Jaarverslag 2010 Cardea Jeugdzorg 24 maart 2011
Inhoud
Voorwoord .............................................................................................. 3 1
Inleiding......................................................................................... 5 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
2
Hoofdlijnen van het beleid in 2010 ................................................. 7 2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
3
Maatschappelijk ondernemen..................................................................... 8 2.1.1 Anticiperen op veranderingen in het stelsel ....................................... 8 2.1.2 Uitbreiden productie in andere zorgmarkten ...................................... 8 2.1.3 Intersectorale ketensamenwerking ................................................... 9 Productie en financiering ..........................................................................11 2.2.1 Productie 2010/2011 .....................................................................11 2.2.2 PXQXE .........................................................................................11 2.2.3 Verantwoord ondernemen ..............................................................12 Accountability .........................................................................................13 2.3.1 Effectiviteit ...................................................................................13 2.3.2 Informatisering .............................................................................14 Kwaliteit, effectiviteit en innovatie zorgaanbod ...........................................15 2.4.1 Inzet evidence based methoden, doelgroepanalyse, klantprofielen ......15 2.4.2 Projecten 2010 .............................................................................16 Randvoorwaarden ...................................................................................16 2.5.1 Verandering organisatiestructuur ....................................................16 2.5.2 Veiligheid .....................................................................................17 2.5.3 Modernisering accommodaties ........................................................17
Cliënten en vertrouwenspersonen ................................................ 18 3.1 3.2 3.3
4
Cliëntenraad ...........................................................................................18 Jongerenraad..........................................................................................18 Vertrouwenspersoon................................................................................18
Financiële resultaten .................................................................... 19
5
Facilitaire zaken, huisvesting en organisatie ................................ 20 5.1 5.2 5.3
6
Gebruiksvergunning ................................................................................20 Huisvesting ............................................................................................20 ICT/informatisering .................................................................................21
Personeel ..................................................................................... 22 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
7
Missie/visie.............................................................................................. 5 Profiel van Cardea .................................................................................... 5 Werkgebied ............................................................................................. 6 Certificering en kwaliteitszorg .................................................................... 6 Tenslotte................................................................................................. 6
Opleiding ...............................................................................................24 Diversiteit ..............................................................................................24 Ziekteverzuim.........................................................................................24 Vertrouwenspersoon voor medewerkers .....................................................25 Harmony................................................................................................25 Flexpool .................................................................................................25 Registratie diploma’s en VOG....................................................................25
Overige informatie ....................................................................... 26 7.1 Raad van Toezicht ...................................................................................26 7.2 Ondernemingsraad ..................................................................................26 7.3 Communicatie.........................................................................................26 Bijlage 1 2010 in cijfers ..................................................................................27 Bijlage 2 Zicht Op Effectiviteit .........................................................................30 Bijlage 3 Evidence Based methoden .................................................................32 Bijlage 4 Jongerenraad ...................................................................................33
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
2
Voorwoord 2010 is een enerverend jaar geweest voor de jeugdzorg in het algemeen en Cardea in het bijzonder. In dit jaar wordt het toekomstperspectief van het jeugdzorgstelsel scherper. Was er al de opmaat van het vorige kabinet, waaraan politieke partijen zich conformeerden: in 2010 zet het nieuwe kabinet onverkort in op een herziening van het (brede) jeugdzorgstelsel en uniformering van het financieringskader. In het vernieuwde stelsel ligt de rol van regisseur en financier bij (clusters van) gemeenten. Het besef binnen Cardea groeit dat dit een belangrijk en ingrijpend veranderingstraject voor de organisatie impliceert. In 2010 zijn de eerste voorbereidingen getroffen voor een nieuwe positionering van de organisatie, bijvoorbeeld door intensivering van de deelname in gemeentelijke netwerken en van de samenwerking met het onderwijs. 2011 wordt een sleuteljaar voor Cardea, als de organisatie haar nieuwe strategische agenda en het meerjarenplan opstelt en de marsroute richting nieuwe stelsel formuleert. Naar verwachting wordt in het eerste kwartaal van 2011 duidelijk op welke termijn de stelselherziening wordt doorgevoerd en in welke mate dit gebeurt. Ook worden plannen verwacht met een fasering die waarschijnlijk wordt aangebracht in de stelselherziening. In 2010 heeft Cardea een aantal positieve resultaten geboekt, die in dit jaarverslag nader worden toegelicht. In dit voorwoord beperk ik mij tot een aantal feiten. Het financieringssysteem PxQ is volledig geïmplementeerd in de organisatie. De ambulante hulpverleners registreren hun contacttijd en er zijn kostprijsvergelijkingen met een aantal collega-organisaties uitgevoerd. Hierdoor heeft Cardea parameters ontwikkeld om te komen tot een afgewogen prijsstelling. Voor interne en externe informatievoorziening is geïnvesteerd in de optimalisering van de informatieproductie. Zo beschikken lijnfunctionarissen maandelijks over gedetailleerde stuurinformatie die kan worden gebruikt tot interne sturing van de productie in de zorg. In 2010 is een stap gezet in de richting van digitalisering van de cliëntendossiers. Een belangrijk wapenfeit is de honorering van de subsidieaanvraag in het kader van de Bouwimpuls Zorginstellingen van het voormalige Ministerie voor Jeugd en Gezin. Hierdoor is Cardea in staat gesteld om de modernisering van een groot aantal accommodaties te realiseren. Hierdoor is de leefbaarheid en de functionaliteit van deze gebouwen significant vergroot. Nadat is gebleken dat de beoogde nieuwbouw op de LUMC-locatie onhaalbaar was geworden, kwam er voor Cardea een positieve doorbraak doordat eerdere belemmeringen in wet- en regelgeving voor nieuwbouw op de eigen grond in Leiderdorp werden weggenomen. In 2010 is gestart met de voorbereiding van het ontwikkelingstraject. In 2010 is de organisatie erin geslaagd om de wachttijden voor cliënten terug te brengen naar een maximum van zeven weken. Hiervoor heeft Cardea een incidentele subsidie ontvangen van Zuid-Holland. In 2011 heeft Cardea de uitdaging om de wachttijd structureel terug te brengen naar een maximum van 5 weken. Het aantal cliënten dat wordt geholpen door Cardea neemt nog altijd toe: in 2010 ontvingen ongeveer 2750 cliënten zorg, een toename van bijna 20% ten opzichte van 2009. In 2010 zijn de resultaten van het TNO-onderzoek naar de effecten van het programma ‘Dialoog’ (zorg aan kinderen met Obesitas en hun ouders) gepubliceerd. Met de resultaten is de effectiviteit van het programma aangetoond. Dit is een belangrijke steun
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
3
in de rug van de hulpverleners en het heeft de externe interesse in het programma vergroot. TNO heeft wederom een externe audit van de organisatie uitgevoerd. Dit heeft geresulteerd in continuering van het HKZ-certificaat In de sector 12+ zijn de Kamertrainingscentra omgebouwd naar andere vormen van 24uurs verblijf. Hierdoor kan de veiligheid voor cliënten en personeel beter worden gewaarborgd. Cardea kent ook in 2010 een actieve Cliëntenraad, met enthousiaste en betrokken leden en professionele ondersteuning. De Jongerenraad van Cardea is in 2010 andermaal zeer actief geweest: niet alleen binnen de organisatie maar ook daarbuiten. En – last but not least – heeft Cardea in 2010 onverminderd geïnvesteerd de verdere ontwikkeling en verbetering van de zorg. Ook blijft Cardea zich vernieuwen: het aanbod aan digitale hulp is in 2010 uitgebreid met een aantal functies en de voorbereidingen voor een zorgprogramma voor tienermoeders en hun kinderen zijn afgerond. Als verantwoordelijk bestuurder ben ik trots op de resultaten van de organisatie. Het meest trots ben ik nog op het werk dat wordt verzet door alle medewerkers om deze resultaten mogelijk te maken. Zij verdienen alle lof.
Marianne Harten, Bestuurder
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
4
1
Inleiding
1.1 Missie/visie Cardea Jeugdzorg biedt kinderen, jongeren en ouders professionele intensieve hulp bij het oplossen van complexe gezins-, gedrags-, en ontwikkelingsproblematiek. Daarnaast biedt Cardea in gemeenten en op scholen lichte zorgtrajecten voor kinderen of jongeren en hun ouders bij wie sprake is van minder complexe problemen. In de aanpak van Cardea staat de veiligheid van het kind / de jongere voorop. Kenmerkend is de systeemgerichte benadering: Cardea richt zich op het kind, het gezin en de leefomgeving. Oplossingsgericht werken is een belangrijk element van de visie van Cardea. Aangezien Cardea belang hecht aan de effectiviteit van de zorg, investeert de organisatie in het meten van resultaten van de zorg en de tevredenheid van de cliënten. 1.2 Profiel van Cardea Cardea Jeugdzorg is een zorgaanbieder in het kader van de Wet op de jeugdzorg. Cardea wordt voor het grootste deel gefinancierd door de provincie Zuid-Holland. De organisatie biedt volgens de provincie Zuid-Holland de functies ‘Jeugdhulp’, ‘Verblijf’, ‘Observatiediagnostiek’ en Crisishulp aan jeugdigen van 0 tot 18 jaar (met een uitloop naar 23). Deze functies worden in verschillende programma’s geboden: • Jeugdhulp in intensieve ambulante programma’s, de meeste met het predicaat evidence based; • Verblijf in deeltijd in de Cardea campussen; voltijd in kleinschalige units en in of naast gezinnen (beide Cardea huizen); • Observatiediagnostiek, gekoppeld aan (deeltijd)verblijf; • Crisishulp in ambulante vorm of in 24-uursopvang. Daarnaast beschikt Cardea over zorgaanbod dat door andere overheden of op basis van contracten wordt gefinancierd: • Ketenzorg 18+ (gemeenten, AWBZ) • Preventie (gemeenten, onderwijs, provincie Zuid-Holland) • Contractzorg (in opdracht van bijvoorbeeld scholen) Cardea zet veel methoden in waarvan de effectiviteit is bewezen of die zijn aangemerkt als veelbelovend. De organisatie heeft zelf bestaande programma’s doorontwikkeld. Cardea investeert ook zelf en in samenwerking met ketenpartners in de ontwikkeling van eigen programma’s. Cardea neemt deel aan wetenschappelijke onderzoeken, om de effectiviteit van programma’s te meten of de organisatie neemt zelf initiatieven om onderzoek te koppelen aan de uitvoeringspraktijk. Cardea is deelnemer in het provinciale project ‘Zicht op Effectiviteit’. In het kader van dit project worden prestatie-indicatoren ontwikkeld en ingevoerd die betrekking hebben op de effectiviteit / de resultaten van de zorg en de tevredenheid van cliënten. Bij Cardea werken circa 450 professionals: pedagogisch medewerkers, ambulant hulpverleners, orthopedagogen / psychologen, leidinggevenden, staffunctionarissen en ondersteunend personeel. Cardea investeert veel in de opleiding van haar professionals. Cardea heeft een eenhoofdige Raad van Bestuur en beschikt over een Raad van Toezicht. Daarnaast beschikt Cardea over een actieve Cliëntenraad en Jongerenraad. Tenslotte heeft Cardea een actieve en betrokken Ondernemingsraad.
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
5
1.3 Werkgebied Cardea is werkzaam in de regio Zuid-Holland Noord. De kerngemeenten zijn Leiden, Alphen aan den Rijn, Katwijk en Lisse. Leiden is de vestigingsstad van het Centraal Bureau. Daarnaast heeft Cardea vestigingen in een aantal andere gemeenten in het werkgebied. De Cardea Campus (0-12) heeft vier regionale vestigingen waarin een integraal aanbod van deeltijdverblijf met gekoppelde ambulante gezinsbehandeling en (speciaal) onderwijs wordt uitgevoerd. Ook kan apart gezinsbehandeling worden geboden. In Leiden is daarnaast voor de groep 0-12 jarigen de Specialistische Campus (waar medisch-psychosociale hulp wordt geboden) gevestigd. In drie regio’s zijn behandelgroepen en crisisopvang gevestigd. Voor de oudere jeugd (12+) is er de Campus Oudere Jeugd, met twee vestigingen: in Leiden en in Alphen aan den Rijn. Ook vanuit deze Campus wordt ambulante zorg geboden. Voor de oudere jeugd zijn er in het hele werkgebied 24-uursvoorzieningen (variërend van intensieve 24-uurs behandeling tot zelfstandigheidtraining). In Leiden is een voorziening voor 24-uurs crisisopvang gevestigd. 1.4 Certificering en kwaliteitszorg Cardea beschikt over het HKZ-certificaat. Tevens beschikt Cardea over een kwaliteitshandboek, met de volledige beschrijvingen van werkprocessen, protocollen en richtlijnen. Dit handboek wordt een aantal keer per jaar geactualiseerd. 1.5 Tenslotte Het Jaarverslag 2010 is geënt op het Jaarplan 2010 en past binnen de kaders van het eigen Meerjarenbeleidsplan 2010-2013. Deze plannen passen binnen de kaders van het Beleidskader Jeugd en het Uitvoeringprogramma Jeugd 2010 van de provincie ZuidHolland. Tenslotte sporen de plannen van Cardea met het Rijksbeleid op het terrein van de jeugdzorg. Dit Jaarplan 2010 is na bespreking met de Cliëntenraad en de Ondernemingsraad goedgekeurd door de Raad van Toezicht van Cardea Jeugdzorg.
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
6
2
Hoofdlijnen van het beleid in 2010
Aan de hand van analyses van ontwikkelingen op maatschappelijk en politiek-bestuurlijk niveau is het jaarplan 2010 geclusterd rond een aantal hoofdlijnen van het beleid. Deze zijn gebaseerd op de strategische agenda. Per hoofdlijn van beleid is een aantal deelonderwerpen opgenomen. Alle activiteiten van de organisatie zijn gekoppeld aan deze deelonderwerpen. Het beleid van Cardea in 2010 is geclusterd rond de volgende hoofdlijnen van beleid: Maatschappelijk ondernemen • Anticiperen op veranderingen in het stelsel • Uitbreiding productie in andere zorgmarkten • Intersectorale ketensamenwerking Productie en financiering 2010 • PxQxE • Verantwoord ondernemen Accountability • Zicht op Effectiviteit • Informatisering Kwaliteit, effectiviteit en innovatie van het zorgaanbod • Onverminderde inzet in evidence based methoden • Doelgroepanalyse en klantprofielen Randvoorwaarden • Verandering organisatiestructuur • Veiligheid • Modernisering accommodaties
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
7
2.1
Maatschappelijk ondernemen
2.1.1 Anticiperen op veranderingen in het stelsel De scheiding tussen preventie en vrij toegankelijke zorg enerzijds en zorg op indicatie anderzijds tekent zich in 2010 scherper af. Cardea investeert in uitbreiding en verdieping van beide typen activiteiten. De organisatie heeft haar preventief aanbod verder uitgebreid en de contacten met het onderwijs geïntensiveerd. Er zijn activiteiten ontwikkeld voor het reguliere basis- en voortgezet onderwijs. De vorming van Centra voor Jeugd en Gezin en de te verwachten transitie van jeugdzorg naar gemeenten, betekenen voor Cardea een uitbreiding van het aantal gesprekspartners. De banden met de gemeenten zijn aangehaald en er is geparticipeerd in bovengemeentelijke netwerken. Dit alles in het perspectief van een stelselherziening. Cardea participeert in zowel sectorale als intersectorale samenwerkingsverbanden, om haar positie voor de toekomst te kunnen waarborgen. Cardea is lid van Jeugdzorg Nederland en participeert in bijvoorbeeld het PSJ (provinciaal samenwerkingsorgaan voor de Jeugdzorg) en in het intersectorale netwerkberaad Holland Rijnland. 2.1.2 Uitbreiden productie in andere zorgmarkten Speerpunt Status Resultaat Uitbreiding preventie en vrij- Voortgezet beleid • 20 trajecten toegankelijke zorg Pluscoaching • 114 cliënten op basis van RAS-gelden (PZH) • Uitbreiding Werkhotel (gemeente Leiden) • Uitbreiding Rebound (OCW) Realisatie uitbreiding AWBZ- Voortgezet beleid • Verhoging productie gefinancierde zorg functie Begeleiding Gunning nazorgtrajecten Nieuw beleid • Track: productie 2010 gerealiseerd. • Nog geen provinciale besluitvorming over financiering Track in 2011 Levering ambulante Nieuw beleid • Geen productie vanwege trajecten aan Ministerie van ontbreken verwijzingen Justitie Uitbreiding preventie en vrij-toegankelijke zorg • Cardea heeft in 2010 afspraken gemaakt met het ROC en verschillende VO-scholen in Alphen aan den Rijn en Leiden over Plus-trajecten voor overbelaste jongeren. Een voorbeeld hiervan is het project PlusCoaching waarvan Cardea de coördinatie ter hand heeft genomen. In dit project voert Cardea preventietrajecten uit voor jongeren bij wie schooluitval dreigt. In 2010 zijn 20 cliënten ingestroomd. • Cardea heeft zogenaamde RAS-middelen ingezet om training en coaching binnen het voortgezet onderwijs uit te voeren in de regio’s Holland Rijnland en Rijnstreek. In 2010 zijn daar 114 cliënten ingestroomd. • In de bestaande relaties met scholen zijn onder andere op de locatie van De Poort en van De Rotonde 5 extra plaatsen gerealiseerd. Daarnaast is de samenwerkingsrelatie met de gemeente Leiden in 2010 geïntensiveerd. Dit heeft geresulteerd in uitbreiding van het Werkhotel van 24 naar 32 plaatsen. Hiervoor is geen indicatie van Bureau Jeugdzorg vereist. Wel heeft de gemeente Leiden invloed op de instroom. Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
8
Realisatie uitbreiding AWBZ-gefinancierde zorg • In 2010 is de productie binnen de functie ‘begeleiding’ bijna verdubbeld. Voorts heeft Cardea een toelating aangevraagd voor de functies ‘behandeling’ en ‘verblijf’. De toelating voor ‘behandeling’ is gehonoreerd; de aanvraag toelating ‘verblijf’ is aangehouden omdat het Zorgkantoor de aanvraag nog niet ondersteunt, in afwachting van duidelijkheid over het kabinetsbeleid inzake de AWBZ. In de tweede helft van 2010 is een plan gemaakt voor invulling van de functie behandeling. Hieraan is een uitbreidingsaanvraag gekoppeld. Deze is einde 2010 nog in behandeling bij het Zorgkantoor. Gunning nazorgtrajecten • In het kader van nazorgtrajecten (Track) heeft Cardea in 2010 met incidentele middelen 20 trajecten uitgevoerd. Cardea neemt deel aan een provinciale werkgroep ‘Nazorg’, om de functie in de provincie Zuid-Holland beter vorm te geven. Het is nog onduidelijk of er voor 2011 extra middelen worden ingezet voor nazorgtrajecten. Levering ambulante trajecten aan Ministerie van Justitie • Cardea heeft met het Ministerie van Justitie een mantelcontract voor de levering van ambulante trajecten (FFT en MDFT) in het kader van de uitvoering van de Gedrags Beïnvloedende Maatregel (GBM). In 2010 is hiervan geen gebruik gemaakt. Het aantal rechtelijke uitspraken dat heeft geleid tot genoemde maatregelen is in het verzorgingsgebied van Cardea vrijwel nihil en zonder gevolgen voor Cardea gebleven.
2.1.3 Intersectorale ketensamenwerking Speerpunt Status Continuering en Voortgezet beleid intensivering bestaande samenwerkingsverbanden •
Resultaat Alle bestaande samenwerkingsverbanden zijn geïntensiveerd
Cardea heeft met GGZ Kinderen en Jeugd Rivierduinen al een aantal jaar een intensieve samenwerking. Deze komt tot uitdrukking in de uitvoering van zes zogenaamde coproducten: 1. GB-PIT 2. Vroegdiagnostiek 3. Residentiële Voorzieningen 4. Trauma (hulp voor kinderen met traumatische ervaringen) 5. Deeltijd 12+ 6. Gedragsproblemen thuis en op school In het bestaande samenwerkingsverband zorg/onderwijscombinatie Orion levert GGZ Kinderen en Jeugd Rivierduinen met ingang van 2010 twee GGZ-functionarissen die wekelijks binnen Orion aanwezig zijn. De onderlinge afstemming in alle coproducten geschiedt in werkgroepen die per product zijn ingesteld. De voortgang wordt bewaakt in de stuurgroep coproducten.
•
Ziekenhuizen in de regio - Specialistische campus Bij de Leidse ziekenhuizen is onder specialisten die kinderen in behandeling hebben een groeiende vraag naar specialistische zorg van Cardea. Het gaat hierbij om kinderen met chronische ziektes, Obesitas, onverklaarbare medische klachten, overmatig alcoholgebruik en zindelijkheidsproblemen en om kinderen bij wie de ontwikkeling zorgelijk is. In 2010 is een uitbreiding van de portfolio van programma’s gerealiseerd. Ook is er landelijke belangstelling voor het Obesitas-programma, mede naar aanleiding van de gepubliceerde onderzoeksgegevens over de effectiviteit.
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
9
•
Voorgezet Onderwijs, Middelbaar Beroepsonderwijs Cardea werkt nauw samen met VO-scholen en scholen uit het Middelbaar Beroepsonderwijs. In 2010 is Cardea gestart met deelname in de werkgroep “Plus-voorziening”. Dit heeft erin geresulteerd dat Cardea in 2010 aan 20 jongeren een Pluscoach-traject heeft aangeboden op het ROC Leiden. Daarnaast is het preventieteam/schoolmaatschappelijk werk uitgebreid met twee personen. Er zijn 20 trajecten ROC-Nu uitgevoerd. Er is een pilot gestart op het ID-college in Alphen aan den Rijn. Cardea levert hier een coach. Cardea levert aan een aantal VO-scholen diensten als trainingen en coachingstrajecten. Voorbeelden van scholen waar de organisatie werkzaam is: Rebound Alphen aan den Rijn, De Rotonde, Groene Hart-college en Northgo. Ook in 2011 is Cardea beschikbaar in het VO en Middelbaar Beroepsonderwijs ten behoeve van overbelaste jongeren.
•
Woningbouwcorporaties - De Sleutels en De Vooruitgang. Woningcorporaties hebben grote interesse voor samenwerking met Cardea inzake de combinatie van zorg en wonen voor specifieke doelgroepen. De corporaties zetten hiervoor zogenaamde contingentwoningen in. Dit zijn woningen die zijn geoormerkt voor speciale doelgroepen. In 2010 heeft dit geresulteerd in uitbreiding van het woningenaanbod met 20 contingentwoningen en zijn voor de huisvesting van tienermoeders 18+ nu 10 plaatsen beschikbaar.
•
Ipse De Bruggen (LVB-jeugd) Cardea en Ipse De Bruggen hebben gedurende zes jaar gezamenlijk een 24-uurs voorziening voor crisisopvang in stand gehouden. In 2011 wordt gezamenlijk gekeken of de samenwerking wordt gecontinueerd, al dan niet in de huidige vorm.
•
Speciaal basisonderwijs/REC cluster 4 Met het Speciaal Onderwijs REC-cluster 4 bestaan de volgende samenwerkingsverbanden: OZC Orion Aloysius Stichting Parkschool (cluster-4) Savioschool/Leidse Buitenschool cluster 4 (sbo)
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
combinatieaanbod 3-6 jarigen combinatieaanbod 6-12 jarigen combi groep onderwijs/zorg 3-6 jarigen combi groep onderwijs/zorg 3-6 jarigen combi groep onderwijs/zorg 6-12 jarigen
Leiden / Leiderdorp Katwijk en Lisse Alphen aan den Rijn Lisse
10
2.2
Productie en financiering
2.2.1 Productie 2010/2011 Speerpunt Cardea realiseert de productie conform afspraak met de provincie Zuid-Holland Tijdelijke middelen worden voor een periode van tenminste drie jaar toegekend
Status Voortgezet beleid
Nieuw beleid
Resultaat Productie gerealiseerd binnen overeengekomen budgettaire kader Niet gerealiseerd; tijdelijke middelen worden ingezet in 2010 en 2011voor in 2010 gestarte trajecten
Cardea realiseert de productie conform afspraak met de provincie Zuid-Holland Cardea heeft in 2010 productie gerealiseerd binnen de met de provincie Zuid-Holland overeengekomen kaders. Op onderdelen is sprake geweest van interne transitie van middelen, vanwege een zich dynamisch ontwikkelende vraag. Concreet betekent dit dat wijzigingen zijn aangebracht in volumes van bepaalde programma’s en programmaonderdelen, in vergelijking met de initiële begroting 2010. Zo zijn de KTC’s om veiligheidsredenen omgevormd tot trainingshuizen, waarin sprake is van intensievere zorg en meer toezicht. In Alphen aan den Rijn is een uitbreiding van NaastWonend Mentorschap van 5 plaatsen gerealiseerd. Einde 2010 heeft Cardea op verzoek van de provincie een nieuwe begroting opgesteld, met een aantal aanpassingen: • Actuele productiegegevens 2010 zijn vertaald in een herziene begroting; • Minimale bezettingspercentages (95% voor de daghulp (VF1) en de 24-uurs voorzieningen) zijn verdisconteerd in de productie. Tijdelijke middelen worden voor een periode van tenminste drie jaar toegekend De provincie Zuid-Holland heeft in 2010 een bedrag van 2,2 miljoen euro ter beschikking gesteld aan Cardea, voor het wegwerken van de wachtlijst met cliënten die langer dan zeven weken wachten. Ondanks het feit dat Cardea als uitgangspunt hanteert dat incidentele middelen alleen nog zouden moeten worden toegekend voor een periode van tenminste drie jaar, is de organisatie akkoord gegaan met de opdracht en de inzet van extra middelen. Hierbij is de overeenkomst gesloten dat de extra middelen in 2011 kunnen worden ingezet voor zorg aan cliënten bij wie de hulp voor het einde van 2010 is gestart. Zie bijlage 1 voor een overzicht van de productiecijfers 2010. 2.2.2 PXQXE Speerpunt Cardea realiseert de invoering van PxQ, inclusief een regelmatig onderzoek naar de prijsstelling Vaststelling programma’s en prijzen 2011 Cardea neemt een besluit over de invoering van registratie van CGT Invoering prestatieindicatoren in primair proces; informatieproductie
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
Status Nieuw beleid
Resultaat PXQ is ingevoerd en prijzen zijn onderzocht
Nieuw beleid
Prijzen voor 2011 zijn vastgesteld Registratie CGT niet standaard; in pilot registratie gerealiseerd Gedeeltelijk gerealiseerd: wel dataverzameling, nog geen informatieproductie
Nieuw beleid
Voortgezet beleid
11
Cardea stuurt de invoering van PxQ, inclusief een regelmatig onderzoek naar de prijsstelling In 2010 is PXQ “live” gegaan. Na het proefjaar 2009, zijn de begroting voor 2010 en de tussentijdse rapportage volledig conform de PxQ-systematiek opgesteld. In 2009 is de nieuwe kostenplaatsenstructuur ingevoerd en is het zorgaanbod in termen van bekostigingseenheden, producten en programma’s gedefinieerd en beschreven. Hieraan zijn prijzen gekoppeld die in 2010 zijn vergeleken met de prijzen die een aantal collegaorganisaties hanteren. Vaststelling programma’s en prijzen 2011 Op basis van de ervaringen in het eerste PxQ-jaar 2010, zijn de productiedoelen voor 2011 geformuleerd en zijn de prijzen voor 2011 vastgesteld. Cardea neemt een besluit over de invoering van CGT-registratie Om de focus op invoer van CCT te houden, is besloten om geen aparte registratie van Cliënt Gebonden Tijd in te voeren. Wel zijn er steekproeven gehouden om de omvang van de CGT te kunnen analyseren en normeren. Invoering prestatie-indicatoren in primair proces; informatieproductie Voor de medewerkers is de invoering van PxQ een intensief traject geweest met de nodige veranderingen in de dagelijkse praktijk. De functionarissen die jeugdhulp bieden, hebben hun contacturen geregistreerd en er is geïnvesteerd in productieverhoging binnen de functie jeugdhulp. Deze verhoging is gerealiseerd. Ook binnen de (deeltijd)verblijfsfuncties is geïnvesteerd in productieverhoging, bijvoorbeeld door te sturen op continuïteit in de bezetting. Door middel van standaard-maandrapportages zijn de resultaten teruggekoppeld naar de teams. Gebleken is dat het kostenbewustzijn onder medewerkers sterk is vergroot. Dit blijkt door ondermeer uit de productieverhoging gedurende het jaar en de betrouwbaarheid van de registratiegegevens.
2.2.3 Verantwoord ondernemen Speerpunt Status Voorstel voor efficiënte Nieuw beleid inzet van tijdelijke middelen Voorstel voor efficiënte Nieuw beleid inzet van tijdelijke middelen
Resultaat Risico’s zijn per project grondig bekeken Efficiency check is ingebed in normale bedrijfsvoering. Geen apart voortstel gemaakt
De afgelopen tien jaar bestond het budget van Cardea voor een deel uit tijdelijke middelen, die in de meeste gevallen zijn toegekend om wachtlijsten weg te werken. Zo ook in 2010. Bij ieder project wordt grondig gekeken naar de aard van het contract en de mogelijke financiële risico’s, om bedrijfsrisico’s bij inzet van tijdelijke middelen te minimaliseren. Met de kwartaalrapportages vindt monitoring plaats van de inzet en uitputting van structurele en incidentele middelen.
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
12
2.3
Accountability
2.3.1 Effectiviteit Speerpunt Koppeling prestatieindicatoren aan kostprijzen: kosteneffectiviteit Continuering HKZ-certificaat
Status Nieuw beleid
Resultaat Koppeling is nog niet gerealiseerd
Voortgezet beleid
HKZ-certificaat gecontinueerd
Koppeling prestatie-indicatoren aan kostprijzen: kosteneffectiviteit De werkmethodes en procedureafspraken behorend bij landelijk vastgestelde prestatieindicatoren zijn ingevoerd. In de registratie zijn in 2010 nog een aantal wijzigingen aangebracht. Hierdoor is het in 2010 nog niet mogelijk gebleken om een koppeling te leggen tussen de resultaten van interventies en de kosten ervan. Dit zal in 2011 voor het eerst gaan gebeuren. In de sector 0-12 is door personele problemen stagnatie opgetreden in de invoering van prestatie-indicatoren en de registratie van resultaten. Voor 2011 ligt een sterke focus op ‘Zicht op Effectiviteit’. Ook voor de sector 12+ is het meten van effectiviteit van groot belang. Het afgelopen jaar is gestart met de registratie van gegevens behorende bij de ‘Doelenboom’, de ‘Exitvragenlijst’, de indicator ‘reden van beëindiging’. Ook is gestart met het afnemen van tests bij cliënten en de verwerking van de scores. Bovendien wordt de maandelijkse check op CCT bijgewerkt en aan medewerkers verstrekt. De digitalisering van de roostering in de residentiële en daghulp is gerealiseerd. Zicht op effectiviteit Het zichtbaar maken van de effectiviteit van de geboden zorg is voor Cardea niet alleen een interne zaak. Al enige jaren neemt Cardea deel aan de provinciale werkgroep Zicht op Effectiviteit, waar (door)ontwikkeling van de prestatie-indicatoren en afstemming van meetinstrumenten en procedures centraal staan. Cardea vindt het belangrijk om aan te sluiten bij de landelijke ontwikkelingen en waar mogelijk gezamenlijk verdere stappen te zetten op het gebied van Zicht op Effectiviteit. Om die reden neemt Cardea actief deel aan het Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg Nederland (SEJN). In 2010 zijn aan de hand van prestatie-indicatoren de resultaten van de geboden zorg gemeten. De indicatoren zijn landelijk door ministeries, IPO en MOgroep vastgesteld en overgenomen door de provincie Zuid-Holland. De meting heeft het volgende opgeleverd. • Doelrealisatie Cardea meet de mate waarin de einddoelen bij het beëindigen van de hulp zijn gehaald met de zogenaamde GAS-score. Deze GAS-score wordt in overleg met de cliënt aan de einddoelen toegekend. Doelen behaald? Ja Deels Nee
Norm 45% 45% 10%
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
Werkelijk 50% 39% 11%
13
Cliënttevredenheid Norm Ouders 7 Jongeren 7 •
Werkelijk 8,1 7,9
Vanaf 1 januari 2010 wordt de mate van cliënttevredenheid conform landelijke en provinciale afspraken gemeten met de ‘Exit-vragenlijst’. Zie bijlage 2 voor een overzicht van alle activiteiten op het gebied van Zicht Op Effectiviteit. Continuering HKZ-certificaat Op het terrein van kwaliteitszorg in het kader van HKZ, is er in 2010 veel gebeurd. Belangrijke ontwikkeling voor Cardea was het feit dat de organisatie noodgedwongen een contract moest sluiten met een nieuw certificeringinstituut. De oorzaak hiervan was dat TNO - tot 2010 het certificeringinstituut waarmee Cardea een contract had – haar licentie kwijtraakte en niet langer gerechtigd was om zorgaanbieders voor te dragen voor certificering. Cardea heeft in 2010 een contract gesloten met Lloyd’s, sinds de invoering van het HKZcertificaat een bekend certificeringinstituut in de jeugdzorg. In 2010 heeft Cardea een interne audit gehouden, waarin onder andere de aanbevelingen van de vorige externe audit zijn getoetst. Daarnaast heeft Lloyd’s een audit op het kwaliteitshandboek gehouden. Dit heeft geleid tot een aantal zogenaamde minors: constateringen van relatief lichte onvolkomenheden. Hierbij is de aanbeveling gegeven om deze minors weg te werken, voor de externe hercertificeringsaudit van begin 2011. Cardea heeft in het laatste kwartaal van 2010 gewerkt aan het wegwerken van deze minors. De eerstvolgende (driejaarlijkse) hercertificeringsaudit in januari 2011 is van groot belang voor Cardea, omdat continuering van het certificaat op het spel staat.
2.3.2 Informatisering Speerpunt Operationalisering ‘Berg Op’ Ingebruikname datawarehouse en managementdashboard
Status Voortgezet beleid Voortgezet beleid
Resultaat Koppeling met Care4 gerealiseerd Ingebruikname is uitgesteld tot medio 2011
Operationalisering ‘Berg Op’ BergOp is software waarmee testscores van cliënten kunnen worden vastgelegd, vergeleken en beheerd. In 2010 is de geautomatiseerde koppeling gerealiseerd, waardoor aan in Care4 geregistreerde cliënten direct ook de kwalitatieve testscores kunnen worden gekoppeld. Ingebruikname datawarehouse en managementdashboard De ingebruikname van een zogenaamde Business Intelligence Tool is uitgesteld tot medio 2011. Met deze tool kunnen verfijnde managementdashboards worden opgesteld. De oorzaak van het uitstel is dat de vaststelling van de inhoud en de productie van de PxQmaandrapportages voor teamleiders en uitvoerenden meer tijd nodig heeft gehad dan begroot. Groot voordeel is dat door de investering in de maandrapportages de structuur en inhoud van de dashboards reeds zijn ontwikkeld. Ook is veel tijd besteed aan de opbouw van de registratieomgeving ten behoeve van de productieregistratie van de AWBZ-gefinancierde zorg.
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
14
2.4
Kwaliteit, effectiviteit en innovatie zorgaanbod
2.4.1 Inzet evidence based methoden, doelgroepanalyse, klantprofielen Speerpunt Doelgroepanalyse Opstelling doelgroepprofielen en formulering gevolgen voor inzet methoden en interventies en opleidingsbeleid Inzet evidence based methoden Participatie in wetenschappelijke onderzoeken
Status Nieuw beleid Nieuw beleid
Resultaat Eerste aanzet gerealiseerd Niet gerealiseerd; verschoven naar 2011
Voortgezet beleid
Inzet vergroot
Voortgezet beleid
Bestaande participaties voortgezet
Doelgroepanalyse en doelgroepprofielen Inzicht in doelgroepen en hun vragen en problemen is van fundamenteel belang voor de bepaling van een passend zorgaanbod. Het zorgaanbod van Cardea is geordend in programma’s en niet gekoppeld aan doelgroepen. Dat maakt het lastig om het aanbod te matchen op basis van de problemen en vragen van cliënten. Eind 2010 heeft Cardea zich georiënteerd op CAP-J, een instrument om doelgroepen/probleemgroepen te typeren. Aan de hand van dit instrument kan Cardea een doelgroepanalyse uitvoeren en vervolgens per doelgroep nagaan wat het meest effectieve zorgaanbod is (met een scherper onderscheid tussen care-cure) en welke kosten hieraan zijn verbonden. In 2011 wordt dit doelgroepenbeleid verder uitgewerkt. Inzet evidence based methoden Het bieden van effectieve zorg en het kunnen meten ervan ligt ten grondslag aan de inzet van evidence based methoden. De inzet van de meeste evidence based behandelmethodes is vergroot, zowel in aantal medewerkers als trajecten. Zie bijlage 3 voor een overzicht van het aantal methoden en trajecten. Participatie in wetenschappelijke onderzoeken Cardea participeert in 2010 in wetenschappelijk onderzoek bedoeld om vast te stellen of de in het buitenland gemeten resultaten ook in de Nederlandse situatie worden behaald. In 2010 werkte Cardea mee aan de volgende onderzoeken: • PMTO: landelijk effectonderzoek uitgevoerd door de Universiteit van Maastricht. • FFT: landelijk effectonderzoek uitgevoerd door De Bascule. • Wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd door TNO naar de effecten van Psychosociale Begeleiding bij Obesitas. Cardea laat ook de binnen de eigen organisatie ontwikkelde methoden wetenschappelijk onderzoeken. Voorbeelden hiervan zijn: • Life Space Crisis Intervention (LSCI): in België en Amerika bewezen effectief. Op de methode LSCI zijn initiatieven genomen om het predicaat “theoretisch goed onderbouwd” te verkrijgen. Deze activiteiten lopen door in 2011. • Wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd door Universiteit van Groningen naar de effecten van ‘Gezin Centraal’. De uitkomsten van dit onderzoek waren in 2010 gepland maar komen in juli 2011 beschikbaar. • Cardea ontwikkelt in samenwerking met de Universiteit Groningen een instrument om de behandelingstevredenheid bij jonge kinderen te meten, de SMILEY 9-12. In de periode 2007-2009 is de vragenlijst onderzocht op psychometrische kenmerken. In 2010 zijn de voorlopige resultaten daarvan verschenen. De SMILEY lijkt in potentie betrouwbaar en valide te zijn. Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
15
2.4.2 Projecten 2010 Speerpunt Online zorg
Status Voortgezet beleid
Elektronische dossiervorming
Voortgezet beleid
20 trajecten Cardea Track Aanbod voor tienermoeders
Voortgezet beleid Nieuw beleid
Resultaat Aanbod is online beschikbaar Randvoorwaarden gerealiseerd Gerealiseerd 10 residentiële plaatsten gerealiseerd
Online zorg Het project Online Zorg is in 2010 verder ontwikkeld. Het projectplan is uitgevoerd en het aanbod is online beschikbaar. In 2010 zijn de chatsessies geïntegreerd in het coachingstraject. Deze manier van hulp is aanvullend op het reguliere contact. Duidelijk is geworden dat deze aanpak nieuwe competenties vraagt van de coach. Elektronische dossiervorming In 2010 zijn afspraken gemaakt over de digitale levering van informatie door Bureau Jeugdzorg. Hierdoor is een basis gelegd voor elektronische dossiers. In 2010 is de afspraak gemaakt dat in 2011 de databases van Cardea en Bureau Jeugdzorg worden gekoppeld. Nazorg: Cardea Track Het project Cardea Track is gerealiseerd en afgerond. Dit project is gefinancierd met incidentele gelden en wordt niet in dezelfde vorm voortgezet. Cardea participeert in de provinciale werkgroep Nazorg, die verantwoordelijk is van de uitwerking van een nieuw aanbod in nazorg in de provincie. Tienermoeders Zowel in de gemeente Leiden als in de provincie is er vraag naar een aanbod voor tienermoeders en hun kind(eren). Dit heeft geresulteerd in het Tienermoederproject. In 2010 is de voorbereiding gestart om te komen tot 5 residentiële plaatsen bij jongere jeugd en 5 residentiële plaatsen bij oudere jeugd. Vanaf maart 2011 worden deze plaatsen geëffectueerd.
2.5
Randvoorwaarden
2.5.1 Verandering organisatiestructuur Speerpunt Status Organisatieplan Nieuw beleid Wijzigingen doorgevoerd
Nieuw beleid
Resultaat Plan in concept gereed, invoering uitgesteld Wijzigingen doorgevoerd
Organisatieplan De verandering van de organisatiestructuur voor het primaire proces is in het 2e kwartaal 2010 stopgezet wegens het vertrek van de sectormanager 0-12. In oktober 2010 is de nieuwe sectormanager gestart. In 2011 wordt dit onderwerp gecontinueerd. Wijzigingen doorgevoerd De voorgenomen koppeling van de afdelingen Cliëntenservice en Onderzoek & Ontwikkeling is in september 2010 geëffectueerd en heeft geleid tot de totstandkoming van de afdeling Behandelzaken.
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
16
2.5.2 Veiligheid Speerpunt Rapportage Monitor risicofactoren Verbetering cliëntenparticipatie Herinrichting 24-uurs aanbod
Status Voortgezet beleid Voortgezet beleid Voortgezet beleid
Resultaat Uitkomsten geïmplementeerd Gerealiseerd (zie hoofdstuk 4) Herinrichting gerealiseerd
Veiligheidsbarometer De veiligheidsbarometer meet de veiligheidsbeleving van cliënten die bij Cardea wonen. Mede op basis van de uitkomsten van de veiligheidsbarometer (afgenomen in 2008/2009), is veiligheid een standaard onderwerp op elke teamvergadering en huisvergadering met cliënten. Uit de veiligheidsbarometer werd als verbeterpunt het verhogen van het toezicht bij 24-uursvoorzieningen genoemd (zie ook de herinrichting van het 24-uursaanbod). De veiligheidsbarometer wordt in 2011 opnieuw ingezet. In 2010 zijn op gebied van veiligheid drie teams gestart met de training LSCI. Dit loopt door in 2011. Verder is Signs of Safety opgenomen in de training van Gezin Centraal en is de meldcode kindermishandeling opgenomen in het Protocol Kindermishandeling. Herinrichting 24-uursaanbod Om de veiligheid van jongeren die bij Cardea wonen te verhogen en de buurtoverlast te verminderen, heeft Cardea in 2010 uitvoering gegeven aan het uitgangspunt dat jongeren onder de 18 jaar niet zonder een vorm van 24-uurs toezicht bij Cardea wonen. Dit heeft geleid tot de gefaseerde ombouw van de KamerTrainingsCentra (KTC’s) naar NaastwonendMentorhuizen en Trainingshuizen. Een Trainingshuis bestaat uit één starthuis en twee satellietwoningen. Dit maakt het mogelijk om een gefaseerd traject uit te zetten, waarbij wordt aangesloten bij de problematiek en de mate van zelfstandigheid van een jongere. Afhankelijk van de problematiek start een jongere in het starthuis, met 7 x 24 uur toezicht. Zodra een jongere meer zelfstandigheid aan kan, verhuist hij/zij naar één van de twee satellietwoningen. In totaal zijn door ombouw 30 behandel- en crisisplaatsen gerealiseerd in Leiden, Alphen aan den Rijn en Sassenheim. In december 2010 is de behandel/crisisgroep van Sassenheim naar Hillegom verhuisd. Hiermee is de huisvesting van de groep op een adequaat veiligheidsniveau gekomen. 2.5.3 Modernisering accommodaties Speerpunt Status Aanpassingen aan Voortgezet beleid accommodaties, conform aanvraag bouwimpuls
Resultaat Aanpassingen zijn gestart of gerealiseerd
Cardea heeft in 2010 in het kader van de Bouwimpuls Zorginstellingen van het ministerie van Jeugd & Gezin subsidie ontvangen. Er is een start gemaakt met de modernisering van een aantal accommodaties. Zie verder paragraaf 5.2.
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
17
3
Cliënten en vertrouwenspersonen
3.1 Cliëntenraad De cliëntenraad bespreekt het jaarplan, meerjarenplan en het jaarverslag van de organisatie. Daarnaast kan de cliëntenraad adviezen uitbrengen over alle zaken die cliënten direct betreffen (zoals het zorgaanbod en de accommodaties van Cardea) of wijzigingen van of in de organisatie. De bestuurder woont een gedeelte van elke vergadering van de cliëntenraad bij. Vanuit de cliëntenraad wordt deelgenomen aan het provinciale cliëntenoverleg en aan het jaarlijkse gesprek met de gedeputeerde. In 2010 heeft Cardea een nieuwe ondersteuner voor de cliëntenraad aangesteld. In december 2010 bestond de raad uit drie ouders, een voogd en twee leden van de jongerenraad. De Cliëntenraad is gestart met een wervingsactie voor nieuwe leden. Dit heeft geresulteerd in twee potentiële nieuwe leden. Tijdens de vergaderingen is onder andere gesproken over nazorg bij de cliënten van 18 jaar en ouder, het advies over de huisvergadering, tienermoeders, de samenwerking met de Aloysiusstichting, de spaarregeling voor jongeren en er is meegedacht over het profiel van de nieuwe bestuurder van Cardea. Met de cliëntvertrouwenspersoon van het AKJ is gesproken over de klachtenprocedure bij Cardea. Daarnaast heeft de cliëntenraad voorlichting gehad over de effectiviteit van de hulp van Cardea en het managementdashboard dat Cardea gebruikt. Een aantal leden van de raad heeft deelgenomen aan de studiedag over de invoering van de nieuwe kwaliteitsstandaarden voor de jeugdzorg, (Quality4Children). 3.2 Jongerenraad In 2010 heeft de jongerenraad gemiddeld 11 leden. De ondersteuners van de jongerenraad kregen in 2010 een urenuitbreiding naar 12 uur per persoon per week. Bovendien kwam er plaats voor twee stagiaires. Dit heeft erin geresulteerd dat in 2010 meer activiteiten konden plaatsvinden dan in 2009. Ook in 2010 werd de jongerenraadsvergadering twee keer bezocht door sectormanager 12-18, één keer door de bestuurder en twee keer door de Cliëntvertrouwenspersoon. Twee leden van de jongerenraad waren afgevaardigd in de Cliëntenraad en bezochten in deze hoedanigheid de werkgroep Cliëntparticipatie. Zij bezochten twee keer de provinciale overleggen van cliëntenraden. De inhoudelijke speerpunten in 2010: • imagoverbetering van de jeugdzorg • de inzet van de ervaringsdeskundigheid van de jongeren door middel van trainingen voor en door jongeren en medewerkers binnen en buiten Cardea. Een speciaal project in 2010 was de theaterproductie ‘It’s my life’. De leden van de jongerenraad waren nauw betrokken bij de productie. Maanden is met de jongeren van Cardea hard aan het project gewerkt. Hun rol varieerden van fondsenwerving, meedenken over het projectplan, betrokken zijn bij evaluatiemomenten tot deelname aan de theaterproductie. Zie bijlage 4 voor een volledig jaaroverzicht van de activiteiten van de jongerenraad. 3.3 Vertrouwenspersoon Op basis van het jaarverslag 2009 van het AKJ heeft het AKJ acties voor 2010 geformuleerd. De rapportage van het AKJ is een welkome aanvulling op de inzet in de continue verbetering van de zorg van Cardea. Cardea heeft actie ondernomen om het indienen van verbeterpunten/klachten te vereenvoudigen en meer transparant te maken. Er wordt ingezet op het direct kunnen indienen van klachten/verbeterpunten via de website.
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
18
4
Financiële resultaten
RESULTATEN REKENING CARDEA Werkelijk
Werkelijk
2010
2009
BATEN Subsidie Provincie Zuid-Holland
22.596.221
21.669.438
1.511.153
1.256.812
238.349
260.606
24.345.723
23.186.856
18.962.301
17.654.183
Huisvestingskosten
2.754.378
2.750.251
Apparaatskosten
1.135.169
1.173.970
Afschrijvingskosten
442.400
457.542
ICT-kosten
130.199
128.156
Verzorgingskosten
772.273
727.421
24.196.720
22.891.523
149.003
295.333
Financiele baten
99.929
107.522
Financiele lasten
(32.292)
(32.292)
67.637
75.230
216.640
370.563
Fondsen en overige subsidie Overige inkomsten
Totaal BATEN
LASTEN Personeelskosten
Totaal LASTEN
BEDRIJFSRESULTAAT
FINANCIEEL RESULTAAT
RESULTAAT BOEKJAAR
Zie het financiële jaarverslag voor de uitgebreide financiële resultaten.
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
19
5
Facilitaire zaken, huisvesting en organisatie
5.1 Gebruiksvergunning Cardea werkt op het terrein van brandveiligheid intensief samen met de firma Intertraining. Dit bedrijf controleert jaarlijks alle Cardea-accommodaties op brandveiligheid, waarbij de benodigde aanpassingen worden doorgevoerd, de ontruimingsplannen worden opgesteld en er ontruimingsoefeningen worden gehouden. Tevens leidt het bedrijf de ruim 100 BHV-ers op. Intertraining beoordeelt de gebruiksvergunningen en vraagt deze aan waar nodig. Daarnaast werkt Cardea samen met het bedrijf Quality Guard, dat de maandelijkse NEN-controles uitvoert op alle accommodaties met een brandmeldinstallatie.
5.2 Huisvesting In samenwerking met adviesbureau AOS is het strategisch vestigingsbeleid opnieuw vastgesteld. Het bureau Van Egmond Totaal Architectuur heeft de meerjarenonderhoudsplannen geactualiseerd. Door factoren die buiten de verantwoordelijkheid van Cardea liggen, gaat de geplande nieuwbouw van Cardea Jeugdzorg op het terrein van het LUMC te Leiden definitief niet door. Inmiddels zijn de voorbereidingen getroffen om de oorspronkelijke bouwplannen op het eigen terrein in Leiderdorp te continueren. De plannen konden destijds niet doorgaan, vanwege geldende wet- en regelgeving (betreffende milieu en volksgezondheid). Intussen zijn de oorspronkelijke belemmeringen weggenomen door herinrichting van het gebied. Bij de provincie is het verzoek ingediend om de voor Cardea geoormerkte middelen voor bouw aan te mogen wenden voor de ontwikkeling van Leiderdorp. Cardea Jeugdzorg heeft eind 2009 een subsidie ontvangen van bijna 2,3 miljoen, in het kader van de Bouwimpuls zorginstellingen van het ministerie van Jeugd & Gezin. Door deze subsidie is Cardea in staat locaties te moderniseren en aan te passen aan het type zorg dat wordt geleverd. Een voorbeeld hiervan is de ombouw van een voormalig politiebureau tot een voorziening voor hulp aan kinderen volgens de moderne eisen van wonen en zorg. De panden die verbouwd worden, liggen alle in de regio Zuid-Holland Noord. De • • • • •
volgende projecten worden met de bouwimpuls gefinancierd: Project 1: Verbetering brandveiligheid Cardea Campus Alphen aan den Rijn Project 2: Aanpassing accommodatie Gezin Op Maat, Noordwijkerhout Project 3: Aanpassing accommodatie Crisis- en behandelgroep, Hillegom Project 4: Aanpassing accommodatie crisisgroep, Hazerswoude Rijndijk (oorspronkelijk Alphen aan den Rijn) Project 5: Oorspronkelijk was dit project geheel voor de aanpassing accommodatie tienermoeders en slachtoffers loverboys in Leiden. Onverhoopt is dit project niet doorgegaan en dientengevolge omgevormd in negen vervangende projecten: o Aanpassing accommodatie voor tienermoeders en slachtoffers loverboys, Lisse o Uitbreiding en aanpassing accommodatie Evenaar, Alphen aan den Rijn o Uitbreiding en aanpassing accommodatie Henry Dunantweg, Alphen aan den Rijn o Uitbreiding en aanpassing accommodatie Lage Rijndijk, Leiden o Uitbreiding accommodatie Gezin Op Maat, Leiden o Aanpassing in verband met brandveiligheid Kagerdreef, Sassenheim o Aanpassing in verband met brandveiligheid Bijdorp, Leiderdorp o Aanpassing accommodatie Gerrit v.d. Veenstraat, Leiden o Aanpassing in verband met brandveiligheid, Rijnsburgerweg, Leiden
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
20
5.3 ICT/informatisering In 2010 stond ICT in het teken van integratie, efficiency en het vergroten van het sturend vermogen met ICT als belangrijk hulpmiddel. • De pilot waarin ambulant werkers zijn uitgerust met een laptop om het aantal uren cliëntcontacttijd te vergroten, is uitgevoerd. • Het onderzoek naar het migratiepad voor de vervanging van het serverpark en de koppeling van kernapplicaties is gestart. • Het programma Berg Op is inmiddels bij een aantal instellingen in gebruik. In dit programma kunnen testscores worden geregistreerd, scores kunnen worden geanalyseerd en testprofielen worden opgesteld. • In oktober 2010 is de koppeling tussen de elektronische agenda, het registratieprogramma (Care4) en de reiskostendeclaratie gerealiseerd. • Met betrekking tot een digitaal managementdashboard zijn gesprekken met leveranciers gestart. De implementatie is nog niet gerealiseerd.
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
21
6
Personeel
Inleiding Na een aantal jaren waarin de provincie extra financiële middelen heeft toegekend, is in 2010 het tij gekeerd en is er voorlopig geen zicht op extra inkomsten. Het gevolg hiervan is dat contracten van een aantal medewerkers in tijdelijke dienst zijn beëindigd. Dit gewijzigde perspectief heeft enige beroering gegeven, aangezien goed opgeleide collega’s na een relatief korte periode dienden te vertrekken. De groep medewerkers die bij de KTC’s werkzaam waren, zijn na ombouw van de voorzieningen allen intern herplaatst. In de sector 0-12 is teruggegaan naar de oorspronkelijke organisatiestructuur en is de manager vervangen. Concluderend kan worden gesteld dat Cardea een flexibel en weerbaar personeelsbestand heeft. Een belangrijke indicator in dit verband is de daling van ziekteverzuimpercentage van 5,7% naar 4,6% in 2010. Pay roll In 2010 • staan gemiddeld 440 medewerkers op de pay roll van Cardea, • werken 10 chauffeurs via payrolling bij P/Flex voor Cardea, • worden o.a. diensten ingehuurd voor: o schoonmaak o ICT o Begeleiding huisvesting o Diverse adviestaken zoals op het gebied van financiën, AWBZ. Inzake het aantal stageplaatsen was voor 2010 de norm gesteld op 10% van het aantal medewerkers. Dit doel is behaald.
Personeel-/Leeftijdopbouw Personeelopbouw Man Vrouw
2009 19% 81%
2010 16% 84%
Leeftijdopbouw
Leeftijdopbouw 2009-2010 25%
20%
15% 2009 2010 10%
5%
0% 0-25
26-30
31-35
36-40
41-45
46-50
51-55
56-60
61-67
Leeftijdsgroepen
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
22
Kengetallen • Verhouding man/vrouw Het percentage mannen in de jeugdzorg loopt terug; dit is een trend binnen de gehele jeugdzorg. • De leeftijdsopbouw De doelstelling voor 2010 was minder jong/nieuw personeel. Deze doelstelling is gerealiseerd. • Ouderschapsverlof Van de medewerkers heeft 10% een aanvraag voor ouderschapsverlof gedaan in 2010 • Seniorenverlof 11% van de medewerkers is 55 jaar en ouder en hebben vitaliteitverlof. Van de 11% is 5% werkzaam in het primaire proces (pedagogisch en ambulant medewerkers) en 6% in overige functies. Instroom In 2009 zijn 102 medewerkers ingestroomd, doordat Cardea tijdelijke middelen ontving voor de bestrijding van wachtlijsten (ongeveer € 5 miljoen). Een groot deel is uitgestroomd, omdat na beëindiging van de tijdelijke arbeidsrelaties in 2010, pas in september/oktober van dit jaar duidelijk werd dat er weer wachtlijstengelden voor 2010/2011 zouden zijn. Vandaar dat Cardea niet optimaal heeft kunnen profiteren van verder opgeleide/ingewerkte medewerkers. Er zijn toch weer 50 nieuwe medewerkers aangesteld. Instroom Primair proces Overig Totaal
2009 87 15 102
2010 38 12 50
Doorstroom In 2010 zijn totaal 17 collega’s doorgestroomd. Het beleid is er op gericht om medewerkers horizontaal en verticaal te laten doorstromen. Dit beleid wordt gestimuleerd en werpt zijn vruchten af.
Doorstroom Primair proces Overig Totaal
2009 31 4 35
2010 14 3 17
Uitstroom Cardea heeft in 2010 een verlooppercentage van 11,9%. Dit betekent dat een medewerker gemiddeld 8 jaar bij Cardea blijft. Het gaat hierbij om het percentage medewerkers dat gedurende het jaar uit dienst ging ten opzichte van het totale aantal medewerkers van Cardea. Uitstroom Primair proces Overig Totaal
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
2009 32 8 40
2010 36 14 50
23
6.1 Opleiding Er is veel geïnvesteerd in de opleiding van medewerkers. Opleiding in evidence based methodieken heeft hierin prioriteit en is kostbaar. Toch is het doel ieder jaar een klein aantal medewerkers te certificeren in een evidence based-opleiding. Ook in 2010 is dit gerealiseerd. Overzicht opleidingen Specifieke methodieken: • MDFT • FF/ASH • FFT Specifieke trainingen: • Veiligheid: o Signs of Safety o ART o Rots en Water o Agressie Regulatie Training • Kindgericht: o Kanjertraining • Gezinsinterventies: o Opleiding gezinstherapeut o Systeemgericht werken Inwerkprogramma nieuwe medewerker Opleiding/training in verband met loopbaan en re-integratie Algemene trainingen: • BHV • Care4 • Harmony 6.2 Diversiteit Naar aanleiding van een afstudeerscriptie in 2010 over diversiteit, is een plan opgesteld om in 2011 om peiling uit te voeren naar de behoefte om interculturele kennis te vergroten en werkwijze te ontwikkelen die verder in de organisatie kan worden ingezet. 6.3 Ziekteverzuim In 2009 was het ziekteverzuimpercentage opgelopen tot 5,7%. Het doel voor 2010 was het verzuim met 1% terug te dringen, wat heeft geresulteerd in extra maatregelen. De doelstelling is gehaald: het verzuimpercentage is uitgekomen op 4,6%. Hiermee blijft Cardea ruim onder het landelijk jeugdzorg-gemiddelde.
Cardea
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
Jeugdzorg
24
6.4 Vertrouwenspersoon voor medewerkers Sinds maart 2010 is er een vaste externe vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon heeft een jaarrapportage gemaakt waaruit blijkt dat in 2010 vier medewerkers contact hebben gezocht met de vertrouwenspersoon. In één geval oordeelde de vertrouwenspersoon, dat er geen sprake was van een situatie die zich leent voor inschakeling van de vertrouwenspersoon. Voor de vertrouwenspersoon is er geen aanleiding tot het doen van algemene aanbevelingen. 6.5 Harmony In 2010 is Harmony (personeelsplanning- en roostersysteem) geïmplementeerd. Het systeem biedt voordelen voor teamleiders en hulpverleners. 6.6 Flexpool Begin 2010 bleek de inzet van werknemers via uitzendbureau’s verder op te lopen. Er is toen besloten tot het maken van één flexpool voor de gehele organisatie. In de flexpool zijn pedagogisch medewerkers werkzaam die inzetbaar zijn binnen de gehele instelling. De flexpool was direct een groot succes; de kosten van de inzet van uitzendbureau’s liepen drastisch terug. Het op peil houden van de flexpool vraagt continue aandacht, echter de investering hierin blijkt zich terug te betalen. Harmony heeft het maken van een centrale flexpool gemakkelijk gemaakt. 6.7 Registratie diploma’s en VOG Na het afronden van een functierelevante opleiding is ook in 2010 weer gecheckt of het diploma of certificaat daadwerkelijk is behaald. Van alle medewerkers is een VOG aanwezig. Het beleid in de branch is dat één keer per 5 jaar elke medewerker een nieuwe VOG aanvraagt.
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
25
7
Overige informatie
7.1 Raad van Toezicht De Raad van Toezicht (RvT) van Cardea heeft in 2010 drie keer vergaderd. Belangrijke thema’s voor de RvT in 2010: • Zelfevaluatie van de RvT onder leiding van Pauline Meurs (hoogleraar Bestuur van de Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit Rotterdam). • Goedkeuring fusie Cardea/Werkhotel. • Voorbereiding statutenwijziging; besproken zijn de noodzakelijke/gewenste aanpassingen in de statuten zodat de statuten blijven voldoen aan de governance code. • Verlaging van het ziekteverzuim (van 5,7% naar 4,6%). • Het strategische meerjarenbeleid van de organisatie, gegeven de ontwikkelingen in en rond het stelsel van de jeugdzorg. • Procedure opvolging bestuurder. Daarnaast is op voorstel van de RvT en in het kader van het 10-jarig bestaan van Cardea op 27 oktober in het Kinderrechtenhuis van Leiden een boeiend minisymposium/politiek café georganiseerd over de stelselherziening in de jeugdzorg. De RvT kende ook in 2010 twee commissies: de financiële commissie en de huisvestingscommissie. De RvT heeft de begroting en het jaarplan 2011, het jaarverslag en de jaarrekening 2009 en het meerjaren beleidsplan besproken en goedgekeurd. De • • •
Raad van Toezicht bestaat uit de volgende personen: De heer M. van Rijn - voorzitter • De heer H.W. van Heuven De heer G.J. van Zoelen - vice-voorzitter • Mevrouw C. Langelaar De heer L. Geluk • De heer G.F. van Pijkeren
7.2 Ondernemingsraad Cardea heeft een ondernemingsraad (OR) die elke zes tot acht weken vergadert in aanwezigheid van de bestuurder en de HR manager. In 2010 hebben bestuurder en OR zeven keer met elkaar om de tafel gezeten. Thema’s in 2010: • Vakantiebeleid; • Verlof- en Vitaliteitsbudget • Overige personele zaken • Financiën (begroting, jaarverslag, (Jaargesprekken, Opleidingsplan); jaarrekening, et cetera). • Proces opvolging bestuurder; • Wijzigingen in organisatiestructuur; In 2010 bestond de OR uit negen leden. Aan het begin van het jaar hebben de leden een 2-daagse training gevolgd om hun rol beter te kunnen uitvoeren. Er is een directe communicatie met achterban door middel van de inzet van een vast contactpersoon in elk team of afdeling. Verder is het OR-reglement nagenoeg vastgelegd en aangepast zodat er in 2012 gewerkt kan worden met verkiezingen. 7.3 Communicatie In 2010 is het ingezette beleid voortgezet op het onderhouden en verbeteren van de bestaande communicatiemiddelen. Het vertrek van de communicatieadviseur is tijdelijk intern opgevangen. Hierdoor zijn de noodzakelijke activiteiten uitgevoerd, maar is vooral de uitbreiding van communicatie-instrumenten niet gerealiseerd. Onder andere de brochures en folders zijn daar waar nodig geactualiseerd en zijn de lokale en regionale pers actief benaderd over activiteiten van Cardea. In september 2010 is een nieuwe communicatieadviseur met een marketingachtergrond gestart.
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
26
Bijlage 1 2010 in cijfers Cardea totaal Onderstaande tabel geeft inzicht in de totale productie van Cardea, gebaseerd op structurele en incidentele middelen van PZH én van andere subsidieverstrekkingen zoals via gemeenten en ten gevolge van de AWBZ. 2005 Productiecijfers totaal 2006 2007 2008 2009 2010 Aanmeldingen
1.409
1.469
1.875
1.741
2.101
2.488
Cliënten in zorg (jaar)
1.486
1.754
1.900
2.092
2.296
2.746
Trajecten in zorg (jaar)
1.646
2.056
2.355
2.462
2.892
3.395
Nieuw gestarte trajecten
1.034
1.257
1.270
1.507
1.821
2.011
289 …waarvan uit tijdelijk 422 120 334 585 219 budget 165 Wachtend op 31 dec >49 0 380 195 30* 40** dagen (norm tot 2010 >60 dagen) * = 5 cliënten wachtend vanwege capaciteitsgebrek, 25 wachtend ten gevolge van cliëntspecifieke redenen. ** = 40 wachtend ten gevolge van cliëntspecifieke redenen.
Het aantal cliënten dat in 2010 is geholpen, is bijna 20% gestegen ten opzichte van 2009. Wanneer de groei wordt omgezet in indexcijfers ontstaat het volgende beeld: 2005 = 100 2006 = 118 2007 = 128 2008 = 141 2009 = 155 2010 = 185
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
Aanwezig 31-122010
Totaal in zorg 2010
368 9 76 20 15 24 81 55 29 22 12 53 38 16 818
Uitstroom in 2010
Individuele ambulante hulp 0-18 Ambulante hulp 17+ Medisch Psychosociaal 0-18 Hulp na echtscheiding Observatie en Diagnostiek 0-7 Dagbehandeling Ouder kind 0-4 Dagbehandeling Zorg - Onderwijs 3-6 Naschoolse dagbehandeling 6-12 Dagbehandeling Onderwijs-Zorg 6-12 Toeleiding Onderwijs/Werk 12-18 Gezin op maat Fasehuizen (3 niveaus) Behandelgroep 0-18 Crisishulp Totaal
Start in 2010
Aanwezig 01-012010
Productie op basis van structurele middelen PZH Het volgende overzicht bevat de productie (programma’s) op basis van de structurele middelen van de provincie Zuid-Holland Programma
534 18 134 34 33 23 59 59 15 57 13 40 48 288 1.355
440 21 71 40 32 22 62 42 9 46 10 45 46 270 1.156
462 6 139 14 16 25 78 72 35 33 15 48 40 34 1.017
902 27 210 54 48 47 140 114 44 79 25 93 86 304 2.173
27
Totaal in zorg 2010
1 1 1 3
11 0 0 11
9 1 1 11
3 0 0 3
12 1 1 14
294 98 18 6 8 424
0 0 0 0 0 0
294 98 18 6 8 424
0 0 0 0 0 0
294 98 18 6 8 424
1 0 1
0 25 25 219 219 255
1 23 24 8 8 467
0 2 2 211 211 216
1 25 26 219 219 683
0 428
Begeleiding AWBZ Preventieproducten Project NU Werkhotel PGB Totaal in opdracht van derden
13 71 22 30 2 138
Uitstroom in 2010
23 344 13 20 1 401
8 236 33 36 1 314
Aanwezig 31-122010
Uitstroom in 2010
Start in 2010
Aanwezig 01-012010
Productie op basis van middelen overige subsidieverstrekkers Het volgende overzicht betreft de productie (programma’s) op basis van uit andere bronnen ontvangen middelen zoals gemeenten, onderwijs en AWBZ. Programma
28 179 2 14 2 225
Totaal in zorg 2010
Aanwezig 31-122010
Flex Individuele ambulante hulp 0-18 Naschoolse dagbehandeling 6-12 Dagbehandeling Onderwijs-Zorg 6-12 Totaal Afronding wachtlijstmiddelen Ambulant Daghulp Daghulp ombouw residentieel Residentieel Basis Residentieel intensief Totaal Track Individuele ambulante hulp 0-18 (2009) Individuele ambulante hulp 0-18 (2010) Totaal Wachtlijstmiddelen 2010 Totaal Totaal generaal
Start in 2010
Programma
Aanwezig 01-012010
Productie op basis van incidentele middelen Het volgende overzicht betreft de productie (programma’s) op basis van incidentele middelen van de provincie Zuid-Holland.
36 415 35 50 3 539
• Gegevens cliënten Onderstaande gegevens van cliënten hebben betrekking op alle cliënten van Cardea. Dus ook cliënten die via andere financieringsstromen dan Provincie Zuid-Holland bij Cardea terecht zijn gekomen.
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
28
Sekse en leeftijd van (unieke) cliënten Geslacht 0-6 7-12 Man Vrouw Totaal % lftgroep
309 184 493 18%
63% 37%
542 323 865 32%
63% 37%
13-18 574 614 1.188 43%
Leeftijdverdeling naar (traditionele) hulpvorm Type 0-6 7-12
48% 52%
13-18
Ambulant 233 47% 590 68% 846 71% Dagbehandeling 217 44% 180 21% 58 5% Residentieel 43 9% 95 11% 284 24% Totaal 493 865 1.188 * = gefinancierd door AWBZ, Scholen, Gemeenten etc.
19 en ouder 94 47% 106 53% 200 7%
19 en ouder* 179 90% 1 1% 20 10% 200
totalen 1.519 1.227 2.746 100%
55% 45%
totalen 1.848 456 442 2.746
67% 17% 16%
Herkomst cliënten De herkomst van cliënten die zorg ontvangen van Cardea was in de jaren 2009 en 2010 als volgt: Regio 2009 2010 Leiden 50% 50% Alphen aan den Rijn 24% 21% Katwijk 13% 14% Lisse 14% 15% De gegevens over de herkomstregio hebben invloed op het accommodatiebeleid van de organisatie.
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
29
Bijlage 2 Zicht Op Effectiviteit Doelrealisatie Cardea meet de mate waarin de einddoelen bij het beëindigen van de hulp zijn gehaald met de zogenaamde GAS-score. Deze GAS-score wordt in overleg met de cliënt aan de einddoelen toegekend. Van de in Care4 geregistreerde en gescoorde einddoelen is 50% geheel behaald, 39% is deels gehaald en 11% is niet gehaald. Om zicht te krijgen op de aard van de geformuleerde doelen gebruikte Cardea oorspronkelijk het Standaarddoelenschema (SDS). Om binnen de provincie Zuid-Holland op een vergelijkbare wijze de aard van de einddoelen te categoriseren is binnen PSJverband de afspraak gemaakt eenzelfde instrument daarvoor te gebruiken. Om die reden is Cardea in het tweede kwartaal van 2010 overgestapt op de ‘Doelenboom’. Alle gedragswetenschappers zijn getraind in het gebruiken van de Doelenboom en hebben dit doorgetraind naar de trajectbegeleiders. Een conversieschema maakt het mogelijk om de categorisering van de einddoelen volgens de SDS-systematiek om te zetten naar de categorieën van de Doelenboom. De koppeling tussen mate waarin doelen gehaald zijn en de aard van de doelen kan gemaakt worden. Cliënttevredenheid Vanaf 1 januari 2010 wordt de mate van cliënttevredenheid conform landelijke en provinciale afspraken gemeten met de Exit-lijst. Cliënten die Cardea verlaten krijgen een Exit-lijst uitgereikt met het verzoek deze ingevuld te retourneren. 70% van de cliënten die Cardea hebben verlaten, hebben een Exit-lijst uitgereikt gekregen. Van de onder de ouders uitgezette lijsten is 44% ingevuld. Van de uitgezette Exit-lijsten onder jongeren ouder dan 12 jaar is 28% ingevuld teruggekomen. De algemene tevredenheid van ouders uitgedrukt in een rapportcijfer is gemiddeld 8.1. Het gemiddelde rapportcijfer gegeven door jongeren is een 7.9. De factorscore resultaat geeft de tevredenheid van de ouders weer over het resultaat van alleen de hulp. Deze factorscore kan maximaal 4.0 zijn. Een factorscore hoger dan 2.5 staat voor ‘zeer tevreden’. Over 2010 is de gemiddelde factorscore van ouders 3.5 en van jongeren 3.4. Reden beëindiging Van de cliënten waarvan de zorg van Cardea in 2010 is beëindigd, is driekwart in overeenstemming tussen cliënt, Bureau Jeugdzorg en Cardea beëindigd. Bij 6% van het aantal cliënten dat Cardea in 2010 heeft verlaten, is de zorg eenzijdig door de cliënt beëindigd en bij 2% is de zorg eenzijdig door BJZ/Cardea beëindigd. In 17% van de gevallen is de reden van beëindiging niet of onjuist geregistreerd. Binnen de groep cliënten die de 24-uurszorg hebben beëindigd, is het percentage cliënten waarvan de zorg eenzijdig is beëindigd het hoogst: bij 12% van de 57 ’24-uursclienten’ is de zorg eenzijdig door de cliënt beëindigd en 7% eenzijdig door BJZ/Cardea. Afname ernst problematiek In het 4e kwartaal van 2010 is Cardea gestart met het werken met meer vragenlijsten aan het begin én aan het einde van de hulp. Door de uitkomsten van de voor- en nameting met elkaar te vergelijken wordt duidelijk of er verandering (effect) is opgetreden. Daarnaast krijgt Cardea (mede) aan de hand van de uitkomsten van de voormeting de soort en de ernst van de problematiek van de cliënt bij aanvang (instroom) hulp inzichtelijk. Dit is van belang omdat de behaalde effectgroottes nooit voor zich spreken maar altijd in relatie gebracht moeten worden met kenmerken van de doelgroep (w.o. de soort en ernst van de problematiek bij aanvang). Gedragswetenschappers zijn getraind in het werken met vragenlijsten. Vanaf het 4e kwartaal van 2010 gebruikt Cardea de volgende vragenlijsten:
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
30
-
STEP: eindmeting. De voormeting wordt door Bureau Jeugdzorg gedaan. Deze eindmeting wordt digitaal via BergOp uitgezet en ingevuld door de trajectbegeleiders. - CBCL ouders: voor meting (als deze niet door BJZ is gedaan) en eindmeting - YSR jongeren: voor en na meting - NOSi-R ouders: voor en na meting De uitkomsten van de vragenlijsten worden besproken met de cliënt en benut in het hulpverleningsproces. De gedragswetenschappers zijn in 2010 getraind in het werken met deze vragenlijsten. Voor het verwerken van de uitkomsten van de vragenlijsten werkt Cardea met BergOp. De secretariaten van de campussen zijn getraind in het werken met BergOp. Een koppeling tussen BergOp en Care4 is in 2010 gerealiseerd.
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
31
Bijlage 3 Evidence Based methoden
* = dit zijn alle productsoorten die onder de methode Gezin Centraal vallen. In 2009 is alleen het aantal product “Gezin Centraal” vermeld.
Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
32
Bijlage 4 Jongerenraad •
• •
• •
•
In 2010 is de jongerenraad twee keer naar de regionale JeugdWelzijnsBeraden geweest. Hierin kwamen de thema’s debatteren en budgetteren aan de orde. Daarnaast is het landelijke JeugdWelszijnsBeraad bijgewoond, waar weer twee Cardea-jongeren zijn geselecteerd om in 2011 mee te gaan naar het Nationaal Jeugddebat in de Tweede Kamer. In juni zijn twee jongeren naar de Tweede Kamer geweest in verband met deelname aan het Nationaal Jeugddebat, georganiseerd door de Nationale Jeugd Raad. Er is medewerking verleend aan diverse interviews (TV-West, tijdschrift kindermishandeling, 7 Days). Een aantal jongeren heeft hun expertise ingezet en meegewerkt aan diverse filmpjes over jeugdzorg en aan het “STUK”-boek. De jongerenraad heeft in 2010 een start gemaakt met social media. De jongerenraad is te vinden op Twitter, Hyves, Facebook en zelfs op LinkedIn. Dit jaar is de Niewzflitz 2 maal uitgebracht, met als doel de bekendheid van de jongerenraad te vergroten en de jongeren van Cardea te informeren over diverse thema’s en projecten en trainingen die er binnen Cardea bestaan. Naar aanleiding van een onderzoek van twee stagiaires heeft de jongerenraad geholpen om inspirerende huisvergaderingen op alle projecten (her)starten.
Trainingen • In oktober is gestart met een workshop voor jongeren die de jeugdzorg gaan verlaten. Door films, opdrachten, uitleg van de checklist en het vertellen van ervaringen, worden jongeren die uitstromen, geholpen om goed voorbereid op eigen benen te staan. • In 2010 is de jongerenraad weer gevraagd om de workshop “bejegening” aan nieuwe medewerkers van Cardea te geven. Daarnaast zijn aan een team van het trainingshuis tips gegeven op het gebied van begeleiding van jongeren op weg naar zelfstandigheid. • Twee mbo-stagiaires hebben een al lang liggend thema opgepakt, namelijk het integreren van ervaringsverhalen van “echte” jongeren in het lesprogramma van de ROC,s. De hbo-stagiaire heeft met de jongeren kant en klare onderdelen uitgewerkt, zodat die ingezet kunnen worden tijdens bijvoorbeeld de training voor nieuwe medewerkers. Een aantal jongeren heeft samen met een van de ondersteuners op de Fontys Hogeschool op een dag over cliëntparticipatie een workshop gegeven over bejegening en 18+ aan 2e jaarstudenten. • Via onze contacten bij STUK is de jongerenraad begin 2010 uitgenodigd om aan diverse professionals (artsen, politie, brandweer) in het Emma kinderziekenhuis te Amsterdam adviezen te geven over bejegening en het bespreekbaar maken van moeilijke onderwerpen (mishandeling, misbruik). • Tijdens het congres Quality4Children op 7 oktober hebben jongeren de workshop: “18+, ben jij er klaar voor” gepresenteerd en de workshop “bejegening” gegeven. • De jongerenraad is uitgenodigd om in een panel, georganiseerd door studenten van de Leidse Hogeschool en JSO, mee te denken en te adviseren over de obstakels bij 18+ en de uitstroom uit de jeugdzorg. Trainingen voor jongerenraadsleden Tijdens de jongerenraad leren jongeren veel, zowel tijdens de vergaderingen in het “gewoon doen” van alle vergadertechnieken als in de interactie met elkaar. Zij leren veel van elkaar, geven elkaar tips en feedback. Daarnaast konden zij gebruik maken van: • In de training nieuwe leden zijn de jongeren getraind als peer educator. Tijdens het weekend leerden jongeren onder andere beter presenteren en feedback geven. • Van het fonds King for a Day ontvingen enkele leden een training PR. Tijdens de vergaderingen hebben de jongeren kunnen oefenen in vergadervaardigheden als voorzitter, presenteren en debatteren. • Omdat de jongerenraad subsidie gekregen in verband met het project Its my life, zijn zij getraind door Youth in Action in het uitvoeren van dergelijke projecten. Jaarverslag 2010 - Cardea Jeugdzorg Maart 2011-03-24
33