Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
18 december 2008
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Zwemwaterprofiel van de zwemlocaties in de Zoetermeerse Plas bij Zoetermeer
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
Verantwoording
Projectleider
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas Hoogheemraadschap van Rijnland Sigrid Haverkamp
Auteur(s)
Jonathan Lekkerkerk en Sigrid Haverkamp
Projectnummer
4571635 48 (exclusief bijlagen) 18 december 2008
Titel Opdrachtgever
Aantal pagina's Datum Handtekening
Colofon Tauw bv afdeling Water Handelskade 11 Postbus 133 7400 AC Deventer Telefoon (0570) 69 99 11 Fax (0570) 69 96 66
Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: -
NEN-EN-ISO 9001.
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
5\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
6\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
Inhoud Verantwoording en colofon .......................................................................................................... 5 Samenvatting ................................................................................................................................. 9 1 1.1
Inleiding........................................................................................................................ 13 Leeswijzer ..................................................................................................................... 14
2 2.1 2.2
Uitgevoerde werkzaamheden ..................................................................................... 15 Methode ........................................................................................................................ 15 Locatiebezoeken ........................................................................................................... 16
3
Beschrijving zwemlocatie........................................................................................... 17
3.1 3.2 3.3 3.4 3.4.1 3.4.2
Situering en beschrijving ............................................................................................... 17 Hydrologie en hydromorfologie ..................................................................................... 19 Kenmerken van de zwemlocaties.................................................................................. 22 Begrenzing van de zwemwaterzones............................................................................ 25 Zwemstrand................................................................................................................... 25 Speelvijver ..................................................................................................................... 26
4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3
Analyse historische waterkwaliteit ............................................................................ 27 Bacteriologische kwaliteit .............................................................................................. 27 Waterkwaliteit volgens de huidige Europese zwemwaterrichtlijn .................................. 28 Historische data analyse in combinatie met weersomstandigheden ............................. 31 Waterkwaliteit volgens de nieuwe Europese zwemwaterrichtlijn .................................. 31
4.2
Blauwalgenprofiel .......................................................................................................... 34
5
Risicobronnen ............................................................................................................. 39
6 6.1 6.2
Beoordeling van gezondheidsrisico’s....................................................................... 41 Toelichting gebruikte kentallen spreadsheet ZWEMPROF ........................................... 41 Resultaten en analyse ................................................................................................... 43
7 7.1 7.2 7.3
Conclusies en aanbevelingen .................................................................................... 45 Conclusies ..................................................................................................................... 45 Aandachtspunten en maatregelen ................................................................................ 46 Aanbevelingen vervolgtraject ........................................................................................ 47
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
7\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
Bijlage(n) Situering meetpunten Resultaten risicoberekening spreadsheet ZWEMPROF
1. 2. 3. 4. 5.
8\48
Data blauwalgen en fysisch chemische toestandsvariabelen Toelichting beoordeling zwemwaterkwaliteit volgens de huidige en nieuwe EUzwemwaterrichtlijn Verslag veldbezoek
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
Samenvatting Een verplichting voortkomend uit de nieuwe Europese zwemwaterrichtlijn is het opstellen van een zwemwaterprofiel voor zwemlocaties door de waterbeheerder. In een zwemwaterprofiel worden de bronnen, de verontreinigingsroutes en de locatiespecifieke eigenschappen in kaart gebracht en worden de eventueel benodigde maatregelen ter verbetering van de zwemwaterkwaliteit geïnventariseerd. Dit zwemwaterprofiel heeft betrekking op de zwemlocaties het Zwemstrand en de Speelvijver in de Zoetermeerse Plas. De beheerder van deze zwemlocaties is de gemeente Zoetermeer. Zwemzones In het zwemwaterprofiel is de begrenzing van de zwemwaterzones bepaald op basis van het protocol ‘Bescherming van zwemwater en oppervlaktewater voor drinkwaterbereiding onder de Europese Kaderrichtlijn Water’. Het resultaat is: • Zwemstrand. Als zwemzone wordt het water binnen de drijflijn voorgesteld. Dit komt globaal overeen met een strook langs het hele strand (lengte 400 meter) en variërend van 20 tot 40 meter uit de oever. Deze voorgestelde zwemzone is identiek aan die van de provincie Zuid-Holland. Het zwemwatermeetpunt ROP022A05 ligt nog net in de zwemzone. Voor de representativiteit zou het beter zijn om het meetpunt te verplaatsen naar een plek midden in de zwemzone • Speelvijver. Als zwemzone wordt het gedeelte binnen de drijflijn voorgesteld. Dit komt overeen met een strook tot circa 15 meter uit de oever langs het strand. Het zwemwatermeetpunt ROP022A17 ligt op een representatieve plek in de zwemzone Bacteriologische zwemwaterkwaliteit De bacteriologische kwaliteit van het zwemwater wordt volgens de huidige EU-richtlijn beoordeeld als goed (Zwemstrand) en aanvaardbaar (Speelvijver). Volgens de nieuwe richtlijn valt deze in de kwaliteitsklasse “uitstekend” (Zwemstrand) en “goed” (Speelvijver). Dit geeft dus geen aanleiding voor het treffen van maatregelen bij de zwemlocaties. De bacteriologische verontreinigingsbronnen zijn de volgende: • Zwemstrand: watervogels (geringe invloed) • Speelvijver: watervogels (geringe/wezenlijke invloed), zwemmers (geringe invloed)
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
9\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
De Speelvijver is vanwege de geringe waterdiepte gevoelig voor verontreinigingen. Daarom is het wenselijk het doorspoelregime met water uit de Zoetermeerse Plas te continueren op dagen met warm weer en veel zwemmers. Om in de toekomst problemen met watervogels te voorkomen is een toename ervan in de zwemzones ongewenst. Voor de kwaliteit van het zwemwater is het voldoende dat deze een andere plek uitkiezen, maar gezien de zwemzone bijna de gehele Speelvijver omvat is dit niet uitvoerbaar. Een aandachtspunt zijn honden die ondanks het duidelijke verbod tijdens het zwemseizoen toch gesignaleerd worden. Verscherpt toezicht is wenselijk. Overig Gezondheidsrisico’s door andere ziekteverwekkers zijn op de zwemlocaties in de Zoetermeerse Plas niet te verwachten. Blauwalgen De kans op een toxische bloei van blauwalgen op de zwemlocaties is aanwezig. In 2007 zijn toxische blauwalgen, vooral Microcystis, in grote aantallen aangetroffen. Tot nu toe worden blauwalgen nog niet als groot probleem ervaren maar er zijn indicaties dat de problematiek toeneemt de komende jaren. Diepe zandwinputten zoals de Zoetermeerse Plas zijn geschikt als habitat voor blauwalgensoorten met drijfvermogen (zoals Microcystis, Anabaena en Aphanizomenon). Zelfs bij lage nutriëntengehalten blijven dergelijke diepe putten gevoelig voor drijflagen. Dat lijkt ook bij de Zoetermeerse Plas het geval te zijn. Voortzetting van fysischchemisch en fytoplanktononderzoek is daarom wenselijk, eventueel met een herhalingsfrequentie van enkele jaren. Veranderingen in de waterkwaliteit en ontwikkeling van blauwalgen kunnen zo opgemerkt worden. Preventieve maatregelen om de blauwalgenproblematiek terug te dringen moeten vooral worden gezocht in het terugdringen van de eutrofiëring van de plas. Aanpak aan de bron (nutriëntenreductie) heeft de voorkeur maar dit zal alleen op de lange termijn kunnen werken. De verwachting is dat de problematiek op de middellange termijn (10 jaar) niet zal afnemen. Ook de waterkwaliteitsverbeteringen die de Kaderrichtlijn Water teweeg brengt zullen de problematiek niet binnen die termijn kunnen verminderen. Een optie is om de plas hydrologisch te isoleren waarmee de nutriëntenhuishouding sterk verbeterd kan worden. Op dit moment zijn vooral effectgerichte maatregelen beschikbaar zoals drijfschermen, beluchten en pompen om bloei van blauwalgen of vorming van drijflagen te voorkomen. De Zoetermeerse Plas is een diepe plas. Luchtmengen is voor diepe watersystemen een bewezen alternatief om groei van blauwalgen te onderdrukken. Echter omdat de plas een KRW-waterlichaam is met een ecologische doelstelling, moet goed nagegaan worden of een luchtmenginstallatie wel wenselijk is. Overwogen kan worden om bij de zwemlocatie de blauwalgen lokaal bestrijden met een
10\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
(mobiele) menginstallatie. De apparaten hoeven alleen te draaien als dat nodig is. Hiervoor wordt het Stowa-project, waarin het Waarschuwingssysteem drijflagen wordt ontwikkeld, gebruikt. Met dat instrument wordt voorspeld welke locaties wanneer overlast zullen krijgen en op basis daarvan kunnen de pompsystemen bediend worden. Als er drijflagen op de plas dreigen is het wenselijk om het publiek op een adequate wijze voor te lichten via internet, op de zwemlocatie, huis aan huis bladen, radio en regionale tv, et cetera. Resumerend overzicht aandachtspunten en maatregelen
Onderwerp
Maatregel
Bacteriologische
Verplaatsen meetpunt ROP022A05 naar een plek midden Rijnland
waterkwaliteit
in de zwemzone.
Blauwalgen
•
Continueren fysisch-chemisch en
Wie
Rijnland
fytoplanktononderzoek •
Voorlichting publiek
Gemeente Zoetermeer/Provincie Zuid-Holland
•
Optie: op termijn (bij toename algenproblematiek)
Rijnland
een luchtmengsysteem in de plas aanbrengen •
hydrologisch isoleren
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
11\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
12\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
1 Inleiding De nieuwe Europese Zwemwaterrichtlijn (2006/7/EC) die maart 2006 van kracht geworden is, schrijft voor dat voor elk zwemwater een zwemwaterprofiel wordt opgesteld. In de nieuwe EU-zwemwaterrichtlijn staat dat alle zwemwateren aan het einde van het badseizoen van 2015 ten minste moeten voldoen aan de kwaliteit “aanvaardbaar”. Tevens moeten dan realistische en evenredige maatregelen zijn genomen om het aantal zwemwateren als “uitstekend” of “goed” te doen toenemen. In deze nieuwe EU-zwemwaterrichtlijn worden naast monitoring ook beheersmaatregelen van belang. Dit betekent dat per zwemwaterlocatie naast kwaliteitsgegevens van het oppervlaktewater vooral ook informatie beschikbaar moet zijn over de wijze waarop de zwemwaterkwaliteit beïnvloed wordt. Dit komt erop neer dat de waterkwaliteitsbeheerder van iedere zwemwaterlocatie een inschatting moet maken van de bronnen die de zwemwaterkwaliteit negatief kunnen beïnvloeden. De risico’s en bedreigingen voor het zwemwater worden vastgelegd in een zwemwaterprofiel. Volgens de zwemwaterrichtlijn geeft een zwemwaterprofiel een compleet beeld van alle veiligheid- en gezondheidsrisico’s op de zwemlocatie. De waterkwaliteitsbeheerder is verantwoordelijk voor waterkwaliteitsmaatregelen en de locatiebeheerder voor maatregelen voor veiligheid en hygiëne. Een zwemwaterprofiel is in eerste instantie bedoeld om inzicht te krijgen in de fecale verontreinigingsbronnen en –routes en richt zich op de indicatoren voor fecale verontreinigingen: Escherichia coli (E. coli) en intestinale enterococcen (nieuwe EU-richtlijn) of thermotolerante en totaal bacteriën van de coligroep en fecale streptococcen (huidige/oude parameters). Daarnaast verschaft het zwemwaterprofiel inzicht in mogelijke problemen door cyanobacteriën, overige macroalgen en/of fytoplankton. Andere gezondheidsbedreigende risico’s zoals ziekte van Weil, botulisme, zwemmersjeuk, et cetera worden niet specifiek genoemd in de richtlijn maar worden in dit zwemwaterprofiel wel meegenomen. Het Hoogheemraadschap van Rijnland is verantwoordelijk voor het waterkwaliteitsbeheer van 46 zwemlocaties: 41 officiële locaties en 5 potentiële locaties (stand van zaken mei 2008). Voor u ligt het zwemwaterprofiel voor de zwemlocaties Speelvijver en Zwemstrand in de Zoetermeerse Plas (ook wel Noord Aa genoemd) dat Tauw in opdracht van het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft opgesteld.
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
13\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
1.1
Leeswijzer
Na deze inleiding worden in hoofdstuk 2 de uitgevoerde werkzaamheden beschreven. In hoofdstuk 3 volgt een beschrijving van de zwemlocaties en hoofdstuk 4 bevat een analyse van de waterkwaliteit en het blauwalgenprofiel. Vervolgens komen de potentiële risicobronnen in hoofdstuk 5 aan bod. Een beschrijving van de gezondheidsrisico’s en bronnenanalyse is uitgewerkt in hoofdstuk 6. Tot slot staan in hoofdstuk 7 de conclusies en aanbevelingen.
14\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
2 Uitgevoerde werkzaamheden 2.1
Methode
Voor het opstellen van zwemwaterprofielen zijn enkele handreikingen/rapporten opgesteld waarin een gestructureerde aanpak van diverse facetten wordt beschreven: • Handreiking voor het opstellen van een zwemwaterprofiel (RIZA/Grontmij, 2005): bacteriologische verontreinigingsbronnen • KRW en oppervlaktewater (RIZA/DHV, 2005): afbakening van de zwemlocatie • Handreiking zwemwaterprofiel blauwalgen (RIZA/DHV, 2007): blauwalgen Voor zover mogelijk, is voor het opstellen van dit zwemwaterprofiel bij deze handreikingen aangesloten.
Figuur 2.1 Routekaart voor het opstellen van een zwemwaterprofiel (bron: Handreiking)
Een zwemwaterprofiel omvat de volgende aspecten: • Algemene beschrijving van de zwemwaterlocatie Er wordt een algemene beschrijving van de locatie gegeven waarin de volgende onderdelen aan de orde komen: algemene gebiedsbeschrijving, hydromorfologie en hydrologie, de begrenzing van de zwemwaterzone, gegevens ten aanzien van problemen en zwemverboden
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
15\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
zoals meldingen van gezondheidsklachten (zwemmersjeuk, botulisme) en bloei van blauwalgen •
Analyse data historische waterkwaliteit De data van de laatste drie à vijf jaar vormen de basis voor de historische waterkwaliteit. In geval van hoge concentraties aan bacteriën wordt gekeken of er een trend zichtbaar is die
•
•
•
•
2.2
wijst op invloed van weersomstandigheden, een relatie met bepaalde bronnen of een relatie met een bepaalde periode in het jaar waarin de verhogingen plaatsvinden Identificatie van potentiële bronnen van bacteriologische verontreiniging Op basis van de hiervoor beschreven gegevens, het locatiebezoek en het gesprek met de locatiebeheerder, wordt een lijst van alle potentiële verontreinigingsbronnen opgesteld Beoordeling gesignaleerde verontreinigingsbronnen Met behulp van een eenvoudig spreadsheetmodel (ZWEMPROF) wordt de invloed van de bronnen geschat Evaluatie en conclusies Alle gegevens uit de voorgaande stappen worden naast elkaar gelegd en bekeken. Hierbij wordt bepaald welk van de mogelijke bronnen daadwerkelijk relevant zijn voor de waterkwaliteit op de zwemlocatie Aanbevelingen Als er geen problemen worden geconstateerd bestaat er weinig aanleiding om maatregelen te nemen. Als er wel duidelijke verontreinigingsbronnen zijn gevonden of als er onduidelijkheid is over de betrouwbaarheid van de resultaten, wordt een doorkijk gegeven naar mogelijke maatregelen
Locatiebezoeken
Bij voorkeur wordt een zwemwaterlocatie en de omgeving ervan een keer bezocht op een moment dat de stranden daadwerkelijk door bezoekers gebruikt worden. Immers dan kan een goede indruk van de hygiëne verkregen worden omdat ook zwemmers zelf een bron van bacteriële verontreinigingen kunnen zijn. In verband met de planning van het project is het locatiebezoek uitgevoerd op maandag 21 april (12.00 uur). Er waren geen badgasten aanwezig. Aandachtspunten tijdens het veldbezoek waren ten eerste de mogelijke bronnen van fecale verontreinigingen in de omgeving, maar ten tweede ook andere bedreigingen voor de zwemwaterkwaliteit zoals flora (bijvoorbeeld afgestorven plantenresten), fauna (ratten in verband met ziekte van Weil), botulisme, (blauw)algen, et cetera. Van elke locatie zijn tevens foto’s gemaakt. De waarnemingen tijdens het locatiebezoek zijn opgenomen in bijlage 4 en verwerkt in het zwemwaterprofiel.
16\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
3 Beschrijving zwemlocatie 3.1
Situering en beschrijving
De Zoetermeerse Plas grenst aan het noorden van Zoetermeer en is begin van de jaren ’70 aangelegd. Het is een recreatieplas die is ontstaan door zandwinning voor de Zoetermeerse wijken. Net ten noorden van de Zoetermeerse plas ligt de “Noord Aa” en om deze reden wordt de Zoetermeerse Plas ook wel Noord Aa genoemd.
De Zoetermeerse Plas grenst aan het stedelijk gebied van Zoetermeer aan de zuidzijde. Verder wordt de plas omringd door landelijke polders. Aan de Noordwestelijke zijde loopt de Meer of Buurwetering, aan de oostelijke zijde loopt de Benthuizervaart. De Zoetermeerse Plas beschikt over twee aan elkaar grenzende zwemlocaties die aan de noordoostoever liggen: • Het Zwemstrand is een circa 400 meter lang strand aan de diepe Zoetermeerse Plas. Het oostelijke deel van het Zwemstrand is bestemd voor naaktrecreatie • Aansluitend ligt oostelijk hiervan de Speelvijver. Dit is een kleinere en meer beschutte zwemlocatie die door een strekdam/schiereiland van de diepe plas wordt gescheiden
Vlietlanden Noord Aa Stompwijk Meer of Buurwatering
De Plas Benthuizervaart
N206
Zoetermeerste plas
Benthuizen
Zoetermeer
Figuur 3.1 Regionale ligging van de Zoetermeerse Plas
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
17\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
Gebruik en nevenfuncties De Zoetermeerse Plas is een diepe put in de Nieuwe Driemanspolder die vooral belangrijk is voor het bergen van water en voor het afvoeren van water van het stedelijke gebied van Zoetermeer. Naast de waterhuishoudkundige functie heeft de Zoetermeerse plas de volgende gebruiksfuncties: zwemwater (twee zwemlocaties), recreatievaart (zeilen, motorbootjes en surfen), viswater en een natuurfunctie (plas grenst aan Ecologische Verbindingszone).
Zwemstrand
Speelvijver
Figuur 3.2 Directe omgeving de zwemlocatie Zoetermeerse Plas
KRW status De Zoetermeerse Plas is conform de Kaderrichtlijn Water geïdentificeerd als een kunstmatig waterlichaam met KRW watertype M20 (matig groot, diep en gebufferd meer). Toekomstige plannen inrichting en waterbeheer
Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft een aantal maatregelen gedefinieerd die voor 2015 zullen worden uitgevoerd. In en tabel 3.1 en figuur 3.3 zijn de geplande KRW maatregelen weergegeven. De KRW-maatregelen bestaan uit het aanleggen van natuurvriendelijk oevers, aanleggen van een verflauwd talud (westelijk gedeelte Zoetermeerse Plas) en het aanbrengen van een vispassage.
18\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
Figuur 3.3 Overzicht van KRW-maatregelen die worden uitgevoerd door het Hoogheemraadschap van Rijnland
Tabel 3.1 Verklaring cijfercodes/ kleuren van figuur 3.3
Maatregelnummer Kleur
KRW-maatregelen
4a
Geel/ oranje gearceerd
Natuurvriendelijke oevers aanleggen
5
Groen gearceerd
Aanleggen van een verflauwd oevertalud
28
Oranje Driehoek
Aanleg vispassage
3.2
Hydrologie en hydromorfologie
De recreatieplas Zoetermeerse Plas is een diepe put in de Nieuwe Driemanspolder en ligt in het peilgebied “Nieuwe Driemanspolder Zoetermeerse Plas”. Er wordt een vast peil gehanteerd van NAP -4,00 meter. In geval van hevige neerslag treden schommelingen in het peil op door aanvoer van overtollig water uit het stedelijke gebied van Zoetermeer.
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
19\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
De plas heeft een belangrijke functie voor berging van water uit het stedelijke gebied van Zoetermeer. Zoetermeer heeft een gescheiden rioolstelsel. Dit houdt in dat (regen)water dat op verharde oppervlakken valt via het regenwaterriool wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater en dat het afvalwater via het vuilwaterriool wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Daarnaast wordt de plas als schoonwaterbron gebruikt voor het doorspoelen van de watergangen in het stedelijk gebied van Zoetermeer (inlaat via het inlaatgemaal Lage Land). De wateraanvoer bestaat uit neerslag (op de plas en het stedelijke gebied van Zoetermeer) en afvoer van het wateroverschot van de Nieuwe Driemanspolder via het gemaal Leyens. Ook kan vanuit de Ringsloot van de Zoetermeerse Meerpolder water worden ingelaten (via het gemaal Nieuwe Polder). Het overtollige water in de Zoetermeerse plas wordt via het gemaal “De Nieuwe Polder” op de Noord Aasche Vliet uitgeslagen. In figuur 3.4 staat een overzicht van de wateraanvoer en -afvoer. In de Zoetermeerse plas treedt geen kwel of wegzijging op, het waterpeil komt globaal overeen met de stijghoogte van eerste watervoerend pakket. De verblijftijd van het water in de
Zoetermeerse Plas is niet bekend, geschat wordt dat de verblijftijd meestal langer dan 1 jaar is.
Noord Aa
Zwemstrand
Gemaal Nieuwe Polder Speelvijver Inlaatgemaal Lage land
Gemaal De Leyens Figuur 3.4 Wateraan- en afvoer Zoetermeerse Plas
20\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
De maximale diepte van de Zoetermeerse Plas is 30 meter, de gemiddelde waterdiepte wordt geschat op 18 meter. De huidige inrichting van de Zoetermeerse Plas wordt gekenmerkt door steile oevers met hard substraat. Circa 1,4 km van de westelijke oever is natuurvriendelijk ingericht, dit komt overeen met 15 % van de oeverlengte van plas. In het zuiden, zuidoosten en oosten is glooiende met stenen verharde oever. De oever aan de noordoostkant (aan de zijde van de autoweg) is met matten bedekt om de oever tegen windwerking te beschermen.
Zwemlocatie Speelvijver Het zwemwater van de Speelvijver wordt door een strekdam/schiereiland van de diepe Zoetermeerse Plas gescheiden. Aan weerszijden is de strekdam/schiereiland via bruggetjes met de vaste oever verbonden. Via de smalle doorstoomopeningen onder deze bruggetjes staat het water van de zwemlocatie met de rest van de plas in verbinding. De doorstroming van het water tussen het strand en de strekdam/schiereiland is onvoldoende wat een negatief effect heeft op de zwemwaterkwaliteit. Als blauwalgengroei wordt geconstateerd, wordt door de beheerder in de ochtenden een mobiele pomp ingezet om het water in de Speelvijver te verversen. De capaciteit van de pomp bedraagt circa 45 m³/ min er wordt in totaal circa 2 uur water vanuit de Speelvijver naar de westzijde van het eilandje verpompt.
. Figuur 3.5 Doorstroomopening ter weerszijden strekdam/schiereiland bij de Speelvijver
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
21\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
3.3
Kenmerken van de zwemlocaties
Algemeen Beheerder
Gemeente Zoetermeer.
Waterkwaliteitsbeheerder Provincie Afmetingen zwemlocaties
Hoogheemraadschap van Rijnland. Provincie Zuid-Holland. • Het Zwemstrand heeft een lengte van circa 400 meter, de breedte varieert van circa 7 tot 40 meter. De gemiddelde breedte van het strand bedraagt circa 22 meter • Het strand van de Speelvijver heeft een lengte van 160 meter en een breedte variërend van 7 tot 30 meter. Het zwemwater bij de Speelvijver wordt door een strekdam/schiereiland van de diepe Zoetermeerse Plas gescheiden. Aan weerszijden van de strekdam/schiereiland staat het water via smalle doorstroomopeningen met de Zoetermeerse Plas in verbinding. De afmetingen van de Speelvijver zijn globaal 160 meter lang en 50 meter breed Onbekend, voor aannames zie hoofdstuk 6.
Bezoekersaantallen
Figuur 3.6 Overzichtsfoto’s van het Zwemstrand
22\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
Figuur 3.7 Overzichtsfoto’s van de Speelvijver
Voorzieningen Kiosk Toiletten
Vuilnisbakken Drijflijnen
Aan de noordkant van het Zwemstrand is een restaurant aanwezig. Zowel het Zwemstrand als de Speelvijver zijn voorzien van toiletten (toiletgebouw). Het toiletgebouw is centraal gelegen tussen het strand van de Speelvijver en het Zwemstrand. De schoonmaakfrequentie van de toiletten is als volgt (telefonische mededeling de heer Van Haastert gemeente Zoetermeer): Winter: toiletten niet toegankelijk (gesloten). Zomer: vanaf 1 april (Hemelvaart) tot 1 oktober dagelijks. Topdrukte: twee keer per dag. Beide stranden zijn voorzien van meerdere vuilnisbakken. • Bij het Zwemstrand zijn met drijflijnen verschillende zwemzones aangegeven. Op veel plekken is er een eerste drijflijn bij een waterdiepte van 0,5 meter, een tweede drijflijn bij 1,2 meter waterdiepte en een 3e drijflijn die de uiterste begrenzing van de zwemzone aangeeft. De laatste drijflijn is vooral om surfers en zwemmers van elkaar te scheiden. De afstand van buitenste drijflijnen tot aan de oever bedraagt circa 30 meter • In de Speelvijver ligt een drijflijn bij een waterdiepte van ongeveer 1,5 meter. De afstand van de drijflijn tot de oever is globaal 12 meter. Voorbij deze drijflijn is tot aan de strekdam een zone met een waterdiepte meer dan 1,5 meter
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
23\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
Toezicht
Nee, niet permanent. Alleen op warme en drukke dagen wordt er door het team Handhaving toezicht gehouden op de hygiëne. In het weekend is de Zoetermeerse Reddingsbrigade aanwezig. Er zijn plannen om een clubgebouw van de reddingsbrigade tussen het Zwemstrand en de Speelvijver te plaatsen.
Speeltoestellen
Bodem Onderhoud
Bij geen van de stranden zijn speeltoestellen in of langs het water. Aan de buitenzijde van de strekdam/schiereiland, die het zwemgedeelte bij de Speelvijver begrensd, is een steiger waar boten kunnen aanmeren en vissers kunnen vissen. De steiger ligt duidelijk buiten de zwemzones. Zand. Geen bijzonderheden bekend.
Bijzonderheden Klachten / meldingen
Algemeen
24\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Er zijn weinig klachten geweest in de periode 2003-2007. De bij de provincie Zuid Holland bekende meldingen betreffen vage gezondheidsklachten, te weten: in 2004 voor de Speelvijver (huid)uitslag en in 2005 voor het Zwemstrand tweemaal keel-, neusen oorklachten en driemaal maag- en darmklachten na zwemmen. Bij de provincie Zuid Holland staat geregistreerd dat er in 2003 een negatief zwemadvies is geweest vanwege “veel gezondheidsklachten en verslechterde waterkwaliteit”. Hierbij moet worden opgemerkt dat een slechte waterkwaliteit niet wordt teruggevonden in de bacteriële gegevens (zie paragraaf 4.1.1) en dat deze aantekening bij het merendeel van de Zuid-Hollandse zwemlocaties vermeld staat. Gedurende het hele zwemseizoen van 2003 was de bacteriële waterkwaliteit heel goed. Bij dreiging of constatering van blauwalgen wordt ’s ochtends met een aan een trekker bevestigde schuif door het water langs de stranden gereden, zodat het water in de Speelvijver wordt “ververst“ en drijflagen van blauwalgen van de oevers worden verwijderd. Voor de Speelvijver wordt tevens een mobiele pomp gebruikt om het water in de Speelvijver te verversen.
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
3.4
Begrenzing van de zwemwaterzones
Voor het begrenzen van de zwemwaterzones is uitgegaan van het protocol zoals dat is beschreven in het rapport ‘KRW en oppervlaktewater’ DHV juni 2005 (Verkennende studie naar de bescherming van zwemwater en oppervlaktewater voor drinkwaterbereiding onder de KRW). Opgemerkt wordt dat de provincie Zuid Holland met ingang van het zwemseizoen 2008 de begrenzing van de zwemzones heeft uitgewerkt. Voor het Zwemstrand en de Speelvijver worden in dit zwemwaterprofiel dezelfde zwemzones voorgesteld. 3.4.1
Zwemstrand
Het Zwemstrand is afgezet met een aantal drijflijnen: plaatselijk een op een waterdiepte van 0,5 meter, een 2e drijflijn bij een waterdiepte van 1,2 à 1,5 meter en een 3e drijflijn om surfers uit de zwemzone te weren. De afstanden van de drijflijnen tot de oever is wisselend en is afhankelijke van het verloop van het onderwatertalud. De buitenste drijflijn ligt op een afstand van 20 tot ruim 30 meter uit de oever. Hierna loopt de waterbodem steil af. In de plas staan overal borden “gevaarlijk zwemwater”. Als zwemzone wordt het water binnen de drijflijn aangehouden. Dit komt globaal overeen met een strook langs de gehele strandlengte (400 meter) en variërend van 20 tot 40 meter uit de oever. Deze voorgestelde zwemzone is identiek aan die van de provincie Zuid Holland. Het zwemwatermeetpunt ROP022A05 ligt nog net binnen de zwemzone. Voor de representativiteit zou het beter zijn het meetpunt te verplaatsen naar een plek midden in de zwemzone.
Waterkwaliteitsmeetpunt
Zwemzone
Figuur 3.8 Begrenzing zwemzone en meetlocatie Zwemstrand
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
25\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
3.4.2 Speelvijver De Speelvijver wordt van de diepe plas gescheiden door een strekdam/schiereiland welke aan weerszijden door twee loopbruggen met de vaste oever verbonden is. De Speelvijver is voorzien van een drijflijn welke op een afstand van maximaal 15 meter vanaf het zandstrand. De maximale waterdiepte in de Speelvijver bedraagt 1,50 meter ter hoogte van de drijflijnen. Het water van de Speelvijver is voor zwemmers vanaf twee zijden te benaderen namelijk: • Vanaf het strand van de Speelvijver • Vanaf de strekdam/schiereiland welke op circa 50 meter uit de vaste oever ligt De meest voor de hand liggende wijze om het water van de Speelvijver te betreden is vanaf het strand van de Speelvijver. Verwacht wordt dat jonge zwemmers (kinderen) alleen in het met drijflijnen afgezette gedeelte van de Speelvijver blijven. Als zwemzone wordt daarom de met de drijflijnen afgezette gedeelte gekozen. Het zwemwatermeetpunt ROP022A17 ligt een representatieve plek in de zwemzone. Deze voorgestelde zwemzone is identiek aan die van de provincie Zuid Holland.
Zwemstrand
Speelvijver
Waterkwaliteitsmeetpunt
Zwemzone
Figuur 3.9 Begrenzing zwemzone en meetlocatie Speelvijver
26\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
4 Analyse historische waterkwaliteit Gedurende het zwemseizoen wordt door Rijnland tweewekelijks de zwemwaterkwaliteit bepaald. Het meetpunt ligt van het Zwemstrand ligt bij het restaurant en van de Speelvijver midden in de zwemzone. De situering van de meetpunten is in bijlage 1 en in de figuren 3.8 en 3.9 weergegeven.
Tabel 4.1 Meetpunt waterkwaliteit Zoetermeerse Plas
Omschrijving
Code
X-coördinaat
Y-coördinaat
Zoetermeerse Plas, Zwemstrand
ROP022A05
94.606
456.021
Zoetermeerse Plas, Speelvijver
ROP022A17
95.019
455.641
4.1
Bacteriologische kwaliteit
De bacteriologische parameters van de huidige zwemwaterrichtlijn (totaal bacteriën van de coligroep, thermotolerante bacteriën van de coligroep en fecale streptokokken) worden in de nieuwe zwemwaterrichtlijn vervangen door Escherichia coli en intestinale enterococcen. Deze indicatoren leveren een betere koppeling tussen de fecale verontreinigingen in zwemwater en gezondheidseffecten. In tabel 4.2 zijn de normen van de nieuwe richtlijn en de huidige richtlijn weergegeven. De eindbeoordeling van de huidige richtlijn is afwijkend van de nieuwe richtlijn. Bij de huidige parameters zijn er 3 categorieën (goed, aanvaardbaar en slecht) en bij de nieuwe parameters zijn er 4 categorieën (uitstekend, goed, aanvaardbaar en slecht). Een toelichting op de zwemwaterbeoordeling volgens de beide richtlijnen is opgenomen in bijlage 4.
1
Tabel 4.2 Risicowaarden huidige en nieuwe zwemwaterparameters in kve /100 ml
Parameter
Uitstekende kwaliteit
Goede kwaliteit
Aanvaarbare kwaliteit
E coli
500
(95-percentiel)
1.000
(95-percentiel)
900
(90-percentiel)
Intestinale enterococcen
200
(95-percentiel)
400
(95-percentiel)
330
(90-percentiel)
Nieuwe EU-richtlijn
Huidige EU-richtlijn Coli thermotolerante
-
100
(80 %)
2.000
(95 %)
Coli totaal
-
500
(80 %)
10.000
(95 %)
1
Kolonievormende eenheid
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
27\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
4.1.1
Waterkwaliteit volgens de huidige Europese zwemwaterrichtlijn
In de afgelopen jaren voldeed de bacteriologische waterkwaliteit aan de normen van de huidige EU-zwemwaterrichtlijn. In tabel 4.3 is het toetsresultaat van de zwemwaterkwaliteit weergegeven.
Tabel 4.3 Bacteriologische kwaliteit zwemwater volgens de huidige EU-richtlijn
Jaar
Thermotolerante coli
Totaal coli
Eindoordeel
2003
Goed
Goed
Goed
2004
Goed
Goed
Goed
2005
Goed
Goed
Goed
2006
Aanvaardbaar
Goed
Aanvaardbaar
2007
Aanvaardbaar
Goed
Aanvaardbaar
2003
Aanvaardbaar
Goed
Aanvaardbaar
2004
Aanvaardbaar
Goed
Aanvaardbaar
2005
Goed
Goed
Goed
2006
Aanvaardbaar
Goed
Aanvaardbaar
2007
Aanvaardbaar
Goed
Aanvaardbaar
Zwemstrand ROP022A05
Speelvijver ROP022A17
De bacteriologische waterkwaliteit was steeds goed of aanvaardbaar. Een grafische weergave van de concentraties aan thermotolerante colibacteriën en totaal bacteriën van de coligroep staan in de figuren 4.1 en 4.2 voor het Zwemstrand en de figuren 4.3 en 4.4 voor de Speelvijver. Uit deze grafieken valt op te maken dat de bacteriële waarden altijd laag zijn en in alle gevallen ver beneden de norm aanvaardbaar (2.000 kve/100 ml) liggen. Een vergelijking van de onderlinge zwemlocaties wijst uit dat de bacteriële concentraties bij de Speelvijver doorgaans iets hoger zijn. Sterke verhogingen zijn hier nooit gemeten. Vermoedelijk zijn de verschillen tussen de Speelvijver en Zwemstrand te verklaren door de inrichting van de locaties. De Speelvijver is ondiep en grotendeels begrensd door een de strekdam/schiereiland. Hierdoor is uitwisseling van water met de rest van de plas kleiner. Bij het Zwemstrand is een goede opmenging met de rest van de plas waardoor eventuele verontreinigingen snel verdund en verspreid worden.
28\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
Jaartrend TT coli Noord Aa zwemstrand ROP022A05 2500
2000
kve/100 ml
2003 2004
1500
2005 2006 2007
1000
norm aanvaardbaar norm goed
500
0 1/apr
1/mei
1/jun
1/jul
1/aug
1/sep
1/okt
Figuur 4.1 Bacteriologische waterkwaliteit Zoetermeerse Plas (Zwemstrand) - thermotolerante coli
Jaartrend totaal coli Noord Aa zwemstrand ROP022A05 10000
8000
kve/100 ml
2003 2004
6000
2005 2006 2007
4000
norm aanvaardbaar norm goed
2000
0 1/apr
1/mei
1/jun
1/jul
1/aug
1/sep
1/okt
Figuur 4.2 Bacteriologische waterkwaliteit Zoetermeerse Plas (Zwemstrand) - totaal coli
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
29\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
Jaartrend TT coli Noord Aa speelvijver ROP022A17 2500
2000
kve/100 ml
2003 2004
1500
2005 2006 2007
1000
norm aanvaardbaar norm goed
500
0 1/apr
1/mei
1/jun
1/jul
1/aug
1/sep
1/okt
Figuur 4.3 Bacteriologische waterkwaliteit Zoetermeerse Plas (Speelvijver) - thermotolerante coli
Jaartrend totaal coli Noord Aa speelvijver ROP022A17 10000
8000
kve/100 ml
2003 2004
6000
2005 2006 2007
4000
norm aanvaardbaar norm goed
2000
0 1/apr
1/mei
1/jun
1/jul
1/aug
1/sep
1/okt
Figuur 4.4 Bacteriologische waterkwaliteit Zoetermeerse Plas (Speelvijver) – totaal coli
30\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
4.1.2
Historische data analyse in combinatie met weersomstandigheden
Om mogelijke verontreinigingsbronnen te ontdekken wordt vaak gezocht naar eventuele relaties met weersomstandigheden. Een relatie tussen fecale bacteriën en neerslag kan wijzen op overstorten in de buurt van de zwemlocatie of een verhoogde afspoeling van met fecaliën verontreinigd regenwater van aanliggende oevers. De analysewaarden voor de bacteriologische parameters waren de afgelopen jaren steeds zodanig laag, dat er geen aanleiding is om een relatie met weersomstandigheden uit te werken. 4.1.3 Waterkwaliteit volgens de nieuwe Europese zwemwaterrichtlijn Om een beeld te krijgen van wat de wijziging aan parameters voor de kwaliteitsbeoordeling van het zwemwater betekent, zijn in de zwemseizoenen van 2004 en 2006 zowel de oude/huidige als de nieuwe parameters door Rijnland gemeten. De resultaten staan weergegeven in figuur 4.5 en 4.7 (2004) en figuur 4.6 en 4.8 (2006). Voor de locaties Zwemstrand en Speelvijver voldeden de waarden van de oude parameters (totaal colibacteriën en thermotolerante coli’s) in 2004 en 2006 ruimschoots aan de normen. Ook de nieuwe parameters E. coli en intestinale enterococcen voldeden doorgaans aan de norm (kwaliteitsklasse uitstekend). Voor de locatie Zwemstrand zijn op 6 juni 2006 lichte verhogingen van alle parameters zichtbaar. De huidige parameters ( thermotolerante bacteriën en totaal bacteriën) en de nieuwe parameters (E. coli) liggen in lijn met elkaar. Voor de locatie Speelvijver is een maal een verhoogde concentratie aan E. coli (hoger dan 500 kve/100 ml) waargenomen, op 17 augustus 2006. Tegelijkertijd waren ook de huidige parameters verhoogd aanwezig. De waarden aan huidige parameters ( thermotolerante bacteriën en totaal bacteriën) en de nieuwe parameters (E. coli en intestinale bacteriën) liggen ook op deze zwemlocatie in lijn met elkaar.
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
31\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
Noord Aa speelvijver ROP022A17 (2004) 1000
800
600
400
200
Totaal coli 37 °C
Thermo tol. coli 44 °C
Escherichia coli
16/sep
2/sep
17/aug
5/aug
19/jul
1/jul
17/jun
8/jun
18/mei
10/mei
14/apr
0
Intestinale enterococcen
Figuur 4.5 Huidige en nieuwe parameters in 2004 voor de Zoetermeerse Plas (Speelvijver) (kve/100 ml)
Noord Aa speelvijver ROP022A17 (2006) 1000 800 600 400 200
Totaal coli 37 °C
Thermo tol. coli 44 °C
Escherichia coli
27/sep
11/sep
30/aug
17/aug
31/jul
19/jul
3/jul
22/jun
6/jun
23/mei
9/mei
26/apr
0
Intestinale enterococcen
Figuur 4.6 Huidige en nieuwe parameters in 2006 voor de Zoetermeerse Plas (Speelvijver) (kve/100 ml)
32\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
Noord Aa zwemstrand ROP022A05 (2004) 800 700 600 500 400 300 200 100
Totaal coli 37 °C
Thermo tol. coli 44 °C
Escherichia coli
20/sep
6/sep
23/aug
9/aug
26/jul
1/jul
17/jun
8/jun
18/mei
10/mei
14/apr
0
Intestinale enterococcen
Figuur 4.7 Huidige en nieuwe parameters in 2004 voor de Zoetermeerse Plas (Zwemstrand) (kve/100 ml)
Noord Aa zwemstrand ROP022A05 (2006) 800 700 600 500 400 300 200 100
Totaal coli 37 °C
Thermo tol. coli 44 °C
Escherichia coli
27/sep
11/sep
30/aug
17/aug
31/jul
19/jul
3/jul
22/jun
6/jun
23/mei
9/mei
26/apr
0
Intestinale enterococcen
Figuur 4.8 Huidige en nieuwe parameters in 2006 voor de Zoetermeerse Plas (Zwemstrand) (kve/100 ml)
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
33\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
Indeling in kwaliteitsklasse volgens de nieuwe Europese zwemwaterrichtlijn De zwemwaterindeling wordt jaarlijks op basis van de meetreeks van de afgelopen vier badseizoenen vastgesteld. Op basis van de beperkte gegevensset uit de badseizoenen 2004 van 2006 is een voorzichtige schatting van de indeling gedaan. De bacteriologische waterkwaliteit in de Zoetermeerse Plas valt voor het Zwemstrand in de kwaliteitsklasse “uitstekend” en voor de Speelvijver in de kwaliteitsklasse “goed”.
Tabel 4.4 Kwaliteitsindeling zwemlocatie Zoetermeerse Plas volgens de nieuwe EU-zwemwaterrichtlijn
Totaal oordeel
E. coli
Intestinale enterococcen
Zoetermeerse Plas Speelvijver
Goed
Goed
Uitstekend
Zoetermeerse Plas Zwemstrand
Uitstekend
Uitstekend
Uitstekend
4.2
Blauwalgenprofiel
Bijna ieder jaar ontstaan er drijflagen van blauwalgen in de Zoetermeerse Plas. Overlast bij de zwemlocaties komt af en toe voor maar wordt niet als groot probleem ervaren. Alleen in 2007 hebben drijflagen van blauwalgen tijdelijk tot een zwemverbod geleid. Om in te schatten of er in de nabije toekomst de kans op bloei van blauwalgen bestaat, zijn de historische data geanalyseerd conform de handreiking zwemwaterprofiel blauwalgen. Bijlage 3 bevat een overzicht van de beschikbare waterkwaliteitsgegevens in relatie tot de (kans op) problemen met overmatige groei van blauwalgen. Microcystine Als er een vermoeden van aanwezigheid van blauwalgen bij de zwemlocaties is, worden er monsters van de drijflaag en/of de waterkolom genomen en op microcystine onderzocht. Microcystineconcentraties van meer dan door de gezondheidsraad gestelde norm van 20 µg/l geven aanleiding voor het nemen van maatregelen (zwemverbod of waarschuwing). In de Zoetermeerse Plas was er bijna ieder jaar wel één of meerdere keren een aanleiding om microcystinebepalingen te doen. Tot 2006 bleef de waarde steeds onder de rapportagegrens van <2 µg/l. In 2006 is een keer een verhoogde concentratie van 20 µg/l gemeten en in 2007 is microcystine meerdere keren in waarden boven de norm aangetroffen: op 7 augustus 2007 bij het Zwemstrand in een concentratie van 190 µg/l en bij de Speelvijver 93 µg/l. Dit was aanleiding tot een zwemverbod. Daarnaast zijn bij de zwemlocatie Speelvijver ook in juli en eind september 2006 sterk verhoogde waarden aan microcystine gemeten (22 µg/l).
34\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
Fytoplanktonsamenstelling In het zwemseizoen van 2007 is op de twee zwemlocaties fytoplanktononderzoek uitgevoerd. Bij het Zwemstrand (ROP022A05) en de Speelvijver (ROP022A17) is zes keer de soortensamenstelling onderzocht: tweewekelijks gedurende de periode van 29 mei tot 13 augustus. Na 13 augustus zijn er nog wel visuele blauwalgwaarnemingen en microcystinebepalingen gedaan, maar zijn er geen monsters voor fytoplanktononderzoek genomen. In de periode van het fytoplanktononderzoek zijn op beide zwemlocaties drijflagen geweest. In mei was nog weinig fytoplankton aanwezig maar vanaf eind juni nam de hoeveelheid algen sterk toe en werd de fytoplanktonsamenstelling in sterke mate gedomineerd door blauwalgen. Microcystis is dominant aanwezig en vanaf eind juni overschreed het aantal cellen consistent de risiconorm van 100.000 cellen/ml. Samenvattend zijn de resultaten van het fytoplanktononderzoek in 2007 als volgt: • De algensamenstelling wordt gedurende het hele zomerseizoen in sterke mate door blauwalgen gedomineerd • Microcystis is het hele zwemseizoen dominant aanwezig en komt regelmatig voor in aantallen die de risicowaarde van 100.000 cellen/ml overschrijden • Van de andere toxische blauwalgen is alleen Planktothrix in minimale hoeveelheden aangetroffen. Ook van de niet als toxisch bekend staande blauwalgen (pseudo Anabaena en Chroococcales) waren de aantallen steeds minimaal Toestandsvariabelen Behalve de zwemwaterparameters (temperatuur, doorzicht en pH) zijn van de zwemzones in de Zoetermeerse Plas geen fysisch chemische waterkwaliteitsgegevens bekend (zie bijlage 3). Op de meetlocatie bij het Zwemstrand (ROP022A05) varieerde het doorzicht in de zomermaanden van 1 meter tot 0,6 meter. Opvallend is dat het doorzicht in de eerdere jaren (2003-2005) veel groter was (1,9 - 0,9 meter). Het lijkt erop dat de meetmethode op deze locatie gewijzigd is. In de Speelvijver (ROP22A17) varieert het doorzicht in het zwemseizoen van 1 tot 0,5 meter. Op beide zwemlocaties (Zwemstrand en Speelvijver) heeft de zuurgraad normale waarden en is redelijk stabiel (pH 8,1-8,9). Hoge piekwaarden zijn nooit gemeten. Vaak gaat een sterke verhoging van de pH samen met overmatige algengroei maar dat is bij deze locaties dus niet het geval. Op het meetpunt bij de landtong aan de westkant van de Zoetermeerse Plas (ROP022A06) is voor de jaren 2002 tot en met 2007 een complete meetreeks beschikbaar. Bijlage 3 bevat een samenvattend overzicht van de beschikbare gegevens. Het water in de plas is niet bijzonder voedselrijk maar jaarlijks worden er meer voedingsstoffen aangevoerd dan dat er afgevoerd worden. Op die manier wordt het watersysteem in de plas als het ware opgeladen met nutriënten. De stikstofconcentratie ligt in de zomer op gemiddeld 1,6 mg N/l en voldoet hiermee aan het MTR (MTR is 2,2 mg N/l). Ook de fosfaatconcentratie ligt met een zomergemiddelde van 0,09 mg P/l
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
35\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
onder het MTR (MTR is 0,15 mg P/l). Wel is fosfaat merendeels in opgeloste (en dus beschikbare) vorm aanwezig. Stikstof is in overmaat aanwezig, althans ten opzichte van fosfaat. De N:P verhouding is altijd hoger dan 20 en neemt in de zomer af tot minimaal 15. Een stelregel is dat vooral bij lagere N:P verhoudingen (5 – 10) veel blauwalgensoorten in het voordeel ten opzichte van groenalgen zijn omdat sommigen stikstof uit de atmosfeer kunnen binden (bijvoorbeeld Anabaena sp. en Aphanizomenon). Dat is op deze locatie dus niet het geval. Met een chlorideconcentratie van maximaal 320 mg/l (en gemiddeld 260 mg/l) is het water een zoet watersysteem (chloridegehalte lager dan 300 mg/l) maar neigt naar ligt brak. Bepaalde blauwalgsoorten (bijvoorbeeld Microcystis en Anabaena) tolereren licht brak water. De chlorofylconcentraties zijn niet bijzonder hoog. In de jaren 2003 t/m 2007 namen de maximale chlorofylconcentratie af van 60 µg/l in 2003 tot maximaal 31 µg/l in 2007 (NW4-norm 100 µg/l). Het doorzicht fluctueert in de zomerperiode van 1 tot 0,4 meter. De zuurgraad is met waarden van pH 7,7 tot pH 8,6 tamelijk gelijkmatig met normale seizoensschommeling (hoogst in de zomer en laagst in de winter). Hoge piekwaarden (pH > 9) zijn nooit gemeten. Vaak gaan hoge pHwaarden samen met een bloei van algen en dat is in de Zoetermeerse plas niet te zien. Beoordeling blauwalgen Resumerend kan op basis van de beschikbare informatie worden geconcludeerd dat de kans op een toxische bloei van blauwalgen op de zwemlocaties aanwezig is. Op basis van de waterkwaliteitsparameters is niet zozeer een bloei van toxische blauwalgen te verwachten maar vooral van groenalgen. Het fytoplanktononderzoek laat echter tegengestelde resultaten zien waarbij vooral toxische blauwalgen, vooral Microcystis, in grote aantallen zijn aangetroffen. Bekend is dat diepe zandwinputten zoals de Zoetermeerse Plas, waar in de zomer sprake is van temperatuurstratificatie en daardoor geen verticale menging van water, geschikt zijn als habitat voor blauwalgensoorten met drijfvermogen (zoals Microcystis, Anabaena en Aphanizomenon). Zelfs bij lage nutriëntengehalten blijven dergelijke diepe putten gevoelig voor drijflagen. Dat lijkt bij de Zoetermeerse Plas het geval te zijn. Aandachtspunten en maatregelen • Op dit moment heeft de Zoetermeerse Plas nog niet erg veel last van overmatige groei van blauwalgen. De plas is echter wel een locatie waar blauwalgen in de nabije toekomst goed tot ontwikkeling zouden kunnen komen. Vooral Microcystis en Anabaena die beide drijfvermogen hebben en tevens licht brak water tolereren. Het is daarom wenselijk om fysisch chemisch onderzoek en onderzoek naar de soortensamenstelling van het fytoplankton jaarlijks te continueren zodat veranderingen tijdig gesignaleerd kunnen worden
36\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
•
Er komen meer voedingsstoffen de plas in dan er uitgaan. Het watersysteem wordt als het ware met voedingsstoffen opgeladen. Een optie is om de plas hydrologisch van de omgeving te isoleren. Hierdoor wordt de invloed van gebiedsvreemd (stedelijk) nutriëntenrijk water kleiner. Deze maatregel is ook al in het KRW-traject voorgesteld maar na gebiedsconsultatie geschrapt omdat het hele watersysteem van Zoetermeer op de huidige hydrologische situatie
•
• •
van de Zoetermeerse Plas is aangepast. Bovendien verliest de plas dan de waterbergende functie. De blauwalgenproblematiek wordt nog niet als zo ernstig ervaren dat men tot zulke rigoureuze maatregelen wil overgaan De nutriënten komen met name uit de drooggemaakte Grote Polder. Deze polder ligt ten westen van Zoetermeer en is in agrarisch gebruik. Het overtollige water uit deze polder wordt via de Driemanspolder (via Zoetermeer) afgevoerd naar de Zoetermeerse Plas. In het kader van de Landinrichting Leidschendam worden plannen ontwikkeld om de afvoer van de Drooggemaakte Grote Polder via de boezem van Rijnland te laten plaatsvinden. Voor de waterkwaliteit in de Zoetermeerse Plas is het van belang dat deze plannen doorgaan De KRW-maatregelen zoals aanpassen oevertalud en natuurvriendelijke oevers zullen geen effect hebben op blauwalgen. Hiervoor is verregaande verondieping van de plas nodig Dit betekent dat voorlopig alleen ingezet kan worden op beheersmaatregelen. Luchtmengen is voor diepe watersystemen een bewezen alternatief om groei van blauwalgen te onderdrukken
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
37\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
38\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
5 Risicobronnen In onderstaand overzicht wordt een beschrijving gegeven van de mogelijke bronnen voor bacteriële verontreinigingen. Regenwaterlozingen/ overstorten
Effluent RWZI Wegwater/afstromend hemelwater Ongerioleerde lozingen (Mest)water omringend agrarisch gebied Recreatievaart Jachthavens
Beroepsvaart Wateraanvoer (Blauw)algen
Planten
Ja. Zoetermeer heeft een gescheiden rioolstelsel. Het regenwater uit
het stedelijke gebied van Zoetermeer in de Nieuwe Driemanspolder wordt direct op de Zoetermeerse Plas geloosd of indirect via gemaal “de Leyens”. Nee. Nee. Nee. Nee. Er is geen agrarisch land dat in de nabije omgeving van de zwemlocaties afwatert. Ja. Op de Zoetermeerse Plas is recreatievaart toegestaan (surfers en zeilboten en motorboten). Ja. Langs de zuidoever van de Zoetermeerse Plas is ter hoogte van “Het Lange Land” een jachthaven aanwezig. De afstand van de jachthaven tot de zwemlocaties bedraagt circa 1000 meter. Nee. Ja, zie regenwaterlozingen. Ja, op de zwemlocaties zijn ieder jaar wel drijflagen van blauwalgen aanwezig (vooral bij de Speelvijver) maar tot nu tot wordt dit door de beheerder (nog) niet als groot probleem ervaren. Als blauwalgengroei wordt geconstateerd, wordt door de beheerder in de ochtenden een mobiele pomp ingezet om het water in de Speelvijver te verversen. De capaciteit van de pomp bedraagt ca. 45 m³/ min en er wordt gedurende circa twee uur water vanuit de Speelvijver naar de Zoetermeerse Plas verpompt. Het verversen van het water langs het Zwemstrand en het strand van de Speelvijver wordt ook gerealiseerd door met een schuif bevestigd aan een trekker langs het water te rijden (zie ook paragraaf 4.2). Nee. Voor zover bekend is er geen overmatige plantengroei in de zwemzones.
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
39\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
Dieren
Ja, honden en watervogels: •
Honden. Op de stranden en ligweiden van beide locaties geldt een permanent verbod voor honden. Bij de toegangspaden naar de zwemlocaties staan duidelijke verbodsborden. In het aangrenzende gebied zijn loslopende honden wel toegestaan.
Menselijke belasting
Algemene indruk hygiëne
Toch komen honden af en toe op de stranden, gezien de pootafdrukken in het zand welke tijdens het veldbezoek zijn waargenomen. Voor honden is er een hondenstrand aan de zuidkant van de Zoetermeerse Plas. De gemeente heeft aan alle hondeneigenaren een kaart uitgedeeld waarop is aangegeven welke locaties geen honden mogen worden uitgelaten • Watervogels. Tijdens het veldbezoek zijn vooral bij het Zwemstrand watervogels waargenomen (meeuwen en meerkoeten) maar gezien de vele pootafdrukken in het zand vertoeven watervogels overal op alle stranden Nee. Door de goede sanitaire voorzieningen bestaat er weinig risico op bacteriële besmetting. Hoewel dat met kleine kinderen nooit uitgesloten kan worden. Het Zwemstrand en de Speelvijver van de Zoetermeerse Plas maakten op het moment van veldbezoek (twee weken voor aanvang van het zwemseizoen) een redelijk hygiënische indruk.
Figuur 5.1 Watervogels (meerkoeten) in de zwemzone van het Zwermstrand en pootafdrukken van honden watervogels en paarden
40\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
6 Beoordeling van gezondheidsrisico’s Bij de ‘Handreiking bij het opstellen van een zwemwaterprofiel’ hoort een spreadsheetmodel, genaamd ZWEMPROF, om de invloed van de bronnen te kunnen schatten. Indien uit deze eenvoudige berekeningen geen relevante beïnvloeding van een verontreinigingsbron of -route wordt gevonden kan hiermee worden volstaan. Opgemerkt wordt dat met de spreadsheet alleen gezondheidsrisico’s ten gevolge van fecale verontreinigingen (E. coli en intestinale Enterococcen) bepaald wordt. Gezondheidsrisico’s door blauwalgen en andere ziekteverwekkers zoals zwemmersjeuk, botulisme en chemische verontreinigingen, moeten afzonderlijk beoordeeld worden. Voor alle geïdentificeerde bronnen zijn de kentallen in het spreadsheet ingevuld, zie bijlage 2. De uitkomsten van de berekening zijn in dezelfde bijlage te vinden.
6.1
Toelichting gebruikte kentallen spreadsheet ZWEMPROF
Afmetingen zwemzone en waterdiepte Voor het oppervlak van de zwemzones is uitgegaan van de begrenzing zoals aangegeven in paragraaf 3.3. • Zwemstrand: voor het oppervlak van de zwemzone is uitgegaan van een lengte van 400 meter en een breedte van 30 meter vanaf het strand. De gemiddelde diepte van de Zoetermeerse plas wordt geschat op 18 meter • Speelvijver: om de huidige situatie, weinig uitwisseling van water met de rest van de plas, te benaderen is de Speelvijver ingevoerd als een afzonderlijk en geïsoleerd zwemgedeelte: een lengte van 200 meter, breedte van 45 meter en een gemiddelde waterdiepte voor de Speelvijver van 1,5 meter. Voor de zwemzone is uitgegaan van een zwemstrook van 160 meter lengte tot 15 meter uit de oever Zwemmers Het aantal zwemmers is niet bekend. Daarom is een ruwe schatting gemaakt op basis van het oppervlak van het strand: dit is 8.800 m² bij het Zwemstrand en 3.900 m² bij de Speelvijver. Uitgegaan is van een benodigd oppervlak van minimaal 6 m2 per bezoeker op een topdag. Aanvullend is voor de aangrenzende ligweiden rekening gehouden met 300 extra bezoekers voor het Zwemstrand en met 100 extra bezoekers voor de Speelvijver. Voor een topdag levert dit in totaal 1.800 bezoekers/zwemmers voor het Zwemstrand en 700 bezoekers/zwemmers voor de Speelvijver. Voor een normale zomerse dag zijn de aantallen op een topdag door een factor 3 gedeeld. In ZWEMPROF is gerekend met het aantal bezoekers als zwemmers. Uit ZWEMPROF komt naar voren dat zwemmers bij het Zwemstrand geen invloed hebben op de
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
41\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
zwemwaterkwaliteit, ook niet op een topdag. Voor de Speelvijver wordt voor een topdag een geringe invloed op zwemwaterkwaliteit berekend. Watervogels In de zwemzone van het Zwemstrand zijn tijdens het veldbezoek watervogels waargenomen (meerkoeten en meeuwen). Op de (loop)steiger waren uitwerpselen van watervogels te zien. Gezien de vele pootafdrukken die tijdens het veldbezoek op het strand zijn waargenomen, vertoeven veel watervogels op diverse plekken op de stranden. In Zwemprof wordt voor het Zwemstrand uitgegaan van een maximum van 30 watervogels. Voor de Speelvijver wordt uitgegaan van maximaal 10 watervogels (permanent) in de zwemzone. Uit ZWEMPROF komt naar voren dat de watervogels als individuele bron voor de Speelvijver een geringe/wezenlijke invloed hebben op de zwemwaterkwaliteit. Jachthavens Op basis van ANWB vaarkaart van de Hollandse Plassen, luchtfoto’s en het veldbezoek is bepaald welke jachthavens in de omgeving van de zwemlocaties aanwezig zijn. Voor deze zwemlocaties is alleen de jachthaven aan “Het Lange Land” relevant. Voor het uitwisselingsdebiet is uitgegaan van 0,2 m3/sec. De toegekende fractie is voor beide zwemlocaties gesteld op 0,1. Uit ZWEMPROF volgt dat de aanwezigheid van een jachthaven voor beide locaties geen invloed heeft op de zwemwaterkwaliteit. Recreatievaart Aantallen zijn niet bekend. Op de Zoetermeerse Plas varen voornamelijk kleine open zeilboten maar ook kajuitboten komen voor. Bij de zwemlocaties is een aanlegmogelijkheid op de steiger bij de strekdam/schiereiland. De afstand tot de zwemlocaties is ongeveer 20 meter. Om een indicatie te krijgen van het effect van afgemeerde pleziervaartuigen wordt vooralsnog uitgegaan van 5 pleziervaartuigen (met onderwatertoilet) op een gemiddelde dag, 10 op een topdag en een afstand tot de zwemzone van 20 meter. Uit ZWEMPROF volgt dat er een geen invloed is op de zwemwaterkwaliteit. Overstorten gescheiden stelsel Het regenwater van de woonwijken in Zoetermeer wordt direct op het oppervlaktewater geloosd. De situering van de dichtstbijzijnde regenwateruitlaten ten opzichte van de zwemlocatie is ongeveer 1.000 meter.Voor het schatten van het overstortend volume is uitgegaan van een verhard oppervlak van 275 ha (ruwe schatting op basis van topografische kaart), een neerslagintensiteit van 62 mm/m2 (T2, is een situatie die zich theoretisch één keer in de twee jaar voordoet) en een overstortend volume van 62 mm/m2 (bron: Richtgetallen overstorten, Tauw/RIZA, 2004). Dit komt voor het stedelijk gebied dat is gelegen in de Nieuwe Driemanspolder neer op een totaal van 170.500 m3. De toegekende fractie
42\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
naar de zwemlocatie is op 1 gesteld. Volgens ZWEMPROF is er voor beide de locaties geen invloed op de zwemwaterkwaliteit te verwachten. Honden Bij de Zoetermeerse Plas worden ondanks de verbodbepaling soms toch honden aan de beide locaties uitgelaten. Het is niet uit te sluiten dat in sommige gevallen water in de zwemzone met hondenuitwerpselen in contact komt. De rekenmodule in ZWEMPROF heeft hiervoor (nog) geen kentallen. Algemeen wordt aangenomen dat hondenpoep de bacteriologische waterkwaliteit negatief kan beïnvloeden, maar onderzoeksgegevens zijn niet bekend. Om een idee te krijgen van wat dit kan betekenen zou een hond vergeleken kunnen worden met vijf watervogels. Bij het Zwemstrand zou er bij zes honden, als de feces vlak bij de waterlijn ligt, na een hevige regenbui een gering effect op de bacteriële waterkwaliteit te verwachten zijn. Bij de Speelvijver is dat bij twee honden.
6.2
Resultaten en analyse
Risico’s door fecale verontreinigingsbronnen Uit ZWEMPROF volgt dat voor de zwemlocatie Speelvijver Zoetermeerse Plas dat watervogels en zwemmers de belangrijkste verontreinigingsbronnen zijn: • Zwemstrand: watervogels (geringe invloed) • Speelvijver: watervogels (geringe/wezenlijke invloed), zwemmers (geringe invloed) Opgemerkt wordt dat de resultaten voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden. Er zal niet direct sprake van een normoverschrijding zijn, maar hiermee wordt vooral aangeduid dat watervogels wel van invloed kunnen zijn op de bacteriologische waterkwaliteit. De kwaliteit van het zwemwater in de Speelvijver is in de praktijk veel beter dan de uitkomsten uit ZWEMPROF doen vermoeden. Een belangrijke sturende factor is de waterdiepte die in de Speelvijver gemiddeld 1,5 meter is (geschatte diepte). Als er gerekend wordt met een waterdiepte van 10 cm meer of minder zijn de berekende negatieve effecten respectievelijk aanzienlijk kleiner of groter. Door de gezamenlijke bronnen wordt bij de Speelvijver een wezenlijke/grote invloed op de zwemwaterkwaliteit berekend. Dit wordt veroorzaakt door de optelsom van watervogels en zwemmers. Eigenlijk is dit een irreële benadering want tijdens dagen met topdrukte zullen watervogels zich terugtrekken. Ook honden kunnen een bron van bacteriële verontreiniging zijn, vooral in de ondiepe Speelvijver. Het betreft dan een incidentele en tijdelijke situatie. Bij droog weer is er geen invloed door hondenfeces te verwachten en ook niet wanneer de feces op grotere afstand van de waterlijn ligt. Dan zal het verontreinigde regenwater in de bodem zijn weggezakt nog voordat het
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
43\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
zwemwater bereikt is. In de bodem vindt filtering en zuivering plaats. Echter, net zo belangrijk is dat dit tot onhygiënische situaties op het strand zelf kan leiden. Ook heeft dit een negatieve invloed op de beleving van zwemmers. Overige pathogene ziekteverwekkers Specifieke gezondheidsrisico’s door andere ziekteverwekkers zijn niet te verwachten. Risico’s door blauwalgen De kans op een toxische bloei van blauwalgen op de zwemlocaties is aanwezig. In 2007 zijn toxische blauwalgen, vooral Microcystis, in grote aantallen zijn aangetroffen. Tot nu toe worden blauwalgen nog niet als groot probleem ervaren maar er zijn indicaties dat de problematiek toeneemt de komende jaren. Diepe zandwinputten zoals de Zoetermeerse Plas zijn geschikt als habitat voor blauwalgensoorten met drijfvermogen (zoals Microcystis, Anabaena en Aphanizomenon). Zelfs bij lage nutriëntengehalten blijven dergelijke diepe putten gevoelig voor drijflagen. Dat lijkt bij de Zoetermeerse Plas het geval te zijn.
44\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
7 Conclusies en aanbevelingen 7.1
Conclusies
Bacteriologische waterkwaliteit In de beschouwde periode 2003 tot en met 2007 werd de bacteriologische waterkwaliteit (op basis van de huidige EU-richtlijn) beoordeeld als aanvaardbaar of goed. De bacteriële waarden (som colibacteriën en thermotolerante colibacteriën) waren doorgaans laag en voldeden aan de kwaliteitsnorm. In 2004 en 2006 zijn voor het eerst ook de nieuwe bacteriologische parameters Escherichia coli (E. coli) en intestinale enterococcen gemeten. Op basis van deze beperkte gegevens wordt het zwemwater van het Zwemstrand ingedeeld in de kwaliteitsklasse ‘uitstekend’ en de Speelvijver in de kwaliteitsklasse ‘goed’. Deze beoordeling komt behoorlijk overeen met beoordeling onder huidige richtlijn. Bacteriologische verontreinigingsbronnen Volgens het spreadsheet Zwemprof (b)lijken watervogels en zwemmers zwemzone de grootste negatieve beïnvloedingsfactor te zijn: • Zwemstrand: watervogels (geringe invloed) • Speelvijver: watervogels (geringe/wezenlijke invloed), zwemmers (geringe invloed) Een aandachtspunt is dat de uitkomst van het model in sterke mate wordt bepaald door de geringe waterdiepte in de Speelvijver (gemiddeld 1,5 meter). Vanwege de geringe waterdiepte in de Speelvijver hebben plaatselijke verontreinigingsbronnen, zoals watervogels, een extremere negatieve uitwerking op de waterkwaliteit. Bij een grotere waterdiepte is het watervolume van de plas groter en daarmee ook het verdunnende effect. Overig Gezondheidsrisico’s door andere ziekteverwekkers zijn in de Zoetermeerse Plas niet te verwachten. Blauwalgen De kans op een toxische bloei van blauwalgen op de zwemlocaties is aanwezig. In 2007 zijn toxische blauwalgen, vooral Microcystis, in grote aantallen aangetroffen. Tot nu toe worden blauwalgen nog niet als groot probleem ervaren maar er zijn indicaties dat de problematiek toeneemt de komende jaren. Diepe zandwinputten zoals de Zoetermeerse Plas zijn geschikt als habitat voor blauwalgensoorten met drijfvermogen (zoals Microcystis, Anabaena en
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
45\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
Aphanizomenon). Zelfs bij lage nutriëntengehalten blijven dergelijke diepe putten gevoelig voor drijflagen. Dat lijkt ook bij de Zoetermeerse Plas het geval te zijn.
7.2
Aandachtspunten en maatregelen
Op basis van de kwaliteitsklasse indeling (wisselend “aanvaardbaar” en “goed” volgens huidige EU-richtlijn en “goed” (Speelvijver) en “uitstekend” (Zwemstrand) onder nieuwe EU-richtlijn) is er geen noodzaak tot treffen van maatregelen voor bacteriologische kwaliteit. Om problemen te voorkomen zijn de volgende aandachtspunten van belang: • Watervogels binnen de zwemzone kunnen een bedreiging vormen voor de
•
•
zwemwaterkwaliteit, vooral in de ondiepe Speelvijver. Aanwezigheid van watervogels in de zwemzone moet daarom beperkt blijven. Tot op heden was de bacteriologische waterkwaliteit altijd goed, dus vanuit die optiek is er geen aanleiding tot het nemen van maatregelen. Wel moet voorkomen worden dat de vogelstand zich teveel uitbreidt Honden zijn niet toegestaan in het gebied maar desondanks komen ze toch regelmatig op het strand. Dit kan in het slechtste scenario leiden tot hondenfeces op het strand/waterlijn. Net als bij watervogels vormt de goede bacteriologische waterkwaliteit geen aanleiding tot maatregelen. Voorkomen moet worden dat honden in de toekomst worden uitgelaten op strand van de Speelvijver. Deze locatie is namelijk erg gevoelig voor verontreinig met fecaliën van honden (en watervogels) De Speelvijver is vanwege de geringe waterdiepte erg gevoelig voor verontreinigingen. Daarom is verversing van water in de vijver belangrijk. Continueren van doorspoelen met water uit de Zoetermeerse Plas (zoals al gedaan wordt) is daarom belangrijk
Verplaatsing zwemwatermeetpunt Zwemstrand Het zwemwatermeetpunt ligt net binnen de zwemzone van het Zwemstrand. Voorgesteld wordt dat Rijnland de meetlocatie ROP22A05 verplaatst naar een plek midden in de zwemzone. Blauwalgen •
•
46\48
Tot nu toe werden blauwalgen nog niet als groot probleem ervaren maar er zijn indicaties dat de problematiek toeneemt de komende jaren. Voortzetting van fysisch-chemisch en fytoplanktononderzoek is daarom wenselijk, eventueel met een herhalingsfrequentie van enkele jaren. Veranderingen in de waterkwaliteit en ontwikkeling van blauwalgen kunnen zo opgemerkt worden Aanpak aan de bron (nutriëntenreductie) heeft de voorkeur maar dit zal alleen op de lange termijn kunnen werken. De verwachting is dat de problematiek op de middellange termijn (10 jaar) niet zal afnemen. Ook de waterkwaliteitsverbeteringen die de Kaderrichtlijn Water teweeg brengt zullen de problematiek niet binnen die termijn kunnen verminderen
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
•
Dit betekent dat voorlopig alleen ingezet kan worden op beheersmaatregelen. Luchtmengen is voor diepe watersystemen een bewezen alternatief om groei van blauwalgen te onderdrukken. Echter omdat de plas een KRW-waterlichaam is met een ecologische doelstelling, moet goed nagegaan worden of een luchtmenginstallatie wel wenselijk is
• •
De Zoetermeerse Plas is heel goed hydrologisch te isoleren waarmee de nutriëntenhuishouding sterk verbeterd kan worden Als er drijflagen op de plas dreigen te ontstaan is het zaak om het publiek op een adequate wijze voor te lichten (al dan niet het voorkomen van blauwalgen op de zwemlocatie, waar op de plas zijn drijflagen aanwezig en wat zijn de gezondheidsrisico’s, et cetera) via internet, op de zwemlocatie, huis aan huisbladen, radio en regionale tv, et cetera
Onderwerp
Maatregel
Wie
Bacteriologische
Verplaatsen meetpunt ROP022A05 naar een plek
Rijnland
waterkwaliteit
midden in de zwemzone van het Zwemstrand.
Blauwalgen
•
Continueren fysisch-chemisch en
Rijnland
fytoplanktononderzoek •
Voorlichting publiek
Provincie Zuid-Holland (i.s.m. gemeente Zoetermeer)
•
Optie: op termijn (bij toename algenproblematiek) Rijnland (i.s.m. beheerders) luchtmengsysteem in de plas aanbrengen
•
7.3
Hydrologisch isoleren
Rijnland (i.s.m. beheerders)
Aanbevelingen vervolgtraject
Actualisatie Het zwemwaterprofiel voor de zwemlocatie Zoetermeerse Plas is met deze rapportage gereed. Afhankelijk van de zwemwaterindeling waarin de zwemlocatie volgens de EU-zwemwaterrichtlijn wordt ingedeeld, moet het zwemwaterprofiel regelmatig geactualiseerd worden.
Zwemwaterindeling
Actualisatie zwemwaterprofiel vindt ten minste plaats om de
“Uitstekend”
Alleen als de indeling verandert in “goed”, “aanvaardbaar” of “slecht”
“Goed”
Vier jaar
“Bevredigend/aanvaardbaar”
Drie jaar
“Slecht”
Twee jaar
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
47\48
Kenmerk R021-4571635JLR-mfv-V02-NL
De zwemwaterindeling wordt jaarlijks op basis van de meetreeks van de afgelopen vier badseizoenen vastgesteld. Op basis van de beperkte gegevensset uit de badseizoenen van 2004 en 2006 is een voorzichtige schatting van de indeling gedaan. Van de zwemlocatie Zoetermeerse Plas Speelvijver en het Zwemstrand wordt de bacteriologische waterkwaliteit ingedeeld in respectievelijk kwaliteitsklasse “goed” en “ uitstekend”.
Totaal oordeel
E. coli
intestinale enterococcen
Zoetermeerse Plas Zwemstrand
Uitstekend
Uitstekend
Uitstekend
Zoetermeerse Plas Speelvijver
Goed
Goed
Uitstekend
Bovenstaande beoordeling betekent dat de actualisatie van het zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas voor het Zwemstrand alleen nodig is als de indeling in kwaliteitsklasse wijzigt of slechter wordt. Voor de Zoetermeerse Plas Speelvijver moet om de vier jaar een actualisatie worden gemaakt van het zwemwaterprofiel.
48\48
Zwemwaterprofiel Zoetermeerse Plas
Bijlage
1
Situering meetpunten
Bron: Hoogheemraadschap van Rijnland
Bijlage
2
Resultaten risicoberekening spreadsheet ZWEMPROF
Zoetermeerse Plas - Zwemstrand ZWEMPROF Naam locatie: Datum beoordeling:
Zoetermeerse Plas zwemstrand (noord Aa) 4-Aug-08
Type systeem breedte plas (m) lengte plas (m) gemiddelde diepte plas (m)
plas
1 1000 1000 18
oppervlak zwemzone (m2) lengte zwemstrand (m)
12000 400
Zwemmers gemiddeld aantal per dag aantal bij extreme drukte
600 1800
Recreatievaart aantal boten per dag aantal; bij extreme drukte Afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
5 10 20 1
RWZI Debiet (m3/sec) afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
0 0 0
Agrarisch achterland Bodemtype aantal hectare mestsoort afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
Overstort gemengd stelsel (incidenteel) afstand overstort gemengd stelsel Overstortvolume Fractie naar zwemwater
0 0 0
Overstort gescheiden stelsel (incidenteel) afstand overstort gescheiden stelsel Overstortvolume Fractie naar zwemwater
1000 170500 1
Lozingen slachthuis of mestverwerkend bedrijf Debiet lozing (m3/sec) afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
0 0 0
Ongezuiverde lozingen (incidenteel) Volume lozing (m3) afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
0 0 0
Afstromend wegwater (incidenteel) Volume lozing (m3) afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
0 0 0
Beroepsvaart (continue belasting) Aantal boten per dag afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
0 0 0
Jachthavens (continue belasting) Uitwisselingsdebiet met overig water (m3/sec) afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater Watervogels (continue belasting) Aantal afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
0,2 950 0,1
30 0 1
Lokale bron (incidenteel) concentratie ecoli (KVE/sec) concentratie enterokokken (KVE/sec) volume (m3) afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
0 0 0 0 0
Lokale bron (continu) belasting ecoli (KVE/halfjaar) belasting enterokokken (KVE/halfjaar) afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
0 0 0 0
3
zand Melkkoeien
0 3 0 0
legenda EC Geen invloed op zwemwaterkwaliteit (E.c <200KVE/100ml) Geringe invloed op de zwemwaterkwaliteit (E.c tussen 200 en 500KVE/100ml) Wezenlijk invloed; gemiddelde onder de norm, maar incidenteel overschrijdingen te verwachten (E.c tussen 500 en 900KVE/100ml)
Bijdrage bronnen
Grote invloed bron: maatregelen noodzakelijk (E.c >900KVE/100ml)
Naam locatie: Zoetermeerse Plas zwemstrand (noord Aa) legenda IC Datum beoordeling: 39664 Geen invloed op zwemwaterkwaliteit (IE <100KVE/100ml) Geringe invloed op de zwemwaterkwaliteit (IE tussen 100 en 200KVE/100ml) Wezenlijk invloed; gemiddelde onder de norm, maar incidenteel overschrijdingen te verwachten (IE tussen 200 en 330KVE/100ml) Grote invloed bron: maatregelen noodzakelijk (IE >330KVE/100ml)
Zwemmers Recreatievaart RWZI Agrarisch achterland RioolOverstort gemengd stelsel gescheiden stelsel Lozingen slachthuis of mestverwerkend bedrijf Ongezuiverde lozingen Afstromend wegwater Beroepsvaart Jachthavens Watervogels Lokale bron (Incidenteel) Lokale bron (continue belasting)
gemiddeld EC zeer druk EC 0,03 0,09 0,01 0,00 0,00 0,00 0,02 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 1,19 0,00 0,00
0,03
gemiddeld IE 0,02 0,01 0,00 0,00 0,00 0,01 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 1,19 0,00 0,00
zeer druk IE 0,05
eindoordeel EC gemiddeld 1,26
eindoordeel EC zeer druk 1,33
eindscore IC gemiddeld 1,23
eindscore IC zeer druk 1,26
0,01
Zoetermeerse Plas - Speelvijver ZWEMPROF Naam locatie: Datum beoordeling:
Zoetermeerse Plas speelvijver (noord Aa) 4-Aug-08
Type systeem breedte plas (m) lengte plas (m) gemiddelde diepte plas (m)
plas
1 45 200 1,5
oppervlak zwemzone (m2) lengte zwemstrand (m)
2400 160
Zwemmers gemiddeld aantal per dag aantal bij extreme drukte
230 700
Recreatievaart aantal boten per dag aantal; bij extreme drukte Afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
5 10 20 1
RWZI Debiet (m3/sec) afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
0 0 0
Agrarisch achterland Bodemtype aantal hectare mestsoort afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
Overstort gemengd stelsel (incidenteel) afstand overstort gemengd stelsel Overstortvolume Fractie naar zwemwater
0 0 0
Overstort gescheiden stelsel (incidenteel) afstand overstort gescheiden stelsel Overstortvolume Fractie naar zwemwater
1000 170500 1
Lozingen slachthuis of mestverwerkend bedrijf Debiet lozing (m3/sec) afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
0 0 0
Ongezuiverde lozingen (incidenteel) Volume lozing (m3) afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
0 0 0
Afstromend wegwater (incidenteel) Volume lozing (m3) afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
0 0 0
Beroepsvaart (continue belasting) Aantal boten per dag afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
0 0 0
Jachthavens (continue belasting) Uitwisselingsdebiet met overig water (m3/sec) afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
0,2 900 0,1
Watervogels (continue belasting) Aantal afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
10 0 1
Lokale bron (incidenteel) concentratie ecoli (KVE/sec) concentratie enterokokken (KVE/sec) volume (m3) afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
0 0 0 0 0
Lokale bron (continu) belasting ecoli (KVE/halfjaar) belasting enterokokken (KVE/halfjaar) afstand tot zwemplek (m) Fractie naar zwemwater
0 0 0 0
3
zand Melkkoeien
0 3 0 0
legenda EC Geen invloed op zwemwaterkwaliteit (E.c <200KVE/100ml) Geringe invloed op de zwemwaterkwaliteit (E.c tussen 200 en 500KVE/100ml) Wezenlijk invloed; gemiddelde onder de norm, maar incidenteel overschrijdingen te verwachten (E.c tussen 500 en 900KVE/100ml)
Bijdrage bronnen
Grote invloed bron: maatregelen noodzakelijk (E.c >900KVE/100ml)
Naam locatie: Zoetermeerse Plas speelvijver (noord Aa) Datum beoordeling: 39664 legenda IC Geen invloed op zwemwaterkwaliteit (IE <100KVE/100ml) Geringe invloed op de zwemwaterkwaliteit (IE tussen 100 en 200KVE/100ml) Wezenlijk invloed; gemiddelde onder de norm, maar incidenteel overschrijdingen te verwachten (IE tussen 200 en 330KVE/100ml) Grote invloed bron: maatregelen noodzakelijk (IE >330KVE/100ml)
Zwemmers Recreatievaart RWZI Agrarisch achterland RioolOverstort gemengd stelsel gescheiden stelsel Lozingen slachthuis of mestverwerkend bedrijf Ongezuiverde lozingen Afstromend wegwater Beroepsvaart Jachthavens Watervogels Lokale bron (Incidenteel) Lokale bron (continue belasting)
gemiddeld EC zeer druk EC 0,86 2,62 0,16 0,00 0,00 0,00 0,11 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2,34 0,00 0,00
0,33
gemiddeld IE 0,43 0,08 0,00 0,00 0,00 0,06 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2,34 0,00 0,00
zeer druk IE 1,31
eindoordeel EC gemiddeld 3,47
eindoordeel EC zeer druk 5,39
eindscore IC gemiddeld 2,91
eindscore IC zeer druk 3,87
0,16
Bijlage
3
Data blauwalgen en fysisch chemische toestandsvariabelen
Resultaten fytoplanktononderzoek 2003 - 2007 - Noord Aa (Zoetermeerse Plas)
Datum
Microcystine
Drijflaag alg
µg/l
ROP022A05 - Noord Aa Zwemstrand noordzijde MicroMicrocystis PseudoChrooAnabaena cystis kolonie anabaena coccales aantal cellen per ml
Actie
Microcystine
Drijflaag alg
µg/l
aantal cellen per ml
2003 14-4-2003
-
-
7-5-2003
2
-
-
21-5-2003
2
-
-
11-6-2003
2
-
-
26-6-2003
2
-
8-7-2003
2
-
24-7-2003
2
drijflaag
4-8-2003 11-8-2003
2
drijflaag -
2 2
-
-
18-8-2003
2
28-8-2003
2
drijflaag
2 drijflaag
10-9-2003
2
-
-
25-9-2003
2
-
-
14-4-2004
-
-
10-5-2004
-
-
18-5-2004
-
-
8-6-2004
-
-
2004
17-6-2004
-
1-7-2004
-
19-7-2004 26-7-2004
9-8-2004 17-8-2004
2
-
6
-
-
5-8-2004
Anabaena
ROP022A17 - Speelvijver Noord Aa MicroMicrocystis Pseudocystis kolonie Planktothrix anabaena
-
Chroococcales
Actie
Datum
Microcystine
Drijflaag alg
µg/l 23-8-2004
ROP022A05 - Noord Aa Zwemstrand noordzijde MicroMicrocystis PseudoChrooAnabaena cystis kolonie anabaena coccales aantal cellen per ml
Actie
Microcystine
Drijflaag alg
µg/l
aantal cellen per ml
-
2-9-2004 6-9-2004
2
drijflaag
17
drijflaag
-
16-9-2004 20-9-2004
-
22-9-2004
2
2005 25-4-2005
-
-
9-5-2005
-
-
24-5-2005
-
-
8-6-2005
-
-
21-6-2005
-
-
-
-
12-7-2005 25-7-2005
2
Anabaena
ROP022A17 - Speelvijver Noord Aa MicroMicrocystis Pseudocystis kolonie Planktothrix anabaena
drijflaag
-
8-8-2005
-
-
25-8-2005
-
-
12-9-2005
-
-
27-9-2005
-
-
26-4-2006
-
-
9-5-2006
-
-
23-5-2006
-
-
6-6-2006
-
-
22-6-2006
-
-
2006
3-7-2006
2
-
2
-
19-7-2006
2
-
2
-
31-7-2006
2
-
2
-
17-8-2006
2
-
9
-
30-8-2006
2
-
2
-
Chroococcales
Actie
Datum
Microcystine
Drijflaag alg
ROP022A05 - Noord Aa Zwemstrand noordzijde MicroMicrocystis PseudoChrooAnabaena cystis kolonie anabaena coccales
µg/l 6-9-2006
20
8-9-2006
2
11-9-2006
2
27-9-2006
Actie
aantal cellen per ml
Microcystine
Drijflaag alg
Anabaena
ROP022A17 - Speelvijver Noord Aa MicroMicrocystis Pseudocystis kolonie Planktothrix anabaena
µg/l
-
2
Chroococcales
Actie
aantal cellen per ml
-
-
drijflaag
17-4-2007
-
-
2-5-2007
-
-
15-5-2007
-
-
29-5-2007
-
11-6-2007
-
2007
26-6-2007 9-7-2007
1.194
4
drijflaag
119.575 4.340
61.198
-
3.581
-
2.349
1.953.125
10.851
22
16-7-2007
34.939
drijflaag
14.323
13.889
434.028
2
-
32.813
4.688
290.365
93
-
14.323
7
18-7-2007
7
24-7-2007
3
-
7-8-2007
190
drijflaag
13-8-2007
2
22-8-2007
3
63.802
36.458
2.604
26.042
72.917
520.833
7.813
18.229
-
zwemverbod 10 aug - 28 aug
2 2
26.563 -
3-9-2007
2
-
4
-
18-9-2007
7
-
22
drijflaag
Toelichting: Geen drijflaag aanwezig Overschrijding van de WHO gezondheidsnorm microcystine is 20 µg/l Overschrijding risicowaarde 100.000 cellen/ml (aangepaste protocol Veilig zwemmen, april 2008)
26.563
130.208
14.323
2.083
3.906
28.646
zwemverbod 10 aug - 28 aug
totaal (mol/mol)
opgelost (mol/mol)
1-1-2008
1-9-2007
1-5-2007 1-9-2007
1-5-2007
1-1-2007
1-9-2006
1-5-2006
N
1-1-2007
1-9-2006
1-1-2006
1-9-2005
1-5-2005
1-1-2005
1-9-2004
1-5-2004
1-1-2004
Streefw aarde N opgelost
1-5-2006
PO4
1-1-2006
1-9-2005
MTR-P-totaal
1-5-2005
1-1-2005
1-9-2004
1-5-2004
1-1-2004
P 1-9-2003
1-5-2003
1-1-2003
1-9-2002
1-5-2002
1-1-2002
Concentratie mg P/l
N opgelost
1-9-2003
1-5-2003
1-1-2003
1-9-2002
1-5-2002
1-1-2002
N:P ratio
1-9-2007
1-5-2007
1-1-2007
1-9-2006
1-5-2006
1-1-2006
1-9-2005
1-5-2005
1-1-2005
1-9-2004
1-5-2004
1-1-2004
1-9-2003
1-5-2003
1-1-2003
1-9-2002
1-5-2002
1-1-2002
Concentratie mg N/l
Zoetermeerse Plas - RO22A06 v.a. landtong W-zijde - nutriënten
3 Stikstof - m eetpunt ROP022A06
2,5
2
1,5
1
0,5
0
MTR N-totaal
Fosfaat - m eetpunt ROP022A06
0,4
0,3
0,2
0,1
0,0
Streefw aarde PO4
100 N:P ratio - m eetpunt ROP022A06
90 80
70
60
50 40
30
20 10
0
1-9-2007 1-1-2008
1-9-2007
1-1-2008
1-1-2006
1-9-2005
1-5-2005
1-1-2005
1-9-2004
1-5-2004
1-1-2004
1-9-2003
1-5-2003
1-1-2003
1-9-2002
1-5-2002
1-1-2002
1-5-2007
7,5
1-5-2007
8 1-1-2007
8,5
1-1-2007
9 1-9-2006
pH - m eetpunt ROP022A06
1-9-2006
9,5 1-5-2006
Doorzicht
1-5-2006
1-1-2006
1-9-2005
1-5-2005
Chlorofyl-a
1-1-2005
1-9-2004
1-5-2004
1-1-2004
1-9-2003
1-5-2003
1-1-2003
1-9-2002
1-5-2002
1-1-2002
Chlorofyl-a ug/l 100
80 1,6
60 1,2
40 0,8
20 0,4
0 0
Doorzicht (m)
1-1-2008
1-9-2007
1-5-2007
1-1-2007
1-9-2006
1-5-2006
1-1-2006
1-9-2005
1-5-2005
1-1-2005
1-9-2004
1-5-2004
1-1-2004
1-9-2003
1-5-2003
1-1-2003
1-9-2002
1-5-2002
1-1-2002
Concentratie mg/l
Zoetermeerse Plas - RO22A06 v.a. landtong W-zijde - basisparameters
350 Chloride - m eetpunt ROP022A06
300
250
200
150
100
50
0
Chlorofyl-a en doorzicht - m eetpunt ROP022A06 2
1-5-2007 1-9-2007 1-1-2008
1-9-2007 1-1-2008
1-1-2006
1-9-2005
1-5-2005
1-1-2005
1-9-2004
1-5-2004
1-1-2004
1-9-2003
1-5-2003
1-1-2003
1-9-2002
1-5-2002
1-1-2002
1-1-2007
7,5 1-5-2007
8
1-1-2007
8,5 1-9-2006
9 1-5-2006
9,5
1-9-2006
pH - m eetpunt ROP022A05
1-5-2006
1-1-2006
1-9-2005
1-5-2005
1-1-2005
1-9-2004
1-5-2004
1-1-2004
1-9-2003
1-5-2003
1-1-2003
1-9-2002
1-5-2002
1-1-2002
1,2
0,8
0,4
0
Doorzicht (m)
Zoetermeerse Plas - ROP022A05 Zwemstrand noordzijde - basisparameters Doorzicht - m eetpunt ROP022A05 2
1,6
1-9-2007 1-1-2008
1-1-2008
1-5-2006
1-1-2006
1-9-2005
1-5-2005
1-1-2005
1-9-2004
1-5-2004
1-1-2004
1-9-2003
1-5-2003
1-1-2003
1-9-2002
1-5-2002
1-1-2002
1-5-2007
7,5 1-9-2007
8 1-1-2007
8,5
1-5-2007
9 1-9-2006
9,5
1-1-2007
pH - m eetpunt ROP022A17
1-9-2006
1-5-2006
1-1-2006
1-9-2005
1-5-2005
1-1-2005
1-9-2004
1-5-2004
1-1-2004
1-9-2003
1-5-2003
1-1-2003
1-9-2002
1-5-2002
1-1-2002
1
0,5
0
Doorzicht (m)
Zoetermeerse Plas - ROP022A17 Speelvijver - basisparameters Doorzicht - m eetpunt ROP022A17 2
1,5
Bacteriologische kwaliteit
Aanwezigheid Watertemperatuur Doorzicht
max (kve/100 ml)
drijflaag
pH
°C max.
(cm) min.
min. - max.
algen Som Coli’s
TT Coli’s
Zoetermeerse Plas – Speelvijver (ROP022A17) 2003
230
200
25
50
8,2 - 8,6
2004
510
430
23
40
7,9 - 8,4
2005
420
350
21
50
8,3 - 8,7
2006
900
840
24
40
8,2 - 8,9
2007
790
500
21
50
8,3 - 8,7
Zoetermeerse Plas – Zwemstrand (ROP022A05) 2003
57
61
25
90
8,3 - 8,6
2004
120
75
24
90
8,1 - 8,4
2005
56
40
21
50
8,4 - 8,7
2006
790
700
24
50
8,2 - 8,9
2007
580
460
21
60
8,3 - 8,7
Norm
≤10.000
≤2.000
25
≥ 100
6,5 ≤ pH ≤ 9
--
Bijlage
4
Toelichting beoordeling zwemwaterkwaliteit volgens de huidige en nieuwe EU-zwemwaterrichtlijn
Berekening toetswaarden De nieuwe zwemwaterrichtlijn (2006/7/EG) verschilt op veel punten van de huidige richtlijn 76/160/EG. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de veranderingen in de beoordelingssystematiek. Nieuwe EU-richtlijn In de nieuwe beoordelingssystematiek wordt uitgegaan van een meetreeks over een periode van 4 jaren (het afgelopen badseizoen en de 3 voorgaande badseizoenen). De toetswaarden voor de nieuwe EU-zwemwaterrichtlijn worden als volgt berekend: •
Van de gemeten hoeveelheid bacteriën in kolonie vormende eenheden / 100 ml wordt de log10waarde bepaald. (Als het resultaat een nulwaarde is, wordt de log10-waarde van de detectielimiet/rapportagegrens van de gebruikte analytische methode gebruikt)
• •
Van deze reeks wordt de rekenkundig gemiddelde waarde (1) en de standaarddeviatie (2) berekend De 90- en 95-percentielwaarden zijn de uitkomsten van de formules (3) en (4) 1)
∑ log 10 M 1... log 10 Mn = Q
2)
Std (reeks log10_M1 tot en met log10_Mn)
3)
90-percentielwaarde = 10
4)
95-percentielwaarde = 10
n
Q + 1.28 * Std Q + 1.65 * Std
Indeling in vier verschillende kwaliteitsklassen (voor binnenwateren) Nieuwe EU-richtlijn
Uitstekende kwaliteit
Goede kwaliteit
Aanvaardbare kwaliteit
E coli
<500 ( 95-percentiel)
<1.000 (95-percentiel) <900 ( 90-percentiel)
>900 ( 90-percentiel)
Intestinale enterococcen
<200 ( 95-percentiel)
<400
>330 ( 90-percentiel)
(95-percentiel) <330 ( 90-percentiel)
Slechte kwaliteit
Aantallen in kolonievormende eenheden per 100 ml (kve/100 ml)
Huidige EU-richtlijn Volgens de huidige zwemwaternormering wordt uitgegaan van een meetreeks over één zwemseizoen. De kwaliteitsbeoordeling wordt berekend aan de hand van het percentage aan overschrijdingen: • Goed: 80 % van de metingen voldoet aan de maximale norm van 100 kve per 100 ml voor
•
•
•
thermotolerante bacteriën en 80 % voldoet aan de maximale norm van 500 kve per 100 ml van het totaal aantal colibacteriën. Van de 11 metingen per badseizoen moeten er dus 9 metingen voldoen Voldoende: 95 % van de metingen voldoet aan de maximale norm van 20.000 kve per 100 ml aan thermotolerante bacteriën en 95 % voldoet aan de maximale norm van 100.000 kve per 100 ml van het totaal aantal colibacteriën. Dit betekent dat bij 11 metingen/badseizoen alle metingen moeten voldoen Een meting mag niet meer dan het maximale aantal bacteriën bevatten van 3.000 kolonievormende eenheden aan thermotolerante bacteriën per 100 ml en niet meer dan 15.000 kolonievormende eenheden aan het totaal aantal bacteriën van de coligroep per 100 ml Onvoldoende: Het percentage van 95 % van de metingen voldoet niet aan de genoemde normen of de maximale waarden zijn overschreden
Huidige EU-richtlijn
Goede kwaliteit
Aanvaardbare kwaliteit
Maximale waarde per meting
Coli thermotolerant
≤ 100 ( 80 %)
≤ 2.000 (95 %)
3.000
Coli totaal
≤ 500 (80 %)
≤ 10.000 (95 %)
15.000
Aantallen in kolonievormende eenheden per 100 ml (kve/100 ml)
Bijlage
5
Verslag veldbezoek
Zoetermeerse Plas
Speelvijver
Zwemstrand
Locatiebezoek d.d.
21-04-2008, 12.00 uur
21-04-2008, 12.30 uur
Temperatuur:
16 gr. C
16 gr. C
Drukte tijdens locatiebezoek:
Zwemseizoen nog niet geopend
Zwemseizoen nog niet geopend
Afmetingen Lengte Zwemstrand
160 meter
400 meter
Breedte Zwemstrand
7-30 meter
7-10 meter
Tussen het Zwemstrand en de
Tussen het Zwemstrand en de
Sanitaire voorzieningen (aangesloten Speelvijver is een toiletgebouw
Speelvijver is een toiletgebouw
op rioolstelsel)
aanwezig welke in het zwemseizoen
aanwezig welke in het zwemseizoen
is geopend (1 april -1 oktober)
is geopend (1 april -1 oktober)
Het strand van de Speelvijver is
Het Zwemstrand is voorzien van
voorzien van meerdere
meerdere prullenbakken, circa
prullenbakken, circa 10 stuks.
10 stuks.
Voorzieningen
Prullenbakken Toezicht (waar)
Geen
Geen
Speeltoestellen
Geen
Geen
Drijflijn(en)
Aanwezig
Aanwezig
Ondergrond (strand, oever,
Zand
waterbodem) Stromingsrichting water
Zand
Onbekend
Onbekend.
Tussen het eilandje van de
Tussen het eilandje van de
Speelvijver en het Zwemstrand is een Speelvijver en het Zwemstrand is een Zwemsteiger
zwemsteiger aanwezig. Deze steiger zwemsteiger aanwezig. Deze steiger is met name bedoeld voor het breken is met name bedoeld voor het breken van windgolven.
van windgolven.
De Speelvijver wordt is voorzien van Overig
twee bruggen die het eilandje met het Geen strand van de Speelvijver verbind.
Riolering en regenwater Nee, direct aan het strand van de
Nee, direct aan het strand van de
Lozingspunten regenwaterafvoer
Speelvijver zijn geen lozingspunten
Speelvijver zijn geen lozingspunten
van regenwater waargenomen
van regenwater waargenomen
Afstromend wegwater
Nee
Nee
Overstorten rioolstelsel
Nee
Nee
Ongezuiverde lozingen
Nee
Nee
Lozingspunt RWZI
Nee
Nee
Zoetermeerse Plas
Speelvijver
Zwemstrand
De plas wordt voornamelijk gebruikt
De plas wordt voornamelijk gebruikt
door kleinere recreatieboten (open
door kleinere recreatieboten (open
zeilboten), het is niet goed mogelijk
zeilboten), het is niet goed mogelijk
om het water van de Speelvijver te
om het water van de Speelvijver te
bereiken
bereiken
Scheepvaart (recreatie-, beroepsvaart, woonboten)
Vaart, vaarroute
Ja, meer in het zuidelijk gedeelte (Het Ja, meer in het zuidelijk gedeelte (Jacht)havens
Aanlegsteigers
Nieuwe Land) is een jachthaven
(Het Nieuwe Land) is een jachthaven
aanwezig.
aanwezig.
Ja, tussen het Zwemstrand en de
Ja, tussen het Zwemstrand en de
Speelvijver in ligt een steiger die
Speelvijver in ligt een steiger die
gebruikt kan worden op aan te meren. gebruikt kan worden op aan te meren. Woonboten
Nee
Nee
Dieren Bij de Speelvijver zijn tijdens het Huisdieren op strand
veldbezoek sporen van loslopende honden aan de waterlijn
Nee, geen sporen waargenomen
waargenomen Watervogels aanwezig (welke, hoeveel) Ratten
Ter hoogte van de drijflijnen van de
Ja, ter hoogte van het Zwemstrand
Speelvijver zijn 2 meerkoeten
zijn 10 meerkoeten en 3 meeuwen
waargenomen.
waargenomen
Nee
Nee
Niet aanwezig
Niet aanwezig
Ligweide/speelweide begroeid met
Ligweide/speelweide begroeid met
bomen
bomen(gras).
Niet aanwezig
Niet aanwezig
Flora Water Omgeving Algen
Hygiëne Feces aanwezig op strand (vogels, honden, zwemmers, enzovoort.)
Geen feces aanwezig aan de waterlijn, wel sporen van watervogels, honden en paarden.
Geen feces aanwezig aan de waterlijn
Algemene hygiëne
Redelijk schoon
Redelijk schoon
Drijvend vuil
Geen
Geen
Dode dieren
Nee
Nee
Werkzaamheden (baggeren,
Onbekend
onderhoud, oevers)
Onbekend
Zoetermeerse Plas
Speelvijver
Zwemstrand
Omgeving Industrie
Nee
Nee
Weilanden en/of boerderijen
Nee
Nee
Ten zuiden van de Zoetermeerse
Ten zuiden van de Zoetermeerse
Plas loost een gemaal het overtollig
Plas loost een gemaal het overtollig
(regen)water via de
(regen)water via de
Broekwegwetering naar de
Broekwegwetering naar de
Zoetermeerse Plas. Het stedelijk
Zoetermeerse Plas. Het stedelijk
gebied is voorzien van een
gebied is voorzien van een
gescheiden stelsel
gescheiden stelsel
Onbekend
Onbekend
Overig
Overig Soorten waterplanten
-
Doorzicht
Niet gemeten. Redelijk helder water.
Niet gemeten. Redelijk helder water.
Soorten vis
Onbekend
Onbekend
Algemene indruk waterkwaliteit
Water is schoon.
Water is schoon.
Geur
Neutraal
Neutraal
Kleur
Natuurlijk
Natuurlijk
Schuim
Geen
Geen
Ondergrond van het zwemwater
Zand, stevige ondergrond (voormalig Zand, stevige ondergrond (voormalig veengebied)
veengebied)