen benutten. Ze dragen bij aan de maatschappelijke acceptatie van de sector. Het PT draagt de kennis over met artikelen in vakbladen, factsheets, leaflets, via internet en presentaties. Op kennisdagen presenteert het PT samen met onderzoeksinstellingen de resultaten van lopend onderzoek aan ondernemers. Resultaten en effecten Elk jaar coördineert het Productschap Tuinbouw een paar honderd nieuwe onderzoeksprojecten, waarvan een deel onderzoek is naar specifieke problemen in verschillende deelsectoren van de tuinbouw. Enkele van de resultaten: Bloemen Sciara (larven van de varenrouwmug) is een plaag die bij veel teelten voor problemen zorgt. Het onderzoek ‘Biologische bestrijding varenrouwmuggen’ richt zich op het vinden van nieuwe natuurlijke vijanden, de optimalisatie van het toepassen van aaltjes tegen sciara en het ontwikkelen van een kweeksysteem voor bodemroofmijten die onder andere sciara bestrijden. In de zoektocht naar nieuwe natuurlijke vijanden zijn sluipwespen, roof- en jachtvliegen gevonden. Deze worden nader onderzocht naast de al bekende werking van aaltjes tegen sciara.
34
Productschap Tuinbouw ©
Samen met telers wordt een programma van eisen opgesteld zodat er een robuust systeem ontstaat die de problematiek met sciara op de bedrijven beheersbaar maakt. Bloembollen In het voorjaar van 2010 is de leliesector geconfronteerd met de aanwezigheid van een nieuw virus in lelie, het Plantago asiatica mosaic virus (PlAMV). De virusziekte heeft grote financiële gevolgen voor de leliesector. Onderzoek naar ‘Herkomst en verspreidingsroutes van PlAMV tijdens teelt, handel en broeierij’ leverde in 2011 veel maatregelen en adviezen op waarmee verspreiding van PlAMV binnen en tussen partijen te beperken of zelfs te voorkomen is. Paddenstoelen In een door WUR uitgevoerd onderzoek ‘Input – output’ champignons is de benutting van compost door champignons bekeken. De compost wordt niet optimaal benut. Analyse van data geeft nadere inzichten voor aanpassingen en nieuwe mogelijkheden in de teelt. Glasgroenten In het onderzoek ‘Tuta absoluta’ zijn verschillende middelen getest tegen tomatenmineermot Tuta absoluta. Ook zijn natuurlijke vijanden gezocht om dit probleem te lijf te gaan. Het bleek dat Tuta absoluta door twee soorten inheemse sluipwespen werd geparasiteerd. Ook werd een roofwants op de tomatenplanten met Tuta absoluta gevonden. Hierop is de beheersstrategie voor beheersing van dit probleem aangepast met behulp van feromoonvallen en gewasbeoordelingen. Fruit Supermarktorganisaties stellen bovenwettelijke eisen aan de hoeveelheid residu van gewasbeschermingsmiddelen aanwezig op fruit. In een door het PT gefinancierd onderzoek ‘Versneld afbreken van residuen op appel en peer’ is gebleken dat minimaal dertig procent verwijdering mogelijk is door nabehandeling met zeep. Daarop heeft het PT zich ingezet om een consortium met onderzoek en bedrijfsleven tot stand te brengen voor het bouwen van een prototype.
Met inzet van PT middelen voor het verrichten van noodzakelijk fundamenteel onderzoek wordt momenteel een prototype gebouwd en getest. Vollegrond Om te voldoen aan de milieueisen ten aanzien van emissie van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen is in de vollegrondssector hard gewerkt aan teeltsystemen uit de grond. Na vele jaren experimenteren is het systeem zover dat enkele vooruitstrevende telers dit op het eigen bedrijf gaan uitrollen. Op een bedrijf is het afgelopen jaar een halve hectare op water geteeld en voor het komend jaar zijn er verdere groeiplannen. Voordelen zijn een teelt zonder uitspoeling van mineralen en een schoon product (vrijwel geen gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en geen aanklevende grond).
Opvallend is ook de enorme productiviteit: een hectare op water (in de open lucht) produceert evenveel als acht hectare grond. Bomen De iep werd eind vorige eeuw door iepenziekte en instabiliteit (omvallen) steeds minder aangeplant. Om deze inheemse boomsoort weer op de kaart te zetten, hebben boomkwekers, handelaren, gemeenten en onderzoekers de handen ineen geslagen. In totaal 29 rassen en soorten zijn getoetst op resistentie Dit leidde tot aanbevelingen voor nieuw aan te planten sortiment. Ook groei- en gebruikseigenschappen van het nieuwe iepensortiment zijn in beeld gebracht. Daarnaast heeft het project tips opgeleverd voor de wijze van vermeerdering om stabiliteitsproblemen te voorkomen. Inmiddels is de populariteit van de iep weer toegenomen.
35 © Productschap Tuinbouw
35
Internationale zaken Vanwege de sterke internationale focus van de Nederlandse tuinbouw hebben internationale ontwikkelingen een grote invloed op de tuinbouwsector. Zo min mogelijk handelsbelemmeringen en administratieve beperkingen zijn cruciaal voor de tuinbouw. De sector heeft vaak te maken met ondoorzichtige internationale wetgeving en verdragen. Het Productschap Tuinbouw volgt de internationale ontwikkelingen voor de tuinbouwsector nauwlettend en is, als lid van de Nederlandse delegatie, vertegenwoordigd in het besluitvormende circuit in Brussel. Doel is een onbelemmerde im- en export van tuinbouwproducten en het verstevigen van de mondiale concurrentiepositie. Resultaten en effecten Handelsnormen Vanwege het wegvallen van driekwart van de specifieke normen, maken Nederlandse bedrijven veelal gebruik van de handelsnormen van de United Nations Economic Commission for Europe (UNECE). Het PT heeft in 2011 deze normen laten vertalen voor het Nederlandse bedrijfsleven. CCC op Indiase tafeldruiven N.a.v. de handelscrisis, ontstaan door de ontdekking van de stof chloormequat (CCC) op Indiase druiven, heeft het PT samen met Frugi Venta de rol van informatiecentrum op zich genomen. In opdracht van het Ministerie van EL&I is een project gestart om de Indiase overheid en exportorganisaties te assisteren bij de toepassing van de Europese residueisen en zodoende de handelsbarrière te verkleinen. Meetresultaten van 2011 laten zien dat CCC weliswaar nog wel gevonden wordt, maar in de meeste gevallen in gehaltes onder de wettelijke norm. Safety certificaten Rusland Frugi Venta en het PT hebben zich in 2011 ingezet om sanctiemaatregelen tegen Nederlandse exporteurs te voorkomen. Er bleek veel onduidelijkheid bij Russische overheden te zijn over deze maatregelen. Om dit in de toekomst te voorkomen wordt samen met de Nederlandse
36
Productschap Tuinbouw ©
overheid gepleit voor eenduidige MRL’s tussen Rusland en de EU. Recast In mei is overeenstemming bereikt over de herschikking van de uitvoeringsbepalingen voor de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) voor groenten en fruit. PT heeft samen met het ministerie van EL & I input geleverd in Brussel om adequaat in te kunnen spelen op de mogelijke gevolgen voor de Nederlandse voedingstuinbouw. BTW-tarief Siergewassen Ook in 2011 werd er samen met de VBN nauwlettend op toegezien dat het lage BTW-tarief voor siergewassen in stand bleef. Middels door PT gefinancierde onderzoeken van het LEI is aangetoond dat een dergelijke verhoging desastreuze gevolgen zou hebben voor deze sector. Aanpassing Single CMO Door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moest de Integrale GMO-verordening worden aangepast. Er werd gedurende het hele jaar door het PT input geleverd aan de Nederlandse delegatie voor de besprekingen bij de Raad in Brussel. Roemeense blokkade Nederlandse sierteeltproducten Kort na het Nederlandse ‚nee‛ tegen toetreding van Roemenië tot het Schengengebied in september werden vele vrachtwagens met Nederlandse tulpen bij de Roemeense grens tegenhouden voor verscherpte controle. In samenwerking met de Nederlandse landbouwvertegenwoordiging in Roemenië en Europarlementariër Esther de Lange werd deze importstop geneutraliseerd. In samenwerking met het Ministerie van EL & I heeft het PT de volgende zaken opgepakt: Afschaffing invoerlicenties voor bananen; EU-akkoord betrekking tot van de EU richtlijn 2001/112 voor vruchtensappen; Afschaffing monitoringslicenties voor appelen.
Nieuwe ontwikkelingen EU-Groenboek Promotie In juli presenteerde de EC het Groenboek over afzetbevordering en voorlichting ten behoeve van landbouwproducten. Er bestonden al EUpromotieregelingen op de interne markt en derde landen, die o.a. door het PT werden gecofinancierd. De EC wil met dit groenboek een debat starten over de toekomst van dergelijke voorlichtings- en afzetbevorderingsregelingen die in 2012 moeten leiden tot concrete wetsvoorstellen. Hervorming GLB / Toekomst GMO In oktober presenteerde commisaris Ciolos van de EC de voorstellen voor een hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), duidelijk werd dat Ciolos rekening hield met een
eventuele verlenging van de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) voor groenten en fruit na 2013. Vrijwel maandelijks vond er overleg plaats in Brussel tussen de Nederlandse delegatie (waar het PT deel van uitmaakt) en een 7-tal collegalidstaten om een tegenwicht te vormen richting de EC voor de vaak onduidelijke Brusselse wetgeving. Deze onduidelijkheid kwam bij de Europese audits aan het licht. Dit zou in 2012 moeten leiden tot aanpassing van deze regeling. EU-Kwaliteitspakket In 2012 worden de wetgevende voorstellen verwacht van het EU-Kwaliteitspakket. Dit pakket is de eerste fase van een grondige herziening van het kwaliteitsbeleid voor landbouwproducten.
37 © Productschap Tuinbouw
37
Medebewind Het ministerie van EL&I vraagt het Productschap Tuinbouw een aantal EU-regelingen uit te voeren. Dit heet medebewind. Voor deze regelingen treedt het PT in Nederland als bevoegde instantie op. Medebewind is geen autonome activiteit. Het Rijk vergoedt de kosten voor medebewind volledig. Activiteiten Gemeenschappelijke Marktordening voor Groenten en Fruit De belangrijkste regeling waarvoor het PT als uitvoerder van Europese regelingen optreedt, is de Gemeenschappelijke Marktordening voor Groenten en Fruit (GMO). In het kader van deze regeling erkent het PT telersverenigingen voor groenten en fruit. Met een erkende status kunnen telersverenigingen EU-subsidie aanvragen. Telersverenigingen zetten zich in voor afzetbevordering en vermarkting, maar ook op het gebied van milieu, productkwaliteit, onderzoek en voorlichting. In 2011 waren achttien telersverenigingen erkend. Het PT heeft geen nieuwe telersverenigingen erkend. De bundeling van vier telersverenigingen is in 2011 voltooid, een nieuwe fusie van twee telersverenigingen is aangekondigd. Nederland heeft een organisatiegraad van ruim 90 procent. Dit percentage is het hoogste in de Europese Unie. In 2011 zijn de jaardeclaraties over 2010 afgewikkeld. In totaal is er over dat jaar voor bijna 80 miljoen euro aan GMO-subsidie uitbetaald, circa 20 procent minder dan het jaar ervoor. De afwikkeling van 2011 zal in 2012 plaatsvinden. De uitvoering van de GMO-regeling in 2011 stond in het teken van een voortgezette herbeoordeling van de erkende status van telersverenigingen en een aantal specifieke dossiers. Op basis van een juridische uitspraak en de interpretatie van de EU-erkenningsregels heeft het PT als uitvoeringsorganisatie bij alle erkende telersverenigingen gekeken of de telersvereniging wel de regie over de afzet voert. Op basis van deze herbeoordeling is de erkende status
van één telersvereniging ingetrokken en is een telersvereniging tijdelijk geschorst. De herbeoordeling van de specifieke dossiers resulteerde in het vaststellen van een lager tarief voor biologische gewasbescherming, het schrappen van de bijdrage voor het inzetten van hommels en bijen bij de vruchtzetting van tomaten en het vaststellen van een lager tarief voor het toepassen van enten bij enkele vruchtgroenten. De EU-commissie heeft in 2011 naar aanleiding van de uitgevoerde controles in 2007 22,6 miljoen Euro subsidiegeld teruggevorderd. Deze terugvordering ligt bij de overheid en niet bij de sector. Nederland is hiertegen in beroep gegaan bij het Hof in Luxemburg. Een uitspraak van het Hof neemt doorgaans geruime tijd in beslag. EHEC Naar aanleiding van de EHEC-crisis is door de overheid aan erkende telersverenigingen de mogelijkheid geboden om producten tegen een vergoeding uit de markt te nemen. Via een aanvullende maatregel door de EC is voor een aantal glasgroenten een extra vergoeding vastgesteld. Ook niet aangesloten telers bij erkende telersverenigingen konden voor deze producten gebruik maken van deze regeling. Er is in totaal voor 26 miljoen euro uitbetaald. Importcertificaten Het PT geeft importcertificaten af voor diverse producten. In de loop van het jaar is de regeling voor appelen afgeschaft en zal de regeling voor bananen eveneens met ingang van 1 januari 2012 worden afgeschaft. Importcertificaten hebben de functie om de import te reguleren door de omvang hiervan te monitoren. Schoolfruit en CO2-sectorsysteem Onder medebewind valt ook de uitvoering door het PT van CO2-sectorsysteem voor de glastuinbouw en de campagne voor schoolfruit. Voor schoolfruit krijgt de sector Europees geld (1,7 miljoen). Er is in het seizoen in ruime mate gebruik gemaakt van de regeling waarmee 1400 scholen (20%) van het totaal van schoolfruit is voorzien.
39 © Productschap Tuinbouw
39
4 Organisatie Productschap Tuinbouw Omvang Eind december 2011 telde het Productschap Tuinbouw 133,48 fte, eind december 2010 was dit 136,52 fte. Er werkten eind 2011 148 medewerkers bij het PT, 31 december 2010 waren dit er 151. Op 14 november heeft het PT-bestuur besloten om te starten met de modernisering van het PT, en is er een vacaturestop ingesteld en een plan gemaakt om effectiever en efficiënter te gaan werken. Hierdoor kan de formatie krimpen. Tevens is besloten te stoppen met tijdelijke krachten. Het PT belast medewerkers die zijn aangenomen voor de uitvoering en de duur van Organisatieschema
*Vormen samen het managementteam
40
Productschap Tuinbouw ©
projecten overigens direct door aan die projecten. Zij tellen wel mee in de aantallen medewerkers, maar komen niet ten laste van de organisatie. Om te voldoen aan de Cao-afspraken om praktijkervaring te bevorderen voor leerlingen van het (v)mbo heeft het PT bij de Units P&O, MD&I-secretariaat, Stafsecretariaat, Financiën, Planning & Control en Directiesecretariaat in totaal 6 stagiaires geplaatst. De stagiaires zijn veelal afkomstig van het ID-college in Zoetermeer en het Mondriaan- college in Den Haag. Met beide scholen bestaat een goede samenwerking.
Organisatieontwikkelingen Bundeling Medebewind Medebewind is het in opdracht van de Rijksoverheid uitvoeren van Europese regelgeving voor de betreffende sector door de productschappen. Bundeling van medebewindstaken leidt tot de meest efficiënte inzet van mensen, kennis en middelen en optimale kwaliteit. In 2011 is in opdracht van het ministerie van EL&I gestart met de werkgroep Medebewind, waaraan alle productschappen deelnemen, om de medebewindstaken van alle productschappen bijeen te brengen in één gecombineerde werkorganisatie per 16 oktober 2012.
Samenwerking schappen Om de efficiency te vergroten en kosten te besparen voegen de productschappen Akkerbouw, Diervoeder, Vee en Vlees, Vis, Pluimvee en Eieren, MVO en Tuinbouw hun frontoffices, hun medebewindsafdelingen en een deel van hun ondersteunende activiteiten samen in een centrale werkorganisatie. In diverse werkgroepen, zoals huisvesting, ICT, financiën, P&O en communicatie worden de benodigde zaken uitgewerkt om een bundeling per 1 januari 2013 mogelijk te maken. Door de bundeling zal de formatie krimpen. In 2011 is gestart met de onderhandelingen voor een Sociaal Plan van de gezamenlijke schappen voor de medewerkers die afvloeien.
41 © Productschap Tuinbouw
41
Arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden Naast marktconformiteit van beloning en secundaire arbeidsvoorwaarden hecht het PT aan het begeleiden en ontwikkelen van haar medewerkers in een prettige werkomgeving. Met goede personeelsinstrumenten en de focus op ontwikkeling blijft het PT de toekomst tegemoet treden, of die nu voor de medewerkers binnen of buiten de organisatie ligt. Verzuim Het ziekteverzuim daalde in 2011 naar 3,81 %. In 2010 was dit nog 4,03% (streven is 4%). Deze daling is vooral veroorzaakt door het actief blijven voeren van een verzuimbeleid gericht op het voorkomen van verzuim en waarin langdurig zieken sneller kunnen re-integreren. Scholing Voor opleidingen heeft het PT net als voorgaande jaren een budget beschikbaar van twee procent van de loonsom van het jaar daarvoor. In 2011 is 158.322 euro geïnvesteerd in opleidingen, in 2010 was dat 169.872 euro.
42
Productschap Tuinbouw ©
Cao De huidige Cao van de schappen loopt van 1 april 2011 tot en met 31 maart 2012. De Cao partijen hebben in een kort tijdsbestek een Cao afgesloten om de nodige rust te creëren, gezien de onzekere periode waarin de PBO zich bevindt. Daarom zijn de Inhoudelijke onderwerpen dit jaar niet besproken. Buiten de loonsverhoging per 1 april 2011 van 1,7 procent is de Cao ongewijzigd gebleven. Huisvesting Het PT pand ligt gunstig ten opzichte van openbaar vervoer en uitvalswegen en heeft uitstekende parkeervoorzieningen. Vanwege de stijging van de energiekosten is er in 2011 een belangrijke verbetering ingezet en bereikt van het energieverbruik door middel van verbeterde afstemming van het klimaatbeheersysteem. Een deel van het pand verhuurt het PT aan andere organisaties. Eind 2011 waren in het gebouw naast het PT de Onderlinge Fruittelers Hagelverzekeringsmaatschappij (OFH), Nederlandse Fruittelersorganisatie (NFO), Frug I Com, GroentenFruit Bureau, Groei en Bloei en Nederland DistributieLand (NDL) gevestigd.
Ondernemingsraad Vanzelfsprekend hebben de externe ontwikkelingen rond het Productschap Tuinbouw (PT) ook de agenda van de ondernemingsraad (OR) in 2011 sterk bepaald. Aan het begin van jaar ging het nog om de vraag of het PT zich zou aansluiten bij het samenwerkingsverband van de productschappen. Aan het einde van het jaar lag er een aangenomen motie in de Tweede Kamer om de productschappen af te schaffen. Deze ontwikkelingen hebben een grote impact op de organisatie en daarmee op de medewerkers. De OR is bij dit alles steeds nauw betrokken geweest. Gedurende het jaar is er regelmatig over deze zaken met de Bestuurder gesproken. Deze gesprekken hebben steeds in een goede, open sfeer plaats gevonden waarbij beide partijen steeds in volle openheid met elkaar van gedachten konden wisselden. Naast de overlegvergadering waarin met de Bestuurder werd gesproken was dit natuurlijk ook onderling in de OR, zowel tijdens de reguliere vergaderingen, als in vele informele gesprekken. Ook in bijeenkomsten met de OR-ren van de andere productschappen (IPOR) was dit het hoofdonderwerp dat op de agenda stond. In het laatste kwartaal kwamen, in principe tweewekelijks, de voorzitters van de productschaps OR-ren en een delegatie van de productschapsecretarissen bijeen om zonder agenda en zonder verslag van gedachten te wisselen over
de actuele stand van zaken rondom onder meer de samenwerking van de productschappen. Vlak voor de zomer kreeg de OR over het onderwerp samenwerking schappen een eerste adviesaanvraag binnen. Na een reactie van de OR is deze in een later stadium terug getrokken. Er is in dit verband wel een positief advies uitgebracht over het aantrekken van een kwartiermaker voor de unit medebewind in de nieuwe productschaporganisatie. Aan het einde van het jaar kreeg de OR een adviesaanvraag over de implementatie van het nieuwe PT. Vooral in verband met de ontstane situatie na de stemmingen in de Tweede Kamer over het voortbestaan van de PBO heeft de OR hierover in 2011 nog geen advies uit kunnen brengen. Binnen de OR waren in 2011 een tweetal commissies actief, te weten de commissie personeel en de commissie communicatie. Samenstelling OR in 2011: Paul Huisman (voorzitter) Jan Kees Boon (secretaris) Ruud Ruis Fabianne Huis in’t Veld Frederieke Vermeer Saskia Zeilstra Jochem Colee (t/m april) Monique Compier (vanaf juli) Kitty Bentvelsen (ambtelijk secretaris)
43 © Productschap Tuinbouw
43
5 Bestuur Productschap Tuinbouw Het bestuur van het Productschap Tuinbouw bestaat uit 24 zetels. Vertegenwoordigers van teelt en afzet en van handel en industrie hebben ieder acht zetels. De vakbonden hebben eveneens acht zetels. De stemverhouding in het bestuur is gebaseerd op pariteit. Dat wil zeggen
dat bij stemming over sociaaleconomische onderwerpen de stemmen van de vertegenwoordigers van werknemers (vakbonden) dubbel tellen. In 2011 vergaderde het bestuur zeven keer.
Samenstelling bestuur Productschap Tuinbouw 31 december 2011 Voorzitter A.M.A. van Ardenne – van der Hoeven Vice-voorzitters J.G. van Haarlem (plv..A.Bruggeman) Organisaties
Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO Nederland) J.M.A. Aerts **(plv. L.A.C. van der Maden) ir. D. Hylkema* (plv. N.A. van Ruiten) ir. J.P.A. Roefs (plv. J. van Hees) J.W.J. van Leeuwen (plv.mw. H. Crooijmans)
Vereniging van Bloemenveilingen in Nederland (VBN) B.C. Oosterom (plv. mw. M.P.E. Ammerlaan)
Dutch Produce Association (DPA) Th. Tijssen (plv. drs. J. van Es)
Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) / LTO Nederland ir. J.J.J. Langeslag (plv. dr. J. van Aartrijk)
Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO) / LTO Nederland J.G. van Haarlem* (plv. ir. S. Koning)
Plantum NL J. den Dekker (plv. N.A.M. Jongerius)
Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijproducten (VGB) ir. H. de Boon* (plv. R. Roodenburg)
Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH) / Vereniging Bloemist Winkeliers (VBW) M.C. Maasse (plv. mw. M. Bleeker (CVAH)
44
Productschap Tuinbouw ©
Frugi Venta Groenten en Fruit Handelsplatform Nederland W. Baljeu* (plv. R.P. de Greef)
Anthos Koninklijke Handelsbond voor Boomkwekerij- en Bolproducten mr. H. Westerhof **
FNV Bondgenoten G.P.M.J. Roest* (plv. mw. M.C. Bense) Vacature Vacature Vacature
De Unie E. Staal ** Ministeriële vertegenwoordigers
Vereniging van de Nederlandse Groenten- en Fruitverwerkende Industrie (VIGEF) M.F. van Ginkel (P. Rijnhout)
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (voorheen vertegenwoordigers van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) ir. A.J. Nieuwenhuijse Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mr. A. Velgersdijk
Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) ir. M.J.B. Jansen (plv. P.J.D. van der Woude)
Het voormalig Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport meldden geen vertegenwoordiger aan in 2010. Waarnemer namens de SER mr. R.C. Gilhuijs
Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG) A. Gijsberts (plv. E.T.C. van den Berghen)
* Tevens lid Dagelijks Bestuur ** Tevens plaatsvervangend lid Dagelijks Bestuur
CNV Vakmensen A. Bruggeman* (plv. mw. J. Kraan) J. Bosma (plv. R.J. Gijsen)
CNV Dienstenbond G.B. Rijzinga (plv. R.P. Troost)
45 © Productschap Tuinbouw
45
6 Code Goed Bestuur De Code Goed Bestuur is door de product- en bedrijfschappen in 2007 op vrijwillige basis ingevoerd. In 2009 is deze code verankerd in een AMvB. De Toezichtkamer van de SER ziet toe op het functioneren van de schappen. In het Toezichtverslag 2010, dat in het voorjaar van 2011 naar buiten is gebracht, stelt de Toezichtkamer dat de schappen voldoen aan de gestelde procedurele vereisten ten aan zien van het voorkomen van (de schijn van) belangenverstrengeling. Wel wijst de Toezichtkamer er op dat de schappen oog moeten blijven houden voor het gedrag van hun medewerkers en hun commissie- en bestuursleden ten aanzien van integriteit in het algemeen en het voorkomen van belangenverstrengeling in het bijzonder. De Toezichtkamer rondde in 2011 twee themaonderzoeken af. Een themaonderzoek over de invloed van de bedrijfsgenoten op het besluitvormingsproces en een onderzoek over personele unies bij de bedrijfslichamen. De bevindingen van de SER komen bij de betreffende onderdelen aan de orde. Dit jaarverslag rapporteert over de volgende onderwerpen uit de code: vergoedingen bestuurders personele unies beleidscyclus activiteiten administratieve lasten stelsel van intern toezicht subsidies en relaties met andere organisaties
Vergoedingen bestuurders Vergoeding voorzitter De voorzitter vervult haar functie in vier dagen per week. Vastgesteld is dat, uitgaand van het parttime (0,8 fte) werkverband, de vergoeding van de voorzitter opgebouwd uit salaris, vakantiegeld en eindejaarsuitkering, verhoogd met het werkgeversdeel ZVW en pensioen en bijtelling dienstauto, binnen de grenzen van de Wet Openbaarmaking uit Publieken middelen (WOPT) blijft. Melding in het kader van de WOPT blijft derhalve achterwege.
46
Productschap Tuinbouw ©
Vergoeding overige bestuurders De overige bestuurders van het (dagelijks) bestuur, de sectorcommissies en de SociaalEconomische Commissie ontvingen voor een bijgewoonde vergadering 290 euro en een onkosten- en reiskostenvergoeding van 16 euro per bijgewoonde vergadering en 28 cent per kilometer bij vervoer per auto. Deze vergoedingen zijn vastgelegd in de PT-verordening vacatiegeld en reis- en verblijfkosten 2009. De verordeningen staan op de website van het PT. Personele unies De functies, de relevante nevenfuncties en de datum van de eerste benoeming van alle bestuurders maakt het PT openbaar op zijn website. De secretaris van het PT legt de bestuursleden jaarlijks de vraag voor of er wijzigingen in de relevante nevenfuncties hebben plaatsgevonden. Daarnaast zijn alle bestuurders verplicht om jaarlijks bij de Kamer van Koophandel (KvK) een opgave te vragen van alle op hun naam bij de KvK ingeschreven bestuursfuncties en deze bij het PT in te dienen. De secretaris ziet hierop toe. De eventuele wijzigingen worden op de website aangebracht. In het themaonderzoek dat de Toezichtkamer naar ‚Personele unies‛ heeft gehouden, wordt geconcludeerd dat het PT zorg draagt voor transparante en publieke verantwoording over de nevenfuncties van zijn bestuurders. Beleidscyclus Ondernemers kunnen in de verschillende fasen van de beleidscyclus meedenken en meebeslissen. Dit is vastgelegd in een communicatieplan. De vergaderingen van het bestuur, sectorcommissies en de Sociaaleconomische Commissie zijn openbaar. Ruim van te voren staan de agenda’s, voorstellen van projecten, jaarplannen en begrotingen op de website. Specifieke, belangrijke onderwerpen toetst het PT vooraf in ondernemersbijeenkomsten. Voordat projecten en onderzoekswensen voor besluitvorming in de sectorcommissies komen, legt het PT ze voor aan groepen van belanghebbende ondernemers. De Programma Advies Commissies en de Stuurgroepen Marktonderzoek adviseren de sectorcommissies over onderzoeks- en marktinformatieprojecten.
In het themaonderzoek ‚Invloed bedrijfsgenoten op het besluitvormingsproces‛ concludeert de Toezichtkamer onder meer over het PT dat de realisatie en de werking van het communicatieplan in overeenstemming zijn met de daarin geformuleerde doelstelling. Op grond van de werking van het communicatieplan in de dagelijkse praktij kan derhalve worden geconcludeerd dat het Productschap Tuinbouw actief invulling geeft aan het doorlopen van de PDCAcyclus. Activiteiten Als het bestuur besluit een substantiële nieuwe activiteit uit te voeren of een bestaande activiteit ingrijpend aan te passen, moet het beargumenteren waarom. Het productschap onderbouwt zijn keuze in dergelijke situaties op basis van een raadgevend of correctief referendum. Per referendum wordt vooraf het vereiste, minimale percentage draagvlak vastgesteld. Het PT heeft in 2011 eenmaal gebruik gemaakt van dit instrument. Auberginetelers is gevraagd of zij bereid waren een hogere heffing te betalen (800 euro per ha) t.b.v. promotie van de aubergine gedurende vijf jaar. De telers gingen akkoord met de verhoging. De promotiecampagne wordt in 2014 getoetst op draagvlak. Administratieve lasten De administratieve lasten van het PT voor de ondernemers zijn relatief gering. Het gaat vrijwel uitsluitend om het invullen van de jaarlijkse heffingaangifte. In 2011 zijn de administratieve lasten toegenomen als gevolg van een gerechtelijke uitspraak waardoor het PT de bestaande verordening voor de bloemkwekerij moest opsplitsen in een deel voor de teelt en een deel voor de handel. De bloemenhandel moest nu apart aangifte doen wat een verzwaring van de administratieve lasten voor die groep betekende. Door de overgang van een omzetheffing naar een areaalheffing voor de bloementeelt, de vereenvoudiging van het heffingsysteem voor de hoveniers en de vrijstelling voor de kleine heffingbetalers zijn de administratieve lasten in 2011 gedaald. Stelsel van intern toezicht Het PT heeft een procesbeschrijving opgesteld om de naleving van alle onderdelen van de
Code Goed Bestuur te bewaken. Het hoofd van de staf is in zijn hoedanigheid van compliance officer verantwoordelijk voor het toezicht hierop. De interne accountant van het productschap fungeert als auditor en brengt jaarlijks verslag uit aan het dagelijks bestuur van het PT over de uitvoering en naleving van de code. Het bestuur bespreekt het verslag van de interne accountant. Vervolgens wordt het verslag op de website geplaatst en daarmee is het openbaar Subsidies en relaties met andere organisaties Het Productschap Tuinbouw heeft in 2011 aan tal van organisaties subsidie verleend. Het PT voert niet alle activiteiten zelf uit. Een groot deel, in 2011 78 procent, werd uitbesteed. Uitbesteding kan plaatsvinden aan dragende organisaties of aan derden. Onder dragende organisaties verstaan we alle organisaties die benoemingsrecht hebben in bestuur, sectorcommissies en Sociaal-Economische Commissie van het PT, inclusief daaraan gelieerde uitvoeringsorganisaties. De dragende organisaties ontvingen in 2011 5,8 miljoen euro. Zij treden in veel gevallen op als intermediair. Overige organisaties kregen in 2011 54,5 miljoen euro subsidie. In de jaarrekening 2011 van het PT staat een overzicht van alle financiële relaties. De jaarrekening 2011 is vanaf april 2012 te vinden op de website van het PT. Een aantal bestuurs- en commissieleden van het PT is bestuurlijk betrokken bij organisaties die een financiële relatie met het productschap hebben. In de jaarrekening 2011 is een overzicht opgenomen waarin de bestuurlijke dwarsverbanden van de bestuurders van het PT op een overzichtelijke wijze worden aangegeven. Dit overzicht staat ook op de website. Tijdens vergaderingen van het productschap hebben bestuurders geen spreek- en stemrecht als onderwerpen op de agenda raken aan hun persoonlijke of bestuurlijke belangen. Het bestuur van het PT houdt toezicht op de promotie-instellingen waaraan het PT exploitatiesubsidies verleent. Hiervoor heeft het bestuur een Toezichtarrangement vastgesteld.
47 © Productschap Tuinbouw
47
7 Bezwaar en beroep Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen besluiten van het PT. Het productschap houdt zich hierbij aan de bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als een bezwaar aan alle eisen van de Awb voldoet, vraagt het PT degene die bezwaar maakt zijn standpunt mondeling toe te lichten. Dat kan tijdens een hoorzitting. Als het PT het bezwaar ongegrond verklaart, kan de bezwaarmaker beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Aantal bezwaren In 2011 ontving het PT 164 bezwaarschriften (2010: 188) . Deze bezwaarschriften kwamen bij de nog 23 lopende bezwaren uit 2010. Het PT handelde in 2011 133 bezwaren af. Van de 54 nog openstaande bezwaren op 31 december 2011 wacht het PT in 20 gevallen nog op aanvullende informatie. De bezwaren gaan hoofdzakelijk over het aan het PT te betalen bedrag van de heffing. Het PT handelt alle bezwaren af binnen de hiervoor gestelde wettelijke termijn van twaalf weken. Indien deze termijn niet wordt gehaald, komt dit doordat het PT nog wacht op aanvullende informatie van de betreffende bezwaarmaker. Bij eenvoudige bezwaren geeft het PT telefonisch uitleg. Daarmee krijgen bezwaarmakers antwoord op de vraag die zij in het bezwaarschrift stelden. Bezwaarmakers stellen deze persoonlijke benadering op prijs. Zo’n 20 procent van de bezwaren kon het PT op die manier afwikkelen. Beroepszaken bij het CBb In 2011 zijn 30 beroepszaken bij het CBb aanhangig gemaakt (in 2010 waren dit er 132). Deze beroepszaken kwamen bij de nog 114 lopende beroepszaken uit 2010. Het CBb handelde 58 beroepszaken af (in 2010 waren dit er 53). Per 31 december 2011 had het PT nog 86 beroepszaken bij het CBb lopen (in 2010 waren dit er 168). De afhandelingtermijn van een beroepsprocedure is circa 1 jaar. Dit is gelijk gebleven. Er lopen thans minder beroepen dan in het vorige jaar. Klachten In 2011 ontving het Meldpunt Klachten van het Productschap Tuinbouw 14 Klachten. Hierbij
ging het vooral om vragen over het verplicht heffing betalen aan het Productschap en over de besteding van de heffingsopbrengsten. In 2009 en 2010 ontving het Meldpunt Klachten van het Productschap Tuinbouw respectievelijk 23 en 38 klachten. Ook hierbij ging het vooral om vragen over het verplicht heffing betalen aan het PT en over de besteding van de heffingopbrengsten. Doelstelling van het Productschap is het aantal klachten tot een minimum te beperken en de klachten zo snel mogelijk af te handelen. Uitleg aan de ondernemers resulteert over het algemeen in meer duidelijkheid en meer begrip. Tot op heden heeft niemand in de afhandeling van de klachten aanleiding gevonden om de ombudsman in te schakelen. Tuchtrechtspraak De productschappen kunnen de handhaving van de eigen regelgeving zelf organiseren, onder meer door tuchtrechtspraak. Het PT heeft tien verordeningen waarop tuchtrechtspraak van toepassing is, zoals bijvoorbeeld de bestrijding van knolcyperus en de registratie van gewasbeschermingsmiddelen. Als het tuchtgerecht de betreffende ondernemer schuldig acht aan een overtreding op grond van een van de verordeningen dan wordt hij veroordeeld door het tuchtgerecht. De straf kan variëren van een berisping, publicatie van de uitspraak op kosten van de veroordeelde of een geldboete van ten hoogste 7.600 euro. Als de overtreder door de overtreding een financieel voordeel van 1.900 euro of meer heeft verkregen, kan het tuchtgerecht een geldboete opleggen van ten hoogste 19.000 euro. De voorzitter van het PT heeft de tuchtrechtelijke handhaving in handen van het tuchtgerecht akkerbouwproductschappen gelegd. In 2011 hebben de toezichthouders twee zaken aangedragen die voor tuchtrechtelijke handhaving in aanmerking kwamen. Dit tweetal ondernemers is beboet wegens het niet naleven van de verplichtingen op grond van de Verordening PT registratie gewasbeschermingsmiddelen in de bloembollensector. De boetes bedroegen respectievelijk 700 euro en 4.500 euro.
49 © Productschap Tuinbouw
49
8 Communicatie De externe communicatie van het PT richt zich op de aangesloten bedrijven bij het PT (heffingbetalers en aangeslotenen die geen heffing betalen), relevante vertegenwoordigers uit overheid en politiek, pers en dragende organisaties. Communicatiedoelen van het PT in 2011 waren: PT-aangeslotenen zijn op de hoogte van de positie, toegevoegde waarde en (resultaten van) activiteiten van het PT; PT-aangeslotenen hebben transparant inzicht in agenda’s en stukken van openbare vergaderingen en worden actief geïnformeerd over besluitvorming in openbare vergaderingen; relevante vertegenwoordigers vanuit overheid en politiek zijn op de hoogte van toegevoegde waarde en strategische uitgangspunten van het PT. In 2010 ontwikkelde het PT de Toekomstagenda 2010– 2015. Deze was basis voor de communicatie van het PT in 2010, in aanloop naar de geplande draagvlaktoets in 2011. Naar aanleiding van een aangenomen motie in de Tweede Kamer besloot minister Kamp in het voorjaar 2011 een taakanalyse van de product- en bedrijfschappen uit te voeren. De draagvlaktoets kwam daarmee te vervallen. PT- bestuur besloot de mening van de ondernemers over het schap te vragen in de vorm van een ondernemerspeiling. Kennis vergroten bij heffingbetalers In aanloop naar de ondernemerspeiling stond het informeren van PT-aangeslotenen (zowel georganiseerden als ongeorganiseerden) over de positie, toegevoegde waarde en (resultaten van) activiteiten van het PT centraal. Doel hiervan was dat zij in de ondernemerspeiling een afgewogen oordeel uit konden spreken over het bestaansrecht van het Productschap Tuinbouw. Uit de peiling bleek onder meer dat de ondernemers met name negatief oordeelden over de inspraak en besluitvorming bij het PT. In het najaar is naar aanleiding van de uitkomst van de ondernemerspeiling en de politieke ontwikkelingen een moderniseringsproces ingezet
50
Productschap Tuinbouw ©
voor het PT. Doelgroepen zijn hierover geïnformeerd. Dit gebeurde via: samenwerking in communicatie met branche- en promotieorganisaties; gerichte communicatie via vakpers; persoonlijke communicatie (via lezingen tijdens bijeenkomsten en bedrijfsbezoeken door PTvertegenwoordigers); gerichte ondersteunende communicatie (nieuwsbrieven, leaflets, folders, internetsites, social media). Pers De activiteiten en besluiten van het productschap maakt het PT via persberichten en interviews in de media bekend aan de doelgroepen. In 2011 verstuurde het PT 111 persberichten. Bovendien zijn ongeveer 120 artikelen geschreven voor diverse vakbladen. Persoonlijke communicatie Persoonlijke communicatie is een speerpunt in de strategie van het PT. Daarom is in de loop van 2011 een cursus georganiseerd om medewerkers te trainen in het geven van presentaties. Uiteindelijk gaven PT-medewerkers in 2011 zo’n 230 presentaties voor kleinere en grotere groepen heffingbetalers, vaak in samenwerking met dragende organisaties. Communicatie rond besluitvorming Doel van communicatie rond besluitvorming is dat PT-aangeslotenen inzicht hebben in agenda’s en stukken van openbare vergaderingen en actief geïnformeerd worden over besluitvorming in openbare vergaderingen. Op de PT-website zijn alle agenda’s en verslagen van de openbare vergaderingen te vinden. Bovendien attendeerde het PT voorafgaand aan openbare vergaderingen ondernemers op relevante voorstellen. Na elke vergadering van een sectorcommissie of van het bestuur verstuurde het PT een digitale nieuwsbrief met daarin de genomen besluiten naar de betrokkenen binnen de achterban. In 2011 zijn in dit kader 19 digitale nieuwsbrieven verstuurd. Daarnaast informeert het PT tijdens en na elke vergadering de (vak)pers.
Nieuwsbrieven Ook over specifieke onderwerpen, zoals marktinformatie en voedselveiligheid stuurt het PT digitale nieuwsbrieven naar heffingbetalers en belangstellenden. In 2011 heeft het PT 178 digitale mailings over specifieke onderwerpen verstuurd. Website Naast agenda’s en verslagen van openbare vergaderingen staat op de PT-website informatie over alle projecten en activiteiten die het PT voor de sector coördineert of financiert. In 2011 wisten zo’n 135.000 bezoekers de PT-website te vinden. Dat is meer dan in 2010, toen er 105.000 verschillende bezoekers kwamen. De bezoekers bezochten de site minder vaak dan in 2010 (317.000 bezoeken ten opzichte van 320.000 in 2010) maar bekeken meer pagina’s (889.000 ten opzichte van 883.000 in 2010).
Helpdesk In 2011 beantwoordde het PT vele vragen van ondernemers en vragen over onder andere import- en exportregelingen, voedselveiligheid, kwaliteits- en residunormen en marktinformatie. Ook verstrekte het productschap adviezen aan andere instanties, zoals keurings- en controlediensten. Daarnaast zijn 14 klachten afgehandeld. Social Media Social media spelen een steeds belangrijker rol in het contact met doelgroepen. In 2011 is een analyse gedaan van relevante social media voor het PT en is gestart met Twitter, LinkedIn en het volgen van een aantal relevante sites en blogs. Met name op Twitter heeft het PT een forse groep volgers (stand eind 2011: 1.000). Twitter speelt een belangrijke rol in monitoring van relevante issues.
51 © Productschap Tuinbouw
51
9 Sectorcommissies 2011 Het bestuur van het PT delegeert de beoordeling van de financiering van taken en activiteiten aan zogenoemde sectorcommissies. Er zijn commissies voor de sectoren bloemkwekerij,
bloembollen, groenten & fruit, boomkwekerij en hoveniers. Daarnaast is er een sectorcommissie specifiek voor energiezaken ingesteld en beschikt het PT over een Sociaal-Economische Commissie.
Bloembollen Samenstelling Sectorcommissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bolgewassen in 2011 KAVB / LTO Nederland dr. J. van Aartrijk J.H.M. Hermans ir. J.J.J. Langeslag J. van der Slot J.H.M. Wessels Anthos E.P.A. Bot J. Uittenbogaard mr. H. Westerhof E.T. van Zanten Bond van Bloembollen BemiddelingsBureaus B4 H. Hoogervorst
Bond van Detail-Bloembollenhandelaren H.J.L. van der Veldt Plantum NL / KAVB ir. A. Vletter CNV Vakmensen J. Bosma CNV Dienstenbond R.P. Troost FNV Bondgenoten R.G. Boon A.P.C. Marijt twee vacatures
Overzicht financieringsfondsen bloembollen
(in 1.000 euro) 2011
2010
10.765
9.917
- Promotie en marketing
5.903
5.446
- Technisch onderzoek
2.422
2.600
155
256
1052
1.241
639
660
1009
1.227
11.180
11.430
1.254
-
13.333
15.002
Totaal inkomsten Uitgaven
- Arbeid - Kwaliteitsaangelegenheden - Milieuzaken - Overige bijdragen Totaal uitgaven Toerekening aan Algemene Reserve Reserve einde boekjaar
53 © Productschap Tuinbouw
53
Bloemen en potplanten Samenstelling Sectorcommissie voor bloemkwekerijproducten in 2011 LTO Nederland mevrouw G.W.E. Boeije N.A. van Ruiten J.E. Steenks LTO Nederland / VBN mevrouw M. Ammerlaan VBN B.C. Oosterom Plantum NL mevrouw A.L. Poot vacature VGB ir. H. de Boon R. Roodenburg
CBL ir. M.J.B. Jansen VBW M.C. Maasse Tuinbranche Nederland / CVAH E.J. Metz CNV Vakmensen J. Bosma CNV Dienstenbond R.P. Troost FNV Bondgenoten mevrouw M.W. Destellirer A. Witkowski twee vacatures
Overzicht financieringsfondsen bloemen en potplanten
Totaal inkomsten
(in 1.000 euro) 2011
2010
31.353
25.752
21.804
22.001
5.891
5.476
588
717
1.658
1.606
622
689
2.356
1.712
32.919
32.201
2004
-
24.881
28.451
Uitgaven - Promotie en marketing - Technisch onderzoek - Arbeid - Kwaliteitsaangelegenheden - Milieuzaken - Overige bijdragen Totaal uitgaven Toerekening aan Algemene Reserve Reserve einde boekjaar
54
Productschap Tuinbouw ©
Bomen en vaste planten Samenstelling Sectorcommissie voor boomkwekerijproducten in 2011 LTO Nederland A.J.M. van Berkel B. Knol M.G.J.A.M. Meijs H. Raaijmakers P. Bontekoe G. Huibers J.G.T.M. Veltmans Tuinbranche Nederland mevrouw B. Horstra
Anthos L. de Kooter L.A.L. Faassen Anthos / VGB M. Mesken CNV Vakmensen J. Bosma CNV Dienstenbond J. Kap FNV Bondgenoten S. Binda drie vacatures
Overzicht financieringsfonds boomkwekerijproducten
Totaal inkomsten
(in 1.000 euro) 2011
2010
4.723
4.618
- Promotie en marketing
2.140
2.243
- Technisch onderzoek
1.727
1.679
- Arbeid
186
161
- Kwaliteitsaangelegenheden
459
487
- Milieuzaken
380
354
- Overige bijdragen
210
121
5.102
5.045
805
-
4.830
6.014
Uitgaven
Totaal uitgaven Toerekening aan Algemene Reserve Reserve einde boekjaar
55 © Productschap Tuinbouw
55
Groenten en fruit Samenstelling Sectorcommissie voor groenten en fruit in 2011 LTO Nederland J.M.A. Aerts N.J. Hooijmans L.J.W. van der Lans J.P.A. Roefs LTO Nederland / NFO J.G. van Haarlem Plantum NL J. den Dekker DPA drs. J. van Es VIGEF M.F. van Ginkel
Frugi Venta W. Baljeu drs. L.A.M. Welschen AGF Detailhandel Nederland D.N. Meulblok CBL P.J.D. van der Woude CNV Dienstenbond J. Kap CNV Vakmensen R.J. Gijsen FNV Bondgenoten R.G. Boon zeven vacatures CNV Vakmensen / FNV Bondgenoten J. Bosma
Overzicht financieringsfondsen groenten en fruit (in 1.000 euro) 2011
2010
12.827
10.902
- Promotie en marketing
6.583
5.186
- Technisch onderzoek
5.384
6.083
609
557
- Kwaliteitsaangelegenheden
1.553
1.778
- Milieuzaken
1.217
1.255
999
1.242
16.345
16.101
2.888
-
14.390
20.796
Totaal inkomsten Uitgaven
- Arbeid
- Overige bijdragen Totaal uitgaven Toerekening aan Algemene Reserve Reserve einde boekjaar
56
Productschap Tuinbouw ©
Hoveniers Samenstelling Sectorcommissie voor hovenierswerkzaamheden in 2011 VHG W.A. van Ginkel A.H. Hoek J.H.M. de Jong (ongeorganiseerd) ir. J.B.G. Poodt M. van der Spek
CNV Vakmensen J.S. Vos FNV Bondgenoten mevrouw M. Daamen CNV Vakmensen / FNV Bondgenoten Vacature
Overzicht financieringsfonds hoveniers (in 1.000 euro) 2011
2010
1.064
1.198
568
638
9
2
- Arbeid
189
181
- Kwaliteitsaangelegenheden
197
282
- Milieuzaken
34
35
- Overige bijdragen
36
26
1.033
1.164
Toerekening aan Algemene Reserve
305
-
Reserve einde boekjaar
504
779
Totaal inkomsten Uitgaven - Promotie en marketing - Technisch onderzoek
Totaal uitgaven
57 © Productschap Tuinbouw
57
Energie Samenstelling Sectorcommissie voor energie in 2011 LTO Nederland J.M.A. Aerts J.H. Ekelmans N.A. van Ruiten J. Steenbrink P.L.E.M. Wijnen
CNV Vakmensen A. Bruggeman FNV Bondgenoten vacature Adviserend lid R. Klaassens (NAJK)
Overzicht financieringsfonds energie (in 1.000 euro)
Totaal inkomsten
2011
2010
716
3.042
3.126
5.015
17
10
3.143
5.025
-
43
679
-
6.589
9.695
Uitgaven - Promotie en marketing - Technisch onderzoek - Arbeid - Kwaliteitsaangelegenheden - Milieuzaken - Overige bijdragen Totaal uitgaven Garantiestelling aardwarmte - Koekoekspolder Toerekening aan Algemene Reserve Reserve einde boekjaar
58
Productschap Tuinbouw ©
Sociaal-Economische Commissie Samenstelling Sociaal-Economische Commissie in 2011 LTO Nederland/KAVB ing. J.H. de Boer LTO Nederland mevrouw I. Lensink N.A. van Ruiten J.E. Steenks Plantum NL mevrouw J. Wilmer-Arkesteijn NBvB/Anthos J.W.J. van Leeuwen Frugi Venta / VGB drs. L.A.M. Welschen VHG J. Batenburg CNV Vakmensen J. Bosma A. Bruggeman CNV Dienstenbond R.P. Troost FNV Bondgenoten mevrouw M. Bense twee vacatures De Unie E. Staal
59 © Productschap Tuinbouw
59
10 Heffingen Het PT legt op basis van PT-verordeningen heffing op. Elke onderneming in de tuinbouw- en groensector is verplicht deze heffing te betalen. De systematiek van heffen verschilt per sector en is opgezet in nauw overleg met de betrokken sector. Het PT controleert de aangiftes op basis van een per sector uitgevoerde risicoanalyse. Lastenverlichting en vereenvoudiging De afgelopen twee jaren stonden in het teken van het vereenvoudigen en transparant maken van de heffingsystemen. Zo zijn voor de voedingstuinbouw en bloembollen areaalheffingen ingevoerd en is het PT voornemens om de areaalheffing ook voor de sectoren bloemen en bomen in te voeren. Uitgangspunt is dat er geen nota’s moeten worden opgelegd die meer kosten dan ze opleveren. Daarmee heft het PT tegen zo weinig mogelijke kosten en wordt in de toekomst een relatief grote groep ondernemers vrijgesteld van het doen van aangiften. Dit betekent voor ondernemers een aanzienlijke lastenverlichting. Hiermee gaan de kosten voor het PT omlaag. Voorts is besloten om voor 2012 een heffingsverlaging door te voeren van circa dertig procent voor alle sectoren. De definitieve vaststelling van de tarieven vindt begin 2012 plaats. De heffingsopbrengsten en de perceptiekosten zijn per sector verantwoord in het financiële jaarverslag. Daarnaast is energie gestoken in stimuleren van de digitale aangifte. Het percentage digitale aangiften in 2011 ligt rond 80 procent. Groenten en fruit De verordeningen 2009 en 2010 zijn voor de teelt gebaseerd op arealen, voor de handel en industrie is de heffing gebaseerd op de aankopen respectievelijk de omzet. In 2011 zijn na een lange vertraging de verordeningen van 2009 tot en met 2011 goedgekeurd en gepubliceerd. In 2009 is namelijk de heffingssystematiek sterk gewijzigd en de notificatieprocedure heeft in Brussel veel tijd in beslag genomen. Eind 2011 zijn de heffingsnota’s over het jaar 2009 en de aangiften over 2010 verstuurd. Om enige spreiding te verkrijgen worden de nota’s over het jaar 2010 begin 2012 verstuurd en die over het jaar 2011 nog later in 2012.
60
Productschap Tuinbouw ©
Bloemisterij De heffingsverordeningen voor de bloemisterij (aanbod en handel) 2010 betreffen eveneens een wijziging in de heffingssystematiek, waarvoor door middel van de notificatieprocedure goedkeuring van Brussel vereist was. Deze procedure kostte veel tijd, maar in december 2011 zijn de verordeningen goedgekeurd en gepubliceerd. Nog in dezelfde maand zijn de ondernemers in de bloemensector verzocht digitaal aangifte te doen over het jaar 2010. In de bloemensector spelen de veilingen een belangrijke rol bij het incasseren van de heffing. De veilingen brengen namelijk een voorschot op de heffing in rekening bij de aanvoerders en de kopers. De ondernemers krijgen hiervoor een veilingkorting van 5% op de PT-heffing. Zij ontvangen van het PT een eindnota nadat zij aangifte hebben gedaan. De veilingen krijgen van het PT een incassovergoeding. Bollen In het afgelopen jaar is de bestaande omzetheffing bij de teelt vervangen door een areaalheffing. De bollenhandel heeft bij monde van brancheorganisatie Anthos aangegeven niet meer te willen bijdragen aan het PT via heffingen. Bij de incasso van de omzetheffing speelden de in- en verkoopbureaus een centrale rol. De rol van de in- en verkoopbureaus is met ingang van 1 juni 2011 vanwege de nieuwe situatie beëindigd. Bomen Met ingang van omzetjaar 2011 wordt een heffing lager dan 125 euro niet opgelegd. Het verzoeken om aangifte te doen alsmede het opleggen van heffingen is in het afgelopen jaar over omzetjaar 2010 op de gebruikelijke wijze uitgevoerd. Hoveniers Bij de hoveniers is voor omzetjaar 2011 de grens voor vrijstelling van heffing gelegd bij een belastbare jaaromzet van € 32.500. Daarmee worden in 2012 circa 1.400 bedrijven (20 procent) vrijgesteld van heffing. In 2011 zijn voor deze sector zijn de heffingen over 2010 op de gebruikelijke wijze opgelegd.
11 Verordeningen Overzicht verordeningen Alle verordeningen in dit overzicht zijn in 2011 vastgesteld en geldig gedurende het kalenderjaar (1 januari 2012 tot en met 31 december 2012). Uitzondering hierop zijn de verordeningen in de bloembollensector. Deze laatste zijn geldig in het oogstjaar 2011. Dit oogstjaar loopt van 1 juni 2011 tot en met 31 mei 2012. De volgende verordeningen heeft het PT in 2011 vastgesteld: Bloembollensector 1. Besluit PT heffing bestrijding Ditylenchus dipsaci oogstjaar 2010 2. Verordening PT areaalheffing bloembollen oogstjaar 2011 3. Verordening PT heffing export bloembollen naar Japan oogstjaar 2011 4. Verordening PT heffing bestrijding Ditylenchus dipsaci oogstjaar 2011 Het Besluit onder nummer 1 is vastgesteld op 29 maart 2011. De verordeningen onder 2, 3 en 4 zijn vastgesteld op 19 mei 2011. Groenten- en fruitsector 1. Verordening PT retributie export groenten en fruit Japan 2012 2. Verordening PT algemene heffing groenten en fruit 2012 3. Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2012 4. Verordening PT bijzondere heffing handel groenten en fruit 2012 5. Verordening PT bijzondere heffing verduurzaamde groenten en fruit 2012 De verordeningen onder de nummers 1 t/m 5 zijn vastgesteld in de bestuursvergadering van 14 november 2011. Hovenierssector Verordening PT heffing hoveniersbedrijven 2012 De verordening is vastgesteld op 19 september 2011.
Boomkwekerijsector Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2012 De verordening is vastgesteld op 14 november 2011. Bloemkwekerijsector 1. Verordening PT vakheffing aanbod bloemkwekerijproducten 2012 2. Verordening PT heffing handel bloemkwekerijproducten 2012 3. Verordening PT retributie export bloemkwekerijproducten 2012 De verordeningen onder de nummers 1 t/m 3 zijn vastgesteld op 14 november 2011. Autonome verordeningen De wettelijke basis van onderstaande autonome verordeningen is artikel 93 van de Wet op de bedrijfsorganisatie. Hierbij gaat het om beleidsonderwerpen waarvan het bestuur van het PT het noodzakelijk vindt om toezicht te houden op de naleving van de verordeningen en eventuele overtredingen tuchtrechtelijk te handhaven. De duur van deze verordeningen en het toezicht hierop is voor onbepaalde tijd. Hieronder worden de autonome verordeningen opgesomd die in het jaar 2011 rechtsgeldig waren. Verordening PT Plantgezondheidsfonds Het Plantgezondheidsfonds dient ertoe financiële middelen voorhanden te hebben voor die gevallen dat een sectorgenoot uit de boomkwekerij schade lijdt door inkomstenderving als gevolg van een uitbraak van een Q-organisme. De toepasselijke voorwaarden zullen nog door het bestuur van het productschap moeten worden vastgesteld. De implementatie van het systeem is thans evenwel nog onderwerp van een sectorbrede discussie. Vandaar dat vooralsnog ook geen sprake is van een heffing.
61 © Productschap Tuinbouw
61
Verordening PT CO2 -sectorsysteem glastuinbouw 2011 In deze medebewindverordening worden voorschriften gegeven voor de uitvoering en toepassing van kostenverevening in de glastuinbouwsector. Uitgangspunt van het instrument kostenverevening is dat de glastuinbouwsector een collectieve verantwoordelijkheid heeft voor de emissie van CO² en de reductie van deze emissie. Als de totale CO² -emissie hoger is dan de vastgestelde emissieruimte, moeten de bedrijven betalen voor deze overschrijding. Verordening PT AM Vrije Teelt Deze verordening is in 2010 ingesteld op verzoek van de telers en handelaren in de sector boomkwekerijproducten. Doel is een sterke exportpositie te behouden, waarbij gegarandeerd kan worden dat boomkwekerijproducten – ook na de verandering in de Europese regelgeving per 1 juli 2010 – afkomstig zijn van percelen die vrij zijn van aardappelmoeheid (aardappelcysteaaltje).
Verordening PT registratie gewasbeschermingsmiddelen onbedekte teelt bloembollen 2009 Deze verordening dient een tweeledig doel: maatschappelijke verantwoording van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de sector en informatie voor de afzet verschaffen. Verordening PT reiniging verpakkingen gewasbeschermingsmiddelen 2009 Doel van de regeling is voorkomen dat restanten gewasbeschermingsmiddelen van ‚lege‛ verpakkingen in het milieu terecht komen. Er is een reinigingsplicht van deze verpakkingen en tevens is er de plicht om verpakkingen met restanten te verwijderen van het bedrijf.
Verordening PT bestrijding aardappelmoeheid 2009 Doel van de regeling is de ziekte aardappelmoeheid te beheersen. De verordening geeft regels voor het aantal keren dat op eenzelfde perceel aardappels geteeld mogen worden.
Verordening PT uitlekgewichten verduurzaamde champignons en zuurkool 2007 Het doel van de verordening is door het vaststellen van het uitlekgewicht de consument bescherming te bieden tegen praktijken die concurrentievervalsend zouden uitwerken.
Verordening PT bestrijding erosie tuinbouwgronden 2009 Doel van de regeling is erosie in het ZuidLimburgse heuvellandschap te voorkomen. Regels stellen aan de teelt van tuinbouwgewassen op hellingen en teelt op relatief steile hellingen verbieden, voorkomt dat de grond in beweging komt.
Verordening PT algemene bepalingen 2009 Doel van deze verordening is om de algemene regels die het PT hanteert voor bedrijfsgenoten transparant te verwoorden naar bedrijfsgenoten.
Verordening PT bestrijding knolcyperus 2010 Doel van de verordening is knolcyperus te voorkomen en de verspreiding van dit hardnekkige onkruid zoveel mogelijk tegen te gaan.
62
Verordening PT gebruik verdeelapparatuur bij gewasbeschermingsmiddelen 2009 Doel van de regeling is om gewasbeschermingsmiddelen zo effectief mogelijk in te zetten, door goed onderhouden spuiten en goed afgesteld spuitapparatuur te gebruiken.
Productschap Tuinbouw ©
Voor het PT zelf gelden nog verschillende interne verordeningen, onder meer voor de vergoedingen voor het bestuur, bezwaarschriften en klachtenbehandeling.
12 Vertegenwoordigingen 2011 Het Productschap Tuinbouw is in 2011 bestuurlijk vertegenwoordigd geweest bij de volgende rechtspersonen: Stichting Food Compass Stichting FrugICom KwaliteitsControleBureau (tot 1-4-2011) Pensioenfonds Productschappen Plantform Stallingsbedrijf Glastuinbouw Nederland Stichting Innovatie Flowers&Food Edibulb Stichting Tuinpromotie Nederland Tuinbouwpromotieorganisaties (BBH, IBC, PPH, HIC) Stichting Milieukeur Global Gap Stichting Marktonderzoek Tuinbouw Stichting Bloembollen Onderzoek Stichting Innovatie Glastuinbouw
63 © Productschap Tuinbouw
63
13 Financiën Algemene financiële verantwoording 2011 Het saldo van baten en lasten 2011 komt uit op € -8,3 miljoen. Dit is ca. € 11 miljoen minder negatief dan herzien was begroot. De baten stijgen met € 6,6 miljoen ten opzichte van de herziene begroting. Dit wordt met name veroorzaakt door een stijging van de heffingsopbrengsten in de bloemkwekerijproducten, een stijging van de interestbaten en de niet bestede subsidiegelden. De stijging van de heffingsopbrengsten is toe te wijzen aan een hogere omzet van bloemkwekerijproducten via de veiling. De stijging van de interestbate is een gevolg van het hogere gerealiseerde resultaat op beleggingen en een hogere ontvangen rente op het belegde vermogen. De lasten nemen af met circa € 4,4 miljoen. Dit valt te verklaren uit lagere projectlasten verdeeld over alle rubrieken. Met name in de rubrieken technisch onderzoek en milieuaangelegenheden zijn de lasten lager. Op 14
november 2011 heeft het PT-bestuur het voorstel tot modernisering van het PT aangenomen. Het PT heeft vooruitlopend op het besluit van 14 november 2011 door het bestuur inzake de modernisering van het PT besloten tot een vacature- en uitgavenstop. Deze uitgavenstop heeft in 2011 geleid tot afvloeiing van medewerkers en lagere organisatiekosten met een structureel karakter. Hier staat tegenover dat de organisatiekosten met een incidenteel karakter, als gevolg van zaken zoals de bestrijding van de EHEC- crisis, de financiële afwikkeling van de Moerdijkbrand en de kosten samenhangend met de afvloeiing van medewerkers in 2011 met circa € 0,5 miljoen zijn toegenomen. Relevante ontwikkelingen in 2012
Voor de financiële ontwikkeling in 2012 zijn twee zaken van belang: - Als uitvloeisel van het door het bestuur genomen besluit tot modernisering van het PT zal in 2012 een aanzienlijke reductie in de
64
Productschap Tuinbouw ©
-
formatie plaatsvinden; er wordt gestreefd naar een formatieve omvang van 85 fte’s in 2013. Door de Productschappen wordt in 2012 een plan uitgewerkt om versneld, per 1 januari 2013, tot één gezamenlijke productschapsorganisatie (frontoffice, medebewind en serviceorganisatie) voor de productschappen te komen. De uitwerking van het plan voor één gezamenlijke productschapsorganisatie is nog onvoldoende gedetailleerd om de consequenties te verwerken in de jaarrekening 2011.
Een en ander leidt ertoe dat de structurele organisatiekosten in 2012 verder zullen afnemen en dat in 2012 dotaties aan de reorganisatievoorziening plaats zullen vinden om de afbouw van de bestaande organisatie te bekostigen en lopende verplichtingen af te handelen. Grondslagen van waardering en resultaatbepaling De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de aanwijzingen als gegeven in de Verordening financiën bedrijfslichamen 1999 (gewijzigd op 24 juni 2005) van de Sociaal Economische Raad (SER). De grondslagen van waardering en resultaatbepaling gaan uit van de veronderstelling van continuïteit en zijn als volgt: - Waardering van de materiële en immateriële vaste activa geschiedt tegen aanschaffingswaarde onder aftrek van afschrijvingen gebaseerd op de verwachte economische levensduur. Boekwinst bij afstoting van activa wordt aangewend als eerste afschrijving op de vervangende activa. - Belegde gelden worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs (gecorrigeerd voor herwaardering wegens aanschaf boven of onder pari) of tegen lagere marktwaarde, in het
-
-
-
-
geval dat deze marktwaarde naar verwachting duurzaam minder is. Overige vorderingen worden gewaardeerd op nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. De reorganisatievoorziening, die is bestemd voor het voldoen aan afvloeiingsregelingen, is gewaardeerd tegen nominale waarde van geïndexeerde toekomstige verplichtingen (salarisemolumenten en sociale lasten). De voorziening voor meerjarig onderhoud van het gebouw dient tot gelijkmatige verdeling van lasten van meerjarig groot onderhoud. De jaarlijkse dotatie is gebaseerd op het onderhoudsplan over de periode 2012-2021. Schulden worden gewaardeerd op nominale waarde. Bij de bepaling van de baten en lasten worden de lasten toegerekend aan het kalenderjaar waarop zij betrekking hebben.
-
-
-
-
De heffing die inzake de bloembollensector wordt opgelegd heeft betrekking op het oogstjaar 2010 (1 juni 2010- 31 mei 2011). De interestbaten over de betreffende financieringsfondsen worden verdeeld naar verhouding van het gemiddeld uitstaand bedrag gedurende het jaar. Lasten met betrekking tot bijdragen en lasten ten behoeve van promotionele- en marketing-activiteiten, technisch onderzoek, arbeid, kwaliteits- en milieuaangelegenheden en overige bijdragen worden rechtstreeks in de financieringsfondsen verantwoord. Organisatiekosten worden doorberekend op basis van de begrote inzet van fte’s en de mate waarin van gemeenschappelijke middelen gebruik wordt gemaakt.
De bedragen in de balans, de rekening van baten en lasten, alsmede de toelichtingen daarop, dienen te worden vermenigvuldigd met € 1.000.
65 © Productschap Tuinbouw
65
Balans Activa
31-12-2011
31-12-2010
- Gebouw
6.520
6.721
- Inventaris / vervoermiddelen
1.215
1.313
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa
7.735
8.034
Financiële vaste activa - Deelneming
4.145
4.145
- Effecten
17.502
25.483
- Leningen
1.076
711 22.723
30.339
VLOTTENDE ACTIVA - Uit hoofde van heffingen - Te verrekenen inzake subsidies - Diverse debiteuren en transitoria - Lopende interest
26.563
18.924
5.972
3.294
740
736
1.511
1.133 34.786
24.087
LIQUIDE MIDDELEN - Tegoeden bij banken
66
Productschap Tuinbouw ©
61.897
73.629 61.897
73.629
127.141
136.089
Passiva
31-12-2011
31-12-2010
EIGEN VERMOGEN Algemene reserve *
7.935
Bestemmingsreserves * - Bloembollen
13.333
15.002
- Bloemkwekerijproducten
24.881
28.451
- Boomkwekerijproducten
4.830
6.014
- Hoveniersbedrijf
504
779
- Groenten & Fruit - algemeen
916
5.682
- Groenten & Fruit - vollegrond
2.226
2.738
- Groenten & Fruit - glasgroenten
7.019
7.625
- Groenten & Fruit - fruit
2.736
3.027
- Groenten & Fruit - champignons
1.493
1.724
- Energie
6.589
9.695 64.527
80.737
Bestemmingsfondsen - Stallingsbedrijf Glastuinbouw - Aardwarmte Koekoekspolder
5.755
5.755
357
357 6.112
6.112
VOORZIENINGEN - Floriade 2012 - Onderhoudsvoorziening gebouw - Reorganisatievoorziening
2.698
4.729
245
275
1.024
1.156 3.967
6.160
SCHULDEN LANG - Lening o/g BNG
3.176
3.630
- Financiering E-regeling
1.000
1.000 4.176
4.630
VLOTTENDE PASSIVA - Te betalen inzake subsidies - Diverse crediteuren en transitoria
Totaal
33.644
32.429
6.780
6.021 40.424
38.450
127.141
136.089
*In 2010 zijn de algemene- en bestemmingsreserves in een bedrag weergegeven.
67 © Productschap Tuinbouw
67
Toelichting belangrijkste posten balans Gebouw 6.520 (6.721) Dit betreft het pand aan de Louis Pasteurlaan 6 te Zoetermeer. Ter financiering van het pand is een lening aangegaan bij de Bank Nederlandse Gemeenten (oorspronkelijk bedrag 9 miljoen euro). Het pand wordt afgeschreven over een periode van 30 jaar; hierbij wordt de grondwaarde als restwaarde in aanmerking genomen. Inventaris/vervoermiddelen 1.215 (1.313) Dit betreft de boekhoudkundige waarde van hard- en software, inventaris en vervoermiddelen. Deelneming Stallingsbedrijf Glastuinbouw Nederland 4.145 (4.145) Dit betreft het aandeel in het eigen vermogen van het Stallingsbedrijf Glastuinbouw Nederland. Het PT heeft in 2000 besloten om te participeren in het Stallingsbedrijf Glastuinbouw. Het maximaal door het Stallingsbedrijf nog op te vragen vermogen bedraagt 1,62 miljoen euro. Zodra het bestuur van het Stallingsbedrijf daarom verzoekt is het PT gehouden het opgevraagde bedrag tot een maximum van € 1,62 miljoen euro in te brengen. Effecten 17.502 (25.483) Het PT-bestuur heeft op 21 september 2010 de verordening PT beleggingsbeleid 2010 vastgesteld. In deze verordening is bepaald dat het PT het risico van waardevermindering respectievelijk rendementsvermindering zo beperkt mogelijk dient te houden én dat PT ernaar streeft het vermogen waardevast in stand te houden. Bij het beleggen worden de volgende voorwaarden in acht genomen: -
-
Van de middelen mag maximaal 20 procent risicodragend worden belegd, waarbij de garantie op de hoofdsom minimaal 98 procent is; de overige middelen dienen te worden belegd in obligaties (minimaal AA rating) en deposito’s.
De middelen worden voor maximaal tien jaar weggezet met als doel dat jaarlijks een vijfde
68
Productschap Tuinbouw ©
deel van het belegde vermogen vrijvalt en herbelegd kan worden. De middelen zijn als volgt belegd:
Vastrentende waarden Zakelijke waarden Totaal
Leningen 1.076 (711) Betreft met name verstrekte leningen voor de uitvoering van door Sectorcommissies goedgekeurde projecten. Deze projecten hebben betrekking op de ontwikkeling van vooral technologische innovatie op tuinbouwbedrijven. Vorderingen op korte termijn 34.786 (24.087) Betreft het totaal aan heffingdebiteuren, algemene debiteuren en overlopende posten. Liquide middelen 61.897 (73.629) Betreft het totaal aan contante middelen, rekening-courant saldi en kortlopende deposito's. Algemene en bestemmingsreserves 72.462 (80.737) Dit betreft de algemene en bestemmingsreserves van de financieringsfondsen per 31 december 2011. Het PT streeft naar een vermogenspositie waarbij ongeveer 50 procent van de jaarlast als reserve wordt aangehouden. Voor de jaarrekening 2011 is de vermogenspositie 90,2 procent (jaarrekening 2010 98,5 procent. Het PT streeft er nadrukkelijk naar om niet meer vermogen beheren dan strikt noodzakelijk voor een adequate bedrijfsvoering. Bestemmingsfonds Stallingsbedrijf Glastuinbouw 5.755 (5.755) Dit fonds is bestemd om de deelname van het PT te financieren in het Stallingsbedrijf Glastuinbouw, waartoe in 2000 is besloten. Dit betreft het toegezegde aandeel in het eigen vermogen van het Stallingsbedrijf Glastuinbouw Nederland, ter grootte van 5,76 miljoen euro.
3.500 14.002 17.502
Bestemmingsfonds Aardwarmte Koekoekspolder 357 (357) Dit betreft een garantstelling voor drie partijen waartoe de sectorcommissie Energie in 2009 en 2010 heeft besloten. Voorziening Floriade 2012 2.698 (4.729) Vanaf 2006 vinden dotaties aan de voorziening Floriade 2012 plaats. In 2011 is er 258 euro gedoteerd en zijn er voor 2.289 euro onttrekkingen geweest. Reorganisatievoorziening 1.024 (1.156) Het saldo van de reorganisatievoorziening is bestemd voor het voldoen van de reeds bestaande afvloeiingsregeling van werknemers en voor het sociaal plan vanwege de reorganisatie, die in 2005 is ingezet. De met de verdere aanpassing van de organisatie te verwachten kosten worden eveneens vanuit deze voorziening gefinancierd. Om deze redenen heeft in 2011 een dotatie aan de voorziening plaatsgevonden in verband met de totstandkoming van modernisering van het PT.
Onderhoudsvoorziening gebouw 245 (275) De onderhoudsvoorziening is gebaseerd op een geactualiseerd tien jaren onderhoudsplan over de periode 2012 t/m 2021. Lening o/g BNG 3.176 (3.630) Deze lening is in 1999 afgesloten bij de Bank Nederlandse Gemeenten ter financiering van het pand te Zoetermeer. Financiering E-regeling 1.000 (1.000) Het PT heeft maximaal 1 miljoen beschikbaar voor de financiering van de Engineering Regeling. Het betreft hier een regeling voor bedrijven die gebruik maken van de Innovatieprojectregeling van het Technologiefonds Tuinbouw of hebben geïnvesteerd in innovatieprojecten. Diverse crediteuren en transitoria 40.424 (38.450) Betreft het totaal aan crediteuren, nog te betalen subsidies, vooruitontvangen subsidies en nog te betalen facturen.
69 © Productschap Tuinbouw
69
Rekening van baten en lasten 2011 Algemeen Onderstaand een overzicht van de baten en lasten van het PT over het boekjaar 2011. Ter vergelijking zijn de herziene begroting 2011, de begroting 2011 en de jaarrekening 2010 opgenomen. 2011
2010
Herziene Jaarrekening
begroting
Begroting
Jaarrekening
57.498
53.045
52.327
51.455
- Interest
3.059
2.300
889
1.745
- Vergoeding Medebewindstaken
4.365
4.398
4.031
4.082
- Diensten aan derden
3.356
3.197
4.288
3.733
- Niet bestede subsidies
3.747
2.444
1.344
3.656
4
-
200
1.798
72.029
65.384
63.046
66.469
- Promotionele- en marketingactiviteiten
36.625
36.963
35.804
35.143
- Technisch onderzoek
14.077
15.321
15.468
14.581
- Arbeid
1.106
1.386
1.152
1.281
- Kwaliteitsaangelegenheden
4.087
4.545
4.348
4.559
- Milieu-aangelegenheden
4.604
6.749
6.511
6.464
- Overige bijdragen
3.938
4.466
4.391
3.646
- Uitvoeringskosten
8.146
7.691
7.609
8.518
- Uitvoeringskosten derden
7.721
7.595
8.319
7.815
Totaal
80.304
84.716
83.602
82.007
Saldo boekjaar
-8.275
-19.332
-20.556
-15.538
Baten - Heffingen
- Overige baten Totaal Lasten
70
Productschap Tuinbouw ©
Toelichting rekening van baten en lasten Baten Heffingen 57.498 (51.455) De heffingsoplegging geschiedt veelal op basis van omzet- of areaalgegevens van de bedrijven. De toename van de heffingsopbrengsten wordt in hoofdzaak veroorzaakt door hogere omzetten van bloemkwekerijproducten. Interest 3.059 (1.745) De interestbate is substantieel hoger dan in 2010. Dit valt te verklaren uit een hogere opbrengst op het belegde vermogen en het resultaat op de verkoop van de effecten. Vergoeding medebewindstaken 4.365 (4.082) De vergoeding medebewindstaken neemt toe ten opzichte van 2010, als gevolg van de doorbelasting van extra werkzaamheden aan het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Diensten aan derden 3.356 (3.733) De overige doorberekeningen aan derden zijn ten opzichte van 2010 afgenomen. Niet bestede subsidies 3.747 (3.656) De niet-bestede subsidies betreffen in 2011 vrijgevallen budgetten, vanwege onderbenutting van in eerdere jaren toegekende bijdragen aan projecten. Projectlasten De doelstellingen van het PT worden onder meer bereikt door het verstrekken van subsidies en financiële bijdragen aan organisaties die feitelijk uitvoering geven aan de doelstellingen van het PT. De in 2011 gerealiseerde projectlasten zijn circa 5 miljoen euro lager dan in de jaarrekening 2010. Deze daling doet zich voor in alle rubrieken. Ook in vergelijking met de herziene begroting 2011 zijn de gerealiseerde projectlasten circa 5 miljoen euro lager dan begroot. Op de verstrekking van gelden is de pbotoets van toepassing. Pbo-toets De doelstellingen van het PT worden onder meer bereikt door het onder bepaalde voorwaarden verstrekken van subsidies en financiële bijdragen aan organisaties, die feitelijk uitvoering geven aan de doelstellingen van het PT (artikel 4 van het Besluit beleidsregels Bestuur-
kamer van de SER, de zogenaamde ‘Pbo-toets’). Deze ‘Pbo-toets’ is bij het Productschap Tuinbouw ingebed in de aanvraagprocedure voor project- en exploitatiesubsidies. Hierdoor kan het Productschap Tuinbouw een financiële relatie slechts aangaan of voortzetten indien aan de volgende uitgangspunten is voldaan: 1. Het doel van de financiële relatie is herleidbaar tot de taken en bevoegdheden van het PT. 2. Het doel van de financiële relatie is niet of niet goed te bereiken door middel van financiering door privaatrechtelijke organisaties. 3. Het PT kan de desbetreffende activiteiten niet of niet goed zelf uitvoeren. 4. De activiteiten komen in beginsel ten goede aan alle ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld, of die behoren tot een bepaalde branche of sector binnen zijn werkingssfeer, en de daarbij betrokken personen. 5. Er is voorzien in een tijdige evaluatie van de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de financiële relatie. Ad 1: Het productschap heeft tot taak het algemeen belang te dienen en de bedrijfsuitoefening te bevorderen van de ondernemingen, waarvoor zij is ingesteld. Verder dient het productschap het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en de daarbij betrokken personen te behartigen. Het Productschap Tuinbouw geeft hier invulling aan door bij te dragen aan een duurzame en concurrerende Nederlandse tuinbouw. De invulling bestaat uit het zelf uitvoeren dan wel het begeleiden van sectoractiviteiten door inzet van menskracht en expertise vanuit het PT. De sectoractiviteiten hebben onder andere betrekking op promotie en onderzoek of kwaliteitstoezicht, die de ondernemers ondersteunen bij het uitoefenen van hun onderneming. Ad 2: Het PT financiert alleen projecten die herleidbaar zijn tot de taken van het PT, zoals bij het voorgaande punt is aangegeven. Indien het doel tevens te bereiken is door middel van financiering door private organisaties
71 © Productschap Tuinbouw
71
dan is financiering door het PT niet aan de orde. Private initiatieven mogen niet afgewenteld worden op het collectief. De activiteiten dienen namelijk ten goede te komen aan alle ondernemingen in de sector. Ad 3: Indien het PT een activiteit niet zelf kan uitvoeren, is de vraag aan de orde of (mede-) financiering door het PT wel wenselijk is. In veel gevallen kiest het PT er echter voor om de projecten door derden te laten uitvoeren. Dat houdt de PT organisatie klein en flexibel en het maakt dat de organisatie goed kan inspelen op veranderingen in de projectvraag. Het PT richt zich met name op het beoordelen van de projectaanvragen, toezicht houden op de uitvoering en het beoordelen van de evaluatie, doelmatigheid en doeltreffendheid van de financiële relatie. Ad 4: De activiteiten van het PT komen ten goede aan alle ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld. Zo wordt promotie collectief gevoerd en zijn alle onderzoeksresultaten openbaar en toegankelijk voor alle bedrijfsgenoten. Verder worden alle ondernemers expliciet (via de website) uitgenodigd om onderzoekswensen en knelpunten aan te geven. Via adviescommissies die bestaan uit ondernemers worden prioriteiten vastgesteld en worden projecten – voorzien van een advies – ter goedkeuring voorgelegd aan de desbetreffende sectorcommissie. Ad 5: Na beëindiging van een financiële relatie wordt op doelmatigheid en de doeltreffendheid van de financiële relatie getoetst: - Het PT laat bijvoorbeeld meten of de uitgevoerde promotieactiviteiten effect hebben - Veel projecten hebben een go-no go moment. - Veel projecten worden gemonitord vanuit een begeleidingscommissie. - Voor vele projecten worden effectmetingen uitgevoerd door Stichting Marktonderzoek Tuinbouw. - Sommige projecten komen in aanmerking voor TIP ( = Tuinbouw Inspraak Panel), waarbij de bedrijfsgenoten zich kunnen uitlaten over nut en noodzaak van het betreffende project.
72
Productschap Tuinbouw ©
Aan het verstrekken van financiële bijdragen en subsidies worden strikte voorwaarden gesteld voor wat betreft inhoudelijke en financiële (voortgangs-)rapportages, evenals toetsing op effectiviteit en efficiëntie. Op grond daarvan kan het bestuur uitvoering geven aan haar verantwoordelijkheid inzake de besteding van publieke middelen. Onder verwijzing naar hoofdstuk 4 van het Besluit beleidsregels Bestuurskamer van de SER is in onderdeel L van de jaarrekening van het PT een overzicht opgenomen van de financiële relaties, gesplitst naar benoemingsgerechtigde en niet benoemingsgerechtigde organisaties. Uitvoeringskosten 15.867 (16.333) De uitvoeringskosten bestaan uit de organisatiekosten van het PT (15.517) en kosten die door derden (veilingen) worden doorberekend in verband met de inning van heffingen (350). Een deel van de uitvoeringskosten (7.721) wordt doorberekend aan het Ministerie van EL&I (voorheen LNV) voor de uitvoering van medebewindsactiviteiten en aan diverse organisaties voor verrichte diensten. De overige uitvoeringskosten van het PT (8.146) worden doorberekend aan de diverse sectoren en rubrieken, waarop de PT-activiteiten betrekking hebben. Zo zijn alle kosten die verband houden met het opleggen van de heffingen in mindering gebracht op de heffingsopbrengst en zijn de kosten die veroorzaakt worden door de diverse rubrieken daaraan toegerekend. Voor een nadere toelichting van de organisatiekosten wordt verwezen naar onderdeel G. van de jaarrekening van het PT. Op 14 november 2011 heeft het PT-bestuur het voorstel ‘Met minder meer – Ontwerp voor een nieuw PT’ aangenomen. Het Management Team van PT heeft vooruitlopend op dit besluit besloten tot een vacatureen uitgavenstop. Dit heeft in 2011 geleid tot lagere organisatiekosten met een structureel karakter. Als gevolg van de afvloeiing van medewerkers, samenhangend met de modernisering van PT, en zaken, zoals de bestrijding van de EHEC-crisis en de financiële afwikkeling van de Moerdijkbrand, zijn de organisatiekosten met een incidenteel karakter toegenomen.
De verdere implementatie van de modernisering van het PT in 2012 leidt ertoe dat de organisatiekosten met een structueel karakter, on-
der meer door afvloeiing van personeel, gaan afnemen. De incidentele (éénmalige) kosten zullen in 2012 verder stijgen.
73 © Productschap Tuinbouw
73
Bijlage 1: Sites projecten www.2x2.nl www.beschermbewust.nl www.colour-your-life.eu www.degroenestad.nl www.energiek2020.nu www.ewrs.nl www.flowersfood.nl www.foodcompass.nl www.gezondeboomteelt.nl www.groentenenfruitportaal.nl www.groenwerkt.nl www.ikenmijnplant.nl www.kasalsenergiebron.nl www.mvoonderglas.nl www.nederlandse.tuinbouw.nl www.pakstofaan.nl www.tuinbouw.nl www.tuinbouwdigitaal.net
74
Productschap Tuinbouw ©
Productschap Tuinbouw Adres Postbus Telefoon Fax Internet e-mail
Louis Pasteurlaan 6 280, 2700 AG Zoetermeer 079 – 347 07 07 079 – 347 04 04 www.tuinbouw.nl
[email protected]