Zwemwaterprofiel Hoornseplas
8 februari 2011
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Zwemwaterprofiel van de zwemlocatie Hoornseplas te Eelderwolde
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
Verantwoording Titel
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Opdrachtgever
Waterschap Noorderzijlvest Sigrid Haverkamp Eric Ebbers en Sigrid Haverkamp
Projectleider Auteur(s) Projectnummer Aantal pagina's Datum Handtekening
4740531 40 (exclusief bijlagen) 8 februari 2011 Ontbreekt in verband met digitale versie. Dit rapport is aantoonbaar vrijgegeven.
Colofon Tauw bv afdeling Water Handelskade 11 Postbus 133 7400 AC Deventer Telefoon +31 57 06 99 91 1 Fax +31 57 06 99 66 6
Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: -
NEN-EN-ISO 9001
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
5\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
6\40
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
Inhoud Verantwoording en colofon .......................................................................................................... 5 Samenvatting ................................................................................................................................. 9 1
Inleiding........................................................................................................................ 11
1.1
Aanleiding...................................................................................................................... 11
1.2 1.3
Zwemwaterprofiel .......................................................................................................... 11 Leeswijzer ..................................................................................................................... 12
2
Uitgevoerde werkzaamheden..................................................................................... 13
2.1 2.2
Methode ........................................................................................................................ 13 Locatiebezoeken ........................................................................................................... 14
3
Beschrijving van de zwemlocatie .............................................................................. 15
3.1
Algemene gebiedsbeschrijving...................................................................................... 15
3.1.1 3.1.2 3.1.3
Algemeen ...................................................................................................................... 15 Gebruik- en nevenfuncties ............................................................................................ 16 Toekomstige plannen inrichting en waterbeheer........................................................... 16
3.1.4 3.1.5 3.1.6
Kenmerken van de zwemlocatie ................................................................................... 17 Inrichting en voorzieningen ........................................................................................... 18 Waterkwaliteitsmonitoring ............................................................................................. 19
3.2 3.3 3.4
Hydro(morfo)logie en ecologie ...................................................................................... 19 Begrenzing van de zwemzone ...................................................................................... 20 Potentiële gezondheidsrisico’s ...................................................................................... 22
4
Analyse historische waterkwaliteit............................................................................ 25
4.1
Bacteriologische kwaliteit .............................................................................................. 25
4.1.1 4.1.2 4.1.3
Waterkwaliteit volgens de oude Europese zwemwaterrichtlijn...................................... 26 Waterkwaliteit volgens de huidige Europese zwemwaterrichtlijn .................................. 27 Historische data analyse in combinatie met weersomstandigheden............................. 28
4.2 4.2.1 4.2.2
Blauwalgenprofiel .......................................................................................................... 28 Analyse.......................................................................................................................... 28 Beoordeling Blauwalgen................................................................................................ 30
5
Mogelijke risicobronnen ............................................................................................. 31
Zwemwaterprofiel HoornseplasHoornseplas
7\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
6
Gezondheidsrisico’s ................................................................................................... 33
6.1
Toelichting gebruikte kentallen spreadsheet ZWEMPROF ........................................... 33
6.2
Resultaten en analyse................................................................................................... 34
7
Conclusies en aanbevelingen .................................................................................... 35
7.1 7.2 7.3
Conclusies..................................................................................................................... 35 Aandachtspunten en mogelijke maatregelen ................................................................ 36 Actualisatie en vervolgtraject......................................................................................... 38
8
Geraadpleegde bronnen ............................................................................................. 39
Bijlage(n) 1. Resultaten risicoberekening spreadsheet ZWEMPROF
2. Data fysisch-chemische toestandsvariabelen 3. Toelichting beoordeling zwemwaterkwaliteit volgens de oude en huidige EU-richtlijn 4. Verslag veldbezoek
8\40
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
Samenvatting Een verplichting voortkomend uit de huidige Europese zwemwaterrichtlijn is het opstellen van een zwemwaterprofiel voor zwemlocaties door de waterbeheerder. In een zwemwaterprofiel worden de bronnen, de verontreinigingsroutes en de locatiespecifieke eigenschappen in kaart gebracht en worden de benodigde maatregelen ter verbetering van de zwemwaterkwaliteit geïnventariseerd. Dit zwemwaterprofiel heeft betrekking op de zwemlocatie Hoornseplas. De locatiebeheerder van deze zwemlocatie is Het Meerschap Paterswolde. Begrenzing zwemzone Voor de begrenzing van zwemzone wordt het gedeelte tot aan de buitenste drijflijnen voorgesteld. Meetpunt 5007 ligt in het midden van de zwemzone en is daarmee voldoende representatief. Een tweede zwemzone wordt voorgesteld bij het kleine kinderstrandje in het naaktrecreatiegebied aan de zuidkant van de plas. Hier wordt de zwemwaterkwaliteit niet gecontroleerd. Verwacht wordt dat de waterkwaliteit hier niet anders is dan op het bestaande meetpunt. Dit is te verifiëren door de zwemwaterkwaliteit hier steekproefsgewijs te meten op een tijdelijk zwemwatermeetpunt. Bacteriologische kwaliteit De bacteriologische kwaliteit van het zwemwater op de zwemlocatie Hoornseplas was volgens de oude zwemwaterrichtlijn altijd goed. Op basis van de gegevensset van 2009 en 2010 zou de kwaliteitsklassenindeling onder de huidige EU-richtlijn ‘uitstekend’ zijn. Dit betekent dat er geen noodzaak is tot treffen van maatregelen voor de bacteriologische kwaliteit. Van de potentiële bronnen, zwemmers en watervogels, is alleen door een groot aantal zwemmers op een topdag een geringe invloed op de zwemwaterkwaliteit te verwachten. Watervogels geven geen grote bacteriologische verontreiniging, maar op de zes vlonders in de zwemzone ligt veel vogelpoep. Hierdoor kan de zwemwaterkwaliteit negatief beïnvloed worden. Aan te raden is om vogeluitwerpselen regelmatig van de vlonders te verwijderen. Ondanks het verbod tijdens het zwemseizoen, worden honden op het strand gezien. Hoewel de waterkwaliteit volgens ZWEMPROF niet beïnvloed wordt, kan hondenpoep op het strand ook tot onhygiënische situaties leiden. Aan te raden is om het toezicht op het hondenverbod tijdens het zwemseizoen te verscherpen.
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
9\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
Blauwalgen De Hoornseplas kent geen problemen met blauwalgen en de kans op een toekomstige bloei van toxische blauwalgen is klein. Er is geen aanleiding tot het nemen van maatregelen. Maar gezien de plas grenst aan het Hoornsemeer, waar wel regelmatig van blauwalgenbloei sprake is, is bijzondere alertheid van de beheerder(s) wel gewenst. Zwemmersjeuk In 2010 is er voor het eerst sprake geweest van zwemmersjeuk. De kans dat zwemmersjeuk zich de komende jaren opnieuw voordoet is aanwezig. Bestrijding van zwemmersjeuk is lastig, vooral in een gebied met veel watervogels zoals de Hoornseplas en Paterswoldsemeer. Van de mogelijke bestrijdingsmethoden zijn de volgende opties het meest reëel: • Verwijderen van de aanwezige poelslakken • Creëren van een cercariënbarrière Als zich opnieuw zwemmersjeuk in de Hoornseplas voordoet, is het belangrijk om het publiek (zwemmers) goed te informeren. Zo kort mogelijk contact met water, daarna stevig afdrogen en droge kleding aantrekken helpt om de verschijnselen te beperken. Alleen douchen is niet afdoende.
Resumerend overzicht aandachtspunten en maatregelen
Onderwerp
Aandachtspunt (A) / maatregel (M)
Bacteriologische •
Wie/Initiator
Regelmatig verwijderen vogeluitwerpselen van de vlonders (A)
Meerschap Paterswolde
waterkwaliteit
•
Toezicht hondenverbod tijdens zwemseizoen verscherpen (A)
Meerschap Paterswolde
Blauwalgen
•
Alertheid op blauwalgen (A)
Meerschap Paterswolde
Zwemmersjeuk •
Maatregelen om zwemmersjeuk te voorkomen zoals: poelslakken Meerschap Paterswolde verwijderen en creëren van een cercariënbarrière (M)
Zwemzone
•
Publiek informeren (M)
Provincie Groningen
•
Tijdelijk meetpunt bij het naaktrecreatiegebied (A)
Waterschap Noorderzijlvest
Actualisatie Als de kwaliteitsindeling in 2012 nog steeds ‘uitstekend’ is, hoeft het zwemwaterprofiel alleen geactualiseerd te worden als de zwemwaterkwaliteit wijzigt of als er veranderingen zijn bij de zwemlocatie die de waterkwaliteit kunnen beïnvloeden.
10\40
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
1 Inleiding 1.1
Aanleiding
De huidige Europese Zwemwaterrichtlijn (2006/7/EC) die maart 2006 van kracht geworden is, schrijft voor dat voor elk zwemwater een zwemwaterprofiel wordt opgesteld. In de huidige EU-zwemwaterrichtlijn staat dat alle zwemwateren aan het einde van het badseizoen van 2015 ten minste moeten voldoen aan de kwaliteit ‘aanvaardbaar’. Tevens moeten dan realistische en evenredige maatregelen zijn genomen om het aantal zwemwateren als ‘uitstekend’ of ‘goed’ te doen toenemen. In de huidige EU-zwemwaterrichtlijn zijn naast monitoring ook beheermaatregelen van belang. Dit betekent dat per zwemlocatie naast kwaliteitsgegevens van het oppervlaktewater vooral ook informatie beschikbaar moet zijn over de wijze waarop de zwemwaterkwaliteit beïnvloed wordt. Dit komt erop neer dat de waterkwaliteitsbeheerder van iedere zwemlocatie een inschatting moet maken van de bronnen die de zwemwaterkwaliteit negatief kunnen beïnvloeden. De risico’s en bedreigingen voor het zwemwater worden vastgelegd in een zwemwaterprofiel.
1.2
Zwemwaterprofiel
Een zwemwaterprofiel geeft een compleet beeld van alle veiligheids- en gezondheidsrisico’s op de zwemlocatie. Een zwemwaterprofiel is in eerste instantie bedoeld om inzicht te krijgen in de fecale verontreinigingsbronnen en –routes en richt zich op de indicatoren voor fecale verontreinigingen: Escherichia coli (E. coli) en intestinale enterococcen (huidige EU-richtlijn) of thermotolerante en totaal bacteriën van de coligroep en fecale streptococcen (oude parameters). Daarnaast verschaft het zwemwaterprofiel inzicht in mogelijke problemen door cyanobacteriën (blauwalgen), overige macroalgen en/of fytoplankton. Andere gezondheidsbedreigende risico’s zoals ziekte van Weil, botulisme, zwemmersjeuk, et cetera worden niet specifiek genoemd in de richtlijn maar worden in dit zwemwaterprofiel wel meegenomen. Tevens kan het zwemwaterprofiel ingezet worden voor communicatie naar de maatschappij/burger over de kwaliteit van de zwemlocatie en de te nemen (beheer)maatregelen. Waterschap Noorderzijlvest is verantwoordelijk voor het waterkwaliteitsbeheer van 15 officiële zwemlocaties. In dit rapport wordt het zwemwaterprofiel van de zwemlocatie Hoornseplas beschreven.
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
11\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
1.3
Leeswijzer
Na deze inleiding worden in hoofdstuk 2 de uitgevoerde werkzaamheden beschreven. In hoofdstuk 3 volgt een beschrijving van de zwemlocatie en hoofdstuk 4 bevat een analyse van de waterkwaliteit en het blauwalgenprofiel. Vervolgens komen de potentiële risicobronnen in hoofdstuk 5 aan bod. Een beschrijving van de gezondheidsrisico’s en bronnenanalyse met het spreadsheetmodel Zwemprof is uitgewerkt in hoofdstuk 6. Vervolgens staan in hoofdstuk 7 de conclusies en mogelijke maatregelen beschreven. Tot slot staat in hoofdstuk 8 een overzicht van de geraadpleegde informatiebronnen.
12\40
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
2 Uitgevoerde werkzaamheden 2.1
Methode
Voor het opstellen van zwemwaterprofielen zijn enkele handreikingen/rapporten opgesteld waarin een gestructureerde aanpak van diverse facetten wordt beschreven: • Handreiking voor het opstellen van een zwemwaterprofiel (RIZA/Grontmij, 2005): • •
bacteriologische verontreinigingsbronnen, zie figuur 2.1 KRW en oppervlaktewater (DHV/RIZA, 2005): afbakening van de zwemlocatie Handreiking zwemwaterprofiel blauwalgen (DHV/RIZA, 2007): blauwalgen
Voor zover mogelijk, is voor het opstellen van dit zwemwaterprofiel bij deze handreikingen aangesloten.
Figuur 2.1 Routekaart voor het opstellen van een zwemwaterprofiel (bron: RIZA/Grontmij, 2005)
Een zwemwaterprofiel omvat de volgende aspecten: •
Algemene beschrijving van de zwemlocatie. Er wordt een algemene beschrijving van de locatie gegeven waarin de volgende onderdelen aan de orde komen: algemene gebiedsbeschrijving, hydro(morfo)logie en ecologie, de begrenzing van de zwemzone, gegevens ten aanzien van problemen en zwemverboden zoals meldingen van gezondheidsklachten (zwemmersjeuk, botulisme) en bloei van blauwalgen
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
13\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
•
Analyse data historische waterkwaliteit. De data van de laatste drie à vijf jaar vormen de basis voor de historische waterkwaliteit. In geval van hoge concentraties aan bacteriën wordt gekeken of er een trend zichtbaar is die wijst op invloed van weersomstandigheden, een
•
relatie met bepaalde bronnen of een relatie met een bepaalde periode in het jaar waarop de verhogingen plaatsvinden Identificatie van potentiële bronnen van bacteriologische verontreiniging. Op basis van de
•
hiervoor beschreven gegevens, het locatiebezoek en het gesprek met de locatiebeheerder, wordt een lijst van alle potentiële verontreinigingsbronnen opgesteld Beoordeling gesignaleerde verontreinigingsbronnen. Met behulp van een eenvoudig
•
spreadsheetmodel (ZWEMPROF) wordt de invloed van de bronnen geschat Evaluatie en conclusies. Alle gegevens uit de voorgaande stappen worden naast elkaar gelegd en bekeken. Hierbij wordt bepaald welke van de mogelijke bronnen daadwerkelijk
•
relevant zijn voor de waterkwaliteit op de zwemlocatie Aanbevelingen. Als er geen problemen worden geconstateerd bestaat er weinig aanleiding om maatregelen te nemen. Als er wel duidelijke verontreinigingsbronnen zijn gevonden of als er onduidelijkheid is over de betrouwbaarheid van de resultaten, wordt een doorkijk gegeven naar mogelijke maatregelen
2.2
Locatiebezoeken
Bij voorkeur wordt een zwemlocatie en de omgeving ervan een keer bezocht op een moment dat de stranden daadwerkelijk door bezoekers gebruikt worden. Immers dan kan een goede indruk van de hygiëne verkregen worden, omdat ook zwemmers zelf een bron van bacteriële verontreinigingen kunnen zijn. Overigens leveren bezoeken op rustige dagen ook veel informatie op want dan wordt een beeld verkregen van andere mogelijke bronnen zoals watervogels en huisdieren. De locatie is bezocht op woensdag 22 september 2010. Tijdens het bezoek was het zonnig weer en er waren geen zwemmers aanwezig. Algemene aandachtspunten tijdens het veldbezoek waren ten eerste de mogelijke bronnen van fecale verontreinigingen op de zwemlocatie en in de omgeving. Ten tweede is ook gelet op andere bedreigingen voor de zwemwaterkwaliteit zoals flora (bijvoorbeeld afgestorven plantenresten), fauna (ratten in verband met ziekte van Weil), botulisme, (blauw)algen, et cetera. Van de verschillende zwemstranden zijn tevens foto’s gemaakt. De waarnemingen tijdens het locatiebezoek zijn verwerkt in het zwemwaterprofiel. Bij het veldbezoek waren vertegenwoordigd: • Waterschap Noorderzijlvest • •
14\40
Meerschap Paterswolde Tauw bv
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
3 Beschrijving van de zwemlocatie 3.1 3.1.1
Algemene gebiedsbeschrijving Algemeen
De zwemlocatie is gelegen aan de Hoornseplas. De Hoornseplas ligt ten zuiden van de stad Groningen en ten westen van de Rijksweg A28. De plas is in de jaren zeventig ontstaan als gevolg van zandwinning. In de directe omgeving bevindt zich een woonwijk (Corpus den HoornZuid). Direct naast de Hoornseplas liggen nog twee meren, genaamd het Hoornsemeer en het Paterswoldsemeer. Door middel van een dam, de Nijdam, is de Hoornseplas afgescheiden van deze twee meren.
Groningen
A7
Hoornsemeer
A28
Hoornseplas Haren Paterswoldsemeer
Paterswolde Figuur 3.1 Regionale ligging van de zwemlocatie Hoornseplas
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
15\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
3.1.2
Gebruik- en nevenfuncties
De Hoornseplas maakt deel uit van het KRW-waterlichaam Paterswoldsemeer met het watertype M27 ‘Matig grote ondiepe laagveenplassen’. De plas wordt in de zomer veel gebruikt door zwemmers. Tevens wordt de plas gebruikt voor brandweeroefeningen. In de zomer zijn er sportieve en recreatieve evenementen, zoals beachvolleybal en barbecues. Rondom de plas ligt een wandelpad. De Nijdam is onderdeel van de wandelroute. Buiten het zwemseizoen wordt het terrein gebruikt als hondenuitlaatgebied. In januari wordt er een Nieuwjaarsduik georganiseerd. In de Hoornseplas mag niet worden gevist.
Kiosk Paviljoen Kaap Hoorn Parkeerplaats
Nijdam
Zandstranden
Naaktrecreatie
Figuur 3.2 Directe omgeving zwemlocatie Hoornseplas
3.1.3
Toekomstige plannen inrichting en waterbeheer
Het Meerschap Paterswolde overweegt om douches te plaatsen. Verder is er een herinrichting gepland van de voet- en fietspaden en komt er een nieuwe toiletvoorziening annex kiosk bij het naaktstrand. Mogelijk wordt er een speelvoorziening in het water gerealiseerd.
16\40
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
3.1.4
Kenmerken van de zwemlocatie
Beheer van de zwemlocatie Eigenaar en
Meerschap Paterswolde
locatiebeheerder Waterkwaliteitsbeheerder Toezichthouder
Waterschap Noorderzijlvest Provincie Groningen is bevoegd gezag in het kader van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (WHVBZ)
Figuur 3.3 Overzichtsfoto’s Hoornseplas
Algemeen De zwemlocatie
Aan de noordkant van de plas bevinden zich twee zandstranden en aangrenzende ligweiden. De totale lengte van de stranden is ongeveer 450 meter. Buiten de zandstranden is de oever beschoeid, maar wel goed toegankelijk vanaf de ligweiden. Op de zuidoever is het gebied voor naaktrecreatie. Daar is voor de kinderen een klein zandstrandje van ongeveer 25 meter lengte.
Bezoekersaantallen
Op een drukke dag zijn er volgens de beheerder 10.000 tot 15.000 bezoekers. Het gemiddelde aantal bezoekers kan niet exact worden aangegeven. In dit zwemwaterprofiel wordt uitgegaan van gemiddeld 2.000 bezoekers per dag (zie hoofdstuk 6.1). Er wordt geen entree geheven.
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
17\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
3.1.5
Inrichting en voorzieningen
Kiosk Er zijn drie kiosken aanwezig, die bij mooi weer geopend zijn. Sanitaire voorzieningen Er zijn vier toiletgebouwen verspreid over het terrein. Deze voorzieningen zijn toegankelijk als er toezicht is. Er zijn geen douches. Afvalbakken Drijflijnen
Er staan ruim voldoende vuilnisbakken, die bij mooi weer dagelijks geleegd worden en bij slechter weer indien noodzakelijk. Op 8 meter uit de oever ligt een drijflijn met witte drijvers. De diepte bedraagt er 0,5 meter. Op een afstand van 20 - 70 meter uit de oever ligt een drijflijn met rode drijvers. De diepte bedraagt hier 1,5 meter. Bij het kinderstrandje in het naaktrecreatiegebied ligt op ongeveer
Toezicht Bebording
6 meter uit de oever een drijflijn bij 50 cm waterdiepte. Er zijn toezichthouders aanwezig bij geschikt weer (weinig wind, veel zon en temperatuur boven de 20 graden).
Speeltoestellen
Bij alle ingangen staan informatieborden van de provincie Groningen. Daarnaast staan er borden van het Meerschap. Op de ligweide staat een speeltoestel, genaamd ‘Galaxy’. Verder zijn in
Bodem Beheer en onderhoud
het water zes vlonders aanwezig. De bodem bestaat uit zand. De stranden en ligweiden worden dagelijks gecontroleerd en schoongemaakt. De ligweiden worden wekelijks gemaaid door een aannemer. Het strand wordt tweewekelijks en voorafgaande aan beachvolleybaltoernooien, geëgaliseerd en gefreesd. In de plas wordt minimaal twee keer per seizoen gemaaid.
Figuur 3.4 Bebording en 2 bevestingspalen voor de drijflijn bij 0,5 en 1,5 meter diepte
18\40
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
3.1.6
Waterkwaliteitsmonitoring
De provincie Groningen is in het kader van de WHVBZ officieel toezichthouder op de waterkwaliteit van het oppervlaktewater op deze en overige officiële zwemplassen in Groningen. Op de site van de provincie staat vermeld wanneer er calamiteiten zijn en wanneer het zwemwater niet goed is om in te zwemmen. Actuele problemen met de zwemwaterkwaliteit worden daarnaast bekend gemaakt via teletekst pagina 725, internet, publicatie in de krant en RTV-Noord. Tevens kunnen recreanten de zwemwatertelefoon (050-3164455) bellen voor informatie over de kwaliteitstoestand van zwemwateren. Het Meerschap Paterswolde publiceert de resultaten van de waterkwaliteitsmetingen op de website. Het waterschap Noorderzijlvest is de waterkwaliteitsbeheerder. De zwemwaterkwaliteit wordt door Noorderzijlvest op één meetpunt bepaald: meetpunt 5007 (X- en Y-coördinaten 232.825 : 577.475). De situering van het meetpunt wordt in figuur 3.5 en 3.6 weergegeven. Gedurende het zwemseizoen worden door waterschap Noorderzijlvest standaard twee wekelijks metingen gedaan op het meetpunt. Dit resulteert in minimaal 11 metingen per zwemseizoen. De bemonsteringsfrequentie wordt bepaald in overleg met de provincie Groningen en op basis van de resultaten uit het verleden.
3.2
Hydro(morfo)logie en ecologie
Hydro(morfo)logie De Hoornseplas heeft een oppervlakte van circa 17 ha en een geschatte gemiddelde diepte van circa 1,5 meter. De maximale diepte is circa 3 meter. Er is geen diepteprofiel aanwezig. In Figuur 3.5 wordt het watersysteem rondom de Hoornseplas weergegeven. De plas heeft een peil van -0,85 m NAP en wordt door een dam (de Nijdam) gescheiden van het Hoornsemeer. Daardoor heeft het een eigen waterhuishouding. De dam zorgt er voor dat vuil en veenresten buiten de plas blijven. Bovendien houdt het boten op een veilige afstand. De dam doet daarnaast dienst als wandelroute. De plas wordt gevoed door regenwater en kwel. Er is een inlaat vanuit het Hoornsemeer en een uitlaat (sloot en pompgemaal) richting Paterswoldsemeer. Zelden wordt water ingelaten. In de plas vindt circulatie plaats door een pomp, die vanaf een aantal vlonders water verpompt naar een fontein bij het strand. De pomp staat uitsluitend aan als er toezicht is. In de winter wordt het peil met 0,5 meter verlaagd om het strand te kunnen reinigen en om ondiepe waterplanten te laten afsterven.
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
19\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
Nijdam
Pomp/ fontein inlaatwater
Figuur 3.5 Het watersysteem rondom de Hoornseplas
Ecologie De oevers van de Hoornseplas bestaan deels uit zandstranden en deels uit houten beschoeiing. In de zomerperiode groeien er in de plas volop waterplanten en zijn er verspreid groepen eenden en meerkoeten aanwezig. ’s Winters zijn er grote groepen overwinterende watervogels aanwezig. Deze foerageren vooral midden op de plas en bij de dam. In rustige periodes worden de watervogels ook wel op het strand gezien, maar geven geen overlast. Oeverplanten zijn nauwelijks aanwezig. Over het visbestand in de Hoornseplas is bij de beheerder en waterschap Noorderzijlvest geen informatie bekend.
3.3
Begrenzing van de zwemzone
Voor het begrenzen van de zwemzone is uitgegaan van het protocol zoals dat is beschreven in het rapport ‘KRW en oppervlaktewater’ DHV juni 2005 (Verkennende studie naar de bescherming van zwemwater en oppervlaktewater voor drinkwaterbereiding onder de KRW). In Figuur 3.6 is de zwemzone van de Hoornseplas aangegeven. Als zwemzone wordt het gedeelte tot aan de buitenste drijflijn voorgesteld. Deze drijflijn ligt op een afstand van 20 tot 70 meter uit de oever en geeft de maximale waterdiepte van 1,5 meter aan.
20\40
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
Meetpunt 5007 ligt in het midden van de zwemzone en is daarmee voldoende representatief. Een tweede zwemzone is aangegeven bij het kinderstrandje in het naaktrecreatiegebied aan de zuidzijde van de plas. Op 6 meter vanaf het zandstrand ligt een drijflijn die de waterdiepte van 50 cm aangeeft. Als zwemzone wordt de gehele inham voorgesteld. Bij deze tweede zwemzone is geen een zwemwatermeetpunt. In hoeverre het bestaande zwemwatermeetpunt representatief is voor dit strandje is niet bekend. Er is echter geen aanleiding om hier een andere waterkwaliteit te verwachten dan op het bestaande meetpunt. Om dit te controleren kan de zwemwaterkwaliteit hier steekproefsgewijs gemeten worden, bijvoorbeeld in de vakantieperiode wanneer de meeste bezoekers verwacht worden. Als de waterkwaliteit hier consistent vergelijkbaar (of beter) is dan het bestaande meetpunt, kan overwogen worden om deze extra metingen te laten vervallen.
Figuur 3.6 Zwemzone van de Hoonse Plas en de situering van het zwemwaterkwaliteitsmeetpunt
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
21\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
3.4
Potentiële gezondheidsrisico’s
Hieronder wordt een overzicht van de potentiële gezondheidsrisico’s gegeven op basis van de ervaringen in de afgelopen jaren (periode 2005-2010). Bacteriële infecties Er zijn geen bijzonderheden met betrekking tot bacteriële infecties. Blauwalgen
Nagenoeg niet. In het zwemseizoen van 2008 en 2010 zijn wel blauwalgen aangetroffen. Maar de concentraties lagen beide keren ver beneden het risiconiveau.
pH en doorzicht
De zuurgraad varieert tijdens het zwemseizoen tussen pH 7,9 en pH 10 en komt daarmee boven de grenswaarde uit (pH norm voor zwemwateren volgens de oude zwemwaterrichtlijn was pH 6,5 - 9,0). Het doorzicht varieert van 0,3 tot meer dan 1,0 meter. De doorzichtnorm volgens de oude richtlijn is 1 meter. Het is vooral een veiligheidsrisico (gevaarlijke voorwerpen op de bodem en zichtbaarheid in noodsituaties). In de huidige EU-zwemwaterrichtlijn zijn pH en doorzicht niet meer genormeerd.
Zwemmersjeuk
Naar aanleiding van aanhoudende klachten over zwemmersjeuk, is eind juni 2010 een negatief zwemadvies afgegeven. Op 14 juli is het negatieve zwemadvies opgeheven omdat er nog maar weinig klachten waren. Zwemmersjeuk is een ontstekingsreactie op in de huid binnengedrongen cercariën van de platworm Trichobilharzia ocellata. Dit is een parasiet van watervogels die poelslak als tussengastheer heeft (Figuur 3.7). Wanneer de cercariën de tussengastheer verlaten en in het water op zoek gaan naar een nieuwe eindgastheer (bijvoorbeeld een eend), penetreren zij soms de huid van een zwemmer. In het algemeen kunnen cercariën slechts de oppervlakkige lagen van de humane huid binnendringen en sterven vervolgens af. Meestal treedt binnen de 10 tot 30 minuten jeuk op die snel weer overgaat. 1 tot 15 dagen later ontstaan kleine, jeukende rode bultjes op dezelfde plaatsen.
Overig
Verder zijn er nooit problemen geweest met: • Botulisme • Ziekte van Weil • •
22\40
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Zwerfvuil Overige zogenaamde zwemmersziekten
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
Figuur 3.7 De levenscyclus (links) en een foto (rechts) van Trichobilharzia ocellata
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
23\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
24\40
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
4 Analyse historische waterkwaliteit In de navolgende paragrafen wordt de bacteriologische zwemwaterkwaliteit beschreven. Achtereenvolgens komen de volgende onderwerpen aan de orde: • Bacteriologische waterkwaliteit volgens de oude Europese zwemwaterrichtlijn • Bacteriologische waterkwaliteit volgens de huidige Europese zwemwaterrichtlijn •
Historische data analyse in combinatie met de weersomstandigheden. Een nadere analyse is alleen uitgevoerd wanneer er sprake is geweest van normoverschrijdingen en / of verhogingen van concentraties gedurende de jaren 2005-2010
•
Blauwalgen
4.1
Bacteriologische kwaliteit
De bacteriologische parameters van de oude zwemwaterrichtlijn (totaal bacteriën van de coligroep, thermotolerante bacteriën van de coligroep en fecale streptococcen) zijn in de huidige zwemwaterrichtlijn vervangen door Escherichia coli en intestinale enterococcen. Deze indicatoren leveren een betere koppeling tussen de fecale verontreiniging in zwemwater en gezondheidseffecten. In tabel 4.1 zijn de normen van de huidige richtlijn en de oude richtlijn weergegeven. De eenheden zijn uitgedrukt in kve1/100 ml. De eindbeoordeling van de oude richtlijn is afwijkend van de huidige richtlijn. Bij de oude parameters zijn er 3 categorieën (goed, voldoende en slecht) en bij de huidige parameters zijn er 4 categorieën (uitstekend, goed, aanvaardbaar en slecht). De toetsingssystematiek van de oude en de huidige Europese zwemwaterrichtlijn is niet vergelijkbaar en vaak is de huidige richtlijn iets strenger. Zo mag een beheerder volgens de huidige richtlijn alleen onder strikte voorwaarden incidentele normoverschrijdingen negeren, mits deze voorspeld zijn. De oude praktijk van herbemonstering, waarbij een normoverschrijding genegeerd mag worden als een nieuw monster aantoont dat het om een incident ging, is onder de huidige richtlijn niet toegestaan. Een toelichting op de zwemwaterbeoordeling volgens de beide richtlijnen is opgenomen in bijlage 3.
1
Kolonie vormende eenheid
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
25\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
Tabel 4.1 Risicowaarden oude en huidige zwemwaterparameters in kve/100 ml
Parameter
Kwaliteitsniveau
Huidige EU richtlijn
Uitstekende kwaliteit
Goede kwaliteit
Aanvaardbare kwaliteit
E coli
500
(95-percentiel)
1.000
(95-percentiel)
900
(90-percentiel)
Intestinale enterococcen
200
(95-percentiel)
400
(95-percentiel)
330
(90-percentiel)
Oude EU richtlijn
Goed
Voldoende
Coli thermotolerante
-
100
(80 %)
2.000
(95 %)
Coli totaal
-
500
(80 %)
10.000
(95 %)
4.1.1
Waterkwaliteit volgens de oude Europese zwemwaterrichtlijn
De concentraties aan thermotolerante colibacteriën en totaal colibacteriën staan weergegeven in Figuur 4.1. De afgelopen jaren was de bacteriologische waterkwaliteit volgens de normen van de oude EU-zwemwaterrichtlijn goed. Behoudens een eenmalige uitzondering waren de gemeten concentraties consistent laag of niet aantoonbaar. Op 21 augustus 2005 was er sprake van een piekconcentratie aan thermotolerante coli. Het betrof een kortstondige verontreiniging want bij de herbemonstering 1 dag later waren de concentraties al weer op het normale lage niveau.
Jaartrend totaal coli Hoornse Plas, mp. 5007
Jaartrend thermotolerante coli Hoornse Plas, mp. 5007
2005
2006
2005
2006
2007 norm voldoende
2008 norm goed
2007
2008
norm voldoende
norm goed 3600
10000
2000 8000
kve/100 ml
kve/100 ml
1500 6000
4000
500
2000
0 1-apr
0 1-mei
1-jun
1-jul
1-aug
1-sep
1-okt
Figuur 4.1 Bacteriologische waterkwaliteit Hoornseplas
26\40
1000
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
1-apr
1-mei
1-jun
1-jul
1-aug
1-sep
1-okt
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
4.1.2
Waterkwaliteit volgens de huidige Europese zwemwaterrichtlijn
In 2009 zijn voor het eerst de huidige parameters bepaald. De resultaten staan weergegeven in Figuur 4.2. E. coli en intestinale enterococcen waren bij nagenoeg alle metingen niet aantoonbaar aanwezig (bepalingsgrens 38 kve/100 ml) en voldeden daarmee aan de strengste kwaliteitsnorm (uitstekende kwaliteit). Eén keer zijn licht verhoogde concentraties gemeten waarbij intestinale enterococcen de norm voor uitstekende kwaliteit overschreed (goede kwaliteit).
Jaartrend Intestinale enterococcen Hoornse Plas mp. 5007
Jaartrend Escherichia coli Hoornse Plas mp. 5007 2009 Norm uitstekend
2010 Norm aanvaardbaar
2009 Norm uitstekend
1000
2010 Norm aanvaardbaar
500
900 800
400
600
kve/100 ml
kve/100 ml
700
500 400
300
200
300 100
200 100
0
0 1-apr 1-mei
1-jun
1-jul
1-aug
1-sep
1-okt
1-apr 1-mei
1-jun
1-jul
1-aug
1-sep
1-okt
Figuur 4.2 Huidige parameters zwemlocatie Hoornseplas
Indeling in kwaliteitsklasse volgens de huidige Europese zwemwaterrichtlijn De zwemwaterindeling wordt jaarlijks op basis van de meetreeks van de afgelopen vier badseizoenen vastgesteld. De huidige parameters zijn vanaf 2009 gemeten en onderstaande kwaliteitsindeling is dan ook gebaseerd op de gegevenssets uit de badseizoenen 2009 en 2010. De bacteriologische waterkwaliteit valt vooralsnog in kwaliteitsklasse ‘uitstekend’. Een correcte beoordeling kan pas in 2012 plaatsvinden.
Tabel 4.2 Voorlopige kwaliteitsindeling volgens de huidige EU-zwemwaterrichtlijn op basis van de jaren 2009 en 2010
Omschrijving
Totaal oordeel
E. coli
Intestinale enterococcen
Hoornseplas
Uitstekend
Uitstekend
Uitstekend
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
27\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
4.1.3
Historische data analyse in combinatie met weersomstandigheden
Om mogelijke verontreinigingsbronnen te ontdekken wordt vaak gezocht naar eventuele relaties met weersomstandigheden. Een relatie tussen fecale bacteriën en neerslag kan wijzen op overstorten in de buurt van de zwemlocatie of een verhoogde afspoeling van met fecaliën verontreinigd regenwater van aanliggende oevers. De analysewaarden voor de bacteriologische parameters waren de afgelopen jaren steeds zodanig laag, dat er geen aanleiding is om een relatie met weersomstandigheden uitgebreid uit te werken. Wel zijn de enige twee licht verhoogde waarden van de afgelopen jaren (31 augustus 2005 en 12 juli 2010) naast de weergegevens gelegd. De piekconcentratie in 2005 was in een droge periode en met matig warme temperaturen (20-25 ºC). In dit geval is er geen relatie met weersomstandigheden te ontdekken. De piekconcentratie in juli 2010 volgt op een week met warme dagen 25-28ºC. Mogelijk is deze verhoogde waarde wel door een grote recreatiedruk veroorzaakt, te weten veel zwemmers of recreatievaart. Wat opvalt, is dat op dezelfde datum bij de Lijte in het Paterswoldsemeer dezelfde concentratieniveaus zijn gemeten.
4.2
Blauwalgenprofiel
De Hoornseplas kent geen problemen met blauwalgen. In 2008 en 2010 zijn minimale hoeveelheden aangetroffen maar de concentraties lagen ver onder de risicogrens. 4.2.1
Analyse
Om in te schatten of er in de nabije toekomst kans op bloei van blauwalgen bestaat, zijn de historische data geanalyseerd conform de handreiking zwemwaterprofiel blauwalgen. Bijlage 2 bevat een overzicht van de beschikbare waterkwaliteitsgegevens in relatie tot mogelijke problemen met overmatige groei van blauwalgen. Fytoplanktononderzoek en microcystine Omdat er geen problemen met blauwalgen zijn geweest, heeft geen nader onderzoek naar microcystineconcentraties plaatsgevonden. Microcystine is een giftige stof die voor veel blauwalgensoorten wordt afgescheiden.
28\40
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
Opgemerkt wordt dat in het nieuwe blauwalgenprotocol de microcystinebepaling als criterium eruit is gehaald omdat te weinig bekend is van de verschillende toxines die blauwalgen kunnen produceren en gezondheidseffecten. In het nieuwe blauwalgenprotocol wordt vooral ingezet op celtellingen van vijf potentieel toxische planktongeslachten Anabaena, Aphanizomenon, Microcystis, Planktothrix, en Woronichinia die de algenproblemen veroorzaken. In het nieuwe protocol worden onder andere risiconormen gehanteerd van 50.000 of 300.000 cellen/ml of aanwezigheid van drijflagen voor het nemen van beheermaatregelen. Fytoplanktononderzoek Aanwezigheid van een drijflaagje op de zwemlocatie was in 2008 en 2010 aanleiding om de fytoplanktonsamenstelling te onderzoeken. Beide keren was het aantal cellen met maximaal 1.200 cellen/ml (2008) en 110 cellen/ml (in 2010) veel lager dan het risiconiveau. De planktongeslachten die in de monsters zijn aangetroffen waren Anabaena en Microcystis. Toestandvariabelen Op het zwemwatermeetpunt meet waterschap Noorderzijlvest twee keer in het zwemseizoen ook de fysisch-chemische parameters (in juni/juli en augustus). De nutriëntenconcentraties in de Hoornseplas zijn laag. Van stikstof is de gemeten waarde maximaal 1,2 mg N/l en voldoet hiermee aan de gestelde KRW-norm van 1,3 mg N/l. Stikstof is in gebonden vorm (niet beschikbaar) aanwezig. De concentraties aan nitraat en ammonium (de beschikbare vorm) zijn lager dan de bepalingsgrens. De fosfaatconcentratie schommelt tussen 0,02 mg P/l tot 0,09 mg P/l en voldoet daarmee ook aan de KRW-norm van 0,09 mg P/l. Fosfaat in altijd in gebonden vorm (niet beschikbaar) aangetroffen; de PO4 concentraties waren altijd onder de detectiegrens. In de Hoornseplas zijn de stikstof- en fosfaatconcentraties structureel lager dan in het naburige Hoornsemeer en Paterswoldsemeer. Verhoudingsgewijs is er veel stikstof en weinig fosfaat in het watersysteem. De N:P-ratio (mol:mol) is 20-65 voor N:P-ratio totaal en consistent 30 voor N:P-ratio opgelost. Een stelregel is dat vooral bij lagere N:P verhoudingen (lager dan 10) enkele blauwalgensoorten in het voordeel zijn omdat zij stikstof uit de atmosfeer kunnen binden (bijvoorbeeld Anabaena sp. en Aphanizomenon). Dat is niet het geval in de Hoornseplas. De verwachting is dat de algensamenstelling naar groenalgen zal neigen, maar dat ontwikkeling van blauwalgen zich kan voordoen als de omstandigheden gunstig zijn.
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
29\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
De chlorofylconcentratie is een maat voor de algengroei. Met een maximaal gemeten concentratie van 18 µg/l is de concentratie chlorofyl laag in de Hoornseplas (oude NW4-norm 100 µg/l). Volgens de ‘Handreiking Zwemwaterprofiel Blauwalgen’ mag de chlorofyl-a concentratie niet boven 50 µg/l uitkomen. Dit is de door de WHO genoemde kritische grens waarboven problemen met blauwalgen te verwachten zijn. Het doorzicht op het zwemwatermeetpunt is meestal minstens 0,6 meter (bodemzicht op het zwemwatermeetpunt). Uitzondering is het jaar 2010 waarin het doorzicht aan het einde van het zwemseizoen afneemt tot 0,3 meter. Een verklaring voor deze doorzichtafname is niet uit de meetresultaten te herleiden. Vaak wordt een gering doorzicht veroorzaakt door algen (hoge chlorofylgehalten) maar dat hier niet het geval. De zuurgraad is gedurende de jaren stabiel en schommelt tussen pH 7,9 – pH 10. Er is een duidelijke seizoensfluctuatie te zien met de hoogst gemeten waarden in juli. Vaak gaat een toename van pH samen met algengroei (hoge chlorofylgehalten) of sterke plantengroei. De Hoornseplas kent een sterke ontwikkeling van waterplanten. Deze worden door Meerschap Paterswolde twee keer per zwemseizoen gemaaid. Verwijderen van de waterplanten is dan ook de oorzaak van de pH-daling na juli. 4.2.2
Beoordeling Blauwalgen
Geconcludeerd wordt dat de zwemlocatie in de Hoornseplas geen problemen met bloei van toxische blauwalgen kent. Enkele keren is er een vermoeden van een beginnende blauwalgenbloei geweest. Onderzoek wees uit dat toxische blauwalgen in zeer lage aantallen in het watersysteem aanwezig waren, ver onder de risicogrens. Ook op basis van de beschikbare nutriëntenconcentraties en andere blauwalgengerelateerde toestandsvariabelen als pH, chlorofylconcentratie en doorzicht, is geen bloei van toxische blauwalgen te verwachten.
30\40
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
5 Mogelijke risicobronnen In onderstaand overzicht wordt een beschrijving gegeven van de mogelijke bronnen voor bacteriële verontreinigingen. Regenwaterlozingen/
Nee.
overstorten Effluent RWZI Wegwater/afstromend
Nee. Nee.
hemelwater Ongerioleerde lozingen Mestwater omringend
Nee. Nee.
agrarisch gebied Recreatievaart Jachthavens
Nee. Nee.
Beroepsvaart Wateraanvoer
Nee. Er is een waterinlaat aanwezig vanuit het Hoornsemeer. Er wordt zelden water ingelaten. Er zijn geen aanwijzingen dat dit water
(Blauw)algen
bacteriologische verontreinigingen bevat. Nihil. Af en toe is er een vermoeden van beginnende blauwalgenbloei geweest. De aantallen toxische blauwalgen lagen ver onder de
Planten
risicogrens. Er zijn veel waterplanten aanwezig. Deze vormen een goede habitat voor poelslakken.
Dieren
's Zomers zijn er volgens de beheerder incidenteel eenden en meeuwen aanwezig op het strand. In de winter zijn er grote groepen overwinterende vogels aanwezig. Tijdens het veldbezoek begin september waren er veel meerkoeten op de plas (> 200 stuks), meeuwen, 16 zwanen, aalscholvers rustend op de palen in de zwemzone en enkele nijlganzen. Tijdens het veldbezoek lagen veel vogeluitwerpselen op de zes vlonders die in de zwemzones staan. Honden mogen in het zwemseizoen (april – september) niet bij de plas komen, maar worden er af en toe wel gezien. In het seizoen van 2010 was er sprake van zwemmersjeuk. Watervogels en poelslakken zijn dragers van deze parasiet.
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
31\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
Menselijke belasting
Nee. Gezien de aanwezigheid van sanitaire voorzieningen en het open karakter van de zwemlocatie, wordt ervan uitgegaan dat er niet of nauwelijks sprake is van menselijke belasting. Hoewel dat met kleine kinderen nooit helemaal kan worden uitgesloten.
Figuur 5.1 Grote hoeveelheden waterplanten en vlonder met vogeluitwerpselen
Conclusie potentiële bronnen De zwemlocatie maakte een goede indruk met betrekking tot de hygiëne. Zwerfvuil wordt elke dag opgeruimd, de stranden maakten een goed verzorgde indruk en het water was helder. Wel lag er op de vlonders veel vogelpoep, maar dat is vanaf de oevers nauwelijks zichtbaar. De potentiële risicobronnen zijn: • Watervogels • Zwemmers
32\40
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
6 Gezondheidsrisico’s Bij de ‘Handreiking bij het opstellen van een zwemwaterprofiel’ hoort een spreadsheetmodel, genaamd ZWEMPROF, om de invloed van de bronnen te kunnen schatten. Indien uit deze eenvoudige berekeningen geen relevante beïnvloeding van een verontreinigingsbron of -route wordt gevonden kan hiermee worden volstaan. Opgemerkt wordt dat met de spreadsheet alleen gezondheidsrisico’s ten gevolge van fecale verontreinigingen (E. coli en intestinale enterococcen) bepaald wordt. Gezondheidsrisico’s door blauwalgen en andere ziekteverwekkers zoals zwemmersjeuk, botulisme en chemische verontreinigingen, moeten afzonderlijk beoordeeld worden. Voor alle geïdentificeerde bronnen zijn de kentallen in het spreadsheet ingevuld, zie bijlage 1. De uitkomsten van de berekening zijn in dezelfde bijlage te vinden.
6.1
Toelichting gebruikte kentallen spreadsheet ZWEMPROF
Afmetingen zwemzone en waterdiepte. Voor het oppervlak van de zwemzone is uitgegaan van de begrenzing zoals aangegeven in paragraaf 3.4. Het oppervlak van het zwemgedeelte tot aan de buitenste drijflijn is circa 22.500 m2, met een gemiddelde diepte van 1 meter. De gehele plas is als watersysteem genomen. De gemiddelde diepte van de plas is gesteld op 1,5 meter. Zwemmers. Volgens de beheerder zijn er op een topdag 10.000 à 15.000 bezoekers. Deze verspreiden zich rondom de plas en gaan niet allemaal zwemmen. Het gemiddeld aantal bezoekers is niet exact bekend. Voor dit zwemwaterprofiel wordt uitgegaan van 7.000 zwemmers op een topdag. Het gemiddeld aantal zwemmers is bepaald door het maximale aantal door een factor 3 à 4 te delen. Dit komt neer op een gemiddelde van 2.000 zwemmers. Uit ZWEMPROF komt naar voren dat een gemiddelde hoeveelheid zwemmers geen invloed heeft op de zwemwaterkwaliteit. Voor een topdag wordt een geringe invloed berekend. Watervogels. Tijdens het veldbezoek zijn veel vogels gezien op de plas (meerkoeten, meeuwen, zwanen, aalscholvers en enkele nijlganzen). Volgens de beheerder zijn er in de zomer minder vogels in de plas en er is geen overlast op de stranden. In ZWEMPROF wordt uitgegaan van een maximum van 40 watervogels in de zwemzone en 300 vogels buiten de zwemzone. Uit ZWEMPROF komt naar voren dat deze hoeveelheid watervogels niet van invloed is op de zwemwaterkwaliteit.
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
33\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
Honden. Honden zijn in het zwemseizoen niet toegestaan op de stranden en in de zwemzones maar worden er wel gezien. Uitgegaan is van 5 honden in de zwemzone en 5 honden buiten de zwemzone. Uit ZWEMPROF komt naar voren dat dit geen invloed heeft op de zwemwaterkwaliteit.
6.2
Resultaten en analyse
Risico’s door fecale verontreinigingsbronnen Uit ZWEMPROF volgt dat er nagenoeg geen bacteriële verontreinigingsbronnen zijn die effect op de zwemwaterkwaliteit hebben. Wel wordt voor de gezamenlijke bronnen een wezenlijke invloed berekend voor intestinale enterococcen en een geringe invloed voor E. coli. Dit wordt veroorzaakt door een optelling van watervogels en zwemmers. Omdat de watervogels zich op drukke dagen zullen terugtrekken naar rustiger gebieden is daadwerkelijke beïnvloeding kleiner. Op een topdag is door een groot aantal zwemmers een geringe negatieve invloed te verwachten. Deze resultaten komen overeen met de weersanalyse. De licht verhoogde bacteriële concentraties in juli 2010 vallen samen met warme week, dus veel recreanten die het water opzochten. Het is belangrijk te weten dat ZWEMPROF uitgaat van volledige menging van verontreinigingen in de zwemzone. Dit is bij eventuele verontreinigingen door watervogels in delen van de zwemzone of het strand niet altijd het geval. Plaatselijke (en kortstondige) bacteriologische verontreinigingen door watervogels zijn daarom altijd mogelijk. Ook als in ZWEMPROF geen invloed wordt berekend. Overige pathogene ziekteverwekkers In juli 2010 waren er voor het eerst problemen met zwemmersjeuk (Trichobilharzia ocellata). Gedurende twee weken is een negatief zwemadvies afgegeven. De kans op herhaling is aanwezig. Risico’s door blauwalgen De kans op een bloei van toxische blauwalgen op de zwemlocatie is klein.
34\40
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
7 Conclusies en aanbevelingen 7.1
Conclusies
Bacteriologische kwaliteit In de periode 2005 - 2008 was de bacteriologische waterkwaliteit op de zwemlocatie Hoornseplas goed. De concentraties waren consistent laag. Eén keer is er een kortstondige verontreiniging geweest waarbij de zwemwaternorm werd overschreden. In 2009 zijn voor het eerst ook de huidige bacteriologische parameters Escherichia coli (E. coli) en intestinale enterococcen gemeten. Nagenoeg alle concentraties waren erg laag. Volgens de huidige zwemwaterrichtlijn zou de zwemwaterkwaliteit voorlopig worden ingedeeld in kwaliteitsklasse ‘uitstekend’. Voor een definitieve beoordeling is een meetreeks van 4 jaar nodig. Bacteriologische verontreinigingsbronnen De potentiële bronnen zijn zwemmers en watervogels. Volgens het spreadsheet ZWEMPROF is er op een topdag een geringe negatieve invloed op de zwemwaterkwaliteit te verwachten door een groot aantal zwemmers. Overig In 2010 is er voor het eerst sprake geweest van zwemmersjeuk. De kans dat zwemmersjeuk zich de komende jaren opnieuw voordoet is aanwezig. Blauwalgen De Hoornseplas kent geen problemen met blauwalgen. Op basis van de beschikbare informatie en ervaringen uit de voorgaande jaren, is de kans op een jaarlijkse bloei van toxische blauwalgen klein. Begrenzing zwemzone Als zwemzone wordt het gedeelte tot aan de buitenste drijflijnen voorgesteld. Deze ligt op een afstand van 20 tot 70 meter uit de oever en geeft de waterdiepte van maximaal 1,5 meter aan. Meetpunt 5007 ligt in het midden van de zwemzone en is daarmee voldoende representatief. Een tweede zwemzone wordt voorgesteld bij het kinderstrandje in het naaktrecreatiegebied aan de zuidkant van de plas. Hier wordt de zwemwaterkwaliteit niet gecontroleerd. Verwacht wordt dat de waterkwaliteit hier niet anders is dan op het bestaande meetpunt. Om dit te controleren kan de zwemwaterkwaliteit hier steekproefsgewijs gemeten worden, bijvoorbeeld in de vakantieperiode wanneer de meeste bezoekers verwacht worden.
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
35\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
7.2
Aandachtspunten en mogelijke maatregelen
Op basis van de gegevensset van de jaren 2009 en 2010 is de kwaliteitsklasse indeling volgens de huidige EU-zwemwaterrichtlijn ‘uitstekend’ en is er geen noodzaak tot het treffen van maatregelen voor de bacteriologische waterkwaliteit. Om in de toekomst problemen te voorkomen en een goede waterkwaliteit te behouden bieden onderstaande aanbevelingen een aanknopingspunt. Zwemmersjeuk In juni/juli 2010 was er sprake van zwemmersjeuk. In augustus is door Koeman en Bijkerk een onderzoek naar het vóórkomen van zwemmersjeuk in de Hoornseplas uitgevoerd. Aan te raden is om de aanbevelingen in dat rapport op te volgen. Mogelijke aangrijpingspunten voor preventieve beheermaatregelen zijn de tussengastheer (poelslakken) en de definitieve gastheer (watervogels): 1. Weghouden van watervogels. Voorkomen moet worden dat zich grote aantallen eenden of andere watervogels vestigen. Echter het weghouden van watervogels op een water met een omvang als de Hoornseplas is niet mogelijk 2. Verwijderen van watervegetatie. De Hoornseplas heeft een overvloedige ontwikkeling van waterplanten. Deze worden twee keer in het zwemseizoen gemaaid. Poelslakken kunnen zich ook bij afwezigheid van waterplanten handhaven 3. Meer mogelijkheden biedt bestrijding van poelslakken door: (a) het uitzetten van slakkenetende vissoorten en (b) verwijderen van slakken uit het gebied: • Ad (a). In veel zwemwateren zijn goede resultaten geboekt door het uitzetten van zeelt (Tinca tinca). Zeelt eet onder andere poelslakken en het uitzetten van zeelt is daarmee een poging om in te grijpen in de levenscyclus van Trichobilharzia ocellata. Maar hiermee moet men wel voorzichtig zijn. Deze methode wordt sterk ontraden door de werkgroep zwemmersjeuk omdat poelslakken niet het voorkeursvoedsel van zeelt vormen. Daarnaast is het een vis die de bodem omwoelt en een nadelig effect heeft op de eutrofiëring en het waterdoorzicht. Aangeraden wordt om zich daarbij te laten adviseren
•
door Sportvisserij Nederland Ad (b). Verwijderen van geïnfecteerde slakken. De verwijdering van de gastheerslakken met netten of ‘met de hand’ is arbeidsintensief. Soms is dit de enige oplossing wanneer men een zwemlocatie in stand wil houden. In het voorjaar kan men hiermee beginnen (maart-april) en nogmaals een keer in juni
36\40
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
Vaak wordt geadviseerd om na het zwemmen in met cercariën besmet water te douchen en daarna stevig af te drogen (scrubeffect). Echter: • Alleen douchen helpt niet • Stevig afdrogen helpt om het aantal bultjes te beperken. De cercariën die nog niet in de huid zitten wrijf je daardoor weg Het Meerschap Paterswolde overweegt om de sanitaire voorzieningen met douches uit te breiden. Voor het beperken van overlast door zwemmersjeuk is douchen niet afdoende. Tussentijds douchen met natte badkleding aan al helemaal niet. Stevig afdrogen en daarna droge (bad)kleding aantrekken help het beste. Watervogels Watervogels geven geen grote bacteriologische verontreiniging, maar op de zes vlonders in de zwemzone ligt veel vogelpoep. De vlonders trekken watervogels aan, vooral eenden, meeuwen en aalscholvers. Ter plekke kunnen watervogels de zwemwaterkwaliteit negatief beïnvloeden. Tot op heden was de bacteriologische waterkwaliteit altijd ruim voldoende, dus vanuit die optiek is er geen aanleiding tot het nemen van maatregelen. Aan te raden is om vogeluitwerpselen regelmatig van de vlonders te verwijderen. Bij voorkeur droog verwijderen en afvoeren, zeker als het om grote hoeveelheden gaat. Als de vlonders alleen met water gereinigd kunnen worden, dan kan dit het beste gedaan worden op een tijdstip dat ruim buiten de zwemmuren valt (avond of in de vroege ochtend). Honden Ondanks het verbod tijdens het zwemseizoen worden honden op het strand gezien. Hoewel de waterkwaliteit volgens ZWEMPROF niet beïnvloed wordt, is het mogelijk dat dit tot onhygiënische situaties op het strand kan leiden. Ook heeft dat een negatieve invloed op de beleving van zwemmers. Aan te raden is om het toezicht op het hondenverbod tijdens het zwemseizoen te verscherpen. Blauwalgen De kans op bloei van toxische blauwalgen is minimaal. Vanuit die optiek is er geen aanleiding tot het nemen van maatregelen. Gezien de plas grenst aan het Hoornsemeer waar wel regelmatig van blauwalgenbloei sprake is, is bijzondere alertheid van de beheerder(s) wel gewenst.
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
37\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
Resumerend overzicht aandachtspunten en maatregelen
Onderwerp
Aandachtspunt (A) / maatregel (M)
Bacteriologische •
Wie/Initiator
Regelmatig verwijderen vogeluitwerpselen van de vlonders (A)
Meerschap Paterswolde
waterkwaliteit
•
Toezicht hondenverbod tijdens zwemseizoen verscherpen (A)
Meerschap Paterswolde
Blauwalgen
•
Alertheid op blauwalgen (A)
Meerschap Paterswolde
Zwemmersjeuk •
Maatregelen om zwemmersjeuk te voorkomen zoals: poelslakken Meerschap Paterswolde verwijderen en creëren van een cercariënbarrière (M)
Zwemzone
7.3
•
Publiek informeren (M)
Provincie Groningen
•
Tijdelijk meetpunt bij het naaktrecreatiegebied (A)
Waterschap Noorderzijlvest
Actualisatie en vervolgtraject
Afhankelijk van de klasse waarin de zwemlocatie volgens de EU-zwemwaterrichtlijn wordt ingedeeld, moet het zwemwaterprofiel na een bepaalde periode geactualiseerd worden.
Zwemwaterindeling
Actualisatie zwemwaterprofiel vindt ten minste plaats om de
Uitstekend
Alleen als de indeling verandert in ‘goed’, ‘aanvaardbaar’ of ‘slecht’
Goed
Vier jaar
Aanvaardbaar
Drie jaar
Slecht
Twee jaar
De zwemwaterindeling wordt jaarlijks op basis van de meetreeks van de afgelopen vier badseizoenen vastgesteld (zie toelichting bijlage 4). Op basis van de beperkte gegevensset uit de badseizoenen van 2009 en 2010 is een schatting gedaan. De bacteriologische waterkwaliteit in kwaliteitsklasse ‘uitstekend’.
Hoornseplas
Totaal oordeel
E. coli
Intestinale enterococcen
Uitstekend
Uitstekend
Uitstekend
Bovenstaand toetsoordeel betekent dat, als de kwaliteit in 2012 nog hetzelfde is als in 2010, alleen geactualiseerd hoeft te worden als de zwemwaterkwaliteit wijzigt, of als er veranderingen zijn bij de zwemlocatie die de waterkwaliteit kunnen beïnvloeden.
38\40
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
8 Geraadpleegde bronnen 1. Europese Unie 2006, Richtlijn 2006/7/EEG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit en tot intrekking van Richtlijn 76/160/EEG 2. RIZA-Grontmij 2005. Handreiking voor het opstellen van een zwemwaterprofiel, In opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en Rijkswaterstaat 3. DHV 2005, KRW en oppervlaktewater, Bescherming van zwemwater en oppervlaktewater voor drinkwaterbereiding onder de Europese Kaderrichtlijn Water, In opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, RIZA 4. DHV 2007. Handreiking Blauwalgen in het Zwemwaterprofiel. Hulpmiddel voor het opstellen van het voor blauwalgen relevante deel van zwemwaterprofielen. In opdracht van Rijkswaterstaat, RIZA 5. Waterschap Noorderzijlvest, ondermeer historische data waterkwaliteit 6. Koeman en Bijkerk 2010, Monitoring zwemmersjeuk in de Hoornseplas, rapport 2010-086, november 2010 7. Sluiters, J.F. 2004. Zwemmersjeuk en de mogelijkheid tot preventie. Infectieziekten Bulletin 15: 184-189 8. Sluiters, J.F. B.W. Knol & A. bij de Vaate, 2005. Zwemmersjeuk explosief? Infectieziekten Bulletin 16: 215-216 9. Werkgroep ‘Zwemmersjeuk’, 2004, Veilig zwemmen: preventie van zwemmersjeuk. Rijkswaterstaat, Lelystad 10. CIW blauwalgenprotocol, Veilig zwemmen: cyanobacteriën in oppervlaktewater, aangepast protocol 2002 11. Blauwalgenprotocol 2010, vastgesteld door het NWO op 10 maart 2010 12. Zwemwaterfolder, Zwemmen in open water in de provincie Groningen, 2010 www.noorderzijlvest.nl www.provinciegroningen.nl/beleid/water-milieu-en-veiligheid/zwemwater/ www.meerschap-paterswolde.nl
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
39\40
Kenmerk R004-4740531EEB-mfv-V02-NL
40\40
Zwemwaterprofiel Hoornseplas
Bijlage
1
Resultaten risicoberekening spreadsheet ZWEMPROF
ZWEMPROF Naam locatie: Datum beoordeling:
Hoornseplas 25 nov. 2010
ZWEMwaterPROFielen
Type en morfologie Type systeem
Afstand tot Fractie naar gemiddeld aantal per dag aantal bij extreme drukte zwemplek (m) zwemwater
Zwemmers plas
1
breedte plas (m) lengte plas (m) gemiddelde diepte plas (m)
280 480 1,5 0,9 22500 1 450
oppervlak zwemzone (m2) gemiddelde diepte in zwemzone (m) oeverlengte zwemstrand (m)
2000 aantal boten per dag 0 0 -
Schepen - recreatievaart - beroepsvaart Continue bronnen - RWZI - lozingen slachthuis of mestverwerkend bedrijf - jachthavens (continue belasting) Lokale bron (continu) - belasting E. coli (KVE/halfjaar) - belasting enterokokken (KVE/halfjaar)
7000 aantal boten bij extreme drukte 0 debiet (m3/s) 0 0 0
0 0
0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
5 0 40
-
-
5 0 200 overstort-volume (m3) 0 0 0 0 0 -
0 0 5
0 0 0,5
0 0 0 0 0 -
0 0 0 0 0 -
0
0
-
Dieren op het zwemstrand/zwemzone - aantal honden/dag - aantal paarden/dag - watervogels Dieren buiten zwemzone - aantal honden/dag - aantal paarden/dagen - watervogels Incindentele bronnen - overstort gemengd stelsel - overstort gescheiden stelsel - ongezuiverde lozingen - afstromend wegwater Lokale bron (incidenteel) - concentratie E. coli (KVE/l) - concentratie enterokokken (KVE/l) Agrarisch achterland
concentratie 0 0
bodemtype aantal hectare
zand
3 0
mestsoort
Melkkoeien
3
legenda EC Geen invloed op zwemwaterkwaliteit (E.c <200KVE/100ml) Geringe invloed op de zwemwaterkwaliteit (E.c tussen 200 en 500KVE/100ml) Wezenlijk invloed; gemiddelde onder de norm, maar incidenteel overschrijdingen te verwachten (E.c tussen 500 en 900KVE/100ml)
Bijdrage bronnen Naam locatie: Hoornseplas Datum beoordeling: 25 nov. 2010
Grote invloed bron: maatregelen noodzakelijk (E.c >900KVE/100ml) Legenda IE Geen invloed op zwemwaterkwaliteit (IE <100KVE/100ml) Geringe invloed op de zwemwaterkwaliteit (IE tussen 100 en 200KVE/100ml) Wezenlijk invloed; gemiddelde onder de norm, maar incidenteel overschrijdingen te verwachten (IE tussen 200 en 330KVE/100ml) Grote invloed bron: maatregelen noodzakelijk (IE >330KVE/100ml)
Zwemmers verdeeld over zone
Recreatievaart RWZI Agrarisch achterland RioolOverstort gemengd stelsel gescheiden stelsel Lozingen slachthuis of mestverwerkend bedrijf Ongezuiverde lozingen Afstromend wegwater Beroepsvaart Jachthavens Watervogels binnen zwemzone Watervogels buiten zwemzone Dieren op het strand binnen zwemzone Dieren op het strand buiten zwemzone Lokale bron (Incidenteel) Lokale bron (continue belasting)
gemiddeld EC zeer druk EC 1040 3640
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 590 7 368 0 0 0
0
gemiddeld IE 520
zeer druk IE 1820
0 0 0
0
0 0 0 0 0 0 0 590 7 368 0 0 0
eindoordeel EC gemiddeld
eindoordeel EC zeer druk
1998
4598
eindscore IE gemiddeld 1478
eindscore IE zeer druk 2778
Bijlage
2
Data fysisch-chemische toestandsvariabelen
totaal (mol/mol)
opgelost (mol/mol)
1-1-2011
Streefw aarde PO4
N:P ratio - Hoornse Plas
140
120
100
80
60
40
20
0 1-1-2011
1-9-2010
1-5-2010
1-1-2010
1-9-2009
1-5-2009
N-totaal
1-9-2010
1-5-2010
1-1-2010
PO4
1-9-2009
1-1-2009
1-9-2008
1-5-2008
1-1-2008
1-9-2007
1-5-2007
1-1-2007
Streefw aarde N opgelost
1-5-2009
1-1-2009
MTR-P-totaal
1-9-2008
1-5-2008
1-1-2008
1-9-2007
1-5-2007
P-totaal
1-1-2007
1-9-2006
1-5-2006
N opgelost
1-9-2006
1-5-2006
0,10
1-1-2006
1-9-2005
1-5-2005
1-1-2005
Concentratie (mg P/l) 0,12
1-1-2006
1-9-2005
1-5-2005
1-1-2005
N:P ratio
1-1-2011
1-9-2010
1-5-2010
1-1-2010
1-9-2009
1-5-2009
1-1-2009
1-9-2008
1-5-2008
1-1-2008
1-9-2007
1-5-2007
1-1-2007
1-9-2006
1-5-2006
1-1-2006
1-9-2005
1-5-2005
1-1-2005
Concentratie (mg N/l)
Stikstof - Hoornse Plas
2,5
2
1,5
1
0,5
0
MTR N-totaal
Fosfaat - Hoornse Plas
0,20
0,18
0,16 0,14
hogere detectiegrens PO4
0,08
0,06 0,04
0,02
0,00
1-1-2011
1-9-2010
1-5-2010
1-1-2010
1-9-2009
1-5-2009
1-1-2009
1-9-2008
1-5-2008
1-1-2008
Chlorofyl-a
1-9-2007
1-5-2007
1-1-2007
1-9-2006
1-5-2006
1-1-2006
1-9-2005
1-5-2005
1-1-2005
pH
1-1-2011
1-9-2010
1-5-2010
1-1-2010
1-9-2009
1-5-2009
1-1-2009
1-9-2008
1-5-2008
1-1-2008
1-9-2007
1-5-2007
1-1-2007
1-9-2006
1-5-2006
1-1-2006
1-9-2005
1-5-2005
1-1-2005
Chlorofyl-a (ug/l) 200 2,5
160 2,0
120 1,5
80 1,0
40 0,5
0 0,0
Doorzicht
11,0 pH - Hoornse Plas
10,0
9,0
8,0
7,0
6,0 Doorzicht (m)
1-1-2011
1-9-2010
1-5-2010
1-1-2010
1-9-2009
1-5-2009
1-1-2009
1-9-2008
1-5-2008
1-1-2008
1-9-2007
1-5-2007
1-1-2007
1-9-2006
1-5-2006
1-1-2006
1-9-2005
1-5-2005
1-1-2005
Concentratie (mg/l)
Chloride - Hoornse Plas
700
600
500
400
300
200
100
0
Chlorofyl-a en doorzicht - Hoornse Plas
Bijlage
3
Toelichting beoordeling zwemwaterkwaliteit volgens de oude en huidige EU-richtlijn
Berekening toetswaarden De huidige zwemwaterrichtlijn (2006/7/EG) verschilt op veel punten van de oude richtlijn 76/160/EG. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de veranderingen in de beoordelingssystematiek. Huidige EU-richtlijn In de huidige beoordelingssystematiek wordt uitgegaan van een meetreeks over een periode van 4 jaren (het afgelopen badseizoen en de 3 voorgaande badseizoenen). De toetswaarden voor de huidige EU-zwemwaterrichtlijn worden als volgt berekend: • Van de gemeten hoeveelheid bacteriën in kolonie vormende eenheden / 100 ml wordt de log10waarde bepaald. (Als het resultaat een nulwaarde is, wordt de log10-waarde van de • •
detectielimiet/rapportagegrens van de gebruikte analytische methode gebruikt) Van deze reeks wordt de rekenkundig gemiddelde waarde (1) en de standaarddeviatie (2) berekend De 90- en 95-percentielwaarden zijn de uitkomsten van de formules (3) en (4) 1)
∑ log 10 M 1... log 10 Mn = Q
2)
Std (reeks log10_M1 tot en met log10_Mn)
3)
90-percentielwaarde = 10
4)
95-percentielwaarde = 10
n
Q + 1.28 * Stad Q + 1.65 * Stad
Indeling in vier verschillende kwaliteitsklassen (voor binnenwateren)
Huidige EU-richtlijn
Uitstekende kwaliteit
Goede kwaliteit
Aanvaardbare kwaliteit
Slechte kwaliteit
E coli
<500 ( 95-percentiel)
<1.000 (95-percentiel) <900 ( 90-percentiel)
>900 ( 90-percentiel)
Intestinale enterococcen
<200 ( 95-percentiel)
<400 (95-percentiel)
>330 ( 90-percentiel)
<330 ( 90-percentiel)
Aantallen in kolonievormende eenheden per 100 ml (kve/100 ml)
Oude EU-richtlijn Volgens de oude zwemwaternormering wordt uitgegaan van een meetreeks over één zwemseizoen. De kwaliteitsbeoordeling wordt berekend aan de hand van het percentage aan overschrijdingen: • Goed: 80 % van de metingen voldoet aan de maximale norm van 100 kve per 100 ml voor
•
thermotolerante bacteriën en 80 % voldoet aan de maximale norm van 500 kve per 100 ml van het totaal aantal colibacteriën. Van de 11 metingen per badseizoen moeten er dus 9 metingen voldoen Voldoende: 95 % van de metingen voldoet aan de maximale norm van 20.000 kve per 100 ml aan thermotolerante bacteriën en 95 % voldoet aan de maximale norm van 100.000 kve per 100 ml van het totaal aantal colibacteriën. Dit betekent dat bij 11 metingen/badseizoen alle metingen moeten
•
•
voldoen Een meting mag niet meer dan het maximale aantal bacteriën bevatten van 3.000 kolonievormende eenheden aan thermotolerante bacteriën per 100 ml en niet meer dan 15.000 kolonievormende eenheden aan het totaal aantal bacteriën van de coligroep per 100 ml Onvoldoende: Het percentage van 95 % van de metingen voldoet niet aan de genoemde normen of de maximale waarden zijn overschreden
Oude EU-richtlijn
Goede kwaliteit
Aanvaardbare kwaliteit
Maximale waarde per meting
Coli thermotolerante
≤ 100 (80 %)
≤ 2.000 (95 %)
3.000
Coli totaal
≤ 500 (80 %)
≤ 10.000 (95 %)
15.000
Aantallen in kolonievormende eenheden per 100 ml (kve/100 ml)
Bijlage
4
Verslag veldbezoek
Veldverslag Hoornseplas Aanwezig: Martin van Delden Ebel Huizinga
Meerschap Paterswolde Waterschap Noorderzijlvest
Kees van de Ven Sigrid Haverkamp Eric Ebbers
Waterschap Noorderzijlvest Tauw bv Tauw bv
Op 22 september 2010 is bij de Hoornseplas een het veldbezoek uitgevoerd. De plas is bereikbaar voor voetgangers. Fietsen kunnen worden gestald in de daarvoor aangewezen fietsenstallingen. Auto’s kunnen geparkeerd worden op de naastgelegen parkeerterreinen. Bij alle ingangen staan informatieborden van de provincie Groningen (foto A). Daarnaast staan borden van het Meerschap Paterswolde (foto B). Het terrein is ruim opgezet. Er is een brede ligweide aanwezig en ook het strand is lang. Tussen de ligweide en het strand loopt een verhard voetpad met her en der een zitbankje (foto C). Verspreid over de ligweide staan tientallen prullenbakken. Midden op het terrein staat een nieuw speeltoestel (foto D). Aan de rand van de ligweide staan verspreid een aantal toiletgebouwen en kiosken (foto’s E en F) . Het strand is recentelijk geëgaliseerd en gefreesd (foto G). Op het strand waren sporen zichtbaar van watervogels (foto H). Tevens werden op het strand sporen van ijzeruitspoeling aangetroffen en olieachtige filmlaagjes afkomstig van ijzerbacteriën (foto I). Rondom het strand werden enkele honden uitgelaten hoewel dit verboden was (binnen het zwemseizoen). In het water waren geen drijflijnen (meer) aanwezig. Wel stonden de bevestigingspalen van de drijflijnen er met daarop de plaatselijke diepte (foto’s J en K). Ook waren er in het water een aantal vlonders aanwezig (foto L). In het water bevonden zich veel waterplanten waaronder waterpest (waarvan een deel losgeslagen) (foto M). Ook was er een drijflaagje aanwezig (foto N) en lag er een dode vis. In het water werden een aantal poelslakken gevonden. Het water was vrij helder. Rondom de plas waren nagenoeg geen oeverplanten aanwezig. Er wordt zelden water ingelaten. Bij het speelstrand staat een pomp, die uit het Hoornsemeer verpompt naar een fontein bij het strand (foto O). De pomp staat uitsluitend aan als er toezicht is.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P