-1-
-2-
Voor u ligt de van het College van Burgemeester & Wethouders. Met dit beleidsdocument lost het college een belofte in uit het collegeprogramma. Dat programma heeft het motto meegekregen. Hiermee drukt het college uit dat de inspanningen van de gemeente alleen in goede verstandhouding en samenwerking met de partners in het economische veld vrucht kunnen dragen en succes kunnen hebben. Eén van de speerpunten van het collegeprogramma is: het versterken van de economische structuur. In dit document wordt breed ingezet op versterking van de economische structuur: van het verbeteren van de dienstverlening aan ondernemers, het versterken van de locale en regionale samenwerking, het oplossen van knelpunten op de arbeidsmarkt, het uitbuiten van de positie van de kusthaven IJmuiden als logistiek knooppunt, het herstructureren van het havengebied en het revitaliseren van bedrijfsterreinen, het vernieuwen van het stadscentrum IJmuiden tot het versterken van het toeristische profiel van IJmuiden aan Zee. Het college heeft gekozen voor de vorm van een , om tot uitdrukking te brengen dat we voor deze bestuursperiode een uitvoerbare agenda willen uitzetten en met de partners in het economische veld willen uitvoeren: een reeks beleidsacties met duidelijke doelen, die concrete resultaten moeten opleveren. Voor de opstelling van de agenda hebben wij dankbaar gebruik gemaakt van de indrukken van vele bedrijfsbezoeken en de bevindingen uit gesprekken met ondernemers, speciaal de drie ronde tafels die in oktober en november rond de thema’s haven en industrie, winkelcentra en toerisme hebben plaatsgehad. Bij de opstelling van deze agenda is vanzelfsprekend ook geput uit diverse analyses en publicaties die de afgelopen tijd over de economische ontwikkeling zijn uitgebracht. De belangrijkste worden in dit document ook genoemd. Het beleidsdocument kent 3 hoofdstukken. Hoofdstuk I beschrijft de optiek en de inzet van de gemeente. Hierin komen aan de orde: korte kenschets (economische karakteristiek; locale agenda, regionale strategie), de opstap (naar duurzame welvaart), het vertrekpunt (een duidelijk beleid en een ondernemersgezinde organisatie), het beleidskader (ruimte voor ondernemen), de visie op de samenwerking op het locale en het regionale vlak, en de financiële positie. Hoofdstuk II vormt de toelichting bij de agenda. Voor elk van de drie drie aandachtsvelden (haven en industrie, winkelcentra en toerisme) zijn de marktontwikkeling, de ambitie van het bedrijfsleven en de gewenste beleidsactie kort geschetst. Daaraan vooraf gaan twee specifieke speerpunten: de dienstverlening (ondernemersloket, omgevingsvergunning) en het oplossen van knelpunten op de arbeidsmarkt. Hoofdstuk III bevat de agenda zelf: de agendapunten en de bijbehorende beleidsacties zijn in schema gezet, met het beoogde doel en het te behalen resultaat. Dit hoofdstuk vormt de opstap naar het werkprogramma voor de uitwerking en de uitvoering. De uitwerking en de uitvoering zullen in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven en de andere partners in het economische veld ter hand worden genomen. Het college zal de raad jaarlijks een rapportage aanbieden met de geboekte voortgang en de bereikte resultaten, alsook een evaluatie en een actualisatie van de agenda. Het bedrijfsleven zal ook bij die evaluatie en actualisatie worden betrokken.
-3-
-4-
!
" # " # " # * " # + # , " # " #
(
$ )) $
($ ()
)
&
'
!
'
$)
' )
.
/ (
" " #
(
0 0
.
()
*
$ (
& ()
" " # 0 0 0 0 0 0 0
% '
)
'
(
) )
,
( (
)
" 1 ) " 1 )
(
)
! .
. 2& ) )
) )
)
! " 1 ) " 1 )
! (
) !
&. . & ( 3
) 4)
" 1
5
" " # * 0 0 ) 0
6 )
)
)
" 1 ) )(
!
" " # + 0 0 0 0 0 0
)
( (
)
)
" 1 )
7
8
(
5 ) )
(
. (
)
!
(
)
)
! (
.
"
,
()
-
) * +
6 *
-5-
-6-
Hoofdstuk 1 3
optiek en inzet
. )
! .
(
&
$ ))
% '&
() )'
& .
!
& &
/ (
$ (
(
'& & '#
(
($ $
"#
De gemeente ontleent zijn karakteristieke profiel aan de ligging aan zee en aan de monding van het Noordzeekanaal, de zeetoegang van Amsterdam. Op die karakteristieke locatie is in de 2de helft van de 20ste eeuw een indrukwekkende haven- en industriële bedrijvigheid gegroeid. Tegelijkertijd groeiden de omliggende woongebieden uit en ontstond een samenhangend stedelijk gebied van Noord- tot ZuidKennemerland. Met de groei van de dienstensector in de Haarlemse en de Amsterdamse agglomeratie is intussen een woning- en arbeidsmarkt ontstaan die – vanuit Velsens perspectief – ook de Amsterdamse agglomeratie omvat. De internationalisering van de economie en de groei van het internationale handelsverkeer, biedt de locatie aan de kust ook voor de toekomst interessante perspectieven voor industrie, handel en logistiek. De kust kent met zijn brede stranden en gevarieerde duingebieden ook ruime mogelijkheden voor recreatie en biedt de toeristische sector interessante perspectieven. De havens en het cultuurhistorische erfgoed bieden bewoner en bezoeker een extra attractie. De gemeente kent, anders dan de historisch gegroeide Hollandse steden, niet een centrale stedelijke kern, waar winkels, kantoren, cultuurvoorzieningen en horeca-etablissementen zijn geconcentreerd. Die zijn in onze gemeente verspreid over verscheidene kernen en locaties. Door de toegenomen mobiliteit, het veranderende koopgedrag en de veroudering van het centrum, staat het stadscentrum van IJmuiden onder druk. Het is voor de toekomst van belang dat het centrum een sterker profiel krijgt en dat de vernieuwing van het stedelijke gebied en van het centrum hand in hand gaan. &
De hoofdlijnen van de gewenste ontwikkelingsrichting van onze gemeente zijn de afgelopen jaren in documenten neergelegd. Als belangrijkste noemen we hier: Structuurvisie Velsen, Masterplan Noordzeekanaalgebied, Kustvisie en Waterlandoverleg. Die documenten vormen het raamwerk waarbinnen we met de voorliggende economische agenda opereren. Die biedt ruimte voor vernieuwing van sterke en kansrijke sectoren in haven en industrie, de stedelijke vernieuwing en voor de toeristische ontwikkeling. Door het Noordzeekanaal is de economie in onze gemeente sterk verbonden met de Noordzeekanaalregio. Met de totstandkoming van de Europese Unie, begin jaren 90, hebben de havengemeenten besloten tot een gemeenschappelijke strategie die in 1995 vorm kreeg in het Masterplan Noordzeekanaalgebied. Het beschrijft de gewenste ontwikkeling van de haven, de infrastructuur en de terreinen. Gekozen is voor een tijdshorizon van 20 jaar. Het plan wordt elk 5 jaar geëvalueerd en geactualiseerd. De Noordzeekanaalagenda focust nu scherp op de zeetoegang, de tweede grote sluis, en op efficiënt gebruik en ontwikkeling van de bedrijventerreinen. De voortschrijdende internationalisering van de economie vergroot het belang van een sterke regionale strategie. Vanwege het gebiedsgerichte beleid van de rijksoverheid is ook een goede inbedding èn profilering van die strategie in de Noordvleugelagenda van steeds groter belang. #
$
))
De wereldeconomie kent op dit moment een geweldige dynamiek. Digitalisering en informatisering van handel en logistiek brengen productie en consumptie wereldwijd dichter en sneller bij elkaar. De stormachtige opkomst van nieuwe economieën versterkt de run op grondstoffen. Tegelijkertijd worden de gevolgen van het groeiende verbruik van fossiele brandstoffen zichtbaar: opwarming van de aarde en verandering van het klimaat. Recent verschenen verscheidene publicaties met ‘ongemakkelijke’ vergezichten. De bakens moeten worden verzet. Voor een duurzame welvaart moeten economie en ecologie samengaan. Een omslag naar een toekomstgerichte energievoorziening is onvermijdelijk, maar biedt ook nieuwe kansen.
-7-
Transitie en innovatie zijn de trefwoorden in het plan. Achter die begrippen doemt een enorme opgave op. Juist voor onze locale en regionale economie - met zijn sterke profiel in industrie, visserij en transport – is dat een opgave met vele uitdagingen en met even zovele nieuwe kansen. Innovaties zijn bepalend voor het concurrentievermogen van ondernemingen en noodzakelijk om in het internationale veld te overleven. Innovaties passen niet altijd binnen de vastgestelde regels. Toch kunnen ze interessant en kansrijk zijn en voor ondernemingen zelfs van levensbelang zijn. Het college staat daarom open voor nieuwe initiatieven en plannen van ondernemers en wil ze met een open mind tegemoet treden en faciliteren. Innovatie beperkt zich overigens niet tot het bedrijfsleven. Ook de overheid innoveert, niet alleen in de dienstverlening, ook in het bestuurlijk handelen. Het Waterlandoverleg is een voorbeeld van een innovatief proces, waarin bedrijfsleven en overheid met een onconventionele aanpak een lastig probleem tot een praktische oplossing hebben gebracht. )
!
Dankzij het innovatieve vermogen is onze staalindustrie toonaangevend in de wereld. De prestaties die het bedrijf de afgelopen jaren heeft geboekt, bijna tegen de stroom in, zijn indrukwekkend. De noodzakelijke energie transitie vormt voor de industrie een extra uitdaging. Ook voor de maakindustrie (constructie en apparatenbouw) is het innovatieve vermogen bepalend voor succes. Daarom investeren zij in kennis en motivatie van de medewerkers. De visserij, vooral de kottervisserij, maakt moeilijke tijden door. Krappe vangsten, de verstoring van het ecologische systeem, en een forse stijging van de gasolieprijs nopen tot transitie en innovatie. Ondernemers, onderzoekers (Imares) en overheid zoeken een nieuwe balans tussen economie en ecologie. Er liggen kansen, want vis blijft wereldwijd een gewild product. Intussen zijn verschillende innovatieprojecten gestart. De trawlervisserij heeft zich de afgelopen jaren tot een sterke internationale bedrijfstak ontwikkeld. Hoewel in deze bedrijfstak nog nieuwe markten en marktgebieden kunnen worden ontsloten, nopen internationale afspraken ook hier tot het zoeken naar een balans tussen ecologie en economie. Voor de productie van kweekvis vormt de groeiende vraag naar vis een wenkend perspectief. Ook hier geldt overigens dat economie en ecologie in balans moeten worden gebracht. Het IJmuidense tongkweek project – een spin off van Imares - vormt een uitstekend voorbeeld. Handel en transport kennen wereldwijd een sterke groei. Innovaties als de container en de barcode maken een efficiënt beheer van de logistieke keten mogelijk. Het intercontinentale containervervoer beleeft een geweldige groei. Tegelijkertijd komen de grenzen en de nadelen van vrachtvervoer over de weg scherper in beeld. In het continentale vervoer (binnenvaart en kustvaart) komen nieuwe initiatieven voor transitie van het vervoer over weg naar het vervoer over water op gang. Hier liggen ook voor de kusthaven van IJmuiden kansen. In de handel en distributie van diepgevroren vis neemt de IJmond een vooraanstaande positie in. Ook in dit vervoer neemt de containerisatie in rap tempo toe. ))
! .
In het Noordzeekanaalverband is drie jaar geleden een streefbeeld voor verduurzaming van de bedrijfsterreinen uitgezet. In het actieplan bedrijventerreinen van het ministerie van Economische Zaken is duurzame groei als doel neergezet en ondersteund met de regeling ‘topprojecten’ voor bedrijventerreinen van bovenregionaal belang. Vorig jaar het Bestuursplatform Noordzeekanaalgebied zijn koers aangepast en zijn doel aangescherpt: het versterken van de internationale concurrentiepositie van de haven, industrie en logistiek in het Noordzeekanaalgebied, met duurzaamheid als ambitie en leefbaarheid als randvoorwaarde. Intussen is de verduurzaming van de terreinen ter hand genomen, bij voorbeeld De Grote Hout. Voor de komende jaren is hier nog een wereld te winnen. (( !
Enthousiaste mensen vormen het creatieve hart van een succesvol bedrijf. Bedrijven investeren veel in motivatie en kennis van de medewerkers. Maar voor industrie, haven en logistiek wordt het steeds lastiger om vacatures te vullen. Tegelijkertijd zitten mensen zonder werk en raken jongeren door schooluitval aan de kant. Het college vraagt van iedereen een extra inspanning om de knelpunten op de arbeidsmarkt te helpen oplossen. In een toekomstgerichte maatschappij doet iedereen mee.
-8-
%#
$
)
!
Een vitale samenleving rust op ondernemende mensen. De vitaliteit van de economie staat of valt met creatief ondernemerschap. Innovaties vormen de brandstof voor economische dynamiek. Ondernemingen gedijen in een uitnodigend ondernemersklimaat. Naast fysieke condities, zoals aantrekkelijke en goed ontsloten bedrijfslocaties, is een goed functionerende arbeidsmarkt en ook een ondernemersgezinde gemeente van invloed op een succesvolle ontwikkeling van de bedrijven. In de rondetafelgesprekken zijn vele suggesties over tafel gekomen. Het college is onder de indruk gekomen van de drive en de ambitie van de ondernemers. Zij geven aan dat inzet en uitstraling van de gemeentelijke organisatie – bestuurders en medewerkers – een niet te onderschatten rol spelen in het ondernemersklimaat. Twee wensen zijn aan de ronde tafel nadrukkelijk op het bordje van de gemeente gelegd: 1ste een duidelijk en consistent beleid t.a.v. de gewenste economische ontwikkeling; en 2de een meedenkende en meewerkende gemeente, zodat ondernemersinitiatieven snel en goed het vereiste vergunningentraject kunnen doorlopen. Het college kiest daarom als vertrekpunt voor de economische agenda 2007 – 2010: een duidelijk en consistent beleid t.a.v. de gewenste economische ontwikkeling; een alerte, klant- en servicegerichte organisatie.
In het economische veld vervult de gemeente een belangrijke voorwaardenstellende en voorwaardenscheppende rol. De voorwaardenstellende rol betreft de regelgeving die de gemeente zelf stelt, maar vooral ook van rijkswege heeft uit te voeren. Die rol komt met name tot uitdrukking bij het verlenen van bouw-, milieu- en gebruiksvergunningen. In die rol manifesteert de gemeente als dienstverlener. In hoofdstuk II paragraaf 1 (één ondernemersloket, één omgevingsvergunning) krijgt dat punt de nodige aandacht. De voorwaardenscheppende rol betreft het bieden van ruimte aan economische activiteiten – binnen weloverwogen kaders - en het aanbieden van infrastructuur, die past bij het economische profiel en de ambitie van de gemeente. De volgende paragraaf (het speelveld; ruimte om te ondernemen) beschrijft de kaders waarbinnen de economische ontwikkeling zich kan voltrekken. In het economische profiel van onze gemeente vormt de haveninfrastructuur een strategisch element. Het Noordzeekanaal verbindt onze gemeente maritiem met Amsterdam en de zee. In de ontwikkeling van de zeetoegang en de effecten daarvan op de directe omgeving vervult de gemeente een belangrijke rol. In onze gemeente kennen we verschillende organisatievormen voor het beheer en de exploitatie van de havens en bedrijventerreinen. Om de belangrijkste havens en terreinen te noemen: Zeehaven IJmuiden NV beheert de openbare haveninfrastructuur in het havengebied; Corus exploiteert zijn eigen (niet openbare) haven en infrastructuur; verschillende bedrijven hebben overeenkomsten met Rijkswaterstaat over het gebruik van de Rijksbinnenhavens; de gemeente is eigenaar en beheerder van bedrijven- en haventerrein De Grote Hout; en Delta OG BV beheert de openbare haveninfrastructuur in de Noordwijkermeer. Met elk van die partijen heeft de gemeente een specifieke relatie en vervult zij een daarop toegesneden rol in het economische verkeer. In deze agenda is – in hoofdstuk II - vooral aandacht voor de ontwikkeling van het havengebied IJmuiden en de relatie met Zeehaven IJmuiden NV en De Grote Hout. De gemeente vervult op enkele gebieden ook een stimulerende rol in het economische verkeer. Dat begint bij meedenken met ondernemersambities en –initiatieven en het kan vervolgens leiden tot verschillende vormen van samenwerking en ondersteuning. Ter illustratie enkele uiteenlopende voorbeelden: promotie van IJmuiden als visstad en kust- en cruisehaven op regionale, nationale en internationale schaal; het behoud van Imares en Hiswa; knelpunten op de arbeidsmarkt helpen oplossen; vernieuwing stadscentrum; marketing en promotie IJmuiden aan Zee; een uitnodigend evenementenbeleid). Samen werken is in deze agenda dan ook geen trefwoord maar een werkwoord.
-9-
)
'#
In de gemeente zijn een groot aantal bedrijven actief die een scherp beeld hebben van hun positie en hun performance en die de toekomst met vertrouwen tegemoet zien. Markten verschuiven, ondernemers passen hun koers aan en ontwikkelen nieuwe plannen. In die economische dynamiek vragen de ondernemers van de overheid om ‘ruimte om te ondernemen’, letterlijk en figuurlijk. De kaders waarbinnen de economische ontwikkeling zich kan voltrekken, zijn de afgelopen jaren in beleidsdocumenten vastgelegd. Als belangrijkste documenten noemen we: Structuurvisie Velsen (november 2005), Masterplan Noordzeekanaalgebied (act. maart 2006), Herziene Kustvisie (juni 2006) en Waterlandoverleg (november 2006). Op provinciaal niveau is er het Streekplan NoordHolland Zuid en op rijksniveau onder meer: Nota Ruimte, Nota Zeehavens/ankers van de economie, en Pieken in de Delta/ruimte voor ondernemen. De structuurvisie van december 2005 vormt het fysieke kader voor de economische ontwikkeling van de gemeente. Die structuurvisie biedt – kort samengevat - ruimte voor vernieuwing van sterke en kansrijke sectoren in haven en industrie, voor de stedelijke vernieuwing en voor de toeristische ontwikkeling, toegespitst op de volgende doelen: verbeteren van de haveninfrastructuur, herstructureren van het havengebied, revitaliseren van bedrijfsterreinen en verbeteren van de bereikbaarheid; daarnaast ook de creatie van nieuwe bedrijfsterreinen in regionaal perspectief, omdat de mogelijkheden in de gemeente beperkt zijn en niet alle wensen hier kunnen worden geaccommodeerd; accommodatie van winkels, horeca en dienstverlening in winkelcentra, met een nieuwe impuls voor het stadscentrum van IJmuiden en meer ruimte voor viswinkels en horcea aan de Halkade; versterken van het toeristische profiel van IJmuiden aan Zee (door verruiming van de verblijfsaccommodatie en verbetering van de bereikbaarheid) en van het Noorderstrand (door verbetering van de bereikbaarheid en de parkeermogelijkheden); daarnaast ook het benutten van de toeristische potenties van de havens en het cultuurhistorische erfgoed. (
(#
)
)
De titel van het collegeprogramma luidt: . Met dit motto drukt het college uit dat de inspanningen van de gemeente alleen in goede verstandhouding en samenwerking met de partners in het veld vrucht kunnen dragen en succes kunnen hebben. Het aangrijpingspunt voor gemeentelijk beleid ligt immers bij de bedrijven die in onze de gemeente actief zijn: in de industrie, in de havens, in de visserij, in de detailhandel en in de toeristische bedrijfstak. Zij zorgen voor werk en inkomen. Zij spreken de gemeente aan en vragen de gemeente mee te denken met en mee te werken aan hun toekomstplannen. Het college wil het contact en de verstandhouding met het locale bedrijfsleven versterken. Zo wil het college het komende jaar - gekoppeld aan de economische agenda - meer werkbezoeken aan bedrijven brengen en zal ook het overleg met de besturen van HOV en MKB, met Zeehaven IJmuiden en met de Ondernemersvereniging IJmuiden aan Zee worden geïntensiveerd. De toeristische bedrijfstak is nog jong in onze gemeente. Ook door de verscheidenheid van het aanbod kent ze ook nog geen sterke organisatiegraad. Versterking van de samenwerking is daarom voor het college een speciaal punt van aandacht. De visserij vormt in ons economisch spectrum een bijzondere bedrijfstak, omdat de nationale en de Europese politiek zich in deze sector sterk doen gelden. De sector staat voor een niet geringe opgave: transitie naar een verantwoorde en duurzame visserij. Hoewel de gemeente zelf in deze sector geen directe rol (als haven- of afslagbeheerder) speelt, staat het college - vanwege het belang en de betekenis van de sector voor IJmuiden - open voor samenwerking met en ondersteuning van initiatieven vanuit het locale visserijbedrijfsleven. )
Door ligging en structuur is de Velsense economie sterk verbonden met de regio. Bij gevolg is ook de gemeentelijke economische agenda sterk verbonden met de regionale agenda. Afhankelijk van het onderwerp, kan de regionale samenwerking bestuurlijk en praktisch verschillend uitwerken. - 10 -
Op het vlak van de havens is de samenwerking gestoeld op een gemeenschappelijke strategie van de havengemeenten aan het Noordzeekanaal met als doel: het versterken van de internationale concurrentiepositie. Op IJmondniveau vindt over deze agenda geregeld afstemming plaats met de gemeente Beverwijk en met het regionale (haven)bedrijfsleven. De samenwerking in het Noordzeekanaalgebied heeft wortel geschoten in meerdere organisaties* en in projecten**. De agenda in het Noordzeekanaalgebied focust nu sterk op de zeetoegang c.q. een tweede grote sluis, en op het gebruik en de ontwikkeling van de bedrijventerreinen langs het Noordzeekanaal. Bij die agenda zijn ook de ministeries van Verkeer en Waterstaat (Nota Zeehavens; ankers voor de economie), Economische Zaken (Pieken in de Delta; ruimte voor ondernemen) betrokken. Vanwege het gebiedsgerichte beleid van de rijksoverheid is overigens ook een goede inbedding èn profilering van die strategie in de Noordvleugelagenda van belang. Op het vlak van de arbeidsmarkt wordt zowel de IJmond- als de Noordzeekanaalschaal in projectverband samengewerkt. Het betreft projecten om jonge mensen te interesseren of geschikt te krijgen voor een baan in de haven en de industrie. In Noordzeekanaalverband spitsen de projecten zich toe op de haven, in IJmondverband op de industrie. Op het terrein van toerisme spitst de samenwerking zich op productniveau vooral toe op lokale vlak. Voor specifieke producten als het fietsknooppuntennetwerk en de Holland Route wordt vanzelfsprekend samengewerkt met partners in de regio. De marketing en de promotie zijn recent opgeschaald naar een breder regionaal niveau (ATCB) en gekoppeld aan de toeristische aantrekkingskracht van Amsterdam. De regionale samenwerking is de afgelopen jaren op verschillende terreinen opgeschaald, soms vanuit gemeenten, soms door initiatieven vanuit Den Haag. We nemen ook waar dat op bestuurlijk niveau de integrale afweging door de veelheid en verscheidenheid van samenwerkingsverbanden onder spanning kan komen. Dat speelt ook in de IJmond en het Noordzeekanaalgebied. Daar willen we alert op blijven. In de huidige situatie kiezen wij voor een praktische oplossingsgerichte aanpak. Voor het realiseren van de doelen die in deze economische agenda zijn beschreven, wil het college met een open mind en een resultaatgerichte aanpak met onze partners samenwerken. In 2007 wil het college met de partners in de IJmond bezien op welke wijze de economische samenwerking vanaf 2008 effectief en efficiënt kan worden vorm gegeven. We zien ook dat het zwaartepunt van de regionale samenwerking door internationalisering en schaalvergroting verschuift naar het schaalniveau van het Noordzeekanaalgebied en van de Noordvleugel van de Randstad. We realiseren ons dat we de samenwerking op dat niveau moeten versterken. #)
(
*
(
Een degelijk en gezond financieel beleid is een harde voorwaarde voor het realiseren van het collegeprogramma. De financiële mogelijkheden leggen belangrijke beperkingen op bij het ontwikkelen van nieuw beleid. De economische agenda voor de komende bestuursperiode focust op de volgende punten: alerte en klantgerichte dienstverlening (ondernemersloket, omgevingsvergunning); oplossen knelpunten aansluiting vraag en aanbod op de arbeidsmarkt; versterken van de handels- en logistieke functie van de kusthaven IJmuiden en van de internationale positie van het Noordzeekanaalgebied; herstructureren havengebied IJmuiden, revitaliseren De Grote Hout, verbeteren bereikbaarheid; vernieuwen van het stadscentrum IJmuiden; versterken van het toeristische profiel van IJmuiden aan Zee; benutten toeristische potenties van de haven en het cultuurhistorische erfgoed; een duidelijk en uitnodigend evenementenbeleid. 9' 4 ? 99' @
:; (
& 5
)) ( . 5 =) ? &;
= !
5)
&< ; &A
4
=
>&
- 11 -
Al deze punten vragen allereerst een passende bestuurlijke en ambtelijke inzet. Naast die inzet zijn vaak ook investeringen aan de orde. De beperkte budgettaire ruimte noopt het college tot het zoeken naar creatieve oplossingen, die samen met het bedrijfsleven, provincie en rijk moeten worden gevonden.
- 12 -
Hoofdstuk II . (
Toelichting bij de agenda 2007 - 2010 & (
$ ! . . ()
( () (
)
& $
' &
! #3 )
'
#
II. 1 twee specifieke punten "#"
Ondernemersinitiatieven vormen de brandstof van de economie. De gemeente wil die initiatieven goed faciliteren, zodat ze snel en goed het vereiste vergunningentraject kunnen doorlopen. Met de introductie van het protocol bouwinitiatieven en het serviceteam ondernemersinitiatieven is de dienstverlening de afgelopen jaren stapsgewijs verbeterd. Maar daarmee we zijn er nog niet. Er moeten nog enkele stappen worden gezet. Het protocol bouwinitiatieven werkt goed als het plan van een ondernemer ook echt als bouwinitiatief kan worden aangemerkt. Dat is niet altijd en vaak ook niet meteen het geval. Nieuwe initiatieven vallen niet altijd in een gespreid bedje en passen soms niet binnen de regels. Toch kunnen ze interessant en kansrijk zijn en daarom wil het college die met een open mind tegemoet treden. Het is de taak van het serviceteam ondernemersinitiatieven om samen met de ondernemer te komen tot een concreet plan dat wel past. En als het plan echt niet kan worden ingepast: te zorgen dat ook dit snel duidelijk wordt. Ondernemersverzoeken komen op verscheidene manieren naar de gemeente toe. Op dit moment kent de gemeente twee aanspreekpunten voor ondernemers. Er is het bedrijfscontactpunt bij bouwtoezicht, waar ondernemers met al hun vragen terecht kunnen. En er zijn accountmanagers bij economische zaken, voor elk van de drie aandachtsvelden (haven en industrie, winkels en horeca, toerisme). Economische zaken fungeert voor ondernemers als het oog en het oor van de gemeente en omgekeerd. Het serviceteam ondernemersinitiatieven, aangestuurd door bouwtoezicht én economische zaken, heeft tweewekelijks een intake en voortgangsoverleg, waarin de ondernemersinitiatieven de revue passeren. Dit systeem levert al een betere afstemming en een snellere afhandeling, maar het contact met en de service aan ondernemers kan beter, vooral op het punt van de communicatie over de voortgang van de afhandeling, de aanspreekbaarheid voor ondernemers en de informatieverschaffing naar ondernemers. Daarom wil het college een ondernemersloket instellen. Via dit loket loopt de intake, wordt de voortgang van de afhandeling bewaakt en de communicatie gecoördineerd. Daartoe wordt dit jaar een voorstel uitgewerkt, zodat het ondernemersloket vanaf 2008 kan functioneren. >>
)
Dat ondernemersloket is te meer wenselijk, omdat in 2008 de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) wordt ingevoerd. Het college bevordert de introductie van één omgevingsvergunning. Met deze wet worden verscheidene vergunningen (waaronder de bouwvergunning, milieuvergunning en gebruiksvergunning) in één omgevingsvergunning ondergebracht. Doel is een beperking van procedures. Dat vraagt bij de behandeling van de aanvragen om aanpassing en stroomlijning van de gemeentelijke organisatie, met de bijbehorende afstemming tussen de betrokken organisatieonderdelen. Met deze nieuwe werkwijze wordt een goede toeleiding van ondernemersinitiatieven naar het vergunningtraject nog belangrijker. Het serviceteam krijgt met die ene omgevingsvergunning immers een bredere scope. Daarom zal met de introductie van de omgevingsvergunning en het ondernemersloket ook de functie van dat team worden herzien. "#
De sectoren haven en industrie blijven de komende jaren naar verwachting in toegevoegde waarde groeien, maar niet in werkgelegenheid. Door de voortgaande productiviteitsgroei neemt het aantal banen in haven en industrie af, terwijl de afgeleide werkgelegenheid bij toeleverende en dienstverlenende bedrijven toeneemt. Haven en industrie vragen (jonge) mensen met een technische opleiding op mbo en hbo niveau (bron: Arbeidsmarktmonitor 2006, Platform Arbeidsmarkt Zuidelijk
- 13 -
Noord-Holland.). Als gevolg van het aantrekken van de economie, de toenemende opleidingseisen en de vergrijzing getroosten bedrijven zich steeds meer inspanningen om goede vakmensen aan te trekken en hen op te leiden. De aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt verloopt niet vlekkeloos. Te veel jonge mensen slagen er niet in om zich voldoende te kwalificeren voor een opleiding en een baan te vinden. Aan de andere kant moeten ondernemers – vooral in de sector van metaal & elektrotechniek – steeds meer moeite doen om vakbekwame medewerkers aan te trekken en op te leiden. Vakmensen vormen vaak het hart van een bedrijf. Door vakonderwijs en bedrijfsleven wordt daarom steeds meer geïnvesteerd in de kwaliteit van de opleiding en de aantrekkelijkheid van een baan in de techniek. In de rondetafelgesprekken hebben de ondernemers ook op het college een beroep gedaan om te helpen bij het oplossen van knelpunten in het technisch onderwijs en de aansluiting met het bedrijfsleven. Van haar kant heeft het college het bedrijfsleven gevraagd zich in te spannen om werkloze werkzoekenden, met een extra inspanning geschikt te krijgen voor een baan bij het bedrijfsleven. Op dit moment lopen in de regio al verscheidene projecten die ook vanuit regionale programma’s als IJmond Veelzijdig en Masterplan Noordzeekanaalgebied worden ondersteund, alle met het doel om knelpunten in de aansluiting tussen vraag en aanbod op te lossen. In IJmondverband zijn dat: Mix & Match (bijscholingprogramma’s en ondersteuning personeelswerving bedrijven); SMBO (basisopleiding voor schooluitvallers, waarna leerlingen uitstromen naar een vaste baan binnen de metaal); SSPB (specifieke praktijkopleiding als opstap voor VMBO’s naar de primaire bouwopleiding). In Noordzeekanaalverband zijn dat: Gave Haven (kennismakingsprogramma’s voor de hoogste groepen van basisscholen), Work@Water (oriëntatieprogramma voor het VMBO voor de maritieme sectoren), De Vaart Erin! (ondersteuning bij vacaturevervulling van haven- en logistieke bedrijven en bij leerwerktrajecten). Desondanks groeit intussen het tekort aan de vakmensen in industrie, haven en logistiek, zo melden de ondernemers in het rondetafelgesprek. Tegelijkertijd zitten mensen zonder werk en raken jongeren door schooluitval aan de kant. Dat moeten we niet willen. Het nieuwe college wil zich met het bedrijfsleven, het onderwijs en het CWI inspannen om dat knelpunt op te lossen. Voor de komende jaren wil het college de samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs en sociale dienst versterken en zich met bedrijfsleven en onderwijs vooral inzetten voor: behoud van het technische onderwijs in de IJmond, verruiming van het aanbod van leerwerktrajecten, zodat schooluitval in het VMBO wordt beperkt; met CWI, bedrijfsleven en onderwijs specifieke toeleidingsprogramma’s en leerwerkprogramma’s maken, om meer mensen uit een uitkering aan een baan in het bedrijfsleven te helpen; met bedrijfsleven en onderwijs aantrekkelijke kennismakingsprogramma’s ontwikkelen, specifiek gericht op de leerlingen van de hoogste groepen van het basisonderwijs.
- 14 -
II. 2. haven en industrie Haven en industrie vormen de dominante sectoren in de locale en regionale economie. De ondernemingen in deze sectoren opereren in een sterk competitieve internationale markt. Productiviteit en kwaliteit markeren hun posities in die markt, investeringen en innovatie hun toekomst. Naast het gekwalificeerde en gemotiveerde personeel is ook de kwaliteit van het productiemilieu (ruimte, infrastructuur, regelgeving en dienstverlening) van grote invloed op het succes in de internationale concurrentie. Op grond van de bevindingen uit de economische analyses en de rondetafelgesprekken presenteert het college een agenda voor de komende jaren, in de vorm van de volgende speerpunten en beleidsacties: ondersteunen van ondernemersinitiatieven; herstructureren havengebied, revitaliseren bedrijfsterreinen, verbeteren ontsluiting; versterken internationale positie van het Noordzeekanaalgebied. #
Ondernemers zien nieuwe uitdagingen en kansen in de markt. Zij vragen de gemeente mee te denken met en mee te werken aan hun toekomstplannen. Het college wil graag met de ondernemers meedenken en om de nieuwe initiatieven mogelijk te maken en te helpen realiseren. 0
)
(
)
Corus IJmuiden behoort tot de modernste en productiefste staalbedrijven ter wereld. Het bedrijf onderscheidt zich behalve door de gunstige ligging aan zee, het diepe vaarwater en de logistieke mogelijkheden van de locatie vooral door het innovatieve vermogen en de inzet van directie en medewerkers. Het staalbedrijf vormt ook een hoeksteen in de economie van de IJmond en het Noordzeekanaalgebied en er is een voortdurende kruisbestuiving in kennis en kunde tussen het imposante bedrijf en de vele toeleverende en dienstverlenende bedrijven in de regio. Het staalbedrijf investeert de komende jaren honderden miljoenen om de toppositie te verzekeren. In het recente zogenoemde Waterlandoverleg zijn afspraken gemaakt over de doorgroei naar een productieniveau van 8 miljoen ton per jaar en de afstemming met de woningbouw en het milieu in de IJmond. Het college waardeert de prestaties van het bedrijf en maakt zich met regiogemeenten, provincie en rijk sterk voor een internationaal competitief productiemilieu voor het staalbedrijf in IJmuiden. 0
(
" 1 )
)
! .
IJmuiden is met zijn rederijen, handelaren en logistieke bedrijven een vooraanstaande vissershaven in Noordwest Europa. De groeiende handelsstromen in zowel verse als diepgevroren vis bieden kansen voor het handels- en logistieke knooppunt van de kusthaven IJmuiden. De ondernemers en Zeehaven IJmuiden NV willen die kansen benutten en vragen gemeente, provincie en rijk om medewerking in de investerings- en innovatieslag, om verruiming van de bouwmogelijkheden en om ondersteuning bij de noodzakelijke investeringen in de infrastructuur. Omdat ook in het vervoer van gekoelde en diepgevroren vis de containerisatie in rap tempo toeneemt, willen de ondernemers een containerfaciliteit willen realiseren, zodat het vervoer over water – buitenom naar Rotterdam of binnendoor naar Amsterdam – kan worden verzorgd. Het college waardeert de ambitie van de ondernemers en wil met de ondernemers en de havenbeheerder bezien hoe de bouwmogelijkheden kunnen worden vergroot en de gewenste vernieuwing van de infrastructuur met steun van provincie en rijk kan worden gerealiseerd. 0
" 1 )
. 2& )
Met de internationale handel en het internationale toerisme groeit ook het vervoer over water sterk. Voor de kusthaven IJmuiden liggen hier groeikansen. De ondernemers zien kansen om de positie van IJmuiden in deze markt verder uit te bouwen en vragen de gemeente om de bedrijven in hun ambities te ondersteunen. Een goede verbinding met het achterland is hierbij essentieel. De huidige ontsluiting is kwetsbaar en dit blijft een bijzonder punt van aandacht. Het college waardeert de initiatieven en wil die ontwikkeling ook faciliteren, maar vraagt de bedrijven wel om een verkeers- en vervoersmanagement, dat past bij de capaciteit van de ontsluitingsroute. - 15 -
In het Waterlandoverleg zijn ook over de gewenste ontwikkeling van het noord-westelijk deel van Oud-IJmuiden afspraken gemaakt. Op deze plek is ruimte voor de vestiging van bedrijven. Het college wil met ontwikkelaars en in overleg met de ondernemers een plan voor dit gebied ontwikkelen. Daarbij is de ontwikkeling van de gevestigde bedrijven uitgangspunt. Het plan moet ook voorzien in de vestiging van nieuwe bedrijvigheid die aansluit bij de functie van de Halkade en de Kop van de Haven en die past bij de geplande woningbouw. 0
(
)
)
!
)
&. .
&
)
In de IJmond zijn verscheidene bedrijven in constructie, apparatenbouw, onderhoud en service actief, die een scala aan producten en diensten leveren aan industrie, visserij, offshore en waterbouw. Verschillende van deze ondernemingen zien groeikansen en vragen de gemeente om ondersteuning, zowel in het faciliteren van hun uitbreidingsplannen, als bij de werving van technisch personeel. Het college wil deze bedrijven graag in hun plannen faciliteren en ook helpen bij het oplossen van knelpunten op de arbeidsmarkt. De matige uitstraling van delen van het havengebied heeft een negatieve invloed op de vestigings- en uitbreidingsmogelijkheden van deze bedrijven. Het college wil met de bedrijven en met Zeehaven IJmuiden een verbeteringsplan opstellen en afspraken maken over een stapsgewijze uitvoering. In dat plan moet staan wie waarvoor verantwoordelijk is en wie wat wanneer doet. #
+
)
+
Ondernemingen gedijen in een uitnodigend vestigingsmilieu. Aantrekkelijke en goed ontsloten bedrijfsterreinen bevorderen het succes van ondernemingen en omgekeerd. In dat opzicht is er in IJmuiden en IJmond-noord nog werk aan de winkel. Vanwege de schaarse ruimte is een efficiënt gebruik van de bedrijfsterreinen geboden. Delen van het bestaande areaal aan bedrijfsterreinen zijn verouderd en worden niet nuttig gebruikt. De ontsluiting van de bedrijfsterreinen is een specifiek punt van aandacht. Voor de komende jaren wordt een tekort aan droog bedrijfsterrein voorzien. Gemeente en regio zullen daarop moeten inspelen. Uit de analyses en de ronde tafels komen de volgende speerpunten naar voren. 0
)
" 1 )
!
(
3
4)
Voor het bedrijvenpark De Grote Hout heeft de gemeente in 2006 een nieuw inrichtingsplan vastgesteld. Voor de totstandkoming van dat plan is intensief contact geweest met Crown van Gelder. Ook de overige gevestigde bedrijven en het georganiseerde bedrijfsleven zijn geconsulteerd. Met steun van de Provincie Noord-Holland en het Ministerie van Economische Zaken kan in 2007 worden gestart met de herinrichting van het bedrijvenpark en met de verbetering van de ontsluiting. Daarmee krijgt het bedrijventerrein niet alleen de zo nodige goede ontsluiting, maar wordt ook de woonwijk ontlast van vrachtverkeer. Op dit moment oriënteert het college zich over de positionering van het haventerrein en het carré alsook over de wijze waarop de terreinen in de markt kunnen worden gezet. Op basis van extern en intern advies gaat het college in 2007 met geïnteresseerde partijen in overleg over een mogelijke rol in ontwikkeling, beheer en exploitatie van De Grote Hout. Voor de ontwikkeling van het havengebied van IJmuiden is de NV Zeehaven IJmuiden een heel bijzondere partner. Vanuit zijn positie en rol als beheerder en exploitant van de haveninfrastructuur, de visafslag en delen van het havengebied – waaronder de IJmondhaven – zal de directie van Zeehaven IJmuiden een dezer dagen zijn koers voor de komende jaren presenteren. Dat document beschrijft de strategische doelen die de NV de komende jaren in samenwerking met zijn stakeholders* wil realiseren. Belangrijke speerpunten als ‘het versterken van de positie van IJmuiden als handelscentrum en logistieke draaischijf voor vis’ en ‘het versterken van IJmuiden als ferry-, cruise- en short sea haven’ sluiten aan bij de ambities van de stakeholders en de havenbeheerder. Zo bleek ons tijdens de rondetafelgesprekken en in het overleg met de directie. Ook de markt van offshore en windenergie groeit en biedt de ondernemers in de kusthaven nieuwe kansen. 9' B C !
( #D
@
A
7
!
#
- 16 -
Realisering van die ambities vraagt allereerst om voldoende ruimte aan diep vaarwater. De IJmondhaven biedt ruimte voor de kustvaart en voor het faciliteren van de offshore projecten. De Haringhaven biedt mogelijkheden voor de uitbouw van de draaischijffunctie in diepgevroren vis. Om de kop van het Middenhavengebied optimaal te kunnen inzetten, moet wel een oplossing worden gevonden voor de daar gevestigde bedrijven. Dan kan worden geïnvesteerd in nieuwe kades, wegen en riolering, zodat feitelijke uitgifte kan plaatshebben. Zeehaven IJmuiden NV heeft met het plan DIFE (Deepsea Intercontinental Frozenfish Centre in Europe) uit 2004 een ambitieus programma gepresenteerd met het doel om de herstructurering op de agenda van de betrokken bedrijven en overheden te krijgen. Intussen heeft de provincie Noord-Holland een subsidie in het vooruitzicht gesteld. In 2007 zal bij het Ministerie van Economische Zaken een verzoek om een zgn. toppersubsidie worden ingediend. Het college wil zich met Zeehaven IJmuiden inspannen om dit herstructureringsplan tot uitvoer te brengen. Om het ruimtegebruik in het havengebied te verbeteren, komt het college begin 2007 met een beleidsvoorstel voor wijziging van de bestemmingscriteria. De leidende gedachte daarbij is dat met dit voorstel - dat voorziet in een verscherping van de criteria voor de natte zones en een verruiming van de criteria in de droge zones - het maritieme gebruik van het gebied per saldo toeneemt. In de voorbereiding van het voorstel is het bedrijfsleven geconsulteerd. 0
)
!
" 1 )
" 1
Met uitvoering van het nieuwe inrichtingsplan krijgt het bedrijvenpark De Grote Hout intern een goede ontsluitingsstructuur. De aansluiting op het hoofdwegenstelsel in westelijke richting (met Bedrijven Park IJmond) en in oostelijke richting naar de Noordwijkermeer, de Beverwijkse Pijp en de Velsertraverse behoeft verbetering. Het college voert overleg met de gemeente Beverwijk en de provincie om te komen tot een verbeteringsplan dat ook in aanmerking komt voor subsidie van het zgn. topperproject IJmond-noord van het Ministerie van Economische Zaken. Voor de kusthaven van IJmuiden liggen er met de groei van de internationale handel in gekoelde en diepgevroren vis, van de kustvaart en van het toerisme verdere groeikansen. De ondernemers willen die kansen benutten en nieuwe lijndiensten op andere kusthavens en op de containerterminals van Rotterdam en Amsterdam tot stand brengen. De verbinding over de weg met het achterland kent beperkingen en is op de knoop- en aansluitpunten kwetsbaar. De kwetsbaarheid van de ontsluitingsroute blijft voor het college daarom een bijzonder punt van aandacht. Het college wil met het bedrijfsleven, de provincie en de partners in het Noordzeekanaalgebied bezien hoe de bereikbaarheid van de kusthaven ook voor de toekomst kan worden gewaarborgd. 0
!
Voor de komende jaren is het aanbod van natte terrein voldoende om in de verwachte vraag vanuit de IJmond te kunnen voorzien. Dat geldt niet voor het aanbod van droge terreinen. Het dreigend tekort aan droge bedrijventerrein beperkt niet alleen de investeringsmogelijkheden van bedrijven, maar belemmert ook een optimaal gebruik van (nat) haventerrein. Als gevolg daarvan neemt ook de druk toe om ‘droge’, niet havengerelateerde bedrijven ook op natte terreinen te vestigen. Het college wil met de andere IJmondgemeenten en met de provincie nagaan hoe de komende jaren in de vraag naar droge terreinen kan worden voorzien. #
,
Het Noordzeekanaalgebied heeft zich het afgelopen decennium ontwikkeld tot een internationaal logistiek knooppunt met een sterke groei van vervoersstromen. Met een totale overslag van 75 miljoen ton is de regio de 4de overslaghaven in de Hamburg-Le-Havre-range. Met de groei van de vervoersstromen neemt ook de druk op het sluizencomplex toe. De minister van Verkeer en Waterstaat onderkent dat op termijn een nieuwe zeesluis nodig zal zijn. Het moment waarop een knelpunt ontstaat is afhankelijk van de ontwikkeling van het vervoer. Van alle alternatieve mogelijkheden biedt alleen een tweede grote zeesluis een oplossing voor het probleem. Tussen regio en rijk is nog wel discussie over de termijn waarop die nieuwe sluis er moet liggen.
- 17 -
Met de partners in het Noordzeekanaalgebied spant het college zich in om de bereikbaarheid van de havens te waarborgen. Van onze partners vragen wij ook ons te steunen in het waarborgen van de bereikbaarheid van de IJmuidense haven c.q. te voorkomen dat de kwetsbaarheid in de ontsluitingsroute de ontwikkeling van de kusthaven gaat belemmeren. Door de groei van het kolenvervoer moeten steeds meer schepen vòòr de sluizen lichteren. De capaciteit van de huidige voorziening is beperkt. De huidige situatie is ook uit milieuoogpunt niet optimaal. Het college wil met de partners in de regio toewerken naar een oplossing voor het lichtervraagstuk, onder voorwaarde van een duidelijke norm en een passende handhaving. Dit vraagstuk is nauw met het sluisdossier verbonden en moet gelijktijdig worden opgelost. Met de groei van de vervoerstromen en de uitbreiding van de havenbedrijvigheid komen de grenzen van de ruimtelijke mogelijkheden in zicht. Dat maakt dat de partners in de regio kritisch kijken naar het huidige en toekomstige gebruik van de ruimte. In het Masterplan Noordzeekanaalgebied lopen daarom programma’s om de beschikbare ruimte – ook door herstructurering en intensivering – optimaal te gebruiken. Het Bestuursplatform NZKG, waarin ook het college participeert, heeft opdracht gegeven om de ruimtelijke ontwikkeling in het havengebied voor het komende decennium in kaart te brengen en wil op basis daarvan de partners adviseren over de gewenste bestuurlijke maatregelen.
- 18 -
II. 3. winkelcentra De gemeente kent, anders dan de historisch gegroeide Hollandse steden, niet een centrale stedelijke kern, waar winkels, kantoren, cultuurvoorzieningen en horeca-etablissementen zijn geconcentreerd. In onze gemeente zijn verspreid over verscheidene kernen en locaties. De kernen kennen een heel gevarieerd patroon van winkelcentra, winkels en markten. De grootste concentratie winkels bevind zich in het centrum van IJmuiden. Als gevolg van de toegenomen mobiliteit, het veranderende koopgedrag van de bewoners en de geringe vernieuwing, boet dat centrum aan betekenis in. De nabijheid van andere winkelcentra en vooral Haarlem vormt voor de bewoners een voordeel, maar betekent voor de winkeliers geduchte concurrentie. Vooral het verouderde centrum van IJmuiden ondervindt daarvan nadelen. Het centrum heeft het moeilijk om winkelend publiek en bestedingen aan zich te binden. Nieuwe of vernieuwde winkelcentra als die van Velserbroek en Santpoort-Noord functioneren redelijk goed tot goed. Een goed functionerend winkelcentrum kenmerkt zich door goede sfeer en uitstraling van het openbare gebied, een aantrekkelijk en geconcentreerd winkelbestand, en een goede bereikbaarheid en ruime parkeergelegenheid. In zo’n centrum is ook ruimte voor vernieuwende en investerende ondernemers. De ondernemers vragen het college te kiezen voor een duidelijke strategie voor het stadscentrum van IJmuiden. Het is voor de toekomst van de winkelfunctie in IJmuiden van belang dat het centrum een sterker profiel krijgt en dat de vernieuwing van het stedelijke gebied en van het centrum hand in hand gaan. Zonder een nieuwe impuls zal het stadscentrum verder aan betekenis inboeten. De investerende winkeliers in onze gemeente zoeken vooral naar mogelijkheden voor schaalvergroting. Zo hebben enkele supermarkten in enkele centra de wens te kennen gegeven om te kunnen uitbreiden en het aanbod voor de klant te vergroten. Markten zijn een welkome aanvulling op het winkelaanbod. Ze brengen sfeer in het winkelcentrum en zorgen voor een verbreding van het detailhandelsaanbod. Landelijk gezien staan de markten onder druk. De prijs is niet langer voldoende om onderscheidend te zijn ten opzichte van de reguliere detailhandel. Een goede locatie, een aantrekkelijke branchering en een sfeervolle inrichting zijn steeds belangrijker om bezoekers te trekken. Het functioneren van de markt hang ook nauw samen met het functioneren van het winkelcentrum. Ook voor de markten geldt dat IJmuiden het momenteel moeilijk heeft en Velserbroek en Santpoort-Noord redelijk tot goed functioneren. Op grond van de bevindingen uit de analyses en de rondetafelgesprekken presenteert het college een agenda voor de komende jaren, in de vorm van de volgende punten: a. vernieuwing stadscentrum IJmuiden b. ruimte voor schaalvergroting supermarkten c. behoud aantrekkelijke markten. #
)
)
" 1 )
Het college kiest voor concentratie van winkels. Het is nu zaak de vernieuwing samen met partners verder vorm te geven, zodat de vernieuwing vaart krijgt en ondernemers ook werkelijk (kunnen) gaan investeren. Het initiatief voor de feitelijke ontwikkeling is aan vastgoedeigenaren en ontwikkelaars. #)
)(
Het college wil tegemoet komen aan de wens tot schaalvergroting van de supermarkten. Daarvoor gelden wel verkeerskundige en stedenbouwkundige voorwaarden. Omdat de ruimtelijke mogelijkheden per locatie verschillen en vaak beperkt zijn, is creativiteit gevraagd om tot goede oplossingen te komen.
- 19 -
#
)
!
Markten brengen sfeer in het winkelcentrum en zorgen voor een verbreding van het detailhandelsaanbod en daarom spant het college zich in de markten te behouden. Het college spant zich in om de markten op peil te houden. De vernieuwing van het stadscentrum van IJmuiden kan ook de markt een impuls geven.
- 20 -
II. 4. toerisme Toerisme is een groeisector, ook voor Velsen. Met de markt groeit ook de concurrentie om de toerist. Velsen heeft in die markt verschillende troeven in de vorm van een scala aan toeristische attracties (het IJmuiderstrand, de duinen, de havens, het Forteiland, het Noorderstrand, de landgoederen, het oude dorp Velsen, het recreatiegebied Spaarnwoude). Die verscheidenheid maakt het voor de locale toeristische sector en voor de gemeente wel lastig om zich met één eenduidig en duidelijk toeristisch profiel te presenteren. De grootste toeristische trekker vormt het IJmuiderstrand dat zich al sinds 2000 als IJmuiden aan Zee aan de markt presenteert. De belangrijkste asset is het ruime en fraaie strand. De nabijheid van het grote en gevarieerde duingebied aan de ene kant, en de dynamiek van de haven aan de andere kant geeft IJmuiden aan Zee zijn specifieke profiel, waarmee het zich onderscheidt van andere kustplaatsen. Het Recreatiegebied Spaarnwoude is met zijn recreatieve attracties, zoals de golfterreinen en de indoor skibaan, de andere grote publiekstrekker. Sinds enkele jaren dient ook het Noorderstrand zich als publiekstrekker voor wind- en watersporters aan. Ondernemers zien kansen in de groei in het dagbezoek en van korte vakanties, en in de groeiende belangstelling voor ‘wellness’ en avontuurlijke events. Zij willen daar graag op inspelen. Het tekort aan een gevarieerd aanbod van verblijfsaccommodaties wordt als een gemis ervaren. De ondernemers vragen de gemeente mee te denken met hun ideeën en mee te werken aan plannen voor nieuwe toeristische voorzieningen en accommodaties. Op grond van de bevindingen uit de analyses en de rondetafelgesprekken presenteert het college een agenda voor de komende jaren, in de vorm van speerpunten met acties: a. vernieuwen toeristisch product IJmuiden aan Zee & versterken marketing en promotie b. benutten toeristische potenties van de haven c. verbeteren van de kwaliteit van het Noorderstrand d. benutten potenties van het historische erfgoed e. benutten toeristische potenties van Spaarnwoude f. een duidelijk evenementenbeleid. #
) (
(
)
" 1 )
7
8
(
)
Met de besluitvorming van de herziene kustvisie 2006 is een belangrijke stap gezet om het IJmuiderstrand een nieuwe impuls te geven. Het plan is in samenspraak met bedrijfsleven en natuurorganisaties tot stand gekomen en biedt goede en aantrekkelijke mogelijkheden om het aanbod van verblijfsaccommodaties (vakantieappartementen) en ook het aanbod van toeristische voorzieningen en accommodaties te vergroten. Het college gaat zich nu met de partners uit het bedrijfsleven richten op de realisatie. De toeristische ondernemers willen ook inspelen op de groeiende belangstelling voor avontuurlijke dagprogramma´s voor bedrijfsontmoetingen en - trainingen en voor evenementen. Zij zien ook mogelijkheden om in dat programma andere attracties of spannende locaties als het Forteiland en de bunkers (van de Festung IJmuiden) mee te nemen. Een bijzonder punt betreft de Blauwe Vlag (internationaal kwaliteitskeurmerk) voor het IJmuiderstrand. Het college wil zich inspannen om die jaarlijks te verwerven. De bereikbaarheid van het IJmuiderstrand laat volgens de ondernemers te wensen over. Het strand is per auto op zich goed bereikbaar, maar de uitstraling van de route is belabberd en de route heeft echt een facelift nodig. Voor toerist en (evenement)bezoeker is het vaak de eerste kennismaking met IJmuiden aan Zee. Het college maakt zich sterk voor een goed verzorgde ontsluiting naar het IJmuiderstrand.
- 21 -
Het strand is met openbaar vervoer matig bereikbaar. De Amsterdamse regio vormt een belangrijke doelgroep voor IJmuiden aan Zee en een rechtstreekse openbaarvervoersverbinding met Amsterdam, ook buiten de zomermaanden, is daarom belangrijk. Het college wil samen met het bedrijfsleven bevorderen dat het strand het hele jaar door goed met openbaar vervoer bereikbaar is. Een rechtstreekse busverbinding met Amsterdam en een betere aansluiting van de fast flying ferry naar het strand hebben prioriteit. (
Het toeristische product IJmuiden aan Zee is nog onvoldoende bekend bij (potentiële) doelgroepen. Het is ook nog in ontwikkeling – zie de kustvisie. Daarom wil het college zich de komende jaren samen met de toeristische ondernemers inspannen om IJmuiden aan Zee goed in de markt te zetten en te promoten. Daarbij worden ook de andere toeristische attracties in de gemeente meegenomen. In het marketingplan zijn vijf doelmarkten onderscheiden. In afnemend belang zijn dat: de Amsterdamse regio, de zeevarende recreanten en toeristen van Seaport Marina, dagrecreanten van buiten de Amsterdamse regio, ferry passagiers en verblijfsgasten (uit Nederland en het buitenland). De belangrijkste doelgroepen voor IJmuiden aan Zee zijn: gezinnen met kinderen, actieve 55-plussers en wind- en watersporters. De Amsterdamse regio is voor het dagbezoek een belangrijke doelgroep. Vanwege het beperkte toeristische budget zal de promotie zich de komende jaren duidelijker op de Amsterdamse regio focussen. In het marketingplan is tevens aangegeven dat de acties zich zullen richten op het verlengen naar het voor- en naseizoen. Het college wil zich de komende jaren met toeristische bedrijfsleven inspannen om IJmuiden aan Zee goed te marketen en te promoten. #
)
(
De haven geeft IJmuiden aan Zee een specifiek toeristisch profiel. De pieren, de schepen, de sluizen, de kop van de haven en ook het havengebied zelf met het Zee en Havenmuseum vormen voor vele bezoekers een bijzondere attractie. De ferrydienst tussen IJmuiden en Newcastle trekt jaarlijks een kwart miljoen Britse en een kwart miljoen Nederlandse en West Europese passagiers. Vanaf de Felison Terminal vertrekken ook steeds meer cruises naar Schotland, de Noorse fjorden, de Oostzee en de Baltische Zee. Het aanbod van voorzieningen voor de toeristische bezoekers is nu nog erg beperkt. Ook de uitstraling laat zeer te wensen over. Voor de Halkade heeft een initiatiefgroep van gevestigde ondernemers in 2004 het plan < 4 " 1 ) % ) . ) gepresenteerd. Dat voorziet onder meer in de ontwikkeling van de Halkade tot een ook voor toeristen aantrekkelijke visboulevard. Het college ondersteunt dit plan en wil de uitvoering – binnen de beperkte financiële mogelijkheden graag faciliteren. De uitvoering van dit plan moet worden afgestemd met het recente vernieuwingsplan voor Oud-IJmuiden, dat aan de randen en met name voor de kop ook voorziet in bedrijfsfuncties. #
5
Het strand ten noorden van de Noordpier is de laatste jaren erg populair bij wind- en watersporters vanwege de golfslag, veroorzaakt door de wind en de pier. De belangstelling voor deze tak van sport groeit en het Noorderstrand heeft mogelijkheden om in te spelen op deze groeimarkt. Veel wind- en watersporters komen voor meerdere dagen en ze overnachten nu vaak in auto of camper. De ondernemers willen de sporters slaapgelegenheden aanbieden en ook het jaar rond exploiteren, juist omdat het voor- en het naseizoen voor de wind- en watersporters interessant is. Ook willen ze inspelen op de groeiende belangstelling voor avontuurlijke dagprogramma´s voor bedrijfsontmoetingen en trainingen en voor evenementen. Net als de ondernemers op het IJmuiderstrand zien zij mogelijkheden om daarbij ook andere attracties of spannende locaties mee te nemen. Hierin past ook het initiatief van een watertaxi tussen de kop van de haven, het Forteiland en de Noordpier, dat vorig jaar is gepresenteerd. Het college staat open voor deze nieuwe initiatieven en wil samen met de ondernemers nagaan hoe deze kunnen worden gerealiseerd. De bereikbaarheid van het Noorderstrand is op zomerse topdagen kwetsbaar en vraagt dan speciale aandacht vanwege veiligheid en bereikbaarheid voor hulpdiensten. In het kader van het project Bereikbaarheid Kust – een initiatief van de provincie – bezien we hoe de bereikbaarheid kan worden verbeterd.
- 22 -
#
)
(
.
De belangstelling voor het cultuurhistorische erfgoed groeit. Bewoners, bezoekers en toeristen tonen steeds meer belangstelling voor de historische karakteristiek van bouwwerken en plaatsen. De gemeente en de regio kennen in landschap en bouwwerken een rijkgeschakeerde historie. In IJmuiden komen de Stelling van Amsterdam (het Hollandse kustfort) en de Duitse Atlantikwall (Festung IJmuiden) op een bijzondere manier samen op het Forteiland. De beide fortificaties zijn juist in combinatie erg interessant voor Nederlandse, Duitse en Engelse toeristen. We hebben waardering voor het werk van de initiatiefnemers die op dit terrein actief zijn. Het college wil samen met hen en met de provincie nagaan hoe de beide fortificaties als een samenhangende attractie aan het belangstellende publiek kan worden gepresenteerd en ook de toegankelijkheid kan worden vergroot. De mogelijke realisatie van een watertaxi tussen de kop van de haven, het Forteiland en de Noordpier is in dit verband interessant. Tussen de duinen en de polders liggen verscheidene cultuurhistorische bezienswaardigheden zoals de Ruïne van Brederode, de buitenplaatsen Beeckestijn, Waterland en Velserbeek, en - pal tegen het Noordzeekanaal - het oude dorp Velsen. Deze cultuurhistorische bezienswaardigheden trekken ook buiten het zomerseizoen veel bezoekers. Het college wil de toegankelijkheid van deze attracties bevorderen en ze blijvend opnemen in de fiets- en wandelroutes. Op initiatief van de provincie en in samenwerking met de gemeenten langs het Noordzeekanaal wordt in 2007 de Holland Route geopend: het moet een recreatief-toeristische route worden die het bijzondere industriële erfgoed rond het Noordzeekanaal letterlijk (via een route) en figuurlijk (met analoge en digitale informatie) met elkaar verbindt. Het uiteindelijke doel is om historische bouwwerken in een nieuwe setting tot leven te brengen en voor bezoekers en toeristen te ontsluiten. De Westergasfabriek te Amsterdam en de Lichtfabriek in Haarlem zijn sprekende voorbeelden. Het college neemt deel in dit project en wil zich inspannen om het industrieel erfgoed in onze gemeente met deze route te verbinden en de aantrekkelijkheid voor toeristen te vergroten. #
)
(
(
)
Het Recreatiegebied Spaarnwoude is met zijn recreatieve attracties, zoals de golfterreinen en de indoor skibaan, een grote publiekstrekker. Daarnaast kent het recreatiegebied een scala van voorzieningen, zoals: skeelerroutes, fietsroutes en wandelroutes, een klimwand, een kinderboerderij, kampeerterreinen en horeca-etablissementen. De dagrecreatie is een groeimarkt en dat geldt speciaal voor de sportieve buitenactiviteiten. De attracties en de evenementen worden grootschaliger en bezoekers zijn bereid een grotere afstand af te leggen. Voor het recreatieschap - waarin de gemeente ook participeert - liggen er hier kansen op meer bezoek, meer bestedingen en meer werk. Het college wil initiatieven van ondernemers zo mogelijk faciliteren, vanzelfsprekend in overleg met het recreatieschap. . #
)
!
)
Met het IJmuiderstrand, de havens, het Noorderstrand en het recreatiegebied Spaarnwoude kent de gemeente vele plekken die geschikt en attractief zijn voor evenementen. Het meest in het oog lopend zijn natuurlijk de jaarlijks terugkerende grote evenementen: Dance Valley, Hiswa, Havenfestival en Landgoedfair Beeckestijn (voorheen Home & Garden). Daarnaast vinden er regelmatig kleine evenementen plaats op het IJmuiderstrand, het Forteiland en het Noorderstrand. Al die evenementen zijn voor horeca en cultuur in wisselende mate en combinaties interessant. Ze zetten de gemeente - in het bijzonder IJmuiden en Spaarnwoude – duidelijker op de kaart en ze versterken vaak ook het toeristische profiel. De bezoekers maken op een bijzondere manier kennis met een locatie en dat kan leiden tot vervolgbezoek.
- 23 -
Door de nieuwe regelgeving en het gewijzigde tarievenbeleid van 2005 (verhoging leges en kosten gebruiksvergunning) zijn de lasten voor de initiatiefnemer van een evenement aanmerkelijk gestegen. Hoge tarieven – de onze zijn aanmerkelijk hoger dan die van andere kustgemeenten – maken de gemeente minder aantrekkelijk voor initiatiefnemers. Evenementen zijn een visitekaartje van de gemeente en belangrijk voor de p.r. en de promotie, in het bijzonder van IJmuiden. Het college wil naar een duidelijk en uitnodigend evenementenbeleid toe, waarin ruimte is voor evenementen die passen bij het gewenste recreatieve en toeristische profiel en dat recht doet aan de aard van het evenement. Wij willen ons vooral inzetten voor evenementen op het strand en in de zeil-, wind- en watersport.
- 24 -
Hoofdstuk III De economische agenda 2007 - 2010 in schema "
. )
4 ( .
"
! )
() &
)
( )) !
& . ) " " #
(
(
( &
!
(
)
&
& (
#
)
(
( 0 0 0
.
. ) " "
.
(
(
-
()
(
(
)
) 0 0 0 0 0 0 0
)
( (
)
" 1 ) " 1 )
(
)
! .
. 2& ) )
) )
)
! (
! " 1 ) " 1 )
) !
&. . ( 3
) 4)
" 1
5
*
6 0 0 ) 0
)
)
)
" 1 ) )(
!
+
* 0 0 0 0 0 0
)
( (
)
)
" 1 )
7
8
(
5 ) )
(
. (
)
!
(
)
)
- 25 -
()
# !
#$ % % &% %' $ $% % $ ( ( $ ( % ( $$( )% ' * ' ( $ $ $ ( $ + #$ % % ( $ $ $ ( 00 ( ( +
()
#
(
(
()
#$ % % &% & ' $ 1 %( ) &1 % $( $ ' . 1 %( &1 . $ $ % ' % * $ * '$ *$ % +
()
, &
$
$%' $% *$ $' ) $ ( $ ( % & '$ $ $ +
* ' ( * % % (
"
& $ ( $ & '$ ). $ $ %' $( /'
) %
$
$ ( ( /) $ 1 * $ %1 $%1 ' $) % + $ $ $ '' $ %
% $ $ 1 %( ) $ &1 $ 2 $ % 3 4 ( $$ &1 5 6 4 * ' %$ (% $ ,7 6 41 $ ( $ ' $ * + 4 $ $ ' $ 1 %( % *
! !
" % $ $ $ $ 1 %( ) $ &1 $ 2 $ % 3 4 ( % & '$ 1 $ 6 4$ % * 8 % & '* 8( & '%. 6 4' ' * 8) $* % % ( $ * ( $ &1+
(
(
% ( )&%
. .1 $ % % $ * % $ $ $ *' $ * $ & ' + &% $ % % $ * $ 5 . *& % ' &1 . & ' ( / $ 9 $( ' & ( + #$ % % % $. $ & ' * %( $ : . ' % ( : (% % $& ( $ '$ +
+
(
# *
%
$
$
) !
,
%$% $
%
: :
" $( 9$ & ' * $% % % ;5 ) . ' % ) (% % < (
- 26 -
!
()
" #
#
)
(
) !
#$ % % 5 ( * 5
$
&
* $$ ( '$. $ $ )* ( 1 ' $ ' $ $ % * $$ % ( $$ % 1
" % $ 2 $ %
$
*
$ ( ( / % 1 $ * 1 ) & ' %
* ' ( %
+
()
#
(
" 1 )
)
! . !
#$ % %
&
$ &% $
( %1 ' $ $ $ 1 '' &
()
(
.
& (
$ (
'
&
& $( & ( $$ ( * ( % +
# *
;
" 1 )
& & 1 ( $ &
(
)
( $ ) ( ( & $ $ $ % <) '
" & ' )( %$% % ) ( $ =$ & %1 ' &1 . $
#$ % % &% ( % $ ( $ $ &'' % ( $ * $ +
()
# +
$ $$( ' %$ ) & % ( ' $ ) $* $ 1 $% $ $+
( ( & '
(
& ) $ $<
*% 1 1 (
)
)
% $$(
% *% ( ( $ ( & 1 ( ) % $$$ % $ $ %1 '
$
!
) !
#$ % % &% . 1 ( *% %$ ' % * 1 $ *% ( ' % * $ * '$ +#$ % % &% $ 1 ( $> ( 5 ( $ *% ; ( $ '% $ ) $$ % < ( $7 ( * $% % * ' ' ( $* &1 . $ ( + $*% $ $ & & ( ( $ & %1 ' & & $& $ +
$ ( $ $ ? $$ & ' %
"
( & $ )
* (% % & $ * $ ) $ 1 ( & & $
$ $ &'' % $ &'' % )& ( $
;
&
. 2& ) !
#$ % % & &% $ &'' % ( $ 1 ( ( ( * $ $(
& $(
'% $ )
&. .
)
"
$ ) (
&
$
% $$( ) *%
- 27 -
()
# ,
#$ % % 9$ * $ ( 0 % ' ( '$' ( @$ $ $ ?$ ( %1 ' @*% $$ ( #$ % % &%. * $ $7 ( ; 7 ) '#
()
)
" 1 )
$. * $ $( $ ( $ $ &1 . & * $ & .$ + * ( $ $ % % * $1 ( % % $ &'' % ) $$ + $> ( 5 $ $ *% ( ; A < $$ $ ( $ ( " 1 ) ! .
# -
)
()
(
;
3
4)
" $
$ $
1 ( * ' $% $ ; $ ( 1 ' <) $ $ +
& '
( & %$% %; $ $ ( 1 ' * ( <) $( & ( $ =$ ) $ & %1 ' &1 . $ $ +
&
" 1
$% $ 1 ( $
(
! ( (
" $ 1 '
'
(
* $$ $% $ ( (
*% ; * ( <
$
5
& 5
& ' $)( ' $
!
# E
B C": #$ % % * $. : . ' % ' ( % $&
(
* (
& ( ) & 1 ( $ ) ( ( ( & $ $ $ $ % <) & '
" 1 )
#
B C": #$ % % &% $ 5 $ $ * ( ' 1 ( $ ' & ( . +
()
! # (
1 ( * ') ( $ 1 ( ) & &1 ' $ % $( ( $ ( ' ) . @*% $$
!
#$ % % ( $( % $ $ ( &1 ' $' $$ ( $ *% $ ' ' ' $ ( ( $. + $** * 1 $ 5 ( $7 $ ( >' + #$ % % &% $ $ 1 %( ) * ( * $ $ : . ' % . ' ( ' $ ( '( $ ' $' & &
!
! $ ( $
(
$ (
* $ ( .
$ ;% <
+
#$ % % &% $ * $ $ & ' *% ( $ % $ ( $') ( & ( %1 ' * ( + $( $' & $ $% ( $ %1 '$1 & * % $ + #$ $ *%$ :>BE)& ' $ % % * $ * $ ) $* $ ( $%1 ' $ &'' % $ ( ( $' ' $$ &% * ( * $ ( ( & $ $ %1 ' $ % +
$$( ) & ' %
"
$ ' $
%*% $( . $ $ ( ) %$ $$(
5
( .' ( $ ' * $) ( ) & ' % * '
$ ( $ $ % $ ? $$
! " $1 * ( % * $$ )$1 ( % * $$
*
(
$ ** %1 ' $ &
'( $
% $ $
** $ $ * $
%$ $
( $ ' ' (
*
D
$
- 28 -
$
% ()
#
*#
)
)
" 1 )
B C": #$ % % $ $ %$ ( $ & ( & ( $$ $ ( ' '1 + #$ . ' ( & $ * $ ( $ ( ). $ ' ( $ +
()
*# # )
*# *
& & '% $ $( ( $ ) ' *' $% % (% ' ) & '
)
" $ ( *% ( & '% $ ) * $ 6 %$
& $$(
)(
B C": #$ % % &%$ $' & $$ % ( $ ( * '$ + ( % & %( ' ' $ &' ( & + $ $%1 ' %1 ' * % $ ( % % ( ' * '$.1) $($ $ ( $$ *% $' +
()
! (
)
! & '% B % $ & '% $
$
" % ( $ * %$ 6' & ' % *% % $
'$
!
B C": 7 '$ $& ' % $ . ( ( ( $ $% % * $ $ % % . '$ $ +#$ % % * $. '$ ** % $ + ( & ( $ $ $ ( 5 ' ' '$ *% ( +
! '$
" $ '' %1 ' $ )*
) (
.
- 29 -
&
# ()
' +#
)
(
)
" 1 )
B C": #$ % % $. $ * $ $ $ 1 %( $ * % $ ( ' $ ( #$ % % &%. ' * 1 %1 ' % & ,% ; $ $ %'& %$ $' '< ( $5 $ $( & ( +
7
8
( !
+
$ $ ( %1 ( . . ' )
$ ) & '
#$ % % '$. $ '( ( . $% $ $5 $ + #$ % % &% $ $ 1 %( ( $ $$ $ %1 $* ( ( ' + $$ ' ( $ $ $ %$ ( $% F F $ $ * $$ +
$ '' %1 ' $% $ ( 5 >
#$ % % &%. ' $ $ 1 %( * > $ '$ $*
5
()
+#
$ $ 5
$ $*% < ) . ) * '$
$ ( $ $ $ $ +
+# *
'
$ )
%
*
$
$
( $(
4
$
$ $ ( . ; ( & ' %) $ $
&% 9% $$( $*% &
! " ( $ *
$$ % )
$$ % $<)
; + +
% <) . '
$$(
$ *% '* '
5
+# +
B C": #$ % % ; $$ * ( $ 9% $( * $ +
$ $$ % $% $ $) ( $ %$ * ( ( ) $ ( ' $ . +
(
B C": #$ % % $ $* ( . & $$( &% $ ( $$( ;% * % ( & & $ * $ ) 1 @*% $$ )& $ $@< ' & % + $' ( $* 1 $ ' B $D $$ ( * ( D &% $ % % . ' ' & ( $ +; ' ( $: $ *. $* '& $ ( $ * % $ ( & ( % ' ( % * $ +<
()
* . '
(
$ +
)
B C": #$ % % $ " 1 ) % $ ( D %1 ' D %$ + C $( $ 3 & $ ( 5 ) ( .$ 1
()
1
" % $ ' $ ( ) % & ,% ) $ $ $ & $ $@
)
(
! $($ $ ) . ') & '
" $( % * % ( & & $ * $ ) 1 @*% $$ D $ * ( % ) ( $ ' ) $ $$ & $ $@
. !
$ <
% $* 1 $# % % ! $ &%. * $ . $ $ . $ $ '' %1 ' ( $ $ $
#$ $
% && ' $ $
& $$%( $ ( . ' $ $ $ $% $ +
" $G H
% $ ;F ' $< ( 1 $ $
- 30 -
()
+# ,
)
(
B C": #$ % % &% $ $ ( ( %1 ' %$ )( . % * ' $ $ *+
(
) !
. ( %
. ') $
"
$ ;
& '
( $ *<)
$
%
% $$( ;
()
+# -
)
!
$<
)
B C": #$ % % &% %1 ' $ ( $ % $ )& $ ( ( $ * 1 $ & $ $( $ $ * % $ $ $ ( $( $ + #$ % % &%. ( % .$ $ ( ( $ * $$ . %)& & $ * $ +
* ( $ $$ . %)& & $ * $
*
! " ( $ %$
$ % ; <)* % +
%1 '
- 31 -