Herzien
COMMISSIE WATERKETEN EN WATERKERINGEN Delft, 14 juni 2011 AAN DE VERENIGDE VERGADERING VAN DELFLAND Advies van de commissie Waterketen en Waterkeringen, tevens conceptverslag van de vergadering op 14 juni 2011 over de aan haar voorgelegde voorstellen van het college van dijkgraaf en hoogheemraden, ter behandeling in de Verenigde Vergadering op 30 juni 2011. Aanwezig: mevr. mr. A.W. Bom-Lemstra dhr. P. van der Ende dhr. J.Th. Overmeer mevr. N.J. Dijkshoorn-van Dijk mevr. M.T. Villars dhr. ir. L.P.I.M. Hombergen dhr. J.W.A. van Olphen dhr. R. Reijn dhr. ir. G.A. van der Wedden dhr. C. Kuijvenhoven RA mevr. mr. A.I.L. Kooiman
hoogheemraad, voorzitter hoogheemraad, plv. voorzitter PvdD Ongebouwd Water Natuurlijk PvdA Bedrijfsgebouwd VVD AWP Delfland CDA secretaris
Afwezig: dhr. J.J.M. Batist mevr. drs. J. Engels
Bedrijfsgebouwd Water Natuurlijk
Locatie: Gemeenlandshuis te Delft, VV-zaal 01.
Opening, vaststellen agenda
De voorzitter opent om 13.30 uur de vergadering 02.
Vaststelling notulen van de vergadering van 12 april 2011 inclusief actielijst
De notulen worden vastgesteld incl. de vertrouwelijke notulen. De actielijst wordt vastgesteld. 03.
Mededelingen
De heer Van der Ende deelt mee dat het project Geurloos Slib verladen donderdag is afgerond met het eerste transport in Nederland. Het AD (Den Haag) en H2O hebben er al aandacht aan besteed. De Pharmafilterproef heeft een innovatieprijs gewonnen. Dat is een opsteker voor de inhoudelijk betrokkenen. Delft Blue Water heeft de scope verbreed voor onderzoek om met grondwater de boezem aan te vullen of om het te gebruiken voor de tuinbouw.
2
Mevrouw Bom kondigt voor het volgend overleg alvast het agendapunt „SMART-er‟ maken van de programmaplannen aan. 04.
Agendapunten voor advies (stukken ter besluitvorming)
04.01 Jaarrekening 2010 (Voorstel_21416.doc) De heer Hombergen begrijpt dat door de veranderde afschrijving een daling van 18,8 miljoen wordt veroorzaakt (p. 44). Hij verwacht dan ook in de exploitatie een daling, maar ziet daar rente en afschrijving stijgen en vraagt daarvoor een verklaring. Op een aantal posten blijkt in 2010 niets uitgegeven (p. 45 en p. 46). Heeft dat werkvertragingen tot gevolg? Waarom is de 500.000 euro voor de awzi Nieuwe Waterweg niet uitgegeven (p. 117)? Lopen de grote projecten Mosterdstraat, Laakkwartier en Belgisch park (p. 118) volgens schema? Mevrouw Dijkshoorn vraagt of het teruglopen van de investeringen gevolgen krijgt voor de personeelskosten. Ontstaat hierdoor overcapaciteit en is het ook mogelijk om de exploitatie omlaag te krijgen? De heer Van der Wedden vraagt of er een boete volgt op veranderde lozingseisen voor de Harnaschpolder (p. 13). Hij waarschuwt dat Rijnland met het gebruik van AHN2 voor de waterkeringen door rietkragen en ongemaaid gras hier en daar een te rooskleurig beeld van de hoogte van waterkeringen heeft gekregen (p. 36). Hij vraagt verder waarom de OAS bij awzi Nieuwe Waterweg is vertraagd (p. 41) en hoe daar met de verscherpte lozingseisen wordt omgegaan waar Waterschap Hollandse Delta eerder bezwaar tegen heeft gemaakt. Verder wil hij graag weten waar de toegezegde benchmark van de zuiveringen blijft en ten slotte hoe in deze jaarrekening met de aanbevelingen van de rekeningcommissie is omgegaan. De heer Kuijvenhoven ziet dat bij het programma Stevige Dijken de directe kosten (p. 37) dalen, de toegerekende salarissen daarentegen stijgen en dat de rente en afschrijving eerst dalen en dan weer stijgen. Hij vraagt om een toelichting. De heer Van Olphen vraagt of het uitstel van een aantal geplande zaken niet leidt tot planningsproblemen en menskracht verderop. Mevrouw Villars stelt de volgende vragen: Zouden de verscherpte lozingseisen voor de awzi Nieuwe Waterweg (p. 13) niet opgenomen moeten worden bij de risico‟s? Kan het gestelde over de restwarmte en stadsverwarming bij de Harnaschpolder (p. 41) nog wat verder worden toegelicht? Is het geschil over de verontreinigingsheffing (p. 44) dat 197.000 euro heeft gekost, opgelost? Zijn dat eenmalige kosten of structurele? Is beter grip te krijgen op de direct opbrengsten? Hoe is de laatste stand van zaken bij de juridische status van de persleidingen? In de jaarrekening (p. 87) wordt voor een aantal vertrouwelijke risico‟s verwezen naar de (openbare) BURAP waar ze niet worden benoemd. Kan worden toegelicht wat daar aan de hand is? Levert de eventuele vertraging van het kadeverbeteringsprogramma een veiligheidsrisico op? Mevrouw Bom stelt dat door de inspanningen van de organisatie voor de Kadernota ander werk is blijven liggen, waardoor de investeringen zijn teruggelopen. Er wordt nu wel weer hard gewerkt om met de programmasturing de achterstand in te lopen, maar dat valt niet mee. Zij heeft daarom de zorg dat voor het programma Stevige Dijken de huidige planning mogelijk te ambitieus is geworden. Dit najaar kan pas goed worden afgewogen of de doelstellingen met de bezetting nog wel binnen de planning kunnen worden waargemaakt. Als dat niet het geval is, dan zal ze dat intern en ook naar de provincie laten weten. Er lijkt nog wel een mogelijkheid voor uitstel naar 2020, maar vooralsnog wil ze proberen het voornemen van Delfland om voor 2015 de urgente kadeverbeteringen (34 km) uit te voeren. Als dit najaar van die planning wordt afgezien, dan zal ook toegelicht moeten worden hoe eventuele veiligheidsproblemen met de calamiteitenorganisatie kunnen worden opgevangen.
3
Door de droogte wordt op het ogenblik nog een extra inspanning gevraagd van mensen die zich anders met de kadeverbeteringen bezighouden. Overigens merkt ze op dat een deel van de vertragingen externe oorzaken heeft zoals bij de Groeneveldse polder, waar de financiën voor het gemeentelijke fietspad nog niet rond zijn. De AHN2-waarschuwing geeft ze door aan de afdeling die het betreft. De aanbevelingen van de rekeningcommissie zijn in deze jaarrekening grotendeels verwerkt zoals uit het accountantsrapport blijkt. Ze zegt toe dat bij het verslag nog zal worden toegelicht hoe, ondanks daling van de inhuurkosten, toch een verhoging van de salariskosten optreedt.1 De heer Van der Ende stelt dat de financiële vragen zijn terug te voeren op de stelselwijziging in 2009 die in deze jaarrekening is doorgevoerd. Omdat de boekhoudkundige regels op advies van de accountant zijn aangepast, treden er verschuivingen op in bedragen. Vooral de veranderde afschrijvingstermijn van vijf jaar naar dertig jaar is daarbij belangrijk. Met Rijkswaterstaat is Delfland in gesprek over de lozingseisen. Voorheen waren er normen voor meerdere awzi‟s (die op hetzelfde waterlichaam lozen) opgesteld, maar er gaan nu normen gelden per awzi. De Unie is ingeschakeld om hierover verder te praten met Rijkswaterstaat. Het bezwaar van Hollandse Delta heeft volgens de portefeuillehouder geen succes gehad. De benchmark is onderweg. Dit najaar komt het rapport beschikbaar. De proef met restwarmte van het effluent van Harnaschpolder voor (stads)verwarming van een woonwijk daarnaast loopt. Het is de vraag of daar winst te boeken is omdat het temperatuurverschil maar een paar graden is. Als het lucratief blijkt, dan wordt het idee verder ontwikkeld. Er zit weinig voortgang in het overleg over de juridische status van de persleidingen. Er zijn meer partijen zoals kabelbedrijven en gemeenten die ermee te maken hebben. Het vastleggen van de gegevens in het kadaster is bovendien veel werk. De 500.000 euro was voor een nabezinktank voor een uitbreiding van awzi Nieuwe Waterweg. Ondertussen is dit achterhaald omdat minder uitbreidingen worden verwacht in die regio en er tussen de zuiveringen daar samengewerkt wordt. De OAS Nieuwe Waterweg lijkt minder nodig te zijn omdat de investeringen voor extra tuinbouwafvoer al jaren terug zijn gedaan. Er is nog wel een basiszuiveringsplan in de maak. Als dit najaar het feitenonderzoek voor afvalwaterketen met de gemeenten wordt besproken en de situatie is goed, dan is een OAS niet meer nodig. De vraag over de vertraging van de vergunning voor Harnaschpolder heeft waarschijnlijk te maken met de door Delfland gewonnen discussie over het voorgeschreven fosfaatgehalte van 1. 2 Volgens Delfland wordt 1,4 afgerond op 1 en moet het niet 1,0 zijn zoals Rijkswaterstaat vond. De portefeuillehouder zegt toe dat de vraag over de vervuilingseenheden (p. 45) bij het verslag nader zal worden toegelicht.3 1
De oorzaak van deze afwijking betreft de volledigheid en exactheid van de geraamde uren op programmaniveau. De raming van de uren voor de (meerjaren) begroting is nog niet geheel afgestemd op de realisatie van de uren in voorgaande jaren. Deze vraag is ook gesteld in de Commissie BOB en in het verslag van de vergadering van 14 juni 2011 beantwoord. 2
Zoals ook op pag. 41 van de Jaarrekening wordt beschreven: OAS Nieuwe Waterweg en de revisie van de vergunning van de AWZI Harnaschpolder zijn vertraagd. Deze vertragingen veroorzaken geen risico‟s. OAS Nieuwe Waterweg is vertraagd door capaciteitsproblemen. Tussen 2000 en 2007 is de zuivering AWZI Nieuwe Waterweg en het gehele aanvoerende transportstelsel in capaciteit uitgebreid om te voldoen aan de toekomstige afnameverplichting richting gemeenten. Dit is inclusief het afvalwater van de glastuinbouw dat op de riolering zal worden aangesloten. Derhalve is de verwachting dat OAS Nieuwe Waterweg voor Delfland geen significante optimalisatievoordelen zal opleveren. Vandaar dat hieraan geen risico‟s worden toegedicht. De aanvraag voor revisie van de vergunning voor Harnaschpolder is door Delfland/Delfluent tijdig ingediend. Doordat de Provincie meer tijd nodig heeft dan verwacht is de verlening van de vergunning vertraagd. Voor de tussentijd is een gedoogbeschikking afgegeven. Daarom vormt dit geen risico. Het geschil met het Bureau Verontreinigingsheffing aangaande berekening vervuilingseenheden is opgelost. Begin van dit jaar is er overeenstemming bereikt over de afhandeling van de zuiveringsheffing 2007 t/m 2010 DSM. Ook zijn constructieve afspraken gemaakt om een dergelijk meningsverschil in de toekomst te voorkomen. In de Jaarrekening is het maximale bedrag opgevoerd. De uiteindelijke kosten zijn in de orde van € 50.000. Dit zal via de Burap worden afgewikkeld. 3
4
De heer Van der Ende meldt dat het gemaal in het Laakkwartier in uitvoering is. In de Mosterdstraat draait het noodgemaal nu volgens planning en bij het Belgische park kan worden gestart met de aanbesteding. In zijn geheel wordt op deze posten een paar miljoen meer uitgegeven dan begroot, maar dat bedrag komt volgens de afspraken weer terug van de gemeente Den Haag. Planning en kosten lopen zoals voorzien. Besluit: de jaarrekening wordt als bespreekstuk doorgestuurd naar de VV. 04.02 Kadernota 2012 (Voorstel_21669.doc) De heer Kuijvenhoven merkt op dat, gegeven de bezuinigingen, het van extra belang wordt om met het programmamanagement te monitoren of de doelstellingen wel worden gehaald. Die informatie moet worden gebruikt bij het opstellen van de begroting van 2012. In een vooruitblik op de investeringen (p. 21) leest hij dat bij Stevige Dijken wordt gesteld dat ambities en doelstellingen nog steeds zullen worden waargemaakt. Dat betekent dan of dat er niet wordt bezuinigd of dat er een efficiencyslag wordt gemaakt. Klopt dat? Hij merkt verder op dat de risico‟s hier nog kwalitatief zijn beschreven en dat wordt gemeld dat die in de loop van 2011 verder worden gekwantificeerd en geconcretiseerd. Hij vraagt of die gegevens tijdig bekend zijn om in de begroting van 2012 mee te kunnen nemen. Bij Gezuiverd Afvalwater is de veranderde afschrijvingstermijn van de PPS-constructie de grootste verandering. Hij ziet dan wel dat dat tot 2015 jaarlijks een besparing levert van ongeveer 20 miljoen euro, maar mist dat het in de dertig jaar daarna ongeveer 4 miljoen euro per jaar zou gaan kosten. Hij vraagt of dat klopt en wat daarvan het effect is op het weerstandsvermogen. De heer Van Olphen leest bij Beleid en instrumenten (p. 21) dat in 2014 de grondwateronttrekking wordt geëvalueerd. Hij wijst erop dat dat te laat is om de resultaten mee te nemen in de onderhandelingen met de provincie. Mevrouw Villars vraagt hoe strenger en indringender kan worden gehandhaafd (p. 21). Ze leest verder dat bij de derde toetsing een traject van 1,1 km is afgekeurd en wil graag weten waar dat ligt. Ook vraagt ze welke grondstoffen stijgen in kosten en in hoeverre je met die stijgingen rekening kan houden. De heer Hombergen wil nog een toelichting op de besparingen door de veranderde afschrijvingstermijnen. Mevrouw Bom verwijst voor ambitie en doelstellingen naar de discussie bij de jaarrekening. Ze heeft wel een overzicht ontvangen van de bezuinigingsverdeling per sector en naar programma, maar die is nog niet voldoende onderbouwd. Dit najaar kunnen daar uitspraken over worden gedaan. Ze onderschrijft dat het van groot belang is om met goede indicatoren te werken om te kunnen monitoren hoe het met de doelstellingen staat. Het aantal kilometers dat je versterkt zegt niet veel over de mate waarin je je veiligheidsdoelstelling al hebt gehaald. Ze wil die indicatoren daarom ook met de commissie bespreken. Omdat de leggers beter op orde beginnen te komen en onlangs die voor het medegebruik van de Delflandse dijk is vastgesteld, is het ook mogelijk gerichter te handhaven dan in het verleden. Dat moet dan wel praktisch ook kunnen, want bij handhaving liggen meer vragen dan er nu mogelijkheden zijn. Er wordt gezocht naar meer integratie van taken. In de commissie BOB is daarmee onlangs een start gemaakt met een volledig overzicht van de activiteiten van handhaving in 2010. Het afgekeurde traject van 1,1 km ligt langs de Waterweg in de buurt van Parksluizen. Ten slotte geeft ze aan dat te zijner tijd nog met de nieuwe bestuurders van de provincie zal worden doorgepraat over de GR voor het DSM-grondwater. Dit conform de onderhandelingsruimte die de commissieleden de verantwoordelijk bestuurder hebben gegeven.
5
De heer Van der Ende zegt toe dat de gevolgen van de afschrijvingsverandering nog nader worden toegelicht. Die komen deze week ook bij de rekeningcommissie aan de orde. De toelichting en antwoorden daar zullen naar deze commissie worden gestuurd.4 Hij licht in het algemeen toe dat bij de zuiveringen altijd aandacht is voor de grondstoffen bij het proces. Door de voortdurende veranderingen in het ingewikkelde bedrijfsproces veranderen ook soorten en hoeveelheden grondstoffen. Als de kosten stijgen, kan het ook weer interessant worden om stoffen uit het slib terug te winnen. Zo heeft HVC onlangs met de andere slibverbrander (SMB) onderzocht of uit de as fosfaat terug te winnen valt. De eerste berichten zijn gunstig, dus dat wordt verder uitgezocht. Besluit: de Kadernota gaat als bespreekstuk door naar de VV. 04.03 BURAP-1 2011 (Voorstel_22698.doc) De heer Hombergen vraagt of de post voor onderhoud van IBA‟s (p. 34) niet te laag is met 500 euro per jaar. De heer Overmeer vraagt wat de positieve gevolgen voor Delfland inhouden van het samenwerkingsverband voor de bestrijding van schade door muskusratten. Mevrouw Dijkshoorn stelt de volgende vragen: Waarom wordt het bedrag van 11,7 miljoen doorgeschoven naar een ander programma (p. 10)? Is het echt nodig om bomen te inventariseren op kades? Kan al worden ingeschat wat de kosten van de droogte zullen zijn? Kunnen de leidingen in Den Haag (p. 37) die niet meer nodig zijn, worden hergebruikt voor andere doelen? De heer Van der Wedden vraagt wat het betekent dat op het aanbod van de Jaagpadleiding nog niet is gereageerd (p. 38). De heer Reijn vraagt wat de onderhandelingsstrategie met gemeentes voor de complexe kadeverbeteringen in zou moeten houden. De heer Kuijvenhoven stelt dat de correctie voor de afschrijving van de PPS fors invloed heeft. De mededeling dat hierdoor een verlaging van 2,5 miljoen is opgetreden ten gevolge van prijsindexgegevens, wil hij graag verder toegelicht krijgen. Bij het programma Stevige Dijken dalen door vertragingen de uitgaven in 2011 van 21 miljoen euro naar 11 miljoen euro. Hij vraagt wat voor gevolgen dat grote verschil gaat krijgen. Heeft het uitstel van aanleg van de transportleiding van De Lier naar Maassluis gevolgen? Mevrouw Villars vraagt of er door de vertragingen wel voldoende werk blijft voor de medewerkers. Ook wil ze graag weten wat de stand van zaken is met de kadewoning bij Aalkeetbuitenpolder Zuidbuurt (p. 29). Mevrouw Bom verwijst voor de zorgen over de doelstellingen naar de discussie bij de jaarrekening. Ze ziet dat het personeel juist hard werkt ondanks de bezuinigingen, de Kadernota, de invoering van de P&C-cyclus en de programmasturing.
4
Op basis van de onderzoeken naar de boekhoudkundige verwerking van de PPS-constructie blijkt dat de investeringen mogen worden afgeschreven in 30 jaar in plaats van de nu toegepaste 5 jaar. De afschrijving van de investeringen voor de PPS zijn gestart in 2008. Door de aanpassing van de afschrijvingstermijn heeft in 2010 met terugwerkende kracht een correctie plaatsgevonden en is tot en met 2012 (einde van de afschrijvingstermijn op basis van 5 jaar) sprake van een relatief groot voordeel. Vanaf 2013 is sprake van een nadeel omdat op basis van de afschrijvingstermijn van 30 jaar de afschrijvingen langer doorlopen dan waarmee in de meerjarenbegroting rekening is gehouden. Samengevat ziet het verloop er als volgt uit: 2010 voordeel € 21,3 miljoen (inclusief correctie 2008 en 2009) 2011 en 2012 voordeel € 14,9 miljoen 2013 en 2014 nadeel van € 0,8 miljoen 2015 en verder nadeel van € 2,1 miljoen
6
De aanhoudende droogte zorgt inderdaad voor een verschuiving van de aandacht omdat veel mensen, juist ook deskundigen die aan het programma Stevige Dijken werken, de kades opgaan voor controles. Over veertien dagen wordt inzicht gegeven in wat voor gevolgen dit gaat krijgen voor het lopende programma. Ook worden vrijwilligers en schouwmeesters bij dit werk ingezet. Als met de gieter scheuren worden volgegoten, ziet dat er misschien wat knullig uit, maar zo wordt ook bij andere waterschappen te werk gegaan. (Zwaar) materieel hoort beslist niet op kades met scheuren. Verder meldt ze dat voor de regionale kades de leidraad voorschrijft dat ook bomen op de kades moeten worden geïnventariseerd omdat ze een veiligheidsprobleem kunnen vormen. Met de strategie voor de complexe kadeverbetering wordt niet veel meer dan samenwerken bedoeld en dat ligt voor de hand omdat goed met gemeentes moet worden samengewerkt bij kades met wegen en kades in het stedelijke gebied. Er is nu vastgesteld dat de scheuren in de kadewoning bij Aalkeetbuitenpolder (Zuidbuurt) door de eerdere kadeverbetering zijn veroorzaakt. Delfland is daarvoor dus aansprakelijk en heeft vorige week weer overlegd met de eigenaar om tot een oplossing te komen die recht doet aan de situatie, mogelijk reparatie of anders nieuwbouw. Ten slotte antwoordt de portefeuillehouder dat er een verrekeningsmethodiek afgesproken is voor de toedeling van kosten aan het samenwerkingsverband voor de bestrijding van schade door muskusratten. Voor Delfland betekent dat een verlaging van 1 miljoen naar ongeveer 700.000 euro. Eind deze maand wordt de afspraak met uitleg via D&H in de organisatie rondgestuurd. De heer Van der Ende antwoordt dat de 500 euro de onderhoudskosten per IBA zijn. Er zijn er driehonderd in gebruik. De afspraak die daarover met de gemeentes is gemaakt, blijkt verschillend te kunnen worden uitgelegd. Omdat op riolering bespaard wordt (gemeente) en water gezuiverd wordt (Delfland), vindt Delfland een deling van de kosten voor de hand liggen. Er zijn nog een paar gemeentes die dat niet zo uitleggen. Hij heeft er vertrouwen in dat daar een oplossing voor wordt gevonden omdat het met het feitenonderzoek voor de waterketensamenwerking weer aan de orde gaat komen. Overheveling van de kosten voor grensoverschrijdend afvalwater naar het andere programma heeft een rechtmatigheidsreden. Het is logisch de kosten te boeken waar ze horen en het gaat om zuivering van water. Delfland biedt wel aan leidingen her te gebruiken, bijvoorbeeld voor waterberging. Verder is hergebruik lastig, want ze liggen her en der in Den Haag en zoveel anders kan je er ook niet mee. Verder meldt de portefeuillehouder dat Delfluent voor Delfland risico‟s wegneemt en volgens het contract het recht heeft energie zelf in te kopen waar het wil. Het voordeel daarvan is dus voor Delfluent. Daarin kan Delfland Delfluent nergens toe verplichten. Het is wel een onderwerp voor de nieuwe commissie om eens te kijken of dit in de actualiseringsbespreking van de overeenkomst met Delfluent aan de orde moet komen. De vraag over het verschil van 2.500.000 euro door prijsindexering is uitgezet. Het antwoord zal bij het verslag worden meegestuurd.5 5
Zoals ook aangegeven in de informatieve VV van 29 maart jl. is bij de uitvoering van het PPS-contract sprake van een aantal variabelen op basis waarvan het variabele deel van de contractsprijs wordt beinvloed. De volgende indexen zijn hierbij bepalend: Salaris Electriciteit Chemicalien Inflatieindex (consumentenprijs) Maintenance & equipment Civil works Renewals Voor de toepassing van de indexen wordt gebruik gemaakt van landelijke indexcijfers. In de begroting 2011 was destijds voor de dienstverleningsvergoeding gerekend met de gemiddelde indexpercentages van de afgelopen jaren. Voor 2011 zijn de werkelijke indexen gemiddeld lager uitgevallen dan was begroot. De daling wordt voornamelijk veroorzaakt door index elektriciteit en chemicaliën. Deze waren lager mede als gevolg van de ontwikkeling van de olieprijs. Of en in hoeverre sprake is van een structurele verlaging voor deze twee indexen hangt mede af van de ontwikkeling van deze prijzen op de wereldmarkt. Inmiddels is de olieprijs alweer ruimschoots gestegen naar het niveau zoals opgenomen in de meerjarenbegroting. Voor 2010 was dus sprake van
7
Over de Jaagpadleiding is lang onderhandeld. Delfland heeft recent een afkoopaanbod gedaan en het wachten is nu op de andere partij. Ten slotte laat hij weten dat de vertraging in de transportleiding van De Lier naar Maassluis werd veroorzaakt door een bezwaar tegen het bestemmingsplan. Het plan is ondertussen goedgekeurd en de aanbesteding voor de leiding is gestart. Die zou er naar verwachting eind dit jaar moeten liggen. Besluit: de BURAP gaat als bespreekstuk door naar de VV. 04.08 Ondertekening overeenkomst geldleningen DRSH/HVC De heer Reijn vindt het wel een goed voorstel dat D&H leningen kan oversluiten om de lasten terug te brengen, maar stelt daaraan wel de randvoorwaarde dat de VV daarvan direct schriftelijk op de hoogte wordt gesteld. De heer Kuijvenhoven vindt een machtiging ook logisch met als randvoorwaarden dat voldoende informatie voor de VV wordt gegeven en genoeg flexibiliteit voor D&H rest om goed van de machtiging gebruik te kunnen maken. De heer Van der Wedden vraagt hoe het bedrag eerst 50 miljoen gulden kan zijn en daarna verandert in 51 miljoen euro. Verder wil hij weten of volgens de regels van de Wet fido wordt gehandeld. De heer Hombergen begrijpt niet dat met de tijd de garantstelling niet afneemt met het aflossen van de lening en wil dat graag toegelicht krijgen. De heer Van der Ende bedankt voor het vertrouwen dat wordt gegeven aan D&H om leningen te kunnen oversluiten. Als randvoorwaarde neemt hij over dat een oversluiting direct zal worden gemeld aan de VV. Hij licht toe dat de 50 miljoen gulden het bedrag was waarvoor Delfland garant stond bij de bouw van de slibverbranding in Dordrecht. Bij de 51 miljoen euro gaat het om het bedrag waarvoor alle waterschappen die hierin samenwerken nu garant staan. De som moet ongeveer kloppen als het percentage van Delfland daarvan wordt berekend. Het ging om een garantstelling voor een lening, maar een verklaring waarom die niet daalt met het afbetalen van de lening heeft hij niet bij de hand. De portefeuillehouder zegt toe die bij het verslag te voegen.6 De voorzitter zegt toe dat voor de zekerheid nog wordt gecontroleerd of dit toegestaan is volgens de Wet fido. Dat ligt voor de hand omdat door oversluiting van een lening lagere lasten ontstaan. Besluit: het voorstel gaat met de toegezegde aanpassing in de tekst als hamerstuk door naar de VV.
een incidentele meevaller. De toepassing van deze indexcijfers brengt met zich mee dat jaarlijks sprake zal zijn van mee- en tegenvallers. Er is nog geen uitspraak te doen voor 2011. Voor het meerjarig beeld monitoren we de ontwikkeling van de trends. Bij een trendbreuk passen we de meerjarenraming aan. Op dit moment is daar geen noodzaak toe. 6
De aanschafwaarde van de totale investering in de slibverbrandingsinstallaties (gebouwd in 1993: lijn 1 t/m 3 en 1998: lijn 4. De capaciteit van lijn 4 is meer dan die van de lijnen 1 t/m 3) bedraagt ca. € 87.000.000. Aanvullende investeringen in de SVI en overige: ca. € 15.000.000. E.e.a. is gefinancierd met leningen. Het restant van deze leningen bedraagt thans ca. € 55.000.000. Voor deze leningen staan en stonden de waterschappen vanaf 1991 hoofdelijk garant. Echter, in de samenwerkingsovereenkomst, zoals die van toepassing was tot 31 december 2009, en in de ballotageovereenkomst, zoals die van toepassing is vanaf 1 januari 2010, is tussen de waterschappen afgesproken op welke wijze een eventuele aansprakelijkstelling onderling wordt afgewikkeld. Dat is de 24% waarvoor Delfland risico loopt. Uitgangspunt van de hoogte van de leningen is dat zij de boekwaarde van de SVI benadert. De boekwaarde per 31-12-2010 bedraagt ca. € 54.200.000. Door de jaarlijkse aflossing van ruim € 3.000.000 zal het te garanderen bedrag en de boekwaarde in positieve zin uit elkaar lopen. De aflossingen worden gefinancierd met de aan de waterschappen in het tarief doorberekende afschrijvingskosten.
8
04.09 Begrotingswijziging AQUON 2011-2015 en begroting/meerjarenplan AQUON 2012-2015 (Voorstel_22756.doc) De heer Van Olphen vindt de notitie een onleesbaar stuk voor zichzelf en de VV van Delfland. Er kan niet uit worden afgeleid wat de voordelen van AQUON+ zijn voor Delfland ten opzichte van AQUON. Uit de getallen blijkt zelfs dat het eerder een kleine verslechtering inhoudt. Hij zou bij een schaalvergroting met twee aansluitende waterschappen door schaalvergroting een verlaging van de kosten verwachten. Daar vraagt hij een nadere toelichting op. In de oplegnotitie wordt in de historie nog 17 juli 2011 genoemd als datum, dus daar klopt iets niet. Mevrouw Villars vraagt of er al een reactie van AQUON op de bijgevoegde brief is. De heer Kuijvenhoven vraagt wat precies de status is van het stuk. Moet de commissie hier kennis van nemen of mee instemmen? Houdt dit ook een begrotingswijziging in? De heer Van der Wedden leest in de begroting dat de grootste post personeelskosten is en dat in de toekomst de meetvraag voor de waterschappen waarschijnlijk zal afnemen. Hij vraagt of dan niet nu al op het personeel zou moeten worden bezuinigd. Ook wordt beschreven (p. 5) dat dure apparatuur nodig is die mogelijk een lage bezettingsgraad heeft. Is het dan niet beter uit te besteden? Hij merkt verder op dat als je minder afneemt dan je jaarlijks vraagt, je toch 75% van de vaste kosten betaalt en vraagt zich af of dat niet anders kan. Ten slotte lijkt hem het rentepercentage (p. 13) van 4,5 % aan de hoge kant. De heer Hombergen kan ook niet helemaal opmaken uit de notitie of AQUON+ nou wel of niet een verbetering inhoudt voor Delfland en vraagt om een nadere toelichting.7 Verder vraagt hij de verzekering dat de tarieven door de uitbreiding naar AQUON+ niet zullen stijgen. De heer Van der Ende antwoordt dat de datum 17 februari 2011 moet zijn. Omdat Rivierenland ook een laboratorium meeneemt, kan de schaalvergroting niet één op één worden doorberekend. Hij stelt verder dat onderzoek zelf doen of uitbesteden constant de aandacht heeft en een afweging is tussen specifiek waterschapswerk, kwaliteit, vraag en kosten. Uiteraard heeft Delfland als deelnemer in het samenwerkingsverband invloed op die keuzen. Een deel van de besparingen wordt later zichtbaar. Dat geldt met name voor de personeelskosten. Voor het betrokken personeel moet eerst worden gezorgd volgens het sociale statuut. Op de lange termijn vindt een deel daarvan vrijwillig weer een andere plaats. Hij vindt dat AQUON met deze notitie heeft voldaan aan de toezegging om in een businesscase te laten zien wat de besparingen zijn ten opzichte van de oorspronkelijke situatie in 2008 en vraagt AQUON de ruimte te geven om een goede start te maken.
Besluit: het voorstel gaat als hamerstuk door naar de VV. 04.10 Kadeverbetering Commandeurspolder Veilig & Mooi: definitief ontwerp Oostgaag en Noordvliet (Voorstel_22892.doc) Mevrouw Bom deelt mee dat de schriftelijke vragen die door de heer Van der Wedden zijn gesteld worden beantwoord en aan de commissieleden worden gestuurd.8
7
In de tabel Bijdrage 2011 per waterschap staan in de kolom “Begroting AQUON 2011 dd. 20-10-2010” het bedrag Delfland ad € 1.008.206 en het bedrag Delfland Hydrobiologie ad € 101.859, die bij elkaar moeten worden opgeteld tot de totale Delflandbijdrage 2011 ad € 1.110.065. Bijdrage Delfland 2011 bij 7 deelnemende waterschappen € 1.110.065 In de volgende kolom staat de Delflandbijdrage aan AQUON+ (bij 9 deelnemers) € 1.028.636 Hieruit blijkt dat door de toetreding van Rivierenland en Stichtse Rijnlanden een daling van de Delflandbijdrage optreedt ad € 91.429. 8
Zie bijlage (vragen met betrekking tot natuurvriendelijke oevers Noordvliet)
9
Mevrouw Dijkshoorn vraagt of de tegels bij de kadeverbetering blijven liggen. Ze is verder van mening dat de gevolgde aanpak om de bewoners intensief bij de planvorming te betrekken tot nu toe goed is geslaagd. De heer Van der Wedden begrijpt uit de notitie dat er meer water wordt gegraven dan nodig is volgens de regels. Hij wil graag weten of dat klopt en of dat wel nodig is in die polder, anders zou het ten koste gaan van kostbare landbouwgrond. Verder leest hij dat er een stuk teensloot wordt gedempt en ergens anders een teensloot met moeite wordt gehandhaafd. Waarom dat verschil? Hij vraagt hoe om wordt gegaan met het verzoek van de historische vereniging voor het terugplaatsen van de hectometerpaaltjes na de kadeverbetering. Verder valt het hem op dat de engineeringkosten in verhouding tot de bouwkosten erg hoog zijn. Hij vraagt hoe dat komt. De heer Hombergen zijn ook de hoge engineeringkosten opgevallen. In het algemeen wil hij weten of de op zich goed werkende maar relatief dure voorbereidingsaanpak ook bij andere projecten zal worden gevolgd en of dat verantwoord is gezien de hoge kosten. De heer Reijn komt na berekening op een bedrag van 8,5 miljoen euro in plaats van de 6,1 miljoen euro nog uit te geven. Kan die som worden toegelicht? De heer Kuijvenhoven zou graag zien dat bij de kosten ook het bedrag (percentage) dat is begroot voor onvoorzien wordt gegeven. Hij leest verder dat vertraging tot extra kosten zal leiden en dat op een perceel de grondverwerving niet minnelijk lijkt rond te komen. Hij vraagt of dan al moet worden uitgegaan van die extra kosten. Mevrouw Bom laat weten dat de tegels langs de Noordvliet bij de kadeverbetering worden verwijderd. Ze zegt toe die vraag nog wat uitgebreider te zullen toelichten bij het verslag nadat ze bij de projectleider navraag heeft gedaan.9 Ze deelt verder mee dat het bij het ontwerp gebruikelijk is om naar synergie te zoeken met andere programma‟s. Dat is hier alleen gelukt voor Schoon Water met de natuurvriendelijke oever. Over het hele project is de bergingsbalans ongeveer kloppend. Omdat wat extra berging kon worden gegraven, kon ook de teensloot worden gedempt. Er ligt geen bergingsopgave voor deze polder. Ze licht toe dat teensloten in het algemeen een functie hebben bij waterkeringen en dat ze alleen in bepaalde situaties gedempt kunnen worden. De grondverwerving houdt onder andere het project van de grondruil bij de Maaslandse dam in. Daar is Delfland met de gemeente en een agrariër in overleg om tot een optimale situatie voor allen te komen. Ze heeft goede hoop dat dat gaat lukken omdat het alleen nog hangt op de relatief hoge notariskosten van 10.000 euro die nog naar de belangenverhouding moeten worden verdeeld. Met de intensieve voorbereidingsaanpak is nog niet zoveel ervaring. Hij bevalt hier goed, maar zal niet per definitie toegepast gaan worden. Dat is alleen zinvol bij complexe projecten.10 Overigens hoort de portefeuillehouder dat deze aanpak steeds meer standaard wordt bij andere waterschappen en overheden omdat de algemene opvatting is dat de hogere investering aan de voorkant zich aan de achterkant van het proces terugbetaalt. Zij wil de aanpak bij deze kadeverbetering binnen niet al te lange tijd evalueren om de leerpunten voor Delfland eruit te halen.
9
Bij realisatie zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij de huidige materialisatie. Dit houdt in dat het schelpenpad terug komt en dat ook de tegels, daar waar dit kan, blijven dienen als oeverbeschoeiing bij de Noordvliet. 10
De gekozen werkmethode voor de Commandeurspolder brengt met zich mee dat de VAT-kosten hoger uitvallen dan een puur projectmatige aanpak. De uitgebreide communicatie kost veel tijd. Daarbij komt dat de VAT kosten conservatief zijn geraamd en daardoor hoog uitvallen. De verwachting is dat de kosten lager uit gaan vallen. Er is ervoor gekozen om de kosten gelijkelijk te verdelen over de vier projecten waardoor het aandeel in de kosten bij de projecten Oostgaag, Noordvliet en Zuidgaag hoog is.
10
Ze heeft geen verklaring voor de presentatie van de getallen voor de kredieten bij de hand en zegt toe dat die bij het verslag alsnog zal worden gegeven.11 De hoge engineeringkosten worden veroorzaakt omdat het project een paar keer opnieuw is opgestart en dus is voorbereid. Bij de kostentoedeling per project stijgen dan de engineeringkosten. Ze gaat ervan uit dat de hectometerpaaltjes terug worden geplaatst, want dat is door Delfland toegezegd op een voorlichtingsavond. Besluit: het voorstel wordt, met de genoemde aanpassingen, als hamerstuk doorgestuurd naar de VV. 05
Agendapunten ter informatieve bespreking
05.01 Ophogen risicovolle regionale keringen 2011-2015 (Voorstel_22819.doc) De heer Hombergen vraagt of over dit onderwerp met de provincie wordt overlegd. Verder vraagt hij of er al over wordt nagedacht om niet alleen probabilistisch te ramen, maar ook te plannen. Volgens hem levert dat met name bij programma‟s met veel maatregelen zoals dit meer zicht op de planning van het hele programma dan bij deterministische planning. Mevrouw Bom antwoordt dat dat zeker met enige regelmaat het geval is omdat de provincie de regionale keringen aan de normen toetst en er ook nog hier en daar provinciale wegen op kades liggen. Ze antwoordt verder dat bij de doorontwikkeling van de programmasturing probabilistisch ramen een volgende stap kan zijn, maar dat nu nog vooral de focus ligt op het goed op orde krijgen van alle projectgegevens. 05.02 Brief van Ministerie van Infrastructuur en Milieu inzake kabinetsreactie taskforce HWBP 05.03 Brief van Ministerie van Infrastructuur en Milieu inzake bestuursakkoord water, kabinetsreactie taskforce Ten Heuvelhof en waterveiligheidsopgave 06
Rondvraag en sluiting
De heer Hombergen heeft van een hoogleraar Tuinbouw gehoord dat de waterbalans van veel teelten al kan worden gesloten, maar dat dit vastloopt op gemeenten die geen bouwvergunning af willen geven voor de kelders onder de kassen. De heer Van der Ende zegt dat dat voor bepaalde teelten wel opgaat, maar niet voor alle. Verder zal er daarbij aandacht moeten zijn voor de waterbalans, want het is niet per definitie gunstig voor de waterberging als er geen water meer wordt opgevangen door kassen. Wel heeft hij aandacht voor deze ontwikkelingen en hoe gemeenten daarmee omgaan. De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun komst en sluit om 17.00 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de vergadering van de commissie Waterketen en Waterkeringen d.d. 30 augustus 2011.
11
Zie bijlage 6e die aan het VV voorstel is toegevoegd.
11
De voorzitter,
De secretaris,
mevr. mr. A.W. Bom-Lemstra
mevr. mr. A.I.L. Kooiman
