ZO RGVERZEKERA A RS N ED ERLA N D J A A RBERICHT 2006
ZORGVERZEKERAARS NEDERLAND J A A R B E RIC H T 2 0 0 6
Voorwoord
Het jaar 2006 stond in het teken van de nieuwe Zorgverzekeringswet. Het was een jaar waarin de hoofdrolspelers in de zorg – patiënten, verzekerden, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en de overheid – moesten wennen aan het nieuwe stelsel van zorgverzekeringen. Het besef dat patiënten en verzekerden in het nieuwe zorgstelsel een centrale positie moeten innemen, leeft nu sterker dan ooit tevoren. In de editie 2006 van het jaarbericht van Zorgverzekeraars Nederland plaatsen we de verzekerde en de patiënt daarom in de schijnwerpers. De overheid verlangt meer verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van de burger. Hij of zij moet eigen keuzes maken en verantwoordelijkheid nemen, óók in de zorg. De overheid heeft de keuzevrijheid van de verzekerde en de transparantie op de nieuwe zorgverzekeringsmarkt daarom flink vergroot. De burger is zelf mondiger geworden en gaat actief op zoek naar informatie over zorg en verzekeren. Internet is hierbij een belangrijk medium geworden, bijvoorbeeld voor het vergelijken van producten en prestaties. Via de collectiviteiten hebben ook de patiënten hun krachten gebundeld op de zorgverzekeringsmarkt. Via
de zorgverzekeraar hebben zij een stevige invloed uitgeoefend op de inhoud van het polisaanbod en de kwaliteit van de zorg. Keuzevrijheid is bij deze ontwikkeling het toverwoord. Maar wat als mensen door de bomen het bos niet meer zien? Partijen als consumenten- en patiëntenorganisaties, ledenraden en zorgverzekeraars komen op voor patiënten- en verzekerdenbelangen. Kwaliteit in de zorg staat daarbij steeds meer centraal. Het begrip kwaliteit kent veel aspecten zoals toegankelijkheid, veiligheid voor de patiënt, het hanteren van medische richtlijnen en protocollen en gewoonweg een goede, patiëntvriendelijke service. Kwaliteit – vooral medischinhoudelijke kwaliteit – is echter een begrip dat voor veel verzekerden moeilijk is te beoordelen. De consumenten- en patiëntenorganisaties, ledenraden en zorgverzekeraars zetten zich daarom in om dit begrip steeds transparanter te maken. Aan goede zorg hangt een prijskaartje. De vraag is of zorgconsumenten zich voldoende bewust zijn van de prijs die betaald moet worden voor goede zorg en van zorgkosten die zij zelf maken. Uiteraard moet de zorg altijd en voor iedereen toegankelijk zijn. Maar om te voorkomen dat de
kosten onnodig oplopen moet dit wel op de juiste wijze en op het juiste moment gebeuren. Zorgconsumenten kunnen en moeten hier zelf ook verantwoordelijkheid nemen als gelijkwaardige partij in de zorg. In dit jaarbericht laten wij verschillende professionals in de zorg aan het woord die de rol van de verzekerde en de patiënt vanuit verschillende perspectieven belichten. En we laten ook de verzekerde, patiënt, consument en burger zélf aan het woord. Een verscheidenheid aan reacties en een evenzo grote verscheidenheid aan invalshoeken. De rol van de zorgconsument is nu eenmaal niet in één zin te vangen. Hans Wiegel voorzitter Zorgverzekeraars Nederland
5
Inhoudsopgave
3
Voorwoord Hans Wiegel, voorzitter Zorgverzekeraars Nederland
7
De zorgverzekeraar: inkoper van zorg namens de verzekerde Martin Bontje, algemeen directeur Zorgverzekeraars Nederland
10
De verzekerde in beeld
20 24 28 32 36
De patiënt als sterke derde partij Interview met voorzitter Jopie Verhoeven van de Reumapatiëntenbond De zorgverzekeraar als makelaar Interview met Noor Snijder, lid Ledenraad CZ Een lesje in financieel bewustzijn Interview met drs. Gerjoke Wilmink, directeur van het NIBUD Kenniscentrum als patiëntenwegwijzer Interview met mr. Henk Bosma, lid Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) Eigen initiatief in de zorgwinkel Interview met Adjiedj Bakas, trendwatcher en directeur Dexter Communicatie BV
40
Jaaroverzicht 2006
48
De branche in cijfers
50
Leden
51
Bestuur, Directie en Raad van Advies
52
Colofon
7
De zorgverzekeraar: inkoper van zorg namens de verzekerde Na de invoering van de nieuwe zorgverzekering heeft de verzekerde ‘gestemd met de voeten’ en daarmee een aardverschuiving op de zorgverzekeringsmarkt teweeg gebracht. De invloed van de verzekerde is sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet op 1 januari 2006 aanmerkelijk. Mijn verwachting is dat de verzekerde in de komende jaren nog meer dan nu het geval is, richtinggevend wordt voor de koers die zorgverzekeraars gaan varen. Hoe die koers precies zal uitvallen, hangt echter sterk af van de wind die het nieuwe kabinet in de komende jaren in de zorg laat waaien: uit de hoek van overheidsregulering en aanbodsturing, of uit de richting van gereguleerde marktwerking en vraagsturing. Alleen in een klimaat van gereguleerde marktwerking kan de zorgverzekeraar zich ontwikkelen als een belangenbehartiger van de verzekerden bij de inkoop van zorg. Van oudsher zijn zorgverzekeraars maatschappelijke ondernemers die het belang van de verzekerde hoog in het vaandel hebben staan. Er is een intrinsieke motivatie voor zorgverzekeraars om het belang van de verzekerde voorop te stellen. Het wezenlijke kenmerk van de zorgverzekering is het bieden van toegang tot goede zorgvoor-
zieningen via een natura-of restitutiepolis. Dat brengt een zwaarwegende verantwoordelijkheid jegens de verzekerde met zich mee. In de Gedragscode voor Goed Zorgverzekeraarschap hebben de zorgverzekeraars vastgelegd hoe zij vanuit een aantal kernwaarden de belangen van de verzekerde bij een goede gezondheidszorg willen behartigen. Tot deze kernwaarden behoren zekerheid, betrokkenheid en solidariteit. De verzekerde dient er zeker van te zijn dat de verzekeraar zijn verplichtingen nakomt, zich betrokken toont bij de verzekerde die tijdig adequate zorg nodig heeft en zich inspant voor het ontwikkelen en in stand houden van een solidair systeem waarin goede zorg voor iedereen toegankelijk is. Naast deze intrinsieke motivatie maken de ingrijpende veranderingen op de zorgverzekeringsmarkt het onvermijdelijk om nog scherper te koersen op het belang van de verzekerde. Met een volledige nominale premie en één basisverzekering kan de verzekerde snel een weloverwogen keuze voor een zorgverzekeraar maken. Om de keuzevrijheid zo optimaal mogelijk te maken, hebben zorgverzekeraars branchebreed afspraken gemaakt om het wisselen van verzekeraar zo makkelijk mogelijk te maken. Er
is een gezamenlijke opzegservice ontwikkeld. Verzekeraars hebben geen selectie toegepast voor de meeste aanvullende verzekeringen om chronische patiënten en ouderen evenveel keuzevrijheid te bieden. Een grote verworvenheid van het nieuwe zorgverzekeringsstelsel is dat chronisch zieken en gehandicapten evenveel van zorgverzekeraar veranderen als jonge, gezonde verzekerden. Met collectiviteiten spelen verzekeraars in op de wensen en behoeften van specifieke groepen verzekerden zoals sporters, ouderen en chronische patiënten. De scherpe koers op de verzekerde heeft hem of haar ook het nodige premievoordeel opgeleverd. Atos Consulting berekende dat de verzekeraars dit jaar door de concurrerende premiestelling gemiddeld 50 euro per verzekerde op de premie voor de basisverzekering toeleggen. De grote mobiliteit en de scherpe premiestelling laten zien dat het marktmechanisme in de zorgverzekeringsmarkt werkt. Op korte termijn leidt het tot een betere betaalbaarheid voor de verzekerde. Maar concurrentie op basis van de premie is niet het enige doel van de stelselherziening. Naast een betere betaalbaarheid en toeganke-
9
lijkheid moet het nieuwe zorgstelsel uiteindelijk ook leiden tot een betere kwaliteit van zorg en service aan de patiënt. De afgelopen twintig jaar hebben we gezien hoe de sturingsmogelijkheden van de overheid tekort geschoten zijn om deze drie fundamentele doelen van het zorgstelsel te realiseren. Met de herziening van het zorgstelsel wil de overheid de zorgverzekeraar nu in de positie brengen van inkoper van zorg, die kwalitatief goede zorg inkoopt en door scherp te onderhandelen de kosten van de zorg beheerst. Daarmee dienen zorgverzekeraars het belang van alle verzekerden. De jonge, gezonde verzekerde kijkt allereerst naar de premie en dit vereist een doelmatige uitvoering van de zorgverzekering en een zinnig gebruik van de zorg zelf. In het geval van ziekte moet hij erop kunnen vertrouwen dat er snel kwalitatief goede zorg is. De chronische zieke en oudere verzekerde letten vooral op de inhoud van de polis en de kwaliteit van het zorgaanbod. Aan de zorgverzekeraars de zware opgave om nu de belangen van alle verzekerden met elkaar in balans te brengen en de solidariteit tussen deze twee groepen in stand te houden. Er wordt wel eens getwijfeld of zorgverzekeraars kunnen fungeren
10
als vertegenwoordiger van de verzekerde bij de inkoop van zorg. Doelmatigheid en kwaliteit gaan volgens velen niet samen. Diverse gezondheidszorgeconomen hebben echter overtuigend aangetoond dat in de gezondheidszorg – zoals in elke bedrijfstak – de kosten omlaag kunnen en de kwaliteit omhoog als zorgaanbieders expertise ontwikkelen, de efficiency vergroten en het zorgverleningsproces organiseren rondom patiënten en specifieke aandoeningen in plaats van rond medische specialismen en beroepsgroepen. Als inkopers van zorg kunnen zorgverzekeraars garanties over de kwaliteit van zorg bedingen en deze vastleggen in contracten. ZN geeft jaarlijks een inkoopgids met kwaliteitsindicatoren uit die zorgverzekeraars kunnen gebruiken voor de zorginkoop. Voor het meten van ervaringen van patiënten met de zorg hebben zorgverzekeraars de Stichting Miletus opgericht. Daarnaast betrekken zorgverzekeraars de patiëntenorganisaties steeds intensiever bij de inkoop van zorg. Zorgverzekeraars, zorgaanbieders en patiënten en consumenten hebben gezamenlijk al vele initiatieven genomen om de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Deson-
danks is er aan de zorgkant van het stelsel structureel nog weinig veranderd. Als de zorgverzekeraars de verwachtingen omtrent hun rol als zorginkoper namens de verzekerde willen waarmaken zullen na de ingrijpende hervorming van het zorgverzekeringsstelsel eerst de knelpunten in de zorg zelf moeten worden opgelost. Prioriteit hebben de verbetering van het DBC-systeem en het beschikbaar stellen van objectieve informatie over kwaliteit. Zorgverzekeraars en zorgverzekerden tasten nog steeds in het duister als het gaat om de kwaliteit van de zorg. Dat inzicht is des te belangrijker gezien de grote verschillen in kwaliteit tussen artsen en zorginstellingen. Zonder een goed inzicht in de kwaliteit van zorg blijft de doelstelling om zorgverzekeraars en zorgverzekerden invloed uit te laten oefenen op de kwaliteit van de zorg buiten bereik. In de komende periode willen de zorgverzekeraars daarom gezamenlijk met patiënten en consumenten optrekken om een optimale toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van de zorg bij de overheid en de zorgaanbieders te bedingen. Martin Bontje algemeen directeur Zorgverzekeraars Nederland
er zijn 16,3 6 miljoen zorgcons u menten in nederland 12
BRON CBS DECEMBER 2006
67 % hee f t gekozen voor nat u ra p olissen B R O N V E K TIS M EI 2 0 0 6
13
9 3 % H E E F T G E K O Z E N V O O R É É N O F M E E R D E R E A A N V U L L E N D E V E R Z E K E RIN G E N 14
B R O N V E K TIS M EI 2 0 0 6
9 5 % V A N D E V E R Z E K E R D E N H E E F T NIE T G E K O Z E N V O O R E E N V RIJ WIL LIG EIG E N RISIC O B R O N V E K TIS M EI 2 0 0 6
15
7 2 % V O L G T O N T WIK K E LIN G E N O P H E T G E BIE D V A N D E G E Z O N D H EID S Z O R G 16
B R O N: T E A M VIE R 2 0 0 6
18 % V A N D E V E R Z E K E R D E N is overgesta p t naar een andere zorgverzekeraar B R O N V E K TIS M EI 2 0 0 6
17
A A N T A L C O L L E C TIE F V E R Z E K E R D E N: 4 6 % 18
B R O N V E K TIS M EI 2 0 0 6
A A N T A L IN DIVID U E E L V E R Z E K E R D E N: 5 4 % B R O N V E K TIS M EI 2 0 0 6
19
gekozen voor nat u ra p olissen: 67 % 20
B R O N V E K TIS M EI 2 0 0 6
gekozen voor restit u tie p olissen: 2 5 % B R O N V E K TIS M EI 2 0 0 6
21
De patiënt als sterke derde partij
Patiënten vormen in het krachtenveld van de zorg inmiddels een hele sterke derde partij, vindt voorzitter Jopie Verhoeven van de Reumapatiëntenbond. ‘Er moet nog veel gebeuren, maar we staan nadrukkelijk op de kaart.’ De patiënt is, als ze erover nadenkt, veranderd van iemand die bij debatten over patiëntenbelangen mocht zitten en soms zelfs iets mocht zeggen, in een zelfbewuste zorgconsument met wie ernstig rekening wordt gehouden.
22
‘De kanteling van onmondig en onzichtbaar naar zelfbewust en mondig is sinds de jaren negentig heel geleidelijk gegaan’, zegt ze. ‘Er zijn zorgkantoren gekomen, de AWBZ is gemoderniseerd, er kwam persoonsgebonden financiering. Dat waren ijkpunten. Patiënten kregen een eigen budget, konden zelf zorg inkopen en bleken in staat om zorgarrangementen te kiezen waar zorgverzekeraars nog niet aan dachten. De toenemende regie over het eigen leven had tot gevolg dat patiëntencollectieven zich gingen roeren. Ze bundelden hun krachten en beseften dat je met een sterke lobby veel kunt bereiken.’ Verhoeven (63), die zelf reuma heeft, heeft daar persoonlijk veel aan bijgedragen. Eind 1990 moest ze haar baan als hoofd Personeel & Organisatie bij een sociale werkvoorziening in Brabant vanwege reuma ‘en een aantal andere aandoeningen’ opgeven. Ze belandde in de WAO en stortte zich daarna op belangenbehartiging van patiënten. Via de oprichting van een plaatselijk gehandicaptenplatform werd ze actief in een regionaal patiënten-consumentenplatform. Ze kreeg een persoonsgebonden budget en raakte betrokken bij Per Saldo, een landelijke organisatie van budgethouders. Sinds zes jaar is ze onder andere voorzitter van de Reumapatiëntenbond, waarbij ruim 30.000 leden (van de in totaal 2,1 miljoen reumapatiënten in Nederland) zijn aangesloten. ‘Inderdaad, ik ben behoorlijk breed vertegenwoordigd in de patiënten-consumentenbeweging.’ Een belangrijk onderdeel van de belangenbehartiging van de Reumapatiëntenbond is het oplossen van de ‘definitiekwestie’. Verhoeven gaat daarvoor aan de slag met artsen en verzekeraars. Geen overbodige luxe, vindt ze. ‘Waar ’t bijvoorbeeld knelt in reumaland is bij de groep van circa 1,2 miljoen artrosepatiënten en hun vergoeding voor fysiotherapie. De aandoening komt niet voor op de ‘lijst-Borst’ en is dus niet aangemerkt
als chronische ziekte. Fysiotherapievergoeding is dan beperkt. Veel artrosepatiënten krijgen te horen: je moet ermee leven, het hoort bij de veroudering. Pas als de reumatoloog zegt dat het artrose is, wordt fysiotherapie door een aantal verzekeraars volledig vergoed. Maar veel artrosepatiënten komen niet verder dan hun huisarts. Tenzij ze heel assertief zijn.’
Discussie Artrose is verder onvoldoende opgenomen in de verevening, zegt ze. ‘Met diabetes is dat uitstekend gelukt, net als met reumatische artritis en de ziekte van Bechterew. Maar artrose is slecht ‘gedekt’. Dat heeft vooral te maken met de discussie in reumaland: valt een reumatische aandoening binnen de reumatologie of binnen een ander vakgebied? Soms worden onze leden vermalen door deze definitiekwestie. Wij willen dus heldere ziektedefinities. En we willen af van een onderscheid tussen bijvoorbeeld artrose en ouderdomsslijtage. Dat is namelijk hetzelfde. Toch wordt de noodzakelijke fysiotherapie voor het eerste vergoed, voor het laatste niet.’ Inmiddels is de bond bij twee verzekeraars bezig met het verhelderen van deze definities. ‘We willen zo helder mogelijk weten waar onze doelgroep recht op heeft. Verder zetten we ons in voor een goede ketenzorg: ook huisartsen moeten een helder protocol hebben wat te doen bij diverse reumatische aandoeningen. Snel doorverwijzen en bijvoorbeeld binnen een week terecht kunnen bij de reumatoloog kan voorkomen dat sommige ziekten verergeren en dat onnodige gewrichtsschade optreedt.’ Daarnaast richt de Reumapatiëntenbond zich op zorgaanbieders. ‘We overleggen met hen wat de beste zorg voor reumapatiënten is. Er zijn grote verschillen per ziekenhuis. Maar bij gewrichtsvervangende operaties is goedkoop vaak duurkoop. Datzelfde geldt voor het
23
toenemend verstrekken van generieke geneesmiddelen, die door veel reumapatiënten slechter worden verdragen dan de duurdere merkgeneesmiddelen. We pleiten er dus voor dat voor reumapatiënten geen geneesmiddelen worden uitgesloten.’
Voordelen Een collectiviteit heeft voor de individuele verzekerde dus zeker voordelen, wil Verhoeven maar zeggen. ‘Gek genoeg hebben we in het nieuwe zorgstelsel niet zozeer ingezet op de prijs, al krijgen we wel een paar procent premiekorting. Dat is mooi meegenomen. Maar we willen vooral góede reumazorg: toegankelijk, beschikbaarheid van de benodigde geneesmiddelen, goede ketenzorg, aandacht voor bewegingsprogramma’s. En in de aanvullende verzekeringen graag een paar extra’s, zoals een tegemoetkoming voor een kuurreis. Tot nu toe hebben twee verzekeraars onze wensen gehonoreerd. Met de rest zijn we in onderhandeling.’ Hoe heeft Verhoeven overigens haar eigen positie als reumapatiënt versus ‘de verzekeraar’ in tien jaar tijd zien veranderen? ‘Ik ben altijd particulier verzekerd geweest. Ik was tevreden over mijn zorgverzekeraar en verkeerde dus in een riante positie. Maar bij veel andere reumapatiënten, particulier én ziekenfonds, lag dat anders. Zij hadden te maken met dure standaard pakketpolissen, met risicoselectie bij een eventuele overgang naar een particuliere verzekering. Of ze konden niet van de ene particuliere verzekering naar de andere overstappen. Voor onze doelgroep was het oude systeem dus zeer beperkend.’ Of het nieuwe zorgstelsel – met marktwerking – zorgt voor een betere prijs-kwaliteitverhouding, kan Verhoeven nog niet zeggen. ‘Daarvoor is het nog te vroeg. De echte prikkels tot het bieden van een betere kwaliteit beginnen net op gang te komen. Er
24
moet op dat vlak nog veel gebeuren. En de gemiddelde verzekerde kan niet bepalen of wat hij betaalt in verhouding staat tot wat hij ervoor terug krijgt. Daarom is het belangrijk dat er kwaliteitsmetingen komen, waarbinnen het perspectief van de patiënten een belangrijke plaats inneemt. Daarvoor is nu een onafhankelijk instituut in oprichting. Bovendien moet de Zorgconsumentenwet er komen, vinden wij. Die geeft de patiënt een juridisch sterkere positie.’ Jopie Verhoeven voorzitter van de Reumapatiëntenbond
‘Bij het woord ‘collectiviteit’ heb ik altijd het gevoel dat mensen te snel over de streep worden getrokken om zich aan te sluiten. Het biedt naar mijn idee een soort schijnveiligheid. Zelf ben ik via mijn werkgever collectief verzekerd. Ik heb vooral gekeken welke pakketten
het beste zijn voor mijn kinderen. Met de twee jongste komen we regelmatig in het medische circuit. Het klopt dat de gemiddelde patiënt moeilijk kan beoordelen of wat hij betaalt in verhouding staat tot wat hij ervoor krijgt. Je betaalt een bepaald bedrag per maand en het
ene jaar doe je een minder groot beroep op je verzekering dan het andere. De zorgverzekering is duur, maar de kosten die je soms werkelijk maakt, zijn vele malen hoger. Ik bots soms wel op tegen bureaucratie. Erg vervelend, zeker als je al niet lekker in je vel zit.’
Jacqueline de Jong-Koops (43), juriste, getrouwd, moeder van vier kinderen
25
De zorgverzekeraar als makelaar
De ledenraad van een zorgverzekeraar kan dienen als een kritische luis in de pels. Dat geldt zeker voor die van CZ, vindt Noor Snijder. Zij is als raadslid nauw betrokken geweest bij onder andere de recente fusie met zorgverzekeraar OZ en bij de premievaststelling.
In een ziekenhuis is nachtdialyse tijdelijk niet meer mogelijk. Toevallig zit een betrokkene bij dit ziekenhuis ook in de ledenraad van zorgverzekeraar CZ, waar hij de kwestie aankaart. De zorgverzekeraar gaat ter plekke kijken en zorgt voor een oplossing. ‘Korte lijnen, snel gerealiseerd’, zegt Noor Snijder, eveneens lid van de CZ-ledenraad. Ze noemt dit als voorbeeld van hoe verzekerden via de ledenraad van een zorgverzekeraar invloed kunnen uitoefenen. Snijder (47), diëtiste/verpleegkundige/zorgmanager, maakt sinds 2003 deel uit van de ledenraad van CZ, die drie tot vier keer per jaar vergadert. De leden geven advies, onder meer vanuit hun eigen professionele achtergrond. Ze stellen de jaarrekening vast, zijn betrokken bij het vaststellen van de premies en bij de benoeming van de Raad van Bestuur. Bovendien is de ledenraad bevoegd tot het wijzigen en ontbinden van de statuten. ‘We hebben dus een klankbordfunctie en fungeren ook als luis in de pels. We hebben stemrecht en een belangrijke adviserende rol. Bovendien krijgen wij ook de stukken die naar de toezichthoudende Raad van Commissarissen gaan. Het reilen en zeilen van deze zorgverzekeraar is dus transparant.’
Platform Sinds de fusie met OZ Zorgverzekeringen zijn onder meer zogenaamde verzekerden-adviesplatforms ingesteld. Elk platform telt maximaal vijfentwintig leden, afkomstig uit de ledenraad en de verzekerden, van wie een aantal met een chronische aandoening. ‘Een goed initiatief’, vindt Snijder. ‘We zijn hiermee verankerd in de regio’s en staan dichter bij de verzekerden. In de adviesplatforms hoor je vanuit de praktijk waar verzekerden bij hun zorgverzekeraar tegenaan lopen. Dat wordt besproken met de Raad van Bestuur van de zorgverzekeraar, die gericht verbeteringen kan aanbrengen. De platforms fungeren dus als klankbord.’
26
Deze stap richting patiënt sluit goed aan bij de veranderende positie van de verzekerde, die meer en meer ‘zorgconsument’ wordt. Wat vind Snijder trouwens van die benaming, alsof iemand door de supermarkt loopt? ‘Ik weet niet of je alles moet uitdrukken in termen van consument of producent. Ik spreek liever over de mondige patiënt, iemand die serieus wil worden genomen. Nederland heeft een toegankelijke zorg. Patiënten kunnen veel informatie verzamelen, doorvragen etcetera, maar ze weten doorgaans niet of een arts of een ziekenhuis kwalitatief goed zijn. Daarom zijn onafhankelijke kwaliteitscriteria zo belangrijk.’ Snijder vindt dat de toegenomen invloed van de patiënt verder blijkt uit de alom aanwezige patiëntenverenigingen, de cliëntenraden in allerlei instellingen en de klachtenfunctionarissen in ziekenhuizen. ‘Klachten worden zeker serieus genomen, al blijkt circa tachtig procent van de klachten en problemen het gevolg te zijn van gebrekkige communicatie. Wat natuurlijk ook heel vervelend is.’
Stoel Uit de hoek van de politiek, zorgaanbieders en branche-organisaties komt soms de kritiek dat ‘de’ zorgverzekeraar wat al te gretig lonkt naar de stoel van de arts. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en de Orde van Medisch Specialisten zijn bijvoorbeeld van mening dat het evenwicht tussen de verschillende partijen in gevaar komt wanneer zorgverzekeraars een zwaarder stempel op de aanbiederskant willen drukken. Snijder kent dergelijke kritiek vooral vanuit de ziekenhuiswereld. ‘Specialisten beklagen zich soms, omdat ze vinden dat ze naar de pijpen van de verzekeraars moeten dansen. Zij voelen wat de huisarts ook voelt. Die frictie is nooit helemaal op te lossen. Er zal altijd een zeker spanningsveld blijven bestaan tussen
27
kwantiteit en kwaliteit: tussen de zorgvraag van de patiënt enerzijds en het medische aanbod anderzijds. De verzekeraar zit daar als een makelaar tussenin. Hij kan een goede rol spelen bij het bemiddelen voor de patiënt, zorgen dat deze snel en goed kan worden geholpen. Maar de zorgverzekeraar gaat ook over het geld. In die zin heeft hij een dubbele rol. En als specialisten zeggen dat alleen zíj het beste kunnen bepalen welke zorg van goede kwaliteit is, zit daar ook wel een kern van waarheid in. We moeten ervoor waken dat een van drieën doorschiet.’ Hoe zou Snijder trouwens zelf de verhouding patiëntaanbieder-zorgverzekeraar omschrijven? Ze hebben elkaar ondanks verschillen en tegenstellingen nodig, daar komt haar antwoord in het kort op neer. ‘Bij zorgaanbieders zie je veel kwaliteitsverschil. Een gemiddelde patiënt weet dat niet. Hij weet alleen of een arts aardig is, niet of ie goed is. De zorgverzekeraar ziet er als een soort zorggids op toe dat de arts gecertificeerd is, etcetera. Patiëntenorganisaties krijgen echter steeds meer invloed op de inkoop van goede zorg. Dat is een belangrijke taak. Natuurlijk zal een zorgverzekeraar af en toe zeggen: het kan ook minder of anders. Dat kan leiden tot zorgvernieuwing, waar voor verzekeraar en patiënt veel winst mee te behalen is.’ Noor Snijder lid Ledenraad CZ
28
‘Als een verzekerde zich erin verdiept, kan hij of zij best goed beoordelen of een ziekenhuis of arts goed zijn. Via internet is veel informatie te vinden, maar je moet wel de weg weten. Naar een zorgverzekeraar stappen voor informatie of bemiddeling, zou niet mijn eerste stap zijn. Hoewel ze de laatste tijd wel meer adverteren met wacht-
tijdbemiddeling of vergoeding van een ingreep over de grens. Ik vind de zorg over het algemeen goed toegankelijk, deels doordat ik ook mensen in het regionale ziekenhuis ken. Dat komt de snelheid wel ten goede. Met huisartsen ligt het lastiger. Mijn vorige was super, die kon ik altijd bellen. Mijn huidige huisarts doet aan time manage-
ment; voor een tweede vraag tijdens een consult moest ik maar een nieuwe afspraak maken. Vooral met kinderen is de bereikbaarheid van de huisarts belangrijk. De locatie van veel huisartsenposten is vaak achteraf en niet echt ideaal. Bovendien kén je die huisartsen meestal niet.’
Joyce Uittenbogaard (48), accountmanager, getrouwd, moeder van vier kinderen
29
Een lesje in financieel bewustzijn
De gemiddelde verzekerde heeft vermoedelijk weinig besef van wat ‘de zorg’ kost, denkt drs. Gerjoke Wilmink, directeur van het NIBUD. Misschien een idee, oppert ze, dat zorgverzekeraars hun klanten jaarlijks een overzicht geven: u hebt dit jaar zoveel gekost. ‘Verzekerden hebben er nu in elk geval nauwelijks zicht op. Zij zullen vooral kijken naar wat het hen zelf aan premies kost en welke zorgverzekering hen het meest te bieden heeft.’
30
Pas wanneer een verzekerde een rekening onder ogen krijgt voor, pakweg een beugel of een behandeling in het ziekenhuis, zal hij zich realiseren dat ‘zorg’ duur kan zijn, zegt Gerjoke Wilmink (46). ‘Je schrikt van de prijzen van ingrepen en behandelingen. Maar meestal krijg je die niet onder ogen, omdat rekeningen doorgaans rechtstreeks naar de zorgverzekeraar gaan. Patiënten houden zich in praktijk dus amper bezig met de vraag: wat heb ík de zorg gekost? Misschien zijn ze het afgelopen jaar vaak naar de huisarts of de fysiotherapeut geweest.’ Pas vorig jaar zijn mensen iets meer op de centen gaan letten, zegt Wilmink, die aan het hoofd staat van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting. ‘Ze konden kiezen voor een hoger of lager eigen risico. En probeerden in te schatten of ze de kosten eruit zouden krijgen. Maar ik denk dat algemeen kostenbewustzijn bij de meeste verzekerden ontbreekt. Vaak zie je ook helemaal niet wat een verzekeraar voor jouw behandelingen heeft betaald.’ En op dat punt zou het voor zorgverzekeraars kunnen lonen als ze hun klanten wat meer proberen op te voeden, vindt ze. ‘Ze zouden hun verzekerden jaarlijks een overzicht kunnen geven: u hebt dit jaar zoveel gekost. Ik weet niet of mensen door dit inzicht minder vaak naar de huisarts gaan of gezonder gaan leven. Maar het zóu het financieel bewustzijn kunnen beïnvloeden. Hoewel het ook een onbedoeld averechts effect kan hebben: als iemand weinig medische zorg nodig heeft gehad, kan hij het jaar erop besluiten om een zo hoog mogelijk eigen risico te nemen. Dat kan dan wel eens ten koste gaan van de betaalbaarheid. Maar gelukkig hoef ik die keuze niet te maken.’ Inzicht geven in kosten is onveranderd belangrijk, zegt ze. En niet meer alleen voor mensen met een kleine beurs, op wie het NIBUD zich in de jaren tachtig vooral richtte. ‘Nu heeft iedereen meer eigen verantwoorde-
lijkheid, ook de minima. Voorheen wás het ziekenfonds er gewoon. Nu is er de zorgtoeslag, maar je moet er wel zelf achteraan. Daarnaast hebben we door automatische afschrijvingen, chip, pin en creditcard moeten leren denken in transacties. Een nieuw soort denken, die vergt dat mensen beter met geld moeten leren omgaan. We blijven dus erg nodig.’
Moeite Zijn mensen voldoende voorbereid op het nieuwe zorgstelsel? Wilmink weet niet of er genoeg moeite is gedaan of dat mensen het gewoon nog niet helemaal konden bevatten. ‘Het is wel bekend dat veel mensen met een laag inkomen niet goed de weg weten naar inkomensondersteuning. Veel van dat geld, bedoeld voor senioren met alleen AOW of voor mensen met een laag inkomen, blijft op de plank liggen. Marktwerking is mooi, maar er is wel veel op mensen afgekomen. De vraag is of zij weten waar ze recht op hebben. En zo ja, of ze daar gebruik van maken. Vaak moeten ze bij verschillende loketten zijn. Dan laten ze het er soms bij zitten. Of ze schamen zich om hun hand op te houden.’ Het is lastig, zegt ze, om kwetsbare groepen zoals senioren, migranten en mensen met een laag inkomen te bereiken. ‘Al lukt het met een beetje moeite wel, via huis-aan-huisbladen en regionale televisie. Of voor senioren via omroep Max of ouderenbonden. Wij vinden het zelf moeilijk om volwassen migranten te bereiken. Dat zijn grote, gemêleerde groepen. Voor zorgverzekeraars zal dat ook lastig zijn.’
Kostenbewust Verzekerden zijn samen verantwoordelijk voor het vullen van de collectieve pot met geld. Hoe meer mensen aanspraak maken op deze pot, hoe meer geld erin moet. Als we alle verzekerden op één hoop
31
gooien, wat weten die dan gemiddeld af van het principe ‘verzekeren’? ‘Als mensen een paar keer vaker naar de huisarts zijn geweest dan misschien medisch strikt noodzakelijk, voelen zij dat waarschijnlijk niet als misbruik’, zegt ze. ‘Om in dat besef verandering te brengen, zou je een collectieve mentaliteitsverandering moeten bewerkstelligen. Dat is moeilijk. Wat niet wegneemt dat mensen best wat kostenbewuster zouden kunnen zijn door met niet-urgente klachten niet naar de huisartsenpost of spoedeisende hulp te gaan, maar ermee tot maandag te wachten.’ Stel, dat de zorgconsument zich toch meer bewust wordt van wat de zorg – en zijn aanspraak daarop – kost, heeft dat dan invloed op de solidariteit? Zal hij dan met plezier blijven bijdragen aan de medische kosten voor rokers, drinkers en dikkerds? Wilmink vindt dat een moeilijk te beantwoorden vraag. ‘Je zit dan op het terrein van de ethiek en de maatschappelijke discussie, waaraan zorgverzekeraars, patiënten, zorgaanbieders en politiek deelnemen. Aan de zorgverzekeraars de lastige taak om de zorg betaalbaar te houden. Zij vervullen daarin een voortrekkersrol. Vlak ook de zorgaanbieders niet uit. Ook hun rol bij het betaalbaar houden van de zorg is belangrijk.’ In het algemeen, zegt Wilmink, zijn we gewend dat er goed voor ons wordt gezorgd als we ziek zijn. ‘Daarom is hameren op het belang van collectiviteit belangrijk. Het verzekeringssysteem werkt ook in de zorg alleen goed als we het samen doen. Maar er wordt op allerlei terreinen wel aan de collectiviteit geknaagd; pensioenen worden niet meer automatisch geïndexeerd, vroeg stoppen met werken wordt uitgesteld. Onze maatschappij wordt meer en meer een risicomaatschappij. Mensen moeten meer zelf regelen. Dat is niet erg, maar groepen voor wie dit moeilijk is, moeten wel
32
goed worden begeleid. Het belangrijkste is dat de zorg voor iedereen toegankelijk en goed geregeld is.’ drs. Gerjoke Wilmink directeur van het NIBUD
‘Ik heb wel een aardig beeld van wat de zorg kost. Ik was voorheen ook particulier verzekerd en kreeg de rekeningen zelf binnen. Wat medisch specialisten kosten, weet ik niet. Wél dat een huisarts voor een consult van tien minuten vroeger ongeveer dertig euro rekende. Belachelijk veel. Ik ben me dus wel bewust van wat medische zorg kost, al mag het best
doorzichtiger. Ik kreeg laatst een verwijzing te zien naar een aantal declaraties van de huisarts, met een opsomming van een reeks hele kleine bedragen die ik niet thuis kon brengen. Als je bedenkt hoeveel tijd er wordt besteed aan dit soort specificaties. Voor een consument is dat ondoorzichtig en ingewikkeld. Ik vind het een goed idee als mijn verzekeraar mij jaarlijks een
overzicht zou sturen van mijn zorgkosten. Mits duidelijk opgschreven, geeft dat inzicht in je verbruik. Of dat ook leidt tot ander gedrag bij verzekerden, weet ik niet. Maar je kunt je verzekering dan beter laten aansluiten bij wat je denkt nodig te hebben. Calculerend, maar die keuzevrijheid vloeit voort uit het nieuwe zorgstelsel.’
Adrie den Blanken (46), ICT’er, woont samen, vader van twee kinderen
33
Kenniscentrum als patiëntenwegwijzer
Met de patiëntenrechten op zich is het, los van een aantal lacunes en tekortkomingen, in Nederland goed gesteld, vindt mr. Henk Bosma van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ). ‘Maar de vraag is of de patiënt die rechten ook goed kent. Nee, dus. Patiënten zijn daardoor geen volwaardige partij, terwijl ze dat als zorgconsument wel zouden moeten zijn.’ Hoog tijd voor de oprichting van een laagdrempelig kennis- en adviescentrum als vraagbaak en wegwijzer voor de patiënt.
34
Hoe is het gesteld met de Nederlandse patiëntenrechten? En hoe krijg je de informatie hierover op de plaats waar ze hoort: bij de patiënt? Over die vragen heeft de RVZ, een onafhankelijk adviesorgaan, zich kort geleden op verzoek van de minister van Volksgezondheid gebogen. Is de Nederlandse patiënt gebaat bij een Zorgconsumentenwet, zoals de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) bepleit? De minister vroeg de RVZ om nader advies. En om een inventarisatie van wat er aan patiëntenwetten bestaat, waar lacunes of tekortkomingen zitten en hoe die mogelijk zijn op te vullen of te repareren. Want de moderne zorgconsument wordt in wezen beschouwd als de sleutel tot het welslagen van het nieuwe zorgstelsel. Dan moet hij wel weten waar hij aan toe is. En waar hij terecht kan met vragen, klachten en wensen. Een nieuwe Zorgconsumentenwet is niet de oplossing om de positie van de patiënt te verstevigen, vindt de Raad, in tegenstelling tot de NPCF. Zo’n wet kan namelijk nooit alomvattend zijn. Het onder één noemer brengen van teveel verschillende onderwerpen – wetten over behandeling, opname, klachtrecht, tuchtrecht, burgerlijk en strafrecht – zou juridisch te ingewikkeld zijn. Het zou, zo vindt de Raad, bovendien niets toevoegen aan de rechtspositie van de patiënt. En al helemaal niet leiden tot een grotere toegankelijkheid van patiëntenrechten. ‘Dat laatste is juist heel belangrijk’, zegt Henk Bosma (63), oud-bestuursvoorzitter van PinkRoccade, raadslid van de RVZ en mede-opsteller van het advies De patiënt beter aan zet met een Zorgconsumentenwet? ‘Meestal is er niets aan de hand. Behalve als er bij een behandeling iets fout gaat of als je wilt klagen. Je moet dan weten wat je moet doen en bij wie je moet zijn: klachtrecht, tuchtrecht, civielrecht, interne klachtencommissie? De kennis daarover is versnipperd
over veel instanties. Daarom zien we het liefst één kennis- en adviescentrum, ondergebracht bij een al bestaande organisatie. Het moet een laagdrempelige vraagbaak, wegwijzer en vertaalinstantie worden die je kan vertellen: als je dit wilt, moet je dát doen.’
Onderdelen In patiëntenrechtenland, licht Bosma toe, gaat het om grofweg vier belangrijke onderdelen: het recht om te kiezen, recht op informatie, recht op verantwoorde zorg en klachtrecht. De moderne patiënt moet immers een zorgconsument worden die op basis van vergelijkbare informatie rationele keuzes kan maken en daarmee zorgaanbieders en zorgverzekeraars aanzet tot kwaliteitsverbetering, heet het in het nieuwe RVZadvies. ‘Dat is niet reeël’, zegt Bosma. ‘De gemiddelde patiënt doet dat niet. Hij is nog geen volwaardige partij. Dus moet je ‘m daarbij helpen.’ Waar de verzekerde volgens Bosma het meest bij gebaat zou zijn is inzicht krijgen in kwaliteitsnormen en resultaten van bijvoorbeeld ziekenhuizen. ‘Hij kan dan vergelijken, nog voor er iets met hem aan de hand is. Hij moet kunnen weten waar hij het beste terecht kan voor specifieke aandoeningen en ingrepen, bijvoorbeeld een hernia-operatie. Ik heb het dan niet over de jaarlijkse Elsevier- of AD-enquête, omdat die op dit punt absoluut niet toereikend zijn. Zo’n vergelijkend kwaliteitssysteem ontbreekt in Nederland, maar wordt nu wel onvermijdelijk.’ Tenminste, als de zorgverzekeraars hun taak serieus nemen. ‘Zij zullen meer de nadruk moeten en gaan leggen op zorginkoop. En daarbij niet alleen op prijs maar vooral ook op kwaliteit moeten toetsen. Daarmee kunnen zij zich onderscheiden en patiënten aan zich binden. Zorgverzekeraars hebben dus belang bij duidelijke informatie over kwaliteit en resultaten van zorg.’
35
Normen Terugkomend op het recht op verantwoorde zorg: is dat zorg die voldoet aan de minimale kwaliteitseisen? Of is dat zorg volgens ‘de stand van de wetenschap en praktijk’, met andere woorden: innovatieve en mogelijk duurdere zorg? Echte normen voor verantwoorde zorg ontbreken vooralsnog of zijn niet altijd helder. ‘Terwijl die juist voor de patiënt belangrijk zijn: waar heeft hij of zij bij specifieke aandoeningen recht op? En dan niet alleen op gezag van de dokter of de zorgverzekeraar, maar van een onafhankelijke instantie als een kennisen adviescentrum.’ De RVZ vindt verder dat zorgaanbieders en zorgverzekeraars de kennis over ‘de stand van de wetenschap en praktijk’ bij hun verzekerden onder de aandacht moeten brengen. ‘De belangen van verzekerde en zorgverzekeraar zullen niet altijd parallel lopen. Misschien biedt de verzekeraar in sommige gevallen een bepaalde ingreep aan, terwijl de verzekerde liever een andere en mogelijk duurdere behandeling wil. Als deze laatste op basis van de stand van de wetenschap en praktijk de beste behandeling is, dan moet de patiënt weten dat hij daarvoor in aanmerking kan komen.’ Onder ‘verantwoorde zorg’ verstaat Bosma ook tijdige behandeling. ‘Dat is een van de lacunes in de huidige patiëntenwetgeving, die wat explicieter benoemd zou moeten worden. Bijvoorbeeld: voor die en die ingreep zou een patiënt niet langer dan maximaal xxx weken of maanden moeten wachten.’ Waar is volgens Bosma overigens de grootste winst te behalen in de verhouding tussen verzekerde en zorgverzekeraar: bij het recht om te kiezen, het recht op informatie en verantwoorde zorg, of bij het klachtrecht? ‘In het algemeen: bij de vlotheid van de zorgverzekeraar. Worden declaraties snel betaald, komt er snel uitsluitsel over vergoedingen, verloopt
36
de administratie soepel? De meeste verzekeraars hebben vorig jaar administratief een zware dobber gehad. Het was een kwestie van geduld voordat alles weer soepel verliep.’ mr. Henk Bosma lid Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ)
‘Second opinion, inzagerecht, klachtrecht: ik ken mijn rechten wel. Maar waar ik ze precies moet halen, zie ik wel als het zover is. Lang geleden had ik een keer te maken met de klachtencommissie van een lokaal ziekenhuis. Dat ging wat informeler dan
misschien gebruikelijk; ik belandde bij de specialist op de koffie in zijn bungalow. De zaak is uitgesproken. Het kennis- en adviescentrum, waar de RVZ voor pleit, is misschien wel handig. Het kan patiënten de weg wijzen. Maar daarmee wordt dé klacht over het huidige zorgstelsel
niet afgedekt, namelijk de wachtlijsten die voortvloeien uit de budgettering van de zorg. Ik vind het een nationaal schandaal dat wachtlijstbemiddeling een vak is geworden. Ik had gehoopt dat het nieuwe stelsel dat probleem zou oplossen.’
Peter Logcher (59), oud-journalist, gehuwd, vader van twee kinderen
37
Eigen initiatief in de zorgwinkel
De ‘enorme verzorgingsstatus’ in Nederland heeft zijn langste tijd gehad. Het anoniem afschuiven op Vadertje Staat is voorbij. Ervoor in de plaats komt de tribalisering: groepen met een gemeenschappelijke achtergrond, bijvoorbeeld verzekerden, nemen het heft in handen en zorgen voor elkaar, voorziet trendwatcher Adjiedj Bakas. ‘Mensen nemen meer eigen initiatief.’
38
Het adagium van de Amsterdamse communicatiedeskundige en trendwatcher Adjiedj Bakas (43) is: wie niet kan lachen, moet geen winkeltje beginnen. Dit motto is zeker ook van toepassing op de Nederlandse zorgmarkt, vindt hij. Of zou het moeten zijn. ‘Er lopen nog teveel chagrijnen rond in de zorg. De sector heeft het zich door een jarenlange monopoliepositie ook lang kunnen permitteren. Mijn vorige partner is zo’n vijftien jaar geleden aan kanker overleden. Hij werd behandeld in het AMC, wat net een fabriek was. De arts aan het bed waande zich een keizer. Hoe artsen omgingen met verpleegkundigen, mijn hemel, wat een arrogantie. Dat is gelukkig veranderd.’ Het nieuwe zorgstelsel loopt naar zijn idee goed in de pas met de tijdgeest. ‘De patiënt weet meer. Kennis is door de komst van internet immers gedemocratiseerd. Medische kennis is steeds minder het exclusieve terrein van de arts. Burgers zijn mondig en veeleisend, en terecht. Sommige beroepsgroepen, waaronder die van medisch specialisten en architecten, hebben van oudsher een heel sterke autoriteit. Die autoriteit begint te eroderen. Niet iedereen kan daar even goed mee omgaan.’ Bakas studeerde neerlandistiek en communicatiekunde, waarna hij in 1989 Dexter Trendcommunicatie BV oprichtte. Dit adviesbureau is gespecialiseerd in de communicatie van toekomstverkenningen. Als consultant voor het bedrijfsleven en de overheid richtte hij zich van lieverlede op het voorspellen en duiden van trends op het gebied van politiek, economie, globalisering, integratie en cultuur. Hij heeft ook een aantal boeken geschreven, waaronder Megatrends Nederland en Megatrends Europe. ‘Een opleiding trendwatcher bestaat niet. Het is een kwestie van veel praten, instinct, reizen, gegevens kunnen combineren en verbanden leggen. Ik heb toegang tot onderzoeken en databanken en onderhoud
contacten met universiteiten, bijvoorbeeld de Universiteit Twente en die in Sofia in Bulgarije.’
Inkoop Terugkomend op zijn motto: wie heeft er in het Nederlandse zorgstelsel trouwens het meeste weg van een winkelier? De zorgverzekeraar/inkoper, de arts/ aanbieder of de patiënt/zorgconsument? ‘Ze zijn het alledrie op hun eigen manier. Verzekeraars kunnen een grote rol spelen bij de inkoop. Dat zal kunnen leiden tot meer efficiëntie en meer klantvriendelijkheid. Artsen en verpleegkundigen moeten zorgen dat ze kwaliteit bieden. Is dat niet het geval, dan kan de patiënt er indirect aan bijdragen dat die kwaliteit omhoog gaat. Ik ben vroeger bijvoorbeeld een keer geopereerd door een KNO-arts die onder patiënten en collega-artsen bekend stond als ‘de slachter’. De operatie mislukte en ik moest daarna nog twee keer worden geopereerd. Dure grap voor de verzekeraar. Als een zorgverzekeraar dat weet, koopt ie bij zo’n arts geen zorg meer in. Als tien procent van de patiënten klaagt, leert zo’n arts zijn streken wel af. Prima. Ik ben erg tevreden over dit nieuwe stelsel.’ Waarom precies? ‘Het past in deze tijd. De enorme verzorgingsstatus van Nederland wordt minder. Het anonieme afschuiven op Vadertje Staat is voorbij. Ervoor in de plaats komen gezinsverbanden of andere gemeenschappelijke opvang. We gaan in de richting van tribalisering: ieder sluit zich aan bij een eigen stam of groep. Dat kan familie zijn, vrienden, geestverwanten, lotgenoten. Mensen nemen meer het heft in eigen handen: zelfhulp, autonomie, eigen organisatie. Als ze iets willen, regelen ze het zelf. Ik ken het verhaal van een vrouw van negentig, die zich bijzonder eenzaam voelde en dood wilde. Haar dochter heeft op haar verzoek via internet de Pil van Drion besteld. In de buurt van Eindhoven heeft een groep vijftigplus-
39
sers een bejaardenhuis opgezet, waar geen heks van een hoofdverpleegkundige loopt. Ze zijn al jaren zielsgelukkig. Mensen nemen meer initiatief, zonder te wachten op toestemming van de autoriteiten.’
weggegooid. Ruim tien procent van de patiënten die een afspraak in het ziekenhuis heeft, laat verstek gaan. Dat is onacceptabel. Verzekeraars mogen daar best wat strenger tegen optreden.’
Premie
Adjiedj Bakas trendwatcher en directeur Dexter Communicatie BV
Meer eigen initiatief gaat gepaard met meer keuzes. Zorgverzekeraars zullen daarop inspelen, verwacht Bakas. ‘Het is bekend dat de mens in zijn laatste tien levensjaren gemiddeld het meeste aan medische zorg kost. Het zou mij niet verbazen als er over een jaar of tien twee soorten zorgverzekering zijn. Een met een hoge premie, die je tot je dood alle benodigde zorg in Nederland biedt. En een zorgverzekering waarvoor je maandelijks een lage premie betaalt, op voorwaarde dat je op je oude dag voor medische zorg en behandeling naar een ziekenhuis in het buitenland gaat, waar de zorg goedkoper is.’ Nederland zou daarmee dan z’n zieke en zwakke ouderen onder dwang exporteren. ‘Dat vind ik niet. Mensen moeten er vrijwillig voor kunnen kiezen.’ Natuurlijk heeft de groeiende zelfredzaamheid ook een keerzijde, geeft Bakas toe. ‘Een deel van de bevolking is in staat om zaken te regelen en voor zichzelf te zorgen. Een deel kan dat niet, en die zullen vrij afhankelijk worden. Eenzaamheid en ethische kwesties worden grote issues. Ik verwacht dat er grotere kloven tussen bevolkingsgroepen ontstaan. Je ziet de samenhang afbrokkelen. De smeltkroes van vroeger is voorbij. Dat is de realiteit, dus maak er het beste van.’ De gezondheidszorg wordt dus meer en meer een bedrijf. Maar zijn economische principes van vraag en aanbod wel op z’n plaats in een sector waarin iedereen – ook de minder draagkrachtigen en chronisch zieken – gelijke toegang moet hebben? In de zorg zit nog genoeg rek, betoogt hij. ‘Er is veel verspilling en laksheid. Er wordt voor kapitalen aan medicijnen
40
‘De zorg wordt steeds meer aangepast aan het individu. Je kunt steeds meer zelf het heft in handen nemen, zelf kiezen én er zelf voor betalen. Ik kan me voorstellen dat we op onze oude dag beslissen om de boerderij waar we wonen op te
delen in units waar we met gelijkgestemde vrienden gaan wonen. We kunnen dan samen beslissen: we huren een privé-verpleegkundige in voor dag en nacht. Het is een kwestie van de juiste partijen bij elkaar brengen.
Josefien Bronsgeest (40), personal coach, woont samen
Je ziet nú al dat je allerlei extra’s kunt verzekeren, van beugels tot jaarlijks een bijzondere bril. Mensen die het kunnen betalen vrágen erom. Ze stellen meer eisen en zorgverzekeraars springen daarop in.’
41
Jaaroverzicht 2006
Januari Zorgverzekeringswet in werking Op 1 januari 2006 treedt de Zorgverzekeringswet in werking. Met de invoering van de nieuwe wet is een ongekende dynamiek op de markt van de zorgverzekeringen ontstaan. De verwachting is dat verzekerden massaal overstappen naar een andere zorgverzekeraar en er meer ruimte is voor marktwerking. ZN-voorzitter Hans Wiegel: “Meer concurrentie en transparantie op de markt van de aanbieders maakt het voor verzekeraars mogelijk om kwalitatief goede, doelmatige zorg te contracteren.” Zorgverzekeraars maken verreken afspraken voor zorgkosten Zorgverzekeraars hebben deze week overeenstemming bereikt over de restitutie van premies en de afwikkeling van zorgkosten voor verzekerden die voor 1 maart 2006 naar een andere verzekeraar overstappen. Door deze verrekeningssystematiek voor de basis- en aanvullende verzekering kan de overgang naar een nieuwe zorgverzekeraar voor verzekerden zo soepel mogelijk verlopen. ZN pleit voor heldere afbakening Wmo en AWBZ Volgens ZN is er te weinig afstemming tussen de invoering van de
42
Wmo en de beoogde herziening van de AWBZ. Welke onderdelen in de AWBZ uiteindelijk naar de Wmo gaan, en wat in een toekomstig verzekeringssysteem voor langdurige zorg geborgd blijft, is momenteel zeer onduidelijk. Hierdoor dreigt onder andere samenhang in de zorg en de ondersteuning voor cliënten met complexere problematiek in het gedrang te komen.
Februari ZN lanceert nieuwe internetportal Op woensdag 1 februari 2006 is de nieuwe ZN-portal online gegaan. Het nieuwe internetportaal bestaat uit de openbare website voor de beleidsprofessional (www.zn.nl) en een besloten site voor de leden van ZN (www.znledennet.nl). Het besloten gedeelte is het meest vernieuwd en de informatievoorziening ervan is sterk uitgebreid. Tevens biedt het ledennet nieuwe, interactieve mogelijkheden voor het uitwisselen van informatie en het delen van kennis. Driekwart ziekenhuizen voldoet niet aan wettelijke aanleverplicht DBC-gegevens 76 van de 101 ziekenhuizen voldoen niet aan de wettelijke verplichting om gegevens aan te leveren aan het DBC Informatie Systeem (DIS).
De Nederlandse Zorgautoriteit in oprichting (CTG/ZAio) is daarom een handhavingsprocedure gestart voor de ziekenhuizen die zich op de peildatum 17 januari 2006 nog niet hielden aan de wettelijke aanleverplicht. Gegevens uit het DIS zijn cruciaal voor de verbetering van de productstructuur van het DBCsysteem, de tariefsaanpassingen en de herziening van de normtijden. LHV, VWS en ZN maken afspraken over declareren en bevoorschotten De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), het ministerie van VWS en ZN hebben afspraken gemaakt om te voorkomen dat huisartsen in liquiditeitsproblemen raken door knelpunten in het declaratieverkeer. Vanwege het onverwacht hoge aantal verzekerden dat van zorgverzekeraar verandert. Om een oplossing voor deze problemtiek te vinden, is de LHV akkoord gegaan met het voorstel van ZN om gedurende de eerste twee kwartalen van 2006 te bevoorschotten. Tweede Kamer akkoord met Wmo Het wetsvoorstel Wmo is aangenomen door de Tweede Kamer. De invoeringsdatum van de Wmo verschuift van 1 juli 2006 naar 1 januari 2007.
43
PGB’s 2006: zorgkantoren krijgen meer financiële ruimte De zorgkantoren krijgen meer financiële ruimte bij het toekennen van persoonsgebonden budgetten in de zorg. Zij mogen meer uitgeven dan het toegestane subsidieplafond van 1 miljard euro met een maximum van 115 procent.
Maart Akkoord over geanonimiseerde gegevens ggz-inkoop Zorgverzekeraars krijgen voor de inkoop van zorg geanonimiseerde gegevens van de aanbieders van geestelijke gezondheidszorg (ggz). Dat staat in de beleidsregel van het College tarieven gezondheidszorg (CTG) die per 1 januari 2006 is ingegaan. Aanbieders van ggz bieden de informatie over ggz-cliënten op een zodanige manier aan dat de gegevens niet te herleiden zijn tot individuele personen. Hierdoor wordt de privacy van ggz-cliënten beschermd. Met de informatie over het gebruik van ggz kunnen verzekeraars zich voorbereiden op de overheveling van een deel van de ggz van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet. VWS, ZN en CVZ tekenen een nieuw convenant zorgkantoren Het ministerie van VWS, ZN en het College voor zorgverzekeringen (CVZ) hebben overeenstemming
44
bereikt over een nieuw ‘Convenant taken en beheerskosten zorgkantoren’ voor de periode 2006-2008. In het Convenant hebben de partijen afspraken gemaakt over de taken en te leveren prestaties van de zorgkantoren, de daarvoor benodigde beheerskosten en randvoorwaarden. Het convenant is aangepast aan de nieuwe situatie waarin de zorgkantoren de AWBZ in de komende drie jaar moeten uitvoeren en anticipeert op eventuele ingrijpende beleidswijzigingen ten aanzien van de AWBZ. Positieve effecten invoering Zorgverzekeringswet De invoering van de zorgverzekeringswet is tot nu toe redelijk goed verlopen. Volgens ZN-directeur Martin Bontje heeft de invoering van de nieuwe zorgverzekering direct een aantal positieve effecten. “Er is concurrentie op gang gekomen die onder andere heeft geresulteerd in een scherpe premie voor de consument. Verder zijn de collectieve contracten een belangrijk middel gebleken om specifieke afspraken over de zorg te maken. Maar de invoering van marktwerking op de zorginkoopmarkt blijft ver achter bij de dynamiek die nu optreedt op de zorgverzekeringsmarkt”.
April Positie van cliëntenraden versterkt De positie van cliëntenraden wordt versterkt op het gebied van financiering en rechtsbescherming. Daarnaast wordt de reikwijdte van het adviesrecht uitgebreid en wordt een aantal bevoegdheden onder de regeling voor verzwaard advies gebracht. De ministerraad heeft ingestemd met een daartoe strekkende wijziging van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen. Collectivisering zorgmarkt De introductie van de Zorgverzekeringswet per 1 januari 2006 heeft tot grote verschuivingen op de zorgverzekeringsmarkt geleid. De collectivisering van de zorgverzekeringsmarkt is de voornaamste oorzaak van deze verschuiving. De collectivisering zal de komende jaren doorzetten van 50 procent in 2006 naar bijna 60 procent in 2008. Dit blijkt uit het rapport ‘Collectieve afhankelijkheid’ van Deloitte over de collectivisering van de zorgverzekeringsmarkt en de verwachtingen voor de toekomst. Nieuwe zorgstelsel valt goed De patiëntenzorg in het nieuwe zorgstelsel verloopt goed. Alle huiver vooraf over beperkingen in keuzevrijheid van huisarts,
tandarts, specialist of ziekenhuis, blijkt onnodig te zijn geweest. Het merendeel van de mensen is tevreden over de gang van zaken bij verzekeraar en zorgverleners én over hun nieuwe verzekering. Dat blijkt enerzijds uit de internetenquête van het Brabants Dagblad onder de lezers en anderzijds uit het uitblijven van klachten bij diverse consumenten- en patiëntenorganisaties. Zorgverzekeraars selecteerden niet voor aanvullende verzekering Zorgverzekeraars hebben zich gehouden aan de afspraak dat zij in 2006 vrijwel iedereen accepteren voor de aanvullende verzekering. Ze hebben de aanvullende verzekering niet gebruikt om via gezondheidsverklaringen zicht te krijgen op eventuele risico’s voor de basisverzekering. Wel moet de voorlichting aan verzekerden verbeteren en moeten verzekerden volledige offertes kunnen aanvragen. Dit stelt de NPCF naar aanleiding van het onderzoek ‘Evaluatie aanvullende verzekeringen 2006’ dat zij liet uitvoeren door het Instituut voor Beleid en Management Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit Rotterdam onder 32 zorgverzekeraars.
Mei Overstappers Van 1 januari tot 1 maart 2006 zijn bijna 2,7 miljoen verzekerden overgestapt naar een ander zorgverzekeraar. Dat is 18 procent van alle verzekerden. Dit meldt Vektis in een rapportage over verzekerdenmobiliteit en keuzegedrag bij de invoering van de zorgverzekering in 2006. Het aantal mensen dat nu nog steeds problemen heeft met overstappen lijkt volgens de Consumentenbond mee te vallen. Wiegel: Overheveling curatieve ggz-zorg in 2007 ‘niet verantwoord’ De overheveling van de curatieve ggz-zorg naar de Zorgverzekeringswet in 2007 brengt onder de huidige condities te grote operationele en logistieke risico’s met zich mee. Zorgverzekeraars vinden het niet verantwoord om deze risico’s nu te nemen. Dat schrijft ZN-voorzitter Hans Wiegel in een brief aan minister Hoogervorst van het ministerie van VWS.
Juni Zorgautoriteit stelt richtsnoer op voor reclame zorgverzekeraars De Nederlandse Zorgautoriteit in oprichting (CTG/ZAio) heeft een richtsnoer opgesteld voor de
informatie en reclames van zorgverzekeraars. Consumenten kunnen geen eerlijke keuze maken voor een ziektekostenverzekering als zij niet beschikken over begrijpelijke informatie. Het richtsnoer geeft de verzekeraars handvatten voor volledige en vergelijkbare informatie in polissen en reclame-uitingen. Meeste Nederlander positief over delen patiëntgegevens door zorgverleners Ruim een kwart van alle Nederlanders (28 procent) wil dat hun Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) in de toekomst volledig gesloten blijft voor bepaalde zorgverleners. Meestal is dat de tandarts. Bijna éénderde (32 procent) van alle Nederlanders wil voor bepaalde zorgverleners bepaalde gegevens afschermen. Meestal zijn dat bijzonderheden in de privé-sfeer. Circa 63 procent van de Nederlanders vindt dat er niets hoeft te worden afgeschermd. Dit blijkt uit onderzoek van het NIVEL naar het draagvlak onder consumenten voor het EPD. Het onderzoek is uitgevoerd voor de NPCF. Zorgverzekeraars ontwikkelen aanpak wanbetalers Het bestuur van ZN is het eens geworden over een collectieve
45
aanpak van de problematiek van wanbetalers in het nieuwe zorgverzekeringsstelsel. De aan-pak bestaat uit twee stappen. In de eerste zes maanden van de betalingsachterstand voeren zorgverzekeraars reguliere incassoactiviteiten uit volgens een gezamenlijk protocol. Als een verzekerde na zes maanden nog steeds zijn premie niet betaalt, komt de verzekerde onder een ‘verzwaard regime’. Een landelijk bureau zal de incasso van de premies op zich nemen. Deze groep verzekerden verliest het recht om van verzekeraar te veranderen. Hiervoor is een aanpassing van de wet noodzakelijk. Het voorstel voor de nieuwe aanpak is aan minister Hoogervorst van Volksgezondheid gestuurd. Zorgkantoren: contracteerruimte 2006 te krap voor aantal indicaties en zorgvraag Zorgkantoren zijn er in 2005 en in 2006 in geslaagd om de doelmatigheid in de AWBZ te bevorderen, door te letten op de optimale prijs-kwaliteitverhouding van zorgprestaties. Desondanks is de contracteerruimte van de zorgkantoren in 2006 te krap om te kunnen voorzien in de totale vraag naar zorg in de AWBZ. Dit komt door een onverwachte toename van het aantal indicaties en doordat veel
46
aanbieders de zorg aan cliënten hebben geïntensiveerd. Dit beeld komt naar voren in een inventarisatie van ZN onder de zorgkantoren naar de nog beschikbare contracteerruimte in 2006. Hoogervorst houdt vast aan no-claim Het kabinet heeft op voorstel van minister Hoogervorst besloten de no-claimregeling te handhaven. De regeling zal niet worden vervangen door een verplicht eigen risico. Op basis van een eerste evaluatie concludeert Hoogervorst dat de no-claim in grote lijnen volgens verwachting heeft gewerkt. Dynamiek in zorgverzekeringsmarkt onverwacht groot De nieuwe zorgverzekering is vanuit de consument bezien positief. De premies zijn lager dan vooraf geschat en de toegankelijkheid van het zorgstelsel is in 2006 niet in het geding. Circa 18 procent van de verzekerden heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om over te stappen. Daarmee is de dynamiek in de zorgverzekeringsmarkt onverwacht groot. De consument kan nog onvoldoende kiezen op kwaliteit. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit de eerste monitor zorgverzekeringsmarkt van de Nederlandse Zorgautoriteit in oprichting (CTG/ZAio).
Juli Declaratieverkeer tussen huisartsen en zorgverzekeraars sterk verbeterd Het declaratieverkeer tussen huisartsen en zorgverzekeraars is sterk verbeterd. In een gezamenlijke brief schrijven het ministerie van VWS, de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en ZN dat het declareren in het derde kwartaal met vertrouwen tegemoet kan worden gezien. De drie partijen hebben, gezien deze positieve ontwikkeling, afgesproken dat er vanaf 1 juli 2006 volledig kan worden gedeclareerd en dat met ingang van het derde kwartaal geen landelijke bevoorschottingsregeling meer van toepassing is. Minder zorggebruik door no-claim teruggaveregeling? Een groot deel van de bevolking (97 procent) zegt dat de mogelijkheid om geld terug te krijgen van hun zorgverzekeraar (de no-claim regeling) bij hen niet heeft geleid tot minder zorggebruik. Mensen verwachten vooral dat anderen minder vaak naar de dokter zullen gaan door de regeling. Dit blijkt uit onderzoek van het NIVEL. Cijfers over het feitelijke zorggebruik laten wel een daling zien in het aantal nieuwe verwijzingen door de huisarts van mensen die met de no-claim regeling te maken hebben.
Het is echter de vraag of deze daling een effect is van de no-claim of veroorzaakt wordt door schommelingen in verwijscijfers die zich altijd voordoen. Aantal onverzekerden lager dan verwacht Iets meer dan 1 procent van de bevolking is onverzekerd tegen ziektekosten. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Op 1 mei 2006 is het aantal onverzekerden tegen ziektekosten naar schatting 182.000.
Augustus Extra geld voor tekorten in AWBZ 95 miljoen schiet tekort om acute knelpunten in AWBZ op te lossen. Staatssecretaris Ross-van Dorp stelt 95 miljoen euro beschikbaar voor het oplossen van deze knelpunten. ZN-voorzitter H. Wiegel schrijft in een brief aan de staatssecretaris dat dit bedrag geen garantie biedt dat de groei van de geïndiceerde zorgvraag in de extramurale zorg volledig kan worden opgevangen. Daarnaast schiet het bedrag tekort om de ambulante ggz te versterken en specifieke ggzvoorzieningen te ontwikkelen.
September Zorgkantoren stellen gezamenlijk contracteerbeleid voor 2007 op Zorgkantoren hebben een gezamenlijk kader voor het contracteer- en inkoopbeleid in 2007 afgesproken. Het document biedt evenals de handreiking voor het contracteer en inkoopbeleid in 2006 een aantal eenduidige uitgangspunten en criteria voor het contracteerbeleid van zorgkantoren. Kabinet akkoord met aanpak wanbetalers Het kabinet heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Hoogervorst van het ministerie van VWS om wanbetalers steviger aan te pakken. Het wetsvoorstel maakt deel uit van een pakket aan maatregelen van VWS en ZN om het betalingsgedrag van wanbetalers in positieve zin te stimuleren. Wiegel: afschaffen no-claim kan al per 1 januari 2007 ‘Het is nog niet te laat om de no-claim in de zorg volgend jaar af te schaffen, maar dan moet de politiek daar wel voor 10 oktober een besluit over nemen’. Dat stelde voorzitter H. Wiegel van ZN op de relatiebijeenkomst op dinsdag
26 september in de Nieuwe Kerk in Den Haag. ‘Aan ons zal het niet liggen. We gaan er dan wel vanuit dat het niet de bedoeling is direct een nieuw alternatief in te voeren, zoals een eigen bijdrage regeling.’ Volgens de ZN-voorzitter is het niet meer mogelijk in 2007 een alternatief systeem van eigen betalingen in de zorg in te voeren.
Oktober Opzegservice vergemakkelijkt wisselen van zorgverzekeraar Zorgverzekeraars hebben een overstapservice ontwikkeld die het overstappen van de ene naar de andere zorgverzekeraar eenvoudiger maakt. Met deze overstapservice draagt de nieuwe verzekeraar, waar een verzekerde zich aanmeldt, zorg voor de opzegging bij de oude verzekeraar. Er worden niet langer verschillende procedures gebruikt voor het op-zeggen van de basisverzekering en de aanvullende verzekering. Nederlandse Zorgautoriteit start op 1 oktober De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is vanaf 1 oktober één van de belangrijkste toezichthouders in de gezondheidszorg. Dan treedt de Wet marktordening gezondheidszorg (WMG) in werking.
47
Met de invoering van deze wet heeft minister Hoogervorst de wijziging van het zorgstelsel afgerond. Inspectie: patiënten kunnen onvoldoende hun recht halen Patiëntenrechten zijn in Nederland formeel goed vastgelegd, maar in de dagelijkse praktijk is het moeilijk voor patiënten hun recht te halen. De patiënt beschikt nog over onvoldoende informatie om een weloverwogen keuze tussen hulpverleners te maken. De informatie sluit niet altijd aan bij de behoefte en patiënten hebben nog te weinig inbreng bij de totstandkoming van hun eigen zorgplan. Bovendien is de klachtenafhandeling voor verbetering vatbaar. Dit staat in de Staat van de Gezondheidszorg 2006, waarin de inspectie onderzocht hoe het met de rechten van patiënten is gesteld. Tweede Kamer wijzigt opzegtermijnen zorgverzekeringen De Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel van minister Hoogervorst om het overstappen naar een andere zorgverzekeraar bij wijziging van de polisvoorwaarden, zoals een premieverhoging, eenvoudiger te maken. Daarnaast neemt de Kamer drie amendementen op het wetsvoorstel aan. Eén daarvan regelt
48
dat zorgverzekeraars de premie en gewijzigde polisvoorwaarden vóór 15 november in plaats van 1 december bekendmaken. Deze wijziging van het wetsvoorstel wordt van kracht op 1 juli 2007. Minister Hoogervorst voorziet complicaties bij het vervroegd vaststellen van de vereveningsbijdrage die voorafgaat aan de vaststelling van de nieuwe premie door de zorgverzekeraar.
November ZN start publiekscampagne over veranderingen in de Zorgverzekeringswet ZN start een publiekscampagne over de Zorgverzekeringswet. Het doel van de campagne is verzekerden te informeren over de mogelijkheden en voorwaarden rond het wel of niet wisselen van zorgverzekeraar. Zorgverzekeraars stimuleren toepassing richtlijnen voor kwalitatief goede zorg Zorgverzekeraars stimuleren medische beroepsbeoefenaren om best practices en richtlijnen te ontwikkelen en deze vooral ook toe te passen in de praktijk om de kwaliteit van de zorg te verbeteren.
Kenniscentrum DBC publiceert nieuwe set kwaliteitsindicatoren voor zorginkoop in 2007 Het kenniscentrum DBC van ZN heeft de inkoopgids voor het jaar 2007 gepubliceerd. De gids bevat een nieuwe set met elf aandoeningspecifieke kwaliteitsindicatoren voor het maken van kwaliteitsafspraken. Verzekerden tevreden tot zeer tevreden over zorgverzekeraars Alle zorgverzekeraars scoren dit jaar ruim voldoende op het gebied van service aan de verzekerde. Dit blijkt uit het onderzoek van de consumentenbond naar de ervaringen van verzekerden met zorgverzekeraars in 2006. De verschillen in scores tussen de verzekeraars zijn in 2006 kleiner geworden. De meerderheid van de verzekerden heeft geen problemen met het invullen van formulieren, de afhandeling van vragen door de klantenservice en de afhandeling van rekeningen. Alleen de telefonische bereikbaarheid van zorgverzekeraars blijft een punt van zorg. Het verschil in telefonische bereikbaarheid tussen de verschillende verzekeraars is groot.
Meer fraudegevallen in de zorg opgespoord In 2005 is het opgespoorde fraudebedrag in de zorg toegenomen met 94 procent naar 8,5 miljoen euro. Dit blijkt uit de jaarlijkse inventarisatie van ZN. ZN onderzoekt onder meer de mogelijkheden voor een gezamenlijk sanctiebeleid en voor een meldpunt voor zorgfraude.
December Tarieven huisartsenzorg niet aangepast In afwachting van de definitieve cijfers over het hele jaar 2006, zijn de LHV, ZN en het ministerie van VWS overeengekomen dat de tarieven voor huisartsenzorg vooralsnog niet aangepast hoeven te worden. Oproep ZN aan nieuw kabinet: niet tornen aan fundamenten van nieuw verzekeringsstelsel Een nieuw kabinet moet niet tornen aan de fundamenten van het nieuwe verzekeringsstelsel. Dat schrijft ZN-voorzitter Hans Wiegel in een brief aan informateur Hoekstra. Volgens Wiegel moeten zorgverzekeraars een reële kans krijgen om in het nieuwe verzekeringsstelsel invulling te geven aan hun nieuwe rol. ‘De verwachtingen over de rol van de zorgverzekeraars in het nieuwe stelsel zijn hooggespannen en wij
vinden dat onze bedrijfstak daarom zou mogen rekenen op een stabiel en consistent overheidsbeleid’, schrijft Wiegel aan de informateur. Zorgkantoren verzorgen uitbetaling PGB’s voor huishoudelijke zorg in 2007 De zorgkantoren gaan, in overleg met de staatssecretaris van VWS, zorgdragen voor de uitbetling van de persoonsgebonden budgetten (PGB’s) voor huishoudelijke zorg in 2007. De meeste gemeenten hebben aangegeven dat zij op het moment van invoering van de Wmo op 1 januari 2007 nog niet klaar zijn om de PGB’s voor bestaande cliënten goed uit te voeren. Onder mensen met een PGB (in totaal zo’n 60.000 personen) is daarop onzekerheid gerezen of zij in 2007 de hulp-verleners op tijd kunnen betalen. Zorgkantoren hebben daarom aangeboden de huidige PGB-houders voor huishoudelijke zorg nog één jaar van een budget te voorzien.
49
De branche in cijfers
kosten per verzekerde (euro)
30%
huisartsenhulp 118,41 farmaceutische hulp 286,53 mondzorg 31,17 verloskundige hulp 8,97 medisch specialistische hulp door of vanwege het ziekenhuis 981,35 paramedische hulp 28,61 hulpmiddelen 70,20 ziekenvervoer 29,52 kraamzorg 13,86
individueel 69%
31%
10% 5%
46%
32%
15%
overstappers 2005/2006
18-
18-44
alle verzeker den
45-64
65+
leeftijd
Keuze voor hoogte eigen risico in 2006; het eigen risico is vervolgens uitgesplitst
Keuze voor natura- en restitutiepolissen in 2006
basispremie per verzekerde (euro)
omgerekend naar een basispremie zonder eigen risico en kortingen
4% 10%
1.060
rekeninghoudend met het eigen risico en de kortingen op collectieve contracten (exclusief eventuele kortingen bij jaar- of kwartaalbetalingen)
1.025
voor individueel verzekerden omgerekend naar een basispremie zonder eigen risico (exclusief eventuele kortingen bij jaar- of kwartaalbetalingen)
1.053
voor collectief verzekerden omgerekend naar een basispremie zonder eigen risico (exclusief eventuele kortingen bij jaar- of kwartaalbetalingen)
987
50
68%
vrouw
20%
0% ziekenfonds en particulie r
Gemiddelde basispremie per jaar per verzekerde in 2006 uitgangspunt
54%
man
25%
collectief
% overstapper s
verstrekkingen
Kenmerken van overstappers in 2006
Ontwikkeling van de verhouding tussen individuele en collectieve contracten van 2005 naar 2006
Uitgaven Zorgverzekeringswet in 2006
� 100
95%
mix
� 200 5%
31%
18%
� 300
38%
B R O N V E K TIS 2 0 0 6
restitutie 25%
� 400
B R O N V E K TIS 2 0 0 6
8%
natura
67%
� 500
51
Leden per 1 april 2007
Bestuur, Directie en Raad van Advies per 1 april 2007
Leden
Bestuur
Agis Zorgverzekeringen Azivo Algemeen Ziekenfonds ‘de volharding’ AZVZ De Friesland Zorgverzekeraar ONVZ Ziektekostenverzekeraar
Achmea Avéro Achmea Zorgverzekeringen FBTO Zorgverzekeringen Groene Land PWZ Achmea Zorgverzekeringen Interpolis Zorgverzekeringen OZF Zorgverzekeringen Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen CZ Actief in Gezondheid CZ Groep, Zorgverzekeraar
Directie
PNO Onderlinge Ziektekostenmaatschappij Salland Zorgverzekeraar Zorgverzekeraar DSW Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid
Delta Lloyd/Ohra Delta Lloyd Zorgverzekering Ohra Ziektekostenverzekeringen OHRA Zorgverzekeringen Fortis Fortis Basis Ziektekostenverzekeringen Menzis Anderzorg Confior Menzis Zorgverzekeraar UVIT IZA Zorgverzekeraar IZZ Zorgverzekeraar Trias Zorgverzekeraar Univé Zorg Univé Zorgverzekeraar VGZ Zorgverzekeraar Zorgverzekeraar Cares Gouda Zorgverzekeraar UMC
52
H. Wiegel, voorzitter F. Blankers mr. R.H.L.M. van Boxtel, vice-voorzitter mr. W.A.J. van Duin drs. H. Feenstra mr. E.A. Kleijnenberg drs. M.A.M. Leers drs. T. Pluijter ir. E. Velzel
M.J.W. Bontje, algemeen directeur drs. M.A.J.M. Bos, directeur Zorg drs. M.W.L. Hoppenbrouwers, adjunct-directeur Verzekeringszaken drs. W.M. Brittijn, directiesecretaris Raad van Advies mevrouw prof. dr. I.D. de Beaufort drs. J. de Boer drs. J.C. van Ek mr. E.M. d’Hondt drs. F.B.M. Sanders mevrouw prof. dr. M. de Visser L.J. de Waal
53
Colofon
Uitgave Zorgverzekeraars Nederland Sparrenheuvel 16 Postbus 520, 3700 AM Zeist Telefoon 030 69 88 911 Fax 030 69 88 333 E-mail
[email protected] www.zn.nl Concept en vormgeving Winneke Hazewinkel, Amsterdam Mariël Lam, ‘s-Hertogenbosch Tekst Patricia van der Zalm, Bunnik Eindredactie Afdeling Communicatie, Documentatie en Internationale zaken ZN Fotografie Suzanne van de Kerk, Den Haag Druk Vandenberg Drukwerken, Maarn Papier Opale Dialogue Velijn Hoogwit, 150 grams Graniet, 425 grams Lettertypen Neue Helvetica Bubbledot
56