Productschap Vis
Jaarverslag 2010
Productschap Vis Jaarverslag 2010
INHOUD Productschap Vis Jaarverslag 2010 Inhoud Voorwoord
3
Het Productschap Vis
5
Kerntaak 1: Kerntaak 2: Kerntaak 3: Kerntaak 4: Kerntaak 5:
2
Adviseren en beïnvloeden Ketenbenadering en verantwoord ondernemen Kennisontwikkeling en innovatie Informatieopbouw en -uitwisseling Inzetten uniek instrumentarium
9 13 15 17 21
Hoe verder in 2011?
35
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7:
39 47 49 53 57 58 60
Samenstelling bestuur en commissies Productschap Vis 2010 Organisatieschema Productschap Vis Heffingen inclusief heffingsoverzicht 2010 Ontwikkelingen in personeel Subsidies 2010 Steuninventaris 2010 Regelgevingsbestand Productschap Vis 2010
VOORWOORD Bedrijfsmatig waren de resultaten in de vissector in 2010 zeer wisselend. Daar waar bijvoorbeeld in de schelpdiersector goede resultaten werden geboekt vanwege goede kwaliteit, volumen en prijzen, was het voor bijvoorbeeld de garnalensector en de schol niet goed. Combinaties van een fors aanbod tegen matige prijzen, en een anderzijds stevig kostenniveau drukten de resultaten bij de laatstgenoemde sectoren sterk. Op het gebied van invoering van nieuwe duurzame vistechnieken werden in de kottersector goede resultaten behaald. Ten aanzien van de wil tot duurzaam investeren kan in 2010 gesproken worden van een trendbreuk. Dit is ook zichtbaar aan de grote belangstelling voor de pulstechniek. In een gezamenlijke inspanning, en door grote inzet van het departement van EL&I is voor de toekomst uitbreiding van ontheffingen voor de pulsvisserij gerealiseerd. Activiteiten binnen het Maatschappelijk Convenant Noordzee kenden een enigszins moeizaam verloop. Het overleg over aanwijzing van beschermde gebieden in de diverse kustzones is begrijpelijkerwijs lastig. Eind 2010 was dit, ondanks pogingen van alle convenantpartners, nog niet afgerond. Op het gebied van MSC certificering van diverse platvissoorten en mosselen is goede voortgang geboekt. Voor de im- en exporterende handel is in 2010 een belangrijke stap gezet door aansluiting te zoeken bij het Veterinair Informatiepunt (VIP). Met name op het gebied van exportbelemmeringen worden door samenwerking met het VIP de lijnen korter naar de autoriteiten in derde landen. Op het gebied van exportcertificering is een begin gemaakt met vereenvoudigde procedures, o.a. door geautomatiseerde systemen in gebruik te nemen. Met de nVWA is in dat verband gesproken over toekomstige certificering op afstand. Voor het Nederlands Visbureau was 2010 een ‘overgangsjaar’. Het derde en laatste jaar van het oude actieplan is succesvol afgerond. Anderzijds is met veel bestuurlijk overleg en groot draagvlak de nieuwe visie op promotie ‘Vis is méér’ vastgesteld. Geconstateerd is dat er een blijvend draagvlak is voor promotie in de toekomst, met meer accent op sector-PR. In de nieuwe vorm, waarbij de activiteiten van de Stichting Nederlands Visbureau geïntegreerd doorgaan binnen het Productschap Vis, heeft dat voor 2011 geleid tot een nieuw en ambitieus actieplan.
De binnenvisserijsector maakte uiteindelijk een slecht jaar door. Bovenop het al bestaande vangstverbod voor aal in de periode september - november werd de aandacht extra gevestigd op dioxine. Najaar 2010 is extra wetgeving aangekondigd op het gebied van vangst en warenwet, hetgeen voor de visserij op aal en wolhandkrab in het rivierengebied een enorme impact zal hebben. Een van de nieuwe activiteiten in 2010 was de start van een ambitieus actieplan voor mosselpromotie 2010-2012. Na een periode van herbezinning hebben kwekers en handel hernieuwd de handen ineen geslagen, en zijn eensgezind gestart met de uitvoering. In de tweede helft van het jaar waren de eerste aansprekende resultaten al zichtbaar. Per 1 januari 2010 is Doeke Faber gestart als nieuwe voorzitter van het Productschap Vis. Na een korte inwerkperiode kon hij volop aan de slag met de onderwerpen die het bedrijfsleven bezig houden. Met name de thema’s duurzaamheid en markt- en ketenontwikkeling hebben zijn bijzondere aandacht. Midden in dit jaar en nog maar op de helft van een mensenleven moesten we afscheid nemen van de secretaris, Wil van de Fliert. Na een felle strijd tegen ziekte heeft hij tot aan het einde van zijn leven met enorme betrokkenheid zijn bijdrage willen geven aan het organisatiebeleid. ir. D.A.M. Risseeuw MBA secretaris
In 2011 zal, naast dit reguliere jaarverslag, opnieuw een Rapportage Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen verschijnen. Hierin doet de vissector verslag van alle activiteiten op gebied van het aanbod van een verantwoord visproduct.
3
4
PRODUCTSCHAP VIS Het Productschap Vis is van en voor de gehele vissector. Van visser tot viskweker en van importeur tot detaillist. Het productschap is krachtens de wet op verzoek van de sector zelf in het leven geroepen als publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. In die hoedanigheid richt de organisatie zijn werkzaamheden op verbetering van de positie en de omstandigheden van ondernemingen en werkenden in de vissector, daarbij rekening houdend met het algemeen belang. De wettelijke verankering van de taakgebieden van de productschappen is terug te vinden in de Wet op de Bedrijfsorganisatie. In artikel 71 is een algemene omschrijving te vinden van de taakstelling: ’een algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening door de ondernemingen, waarvoor zij zijn ingesteld, te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen.’ Missie Het Productschap Vis is een professionele organisatie van en voor de Nederlandse vissector. De organisatie begeeft zich op het raakvlak tussen bedrijfsleven en overheid en is de natuurlijke partner van private organisaties in de vissector. Het Productschap Vis komt op voor de gezamenlijke belangen van werkgevers en werknemers in de visketen om langs die weg te zorgen dat de consument de beschikking krijgt over een verantwoord en gezond product. Hoofdtaken Het Productschap Vis heeft unieke wettelijke bevoegdheden en een bijzondere positie. Dat komt tot uiting in de volgende hoofdtaken: - het bieden van een platform waar alle partijen in de keten elkaar kunnen ontmoeten voor overleg en gesprek over alles wat er in de keten aan de orde is; - op uitdrukkelijk verzoek van de dragende organisaties het uitvoeren van belangenbehartiging voor de bedrijfstak; - het in medebewind uitvoeren van overheidstaken (bv. de buitendienst op de afslagen); - het vaststellen van autonome regelgeving (bv. de haringverordening); - taken op het terrein van arbeid, ondersteuning en onderwijs; - het bijeenbrengen en verstrekken van statistische en andere informatie; - de spreekbuisfunctie naar politiek en samenleving voor de keten; - het innen van financiële middelen voor de collectieve promotie van vis en visproducten
Doelstellingen a. Adviseren en beïnvloeden: - Kennis van de (inter)nationale aan de vissector gerelateerde beleidsontwikkeling en het gevraagd en ongevraagd geven van advies; - Vertegenwoordiging van de vissector (in afstemming met private organisaties en op hun verzoek) in diverse nationale en internationale gremia. b. Ketenbenadering: versterking economische positie vissector door ontwikkeling van collectieve ketenconcepten (bv. voedselveiligheid, kwaliteit, efficiency, etikettering) c. Kennisontwikkeling: uitbouw, vastleggen en aanbieden van kennis over beleidsinhoud en beleidsproces aangaande de gehele vissector. d. Informatieopbouw- en uitwisseling: informatiepunt vissector, statistische informatie, analyses, kengetallen. e. Inzetten uniek instrumentarium: - Autonome verordenende bevoegdheid gericht inzetten; - Gerichte fondsvorming (bestemmingsheffing). f. Versterken van de positie van de visserijsector door het (verder) bijeenbrengen van functies en organisaties binnen de vissector in het Visserijcentrum. Het beleid van het Productschap Vis wordt bepaald door het bestuur. Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemerszijde, benoemd door de dragende organisaties (zie bijlage 1). Het bestuur laat zich op een aantal beleidsterreinen adviseren door commissies. Het bestuur benoemt uit zijn midden het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur heeft specifieke taken bij het financiële beheer. De dagelijkse werkzaamheden van het Productschap Vis worden verricht door het secretariaat. Een organisatieschema treft u aan als bijlage 2, terwijl de ontwikkelingen in personeel worden toegelicht in bijlage 4. Oprichting van en deelname in andere rechtspersonen Op grond van artikel 138 van de Wet op de bedrijfsorganisatie moet de oprichting van en deelname in andere rechtspersonen worden gemeld bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Het Productschap Vis heeft toestemming van de Minister van SZW voor zijn deelname in de volgende rechtspersonen: -
Stichting Nederland Maritiem Land (NML); Stichting Structuurverbetering Mosselkweek en Garnalenvisserij (SSMG); Stichting Nederlands Visbureau (NVB).
5
Toekomst Productschap Vis Het dagelijks bestuur heeft in 2010 beoogd op diverse terreinen (structuur en organisatie, meerjarenbegroting, samenwerking) een aantal knopen door te hakken. Gezien de nog komende exercities in 2011 over de politieke wenselijkheid van product- en bedrijfschappen werd dit meer dan wenselijk geacht. Over de hoofdvoorwaarden waaronder het Productschap Vis een nuttige rol dient te vervullen bestaat brede overeenstemming tussen private partijen: - het zijn van een vraaggestuurde organisatie, - het aanpassen qua omvang op de vraag, - het zijn van een sobere en efficiënte organisatie.
6
Vraaggestuurd richt zich uitdrukkelijk niet op wat het productschap wenst te doen, maar wat dragende organisatie vragen. Veel van de dragende organisaties hebben geen wens tot drastische wijzigingen in het bestaande takenpakket geuit. Derhalve is vooralsnog slechts sprake van een beperkte krimp binnen de beleidsorganisatie. De verkenning tot samenwerking met andere productschappen heeft geleid tot het besluit één gemeenschappelijke werkorganisatie te vormen. Krachtenbundeling op het gebied van medebewindstaken en back-office werkzaamheden moeten tot een efficiencyslag en meer synergie leiden.
KENGETALLEN 2010 WERKGELEGENHEID (FTE) De vissector is goed voor ongeveer 20.000 banen in Nederland. Dit zijn parttimers en fulltimers Aanvoer Handel/verwerking Detailhandel
2.074 5.540 6.000
VLOOT 14 trawlers 295 Noordzeekotters 67 IJsselmeerkotters 65 mosselkotters KWEEKSECTOR: Totaal Per vissoort:
54 kwekerijen 18 paling 13 meerval 4 claresse 2 tilapia 2 snoekbaars
HANDEL
7
Handels- en verwerkingsbedrijven Visspecialisten
± 600 1.700 met minimaal 1 verkooppunt
IM-/EXPORT * Invoerwaarde Uitvoerwaarde * Voorlopige cijfers CBS
± 1,9 miljard euro (waarvan ruim de helft van buiten EU) ± 2,3 miljard euro (waarvan ruim driekwart naar EU)
UITPUTTING BELANGRIJKSTE VISQUOTA 2010 Visquota 2010 Schol Tong Schar & Bot Kabeljauw Wijting Haring Noorse Haring Noord Haring Zuid Heek Noorse kreeften
Quotum 26.575 10.142 11.934 2.771 604 24.829 15.332 9.317 69 921
Vangst 26.623 8.754 7.663 2.629 612 24.698 15.258 9.317 60 699
Percentage 100% 86% 64% 95% 101% 99% 100% 100% 87% 76%
VISCONSUMPTIE 2010 Het huishoudelijk verbruik vis, schaal- en schelpdieren is licht gestegen in 2010. De Nederlandse consument heeft het afgelopen jaar thuis 865 ton meer vis gegeten dan het jaar ervoor (+1 procent). In totaal kochten we 58.749 ton vis, schaal- en schelpdieren voor een bedrag van 531 miljoen euro. Vooral verse vis heeft het goed gedaan, terwijl de afzet van diepvriesvis een daling laat zien. Dit blijkt uit de onderzoeksresultaten van bureau GfK. Vrijwel iedere Nederlander eet weleens vis, schaal- en schelpdieren. Maar liefst 92 procent van de bevolking zet wel eens vis op tafel. Per hoofd van de bevolking eten we thuis inmiddels 3,6 kilo vis per jaar. Vooral de belangstelling voor verse vis neemt toe en laat een stijging van maar liefst 4 procent zien, dat is 974 ton meer dan in 2009. Men is vooral vaker verse vis gaan kopen en meer volume per kopend huishouden. Populair zijn haring, kabeljauw, gerookte zalm en makreel en mosselen. Ook tonijn in blik was populair in 2010, de afzet is met bijna 10 procent toegenomen (4.133 ton in 2009 en 4.533 ton in 2010).
8
De belangrijkste aankoopplaats voor vis is de supermarkt en is goed voor driekwart van de totale bestedingen aan vis, schaalen schelpdieren. Populaire producten in de supermarkt zijn vooral mosselen, tonijn uit blik, vissticks, pangasius, zalm uit de diepvries en gerookte zalm. Bij de visspecialist en marktkraam werd minder vis voor thuisverbruik gekocht. Binnen dit segment wordt juist de consumptie van vis ter plekke, zoals broodjes vis en maaltijden steeds belangrijker. De visspecialist gaat meer en meer de rol van traiteur vervullen.
KERNTAAK 1 Adviseren en beïnvloeden Belangenbehartiging: op nationaal en Europees niveau Het Productschap Vis neemt regelmatig deel aan overleg met vertegenwoordigers van de Europese Commissie in Brussel om zich in te zetten voor de belangen van de Nederlandse vissector. Naast het voeren van direct overleg met de Europese Commissie stelt het Productschap Vis expertise ter beschikking aan de Stichting van de Nederlandse Visserij, die vertegenwoordigd is in diverse adviesorganen van de Europese Commissie, waaronder het Raadgevend Comité voor de Visserij en Aquacultuur, de Regionale Adviesraden (RAC’s) voor de Noordzee, de Noord- en de Zuidwestelijke Wateren, de pelagische RAC, de ‘distant waters’ RAC en het Comité voor de Sociale Dialoog. Een belangrijk onderwerp op de agenda in 2009 betreft de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. In 2010 heeft het Productschap Vis namens de gehele sector de Tweede Kamer en het ministerie van EL&I (voorheen LNV) geïnformeerd over het Masterplan duurzame visserij, windmolenparken op de Noordzee, aandachtspunten rondom Natura 2000, en de Deltawet. Jaarlijks vinden de TAC- en quota-onderhandelingen plaats in de Raad van Ministers in Europa. Het productschap voedt het ministerie vooraf en tijdens deze onderhandelingen met standpunten en expertise. In 2010 heeft het Productschap Vis de standpunten ten aanzien van deze onderhandelingen namens de sector richting het ministerie van EL&I en de Tweede Kamer kenbaar gemaakt. Dit heeft er mede voor gezorgd dat de kortingen in de TACs van de geassocieerde bestanden beperkt bleven en de TAC voor tong gelijk is gebleven aan die van 2010. De pulsvisserij is ook meerdere malen aan de orde gesteld, vooral eind 2010 heeft het productschap, samen met de dragende organisaties, en het Wereld Natuurfonds en Stichting de Noordzee een verzoek gericht aan Staatssecretaris Bleker gestuurd waarin ze pleiten voor een uitbreiding van de ontheffingen voor de pulskor. Deze actie heeft er voor gezorgd dat de uitbreiding er kwam tijdens de decemberraad eind 2010. Bemiddeling bij internationale quotumruilen Nederland onderscheidt zich van de meeste andere Europese lidstaten op het gebied van internationale quotumruil. Terwijl vrijwel overal de overheden een belangrijke speler zijn, worden deze onderhandelingen in Nederland vanuit de sector zelf gedaan. Het afgelopen jaar heeft Nederland 130 internationale quotaruilen gedaan, van heel simpele tot heel gecompliceerde. Deze quotaruilen met andere lidstaten moeten officieel worden geregistreerd door de overheden van de lidstaten bij de Europese Commissie in het zogeheten FIDES systeem. Dit om ervoor te waken dat het totaal
1 december 2010, het eerste reguliere overleg tussen de PVIS-bestuurders, vergezeld van themadeskundigen en de nieuwe bewindspersoon, H. Bleker van EL&I. Van links naar rechts: Pim Visser, Hans van Geesbergen, Addy Risseeuw, Alex Koelewijn, Auke van de Kerk, Doeke Faber, Henk Bleker, Johan Nooitgedagt, Guus Pastoor, en Paula den Hartog.
van alle lidstaten nooit meer is dan de desbetreffende TAC. Namens het Productschap Vis fungeert Gerard van Balsfoort (vertegenwoordiger van de PFA) – juist vanwege zijn onafhankelijke rol – als de voorbereidende schakel bij deze ruilen. Over de prijs van de te ruilen vangsthoeveelheden – dit noemt men de ruilvoet – moet soms stevig onderhandeld worden. Politiek Kamerleden en hun beleidsambtenaren worden actief en desgevraagd geïnformeerd over de standpunten van de vissector over tal van onderwerpen die in de Tweede Kamer worden behandeld. Daarnaast vindt regulier overleg plaats met de bewindspersoon van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, inmiddels Economische Zaken, Landbouw & Innovatie. Bestuurders van het Productschap Vis bespreken actuele thema’s, al dan niet ter voorbereiding op nader overleg in de Tweede Kamer of binnen de Visserijraad te Brussel. Omdat veel regelgeving haar oorsprong kent in de Europese Commissie, is de belangenbehartiging namens de Nederlandse vissector van belang in een zo vroeg mogelijk stadium van nieuw te vormen regelgeving of aanpassing ervan. Omdat de vissector geen vaste ‘lobbyist’ in het Brusselse circuit heeft, wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van berichtgeving vanuit diverse bronnen om af te stemmen met de eigen achterban. Natura 2000 en de vissector Sinds 2007 zijn groepen gebieden aangewezen op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn, de zogenaamde Natura 2000-gebieden, waardoor onder andere de Waddenzee, Oosterschelde, Westerschelde en het IJsselmeer. Het Productschap Vis heeft sinds 2007 uitdrukkelijk gebruik gemaakt van de inspraakmogelijkheden bij alle wateren die voor zowel de binnenvisserij als zee- en kustvisserij van belang zijn. De inspraak heeft betrekking gehad op de instandhoudingdoelstellingen, die op dit moment nog erg vaag zijn geformuleerd. De exacte formulering van deze doelstellingen is voor de toekomst van de visserij en schelpdierkweek van groot belang. Wordt bijvoorbeeld gesteld dat het oppervlak aan ongestoorde zeebodem dient toe te nemen, dan betekent dit in feite dat het areaal visgebied moet worden verminderd. Door het productschap is er met kracht voor gepleit om rekening te houden met de bestaande visserijactiviteiten die in de aangewezen gebieden plaatsvinden. Van een groot aantal van de sinds 2007 voorlopig aangewezen gebieden heeft het ministerie van LNV deze in 2010 definitief aangewezen. Het productschap heeft voor een aantal belangrijke visgebieden, zoals de Oosterschelde, beroep ingesteld tegen deze definitieve aanwijzing.
9
Overleg met de verschillende visserijsectoren over de te volgen strategie blijft hierbij van belang.
10
Waddenzee en Noordzeekustzone In 2009 zijn Waddenzee en Noordzeekustzone definitief aangewezen als Natura 2000-gebieden. Hier is door het productschap beroep tegen ingesteld. In het najaar van 2010 heeft dit beroep gediend bij de Raad van State. Insteek van de beroepen van het productschap, is dat de doelen voor deze gebieden niet duidelijk genoeg zijn, waardoor onzekerheid ontstaat over het voortbestaan van visserijactiviteiten in de gebieden. Ook is het argument van de Minister van EL&I (voormalig LNV) dat nog niet is gebleken dat de visserijsector schade zal ondervinden van de aanwijzing onjuist. Voorbeelden zijn de kokkelsector, die als politieke compensatie is ingeruild voor aardgaswinning. De mosselsector heeft exploitatiemogelijkheden moeten inleveren en vervolgens fors moeten investeren in andere technieken. De garnalensector wordt geconfronteerd met gesloten gebieden. De kleinschalige visserij heeft ieder jaar weer opnieuw te maken met vergroting van rustgebieden voor zeehonden en vogels. Om nog niet te spreken over de zeer hoge kosten van het laten maken van passende beoordelingen en de niet te onderschatten onzekerheden voor de bedrijfsvoering, die de sectoren ervaren op het moment dat hun NBwet-vergunning afloopt of wordt aangevochten. Vanwege dit alles is ook verzocht om een specifieke schaderegeling voor de visserij. Uitspraak wordt pas in de loop van 2011 verwacht. Beheerplannen Voor een groot deel van de Natura 2000-gebieden is het bevoegde gezag (voor de ‘natte gebieden’ meestal Rijkswaterstaat) gestart met het opstellen van de beheerplannen. In deze plannen zal een beschrijving worden opgenomen van alle activiteiten die in het gebied plaatsvinden, de mogelijke effecten van deze activiteiten op de natuurdoelen en eventuele maatregelen om de effecten op de natuur tegen te gaan. Het Productschap Vis is in 2010 bij veel van deze beheerplannen direct en indirect betrokken om ervoor te pleiten dat de huidige visserijactiviteiten zo ongestoord mogelijk door kunnen blijven gaan. Het komend jaar zullen de discussies over de diverse beheerplannen doorgaan en het productschap zal namens de sector bij deze discussies betrokken blijven. Natura 2000 op zee Eind 2008 zijn ook de eerste gebieden op de Noordzee door het ministerie van LNV bij de Europese Commissie aangemeld als Natura 2000-gebied. Het gaat om de Doggerbank, Klaverbank, Vlakte van Raan en de Noordzeekustzone tussen Petten en Bergen. Op de aanmeldingsdocumenten is door het productschap namens de sector ingesproken. Op de valreep zijn door de Staatssecretaris van EL&I eind 2010 de Noordzeekustzone en de Vlakte
van Raan definitief aangewezen. Tegen deze aanwijzing is begin 2011 beroep mogelijk. Voor deze gebieden is eind 2009 echter ook een proces op gang gekomen om over de visserijmaatregelen in deze gebieden te praten. Het productschap neemt aan dit proces deel, in nauw overleg met betrokkenen uit de sector. In 2010 is dit proces in een stroomversnelling gekomen, onder leiding van de heer J. Heijkoop. De inzet van het zogenaamde Heijkoop-traject was om voor het eind van 2010 te komen tot visserijmaatregelen in deze Natura 2000-gebieden. De werkelijkheid bleek echter weerbarstiger en dit proces zal pas in 2011 tot een conclusie komen: of de partijen komen tot een overeenstemming, of het ministerie zal zonder medewerking van de partijen maatregelen nemen. Voor de gebieden buiten de 12 mijlszone (Doggerbank, Klaverbank en Friese Front) is eind 2009 het FIMPAS-project (Fisheries Measures in Marine Protected Areas) van start gegaan. Dit project wordt door ICES begeleid en bestaat uit een aantal workshops. Workshop 1 en 2 hebben in 2010 plaatsgevonden en hierbij is gekeken naar de beschikbare informatie over de natuur en visserij in deze gebieden. Daarna is er een analyse gemaakt van de mogelijke effecten van visserij op de natuurdoelen. Het productschap is hierbij aanwezig geweest om informatie vanuit de sector en het standpunt van de sector in te brengen. In 2011 wordt op basis van deze analyse verder gepraat over mogelijke visserijmaatregelen. Windparken en de vissector De afgelopen jaren zijn er door diverse energiebedrijven vergunningen aangevraagd voor het bouwen van windparken op de Noordzee. Het Productschap Vis is betrokken geweest bij het indienen van inspraak en zienswijzen over deze windparken. In 2009 heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat voor een aantal van deze windparken vergunningen verleend. Het Productschap Vis heeft tegen al deze vergunningen beroep ingesteld. Het productschap is van mening dat onvoldoende rekening wordt gehouden met de scheepvaartveiligheid en er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de effecten op vislarven en het effect van geluid onder water op vissen. Bovendien is de vermeende refugiumwerking (waarbij de windparken een veilige plaats vormen voor o.a. vissen) niet voldoende bewezen en er is geen afdoende nadeelcompensatieregeling. In 2010 heeft de behandelingen van deze beroepen plaatsgevonden bij de Rechtbank Rotterdam, waarbij het productschap het visserijstandpunt heeft verdedigd. Uitspraak wordt in de loop van voorjaar 2011 verwacht. Handhavingverzoek Greenpeace Greenpeace heeft in juli 2009 een verzoek ingediend bij de minister van LNV tot handhaving (reguleren) van de boomkorvisserij in
de ‘beschermde gebieden’ op de Noordzee (de gehele Noordzeekustzone en de Doggersbank, welke deels zijn aangewezen en deels zijn aangemeld als Natura 2000-gebied). Minister Verburg heeft dit verzoek destijds afgewezen, omdat zij van mening was dat er sprake is van bestaand gebruik dat al decennia lang plaatsvindt en niet leidt tot onomkeerbare schade. Tegen dit besluit van de minister heeft Greenpeace bezwaar gemaakt. Bij de behandeling van dit bezwaar is de visserijsector via het Productschap Vis als derde partij betrokken. De Minister van LNV heeft in juli 2010 de bezwaren van Greenpeace ongegrond verklaard. Tegen deze beslissing is Greenpeace in beroep gegaan bij de Raad van State. Het productschap is ook bij deze procedure derde partij en treedt in dit geding, in samenspraak met de dragende organisaties, op als vertegenwoordiger van de kottersector. Er zal zowel schriftelijk als mondeling (tijdens de hoorzitting) gereageerd worden op de argumenten van Greenpeace. Hiermee willen we boomkorvisserij in deze gebieden mogelijk houden. De behandeling van het beroep van Greenpeace wordt verwacht in het voorjaar van 2011. Vaste Vistuigen Visserij De vaste vistuigvissers in het noorden zijn er in 2010 in geslaagd om een eigen vereniging op te richten. Het productschap heeft het initiatief gesteund dat leidde tot de oprichting van de vereniging: “Vereniging voor de visserij met Vaste Vistuigen Noord.”
Arbeidsmarkt Tezamen met de andere productschappen is verder uitvoering gegeven aan het project Verankering van de Arbeid. Het project waarbinnen de werknemersorganisaties en de sociaal secretariaten van de productschappen actief participeren heeft tot doel de factor arbeid nadrukkelijk meer aandacht te geven binnen de productschappen. De activiteiten die onder de vlag van het project worden uitgevoerd zijn opgenomen in een jaarplan. Naast de lopende activiteiten zoals de nieuwsbrief Arbeid en de website is veel aandacht besteed aan de uitwerking van de eind 2009 door voorzitters van de productschappen en Minister Verburg (LNV) ondertekende intentieverklaring. Het resultaat is een project genaamd Programma Arbeid en Onderwijs ( PAO) dat uitgevoerd wordt met middelen die door het ministerie en de productschappen beschikbaar zijn gesteld. Het project omvat drie onderdelen een mobiliteitsonderzoek, een traject waarmee de instroom in het beroepsonderwijs gestimuleerd wordt met behulp van onderwijsconsulenten en een traject waarmee maatschappelijke stages worden gerealiseerd.
Aquacultuur De Nederlandse kweekvissector is afgelopen jaar in omvang afgenomen, zowel qua productie als aantal bedrijven. Vanwege het gesloten karakter van het recirculatiesysteem leidt deze kweekmethode niet tot verstoring van het omringende ecosysteem waaronder de verspreiding van visziekten en voldoet aan de maatschappelijk wensen. Deze duurdere productievorm gaat echter ten koste van de concurrentiepositie. Hierdoor is de marktpositie van de Nederlandse kweekvissector verzwakt. Palingkwekerijen werden bovendien geconfronteerd met een verkoopstop via de supermarkten van de in Nederland gekweekte paling.
Stuurgroep Duurzame Visserij De Stuurgroep Duurzame Visserij onderzoekt de haalbaarheid van het plan dat zich richt op behoud van de visserij op de Noordzee met een verantwoorde vloot die op reële wijze de toekomst tegemoet kan treden. Na een draagvlakonderzoek is een tweede fase gestart in 2010 hetgeen een haalbaarheidsonderzoek betreft. De stuurgroep onderzoekt samen met een aantal werkgroepen alle facetten en streeft naar een rapportage in het voorjaar 2011. De voorzitter van het Productschap Vis is toegetreden tot de Stuurgroep, terwijl ook de communicatie over dit project door het productschap wordt gecoördineerd. De productschapsvoorzitter (Faber) heeft aangegeven zich in te zetten voor dit plan. Volgens hem verdient het masterplan ondersteuning van alle betrokkenen in de vissector. Vanuit het sectorbrede productschap wordt gewerkt aan het actief onder de aandacht brengen van dit plan bij de politiek en andere stakeholders.
Een gezamenlijk actieplan “Visgezondheid in de aquacultuur” dat in 2009 was opgezet door het ministerie van LNV in samenwerking met de sector en het productschap kon niet volledig gerealiseerd worden wegens het ontbreken van financiële middelen. De hoofdpunten zijn diergeneesmiddelen, kennis en communicatie en dierenartsen. Het diergeneesmiddelgebruik is inmiddels zo ver afgenomen dat niet langer van een knelpunt kan worden gesproken. Wel is met het ministerie overeengekomen de actualisering van de handleiding visziekten te laten uitvoeren.
Export Russische Federatie De Russische Federatie stelt hoge eisen aan bedrijven die exporteren naar Rusland. Het Productschap heeft in 2009 een project opgestart waarin de bedrijven handvatten worden aangereikt voor het voldoen aan deze eisen. In 2010 is door de nVWA aan 12 bedrijven een ‘Ruslanderkenning’ afgegeven. Inmiddels zijn deze bedrijven door de Russische veterinaire dienst Rosselkhoznadzor op de lijst met erkende bedrijven geplaatst.
11
Client Export In 2009 is in samenwerking met de nVWA een project opgestart voor het ontwikkelen van een programma voor het geautomatiseerd aanvragen van exportcertificaten, het zogenaamde ClientExportsysteem voor vis. Door het Productschap Vis is vervolgens een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd voor het bedrijfsleven. De nVWA gaf uitleg over de introductie van het systeem in andere sectoren en beschreef de voordelen voor het visbedrijfsleven. Ook de toekomstige mogelijkheid om te certificeren op afstand, met andere woorden dat niet bij iedere zending een fysieke keuring hoeft plaats te vinden, werd uiteengezet. Voor de mogelijke implementatie is een werkgroep geformeerd, bestaande uit diverse bedrijven. De werkgroep is in 2010 bijeen geweest om het ontwerp van het Client Export systeem te testen en evalueren. Naar verwachting zal het cliëntexport programma in april 2011 operationeel zijn.
12
AGOS (adviescommissie geografische en oorsprongsbenamingen en specialiteitcertificering). Het Productschap Vis heeft zitting in AGOS, waar bekeken wordt of producten in aanmerking komen voor specifieke geografische of oorsprongsbenamingen. Het productschap heeft in samenwerking met AGOS in 2010 een discussiemiddag georganiseerd over vis met label. In deze bijeenkomst is vooral gediscussieerd over de synergie tussen de collectieve promotie en geografische aanduidingen. Deze discussie heeft ertoe geleid dat de haringsector gestart is met de aanvraagprocedure voor een GTS (Gegarandeerde Traditionele Specialiteit). Daarnaast wordt voor de mosselsector bekeken of een Beschermde Geografische Aanduiding nuttig kan zijn voor de promotie van de Zeeuwse Mossel. Voor beide producten begeleidt het Productschap Vis de trajecten. Het verkrijgen van dergelijke EU-labels zal een meerjarig proces zijn. Productschappencommissie Levensmiddelen Wetgeving (PLW) In de Productschapscommissie Levensmiddelen Wetgeving worden onderwerpen besproken die voortkomen uit Europese regelgeving op het gebied van levensmiddelenwetgeving. Door nauw contact met vertegenwoordigers van de VWA bestaat de mogelijkheid tot directe beïnvloeding op besluitvorming bij onderwerpen waar bijvoorbeeld de importsector mee te maken heeft. De continuïteit van de PLW is van groot belang, zeker gezien het verloop van ministeriele vertegenwoordigers. De afgevaardigden van de PLW gaan met de ambtenaren van het ministerie van VWS mee naar de vergaderingen van de Europese Commissie.
Onderwerpen waarbij het Productschap Vis op enige wijze direct de besluitvorming tijdens het verslagjaar heeft kunnen beïnvloeden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Biotoxinen in de Nederlandse schelpdiersector Additieven. Voedingsclaims PAK’s Rookaroma’s Verzoek toestemming fosfaten in visserijproducten Verzoek toestemming gebruik van E 250 (natrium nitraat) Verzoek toestemming gebruik resorcinol
Oesterexport VS Het Productschap Vis is door het ministerie van LNV uitgenodigd deel te nemen aan het overleg met de Verenigde Staten in verband met de import en export van levende tweekleppige weekdieren. De tweede discussiedag hierover vond in september plaats in Washington DC. Met name de manieren van bemonsteren lopen uiteen. Ook de manier van classificeren gebeurt op een andere manier dan de Europese landen dit doen, maar gedacht wordt dat hier wel overeenstemming in bereikt kan worden. Import en export van levende tweekleppige weekdieren van en naar Europa en de Verenigde Staten is op dit moment nog niet mogelijk. Verschillende EU lidstaten, waaronder Nederland via het Productschap Vis zijn met de Verenigde Staten in overleg om te zien of er overeenstemming bereikt kan worden om de mogelijkheid te creëren wel voedselveilige tweekleppige weekdieren op de markt te brengen, zowel in Europa als in de Verenigde Staten. Op 21 en 22 september 2010 heeft een tweedaags overleg plaatsgevonden bij de FDA (Food and Drug Administration) in Washington DC, Verenigde Staten. Vanuit Nederland is door het Ministerie van LNV en het Productschap Vis deelgenomen aan dit overleg. Samen met vertegenwoordigers van andere lidstaten werd kennis uitgewisseld over onderwerpen van algemene aard als wetgeving, bevoegde autoriteit, nationale plannen etc. tot specifieke vragen omtrent productiegebieden als het uitvoeren van kustonderzoeken, monstername, classificatie, controle etc. De vragen zijn in zijn algemeenheid behandeld, vooral vragen die volgens de VS door veel EU lidstaten niet voldoende waren beantwoord. De VS zullen waarschijnlijk in het voorjaar van 2011 beginnen met twee audits in EU lidstaten.
KERNTAAK 2 Ketenbenadering en verantwoord ondernemen Project: ‘Een maatschappelijk verantwoorde visserij’ Het Productschap Vis heeft in 2010 een aanvraag ingediend samen met Stichting de Noordzee om de afspraken en ambities uit het Maatschappelijk Convenant Noordzee Visserij (MC) te implementeren. Dit project is in juli 2010 goedgekeurd vanuit het ‘Collectieve acties in de visketen’- programma. In het MC zijn afspraken gemaakt voor verdere samenwerking tussen visserijsector, overheid en NGO’s om de ontwikkeling naar een duurzame visserij te bevorderen. De afspraken zijn geformuleerd rondom een vijftal thema’s: aanbod duurzame vis (inclusief certificering), communicatie (inclusief Viswijzer), onderwijs en scholing, aanpak mariene beschermde gebieden Noordzee en bestandsbeheer. Door het gezamenlijk oppakken van de thema’s uit het MC zullen onderlinge contacten verbeteren en zal dit de verdere samenwerking van de betrokken organisaties op het gebied van duurzame visserij stimuleren. Concreet is het doel om waar nodig goed functionerende werkgroepen in te stellen en binnen al bestaande werkgroepen concrete stappen te zetten zodat de ambities in het MC omgezet kunnen worden in resultaten. De toegekende subsidie voorziet in de extra tijd die de deelnemende partijen moeten investeren om de werkgroepen in te stellen en voor het extra werk dat voortvloeit uit de werkgroepen. Het project is aangevraagd voor een jaar en zal in augustus 2011 afgerond worden. Certificering Een van de belangrijkste gezamenlijke doelstellingen van convenantpartners ‘Maatschappelijk Convenant Noordzeevisserij’ betreft het werken aan certificering van vis. Het Productschap Vis, het ministerie van LNV, de kottersector, het Wereld Natuur Fonds en Stichting de Noordzee werken intensief samen in dit proces. Platvis schol en tong De Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO) is in 2010 gestart met het MSC traject voor de Nederlandse tong en schol platvisvloot. De Daartoe werd de visserij verdeeld in 7 certificeringseenheden, waarvoor in 2009 aan vijf eenheden subsidie was toegekend. In september 2010 werd aan de resterende twee eenheden ook subsidie toegekend. Beleidsmedewerkers van het Productschap Vis, zijn door de CVO ingehuurd om deze zeven projecten te begeleiden. Begin 2010 werden afspraken gemaakt met de certificeerder Moody Marine en eind 2010 waren er kopgroepen in het leven geroepen waarbinnen het veldbezoek van de certificeerder (begin 2011) werd voorbereid.
Voor andere visserijen is regelmatige afstemming met het productschap aan de orde, zowel met sectorgenoten als met MSC en certificeerders. Ondernemers raadplegen het productschap over de mogelijkheden en het proces naar certificering terwijl externe partijen het schap benaderen voor informatie over de stand van zaken op het gebied van dit verduurzamingsaspect. Nederland springt er in de toename van het aanbod van gecertificeerd duurzame vis uit. In totaal stond de teller eind 2010 op 777 producten op de markt die voorzien zijn van het MSC-keurmerk. Nederland neemt daarmee de derde positie in op de wereldranglijst van aantal MSC gecertificeerde producten. In 2010 werden twee Nederlandse visserijen voor hun duurzame visserij beloond met het MSC certificaat: PFA Atlanto haring en Osprey Group op Noordzeeschol uit Urk. Nederlandse vissers op hangcultuurmosselen, Noordzeeschol en- tong en handlijngevangen zeebaars startten hun certificeringstraject. In Nederland kunnen we stellen dat 50% van de visserijen zich in het programma bevinden, hetzij MSC gecertificeerd, hetzij in beoordeling. Veerse Meer Vanaf september 2008 is het Productschap Vis vanuit de werkgroep Nieuwe Kansen van de Provincie Zeeland betrokken met de discussie om het Veerse Meer als proef aan te wijzen als productiegebied voor levende tweekleppige weekdieren. Indien de proef zou slagen, zal het Veerse Meer definitief als productiegebied aangewezen kunnen worden. Het heeft lang geduurd voordat daadwerkelijk invulling kan worden gegeven aan een voorstel voor aanwijzing productiegebied. Inmiddels hebben enkele vissers een concreet plan ingediend bij het Ministerie van LNV en is duidelijk welke soorten van schelpdierkweek/visserij zal worden uitgevoerd. Daarbij is als oplossing gekozen op basis van de frequentie van visserij, de frequentie van monsteren, de resultaten van een reeks monsters en de relatieve lage productie in het gebied het Veerse Meer aan te wijzen als een productiegebied met een classificatie B. Met ingang van 10 juni 2010 is het Veerse Meer aangewezen als productiegebied voor levende tweekleppige weekdieren. Certificaat Verantwoordelijk Vissen Tot 2010 hebben zich in totaal 53 vaartuigen aangemeld en zijn 45 vaartuigen gecertificeerd. Op dit moment zijn de kosten voor het certificaat en het feit dat het certificaat geen hogere opbrengst lijkt te bewerkstelligen, reden dat het aantal vaartuigen voor deze certificering stagneert. In overleg met de certificeringinstelling zal in 2011 nagegaan worden of hiervoor een oplossing te vinden is. De ambitie om in 2010 de mogelijkheden te onderzoeken om te komen tot een ketencertificering heeft vooralsnog plaats moeten maken voor de prioriteit binnen de aanvoersector zelf.
13
Het doel om samen met de handelssector ervoor te zorgen dat vis met dit certificaat uiteindelijk herkenbaar voor de consument in viswinkels, supermarkten en restaurants komt te liggen, blijkt vooralsnog niet realiseerbaar. Het Certificaat Verantwoordelijk Vissen (CVV) is een onafhankelijke certificering van vissersvaartuigen die voldoen aan alle wettelijke verplichtingen. Vis, afkomstig van vissersvaartuigen die gecertificeerd zijn, is verantwoord gevangen. De certificering geldt voor de volgende (wettelijke) aspecten aan boord van een vissersvaartuig: • visvangst, opslag en verwerking van de vangst, • bemanningseisen, • milieumaatregelen en • hygiëne, voedselveiligheid etc. door het bijhouden van logboekgegevens en registraties.
14
Kadercursus ondernemers Gefinancierd met VIP middelen is een tweejarige cursus ontwikkeld voor potentiële kaderleden voor de vissector. Een groep van ongeveer 25 jonge ondernemers uit de gehele vissector, van aanvoer tot detailhandel, krijgen tijdens een zestal tweedaagse bijeenkomsten, gespreid over twee jaar, kennis aangereikt over bedrijfsvoering, de vissector en managementvaardigheden. Kennis en knowhow die noodzakelijk is om in de naaste toekomst in leidinggevende posities zowel binnen bedrijven als in sectororganisaties volwaardig te kunnen functioneren. Na afronding van dit project zal een nieuw project worden gestart waarin meer de nadruk gelegd zal worden op een regionale insteek. Duurzaamheidsoverleg product- en bedrijfsschappen Naar aanleiding van een bijeenkomst bij de SER eind 2009 over Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen voor voorzitters en secretarissen van de product- en bedrijfschappen, is er een duurzaamheidsoverleg met de beleidsmedewerkers van verschillende product- en bedrijfsschappen opgericht, en met een medewerker van de Global Reporting Initiative. Ook het Productschap Vis neemt aan dit overleg deel. Onderwerpen die besproken werden in 2010 waren: CO2 footprint, GRIrichtlijn en MVO rapportages, ketenverantwoordelijkheid. Dierenwelzijn Het productschap stimuleert viskwekers om tot een door de maatschappij geaccepteerde visproductie te komen waarbij dierwelzijn en diergezondheid centraal staan. Binnen de aalsector is een doorbraak inzake het gebruik van een diervriendelijke dodingmethodiek aanstaande.
Met maatschappelijke organisaties en overheden wordt overleg gevoerd over het houden en transporten van vissen, grondstoffen voor visvoeder en het diervriendelijk bedwelmen en doden van vis. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is een prominent streven binnen de gehele sector en is ingebed in de dagelijkse werkzaamheden van het Productschap Vis. Na eerdere verantwoording middels een rapportage MVO zal in 2011 opnieuw een verslag worden gepubliceerd. De rapportage doet verslag van de vele ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid in de gehele vissector: van vissersschip, verwerking, handel tot viskraam op de markt. Het boekwerkje verscheen in 2007 en 2009 en zal opnieuw in 2011 verschijnen. Naast enorme investeringen op technische innovaties kan MVO ook minimale inspanning vragen. Een van de voorbeelden in 2010 betreft het faciliteren van een haringmiddag na de start van het nieuwe seizoen in zorgcentrum Oostduin te Den Haag. De hoogbejaarde bewoners genoten dank zij de vrijwillige inzet van een haringdame met haringkar van een heerlijke nieuwe haring. Met het beschikbaar stellen van deze visjes heeft het Productschap Vis een bescheiden maatschappelijke bijdrage geleverd met een enorm resultaat. Uitzetten van aal Het productschap zette zich ook in voor een grotere rol van de binnenvisserij bij monitoringsprogramma’s om inzicht te krijgen in de huidige aalstand en bij het uitzetten van glasaal en pootaal en een uitbreiding van “Blauwe Diensten” op het water. Het productschap is verder betrokken geweest met het project businessplannen aalvissers. Deze plannen moeten bijdragen aan een nieuwe visserij- en ondernemersstrategie om de economische gevolgen van de beperking van de commerciële aalvisserij op te vangen. Verantwoorde Vis Prijs Tijdens de traditionele nieuwjaarsbijeenkomst van Het Productschap Vis werd opnieuw de ‘Verantwoorde Vis Prijs’ uitgereikt. De prijs, bedoeld om alle ondernemers, actief in de vissector extra te stimuleren tot verantwoord ondernemen én te waarderen voor hun duurzame bedrijfsvoering, ging naar ondernemende pulskorvissers van de TX 36 en de TX 68 voor hun innovatieve activiteiten in de Nederlandse wateren. Een tweede trofee ging naar onderneming Morubel (onderdeel Heiploeg Group) voor de inzet tot een verantwoorde visserij op garnalen in Suriname. Ook de directeur van Roem van Yerseke werd op het prijzenpodium geroemd vanwege zijn schelpdierhatchery.
KERNTAAK 3 Kennisontwikkeling en innovatie Visserij Innovatie Platform Het laatste jaar van de zittingsperiode van het VIP stond in het teken van afronding en nadenken over voortzetten van het elan dat door het VIP tot stand gebracht is. Naast de inbreng binnen het VIP zelf hebben de diverse medewerkers vanuit het Productschap Vis met hun eigen specifieke expertise bij tal van innovatieprojecten en -activiteiten een actieve, sturende of ondersteunende rol vervuld. Surveys In 2010, net als in de jaren daarvoor, zijn vissers mee geweest met de jaarlijkse Bottom Trawl Survey (BTS) op de Tridens. Het doel was om inzicht te krijgen in hoe deze surveys uitgevoerd worden en advies te geven over mogelijke verbeteringen om een zo precies mogelijke bestandsschatting te verkrijgen. Dit heeft de samenwerking tussen onderzoek en sector verder verbeterd en de suggesties van de sector worden door onderzoekers meegenomen in toekomstige surveys. Actualisering lesmateriaal Ten behoeve van het visserijonderwijs wordt het sterk verouderde lesmateriaal van het vak visserijkunde geactualiseerd. Naast de modernisering en actualisering wordt ook een aspect als duurzaamheid mede door de inbreng van de milieuorganisaties en de inbreng van het bedrijfsleven op een passende wijze in het lesmateriaal verwerkt. Dit tweejarige project wordt met medewerking van de genoemde partijen maar ook van andere kennisinstituten als LEI en Imares door de visserijscholen ontwikkeld. De verschillende deelsectoren worden geraadpleegd waardoor het uiteindelijke lesmateriaal een door de gehele aanvoersector gedragen product wordt. Veiligheid Binnen de Commissie Sociaal Economische Aangelegenheden is naar aanleiding van het geconstateerde relatief grote aantal dodelijke ongevallen op de vloot het thema veiligheid als belangrijk aandachtspunt op de agenda geplaatst. Een programma met activiteiten lopend van voorlichting via de bestaande en nieuwe communicatiekanalen en workshops op de havens is opgesteld. De eerste projectvoorstellen zijn door de Commissie Sociaal economische Aangelegenheden van een positief advies voorzien, te weten: actualiseren van de cursus Basic Safety en voor de trawler-
sector het invoeren van een systeem van controle kaarten op het gebied van veilig werken op de werkplek, een soort checklijsten vergelijkbaar die men in de luchtvaart hanteert bij het vertrek van een vliegtuig. Elektronisch logboek 2010 stond voornamelijk in het teken van de verdere uitrol van de verplichtingen van het gebruik van het elektronisch logboek. Per 1 januari en 1 juli 2010 waren alle vissersvaartuigen met een lengte vanaf respectievelijk 24 meter en 15 meter, verplicht een geïnstalleerd en werkend elektronisch logboek aan boord te hebben. Het jaar is verder gebruikt om de verschillende aansluitingen tussen de VISHUB enerzijds en Digipoort en marktpartijen anderzijds tot stand te brengen en zijn er binnen de test- en acceptatieomgeving zoveel als mogelijk kinderziektes uit de systemen gehaald. Dit gold zowel voor de kant van de aanbieder van de berichten (leverancier / schipper), het doorstuurstation van de berichten (VISHUB) en voor de verwerker van de berichten de Nieuwe Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) middels het Elektronisch Registratie Systeem (ERS). Daarnaast is duidelijk geworden dat nog niet alle marktpartijen en organisaties achter de Digipoort gereed zijn voor het ontvangen van elektronische berichten. De verwachting is dat in 2011 wel het geval zal zijn. In de loop van 2010 is zijn de kinderziektes in het versturen van de elektronische berichten geïdentificeerd en aangepakt. De verwerking van de berichten in het ERS zal vanaf begin 2011 aanzienlijk verbeterd worden. Met de nVWA is afgesproken om samen met het productschap schippers verder te gaan benaderen voor het insturen van elektronische berichten. Eind 2010 is tevens een start gemaakt met een update van de elektronisch logboeksoftware van versie 1.1 naar versie 2.0. Een en ander als gevolg van de eisen van de Noorse overheid en een actualisering van de huidige versie. Versie 2.0 zal in 2011 op de markt worden gebracht. Ook is er een verkennend gesprek gevoerd met de overheid in het kader van het programma E – Inspecties. Doel ervan was om na te gaan of via het aanleveren van elektronisch gegevens inspecties in de toekomst binnen de sector effectiever kunnen worden uitgevoerd. Vishub Berichten voor de VISHUB worden via de meegeleverde dongel versleuteld en voorzien van de noodzakelijke identificatie voor autorisatie van het verstuurde bericht. In meer dan driekwart van de gevallen van foutmeldingen wordt de dongel hiervan als veroorzaker aangemerkt. Uit een nadere analyse blijkt echter dat dit in het merendeel van de gevallen onterecht is. Met software leveranciers zal in 2011 nagegaan worden of de versleuteling en de identificatie vanuit de standaardsoftware mogelijk is.
15
Listeria hygiënecode Voor bedrijven die “ready to eat” producten maken is voorgeschreven dat door middel van zogenaamde challenge testen aangetoond moet worden dat geen gevaar van overschrijding van de listeria norm bestaat. Dit geldt met name voor (zalm) rokerijen, maar ook bijvoorbeeld voor importeurs van zalm. Over de uitvoering van deze test is veel discussie ontstaan. De kosten zijn hoog en aan de relevantie wordt getwijfeld. Het Productschap Vis heeft een werkgroep samengesteld van kwaliteitsmanagers, die zich buigt over de mogelijkheden voor de sector om dit probleem op een werkbare manier op te lossen. In 2010 is na overleg met de VWA begonnen met de voorbereidingen van een hygiënecode, die zich zal richten op rokerijen en wellicht uitgebreid zal worden naar producenten van “ready to eat” producten.
16
Hygiënecode visdetailhandel In 2010 is een begin gemaakt met de herziening van de Hygienecode voor de Visdetailhandel. De huidige versie stamt uit 2006 en dient aangepast te worden aan de veranderde eisen op het gebied van voedselveiligheid en systeembeheersing. Het Productschap Vis is de maker van de code, die aan alle visdetaillisten ter beschikking wordt gesteld. Voor het herschrijven is een extern bureau ingehuurd, waarmee in 2010 is overlegd welke onderdelen aangepast dienen te worden. Belangrijke veranderingen zullen onder andere zijn: - vermindering van de registratieplicht - werkbare eisen met betrekking tot ongekoelde presentatie van gebakken vis - voorwaarden voor de verkoop van paling boven 7° De procedure is dat er over de inhoudelijke veranderingen overlegd wordt met de VWA en over de werkbaarheid in de praktijk met een klankbordgroep vanuit de branche. Na deze afstemming biedt het Productschap Vis de concept code aan aan het Regulier Overleg Warenwet. Dit zal naar verwachting medio 2011 plaatsvinden.
KERNTAAK 4 Informatieopbouw en –uitwisseling Onderzoekssamenwerking De onderzoekssamenwerking is in 2010 voortgezet. Hierin werken productschap, overheid, sector en wetenschappers samen om onderzoeksprojecten te coördineren en uit te voeren. De onderzoekssamenwerking richt zich op datacollectie structureren, data bijdragen aan het adviseringsproces met betrekking tot bestandsopnames en de effecten van beheermaatregelen in de visserij te beoordelen. Lopende onderzoeksprojecten worden besproken en toegelicht. Bedrijfssurvey In 2010 heeft het Productschap Vis samen met ProSea een subsidie (VIP) gekregen om een bedrijfssurvey uit te voeren. In dit project werd de vangstsamenstelling van een bedrijfsschip vergeleken met die van de onderzoeksschepen de Tridens en Isis. De hoofdvraag van het project is of een survey met bedrijfsschepen extra informatie kan leveren die de bestandsschattingen van schol en tong kan verbeteren. Een belangrijke vraag die daarvoor eerst beantwoord moest worden, was: vangt een bedrijfsschip grootteklassen van schol en tong, die niet door onderzoeksschepen worden gevangen? De resultaten van dit onderzoek worden in 2011 in een rapport gepresenteerd en met vissers gecommuniceerd via workshops. Het project Bedrijfssurvey van het Productschap Vis en Stichting ProSea, met IMARES als uitvoerder, is geselecteerd in het kader van het Nederlandse Operationeel Programma “Perspectief voor een duurzame visserij” van het Europees VisserijFonds: “Investering in duurzame visserij” Nieuwjaarssymposium Het traditionele nieuwjaarssymposium in Kasteel De Wittenburg te Wassenaar vond plaats op 12 januari 2010. SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan was hoofdgastspreker. Het productschap kreeg complimenten voor de ondersteuning die het geeft aan de bedrijven in de sector en voor de aandacht aan duurzaamheid. Met duurzaam ketenbeheer loopt Nederland, met name de grote bedrijven, voorop. Volgens hem wordt het imago van de sector ´te negatief neergezet’. René Boender van ´Great Opportunities´ liet de zaal schaterlachen, met hilarische filmpjes uit de reclamewereld. Vis verkopen moet volgens Boender weer ´fun´ worden en een vishandelaar moet ideeën verkopen in plaats van producten. Niks geen ´licence to produce´, maar een ´licence to dare´.
Eén van de belangrijke boodschappen die de organisatie heeft overgehouden uit de vele discussies met haar achterban is, dat duidelijk meer aandacht besteed moet worden aan communicatie over werkzaamheden en resultaten van de organisatie. Veel zaken die voor de sector worden ondernomen blijken ofwel onvoldoende bekend, dan wel dat onbekend is dat achter alle werkzaamheden het Productschap als afzender schuil gaat. Publieksinformatie De gezondheidsvoordelen van visconsumptie behoeven in het algemeen weinig betoog. De maatschappelijke discussie over het eten van vis richt zich veelal op de verantwoording voor een goed beheer van de zeeën en de visbestanden. De toenemende kritische houding van het grote publiek vraagt om transparantie in de vissector. Individuele ondernemers doen daarop meer en meer een beroep op het Productschap Vis om te faciliteren in deze informatiebehoefte. Om het grote publiek inzage te bieden in zijn werkwijze van de sector en de zorg voor het palet vis, schaal- en schelpdieren. Maatschappelijke discussie Ook in 2010 heeft het Productschap Vis bijgedragen aan verscheidene (discussie-)bijeenkomsten. Zo werd door vertegenwoordigers van het productschap de visie vanuit de vissector gegeven op diverse evementen. zoals een MVO-congres, maar ook bij de eerste verkiezing van de beste visafdeling van een ‘jumbogrote’ supermarktketen. Al deze ‘optredens’ stonden in het teken van 'duurzame vis'. Het productschap vertegenwoordigt op deze bijeenkomsten de Nederlandse vissector en draagt zo bij aan een gebalanceerde visie in de samenleving over duurzame vis. PR/voorlichting/promotie Het Productschap Vis stelt zich tot doel activiteiten te verrichten die individuele bedrijven of private organisaties niet alleen kunnen oppakken, maar die wel voor de gehele sector van belang zijn. In dat kader worden PR-, promotie- en voorlichtingsactiviteiten ontplooid. In 2010 was geregeld contact met de Nederlandse pers en de vakpers van buitenlandse media. Via persberichten en exclusieve informatievoorziening zijn tal van onderwerpen aan de orde gekomen. Zo heeft een persbericht vanuit het Productschap Vis waarin de Nederlandse sector zich verzet tegen onverantwoorde visserij op makreel door schepen uit IJsland en de Faroer Eilanden tot veel aandacht geleid van pers en politiek. Terwijl EU en Noorwegen zich volledig conformeren aan de wetenschappelijke adviezen voor de omvang van de vangstmogelijkheden beslisten deze
17
landen zelf om op eigen regie exorbitante quota vast te stellen. De Europese en Noorse pelagische visserij hebben hun krachten gebundeld om te pleiten voor een aanlandverbod in deze landen. Op verzoek van sectorgenoten is ondersteuning geboden bij perscontacten, onder meer in relatie tot de start van het nieuwe seizoen van de Oosterscheldekreeft, de activiteiten van de palingsector en de ontwikkelingen binnen de kenniskringen visserij onder leiding van het LEI, onderdeel van Wageningen UR. Ook is gestreefd naar aandacht voor de oestersector. Naast de nominatie voor de Verantwoorde Vis Prijs van ondernemers uit deze sector is deze productgroep regelmatig opgenomen in de informatie over het palet vis, schaal- en schelpdieren richting vooral culinaire pers. Publiciteit rondom de vernieuwende vistechniek ‘pulswing’ werd verkregen na een persvaart met een kotter in het najaar van 2010. Ook de bezwaren vanuit de visserijsector tegen de voorgenomen aanleg van windparken heeft het afgelopen jaar veel aandacht van de media gekregen.
18
Factsheets Het achtergrondverhaal over de herkomst van vissoorten en de daarbij te plaatsen kanttekeningen op het gebied van duurzaamheid staat opgenomen in zogenoemde ‘factsheets’. Steeds vaker stellen afnemers daaraan aanvullende voorwaarden. Om de sectorgenoten een handvat te bieden is een vervolg gegeven aan de ontwikkeling van deze uitgaven. In 2010 is de bestaande serie geactualiseerd, uitgebreid en zijn Engelstalige versies verschenen. De vraag om achtergrondinformatie vanuit de sector groeit. In antwoord hierop is eveneens een serie factsheets gemaakt over vistechnieken. De factsheets zijn beschikbaar via www.pvis.nl. Het Nederlands Visbureau verzorgt de promotie van het vis. Vrijwel alle promotieactiviteiten - campagnes, pers events, folders tot berichtgeving in de media - hebben een inhoudelijke bijdrage ontvangen op het gebied van ‘verantwoord ondernemen’ van het Productschap Vis. Immers, promotie van voedingsmiddelen als vis kan niet meer zonder inhoudelijke boodschap ter zake. Veel activiteiten zijn ingevuld als een coproductie tussen het Productschap Vis en het Nederlands Visbureau. Hiermee wordt de concurrentiepositie of 'licence to produce' van de Nederlandse sectoren ondersteund. Afzetbevorderende (PR) projecten zijn onder meer de vervaardiging van representatief meertalig informatiemateriaal over de Nederlandse sectoren en hun kwalitatief hoogwaardige productie, bedoeld voor sectorgenoten en stakeholders, zowel in binnen- als buitenland. Deze producties zijn voor gebruik in de sector zelf of voor gebruik bij het voorlichten van externe doelgroepen: bijvoorbeeld bij bedrijfsbezoeken of visgerelateerde projecten.
Hiermee is wordt beoogt een positief imago van de sectoren te ondersteunen. Voorafgaand aan het nieuwe haringseizoen in juni is een korte trip naar Noorwegen georganiseerd met een selecte groep journalisten. In het plaatsje Egersund werd getoond hoe dit dorp gedurende enkele maanden door de Nederlandse haringsector wordt ‘bezet’ om de daar aangelande nieuwe haring te verwerken en naar Nederland te transporteren. Onderwijspakket Ten behoeve van de kinderen op basisscholen is een onderwijspakket ontwikkeld. Het onderwijsboekje ‘Stap in de Wereld van vis met Lars & Liz’ wordt ondersteund met een docentenhandleiding, posters, een website www.viskids.nl en een dvd. Binnen enkele maanden waren 12.500 onderwijsboekjes besteld en de aanvragen vinden nog altijd doorgang. In 2010 zijn voorbereidende acties getroffen om het Nederlands Visbureau vanaf 2011 als onderdeel van het Productschap Vis in te bedden in de organisatie. Organisatie Promotie mosselen In 2009 was binnen de mosselsector reeds gestart met een evaluatie van de promotieactiviteiten van kwekers en handelaren. Deze heeft geleid tot een aantal wijzigingen in uitvoering en intensiteit van mosselpromotie. De nota Meerjarenplan mosselpromotie 2010-2012 en de nota Promotiestrategie 2010-2012 zijn de basis voor inhoud en financiering van een campagne met bijbehorende activiteiten voor de genoemde periode. Daarnaast is door het Productschap Vis een marketing communicatiemanager mosselen aangetrokken om invulling te geven aan de campagne samen met de werkgroep Mosselpromotie. De werkgroep Mosselpromotie begeleidt het project met vertegenwoordigers uit de sector (kwekers en handelsbedrijven) en de stichting Vrienden van de Mossel. Het takenpakket voor de collectieve promotie bestaat uit het initiëren, coördineren en uitvoeren van de mosselpromotiecampagne ten behoeve van de afzetbevordering van mosselen in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk. In september 2010 werd een opdracht uitgeschreven voor de promotiecampagne 2010 – 2012 met als doel het imago van en de vraag naar mosselen te versterken op zowel Nederlandse, Belgische, Duitse als Franse markt, waaraan inmiddels invulling wordt gegeven. Promotieactiviteiten mosselen De traditionele start van het mosselseizoen vond plaats op 7 juli 2010. Media uit Nederland en België. Bezochten het Mosselkantoor in Yerseke, van waaruit een vaartocht op de Oosterschelde was georganiseerd, gevolgd door een mossellunch.
Aansluitend werd de mosselveiling of een mosselhandelsbedrijf bezocht. In week 36 en 37 werd de Nationale Mosselweek in Nederland respectievelijk België gehouden. Activiteiten betroffen een tour, waarbij een mosselkotter van Enkhuizen naar Amsterdam voer en passanten aan boord mosselen konden proeven. Beide weken werden ondersteund met radiospots en op actiewebsites werd een receptenwedstrijd gehouden. In het najaar zijn tal van publicaties gerealiseerd in tijdschriften als resultaat van een door topkoks uitgeschreven receptenwedstrijd. Arbeidsmarktcommunicatie Een structurele rol vervult het Productschap Vis op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie. In samenwerking met Nederland Maritiem – deze organisatie vervult een coördinerende rol op het gebied van allerlei ‘nautische zaken’ – is het ‘werken in de vissector’ uitgedragen op arbeidsmarkten, in tijdschriften en brochures en andere middelen. Arbeid en onderwijs De instrumenten op het gebied van arbeidsomstandigheden zijn in het verslagjaar aangepast en voor een deel geïntegreerd. De arbocatalogi voor de verwerkende industrie en voor de groothandel zijn via de website van het Productschap Vis toegankelijk gemaakt voor de sector. Tevens is de afstemming van de digitale risico-inventarisatie op de arbocatalogi ter hand genomen. Via de website van het Productschap Vis is naast informatie over arbeidsomstandigheden ook uitgebreide informatie over opleidingsmogelijkheden voor de gehele sector en informatie over de in de sector voorkomende CAO’s opgenomen. In het kader van het project Verankering van de arbeid is samen met de andere deelnemende productschappen een website ontwikkeld waar op een gestandaardiseerde wijze, zogenaamde sectoranalyses, informatie over de opbouw en samenstelling van de sectoren wordt verstrekt. (www.agroarbeidskompas.nl) Tevens is periodiek de ‘Nieuwsbrief Arbeid’ verspreid vooral onder de kaderleden binnen de verschillende onder de productschappen ressorterende sectoren. Regiodag visdetailhandel Op 8 oktober is in Spakenburg een themamiddag voor de visdetailhandel georganiseerd. In samenwerking met SVO en het VNV ontving het Productschap Vis 75 visdetaillisten die uitleg kregen over de stand van zaken binnen de branche (concurrentie, marktpositie, consumentengedrag). Een discussie volgde over duurzaamheid van het verkoopassortiment. Het Nederlands Visbureau presenteerde haar strategie en er was een voordracht over het initiatief van een duurzaam palingfonds. De SVO nam een deel van de middag voor haar rekening door informatie te geven over cursussen en trainingen.
Digitale communicatiewinkel Bij veel visdetaillisten blijkt behoefte te bestaan aan ondersteuning bij specifieke bedrijfspromotie. Bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van huisstijl, een website of het ontwerpen en leveren van posters, prijskaartjes en foldermateriaal, gericht op het eigen assortiment. Om hieraan tegemoet te komen, zijn in samenwerking met het VNV contacten gelegd met Versplatform Nederland en is gekeken naar de mogelijkheden om detaillisten met name digitaal te ondersteunen. De Digitale Communicatiewinkel zou in die zin een platform moeten zijn waar ondernemers op maat diensten kunnen afnemen, al naar gelang zij daar voor hun eigen bedrijf behoefte aan hebben. Na deze verkenning in 2010 zal een en ander in 2011 nadere invulling krijgen. Garnalen De Garnalen Advies Commissie (GAC) besprak in het verslagjaar de regelmatig terugkerende onderwerpen zoals toezicht en controle in de afslagfase en de heffingsoorten en tarieven. Besluiten over financiering en begeleiding van onderzoek zijn binnen de GAC besproken en voor besluitvorming voorgelegd aan het bestuur. In september is de uit de GAC samengestelde werkgroep duurzaamheid garnalensector van start gegaan. Voor de secretariële begeleiding is een derde partij ingeschakeld. Dag van de Nederlandse Zeevisserij De traditionele Dag van de Nederlandse Zeevisserij vond in 2010 plaats in Harlingen. Tal van ondernemers uit de sector waren bijeen. Het programma aan voordrachten richtte zich op belangrijke thema’s zoals GVB, duurzaamheid en marktontwikkeling. Tijdens dit evenement werden de productschapprijzen uitgereikt aan de bemanning van schepen met de best verzorgde vis aan boord. Deze voordracht gebeurt op voordracht van de buitendienstagenten van het productschap, die wekelijks de kwaliteit van de aangevoerde vis op de afslagen beoordelen en registreren. Dit betreft een medebewindstaak welke door het ministerie van LNV is neergelegd bij het Productschap Vis. Tegelijkertijd was deze dag onderdeel van het publieksevenement Visserijdagen Harlingen. Tal van bezoekers werd de gelegenheid geboden langs de kade van de vissershaven te lopen en kennis maken met de visserijvormen als de Sumwing, de pulskor, de hydrorig, de twinrig visserij en het flyshooten. Schippers van vissersschepen participeerden in deze ‘kom aan boord!- dag’. Zij toonden met welk vistuig zij op welke vissoorten vissen, vertelden over de laatste ontwikkelingen in de visserij en over de door hen toegepaste innovaties. Op de kade van de vissershaven was het Productschap Vis samen met het LEI en IMARES, onderdelen van Wageningen UR, aanwezig met een informatiestand.
19
Website Middels de website van het Productschap Vis werd veelvuldig actuele informatie voor alle ondernemers uit de sector en andere belangstellenden aangeboden. Vanaf januari 2010 is gestart met verzending van een tweewekelijks digitale nieuwsbrief aan de achterban. De mogelijkheid voor alle belangstellenden om zich te abonneren is nog altijd groeiende. Helpdesk Het Secretariaat van het PVis fungeert als informatiepunt, vraagbaak en helpdesk voor alle ondernemers, werkend met het product vis. Om eenieder van dienst te kunnen zijn, kan de juiste persoon voor het juiste onderwerp worden benaderd via een centraal telefoonnummer (zie colofon). Naast de lijst van te benaderen personen op de website wordt bij verspreiding van informatie veelvuldig aanvullende contactinformatie vermeld. Kwaliteit en Voedselveiligheid In 2010 heeft het team Voedselveiligheid & Kwaliteit voor vis, schaal- en schelpdieren het volgende gedaan in relatie tot de genoemde doelstellingen:
20
1. Door de informatie stroom te gebruiken als communicatiekanaal vanuit de EU is meer helderheid over en gevoel van inspraak verbeterd. Communicatie geschiedt onder andere vanuit de PLW, Codex en ROW, maar ook zijn er regelmatig direct contacten met de ambtenaren van EL&I of VWS. 2. Het Platform voedselveiligheid is telefonisch te bereiken voor directe vragen, maar ook via de website www.pvis.nl op verschillende manieren te contacten. Belangrijke concrete informatie wordt via de nieuwsbrief van Productschap Vis verspreid.
Voor het totale palet aan vis, schaal- en schelpdieren is vanuit het Productschap Vis regelmatig berichtgeving verstrekt aan ondernemers uit de sector. Onder meer noodmaatregelen betreffende de schaaldieren uit India en Bangladesh, nieuw te gebruiken certificaatteksten bij handelsbetrekkingen met Macedonië en wijzigingen in de norm met betrekking tot PAK’s zijn hier concrete voorbeelden van tijdens het verslagjaar.
KERNTAAK 5 Inzetten uniek instrumentarium Onderwijs In alle delen van de sector is het Productschap Vis actief betrokken bij het onderwijs. In de aanvoersector vraagt de invoering van het competentieonderwijs veel aandacht. De voortdurende discussie over het format en de inhoud van de kwalificatiedossiers vraagt veel aandacht en leidt tot inbedding in het beroepsonderwijs als een langdurig proces. De wijziging van internationale regelgeving vraagt daarbij extra overleg met het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Ook vertegenwoordigers van het visserijonderwijs zelf nemen aan deze overleggen deel. Door de actieve rol van het Productschap zijn ook de kwalificatiedossiers voor de verwerkende industrie/groothandel en de detailhandel bij het kennisinstituut SVO tot stand gekomen. Hiermee zijn ook opleidingen voor deze deelsectoren in het beroepsonderwijs verankerd. Met deze betrokkenheid is een directe inbreng in het lesmateriaal door het bedrijfsleven geborgd. Naast de inhoudelijke rol worden in overleg met opleidingsinstituten ook nieuwe cursussen en workshops ontwikkeld voor de verwerkende industrie en de detailhandel. Tevens zijn EVC trajecten ontwikkeld voor zowel de aanvoer als voor de detailhandel. Op basis van aantoonbare ‘Eerder Verworven Competenties’ kunnen kandidaten vrijstelling krijgen voor deelvakken in hun opleiding.
CAO rondes ingegaan en wordt bekeken of nieuwe CAO’s bij bedrijven waar nog geen CAO van toepassing is kunnen worden afgesloten. Onderzoek Arbeidsinspectie In het verslag jaar is door de Arbeidsinspectie een onderzoek uitgevoerd naar arbeidsomstandigheden bij de bedrijven in de groothandel en verwerkende industrie in onze sector. Aan de hand van de door het Productschap in samenwerking met de sector ontwikkelde arbocatalogi heeft de Arbeidsinspectie de controle uitgevoerd. De resultaten stemmen tot tevredenheid. Hoewel er nog zeker knelpunten geconstateerd zijn en er zeker verbeteringen doorgevoerd kunnen worden steekt onze sector in gunstige zin af ten opzichte van vergelijkbare sectoren. Met het eindrapport dat door vertraging binnen de Arbeidsinspectie vanwege reorganisaties nog niet beschikbaar is zal met een promotiecampagne opnieuw aandacht worden gevraagd in de sector voor arbeidsomstandigheden en de instrumenten die we daarvoor ontwikkeld hebben.
Ook bij de promotie van onderwijs maar ook de uitvoering van de subsidieregeling voor de detailhandel ondersteunt het Productschap Vis. De speciale cursus die is ontwikkeld voor aankomende medewerkers in de visdetailhandel, is ook in de nieuwe afgesloten CAO weer meegenomen.
Verordeningen Een veelgebruikte term voor regelgeving is de term verordening. Zo is er de Europese verordening die een algemene strekking heeft, maar wel in alle onderdelen bindend en rechtstreeks toepasselijk is in alle lidstaten van de Europese Unie. De lidstaten regelen daarna zelf meestal alleen nog de uitvoering van deze Europese verordeningen en de strafbaarstelling. Voor de visserijsector zijn bijvoorbeeld veel Europese verordeningen vastgesteld met betrekking tot technische maatregelen en visbestanden. Regelgeving van de gemeente, provincie of een product- of bedrijfschap wordt ook aangeduid met de term verordening. Het bestuur van het Productschap Vis heeft verschillende soorten verordeningen.
Onderzoek naar Arbeidsvoorwaarden Het onderzoek naar arbeidsvoorwaarden in de vissector is afgrond. Hoewel het voorgenomen seminar geen doorgang heeft gevonden waren de resultaten van het onderzoek verrassend. Het onderzoek is uitgevoerd onder werknemers en werkgevers. De respons was zo danig dat de resultaten representatief zijn voor de sector. Voor het merendeel was met tevreden tot heel tevreden over het huidige arbeidsvoorwaarden pakket. Daar waar een CAO toepassing was scoorden men structureel heel tevreden. Frappant was dat geconstateerd werd dat men ontevreden was over de scholingsmogelijkheden terwijl maar zeer beperkt gebruik gemaakt wordt van het bestaande, vaak gesubsidieerde, het opleidingsaanbod. De voorzichtige conclusie mag getrokken worden dat daar waar een CAO van toepassing is zowel werkgevers als werknemers meer tevreden zijn. Met deze boodschap zijn de is men de nieuwe
Toezicht op het Productschap Vis Na vaststelling door het bestuur dienen de meeste verordeningen te worden goedgekeurd. De Sociaal-Economische Raad (SER), de Minister van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (voorheen LNV), de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Veiligheid en Justitie dienen afhankelijk van de verschillende type verordeningen en besluiten veelal de desbetreffende regeling goed te keuren. Indien verordeningen nieuwe of gewijzigde technische maatregelen of steunmaatregelen betreffen, dienen deze verordeningen ook door de Europese Commissie te worden goedgekeurd. Verordeningen zijn in principe pas rechtsgeldig als zij gepubliceerd zijn. Alle ondernemers en werknemers in de vissector moeten de verordeningen van het Productschap Vis naleven. Ook andere natuurlijke of rechtspersonen moeten de inhoudelijke verplichtingen van verordeningen naleven als de desbetreffende verordening ook
21
de zogenaamde ‘derdenbinding’ kent. De heffingsverordeningen hebben geen derdenbindingsbepaling. Autonome regelgeving Op grond van de Wet op de bedrijfsorganisatie en het Instellingsbesluit Productschap Vis (Staatsblad 2003, 253) is ook het Productschap Vis bevoegd om beleid en regelgeving op diverse terreinen vast te stellen in de vorm van een verordening. Dit gebeurt op initiatief van de sector zelf. Deze eigen regelgeving wordt ook wel de autonome regelgeving van het Productschap Vis genoemd. De rechtsbasis voor deze verordeningen is artikel 93 van de Wet op de bedrijfsorganisatie. In deze verordeningen worden aan ondernemers rechten en plichten opgelegd. De verordeningen zijn op hun beurt weer de basis voor uitvoeringsbesluiten. Het Productschap Vis heeft sinds eind 2010 in totaal 3 autonome verordeningen vastgesteld op grond van artikel 93.
22
Verordening Hollandse Nieuwe 2007 Middels deze regeling wordt de jaarlijkse start van het haringseizoen geregeld. Doel van deze regeling is om in heel Nederland met een kwalitatief goede Hollandse Nieuwe het verkoopseizoen op één datum te starten. Bij het bepalen van de startdatum van het nieuwe haringseizoen moet het vetpercentage (het biologische stadium) en de kwaliteit van de haring goed zijn, waarbij rekening moet worden gehouden met de natuurlijke omstandigheden en voldoende rijping. Hierop worden ook de collectieve promotionele activiteiten afgestemd. Verordening quarantainevoorzieningen levende tweekleppige weekdieren 2007 Doel van de regeling is vaststelling van nadere regels inzake de voorschriften, erkenning en constructie van quarantainevoorzieningen ter voorkoming van voor de vorming van uitheemse biotoxinen verantwoordelijke dinoflagellaten of hun cysten, schelpdier- of visziekten, virussen of andere levende organismen en hun larven. Een actueel overzicht van alle bedrijven met een erkenning is te vinden op www.pvis.nl. Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006 De bepalingen over de registratieplicht bij het Productschap Vis, het opvragen en verstrekken dan wel verwerken van gegevens, alsmede de bepalingen over de oplegging en betaling van de heffingen zijn met de bepalingen over de mandatering van bevoegdheden ondergebracht in de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006. De autonome verordeningen worden tuchtrechtelijk gehandhaafd via de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004. Toezichthouders worden door het bestuur aangewezen en goedgekeurd door de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
Berechtingsrapporten van geconstateerde overtredingen worden doorgestuurd naar het Instituut voor Agrarisch Recht (IAR) te Wageningen. Het IAR is het secretariaat van het Tuchtgerecht Productschap Vis. Regelgeving in medebewind Een deel van de verordeningen van het Productschap Vis betreft regelgeving in medebewind. Hier gaat het om regelgeving in opdracht van de Nederlandse overheid. Hieronder kan ook regelgeving vallen die het Productschap Vis vastlegt in een verordening om (gedeeltelijk) aan verplichtingen te voldoen die volgen uit Europese verordeningen of richtlijnen. Het Productschap Vis heeft twee verordeningen in medebewind van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (voorheen LNV) vastgesteld op grond van de Regeling medebewind Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Verordening handelsnormen visserijproducten 2006 en Verordening handelsnormen garnalen 2006 De Europese Unie heeft voor verschillende visserijproducten gemeenschappelijke handelsnormen vastgesteld. Visserijproducten moeten hier aan voldoen voordat zij (in de Europese Unie) voor het eerst in de handel worden gebracht. De handelsnormen omvatten zowel versheidsklassen als grootteklassen. De Lid-Staten van de Europese Unie moeten controle¬ren of de producten conform deze vastgestelde normen zijn en moeten zo nodig maatrege¬len nemen om overtredingen te kunnen bestraffen. De Verordening handelsnormen visserijproducten 2006 en de Verordening handelsnormen garnalen 2006 van het Productschap Vis regelen deze controle in Nederland. De ondernemers (aanvoerders) hebben de verplichting om hun producten voor controle aan te bieden. Bij verhandeling van verse vis en Noordzee garnalen zijn visafslagen genoemd als controle locaties. De betrokken producten moeten daar voor controle aan de buitendienst medewerkers van het productschap worden aangeboden. De Algemene Inspectie Dienst (AID) die in de loop van het verslagjaar deel is gaan uitmaken van de nVWA treedt met betrekking tot de naleving van de bepalingen in de verordeningen op als opsporingsinstantie. Overtredingen worden strafrechtelijk via de Landbouwwet en de Wet op de economische delicten afgedaan. Het Productschap Vis heeft 2 verordeningen in medebewind van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vastgesteld. De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) is de bevoegde toezichthouder op de naleving van deze bepalingen en overtredingen worden bestuursrechtelijk via het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten afgedaan.
Verordening productiegebieden levende tweekleppige weekdieren 2006 In artikel 3, derde lid, van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen (Staatsblad 2005, 517) is het Productschap Vis door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangewezen als de bevoegde autoriteit, bedoeld in bijlage II, hoofdstuk II van verordening (EG) nr. 854/2004. Het Productschap Vis is derhalve belast met het vaststellen van een bemonsteringsplan en de classificatie van productie- en heruitzettingsgebieden alsmede de overige taken en bevoegdheden van de bevoegde autoriteit. Op basis van deze medebewindsverordening is het Productschap Vis als bevoegde instantie in Nederland gehouden om maatregelen te nemen bij het voorkomen van toxische algen in het water of in als toxine gevormd is in de schelpdieren zelf. De voorzitter is bevoegd om op basis van de periodieke bemonsteringsresultaten van E.coli en toxische algen (in water en product) middels uitvoeringsbesluiten voorzorgsmaatregelen te treffen. De beleidsregels voor de wijze waarop in beginsel uitvoering aan deze bevoegdheid wordt gegeven zijn opgenomen in de Bemonsteringsplannen sanitaire monitoring.
Technische maatregelen De volgende verordeningen zijn genotificeerd bij de Europese Commissie als technische maatregel: - Verordening quarantainevoorzieningen levende tweekleppige weekdieren 2007 en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten - Verordening Hollandse Nieuwe 2007 en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten - Verordening handelsnormen visserijproducten 2006 en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten - Verordening handelsnormen garnalen 2006 en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten - Verordening gezondheidsvoorschriften levende tweekleppige weekdieren 2000, welke vervangen is door de Verordening productiegebieden levende tweekleppige weekdieren 2006
Verordening dagvers gerookte paling Op grond van deze verordening zijn regels gesteld met betrekking tot een regeling op grond van de Warenwet. In artikel 15, eerste lid, onder b, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen is bepaald dat eet- of drinkwaren welke gekoeld moeten worden bewaard teneinde microbiologisch bederf of uitgroei van pathogene bacteriën tegen te gaan zodanig moeten worden vervoerd of in voorraad worden gehouden dat de temperatuur van de waar ten hoogste 7°C bedraagt. Deze bepaling is onder meer van toepassing ten aanzien van niet voorverpakte gerookte paling. Gebleken is echter dat de kwaliteit van gerookte paling - met name de smaak en kleur - achteruit gaat bij een lage temperatuur. Gerookte paling wordt daarom van oudsher verkocht op kamertemperatuur. In de verordening van het Productschap Vis worden hiervoor nadere regels gesteld.
Dienstenrichtlijn Het Productschap Vis heeft geen regelgeving die onder de bepalingen van de Dienstenrichtlijn vallen. Regelgeving ten aanzien van de werkwijze van het Productschap Vis. Het bestuur van het Productschap Vis heeft verschillende verordeningen vastgesteld waarin onder meer: - de arbeidsvoorwaarden voor het personeel van het secretariaat zijn opgenomen; - de vergoedingen voor de voorzitter en leden van bestuur en commissies zijn opgenomen; - de jaarlijkse begroting is opgenomen; - het beleggingsbeleid is opgenomen; - de bevoegdheden voor de bestuursorganen en het secretariaat zijn omschreven; en - een klachtenregeling voor ondernemers is vastgesteld.
Europese notificaties Steun Alle bestemmingsheffingverordeningen zijn gemeld bij en goedgekeurd door de Europese Commissie als steunmaatregel. In de jaarlijkse steuninventaris (zie bijlage) wordt de aanwending van de opbrengst van de bestemmingsheffingen via het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (voorheen LNV) gemeld aan de Europese Commissie onder de nummers waaronder de steunmaatregelen bij de Europese Commissie bekend zijn.
Regelgeving voor inning en uitgaven heffingen Een ander deel van de regelgeving van het Productschap Vis betreft autonome regelgeving met een heffingsplicht voor ondernemers op grond van artikel 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie. De huishoudelijke heffing en de diverse bestemmingsheffingen hebben bijvoorbeeld een eigen verordening als rechtsbasis. Iedere sector heeft in de keten zijn eigen heffingsmomenten met eigen specifieke heffingsgrondslagen, teneinde de hoogte van de heffing zo veel mogelijk per sector in
De volgende verordeningen zijn genotificeerd als sanitaire en fytosanitaire maatregel bij het Secretariaat van de Wereldhandelsorganisatie: - Verordening quarantainevoorzieningen levende tweekleppige weekdieren 2007
23
24
relatie te brengen met de kosten die het productschap voor deze specifieke sector maakt. Het bestuur bespreekt jaarlijks met de deelsectoren wat het productschap per sector doet en weegt dan af op welk moment in de keten de heffingsgrondslag moet worden opgenomen. Sectoren zijn niet vergelijkbaar omdat onder meer de activiteiten van het productschap per sector verschillen. Bovendien dient de wijze van inning zo effectief mogelijk te geschieden. Dit leidt mede tot het verschil in heffingssystematiek per sector (forfaitaire waarden, promillages, percentages, vaste bedragen per ton of kg, etc.). Het bestuur van het Productschap Vis heeft vanaf het jaar 2000 per kalenderjaar één algemene heffingsverordening voor de huishoudelijke heffingen en 11 verordeningen met een aparte bestemming voor de verschillende deelsectoren vastgesteld. In de bijlage is een overzicht opgenomen van de heffingsgrondslagen en tarieven die voor het jaar 2010 gelden. Het Productschap Vis heeft 6 fondsen door middel van 6 instellingsverordeningen waarin de heffingsopbrengst van de bestemmingsheffingen wordt ondergebracht. De aanwending van de middelen uit de fondsen geschiedt bij besluit door het dagelijks bestuur van het Productschap Vis in mandaat van het bestuur. Hierbij wordt conform Principe XVIII van de Code Goed Bestuur en de door de SER in de Verordening financiën bedrijfslichamen voorgeschreven PBO-toets beoordeeld of de besteding in overeenstemming is met de doelstelling van de heffing en dient de desbetreffende bestuursadviescommissie een positief advies te hebben gegeven. In de instellingsverordeningen zijn bepalingen opgenomen over de mogelijke bestemming van de middelen. Deze doelstellingen sluiten aan bij de doelstellingen waaronder de bestemmingsheffingen als steunmaatregel zijn gemeld bij en goedgekeurd door de Europese Commissie. De middelen van de fondsen worden ingezet voor projecten die door het productschap worden uitgevoerd. Waar het productschap derden inschakelt bij de uitvoering worden overeenkomsten gesloten met deze partijen. Subsidies Op grond van artikel 4:23 Awb is het mogelijk om op basis van een wettelijk voorschrift, waaronder verordeningen van bedrijfslichamen, subsidies te verstrekken. Het Productschap Vis maakt gebruik van de mogelijkheden die artikel 4:23 Awb biedt door middel van de Verordening begroting, de verordeningen tot instelling van de fondsen en de Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis 2008, waarin de wettelijke basisvereisten zijn geregeld (de te subsidiëren activiteiten, de aanwijzing van het bevoegde bestuursorgaan, maximaal budget en vermelding begunstigden indien het om een geoormerkt aantal begunstigden gaat).
Bij de vaststelling van de heffingsgrondslagen (reikwijdte en tarief) wordt al bepaald voor welk doel geïnd wordt. In de toelichting van de bestemmingsheffingverordening is opgenomen waarvoor het geld bijeen wordt gebracht. Het Productschap Vis heeft geen algemene budgetten waar individuele ondernemers een aanvraag voor kunnen doen. Om die reden is het ook niet noodzakelijk en mogelijk om invulling te geven aan de wijze waarop een beschikbaar verdrag verdeeld wordt. In bijlage 5 is een overzicht opgenomen van de in het jaar 2010 verstrekte subsidies. Bezwaar en beroep tegen besluiten Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen besluiten van het Productschap Vis. Dit betekent dat tegen besluiten, binnen zes weken na dagtekening, bezwaar kan worden aangetekend. Bezwaar kan worden aangetekend tegen bijvoorbeeld de definitieve oplegging van een (ambtshalve) huishoudelijke heffing of een bestemmingsheffing. Verder kan bijvoorbeeld bezwaar worden gemaakt tegen de afwijzing van een verzoek om een subsidie, erkenning, vergunning of ontheffing. Indien de indiener van het bezwaarschrift zich niet kan vinden in de beslissing op het bezwaarschrift, bestaat de mogelijkheid om binnen zes weken, na de datum van de beslissing op het bezwaarschrift, een beroepschrift in te dienen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven te Den Haag. Beleids- en verordeningencyclus Een verordening is geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en hiertegen kan dan ook geen bezwaar worden gemaakt. Iedere persoon waarvoor bindende regels worden vastgesteld op grond van artikel 100 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, heeft het recht om schriftelijke bedenkingen in te dienen tegen het ontwerp dat gepubliceerd wordt in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie, zoals de inhoudelijke verordeningen of heffingsverordeningen. Het bestuur dient ook te beraadslagen en beslissen in het openbaar. Het bestuur komt minimaal twee maal per jaar bijeen; de laatste donderdag in maart en de laatste donderdag in september of de eerste donderdag in oktober. In januari/februari en augustus/september worden de ontwerpregelingen gepubliceerd in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie die in de bestuursvergaderingen vastgesteld gaan worden. Het PBO-blad is een uitgave van de Sociaal-Economische Raad (SER) waarin zowel het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie als het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie is opgenomen. Het PBO-blad verschijnt wekelijks op vrijdag via de website van de SER: http://www.ser.nl/nl/publicaties/overzicht_pbo_bladen.aspx. Op de website van het Productschap Vis (www.pvis.nl) is het communicatieplan gepubliceerd en staat vermeld wanneer belangrijke
vergaderingen van bestuur, dagelijks bestuur, commissies en werkgroepen worden gehouden. Hierbij worden de agenda’s gepubliceerd.
administratieve lasten wegvallen. Het bestuur heeft om deze redenen besloten om de Verordening regeling verkoop zoetwatervis 2003 in te trekken.
Overzicht regelgeving van het Productschap Vis In de bijlage is een totaaloverzicht opgenomen met alle geldende verordeningen en besluiten onder vermelding van de rechtsbasis en het karakter van de regeling. Gepubliceerde verordeningen van het Productschap Vis kunt u ook vinden in het register op de website van de Sociaal-Economische Raad http://www.ser.nl/nl/Publicaties/Overzicht_PBO_bladen/Register/Productschappen.aspx. Alle regelingen, ook als die niet verplicht voor inwerkingtreding gepubliceerd moeten worden, worden in principe afgekondigd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Reden hiervoor is dat hiermee alle regelingen van het productschap in de Algemene Databank Wet- en regelgeving worden opgenomen en via de algemene website http://wetten.overheid.nl/zoeken door een ieder te raadplegen zijn. Klik hier aan: Regelingen publieke organisatie voor beroep en bedrijf. Het Productschap Vis is als bedrijfslichaam onderdeel van de PBO (Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie) en valt daarmee onder deze button. Het Productschap Vis is geen zelfstandig bestuursorgaan (ZBO).
De verleende vergunningen op grond van de Verordening regeling verkoop zoetwatervis 2003 en de op grond van artikel 11 van deze verordening gebaseerde uitvoeringsregeling “Besluit aanwijzing toezichthouders regeling verkoop zoetwatervis” zijn eveneens met ingang van 4 december 2010 vervallen. De binnenvissers zijn individueel per brief op de hoogte gesteld van de intrekking van deze regeling en de gevolgen daarvan.
Heroverweging bestaansgrond verordeningen Op alle bedrijfslichamen rust op grond van artikel 106 van de Wet op de bedrijfsorganisatie de plicht om geregeld de bestaansgrond van verordeningen te heroverwegen en om het verordeningenbestand waar mogelijk met het oog op deregulering op te schonen. In de heffingsverordeningen zijn de grondslagen op verzoek van de desbetreffende deelsectoren op een aantal punten aangepast. In de toelichtingen van de heffingsverordeningen worden de voor dat jaar ten opzichte van het vorige jaar doorgevoerde wijzigingen toegelicht. In 2010 is één autonome verordening ingetrokken naar aanleiding van deze heroverweging. Met ingang van 1 april 2003 is de Verordening regeling verkoop zoetwatervis 2003 in werking getreden. Na bestuurlijke heroverweging in 2010 is gebleken dat het nut en de noodzaak van deze autonome verordening niet langer aanwezig is nadat door het ministerie van LNV (inmiddels Economische Zaken en Innovatie genaamd) de Visserijwet 1963 is gewijzigd en diverse bepalingen bij ministeriële regeling (artikel 55 tot en met 60 van de Uitvoeringsregeling visserij) zijn vastgesteld. Het wegvallen van de Verordening regeling verkoop zoetwatervis 2003 heeft geen gevolgen, anders dan dat ondernemers geen vergunning of verlenging meer dienen aan te vragen, waardoor
Klachten Het Productschap Vis behandelt klachten conform Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het bestuur van het Productschap Vis heeft al vanaf 2000 bij verordening een (interne) klachtenregeling opgesteld. Op 2 oktober 2008 is de Verordening PVis klachtenbehandeling 2008 vastgesteld om de klachtenregeling in overeenstemming te brengen in het kader van Principe XXII van de Code Goed Bestuur. Gesproken wordt van een interne klachtenregeling, omdat het bestuursorgaan zelf de klachten behandelt en afhandelt. Het doel van een klachtenprocedure is om de verhouding tussen de burger (of een bedrijf) en het bestuursorgaan te verbeteren. De Verordening PVis klachtenbehandeling 2008 bevat regels die de procedure nader regelen om er voor te zorgen dat klachten behoorlijk worden afgehandeld. Soms is moeilijk te beoordelen of een brief (of een ander stuk papier of een telefonische mededeling) een klacht is of iets anders. Iets anders kan zijn een bezwaarschrift of gewone correspondentie. Verder wordt onderscheid gemaakt tussen klachten waarvoor een lichte of een zware afhandeling geldt. Diverse mondelinge of schriftelijke uitingen van ongenoegen worden met name geuit in juridische procedures in het kader van de taakuitoefening van het productschap en zijn organen en hebben tot op heden voornamelijk betrekking gehad op algemeen beleid, besluiten of verordeningen dan wel de instelling van het productschap. Op dergelijke uitingen wordt in de desbetreffende juridische procedure ingegaan en deze vallen daarmee buiten het traject van de formele klachtenbehandeling. In 2010 zijn twee formele klaagschriften ontvangen. Ten aanzien van één klaagschrift dat was gericht op twee uitingen van het Productschap Vis is besloten om het klaagschrift niet in behandeling te nemen omdat de gedragen waartegen de klacht was ingediend buiten de klachtenregeling vielen. Het klaagschrift had deels betrekking op een notitie die langer dan twaalf maanden voor indiening van het klaagschrift aan de Tweede Kamer was
25
gestuurd en had deels betrekking op de inhoud van een ministeriele regeling welke geen gedraging van een bestuursorgaan van het Productschap Vis betreft. Ten aanzien van één klaagschrift gericht op de aard en omvang van digitaal beschikbare promotiematerialen en activiteiten en contacten met het secretariaat van het Productschap Vis heeft de klager de gelegenheid gehad om zijn klacht mondeling toe te lichten. De klager is gehoord en tegelijkertijd is door het hoofd van de afdeling Detailhandel, Groothandel en Verwerking en de manager Public Relations/Public Affairs in samenspraak met het Nederlands Visbureau een uitgebreide toelichting gegeven over welke activiteiten concreet worden verricht voor het type bedrijfsactiviteiten van deze ondernemer en op welke wijze deze aan hem ter beschikking kunnen worden gesteld. De nadere toelichting en uitwisseling van beschikbare digitale promotiematerialen alsmede de afspraak op welke wijze de ondernemer input kan leveren om de activiteiten van het productschap ook bij zijn type bedrijfsactiviteiten aan te laten sluiten zijn aanleiding geweest voor de ondernemer om het klaagschrift in te trekken.
26
Vergoedingen Leden van het bestuur, dagelijks bestuur, commissies en haar werkgroepen hebben in 2010 vacatievergoedingen en een vergoeding voor reis- en verblijfkosten ontvangen op grond van de Verordening vergoedingen bestuur, dagelijks bestuur, commissies en werkgroe¬pen van het Productschap Vis 2010-2011. De hierin opgenomen bedragen blijven ruim onder de maximaal toe te kennen bedragen, zoals voorgeschreven in de verordening van de SER die regels stelt over de systematiek en maximale hoogte van de vergoedingen. Volgens de verordening wordt een aparte vergoeding toegekend aan de voorzitters van de drie bestuursadviescommissies voor de aanvoersector, de groothandel en de detailhandel voor totaal € 46.750,-. Bijzondere vergoedingen voor de voorzitters van de Commissie groothandel, de Commissie aanvoeraangelegenheden en de Commissie detailhandel zijn vastgesteld. Deze bedragen wijken af van de richtlijnen voor vergoedingen van de SER. Het bestuur van het Productschap Vis acht deze vergoedingen echter passend bij de aard en de omvang van de werkzaamheden die de voorzitters van de genoemde commissies verrichten ten behoeve van het Productschap Vis. Bij de goedkeuring van eerdergenoemde verordening is door de Bestuurskamer toestemming voor afwijking van hoofdstuk 6 van het Besluit beleidsregels Bestuurskamer verleend op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht. De voorzitter heeft in 2010 vijf maal gebruik gemaakt van zijn bevoegdheid om bij besluit op grond van dit vergoedingen toe te kennen namens
het bestuur. Het gaat dan om leden van de klankbordgroep mosselveiling en de Auditcommisie. Ook aan de vertegenwoordiger van de Nederlandse Oestervereniging, Vinvis en Stichting “Vrienden van de Mossel” wordt vergoeding toegekend, omdat zij niet automatisch voor hun deelname aan vergaderingen van dagelijks bestuur, commissies en werkgroepen van het Productschap Vis vergoeding ontvangen. Bij een nieuwe verordening voor een nieuwe periode moet door de voorzitter ook weer een nieuw besluit worden genomen. Geen vergoeding wordt verstrekt aan personen die in dienst zijn van het productschap. Het bestuur heeft voor de voorzitter een aparte verordening vastgesteld op grond van artikel 83 van de Wet op de bedrijfsorganisatie. De Verordening PVis vergoedingen voorzitter 2010 geldt alleen voor de externe voorzitter die bij Koninklijk Besluit is benoemd. De interne plaatsvervangende voorzitters zijn lid van het bestuur en het dagelijks bestuur en ontvangen alleen als bestuurslid de vergoedingen conform de Verordening vergoedingen bestuur, dagelijks bestuur, commissies en werkgroepen van het Productschap Vis 2010-2011. De Verordening PVis vergoedingen voorzitter 2010 verklaart een aantal bepalingen van de Kaderverordening arbeidsvoorwaarden PVis, waarbij tevens de Collectieve arbeidsovereenkomst voor de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (CAO) als bijlage is vastgesteld, van toepassing. De volledige vigerende teksten zijn beschikbaar via de website www.werkgeversverenigingpbo.nl . Het betreft de vaststelling van de vergoeding voor de voorzitter die gelijkgesteld is aan het hoogste bedrag in schaal 16 (Bijlage III nieuwe loonlijn) van de CAO verhoogd met 16,5 % en afgerond op hele euro’s. Over de som van dit bedrag wordt een vakantietoeslag en eindejaarsuitkering toegekend conform de bepalingen die gelden voor werknemers van het productschap. Verder wordt een forfaitaire vergoeding toegekend voor de kosten van woon/werkverkeer en vergoeding van de reële reis- en verblijfkosten conform de voor de werknemers van het productschap geldende vergoedingsregelingen. De vergoeding voor de voorzitter bedroeg in 2010 € 60.653,- voor zijn werkzaamheden die hij verricht in gemiddeld vier dagdelen per week. De reiskosten en vacatievergoedingen voor de leden van het bestuur, dagelijks bestuur, commissies en werkgroepen bedroegen in 2010 totaal € 119.665,-.
Administratieve Lasten Periodiek wordt middels een actualiseringrapportage de stand van zaken weergegeven ten aanzien van de nulmeting. De rapportages aan de SER worden gepubliceerd op de website www.pvis.nl.
De uitvoering van de Principes van de Code Goed Bestuur en de Algemene wet bestuursrecht brengt maatwerk met zich mee op verzoek van de betrokkenen, door de enorme verschillen in de aard en omvang van de relatief zeer kleine deelsectoren, dat in verhouding in hogere lasten resulteert. Het zijn uiteindelijk de deelsectoren zelf die middels de vertegenwoordigers in de bestuursadviescommissies dan wel het dagelijks bestuur of het bestuur van het Productschap Vis de keuzes maken op welke wijze de autonome taken en daarbij behorende regelgeving van het Productschap Vis worden ingevuld, uitgevoerd en gefinancierd. De administratieve lasten per ondernemer kunnen verschillen, afhankelijk van de aard en de omvang van de bedrijfsactiviteiten welke per ondernemer overigens ook jaarlijks sterk kunnen verschillen. Bij elke wijziging of nieuwe maatregel wordt standaard in de bestuurlijke afweging uitdrukkelijk meegewogen wat het effect is op de administratieve lasten voor de sector bij uitvoering hiervan en wordt, waar mogelijk, voorrang gegeven aan de systematiek die de minste lasten oplevert. De gemiddelden per handeling, per ondernemer, per deelsector dan wel voor de gehele sector laten zien dat de administratieve lasten veroorzaakt door het Productschap Vis bij de uitoefening van de autonome taken zeer beperkt zijn. Reductiemaatregelen Het meest in het oog springende concrete resultaat van het onderzoek naar de administratieve lastenverlichting blijft de structurele bewustwording van administratieve lasten die voortvloeien uit regelgeving en de grote bereidheid om met andere overheidsinstanties samen te werken. De samenwerking met andere overheidsinstanties is op een aantal terreinen geïntensiveerd dan wel uitgebreid. In de concrete lastenmeting bij het Productschap Vis zijn deze maatregelen niet zichtbaar, omdat de effecten zich voornamelijk voordoen bij de overheidsinstantie waar mee wordt samengewerkt. Na bestuurlijke heroverweging in 2010 is gebleken dat het nut en de noodzaak van de Verordening regeling verkoop zoetwatervis 2003 niet langer aanwezig is en het wegvallen van deze regeling verder geen gevolgen heeft, anders dan dat ondernemers geen vergunning of verlenging meer dienen aan te vragen, waardoor administratieve lasten wegvallen. Het bestuur heeft om deze redenen besloten om deze verordening in te trekken. In 2009 heeft een toename van de administratieve lasten plaatsgevonden. Naar aanleiding van de wijzigingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) door invoering van de vierde tranche heeft het productschap in 2009 de benodigde stappen genomen om hier als bestuursorgaan uitvoering aan te geven.
Een direct gevolg van deze wijziging is dat ondernemers die vis en visproducten via de Nederlandse visafslagen aan- of verkopen jaarlijks één maal individueel verzocht worden om een opgavenformulier volledig in te vullen en aan het productschap in Rijswijk terug te sturen. Daarna volgt dan een bestuursrechtelijke besluit met de definitieve vaststelling van het totaal van de in het hele kalenderjaar verschuldigde heffingen, waarbij de door de afslag reeds vooruit berekende en geïnde bedragen verrekend worden. Eind 2010 heeft het productschap met de visafslagen, die gemandateerd zijn om de heffingen vooruit te berekenen en te innen, afspraken gemaakt om de administratieve lasten voor de ondernemers te verlagen. Met ingang van 2011 zijn de automatiseringssystemen van de afslagadministraties aangepast en worden door de afslagadministraties totaalgegevens per ondernemer verstrekt aan het productschap. De gegevens worden door het secretariaat in de opgavenformulieren vermeld, zodat een enkele ondernemer alleen nog gegevens hoeft in te vullen van partijen vis en visproducten die buiten het veilsysteem om verhandeld zijn. Totaal administratieve lasten 2010 De totale administratieve lasten bedroegen in 2010 € 192.390,-. Per saldo gaat het om een toename van € 4.622,- ten opzichte van het jaar 2008. De toename in 2009 heeft als oorzaak de noodzaak tot het verzoeken om opgavenformulieren in te vullen en te retourneren bij ondernemers die via de Nederlandse visafslagen aan- en verkopen als gevolg van de invoering van de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht. Het intrekken van de Verordeningen regeling verkoop zoetwatervis 2003 en de afname van het aantal (-167) geregistreerde ondernemingen bij het Productschap Vis die onder de werking van de autonome- en heffingsverordeningen vallen dragen bij aan de vermindering van de administratieve lasten. Het aantal aanvragen voor (tijdelijke) erkenning van een quarantainevoorziening bedroeg in 2010 gemiddeld 3 per jaar in plaats van 12 waarmee de administratieve lasten lager uitvallen bij de Verordening quarantainevoorzieningen levende tweekleppige weekdieren 2007. De rapportages worden op de website van het productschap gepubliceerd zodra deze afgerond en beschikbaar zijn. Samenwerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en Productschap Vis In het kader van Principe XIX van de Code Goed Bestuur worden de beschikkingen van 2 bedrijfslichamen, houdende de heffingen voor de kleinhandel met vaste en ambulante verkooppunten in de vissector, door het Productschap Vis gezamenlijk verstuurd voor
27
zowel het Productschap Vis als het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD). Verzending geschiedde in juni 2010 met een begeleidende brief van de beide secretarissen over de activiteiten die het eigen schap verricht. Voor verzending wordt gebruik gemaakt van briefpapier en enveloppen met daarop de logo’s van beide schappen. Indien ondernemers heffingsplichtig zijn bij beide schappen, krijgt de ondernemer een korting van € 20,00 op de algemene heffing van het HBD. Oprichting en deelname in andere rechtspersonen Op grond van artikel 138 van de Wet op de bedrijfsorganisatie moet de oprichting en deelname in andere rechtspersonen worden gemeld bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Het Productschap Vis heeft toestemming van de Minister van SZW voor zijn deelname in de volgende rechtspersonen: - Stichting Nederland Maritiem Land (NML); - Stichting Structuurverbetering Mosselkweek en Garnalenvisserij (SSMG); - Stichting Nederlands Visbureau (NVB).
28
Tuchtrecht Overtredingen van de eigen regelgeving kunnen worden aangepakt via tuchtrecht op grond van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004. Ook overtredingen van regelgeving die op grond van een medebewindopdracht is vastgesteld, kunnen tuchtrechtelijk worden gehandhaafd als de medebewindopdracht dat bepaalt. Het PVis heeft een Tuchtgerecht, dat zaken behandelt die namens de voorzitter van het productschap worden aangebracht. De volgende drie autonome verordeningen bevatten een bepaling dat op overtreding van het bepaalde in die verordening tuchtrechtelijke maatregelen kunnen worden gesteld: 1) Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006; 2) Verordening Hollandse Nieuwe 2007; en 3) Verordening quarantainevoorzieningen levende tweekleppige weekdieren 2007. In het verslagjaar 2010 zijn door de voorzitter van het PVis 18 zaken aangebracht. In 2010 zijn twee zittingsdagen gehouden. De voorzitter van het Tuchtgerecht PVis kan een zaak met een berisping of geldboete van minder dan € 225,- zonder zitting afdoen. De voorzitter heeft van deze bevoegdheid in het verslagjaar geen gebruik gemaakt. In 2010 zijn geen overtredingen geconstateerd ten aanzien van de registratie- en informatieplicht voor ondernemers op grond van de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006.
Ook zijn geen overtredingen geconstateerd op de visafslagen voor het verkopen van zoetwatervis zonder vergunning op grond van de Verordening regeling verkoop zoetwatervis 2003. Deze verordening is met ingang van 4 december 2010 ingetrokken. Verordening Hollandse Nieuwe 2007 In het jaar 2010 zijn 57 controles uitgevoerd door de bevoegde toezichthouder; het Centrum voor Bedrijfsdiensten (CBD). Hiervan zijn 3 controles uitgevoerd op basis van berechtingen in het jaar 2009. Verder zijn 15 controles uitgevoerd na ontvangst van meldingen van verkoop voor aanvang van de startdatum bij het landelijke meldpunt. Ook zijn 39 controles steekproefsgewijs uitgevoerd. Naar aanleiding van drie constateringen van een overtreding van het bepaalde bij of krachtens de Verordening Hollandse Nieuwe 2007 zijn berechtingrapporten opgesteld door het CBD. Deze drie rapporten zijn door het productschap doorgestuurd naar het Tuchtgerecht PVis ter behandeling. Op 1 september 2010 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgevonden. Het tuchtgerecht heeft hierna op 4 november 2010 uitspraak gedaan inzake deze zaken en alle drie de ondernemingen veroordeeld tot een geldboete van € 750,-, waarvan € 350,- voorwaardelijk onder de voorwaarde van onthouding van overtreding van de Verordening Hollandse Nieuwe 2007 in de komende twee jaar. Op 20 januari 2010 heeft verder het onderzoek ter zitting plaatsgevonden met betrekking tot 6 zaken, welke in het verslagjaar 2009 zijn aangebracht. Het tuchtgerecht heeft op 30 maart 2010 inzake deze zaken uitspraak gedaan en het volgende beslist: - in twee zaken is de voorzitter van het PVis niet-ontvankelijk verklaard; - in één zaak is de ondernemer vrijgesproken; - in twee zaken is een boete opgelegd van € 500,-, waarvan € 250,- voorwaardelijk; en - in één zaak is een boete opgelegd van € 500,-, waarvan € 400,- voorwaardelijk. Het voorwaardelijke deel van de boete houdt in een onthouding van overtreding van de Verordening Hollandse Nieuwe 2007 in de komende twee jaar. Naar aanleiding van de in het jaar 2010 gewezen uitspraken van het tuchtgerecht inzake de haringzaken zijn geen beroepen ingesteld. Verordening quarantainevoorzieningen tweekleppige weekdieren 2007 In het jaar 2010 zijn 37 reguliere controles uitgevoerd en één spoedcontrole door de bevoegde toezichthouder; het Centrum voor Bedrijfsdiensten (CBD).
In het jaar 2010 zijn 15 berechtingsrapporten opgesteld door het CBD. Deze 15 rapporten zijn door het productschap doorgestuurd naar het Tuchtgerecht Productschap Vis ter behandeling. Op 1 september 2010 heeft het onderzoek ter zitting met betrekking tot 11 van deze 15 zaken plaatsgevonden. De overige vier zaken en één in het jaar 2010 ingesteld verzetzaak zijn tijdens een zitting van het Tuchtgerecht Productschap Vis behandeld, die in het verslagjaar 2011 heeft plaatsgevonden. Deze zaken worden in 2011 door het tuchtgerecht verder afgehandeld. Op 20 januari 2010 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgevonden met betrekking tot 2 zaken, welke in het verslagjaar 2009 zijn aangebracht. Het tuchtgerecht heeft op 30 maart 2010 inzake deze zaken uitspraak gedaan. Middels 2 uitspraken van Tuchtgerecht Productschap Vis van 30 maart 2010 en 11 uitspraken van 22 november 2010 is: - in vijf zaken is een geldboete opgelegd van € 1.500,-, waarvan € 500,- voorwaardelijk; - in twee zaken is een geldboete opgelegd van € 750,-, waarvan € 375,- voorwaardelijk; - in twee zaken is een geldboete opgelegd van € 500,-, waarvan € 250,- voorwaardelijk; - in één zaak is een geldboete opgelegd van € 2.500,-, waarvan € 500,- voorwaardelijk; - in één zaak is een geldboete opgelegd van € 2.000,-, waarvan € 500,- voorwaardelijk; - in één zaak is een geldboete opgelegd van € 1.000,-, waarvan € 500,- voorwaardelijk; en - in één zaak is een voorwaardelijke geldboete opgelegd van € 2.500,-. De voorwaardelijke geldboete houdt in dat als de onderneming binnen twee jaar opnieuw een overtreding begaat het resterende bedrag alsnog betaald moet worden. Naar aanleiding van de uitspraken van het tuchtgerecht zijn bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven vier beroepen ingesteld tegen de uitspraken inzake de quarantainevoorzieningzaken. De verwachting is dat de zittingen inzake deze zaken in het verslagjaar 2011 zullen plaatsvinden. De inning van de boetes inzake deze beroepszaken in opgeschort tot het moment van uitspraak van het college. Bij de bepaling van de hoogte van de boetes heeft het Tuchtgerecht PVis ten nadele van het bedrijf in bepaalde gevallen meegewogen dat de toezichthouder het betreffende bedrijf eerder op de niet nakoming van de desbetreffende regelgeving heeft gewezen en het mogelijk was om dit te herstellen. Voorts is het niet meewerken aan een controle bepalend bij de hoogte van de boete.
Naar aanleiding van deze uitspraken is het toezicht van het productschap op de naleving van de reeds bestaande instructies door de controle instantie aangescherpt. De voorzitter van het PVis heeft in samenspraak met de mosselsector een lijst gemaakt met de door de sector passend geachte tuchtrechtmaatregelen per type overtreding. Deze ‘Instructie eisen en overtredingen’ wordt door de voorzitter gehanteerd bij het voorstellen van een tuchtrechtelijke maatregel bij het aanbrengen van de zaak bij het Tuchtgerecht Productschap Vis. Kosten Aan de uitvoering van het tuchtrecht zijn diverse kosten verbonden. Kosten bestaan voor het PVis uit: 1) een vaste vergoeding voor de voorzitter jaarlijks te voldoen voor 1 mei en variabele vergoedingen voor de voorzitter en leden van het tuchtgerecht afhankelijk van het aantal zaken. De totaal betaalde kosten in het jaar 2010 hiervan waren € 13.825,90; 2) een vaste deelnemersbijdrage jaarlijks te voldoen aan het Instituut voor Agrarisch Recht (IAR) vóór 1 februari. In het jaar 2010 is € 2.975,- aan vaste bijdrage betaald; 3) variabele kosten (vast bedrag per soort zaak, overige kosten zaalhuur en vergoedingen) te voldoen aan het IAR middels voorschotten en een eindafrekening per kalenderjaar. In het jaar 2010 is als voorschot voor de variabele kosten in totaal € 12.138, - betaald. De eindafrekening hiervan volgt in 2011. De totale betaalde kosten voor de uitvoering van het tuchtgerecht in het jaar 2010 waren € 28.938,90. Kosten toezichthouders: 1) CBD t.b.v. de Verordening Hollandse Nieuwe 2007 € 12.131,99; en 2) CBD t.b.v. de Verordening quarantainevoorzieningen levende tweekleppige weekdieren 2007 € 46.686,38. Het jaarlijks benodigde aantal fte’s, dat vanuit het secretariaat van het PVis ingezet wordt is buiten beschouwing gelaten bij de uitsplitsing van de gemaakte kosten van het Tuchtgerecht PVis. Door de intrekking van de Verordening regeling verkoop zoetwatervis 2003 wordt verder een lastenvermindering bereikt in de controlelasten. Deze post was uitgaande van 1 % van de operationele kosten van de buitendienst over een periode van drie jaar ongeveer € 20.000,-.
29
Baten De baten vloeien voort uit de betaalde boetes, welke door het tuchtrecht zijn opgelegd. Het totaalbedrag aan betaalde boetes is € 7.150,- bestaande uit € 1000,- met betrekking tot de haringzaken en € 6.150,- met betrekking tot de zaken quarantainevoorziening. Ten aanzien van vier in het jaar 2010 opgelegde boetes loopt de inningsprocedure in het verslagjaar 2011. Bezwaarschriften Gedurende 2010 zijn er in totaal 250 bezwaarschriften bij het secretariaat van het Productschap Vis ingediend.
30
Bezwaarschriften visdetailhandel Een groot deel van deze bezwaarschriften vloeit voort uit de heffing voor de detailhandel (totaal 83). In 2009 was het aantal bezwaarschriften nog 187. In 2010 is net als in voorgaande jaren het relatief hoge aantal in de meeste gevallen terug te voeren op een aantal omstandigheden. De heffingen detailhandel worden jaarlijks geautomatiseerd op basis van de gegevens van de Kamer van Koophandel opgelegd aan de visdetaillisten. In 2008 is door de samenwerking met het Hoofdbedrijfschap Detailhandel voor het eerst gekozen voor het versturen van de beschikkingen houdende de definitieve heffingen kleinhandel met de bijbehorende nota in april, op basis van de gegevens van de Kamer van Koophandel tot en met eind februari, in plaats van oplegging in juni of juli op basis van dan beschikbare gegevens. Bij de afhandeling van de bezwaarschriften is gebleken dat de meeste mutaties bij de Kamer van Koophandel, zoals deze jaarlijks gemiddeld aan de orde zijn, aan het begin van het jaar nog niet zijn doorgegeven of verwerkt. In 2010 zijn de heffingen in juni opgelegd, hetgeen de afname van het aantal bezwaarschriften grotendeels kan verklaren. De reden voor bezwaar is bij de kleinhandel terug te voeren op de omstandigheid dat men zich niet juist heeft ingeschreven dan wel vergeten is zich uit te schrijven bij de Kamer van Koophandel na bedrijfsbeëindiging (28), geen ondernemer is waarvoor het Productschap Vis is ingesteld (8), zich al heeft ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, maar nog niet actief is in afwachting van een vergunning (5), of heeft geprobeerd ook in 2010 een lagere heffing te krijgen omdat in voorgaande jaren bij een bepaalde omzet de bestemmingsheffingen niet verschuldigd waren (32). Bezwaarschriften groothandel Een groot deel van de bezwaarschriften vloeit voort uit de inkoopheffingen bij de handelssector (totaal 88). Deze zijn in 2010 voor het grootste deel het gevolg van bedrijven die pas reageren nadat er een ambtshalve heffing is opgelegd op basis van geschatte gegevens en in bezwaar alsnog de eigen gegevens verstrekt worden (50) of omdat men het opgavenformulier, aan de
hand waarvan een definitieve heffing is opgelegd, niet correct had ingevuld (9). In vijf gevallen bleek een vrijstellingsregeling uit de verordening van toepassing, in tien gevallen is gereageerd op een verzoek om opgave en nog geen definitieve heffing was vastgesteld, één ondernemer was nog niet actief, twee ondernemers hebben de verkeerde heffingen opgelegd gekregen op basis van niet actuele registratie van de daadwerkelijke bedrijfsactiviteiten, één ondernemer was gestopt en drie ondernemers hadden geen bedrijfsactiviteiten in de visserijsector. Zeven ondernemers hebben inhoudelijk bezwaar aangetekend tegen de omvang van de heffing, vaak in relatie tot het profijt dat zij niet menen te ondervinden van de activiteiten die het productschap verricht. Een klein deel van de bezwaarschriften (8) betreft de aankoopheffingen. Deze zijn in 2010 het gevolg van bedrijven die pas reageren nadat er een ambtshalve heffing is opgelegd op basis van geschatte gegevens en in bezwaar alsnog de eigen gegevens verstrekt worden (3) of omdat men het opgavenformulier, aan de hand waarvan een definitieve heffing is opgelegd, niet correct had ingevuld (2) of is gereageerd op een verzoek om opgave zodat nog geen definitieve heffing was vastgesteld (3). Zes ondernemers hebben tegelijkertijd inhoudelijk bezwaren geuit tegen de hoogte van de heffingstarieven voor de bestemmingsheffing voor promotie van maatjesharing. Zeven ondernemers hebben tegelijkertijd inhoudelijk bezwaren geuit tegen de gewijzigde heffingssystematiek in 2009, waardoor zij niet langer zijn vrijgesteld dan wel een hogere heffing moeten betalen ten opzichte van voorgaande jaren. Bezwaarschriften binnenvissers Van binnenvissers zijn in 2010 totaal 16 bezwaarschriften ontvangen. Negen ondernemers hadden hun bedrijfsactiviteiten al beëindigd. In zeven gevallen is de heffingsgrondslag juist toegepast, maar is wel een correctie gemaakt op het nog resterende te betalen bedrag omdat bleek dat via de afslagadministraties onjuist vooruit berekende heffingen waren ingehouden. Bezwaarschriften viskwekers Van viskwekers (in recirculatiesystemen op land) zijn in 2010 totaal zes bezwaarschriften ontvangen. In vijf gevallen betrof het alsnog indienen van de eigen juiste gegevens voor berekening van de verschuldigde heffingen nadat er een ambtshalve heffing is opgelegd op basis van geschatte gegevens. Eén kweker heeft een bezwaar ingediend tegen de activiteiten die het productschap verricht.
Bezwaarschriften garnalen, mosselen oesters en kokkels Door de garnalen en schelpdiersector zijn in 2010 totaal 44 bezwaarschriften ingediend. 32 van de 34 bezwaarschriften in de garnalensector betroffen het door de ondernemer alsnog indienen van de juiste gegevens nadat de heffingen op basis van geschatte gegevens zijn vastgesteld. In twee gevallen waren de heffingsgrondslagen juist toegepast en ging het om een bezwaar tegen de activiteiten van het productschap en de wijze waarop de heffingsgrondslag is geformuleerd in relatie tot het profijt dat zij niet menen te ondervinden. Zeven van de tien bezwaarschriften in de schelpdiersector betroffen het door de ondernemer alsnog indienen van de juiste gegevens nadat de heffingen op basis van geschatte gegevens zijn vastgesteld. In 1 geval was de ondernemer niet actief geweest en in twee gevallen was de ondernemer heffingsplichtig en zijn de heffingsgrondslagen juist toegepast. Bezwaarschriften be- en verwerkers Bij de nieuwe heffingsgrondslag voor de be- en verwerkers is gekozen voor een vaste heffing die rechtstreeks vanuit het secretariaat op basis van de beschikbare gegevens werd verzonden. Het relatief groot aantal van de bezwaarschriften (totaal 27) was te herleiden tot het feit dat bedrijven wel beschikken over een erkenning van de Voedsel en Waren Autoriteit als be- en verwerker, maar achteraf niet onder de gekozen heffingsgrondslag bleken te vallen. Bij de vaststelling van de heffingsgrondslagen en definitieve heffing voor 2009 en 2010 is hier rekening mee gehouden. Totaal zijn in 2010 5 bezwaarschriften ingediend, waarbij het in 1 geval ging om een bedrijfsbeëindiging en in drie gevallen om andere bedrijfsactiviteiten dan be- en verwerking. Eén ondernemer had een inhoudelijk bezwaar tegen de activiteiten van het productschap en de wijze waarop de heffingsgrondslag is geformuleerd. Beroep In het verslagjaar 2010 is één beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: College) ingesteld tegen een beslissing op bezwaar naar aanleiding van de opgelegde heffingen aankoop visvoer 2007 en 2008. Op 8 december 2010 heeft het College uitspraak gedaan en het beroep van de ondernemer ongegrond verklaard. De door deze ondernemer in de tussentijd ingestelde voorlopige voorziening omtrent deze zaak is ingetrokken in het jaar 2011. Het College heeft verder op 21 juni 2010 uitspraak gedaan inzake het ingestelde beroep van een ondernemer in het verslagjaar 2009 tegen het uitblijven van een beslissing van het productschap. Het beroep van deze ondernemer is gegrond verklaard en het
productschap heeft binnen 4 weken alsnog het gevraagde besluit genomen. Inzake één reeds ingesteld beroepschrift in het jaar 2009 is in het verslagjaar 2010 door het productschap een verweerschrift ingediend en de verwachting is dat in het jaar 2011 de zitting zal plaatsvinden bij het College. Auditcommissie De uitvoering en naleving van de Code Goed Bestuur moet in de eerste plaats geborgd worden door de besturen van de bedrijfslichamen zelf. Om ervoor te zorgen dat de inhoud van de code goed wordt uitgevoerd moet een goede structuur van naleving opgezet worden. Het bestuur van het PVis heeft in 2007 besloten tot instelling van een Auditcommissie. In artikel 9, derde lid, van de Verordening bevoegdheden organen en secretariaat PVis 2008 is bepaald dat het dagelijks bestuur, namens het bestuur, een Auditcommissie instelt als bedoeld in uitwerking 1 van Principe XXIII van de Code Goed Bestuur. Het bestuur heeft een reglement voor de Auditcommissie vastgesteld, waarin onder andere is opgenomen dat het houden van vergaderingen en uitbrengen van adviezen uitsluitend toegestaan is in aanwezigheid van de beide leden die tevens bestuurslid zijn. De twee bestuursleden, die tevens lid van de Auditcommissie zijn, hebben in samenspraak met de secretaris besloten om voor verschillende themaonderzoeken en rapportages vanuit de SER geen separate Auditcommissie te houden, maar om deze rechtstreeks in het dagelijks bestuur te bespreken vanwege de mate van gedetailleerdheid en de korte tijd die beschikbaar was. De Auditcommissie heeft over de beheersing van de geldstromen en de verantwoording daarover in het kader van verschillende principes uit de Code Goed Bestuur en verschillende vereisten uit Europese en nationale regelgeving aan het dagelijks bestuur alsmede aan het bestuur gerapporteerd. De door deze commissie ontwikkelde werkwijze is door het bestuur geaccordeerd en wordt op die wijze uitgevoerd. Op de website www.pvis.nl is onder het deel Organisatie een apart deel opgenomen voor de Code Goed Bestuur. Hieronder is nadere informatie opgenomen over de wijze waarop het PVis de code uitvoert en zijn alle publicaties van het PVis per principe terug te vinden. Personele Unies Op 1 oktober 2010 heeft de Auditcommissie het “Protocol personele unies en functiescheiding” door het bestuur laten vaststellen. Bij aanvang van de nieuwe zittingsperiode 2010-2011 is door alle leden en plaatsvervangende leden van het bestuur opgave gedaan en zijn de gegevens verwerkt in een schematisch bestand, dat beschikbaar is op de website www.pvis.nl (Overzicht nevenactiviteiten).
bezwaar
2008
2009
2010
niet ontvankelijk
104
78
92
ongegrond
4
gegrond
155
112
niet ontvankelijk/kennelijk gegrond
11
3
2
kennelijk ongegrond
5
44
41
ingetrokken bezwaarschriften
1
3
2
kennelijk gegrond
2
24
111
deels ongegrond/deels gegrond
2
deels kennelijk ongegrond/deels kennelijk gegrond
1 268
250
deels kennelijk ongegrond/deels kennelijk gegrond/deels niet ontvankelijk totaal
1
1 281
31
Toezicht en keuring door de buitendienst Productschap Vis heeft een buitendienst, waarvan de medewerkers in twaalf afslaglocaties die vis en garnalen verhandelen werkzaamheden uitvoeren. Het gaat hier om een toezichthoudende rol en keuringsactiviteiten. De buitendienst hield in het verslagjaar in de visafslagen toezicht op de door de EU geregelde maatvoering en beoordeelde de mate van versheid van de visserijproducten. Het toezicht heeft ook betrekking op het vullen van de standaard viskisten en de homogene samenstelling van de partijen. In combinatie met het keuren van de versheid beoordeelde de buitendienst namens de VWA of de producten geschikt waren voor menselijke consumptie (de VWA - aanvoerkeuring). Voor veruit de meeste vissoorten komt dit neer op de voorwaarde dat zij bij keuring moeten voldoen aan de minimumeisen van versheidklasse B.
32
Het toezicht op de maatvoering van Noordzee garnalen gebeurde met behulp van daarvoor door het productschap aangewezen zeefinstallaties. Deze installaties staan in enkele afslagen die als garnalen controle locatie bekend staan. De installaties zorgen op verzoek van afnemers tijdens de controle zeefgang ook voor nadere selectie in handelsklassen. De partijen garnalen worden daarbij overigens niet per separate handelsklasse verkocht. De maatvoering was op een enkele uitzondering na geheel gebaseerd op EU grootte klasse 1, waarvoor een pantserbreedte is vastgesteld van ten minste 6,8 mm. De buitendienst van het productschap verrichte naast de VWA aanvoerkeuring op verzoek van deze instantie ook certificering werkzaamheden. Het gaat hier om certificering van visserijproducten bij uitvoer naar bepaalde derde landen. De nadruk in de activiteiten ligt bij bedrijven in het Noorden van Friesland en Groningen. Deze werkzaamheden worden door VWA vergoed. In het verslagjaar verzorgde de buitendienst ook de validatie van zogenoemde IUU vangstcertificaten die gebruikt moeten worden voor partijen Noordzee garnalen die buiten de EU gepeld worden en vervolgens weer in de EU worden ingevoerd. De validatie komt neer op controle van de in het certificaat vermelde vangstgegevens en het tekenen en stempelen van het certificaat. Het certificaat wordt afgegeven aan de afnemer. Het samenstellen van de te gebruiken certificaten gebeurt in goede samenwerking met de garnalen controle locaties. De validatie gebeurt namens de Algemene Inspectiedienst die door de Nederlandse overheid als bevoegde autoriteit voor de afgifte van Nederlandse IUU vangstcertificaten is aangewezen. De afslagsector De Nederlandse visafslagen kregen in 2010 meer visserijproducten te verhandelen. Het volume steeg met 8 % ten opzichte van het voorgaande jaar. De waarde steeg met ruim 8 %.
bezwaar AALCOMPENSATIE
2010
beslissing op bezwaar
De visserijproducten worden via twee zogenoemde IT platforms verhandeld. Eén groep afslagen maakt gebruik van het Pefa.com platform. De andere groep afslagen gebruikt het Efice platform. Het kopen op afstand of thuiskopen en het elektronisch verhandelen wordt door veel bedrijven toegepast. Het overleg tussen productschap en de afslagsector over het beleidsplan 2010 en het takenpakket van de buitendienst wacht nog op nadere invulling. In verband met de goed te keuren hygiënecode voor de afslagsector heeft het productschap in overleg met de n-VWA aan onderzoekinstelling RIKILT gevraagd om offerte uit te brengen over een gevarenanalyse chemische verontreinigingen in vis in de afslagfase. Aalvisverbod De zorgelijke situatie van de palingstand leidde tot een tijdelijk vangstverbod in de periode 1 september t/m 30 november 2009. Het ministerie van LNV heeft een tegemoetkomingsregeling opengesteld voor beroepsvissers die schade hebben ondervonden als gevolg van het aalvisverbod over deze maanden, welke in 2010 is uitgevoerd door het PVis. De tegemoetkoming werd éénmalig enkel en alleen verstrekt voor (aantoonbaar) geleden schade met betrekking tot de aal voor 2009.Om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen diende de beroepsvisser geregistreerd te zijn bij het PVis en daarnaast aangemeld bij het ministerie van LNV. Het Productschap heeft de beroepsvissers persoonlijk benaderd, diende als vraagbaak voor alle vragen omtrent voorwaarden, heeft alle aanvragen getoetst en verwerkt. Totaal zijn er 145 subsidieaanvragen ontvangen, waarvan er 38 zijn afgewezen, 36 kwamen uit op het basisbedrag van € 1000,- en 71 op een aanvullende tegemoetkoming, waarvan 12 met het maximum totaalbedrag van € 30.000,00. In totaal is aan subsidie uitgekeerd een bedrag ad € 1.214.935,33. In totaal zijn 24 bezwaarschriften ingediend en conform de wettelijke procedure op grond van de Algemene wet bestuursrecht tijdig afgehandeld. Bij het College van Beroep van het bedrijfsleven zijn vier beroepschriften ingediend tegen de beslissing op bezwaar. De afhandeling van deze zaken zal naar verwachting in het jaar 2011 plaatsvinden. Krabben vissen tijdens periode aalvisverbod Van 1 september t/m 30 november – gedurende deze periode was het verboden om op aal te vissen - is de mogelijkheid geschapen om als beroepsvisser met aangepaste aalvistuigen te vissen op wolhandkrabben. Het productschap is met het ministerie van LNV een vrijstellingsregeling overeen gekomen opdat deze visserij – onder bepaalde voorwaarden – toch kon doorgaan.
AALCOMPENSATIE
kennelijk niet ontvankelijk
1
buiten de bezwaartermijn ingediend
ongegrond (uitnodiging hoorzitting)
4
geen grondslag buiten de subsidieregeling om en geen hardheidsclausule
kennelijk ongegrond
6
geen grondslag buiten de subsidieregeling om en geen hardheidsclausule
gegrond (uitnodiging hoorzitting)
7
zelfstandige ondernemers die ieder voldoen aan criteria regeling
kennelijk gegrond
6
aanvullend bewijs aantoonbaar voldoen aan criteria regeling
ingetrokken bezwaarschriften
0
totaal
24
Een 39-tal beroepsvissers heeft daartoe een controleovereenkomst met het PVis afgesloten. Een nieuwe regeling van de minister van LNV was nodig om de vissers vrijstelling te verlenen tot het gebruik van hun vistuig voor dit doel, weliswaar met aangepaste fuiken. Naast de reguliere AID-controles zijn extra controles uitgevoerd door de controle-instantie van het PVis. De wolhanden Noordzeekrabben mogen zich in toenemende mate verheugen op populariteit bij voornamelijk Aziatische horecaondernemers en bood de vissers in deze periode een alternatieve inkomstenbron. Evaluatie van dit project met de deelnemers heeft uitgewezen dat de regeling positief was. Mosselveiling Als de mosselen groot genoeg zijn, komen de mosselkwekers met hun lading mosselen naar de Mosselveiling in Yerseke. In de Mosselveiling in Yerseke zijn vier productschapmedewerkers verantwoordelijk voor de veilwerkzaamheden, daarnaast zijn twee medewerkers werkzaam om de financiële afhandeling van de veren aankoop van de mosselladingen te verzorgen. Voordat de mosselen ter verkoop worden aangeboden wordt door een van de vier medewerker van het PVis de lading bemonsterd. Dat houdt in dat de medewerker 2,5 kilo mosselen uit de lading haalt. Vervolgens wordt het monster geanalyseerd. Dit houdt in; Het tellen van de mosselen, het meten van de schelpgrootte, het vaststellen van het netto vleesgewicht en het percentage tarra. Het resultaat van de bemonstering wordt op een bord in de veiling aangekondigd, waarna mosselhandelaren en mosselconservenbedrijven via een elektronisch systeem kunnen inschrijven op de aangeboden partijen. De bieder met het hoogste bod krijgt de gehele lading toegewezen. Het veilaanbod van mosselen aan de Mosselveiling in Yerseke bedroeg 56,5 miljoen kilogram consumptiemosselen in 2010 met een omzet van 69,5 miljoen euro. Bemonstering (voorbereiden) importmonster tbv onderzoek vereniging importeurs Tweemaal per jaar wordt door de vereniging van importeurs voor de instandhouding/verlenging van de uitzaaivergunning voor buitenlandse schelpdieren een onderzoek te verrichten naar het voorkomen van exoten. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door GiMaRIS in samenwerking met de vereniging importeurs. De bemonstering en het voorbereiden en het transport van de monsters wordt verzorgd door de Mosselveiling. Tevens zorgt de Mosselveiling voor de monstername van de ladingen die per vrachtauto worden aangevoerd. Oestermonsters Mosselveiling tbv onderzoek voor de kenniskring oesters Op verzoek van de kenniskring oesters heeft een onderzoek naar de bestandopname van oesters in de Oosterschelde plaats ge-
vonden. Dit onderzoek is uitgevoerd door IMARES in samenwerking met de Nederlandse oestervereniging. Onderzoek naar de kwantiteit van de oesters, zoals vlees- en vochtgewichten werd verzorgd door de Mosselveiling. Uitgevoerde onderzoeken 2010 Vanuit de bestemmingsheffingen voor onderzoek van het Productschap Vis zijn in 2010 de volgende onderzoeken uitgevoerd (zie ook bijlage 6): Onderzoek naar maaswijdtes met de OMEGAmeter In het kader van de verplichting om vanaf 1 januari 2010 de maaswijdte van netten vast te stellen middels een mechanische wijze met de omegameter in plaats van de handmatige wijze met de schiel, heeft de aanvoersector het Productschap Vis verzocht om onderzoek te laten doen naar het functioneren van de omegameter in relatie tot de maaswijdte. Het onderzoek is middels een overeenkomst uitgevoerd door de Nederlandse organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) en zal leiden tot een rapportage. Onderzoekssamenwerking Onderzoekssamenwerking is een ‘structureel’ platform waar de visserijsector, overheid en onderzoeksinstellingen onderzoeksvragen en lopende onderzoeken bespreken. De jaarlijkse vangstadviezen en de berekeningen van de bestanden worden ook behandeld. Een overeenkomst hiertoe is aangegaan met onderzoeksinstituut Imares. Vermindering discards door technische aanpassingen Onderzoek naar netaanpassingen om discards te verminderen aan boord van het onderzoeksschip Tridens. Vissers uit de praktijk gaan mee en stellen diverse netaanpassingen voor die vervolgens getest worden op het verminderen van discards en het behouden van marktwaardige vis. Een overzicht van de verschillende Benthos Release Panels (BRP’s) en de resultaten van de vergelijkingen van de bijvangsten van netten uitgerust met deze BPR’s vergeleken met het traditionele boomkornet zonder BRP’s. De data van deze vergelijkingen worden aangeleverd. Een overeenkomst hiertoe is aangegaan met onderzoeksinstituut Imares. Horsmakreel Onderzoek naar de genetische samenstelling van horsmakreel. Resultaat van het onderzoek zal in een rapport worden geleverd. Aan subsidie is € 23.490 toegekend aan de Redersvereniging voor de Zeevisserij.
33
Onderzoek Economische waarde Engelse beschermde gebieden voor de Nederlandse visserij Onderzoek naar de economische waarde van te beschermen Engelse gebieden voor de Nederlandse visserij. De resultaten zullen in een rapport worden opgeleverd. Productschap Vis heeft een overeenkomst met het LEI afgesloten, waarmee € 4.046 beschikbaar is gesteld. Economisch onderzoek groothandelssector Structuuronderzoek naar de stand van zaken in groothandel en verwerkende industrie met als resultaat: een uitvoerig rapport over het aantal bedrijven, werkgelegenheid, omzet, volume en toekomstverwachting van de bedrijven in deze sector, opgesplitst naar productsoorten.
34
Radionuclidenonderzoek Productschap Vis heeft in 2010 een monitoringsonderzoek voor radioactieve stoffen uitgevoerd. Directe aanleiding hiervoor is de eis van de Russische autoriteiten dat vis die naar Rusland geëxporteerd wordt, hierop is onderzocht. In algemene zin wordt hiermee het onderzoek op contaminanten in vis uitgebreid, iets waar de importsector ook van profiteert. De opdracht is verstrekt aan het RIKILT. In het onderzoek zijn ca. 15 vissoorten opgenomen. Uit de uitslagen van de onderzoeken van 3e en 4e kwartaal zijn er geen overschrijdingen van de door de EU vastgestelde norm vastgesteld. Het RIKILT stelt in 2011 een eindrapportage op. Het onderzoek wordt gefinancierd door het onderzoekfonds groothandel. MSC Garnalen Beoordelen criteria en maatregelen om de garnalenvisserij in aanmerking te laten komen voor MSC certificering . Ten behoeve van dit onderzoek zijn divers adviesbureaus ingeschakeld. Inventarisatie mosselbestand westelijke Waddenzee, Oosterschelde, Westerschelde en Voordelta, voorjaar en najaar 2010 Inventarisatie van het sublitorale mosselbestand in de westelijke Waddenzee, Oosterschelde, Westerschelde en Voordelta, in het voorjaar van 2010. Dit onderzoek betreft inventarisatie van de aanwezige hoeveelheden mosselen en mosselzaad aan de hand waarvan de op te vissen hoeveelheid mosselzaad door de overheid wordt vastgesteld. Naast de kosten van de onderzoekbureaus bestaat een deel van de kosten het inhuren van schepen ten behoeve van dit onderzoek.
Sanitair onderzoek schelpdieren Sanitaire monitoring productiegebieden mosselen, oesters, kokkels en Noordzeeschelpdieren. Onderzoek wordt gedaan naar de waterkwaliteit in de vangstgebieden van schelpdieren. Bij overschrijding van de kwaliteitsnormen worden gebieden gesloten in belang van de voedselveiligheid. PRODUS Onderzoeksproject voor de verdere verduurzaming van bestaande activiteiten in de schelpdiervisserij; onder meer beheer van instabiele zaadbanken, alternatieve mosselzaadwinning, sublitorale natuurwaarden etc. Archeologisch onderzoek MosselZaadvangInstallatie (MZI) locaties Voorafgaande aan de definitieve keuze van MZI-locaties dient onderzoek plaats te vinden naar de aanwezigheid van archeologische objecten op en in de bodem van de in aanmerking komende MZI locaties. Aan de Producenten Organisatie voor de Nederlandse Mosselcultuur is voor dit onderzoek subsidie verleend. Onderzoek tarraverwerking Op basis van de Verordening quarantainevoorzieningen levende tweekleppige weekdieren 2007 is voor de verwerking aan de orde dat tarra niet rechtstreeks in de Oosterschelde geloosd mag worden. Dit houdt in dat tarra afgevoerd dient te worden naar een erkende afvalverwerker. Het is wenselijk dat hiervoor andere opties mogelijk worden. Hiervoor is door de Hogeschool Zeeland een onderzoek verricht, op verzoek van de werkgroep Kwaliteit Schelpdieren, naar cysteneliminatie middels verschillende verhittingsmethoden. Het onderzoek heeft zich toegespitst toe op fysische behandelingsmethoden, zoals verhitting van de tarra. Indicator voor het onderzoek is de afdoding van mogelijke aanwezige cysten. Op basis van de resultaten van dit onderzoek is verder onderzocht een afzetmarkt te vinden is voor de (behandelde) tarra. Daartoe wordt op basis van het rapport van Hogeschool Zeeland samen met een composteerbedrijf nader onderzocht hoe bruikbaar de tarra is voor compost en of daarvoor een afzetmarkt te vinden is. Resultaten van dit onderzoek zullen in 2011 nader bekend zijn.
HOE VERDER IN 2011? Inhoudelijk Een groot aantal beleidsinhoudelijke onderwerpen zal ook in 2011 de aandacht vergen. Een gedetailleerde uitwerking hiervan is beschikbaar als ‘jaarplan 2011’ van het Productschap Vis. Speerpunten van beleid 2011: • • • • •
herziening Gemeenschappelijk Visserijbeleid 2013; duurzaamheid en certificering; markt- en ketenontwikkeling; het verder terugdringen van de administratieve lasten voor het visserijbedrijfsleven; de heroverweging van de heffingensystematiek.
De eerste drie thema’s waren ook voor 2010 al belangrijke aandachtspunten. o Voor wat betreft het Gemeenschappelijk Visserijbeleid is het van belang tegenwicht te bieden tegen de pessimistische blik van de Europese Commissie met betrekking tot de stand van diverse visbestanden. Recente cijfers stemmen tot meer optimisme. Verder zal een beweging naar een verdergaande regionalisering van de besluitvorming de Nederlandse sector ten goede kunnen komen. Deze beweging willen we ondersteunen. In 2011 zal naar verwachting het voorstel voor een nieuwe Gemeenschappelijke Marktordening worden geformuleerd. Het productschap is tot op heden in belangrijke mate betrokken bij uitvoeringsmaatregelen in Nederland. In overleg tussen de overheid en het bedrijfsleven zullen komende uitvoerings- maatregelen worden besproken. o Binnen de vissersvloot zijn de inspanningen die de sector pleegt rond de verduurzaming in de visserij goed zichtbaar. Nieuwe vistech-nieken beginnen langzamerhand resultaten te tonen, en meer investeringen in deze richting worden zichtbaar. De waarde van kenniskringen wordt hiermee benadrukt. Eind 2010 begint de invulling van MSC voor de platvissectoren en mosselen concretere vormen aan te nemen. Het jaar 2011 moet het jaar zijn van de echte doorbraak naar certificering voor de meerderheid van het assortiment. Het overleg met convenantpartners dat in 2010 soms bijzonder moeizaam verliep, wordt doorgezet. Noodzakelijk is dat met de ngo’s en het ministerie van EL&I afspraken voor langere termijn doelen en –investeringen worden gemaakt. Deze afspraken moeten onze bedrijfsgenoten voor de langere termijn duidelijkheid bieden.
o Markt- en ketenontwikkeling: Gezien de nog voortgaande consolidatie binnen handel en detailhandel ligt bij de aanvoer een herbezinning op afzetstructuren voor de hand. Het productschap heeft hierin geen directe taak. Wel kan in de vorm van stimulering en begeleiding worden bijgedragen aan het proces. De ontwikkeling en positionering van het certificeringinstrument speelt hierin een rol. Zorgelijk is met name de situatie in de scholketen. Het Productschap wil op het gebied van promotie proberen de regie te organiseren voor diverse projecten die opgestart zijn. Gezien de voorziene uitbreiding van de toegestane vangsthoeveelheid wordt deze uitdaging alleen maar groter. Arbeid Het programma Arbeid en Onderwijs ( PAO) zal naast de reguliere activiteiten van de werkgroep Verankering van de arbeid worden uitgevoerd. Daarbij wordt zorgvuldig wordt gekeken of de in samenwerking met de andere productschappen voorgestelde activiteiten ook voor de vissector passend zijn. De instroom van vakdeskundige medewerkers vooruitlopend op de verwachte leegloop door de vergrijzing is een leidende factor. Met als doelstelling de verbetering van de arbeidsomstandigheden in de vissector wordt de verdere verfijning de arbocatalogi en de afstemming op geactualiseerde digitale Rie´s voortgezet. De eindrapportage van de Arbeidsinspectie zal daarbij voor de groothandel en de verwerkende industrie leidend zijn. Voor de aanvoersector zal het begrip veiligheid aan boord van de schepen aan de hand van projecten centraal staan. Een belangrijk aandachtspunt blijft de introductie van de verschillende instrumenten op het gebied van arbeidsomstandigheden in de bedrijven. Organisatorisch Zoals eerder gememoreerd hebben kabinet en Tweede Kamer vanaf eind 2010 enkele malen gediscussieerd over de toekomst van product- en bedrijfsschappen. In 2011 zal het PVis als onderdeel van deze discussie een ondernemerspeiling uitvoeren, waarbij individuele bedrijven de kans krijgen zich uit te spreken over taken en kwaliteit van de werkzaamheden van het productschap. Het productschap ziet deze peiling met vertrouwen tegemoet, en hoopt daaruit informatie te krijgen om de bedrijven nog beter van dienst te kunnen zijn. Naast de politieke discussie hebben de gezamenlijke zes productschappen in de landbouw- en visserijsector begin 2011 besloten een onderzoek uit te voeren naar een intensieve
35
samenwerking, met als oogmerk om vanaf 1 januari 2012 deze samenwerking concreet vorm te geven. Gezamenlijke huisvesting is daar een belangrijk onderdeel van. Doelen zijn een kwaliteitsverbetering, efficiencyverbetering en vermindering van de kwetsbaarheid van de organisatie. Bedoeling is om in het tweede kwartaal van 2011 gezamenlijk een afgeronde blauwdruk voor een nieuwe samenwerkingsvorm op te leveren, die voorgelegd kan worden aan alle besturen en ondernemingsraden. Voor 2010 waren door het dagelijks bestuur een drietal elementen van de (werk)houding van het Productschap richting gehele achterban geformuleerd. • vraag gestuurd; • klantgericht; • sober en efficiënt. Deze blijven onverkort van kracht. De begroting voor 2011 is, gecorrigeerd naar eenmalige inkomsten en uitgaven, wat positiever dan in 2010. Voor het bereiken van een 0-lijn voor de baten en lasten voor de algemene heffing is echter nog een slag te maken richting 2012.
36
Naast bovenstaande zaken heeft de organisatie zich de volgende verplichtingen opgelegd: • het versterken van de communicatie over de eigen activiteiten en resultaten; • het verdergaand professionaliseren van o.m. het projectmatig werken. De noodzaak van versterking van communicatie blijkt uit het feit dat bij de achterban de activiteiten en resultaten van de organisatie nog steeds matig bekend zijn. Meer contact met de achterban is nodig. Bij het in 2011 uit te voeren draagvlakonderzoek zal vanuit elke geleding een representatief aantal ondernemingen worden bevraagd op het functioneren van het Productschap. Met het oog op de verbetering van de deskundigheid van medewerkers in de sector zal blijvend aandacht worden besteed aan de ontwikkeling en actualisering van het onderwijs aanbod. Dat geldt voor de alle deelsectoren. Zoals bijvoorbeeld de invoering van het nieuwe lesmateriaal voor het vak visserijkunde en het pakket Basic Safety en een promotiecampagne voor leren voor de verwerkende industrie en de visdetailhandel.
AFKORTINGEN EN INTERNETSITES AID
Algemene Inspectie Dienst
www.aid.nl
CBL
Vereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel
www.cbl.nl
CNV
Christelijk Nationaal Vakverbond
www.cnv.nl
CVV
Certificaat Verantwoordelijk Vissen
www.certificaatverantwoordelijkvissen.nl
DR
Dienst Regelingen
www.hetlnvloket.nl
EL&I
Ministerie van Economie, Landbouw & Innovatie
www.minlnv.nl
EU
Europese Unie
www.europa.eu.int
EVF
Europese Visserij Fonds
EZ
Ministerie van Economische Zaken
FIOV
Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij
FNV
Federatie Nederlandse Vakbeweging
www.minez.nl
www.fnv.nl
GVB
Gemeenschappelijk Visserij Beleid
HACCP
Hazard Analyses and Critical Control Points
LEI
Wageningen Universiteit, Landbouw Economisch Instituut
www.lei.wur.nl
LNV
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
www.minlnv.nl
NGO
Niet-gouvernementele organisatie
MPA
Marine Protected Area
www.voeding-haccp.pagina.nl
37
MSC
Marine Stewardship Council
MSY
Maximum Sustainable Yield
www.msc.org
NB-wet
Natuur Beschermingswet
NVB
Nederlands Visbureau
PMR
Project Mainportontwikkeling Rotterdam
PRIMUS
Profile of Transfer of Irish Mussels to Holland
SER
Sociaal-Economische Raad
www.ser.nl
SZW
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
www.minszw.nl
SPRFMO
South Pacific Regional Fisheries Management Organisation
VIP
Visserij Innovatie Platform
www.visserijinnovatieplatform.nl
nVWA
Nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit
www.vwa.nl
V&W
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
www.minvenw.nl
VWS
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
www.vws.nl
www.visbureau.nl
38
1
BESTUUR EN COMMISSIES
Bestuur Het bestuur kwam in 2010 drie maal bijeen. Er heeft geen besloten vergadering plaatsgevonden. In 2010 zijn door het bestuur 21 verordeningen vastgesteld. Verder zijn er 17 besluiten vastgesteld (waarvan 4 door het bestuur, 2 door het dagelijks bestuur, 9 door de voorzitter, 1 door de mosseladviescommissie en 1 door de garnalenadviescommissie). De voorzitter heeft in 2010 31 sanitaire besluiten vastgesteld. Na vaststelling door het bestuur dienen de meeste verordeningen te worden goedgekeurd. De Sociaal-Economische Raad (SER), de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Veiligheid en Justitie dienen afhankelijk van de verschillende type verordeningen en besluiten veelal de desbetreffende regeling goed te keuren. De procedure van goedkeuring duurt vaak lang, omdat bijvoorbeeld bestemmingsheffingsverordeningen via het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie eerst bij de Europese Commissie gemeld moeten worden als steunmaatregel. Autonome en medebewindsverordeningen moeten meestal eerst bij de Europese Commissie genotificeerd worden als mogelijk technische maatregel.
BIJLAGEN Van deze 21 verordeningen die in 2010 zijn vastgesteld, werden er 19 in dat jaar goedgekeurd door genoemde instanties en gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie van de Sociaal-Economische Raad. Van de besluiten die in 2010 zijn vastgesteld zijn er 12 gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. In totaal zijn er in 2010 37 verordeningen en 14 besluiten gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Ook verordeningen en besluiten die niet verplicht voor inwerkingtreding gepubliceerd moeten worden, worden afgekondigd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Reden hiervoor is dat hiermee alle regelingen van het productschap in de Algemene Databank Wet- en regelgeving worden opgenomen en via de algemene website www.wetten.nl door een ieder te raadplegen zijn. Per 31 december 2010 zijn er 2 verordeningen en geen besluiten in behandeling bij de betrokken goedkeurende instanties. In het verslagjaar was de heer dr. D.C. Faber voorzitter van het Productschap Vis. Vice-voorzitters waren de heren B. Daalder tot 01-03-2010 (1e vice-voorzitter), drs. G. Pastoor (2e vicevoorzitter) en N.A. Bogaard (3e vice-voorzitter). Secretarissen van het Productschap Vis waren in het verslagjaar de heer drs. W.G. van de Fliert tot 20-04-2010 (overleden 20-04-2010) en de heer ir. D.A.M. Risseeuw MBA. Het bestuur van het Productschap Vis is samengesteld uit leden en hun plaatsvervangers, die door private organisaties in de vissector zijn benoemd. Deze private organisaties zijn door de Sociaal-Economische Raad aangewezen als benoemingsgerechtigde organisaties conform de regels die hiervoor gelden.
39
Leden
Plaatsvervangende leden
Voorzitter: dr. D.C. Faber Secretaris: drs. W.G. van de Fliert (tot 20-04-2010) Secretaris: ir. D.A.M. Risseeuw MBA
Leden
Plaatsvervangende leden
Namens de detailhandel:
Verbond van de Nederlandse Visdetailhandel P.E. van de Laar J.A. Koning
A. ONDERNEMERSORGANISATIES: Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel H. de Graaf H. Achterhuis
Namens de visserij:
Redersvereniging voor de Zeevisserij D. Parlevliet G. Zwijnenburg Nederlandse Vissersbond drs. ing. J.K. Nooitgedagt A.H. Dekker
40
H. Romkes H. Tanis
Namens de visafslagen:
Nationaal Overleg Visafslagen J.A. van Nieuwenhuijzen
P.A. Louwerse
B. WERKNEMERSORGANISATIES:
Vereniging van Schippers-Eigenaren van Motortrawl- en Haringloggers, Vereeniging van Reeders van Visschersvaartuigen C. Haasnoot M. van Duijn
FNV Bondgenoten A.A.M. Steijaert A.L. Moerman J. Martens
vacature vacature vacature
Federatie van Visserijverenigingen B. Daalder, per 01-03-2010 drs. W. Visser G. Meun
CNV BedrijvenBond mr. Th. de Jong A. Visser F. Kuijt C. Admiraal, per 07-07-2010 R. van Duijn N.A. Bogaard
A. Bruggeman R. J. Gijsen vacature W. Groen, vacature per 07-07-2010 vacature
Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur mr. H.J. van Geesbergen vacature, per 09-02-2009 J.A. van Damme Combinatie van Beroepsvissers ing. D.C. Visser
Waarnemers: P. Kooistra
Nederlandse Vereniging van Viskwekers ir. J.C.M. van Rijsingen ir. W. Swinkels Namens de handel:
Federatie van Organisaties op het gebied van de Groothandel in be- en verwerking van vis (Visfederatie) C.J.A. Machielsen E.C.M. Mooijer R.W. van Asch, per 22-03-2010 vacature, per 22-03-2010 B. van Panhuis R.W. van Asch drs. G. Pastoor W. van der Zwan M.J. Pronk H. van Wijk C. Koffeman P. Buter N. de Jong M.J.M. van der Drift drs. R.C.E. Barbé vacature
Namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie: ir. L.R.M. Lomans vacature Namens de Minister van Economische Zaken: vacature Namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: mr. A. Velgersdijk Namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: drs. A. Ottevanger Namens de Sociaal Economische Raad: mr. drs. Q.D. Abath
Leden
Plaatsvervangende leden
Leden
2. DAGELIJKS BESTUUR
F. Kuijt
Het dagelijks bestuur, dat in het verslagjaar 8 maal vergaderde, was als volgt samengesteld: drs. ing. J.K. Nooitgedagt B. Daalder, per 01-03-2010 vacature, per 06-10-2010 drs. W. Visser D. Parlevliet G. Zwijnenburg drs. G. Pastoor W. Van der Zwan drs. R.C.E. Barbé N. de Jong P.E. van de Laar H. de Graaf N.A. Bogaard mr. Th. de Jong A.A.M. Steijaert A.L. Moerman ing. D.C. Visser ir. J.C.M. van Rijsingen mr. H.J. van Geesbergen J.A. van Damme
mr. Th. de Jong N.A. Bogaard A.L. Moerman Vacature (FNV Bondgenoten) J.A. van Nieuwenhuijzen ir. J.C.M. van Rijsingen
Voorzitter: dr. D.C. Faber Secretaris: drs. W.G. van de Fliert tot 20-04-2010 Secretaris: ir. D.A.M. Risseeuw MBA 3. COMMISSIES EX ARTIKEL 88 WET OP DE BEDRIJFSORGANISATIE Op grond van artikel 2 van de Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis 2008 is door het bestuur vastgesteld dat alle commissies bij hun instelling formeel alleen een adviserende bevoegdheid krijgen. Dit geldt ook voor de commissies die een bestuursorgaan zijn op grond van artikel 88 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, teneinde te voorkomen dat de handelingen van deze commissies als besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb worden gekwalificeerd, waar tegen ook bezwaar en beroep open staat.
Plaatsvervangende leden vacature, per 30-09-2010 R. van Duijn A. Bruggeman vacature vacature vacature P.A. Louwerse ir. W. Swinkels
Voorzitter: B. Daalder tot 01-03-2010 en per 16-09-2010 drs. W. Visser Secretaris: mw. dr. P.M. den Hartog Commissie groothandel De commissie groothandel, dat in het verslagjaar 2 maal vergaderde, was als volgt samengesteld: drs G. Pastoor W. van der Zwan M.J. Pronk H. van Wijk R.W. van Asch, per 22-03-2010 vacature, per 22-03-2011 B. van Panhuis R.W. van Asch C.J.A. Machielsen E.C.M. Mooijer drs. R.C.E. Barbé vacature N. de Jong M.J.M. van der Drift C. Koffeman P. Buter C. Admiraal, per 07-07-2010 W. Groen, vacature, per 07-07-2010 vacature per 30-09-2010 R. van Duijn A. Visser R.J. Gijsen A.A.M. Steijaert vacature Voorzitter: drs. G. Pastoor Secretaris: E.M. Mens
Commissie aanvoeraangelegenheden Financiële commissie De commissie aanvoeraangelegenheden, dat in het verslag jaar 3 maal vergaderde, was als volgt samengesteld: D. Parlevliet G. Zwijnenburg drs. ing. J.K. Nooitgedagt H. Romkes A.H. Dekker H. Tanis C. Haasnoot M. van Duijn B. Daalder tot 01-03-2010 G. Meun drs. W. Visser mr. H.J. van Geesbergen J.A. van Damme ing. D.C. Visser P. Kooistra
De financiële commissie, dat in het verslagjaar 1 maal vergaderde, was tot 26 maart 2009 als volgt samengesteld:
Verbond van de Nederlandse Visdetailhandel en de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel H. de Graaf Gezamenlijke organisaties van aanvoer G. Meun C. Haasnoot
41
Leden
Plaatsvervangende leden
Plaatsvervangende leden
Federatie van organisaties op het gebied van de Groothandel in en Be- en Verwerking van Vis (Visfederatie) vacature drs. G. Pastoor
Werkgroep mosselpromotie kwekers (ingesteld door de mosseladviescommissie) De werkgroep mosselpromotie kwekers 2006 is per 21 mei 2010 opgeheven
FNV Bondgenoten en CNV BedrijvenBond R.J. Gijsen A.L. Moerman
De werkgroep mosselpromotie kwekers 2006, dat in het verslagjaar 4 maal vergaderde, was in het verslagjaar als volgt samengesteld:
Voorzitter: vacature Secretaris: drs. W.G. van de Fliert tot 20-04-2010 Secretaris: ir. D.A.M. Risseeuw MBA Adviseur: mw. B. Vasiljevic-Lalic
Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur mw. P.A. Huissen-Scheurwater mr. H.J. van Geesbergen
4. PRODUCT- EN SECTORCOMMISSIES Mosseladviescommissie De mosseladviescommissie, dat in het verslagjaar 4 maal vergaderde, was als volgt samengesteld:
42
Leden
Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur mr. H.J. van Geesbergen W.D. van den Berg J.A. van Damme J.C. Schot Nederlandse Vissersbond L. de Keijser
A. Oostinga
Vereniging ‘De Mosselhandel’ drs. R.C.E. Barbé H.J. Lacor E.H.M. Barbé
mr. ir. J.D. Holstein K. Prins W. van de Plasse
Verbond van de Nederlandse Visdetailhandel P.E. van de Laar vacature FNV Bondgenoten A.L. Moerman
A.A.M. Steijaert
CNV BedrijvenBond vacature
vacature
Voorzitter: dr. D.C. Faber Secretaris: mw. ing. J.E. van den Boomgaard-Bom
Vissersvereniging ‘Yerseke’ J.J. Dhooge Ph. Sinke J.A. Steketee
J.A. van Damme D. van den Bosch D.C. Hoogstrate
Vereniging ‘Algemeen Vissersbelang’ Bruinisse M. Padmos H.J. Jumelet C. Otte J.A.A. Oostinga Vissersvereniging Helpt Elkander N.L.J. Praet
J. Schot
Vereniging ‘De Mosselhandel’ A.C. Verwijs A.J.M. Foudraine Voorzitter: mw. ing. J.E. van den Boomgaard-Bom Secretaris: mw. P.A. Huissen-Scheurwater Werkgroep mosselpromotie 2010 (is 21 mei 2010 ingesteld door de mosseladviescommissie) De werkgroep mosselpromotie 2010, dat in het verslagjaar 9 maal vergaderde, was in het verslagjaar als volgt samengesteld: Kring der mosselkwekers en/of hun organisaties op voordracht van de Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur E.H.M. Barbé J.A. van Damme I. Sinke vacature C. Otte N.L.J. Praet
Leden
Plaatsvervangende leden
Leden
Plaatsvervangende leden
Kring der mosselhandelaren en/of hun organisaties op voordracht van de Vereniging ‘De Mosselhandel’ A.J.M. Foudraine F. de Groot A.C. Verwijs vacature G. Verhaert vacature
Vereniging ‘De Mosselhandel’ drs. R.C.E. Barbé
‘Vrienden van de Mossel’ J. van Velzen
Voorzitter: drs. R.C.E. Barbé Secretaris: mw. drs. C.M. Seip-Markensteijn
C.J. van Liere
Voorzitter: mw. ing. J.E. van den Boomgaard-Bom Secretaris: mw. C.E.A. Fijnaut (m.i.v. 01-08-2010) Werkgroep kwaliteit schelpdieren (ingesteld door de mosseladviescommissie) De werkgroep kwaliteit schelpdieren, dat in het verslagjaar 2 maal vergaderde en 3 maal gezamenlijk bijeen is geweest met de werkgroep schelpdiervisserij, was als volgt samengesteld:
Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur mr. H.J. van Geesbergen N.L.J. Praet J.C. Schot N.L.J. Praet Vereniging ‘De Mosselhandel’ W.A. Verwijs E. Louwerse C.S. Vroonland
H. Bal vacature vacature
PO Oesters J.J. de Rooij J.F. Sinke
vacature vacature
PO Kokkels en de PO Schelpdiervisserij Noordzee mr.ir. J.D. Holstein vacature Voorzitter: drs. W.G. van de Fliert tot 20-04-2010 Voorzitter: ir. D.A.M. Risseeuw MBA Secretaris: mw. ing. J.E. van den Boomgaard-Bom Werkgroep afstemming mosselbeleid (ingesteld door de mosseladviescommissie) De werkgroep afstemming mosselbeleid, dat in het verslagjaar niet heeft vergaderd, was als volgt samengesteld:
Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur mr. H.J. van Geesbergen vacature J.A. van Damme vacature
vacature
Vereniging van Importeurs van Schelpdieren mr. ir. J.D. Holstein vacature
Garnalenadviescommissie De garnalenadviescommissie, dat in het verslagjaar 3 maal vergaderde, was als volgt samengesteld:
Gezamenlijke werknemersorganisaties:FNV Bondgenoten en CNV BedrijvenBond J. Martens A.L. Moerman Nederlandse Vissersbond Vacature, per 27 mei 2010 B. Holierhoek drs. ing. J.K. Nooitgedagt J. de Visser A.J. de Visser Vebega C.J.A. Machielsen W. Smit M.C. Jansen, per 10-05-2010 vacature
W. Toering J. Rispens C.K. Tanis vacature E. Mooyer Puul H. Luit, per 02-12-2010 N. Mooijer C. Mooyer
Verbond van de Nederlands Visdetailhandel en de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel vacature vacature Vereniging Delta Zuid J. Koster
J.A. Fenijn
Nationaal Overleg Visafslagen F. Lokerse drs. W. Visser, per 30-09-2010 H. Smit
J. van Nieuwenhuizen H. Smit, per 30-09-2010 T. Visser
43
Leden
Plaatsvervangende leden
Plaatsvervangende leden
Federatie van Visserijverenigingen A. Post G. Meun M. de Boer, per 30-09-2010 drs. W. Visser B. Daalder, per 01-03-2010 vacature, Per 30-09-2010 M. de Boer
FNV Bondgenoten en de CNV BedrijvenBond Vacature, per 30-09-2010 W. Groen, per 07-07-2010 R. van Duijn vacature
Voorzitter: drs. ing. J.K. Nooitgedagt Secretaris: P.J. de Niet
Commissie sociaal economische aangelegenheden
Werkgroep duurzaamheid garnalensector (ingesteld door de garnalenadviescommissie per 19-11-2010) De werkgroep duurzaamheid garnalensector dat in het verslagjaar 2 maal vergaderde, was als volgt samengesteld:
2 leden van de aanvoerorganisaties drs. ing. J.K. Nooitgedagt drs. W. Visser
44
Leden
2 leden van de garnalenhandelsorganisatie drs. G. Pastoor C.J. A. Machielsen Voorzitter: drs. G. Pastoor Plv. voorzitter: ing. J.K. Nooitgedagt Secretaris: mw. C. Loonstra Deskundige: M. Nijhof Deskundige: K. Lankester Commissie detailhandel De commissie detailhandel, dat in het verslagjaar 1 maal vergaderde, was als volgt samengesteld:
Verbond van de Nederlandse Visdetailhandel P.E. van de Laar J.A. Koning E.M. Mens vacature H. de Graaf H. Achterhuis Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel R. Motshagen jr. vacature R. van Diermen vacature C. van Manen vacature
Voorzitter: P.E. van de Laar Secretaris: E.M. Mens
De commissie sociaal economische aangelegenheden, dat in het verslagjaar 3 maal vergaderde, was als volgt samengesteld:
Redersvereniging voor de Zeevisserij vacature M. van der Zwan Vereeniging van Reeders van Visschersvaartuigen, Nederlandse Vissersbond en de Federatie van Visserijverenigingen A.H. Dekker B. Daalder, per 01-03-2010 vacature, per 10-06-2010 drs. W. Visser Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur, Combinatie van Beroepsvissers en de Nederlandse Vereniging van Viskwekers mr. H.J. van Geesbergen vacature Verbond van de Nederlandse visdetailhandel en de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel W. Jonk H. Achterhuis FNV Bondgenoten A.A.M. Steijaert CNV BedrijvenBond mr. Th. de Jong vacature
A.L. Moerman vacature, per 30-09-2010 N.A. Bogaard R.J. Gijsen
Federatie van Organisaties op het gebied van de Groothandel in be- en verwerking van vis ‘Visfederatie’ vacature drs. G. Pastoor vacature vacature Deskundige: mw. A.A. van Seters (VinVis) Adviseur: C. Blonk Voorzitter: mr. Th. de Jong Secretaris: R.V.Th. Luns
Leden
Plaatsvervangende leden
Commissie verantwoorde vis
Leden
Plaatsvervangende leden
Secretaris: drs. W. G. van de Fliert tot 20-04-2010 Secretaris: ir. D.A.M. Risseeuw MBA
De commissie verantwoorde vis, dat in het verslagjaar 1 maal vergaderde, was als volgt samengesteld:
Redersvereniging voor de Zeevisserij vacature
5. SUBCOMMISSIES C.Q. –WERKGROEPEN VAN DE COMMISSIE AANVOERAANGELEGENHEDEN Onderwijscommissie
Federatie van Visserijverenigingen en de Nederlandse Vissersbond B. Daalder, per 01-03-2010 vacature, per 10-06-2010 drs. W. Visser
De onderwijscommissie, dat in het verslagjaar 1 maal vergaderde, was als volgt samengesteld: Volgens het instellingsbesluit hebben de leden van de onderwijscommissie geen plaatsvervangers.
Combinatie van Beroepsvissers drs. K.S. Heldoorn, per 25-03-2010 ing. D.C. Visser
Organisaties van werkgevers B. Daalder, per 01-03-2010 vacature per 10-06-2010 drs. W. Visser vacature (Redersvereniging voor de Zeevisserij) drs. ing. J.K. Nooitgedagt mr. H.J. van Geesbergen
Nederlandse Vereniging van Viskwekers vacature Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur mr. H.J. van Geesbergen Verbond van de Nederlandse Visdetailhandel en de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel P.E. van de Laar FNV Bondgenoten vacature
Organisaties van werknemers C. Admiraal, per 07-07-2010 vacature Per 30-09-2010 F. Kuyt A.L. Moerman Ministerie van Infrastructuur en Milieu R.J. de Bruin, per 01-11-2010 vacature Ministerie van Onderwijs ,Cultuur en Wetenschappen vacature
CNV BedrijvenBond F. Kuyt Federatie van Organisaties op het gebied van de Groothandel in be- en verwerking van vis ‘Visfederatie’ drs. G. Pastoor Vereniging van Importeurs van Visproducten M. Nijhof
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie vacature Adviseur: C. Blonk Voorzitter: drs. ing. J.K. Nooitgedagt Secretaris: R.V.Th. Luns Werkgroep schelpdiervisserij
Adviseur: W.H.B.J. van Eijk Adviseur: drs. G.J. van Balsfoort Adviseur: J.A. Koning Deskundige: mw. A.E. Leewis Voorzitter: dr. D.C. Faber
De werkgroep schelpdiervisserij, dat in het verslagjaar 3 maal gezamenlijk met de werkgroep kwaliteit schelpdieren vergaderde, was als volgt samengesteld: Plv. Voorzitter: B. Daalder, per 01-03-2010, drs. G. Pastoor
Nederlandse Oestervereniging J.J. de Rooij
C.J. van Liere
45
Leden
Plaatsvervangende leden
Coöperatieve Producentenorganisatie van Schelpdiervissers op de Noordzee u.a. en de Coöperatieve Producentenorganisatie van de Nederlandse Kokkelvisserij u.a. mr. ir. J.D. Holstein vacature Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur mr. H.J. van Geesbergen J.A. van Damme Nederlandse Vissersbond A. Bout
drs. ing. J.K. Nooitgedagt
Handkokkelvereniging ‘Op Handkracht Verder’ mr. drs. B.J. Keus vacature Voorzitter: drs. R.C.E. Barbé Secretaris: mw. drs. C.M. Seip-Markensteijn 6. BIJZONDERE COMMISSIES
46
De Auditcommissie en de Klankbordgroep Mosselveiling zijn geen reguliere commissie of werkgroep, als bedoeld in artikel 3 van de Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis 2008. Auditcommissie De activiteiten van deze door het dagelijks bestuur, namens het bestuur, ingestelde commissie betreft het interne toezicht op de uitvoering en naleving van de Code Goed Bestuur conform Principe XXIII. De Auditcommissie, dat in het verslagjaar 2 maal vergaderde, was als volgt samengesteld: drs. R.C.E. Barbé H.P. van Campen J.H. Mooijman Mw. mr. M.E. Weijdeveld Voorzitter: A.A.M. Steijaert Secretaris: drs. W.G. van de Fliert tot 20-04-2010 en per 10-07-2010 ir. D.A.M. Risseeuw MBA
Leden
Plaatsvervangende leden
Klankbordgroep mosselveiling De activiteiten van de mosselveiling met de daarvoor door het bestuur vastgestelde Algemene Voorwaarden betreft de privaatrechtelijke uitoefening van bevoegdheden van het Productschap Vis. Ter advisering aan het bestuur, de mosseladviescommissie dan wel de leiding van de mosselveiling is een klankbordgroep mosselveiling ingesteld met als taak te adviseren over de algemene en structurele zaken de mosselveiling betreffende. De klankbordgroep mosselveiling, dat in het verslagjaar 2 maal vergaderde, was als volgt samengesteld:
Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur J.J. Dhooge D. van den Bosch N.L.J. Praet E.E. van de Zande Vereniging ‘De Mosselhandel’ P. Nelis P. Geijsen
W.A. Verwijs J. Christiaanse
Voorzitter: drs. W.G. van de Fliert tot 20-04-2010 Voorzitter: ir. D.A.M. Risseeuw MBA Secretaris: H.N.F.M. van Zantvoort
Hoofd Mosselveiling H.N.F.M. van Zantvoort
R. Th. Luns
Secretaris SociaalEconomische aangelegenheden
Administrateur Mosselkantoor J.H.M. Withagen
ing. J.E. van den Boomgaard-Bom
Bureaucoordinator
ir. D.A.M. Risseeuw MBA
Hoofd Mosselkantoor
H.P. van Campen
Stafmedewerker Advisering en Private Administratie
Interimmageger Visbureau
E.M. Mens
drs. C.M. SeipMarkensteijn
Beleidsmedewerker Schelpdiervisserij Ruimtelijke ordening en Natuur
W.H.B.J. van Eijk
Beleidsmedewerker Aquacultuur en Binnenvisserij
dr. M.L. Kraan
Beleidsmedewerker Duurzame visserij
H.C. Demkes
P.J. Roeleveld
Beleidsmedewerker Importaangelegenheden
M.J. Bouman
B. Vasiljevic-Lalic
Stafmedewerker Financiele en Personele aangelegenheden
F. Peters
Teamleider Uitvoering Regelingen
P.C.M. Barendse
Coordinator Secretariaat
D. Groot
mr. S. Maric mr. E.G. Hart
P.J. de Niet
Hoofd Marktordening Buitendienst en Afslagen
Juridisch medewerker
mr. M.E. Weijdeveld
Hoofd Juridische Aangelegenheden
Hoofd sectie Facilitaire voorzieningen arbeidsomstandigheden
J.H. Mooijman
Hoofd Personeel & Interne Organisatie
Beleidsmedewerker Detailhandel, Groothandel en Verwerking
Hoofd Detailhandel, Groothandel en Verwerking
Beleidsmedewerker Maritieme Zaken
Hoofd Visserijzaken
dr. P.M. den Hartog
A.E. Leewis
Manager PR en PA
ir. M. Hendriks
Secretaris
ir. D.A.M. Risseeuw MBA
C. Vermeulen
Coordinator Buitendienst regio Zuid
H. van Urk
Coordinator Buitendienst regio Noord
ORGANISATIE PRODUCTSCHAP VIS
2
47
48
3
HEFFINGEN Alle ondernemingen die actief zijn in de vissector, vallen volgens de wet onder de werking van het Productschap Vis. Wie voor zijn beroep vis vangt, kweekt, be- en verwerkt, importeert, exporteert of verkoopt, is wettelijk verplicht om aan het productschap heffingen te betalen die door het productschap worden opgelegd. Naar evenredigheid wordt dus door alle ondernemingen in de vissector bijgedragen aan het productschap. De heffingen zijn verdeeld in twee soorten, te weten: a. de huishoudelijke heffing welke bestemd is ter dekking van de uitgaven voor de algemene diensten van het productschap, en b. de bestemmingsheffingen waarvan de opbrengsten bestemd zijn voor fondsen als het onderzoekfonds, het onderwijsfond en het promotiefonds. In 2010 hebben vanuit de huishoudelijke heffing, de navolgende uitgaven plaatsgevonden:
De opbrengst van de diverse bestemmingsheffingen is qua uitgaven in 2010 als volgt verdeeld: UITGAVEN UIT BESTEMMINGSHEFFINGEN 2010 X € 1.000
Onderwijs aanvoer1% € 43 Onderzoek groothandel 3% € 83 Onderzoek mosselen 17% € 520
Algemene vispromo € 1.288
derzoek detailhandel 1% € 15
Onderzoek aanvoer 7% € 219 Garnalenpromotie 9% € 297 Scholpromotie 7% € 230
Mosselpromotie 14% € 431
49
UITGAVEN UIT HUISHOUDELIJKE HEFFING 2010 EN OVERIGE BATEN 2010 x € 1.000
De uitgaven uit bestemmingsheffingen hebben betrekking op promotie onderzoek en onderwijs. De diverse uitgaven zijn eerder in dit verslag toegelicht.
Overige lasten 33% € 2.078
Personeelskosten 37% € 2.285
Vergaderkosten 3% € 171 Bureaukosten 7% € 452
Pesoneelskosten medebewind 15% € 919
Huisvesting 5% € 315
De personeelskosten zijn exclusief de doorberekende kosten voor uitvoering medebewind en private organisaties. De overige lasten hebben betrekking op een aantal projecten welke eerder in dit verslag zijn toegelicht en waar veelal overig baten tegenover staan.
HEFFINGSOVERZICHT 2010 Heffingsoverzicht 2010 Heffingen bij:
Vastgesteld in de bestuursvergadering van 1 oktober 2009 Huishoudelijke heffing
Grondslag
Financie promotie onderzo
kweekvi Aanvoer B)
Viskwekerijen
Per kilogram gekocht voer voor forel
€ 0,007
€ 0,
Per kilogram gekocht voer voor meerval
€ 0,007
€ 0,
Per kilogram gekocht voer voor paling
€ 0,014
€ 0,
Per kilogram gekocht voer voor tarbot
€ 0,014
€ 0,
Per kilogram gekocht voer voor tilapia
€ 0,007
€ 0,
IJsselmeervisserij
Over de waarde van de aangevoerde IJsselmeervis
4,14‰
Beroepsbinnenvisserij 4)
Vaste heffing per ondernemer per kalenderjaar
Aanvoersector kotters
100% van de waarde van de aangevoerde zeevis12)
3,71‰
Aanvoersector trawlers
70% van de waarde van de aangevoerde zeevis12)
2,44‰
Mosselen
Per aangevoerde ton mosselen
Oesters en creuses
Over de forfaitaire waarde 9)
€ 120,00
€ 0,40 6,19‰
Per vergunning voor vrije gronden 2)
€ 276,00
Per Ha. Perceel 2) Kokkels en andere schelpdieren10)
€ 3,32
- Over de forfaitaire waarde kokkels, spisula en nonnetjes
4,14‰
- Over de forfaitaire waarde zwaardscheden en mesheften
4,14‰
- Mechanische kokkelvisserij
€ 171,00
in de Westerschelde (per vergunning) - Mechanische kokkelvisserij in de overige
€ 456,00
Nederlandse wateren (per vergunning) - Niet mechanische kokkelvisserij in de
€ 314,00
Nederlandse wateren (per vergunning)
50
- Spisula (inclusief strandschelpen) en/of nonnetjes
€ 217,00
-Zwaardscheden en mesheften
€ 114,00
in de Nederlandse wateren Aankoop
Garnalen 13)
Per kilogram aangevoerde garnalen
"Zoetwatervis" 3)
Over het aankoopbedrag
2,85‰
€ 0,0102
Zeevis12)
Over het aankoopbedrag
1,04‰ 12)
extra voor kopers van maatjesharing
Over 100% van het koopbedrag
Mosselen
per aangekochte ton mosselen
Kokkels en andere schelpdieren
Over de forfaitaire waarde 10)
€ 254,00 € 0,40
aankoop kokkels en andere schelpdieren Inkoop C)
2,85‰
Garnalen
Per kilogram gekochte garnalen
Inkopers 1)
Over het gehele inkoopbedrag inclusief schaal- en schelpdieren15)
€ 0,0028
waarvan over het inkoopbedrag tussen € 0,0 t/m € 10.000,00
€ 0,00
waarvan over het inkoopbedrag tussen € 10.000,01 t/m € 100.000,00
€ 102,00
en over het inkoopbedrag tussen € 100.000,01 t/m € 2.500.000,00
0,59‰
en over het inkoopbedrag tussen € 2.500.000,01 t/m € 5.000.000,00
0,50‰
en over het inkoopbedrag tussen € 5.000.000,01 t/m € 10.000.000,00
0,41‰
en over het inkoopbedrag tussen € 10.000.000,01 t/m € 25.000.000,00
0,32‰
en over het inkoopbedrag tussen € 25.000.000,01 t/m € 120.000.000,00
0,23‰
en over het inkoopbedrag boven de € 120.000.000,00
Overig
0
extra voor kopers van maatjesharing
Over 100% van het inkoopbedrag
€ 254,00
Verse Mosselen
Per ingekochte ton mosselen
Kleinhandel
Vaste heffing per kalenderjaar, per verkooppunt
Afslagen
Aankoopbedrag vis en visproducten (m.u.v. mosselen)
Be- of verwerkers
Vaste heffing per ondernemer per kalenderjaar 14)
€ 152,00
Administratieheffing
Opleggen/opgelegde ambtshalve heffingen
€ 112,00
€ 0,20 € 83,00
5)
0,223‰
Bestemmingsheffingen
ering Algemene e/ Vispromotie oek
Onderwijs projecten Kleinhandel
Onderzoeks projecten Kleinhandel
Onderzoeks projecten Aanvoer
Onderwijs projecten Aanvoer
0,5‰
0,01‰
Projecten groothandelssector
Garnalen Promotie
Schol Promotie
Mossel Promotie
Mossel Onderzoek
is 00171 00141 00357 00357 00141 € 50,00 0,98‰
0,5‰
0,01‰
0,83‰
0,3‰
0,01‰
€ 0,40 8) € 0,02
€ 0,80
€ 1,01
8,5‰ € 500,00 € 5,00 6,0‰
0,01‰
5,0‰
0,01‰ € 344,00 € 800,00 € 800,00
51
€ 350,00 € 1.500,00 € 0,0027 7)
€ 0,01 7)
€ 0,0003 7)
€ 0,035 7)
0,35‰
0,1‰ 11)
1,12‰ 6)12)
0,1‰ 11)12)
€ 0,40 8)12)
15‰
€ 0,0031 7)
€ 0,0303 7)
€ 0,80
€ 0,91
€ 0,80
€ 0,20
€ 0,01 7)
0,35‰
15‰ € 130,00
€ 10,00
€ 15,50
52
A)
Afhankelijk van de aard van uw bedrijfsactiviteiten kunt u onder meerdere heffingsgrondslagen vallen, waavoor aan u evt. een apart opgavenformulier kan worden toegezonden.
8)
Per 100 kilogram, met ingang van 2010 wordt niet meer gestopt met innen als geconstateerd is dat de heffingsopbrengst hoger is als € 200.000,00.
B)
Vanaf 2007 is de aanvoerder niet meer de huishoudelijke aankoopheffing verschuldigd bij verkoop buiten de afslag om en bij be- of verwerking of verpakking in de eigen onderneming.
9)
De forfaitaire waarde bedraagt per platte oester € 0,32 en per creuse € 0,10.
10) -
De forfaitaire waarde bedraagt voor: ongekookte kokkels € 0,25 per kg exclusief Westerschelde ongekookte kokkels € 0,18 per kg uit de Westerschelde gekookte kokkels € 1,75 per kg ongekookte spisula (inclusief strandschelpen) € 0,10 per kg en gekookte spisula (inclusief strandschelpen) € 0,75 per kg ongekookte nonnetjes € 0,10 per kg en gekookte nonnetjes € 0,75 per kg ongekookte ensis (zwaardscheden en mesheften) € 0,80 per kg en gekookte ensis (zwaardscheden en mesheften) € 2,40 per kg.
C)
Vanaf 2009 is de vrijstelling voor de binnenlandse handel komen te vervallen m.u.v. de aftrek voor aan- of inkopen waarover reeds door uzelf handelsheffing is betaald en m.u.v. de detailhandel.
1)
Vanaf 2009 zijn de vrijstellingsbepalingen voor het maximum te bedrag aan huishoudelijke inkoopheffing en voor de Fiscale Eenheid komen te vervallen. Deze regelingen zijn verdisconteerd in de nieuwe heffingssystematiek.
-
2)
Bij de huishoudelijke heffing geldt dat het laagste bedrag (of totaal bedrag vergunningen of totaalbedrag ha) wordt vrijgesteld en geldt een maximum van € 630,00.
11) Aankoop van vis (met uitzondering van alle schelpdiersoorten en kweekvis).
3)
Aankopen van een Nederlandse binnenvisser, viskwekerij, IJsselmeervisser en/of schelpdiervisser (m.u.v. mosselen, oesters en creusen).
4)
Niet zijnde de IJsselmeervisserij.
5)
Onder verkooppunt wordt o.a. verstaan een viswinkel, een webwinkel, een viskraam of een visverkoopwagen.
6)
Aankoop van trawlers 0,98‰.
7)
Per kilogram in Nederland gecontroleerde garnalen. Indien in gepelde toestand wordt aangevoerd of gekocht per kilogrammen vermenigvuldigd met factor 3.
-
12) Met uitzondering van garnalen, want voor garnalen zijn alle heffingen per kg vastgesteld. In de heffingsgrondslagen “zeevis kopen van een kotter” is de grondslag vanaf 2008 uitgebreid naar het kopen van Nederlandse en buitenlandse vissersvaartuigen/ ondernemers. 13) Vanaf 2009 wordt er door het productschap geen heffing/retributie voor zeefinstallaties in rekening gebracht. 14) Reikwijdte is gelijk aan 2007, 2008 en 2009 en geldt voor alle ondernemers die be- en verwerken en over een EG erkenning beschikken en geen of niet voor 100% eigenaar zijn van de be- en verwerkte vis-visproducten. 15) Er geldt een vrijstelling voor de heffingsplicht als het totaal van de verschuldigde heffingen minder is dan € 10,(artikel 10 lid 8 van de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006).
4 ONTWIKKELINGEN IN PERSONEEL Personeelsbestand Op 31 december 2010 waren 71 personen in dienst bij het Productschap Vis. Door personele mutaties daalde het aantal mensjaren van 64.4 ultimo 2009 naar 62,2 per ultimo 2010. In de grafieken 1 en 2 is een verdeling weergegeven naar leeftijd en geslacht. De verdeling van de mensjaren over de diverse taakgebieden binnen de organisatie, is weergegeven in grafiek 3. De inschaling van de medewerkers zoals verdeeld over de salarisschalen, is opgenomen in grafiek 4.
Grafiek 1
Verdeling naar leeftijd ultimo 2010 60 - 65
53
Leeftijdsgroep
50 - 59
40 -49
30 - 39
20 - 29
0 - 20
0
5
10
15
Mannen
Vrouwen
20
Totaal
25
30
Grafiek 2
71
totaal
37
vrouwen
34
mannen
0
20
40
60
80
54 Grafiek 3
Verdeling mensjaren naar activiteit 2010 Totaal Medebewind onvergoed Medebewind vergoed Privaat Publiek 0 Mosselkantoor
10
20
Buitendienst
30
40
50
Hoofdkantoor
Totaal
60
70
Grafiek 4
Aantal medewerkers per salarisschaal ultimo 2010 schaal 16 schaal 15 schaal 14 schaal 13 schaal 12 schaal 11 schaal 10 schaal 9 schaal 8 schaal 7 schaal 6 schaal 5 schaal 4 schaal 3 schaal 2 schaal 1 niet ingeschaald
55 0
5
10
15
20
Aantal medewerkers Ziekteverzuim In vergelijking met 2009 is het ziekteverzuim over 2010 licht gedaald. Over 2010 bedroeg dit 2,98% versus 3,5% over 2009. In onderstaande grafiek is een overzicht weergegeven van het verloop van het ziekteverzuim gedurende de afgelopen zes jaar. Tussen haakjes zijn de ziekteverzuimcijfers van de productschappen als totaal vermeld. 2005 1.8 (4.2)
2006 1.4 (3.7)
2007 3.1 (3.8)
2008 3 (3.8)
2009 3.5 4.1
2010 2.9 (3.7)
Ontwikkelingen CAO De loonontwikkelingen binnen de PBO-sector bleven gedurende 2010 beperkt van omvang. In navolging van de landelijke trends stegen de lonen vanaf 1 april 2010 met 1,4%. De huidige CAO kent een doorlooptijd tot 1 april 2011. De Werkgroep Leesbaarheid CAO, welke als opdracht heeft om de toegankelijkheid en leesbaarheid van de CAO-tekst te vergroten en de inhoud duidelijker weer te geven, bevindt zich met haar werkzaamheden in een afrondend stadium. Door een medewerker van het Productschap Vis wordt aan deze werkgroep deelgenomen.
De Werkgroep Betaald Ouderschapsverlof is nog bezig met haar onderzoek of, en zo ja, op welke wijze tijdens het ouderschapsverlof (gedeeltelijke) loondoorbetaling kan plaatsvinden. Beide werkroep zullen in de loop van 2011 hun eindrapportage uitbrengen. De arbeidsvoorwaardelijke regelingen welke vanuit de CAP van toepassing zijn op de medewerkers binnen de PBO-sector, worden ook binnen het PVis volledig gevolgd. Opleidingen Ook in 2010 is door diverse medewerkers weer een beroep gedaan op de studiekostenregeling. Variërend van automatisering tot academisch, werden diverse trainingen, cursussen en opleidingen gevolgd. De medewerkers die de bedrijfshulpverlening op zich hebben genomen, hebben in 2010 aan een verplichte herhalingscursus deelgenomen.
56
Stage bij het Productschap Vanaf oktober 2010 tot en met februari 2011 liep Erik Tichelaar, student van Kust en Zee Management van het Van Hall Larenstein stage bij Visserijzaken. Hij heeft in zijn stage gewerkt aan drie onderwerpen: een herziening van ‘Vissen op een postzegel’, het opzetten van een managementplan dat gebruikt kon worden door het CVO ten behoeve van MSC en het uitwerken van een enquête die in 2010 gehouden is onder alle vissers. Daarin werden vragen gesteld over gebruikte vaartuigen, vistechnieken, doelsoorten en visgebieden. De stage werd zowel door de afdeling Visserijzaken als door Erik als succesvol ervaren. Ondernemingsraad Met de Ondernemingsraad zijn in 2010 twee formele besprekingen gehouden waarbij een fors aantal onderwerpen aan de orde is geweest. Daarnaast wordt langs informele lijnen de nodige informatie uitgewisseld. De Ondernemingsraad heeft een adviserende, initiërende of instemmende rol al naar gelang het onderwerp en/of de situatie. Indien een onderwerp niet de instemming of het advies van de Ondernemingsraad nodig heeft, dan gelden voor de Ondernemingsraad twee prioriteiten, te weten: • toezien op een correcte wijze worden toepassen van procedures in individuele gevallen; • toezien op handhaving van de continuïteit binnen de organisatie en/of afdelingen.
Middels het OR-informatieblad ‘Orakel’” en emailberichten wordt het personeel over ontwikkelingen geïnformeerd. In de overlegvergaderingen is onder meer gesproken over: • de begroting en de jaarrekening van het productschap; • de collectieve zorgverzekering; • het ziekteverzuim; • de Risico Inventarisatie & Evaluatie; • het aanstellen van medewerker in het kader van het Werkgelegenheidsfonds voor de PBO-sector; • automatisering; • de integratie van het Nederlands Visbureau in het Productschap Vis; • de werkkostenregeling; • de samenwerking van de productschappen; • evaluatie van diverse protocollen, waaronder het integriteitsprotocol; • de beoordelingssystematiek; • het draagvlak- en representativiteitonderzoek; • de jaarplannen; • het arbeidsomstandighedenbeleid. Bedrijfshulpverlening Een vijftal medewerkers binnen de organisatie hebben de taak op zich genomen om op treden als bedrijfshulpverlener bij calamiteiten. Jaarlijks wordt door de betrokken medewerkers een verplichte opfriscursus gevolgd. Met de overige huurders in het pand te Rijswijk wordt zoveel mogelijk getracht om onderwerpen als brandveiligheid en de toegang tot het gebouw gezamenlijk invulling te geven. Duurzaam inkopen en materiaalgebruik Maatschappelijk verantwoord ondernemen is een belangrijk gegeven bij het inkopen van duurzame goederen alsmede bij de bedrijfsvoering. Duurzaamheid heeft ook binnen het PVis de volle aandacht. Het afgelopen jaar hebben de schappen de mogelijkheden tot verduurzaming van de inkoop verkend. Voor een aantal productgroepen (kantoorartikelen, papier voor afdrukapparatuur) zijn inmiddels afspraken gemaakt om gezamenlijke contracten voor duurzame inkoop af te sluiten. Binnen het PVis wordt er naar gestreefd om de verspreiding van informatie zoveel mogelijk digitaal te doen.
5
Subsidies 2010 Stichting Nederlands Visbureau -promotie
Stichting van de Nederlandse Visserij -internationale vertegenwoordiging
Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur -zaadvisinventarisatie -Produs -archeologisch onderzoek
€ 1.814.691
75.000
223.515 125.000 24.697
Haven- en visserijdagen: Comite Zeeland presenteert
30.847
Vereniging algemeen belang Bruinisse
15.000
Stichting promotie havendagen Zierikzee
10.000
Stichting visserijdagen VVV Yerseke Museum Bruinisse
750 8.575 750
Marine Stewardship Councel: Redersvereniging voor de Zeevisserij -Atlanto Scandic Herring -Genetic Indentification of Horsemackerel Stichting van de Nederlandse Visserij -staandwant tongvisserij Argonus -garnalenvisserij
Landbouw Economisch Instituut -markt/economisch onderzoek
19.900 23.490 5.734 7.346
36.000
57
6
PRODUCTSCHAP VIS
nummer van de
beschikking van
Jaar waarin de
STEUNINVENTARIS 2010
steunmaatregel
de Commissie
steun afloopt
Onderwijs aanvoersector
doel v
ste
N 497/2000 en
C(2001)3083
10-10-2011
Parafiscale heffing
N 482/2006
C(2006)7144
20-12-2016
opleiding en voor
N 75/2003
C(2003)3370
1-10-2013
Parafiscale heffing
to Fonds voor mosselpromotie
afzetbevordering
to Garnalenpromotie
N 160/2003
C(2003/3430
23-9-2013
Parafiscale heffing afzetbevordering
to Mosselonderzoek
N 76/2003
C(2004)1351
20-4-2014
Parafiscale heffing onderzoek en
experimentele vis
to Onderwijs kleinhandel
N 497/2000
C(2001)3083
10-10-2011
Parafiscale heffing
opleiding en voor
to Onderzoek aanvoersector
N 92/2002 en
C(2002)1742
3-7-2012
N 497/2000 en
C(2001)3083
10-10-2011
onderzoek en
N 182/2005 en
C(2005)4048
12-10-2015
experimentele vis
N 481/2006 en
C(2006)7143
20-12-2016
N 282/2009
C(2009)9324
20-11-2019
N 117/2002
C(2002)1741
58
Parafiscale heffing
to Onderzoek kleinhandel
3-7-2012
Parafiscale heffing
onderzoek en ont
to Onderzoek- en projecten
N 497/2000 en
C(2001)3083
10-10-2011
Parafiscale heffing
groothandelssector
N 283/2009
C(2009)9325
20-11-2019
opleiding en voor
N 480/2006
C(2006)4235
15-9-2016
onderzoek en ont
N 356/2003
C(2004)1403
5-4-2014
Financiering activ
to Belangenbehartiging aanvoersector
behartiging van d
van de aanvoerse
to Vispromotie
N 497/2000 en
C(2001)3083
10-10-2011
Parafiscale heffing
N 183/2005
C(2005)4139
17-10-2015
afzetbevordering
N 714/2006
C(2006)7142
20-12-2016
N 159/2003
C(2004)696
to Promotie kweekvis en onderzoek visteelt
27-2-2014
Parafiscale heffing afzetbevordering
onderzoek en exp
to Scholpromotie
Sociaal economische aangelegenheden
N 127/2004
C(2004)3070
N 284/2009
C(2010)2595
N 345/2009
twee maanden voor Parafiscale heffing afzetbevordering 3-8-2014 to
Parafiscale heffing
econmomische a
to
van de
eun
aantal begunstigden
uitgaven steuninstrument
Opmerkingen
€
g voor
rlichting
1
participatie
33.817 apparaatskosten
1
participatie
23.340 voorlichting en werving
1
participatie
20.000 vissen met toekomst
77.157
taal
g voor en reclame
rechtstreekse subsidie
1
participatie
17.882 persvoorlichting
45
participatie
347.111 mosselpromotie
1
participatie
en reclame
1
rechtstreekse subsidie
1
participatie
sserij
296.830 Stichting Nederlands Visbureau 42.690 apparaatskosten
339.520
taal
g voor
24.590 apparaatskosten
455.505
taal
g voor
65.922 visserijdagen ed
6
3
participatie/subsidie
160.998 sanitair onderzoek
7
participatie/subsidie
223.515 mosselzaad inventarisatie
2
participatie
136.348 overige onderzoekkosten
1
rechtstreekse subsidie
24.697 archeologisch onderzoek -25.464 voorgaande jaren minder kosten
1
participatie
g voor
10.250 apparaatskosten
530.344
taal
1.420 apparaatskosten
1
participatie
1
participatie
74.968 sanitair en technisch onderzoek IMARES
3
rechtstreekse subsidie
36.570 MSC Garnalen, tong en schol, haring
1
participatie
40.000 maaswijdte onderzoek Omega
1
participatie
1
participatie
34.407 bemanningsproblematiek garnalenvisserij
1
rechtstreekse subsidie
23.490 Horsmakreel
6
participatie
1
participatie
rlichting
1.420
taal
g voor
sserij
taal
4.046 beschermde gebieden
5.963 overige onderzoekkosten 50.051 apparaatskosten 269.495
g voor
1
participatie
8.925 hygienecode detalihandel
twikkeling
1
participatie
6.224 ontwikkeling portal
1
participatie
1.700 apparaatskosten
16.849
taal
g voor
6
participatie
30.819 MSC garnalen
rlichting en
1
rechtstreekse subsidie
36.000 marktonderzoek
twikkeling
1
participatie
11.350 radionucliden
1
participatie
1
participatie
1
rechtstreekse subsidie
1
rechtstreekse subsidie
1
participatie
1
participatie
1
rechtstreekse subsidie
1
participatie
118.734
taal
viteiten ter
4.614 overige onderzoekkosten 35.951 apparaatskosten 75.000 Stichting van de Nederlandse Visserij
de belangen
ector
75.000
taal
g voor en reclame
109.071 apparaatskosten
1.397.078
taal
g voor
1.288.007 Stichting Nederlands Visbureau
1.575 apparaatskosten
en reclame,
perimentele visserij
1.575
taal
g voor en reclame
229.853 Stichting Nederlands Visbureau 24.931 apparaatskosten
254.784
taal
g sociaal-
participatie
27.700 plan verankering arbeid
activiteiten
participatie
15.925 onderzoek arbeidsvoorwaarden
taal
43.625
59
7
Regelgevingsbestand Productschap Vis (31-12-2010) Nr.
Naam verordening en rechtsbasis
Naam besluit(en) ter uitvoering van de verordening
PVis A Heffingsverordeningen (artikel 126, eerste en tweede lid, Wbo) 1= huishoudelijk, 2 t/m 13= bestemmingsheffing, 1 t/m 13 = per kalenderjaar is 1 verordening vastgesteld 1 Heffingsverordening (jaren 2000 tot en met 2010) 2 Verordening financiering garnalenpromotie (jaren 2000 tot en met 2010) 3 Verordening financiering scholpromotie (jaren 2000 tot en met 2010) 4 Verordening financiering vispromotie (jaren 2000 tot en met 2010) 5 Verordening financiering promotie kweekvis en onderzoek visteelt (jaren 2000 tot en met 2010) 6 Verordening financiering mosselpromotie (jaren 2000 tot en met 2010) 7 Verordening financiering mosselonderzoek (jaren 2000 tot en met 2010) 8 Verordening financiering projecten groothandelssector (jaren 2000 tot en met 2010) 9 Verordening financiering onderwijsprojecten aanvoersector (jaren 2000 tot en met 2010) 10 Verordening financiering onderzoeksprojecten aanvoersector (jaren 2000 tot en met 2010) 11 Verordening financiering onderwijsprojecten kleinhandel (jaren 2000 tot en met 2010) 12 Verordening financiering onderzoeksprojecten kleinhandel (jaren 2000 tot en met 2010) 13 Verordening Algemene Bepalingen Heffingen Productschap Vis 2007 PVis B 14 15 16 17 18 19
Fondsverordeningen (artikel 93, tweede lid onderdeel g, Wbo) Verordening tot instelling van een fonds voor de aanvoersector 2007 Verordening tot instelling van een fonds voor promotie 2007 Verordening tot instelling van een fonds voor de mosselsector 2007 Verordening tot instelling van een fonds voor de detailhandel 2007 Verordening tot instelling van een fonds voor de groothandelssector 2007 Verordening tot instelling van een fonds voor sociaal economische aangelegenheden 2007
PVis C Gezondheidsvoorschriftenverordeningen (Warenwet) 20 Verordening productiegebieden levende tweekleppige weekdieren 2006
DB besluiten namens het bestuur over aanwending middelen
Besluit aanwending middelen en mandaatverlening uitvoering begroting Mosselkantoor 2009-201
Bemonsteringsplannen sanitaire monitoring (beleidsregels) Periodieke uitvoeringsbesluiten (tijdelijke voorzorgsmaatregelen productiegebieden)
21 Verordening dagvers gerookte paling 2000 Besluit vaststelling model registratiebewijs dagverse palingroker Registratiebewijzen Hygiënecodes (privaatrechtelijk) conform artikel 4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen PVis D Handelsnormenverordeningen (Regeling medebewind Gemeenschappelijk Landbouwbeleid) 22 Verordening handelsnormen garnalen 2006 23 Verordening handelsnormen visserijproducten 2006 PVis E Autonome Verordeningen artikel 93 Wbo 24 Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006
60 25 Verordening quarantainevoorzieningen levende tweekleppige weekdieren 2007
26 Verordening Hollandse Nieuwe 2007 PVis F Verordeningen artikel 92 Wbo 27 Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis 2008
Uitvoeringsbesluit bij artikel 3, vierde lid, van de Verordening handelsnormen visserijproducten 20 Besluit denaturatie visserijproducten 2006 Besluit aanwijzing bevoegde afslagen voor inning productschapsheffingen Besluit benoeming functionaris voor de gegevensbescherming Productschap Vis Besluit Productschap Vis toezichthouders tuchtrecht 2005 Besluit ondermandaatverlening uitvoering heffingsverordeningen Besluit aanwijzing gemandateerde rechtspersonen Besluit aanwijzing toezichthouders quarantainevoorzieningen 2010 Besluit algemene meldplicht 2010 Uitvoeringsbesluit bij artikel 2, eerste lid, van de Verordening quarantainevoorzieningen levende tweekleppige weekdieren 2007 Erkenningen quarantainevoorzieningen Besluit aanwijzing toezichthouders startdatum Hollandse Nieuwe 2010 Vaststellingsbesluiten startdatum haringseizoen 2010 en 2011 Besluit tot instelling van een commissie aanvoeraangelegenheden Besluit tot instelling van een onderwijscommissie Besluit tot instelling van een werkgroep schelpdiervisserij Besluit tot instelling van een mosseladviescommissie 2007 Besluit tot instelling van een werkgroep afstemming mosselbeleid Besluit tot instelling van werkgroep mosselpromotie kwekers 2006 Besluit tot instelling van een werkgroep kwaliteit schelpdieren 2006 Besluit tot instelling van een garnalenadviescommissie 2004 Besluit tot instelling van een werkgroep duurzaamheid garnalensector GAC Besluit tot instelling van een commissie groothandel Besluit tot instelling van een commissie detailhandel Besluit tot instelling van een financiële commissie Besluit tot instelling van een commissie sociaal economische aangelegenheden Besluit tot instelling van een commissie verantwoorde vis Besluit tot instelling van een Auditcommissie Productschap Vis
28 Verordening PVis klachtenbehandeling 2008 29 Verordening beheersregels archiefbescheiden Productschap Vis PVis G Verordeningen financiën, vergoedingen en arbeidsvoorwaarden 30 Verordening begroting Productschap Vis (jaren 2000 tot en met 2010) 31 Kaderverordening arbeidsvoorwaarden PVis met CAO in de bijlage
32 Verordening PVis vergoedingen voorzitter 2010 33 Verordening vergoedingen bestuur, dagelijks bestuur, commissies en werkgroepen van het Productschap Vis 2010-2011
Besluit rekening baten en lasten jaren 2000 tot en met 2010 Besluit regeling studiekosten en studiefaciliteiten 2009 Reglement personeelsfonds Productschap Vis 2009 Besluit reis- en verblijfkosten productschapspersoneel 2009 Besluit tegemoetkoming in de kosten woon-werkverkeer 2009 Besluit I toekenning vacatievergoeding en vergoeding reis- en verblijfkosten 2010-2011 Besluit II toekenning vacatievergoeding en vergoeding reis- en verblijfkosten 2010-2011 Besluit III toekenning vacatievergoeding en vergoeding reis- en verblijfkosten 2010-2011 Besluit IV toekenning vacatievergoeding en vergoeding reis- en verblijfkosten 2010-2011 Besluit V toekenning vacatievergoeding en vergoeding reis- en verblijfkosten 2010-2011
34 Verordening beleggingsbeleid 2005 (30-09-2010 heroverwogen conform 106 Wbo) PVis H Private besluiten Algemene voorwaarden van de Mosselveiling te Yerseke Procuratieregeling (bevoegdheden ondertekenen financiële, juridische en beleidsdocumenten) Productschapsprijzen voor vissers best verzorgde vis Algemene voorwaarden Vishub
Besluit tot instelling van een klankbordgroep mosselveiling Besluit tarieven Mosselveiling Yerseke 2010 Exploitatie applicatie voor elektronisch logboek conform EU Verordening nr. 1077/ 2008
10-2011
006
Aard bevoegdheid
Karakter van de regeling
Werking
heffingsverordening met inning direct door PVis en inning indirect via derden heffingsverordening met inning direct door PVis en inning indirect via derden heffingsverordening met inning direct door PVis en inning indirect via derden heffingsverordening met inning direct door PVis en inning indirect via derden heffingsverordening met inning direct door PVis heffingsverordening met inning direct door PVis en inning indirect via derden heffingsverordening met inning direct door PVis en inning indirect via derden heffingsverordening met inning direct door PVis en inning indirect via derden heffingsverordening met inning direct door PVis en inning indirect via derden heffingsverordening met inning direct door PVis en inning indirect via derden heffingsverordening met inning direct door PVis heffingsverordening met inning direct door PVis heffingsverordening met inning direct door PVis en inning indirect via derden
volledig autonome verordening volledig autonome verordening volledig autonome verordening volledig autonome verordening volledig autonome verordening volledig autonome verordening volledig autonome verordening volledig autonome verordening volledig autonome verordening volledig autonome verordening volledig autonome verordening volledig autonome verordening volledig autonome verordening
actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd
materiële verordening materiële verordening materiële verordening materiële verordening materiële verordening materiële verordening
volledig autonome verordening volledig autonome verordening volledig autonome verordening volledig autonome verordening volledig autonome verordening volledig autonome verordening
actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd
materiële verordening
medebewindsverordening Ministerie van VWS
materiële verordening
medebewindsverordening Ministerie van VWS
privaatrechtlijke voorwaarden en besluiten
actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor bepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd
materiële verordening materiële verordening
medebewindsverordening Ministerie van EL&I (ex LNV) medebewindsverordening Ministerie van EL&I (ex LNV)
actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd
materiële verordening
volledig autonome verordening
materiële verordening
volledig autonome verordening
materiële verordening
volledig autonome verordening
actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor on- en bepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd
overige verordening m.b.t. werkwijze organen en secretariaat Pvis commissie als bedoeld in artikel 88 Wbo commissie i.v.m. Principe XIII Code Goed Bestuur commissie i.v.m. Principe XIII Code Goed Bestuur commissie i.v.m. Principe XIII Code Goed Bestuur commissie i.v.m. Principe XIII Code Goed Bestuur commissie i.v.m. Principe XIII Code Goed Bestuur commissie i.v.m. Principe XIII Code Goed Bestuur commissie i.v.m. Principe XIII Code Goed Bestuur commissie i.v.m. Principe XIII Code Goed Bestuur commissie als bedoeld in artikel 88 Wbo commissie i.v.m. Principe XIII Code Goed Bestuur commissie als bedoeld in artikel 88 Wbo commissie i.v.m. Principe XIII Code Goed Bestuur commissie i.v.m. Principe XIII Code Goed Bestuur Principe XXIII Code Goed Bestuur invulling intern toezicht klachtregeling i.v.m. Principe XXII Code Goed Bestuur en titel 9.1 van de Awb uitvoering van de Archiefwet
volledig autonome verordening
overige verordening o.g.v. artikel 118 Wbo overige verordening o.g.v. artikel 86 Wbo
volledig autonome verordening volledig autonome verordening
actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd
overige verordening o.g.v. artikel 83 Wbo overige verordening o.g.v. artikel 77 Wbo
volledig autonome verordening volledig autonome verordening
overige verordening o.g.v. artikel 123 Wbo en artikel 6, derde lid, van de Verordening financiën bedrijfslichamen 1999 (SER)
volledig autonome verordening volledig autonome verordening
actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor bepaalde tijd actieve werking voor bepaalde tijd actieve werking voor bepaalde tijd actieve werking voor bepaalde tijd actieve werking voor bepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd
privaatrechtelijke voorwaarden en besluiten privaatrechtelijke voorwaarden en besluiten privaatrechtelijke voorwaarden en besluiten feitelijke handeling privaatrechtelijke voorwaarden en besluiten
volledig autonome verordening volledig autonome verordening
actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd
actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd actieve werking voor onbepaalde tijd
61
62
COLOFON Productschap Vis Postbus 72 2280 AB Rijswijk Telefoon 070 33 69 600 Fax 070 39 99 426 E-mail
[email protected] Website www.pvis.nl Inschrijving Kamer van Koophandel 27368133 Uitgave Productschap Vis Vormgeving D. Groot Druk Repro Productschap Vis Redactie Secretariaat Productschap Vis Eindredactie A.E. Leewis maart 2011
63
64