B&W-ADVIES
Gemeente Zandvoort
Vergadering B. en W.
0 5 JAN. 2015 Anendagunt: Na besluit (B&W/Raad):
Verordening Nadere regels Beleidsnota Overig
Uitgaande brief verzenden Stukken retour Publicatie
Afdeling / werkeenheid: MD/BA Auteur : F. van Buren portefeuillehouder
Datum : 8 december 2015 Regnr. : 2015/11/000947 Zaaknr. : Z2015-004630 Onderwerp: Wet taaleis
Burgemeester N. Meijer Wethouder L. Challik-Frijling Wethouder G. Kuipers
k
Wethouder G.J. Bluijs Raadsbesluit: Actieve informatieplicht raad:
•
akkoor
-Secretaris
1
0
akkoord
i
Naam leidinggevende
Wettelijk kader: Participatiewet artikel 18b; Besluit taaltoets
Gevraagd besluit aan B&W:
1. De Beleidsregels Wet taaleis vast te stellen. 2. Het Nova college aan te wijzen als instantie die de toets afneemt, met inachtneming van de bepalingen van het Besluit taaltoets en de bijgevoegde beleidsregels. 3. De Wet taaleis, met uitzondering van inburgeringsplichtigen, actief toe te passen op die personen bij wie is gebleken dat de taal een belemmering vormt voor arbeidsinschakeling. 4. De kosten voor de toetsing vanaf 1 juli 2016 te dekken uit het reguliere re-integratiebudget (integratie uitkering sociaal domein). 5. Een bedrag van € 6.400 te reserveren uit de BUIG, als bijdrage in de formatieve lasten 2016. 6. De commissie Samenleving ontvangt dit besluit van het college ter kennisname
Het besluit heeft financiële consequenties voor de gemeentebegroting.
1/5
Voor het genomen besluit, raadpleeg de besluitenlijst van B&W. Openbaarheid : ja
Toelichting: Consequenties:
Financieel:nee Personeel: nee Juridisch: nee Facilitair: nee Communicatie: ja WKPB: nee
Advies ingewonnen bij:
OR: n.v.t. RIJK: Overig:
Consequenties zijn in het advies toegelicht
Bijlagen: 2
1. Bestuurlijke samenvatting (aanleiding, probleemstelling, scenario's). Vanaf 1 januari 2016 geldt de Wet taaleis en het bijbehorende Besluit taaltoets. Kern van deze nieuwe wet is dat gemeenten het taalniveau van mensen met een bijstandsuitkering moet laten toetsen indien zij niet gedurende acht jaar Nederlandstalig onderwijs hebben gevolgd, een diploma inburgering hebben, of een ander document kunnen inleveren waaruit voldoende taalbeheersing blijkt. Indien de toets niet wordt gehaald en er geen inspanning wordt geleverd, wordt de uitkering gekort met 20 en daarna 40 % gedurende zes maanden en uiteindelijk 100 c'/0 onbeperkt.
De regering wil met deze wet het belang van beheersing van de Nederlandse taal in relatie tot arbeidsinschakeling extra benadrukken. De Participatiewet biedt gemeenten namelijk al de mogelijkheid om taalscholing gericht in te zetten voor personen voor wie beheersing van de taal belemmerend werkt op arbeidsinschakeling. De taaleis geldt vanaf 1 januari 2016 voor nieuwe aanvragers van een bijstandsuitkering en vanaf 1 juli 2016 voor het zittend bestand. Het college stelt op grond van het Besluit taaltoets beleidsregels voor de toetsing en de wijze van afname hiervan vast. De gemeente is niet verplicht een cursus aan te bieden aan belanghebbenden. In principe dienen zij dit zelf te regelen. Omdat de gemeente echter op grond van het Regionaal Educatief Plan de mogelijkheid heeft om cursussen aan te bieden, wordt voorgesteld om de cursussen en de toetsing daar onder te brengen. Het budget voor de uitvoering van de Wet taaleis is zeer beperkt. De V.N.G heeft het Rijk aangegeven dat een generieke uitvoering van de wet onuitvoerbaar is. Niet alleen het budget is daar een reden voor, ook de losse eindjes en inconsistenties in de wet spelen een rol. Een aantal gemeenten, waaronder Amsterdam en Den Haag, heeft besloten de taaleis dan ook niet generiek uit te voeren, maar in een soort 'light' variant. Hierbij wordt een koppeling gelegd tussen de daadwerkelijke individuele kansen op werk en de belemmering in de vorm van de taalbeheersing die daar bij op kan treden. Behoudens het weigeren van iedere medewerking, staat in deze aanpak het straffen niet voorop, maar het verder helpen van een belanghebbende richting werk. Deze aanpak wordt toegepast op nieuwe aanvragers en het zittend bestand. Haarlem besluit ook tot deze variant van uitvoering.
Argumenten: 1.1 Een goede beheersing van de Nederlandse taal vergroot de kansen op de arbeidsmarkt
2/5
Een aantal belanghebbenden met een uitkering, die bemiddelbaar zijn naar werk, kunnen in verband met hun taalvaardigheid niet worden geplaatst in een baan. De mogelijkheid om hen een cursus te bieden en te toetsen op hun vaardigheid vergroot hun kans op werk. 1.2 Een toets koppelen aan een cursus geeft het grootste effect Hoewel de gemeente niet verplicht is om een cursus aan te bieden, zal een taaltraject een grotere kans van slagen hebben indien er door de gemeente faciliterend opgetreden wordt. De doelgroep (personen met een bijstandsuitkering en een taalbelemmering) wordt al bediend via het Regionaal Educatief Plan 2015-2017 en een deel volgt al een taaltraject bij het Nova. Personen op wie de taaleis van toepassing is kunnen hier uiteraard ook gebruik van maken. Door de Wet taaleis te koppelen aan het Regionaal Educatief Plan snijdt het mes aan twee kanten. Hierdoor hoeft er qua dekking van de kosten voor cursussen geen beroep te worden gedaan op SZW middelen, omdat de financiering al geregeld is via de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). Naast het gegeven dat het Nova als voordeel heeft dat er zonder extra kosten aangehaakt kan worden bij de bestaande WEB taalklassen, is de instelling bekend met de doelgroep. Voorts kan het Nova voldoen aan het gestelde in het besluit taaltoets en staan zij als licentiehouder diplomaverstrekking onder toezicht van de inspectie. Vanaf 1 juli 2016 brengt het Nova wel kosten in rekening voor afgenomen toetsen waarbij niet aansluitend een taalcursus gevolgd wordt. Het hiermee gemoeide bedrag is nu niet goed in te schatten maar zal in 2016 niet hoger zijn dan €30.000 gebaseerd op 150 toetsen vanaf 1 juli 2016. Dit is een grove inschatting daar de verwachting is dat de meeste belanghebbenden na de toetsing ook de cursus zullen gaan volgen. Er zal in het eerste kwartaal van 2016 een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure gestart worden om de toetsing in het kader van de taaleis vanaf 1 juli 2016 rechtmatig te kunnen gunnen. Belanghebbenden kunnen ook buiten het cursusaanbod om gaan werken aan het verbeteren van hun taalbeheersing. Via zelfstudie, oefenprogramma's op internet, het Taalplein, of via het Taalgilde.
1.3 Een actieve, individuele toepassing is praktisch en haalbaar Het taalniveau zal bij iedere aanvraag worden vastgelegd, waarna de bepalingen van artikel 18b actief zullen worden toegepast op die belanghebbenden die kunnen werken of een traject richting werk kunnen volgen, maar waarbij eerst aan de taalbeheersing gewerkt moet worden. Deze personen zullen worden opgeroepen voor een gesprek en de voortgang zal gemonitord worden. Wat het zittende bestand betreft heeft de gemeente de vrijheid om te bepalen wanneer de taaleis toegepast wordt. Hij geldt echter wel formeel per 1 juli 2016 voor het zittende bestand. De personen uit het zittend bestand, die door een van onze re-integratiepartners zijn teruggemeld vanwege een taalprobleem, zullen als eerste worden opgeroepen. Daarnaast zal de taaleis actief worden toegepast op personen die een traject kunnen volgen richting werk, maar waarbij de taalbeheersing een probleem vormt. Via deze aanpak wordt de taaleis toegepast op de personen die er het meest baat bij hebben en komt geleidelijk de hele doelgroep in beeld. Risico' s en kanttekeningen 1.4 De wet wordt niet generiek — dus voor het hele bestand - actief toegepast. Een generieke toepassing van de wet heeft veel consequenties voor de uitvoering op de korte termijn, zonder dat er een direct verband hoeft te bestaan tussen de belanghebbende en diens kansen op werk. Bij een individuele en werkgerichte aanpak zal een groot deel van de doelgroep uiteindelijk in beeld komen en beoordeeld worden op de taaleis. 1.5. Er wordt terughoudend omgesprongen met de doelgroep inburgering Naast het gegeven dat inburgeringsplichtingen die al begonnen zijn met hun inburgeringscursus voldoende inspanning leveren als bedoeld in de Wet taaleis, is er ook sprake van een mogelijk dubbel sanctieregime. Het afnemen van een toets in het kader van de taaleis bij een persoon die nog moet beginnen met zijn inburgering is een kostbare en vrij overbodige exercitie. Los van het gegeven dat het halen van de toets voor veel anderstaligen al een hele opgave is na een cursus, is het toetsen van 3/5
iemand die nog helemaal niet is begonnen met een cursus qua uitslag voorspelbaar en voegt het weinig toe aan de verplichting die de persoon al heeft op grond van de Wet inburgering. Het Ministerie heeft voorts voor vluchtelingen met een verblijfsvergunning nieuw beleid ingezet waarin het leren van de Nederlandse taal centraal staat en voor deze groep gefaciliteerd wordt. Artikel 18 b wordt dan ook, behoudens het monitoren van de voortgang van de inburgering, niet actief toegepast op deze doelgroep.
1.6 De aantallen zijn alleen in te schatten Het aantal personen voor wie artikel 18 b geldt, is voor wat betreft de nieuwe instroom nu niet goed aan te geven. Het taalniveau van het zittend bestand wordt op dit moment nog niet actief bijgehouden. Een eerste screening (op grond van geboorteland en het aanwezig zijn van de arbeidsverplichting) levert dan ook een grove inschatting op. Deze geeft aan dat het zal gaan om 300-350 personen uit het zittend bestand op wie de taaleis naar verwachting van toepassing zal gaan zijn. Qua nieuwe aanvragers is de inschatting dat het zal gaan om circa 150 personen. Worden de verplichte inburgeraars meegerekend is de inschatting dat het, in beide gevallen zal gaan om dubbele aantallen.
2. Wijzigingen ten opzichte van het bestaande beleid Ook in het bestaande beleid wordt inzet gepleegd op taalscholing voor zover dat nodig is voor de arbeidsinschakeling. Artikel 18b van de wet legt hier, via een strak maatregelenregime,extra de nadruk op. 3. Alternatief voorstel NVT 4. Korte historie en bestuurlijke context. Zie punt 1. 5. Relatie met de Structuurvisie NVT 6. Wat zijn de resultaten van het overleg met de portefeuillehouder? De portefeuillehouder kan zich vinden in het voorstel. 7. Zijn er consequenties voor (het werk van) andere afdelingen/met welke afdelingen is samengewerkt? Er heeft afstemming plaatsgevonden met de afdeling Juridische Zaken en Bedrijfsvoering van de gemeente Haarlem 8. Wat zijn de resultaten van het overleg met het Regionaal Inkoopbureau IJmond/Kennemerland NVT 9. Wie is bevoegd om het besluit te nemen: burgemeester, college of raad? Het college is bevoegd. 10. Juridische consequenties. Het kan zijn dat het Ministerie, in haar toezichthoudende rol, kritiek uit op het niet-generiek toepassen van de wet. Momenteel is echter niet duidelijk of- en hoe er toegezien zal gaan worden op de uitvoering. De verwachting is dat de wet de komende jaren nog wordt bijgesteld, en het risico op kritiek van het Rijk klein is.
4/5
11. Financiële, personele en organisatorische consequenties.(incl. Algemene Reserve)
Kosten taaltoetsen De totale lasten van de toetsing vanaf 1 juli 2016, maximaal geraamd op € 30.000, komen ten laste van het reguliere re-integratiebudget. Dit is het bedrag dat gemoeid is met 150 toetsen die naar verwachting in het jaar 2016 in rekening zullen worden gebracht. Voor Zandvoort gaat het bij benadering om een bedrag van € 3.000,- gebaseerd op 15 af te nemen toetsen. De Wet taaleis heeft, ook bij toepassing in een lichte vorm, gevolgen voor de uitvoering en brengt extra handelingen, contact- en registratiemomenten met zich mee. Onder andere door het maatregelenregime en het herhaald laten toetsen van mensen die nog niet voldoen aan de taaleis. In 2016 dient de wet binnen de organisatie geïmplementeerd te worden. Het aantal personen op wie de wet van toepassing is, is nu lastig in te schatten en kan dus ook naar boven afwijken. De huidige formatie is hiervoor niet toereikend. Na een berekening ontstaat er een formatiebehoefte van minimaal 1 fte in de bijbehorende functieschaal voor het jaar 2016. Het Ministerie stelt vanaf 2017 vooralsnog jaarlijks 5 miljoen beschikbaar voor de uitvoeringskosten van de toetsing. Dit komt dit neer op € 44.000 voor Haarlem en circa € 5.000 voor Zandvoort. Voor het jaar 2016 zijn de bedragen € 22.000 voor Haarlem en € 2.500 voor Zandvoort. Dit is de helft van de hierboven genoemde bedragen omdat de wet voor het zittend bestand pas per 1 juli 2016 gaat gelden. Deze bedragen zijn opgenomen in de septembercirculaire en toegevoegd aan het gemeentefonds. Er wordt daarnaast geen budget beschikbaar gesteld voor de toetsing zelf of eventuele cursussen. Het Rijksbudget is niet voldoende om de uitvoeringskosten te kunnen dekken. Voor het jaar 2016 ontstaat er, voor beide gemeenten samen, eenmalig een kostenpost van € 64.000 in de vorm van personeelslasten voor 1 fte incidenteel. De gemeente Zandvoort zal hierbij de kosten van 0,1 fte in de functieschaal dienen bij te dragen. Dit komt neer op een bedrag van € 6.400 dat Zandvoort in 2016 voor inzet van formatie in rekening gebracht zal krijgen door de gemeente Haarlem. Hierbij wordt opgemerkt dat Zandvoort, voor deze uitvoeringskosten van het Rijk een bedrag van € 2.500 in het gemeentefonds gestort heeft gekregen. De formatiebehoefte vanaf 2017 en verder zal worden meegenomen in het Strategisch Plan SZW, dat momenteel opgesteld wordt.
12. Majeure risico's. NVT 13. Ondernemingsraad. NVT 14. Aanpak communicatie (inclusief eventuele speciale acties naar externe (direct) betrokkenen).
Ten behoeve van de uitvoering worden er werkinstructies opgesteld voor de procedure aanvraag. Er zal er intern voorlichting over de Wet gegeven worden. 15. Aanpak participatie (toelichting op trede uit de participatieladder) NVT
5/5