Inhoudopgave HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Doel van dit schoolplan ................................................................................ 1.2 Procedures rond het schoolplan ................................................................. HOOFDSTUK 2 KWALITEITSZORG EN HET SCHOOLPLAN 2.1 Visie op kwaliteitszorg 2.2 Documenten en instrumenten 2.3 Visie op kwaliteitszorg vanuit de school 2.4 Kwaliteitszorg ten behoeve van ons zorgsysteem HOOFDSTUK 3
ONZE MISSIE EN VISIE
3.1
Schoolbeschrijving .........................................................................
3.2
De missie van de school .................................................................
3.3
Onze visie.........................................................................................
HOOFDSTUK 4 EVALUATIE VAN HET VORIG SCHOOLPLAN 4.1
De beleidsvoornemens van de afgelopen vier jaar ...................
4.2
Een terugblik ..................................................................................
HOOFDSTUK 5 EXTERNE EN INTERNE ONTWIKKELINGEN en consquenties voor onze beleidsvoornemens 5.1
Externe ontwikkelingen en interne ontwikkelingen..................
5.1.1
Interne sterkte/zwakte analyse………………………………...
5.1.2
SWOT analyse………………………………...
5.2
Consequenties voor onze beleidsvoornemens…
HOOFDSTUK 6
BELEIDSVOORNEMENS M.B.T. HET ONDERWIJSLEERPROCES
6.1
Een meerjarenoverzicht in PDCA cyclus ..................................
6.2
De voornemens voor 2011-2012 ..................................................
HOOFDSTUK 7 7.1
OVERIGE BELEIDSVOORNEMENS
Doelen van het personeelsbeleid .................................................. 1
7.1.1
Aantoonbare permanente professionele ontwikkeling .............
7.2
Overig personeelsbeleid ................................................................
7.2.1
De huidige situatie ..........................................................................
7.2.2
Toekomstige doelen personeelsbeleid .........................................
7.2.3
Evaluatie en borging ......................................................................
7.3
Ouders..............................................................................................
7.4
Beleid t.a..v. huisvesting, materiële en financiële voorzieningen
7.4.1
De huidige situatie ..........................................................................
7.4.2
Toekomstige doelen van materieel- en financieel beleid..........
7.4.3
De operationele uitvoering van de doelen ..................................
7.4.4
Evaluatie en borging ......................................................................
7.5
Het beleid t.a.v. schoolorganisatie en interne communicatie ..
7.6
Het beleid t.a.v. externe relaties en communicatie / samenwerking
7.6.1
Toekomstige doelen m.b.t. externe relaties en communicatie
HOOFDSTUK 8 TOT SLOT BIJLAGEN Lijst van gebruikte afkortingen ........................................................................ Formulier ‘Instemming met het schoolplan door de MR’ ........................... Formulier ‘Instemming met het schoolplan door het bestuur’ ...................
2
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Doel van dit schoolplan Dit schoolplan is een beleidsdocument, waarin wij als school aangeven welke beleidskeuzen we voor de komende vier jaar (2011 – 2015) hebben gemaakt op het gebied van onderwijskundig beleid, personeelsbeleid, financieel/ materieel beleid en kwaliteitszorg We beschrijven hoe we ons onderwijs inrichten, welke materialen we gebruiken en hoe we het een en ander organiseren. De kerndoelen zijn mede bepalend voor de richting van ons onderwijs. Het schoolplan geeft aan bestuur, team, MR en ouders duidelijkheid over wat we willen bereiken met het onderwijs op onze school en hoe we daar dagelijks vorm aan geven. Daarnaast geven we in ons schoolplan aan hoe wij de kwaliteit van ons onderwijs bewaken en welke verbeteringen we willen aanbrengen in de nabije toekomst. Het spreekt vanzelf dat elk schooljaar een tussenevaluatie zal plaatsvinden. Deze evaluaties worden gepland in de maand mei. Aan de hand van de opbrengsten kan het beleid worden bijgesteld als daar belangrijke redenen voor bestaan. Hierdoor wordt ons schoolplan een levend en dynamisch document. Kwaliteitsbeleid, een permanente zorg Het onderwijs volgt maatschappelijke ontwikkelingen en dat is de hoofdreden van een permanent veranderingsproces in ons onderwijs. Dat vereist een kritische houding van de leerkrachten en de schoolleiding ten opzichte van de dagelijkse praktijk. Bij alles wat op school wordt gedaan zullen wij onszelf voortdurend de vraag moeten stellen: „Doen wij de goede dingen en doen wij die dingen goed?‟ Dit kwaliteitsdenken staat inmiddels centraal in onze samenleving en behoort ook een plaats in onze denkwereld in het onderwijs in te nemen. Het schoolplan beoogt een informatief en inspirerend document te zijn voor het team en dient ter verantwoording aan medezeggenschapsraad, ouders en inspectie. In de schoolgids werken we voor de ouders en belangstellenden relevante onderdelen verder uit en leggen we een relatie met de dagelijkse praktijk. In het kwaliteitshandboek wordt beschreven hoe de beloofde kwaliteit wordt geleverd en welke werkwijzen en instrumenten worden gehanteerd. De Prins Mauritsschool, behorend bij de stichting CPOB werkt momenteel aan de ontwikkeling van dit document. Naar verwachting zal dit in januari 2012 gereed zijn. Het schoolplan is tot stand gekomen door veelvuldig overleg in teamvergaderingen over de koers die we met ons onderwijs willen varen. In een schoolplanwerkgroep zijn de resultaten van de besprekingen in kaart gebracht en is aangegeven welke aspecten in het schoolplan dienen te worden opgenomen. Vervolgens zijn de teksten door de directie opgesteld en in de schoolplanwerkgroep besproken. Het team heeft de gelegenheid gehad wijzigingsvoorstellen te doen waarna het schoolplan aan de MR is voorgelegd. Dit schoolplan is gebaseerd op het vorige schoolplan, de nadien vastgelegde afspraken en documenten van de school, het strategisch beleidsplan van de Stichting CPOB en het zorgplan van het samenwerkingsverband Tiel.
3
1.2 Procedures rond het schoolplan Door het team zijn de volgende stappen gezet: 1.
Een terugblik op de afgelopen vier jaar: -
Is de missie van vier jaar geleden nog steeds voor ons van toepassing?
-
Is de visie nog steeds van toepassing?
-
Welke doelen hebben wij verwezenlijkt? Welke doelen zijn niet gerealiseerd? en Waar heeft dat aan gelegen?
Deze reflectie heeft o.a. geresulteerd in het hernieuwd vaststellen van onze missie en visie. Terug te vinden in hoofdstuk 3 „Onze missie en visie‟. 2.
Interne en externe analyses, zoals: -
Een overzicht van de beleidsvoornemens van de afgelopen vier jaar.
-
Een terugblik op deze voornemens.
-
Een analyse van de externe ontwikkelingen.
-
Een analyse van ken- en stuurgetallen.
-
Een sterktezwakte analyse van de vak- en vormingsgebieden.
In hoofdstuk 5 worden de resultaten van deze analyses beschreven. 3.
Het formuleren van de beleidsvoornemens voor de komende vier jaar: Na het vaststellen van de missie en visie van onze school en het uitvoeren van de analyses, zijn de beleidsvoornemens geformuleerd. Deze voornemens zijn getoetst aan de missie en visie. Vervolgens heeft het team prioriteiten gesteld en zijn de beleidsvoornemens in een meerjarenplanning opgenomen. Deze planning is terug te vinden in hoofdstuk 6 „Beleidsvoornemens‟.
Het schoolplan behandelt verder de hoofdstukken: -
Personeelsbeleid (hoofdstuk 7),
-
Overige beleidsterreinen, zoals: financieel beleid, materieel beleid, relationeel beleid (hoofdstuk 7) en
-
Kwaliteitszorg (hoofdstuk 2).
De concepten van dit schoolplan zijn steeds besproken met het team en voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. Tenslotte is de definitieve versie tot stand gekomen. Na vaststelling door bestuur en medezeggenschapsraad is het schoolplan toegezonden aan de inspectie en uitgereikt aan de medewerkers. Enkele exemplaren van het schoolplan staan in het kantoor van de directie en kunnen geraadpleegd worden door de ouders.
4
Hoofdstuk 2 Kwaliteitszorg en het schoolplan 2.1
visie op kwaliteitszorg
Het abstracte begrip kwaliteit is moeilijk te definiëren Het is een subjectief begrip, zodat opvattingen over kwaliteit sterk uiteen kunnen lopen. Kwaliteit krijgt meer betekenis als het gekoppeld wordt aan een concreet onderwerp, aan doelen en kwaliteitsindicatoren (criteria voor kwaliteit). Vervolgens moet kwaliteit blijken. Kortom, kwaliteit is de mate waarin wij als school onze –kwalitatief hoogstaande- doelen en kwaliteitsindicatoren realiseren. Het systematisch bewaken van de kwaliteit van ons onderwijs en het nemen van maatregelen om de kwaliteit te behouden en zonodig te verbeteren, noemen wij kwaliteitszorg. Kwaliteitszorg is een cyclisch proces, waarbij wij als school zelf, systematisch, de kwaliteit van een aantal vastgestelde onderwerpen bespreken, beschrijven, realiseren, beoordelen en evalueren, gericht op het vasthouden of verbeteren van onze kwaliteit. Kwaliteitszorg is daarom een doorlopende, professionele houding om ons eigen onderwijs te verbeteren en ons voortdurend de vraag te stellen: „Doen wij de goede dingen en doen wij die dingen goed?‟ Het praten over kwaliteit is voor ons geen bedreiging, maar een uitdaging om de dingen altijd beter te doen. Overigens gaat het niet altijd om „meer te doen‟, maar vooral om het „anders te doen‟. Kwaliteit vatten wij dan ook op als het zoeken naar en het werken aan verbeteringen in onze school. Het is een continu proces met als motto: „Het beste onderwijs moet nog komen‟
2.2 Documenten en instrumenten Kwaliteitszorgdocumenten Kwaliteitszorgdocumenten hebben twee functies: een schoolontwikkelingsfunctie en een verantwoordingsfunctie voor zowel interne als externe belanghebbenden. Met kwaliteitszorgdocumenten wordt de PLAN-DO-CHECK- en ACTcyclus van de school beschreven. We onderscheiden de volgende kwaliteitszorgdocumenten - Schoolplan. Dit is een document waarin de evaluatie van de afgelopen 4 jaar en de te ontwikkelen kwaliteit voor de komende 4 jaar beschreven wordt. De gewenste kwaliteit staat centraal. Het schoolplan heeft zowel een schoolontwikkelings-, als een interne en externe verantwoordingsfunctie. In de PDCA-cylus heeft het schoolplan primair een PLAN-functie op basis van zelfevaluatie en feedback van externen (o.a. inspectie) - Jaarplan In het jaarplan worden de beleidsvoornemens van het schoolplan per jaar uitgewerkt in concrete activiteiten. Het jaarplan heeft een schoolontwikkelingsfunctie. In de PDCA-cyclus heeft het document primair een PLAN-functie
5
-
-
-
Kwaliteitshandboek. (in ontwikkeling) In het kwaliteitshandboek staan de gehanteerde werkwijzen en procedures m.b.t. de uitvoeringspraktijk van bestaande kwaliteit op de verschillende beleidsterreinen: onderwijs en leerlingenzorg, personeel, huisvesting en andere materiële voorzieningen, financiën, in- en externe communicatie en samenwerking. Het bestaande beleid/de bestaande kwaliteit staat centraal. Het kwaliteitshandboek kan gebruikt worden voor verantwoording aan inspectie, certificeringinstanties en andere belanghebbenden. In de PDCA-cylus heeft een kwaliteitshandboek primair een DO-functie. . Jaarverslag. In een jaarverslag worden de resultaten m.b.t. de verschillende beleidsterreinen beschreven. Het jaarverslag heeft primair een interne verantwoordingsfunctie. Het wettelijk verplichte financiële jaarverslag heeft primair een externe verantwoordingsfunctie. In de PDCA-cyclus heeft het jaarverslag een CHECK- en een ACT-functie Schoolgids In een schoolgids worden de voor ouders relevante en wettelijk verplichte onderdelen uit schoolplan, kwaliteitshandboek, jaarplan en jaarverslag beschreven. De schoolgids heeft primair een verantwoordingsfunctie naar de ouders. In de PDCA-cyclus heeft de schoolgids zowel een PLAN-, DO-, als een CHECK-functie.
Kwaliteitszorginstrumenten In het schoolplan vervult zelfevaluatie een belangrijke functie, zowel met betrekking tot de instandhouding van gerealiseerde kwaliteit als te verbeteren kwaliteit. 1. Zelfevaluatie m.b.t. leerlingen: * leerlingpopulatie * marktaandeel * Cito-toetsresultaten * aantal verwijzingen naar scholen voor speciaal onderwijs * uitstroom van leerlingen naar voortgezet onderwijs * in- en uitstroom andere basisscholen 2. Zelfevaluatie m.b.t. het onderwijsleerproces * interne audits (kijkwijzer) * lesobservaties door directeur * klassenconsultaties door IB * collegiale consultaties 3. Zelfevaluatie m.b.t. personeel * professionalisering/competentieontwikkeling * In-, door- en uitstroom van personeel * personeelsgesprekken (POP-, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken) * ziekteverzuim * tevredenheidsonderzoek bij leerkrachten 4. Zelfevaluatie m.b.t. ouders * tevredenheidsonderzoek bij ouders * gesprekken met ouders
5. Zelfevaluatie m.b.t. samenwerkingspartners * consultaties Marant (SBD) * vergaderingen stuurgroep en clusters
6
2.3 Visie op kwaliteitszorg vanuit de school Uit de hiervoor beschreven definitie blijkt dat kwaliteitszorg zich altijd focust op zorgvuldig gekozen en gezamenlijk vastgestelde onderwerpen en dat kwaliteitszorg bestaat uit een aantal fasen, namelijk:
4. Kwaliteit borgen en Vastleggen (act)
3. Kwaliteit beoordelen en evalueren (check)
1. Kwaliteit bespreken en beschrijven „Wat willen we? En Wat kunnen we?’ (plan)
2. Kwaliteit realiseren ‘Uitvoeren’ (do)
Dit cyclisch proces noemen wij ons intern kwaliteitszorgsysteem. Al ons handelen zal via dit cyclisch proces opgezet en uitgevoerd worden. Bij het onderdeel „borging‟ wordt gebruik gemaakt van een „kwaliteitshandboek‟ (in ontwikkeling). In dit handboek wordt in concrete termen vastgelegd: de besproken en beschreven kwaliteit, de gerealiseerde kwaliteit, de procedures, de besluiten en de voortgangsafspraken. Belangrijk is dat het team zich verantwoordelijk voelt voor de resultaten en dat stappen die genomen worden om de kwaliteit te verbeteren door iedere betrokkene worden gedragen. Dit betekent ook dat er conclusies worden getrokken en maatregelen worden genomen op individueel/leerkracht niveau en schoolniveau. Wij vinden het van belang om hiervoor instrumenten te gebruiken die valide en betrouwbaar zijn. Instrumenten die wij gebruiken en procedures die gevolgd worden: Methodegebonden toetsen. Resultaten worden geëvalueerd op groepsniveau en leiden tot een groepsplan; Leerlingvolgsysteem van het CITO. Resultaten worden besproken binnen de leerlingbesprekingen met de kinderen en de ouders. Conclusies worden getrokken op leerling-, groeps- en schoolniveau en leiden tot maatregelen op deze drie niveaus; Functioneringsgesprekken. Worden elk schooljaar gevoerd door de directie waarbij afspraken worden gemaakt voor de komende periode en de afgelopen periode wordt geëvalueerd; Toetskalender en leerlingbesprekingen; Intervisie en leerlingbesprekingen Het na- en bijscholingsplan dat gebaseerd is op uitkomsten van functioneringsgesprekken, beleidsvoornemens van de school en beleidsvoornemens van ons bestuur; Het stellen van beleidsvoornemens en prioriteiten in beleidsvoornemens binnen het schoolplan. Waarborgen van coördinatie van de inspanningen, zorg dragen voor het verantwoordelijkheidsgevoel van elk betrokken leerkracht, en verantwoording naar bestuur en inspectie; Groepsbesprekingen, klassenconsultaties en nabespreking; Coaching, instrument voor het bevorderen van de kwaliteit van individuele leerkrachten, zowel voor nieuwe leerkrachten als voor meer ervaren leerkrachten. Dit wordt gedaan door de directie, intern begeleider of de bouwcoördinator.
7
2.4
Kwaliteitszorg ten behoeve van ons zorgsysteem
Visie Het team ondersteunt de gedachte dat kinderen verschillende behoeften en mogelijkheden hebben en vanuit die gedachte proberen leerkrachten zoveel mogelijk het onderwijsleerproces af te stemmen, zodat er een goede leerlijn ontstaat voor elk kind. Door goede samenwerking van leerkracht en zorg signaleren leerkrachten zo vroeg mogelijk problemen in het onderwijsleerproces en proberen stagnatie en uitval van leerlingen te voorkomen door planmatig te handelen. Het leerlingvolgsysteem ondersteunt bij het vroegtijdig signaleren van problemen in de leerlijn. Leerlingen horen zoveel mogelijk in hun eigen woonomgeving naar een basisschool te gaan. Dit geldt in principe ook voor leerlingen die bijzondere onderwijsbehoeften hebben. Uitgangspunt: Breng de zorg naar het kind i.p.v. het kind naar de zorg. De wet op het basisonderwijs is richtinggevend voor de zorgverbreding. Continuïteit in zorg en maatwerk door onderwijsgevenden zijn centrale uitgangspunten. Zorgverbreding betekent in de eerste plaats een opdracht voor onderwijsgevenden, zowel individueel als voor het team van de school. Voor invulling van het Passend Onderwijs, werken wij vanaf augustus 2011 met het systeem 1-Zorgroute.
Basisonderwijs en speciaal onderwijs dienen in hun uitwerking van zorg voor leerlingen complementaire voorzieningen te zijn. Er moet voor onderwijs op maat een continuüm aan hulpverleningsmogelijkheden zijn. Wij onderschrijven en werken mee aan het WSNS zorgplan van het samenwerkingsverband Tiel. Ons zorgsysteem dient te voldoen aan de kwaliteitsindicatoren die door de inspectie gehanteerd worden. DE SCHOOLLEIDING EN -ORGANISATIE Bij onderwijs op maat speelt de leiding van de school een cruciale rol: deze is gericht op onderwijsinhoudelijk management en teamvorming, waarbij over de coördinatie van leerlingzorg vastgelegde afspraken zijn gemaakt. De organisatie van de school, waarbinnen “onderwijs op maat” wordt gerealiseerd, is herkenbaar in structureel overleg over en evaluatie van leerling prestaties op school- en groepsniveau en is herkenbaar in het gebruik van leerling volgprocedures. Onze basisschool beschikt in de formatie minimaal over 1 à 2 voor leerlingenzorg gekwalificeerde medewerkers. Hun gerichtheid ligt op het gebied van de organisatie en de schoolontwikkeling van de leerlingzorg als op inhoudelijk gebied t.b.v. “collegiale consultatie” en/of coaching. De IB-er ondersteunt de groepsleerkrachten op het gebied van de leerling-zorg. DE GROEPSLEERKRACHTEN Onderwijs op maat is vooral afhankelijk van : *De handelingsbekwaamheid, de vaardigheden en de attitude van de leerkracht. *Het beschikbaar hebben van adequate (hulp) programma‟s en (hulp) middelen en de daaraan gekoppelde professionaliteit van de leerkracht. De handelingsbekwaamheid van de leerkracht komt vooral tot uitdrukking in *het vroegtijdig kunnen signaleren, (diagnosticeren) en remediëren van leerproblemen *het herkennen van specifieke pedagogische en didactische behoeften *het kunnen werken met een registratiesysteem *het kunnen evalueren van onderwijseffecten in relatie tot geformuleerde eind- en tussendoelen De vaardigheid tot: *het kunnen geven van de juiste instructie *het planmatig kunnen handelen *een goed klassenmanagement *het stimuleren van een positief zelfbeeld bij leerlingen. De positieve attitude om “er zoveel mogelijk uit te willen halen wat er in zit” verwachten wij van alle medewerkers binnen onze stichting.
8
NIVEAUS VAN ZORG We onderscheiden de volgende niveaus van zorg; Zorgactie Signalering via Leerlingvolgsysteem, observaties en gesprekken met ouders en kind
Speciale (psycho) diagnostisering
Opstellen ontwikkelingsprofiel
Aanmelding PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) Aanmelding CVI (Commissie van Indicatiestelling) Opstellen jaarhandelingsplan en deelhandelingsplannen.
Niveau Niveau 1 (preventieve zorg)
Organisatie Jaarlaag- bouw- intervisie- en teamvergadering
De dagelijkse zorg d.m.v. goed voorbereid en gedifferentieerd onderwijs door de groepsleerkracht
Klassenmap met rooster, planning en vastgelegde afspraken m.b.t. het aan te bieden onderwijs.
Cyclus HGW Benoemen van de onderwijsbehoeften Clusteren van instructieniveaus. Groepsoverzicht evalueren en aanpassen Opstellen en uitvoeren van een nieuw groepsplan. Niveau 2 Extra zorg in de groep door de groepsleerkracht (adaptief onderwijs) gericht volgen aangepaste instructie (niveaugroepen) aansluiten bij specifieke onderwijsbehoeften extra- / andere materialen
Monitoring directie en auditteam.
Niveau 3 Speciale zorg in de groep na intern onderzoek (PDO). Invullen van “Volledig Kindbeeld” of leerlingbesprekingsformat Opstellen van een individueel handelingsplan
Leerlingbespreking d.m.v. intervisie in bouwoverleg. (incidentmethode) Leerlingbespreking met IB.
Niveau 4 Speciale zorg in de groep na intern en/of extern onderzoek evt. met ondersteuning van IB-er Opstellen van individueel handelingsplan gericht op onderwijsbehoeften Volgen van een protocol (dyslexie) Werken met eigen leerlijn binnen de school. Evt. i.s.m. externe hulpverleners. Minimum doelen worden bepaald en vastgelegd in een ontwikkelingsprofiel. Niveau 5 Bovenschoolse zorg WSNS samenwerkingsverband: verwijzing SO / SBO andere basisschool
Gesprek met groepsleerkracht/IB/ ouders/externe hulpverlener.
REC 1, 2, 3 of 4: Clusterschool of LGF binnen eigen schoolorganisatie
Begeleidingstraject i.s.m. Ambulante Begeleiding door REC
Ouders worden op de hoogte gebracht via de 10 min. gesprekken en het rapport
Groepsbespreking 2 x per jaar n.a.v. het groepsoverzicht en het nieuw te maken groepsplan Zorgmap/1-zorgroutemap/AVI-DMT map Ouders worden schriftelijk en / of mondeling op de hoogte gebracht
Bij een IHP worden ouders schriftelijk op de hoogte gebracht en ondertekenen voor gezien.
Ouders moeten schriftelijk toestemming geven d.m.v. getekend formulier voor extern onderzoek In overleg met ouders/leerkracht en IB, plan opstellen en evt. bijstellen. Schriftelijke akkoordverklaring door ouders van het plan is nodig. Gesprek met groepsleerkracht / IB-er / ouders Ouders dienen aanvraag in. IB-er draagt samen met leerkracht zorg voor invullen en opsturen onderwijskundig rapport en lichten OKR en dossier toe bij de PCL
9
Hoofdstuk 3 Onze missie en visie
3.1 Schoolbeschrijving De Prins Mauritsschool is een protestants christelijke basisschool, vallend onder het bestuur van Stichting Christelijk Primair Onderwijs Betuwe (CPOB). De stichting telt in totaal 11 basisscholen in Tiel, Maurik, Ravenswaaij, Zaltbommel en Culemborg. De Prins Mauritsschool heeft twee locaties. De hoofdlocatie bevindt zich in de groeiwijk Passewaaij en in 2003 werd de bouw van het huidige schoolgebouw voltooid en de Brede School Prins Mauritsschool (tot 2010 locatie West) staat in de wijk Tiel-West. In het hoofdgebouw is ook de peuterspeelzaal “Wiplala” en de voor- tussen en naschoolse opvang “Ratjetoe” en ”High Five” van de stichting Kinderopvang Rivierenland gevestigd. Tegenover dit gebouw, in een lokaal van de schoolwoningen, zit de Plusklas. In het gebouw in Tiel-West bevinden zich een VVE-peuterspeelzaal en de tussen- en naschoolse opvang. Bovendien verzorgt de bibliotheek een extra aanbod aan leesondersteuning en leesbevordering voor de leerlingen. Daarnaast voert welzijnswerk Mozaïek projecten uit die aansluiten bij het thema taal en ouderparticipatie. De Plantage, centrum voor de kunsten, biedt kinderen in samenwerking met de andere partners een kunstzinnig talig aanbod aan. In het gebouw is ook de Taalplusklas gevestigd. De school heeft ruim 450 leerlingen verdeeld over de twee locaties. Op de hoofdlocatie Passewaaij zitten ongeveer 350 leerlingen. Op de locatie Tiel west heeft bijna de helft van het aantal leerlingen een gewicht. (54 leerlingen van de ongeveer 130 leerlingen) Op beide locaties zijn de leerjaren 1 t/m 8 gevestigd. De hoofdvestiging heeft 15 groepen. Op de Brede School zijn 7 groepen gevestigd. Vanaf december 2010 worden in Passewaaij de volgende bouwfasen gerealiseerd. De verwachting is dat het aantal leerlingen van de locatie Passewaaij zal gaan groeien. Voor wat betreft de Brede School is de verwachting dat het aantal leerlingen de komende jaren licht zal groeien.
10
3.2 De missie van de school De Prins Mauritsschool is een Protestants Christelijke basisschool. Dit betekent in de praktijk dat de leerkrachten en de schoolleiding werken vanuit een patroon van waarden en normen die gestoeld zijn op de Christelijke identiteit. Het schoolteam neemt de bijbel en de Christelijke traditie als inspiratiebron en leidraad en laat zich leiden door het geloof in God en Jezus. Juist dankzij de profilering van de eigen Christelijke identiteit, is er ook ruimte en aandacht voor de eigen culturele en godsdienstige achtergrond van kinderen die opgegroeid zijn met andere tradities en godsdiensten. Geborgenheid, vertrouwen en respect zijn belangrijke sleutelwoorden voor het gewenste leef- en werkklimaat binnen de school. Onze missie willen wij als volgt verwoorden:
Samen zorgen we, vanuit onze Christelijke identiteit, voor een zorgzame gemeenschap. Dat houdt in: oog voor elkaar, dichtbij en ver weg, respect voor elkaar ongeacht ras, godsdienst en cultuur. Ons onderwijsaanbod is gericht op het behalen van kerndoelen en referentieniveaus. Wij richten ons onderwijs zo in, dat er zoveel mogelijk tegemoet wordt gekomen aan verschillen tussen kinderen. Daarbij zien wij de verschillen tussen kinderen als een verrijking van de individuele ontwikkeling. De school biedt kinderen, ouders, teamleden en externen een omgeving, waarin zij zich veilig en gerespecteerd kunnen voelen. We willen onze kinderen opvoeden tot positieve en zelfstandige mensen, die zich bewust zijn van hun krachten en talenten en kunnen samenwerken met anderen.
De Prins Mauritsschool in Tiel heeft de unieke mogelijkheid om op twee locaties passend onderwijs te bieden, passend bij de uiteenlopende doelgroepen van de school. Daar waar overeenkomsten zijn maken we gebruik van elkaars expertise. Waar we verschillen, zoeken we bewust naar aanpassingen, die recht doen aan de kinderen op die locatie. Dit uitgangspunt geeft beide locaties de ruimte die nodig is om kwalitatief goed onderwijs te bieden. Wij zien ons werk als het voortdurend bouwen aan een huis. Er is werk aan de buitenkant, de binnenkant en aan de bewoners van de woning; de kinderen en het personee l.
11
3.3 Onze visie Visie op kinderen. We richten ons op ieder kind in de school. Daarbij willen we uitgaan van de krachten en talenten. Wij willen deze kenmerken bewust gebruiken in de samenwerking met anderen. Wij stimuleren het individu om te spelen, te werken, te groeien en te ervaren in groepen.
Daarom willen wij: zoveel mogelijk blijven werken in jaargroepen en daarbinnen de subgroepen maximaal bedienen de mogelijkheden van een kind benutten, in plaats van vooral de onmogelijkheden en knelpunten te benoemen. de zelfstandigheid en talenten van kinderen inzetten en vergroten
Visie op school. Wij ervaren onze school als een klein stukje van de samenleving. Alles wat op school speelt komt in de samenleving terug en andersom; de samenleving heeft invloed op ons handelen en zijn op school. De individuele ontplooiing, het vormen van een eigen ik, moet ruimte krijgen.
Daarom willen wij: een veilig klimaat creëren, waarin een kind kan werken en spelen met de kinderen ontdekken hoe je op school en daarbuiten met elkaar kan leren en leven op zoek naar cultuur en creativiteit
Visie op onderwijs. Wij werken vanuit de christelijke identiteit en willen kinderen vanuit deze achtergrond normen en waarden meegeven. Wij zien de cognitieve, sociaal emotionele ontwikkeling van het kind als de kerntaak van ons werk. Ons denken en handelen moet in grote mate hierop gericht zijn. Daarbij beseffen wij zeer zeker, dat ieder kind een eigen ontwikkeling doormaakt. Het team is zich bewust dat ze de nieuwe onderwijsontwikkelingen middels scholing moet blijven volgen.
Daarom willen wij: Elke schooldag aandacht schenken aan Christelijke normen en waarden en werken wij met de methode “Trefwoord” een uitdagende leeromgeving vormen waarin het kind op zoek kan naar eigen mogelijkheden blijven groeien naar beter onderwijs, dat wij kunnen geven en de kinderen mogen ontvangen bewuste keuzes maken tussen doen en niet doen om zo de doorgaande lijn in het onderwijs en de doorgaande ontwikkeling van de school te bewaken en borgen. werken aan een transparant en kwaliteitgericht onderwijsbeleid
Visie op ouders. De betrokkenheid van ouders bij de school en bij de ontwikkeling van hun kind(eren) vinden wij belangrijk. De school bemoeit zich met de opvoeding van uw kind. School en ouders zijn hierin partners, ieder met een eigen taak en verantwoordelijkheid. In een veilige school begint onderwijs door opvoeding. We hechten grote waarde aan een open heldere communicatie, goed contact en samenwerking met de ouders
Daarom willen wij: partner zijn van de ouders/verzorgers in de opvoeding van het kind. als school een gemeenschap zijn en willen wij samen werken aan een veilige school goed samenwerken met MR en OR regelmatig met ouders communiceren over de vorderingen van hun kind en over schoolse zaken d.m.v. een nieuwsbrief en ouderavonden.
12
Hoofdstuk 4 evaluatie van het vorige schoolplan In dit hoofdstuk beschrijven wij: een overzicht van de beleidsvoornemens van de afgelopen vier jaar; een terugblik op deze voornemens;
4 .1
De beleidsvoornemens van de afgelopen vier jaar
In het schoolplan van de periode 2007-2011 zijn in de volgende beleidsvoornemens in een meerjarenbeleid vastgesteld.
Onderwerp
2007 – 2008
2008 – 2009
2009 - 2010
2010 - 2011
INTEGRAAL PERSONEELSBELEID Intervisietraject
DO / CHECK
CHECK
ACT / ADAPT
CULTUURREDUCATIE Kunstmenu
DO
CHECK
ACT / ADAPT
Project Reizen in de tijd
DO
CHECK
ACT / ADAPT
Beleidsplan
PLAN
DO
CHECK
CONTACTEN MET OUDERS Tevredenheidsonderzoeken
PLAN
DO
CHECK
ACT / ADAPT uitgevoerd
ZORGBELEID Zorgbeleid
DO / CHECK
CHECK
ACT / ADAPT
Beleid meerbegaafdheid
PLAN
DO
Sociaal-emotionele ontwikkeling Herfstbeleid
PLAN
DO
CHECK
ACT / ADAPT
In ontwikkeling, gaat mee naar nieuwe schoolplanperiode. Groep 4-8 afspraken gemaakt, geëvalueerd en geborgd. Invoer schooljaar 20112012 Ingevoerd
DO
CHECK
DO
METHODE / LEERLIJNEN Afstemming doorgaande CHECK lijnen
Niet geëvalueerd en geborgd. Gaat mee naar nieuwe schoolplanperiode Ingevoerd in West, Brede Schoolactiviteit Ingevoerd en geëvalueerd. Visie ontwikkeling is nog niet aan de orde geweest. Gaat mee naar nieuwe schoolplanperiode.
Afspraken overgang 2-3 gemaakt, nog niet geëvalueerd en geborgd.
13
Meerjarenplanning vervanging methoden
ICT Beleid formuleren
Vergroten digitale mogelijkheden ter ondersteuning van de leerprocessen in de groepen w.o. smartboard
PLAN / DO
CHECK
ACT / ADAPT
PLAN / DO
CHECK
ICT gebruik in de klas t.b.v. dyslecten, dyscalculie, dysgrafie, en gezamenlijk gebruik van computer ruimte en software is in ontwikkeling en gaat mee naar nieuwe schoolplanperiode.
PLAN / DO
CHECK
Groepen 2 t/m 8 hebben smartboard. Leerkrachten volgen of hebben de drie cursussen gevolgd.
Onderwerp
2007 – 2008
2008 – 2009
2009 - 2010
2010 – 2011
TAAL&LEZEN Methode Estafette voortgezet technisch lezen
DO
CHECK
ACT / ADAPT
PLAN / DO
DO
CHECK
PLAN
DO
Ingevoerd in alle groepen en geëvalueerd en geborgd. Ingevoerd en geëvalueerd, nog niet geborgd. Ingevoerd in Brede School west als: kunst van lezen (bibliotheek) Ingevoerd, geëvalueerd en geborgd Ingevoerd, geëvalueerd en geborgd Ingevoerd, geëvalueerd en geborgd Ingevoerd, nog niet geëvalueerd.
Methode VLL Aanvankelijk lezen Samen beter lezen: boekpromotie en tutoring VVE training Piramide
PLAN / DO
DO
CHECK
Dyslexie protocol Gr. 3 – 4 Dyslexie protocol Gr. 5 – 8 Methode Engels Bubbles (Passewaaij) en Hello World (West) METHODEN / LEERLIJNEN Methode aardrijkskunde
DO
CHECK
ACT / ADAPT
DO
CHECK
ACT / ADAPT
DO
CHECK
ACT / ADAPT
PLAN
DO
CHECK
Techniek project VTB Afstemming doorgaande leerlijnen Rapportage aan kind en ouders
PLAN / DO
PLAN
DO
CHECK
ACT / ADAPT
PLAN / DO
DO / CHECK
Methode „Meander‟ (Passewaaij) Methode „De Blauwe Planeet‟ (locatie West)
ingevoerd, nog niet geëvalueerd. Afspraken gemaakt, nog niet ingevoerd en geëvalueerd. Afspraken gemaakt, niet geëvalueerd en geborgd. Ontwerp groep 3 t/m 8 gemaakt, invoer schooljaar 2011-2012
14
ZELFSTANDIG & SAMENWERKEND LEREN Doorgaande lijn zelfstandig werken
PLAN
PLAN:
oriënteren en keuzes maken t.a.v. gewenste kwaliteit.
DO:
invoeren, implementeren van de gewenste kwaliteit.
CHECK:
evalueren en meten van de gewenste kwaliteit.
DO
Fase 1 afgesloten met audit.
ACT/ADAPT : analyseren, borgen en bewaken van gerealiseerde kwaliteit.
4.2
Een terugblik
Gerealiseerde doelen waar we TROTS op zijn:
Taalbeleidsplan op West voor lezen, taal en spelling ingevoerd. De resultaten van de leerlingen zijn verbeterd. Locatie West is een Brede School geworden en biedt de leerlingen een breed aanbod aan activiteiten en educatieve programma‟s. We zijn trots op ons leesonderwijs. De nieuwe leesmethode Estafette is voor groep 4 t/m 8 ingevoerd op beide locaties. De resultaten van DMT en AVI zijn verbeterd. In de kleutergroepen op Passewaaij is de methode „Kleuterplein‟ ingevoerd. De leerkrachten werken met plezier met deze methode en het aanbod past bij de doelgroep. De kleutergroepen hebben een heterogene samenstelling waardoor de ontwikkeling van de kinderen wordt gestimuleerd. Op locatie West werken de leerkrachten met de methode Piramide. Deze methode past bij de doelgroep. De kleutergroepen hebben een homogene samenstelling, zodat er intensief gewerkt kan worden aan het verminderen van taalachterstanden. Op beide locaties is het aanbod verschillend omdat er rekening wordt gehouden met de doelgroep.
Zelfstandig werken fase 1 is op beide locaties ingevoerd en geborgd door een audit.
De oudergeleding van de MR en de OR is betrokken bij de school en ondersteunt de school door het organiseren van activiteiten en het meedenken. De smart boarden zijn in groep 3 t/m 8 ingevoerd en bijna alle leerkrachten hebben de drie bijbehorende cursussen gevolgd. De leerkrachten ontwikkelen zich op een professionele manier en hebben veerkracht getoond in lastige periodes.
Vernieuwd plein.
Beleidsvoornemens waarvan het JAMMER is dat ze niet zijn bereikt:
De intervisiegroepen zijn het laatste schooljaar niet meer bij elkaar geweest.
Door ziekte van leerkrachten en wisseling in directie heeft de school een minder goede PR in de wijk.
Het kwaliteitshandboek is nog niet gereed, waardoor het borgen niet gestructureerd gebeurt.
15
Hoofdstuk 5 externe en interne ontwikkelingen en de consequenties voor onze beleidsvoornemens 5.1
externe en interne ontwikkelingen
De school is van mening dat de volgende externe ontwikkelingen en trends in de toekomst in meer of mindere mate van invloed zijn op het beleid van de school. De SWOT analyse is beschreven voor wat geldt voor de school in het algemeen en voor de locaties afzonderlijk. Er worden aanbevelingen gedaan voor mogelijke beleidsvoornemens. De onderwerpen zijn:
Op de wijk gericht Onderwijs en leerlingenzorg Personeel Ouders Communicatie en samenwerking met externen.
5.1.1 Interne sterkte/zwakte analyse Op de wijk gericht Algemeen De komende jaren zal de Prins Mauritsschool in toenemende mate tegemoet willen komen aan samenwerking met partners van o.a. ander schoolbesturen, welzijnsinstellingen en kinderopvangorganisaties om enerzijds passend onderwijs (passende zorg voor elk kind) en anderzijds de inhoudelijke en praktische afstemming van activiteiten die in samenwerking met partners voor, tussen- en na-schooltijd plaatsvinden, vorm te kunnen geven. Concreet passen op schoolniveau de volgende zaken daarbij: Afstemming van de lestijden op de behoefte van ouders en partners. Actieve participatie in trajecten die gericht zijn op activiteiten die in de wijk plaatsvinden en bijdragen aan de ontwikkeling en vrijetijdsbesteding van leerlingen. Het samen met andere scholen/schoolbesturen binnen CPOB en binnen de wijk bevorderen van maatregelen om te komen tot evenredige of specifieke spreiding van zorg (passend onderwijs)
Passewaaij Er staan nog drie bouwfasen gepland, waardoor een groei van het aantal leerlingen te verwachten is. De groei van de school stagneert op dit moment als gevolg van wisselingen in de school van directie en leerkrachten en door ziekte van leerkrachten. Het formeren van een extra kleuterinstroomgroep wordt moeilijk. Er is geen tot weinig formatie beschikbaar om dat te realiseren. 16
De midden- en bovenbouwgroepen zijn gemiddeld klein en om ervoor te kunnen zorgen dat de extra kleutergroep wordt gerealiseerd zouden er combinatiegroepen gevormd moeten worden. In verband met de positionering van de school in de wijk is voor schooljaar 2011 – 2012 nog gekozen voor enkele groepen. De jaren daarna is het vormen van combinatiegroepen in midden- en bovenbouw niet uit te sluiten. De buurtscholen hebben gemiddeld kleinere kleutergroepen, wat aantrekkelijk kan zijn voor ouders die minder bewust een christelijke basisschool kiezen.
West Het leerlingaantal op West groeit gestaag en schooljaar 2011-2012 kan de school met 7 groepen gaan starten. De locatie West is een Brede School geworden met aantrekkelijke activiteiten en is gehuisvest in een gerenoveerd gebouw. De kleutergroepen zijn homogeen en relatief klein. Dit verbetert de leerprestaties van de leerlingen. Op locatie West heeft ongeveer 50% van de kinderen een wegingsfactor hoger dan 0.00. Er is een spaarzame toeloop van aanmeldingen van kinderen uit autochtone gezinnen.
Bedreigingen door interne / externe ontwikkelingen ALGEMEEN Daling leerlingaantallen op termijn De school is te weinig zichtbaar in de wijk
Kansen door interne / externe ontwikkelingen
Mogelijke beleidsvoornemen.
Afspraken maken met besturen over spreiding van zorg
Locaties en school duidelijker profileren door PR en participatie aan activiteiten en door contacten te leggen met andere instanties in de wijk.
Nieuwe directie
Ziekteverzuim aanpakken Aantal stageplekken verruimen Combinatiegroepen in midden- en bovenbouw
PASSEWAAIJ Volle kleutergroepen Extra kleuterinstroomgroep WEST
Weinig aanmeldingen autochtone kinderen
Lichte groei Homogene en kleine kleutergroepen Brede School met activiteiten
naschoolse
Acceptatie van locatie West als locatie met veel allochtone leerlingen. Autochtone ouders voorlichten
Onderwijs en leerlingenzorg Algemeen Het primair onderwijs mag zich “verheugen” in de warme belangstelling van de overheid. Duidelijk is de boodschap dat schoolbesturen en schooldirecties het vooral zelf moeten uitzoeken maar tegelijkertijd wel een aantal opdrachten meekrijgen. Invoering van 1-zorgroute en de beschrijving van het zorgprofiel zijn forse onderwijskundige veranderingen die de komende jaren uitgewerkt en geïmplementeerd dienen te worden en deze invoering heeft aandacht nodig in het meerjarenplan. Schooljaar 2011-2012 gaan beide locaties starten met de 1 zorgroute. De 1-zorgroute kan gezien worden als een invulling van passend onderwijs. Het houdt in dat er binnen de locaties een uniform en transparant zorgtraject wordt opgebouwd. De 1-zorgroute beschrijft in onderlinge afstemming de stappen en beslismomenten die cyclisch in de zorg aan leerlingen op groepsniveau, op schoolniveau en op het niveau van de bovenschoolse zorg in het samenwerkingsverband gezet worden. 17
Wij zetten uren in voor interne begeleiding. Op beide locaties werkt een goed opgeleide IB er. Deze IB ers geven leiding aan de groeps- en leerlingbesprekingen. Zij hebben uitbreiding van uren gekregen om de leerkrachten te kunnen coachen bij de 1 zorgroute. Ook de invoering van de referentieniveaus zullen de komende jaren aandacht behoeven. Verantwoording over beschikbare VVE-middelen en afstemming met voorschoolse voorzieningen in verband met de wet Ontwikkelings Kansen door Educatie (wet OKE) verdient voor locatie West de komende jaren aandacht. Locatie West is een Brede School geworden en trekt steeds meer kinderen met verschillende etnische achtergronden. Het voormalige doel om integratie te bevorderen en segregatie tegen te gaan staat door de weinige middelen en mogelijkheden om tot een meer gemengde locatie uit te groeien onder druk. Het leerlingaantal op West stijgt en ouders en leerlingen ervaren de school als prettig. De opbrengsten zijn voldoende en de inspectie heeft bij het bezoek in mei 2011 de school een voldoende gegeven. Parallel aan de invoering van de 1-zorgroute zal wellicht ook de verdere uitbouw van het opbrengstgericht werken aandacht verdienen evenals het werken met het “model directe instructie”. Elke leerling is uniek en leert op zijn/haar eigen wijze. Wat kunnen wij bijdragen aan de (rijke) schoolomgeving waarin deze leerling dagelijks aanwezig is en hoe kunnen we daarin ook de leerlingen betrekken en mee verantwoordelijk maken voor het eigen leerproces De locatie Passewaaij en de locatie West zijn twee verschillende scholen met een eigen cultuur en een eigen pedagogische aanpak. Dat betekent dat iedere locatie zoekt naar een eigen aanpak en eigen methodes. Waar het kan werken de scholen samen, waar het nodig is, maken locaties een eigen keus voor een eigen didactische of pedagogische aanpak. Het inspectierapport van 13 juni 2006 geeft de volgende aandachtspunten ter verbetering van het onderwijs naar de standaarden van de inspectie. Er is geen methode voor voortgezet lezen. Inmiddels is Estafette ingevoerd in groep 4 t/m 8. De leerlingen hebben te weinig verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau. (8.3) De leraren stemmen instructie en verwerking te weinig af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen (7.2) Er is geen doorgaande lijn sociaal-emotionele ontwikkeling (8.) Vanaf schooljaar 2011-2012 wordt SCOL ingevoerd en bij de kleutergroepen wordt overwogen om KIJK in te voeren. De school evalueert niet jaarlijks systematisch de opbrengsten (1.2) De school evalueert niet regelmatig het leren en onderwijzen (1.3) De school waarborgt niet de sociale veiligheid van de leerlingen en leerkrachten (1.7) De school gaat te weinig de effecten van de zorg na (11.4) Er is geen beleid m.b.t. doorstroming kleuters (herfstkinderen) Het inspectierapport geeft aan dat de resultaten van de leerlingen op voldoende niveau zijn. De andere genoemde punten worden meegenomen in de 1 zorgroute.
Passewaaij Een duidelijke structuur in de organisatie moet voor rust in de school zorgen en werkdruk doen verminderen. Voor meer- en hoogbegaafde leerlingen is aandacht en deze kinderen worden gesignaleerd en krijgen een programma op maat (compacten, verdiepen en verrijken) Hoogbegaafde leerlingen kunnen na een selectie procedure geplaatst worden in de Plusklas, een klas die 1 dagdeel in de week een verrijking geeft. Methoden worden vervangen en zijn actueel. Schooljaar 2011-2012 wordt een nieuwe rekenmethode ingevoerd. Het rapport voor de groepen 3 t/m 8 is vernieuwd. Bijna alle leerkrachten zijn geschoold voor het smartboard en in de groepen 2 t/m 8 zijn smartboarden in gebruik.
18
West Op locatie West zijn de resultaten van de kinderen op het leerlingvolgsysteem en de eindtoets voldoende voor ons geldende landelijke score. De inspectie heeft locatie West in mei 2011 voldoende beoordeeld op de tussen- en eindopbrengsten. De methoden moeten aangepast zijn aan de leerbehoeften van de leerlingen en de organisatorische mogelijkheden van de leerkrachten. Er wordt veel aandacht geschonken aan de cognitieve vakken. Samen met Marant werken leerkrachten aan een taalbeleidsplan voor lezen, taal en spelling. De onderdelen begrijpend lezen en woordenschat worden de komende jaren uitgewerkt. De meeste leerlingen gaan vanuit groep 8 naar VO KBL/BBL en vervolgt dan met MBO niveau 2 en 3. Daarom is er aandacht nodig voor een vak als techniek dat ook andere kwaliteiten van kinderen aanspreekt. Schooljaar 2011-2012 wordt er een techniekhuisje op het schoolplein geplaatst.
Bedreigingen door interne / externe ontwikkelingen ALGEMEEN
Bedreigingen door interne / externe ontwikkelingen PASSEWAAIJ Het niet goed evalueren en borgen van beleid
WEST Segregatie en taalachterstand
Eenzijdige fixatie op cognitieve vakken.
Kansen door interne / externe ontwikkelingen
Mogelijk beleidsvoornemen.
Locaties eigen cultuur en pedagogisch klimaat Invoer 1 zorgroute en referentieniveaus
Locaties kiezen eigen didactische lijn Aandacht voor opbrengstgericht werken Handelingsgericht werken Werken met groepsplannen en groepsanalyse Evalueren van leren Rijke leeromgeving Herfstbeleid kleuters Mogelijk beleidsvoornemen.
Kansen door interne / externe ontwikkelingen Actuele methodes
Profileren op zelfstandigheid en talenten van ieder kind. Beleid hoog- en meerbegaafden. Kindkenmerken in de groepsplannen. Invoer KIJK in kleuterbouw
Leerkrachten ontwikkelen specifieke vaardigheden Wet OKE en VVE
Ontwikkelen van burgerschapsvorming. Specifieke inzet middelen voor wegwerken van taalachterstanden Uitvoeren en borgen van taalbeleid
Schakelklasbeleid gemeente en scholen. Aandacht voor techniek in kader van VTB project Culturele vorming in Brede Schoolactiviteiten.
Invoeren en borgen van het vak techniek Brede school activiteitenplan borgen.
Personeel Algemeen Het ziekteverzuim op de Prins Mauritsschool en met name op locatie Passewaaij is hoog (13%).De wisseling van directie, leerkrachten en ziekte van leerkrachten zorgen voor een onduidelijke structuur in de school. De werkdruk wordt door leerkrachten als hoog ervaren. De organisatie, communicatie intern en extern, coaching van leerkrachten en taakbeleid zijn de komende jaren aandachtspunten. Voor het taakbeleid is op CPOB niveau een instrument gekozen en deze wordt schooljaar 2011-2012 ingevoerd op beide locaties.
19
Duidelijk en eenduidig taakbeleid op schoolniveau. Opnieuw beschrijven/ laten herleven van visie en missie van de school en bepalen van bijbehorende competenties van de medewerkers (wat hebben we nodig om “onze droom” waar te maken). Het geaccordeerde basiscompetentiemenu kan hiervoor als uitgangspunt dienen. Eenduidige gesprekscyclus waarbij functionerings en beoordelingsgesprekken bijdragen tot verdere professionalisering van de medewerkers en waarbij we ook de “goede dingen” weer in beeld krijgen. Door ziekte/wisseling van directie zijn de gesprekken schooljaar 2010-2011 niet gehouden. De wet op de beroepen in het onderwijs (BIO) vraagt van leerkrachten dat zij zich aantoonbaar professionaliseren. De school heeft beleid ontwikkeld bij de invoering van het integraal personeelsbeleid. Helaas is het beleid niet voldoende geborgd en zijn intervisie groepen verdwenen. Deze groepen worden vanaf schooljaar 2011-2012 opnieuw gestart.
Passewaaij Door ziekte, zwangerschap en verhuizingen zijn er de afgelopen jaren veel wisselingen in personeel geweest. De jonge/nieuwe leerkrachten hebben coaching en begeleiding nodig en zijn nog onvoldoende bekend met de schoolcultuur. De interne communicatie is onvoldoende en ook de communicatie naar ouders. Vanaf schooljaar 2011-2012 wordt het team geschoold door de CED groep in professioneel communiceren met elkaar, professioneel communiceren met ouders en professioneel communiceren met leerlingen. Ouders maken zich door de vele wisselingen in personeel zorgen over de ontwikkeling van hun kind(eren). De directeur start schooljaar 2011-2012 West Leerkrachten in de onderbouw werken met Piramide en dienen hiervoor gecertificeerd te zijn. Nieuwe leerkrachten worden getraind en opgeleid door de intern begeleider. In het team zijn tot nu toe weinig wisselingen geweest, maar door zwangerschappen zal het komende schooljaar een aantal nieuwe leerkrachten instromen. Deze nieuwe leerkrachten hebben begeleiding en coaching nodig. Bedreigingen door interne / externe ontwikkelingen ALGEMEEN Werkdruk personeel Ziekteverzuim personeel
Kansen door interne / externe ontwikkelingen
Mogelijk beleidsvoornemen.
Teamscholing CED communicatie Taakbeleid invoeren Gesprekscyclus
Taakbeleid verbeteren Organisatie verbeteren Communicatie intern en extern verbeteren Gesprekscyclus starten Intervisie groepen starten Beleid borgen
Professionele ontwikkeling
PASSEWAAIJ Wisseling personeel Negatieve PR WEST Borging specifieke kennis- en vaardigheden
Duidelijke organisatie Nieuwe directie
Verzuimgesprekken voeren
Groei leerlingaantal
Scholing breed aanbieden en inzetten.
Coaching jonge leerkrachten
20
Best bijzonder: Wat maakt CPOB, wat maakt onze scholen nu zo bijzonder. Welke plaats heeft daarin ons levensbeschouwelijke karakter. Moeten we steeds weer nieuwe dingen bedenken of is invulling geven aan een aantal uitgangspunten die we dan ook regelmatig benoemen de opdracht. Duidelijk is dat in de huidige “wereld” van ouders en kinderen vaste verbanden vanuit de politiek of kerk al lang verdwenen zijn. De school kan en moet die plaats niet gaan innemen, maar ergens zouden we toch moeten kijken naar wat ons (school en ouders) samenbindt. Vanuit de levensbeschouwelijke visie van CPOB aandacht voor (Bijbelse/Christelijke) normen en waarden vanuit het besef dat onze leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving waarbij het steeds belangrijker wordt dat we opzoek gaan naar wat ons bindt. Onze leerlingen zijn de dragers van de maatschappij van morgen. Wat geven we ze mee om die rol verantwoord (duurzaamheid, tolerantie, burgerschapszin) te vervullen. Wellicht kunnen we vanuit onze christelijke identiteit door bijv. gerichte vieringen, maandopeningen en activiteiten hieraan invulling geven.
Bedreigingen door interne / externe ontwikkelingen ALGEMEEN Verdwijnen vaste verbanden in samenleving
Kansen door interne / externe ontwikkelingen
Mogelijk beleidsvoornemen.
Multiculturele samenleving
Ontwikkelen van burgerschapsvorming. Vieringen en maandopeningen
HET INSPECTIERAPPORT
Juni 2006 is het PKO van de inspectie uitgevoerd. De inspectie concludeert dat het onderwijs op de Prins Mauritsschool overwegend van voldoende kwaliteit is en dat de opbrengsten liggen op het verwachte niveau. De Prins Mauritsschool heeft twee locaties die qua leerling populatie heel verschillend zijn. De inspectie heeft dan ook besloten dat de Prins Mauritsschool voortaan zal worden beschouwd als twee objecten van toezicht. In mei 2011 heeft de inspectie een bezoek gebracht aan de locatie West. De opbrengsten van West zijn als voldoende beoordeeld. De aandacht voor burgerschapszin op deze locatie was onvoldoende. Onderdelen van kwaliteitszorg hebben onvoldoende aandacht gekregen. De resultaten van het CITO LVS worden niet op schoolniveau besproken en ook worden er onvoldoende analyses gemaakt. Ook andere aspecten van onderwijs en leren worden niet systematisch onder de loep genomen. De inspectie beoordeelt ook het beleid dat betrekking heeft op de sociale veiligheid van leerlingen en personeel. De school dient zicht te hebben op de beleving van de sociale veiligheid. Dit kan de school bereiken door 2-jaarlijks een vragenlijst uit te zetten. Verder moet de school beschikken over vastgesteld beleid ter preventie van incidenten. De Prins Mauritsschool voldoet niet aan twee van de drie criteria op dit gebied. Op het gebied van de leerling-zorg vraagt de inspectie meer aandacht voor het opstellen van de handelingsplannen. De analyse van het leerprobleem is onvoldoende diep geweest en bestaat alleen uit een lage toetsscore. Een ander verbeterpunt is het leerlingvolgsysteem. De school heeft nog geen leerlingvolgsysteem voor de sociaal emotionele ontwikkeling voor de groepen 3 t/m 8.
21
DE CITO RESULTATEN
Overzicht gemiddelde CITO-scores groep 8: gemiddelde 537 537 537
2011 2010 2009
5.1.2 SWOT analyse (Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats) SWOT analyse van bovenstaande voor het maken van beleidskeuzes: Sterktes m.b.t. de organisatie:
Zwaktes m.b.t. de organisatie:
Expertise van leerkrachten op het gebied van taal/Piramide (West)
Communicatie intern en naar buiten
Verbeterde leesresultaten
Relatief veel jonge leerkrachten, die zich nog moeten ontwikkelen
Relatief kleine groepen
Veel ziekte en wisseling van personeel
Positieve beoordeling door inspectie
Organisatiestructuur
Peuterspeelzaal bij het gebouw
Hoge werkdruk
Brede School
Kinderopvang in het gebouw
nieuwe methoden en smartboard
Kansen m.b.t. de ontwikkelingen extern:
Bedreigingen m.b.t. ontwikkelingen extern
Invoering 1 zorgroute
Teruglopend leerlingaantal
Scholing communicatie CED
negatieve PR
audits
School laat zich weinig zien in de wijk
OKE en VVE
Taakbeleid invoeren
Intervisiegroepen
22
5.2 consequenties voor onze beleidsvoornemens De beleidsvoornemens die voortkomen uit de analyses, zijn door het team getoetst aan de missie en visie van de school. Vervolgens heeft het team de prioriteiten aangegeven en is het volgende overzicht ontstaan: 1.
1 zorgroute en zorgprofiel
2.
communicatie
3.
taakbeleid
4.
invoer nieuwe rekenmethode en schrijfmethode
5.
SCOL
6.
taalbeleidsplan (West)
7.
gesprekcyclus
8.
organisatiestructuur
9.
ontwikkelen kleuterrapport
10. digitaliseren 11. zelfstandig werken fase 2 12. invoering gebruik ontwikkelingsperspectief (OPP) 13. PR 14. kwaliteitshandboek 15. Het schoolplein Voortzetting huidig beleid: De volgende onderwerpen dienen ook volgend schooljaar aan bod te komen, omdat ze een voortzetting zijn van het huidige beleid. Het gaat om: Taalbeleidsplan west intervisie audits kunst techniek Borging van beleid: Tenslotte de onderdelen die in de komende schooljaren aan bod dienen te komen om de kwaliteit te blijven borgen: zelfstandig werken fase 1 en 2 taalbeleidsplan spelling/taal/lezen kleuterplein Piramide (vernieuwde methode) De contacten tussen het team, de medezeggenschapsraad en GMR. Beleid meer- en hoogbegaaafden
23
Hoofdstuk 6 Beleidsvoornemens m.b.t. het onderwijsleerproces. 6.1 Een meerjarenoverzicht in PDCA cyclus Na het vaststellen van de prioriteiten en het aangeven van de prioriteiten is er een meerjarenplanning opgesteld dat er als volgt uitziet:
Beleidsvoornemens 2011 - 2015 Onderwerp INTEGRAAL PERSONEELSBELEID Taakbeleid Intervisie gesprekscyclus CULTUUREDUCATIE Kunstmenu CONTACTEN MET OUDERS Tevredenheidonderzoeken PR Schoolplein ZORGBELEID 1 zorgroute Zorgprofiel SCOL METHODE / LEERLIJNEN vervanging Rekenmethode, voor locatie West en locatie Passewaaij Vervanging schrijfmethode ICT Vergroten digitale mogelijkheden ter ondersteuning van de leerprocessen in de groepen w.o. smartboard
2011 – 2012
2012 – 2013
2013 - 2014
DO / CHECK DO / CHECK DO / CHECK
CHECK CHECK CHECK
ACT / ADAPT ACT / ADAPT ACT / ADAPT
DO
CHECK
ACT / ADAPT
PLAN DO DO
DO/CHECK ACT/ADAPT ACT/ADAPT
ACT/ADAPT
PLAN PLAN DO / CHECK DO DO
CHECK CHECK CHECK
CHECK CHECK CHECK
ACT/ADAPT ACT/ADAPT ACT/ADAPT
DO
CHECK
CHECK
ACT/ADAPT
DO
CHECK
CHECK
ACT/ADAPT
DO
CHECK
CHECK
ACT/ADAPT
2014 - 2015
24
Onderwerp TAAL&LEZEN Taalbeleidsplan (locatie West) Kunst van Lezen (locatie West) METHODEN / LEERLIJNEN Techniek project VTB Afstemming doorgaande leerlijnen Rapportage aan kind en ouders (kleuterrapport) ZELFSTANDIG & SAMENWERKEND LEREN Doorgaande lijn zelfstandig werken ICT Smartboard
2011 – 2012
2012 – 2013
2013 - 2014
DO
CHECK
ACT / ADAPT
DO
CHECK
ACT / ADAPT
DO
CHECK
ACT / ADAPT
PLAN / DO
CHECK
ACT / ADAPT
PLAN / DO
DO
DO / CHECK
ACT/ADAPT
PLAN
DO
CHECK
DO
CHECK
PLAN
PLAN:
oriënteren en keuzes maken t.a.v. gewenste kwaliteit.
DO:
invoeren, implementeren van de gewenste kwaliteit.
CHECK:
evalueren en meten van de gewenste kwaliteit.
2014 - 2015
ACT/ADAPT
ACT/ADAPT : analyseren, borgen en bewaken van gerealiseerde kwaliteit.
Onze prioriteit in het schooljaar 2011-2012 ligt bij de onderwerpen: 1 zorgroute, zorgprofiel, communicatie, taakbeleid en gesprekcyclus Deze onderwerpen zijn in het volgende hoofdstuk volgens de PDCA cyclus uitgewerkt. Jaarlijks wordt het jaarplan geëvalueerd en aan de hand van het meerjarenplan uit dit schoolplan wordt voor het volgend schooljaar een nieuw jaarplan opgesteld.
25
6.2 De beleidsvoornemens 2011-2012
ONDERWERP: 1 zorgroute Doelstelling voor de beleidsperiode 2011-2014 School: ten aanzien van de gekozen vakgebied(en) wordt systematisch gewerkt volgens de stappen van handelingsgericht werken met groepsplannen; de zorgstructuur op schoolniveau heeft procedures en besprekingen die volledig geënt zijn op het doorlopen van de stappen van handelingsgericht werken met groepsplannen en het omgaan met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften De school heeft een zorgprofiel opgesteld. Directie:
heeft de competenties van de schoolmedewerkers en de werkwijzen van de 1-zorgroute geborgd in documenten,
het kwaliteitsbeleid en personeelsbeleid. heeft knelpunten bij de uitvoering van de 1-zorgroute in onderwijsbeleid vertaald. Intern Begeleider:
is in staat om leerkrachten te begeleiden bij het uitvoeren van de werkwijze van de 1-zorgroute (via groepsbesprekingen, leerlingbesprekingen en klassenconsultaties);
is in staat het hele administratieve en inhoudelijke proces rondom de 1-zorgroute te coördineren, aan te passen en
te bewaken; is in staat om richting het bovenschoolse een goede hulpvraag te formuleren. Leerkracht: is in staat om relevante gegevens van leerlingen (protectieve en belemmerende factoren) te verzamelen (toetsgegevens, observatiegegevens, gegevens uit gesprekken met kinderen en ouders en analyses van gemaakt werk); is in staat om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften te selecteren op grond van in de school gemaakte afspraken; is in staat om de vanuit de verzamelde gegevens de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen te benoemen; is in staat om de doelen voor de komende planperiode te kiezen uit de door de school gehanteerde leerlijn(en); is in staat om bij de gekozen doelen een passend onderwijsaanbod te beschrijven in het groepsplan; is in staat om het groepsplan managementtechnisch, inhoudelijk (directe instructiemodel, hoge effectieve leertijd) en procedureel goed uit te voeren; kan een hulpvraag formuleren voor de leerling-bespreking, de groepsbespreking en de klassenconsultatie.
Concrete opbrengst voor schooljaar 2011 – 2012 De doelstellingen voor het eerste jaar zijn dat elke leerkracht in staat is volgens de cyclus van handelingsgericht werken met groepsplannen te werken, dat de intern begeleider vaardig is in de begeleiding van leerkrachten hierbij en dat er op schoolniveau maatregelen zijn genomen om de werkwijze van de 1-zorgroute te bestendigen. De school heeft voor januari 2012 een zorgprofiel opgesteld met behulp van het instrument „Kind op de gang‟
Activiteiten teamscholing leerkrachten door CED Stuurgroepbijeenkomsten Groepscoaching IB ers Groepsbesprekingen Bouwoverleg Verantwoordelijk
Directie, IB ers, stuurgroep Betrokkenen
CED, team, directie, IBers 26
Planning schooljaar 2011-2012 4 studiedagen voor scholing/ begeleiding school 4 stuurgroepoverleggen Intervisiebijeenkomsten Kosten
Kosten externe voor begeleiding en scholing Tijd
Evaluatie
Juni 2012 evaluatie jaarplan
ONDERWERP: communicatie Doelstelling voor de beleidsperiode 2011-2014
Elk teamlid heeft kennis van de wijze waarop er in professionele situaties gecommuniceerd moet worden met collega‟s, met leerlingen en met ouders.
In geïsoleerde situaties en in de tussenliggende praktijkperiode heeft elk teamlid geoefend met de vaardigheden die passend zijn bij de communicatiesituatie.
Er ligt halverwege het schooljaar 2011-2012 een communicatieplan voor de locatie Passewaaij dat actief door het management wordt uitgedragen en waarop wordt gestuurd. Op basis van de richtlijnen in het communicatieplan plus de verworven vaardigheden in de training is het management in staat om de professionele communicatie van de teamleden te beoordelen en mee te nemen in het personeels- en scholingsbeleid.
Concrete opbrengst voor schooljaar 2011 – 2012 Aan het einde van de communicatietraining:
hebben de leerkrachten inzicht in hun eigen rol in de probleemsituatie;
hebben ze de vaardigheid om te bepalen wiens probleem er aan de orde is;
hebben ze de vaardigheid om te bepalen welke interventie geïndiceerd is;
hebben ze in een geïsoleerde en praktijksituatie geoefend met de effectiviteit van de interventies tijdens de bijeenkomsten;
hebben ze in een geïsoleerde en praktijksituatie geoefend met de effectiviteit van de interventies in hun praktijksituatie;
hebben ze gereflecteerd op hun sterke punten en ontwikkelpunten.
Activiteiten 3 studiedagen voor het hele team:
professioneel communiceren met elkaar (6 uur)
professioneel communiceren met ouders (6 uur)
professioneel communiceren met leerlingen (6 uur)
Management
4 stuurgroepoverleggen van elk 2 uur (doel: aansturing communicatie); hierbij zijn aanwezig: directie, middenmanagent en intern begeleiders.
Verantwoordelijk Directie, middenmanagement en intern begeleiders 27
Betrokkenen
Team, IB ers, middenmanagement, directie, CED Planning Training CED Bouwvergaderingen Teamvergaderingen Functioneringsgesprekken Stuurgroepbijeenkomsten Kosten
Kosten externe voor begeleiding en scholing Tijd
Evaluatie
Juni 2012 evaluatie jaarplan
ONDERWERP: taakbeleid Doelstelling voor de beleidsperiode 2011-2015 Taakbeleid is geïmplementeerd en geborgd in de schoolorganisatie Concrete opbrengst voor schooljaar 2011 – 2012 Werktijdsfactor en taakuren zijn voor alle leerkrachten ingevoerd. Met alle leerkrachten is gecommuniceerd over taakbeleid
Activiteiten Met ieder teamlid gesprek door directie Verantwoordelijk Directie Betrokkenen Leerkrachten Planning Rooster Kosten Tijd
Evaluatie
Juni 2012 evaluatie jaarplan
28
ONDERWERP: Rekenmethode Doelstelling voor de beleidsperiode 2011-2015 De rekenmethode “Wereld in getallen” is voor de locatie Passewaaij geheel geïmplementeerd en geborgd. De locatie West heeft een rekenmethode uitgekozen die past bij de doelgroep en deze locatie is geheel geïmplementeerd en geborgd. Concrete opbrengst voor schooljaar 2011 – 2012 De methode “Wereld in getallen” is geïmplementeerd voor groep 3 t/m 8 op locatie Passewaaij. De locatie West heeft de keuze gemaakt voor een nieuwe methode passend bij de doelgroep. Implementatie 2012-2013
Activiteiten Overleg bouwvergadering over invoering/ problemen/ aanpassingen. (Passewaaij) Werkgroep rekenen West activeert team om keuze te maken Verantwoordelijk Bouwcoördinatoren, werkgroep rekenen Betrokkenen Leerkrachten, bouwcoördinatoren, Planning Invoering Passewaaij vanaf augustus 2011 Invoering West vanaf augustus 2012 Kosten Aanschaf methode en digitale toepassingen Evaluatie
Juni 2012 evaluatie jaarplan
ONDERWERP: SCOL Doelstelling voor de beleidsperiode 2011 – 2015
Leerkrachten van groep 3 t/m 8 werken met SCOL. De methode is geïmplementeerd en geborgd. De leerkrachten van groep 1/2, zowel Passewaaij als West, hebben een observatiemethode bepaald en werken ermee. De methode is geïmplementeerd en geborgd.
Concrete opbrengst voor schooljaar 2011 – 2012 Implementatie SCOL voor groep 3 t/m 8 is gereed Groep 1/2 van West en Passewaaij hebben zich georiënteerd op een observatiemethode, die bij de kleuters past en hebben een start gemaakt met de implementatie. (de kleuterbouw oriënteert zich op KIJK)
Activiteiten Een studiebijeenkomst o.l.v. Marant voor groep 1/2 en een begeleidingsbijeenkomst voor invoer KIJK bouwvergaderingen over implementatie SCOL IB-ers begeleiden leerkrachten bij de invoer van SCOL en bespreken resultaten op groepsbesprekingen. Verantwoordelijk Directie, IB er, bouwcoördinatoren, leerkrachten Betrokkenen Team, directie, IB er, leerkrachten, Marant 29
Scholing, begeleiding, externe ondersteuning De begeleiding van de invoering van de methode wordt gegeven door een externe deskundige (Marant) Planning Bouwoverleg bijeenkomst Marant groepsbesprekingen LB er zorgt voor borging Kosten Tijd Geld begeleiding externe deskundige
Evaluatie
Juni 2012 evaluatie jaarplan
ONDERWERP: Taalbeleidsplan West Doelstelling voor de beleidsperiode 2011-2015 De onderdelen van taal; technisch lezen, spelling, begrijpend lezen en woordenschat zijn geïmplementeerd en geborgd. Concrete opbrengst voor schooljaar 2011 – 2012 Voor de onderdelen woordenschat en begrijpend lezen worden afspraken gemaakt.
Activiteiten Teambijeenkomsten door Marant Locatieoverleg Verantwoordelijk werkgroep taalbeleid directie IB er Betrokkenen Team, IBer, adjunctdirecteur en Marant Scholing, begeleiding, externe ondersteuning Teambijeenkomsten door Marant Planning Twee bijeenkomsten. Kosten Teamscholing Marant
Evaluatie
Juni 2012 evaluatie jaarplan
30
ONDERWERP: Gesprekcyclus en Personeelsbeleid Doelstelling voor de beleidsperiode 2011-2015
Elke 3 jaar worden er twee gesprekken gehouden met alle medewerkers. De gesprekken zijn: functioneringsgesprekken, POP-gesprekken en beoordelingsgesprekken. Deze gesprekken worden in een cyclus van 3 jaar gehouden. Elk jaar worden er klassenbezoeken gedaan bij de medewerkers door de directie Elke medewerker houdt een bekwaamheidsdossier bij Er is beleid voor de begeleiding van nieuwe/jonge leerkrachten Intervisie groepen functioneren en sluiten aan bij de schoolontwikkeling.
Concrete opbrengst voor schooljaar 2011 – 2012 Functioneringsgesprek met alle medewerkers door directie Start gemaakt met bekwaamheidsdossier Klassenbezoeken door directie Beleidsplan nieuwe/jonge leerkrachten wordt geïmplementeerd Intervisiegroepen komen 2 keer per jaar bijeen en sluiten aan bij de schoolontwikkeling communicatie
Activiteiten Planning klassenbezoeken Planning functioneringsgesprekken. Planning intervisiegroepen Uitvoeren beleidsplan begeleiding nieuwe medewerkers. Verantwoordelijk Directie, LB er Betrokkenen Team, nieuwe leerkrachten, stuurgroep CED, directie Scholing, begeleiding, externe ondersteuning CED communicatie Planning Klassenbezoeken Functioneringsgesprekken Intervisie gesprekken MT overleg Kosten Tijd
Evaluatie
Juni 2012 evaluatie jaarplan
31
ONDERWERP: zelfstandig werken Doelstelling voor de beleidsperiode 2011-2015 De leerkracht creëert keuzemogelijkheden en schept situaties waarin leerlingen initiatieven kunnen nemen. Leerkrachten passen zelfstandig werken toe in de groep en er zijn ingeroosterde momenten waarin het zelfstandig werken wordt gedaan. Zelfstandig werken fase 1 en 2 zijn geïmplementeerd en geborgd. De visie over zelfstandig werken fase 3 (werken met dag- en weektaken) en fase 4 (zelfstandig leren) is ontwikkeld.
Concrete opbrengst voor schooljaar 2011 – 2012 Zelfstandig werken fase 1 (zelfstandig verwerken) en fase 2 (zelfstandig werken) is geïmplementeerd en moet worden geborgd.
Activiteiten Uitvoeren van het zelfstandig werken in de groep Bespreken van zelfstandig werken op bouwvergadering Zelfstandig werken vastleggen Verantwoordelijk locatie Passewaaij: directeur, locatie West: adjunct-directeur, bovenbouw- en onderbouwcoördinator Betrokkenen Locatie Passewaaij:team, onder- en bovenbouwcoördinator en leraar LB procesbegeleider
Locatie West: team en adjunct-directeur Planning locatie Passewaaij: bouwvergaderingen
locatie West: locatievergaderingen
Audit fase 2 Functioneringsgesprekken
Kosten Tijd Geld voor materialen.
Evaluatie
Juni 2012 evaluatie jaarplan
32
Hoofdstuk 7 Overige beleidsvoornemens 7.1
Doelen van het personeelsbeleid
Inleiding De overheid wil met de invoering van integraal personeelsbeleid de loopbaanperspectieven in het onderwijs, het arbeidsmarktimago en de kwaliteit van het onderwijs verbeteren. Het ministerie van OCW omschrijft IPB als het regelmatig afstemmen van de inzet, kennis en bekwaamheden van de medewerkers op de inhoudelijke en organisatorische doelen van de school In de toekomst zal het integraal personeelsbeleid steeds meer onderdeel uitmaken van ons personeelsbeleid. Onze school wil met het personeelsbeleid de doelen van de school zo optimaal mogelijk verwezenlijken en daartoe het functioneren van het personeel en het welbevinden in de arbeidssituatie bevorderen. Vanaf 2010 is de functiemix ingevoerd. De functiemix zorgt voor een verdeling van leraren over de salarisschalen. De overheid wil hiermee de loopbaanmogelijkheden van leraren verbeteren en het beroep van leraar aantrekkelijker maken. De doelstellingen zijn vastgelegd in het convenant Leerkracht van Nederland. In 2014 zijn er op stichtingsniveau 40% LB schalen gerealiseerd en 2 % LC schalen.
De doelen van personeelsbeleid: Professionele organisatie:
Medewerkers zijn geschoold op en reflecteren voortdurend op de manier waarop ze de leerlingen aanspreken en structuur bieden. Medewerkers worden geschoold en begeleid zodat ze op een professionele manier communiceren met ouders. Stichting CPOB zorgt voor een kweekvijver van toekomstig management en het mee opleiden van nieuwe leerkrachten en onderwijsassistenten. Medewerkers wordt een ontwikkelingsperspectief geboden, zodat talenten benut en uitgebreid kunnen worden. In verband met onderwijsvernieuwingen worden leerkrachten regelmatig bijgeschoold, om zo het pedagogische en didactische handelen aan te kunnen laten sluiten bij deze vernieuwing. Medewerkers leggen tijdens een functioneringsgesprek verantwoording af over de inzet van bestede tijd aan hun professionele ontwikkeling. Stichting CPOB streeft een grotere mobiliteit van de medewerkers na.
7.1.1 aantoonbare permanente professionele ontwikkeling De wet op de beroepen in het onderwijs (BIO) vormt sinds 2004 het kader voor integraal personeelsbeleid in het onderwijs. De wet bepaalt dat er voor leraren een aantal bekwaamheidseisen wordt vastgelegd. De Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) onderhoudt deze bekwaamheidseisen. De eisen moeten zowel in de opleidingen als op de scholen sturing geven aan de ontwikkeling van het leraarsberoep. Er zijn ook bekwaamheidseisen voor schoolleiders vastgesteld. Voor onderwijsassistenten zijn de bekwaamheidseisen in ontwikkeling. Elke schoolorganisatie moet in haar bekwaamheidsdocumenten vastleggen welke instrumenten zij inzet om deze bekwaamheden te waarborgen. In het IPBHR noemen we dat: aantoonbare professionele ontwikkeling. Stichting CPOB kiest voor al haar scholen voor het instrument intervisie. Op de Prins Mauritsschool zijn de intervisiegroepen verdwenen, maar vanaf schooljaar 2011-2012 pakken we deze methode weer op. De intervisie sluit aan bij de visie van de school en de schoolontwikkeling. (communicatie) Iedere leerkracht ontwikkelt een bekwaamheidsdossier, zodat een ieder zijn persoonlijke ontwikkeling kan aantonen. De bekwaamheidsdossiers worden besproken in de functioneringsgesprekken en POP gesprekken en op die manier wordt de persoonlijke ontwikkeling gevolgd. 33
7.2
overig personeelsbeleid
Inleiding Op het gebied van personeelsbeleid zijn binnen CPOB al diverse zaken gerealiseerd. Zo zijn verschillende beleidsdocumenten, procedures en regelingen vastgesteld die zorg dragen voor een gelijke uitgangspositie voor alle medewerkers. Dit geldt bijvoorbeeld voor het Arbobeleid, procedures bij ziekte, jubilea en vertrek van medewerkers, functioneringsgesprekken en werving en selectie van medewerkers. Jaarlijks wordt onder medewerkers een belangstellingsregistratie gehouden waarbij medewerkers kunnen aangeven wat eventuele wensen zijn voor de nabije en verdere toekomst.
7.2.1 de huidige situatie Jaarlijks bieden de scholen de mogelijkheid aan stagiaires van PABO‟s (lerarenopleiding) en ROC‟s (opleidingen voor onderwijsassistent) om stage te lopen in de school. Enerzijds wordt zo de kloof tussen theorie en praktijk verkleind, anderzijds betekent dit extra handen in de klas. Stichting CPOB is een opleidingsrelatie aangegaan met de Marnixacademie. De studenten worden opgeleid door zowel de Marnix Academie als de basisschool waar ze stage lopen. Op de Prins Mauritsschool is een leerkracht met een speciale taak voor het begeleiden van de studenten. De betrokkenheid van de medewerkers bij CPOB is een sterk punt en vormt een kernpunt in de mogelijkheid om beleidsambities te realiseren (kansen te benutten, bedreigingen aan te pakken). Aandacht vanuit het management, maar ook het creëren van ontwikkelingsperspectieven voor medewerkers en het toedelen van nieuwe verantwoordelijkheden aan medewerkers versterken het gevoel van medewerkers dat ze serieus genomen worden. Een belangrijke voorwaarde voor een optimale betrokkenheid van medewerkers is een breed gedragen onderwijskundige visie, die wordt toegepast en helder wordt gecommuniceerd. Binnen CPOB is niet alle, maar wel veel expertise bij medewerkers beschikbaar.
7.2.2 toekomstige doelen personeelsbeleid Voor de komende jaren heeft CPOB de belangrijkste doelstellingen van beleid verwoord in een strategisch beleidsplan (SBP). Daaruit zijn op het gebied van personeelsbeleid de onderstaande doelen geformuleerd: Om leerkrachten goede ontwikkelingsperspectieven te bieden begeleidt stichting CPOB medewerkers actief in hun loopbaan. Zo zorgt ze ervoor dat talenten benut worden en waar nodig of wenselijk medewerkers de faciliteiten krijgen om de gewenste talenten, kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen. Stichting CPOB is mede daarom een aantrekkelijke werkgever die actief zorg draagt voor een evenwichtige opbouw van het medewerkersbestand. Onderwijskundige vernieuwingen worden door stichting CPOB ondersteund. Mede in het kader van onderwijsvernieuwingen worden medewerkers regelmatig bijgeschoold om zo hun pedagogisch en didactisch handelen aan te kunnen laten sluiten bij deze vernieuwing. Kennisuitwisseling tussen medewerkers en teams wordt gestimuleerd zodat kennis en ervaring binnen de stichting CPOB instellingen breed beschikbaar zijn en gebruikt worden. Stichting CPOB stimuleert en faciliteert deze uitwisseling, van bijvoorbeeld goede voorbeelden en specialistische kennis.
Strategische doelstellingen Stichting CPOB is een professionele en transparante organisatie die een structuur heeft waarin taken en verantwoordelijkheden duidelijk en logisch zijn verankerd; Medewerkers realiseren zich dat zij met hun school onderdeel uitmaken van een groter geheel, stichting CPOB, en tonen betrokkenheid bij de stichting CPOB-organisatie; Stichting CPOB zorgt voor een kweekvijver van toekomstig management en het mee opleiden van nieuwe leerkrachten en onderwijsassistenten door samen te werken met Hogescholen en ROC‟s; 34
Medewerkers wordt een ontwikkelingsperspectief geboden zodat talenten benut en uitgebreid worden; Onder andere in verband met onderwijsvernieuwingen worden leerkrachten regelmatig bijgeschoold om zo hun pedagogisch en didactisch handelen aan te kunnen laten sluiten bij deze vernieuwing; Kennisuitwisseling tussen medewerkers en teams wordt gestimuleerd zodat de kennis en ervaring binnen de CPOB-instellingen breed beschikbaar is en gebruikt wordt;
7.2.3 evaluatie en borging In het SBP zijn o.a. de volgende criteria/maatregelen genoemd waaraan getoetst zal worden of en in hoeverre de diverse doelstellingen zijn gerealiseerd: De aanwezigheid van een kweekvijver van toekomstig management. Medewerkers geven aan dat er voldoende ontwikkelingsmogelijkheden zijn. Een scholingsaanbod dat ruimte geeft voor ontwikkeling. Mogelijkheden voor collegiale consultatie over de scholen heen. Het scholingsplan van de scholen heeft een aantoonbare relatie met de onderwijsvernieuwing in de school. In de strategische gesprekken geven de schooldirecties aan dat de invulling van POP‟s en PAP‟s bijdraagt aan de onderwijskundige vernieuwing. Invulling van CPOB-scholingsdagen. CPOB-breed deskundigenoverleg. Intervisie. Collegiale consultatie over scholen heen. Door medewerkers wordt aangegeven dat er voldoende ondersteuning en scholingsaanbod aanwezig zijn
7.3
ouders
De ouders geven het vertrouwen aan de school voor de begeleiding en de opvang van hun kind. Het is daarom van enorm belang dat zich ouders zich betrokken voelen bij ons onderwijs. Kinderen hebben onze gezamenlijke aandacht en zorg nodig. Informatievoorziening aan ouders Om een kind zo optimaal mogelijk te begeleiden, is het noodzakelijk dat er een zo goed mogelijke wisselwerking tussen school en thuis bestaat. Wij hopen dat te bereiken door: Een Nieuwsbrief De schoolkalender met schoolactiviteiten Rapportage dagen Informatie bijeenkomsten Website
Inspraak Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) is een door het ministerie van onderwijs ingesteld orgaan dat samen met het bevoegd gezag de algemene zaken in de school bespreekt. De MR bestaat uit ouders en leerkrachten. De MR heeft een instemmings- of adviesrecht voor diverse zaken die de school aangaan zoals formatiebeleid, begroting van de school (lumpsum) en vakantierooster. De oudergeleding wordt door de ouders gekozen. Leerkrachten hebben bij 35
toerbeurt zitting in de MR. Om een school goed te laten functioneren is het belangrijk tegemoet te komen aan de belangen van de leerkrachten en de ouders ten aanzien van het onderwijs in de school. Ouders kunnen meedenken, meepraten of meebeslissen door zich te organiseren binnen de medezeggenschapsraad. De medezeggenschapsraad stimuleert het organiseren van een ouderraad. Via de schoolgids worden de ouders geïnformeerd over de ouderbijdragen en de klachtenregeling die op school is opgezet. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Bij de stichting CPOB zijn elf basisscholen aangesloten uit Culemborg, Tiel, Maurik, Ravenswaaij en Zaltbommel. Van de MR van elke school zijn of een ouder of een leerkracht afgevaardigd in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Bij de GMR vergaderingen zijn daarnaast vertegenwoordigers van de directies en het bovenschoolmanagement aanwezig. In de GMR komen zaken ter tafel die voor alle elf scholen gelden, zoals vakantierooster, identiteit van de scholen, begroting, bestuurlijke vergaderingen, het zorgplan en de formatieplannen.
7.4
beleid t.a.v. huisvesting, materiële en financiële voorzieningen
Inleiding Het beleid van de rijksoverheid is de laatste jaren steeds meer gericht geweest op verdere zelfstandigheid van onderwijsorganisaties met de daarbij behorende vrijheden, verantwoordelijkheden en risico‟s. Een belangrijke wijziging in de overheidsbekostiging die daarmee samenhing was de invoering van de zgn. lumpsumbekostiging per 01-08-2006. Als gevolg van de fusie die leidde tot de oprichting van de Stg. CPOB (2004) en de daarmee samenhangende opbouw van een nieuwe organisatie, is CPOB relatief laat van start gegaan met de implementatie van dit nieuwe bekostigingsstelsel. Na een uitvoerige interne discussie daarover, met betrokkenheid van GMR, directies en Stichtingsadviesraad, werden in de loop van 2009 besluiten genomen. Die besluiten beoogden enerzijds om de beschikbare middelen voluit voor het primaire proces in te zetten en anderzijds om de gezamenlijke verantwoordelijkheid en solidariteit vorm te geven. Niet lang nadat al deze besluiten werden uitgevoerd in praktijk, formatieplannen en begrotingen, werden we plotseling geconfronteerd met forse rijksbezuinigingen. Met name de volledige afschaffing van de vergoeding voor Bestuur & Management en de forse ingreep in de groeiregeling van scholen per 01-08-2010 zorgen inmiddels voor flinke tekorten op de begroting en in de jaarrekening 2010. Op basis van de landelijk sinds 2006 beschikbare kengetallen, via de sindsdien voorgeschreven Elektronische Financiële Jaarrekening (EFJ), ontstaat landelijk een beeld van de financiële situatie van scholen en schoolbesturen. De Commissie Don heeft de minister daarin van advies voorzien. Belangrijke onderdelen van dat advies die door de minister zijn overgenomen zijn: publieke middelen moeten voor de kwaliteit van het onderwijs worden ingezet en de deskundigheid van scholen/besturen op financieel gebied zou vergroot moeten worden. De commissie heeft een “Kapitalisatiefactor” geïntroduceerd waarmee de omvang van het Eigen Vermogen van schoolbesturen gerelateerd kan worden aan de eveneens door de commissie aanbevolen grenswaarden.
7.4.1 de huidige situatie CPOB kent een gezonde financiële situatie, met reserves en voorzieningen die voor de meeste peuterspeelzalen (psz-en) en scholen redelijk tot goed op peil zijn. De kapitalisatiefactor ligt boven de grenswaarde die de cie. Don heeft vastgesteld voor een schoolbestuur met deze grootte. Onder andere vanwege de invoering van de lumpsumbekostiging in het basisonderwijs werd de aanwezige inrichting van scholen geïnventariseerd en gewaardeerd (zgn. 0-meting). Daaraan gekoppeld zijn Meerjaren-investeringsplannen gemaakt. Op basis van extern onderzoek worden de gebouwen elke drie jaar geïnspecteerd en een Meerjaren-onderhoudsplan opgesteld. De jaarlijkse 36
dotatie aan de onderhoudsvoorziening, die inmiddels bovenschools worden beheerd, wordt met die plannen in overeenstemming gebracht, waarbij scholen naar draagkracht aan bijdragen. In verband met zowel de forse bezuinigingen als de adviezen van de commissie Don heeft het CPOB-bestuur besloten meerjarig naar de financiën van CPOB te kijken en daarvoor een werkgroep in het leven geroepen met vertegenwoordigers van bestuur, directies en GMR. Die werkgroep is thans bezig de diverse aspecten van e.e.a. in beeld te brengen. De scholen worden aangestuurd op een taakstellende begroting die in nauw overleg met het bestuur wordt opgesteld. In toenemende mate trachten we de begroting in verband te brengen met de jaarplannen van zowel CPOB als van de individuele scholen. Verantwoording vindt plaats via de jaarrekening. Tussentijds (per kwartaal) vindt een rapportage plaats van de realisering van de begroting en binnenkort ook van de vorderingen van de jaarplannen. CPOB heeft voor de scholen gezamenlijke contracten afgesloten voor bijvoorbeeld kopieerapparatuur, telefonie, veiligheid, afvalverwijdering, ICT, Arbobeleid, personele- en loonadministratie, tevredenheidonderzoeken, verzuim- en gebouwbeheer. Voor schoonmaak is een centrale (Europese) aanbesteding gerealiseerd. Waar nodig vindt bovenschoolse ondersteuning plaats bij de aanvraag van subsidies. Het huisvestingsoverleg met de gemeenten (nieuwbouw, uitbreiding, renovatie, groot onderhoud) gebeurt in z‟n geheel bovenschools, uiteraard in nauw overleg met de schoolleiding. Momenteel wordt geparticipeerd in overlegsituaties met gemeenten en schoolbesturen t.b.v. het realiseren van zgn. Brede Scholen in: Culemborg-Oost en Tiel-Oost. CPOB-scholen zijn in siverse gevallen al gehuisvest in gebouwen met Brede Schoolactiviteiten/partners: Culemborg-West, TielWest, Maurik en Zaltbommel. Diverse scholen hebben voorts hun gebouwen opengesteld voor zaken als Buitenschoolse Opvang.
7.4.2 toekomstige doelen van financieel- en materieel beleid Voor de komende jaren heeft CPOB de belangrijkste doelstellingen van beleid verwoord in een strategisch beleidsplan (SBP). Daaruit zijn op financieel en materieel terrein met name de volgende doelen te herleiden:
Modern Onderwijs
De lesmethoden en leermiddelen zijn afgestemd op de visie waarmee onder andere een goede onderwijskwaliteit, die hoger gewaardeerd wordt dan het niveau van 2006, gerealiseerd wordt. De omgeving en het schoolgebouw zijn zo ingericht dat leerlingen die als veilig en gestructureerd ervaren en medewerkers in een prettige en inspirerende omgeving werken.
Professionele organisatie Er wordt een financieel beleid gevoerd dat zorg draagt voor de continuïteit van het onderwijsproces, maar tevens ruimte geeft aan ontwikkelingen en vernieuwingen. CPOB heeft om deze reden een meerjarenbegroting voor onderhoud, innovatie en investeringen. Door middel van kengetallen en vergelijking met andere instellingen (benchmarking) heeft CPOB inzicht in de financiële positie en toekomstverwachtingen waardoor de sterke financiële positie behouden blijft en het marktaandeel minimaal gelijk blijft ten opzichte van 2006. In de reeds genoemde lumpsumdiscussie -die voor een belangrijk deel is afgestemd op het SBP- zijn als basis voor het te voeren beleid o.a. de volgende uitgangspunten geformuleerd in een notitie: a.
b.
alle CPOB-scholen moeten op een vergelijkbare wijze in staat gesteld worden hun werk op een kwalitatief goede wijze te doen. Dit betekent o.a. dat zonodig een beroep mag worden gedaan op onderlinge solidariteit. ook wordt het onwenselijk geacht om scholen te belasten met de zorg omtrent de kosten van een personeelslid (jong of ervaren), enerzijds om ongewenste afwegingen bij vacaturevervullingen te voorkomen en anderzijds omdat de interpretatie van cijfers en het maken van
37
c.
d.
e.
f.
allerhande afwegingen onnodig ingewikkeld wordt gemaakt. Dat laat onverlet dat een kostenbewuste instelling van scholen natuurlijk in z‟n algemeenheid wel van belang is. gelet op de ambitieuze doelstellingen sinds de fusie (zie o.a. SBP), de fellere concurrentie en de over het geheel genomen gezonde financiële situatie van de CPOB-organisatie, dient aan scholen zo veel mogelijk hulp te worden geboden om die doelstellingen te bereiken en om de marktpositie te behouden/te versterken. Het hebben van reserves is noodzakelijk voor de bedrijfsvoering, maar geen doel in zichzelf. daarnaast zal -teneinde die intenties ook op langere termijn te kunnen waarmaken- de continuïteit gewaarborgd moeten zijn, zowel op CPOB- als op schoolniveau. Daarom zullen op basis van externe toetsing of via benchmarking (vergelijking op kengetallen) geobjectiveerde normen voor reservevorming moeten worden ontwikkeld. met het oog op de aanwezige en/of verwachte problemen op de arbeidsmarkt, heeft het bestuur van CPOB onlangs uitgesproken dat goed werkgeverschap en een kweekvijver voor het management van scholen ontwikkeld moeten worden. In het SBP zijn die zaken daarom terug te vinden. Dit vergt niet alleen de inzet van middelen, maar vraagt ook van individuele scholen een bredere benadering op CPOB-niveau. vermindering van de werkdruk op het Stichtingsbureau
7.4.3 de operationele uitwerking van de doelen In diezelfde notitie zijn bovenstaande doelen en uitgangspunten vertaald naar meer operationele doelen. In veel gevallen zijn concrete voorstellen gedaan die in de planperiode gerealiseerd zijn of verder ontwikkeld en of uitgevoerd zullen worden. We volstaan hier met het noemen van de operationele doelen en de realisatie daarvan:
Inhoud staat voorop en middelen zijn volgend binnen de grenzen van de zorg voor financiële continuïteit. Dit is een blijvend aandachtspunt. Het SBP en de Jaarplannen zijn een belangrijk uitgangspunt voor het te voeren beleid Solidariteit binnen de CPOB-organisatie (reeds vorm gegeven in de uitwerking van de discussie; o.a.. gezamenlijk risico van de jaarlijkse formatieresultaten, bovenschoolse kosten, dito onderhoudsvoorziening en bijdragen in kosten naar draagkracht) Maximale groepsgrootte; op zichzelf niet vastgesteld, maar wel de bezuinigingsmaatregel van het rijk m.b.t. de groeiregeling voor scholen opgevangen. Deskundigheidsbevordering; in toenemende mate wordt CPOB-breed aan scholing gedaan. Ook de kosten daarvan worden via de bovenschoolse begroting gedragen, waarbij scholen naar draagkracht bijdragen. Innovatie; er is een innovatiebudget gerealiseerd waarmee o.a. de opstart van de CPOBPlusklassen mogelijk is gemaakt. Verdeling personeelsbudgetten; t.b.v. de formatieplannen zijn gezamenlijke budgettaire uitgangspunten vastgesteld. Overschrijding daarvan kan slechts in onderling overleg met het bestuur en wordt verantwoord in een vergadering van het Directeurenberaad. Scholen nemen gezamenlijk verantwoordelijkheid voor de totale eindresultaten. Voorzieningen/reserves; die zijn in de meeste gevallen op orde. Discussie over de gewenste hoogte op langere termijn vindt plaats in de genoemde werkgroep meerjarig financieel beleid. Kweekvijver directieleden CPOB; is zowel budgettair al inhoudelijk gerealiseerd. Stages en goed (potentieel) werkgeverschap. Via het zgn. ICO-project worden op planmatige wijze studenten van de Marnix Academie op de CPOB-scholen geplaatst. Professionele koffievoorziening is voor het personeel gerealiseerd. Goede en moderne leermiddelen; in alle CPOB-klassen zijn digitale schoolborden aangebracht en het personeel is en wordt geschoold in het gebruik daarvan. Vernieuwing van overige onderdelen van de inrichting van scholen vindt plaats op basis van de meerjareninvesteringsplannen. Veilige gebouwen en terreinen waar het goed toeven is. Veel middelen zijn besteed aan zaken rond brandveiligheid. Omdat het onderhoud meer planmatig wordt aangepakt krijgt de veiligheid ook meer systematisch aandacht. Controle van speel- en gymtoestellen vindt jaarlijks plaats. Om het gebruik van de digitale schoolborden beter tot zijn recht te laten komen is in alle scholen extra verduistering aangebracht. 38
Vermindering werkdruk SB; extra mankracht is gerealiseerd. Overschrijdingsuitkeringen; voor zover die nog beschikbaar komen worden deze bovenschools weggezet.
7.4.4 evaluatie en borging In het SBP zijn o.a. de volgende criteria/maatregelen genoemd waaraan getoetst zal worden of en in hoeverre de diverse doelstellingen zijn gerealiseerd:
Tevredenheid van leerlingen en ouders over een veilige en gestructureerde omgeving en schoolgebouw; gepeild via OTV en MTV en op basis daarvan zijn actieplannen per school en bovenschools ontwikkeld. Tevredenheid van medewerkers over een prettige en inspirerende werkomgeving; idem. Begroting en jaarrekening. Bestuursformatieplan. Meerjaren investerings- en onderhoudsplan; gerealiseerd en periodiek te herzien Gerealiseerd hebben van een innovatie-budget; gereed Financieel beleidsplan; wordt aan gewerkt Openbaar CPOB-jaarverslag. Wordt aan gewerkt
Voorts zal aan de hand van de door benchmarking verkregen kengetallen een oordeel gevormd kunnen worden over de diverse uitgangspunten (o.a. continuïteit en financiële mogelijkheden om de doeltellingen te verwezenlijken.).
7.5
het beleid t.a.v. schoolorganisatie en interne communicatie
Interne informatievoorziening Communicatie is zeer belangrijk binnen de werksituatie en zorgvuldigheid is op zijn plaats. De informatievoorziening vindt plaats: via de directeur, via de directeur en de personeelsgeleding naar de medezeggenschapsraad, via E-mail via de directeur worden onderwerpen met een specifiek karakter, bijv. personeelsaangelegenheden, op de teamvergaderingen of onder- en bovenbouwvergaderingen behandeld. via de teamvergaderingen en bouwvergaderingen.
De informatievoorziening naar ouders bestaat uit:
7.6
een Nieuwsbrief, brieven en komend schooljaar via email de website een activiteitenkalender rapport gesprekken Informatiebijeenkomsten.
het beleid t.a.v. externe relaties en communicatie / samenwerking
Inleiding Mede in verband met de start van CPOB als nieuwe onderwijsorganisatie in 2004 was en is het van belang gerichte aandacht te besteden aan het opbouwen van externe relaties en het op een moderne wijze verzorgen van de communicatie naar buiten. Het belang van goede communicatie in het maatschappelijk verkeer neemt verder toe.
39
Hoewel de scholen alle bleven bestaan en relaties en contacten met hun omgeving bezaten, moest e.e.a. in een ander perspectief worden geplaatst en moest ook CPOB als schoolbestuur hieraan opnieuw invulling geven.
De huidige situatie Op basis van het SWOT-onderzoek dat ten grondslag heeft gelegen aan het strategisch beleidsplan (SBP) van CPOB kunnen o.a. de volgende conclusies worden getrokken m.b.t. de actuele situatie op dit punt: Op verschillende punten is naar voren gekomen dat het voor de CPOB-organisatie belangrijk is zich meer naar buiten te richten in plaats van vooral naar binnen. Een omgevingsgerichte organisatie geeft de kans om beter in te spelen op relevante signalen van buiten en hierover te communiceren. De scholen hadden hierdoor bijvoorbeeld eerder aansluiting van begin- en eindtijden op de voor-, tussen- en naschoolse opvang kunnen realiseren. Communicatie/profilering is een zwak punt van de CPOB-organisatie. Door een beperkte profilering van de CPOB-scholen komt het imago ten opzichte van andere scholen momenteel niet uit de verf. Dit terwijl de scholen wel een aantal sterke kanten hebben die, als ze uitgedragen worden, kansen bieden (bijv. goed geïnformeerde ouders, veilige scholen en respect belangrijk vinden). Inmiddels is er het nodige tot stand gebracht, hetgeen in het SBP als volgt is weergegeven: Profilering en p.r. krijgen binnen CPOB steeds meer aandacht Mede op basis van adviezen van een p.r.-werkgroep uit het DB is op tal van terreinen, zowel beleidsmatig (o.a. communicatie, persberichten) als praktisch (o.a. advertenties bij consultatiebureaus, gezamenlijke huisstijl, professionele websites etc.) het nodige werk verzet en een meer eigentijdse aanpak gerealiseerd. Vanuit hun functie houden de leden van het bestuur zich voornamelijk bezig met de externe contacten op CPOB-niveau (collega besturen, gemeenten, inspecties, bestuurlijke netwerken, begeleidende instellingen etc.). De schooldirecties onderhouden contacten met alle personen en instellingen waarmee hun school een relatie heeft en die doorgaans beperkt blijven tot de belangen van hun eigen school. Op verzoek van het bestuur kunnen directeuren eveneens actief zijn voor schooloverstijgende zaken. Door de wijziging in de CPOB-organisatie m.i.v. 01-01-2011 (overgang naar een Raad van Toezichtmodel) zijn de bovenschoolse directeuren bestuurder geworden. In dat kader groeien we momenteel toe naar een situatie waarin schooldirecteuren in toenemende mate bovenschoolse taken vervullen.
7.6.1 toekomstige doelen m.b.t. externe relaties en communicatie Voor de komende jaren heeft CPOB de belangrijkste doelstellingen van beleid verwoord in een SBP. Daaruit zijn op het terrein van communicatie en relaties met name de volgende doelen te herleiden:
profilering:
Communicatie sluit aan bij wat ouders weten willen en belangrijk vinden, maar ook bij wat de school belangrijk vindt; evaluatie o.a. via de OTV Het profiel van de CPOB-scholen is herkenbaar in alle uitingen; idem en in het kader van de 1zorgroute/Passend Onderwijs wordt hier ook gericht aan gewerkt. De school communiceert op een professionele manier met ouders, leerlingen en andere betrokkenen bij de school; medewerkers zijn in staat daaraan op een goede wijze vorm te geven; blijvend aandachtspunt De scholen dragen vanuit een christelijke levensvisie informatie uit over Bijbelse normen en waarden;blijvend aandachtspunt (mede nav gehouden studiedag daarover Medewerkers zijn geschoold en worden begeleid zodat ze op een professionele manier communiceren met ouders. CPOB heeft in overleg met de organisaties van kinderopvang schoolnabije BSO bevorderd met aandacht voor de afstemming van begin- en eindtijden. In diverse situaties heeft samenwerking 40
met BSO gestalte gekregen, zowel inhoudelijk als via het in medegebruik geven van schoolruimten of participatie in Brede Scholen.
professionele organisatie:
CPOB onderzoekt regelmatig de wenselijkheid/noodzaak van verdere bestuurlijke schaalvergroting; M.i.v. 01-01-2011 is christelijke basisschool De Leiboom tot de CPOBorganisatie toegetreden. Voorts heeft discussie over de besturingsfilosofie geleid tot een breed gedragen overgang naar het Raad-van-Toezichtmodel miv diezelfde datum. Medewerkers realiseren zich dat zij met hun school onderdeel uitmaken van een groter geheel, CPOB, en tonen betrokkenheid bij de CPOB-organisatie. Zowel in het DB als door gezamenlijke uitwisseling van expertise (ICT, IB, ICO etc.) zijn hier vorderingen in gemaakt. Mede i.v.m. de nieuwe besturingsfilosofie zal dat met name op directieniveau verder worden uitgewerkt.
Voorts is door het bestuur uitgesproken dat de BM-leden meer tijd zouden moeten hebben om aandacht te besteden aan het onderhouden en uitbouwen van de externe contacten. Het opbouwen en onderhouden van netwerken wordt van belang geacht (zowel bestuurlijk als politiek). Momenteel beperkt zich dit vaak tot de noodzakelijke contacten bij de directe uitoefening van het werk. In hun nieuwe rol als bestuurder is het belang van e.e.a, nog groter geworden. Vorderingen zijn wel gemaakt, maar werkdruk in combinatie met het wegvallen van de subsidie Bestuur & Management belemmeren e.e.a. nog te zeer.
evaluatie en borging In het SBP zijn o.a. de volgende criteria/maatregelen genoemd waaraan getoetst zal worden of en in hoeverre de diverse doelstellingen zijn gerealiseerd:
Oordeel van ouders over de vertaling van de identiteit naar de verschillende doelgroepen in de school gemaakt wordt. Via OVT en daarop gebaseerde actieplannen Medewerkers geven aan dat ze zich ondersteund/ begeleid voelen bij de vertaling van de identiteit naar de dagelijkse praktijk. via MTV en daarop gebaseerde actieplannen. Ouders vinden dat de communicatie aansluit bij wat ze willen weten en belangrijk vinden; idem Medewerkers ervaren dat zij op een juiste manier met ouders communiceren en vinden dat ze ook de punten die de school belangrijk vindt goed communiceren; idem. Het profiel komt tot uiting in het schoolplan, de schoolgids, maar ook op de website van de school en in nieuwsbrieven. Oordeel van medewerkers, leerlingen en ouders over de wijze van communiceren; idem Beschreven competenties in het kader van IPB.; is gerealiseerd. Verder is serieus werk gemaakt van de functiemix. Concreet scholingsaanbod voor (startende) medewerkers. In ad hocsituaties wel gerealiseerd. Gemaakte afspraken met organisaties voor kinderopvang voor schoolnabije BSO.; gerealiseerd Uitspraak bestuur m.b.t. wenselijkheid/noodzaak verdere bestuurlijke schaalvergroting. gerealiseerd Contacten met P.C. schoolbesturen voor PO in de nabije omgeving; idem. Onderzoek onder medewerkers of ze zichzelf en collega‟s betrokken vinden bij CPOB.; blijvend aandachtspunt.
41
Hoofdstuk 8 Ten slotte Met dit schoolplan voldoen wij aan de wettelijke verplichting tot het opstellen van een schoolplan. Dit plan geeft ons een stimulans aan de vormgeving van integraal schoolkwaliteitsbeleid, want het geeft de ontwikkelingen voor de komende vier schooljaren aan. Daarmee leggen we tevens verantwoording af naar de inspectie, het bestuur en de ouders. Dit schoolplan kenmerkt voor ons belangrijke punten, met name een open werkklimaat, voor iedereen inzichtelijke veranderingsprocessen, een gevoel van veiligheid binnen het schoolteam, de bereidheid om te gaan met individuele verschillen tussen kinderen en het bespreekbaar maken van het eigen gedrag met anderen. Elk jaar, in de maand mei, zullen wij ons schoolplan evalueren en zo nodig bijstellen, zodat het realistisch en werkbaar blijft.
42
Bijlagen Lijst van gebruikte afkortingen BIO
De wet op beroepen in onderwijs
CITO
Centraal instituut toetsontwikkeling
ICT
Informatie- en communicatie technologie
GOA
gemeentelijk onderwijs en achterstandenbeleid
IPB
Integraal personeelsbeleid
LVS
Leerlingvolgsysteem
MD-team
Multidisciplinair team
MR
Medezeggenschapsraad
NME
Natuur en milieu educatie
Wet OKE
Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie
POP
persoonlijk ontwikkelingsplan
PDCA cyclus
Plan, Do, Check, Act cyclus
SMART
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden
Stichting CPOB stichting Christelijk Primair Onderwijs Betuwe en Bommelerwaard VVE
Voor- en vroegschoolse educatie
SWOT
Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats
R en W
Rekenen en wiskunde
43
Formulier ‘Instemming met het schoolplan door de MR’
Schoolnaam:
Prins Mauritsschool School voor Christelijk basisonderwijs Hooibeestje 2 4007 HD Tiel
Verklaring Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het schoolplan 2011 - 2015. Namens de medezeggenschapsraad , J. Hofma, Voorzitter MR plaats:
...............................................
datum:
...............................................
naam:
...............................................
functie:
...............................................
handtekening:
...............................................
44
Formulier ‘Instemming met het schoolplan door het bestuur’
Schoolnaam:
Prins Mauritsschool School voor Christelijk basisonderwijs Hooibeestje 2 4007 HD Tiel
Verklaring Hierbij verklaart het bevoegd gezag van bovengenoemde school in te stemmen met het schoolplan 2011 - 2015. Namens het bevoegd gezag, plaats:
Tiel
datum: naam:
H.J. Huibers.
functie:
Voorzitter
handtekening:
45