JAARVERSLAG 2010 maart 2011

JAARVERSLAG 2010 maart 2011

Jaarverslag Stichting Peuterspeelzaal Extra Lelystad e.o. 2010

1

Inhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. Uitgangspunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Toelatingscriteria . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Aanbod en beleid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Samenwerking met MC | Zuiderzee en De Trappenberg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Bestuur / Bedrijfsvoering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Medewerkers en vrijwilligers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Externe relaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Bezetting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Huisvesting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Zakelijke gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13


2

Uitgangspunten. De Stichting Peuterspeelzaal Extra Lelystad e.o. – SPEL - streeft ernaar om kinderen die vanwege hun achterstand en/of beperking op het gebied van motoriek of spraak/taalontwikkeling en/of zintuiglijke (functie-) beperking en/of medische redenen niet kunnen deelnemen aan regulier peuterspeelzaalwerk of daar niet tot hun recht komen, een eigen peuterspeelzaal te bieden met een aangepast aanbod. Die eigen peuterspeelzaal van SPEL is ’t Opstapje. Het aangepaste aanbod bestaat uit drie onderdelen: -

het stimuleren van de ontwikkeling van de peuter, waarbij de sociaal-emotionele ontwikkeling extra aandacht heeft

-

het bieden van de mogelijkheid om behandeling (fysiotherapie, ergotherapie en logopedie) in het aanbod te integreren

-

het bieden van ruimte aan ouders om elkaar te ontmoeten en te profiteren van de deskundigheid van andere ouders en professionals.

Toelatingscriteria. Voorwaarde voor plaatsing is dat het kind op een reguliere peuterspeelzaal onvoldoende tot zijn of haar recht zal komen en dat SPEL juist aan dit kind de mogelijkheid kan bieden om hem of haar op speelse wijze en in een veilige omgeving te stimuleren in de ontwikkeling. Onderstaande criteria geven onafhankelijk van elkaar een indicatie voor ’t Opstapje: 1 -

Het kind heeft een motorische achterstand of beperking, die geleid heeft of aanleiding geeft tot een indicatie fysiotherapie.

2 - Het kind heeft een achterstand of beperking op het gebied van het dagelijks handelen en/of ADL (algemene dagelijkse levensverrichtingen), die geleid heeft of aanleiding geeft tot een indicatie ergotherapie. 3 - Het kind heeft een achterstand of beperking op het gebied van spraak en/of taal, die geleid heeft of aanleiding is tot een indicatie logopedie. 4 - Het kind heeft een zintuiglijke beperking: visueel, auditief of bij voorbeeld tactiel. 5 - Indien het kind andere dan bovengenoemde medische belemmeringen ervaart in zijn/haar ontwikkeling, die een contra-indicatie zijn om deel te kunnen nemen aan een reguliere peuterspeelzaal, zal de coördinator van SPEL de vraag voor plaatsing separaat toetsen – zo nodig in overleg met het Bestuur - op haalbaarheid, zowel voor het kind als voor de medewerk(st)ers. Daarnaast is het een voorwaarde dat het kind een kalenderleeftijd heeft tussen de 24 en 47 maanden.


3

Voor kinderen jonger dan 24 maanden is er de Jonge kind groep, zij het dat dan wel een indicatie van de kinderrevalidatiearts nodig is. Buitendien zal plaatsing van een kind jonger dan 24 maanden slechts in bijzondere omstandigheden mogelijk zijn en is een specifiek bestuursbesluit vereist. Contra-indicatie voor ’t Opstapje is sociaal-emotionele problematiek als primair probleem. Voor deze kinderen is andere opvang beschikbaar in Lelystad

Aanbod en beleid Het aanbod van de peuterspeelzaal bestaat uit drie kernelementen: -

stimuleren van de ontwikkeling van de peuter in brede zin

-

integratie van de behandeling door paramedici binnen het peuterspeelzaalwerk

-

afstemming met ouders over de ontwikkeling van het kind.

In 2010 is een nieuw pedagogisch beleidsplan opgesteld. Hierin wordt uitgewerkt op welke wijze de visie van SPEL op het pedagogisch handelen met betrekking tot de opgroeiende peuter wordt vertaald naar de praktijk van elke dag, met de daarbij behorende organisatorische voorwaarden aan kwaliteit, ruimte, materiaal en veiligheid. Nog meer dan bij andere peuters is aandacht nodig voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Alleen al door het bestaan van een beperking of achterstand is het gevoel van eigenwaarde, de basis van een positieve ontwikkeling, reeds bedreigd. De bijzondere situatie van de peuters bij SPEL vraagt ook om een intensieve samenwerking en overleg met ouders en therapeuten van de peuter. De daarin geïnvesteerde tijd en energie wordt ruimschoots terugverkregen vanuit het plezier in de groei van het kind, zoals die door betrokkenen wordt ervaren. Samenhangend met het beleidsplan heeft het Bestuur zich bezonnen op een aantal situaties waar zij zich voor gesteld zou kunnen zien. Het klachtenprotocol en het instellen van een externe klachtencommissie en de meldcode kindermishandeling zijn daar voorbeelden van. De omschrijving van het vrijwilligersbeleid zal nog worden toegevoegd.


4

Samenwerking met MC | Zuiderzee en De Trappenberg. Begin februari 2010 komt van De Trappenberg mondeling de mededeling, dat er groen licht is voor de overname van de kinderrevalidatie van MC | Zuiderzee door De Trappenberg. Daarbij wordt ook uitgesproken dat De Trappenberg er de voorkeur aan geeft om de kinderrevalidatie te concentreren in het gebouw Lelyblad. De samenwerking met De Klimboom en met SPEL zal in nader overleg vorm worden gegeven. Even daarna zegt MC | Zuiderzee in het kader van haar ‘strategische heroriëntatie’ de samenwerking met SPEL op en zal volgens de samenwerkingsovereenkomst de band tussen MC | Zuiderzee en SPEL per september zijn verbroken. Het overleg met De Trappenberg leidt er toe, dat de samenwerking inhoudelijk vrijwel naadloos aansluit op hetgeen eerder met MC | Zuiderzee was overeengekomen. Praktisch zijn er wel wat aanpassingen, met name op het vlak van het te voeren overleg en de aanlevering en verwerking van administratieve gegevens. Ook wordt afgesproken de sluitingstijd van ’t Opstapje op dertig dagen per jaar te brengen met in de zomer de langste aaneengesloten sluiting van drie weken in het begin van de vakantie van de basisscholen. Daarmee zal naar verwachting de frictie tussen de verlofdagen van de medewerkers volgens de CAO en de verplichte sluitingsdagen van ’t Opstapje een stuk geringer worden. Er zal dan minder verlof aan de orde zijn buiten de verplichte sluitingstijden van ’t Opstapje en daarmee minder vervanging van medewerkers en dus meer rust en continuïteit in de leiding van de groepen. Uiteindelijk blijkt de huisvesting van de medewerkers van De Trappenberg in het gebouw Lelyblad nog zo’n beetje de lastigste klus. Maar ook dat lukt in gezamenlijk overleg. Voor de zomer zijn vrijwel alle zaken geregeld. Formeel wordt als start van de samenwerking vastgelegd de datum van 1 april 2010. In december verhoogt De Trappenberg het aantal kindplaatsen Revalidatie in reactie op het grotere aanbod van peuters met twee kindplaatsen tot 12,5.


5

Bestuur / Bedrijfsvoering. In februari meldt Yvette de Beer het Bestuur, dat zij als lid van het Bestuur wil aftreden. Door haar drukke werkzaamheden kan zij naar haar idee te weinig tijd vrij maken voor het werk voor SPEL. Het Bestuur betreurt dat uitermate, want haar instelling en haar inhoudelijke inbreng als orthopedagoge is steeds zeer op prijs gesteld. Yvette geeft aan tot augustus nog te willen aanblijven, zodat er ruim tijd is om een opvolger te zoeken. Het Bestuur spreekt in augustus veel dank uit naar Yvette bij haar aftreden Een opvolger van Yvette is ondanks verschillende serieuze contacten nog niet gevonden. Direct na haar aftreden treedt Yvette toe tot de dan net ingestelde Klachtencommissie. Ook Dineke Meijen is bereid gevonden om lid te worden. De commissie zal van het reilen en zeilen van SPEL op de hoogte worden gehouden via de notulen en contacten. Goed geïnformeerd zijn is uiteraard wezenlijk voor de commissie ook al zou het wel erg mooi zijn als de commissie weinig of niets te doen zal krijgen. Het Bestuur heeft in april onder dankzeggingen afscheid genomen van Bram Peters. De vertegenwoordiger van de ouders neemt afscheid van het Bestuur als de peuter van de betrokken ouder ’t Opstapje verlaat. Als opvolger is aangetreden Ines Kreuter.

In het voorjaar is een nieuwe folder over SPEL uitgebracht (lay-out van de bijzondere vrijwilliger Reginald Wilders). De folder is verspreid over huisartsenposten, gezondheidscentra, wachtkamers van centra voor bijzondere zorg etc. Op het vlak van bedrijfsvoering is nogal wat aandacht besteed aan het inzichtelijk krijgen van de geldzaken. De door de Gemeente Lelystad aangepaste verordening inzake subsidieverlening kent ook een aanwijzing over de hoogte van het geldelijk overschot in enig jaar en de hoogte van de verstrekte subsidie. Wordt de gestelde norm overschreden, dan dient een deel van de subsidie te worden teruggestort. Het is dus zaak om sneller inzicht te krijgen in de wijze waarop inkomsten en uitgaven worden geboekt en in het verloop van de posten in de tijd. Een duidelijker koppeling van de uitgaven met de posten van de begroting is daarvoor van wezenlijk belang. Die vraag was al herhaaldelijk neergelegd bij het accountants- / administratiekantoor van SPEL, maar had nog weinig opgeleverd. Op basis van de gevoerde gesprekken heeft SPEL de verwachting, dat het gewenste resultaat nu wel zal worden bereikt. Op 21 november 2010 is het vijf jaar geleden, dat SPEL notarieel wordt vastgelegd. Aan dat feit en aan de verheugende ontwikkeling in de loop van de tijd is door het Bestuur aandacht gegeven door aan allen, die in enige vorm bij het wel en wee van SPEL zijn betrokken, onder dankzegging voor de inzet een kleine attentie aan te bieden. Het Bestuur zelf heeft tijdens een maaltijd ook teruggeblikt in de tijd en de perspectieven voor de toekomst besproken.


6

Medewerkers en vrijwilligers. 2010 is qua personeelsbezetting voor SPEL een erg rustig jaar geweest. Alleen in de invallerspool heeft een uitbreiding plaats gevonden. In de tweede helft van november heeft de Coördinator onverwacht haar werk moeten afbreken door een opname in het ziekenhuis. Gelukkig is er al spoedig zicht op herstel, maar dat zal wel de nodige tijd vergen. De medewerkers nemen de werktijden en de taken van de Coördinator grotendeels over en ook door de inzet van enkele vrijwilligers kan de praktische gang van zaken voortgang vinden. Fraai ! Het plotseling voor langere tijd wegvallen van de Coördinator heeft het Bestuur doen beseffen, dat er preventief meer aandacht aan dit soort situaties moet worden gegeven. In 2011 zullen daartoe de nodige acties op het gebied van afspraken over vervanging, vastleggen van verantwoordelijkheden, het handelen in bijzondere situaties en dergelijke worden afgerond. Het aantal vrijwilligers is in 2010 niet toegenomen. Het blijft een punt van bijzondere aandacht om de breedte van de expertise van de vrijwilligers op niveau te houden. Gemakkelijk blijkt dat niet te zijn. Een nieuw fenomeen bij ’t Opstapje zijn snuffelstages en maatschappelijke stages vanuit het middelbaar onderwijs. In 2010 betrof het twee snuffelstages van drie weken vanuit Gredanus in Zwolle en SGL in Lelystad. Twee leerlingen van De Rietlanden in Lelystad hebben vier weken een dag in de week een maatschappelijke stage gevolgd. Vanuit de opleiding HBO Pedagogiek van de Hogeschool Amsterdam is er gedurende het schooljaar één dag per week een stagiaire, vanuit het ROC Friese Poort is er drie dagen per week een stagiaire bij ’t Opstapje. Medewerkers, vrijwilligers en ouders hebben in twee groepen van elk 13 deelnemers de door Kentalis verzorgde cursus Nederlands met gebaren gevolgd. De medewerkers hebben allen de (herhalings)cursus BHV gevolgd. Op het vlak van logopedie is door hen de cursus HANEN gevolgd. Voor de ouders heeft Ingrid van der Drift, orthopedagoge van De Trappenberg, gesproken over de keuzen ten aanzien van het vervolgonderwijs als een peuter ‘t Opstapje verlaat : ‘Wat na SPEL?’. De avond over Prentenboeken is afgelast wegens te weinig aanmeldingen. Door Kentalis is een informatieavond voor medewerkers en vrijwilligers georganiseerd over het werk van Kentalis. Ter afsluiting van het jaar hebben medewerkers, vrijwilligers en Bestuur onder het genot van een maaltijd een avond met elkaar doorgebracht ter versterking van de onderlinge band. Uit waardering voor ieders inzet heeft een ieder een attentie ontvangen.


7

Externe relaties. De gesprekken met Kentalis hebben geleid tot een samenwerkingsovereenkomst tussen Kentalis en SPEL. Het primaire doel van de samenwerkingsovereenkomst is dat peuters met problemen in taal, spraak en / of horen en hun directe omgeving de meest geëigende hulp / zorg kunnen ontvangen. Beide organisaties stellen daarvoor hun expertise ter beschikking. Om dat praktisch te regelen blijkt nog heel wat overleg noodzakelijk. Voor SPEL is de AWBZ nog niet eerder in beeld geweest en voor Kentalis is het overdragen van een deel van de praktische zorg voor een peuter wel een hele ervaring. Als er een peuter door Kentalis bij SPEL wordt geplaatst, dan zal voor SPEL een vergoeding aan de orde zijn zoals die ook voor peuters van De Trappenberg geldt. Ook met Bartiméus is een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor onderlinge steun en hulp vooral voor peuters met een visuele beperking. Het opmaken van de overeenkomst formaliseert in feite de samenwerking, die er voor individuele gevallen al vanaf de start van SPEL is geweest. Naast het overleg met De Trappenberg in relatie tot het overnemen van taken van MC | Zuiderzee is er regelmatig contact tussen het Bestuur van SPEL en medewerkers van De Trappenberg om tot afstemming in praktische zaken te komen. In de contacten met SSGL is vooral de huisvesting aan de orde geweest. In de contacten met de Gemeente Lelystad is gesproken over inhoudelijke zaken als de Wet OKE en de mogelijke rol van VVE bij het werken met peuters. De Gemeente Lelystad is doende met een bezinning op de principiële keuzen op dit vlak. Een bijzonder vorm van externe relatie betreft het maken en in werking brengen van een website van SPEL. In de afgelopen jaren zijn er verschillende initiatieven geweest voor het opzetten van een website. Het is uitermate verheugend, dat Reginald Wilders als bijzondere vrijwilliger van SPEL zo doortastend is geweest, dat de website www.spellelystad.nl is gemaakt en in werking is. Aan het verder inhoud geven van de website en aan het bieden van een mogelijkheid om via de website te kunnen reageren naar SPEL wordt gewerkt.


8

Bezetting. ’t Opstapje kende in 2010 14 kindplaatsen Welzijn. Bij Revalidatie waren er tot december 10,5 kindplaats en vanaf december 12,5 kindplaats. Tot december waren er van de kindplaatsen Revalidatie 8 plaatsen voor peuters vanaf twee jaar en 2,5 plaats voor peuters, die al voor hun tweede levensjaar bij ’t Opstapje terecht kunnen ( Jonge kind groep ). De kindplaatsen Welzijn worden ingenomen door peuters met een indicatie voor fysiotherapie, ergotherapie of logopedie. Het zijn de Gemeente Lelystad en de ouders / verzorgers die deze kindplaatsen financieel mogelijk maken. De kindplaatsen Revalidatie worden toegewezen op basis van de indicatie van de revalidatiearts van MC | Zuiderzee / De Trappenberg. Voor deze kindplaatsen betaalt MC | Zuiderzee / De Trappenberg een bijdrage per kindplaats. Een kindplaats komt overeen met twee dagdelen aanwezigheid per week. In 2010 zijn er dus 14*2=28 dagdelen Welzijn per week en tot december 10,5*2= 21 dagdelen Revalidatie, samen 49 dagdelen per week. Per december stijgt het aantal dagdelen Revalidatie door de 2 extra kindplaatsen met 4 en bedraagt het maximale aantal dagdelen per week 53. Voor de opvang van de peuters is ’t Opstapje 7 dagdelen per week geopend. De maandagmorgen is specifiek voor de Jonge kind groep. De andere dagdelen worden benut door de peuters vanaf twee jaar. De bezetting van de groepen met peuters vanaf twee jaar wordt vooral bepaald door het type aandacht, dat de peuters vergen. De samenstelling van de groepen kan door het jaar dan ook veranderen. Of een peuter nu onder Welzijn of onder Revalidatie valt, maakt daarbij niet uit. Een kindplaats wordt als bezet beschouwd als voor die kindplaats een plaatsingsovereen-komst is aangegaan. Zo’n plaatsingsovereenkomst kan per peuter worden afgesloten met de ouders of verzorgers van de peuter dan wel voor een aantal kindplaatsen tegelijk, zoals in het geval van MC | Zuiderzee / De Trappenberg voor de kindplaatsen Revalidatie. Bij Welzijn gaat de plaatsingsovereenkomst in op de dag, dat de peuter op ’t Opstapje wordt geplaatst en loopt door tot het einde van de maand waarin de peuter vertrekt of over gaat naar Revalidatie. In die periode geldt de plaats dus als bezet. Ouders / verzorgers betalen in die periode een inkomensafhankelijke bijdrage naar gelang het aantal dagdelen, dat de peuter op ’t Opstapje verblijft. De samenwerkingsovereenkomst met MC | Zuiderzee / De Trappenberg is te beschouwen als een plaatsingsovereenkomst voor de plaatsen Revalidatie en betreft een volledig jaar. MC | Zuiderzee / De Trappenberg zorgt voor de financiering van deze kindplaatsen. Voor het bepalen van de bezetting van deze plaatsen geldt de duur van de toewijzing van de dagdelen aan een kind. De feitelijke bezetting van de kindplaatsen is via de per maand bijgehouden presentiestaten te be-palen. De bezettingsgraad is de mate waarin de feitelijke bezetting zich verhoudt tot de beschikbare plaatsen. Om het aantal beschikbare dagdelen te berekenen wordt uitgegaan van de streefcijfers voor de bezetting per dagdeel dat ’t Opstapje is geopend. De rekenregel gaat uit van 5 dagdelen op maandagmorgen, 7 op maandagmiddag, 8 op dinsdagmorgen, 7 op woensdagmorgen, 8 op donderdagmorgen, 7 op donderdagmiddag en 7 op vrijdagmorgen, samen 49 dagdelen per week. Tot december levert dat in totaal 2330 dagdelen op. In de maand december is de verdeling van de dagdelen: 5 dd op maandagmorgen, 8 op maandagmiddag, 8 op dinsdagmorgen, 8 op woensdagmorgen, 7 op donderdagmorgen, 9 op donderdagmiddag en 8 op vrijdagmorgen, samen 53 dagdelen per week. In december levert dat in totaal 244 dagdelen op. Over heel 2010 zijn er derhalve 2330 + 244 = 2574 dagdelen waarop ‘t Opstapje open zou kunnen zijn. Jaarverslag Stichting Peuterspeelzaal Extra Lelystad e.o. 2010

9

SPEL kent evenwel een afgesproken sluitingstijd van dertig dagen – in hoofdzaak vakanties in de zomer, het najaar en met de Kerst - plus uiteraard de gebruikelijke feestdagen. In 2010 betreft de sluiting in totaal 316 dagdelen. Het maximale aantal dagdelen, dat ’t Opstapje in 2010 open is, is derhalve 2574 – 316 = 2258. De maandelijkse staten met de presentie van de peuters laten zien, dat er 2391 dagdelen zijn bezet. De bezettingsgraad is derhalve 2391 / 2258 = 1,059 oftewel 105,9 % geweest. Daarmee is de bezetting weer op dan wel boven het hoge niveau in de eerste jaren van SPEL. De toenemende bezetting vanaf de zomer van 2009 na de inzinking vanaf de zomer van 2008 - mogelijk ten gevolge van het toen verruimde aanbod van de Herman Bekiusschool - heeft zich derhalve voortgezet en in 2010 is die bezetting op een hoog niveau gebleven. De gegevens uitgesplitst naar Welzijn en Revalidatie laten voor het eerst in de geschiedenis van SPEL zien, dat de bezettinggraad bij Welzijn hoger is geweest dan bij Revalidatie. Op basis van de verhouding in het aantal kindplaatsen Welzijn en Revalidatie valt namelijk te berekenen dat van het maximale aantal open dagdelen van 2258 over 2010 er 1282 zijn toe te kennen aan Welzijn en 976 aan Revalidatie. De feitelijke bezetting bij Welzijn was 1420 dagdelen en bij Revalidatie 971 dagdelen. De bezettingsgraad bij Welzijn was derhalve 1420 / 1282 = 1,108 oftewel 110,8 % en bij Revalidatie 971 / 976 = 0,995 oftewel 99,5 %. De bezettingsgraad bij Revalidatie wijkt in 2010 niet substantieel af van andere jaren. Tot 2010 was steeds de bezettingsgraad bij Revalidatie hoger dan die bij Welzijn. Als reden daarvoor is vooral benoemd de afspraak om bij Revalidatie zo mogelijk een peuter extra deel te laten nemen aan ’t Opstapje. MC | Zuiderzee / De Trappenberg kan bij de Zorgverzekeraar uitsluitend declareren op basis van geleverde prestatie. Bij afwezigheid van een kind kan dus niet worden gedeclareerd bij de Zorgverzekeraar. De gereserveerde plaats voor het kind ligt echter vast in het contract met SPEL. Door te anticiperen op de afwezigheid van peuters door doktersbezoek, ziekte en dergelijke door één peuter per week extra te plaatsen, wordt dit verschil in contract grotendeels opgevangen. Het geeft MC | Zuiderzee / De Trappenberg meer zekerheid, dat er voldoende inkomsten staan tegenover de bijdrage aan SPEL. Die werkwijze is in 2010 niet veranderd. De hogere bezettingsgraad bij Welzijn ligt dus primair aan het grotere aanbod. Uiteraard speelt ook mee, dat de Coördinator sterk anticipeert op het zo vlug mogelijk bezetten van vrijkomende plaatsen en ook tijdelijke open plaatsen probeert te bezetten. Een peuter op de wachtlijst betekent is een gemiste mogelijkheid voor bewuste stimulering van de ontwikkeling voor de betreffende peuter ! Dat de bezetting van de groepen in de dagelijkse praktijk wel wat marges mogelijk maakt, is af te leiden uit de mate waarin peuters geen gebruik maken van de door hen bezette plekken ten gevolge van afwezigheid door ziekte, bezoek aan dokter, vakantie en dergelijke. Bij de peuters van Welzijn ligt het percentage afwezigheid op 16,7 % en bij Revalidatie op 13,8 %. Er waren in 2010 per maand steeds tussen de 23 en 29 verschillende peuters op ’t Opstapje. Bij Welzijn zijn er in de loop van het jaar 31 verschillende peuters geweest, bij Revalidatie 19. Er is daarbij wel sprake van wisselen tussen Welzijn en Revalidatie. Het komt regelmatig voor, dat peuters al een tijd onder de noemer Welzijn op ’t Opstapje zijn en dan na indicatie van de revalidatiearts vervolgens onder de noemer Revalidatie verder gaan. Het traject om toegelaten te worden onder Welzijn is veelal korter dan het traject van Revalidatie.


10

De Gemeente Lelystad koppelt de subsidie per plaats aan de bezettingsprestatie, waarbij per peuter vanaf twee jaar maximaal 2 dagdelen per week als subsidiabel worden beschouwd. SPEL hanteert als therapeutische peuterspeelzaal de regel, dat het belang van het kind het aantal dagdelen speelzaal / therapie bepaalt. Als naar het oordeel van betrokken medewerkers en begeleiders een peuter meer dan twee dagdelen per week nodig heeft, dan gaat dat belang voor. Die extra dagdelen moeten dus in mindering worden gebracht bij de berekening van de bezettingsgraad volgens de regels van de Gemeente Lelystad. Het berekenen van de bezettingsgraad onder de genoemde voorwaarden verloopt in twee stappen. Eerst de aanpassing naar peuters jonger dan twee jaar en vervolgens de aftrek voor door een aantal peuters bestede derde en vierde dagdelen. In 2010 zijn er 87 dagdelen bezet door peuters jonger dan twee jaar. Voorts zijn er 300 dagdelen bezet als derde en vierde dagdeel per peuter. De bezetting van 87 + 300 = 387 dagdelen voldoet dus niet aan de normen voor de subsidie per plaats. Van de 2391 bezette dagdelen moeten er dus 387 in mindering worden gebracht. Subsidiabel zijn derhalve 2391 – 387 = 2004 dagdelen. In 2010 heeft de Gemeente Lelystad voor 22 kindplaatsen de reguliere subsidie voor een peuterspeelzaalplaats gegeven. Tot december had SPEL 24,5 kindplaats en in december 26,5. Door het aandeel van die 22 kindplaatsen te berekenen is vervolgens te bepalen dat van de 2258 dagdelen, dat ’t Opstapje in 2010 open kan zijn, er 2015 zijn toe te kennen aan de 22 kindplaatsen. Het aantal bezette dagdelen volgens de norm voor de subsidie bedraagt 2004 en dat gedeeld op de 2015 maximaal beschikbare dagdelen levert een bezettingsgraad op van 99,5 %. Dat is ruim boven de Gemeente Lelystad aangegeven ondergrens van 90 % voor de bezettingsprestatie.


11

Huisvesting. Op basis van de ideeën van de werkgroep voor de inrichting van de buitenruimte is besloten om in de borders de beplanting aan te vullen, een grasstrook aan te leggen en langs het hek aan de achterzijde op een aantal plekken klimop aan te planten. De speelplek met rubbertegels is uitgebreid en overdekt door een prieel. De kant van het prieel bij het hek aan de achterzijde en een deel van de zijkanten is afgetimmerd, zodat een schaduwrijke en luwe plek is ontstaan. De bestrating is deels herlegd, zodat de tegels weer recht liggen en de afwatering goed kan functioneren. SPEL heeft van SFK een bijdrage in de kosten van de beplanting en bestrating ontvangen. Het resultaat laat een duidelijk meer verzorgde aanblik zien. Met de Gemeente Lelystad is overlegd of naast de zandbak wat meer ruimte tussen zandbak en hek kan komen door het hek te verplaatsen naar de lijn van de achtergevel van het gebouw. Naar verwachting zal in die aanpassing worden toegestemd. Met de realisatie zal worden gewacht totdat de Gemeente de tijdelijke gebouwen vlak naast de buitenruimte heeft laten verwijderen. Om op korte termijn in de behoefte aan werken overlegruimte te kunnen voorzien is in het gebouw Lelyblad door De Klimboom de ruimte voor de ballenbak omgezet in een kantoorvertrek. Daarmee is een herverdeling van de algemeen gebruikte ruimte aan de orde. In dat kader zal SPEL de voornamelijk door SPEL gebruikte ruimte van de pantry direct gaan huren. Het opnieuw inmeten en het overleg over het herverdelen van de ruimten blijkt een langlopende zaak te zijn. Het zal 2011 zijn als dat rond zal zijn. Voor de wat langere termijn zal SPEL extra ruimte nodig hebben als het aantal peuters voor ’t Opstapje blijft groeien en als extra voorzieningen, zoals een slaapruimte, nodig zouden blijken. In dat kader is verkend of het per 2011 leeg komende naast het Lelyblad gelegen schoolgebouw, dat in eigendom en beheer is van de Gemeente Lelystad, een optie zou kunnen zijn dan wel dat extra bijgebouwd zou kunnen aan gebouw Lelyblad. Het schoolgebouw zou ruim voldoende – op korte termijn zelfs meer dan voldoende - huisvesting bieden voor de huurders van Lelyblad. Bijbouwen bij Lelyblad zou stapsgewijs kunnen, maar zal wel overlast kunnen geven. Een analyse van het gebruik van de huidige speelzaal van SPEL laat zien, dat er nog voor zo’n 10 kindplaatsen ruimte is totdat de huidige speelzaal maximaal zal zijn benut. Ruimte voor een slaapplek voor de peuters is op korte termijn niet beschikbaar. Uiteraard is er met regelmaat overleg tussen betrokkenen om na te gaan wat er aan mogelijkheden is te realiseren. Verheugend is in elk geval, dat de eigenaar van het gebouw Lelyblad – de Stichting Samenwerkende Gezondheidscentra Lelystad – mee denkt en in principe bereid is om aan een oplossing voor het vinden van aanvullende ruimte te werken. Naar verwachting zal voorjaar 2011 bekend kunnen zijn of het vroegere schoolgebouw als optie beschikbaar zou kunnen zijn. Momenteel staat het gebouw op de nominatie om gesloopt te worden.


12

Zakelijke gegevens. Stichting Peuterspeelzaal Extra Lelystad e.o.

Postadres 8212 AN Lelystad E: [email protected]

Oostrandpark 5

Bezoekadres Website Kamer van Koophandel

Peuterspeelzaal ’t Opstapje Kwelder 2 8224 CN Lelystad T: 0320 22 44 01 E: [email protected]

ING - 12 98 98 7

Bank

www.spellelystad.nl 39 09 21 46

Bestuur

Voorzitter Secretaris Penningmeester Lid Lid

Coördinator

mw M H Mols

opmaak & huisstijl

Grafisch Ontwerp Lelystad


B T Karreman G K R Polman F Wedding mw M G E Appelman mw H J E Kreuter

13

JAARVERSLAG 2010 maart 2011

Recommend Documents