2013 - 2014
L E I D E N
Inhoudsopgave Voorwoord De organisatie van de school Contact Directie Bericht van de Anne Frankschool Tijd voor school Schooltijden Overblijven op de Anne Frankschool Naschoolse Opvang Ziekte van een leerkracht Protocol onderwijsondersteuning zieke leerlingen Vrijstelling van schoolbezoek Regels bij schoolverzuim Regels voor toelating en verwijdering van leerlingen Kledingvoorschriften Zij-instromers en schoolwisseling Burgerschap en integratie Wandelen voor Water 2012 Kinderraad Cultuureducatie De werkwijze van de Anne Frankschool Passend onderwijs, omgaan met verschillen Groep 1-2 Groep 3-8 Methodes Leonardo-onderwijs Computers en school Gymnastiek Godsdienst en humanistische vorming Het schoolplan Speerpunten 2013 - 2014 Wat wij belangrijk vinden op de Anne Frankschool SCOL Leerling Volg Systeem Rapportage Protocol Zittenblijven Zorg voor leerlingen (Hoog)begaafden Dyslexie De resultaten Waar gaan de kinderen naar toe De intern begeleider (IB-er) Expertteam Stevenshof Leerling Gebonden Financiering (LGF) of Rugzak WSNS Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) VIA Leiden Commissie voor Indicatiestelling (CVI) Logopedie
5 6 6 6 6 7 7 7 8 8 8 8 9 9 9 9 9 10 10 11 11 11 12 12 13 14 15 15 15 16 16 17 17 17 17 17 18 18 18 18 19 20 20 20 21 22 22 22 23
Centrum voor Jeugd en Gezin Meldcode kindermishandeling Ouders en school De oudervereniging (OV) De Medezeggenschapsraad (MR) De Evenementen Commissie (EC) Luizenouders Betrokkenheid van ouders Eerste hulp bij ongelukjes Protocol veiligheid op school Excursies Gevonden voorwerpen Schoolmelk en schoolfruit Gezond eten en drinken / Verjaardagen en traktaties Dieren Gedragsregels Pestprotocol Sponsoring
23 25 26 26 26 27 27 27 27 28 28 28 28 28 29 29 29 29
Bijlage 1 Lokalenindeling en plattegrond Bijlage 2 Personeel Bijlage 3 Vakanties en vrije dagen Bijlage 4 Bovenschoolse afspraken
32 34 35 36
Voorwoord Met trots presenteren wij u de schoolgids voor het schooljaar 2013-2014. In de schoolgids kunt u lezen hoe wij ons onderwijs inrichten: de school is voortdurend in ontwikkeling zodat wij ons onderwijs nog beter aan kunnen passen aan de behoefte van ieder kind: ‘passend onderwijs’. In het kader daarvan zijn er nu drie groepen volgens het Leonardo concept. Verderop in deze gids kunt u daar meer over lezen. Ook vindt u allerlei praktische informatie over de school. Waar wij spreken over ouders bedoelen wij alle volwassenen die de zorg over onze kinderen hebben. Onze visie en missie zijn: samen kun je meer, dus samen werken, samen spelen en samen leren! In deze gids kunt u daarover meer lezen. Wij hopen dat u deze gids met plezier en interesse leest. Als u vragen, opmerkingen of suggesties hebt, neemt u dan gerust contact met ons op! Namens het team, John van Haasteren, directeur Mardi Fortanier, adjunct-directeur Nathalie Beukers - van der Arend, locatieleider Leonardo Cynthia Zwitselaar, intern begeleider
5
De organisatie van de school Contact OBS Anne Frank Zuster Meyboomstraat 2 2331 PD Leiden T 071 5318388 E
[email protected] [email protected] [email protected] I www.annefrankleiden.nl Managementteam De heer John van Haasteren, directeur Mevrouw Mardi Fortanier, adjunct-directeur Mevrouw Nathalie Beukers - van der Arend, locatieleider Leonardo Mevrouw Cynthia Zwitselaar, intern begeleider Bericht van de Anne Frankschool De Anne Frankschool vindt het belangrijk om ouders goed te informeren. Naast de vanzelfsprekende contacten over uw kind kunt u ook rekenen op regelmatig bericht van de Anne Frank. •H et Infobulletin verschijnt eenmaal per maand. Daarin wordt u het laatste nieuws verteld vanuit de directie, het team, de Medezeggenschapsraad en de Oudervereniging. Ook mededelingen, zoals bezoek aan museum of kinderboerderij worden hierin opgenomen. Het infobulletin kunt u ook vinden op onze website. •D e Schoolgids is een uitgave waarin de Anne Frankschool in hoofdlijnen haar doelstellingen en werkwijzen beschrijft. De gids is bedoeld voor de ouders van de schoolgaande kinderen en voor ouders die nog een keuze voor een basisschool moeten maken. De schoolgids wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld, met instemming van de Medezeggenschaps Raad (MR) en in de eerste schoolweek van het schooljaar aan u uitgereikt. •O p onze website vindt u veel informatie over onze school zoals verslagen en foto’s van evenementen, de schoolgids, belangrijke data en andere berichten. •H et 10 minuten gesprek: tweemaal per jaar wordt u hiervoor uitgenodigd. In dit gesprek zal het gaan over het welbevinden en de leervorderingen van uw kind. In het protocol ‘Gezag, omgang en informatie’ kunt u lezen dat de school verplicht is ook de ouder die het kind niet verzorgt te informeren over de schoolvorderingen en het algemeen welbevinden van het kind. Het protocol ‘Gezag, omgang en informatie’ ligt ter inzage op school. • De algemene informatieavond: voor deze avond wordt u aan het begin van het schooljaar uitgenodigd door de leerkracht van uw kind. Op deze avond wordt besproken wat de plannen voor het komend schooljaar zijn. Ook wordt om ouderhulp gevraagd voor bijvoorbeeld het begeleiden van bezoeken aan de kinderboerderij of het assisteren bij de crea-middagen. • E en thema-avond: deze avond wordt georganiseerd door de OuderVereniging (OV) en ieder jaar staat deze avond in het teken van een aan onderwijs gerelateerd onderwerp. Naast deze thema-avond organiseert de OV ook een algemene ouderavond waarin verantwoording wordt afgelegd over de besteding van de geïnde oudergelden. Verderop in deze gids vindt u meer over OV.
6
Tijd voor school Uw kind gaat in zijn leven heel wat uren naar school: voor de basisschool is dat ongeveer 7500 uur! In het overzicht staan de uren voor dit schooljaar aangegeven. In het basisonderwijs mogen leerlingen niet langer dan 5,5 uur per dag naar school. Daarnaast geldt voor leerlingen uit de groepen een tot en met vier dat zijn minimaal 3520 uur onderwijs krijgen in die eerste vier jaar. Voor leerlingen uit de groepen vijf tot en met acht is dat minimaal 4000 uur. In totaal moeten leerlingen dus 7520 uur les krijgen. In de onderbouw, dus de groepen 1 tot en met 4, gaan de kinderen per week 24,25 uur naar school. Op jaarbasis komt dat neer op 1261 uur (52 weken x 24,25 uur). Als we daar de vakantietijd (=327,25 uur) en het aantal verplichte schooluren (=880 uur) die de kinderen uit de onderbouw moeten maken, vanaf trekken blijven er 53,75 schooluren over. Deze uren gaan de kinderen niet naar school. Die gebruikt het team voor studiedagen, dat zijn er voor dit schooljaar 4. Daarnaast zijn er voor de onderbouw twee roostervrije dagen ingelast. In totaal heeft de onderbouw dus buiten de vakanties nog 6 dagen extra vrij. In de bovenbouw, dus de groepen 5 tot en met 8, gaan de kinderen 25,75 uur naar school. Op jaarbasis betekent dat zij 1339 uur naar school gaan (52 weken x 25,75 uur). Ook hier gaat nog vakantietijd vanaf (=327,25 uur) en het aantal verplichte schooluren (=1000 uur) die de kinderen in de bovenbouw moeten maken. Ook hier geldt dat de kinderen dan te veel uur naar school gaan. Deze uren gebruikt het team voor studiedagen, ook dat zijn 4 dagen. Dus naast de reguliere vakanties heeft de bovenbouw nog 4 dagen extra vrij. De data vindt u in bijlage 3 achter in de gids. Om 08.30 uur gaan de deuren open voor ouders en kinderen, de inloop duurt een kwartier. Om 12.00 uur gaan de kinderen van de onderbouw uit en wachten de ouders buiten de school. Kinderen die overblijven blijven om die tijd binnen de school. De kinderen van de bovenbouw gaan om 12.15 uur uit. Om 13.10 gaan de deuren weer open en starten de lessen om 13.15 uur. Om 15.15 uur gaan alle kinderen naar huis of naar de naschoolse opvang. Een compact overzicht van vrije dagen, vakanties, belangrijke data vindt u in bijlage 3. De schooltijden zijn als volgt: Groep 1 t/m 4 maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag 08.45 uur tot 12.00 uur 13.15 uur tot 15.15 uur woensdag 08.45 uur tot 12.00 uur Groep 5 t/m 8 maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag 08.45 uur tot 12.15 uur 13.15 uur tot 15.15 uur woensdag 08.45 uur tot 12.30 uur Overblijven op de Anne Frankschool Op de Anne Frank bestaat de mogelijkheid voor de kinderen om tussen de middag op school te eten. De kinderen zorgen voor hun eigen lunchpakket. Overblijfkrachten verzorgen tegen een kleine vergoeding het overblijven. U kunt voor uw kind(eren) een strippenkaart kopen. Voor de kleutergroepen hangen buiten de klas intekenlijsten. U kunt per dag aftekenen of uw kind overblijft. In de groepen 3 t/m 8 verzorgt de leerkracht deze lijst. De kinderen eten onder begeleiding van een overblijfkracht. Na het eten gaan de kinderen bij goed weer naar buiten. Jaarlijks volgen de overblijfkrachten een herhalingscursus EHBO.
7
Hieronder vindt u de tarieven voor het overblijven. U wordt verzocht om de vergoeding voor het overblijven over te maken op gironummer 6991661 t.n.v. Oudervereniging Openbare Basisschool Anne Frank te Leiden onder vermelding van de naam van uw oudste kind dat overblijft. Wanneer u niet in de gelegenheid bent om het overblijfgeld over te maken, bestaat de mogelijkheid om in de lunchpauze het geld contant bij de overblijfcoördinator af te geven. De kosten voor de overblijfkaarten bedragen dit jaar: 10 x overblijven €€ 13,25 x overblijven €€ 32,50 x overblijven €€ 61,75 x overblijven €€ 82,Wanneer uw kaart bijna vol is krijgt uw kind daarvan een aankondiging mee naar huis. Naschoolse opvang In de wet is vastgelegd dat de school de aansluiting met de buitenschoolse opvang moet organiseren als ouders daarom vragen. De school heeft hiervoor contracten afgesloten met B4kids en Wonderland. Een goede aansluiting maakt het gemakkelijker om werk en zorg voor het gezin te combineren. Buitenschoolse opvang betreft de naschoolse opvang en de opvang tijdens vakanties en vrije dagen. U regelt zelf de inschrijving van uw kind bij de buitenschoolse opvang en betaalt ook de kosten voor de opvang zelf. B4kids: www.b4kids.nl Wonderland: www.wonderlandkinderopvang.nl. . Ziekte van een leerkracht In een protocol is vastgelegd welke zaken de school moet regelen wanneer er geen vervangers beschikbaar zijn. Het is altijd lastig als er een leerkracht uitvalt door ziekte. In eerste instantie zullen we proberen de ontstane situatie intern op te lossen. In tweede instantie zal er naar een externe invaller gezocht worden door de directie. Als blijkt dat een leerkracht langere tijd ziek is, zal er gezocht worden naar iemand die voor langere tijd kan invallen. De directie zal u middels een schrijven hiervan op de hoogte houden. Wanneer er geen adequate vervanging gevonden kan worden zullen wij de kinderen, indien mogelijk, verdelen over andere groepen. In het uiterste geval zullen wij de ouders verzoeken hun kinderen thuis te houden. Het protocol ‘Vervanging bij ziekte’ ligt ter inzage op school. Protocol ‘Onderwijsondersteuning zieke leerlingen’ Voor kinderen die in een ziekenhuis zijn opgenomen of ziek thuis zijn, is het belangrijk dat het gewone leven zoveel mogelijk doorgaat. Onderwijs speelt hierin een cruciale rol. Scholen zijn verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs aan zieke leerlingen. Het is van groot belang dat de zieke leerling op maat wordt begeleid. In een protocol is vastgelegd hoe te handelen en welke ondersteuning de school kan krijgen van een consulent Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen(OZL) vanuit het HCO. Het HCO is een educatieve partner voor het onderwijs. Het protocol ‘Onderwijsondersteuning zieke leerlingen’ ligt ter inzage op school. Vrijstelling van schoolbezoek De leerlingen zijn verplicht aan alle activiteiten deel te nemen die in het jaarplan zijn vastgelegd. De directeur van de school kan op verzoek van de ouders een leerling vrijstellen om deel te nemen aan bepaalde activiteiten. Een vrijstelling is alleen mogelijk als dit in het schoolplan is beschreven. Daarbij moeten ook de gronden waarop vrijstelling mogelijk is, zijn aangegeven. Wanneer een leerling vrijstelling voor een onderwijsactiviteit heeft, bepaalt de directeur welke vervangende onderwijsactiviteiten de leerling moet verrichten.
8
Regels bij schoolverzuim Behalve bij schoolverzuim door ziekte is het niet toegestaan de school te verzuimen. Extra vakantie is niet geoorloofd. Er is een uitzondering, namelijk als een van de ouders tijdens geen van de schoolvakanties wegkan. Er moet dan wel een werkgeversverklaring worden overlegd. De directie is verplicht deze regels te volgen en bij overtreding dit door te geven aan de leerplichtambtenaar. Daarnaast mag een kind bij gewichtige omstandigheden, bijvoorbeeld een verhuizing, een huwelijk van een familielid of een jubileum, verlof aanvragen. Formulieren voor ‘verzoek vrijstelling schoolbezoek’ kunt u bij de administratie krijgen. Het formulier kunt u ook vinden op onze website onder ‘downloads’. Dit formulier dient minsten acht weken voor het gewenste verlof van te voren ingeleverd te zijn bij de directeur. U krijgt binnen een week antwoord op uw verzoek. Extra verlof in de eerste twee schoolweken na de zomervakantie is nooit toegestaan. Al het ongeoorloofde verzuim moet worden doorgegeven aan de leerplichtambtenaar. Het protocol ‘Leerplicht en verlof’ ligt ter inzage op school. Regels voor toelating en verwijdering van leerlingen De beslissing over toelating en verwijdering van leerlingen berust bij ons bestuur: Stichting PROO (Primair Openbaar Onderwijs). In de praktijk zal de directeur van de school de inschrijving van een leerling regelen. De toelating van een leerling op een school mag niet afhankelijk zijn van een geldelijke bijdrage van de ouders. Wanneer er sprake is van schorsing en/of verwijdering van een leerling wordt in alle gevallen het bestuur ingeschakeld. Het protocol ‘Toelating en verwijdering’ ligt ter inzage op school. Kledingvoorschriften Het ministerie van OCW heeft een praktische leidraad opgesteld ten aanzien van het instellen van kledingvoorschriften op scholen. Het advies van de Commissie Gelijke Behandeling over gezichtssluiers en hoofddoeken van 16 april 2003 is daarbij als richtlijn gebruikt. De Anne Frankschool erkent deze leidraad. Onze school hecht veel belang aan open communicatie. Kinderen moeten zich samen veilig kunnen voelen. Dat bereiken we niet alleen door goed gedrag in woord en gebaar maar ook door de wijze van “aankleding”. Wij vinden dat kleding gepast, niet uitlokkend of gevaarlijk dient te zijn. Zij-instromers en schoolwisseling Zij-instromers zijn kinderen die niet voor groep 1, maar voor een hogere groep worden aangemeld. Het zijn kinderen en hun ouders die wegens verhuizing een andere school zoeken. Een andere groep betreft kinderen van wie ouders niet tevreden zijn over de zorg die de voorgaande school biedt. Bij zijinstromers wordt een niveaubepaling door de intern-begeleider afgenomen. De Leidse scholen en schoolbesturen zijn van mening dat een ononderbroken schoolloopbaan van groot belang is voor kinderen. Gezamenlijk proberen scholen en besturen ongewenste schoolwisselingen te voorkomen. Het kan voorkomen dat een kind vroegtijdig de Anne Frankschool verlaat. De school zorgt dan voor een onderwijskundig rapport. In dit rapport wordt aangegeven hoe het kind zich tot dusver op school ontwikkeld heeft. Het rapport is bestemd voor de school waar het kind naar toe gaat. Ouders hebben recht op inzage. Het rapport wordt binnen 5 werkdagen na het vertrek naar de ontvangende school gestuurd. Hetzelfde geldt voor kinderen die tussentijds naar de Anne Frankschool toekomen. Het protocol ‘Schoolwisselingen’ ligt ter inzage op school. Burgerschap en integratie Leerlingen leren op school meer dan taal en rekenen alleen. Toerusting van leerlingen om op zinvolle wijze aan de samenleving bij te dragen is een taak die het onderwijs sinds lang vervult. De laatste
9
jaren zien we een toename in aandacht voor dit onderwerp. Bezorgdheid over verruwing en geweld, over onverdraagzaamheid en het afbrokkelen van de maatschappelijke samenhang spelen daarbij een rol. Sinds 1 februari 2006 zijn scholen verplicht ‘het actief burgerschap en de sociale integratie‘ van leerlingen te bevorderen. Lang voor deze verplichting is het project Kenia op de Anne Frankschool ontstaan. Onder de naam ‘Stichting o.b.s. Anne Frank helpt Kenia’, helpen leerlingen, ouders, leerkrachten en belangstellenden, kinderen in Kenia aan beter onderwijs en daardoor aan een betere toekomst. Ruim negen jaar geleden kwamen wij in contact met de Godo Primary School in Kenia in het gebied bij de grens met Tanzania, Lunga Lunga. Het gebied is een van de armste gebieden van Kenia. Veel analfabetisme, weinig werk, geen watervoorzieningen en bovenal weinig uitzicht op een beter leven. Het ‘schoolgebouw’ en het niveau van het onderwijs waren in slechte tot zeer slechte staat. Gebouwen waren minder dan barakken en naar school gaan was voor de bevolking niet vanzelfsprekend. Het laatste kostte de gezinnen veel geld dat er eenvoudigweg niet was. De afgelopen jaren hebben wij door middel van informatie naar leerlingen, ouders, leerkrachten en belangstellenden laten zien dat wij vanuit Nederland samen met de mensen van en rond de Godoschool iets kunnen verbeteren aan de oneerlijke situatie ter plekke. Leerkrachten en ouders van onze school zijn al meerdere keren in Kenia geweest en hebben kunnen zien wat er al verbeterd is en waar nog aan gewerkt moet worden. De gebouwen zijn vernieuwd en samen met het team van de Godoschool wordt nu hard gewerkt aan verbetering van het onderwijs. De kinderen van de Anne Frankschool weten nu veel meer over leeftijdgenootjes in Kenia. Bewustwording en betrokkenheid nemen hierdoor toe. Kinderen voor kinderen is hier echt van toepassing! Als stichting werken wij zeer nauw samen met de stichting ‘Tenda Pamoja’. De stichting is in 2007 opgericht. Tenda Pamoja heeft drie doelstellingen: het basisonderwijs, gezondheid en locale economie. Voor meer informatie kunt u terecht op hun website: www.tendapomoja.nl. Jaarlijks voeren we met kinderen en ouders actie om geld op te halen voor de Godoschool. Wandelen voor Water 2013 - 2014 Alle groepen hebben, net als vorig jaar, 20 maart 2013 meegedaan aan Wandelen voor Water. Dit is een sponsoractiviteit met als doel geld bijeen te brengen waardoor watervoorzieningen in derdewereldlanden verbeterd kunnen worden. Als Anne Frankschool hebben wij ons eigen goede doel: de Godoschool in Kenia. Het was een jubileumjaar: voor de vijfde keer liepen de leerlingen van de Anne Frankschool! Een geweldige prestatie. In samenwerking met stichting Tenda Pamoja (www.tendapamoja.nl) hebben de kinderen een route gelopen van 1,5 tot 6 kilometer met weinig ‘bagage’ ofwel 6 kilo aan water of boeken in hun speciale rugzak. Zo konden de kinderen een beetje ervaren wat een kind in een derdewereldland gemiddeld per dag loopt voor een beetje water. Deze rugzak en een gastles over water werden verzorgd door Ingrid Baart van de stichting Tenda Pamoja. De loop bracht het fantastische bedrag van ruim 5200 euro op. De opbrengst zal gebruikt worden voor de aanleg en irrigatie van een groentetuin bj de Godoschool. De bedoeling is dat op termijn de oogst voldoende zal zijn om de kinderen op school een maaltijd te geven. Zo komen we aan een van de speerpunten van Tenda Pamoja tegemoet: veiligheid en gezondheid. De Kinderraad Waarom een kinderraad? De kinderraad overlegt en denkt mee over onderwerpen op school die voor de kinderen belangrijk zijn. Bijvoorbeeld: • Welke speeltoestellen zouden we leuk vinden op het (kleuter)schoolplein. • Wat kunnen we nog meer doen om het schoolplein en de school nog gezelliger te maken. • Gezonde traktaties voor de verjaardagen. • De regels op school: zoals luisteren naar elkaar, niet pesten enzovoort.
10
• Speciale projecten waar de school aan kan werken (een themaweek over…, een dag van de ……..). • Invulling van feestdagen. Wie zitten er in de kinderraad? Van elke groep (vanaf groep 5) komen er twee kinderen (jongen, meisje) in de kinderraad. Dus uit de groepen 5 -8 en Leonardo 2 en 3. Dat zijn 12 kinderen. Hoe kom je in de kinderraad? In elke groep vraagt de juf of meester wie er in de kinderraad wil. Als er meer kinderen van een groep in de raad willen, gaan alle kinderen uit de groep stemmen. Het kind met de meeste stemmen komt dan in de kinderraad. Hoe vaak komen de kinderen bij elkaar? Eén keer per 8 weken komt de kinderraad bij elkaar op school. Twee leerkrachten (John en Annemieke) zitten de bijeenkomsten voor. Waar en wanneer? Bij voorkeur onder schooltijd gedurende een uur. Cultuureducatie: In alle leerjaren speelt cultuureducatie een belangrijke rol. Het kennismaken met allerlei cultuuruitingen, andere culturen zit in ons leerstofaanbod opgenomen. Concrete voorbeelden die dit beleid ondersteunen zijn: • De leespromotie vanaf groep 1 t/m groep 8. • Het meedoen aan het Voorleesontbijt. • Het meedoen aan het project Kinderboekenweek. •D e samenwerking met de bibliotheek voor de uitleen maar ook bij projecten levert de bibliotheek collecties • Het jaarlijkse bezoek aan musea en theaters. •H et jaarlijks schoolproject staat in het teken van de cultuureducatie zoals het project ‘Muziek’ en het project ‘Papier’. Het onderwerp van het schoolproject zal in het teken staan van het 25-jarig jubileum van de school! • Via ons project ‘geestelijke stromingen’ voor groep 7 en ons aanbod bij het aardrijkskunde onderwijs wordt er intensief aandacht besteed aan andere culturen, hun gewoontes enz. • Ons reguliere aanbod bij de vakken muziek, handenarbeid en tekenen.
De werkwijze van de Anne Frankschool Het onderwijs op de Anne Frankschool is groepsgewijs georganiseerd. In de groepen 1 en 2 zitten kinderen van verschillende leeftijd bij elkaar, net zoals in de combinatiegroepen 5-6. In de andere groepen zitten kinderen van min of meer dezelfde leeftijd. Passend onderwijs, omgaan met verschillen De komende jaren zal extra aandacht worden geschonken aan het veranderings-traject ‘Omgaan met verschillen’. De Anne Frankschool groeit planmatig toe naar vormen van passend onderwijs . Passend onderwijs is ook sociaal leren: het heeft affectieve en relationele kanten. Interactie tussen leerkracht en leerling en leerling en leerling, is van fundamentele betekenis, vooral ook als we letten op de motivatie en het zelfbeeld van kinderen. Hiertoe wordt onder andere de Sociale Competentie Observatie Lijst (SCOL) in de groepen 1 t/m 8 gebruikt, waarover u verderop in deze gids uitgebreide
11
informatie kunt vinden. De groepen 1 en 2 gebruiken daarnaast de Kleuter Observatie Lijst van Cito. Daarnaast vinden wij het heel belangrijk dat het team in de gelegenheid wordt gesteld om zich te scholen. Hiervoor worden ruim van tevoren elk schooljaar meerdere studiedagen ingepland. Op deze studiedagen kan het personeel zich bezinnen en verrijken op de onderwijskundige ontwikkelingen binnen de Anne Frankschool. Voor het toegroeien naar passend onderwijs wordt er de komende schooljaren verder veel aandacht geschonken aan: •d igitalisering en optimalisering van de leerlingenzorg zoals een betere afstemming tussen de methodes en de toetsen die worden afgenomen; het maken van trendanalyses en naar aanleiding daarvan adequaat handelen; •h et bewaken en borgen van een doorgaande lijn op het gebied van zelfstandig werken en de zelfstandigheid van de leerlingen te vergroten; • meer ruimte bieden aan eigen initiatieven van de leerlingen; • meer ruimte bieden voor het coöperatief leren. Groep 1-2 In groep 1-2 zitten kinderen van 4, 5 en 6 jaar. Door deze samenstelling leren de kinderen spelenderwijs van elkaar. Nieuwe kinderen worden dus opgevangen in een al bestaande groep en leren zo de goede gewoontes van de school en de groep kennen. De kinderen leren hier vanaf het moment dat zij binnenkomen te werken met het planbord, als voorbode op het ‘zelfstandig werken’. Ieder kind heeft zijn eigen kaartje en kan dat afhangen op het planbord. Zo ziet het kind vanzelf wanneer er bij een activiteit nog plaats is of niet. Met behulp van een kleurenklok kan het kind zelf in de gaten houden wanneer het van activiteit moet wisselen, uiteraard onder begeleiding van de leerkracht. In principe worden aan het einde van de kleuterperiode de oudsten uit de kleutergroepen verdeeld over de nieuwe groep(en) 3. Soms zijn kinderen nog zo gericht op spelen en open onderwijssituaties dat de overgang van groep 2 naar groep 3 te abrupt is en de school geen goede doorgaande ontwikkeling kan garanderen. Er kan sprake zijn van specifieke ontwikkelingsproblemen. Dat betekent dat wij de overgangsbeslissing van groep 2 naar groep 3 zeer overwogen nemen, uiteraard weer in nauw overleg met de leerkracht(en), de intern begeleider en de ouders. Ditzelfde geldt voor kinderen die eerder door kunnen stromen naar groep 3. De directie neemt de uiteindelijke beslissing. Het protocol ‘Criteria overgang van groep 2 naar groep 3’ ligt ter inzage op school. De Anne Frankschool neemt actief deel aan VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie). Kinderen leren al op jonge leeftijd mee te doen aan educatieve programma’s. Zij worden gestimuleerd om hun kansen op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière te vergroten. Alle kinderen van de Anne Frankschool leren respectvol met elkaar èn met hun omgeving om te gaan. Groep 3-8 Zoals hierboven al genoemd: in de groepen 3 t/m 8 zitten kinderen van min of meer dezelfde leeftijdsgroep. De Anne Frankschool kiest hiervoor omdat zij ervan uitgaat dat het onderwijs op deze manier de meeste houvast geeft en om het onderwijs zo effectief mogelijk te laten verlopen. De kinderen van groep 3 leren in de laatste 3 maanden van het schooljaar te werken met een dagtaak, als voorbereiding op de weektaak. Zij kunnen dan precies zien wat er die dag moet gedaan moet worden en waar mogelijk kunnen zij die taken dan zelfstandig en in eigen tempo verwerken. De kinderen leren vanaf groep 4 te werken met een weektaak. Aan het begin van de week krijgen zij een weekoverzicht, waarop duidelijk wordt wat er gedaan moet worden die week, wat zij zelfstandig moeten/kunnen verwerken en wanneer. Binnen alle groepen (dus ook de kleutergroepen) zijn er dagelijkse momenten van gemeenschappelijke leerstof, waarna de kinderen zoveel als mogelijk op eigen niveau en tempo aan de slag gaan: het ‘zelfstandig werken’. De leerlingen leren dus zelfstandig hun taken binnen een bepaalde tijd te plannen en te verwerken. De leerkracht houdt rekening met de 12
verschillen tussen kinderen. Daartoe gebruikt hij verschillende, zogenaamde differentiatiematerialen, waaronder de computer. In de groepen 3 t/m 8 is een aparte instructietafel aanwezig. Wanneer de kinderen zelfstandig aan het werk zijn geeft de leerkracht kinderen die dat nodig hebben extra instructie. Wanneer een kind de leerstof van zijn jaargroep niet kan bijhouden, zal het van de leerkracht extra ondersteuning krijgen: dat kan bestaan uit extra instructie of extra oefening. Waar nodig wordt het niveau aangepast. Als dit niet het gewenste resultaat oplevert wordt in samenwerking met de intern begeleider naar andere mogelijkheden gekeken. Voor kinderen die de leerstof ver vooruit zijn wordt extra uitdaging in leerstof gegeven door middel van verdieping en verrijking. Deze stof wordt in de klas zelfstandig verwerkt. Daarnaast bestaat op de Anne Frank de Plusklas: een groepje kinderen, steeds verschillend van samenstelling, krijgt onder begeleiding van onze Plusleerkracht extra taal- en rekenopdrachten. Deze opdrachten worden in principe ook zelfstandig verwerkt in de klas en besproken met de Plusleerkracht. In een enkel geval kan een kind ‘meeliften’ met speciale lessen in de Leonardo groepen. Een voorbeeld daarvan is dat een aantal kinderen uit de reguliere groepen een workshop schrijven van de Leonardo afdeling hebben gevolgd. Methodes Taal Schatkist, groep 1 en 2 Kleuterplein, groep 1 en 2 Veilig leren lezen, groep 3 Taal Actief, groep 4 t/m 8 Estafette, groep 4 t/m 6 Begrijpend en studerend lezen NieuwsbegripXL, groep 4 t/m 8 Rekenen Rekenrijk, groep 3 t/m 8 Schrijven Pennenstreken, groep 3 t/m 7 Geschiedenis Bij de Tijd, groep 3 t/m 8 Aardrijkskunde Wijzer door de wereld, groep 5 t/m 8 Biologie Natuurlijk, groep 3 t/m 8 Muziek Moet je doen, groep 1 t/m 8 Wetenschap en Techniek* Engels Take it easy, groep 5 t/m 8 Gymnastiek groep 3 t/m 8 Atelieronderwijs** groep 1 t/m 8 Verkeer*** groep 1,2 en 3: Rondje Verkeer (VVN) groep 4, 5 en 6: Op voeten en fietsen (VVN) groep 7: Jeugd Verkeers Krant (VVN) * Onze school heeft gebruik gemaakt van de overheidssubsidies om het vak techniek een plaats te geven binnen ons onderwijs. Vanuit het VTB project hebben wij onlangs het certificaat ontvangen waarin wordt aangegeven dat onze school erin geslaagd is om het vak techniek een structurele plaats te geven in ons onderwijsaanbod. Concrete activiteiten die dit onderbouwen: •We maken in alle groepen gebruik van de Techniektorens. • Voor het gehele schooljaar is er een planning opgesteld. • De techniekcoördinatoren zorgen voor een planning en het aanvullen van de materialen voor de Techniektorens. • Elke groep bezoekt twee maal per jaar het Technolab. • Bij de Plusklas en bij de Leonardo afdeling neemt wetenschap en techniek een vooraanstaande plaats in. Als uitgangspunt voor de lessen wordt uitgegaan van het boekwerk ‘Wetenschap en Techniek’ waarbij de begrippen onderzoeken en ontwerpen de kernbegrippen zijn. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de attitude van de kinderen. Je moet bij een onderzoek eerst de juiste vragen stellen om te weten te komen hoe iets werkt, voordat je een nieuw product kan ontwerpen.
13
** Het atelieronderwijs op de Anne Frankschool bestaat uit groepsdoorbrekende creatieve of educatieve ’workshops’. In dit schooljaar zullen wij met een nieuwe vorm van atelier onderwijs komen, waarin we de kinderen de mogelijkheid willen bieden om voor een bepaalde workshop te kiezen. Techniekonderwijs en atelier onderwijs zullen elkaar afwisselen. *** Naast bovenstaande methodes voor verkeer worden in en rond de school drie maal per jaar praktische verkeerslessen gegeven. Dat varieert van op de juiste manier leren oversteken tot behendigheid met het fietsen. In groep 7 worden zowel het schriftelijk als praktisch verkeersexamen afgenomen. Op de eerste klassikale informatieavond van het schooljaar zal inhoudelijk ingegaan worden op het gebruik van de methodes. Leonardo-onderwijs Op 1 februari 2010 zijn we op de OBS Anne Frank gestart met het geven van Leonardo Onderwijs, onderwijs aan hoogbegaafde kinderen. Deze speciale vorm van onderwijs is gericht op kinderen die: • beschikken over hoge intellectuele capaciteiten (IQ > 130) • creatief zijn in het bedenken van oplossingen • gemotiveerd zijn om te gaan ontdekken en te leren Op onze school zijn de Leonardo kinderen verdeeld in drie ontwikkelingsgroepen, te weten: Leonardo 1: 6/7 jarigen Leonardo 2: 8/9 jarigen Leonardo 3: 10,11,12 jarigen Hoogbegaafde kinderen denken op een andere manier dan hun leeftijdsgenoten en zijn op geestelijke ontwikkeling verder dan hun leeftijdsgenootjes. Onze school erkent de talenten van kinderen. Passend en uitdagend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen is noodzakelijk. Het Leonardo Onderwijs biedt hoogbegaafde kinderen passend onderwijs. Omdat wij aangesloten zijn bij de Leonardo Stichting werken wij volgens het Leonardo principe. Onze 3 Leonardogroepen maken deel uit van de reguliere basisschool Anne Frank. Schoolactiviteiten en vieringen doen we gezamenlijk. Ook de schooltijden en vakanties zijn gelijk aan de reguliere afdeling. Het Leonardo Curriculum De Leonardo Stichting heeft haar kennis en expertise ingezet om een uniek Leonardo Curriculum voor het Leonardo onderwijs te ontwikkelen. Het Leonardo Curriculum voor hoogbegaafde kinderen behelst een unieke aanpak, waarin de nodige diepte en breedte, alsmede het top-down overzicht, stimulerende vragen voor debat en discussie, en ruimte voor creatief leren en denken, allemaal aan de orde komen. Elk thema is vakoverstijgend en bevat relevante ideeën en input vanuit de natuurwetenschappen en wereldoriëntatie, kunst en cultuur. Het Leonardo Curriculum biedt inhoud en uitdagingen geïntegreerd in een driejarige cyclus van 15 thema’s. In deze thema’s komen bijna alle vakken aan bod vanuit een Deep Level benadering. De kinderen verwerken ieder thema in de vorm van een werkstuk, een presentatie of door het maken van een spel. De opbrengst van hun verwerking wordt gebonden in hun portfolio.
Overige vakken Naast het werken in Leonardo thema’s krijgen de kinderen ook taal- en rekenonderwijs. Omdat we taal- en rekenwerk compact aanbieden, blijft er meer tijd over voor extra vakken zoals: Engels, Chinees, schaken, Leren-Leren, filosofie, Leonardotijd, muziek en techniek science. Kernvisie Leonardo Onderwijs De kernvisie van ons Leonardo Onderwijs is: met respect voor kwaliteiten van anderen, eigen talenten optimaal ontwikkelen. Het is van groot belang dat kinderen zich bewust worden van hun eigen unieke, kwaliteiten. We stimuleren onze leerlingen deze kwaliteiten te ontwikkelen en te gebruiken. Op deze wijze willen we onze maatschappij verrijken met hoogopgeleide en creatieve mensen die een
14
belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de Nederlandse kenniseconomie, maar die tevens, op basis van hun brede ontwikkeling en tolerante levenshouding, een positieve bijdrage kunnen verlenen aan de ontwikkeling van onze maatschappij naar een multiculturele samenleving. Voor meer informatie verwijzen wij u naar onze website www.annefrankleiden.nl of u kunt contact opnemen met de locatieleider Leonardo Onderwijs, Nathalie Beukers (
[email protected]) Computers en school Computers zijn niet meer weg te denken uit het onderwijs. In iedere groep staan leerlingencomputers. Kinderen maken vanaf de kleutergroepen kennis met de computer en maken onder andere gebruik van methodegebonden software. In de groepen zijn digitale schoolborden. De mogelijkheden van een digitaal schoolbord zijn ongekend. Er kan veel meer mee dan met het ouderwetse zwarte bord met krijtjes. Zo kunnen er dankzij het digitale schoolbord websites getoond en gebruikt worden, we kunnen muziekfragmenten laten horen, presentaties maken en nog veel meer. Omdat het digitale schoolbord gebruik maakt van een computer, kunnen we alles bewaren en later weer gebruiken. Ook methodegebonden lesmaterialen worden gebruikt in combinatie met het digitale schoolbord. Gymnastiek Gymnastiek wordt 1 dag verzorgd door een vakleerkracht. Dat betekent dat de groepen 3 t/m 8 minimaal eenmaal in de week van de vakleerkracht gym krijgen. De tweede keer wordt door de eigen leerkracht gegeven. De groepen 1 en 2 maken voor bewegingsonderwijs gebruik van de speelzaal. Voor gymmen geldt er op de Anne Frankschool een aantal spelregels: • tijdens de gymnastieklessen worden er andere kleren gedragen dan in de klas. Deze aparte gymkleding, inclusief gymschoenen, wordt meegenomen op de dagen dat er gym is voor de betreffende klas. Douchen na afloop is verplicht, een handdoek moet dus bij de gymkleding zitten! Zonder handdoek moet er toch gedoucht worden • s choenen die buiten gedragen worden, mogen niet in de kleedruimtes en de zaal gedragen worden •w anneer een kind niet in staat is om te gymmen willen wij van de ouders graag een briefje daarover hebben. •a ls de gymkleren vergeten zijn, moet er door de leerling zelf een oplossing gezocht worden •a ls het weer het toelaat, zal er buitengym gegeven worden. Binnenschoenen mogen niet buiten gedragen worden •d e kinderen van groepen 1 en 2 geldt dat zij alleen gymschoenen moeten hebben, liefst met elastiek of klittenband • de leerkracht brengt en haalt de kinderen naar het gymnastieklokaal. Godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs (gvo/hvo) in de openbare school De openbare school heeft tot taak aandacht te schenken aan de levens-beschouwelijke en maatschappelijke waarden in de Nederlandse samenleving, met onderkenning van de verscheidenheid en eerbiediging van ieders godsdienst en levensbeschouwing. Binnen onze zaakvakmethodes (aardrijkskunde en geschie-denis) wordt hieraan aandacht besteed.
15
Het Schoolplan Speerpunten 2013 - 2014 In dit schoolplan staat beschreven welke onderdelen we binnen ons onderwijs in de jaren 2011 – 2015 willen verbeteren. Per schooljaar kunt u onze ontwikkelingen volgen. Voor het komende jaar zullen deze ontwikkelingen zijn: • Het atelieronderwijs een nieuwe impuls geven in combinatie met technieklessen. • In het kader van passend onderwijs gaan we ons richten op het invoeren van handelingsgericht werken, zowel op team als individueel niveau. • Werkvormen van coöperatief leren wekelijks uitvoeren. • Implementatie nieuwe Engelse methode ‘Take it easy’, voor de groepen 5 t/m 8. • Implementatie van de Supportgroep Aanpak. De school doet zijn best zoveel mogelijk te investeren op preventief beleid rondom het positief omgaan met elkaar. Mocht er toch sprake zijn van pestgedrag onder de leerlingen, dan zet de school in situaties waarin dit nuttig lijkt de supportgroep in. De Supportgroep-aanpak leert kinderen om pestgedrag op een oplossingsgerichte manier om te zetten in ondersteunend, positief gedrag naar elkaar. Het woord ‘pesten’ wordt hierbij niet gebruikt en de pesters worden ook niet als ‘schuldigen’ aangewezen. In plaats daarvan leren kinderen om verantwoordelijkheid te nemen en een positieve rol te spelen voor elkaar. In de groep zitten kinderen die pesten, meelopers en vrienden van het gepeste kind. Zij bespreken met elkaar wat ze ieder als voor zich voor bijdrage kunnen leveren om een klasgenoot te helpen weer met meer plezier naar school te gaan. Het groepje komt 2 tot ongeveer 5 keer bij elkaar. De supportgroep brengt op een aanstekelijke manier de rest van de groep in een positieve spiraal. Ouders worden ingelicht als hun kind mag deelnemen in een supportgroepje. Van ouders wordt verwacht dat zij ondersteunend zijn voor hun kind door thuis positief te praten over het deelnemen aan de supportgroep en de te zetten stappen van hun kind. • Het ontwerpen van een digitaal leerlingenrapport voor alle groepen. • Oriëntatie op een nieuwe rekenmethode. • Het invoeren van onderwijsgesprekken en zorgbesprekingen in (bouw)vergaderingen
••••••••••••• Speerpunten uit de schoolgids 2012 - 2013: • I mplementatie ‘Estafette’ •H et volgen en adequaat handelen naar aanleiding van trendanalyses/opbrengstgericht werken. • I mplementatie van coöperatief of samenwerkend leren. * • Implementatie ‘Wijzer door de Wereld’. • Implementatie van SCOL (Sociale Competentie ObservatieLijst). • Implementatie NieuwsbegripXL * Coöperatief leren is een onderwijsmethode gebaseerd is op samenwerking. Kenmerkend voor coöperatief of samenwerkend leren is de noodzaak voor leerlingen om bij het uitvoeren van een leertaak met elkaar samen te werken. De klas wordt ingedeeld in kleine, heterogene groepen en leerlingen in deze coöperatieve leergroepen moeten met elkaar discussiëren over de leerstof, elkaar uitleg en informatie geven, elkaar overhoren en elkaars zwakke kanten aan vullen. De achterliggende gedachte van deze vorm van leren is dat kinderen niet alleen leren van de interactie met de leerkracht, maar ook van de interactie met elkaar. Tevens is coöperatief leren niet een geheel nieuwe manier van werken, maar een aanvulling op het didactische repertoire van de leerkracht. Het coöperatief leren is niet geheel gericht op de ontwikkeling van de eigen persoonlijkheid en kennis, maar juist ook om de ander verder te helpen met de kwaliteiten die het kind zelf al bezit. Binnen coöperatief leren worden de leerlingen uitgedaagd om zelf initiatief te nemen, elkaar te helpen en problemen samen op te lossen. De leerkracht doet hierbij zelf bewust een stapje terug. Dit is soms nog 16
een hele opdracht voor een docent, omdat de persoon gewend is aan de positie van leidinggevende op een andere manier. Het werken aan een gedeelde verantwoordelijkheid is vaak voor beide partijen een uitdaging. Het vraagt dan ook om een geleidelijke opbouw. ••••••••••••• Alle doelen zijn verwezenlijkt. Naar aanleiding van de trendanalyses hebben we ons afgelopen jaar vooral gericht op lezen, woordenschatverbetering en spelling. Uit de toetsresultaten hebben we kunnen constateren dat dit een positieve uitslag gegeven heeft! Het komend jaar zullen we ons vooral op spelling en technisch lezen richten, waarbij zeker de woordenschatontwikkeling onze aandacht blijft houden. De opbrengsten zullen komend schooljaar twee maal in teamverband worden besproken.
Wat wij belangrijk vinden op de Anne Frankschool De Anne Frankschool is een school waar kinderen zichzelf kunnen zijn, zich veilig voelen, elkaar respecteren, ongeacht de verschillen die zij met zich mee dragen. Om dat te bereiken gebruiken we onderstaande instumenten. SCOL De SCOL – Sociale Competentie ObservatieLijst – is een scorelijst per leerling die tweemaal per jaar door de leerkracht wordt ingevuld: een keer rond de herfstvakantie en de tweede keer in het voorjaar. Na de eerste keer invullen wordt een beginanalyse van de gegevens gemaakt: over een leerling of van de hele groep. En wanneer de SCOL schoolbreed is afgenomen, kan dit zelfs op schoolniveau. Na iedere volgende afname worden de scores met de vorige afnamen vergeleken en worden de vorderingen geanalyseerd, van elke individuele leerling, van elke groep of van de school als geheel. De LeerlingSCOL is een aanvullende module op de SCOL. De module is bedoeld voor leerlingen die in groep 6, 7 en 8 zitten. De leerlingen uit deze groepen vullen ook tweemaal per jaar de scorelijst zelfstandig in: een keer rond de herfstvakantie en de tweede keer in het voorjaar. Na het invullen kan het oordeel van de leerkracht, gemeten met de SCOL, vergeleken worden met het resultaten van de LeerlingSCOL (per leerling en per groep). Het Leerling Volg Systeem (LVS) en Dossiervorming De leerontwikkeling wordt bijgehouden in het Leerling Volg Systeem (LVS). De vorderingen worden systematisch en digitaal door de leerkrachten bijgehouden. Met de methodegebonden en methodeoverstijgende toetsen bewaken we de leervorderingen van ieder individueel kind. Ook hier geldt dat er tijdig gesignaleerd wordt zodat er ingespeeld kan worden op situaties waarin de ontwikkeling van een kind stagneert. Het protocol ‘Dossiervorming leerlinggegevens’ ligt ter inzage op school. Rapportage Vanaf groep 3 krijgen de kinderen driemaal per jaar een rapport, waarin de resultaten genoteerd staan. Komend schooljaar ontwerpen wij een digitaal rapport voor alle groepen. Protocol Zittenblijven In dit protocol is vastgelegd welke stappen er moeten worden genomen voordat besloten wordt een leerling te laten doubleren. Vooral de gesprekken met de ouders van de leerling zijn van belang. Uiteindelijk is het de directeur die beslist over doubleren. Het valt onder het beleid van de school welke leerlingen overgaan van groep 2 naar 3. De regeling dat kinderen voor 1 oktober zes jaar moeten zijn om naar groep drie te mogen bestaat sinds 1985 niet meer. Overgang van een leerling heeft tegenwoordig niets meer te maken met de leeftijd van het kind, 17
maar wel met de ontwikkeling die een leerling heeft doorgemaakt. De school zal vooral kijken naar de werkhouding, concentratie, de cognitieve ontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Het oordeel is onder andere gebaseerd op observaties, toetsen, gesprekken met de interne begeleider(IBer) en gesprekken met de ouders. De school dient te bevorderen (maar is dus niet verplicht) dat de verblijfsduur in het primair onderwijs acht aaneengesloten jaren bedraagt. Het protocol ‘Zittenblijven’ ligt ter inzage op school.. Zorg voor leerlingen De school heeft een duidelijke weg uitgezet voor de zorg voor kinderen met leer- en/of gedragsproblemen. De mogelijkheden om speciale zorg te bieden zijn uitgebreid, maar die speciale hulp is niet onbegrensd. De Anne Frankschool kent haar grenzen in de opvang voor kinderen met speciale hulp. In nauw overleg met het team, de intern-begeleider en ouders geven wij een eerlijk beeld van wat wij wel en niet aankunnen. In onze overwegingen staat altijd het belang van het kind voorop! In het ‘Zorgplan’ van de Anne Frankschool staat dit beschreven. Het ‘Zorgplan’ ligt ter inzage op school. (Hoog)begaafden Kinderen die meer verrijking of verdieping nodig hebben komen goed aan hun trekken: met de leerkracht en eventueel de Plusleerkracht of de intern begeleider wordt gekeken welk materiaal het beste aansluit bij de behoefte van het kind. Op contactmomenten met de Plusleerkracht zal uitgekiende lesstof aan de kinderen aangeboden worden en geleerd worden hoe zij hier de rest van de tijd mee aan de slag kunnen. De eigen leerkracht zal regelmatig op de hoogte worden gehouden van de werkwijze en de vorderingen. Het ‘(Hoog)begaafdenbeleid’ ligt ter inzage bij de directie.. Dyslexie Dyslexie betekent letterlijk: niet kunnen lezen. Bij dyslexie kunnen zowel lees- als spellingsproblemen voorkomen, maar deze komen ook los van elkaar voor. Officieel wordt dyslexie in Nederland aangeduid als: “Een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau.” Hardnekkigheid is een belangrijk kenmerk van dyslexie, niet alleen bij het leren lezen en spellen, maar ook bij het snel en vlot kunnen lezen. De Anne Fankschool kent een dyslexie beleid. Hierin staat hoe wij op school omgaan met kinderen met (een vorm van) dyslexie. Het ‘Dyslexiebeleid op de Anne Frank’ ligt ter inzage bij de directie. De resultaten Ieder jaar gaan weer tientallen leerlingen naar hun nieuwe school voor het voortgezet onderwijs; het resultaat van gemiddeld 8 jaar basisschool. Scholen zijn verplicht om deze eindresultaten in de schoolgids te vermelden, zodat ouders in hun zoektocht naar een school voor hun kind deze kunnen vergelijken. De ‘zittende’ ouders krijgen zo inzage in de opbrengsten van 8 jaar basisonderwijs. Voor deze opbrengsten wordt onder andere de eindtoets van CITO gebruikt, die door de meeste scholen in Nederland gebruikt wordt. De Anne Frankschool wordt in de eindtoets vergeleken met scholen waar ongeveer hetzelfde ‘type’ kind zit. Voor de meting is dat wel zo eerlijk. In de grafiek op de volgende pagina kunt u de landelijke en de Anne Frank resultaten lezen.. De laatste jaren zaten wij steeds boven het gemiddelde. Het afgelopen jaar zat de Anne Frankschool wederom boven het landelijk gemiddelde: 535,8. Rekenen en taal zijn belangrijk op de Anne Frankschool. De eindtoets bestaat voornamelijk uit reken- en taalopdrachten en wereldoriëntatie.
18
pr.o
6,8 vwo
lwoo
2,9
8,7
5,8
34,8
vmbo basis
5,8
11,6
havo / vwo
vmbo kader
vmbo tl
5,8 2,9
20,3
havo
tl / havo
Adviezen aan leerlingen eind groep 8, in procenten
545 540 anne frankschool landelijk
535 530
anne frankschool landelijk
2009
2010
2011
2012
2013
534,7 534,7
537,4 535,8
535,8 535,2
538,2 535,9
535,8 535,0
Eindresultaten 2009 - 2013 Waar gaan de kinderen naar toe? In de grafiek kunt u aflezen welke adviezen de kinderen van groep 8 gekregen hebben van de leerkrachten. Zo goed als alle leerlingen zijn op de school van hun keuze geplaatst. Adelbert College Da Vinci, afd. Leonardo Da Vinci, afd. Lammenschans Da Vinci, afd. Kagerstraat Stedelijk Gymnasium Rijnlands Lyceum Wellant College Vlietland Visser ‘t Hooft, afd. Kagerstraat Het Waterland
2 8 6 1 7 1 1 6 1 1
19
De intern begeleider (IB-er) De interne begeleider heeft een coördinerende, ondersteunende en adviserende taak in het volgen van de ontwikkeling van uw kind samen met de leerkracht. De IB-er volgt de resultaten en de voortgang binnen de groep via de groepsbesprekingen. Problemen kunnen zich voordoen op het gebied van de verstandelijke, sociaal-emotionele (gedrag) de lichamelijke ontwikkeling (o.a. motoriek). Maar ook problemen in de thuissituatie, opvoeding of andere problematiek kent onze aandacht. Ouders/verzorgers worden op de hoogte gehouden van de ontwikkeling van hun kind. Indien de problemen aanleiding geven tot nader onderzoek, kan een meer gespecialiseerde deskundige worden ingeschakeld van onder andere de Onderwijs Adviesdienst (OA). Externe hulp wordt alleen ingeschakeld met toestemming van de ouders. De uitkomst van onderzoek met handelingsgerichte adviezen wordt doorgesproken met ouders en de leerkracht. Een en ander kan leiden tot handelingsadviezen voor begeleiding in de klas of een advies voor nader onderzoek. De IB-er zorgt ook voor de evaluatie van zij-instromers en waar nodig worden leerkrachten begeleid en gecoacht door de IB-er. Bovenstaande stappen staan beschreven in ons Zorgplan. De naam van de Intern Begeleider vindt u in bijlage ‘Personeel’. Expertteam Stevenshof Flexibel inzet zorgarrangementen en ambulante begeleiding (LGF) Op de vier scholen in de Stevenshof, O.B.S Anne Frank, K.B.S. ’t Klankbord, O.B.S. De Stevenshof en P.C.B. De Zwaluw wordt er gewerkt met een Expertteam met als doel de extra ondersteuning aan leerlingen efficiënter en effectiever te laten verlopen. Voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften heeft de school te maken met verschillende experts. De scholen van de Stevenshof hebben, samen met het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School regio Leiden en de Ambulante Educatieve Dienst (AED) de handen ineen geslagen om de verschillende vormen van onderwijsondersteuning beter op elkaar af te stemmen en middelen te bundelen. Er wordt een breed team van experts geformeerd (uit het samenwerkingsverband en de clusters 3 en 4) dat scholen kunnen inroepen (expertteam). Deze experts zijn zowel beschikbaar voor consultatie en advies als voor extra handen in de klas. De scholen en experts bepalen in onderling overleg wat in de gegeven situatie nodig is. Het expertiseteam gaat integraal onderdeel uitmaken van de ondersteuningsstructuur van de school en waar nodig kunnen de experts als adviseur aanschuiven bij het zorgteam of bij een kindbespreking. De verwachting is dat door bundeling van middelen en het werken vanuit een expertteam meer maatwerk geleverd kan worden, beter wordt samengewerkt en onnodige bureaucratie voorkomen kan worden. Ouders zijn partner in het zoekproces naar het meest optimale onderwijs voor hun kind. Als leerlingen specifieke behoeften hebben op school zullen ouders niet alleen een belangrijke informatiebron zijn, maar ook (mede) bepalen welke wegen gekozen worden. Met de werkwijze van het expertteam en in goede samenwerking met ouders is het vooruitzicht dat de vier scholen nog beter toegerust zijn hun leerlingen de ondersteuning te bieden waaraan zij behoefte hebben. Leerling Gebonden Financiering (LGF) of Rugzak De ‘Rugzak’ heet officieel ‘leerlinggebonden financiering’ (lgf). Deze financiering is mogelijk dankzij de wet op de leerlinggebonden financiering. Deze wet maakt het mogelijk dat ouders van een kind met een beperking kunnen kiezen tussen: • een reguliere (gewone) school met leerlinggebonden financiering (rugzakje) • of een school voor speciaal onderwijs. Voorwaarde hiervoor is wel dat hun kind een indicatie heeft. Een indicatie moet in principe door de ouders worden aangevraagd bij een commissie voor indicatiestelling (CvI) In uitzonderlijke gevallen kan een school een indicatie aanvragen. De criteria en onafhankelijkheid van de commissies zijn bij wet geregeld. Dat betekent dat overal in het land dezelfde criteria worden gehanteerd.
20
Een Rugzak (leerlinggebonden financiering) is mogelijk in het: • basisonderwijs (reguliere basisschool en speciale basisschool, sbo), • v oortgezet onderwijs (incl. leerwegondersteuning, lwoo en praktijkonderwijs), • middelbaar beroeps onderwijs (mbo, roc). Wanneer ouders na indicatie kiezen voor een reguliere school, dan krijgt de school waar het kind ingeschreven staat extra geld om hun kind te kunnen helpen. (De school moet wel melden dat ze een rugzakleerling heeft.) Uit het rugzakje worden betaald: •e xtra formatie (uren personeel), • eventueel ambulante begeleiding, • extra materiaal (leer- en hulpmiddelen). De school stelt in overleg met de ouders een handelingsplan op over doel en wijze waarop het onderwijs voor het kind wordt aangepast en hoe de middelen uit het rugzakje worden ingezet. U kunt voor meer informatie terecht op de volgende website: www.oudersenrugzak.nl. Vanaf 1 augustus 2014 zal de LGF-regeling veranderen. WSNS Als uw kind meer nodig heeft dan de gebruikelijke lessen en begeleiding van de leerkracht in de klas, zal de leerkracht dat met u bespreken en contact opnemen met ‘de intern begeleider’ van de school. In overleg met u kan de school extra ondersteuning inzetten om uw kind verder te helpen. Als er meer nodig is dan de ondersteuning die de school zelf kan bieden, kan de intern begeleider, na overleg met u, de hulp inroepen van een medewerker van WSNS, de VIA-adviseur. WSNS regio Leiden ondersteunt basisscholen bij het omgaan met verschillen tussen kinderen in de groep. Bijna alle basisscholen van Leiden, Voorschoten, Leiderdorp, Zoeterwoude, Kaag en Braassem (Alkemade) en Oegstgeest zijn aangesloten bij ons samenwerkingsverband. De basisscholen in de regio Leiden werken samen om voor alle kinderen een passend onderwijsaanbod te kunnen bieden. Dit doen we door: • het ondersteunen van scholen bij de aanpak van kinderen met een specifieke hulpvraag, •h et beschikbaar stellen van deskundigheid over uiteenlopend onderwerpen zoals leesproblemen, gedragsproblemen, klassenorganisatie, pesten, gesprekken met ouders enz., • het professionaliseren van leerkrachten, • te adviseren over andere vormen van (speciaal) onderwijs, • samenwerking te bevorderen met de jeugdhulpverlening, • te ondersteunen bij het vinden van het best passende onderwijsarrangement en nog veel meer………. De ondersteuning vanuit WSNS is voor ouders kosteloos. Het samenwerkingsverband WSNS regio Leiden ontvangt van het ministerie van onderwijs (OCW) middelen om de scholen te ondersteunen. De intern begeleider van de school kan in overleg met de VIA-adviseur een aanvraag doen voor een ‘onderwijs-ondersteuningsarrangement’ (ook wel zorgarrangement genoemd). Door de inzet van een deskundige of door extra aandacht op school, kan uw kind verder geholpen worden. Als er sprake is van een flinke leerachterstand en uw kind voelt zich ondanks de extra hulp niet meer thuis op school, kunt u in overleg met de leerkracht en de intern begeleider van de school overwegen uw kind naar het speciaal basisonderwijs te laten gaan. Voor de Leidse regio is dat ‘SBO De Vlieger’, Boerhaavelaan 298 te Leiden. Wilt u meer weten? www.wsnsregioleiden.nl Speciaal onderwijs Soms is het nodig dat er voor uw kind ‘een rugzak’ moet worden aangevraagd. Dan is er sprake van een vastgestelde beperking waardoor uw kind alleen in de basisschool kan blijven als er voor meerdere jaren ondersteuning wordt geboden. Deze aanvraag loopt via de commissie voor indicatiestelling (CVI) van het speciaal onderwijs.
21
Met een indicatie van de CVI heeft uw kind ook toegang tot een speciale school. Samen met de basisschool overweegt u wat voor uw kind de beste leeromgeving is: De basisschool met ondersteuning (rugzak) of de speciale school. Nieuwe wet Passend onderwijs Met ingang van 1 augustus 2014 gaat de nieuwe wet in. Het Samenwerkingsverband WSNS wordt Samenwerkingsverband Passend onderwijs. Het speciaal onderwijs gaat deel uitmaken van dit samenwerkingsverband. Wassenaar als gemeente sluit aan bij onze regio. Het nieuwe samenwerkingsverband ontvangt van het ministerie alle middelen die het mogelijk moeten maken om voor ALLE kinderen passend onderwijs te realiseren. Of wel op de basisschool, ofwel op de speciale basisschool, ofwel op de speciale school. De gezamenlijke schoolbesturen ontwerpen op dit moment een nieuwe manier van toewijzing van extra ondersteuning. Uitgangspunt hierbij is om, waar mogelijk, thuisnabij onderwijs te realiseren in samenspraak met ouders. Een kind hoort als het kan ‘bij moeder om de hoek naar school te gaan’. Scholen krijgen ‘zorgplicht’. Dat is de verantwoordelijkheid om voor elk kind dat zich meldt bij de school passend onderwijs te regelen. Kan het niet op de basisschool, dan in ieder geval op een (speciale) school van het samenwerkingsverband. Wilt u meer weten? www.passendonderwijs.nl Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Ieder samenwerkingsverband (WSNS) heeft een Permanente Commissie Leerlingenzorg: de PCL. Deze commissie beoordeelt of plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is of dat de leerling andere zorg nodig heeft die op de eigen of op een andere school binnen het samenwerkingsverband kan worden geboden. De PCL kan dus ook een adviserende rol hebben. Een PCL beslist alleen over toelaatbaarheid, niet over toelating. De schoolleiding van de speciale school voor basisonderwijs beslist uiteindelijk over de toelating. VIA Leiden Passend onderwijs voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Uitgangspunt is dat alle kinderen recht hebben op thuisnabij onderwijs. Pas als alle mogelijkheden binnen het regulier onderwijs en inzet van schoolnabije zorg niet voorzien in een passend onderwijsaanbod kan verwijzing naar het speciaal (basis) onderwijs overwogen worden. VIA Leiden is een initiatief van het Samenwerkingsverband WSNS regio Leiden.VIA Leiden is het loket voor alle onderwijsvragen over kinderen vanaf 3 jaar tot 13 jaar. Zij geven advies aan ouders en professionals en werken nauw samen met het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs (SBO), speciaal onderwijs (SO) en voortgezet onderwijs (VO). Bij VIA Leiden werken adviseurs, die betrokken zijn bij de basisscholen. Daarnaast heeft VIA Leiden een multidisciplinair team dat de functie van bovenschools Zorgadvies team (ZAT) vervult. De Permanente commissie leerlingenzorg (PCL) van het Samenwerkingsverband is een onderdeel van VIA Leiden. Commissie voor Indicatiestelling (CVI) Met vooral preventieve zorg willen we kinderen zo lang mogelijk binnen het basisonderwijs houden, waar nodig met extra ondersteuning. Als deze hulp niet toereikend is zal een beroep gedaan worden op een zorgteam/zorgplatform dat de school kan adviseren over de mogelijkheden om kinderen in de eigen school te blijven ondersteunen. Als na zorgvuldige afwegingen samen met ouders toch verwezen moet worden naar een andere school, hebben twee commissies daarbij een belangrijke rol: Bij de verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs(SBO) zal een Permanente Commissie Leerlingenzorg(PCL) (zie hierboven) op grond van alle beschikbare informatie van ouders en school, beslissen of een kind toelaatbaar is. De aanmelding van het kind op een speciale school gebeurt door de ouders.
22
Een verwijzing kan ook tijdelijk zijn. Met succes zijn er kinderen vanuit de SBO- school teruggeplaatst naar het basisonderwijs. Bij de verwijzing naar een school voor kinderen met een ontwikkelingsstoornis, een ernstige taalspraakstoornis of een complexe en nog onduidelijke problematiek, zal de Commissie voor Indicatiestelling(CVI) van het Regionaal Expertise Centrum(REC) uitspraak doen. Logopedie De logopedie op onze school wordt verzorgd door een logopedist van Onderwijs Advies. Deze is er voor leerlingen die problemen hebben op het gebied van spraak, stem, taal en gehoor. Aan het eind van groep 1 of aan het begin van groep 2 worden alle leerlingen in de groep geobserveerd. Bij gesignaleerde problemen kan het kind na toestemming van de ouders worden aangemeld voor logopedisch onderzoek. Als blijkt dat er logopedische begeleiding nodig is, bespreekt de logopedist met de ouders het vervolg: adviezen, verwijzing naar vrijgevestigde logopedist, controle of (kortdurende) behandeling op school. Ook leerlingen uit de andere groepen kunnen door de ouders, leerkrachten en jeugdarts aangemeld worden voor logopedisch onderzoek. Tevens geeft de logopedist voorlichting aan ouders en leerkrachten over logopedische onderwerpen zoals bijvoorbeeld mondmotoriek. Bij de leerkracht is bekend wanneer de logopedist op school aanwezig is. Voor meer informatie kunt u bellen met Onderwijs Advies (OA), tel.: 071-5164700. Zie ook bij informatie Centrum voor Jeugd en Gezin. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Ouders, kinderen en jongeren kunnen bij de CJG’s terecht met al hun vragen over opgroeien en opvoeden. In het CJG werken verschillende professionals , zoals jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, logopedisten, maatschappelijk werkers en pedagogen, samen. De kernpartners van het CJG zijn de GGD Hollands Midden en het Maatschappelijk Werk van Kwadraad. Iedere medewerker heeft eigen specifieke deskundigheid en taken maar ze werken allemaal ter ondersteuning van u en uw kinderen. Alle medewerkers in het CJG zijn geschoold in de methode “Positief Opvoeden” volgens Triple P (Positief Pedagogisch Programma). . Het CJG en de basisschool De school van uw kind en het CJG werken nauw samen. De medewerkers van het CJG vormen de vaste schakel tussen het CJG en de basisschool. Zij nemen onder andere deel aan de Zorgteams van uw school. Hoe bereikt u het CJG? Wilt u iets vragen of in gesprek met een medewerker van het CJG dan vindt u informatie over de openingstijden op de website van het CJG: www.cjgzuidhollandnoord.nl Klik op uw woonplaats en/of wijk. Alle CJG’s zijn telefonisch te bereiken via 088 – 254 23 84. Een (anonieme) vraag stellen via de website is ook mogelijk. De leerkracht/interne begeleider kan u ook informeren over de bereikbaarheid van de CJG medewerkers die aan de school van uw kind verbonden zijn. Waarvoor kunt bij het CJG terecht? Jeugdgezondheidszorg (JGZ): Onze jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, assistenten, logopedisten en andere professionals zetten zich in voor alle kinderen van 0 tot 19 jaar. Zij werken nauw samen met de scholen en andere instanties. Jeugdgezondheidszorg wordt u aangeboden door de GGD Hollands Midden. Wat doet JGZ op de basisschool? •O p vaste momenten volgen wij de groei en ontwikkeling van alle kinderen.Tijdens de basisschoolperiode nodigen wij alle kinderen uit als ze in groep 2 en 7 zitten. •N atuurlijk kunt u naast de vaste momenten altijd contact met ons opnemen als u vragen of zorgen heeft over de gezondheid, ontwikkeling of opvoeding van uw kind. Op verschillende manieren kunnen 23
wij op uw vraag ingaan. Bijvoorbeeld door een advies, een gesprek (volgens Triple P methode), een themabijeenkomst, een cursus etc. •Z ijn er zorgen over uw kind dan besteden wij daar extra aandacht aan. Samen met de ouders en de school bespreken we wat nodig is om de zorgen aan te pakken. Zo nodig overlegt de jeugdarts en/of jeugdverpleegkundige met de huisarts, specialist en andere instanties. •E en gezond schoolleven is belangrijk. Dinformatie Centrum voor Jeugd en Gezinaarom geven wij adviezen over veiligheid, hygiëne, infectieziekten, omgaan met elkaar, pesten, voeding en beweging en dergelijke. Wij steunen de school bij het uitvoeren van gezondheidsprojecten. De Jeugdgezondheidszorg is ook telefonisch te bereiken via 088 – 308 33 42. Logopedie Op het CJG is een logopedisch spreekuur voor kinderen van 0-4 jaar. De preventieve logopedie voor basisschoolkinderen vindt plaats op de basisschool zelf. In uw gemeente wordt de preventieve logopedie uitgevoerd door logopedisten van OnderwijsAdvies. Wat doet de logopedist op de basisschool? • Logopedie houdt zich bezig met het verbeteren van het spreken en alles wat daarmee samenhangt: de taal, de uitspraak, verkeerde mondgewoonten en de stem. Het is belangrijk dat problemen zo vroeg mogelijk worden ontdekt en verholpen. •A lle kinderen worden rond hun vijfde verjaardag gescreend of geobserveerd op school. Kinderen uit de overige groepen kunnen op verzoek onderzocht worden. U krijgt daarna altijd schriftelijk bericht van de resultaten. De gegevens worden met de leerkracht en /of de jeugdarts besproken. •E ventuele bevindingen en mogelijke vervolgacties zoals advisering, nader onderzoek, verwijzing naar een logopediepraktijk of kortdurende begeleiding, worden met u besproken. • De logopedist geeft op verzoek ook voorlichting op school voor ouders of tijdens klassenlessen • De afdeling logopedie is te bereiken via 071-5164700 of via www.onderwijsadvies.nl . Maatschappelijk Werk voor jeugd (MWj): Het MWj is een vrij toegankelijke, laagdrempelige en kosteloze vorm van hulp voor alle gezinnen met kinderen die de basisschool bezoeken, dus ook voor uw school! Het Maatschappelijk Werk voor jeugd wordt aangeboden door de Maatschappelijke Dienstverlening Kwadraad. Het MWj werkt samen met ouders en de school om de ontwikkeling van de kinderen zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen. Wij werken actief om problemen bij het opgroeien en opvoeden te signaleren en te verminderen en doen dit door: • de scholen te ondersteunen bij het signaleren van knelpunten en het uitvoeren van de zorgtaak; • hulpverlening (zoals opvoedingsondersteuning) te bieden aan ouders en kinderen; • zo nodig helpen bij het begeleiden naar passende, gespecialiseerde zorg. Misschien herkent u de volgende zorgen: ‘Mijn kind gaat niet met veel plezier naar school, wat zou er aan de hand zijn?’ ‘De leerkracht vertelt me dat mijn kind in de klas onrustig is en niet geconcentreerd aan het werk is. Thuis merk ik ook dat hij niet luistert als ik hem wat vraag’. ‘Mijn partner en ik gaan uit elkaar en we zijn bezorgd over wat dit met de kinderen doet’. Met deze en andere vragen over de opvoeding kunt u terecht bij de maatschappelijk werker. Een afspraak voor een (intake)gesprek kan zowel op school, thuis, op het CJG als bij Kwadraad op kantoor plaatsvinden. In dit gesprek wordt bekeken wat de maatschappelijk werker voor u en uw kind kan betekenen. 24
Ook kunt u via het CJG naar uw maatschappelijk werker vragen. CJG Opvoedbureau / -adviespunt Wilt u dat iemand met u meedenkt over opvoedingsvragen dan kunt u terecht bij het Opvoedbureau (Leidse regio en de Rijnstreek) of het Opvoedadviespunt (Duin- en Bollenstreek) in het CJG. In een paar (gratis) gesprekken zoekt u samen met de pedagogisch adviseur naar oplossingen om uw situatie te verbeteren. De medewerkers zijn ook te bereiken via
[email protected] en opvoedadviespunt@ kwadraad.nl. Opvoedcursussen en themabijeenkomsten: Het CJG organiseert een groot aantal cursussen en themabijeenkomsten rond opvoeden en opgroeien. Meer informatie daarover staat op de site www.cjgcursus.nl Websites: Informatie over: •o pvoeden en opgroeien: www.cjgzuidhollandnoord.nl en www.hoezitdat.info (voor jongeren) • opvoedcursussen: www.cjgcursus.nl • GGD Hollands Midden, Jeugdgezondheidszorg: www.ggdhm.nl • Kwadraad, Maatschappelijk Werk: www.kwadraad.nl • OnderwijsAdvies, Logopedie: www.onderwijsadvies.nl Meldcode kindermishandeling Wanneer u in uw omgeving een vermoeden van kindermishandeling bemerkt, kunt u dit melden bij de IB-er van school. Zij zal dit uiteraard vertrouwelijk behandelen en u eventueel wijzen op wat de mogelijkheden zijn. U kunt ook zelf een melding doen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Wat is het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling? Het AMK geeft advies en onderzoekt (vermoedelijke) situaties van kindermishandeling en brengt zo nodig de juiste hulp op gang. Het AMK is de instelling voor iedereen met vragen, zorgen of meldingen over kindermishandeling. Jaarlijks worden in Nederland naar schatting 100.000 kinderen mishandeld, verwaarloosd of misbruikt. Meestal vertellen mishandelde kinderen of degene die hen mishandelt niet uit zichzelf over de situatie. Het is van groot belang dat mensen in hun omgeving de (de vermoedens van) mishandeling opmerken én er iets mee doen. Elke provincie en grootstedelijke regio heeft een eigen Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. De AMKs maken onderdeel uit van de Bureaus Jeugdzorg Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Haaglanden
Neherkade 3054
2521 VX Den Haag
telefoon: (070) 346 97 17
fax: (070) 362 29 05
25
Ouders en school Naast de eigen verantwoordelijkheid van ouders en school is er ook sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid: de zorg voor de ontwikkeling en het welbevinden van onze kinderen. Tweemaal per jaar nodigen we u uit voor een 10 minutengesprek over het welbevinden en de leervorderingen van uw kind. Er kan vanzelfsprekend altijd tussentijds een afspraak gemaakt worden, waarbij het initiatief bij de leerkracht of bij u kan liggen. Een korte mededeling over uw kind kunt u bij de inloop aan de leerkracht kwijt. De oudervereniging (OV) De doelstelling van de OV is het bevorderen van de communicatie tussen ouders, team en Medezeggenschapsraad (MR) èn het vergroten van betrokkenheid van ouders bij de school. Dit wordt onder andere ingevuld door 4 of 5 bijeenkomsten per jaar te organiseren waarbij alle geledingen (team, MR, evenementencommissie, de Kenia werkgroep, etc.) aanwezig zijn om ideeën en plannen te delen over nieuwe en al geplande activiteiten. Ook klassenouders zijn van harte welkom bij deze bijeenkomsten, die weten immers precies wat er in de groepen speelt. De OV is verder verantwoordelijk voor het beheer van en toezicht op de ouderbijdragen en de overblijfgelden. Hierover wordt op de jaarlijkse ouderavond van de OV verantwoording afgelegd. Alle ouders met kinderen op de Anne Frank school zijn automatisch lid van de oudervereniging, tenzij u uitdrukkelijk aangeeft dit niet te willen. De vraag of u lid wilt worden, wordt u gesteld zodra u uw kind op school aanmeldt. Voor het lidmaatschap bent u een oudercontributie verschuldigd, die voor het komend jaar op 36,50 euro per kind is vastgesteld. U kunt uw bijdrage overmaken naar gironummer 227501 ten name van ‘Oudervereniging Openbare Basisschool Anne Frank’ onder vermelding van de naam van uw kind(eren) en de betreffende groep(en). De bijdrage is vrijwillig. Dat betekent dat een school een leerling niet mag weigeren of van school sturen als ouders de bijdrage niet kunnen of willen betalen. Deze gelden worden onder andere gebruikt voor activiteiten zoals Sinterklaas, Kerstmis, de 3 oktober viering en andere activiteiten. Naast de bovengenoemde ouderbijdrage wordt er een aparte bijdrage gevraagd voor schoolreisjes, het schoolkamp, bord en beker en eventueel voor extra activiteiten op school. Ook wordt u verzocht 4 euro te geven voor een bord en een beker voor uw kind. Bij het verlaten van de school krijgt uw kind deze weer mee. De evenementencommissie draagt hier zorg voor. Het bestuur van de OV bestaat idealiter uit tien personen. Elk lid kan zich verkiesbaar stellen om zitting te nemen in het bestuur van de vereniging. De afspraken en verantwoordelijkheden van de OV zijn vastgelegd in de statuten en het huishoudelijk reglement die gepubliceerd staan op de website. De vereniging is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Voor meer informatie kunt u terecht op onze website of via het e-mailadres van de OV:
[email protected] De Medezeggenschapsraad (MR) De Anne Frankschool heeft een Medezeggenschapsraad. Deze MR bestaat uit acht leden, vier ouders en vier leerkrachten. De MR is te vergelijken met een ondernemingsraad in een bedrijf; ouders vertegenwoordigen de kinderen die onderwijs genieten, de leerkrachten vertegenwoordigen het team van de school. De MR biedt een structuur waarbinnen ouders en leerkrachten de directie kunnen adviseren over belangrijke zaken die de school aangaan en waaraan in een aantal gevallen instemming wordt gevraagd door de directie. Het gaat hierbij om zaken die de school direct betreffen, zoals benoeming van personeel, huisvesting e.d., maar ook om zaken die het gemeentelijk beleid ten aanzien van het openbaar onderwijs aangaan. De MR houdt zich bezig met beleidszaken en niet met individuele belangenbehartiging. De leden 26
worden, bij meerdere kandidaten, gekozen via een stemming die eenmaal per drie jaar plaatsvindt, met een eenmalige herverkiezing van 3 jaar. De MR komt ongeveer acht maal per jaar bijeen. De directie is aanwezig bij de vergaderingen van de MR. U kunt contact zoeken met de MR via het e-mail adres
[email protected] De Evenementen Commissie (EC) De Evenementencommissie is samengesteld uit twee teamleden en een groep actieve ouders, die op basis van vrijwilligheid, zich bezighoudt met het voorbereiden en organiseren van evenementen op de Anne Frankschool. Het gaat hierover feesten zoals Sinterklaas, Kerstmis, 3 oktober, het Paasontbijt, de afscheidsavond van groep 8 en het ondersteunen van schoolprojecten. De EC speelt een grote rol in het goed laten verlopen van al deze activiteiten. Wanneer u vragen heeft over de EC kunt u terecht bij mevrouw Ingrid Baart of mevrouw Corrie van Dijk. Luizenouders Een groep van ouders en een leerkracht verzorgen de luizenscreening op school: hoofdluis dient zo snel mogelijk gesignaleerd en bestreden te worden. Wanneer er hoofdluis bij uw kind gesignaleerd is, wordt u daarvan op de hoogte gesteld. De momenten van screening vinden plaats na iedere vakantie. Wanneer u daar ernstig bezwaar tegen heeft kunt u zich wenden tot de heer Richard Gottmer. Tegen een kleine vergoeding kunt u via school een luizenzak voor de jas van uw kind aanschaffen. Deze blijkt effectief te zijn tegen het ‘overspringen’ van de luizen. Betrokkenheid van ouders Betrokkenheid van ouders bij de school is van groot belang voor het goed doen verlopen van allerlei activiteiten. Het onderwijsprogramma is op een aantal punten ingericht op de hulp van ouders. Voorbeelden van ondersteuning door ouders zijn: • begeleiding bij excursies • begeleiding bij sportdagen • begeleiding bij de schooltuinen • ondersteuning bij het Atelieronderwijs De verantwoordelijkheid bij de diverse activiteiten ligt altijd bij de groepsleerkracht. Van hulpouders wordt verwacht dat zij zich houden aan de schoolregels, onder andere omschreven in het protocol ‘Gedragsregels en afspraken’. Dit protocol ligt ter inzage op school. Eerste hulp bij ongelukjes Op onze school zijn 3 gecertificeerde bedrijfshulpverleners (BHV-ers) aanwezig. Alle bedrijven, instellingen en organisaties zijn verplicht minimaal één BHV-er in dienst te hebben, die in staat is in het geval van ongevallen of calamiteiten eerste hulp te verlenen. Mocht er met uw kind op school een ongeluk(je) gebeuren, dan handelen wij als volgt: • I n het geval dat wij vermoeden dat er een dokter of ziekenhuis aan te pas moet komen, neemt de school direct contact op met de ouders. •B ent u niet thuis of niet te bereiken, dan gaan wij met uw kind naar een arts of zo nodig naar het ziekenhuis. •B ent u wel thuis dan handelt u in principe zelf verder alles af. Hebt u geen vervoer, dan zorgen wij daarvoor. • I s het zeer ernstig, dan bellen wij direct 112 en natuurlijk de ouders. Wij hopen natuurlijk met u dat dit laatste niet voor zal komen. Gezien bovenstaande is het van belang dat u goed bereikbaar bent. Bij de inschrijving zal dan ook naar uw (mobiele) telefoonnummers gevraagd worden. Scholen zijn verplicht een Ongevallenregistratie bij te houden. Het protocol ‘Medische handelingen’ ligt ter inzage op school.
27
Protocol ‘Veiligheid op school’ en het veiligheidsplan 2008-2013 Op alle openbare scholen is door de brandweer een gebruiksvergunning afgegeven. Dat betekent dat deze scholen op het gebied van brandveiligheid zijn onderzocht en goedgekeurd. Om ongelukken zoveel mogelijk te voorkomen is in het protocol ‘Veiligheid op school’ een groot aantal voorschriften en tips opgenomen. Het gaat hierbij om zaken als brandveilige tips voor de kerst, preventie tegen inbraak en vandalisme, het voorkomen van legionella enzovoort. Naast het protocol beschikt de school over een veiligheidsplan. Daarin worden alle activiteiten beschreven gericht op het bevorderen en beschermen van de gezondheid, waaronder de fysieke en sociale veiligheid. Het protocol ‘Veiligheid op school’ ligt ter inzage op school. De gemeente heeft met alle onderwijsinstellingen een convenant ‘Schoolveiligheid’ opgesteld. Dit convenant ligt ter inzage op school. Excursies De Anne Frankschool neemt deel aan activiteiten die door de gemeente georganiseerd worden. Dit programma bevat onder andere theatervoorstellingen, museumprojecten en natuurprojecten. Bij deze projecten vragen we ouders als begeleiding mee, wat op de algemene ouderavond door de leerkracht(en) aan u gevraagd zal worden. Gevonden voorwerpen Regelmatig worden er allerlei gevonden voorwerpen bij de conciërge gebracht zoals gymkleding, melkbekers, tassen, sleutels en jassen. Wanneer deze niet direct vermist worden, worden deze voorwerpen (behalve sleutels) in een bak gedeponeerd. Eens in de zoveel tijd wordt deze bak opgeruimd; in het infobulletin wordt dit aangekondigd en wordt u nog in de gelegenheid gesteld om te kijken of het gemiste voorwerp er tussenzit. U kunt ook altijd met de concierge contact opnemen. Schoolmelk en schoolfruit Het is mogelijk dat uw kind schoolmelk, yoghurtdrank, chocolademelk of fruit nuttigt op school. Uw kind krijgt dan eenmaal per dag een pakje drinken. U moet zich hiervoor zelf aanmelden bij Campina, inschrijfformulieren zijn verkrijgbaar bij onze administratie. •A an het begin van het schooljaar krijgen de kinderen tweemaal per week tot januari 2014, schoolfruit aangeboden. • l et op: de eerste twee dagen na een schoolvakantie is er geen schoolmelk, u moet dan zelf voor drinken zorgen voor uw kind. •d e betaling is berekend op het aantal drinkdagen en niet op het aantal schooldagen, u betaalt dus nooit voor iets wat u niet krijgt. •d e betaling loopt via Campina, na aanmelding duurt het zeker 3 weken voordat uw kind melk, yoghurtdrank of chocolademelk ontvangt. Voor meer informatie kunt u terecht op de site van Campina: www.schoolmelk.nl Gezond eten en drinken / verjaardagen en traktaties Gezondheid vinden wij belangrijk op onze school. Hieronder valt ook gezond eten. Op dinsdag en donderdag eten we in alle groepen fruit of groente in de ochtendpauze. De eerste twintig weken van het schooljaar ontvangen we vanuit de EU schoolfruit en -groente. Tussendoortjes Bij het tienuurtje zien wij liever geen (chocolade)koeken, snoep of repen. Fruit of groente kan daarentegen altijd! Het drinken van water is de beste dorstlesser. Daarom willen wij adviseren om uw kind als tussendoordrank water mee te geven.
28
Trakteren Wij zetten leerlingen die jarig zijn flink in het zonnetje. Daar past een feestelijk moment bij met een traktatie. Ons streven is een gezonde traktatie. Op www.gezondtrakteren.nl staan allerlei voorbeelden van traktaties die lekker en niet te groot zijn. Chips zien we liever niet als traktatie. De leerkracht ontvangt graag dezelfde traktatie als de leerlingen. Gezonde lunch Bij de lunch streven wij ernaar dat de kinderen boterhammen meenemen, met daarbij (eventueel) wat fruit of groente. Dieren Vrij veel kinderen zijn allergisch voor behaarde of gevederde dieren. Om deze reden hebben wij besloten geen dieren in de school toe te laten, ook niet heel even bij het naar binnen begeleiden van de leerlingen. Bij hoge uitzondering gebeurt dit bij spreekbeurten, maar dan wordt er eerst nadrukkelijk gecontroleerd of er een kind binnen de klas allergisch is. Ook zijn honden niet op het schoolplein en in de school toegestaan, ook niet aangelijnd. Wilt u er rekening mee houden uw hond niet te dicht bij de pleiningangen vast te binden? Er zijn kinderen die ook heel bang zijn voor lieve honden! Bij voorbaat danken wij u voor uw begrip. Gedragsregels Aan het begin van het schooljaar worden met de groepen gedragsregels vastgesteld. Deze regels worden in de klas opgehangen. Op het moment dat er sprake is van agressie en geweld verwijzen we u naar het protocol ‘Agressie en geweld’. Dit protocol ligt ter inzage op school. Pestprotocol De openbare scholen in Leiden hebben het Nationaal Onderwijsprotocol tegen pesten ondertekend. In het pestprotocol worden in zes aanbevelingen de concrete acties aangegeven op welke wijze een school pestgedrag kan tegengaan. Wanneer er vermoeden is van pestgedrag, wanneer er pestgedrag gesignaleerd is of wanneer er van pestgedrag melding wordt gemaakt, zal dit door de Anne Frankschool altijd serieus genomen worden. Dan treedt direct het stappenplan uit het pestprotocol in werking. Als het niet lukt het probleem op te lossen of als de inhoud van het probleem moeilijk maakt om er op school over te praten kunnen ouders en/of leerlingen contact opnemen met een van de schoolcontactpersonen. Zij adviseren ouders en/of leerlingen wat zij het beste kunnen doen. Deze schoolcontactpersonen zijn speciaal voor hun taken geschoold. De schoolcontactpersoon kan contact opnemen met de gemeentelijke vertrouwenspersoon. Het is ook mogelijk dat ouders direct contact opnemen met de vertrouwenspersoon. Vinden ouders dat er advies moet worden gevraagd aan een onafhankelijke commissie, dan kan er een officiële klacht worden ingediend bij de Landelijke Klachten Commissie. De schoolcontactpersoon kan ouders en/of leerlingen helpen bij het indienen van de klacht. De namen van de schoolcontactpersonen van de Anne Frankschool, van de vertrouwenspersonen, het protocol ‘Gedragsregels en afspraken’ en de klachtenregeling staan in bijlage 4 vermeld. Om het pestprotocol bij de leerlingen ‘levend’ te houden, wordt eenmaal in het jaar een week lang aandacht aan het pesten en de gevolgen daarvan besteed. Het protocol ‘Nationaal Onderwijsprotocol tegen pesten’ ligt ter inzage op school. Sponsoring De Leidse openbare scholen hebben het convenant dat door de staatssecretaris met de besturenbonden is afgesloten, onderschreven. In dit convenant is vastgelegd dat scholen op een zorgvuldige manier met sponsoring om zullen gaan. Wanneer een school een activiteit wil laten sponsoren dient de medezeggenschapsraad hiermee in te stemmen.
29
Kort samengevat zijn in het convenant de volgende gedragsregels vastgelegd: •S ponsoring mag niet in strijd zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak van de school. •E r mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. • Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. •S ponsoring mag de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs niet in gevaar brengen. • Sponsoring mag de inhoud van het onderwijs niet beïnvloeden. • Het onderwijsaanbod mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. Wanneer ouders het met beslissingen van de school over sponsoractiviteiten niet eens zijn, kunnen zij hierover een klacht indienen bij de klachtencommissie.
30
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
Plattegrond Anne Frankschool Personeel Anne Frankschool Vakanties en vrije dagen Bovenschoolse afspraken
30 32 33 34
31
Bijlage 1
Plattegrond school
Lokaal 1 Lokaal 2 Lokaal 3 Lokaal 4
32
Beren Vlinders Leonardo 1
Lokaal 5 Lokaal 6 Lokaal 7 Lokaal 8
Groep 3 Groep 5 Groep 4 Leonardo 2
Lokaal 9 Lokaal 10 Lokaal 11 Lokaal 12
Groep 5/6 Leonardo 3 Groep 7 Groep 8
33
Bijlage 2
Personeel Directeur John van Haasteren Adjunct-directeur Mardi Fortanier Locatieleider Leonardo Nathalie Beukers-vd Arend Beren André Glasbergen Ineke Keuning Vlinders Wilma van der Zee Ineke Keuning Groep 3 Corrie van Dijk Mardi Fortanier Groep 4 Marij Daemen Groep 5 Annemieke Weynschenk Hanke Burger Groep 5/6 Ingrid Baart Monique Zuiker Groep 7 Henk van der Waals Groep 8 Sandra Glasbergen Leonardo 1 Marije Zuidervaart Anneke Breedveld Leonardo 2 Hester Labberte Anneke Breedveld Leonardo 3 Monique van Tilburg Nathalie Beukers Intern begeleider Cynthia Zwitselaar Plusklas Jan van der Jagt Gymnastiek Mendy van der Knaap Administratie Jules de Keuning Conciërge Richard Gottmer Schoolcontactpersonen Sandra Glasbergen Cynthia Zwitselaar
34
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
ma/di/do/vr alle dagen ma/do/vr di/wo/do/vr ma ma/di wo/do/vr ma/di/vr wo/do alle dagen ma/di/wo do/vr ma/di/wo do/vr alle dagen alle dagen ma/di/wo/do vr ma/wo/do/vr di ma/di/wo/do vr ma/di/wo di vr di/do alle dagen
Bijlage 3
Vakanties en vrije dagen 2013-2014 2013 Leidens Ontzet Herfstvakantie Kerstvakantie Studiedagen Roostervrije dag
3 oktober 19 oktober t/m 27 oktober 21 december t/m 5 januari 25 september 7 november 4 oktober (groep 1 t/m 4)
2014 Voorjaarsvakantie Pasen Meivakantie Hemelvaart Pinkstervakantie Zomervakantie Studiedagen Roostervrije dag
15 februari t/m 23 februari 18 april t/m 21 april 26 april t/m 5 mei 29 mei 7 juni t/m 15 juni 19 juli t/m/ 31 augustus 14 januari 19 maart 30 mei 31 januari (groep 1 t/m 4)
35
Bijlage 4
Bovenschoolse afspraken van de scholen die horen bij de Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden, PROOLeiden. Voor de Openbare scholen voor Primair en Speciaal Onderwijs Leiden geldt een aantal gemeenschappelijke regels en afspraken. Deze bovenschoolse regels zijn gebundeld in de map ‘Protocollen, Regelingen en Afspraken’. Deze map is voor ouders op school ter inzage. Wanneer een onderwerp voor de ouders van belang is, kunnen zij een kopie vragen. Meer informatie treft u aan op de site: www.prooleiden.nl. Hier volgt een overzicht van de onderdelen die voor ouders en kinderen van belang zijn.
Klachtenregeling In het onderwijs is sinds enige jaren het klachtrecht ingevoerd. Volgens deze wetgeving moet iedere school beschikken over een klachtenregeling. Eenieder die deel uitmaakt van een schoolgemeenschap kan klagen over gedragingen en beslissingen of het nalaten daarvan. Klachten kunnen betrekking hebben op gedragingen en beslissingen van het bevoegd gezag en het personeel of op het nalaten daarvan, maar ook op gedragingen van anderen die deel uitmaken van de schoolgemeenschap. Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld: begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Met ingang van 1 januari 2010 is er een nieuwe klachtenregeling voor de scholen die vallen onder het bevoegd gezag van de Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden. Het bevoegd gezag is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken op school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht niet mogelijk is, of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling van de Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden. De klager bepaalt zelf of hij de klacht indient bij het bevoegd gezag of bij de klachtencommissie. Indien de klacht bij het bevoegd gezag wordt ingediend, verwijst het bevoegd gezag de klager naar de vertrouwenspersoon of klachtencommissie. De school heeft tenminste één contactpersoon die de klager verwijst naar de vertrouwenspersoon. Deze contactpersoon maakt deel uit van de schoolorganisatie en wordt in de regeling aangeduid als interne contactpersoon. Naast de taak tot verwijzen naar de vertrouwenspersoon heeft de contactpersoon ook hulpverlenende, preventieve en begeleidende taken. Het bevoegd gezag heeft de beschikking over twee vertrouwenspersonen die fungeren als aanspreekpunt bij klachten. De contactpersonen en het bevoegd gezag kunnen verwijzen naar de vertrouwenspersoon. Indien de klager dit wenst, begeleidt de vertrouwenspersoon hem/haar bij het indienen van de klacht bij de Landelijke Klachtencommissie onderwijs en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie. Registratie Het behoort tot de taak van de contactpersonen en de vertrouwenspersonen meldingen en klachten te registreren en jaarlijks een geanonimiseerde rapportage te overleggen aan het bestuur. Daarnaast zal door de school een centraal systeem van incidentenregistratie worden bijgehouden dat inzicht kan
36
verschaffen in de mate en ernst van problemen als bijvoorbeeld agressie. Op basis van deze gegevens kan de school gerichter maatregelen nemen en beleid maken. Centraal meldpunt vertrouwensinspecteurs: De inspectie van het onderwijs heeft een aantal inspecteurs aangewezen als vertrouwensinspecteurs. Zij adviseren en ondersteunen bij klachten rond seksueel misbruik, seksuele intimidatie en ernstig fysiek of geestelijk geweld zoals grove pesterijen. Ook kan men de vertrouwensinspecteur bellen voor: extremisme, discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme en radicalisering. Leerlingen, docenten, ouders en andere betrokkenen bij scholen die met klachten te maken hebben, kunnen een beroep doen op de vertrouwensinspecteur. Bij een vermoeden van seksueel misbruik is de school wettelijk verplicht contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Telefoon: 0900 – 111 31 11. Belangrijke adressen zijn: Landelijke Klachtencommissie onderwijs, onderdeel van de stichting Onderwijsgeschillen: Postbus 85191, 3508 AD Utrecht Telefoon: 030 280 95 90 Email:
[email protected] Website: www.onderwijsgeschillen.nl Bevoegd gezag Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden 2316 HA Leiden Telefoon: 071 524 76 70 Email:
[email protected] Website: www.prooleiden.nl Vertrouwenspersonen Mevr. A. Dekker 06 1050 9038 Mevr. I. Velthuyzen 06 1050 8801 Interne Contactpersonen Sandra Glasbergen 071 531 83 88 Cynthia Zwitselaar 071 531 83 88
37
Protocol ‘Leerplicht en verlof’ In de leerplichtwet staat dat een kind de school moet bezoeken als er onderwijs wordt gegeven. Leerlingen mogen nooit zomaar wegblijven van school. In een aantal gevallen is er een uitzondering mogelijk. De uitzonderingen en de daarbij behorende regels zijn als volgt: • Vakantieverlof; • Religieuze verplichtingen; • Verlof in geval van andere gewichtige omstandigheden; • Verlof voor ten hoogste tien dagen is de bevoegdheid van de directeur, aanvragen voor meer dan tien dagen worden doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar; • Afwijzing van extra verlof en de bezwaarprocedure; • B ij ongeoorloofd verzuim d.w.z. verlof zonder toestemming is de directeur van de school verplicht dit te melden bij de leerplichtambtenaar. Voor meer informatie: www.rbl-hollandrijnland.nl Protocol ‘Gedragsregels en afspraken’ In dit protocol zijn de gedragsregels vastgelegd waaraan personeel, ouders en kinderen zich dienen te houden. Hierbij twee voorbeelden uit het protocol: - “Racistisch gedrag en racistische opmerkingen worden op geen enkele manier getolereerd. Iedereen die bij de school betrokken is, dient zich te houden aan de antiracisme verklaring die we in Leiden met alle schoolbesturen hebben ondertekend.” - “De plaatsing van leerlingen in groepen en/of gebouwen valt onder de verantwoordelijkheid van de directeur van de school”. Protocol ‘Schoolwisselingen’ De Leidse scholen en schoolbesturen zijn van mening dat een ononderbroken schoolloopbaan van groot belang is voor kinderen. Gezamenlijk proberen scholen en besturen ongewenste schoolwisselingen te voorkomen. Daartoe hebben de besturen een protocol opgesteld en ondertekend. In dit protocol is de handelwijze van scholen vastgelegd. Protocol ‘Toelating en verwijdering van leerlingen’ De beslissing over toelating en verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. In de praktijk zal de directeur van de school de inschrijving van een leerling regelen. De toelating van een leerling op een school mag niet afhankelijk zijn van een geldelijke bijdrage van de ouders. Wanneer er sprake is van een schorsing en/of een verwijdering van een leerling wordt in alle gevallen het bestuur ingeschakeld. De regels voor schorsing en verwijdering zijn vastgelegd in het protocol “Toelating en verwijdering leerlingen PO en SO openbaar onderwijs”. Meer informatie: www.vosabb.nl Protocol ‘Zittenblijven’ In dit protocol is vastgelegd welke stappen er moeten worden genomen voordat besloten wordt een leerling te laten doubleren. Vooral de gesprekken met de ouders van de leerling zijn van belang. Uiteindelijk is het de directeur die beslist over doubleren. Het valt onder het beleid van de school welke leerlingen overgaan van groep 2 naar 3. Overgang van een leerling heeft tegenwoordig niets meer te maken met de leeftijd van het kind, maar wel met de ontwikkeling die een leerling heeft doorgemaakt. De school zal vooral kijken naar de werkhouding, concentratie en de cognitieve ontwikkeling. Het oordeel is onder andere gebaseerd op observaties, toetsen, gesprekken met de interne begeleider (IB-er). De school dient te bevorderen (maar is dus niet verplicht) dat de verblijfsduur in het primair onderwijs acht aaneengesloten jaren bedraagt. Protocol tegen pesten en protocol tegen digitaal pesten De openbare scholen in Leiden hebben het Nationaal Onderwijsprotocol tegen Pesten ondertekend.
38
In het protocol wordt in zes aanbevelingen de concrete acties aangegeven op welke wijze een school pestgedrag kan tegengaan. Onder pesten wordt ook verstaan het digitaal pesten. Via MSN, sms’jes of internetsites als Hyves komen leerlingen en leerkrachten in aanraking met ongewenst gedrag. Meer informatie: www.schoolenveiligheid.nl of www.pestweb.nl Protocol ‘Dossiervorming leerlingen’ Het leerling-dossier is een dossier dat de school bijhoudt over een kind. Het leerling-dossier bestaat uit de leerlingenadministratie, een onderwijskundig rapport en soms ook een psychologisch rapport. In dit protocol zijn de regels vastgelegd op welke wijze de school de privacy van leerlingen en ouders moet waarborgen. Het bevat ook informatie over bewaartermijnen en inzagerecht van ouders en inzage door derden. Meer informatie: www.ocwduo.nl Protocol ‘Veiligheid op school’ en het veiligheidsplan 2008-2013 Op alle openbare scholen is door de brandweer een gebruiksvergunning afgegeven. Dat betekent dat onze scholen op het gebied van brandveiligheid zijn onderzocht en goedgekeurd. Om ongelukken zoveel mogelijk te voorkomen is in het protocol “Veiligheid op school” een groot aantal voorschriften en tips opgenomen. Het gaat hierbij om zaken als brandveilige tips voor de kerst, preventie tegen inbraak en vandalisme, het voorkomen van legionella enzovoort. Naast het protocol beschikt de school over een veiligheidsplan. Daarin worden alle activiteiten beschreven gericht op het bevorderen en beschermen van de gezondheid, waaronder de fysieke en sociale veiligheid. Het veiligheidsplan 2008-2013 ligt op school ter inzage. Regionaal Convenant Schoolveiligheid In 2007 is een Regionaal Convenant Schoolveiligheid Leidse regio afgesloten. In dit convenant komen partners overeen dat schoolveiligheid een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van gemeenten, schoolbesturen, politie en de samenwerkingsverbanden voor PO/VO/SVO. Handelingsprotocollen voortkomend uit het convenant zijn de protocollen: • Aangetroffen wapens en drugs; • Drugsverbod in en rondom scholen; • Aanhouden op school c.q. onder schooltijd; • Kluisjes controle; • Maatregelen rond de jaarwisseling. De tekst van de protocollen is op school beschikbaar. Protocol tegen agressie en geweld Er zijn vele soorten van agressie en/of geweld. Ook seksuele intimidatie, discriminatie en vandalisme zijn vormen van agressie en geweld. Het protocol is een handreiking met maatregelen ter voorkoming van en hoe te handelen bij geweld en agressie. Het protocol bevat richtlijnen over opvang en aanpak naar kinderen, collega’s en ouders. Protocol ‘Vervanging bij ziekte en verlof van personeel’ Scholen moeten veel tijd investeren in het oplossen van vervangingsproblemen vanwege ziekte of verlof van leerkrachten. Een groot landelijk probleem is dat de reserve aan invallers is uitgeput. In dit protocol is vastgelegd welke zaken de school moet regelen wanneer er geen vervangers beschikbaar zijn. Protocol ‘Onderwijsondersteuning zieke leerlingen’ Voor kinderen die in een ziekenhuis zijn opgenomen of ziek thuis zijn, is het belangrijk dat het gewone leven zoveel mogelijk doorgaat. Onderwijs speelt hierin een cruciale rol. Scholen zijn verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs aan zieke leerlingen. Het is van groot belang dat de zieke leerling op
39
maat wordt begeleid. In een protocol is vastgelegd hoe te handelen en welke ondersteuning de school kan krijgen van een consulent Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen(OZL) vanuit het HCO. Meer informatie: www.ziezon.nl Protocol ‘Medische handelingen’ Onderwijspersoneel wordt regelmatig geconfronteerd met situaties waarin hen verzocht wordt tot werkelijk medisch handelen, bijvoorbeeld het geven van sondevoeding of injecties. Met het oog op de gezondheid van de kinderen maar ook in verband met aansprakelijkheid is het van groot belang dat er zorgvuldig wordt gehandeld. Richtlijnen daarvoor zijn vastgelegd in het protocol. Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Per 1 juli 2013 wordt de Wetswijziging verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht. Dit verplicht scholen een meldcode te hebben en het gebruik ervan te bevorderen. De meldcode is bedoeld om mishandeling en huiselijk geweld tegen te gaan. Het eindstation is dus niet altijd een melding. In de regio Hollands Midden, waar wij deel van uitmaken, wordt daarom de naam ‘handelingsprotocol ‘ passender gevonden. Samen met de ketenpartners is gewerkt aan de Regionale Handreiking Hollands Midden (RHAM), waarin de samenwerking is geconcretiseerd. Voor het basisonderwijs is er een online handelingsprotocol op maat ontwikkeld, gebaseerd op de Meldcode. Het geeft een aantal stappen weer voor medewerkers hoe te handelen bij een vermoeden van geweld. Het kan niet genoeg benadrukt worden hoe belangrijk het is dat iedereen die werkzaam is op een school weet wat hem/haar te doen staat bij een vermoeden van huiselijk geweld en/of kindermishandeling en dat dit niet beperkt blijft tot de intern begeleider. Het digitale handelingsprotocol bevat voor iedere functie in de school een handelingsprotocol. Voor meer informatie: www. huiselijkgeweldhollandsmidden.nl , of Meldpunt kindermishandeling: 0900 – 126 26 26. Protocol ‘Gezag, omgang en informatie’ De school is verplicht ook de ouder die het kind niet verzorgt te informeren over de schoolvorderingen en het algemeen welbevinden van het kind. Voorwaarde is dat deze ouder erom vraagt en dat het belang van het kind er niet door wordt geschaad. De directie van de school is verantwoordelijk voor de wijze waarop informatie aan de niet-verzorgende ouder wordt verstrekt. Meer informatie kunt u vinden in de brochure “Gezag, omgang en informatie”, een uitgave van het ministerie van Justitie. Protocol Verzekeringen De stichting PROOLeiden heeft als werkgever een aantal verzekeringen afgesloten die de wettelijke verplichting dekt tot het vergoeden van schade die in de betreffende hoedanigheid aan anderen door onrechtmatig handelen is toegebracht en waarvoor PROOLeiden verantwoordelijk kan worden gesteld. Deze verzekeringen zijn van toepassing op leerkrachten en overig personeel, leden van ouderraden, medezeggenschapsraden en andere personen die zich in het kader van ouderparticipatie beschikbaar stellen voor onderwijsactiviteiten. Uitgebreidere informatie kunt u krijgen bij de directie van de school. Burgerschap en integratie Leerlingen leren op school meer dan taal en rekenen alleen. Toerusting van leerlingen om op zinvolle wijze aan de samenleving bij te dragen is een taak die het onderwijs sinds lang vervult. De laatste jaren zien we een toename in aandacht voor dit onderwerp. Bezorgdheid over verruwing en geweld, over onverdraagzaamheid en het afbrokkelen van de maatschappelijke samenhang spelen daarbij een rol. Sinds 1 februari 2006 zijn scholen verplicht ‘het actief burgerschap en de sociale integratie‘ van leerlingen te bevorderen. Wat onze school kan bijdragen en welke gerichte aandacht wij geven aan de stimulering van burgerschap en integratie is beschreven in het schoolplan.
40
Godsdienstig- en humanistisch vormingsonderwijs (GVO/HVO) in de openbare school De openbare school heeft tot taak aandacht te schenken aan de levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in de Nederlandse samenleving, met onderkenning van de verscheidenheid en eerbiediging van ieders godsdienst en levensbeschouwing. Naast de verplichte lessen geestelijke stromingen zoals opgenomen in het schoolplan, biedt de school ook de mogelijkheid godsdienstlessen en/of humanistisch vormingsonderwijs te volgen, als ouders daarom vragen. Ouders kiezen er vrijwillig voor om hun kind deze lessen te laten volgen. Kinderen die niet aan enige vorm van GVO/ HVO- lessen meedoen, volgen het reguliere programma. Regelmatig wordt er een behoeftepeiling gedaan. Als uit een behoeftepeiling blijkt dat ouders deze lessen wensen, heeft de school een makelaarsrol. Een minimale groepsgrootte van 7 leerlingen is vereist om met een groep van start te gaan. Meer informatie: www.gvoenhvo.nl. Buitenschoolse opvang In de wet is vastgelegd dat de school vanaf het schooljaar 2007-2008 de aansluiting met de buitenschoolse opvang moet organiseren als ouders daarom vragen. Een goede aansluiting maakt het gemakkelijker om werk en zorg voor het gezin te combineren. Buitenschoolse opvang betreft voor- en naschoolse opvang en de opvang tijdens vakanties en vrije dagen. De opvang wordt meestal verzorgd door een kinderopvangorganisatie. De school maakt een voorstel voor de mogelijke opvang (tijden, locatie e.d.) De medezeggenschapsraad brengt advies uit over het voorstel, nadat de ouders hierover zijn geraadpleegd. U regelt zelf de inschrijving van uw kind bij de buitenschoolse opvang en betaalt ook de kosten voor de opvang zelf. Convenant sponsoring Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft samen met onderwijsorganisaties in 2009 een nieuw convenant gesloten. Het Convenant onderwijs en sponsoring bepaalt de speelruimte en de spelregels voor sponsoring in het primair en speciaal onderwijs. Binnen dit speelveld is veel ruimte voor mooie en leerzame initiatieven. Belangrijke onderdelen van het convenant: • Het bevoegd gezag is verantwoordelijk; • De medezeggenschapsraad heeft een belangrijke rol bij sponsoring; • Er zijn spelregels waar de school zich aan moet houden. Meer informatie: www.voo.nl of www.aob.nl.
41