2007
Jaarbericht
Zorgverzekeraars Nederland
Inhoud 10
Voorwoord Hans Wiegel, Voorzitter Zorgverzekeraars Nederland
12
Opkomen voor belang van verzekerden Pieter Hasekamp, Algemeen directeur Zorgverzekeraars Nederland
18
Interviews
21
Liberalisering ziekenhuiszorg krijgt langzaam vorm Interview met Margot Redel Farmaciemarkt voorzichtig in beweging Interview met Anneke Prenger Risicoverevening cruciaal voor zorgverzekeringsstelsel Interview met Henny Wijngaard Hervorming AWBZ in stroomversnelling Interview met Jan Coolen Begrip kwaliteit steeds inzichtelijker Interview met Ronald Luijk Overheveling GGZ kan veel verhelderen Interview met Sytske de Vries
25 29 33 37 41
44
Jaaroverzicht 2007
52
De branche in cijfers
56
Leden per 1 april 2008
58
Bestuur, Directie en Raad van Advies per 1 april 2008
60
Colofon
Voorwoord
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft 2007 gebruikt voor een strategische herbezinning. De komende jaren zullen de zorgverzekeraars nog duidelijker laten zien dat ze opkomen voor het belang van de verzekerden. En dan gaat het zowel om patiënten als om mensen die nog gezond zijn. De uitdaging is om organisatie en kwaliteit van de zorg te verbeteren en tegelijk de uitgaven beheersbaar te houden zodat de premies niet al te veel stijgen. In dit Jaarbericht vertellen beleidsmedewerkers van ZN op welke manier zij zich inzetten voor een betere organisatie van de gezondheidszorg en waar verzekerden concreet veranderingen zullen merken. De brancheorganisatie heeft in 2007 de kennis op het gebied van zorgkwaliteit uitgebreid. Het kenniscentrum DBC’s heeft in overleg met patiëntenverenigingen, wetenschappelijke verenigingen en koepelorganisaties twee inkoopgidsen uitgebracht. Deze gidsen dienen als handleiding voor de zorginkopers van de verzekeraars in de onderhandelingen met instellingen in de geestelijke gezondheidszorg en ziekenhuizen. Vooral in de ziekenhuiszorg is een kwaliteitsslag gemaakt doordat verzekeraars voortaan met de beroepsgroepen in discussie gaan over naleving van de eigen richtlijnen. Dit past ook in het streven van zorgverzekeraars naar meer transparantie. Het is belangrijk dat zorginstellingen vergelijkbaar worden gemaakt zodat patiënten zien bij welke instellingen ze terecht kunnen voor gespecialiseerde zorg. Zorgverzekeraars hebben de ambitie om gerichter zorg in te kopen door voorkeursafspraken te maken met instellingen die aantoonbaar betere zorg leveren. Het is dan ook belangrijk dat het eigen risico van 150 euro in de toekomst gebruikt mag worden om verzekerden te belonen wanneer ze naar een voorkeursaanbieder gaan.
Wij zijn verheugd over het feit dat het vorig jaar aangetreden kabinet voortbouwt op de weg die met de introductie van de Zorgverzekeringswet in 2006 is ingeslagen. De nieuwe minister van Volksgezondheid is voorstander van een beheerste overgang van aanbodsturing naar vraagsturing. Per 1 januari 2008 heeft hij de vrij onderhandelbare ruimte van het ziekenhuisbudget verhoogd van tien naar twintig procent en hij heeft de ambitie om dit percentage te verhogen. Ook is het belangrijk dat patiëntveiligheid en preventie hoog op de agenda staan. Investeringen in bijvoorbeeld betere medicatiebewaking in ziekenhuizen en verzorgings- en verpleeghuizen zullen direct leiden tot kwalitatief betere zorg. En vroegtijdige herkenning van bijvoorbeeld diabetes of hartfalen leidt tot betere en op termijn ook goedkopere zorg voor grote groepen patiënten. Daarom zetten de zorgverzekeraars momenteel fors in op het verbeteren van zorgketens. Voor 2008 zal de schijnwerper steeds vaker gericht zijn op de AWBZ. De zorgkantoren van de zorgverzekeraars voeren deze volksverzekering uit. In de praktijk stuiten zij steeds vaker op praktische problemen. De aanspraken zijn ruim en het beschikbare budget is beperkt. Het is daarom nodig dat alle partijen in het veld nadenken over een hervorming die de AWBZ beter beheersbaar moet maken. Wij spreken de verwachting uit dat het dit jaar verschenen SER-advies daartoe een stevige aanzet zal geven. Hans Wiegel Voorzitter Zorgverzekeraars Nederland
13
Voorwoord
Het jaar 2007 is een druk en spannend jaar geweest voor de zorgverzekeraars. De concurrentie op de zorgverzekeringsmarkt was onverminderd hevig, ook al was het aantal overstappers lager dan in 2006. De overheveling van de kortdurende geestelijke gezondheidszorg naar de Zorgverzekeringswet moest worden voorbereid. Daarnaast hebben verzekeraars invulling gegeven aan de afschaffi ng van de no claim en de invoering van een verplicht eigen risico van 150 euro. En ook zorginhoudelijk waren er tal van knelpunten waarvoor de zorgverzekeraars oplossingen moesten bedenken.
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
12
Opkomen voor belang van verzekerden rentie. In de blauwdruk van het nieuwe zorgstelsel heeft de overheid de zorgverzekeraars, de zorgaanbieders en de verzekerden en patiënten meer taken en verantwoordelijkheden toebedeeld. Van zorgverzekeraars wordt verwacht dat ze namens de verzekerde kwalitatief goede, doelmatige zorg inkopen in vrije onderhandelingen met zorgaanbieders op de zorginkoopmarkt. Daarnaast moeten zij onderling concurreren om de gunst van de verzekerde op de zorgverzekeringsmarkt, op basis van de premie, de kwaliteit van de dienstverlening en vooral op het polisaanbod waarvan de afspraken met zorgaanbieders een belangrijk onderdeel vormen.
Wij staan in dit Jaarbericht stil bij activiteiten van ZN in de afgelopen periode en de gezamenlijke visie van de zorgverzekeraars over de vraag hoe het nieuwe zorgstelsel verder vorm moet krijgen. Dat gebeurt aan de hand van zes grote thema’s die bepalend zijn voor de toekomst van het zorgstelsel. Dat zijn achtereenvolgens de liberalisering van de ziekenhuiszorg, de farmacie, kwaliteit van zorg, de overheveling van de GGZ, de risicoverevening en de toekomst van de AWBZ. Uitgangspunt hierbij is de nieuwe, gezamenlijke missie van de zorgverzekeraars waarin een centrale plaats is ingeruimd voor het belang van de verzekerde. Naast deze hoofdthema’s zijn talloze stappen gezet opdat zorgverzekeraars betere, tijdige en doelmatige zorg, afgestemd op de wensen van de patiënten en verzekerden kunnen realiseren. Er zijn belangrijke mijlpalen bereikt. Maar het moet ook helder zijn dat er een lange weg is te gaan voordat zorgverzekeraars in de positie zijn om de hooggespannen verwachtingen te kunnen inlossen. Dit Jaarbericht 2007 biedt in vogelvlucht een overzicht van belangrijke stappen die gezet zijn en de komende periode nog gezet moeten worden.
Nieuwe missie
Marktgericht
De afgelopen decennia is de overheid er met het systeem van centrale aanbodsturing niet in geslaagd een goede kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg te realiseren. De lange wachtlijsten – resultaat van een vastgelopen zorgsysteem – liggen nog vers in ons geheugen. Er is nu een brede consensus dat de zorg aanzienlijk beter kan presteren als het oude systeem van centrale aanbodsturing wordt omgevormd tot een marktgericht systeem op basis van vraagsturing en gereguleerde concur-
Hoe kunnen de zorgverzekeraars aan deze verwachtingen voldoen? ZN wil als brancheorganisatie de randvoorwaarden creëren voor de zorgverzekeraars om hun rol in het nieuwe zorgstelsel als inkoper van zorg namens de verzekerde, of als adviseur van de verzekerde in zaken van zorg en gezondheid optimaal uit te kunnen voeren. Die verzekerde is een moderne, mondige, kritische consument die de best mogelijke zorg wenst op het moment dat hij die nodig heeft. De zorgverzekeraars moeten als inkopers van zorg nauwer aansluiten op de eisen en de behoeften aan zorg en gezondheid van verzekerden en patiënten. Deze verschuiving wordt weerspiegeld in de nieuwe missie van de zorgverzekeraars. Naast de gemeenschappelijke belangenbehartiging en het creëren van maximale ondernemingsruimte voor de zorgverzekeraars, is het behartigen van de belangen van de verzekerde als hoofdtaak in de missie opgenomen. De verdere liberalisering van de zorginkoopmarkt heeft nu de hoogste prioriteit. De onderlinge concurrentie op de zorgverzekeringsmarkt kan immers niet op zichzelf staan. Om de missie uit te voeren moet nog een groot aantal randvoorwaarden op de zorginkoopmarkt worden ingevuld. De voorwaarden om kwalitatief goede, doelmatige zorg in te kunnen kopen, hebben te maken met evenwichtige verhoudingen tussen vraag en aanbod, lage ‘toetredingsdrempels’ voor nieuwe aanbieders, een duidelijke productstructuur, prijsprikkels, transparantie van prijs en kwaliteit en instrumenten als kwaliteitsbeoordelingssystemen en een stabiel declaratiesysteem. In delen van de eerstelijnszorg en de planbare ziekenhuiszorg worden deze voorwaarden momenteel in meer of mindere mate ingevuld. Bij de invoering van nieuwe
15
Inleiding
Het Jaarbericht 2007 van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) laat zien hoe de zorgverzekeraars vanuit hun rol in het nieuwe zorgstelsel willen bijdragen aan betere, doelmatige en tijdige zorg. Na de invoering van de nieuwe Zorgverzekeringswet in 2006 was het afgelopen jaar cruciaal voor de bestendiging en de verdere ontwikkeling van het stelsel van gereguleerde marktwerking in de gezondheidszorg. Het nieuwe kabinet, aangetreden in februari 2007, koos ervoor om kernelementen van de Zorgverzekeringswet ongewijzigd te laten en door te gaan op de ingeslagen weg van stapsgewijze liberalisering die het vorige kabinet had ingezet.
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
14
Randvoorwaarden
Voor de bekostiging van de ziekenhuiszorg is een stabiel, betrouwbaar DBC-systeem een van de belangrijkste randvoorwaarden. ZN heeft zich hier de afgelopen periode sterk voor gemaakt. De komende jaren moet de verbetering van het DBC-systeem met kracht worden doorgezet. In dit perspectief is invoering van de maatstafconcurrentie per 2009 niet wenselijk. Uitbreiding van het B-segment is voor verzekeraars een meer voor de hand liggende keuze. Eén van de grootste obstakels bij het inkoopbeleid is het ontbreken van goede, objectieve informatie over de kwaliteit van zorg. De komende jaren willen de zorgverzekeraars nog meer gezamenlijk met patiënten en consumenten optrekken om deze informatie beschikbaar te stellen. De overheveling van de GGZ naar de Zorgverzekeringswet biedt de mogelijkheden om de komende jaren op een vergelijkbare wijze als in de planbare ziekenhuiszorg de prijs-kwaliteit verhouding van deze zorg inzichtelijk te maken. Vorig jaar is een eerste stap gezet met de Inkoopgids voor ggz-zorg. In de AWBZ is ZN voorstander van een stapsgewijze verandering in de komende jaren. ZN heeft de afgelopen periode onder andere in SERverband meegewerkt aan het advies over de toekomst van de AWBZ. De langdurende zorg aan chronisch zieken en ouderen zou op termijn door zorgverzekeraars voor hun eigen verzekerden, zoveel mogelijk in samenhang met de Zorgverzekeringswet, kunnen worden uitgevoerd. De brancheorganisatie
Ten slotte wil ik hier nog kort stilstaan bij ZN zelf. De dynamiek in het zorgstelsel en de grote verschuivingen op de zorgverzekeringsmarkt gaan uiteraard niet ongemerkt aan ons als brancheorganisatie voorbij. In het nieuwe zorgstelsel is het evident dat ZN bepaalde zaken, zoals centrale onderhandelingen met zorgaanbieders, niet meer of in veel mindere mate zal uitvoeren. De concurrentie tussen de verzekeraars en het markttoezicht
van NMa en NZa leggen ons daarin – terecht – beperkingen op. Tegelijkertijd worden andere taken juist belangrijker. ZN kan als brancheorganisatie toegevoegde waarde bieden bij bijvoorbeeld het initiëren en managen van gewenste veranderingen in de zorg en het creëren van de noodzakelijke voorwaarden – waaronder ook de ontwikkeling van gezamenlijke (ICT-)standaarden – om de gewenste rol te kunnen invullen. Het nieuwe zorgstelsel leidt geleidelijk tot minder centrale sturing en tot complexere verhoudingen tussen stakeholders. ZN zoekt hierin ook de samenwerking met het Verbond van Verzekeraars. Door het wegvallen van het onderscheid tussen de ziekenfondsen en de particuliere zorgverzekeraars in het nieuwe private stelsel zijn de belangen van beide brancheorganisaties meer synchroon gaan lopen. Na een aantal verkennende gesprekken zijn ZN en het Verbond van Verzekeraars inmiddels tot de conclusie gekomen dat de huidige organisatievormen voldoende ruimte bieden voor een effectieve samenwerking. In het nieuwe krachtenveld krijgen zorgverzekeraars te maken met steeds meer, vaak wisselende gesprekspartners, die direct of indirect invloed uitoefenen op de ontwikkelingen in de zorg. Als netwerkorganisatie kan ZN haar rol hier optimaal vervullen. Pieter Hasekamp Algemeen directeur Zorgverzekeraars Nederland
17
Inleiding
maatregelen willen zorgverzekeraars uiteraard dat rekening wordt gehouden met de uitvoerbaarheid en de financiële risico’s. Daarnaast dienen de knelpunten in het verzekeringsstelsel te worden opgelost en moet de ex-post verevening in het risicovereveningssysteem geleidelijk en zorgvuldig worden afgebouwd.
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
16
ZN-dossiers Liberalisering ziekenhuiszorg Farmacie Risicoverevening AWBZ Kwaliteit Overheveling GGZ
Interviews 23
Margot Redel Liberalisering ziekenhuiszorg krijgt langzaam vorm
27
Anneke Prenger Farmaciemarkt voorzichtig in beweging
31
Henny Wijngaard Risicoverevening cruciaal voor zorgverzekeringsstelsel
35
Jan Coolen Hervorming AWBZ in stroomversnelling
39
Ronald Luijk Begrip kwaliteit steeds inzichtelijker
43
Sytske de Vries Overheveling GGZ kan veel verhelderen
Marjo Brenters, interviews Mayaan Ben Gal, fotografi e
wat partijen in rep en roer. Al die partijen hebben hun eigen belangen bij de beoogde liberalisering. Dit proces is dan ook al een aantal jaren gaande. “We zijn goed bezig,” zegt Margot Redel, beleidsmedewerker bij Zorgverzekeraars Nederland, “maar er zijn nog veel hobbels te nemen.”
Interview met Margot Redel
De fi nanciering van de ziekenhuiszorg brengt heel
23
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
22
Liberalisering ziekenhuiszorg krijgt langzaam vorm
Welbevinden Susan zal er als patiënt weinig aan gelegen liggen wat de zorg haar kost. Het gaat haar erom dat ze zo snel en zo goed mogelijk wordt geholpen door een arts die verstand van zaken heeft. Zij wil optimale zorg voor de
Focus 2008 In 2007 hebben uitgebreide discussies met het veld plaatsgevonden over de liberalisering van de ziekenhuiszorg die in het regeerakkoord is afgesproken. Minister Klink wil voor 70 tot 80% van de ziekenhuiszorg maatstafconcurrentie invoeren. “Maatstafconcurrentie houdt in dat je vergelijkbare producten hebt met daaraan gerelateerde prijzen. Je kunt er absoluut meer doelmatigheid mee creëren. Maar dan moet de basis helder en stevig zijn en dat is nog niet het geval. De productstructuur is nog niet goed genoeg.” Ondanks het feit dat zorgverzekeraars voorstander zijn van verdergaande liberalisering, noemt Redel de voorgestelde stap te groot om in één keer te zetten, vooral omdat de DBC’s nog niet stabiel zijn. “Er gaan nu stemmen op om de liberalisering voorlopig te regelen via verdere stapsgewijze uitbreiding van het B-segment van DBC’s.” De focus voor 2008 blijft gericht op verbetering van het DBC-systeem. Uiteindelijk zal de verzekerde – laten we Susan nog even volgen – dit op de rekening terugzien. “De factuur van het ziekenhuis meldt de behandeling Borstkanker. Het is de bedoeling dat het ziekenhuis al deze producten zoals foto’s, scans, chemo’s levert, en dat het pas dit type behandeling, dus borstkanker, is als die specifieke zorg daadwerkelijk geleverd wordt. Pas daarna mag het ziekenhuis een factuur sturen. Op deze manier kun je de kwaliteit echt controleren, en dat merkt de patiënt ook.”
25
Interview met Margot Redel
Onderhandelbaar De verzekerde die Redel voor ogen staat is Susan, een 41-jarige vrouw met twee kinderen en een hectische kantoorbaan. Susan heeft een naturapolis. Als de huisarts bij haar een vermoeden van borstkanker constateert verwijst hij haar door naar het ziekenhuis voor nader onderzoek. “Zij kan dan eerst bij haar zorgverzekeraar informeren of het dichtstbijzijnde ziekenhuis een contract heeft met haar verzekeraar. Zo niet, dan kan ze beter naar een ander ziekenhuis gaan. Het kan namelijk betekenen dat het streekziekenhuis niet voldoet aan de kwaliteitseisen die gelden voor de behandeling van borstkanker.” Borstkanker is een relevant voorbeeld, omdat het één van de nieuwe onderhandelbare onderwerpen in de ziekenhuiszorg is. Vanaf 1 januari 2008 onderhandelen zorgverzekeraars met de ziekenhuizen over een groot aantal kwaliteitseisen waaraan de DiagnoseBehandelCombinatie (DBC) Borstkanker moet voldoen. Redel: “Zo vormen bijvoorbeeld de behandelprotocollen van de beroepsvereniging een argument bij de zorginkoop. Als een ziekenhuis daar niet aan mee wil doen, kan dat ertoe leiden dat geen contract wordt afgesloten. Omdat de zorgverzekeraar over dit soort kwaliteitsaspecten met het ziekenhuis onderhandelt, heeft hij veel informatie in huis over de betreffende zorgverlener. Dat komt de patiënt ten goede.” In 2007 heeft ZN de eerste DBC Inkoopgids 2008 gepubliceerd. Redel noemt het frappant dat verzekeraars een inkoopgids maken, terwijl in een normale vraag- en aanbodsituatie de aanbieder zijn producten aan de man brengt. “Er is dan ook nog geen sprake van een echte marktsituatie in de zorg,” concludeert ze.
ziekte die haar leven bedreigt. Redel beschouwt in dat opzicht de toegenomen ruimte in de onderhandelingspositie van de zorgverzekeraars een belangrijke stap vooruit. Die ruimte is het gevolg van de uitbreiding van het zogeheten B-segment: het onderhandelbare deel van de DBC’s. Voor de zorgverzekeraars is dit belangrijk, want daardoor kunnen ook deze nieuwe DBC’s getoetst worden aan de kwaliteitscriteria. “Wij proberen de kwaliteit inzichtelijk te maken en daar een prijskaartje aan te hangen,” aldus Redel. “En dan gaat het niet over duur of goedkoop, maar om doelmatige zorg. Dat wil zeggen: is de prijs-kwaliteitverhouding optimaal?” Belangrijk in dit verband noemt Redel het patiëntenonderzoek uit 2007, dat met name ging over ervaringen in de zorg. “Ook dit soort informatie geeft inzicht in de kwaliteit van de zorg. Naast inhoudelijk goede zorg speelt bejegening een belangrijke rol bij het welbevinden en daarmee bij het herstel van de patiënt.”
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
24
In 2007 is veel energie gestoken in toekomstige ontwikkelingen, die op dit moment nog niet direct zichtbaar zijn voor de verzekerden. Maar dat zal binnen afzienbare tijd veranderen als het aan Margot Redel ligt. “Het is echt mijn drijfveer dat verzekerden er beter van worden doordat de premie betaalbaar kan blijven én de kwaliteit omhoog gaat. Ziekenhuiszorg gaat in feite eerder over patiënten dan over verzekerden. Je krijgt er immers pas mee te maken als je ziek wordt of in elk geval als je zorg nodig hebt. En op dat moment is het in het belang van de patiënt dat die zorg van goede kwaliteit is en op tijd geleverd wordt tegen een aanvaardbare prijs. Dat noemen wij doelmatige zorg. En die is daarmee ook in het belang van de verzekerden, want zo houden we het betaalbaar.”
Farmaciemarkt voorzichtig in beweging Mevrouw Florissen is 63 jaar en gebruikt een geneesmiddel waarvoor zij een machtiging van haar zorgverzekeraar nodig heeft. De arts vraagt deze machtiging jaarlijks voor haar aan en mevrouw moet daar dan twee à drie weken op wachten. Pas nadat de zorgverzekeraar de machtiging heeft afgegeven kan zij naar de apotheek voor haar medicijn. Zo ging het tot voor kort. Tegenwoordig gaat het als volgt: mevrouw Florissen krijgt haar recept van de specialist die zelf via internet de benodigde artsenverklaring downloadt en invult. Zij gaat daarmee rechtstreeks naar de apotheek en krijgt het geneesmiddel direct mee naar huis. De apotheker bewaart het ingevulde formulier voor controle achteraf door de zorgverzekeraar.
Interview met Anneke Prenger
27
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
26
Markt De geneesmiddelenmarkt is een groeimarkt, stelt Prenger. Telkens komen er nieuwe geneesmiddelen op de markt en de uitgaven voor geneesmiddelen blijven stijgen. Aan zorgverzekeraars de taak om de doelmatigheid in de gaten te houden. Dat geldt ook voor de vergoeding die de apothekers ontvangen en wat zij daar voor doen. Verantwoording over een goede besteding van die uitgaven is van groot belang. De inkoopvoordelen die apothekers nog steeds genieten zijn dan ook lastig uit te leggen. Prenger vindt dat de veranderingen op dat gebied veel te langzaam gaan. “ Het uitbannen van die inkoopvoordelen speelt al zeker tien jaar,” zegt ze. “Het is een positiespel waarin niet alle partijen evenveel belang hebben bij verandering.”
Mijlpaaltje Ook het nieuwe tariefsysteem dat in juli 2008 ingaat noemt Prenger een vooruitgang. “Zorgverzekeraars kunnen met dit nieuwe systeem meer gaan belonen op prestatie en output. Dat is op de farmaciemarkt echt nieuw. Apothekers hebben in Nederland een monopolie op de aflevering van geneesmiddelen. Tot dusverre was er sprake van een tarief dat voor elke apotheker hetzelfde was, ongeacht de geleverde prestatie. Dat gaat in het nieuwe systeem verschuiven, want zorgverzekeraars kunnen daarin gaan sturen op kwaliteit en doelmatigheid. De vraag wat de apotheker als farmaceutisch zorgverlener aan toegevoegde waarde voor de patiënt levert kan in contractafspraken worden aangezwengeld. Dat is een klein mijlpaaltje op weg naar een vrijere markt.”
29
Interview met Anneke Prenger
Dynamiek Het takenpakket dat Prenger beheert is zeer breed. Er is een inhoudelijk deel dat gaat over de geneesmiddelen in het wettelijk vastgestelde basispakket en over de voorwaarden waaronder zorgverzekeraars geneesmiddelen mogen vergoeden. Een belangrijk aspect daarbij is de uitvoerbaarheid van pakketmaatregelen die door het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) en het ministerie van VWS zijn bepaald. Hierover vindt regelmatig overleg plaats met de leden van ZN, VWS en CVZ. Het andere deel van Prengers werk houdt in dat zij namens de leden aan tafel zit als het gaat over tarieven van geneesmiddelen en dienstverlening van apothekers. Beide kanten van het werk vragen om veel overleg en een vaak strategische aanpak. Er zijn veel partijen bij betrokken met elk hun eigen belangen. Belangenbehartiging en onderhandelen is dan ook een belangrijk deel van haar werk. “Wij bieden als branchevereniging daarnaast een platform voor onze leden, de zorgverzekeraars,” zegt Prenger. “Dat geeft een heel eigen dynamiek aan het werk. Met name nu een aantal van onze leden steeds groter wordt en heel goed voor zichzelf kan spreken. En dat ook wil, aangezien zorgverzekeraars zich in toenemende mate van elkaar moeten onderscheiden.”
Zorgverzekeraars zijn hierin mede partij vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de hoogte van de premies. Prenger: “Door het afsluiten van bezuinigingsconvenanten wordt de problematiek niet structureel aangepakt. Wij zijn van mening dat er een echte systeemwijziging moet komen, en niet alleen een marginale verandering die weer nieuwe inkoopvoordelen met zich meebrengt.” Vanaf 2005 is een aantal zorgverzekeraars bezig met preferentiebeleid. Het preferentiebeleid komt erop neer dat voor een aantal generieke geneesmiddelen de leverancier met de laagste prijs wordt beloond met exclusiviteit van levering en dus marktaandeel. Prenger: “Het gaat nu nog maar om drie geneesmiddelen, maar wel geneesmiddelen met een grote omzet. Onlangs heeft een leverancier uit India toegehapt op simvastatine. Hij heeft nu het grootste deel van de omzet in Nederland in handen. Dat gaat om een bedrag van tientallen miljoenen. De andere leveranciers van simvastatine hebben vervolgens hun prijzen ook drastisch verlaagd. Dit betekent een daadwerkelijke besparing op de uitgaven van geneesmiddelen.”
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
28
“Dit systeem is duidelijk een stuk klantvriendelijker dan het vorige, waarbij machtiging vooraf nodig was. Dat is nu omgedraaid, waardoor de procedure is gestroomlijnd en vereenvoudigd. Patiënten hebben hun geneesmiddel sneller in huis en voor zorgverzekeraars betekent het een forse lastenvermindering. Zij hoeven minder handelingen te verrichten voor een machtiging. Leden melden ons dat de formulierenstroom is afgenomen.” Aldus Anneke Prenger, apotheker en bij Zorgverzekeraars Nederland (ZN) verantwoordelijk voor het farmaciedossier. En hoewel het hierboven beschreven voorbeeld een concrete verbetering laat zien waar verzekerden én zorgverzekeraars direct baat bij hebben, blijkt tijdens het gesprek dat het farmaciedossier nog vol weerbarstigheden zit.
op twee pijlers: de expliciete keuze voor solidariteit tussen zieke en gezonde mensen en de vrijheid van verzekerden om zelf hun verzekeraar te kiezen. Om dit te realiseren is het een voorwaarde dat zorgverzekeraars die veel verzekerden hebben met een hoog gezondheidsrisico, worden gecompenseerd voor het feit dat zij iedereen moeten accepteren. Daarvoor is de risicoverevening in het leven geroepen. Henny Wijngaard denkt en stuurt vanuit Zorgverzekeraars Nederland mee om dit systeem te optimaliseren, zodat deze twee pijlers ook in de toekomst overeind kunnen blijven.
Interview met Henny Wijngaard
Het Nederlandse zorgverzekeringsstelsel is gefundeerd
31
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
30
Risicoverevening cruciaal voor zorgverzekeringsstelsel
Betrokkenheid De persoonlijke betrokkenheid van Wijngaard bij dit dossier is vooral ingegeven door het feit dat een goed werkend systeem niet alleen in het belang is van de verzekeraars, maar misschien nog wel meer van de verzekerde. “Ik vind dat persoonlijk wel een goede norm in een beschaafd land, dat je ongezonde mensen niet ook nog fi nancieel zwaarder belast dan gezonde mensen,” stelt Wijngaard. “Ik constateer daarbij dat aan deze norm in toenemende mate wordt getornd, in de zin dat er in de maatschappelijke discussie steeds genuanceerder wordt gesproken over de mogelijkheden om premies te mogen differentiëren op grond van verwijtbare gezondheidsverschillen.” Bovendien zal, naarmate de risicoverevening beter gaat doen wat wordt beoogd, de concurrentie tussen verzekeraars zich steeds meer moeten richten op een doelmatige uitvoering van de verzekering en het stimuleren van innovatie en doelmatigheid in de directe zorgverlening. “Hierdoor zal de premieontwikkeling in de toekomst beter beheersbaar worden. Verzekeraars zullen daarvoor uiteraard wel de ruimte en de instrumenten moeten krijgen.”
33
Interview met Henny Wijngaard
Cruciale voorwaarden Een deel van de premieverschillen wordt veroorzaakt door onvolkomenheden in de risicoverevening. “Voor een goed werkend systeem van risicoverevening zijn twee voorwaarden cruciaal,” vertelt Wijngaard. “Op de eerste plaats moeten er kenmerken van verzekerden beschikbaar zijn die toekomstige ziektekosten kunnen voorspellen. Leeftijd en geslacht zijn zulke kenmerken, naast bijvoorbeeld postcode en aard van het inkomen. De afgelopen jaren zijn daarnaast ook zogenaamde morbiditeitscriteria in het systeem gebracht. Het medicijngebruik en een ziekenhuisopname voor bepaalde diagnoses in het verleden bleken goede voorspellers voor ziektekosten in de toekomst. Hoewel we voor de curatieve zorg al een heel eind op de goede weg zijn moeten we constateren dat met de nu gehanteerde verdeelkenmerken nog steeds niet alle risicoverschillen tussen de verzekerdenportefeuilles worden gecompenseerd. Daarom zullen we de komende jaren moeten doorgaan met onderzoek naar meer of andere criteria die voorspellend zijn voor het optreden van ziektekosten.” De tweede cruciale voorwaarde voor een goede risicoverevening is volgens Wijngaard dat er stabiele schadegegevens beschikbaar zijn op basis waarvan de verdeelcriteria onderling gewogen kunnen worden. Daarin ligt het belangrijkste probleem in dit dossier. Dit komt vooral door de verandering in bekostigingswijze van de zorgaanbieders, te weten van input-georiënteerd naar prestatie-georiënteerd. Wijngaard: “Dit heeft in het algemeen namelijk tot gevolg dat ook de schadelastverdeling over de verschillende risicogroepen is veranderd en zal blijven veranderen. In de huidige situatie wordt dit het best geïllustreerd met de invoering van de DBC’s. Bovendien moeten wij ons bij bepaling van de wegingsfactoren in enig jaar noodgedwongen baseren op de schadegegevens van drie jaar daarvoor. Hierdoor lopen we op dat punt eigenlijk altijd achter de feiten aan.”
Politieke lading Gezien de genoemde onvolkomenheden in het systeem is het nog steeds noodzakelijk om achteraf correcties toe te passen op de verschillen tussen de vereveningsbijdrage en de werkelijke kosten van de verzekeraars. De druk vanuit de politiek en vanuit de kring van verzekeraars om deze ex-post correcties zo snel mogelijk af te schaffen neemt echter toe. Dat is begrijpelijk, want doelmatig werkende verzekeraars zullen hun doelmatigheidswinsten zien toenemen naarmate de ex-post correcties minder worden. Omgekeerd zullen minder ondoelmatig opererende verzekeraars ook minder worden gecompenseerd. Hiermee komen we volgens Wijngaard op het centrale beleidsdilemma. “Het is in de interne jaarlijkse discussie opvallend dat verzekeraars met een goed resultaat dit vooral toeschrijven aan hun eigen prestaties en verzekeraars met een slecht resultaat dit vooral wijten aan de nadelige effecten van het systeem van risicoverevening. Het vervelende is dat beide stellingen nauwelijks te onderbouwen zijn.” Met deze verschillende standpunten krijgt de discussie een politieke lading. Want welke keuze is verstandig? De beleidsmatig gewenste oplossing of de technisch verantwoorde oplossing? “Vanuit ZN proberen we zoveel mogelijk buiten dit spanningsveld te blijven,” verklaart Wijngaard. “Dat doen we door in eigen kring zo objectief mogelijk te beschrijven hoe de stand van zaken is. Maar dat kan niet voorkomen dat we als ZN-bureau op eieren blijven lopen, omdat bij de beoordeling van het model van risicoverevening altijd arbitraire elementen een rol spelen, die door verschillende verzekeraars verschillend worden gewogen. Dit betekent dat het op dit dossier voorlopig niet mogelijk zal blijken dat alle verzekeraars het resultaat als optimaal zullen kwalificeren.”
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
32
“Je zou kunnen zeggen dat het systeem van risicoverevening is uitgedacht om het zorgverzekeraars in een concurrerende omgeving mogelijk te maken acceptatieplicht te nemen en gezonde en ongezonde mensen tegen dezelfde premie te verzekeren,” zegt Wijngaard. “Dit zijn de belangrijkste randvoorwaarden die de politiek heeft gesteld aan het nieuwe verzekeringsstelsel. “ Uitgangspunt is dus dat verzekeraars in staat worden gesteld ook ongezonde mensen te verzekeren. Dat betekent dat de verschillen in portefeuilles gelijk worden getrokken. Iedere verzekeraar krijgt daarmee dezelfde startpositie. Bij een volmaakt werkend systeem van risicoverevening ontstaan alleen premieverschillen voor de basisverzekering tussen zorgverzekeraars door efficiënter werken of door betere zorginkoop. Dat ideaal is nog niet bereikt.
Hervorming AWBZ in stroomversnelling De AWBZ is in de revisie. Achter de schermen wordt hard gewerkt om de volksverzekering om te buigen tot een flexibeler, meer op de verzekerden afgestemd systeem. Zorgverzekeraars Nederland speelt hierin een pro-actieve rol, samen met zorgaanbieders, patiëntenverenigingen en overheid. Jan Coolen is de trekker van dit dossier. Buiten ZN is hij betrokken geweest bij het advies ven de SER over de toekomst van de AWBZ. Hij licht de ontwikkelingen toe onder het motto: “Het is goed om tegengas te geven aan het negatieve beeld dat overheerst in het binnenlandse debat over de AWBZ. De langdurige zorg in Nederland staat internationaal op hoog niveau.”
Interview met Jan Coolen
35
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
34
Van verbrokkeling naar samenhang Een tweede speerpunt is ketenzorg, bijvoorbeeld bij dementie. Op dit terrein is veel verbrokkeling zichtbaar. Na een eerste diagnose door de huisarts komt de patiënt een lappendeken van voorzieningen tegen. Als je zelf geen actie onderneemt gebeurt er niks. De partner of kinderen van de patiënt moeten in feite alles zelf uitzoeken en her en der gaan shoppen om de zorg te krijgen die nodig is. Dat geldt voor alle onderdelen van die zorg, van thuiszorg tot dagbesteding of opname in een verpleeghuis. De oplossing is ketenzorg: een samenhangend systeem van voorzieningen dat meebeweegt met de zieke en de ziekte. Een casemanager moet van begin tot
We roepen mevrouw Jansen in het leven, een 84-jarige dementiepatiënte die tot op heden thuis verzorgd wordt door haar echtgenoot. Twee keer per week komt de thuiszorg voor huishoudelijke ondersteuning. In het geval dat mevrouw Jansen steeds intensievere persoonlijke zorg en begeleiding nodig heeft of als haar partner overlijdt, krijgt zij nu nog vaak een indicatie voor opname in een intramurale voorziening. In het nieuwe systeem moet het ‘ketennetwerk’ van aanbieders veel actiever samen met de cliënt en de familie nagaan wat nodig is. Denkbaar is ook dat opname wordt uitgesteld omdat de aanbieder regelt dat mevrouw ’s ochtends door de thuiszorg wordt verzorgd en daarna wordt opgehaald voor de dagvoorziening, waar zij ook deelneemt aan een geheugentraining. ’s Avonds is er dan weer de mantelzorg. Als mevrouw ’s nachts begint te dwalen, wordt bijvoorbeeld geregeld dat zij drie nachten per week in een verpleeghuis kan slapen, zodat haar man of andere mantelzorger hun broodnodige rust krijgen. Partners en prikkels Het derde speerpunt is de versterking van ‘zorg thuis’. Tussen de gewone huisartsenzorg en de wijkverpleging – ingebed in grote thuiszorgconcerns – is een te grote afstand ontstaan. De goede oude praktijk van ‘de wijkzuster’ moet weer terugkomen zodat die samen met de huisarts zowel de kortdurende zorg na een ziekenhuisopname kan oppakken, als ook de opvang van chronisch zieke mensen in hun eigen omgeving. “Organiseer de zorg dicht bij de patiënt,” zegt Coolen. “Laat de huisarts, het ziekenhuis en de verpleegkundige – bijvoorbeeld in het geval van chronisch hartfalen – samenwerken. De muur tussen de eerste lijn en de thuiszorg moet worden geslecht. De NPCF en de beroepsgroepen zijn hierin onze partners. We willen niet wachten op een stelselwijziging maar vanuit de AWBZ deze ontwikkeling oppakken.” Coolen vindt dat het tempo van de veranderingen omhoog moet. “Bewezen goede praktijken kun je veel sneller invoeren,” zegt hij, “als de prikkels maar de goede kant uitgaan. Mevrouw Jansen zal dit – als het goed is – ook meemaken. Zij moet het merken als er een beter samenspel komt van huisarts en wijkverpleegkundige. En zij moet het makkelijker krijgen als we dementiezorg als samenhangende keten gaan opzetten.”
37
Interview met Jan Coolen
Kwaliteit concreet maken Coolen vertelt dat met de Inspectie Gezondheidszorg per care-sector (ouderenzorg, gehandicaptenzorg, GGZ) concrete uitwerkingen zijn opgesteld. Vanaf medio 2008 gaan de gemaakte afspraken voor alle zorgaanbieders gelden. De zorgkantoren gaan dan meerjarige contracten afsluiten met zorgaanbieders waarin afspraken gemaakt worden over tien praktische gebieden waaraan in elk geval moet worden voldaan. Die gebieden gaan over wat een patiënt nodig heeft, zoals een schoon lijf, goede maaltijden, zinvolle dagbesteding, gezondheid, medicatie. Dit alles maakt het begrip kwaliteit heel concreet. Het gaat ook leven op de werkvloer van de instellingen, bij de zorgverleners. “Kwaliteit gaat om verstaanbare dingen van de werkvloer zelf,” zegt Coolen. “Met dit systeem kunnen zorgverleners zelf beoordelen of ze een schoon lijf realiseren, of er voldoende dagbesteding wordt aangeboden enzovoort. Ook wordt vergelijking met andere aanbieders beter mogelijk. Zorgkantoren kunnen bijsturen wanneer een aanbieder achterblijft.”
eind meekijken en de zorg rond de patiënt helpen organiseren. Hij of zij staat de patiënt bij om de zorg te krijgen die op dat moment nodig is. Zorgkantoren moeten gaan sturen op de samenhang van de zorg, zodat in elke regio een sluitend pakket aan voorzieningen komt. “Daarbij moet je aansluiten bij good practices,” stelt Coolen. “Er zijn talloze voorbeelden bekend die prima werken. Kijk bijvoorbeeld naar de Ontmoetingscentra, waar dementerenden met hun mantelzorger een aantal dagdelen per week naar toe kunnen voor aparte activiteiten. Dat werkt uitstekend voor alle betrokkenen. Zo’n goed voorbeeld verdient landelijke navolging.”
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
36
Om met dit laatste te beginnen: Coolen noemt de AWBZ een van de beste systemen ter wereld. “We bereiken in Nederland de patiënten in hoge mate; we geven relatief veel geld uit aan care en ook de budgetten per klant zijn hoger dan elders. Per verpleeghuispatiënt is hier bijvoorbeeld twee keer zoveel geld beschikbaar als in Duitsland. Of met dat geld altijd het beste wordt gedaan, dát is de vraag.” Die vraag is een retorische en vormt tevens de kern van zijn betoog. De 20 miljard euro die jaarlijks in de AWBZ omgaat kan veel beter worden besteed dan nu het geval is. Dat heeft vooral te maken met de verbrokkeling van het zorgaanbod. Drie speerpunten komen daarom op de voorgrond te staan. Het eerste is sturing op de kwaliteit van zorg. Het tweede is de samenhang van voorzieningen voor langdurig zorgafhankelijke mensen, wat uitgewerkt wordt in onder meer ketens voor dementiezorg. Een derde speerpunt is versterking van de ‘zorg thuis’ wat ook een beter samenspel inhoudt van de wijkverpleegkundige met de huisarts.
Begrip kwaliteit steeds inzichtelijker Het dossier kwaliteit kan de komende jaren voor Zorgverzekeraars Nederland wel eens van doorslaggevend belang zijn. Hoe intensiever zorgverzekeraars kunnen onderhandelen op kwaliteit, hoe beter zij zich immers van elkaar kunnen onderscheiden. Nu hebben zij bij verzekerden toch vaak het imago van boekhouders die het er om te doen is de zorgkosten zo laag mogelijk te houden. De polisvoorwaarden laten nog weinig echt onderscheid zien.
Interview met Ronald Luijk
39
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
38
Ervaren zorg Voor de ggz-sector loopt een soortgelijk traject. De eerste Inkoopgids heeft het licht gezien. De huidige productstructuur van de DBC’s in de ggz wordt door zorgverzekeraars gezien als een tijdschrijfsysteem voor behandelaars. De uitdaging is volgens Luijk vooral hoe zorgverzekeraars inzage kunnen krijgen in de effectiviteit van behandeling. Hij neemt als voorbeeld de richtlijn Depressie, die bijna gereed is. Deze onderscheidt vier klantgroepen, variërend van lichte tot zware depressies en van een eerste tot recidiverende depressies. Iemand met een lichte, eerste depressie kan geholpen worden met zelfhulp en internettherapie, terwijl voor iemand met een zware recidiverende depressie medicatie en psychotherapie aangewezen zijn. Zo kunnen alle varianten uit de richtlijn overzichtelijk in kaart worden gebracht. “Het mooie is dan samen met de instellingen te bekijken hoe hun klantgroepen eruit zien, op welke wijze zij worden behandeld, wat de gewenste uitkomsten zijn en welke inspanningen en kosten daar tegenover staan,” aldus Luijk. “Kwaliteit van ggz-zorg wordt ook hier vastgesteld aan de hand van medisch-inhoudelijke richtlijnen én van door de patiënt ervaren zorg.” Dat laatste gebeurt ook door toepassing van de Consumer Quality Index, die patiënten vragenlijsten laat invullen naar hun ervaringen met de zorg. Gebleken is dat dit een betrouwbaarder beeld geeft dan vragen naar de tevredenheid van klanten. Garantie De verzekerde die Luijk voor ogen staat, is de heer Vervoort van 68, die een heupoperatie moet ondergaan. Voor deze ingreep hebben de beroepsgroepen en patiëntenverenigingen de kwaliteitsindicatoren benoemd. De zorgverzekeraar van de patiënt heeft deze indicatoren betrokken bij de contractbesprekingen met de ziekenhuizen in de regio. In het ideale geval publiceert de zorgverzekeraar de uitkomsten hiervan op zijn website. Zo kan de verzekerde zien in welke kliniek hij gegarandeerd de beste zorg krijgt bij deze ingreep. Ook bemiddelen verschillende zorgverzekeraars bij de keuze van een ziekenhuis, vooral bij minder acute ingrepen. Het is mogelijk dat bij publicatie van dit jaarbericht enkele verzekeraars inmiddels zijn overgegaan tot het vermelden van dit soort gegevens op hun website. “Daarmee maak je het begrip kwaliteit pas echt inzichtelijk en keihard,” stelt Luijk vast. “Het is van belang dat kwaliteit en inkoopmacht zodanig samenvallen dat de verzekerden er beter van worden. Dat is onze uitdaging.”
41
Interview met Ronald Luijk
Inspirerend Het meest concrete resultaat is de DBC Inkoopgids 2008 die ZN heeft samengesteld. Daarvoor is gebruik gemaakt van ZN-zorgprofielen. Luijk vindt het model dat daaraan ten grondslag ligt erg inspirerend. “Het sluit goed aan bij de behoeften van de patiënt, die gewoon de beste zorg wil.” Kort gezegd behelst het ontwikkelde model een drieslag bestaande uit werkelijk geleverde zorg, medisch gewenste zorg en ervaren zorg. De werkelijk geleverde zorg wordt gevuld met gegevens uit het DBC Informatiesysteem (DIS). “Het gaat hier om de geregistreerde werkelijkheid, gebaseerd op landelijke gemiddelden,” legt Luijk uit. De richtlijnen van de beroepsgroepen vormen de bouwstenen voor de medisch gewenste zorg. In de inkoopgids staan op een horizontale as de behandelfasen (diagnose, behandeling, postoperatieve fase) en verticaal de uit te voeren activiteiten (onderzoek, anamnese, therapie enz.) met daarachter de sleutelinterventies, in feite de kernaanbevelingen uit de richtlijnen. Per aandoening zijn er kwaliteitsindicatoren toegevoegd. Voor het laatste onderdeel, de ervaren zorg, is patiëntenverenigingen gevraagd naar hun visie op kwaliteit. “De combinatie van sleutelinterventies en indicatoren voor kwaliteit vind ik heel sterk, omdat je hiermee afspraken kan maken over kwaliteit van zorg bij de inkoop van DBC’s” aldus Luijk. De vraag doet zich voor welke punten uit het model deel gaan uitmaken van de contractering. Luijk zou het mooi vinden als patiëntenorganisaties op basis van de aangegeven criteria voorkeursziekenhuizen zouden gaan benoemen. “Ik ben heel benieuwd of en hoe dat gaat gebeuren. Er zijn wel initiatieven zoals die van Borstkankervereniging Nederland en Stichting Hoofd Hart en Vaten, maar over het algemeen is er nog weinig inzicht in het onderscheid tussen aanbieders. Voor de toekomst is het zeer wel denkbaar dat zorgverzekeraars klanten positieve prikkels geven om gebruik te maken van instellingen die aantoonbaar goede zorg leveren. Gaat een verzekerde naar een instelling van mindere kwaliteit, dan betaalt hij mogelijk extra.”
Het model is nog niet keihard te maken, dat beseft Luijk. “Maar op termijn is het zeker de bedoeling te gaan selecteren op basis van kwaliteitscriteria.”
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
40
Dat is de mening van Ronald Luijk, die voor ZN het dossier kwaliteit beheert. “Er is nog onvoldoende zicht op kwaliteit van zorg,” stelt hij. “Dat heeft te maken met het begrip kwaliteit zelf, dat bepaald niet eenduidig is. De vraag wat goede of verantwoorde zorg is kun je alleen in gezamenlijk overleg beantwoorden en inhoud geven. Dat is een taai proces.” Het Kenniscentrum DBC van ZN ontwikkelt ‘kennisproducten’ die inzichtelijk maken hoe je kwaliteit kunt defi niëren. Luijk is enthousiast over de mogelijkheden grip te krijgen op zo’n abstract begrip als kwaliteit, waarvoor in 2007 een belangrijke stap is gezet. Het is uiteindelijk aan de individuele zorgverzekeraars wat zij met die kennis in hun polissen doen.
Overheveling GGZ kan veel verhelderen Je baan kwijtraken is voor niemand een pretje. Als dan ook nog iemand uit je omgeving overlijdt kan dat gevolgen hebben voor je psychische gesteldheid. Dit overkwam Peter van Dijk, 49, getrouwd en vader van een dochter van 16. Hij werkt in de ICT-sector. Na een aantal maanden komt hij bij de huisarts met vage klachten als hoofdpijn, vermoeidheid en concentratieproblemen. Lichamelijk onderzoek levert niets op. De huisarts vermoedt een psychische oorzaak en verwijst Peter door naar de sociaal-psychiatrisch verpleegkundige die hem in zijn praktijk ondersteunt om psychische en psychosomatische klachten te onderscheiden. Zij verduidelijkt samen met Peter zijn hulpvraag. Op grond daarvan stuurt zij Peter door naar een eerstelijnspsycholoog.
Interview met Sytske de Vries
43
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
42
Verschillen worden inzichtelijk GGZ Nederland is in deze ontwikkeling een onmisbare partner voor ZN. “GGZ Nederland ziet de mogelijkheden van de invoering van DBC’s en de liberalisering van prijzen,” vertelt De Vries. “De ggz-sector wil wat dat betreft gelijk opgaan met de somatische zorg.” Het belang van ZN en zijn leden is voor De Vries kristalhelder: “De ggz is nog in te veel gevallen een zwarte doos. Behandelsettingen zijn niet transparant en vaak chaotisch. Dat staat overigens los van de kwaliteit van de zorg. Het is moeilijk een goed inzicht te krijgen welke zorg op welk moment bij welke diagnose wordt geleverd. En tegen welke prijs, niet te vergeten. Deze omslag biedt kansen de zorg inzichtelijker te maken, zodat
Vinger aan de pols Overigens ziet De Vries ook mogelijke nadelen van de overheveling. Doordat de pot met AWBZ-geld een deksel had, waren de uitgaven eindig. “Het gevolg waren wachtlijsten, maar het was beheersbaar. Nu zou de vraag oneindig kunnen worden, vooral doordat de ggz-zorg laagdrempeliger wordt. De lichtere zorg wordt bereikbaarder. Wij zijn bang dat veel geld naar die lichtere patiënten zal gaan, terwijl juist chronische patiënten goede zorg nodig hebben. Dat gaan we door de DBC’s wel zien.” In 2007 heeft ZN de eerste In- en verkoopgids DBC GGZ gepubliceerd. Daarin staat onder meer de DBC waar Peter van Dijk mee te maken krijgt als hij na acht zittingen bij de eerstelijnspsycholoog onvoldoende hersteld is. De SPV-er verwijst hem dan door naar de ggz-instelling. Zijn behandeling aldaar valt onder ‘langdurig ambulant’ en hij krijgt deze gewoon vergoed vanuit de basisverzekering. Voorlopig is het volgens De Vries nog afwachten. “Wij wachten met spanning op de eerste declaratiestroom. Vooral bij de ICT zitten nogal wat haken en ogen. Het is allemaal net op tijd klaar en het is erg ingewikkeld. Het is voor het veld erg wennen om elektronisch te declareren, met name voor de vrijgevestigden. Maar het systeem is uitvoerig getest, dus de onvermijdelijke startproblemen zullen niet onoverkomelijk zijn.” ZN inventariseert uiteraard de knelpunten. “Als schakel tussen onze leden en het ministerie van VWS houden wij de vinger aan de pols. Als wij vinden dat er in het nieuwe systeem onvoldoende gegevens beschikbaar komen voor onze leden, zullen wij daarvoor bij VWS gaan pleiten.”
45
Interview met Sytske de Vries
Nog geen risico De overheveling is ingegaan per 1 januari 2008, een jaar later dan de bedoeling was. “Er waren nog te veel haken en ogen. De DBC-systematiek was niet haalbaar per 2007 en de risico’s voor de zorgverzekeraars waren te groot. ZN heeft met succes uitstel bij de minister bepleit. 2007 is gebruikt om allerlei knelpunten uit de weg te ruimen en thema’s goed uit te werken. Dat hebben we in intensieve samenwerking met onze leden gedaan.” Diverse werkgroepen namen onderwerpen bij de kop als polisvoorwaarden, persoonsgebonden budget, contracteren van zorg en gegevensaanlevering van behandelingen. Vooral dit laatste is nog een punt van zorg. “Voor onze leden is het van groot belang voldoende gegevens binnen te krijgen over de schadelast. Uiteindelijk zullen de verzekeraars risico gaan lopen, dus dan moeten zij wel inzicht krijgen in waar zij hun geld aan uitgeven. De vraag is: wat voor soort patiënten consumeren wat voor soort zorg? Pas als zulke gegevens inzichtelijk zijn, kan op basis daarvan de premie worden berekend.” De werkgroep waarin ook VWS en GGZ Nederland zaten, toonde aan dat dit inzicht nog te beperkt is om zorgverzekeraars er al in 2008 risico op te laten lopen. Medio 2008 wordt bekeken of dit in 2009 wel aan de orde is.
je kan zien wat de instelling doet en waarop hij zich kan onderscheiden van anderen. Wat is nu eigenlijk psychotherapeutische of psychiatrische zorg? Hoe meet je de kwaliteit van de geleverde zorg? En hoe voelen patiënten zich na afloop van hun therapie? Zijn zij adequaat behandeld?” De laatste vragen kunnen deels beantwoord gaan worden in de zogeheten ‘outcome monitoring’; de patiënt vult tijdens en na de therapie vragenlijsten in over de behandeling en zijn genezingsproces. De antwoorden hierop zullen in combinatie met de DBC’s veel informatie opleveren. De DBC’s geven op den duur voldoende informatie om te gaan benchmarken, verwacht De Vries. Zij ziet in de toekomst een website voor zich waarop zorgverzekeraars hun verzekerden informatie bieden over de beste behandeling bij een depressie. “Een soort Kies Beter-site,” zegt ze.
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
44
Peter van Dijk wordt in het leven geroepen door Sytske de Vries, beleidsmedewerker bij Zorgverzekeraars Nederland en tot maart 2008 eigenaar van het dossier ‘Overheveling GGZ’. Ze noemt het een “spannend, nieuw en boeiend dossier”. De overheid heeft een aantal zaken uit de AWBZ overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet. Het betreft de curatieve GGZ, dat wil zeggen alle ambulante zorg en verblijf tot korter dan een jaar. Zo worden de acht gesprekken die Peter met de eerstelijnspsycholoog voert, sinds 1 januari 2008 vergoed vanuit het basispakket. Chronische psychische en psychiatrische zorg blijft in de AWBZ. De Vries noemt de recente ontwikkelingen broodnodig, zowel voor de verzekerden als voor de zorgverzekeraars.
als een huis De Zorgverzekeringswet loopt een jaar en is succesvol. Belangrijke graadmeter daarvoor is 46
onder meer de aangescherpte concurrentie tussen zorgverzekeraars, die resulteerde in een grote mobiliteit van verzekerden. De premieverschillen zijn gering. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) verwacht dat in 2007 het aantal overstappers onder de vijf procent ligt. Ter vergelijking: in 2006 was het 18%. Geld een argument? Uit de resultaten van de KNMG-monitor Zorgverzekeringswet blijkt dat 26% van de patiënten zich om fi nanciële redenen (no claim, eigen risico of eigen bijdrage) niet laat doorverwijzen. De minister van Volksgezondheid geeft aan het op zich geen slechte zaak te vinden dat verwijzing nog eens wordt afgewogen. Het prudentere gebruik van zorg is volgens hem een beoogd effect van het kabinetsbeleid. Kwaliteit Zorgverzekeraars willen dat zorgaanbieders steeds meer garanties gaan afgeven in verband met de kwaliteitsaspecten van de zorg. Kwaliteit is binnen ZN dan ook één van de topprioriteiten. Concreet gaat het daarbij om bijvoorbeeld het ontwikkelen van indicatoren voor kwaliteit in samenspraak met zorgverleners. Zorgverzekeraars gaan uitdrukkelijk niet
Budgetkorting ziekenhuizen De ziekenhuizen worden met ingang van 2007 structureel 145,5 miljoen euro gekort. Dat hebben VWS, ZN en NVZ afgesproken in besprekingen over de overschrijding van het prestatiecontract. Ook zijn partijen overeengekomen de administratieve organisatie van ziekenhuizen te verbeteren. Dat is een belangrijke voorwaarde voor verdere liberalisering.
februari HKZ-certificaat ZN-voorzitter Wiegel heeft het 1000-ste certificaat uitgereikt aan zorgcentrum De Kooimeer in Alkmaar. Daarmee onderstreepte hij het belang dat zorgverzekeraars hechten aan een goede kwaliteit van zorg. Zorgaanbieders zijn partners bij het realiseren van hun missie namelijk de burger tijdig toegang verschaffen tot doelmatige en betaalbare zorg van een goede kwaliteit. Zorginkoop- en contracteerbeleid zijn het instrumentarium. De invoering van DBC’s biedt bij uitstek nieuwe mogelijkheden om naast afspraken over volume en prijs ook stil te staan bij voorwaarden op het gebied van kwaliteit.
Klachten De Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ), opgericht door ZN en de NPCF samen, heeft een nieuw aanmeldingsformulier ontwikkeld om het mensen die een probleem hebben met hun zorgverzekeraar mogelijk te maken een klacht of geschil voor te leggen. Dat formulier is onderdeel van de brochure ‘Als u er niet meer uitkomt met uw zorgverzekeraar’. Daarin wordt de procedure uitgelegd. Naar aanleiding van een klacht kan worden overgegaan tot bemiddeling (door de Ombudsvrouw Zorgverzekeringen). Ook kan de Geschillencommissie Zorgverzekeringen een bindend advies uitbrengen. Verdere liberalisering De NZa kondigt aan dat vijf beroepsgroepen op korte termijn in aanmerking komen voor vrije prijsvorming: verloskundigen, oefentherapeuten, diëtisten, eerstelijnspsychologen en enkele beroepsgroepen in de mondzorg. ZN is verheugd over de voortvarendheid van de NZa. Daarmee wordt op transparante wijze inzicht gegeven in de factoren die een rol spelen bij de beoordeling om een markt te liberaliseren. Gevaar van het hanteren van de meetlat is echter dat er wel veel randvoorwaarden voor liberalisering gaan gelden wat tot stagnatie van het proces leidt. Er zijn ook voorbeelden van sectoren waarin na liberalisering in hoog tempo prestatieindicatoren zijn ontwikkeld.
47
Jaaroverzicht
Zorgverzekeringswet staat
op de stoel van de arts zitten. Zij vragen de behandelaars zich beter te houden aan de richtlijnen die ze zelf hebben geformuleerd.
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
Jaaroverzicht
januari
maart Projecten Innovatiefonds Zorgverzekeraars Het Innovatiefonds Zorgverzekeraars (voorheen stichting Centraal Fonds RVVZ) heeft voor ruim 1 miljoen euro fi nanciële steun toegezegd aan diverse projecten. Drie daarvan zijn gericht op dementie. In één van de projecten wordt met lichamelijke activiteit stabilisatie en/of verbetering van cognitieve functies en stem-
Dynamiek in de zorgverzekeringsmarkt Veel zorgverzekeraars zullen ook in 2007 verlies lijden op de basisverzekering. Dus moeten zij zich bij de zorginkoop nog meer richten op innovatie van hun producten- en diestenaanbod om een positief verzekeringsresultaat te kunnen realiseren. Dat blijkt uit onderzoek. Apothekers Apothekers ontvangen nog steeds grote inkoopvoordelen. In 2004 ging het daarbij om een bedrag van 582 miljoen euro. ZN pleit voor aanpak daarvan. Dat is te realiseren door onder andere de praktijkkosten te normeren, zodat vervolgens de receptregelvergoeding kan worden aanpast. Aanbevelingen zorgpakket Het CVZ heeft de zorgpakketten van zowel de Zorgverzekeringswet als de AWBZ doorgelicht. Voorgesteld wordt eenvoudige mobiliteitshulpmiddelen niet langer te vergoeden en medicatie tegen slaap- en angststoornissen te beperken. ZN onderschrijft de ideeën van het CVZ, maar waarschuwt voor te gedetail-
leerde regelgeving. Het kan niet zo zijn dat het CVZ tot op de komma voorschrijft onder welke omstandigheden en voorwaarden zorginterventies tot het verzekeringspakket behoren. Aanspraken in de Zorgverzekeringswet behoren in functionele termen te worden omschreven: zorgverzekeraars moeten eigen keuzes kunnen blijven maken.
van de AWBZ door de zorgkantoren. ZN stelt dat de prestatiemeting over 2006, waarin aandacht wordt besteed aan zorg, kostenbeheersing, kwaliteit van verantwoordingsinformatie en bedrijfsvoering en administratie, recht doet aan de diverse taken van de zorgkantoren. Het totale takenpakket van de zorgkantoren is fors en wordt met kleine personeelsformaties uitgevoerd.
april Besparingen Nederlandse ziekenhuizen kunnen 100 miljoen euro besparen door efficiënter gebruik van hun werkkapitaal (het benodigde kapitaal dat gefi nancierd moet worden om de normale activiteiten uit te voeren). Maar ook verbeteringen in de fi nanciële administratie, van het debiteurenbeheer en in de medische planning leveren winst op. Dat blijkt uit een steekproef onder 25% van de ziekenhuizen in ons land. Door de invoering van de DBC’s (1 januari 2005) is het werkkapitaal in de gezondheidszorg fors gestegen. Omdat ziekenhuizen van zorgverzekeraars een vaste vergoeding krijgen die gebaseerd is op een gemiddelde DBC-termijn van vijf maanden levert verkorting van de gemiddelde behandelduur direct een positief fi nancieel effect op. Prestatiemeting zorgkantoren ZN en de NZa hebben afspraken gemaakt over de uitvoering
NZa voor snelle, verdere liberalisering De NZa bepleit forse stappen op de weg naar vrije ziekenhuisprijzen. Groei van 10 naar 20 procent is mogelijk. Voor de overige, planbare zorg (ongeveer 50%) zijn vrije prijzen onder een tijdelijke maatstaf mogelijk. ZN vindt het NZavoorstel sympathiek maar ook heel ambitieus. Met name de vraag hoe snel maatstafconcurrentie kan worden ingevoerd, gezien de tekortkomingen in het DBC-systeem, is een kwestie. Heldere producten en prestaties zijn noodzakelijk.
mei “Problemen declaratieverkeer eerst onderzoeken” Dat stelde minister Klink tijdens een spoeddebat over de aanhoudende, omvangrijke problemen in het declaratieverkeer (onderzoek Landelijke Huisartsenvereniging). Vervolgens moeten de knelpunten via regulier overleg tussen brancheorganisaties en het ministerie worden opgelost. Een stevig
signaal van ZN richting haar leden kan daarbij nodig zijn. Vanuit ZN wordt echter gesteld dat uit eigen gegevens blijkt dat vrijwel alle verzekeraars hun administratie op orde hebben en tijdig betalen. Strategische opties zorgverzekeraars Onderzoek van Nijenrode naar de toekomst van het Nederlandse zorgstelsel en de opties en rollen van zorgverzekeraars is niet verrassend. Natuurlijk hebben zorgverzekeraars instrumenten in handen gekregen om de marktwerking en concurrentie in de zorg vorm te geven. Tegelijkertijd wordt een groot deel van het zorgaanbod nog centraal aangestuurd. Dat maakt het realiseren van structurele verbeteringen lastig. Zorgverzekeraars kunnen binnen het nieuwe stelsel vier rollen kiezen, namelijk die van de inkoper (zorgverzekeraar verkrijgt houdbare concurrentiepositie door excellente inkoop), de regisseur (zorgverzekeraar is coördinator van de zorgmarkt en hanteert een ketenbenadering), de administrateur (interne oriëntatie waarbij kostenbeheersing en efficiency belangrijk zijn) en de zorgadviseur (klant centraal; zorgverzekeraar verkoopt gezondheid). Samen? ZN en het Verbond van Verzekeraars spreken de intentie uit nader te gaan samenwerken. Dit zou kunnen resulteren in een samengaan van beide organisa-
ties in 2009. De belangen van de leden zijn door het vervallen van het onderscheid tussen ziekenfondsen en particuliere zorgverzekeraars steeds meer gelijk gaan lopen. CAO Op 1 juni gaat de nieuwe CAO voor de zorgverzekeraars in. De CAO heeft een looptijd van twee jaar en kenmerkt zich onder meer door het feit dat leeftijdsdiscriminerende elementen eruit zijn gehaald. Ook zijn nadere afspraken over employability vastgelegd. Internet Internet is hét distributiekanaal van de toekomst voor de zorgverzekeraars. Dat wordt gesteld op basis van een benchmark van de websites in de zorgverzekeringsmarkt in Nederland, België, Luxemburg, Engeland en Frankrijk. Vereiste is wel dat scherp wordt gekeken naar het functioneren van de sites en de achterliggende processen. Nederland scoort het hoogst in het vergelijkend onderzoek. De zorgverzekeraars onderscheiden zich vooral als het gaat om het verstrekken van informatie en op het punt van interactieve mogelijkheden. Ook is het bereik van de overzichtelijke en gebruikvriendelijke sites groot. Verplicht eigen risico Het kabinet gaat akkoord met een wetsvoorstel voor invoering van een verplicht eigen risico van 150 euro per 1 januari 2008. De zorgverzekeraars gaan het bedrag innen. Chronisch zie-
49
Jaaroverzicht
Financieel plafond PGB Het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) heeft een beleidsregel rond de overschrijding van het subsidieplafond persoonsgebonden budget afgekondigd. ZN is daar tegen en stelt dat dit zich niet verhoudt met de wettelijke aanspraken van verzekerden op AWBZ-zorg. Zorgkantoren zijn genoodzaakt wachtlijsten aan te leggen voor nieuwe cliënten. Ook Per Saldo en de NPCF vinden de beleidsregel onaanvaardbaar.
mingen gerealiseerd. Verder ondersteunt het Innovatiefonds een project gericht op opsporing van depressies en angsten bij kinderen en jongeren van 9-18 jaar. Ook een interactieve online cursus voor migrainepatiënten wordt fi nancieel gesteund.
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
48
Geneesmiddelenwet De Eerste Kamer heeft de nieuwe Geneesmiddelenwet aangenomen. Daarmee wordt regelgeving op dit gebied overzichtelijker. Verder is de wet vooral van toepassing op de vervaardiging en distributie van geneesmiddelen. Bepalingen over de beroepsuitoefening van de apotheker zitten er niet in. Ten slotte wordt het voorschrijven van geneesmiddelen via internet beperkt.
AWBZ De NZa pleit voor structurele maatregelen om de AWBZ beheersbaar te houden. Tegelijkertijd stelt de zorgautoriteit geen aanleiding te zien om de groeiruimte voor extra zorgproductie in de AWBZ uit te breiden. Als het gaat om maatregelen adviseert de NZa een kritische blik op de indicatiestelling van bijvoorbeeld ondersteunende begeleiding. Ook moeten zorgaanbieders en zorgkantoren meer aandacht besteden aan doelmatigheid. Staatssecretaris Bussemaker onderschrijft de inschatting van de zorgautoriteit. Zij deelt niet de vrees van brancheorganisatie Actiz voor nieuwe knelpunten. Nieuw stelsel en medische consumptie Het nieuwe stelsel lijkt effect te hebben gehad op de medische consumptie. Het aantal contacten met de specialist en het gebruik van medicijnen is toegenomen. Niet veranderd is het aantal contacten met de huisarts. Dat schrijft het CBS in een rapport. Verder lijkt de no-claim regeling weinig effect te hebben.
willen samen met patiënten en consumenten een optimale toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van de zorg bepleiten bij de overheid en de zorgaanbieders.
bestuurlijk draagvlak om met afgestemde zorg te voldoen aan de zorgvraag wordt daarmee gerepareerd. Ook verzekeraars, gemeenten en provincies moeten hun steentje bijdragen.
juli
Tevreden Verzekerden geven hun zorgverzekeraar gemiddeld een 7,4 als rapportcijfer. Slechts 6% van de Nederlanders geeft de zorgverzekeraar een onvoldoende. Kleine verzekeraars doen het relatief heel goed.
Niek de Jong-Prijs 2007 Deze prijs is gewonnen door de Stichting Intermobiel met een toegankelijke website voor jongeren met een lichamelijke handicap. De jury heeft de website voorgedragen omdat die gemaakt is met vrijwilligers, voor en door de doelgroep dus. De website bevordert interactie en doorbreekt isolement. Een pré van het project is dat het doorontwikkeld kan worden en dat anderen het idee over kunnen nemen.
Minister akkoord met uitbreiding B-segment De lijst met diagnosen waarmee de minister akkoord is gegaan, betekent een uitbreiding van het B-segment naar 20%. Voor de uitbreiding zijn criteria vastgesteld. Een DBC moet bijvoorbeeld 0,5% van de ziekenhuisomzet omvatten. Verder moet er sprake zijn van voldoende homogeniteit, van een zekere landelijke spreiding en van planbare zorg.
Jaarbericht Transparantie is een belangrijke voorwaarde om invloed te kunnen uitoefenen op de zorg. Dat schrijft de directeur van ZN in het jaarbericht over 2006. De zorgverzekeraars
Fraudebestrijding Zorgverzekeraars investeren steeds meer in fraudebestrijding. Daarbij gaat het om preventie, detectie en repressie. Concreet betekent dit bijvoorbeeld het opnemen van passages over fraude in de polis voor de verzekerde en in de contracten met de zorgaanbieders. Ook beschikt 90% van de zorgverzekeraars inmiddels over een plan om interne fraude tegen te gaan.
Ketenzorg dementerenden verbeteren De inzet van regionale bestuurders gericht op samenwerking en fi nanciering kan de ketenzorg voor dementerenden verbeteren, zo blijkt uit evaluatieonderzoek. Het ontbreken van
Huisartsen De machtspositie van huisartsen belemmert effectieve onderhandeling over tarieven. Dat stelt de NZa. De zorgautoriteit wijst met name op het gebrek aan transparantie op het punt van de kwaliteit van huisartsenzorg. Sinds 1 januari 2006 is een fi nancieringssysteem van toepassing dat met name gericht is op het bevorderen van multidisciplinaire samenwerking in de eerste lijn, het opzetten van zorgprogramma’s voor chronische patiënten en het bewerkstelligen van substitutie van zorg van de tweede naar de eerste lijn. De beoogde effecten zijn echter onvoldoende zichtbaar. Daarom wordt gepleit voor een landelijk systeem van kwaliteitsindicatoren.
augustus ‘Van preventie verzekerd’ Dit is de titel van een rapport van het CVZ waarin gesteld wordt dat preventieve
behandelingen van mensen met een hoog risico op ziekte onder bepaalde voorwaarden in het basispakket horen. Zvw en AWBZ bieden daartoe voldoende mogelijkheden. De standaarden van beroepsbeoefenaren besteden steeds meer aandacht aan preventie maar in de praktijk doet men er minder aan. Het college stelt tegelijkertijd vast dat veel preventie al verzekerde zorg is, maar dat er naar verhouding weinig vraag naar is. Wanbetalers Aan het begin van 2007 waren er volgens opgave van de zorgverzekeraars 190.000 wanbetalers (1,5% van de volwassen bevolking). Het gaat daarbij om mensen die zes maanden hun zorgverzekeringspremie niet hebben betaald. Maandelijks gaat het om een bedrag van 17 miljoen euro. Wanbetalers zijn er onder alle bevolkingsgroepen, maar ongeveer 40.000 van de 190.000 wanbetalers hebben een uitkering. Ongeveer 37% van de wanbetalers is van allochtone afkomst. Indicaties verblijfszorg ZN heeft een handreiking gepubliceerd over indicaties verblijfszorg. Zorgkantoren en zorgaanbieders worden daarin geïnformeerd over de veranderingen die aan de orde zijn ten gevolge van de invoering van de zorgzwaartepakketten (per 1 juli 2007). Het Centrum Indicatiestelling Zorg indiceert verblijfszorg in termen van die pakketten. ZN is voornemens
in november/december een nieuwe versie van de handreiking te presenteren. Wet Ambulancezorg Minister Klink roept de Eerste Kamer op de Wet Ambulancezorg snel te behandelen. In de Wet op de Veiligheidsrisico’s is volgens de minister tegemoet gekomen aan de zorgen van de kamer over de publieke borging van de meldkamer ambulancezorg. De juiste status meldkamer is essentieel om het bevoegd gezag goed te kunnen laten opereren bij grote ongevallen en rampen. Met verder uitstel ontstaan volgens Klink risico’s. Eén miljard Dat is de stijging van de farmaciekosten in de afgelopen vijf jaar. Belangrijkste oorzaak daarvan is de toegenomen vraag naar met name dure geneesmiddelen (meer dan 500 euro per voorschrift). Het aantal gebruikers hiervan is tussen 2001 en 2006 met 72% toegenomen. Sinds 2004 zijn de prijzen van veel geneesmiddelen door afspraken tussen zorgverzekeraars, overheid, apothekers en fabrikanten van medicijnen gedaald. Desondanks zijn de kosten van geneesmiddelen in Nederland onaanvaardbaar hoog door de inkoopvoordelen die apothekers hebben weten te regelen bij de fabrikanten (ruim 870 miljoen euro in 2007).
51
Jaaroverzicht
juni
Positief Op basis van de monitor ‘Zorgverzekeringsmarkt 2007’ trekt de NZa de conclusie dat de ontwikkelingen op de zorgverzekeringsmarkt positief zijn voor de consument. Verzekerden hebben de keus uit een groot aantal polissen, zowel voor de basisverzekering als voor de aanvullende verzekering. Verder concurreren de verzekeraars op prijs. Het aantal overstappende verzekerden is in 2007 zo’n 4,4%; een veel lager percentage dan in 2006. Dat is deels te verklaren door de tevredenheid van verzekerden over hun huidige polis. Verder constateert de zorgautoriteit dat verzekeraars zich nog nauwelijks onderscheiden op kwaliteit.
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
50
ken en gehandicapten worden fi nancieel gecompenseerd. ZN wil graag dat een eigen risico kan worden kwijtgescholden als een verzekerde naar een voorkeursaanbieder gaat. Met die aanbieder kunnen afspraken gemaakt worden over kwaliteit, doelmatigheid en service.
ZN en GGZ Nederland hebben gezamenlijk de In- en verkoopgids voor DBC GGZ 2008 gepresenteerd. Daarmee 52
kunnen uitgangspunten voor prijs, kwaliteit en volume worden geformuleerd. De gids is ontwikkeld met het oog op de overgang van de geneeskundige GGZ van AWBZ naar Zvw en biedt informatie over de GGZ-producten (DBC’s), de prijzen daarvan (vastgesteld door de NZa), de inhoud van de producten en over kwaliteit. Fysiotherapie Minister Klink neemt het advies van de NZa over om het experiment met vrije prijsvorming in de fysiotherapie om te zetten in een structureel systeem. Per 1 januari 2008 zijn er dus vrije marktprijzen in die sector. Dat staat de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de fysiotherapie niet in de weg. De prijzen zijn het afgelopen jaar nauwelijks gestegen. Verder is een aanzet gegeven tot meer transparantie op het gebied van kwaliteit. Kwaliteit medische verpleeghuiszorg Het gebruik van indicatoren voor deze soort van zorg hangt, zo stellen onderzoekers van het Nivel, vooral samen met thema’s als delirium, diabetes, infecties, pijn en slikproblemen. De zorg wordt verleend door de sociaal geriaters en verpleeghuisartsen die in de
Verlies op basisverzekering Het gemiddelde verlies op de basisverzekering in 2006 bedraagt 31 euro per verzekerde. Voor de hele sector gaat het om een negatief resultaat van 500 miljoen euro. Door beleggingsopbrengsten is het verlies teruggebracht tot een kleine 400 miljoen. Het positieve resultaat van de aanvullende verzekering was drie euro per verzekerde. Het bedrag dat zorgverzekeraars en zorgkantoren voor zorg betalen is ongeveer 55 miljard euro. Vertrek directeur Martin Bontje, scheidend directeur van ZN, ontvangt op 25 september een koninklijke onderscheiding uit handen van minister Klink. Die benadrukt dat Bontje staat voor de versmelting van ziekenfondsen en particuliere zorgverzekeraars. Ook zijn rol bij de totstandkoming van de Zvw en bij de verbetering van de relaties tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders wordt geprezen.
oktober Sturing zorginkoop gemeenten ZN stelt dat de staatssecretaris voor meer sturing moet
zorgen. De manier waarop huishoudelijke zorg momenteel in veel gemeenten vorm krijgt veroorzaakt sociale onrust, zet de continuïteit van de thuiszorg onder druk en maakt de zorg als geheel bovendien duurder.
november Nieuwe consumentensite ZN ZN lanceert een nieuwe website, www.zorgverzekeraars.nl, met informatie over de wijzigingen in de zorgverzekering per 1 januari 2008 en de moge-
Eigen risico Het voorstel voor een verplicht eigen risico is door de Tweede Kamer. Dat eigen risico bedraagt 150 euro per jaar. Chronisch zieken en gehandicapten worden fi nancieel met maximaal 47 euro gecompenseerd. Het eigen risico geldt alleen voor verzekerden van 18 jaar en ouder, maar is niet aan de orde bij consulten van huisartsen en verloskundigen. Zorgverzekeraars kunnen (een deel van) het eigen risico kwijtschelden als verzekerden gebruik maken van voorkeursaanbieders. Financiële problemen AWBZ ZN stelt dat de NZa deze problemen onderschat. De zorgautoriteit brengt in een rapportage naar voren dat regionale cliëntenstops niet veroorzaakt kunnen zijn door gebrek aan geld aangezien 42 miljoen euro nog niet is omgezet in productieafspraken over zorg. ZN zet daar tegenover dat eigen onderzoek aantoont dat geen van de zorgkantoren geld over heeft. Er moet zelfs geld bij. Volgens ZN is er bijvoorbeeld spanning tussen de ruime aanspraken op AWBZ-zorg en het beperkte budget waarover de zorgkantoren beschikken.
lijkheden om van zorgverzekeraar te wisselen. De site werkt als consumentenwegwijzer en biedt informatie over onder meer de AWBZ en de Zvw. Maatstafconcurrentie De NZa is bezig met een consultatieronde onder ziekenhuizen over de invoering van maatstafconcurrentie. Het systeem dat daarvoor op de tekentafel ligt moet zorgen voor een goede overgang van budgetfi nanciering naar prestatiebekostiging van 50% van de medisch-specialistische zorg. In de gesprekken komt onder meer de manier van berekenen aan de orde. Maar ook aan de individuele gegevens die daarvoor nodig zijn wordt aandacht besteed. Belangrijk element is verder de productiviteitsscore van een zorginstelling. Nieuwe directeur Pieter Hasekamp is de opvolger van Martin Bontje bij ZN. Hij komt van het ministerie van VWS, waar hij werkzaam was als directeur Zorgverzekeringen. In die hoedanigheid was hij nauw betrokken bij de invoering van de Zvw. Daarvoor werkte hij in diverse functie bij het ministerie van Financiën.
Nieuwe polis Een goedkope polis met een beperkt aantal voorkeursaanbieders. Zo is de Zekur-polis van Univé te typeren. De premie bedraagt met het maximale eigen risico slechts 60 euro per maand. Ziekenhuiszorg moeten de verzekerden betrekken van één van de door de zorgverzekeraar gecontracteerde ziekenhuizen. Voor verstrekking van medicijnen is een internetapotheek beschikbaar. Daardoor kunnen de kosten laag blijven. De polis is goedgekeurd door de Nza; in het publieke debat worden wel vragen gesteld bij de gevolgen voor de toegankelijkheid van en solidariteit in de zorg.
december Collectiviteit diabetespatiënten De Diabetesvereniging Nederland (DVN) zal haar leden in 2008 vijf collectieve verzekeringen aanbieden. Belangrijke selectiecriteria daarbij waren de vergoedingen en de zorgsystemen die verzekeraars beschikbaar hebben. De DVN heeft kortingen tot 10% voor haar achterban weten te realiseren. Kosten Aan curatieve zorg zal in 2008 ongeveer 30,4 miljard euro worden uitgegeven. Dat is een stijging van 18,8% ten opzichte van 2007. Oorzaken daarvan zijn onder meer de veranderingen in het Zvw-basispakket en de overheveling van curatieve GGZ naar de basisverzekering.
Zorgvraag-vergrijzing De zorgvraag groeit minder snel dan de vergrijzing. De vraag naar verpleging en verzorging zal in 2030 34 % zijn toegenomen. Het aantal 65-plussers groeit met 63%. Dit blijkt uit een publicatie van het Centraal Planbureau (CPB). Bij de berekeningen in het rapport is gewerkt met het verschil tussen vraag en gebruik. Dat is onder meer te verklaren door de wachtlijsten. Een belangrijke conclusie van het CPB is dat particuliere hulp steeds belangrijker wordt. Verbeterde uitvoering Zorgkantoren verbeteren de uitvoering van de AWBZ. Dat blijkt uit een rapport van de NZa. De zorgautoriteit spreekt zich echter niet alleen uit over rechtmatige en doelmatige uitvoering. Ook de toekomst krijgt aandacht, bijvoorbeeld waar het gaat om overheveling van taken van de zorgkantoren naar de zorgverzekeraars. Verder komt de versteviging van de positie van de consument aan de orde.
53
Jaaroverzicht
In- en verkoop GGZ
350 verpleeghuizen van Nederland werkzaam zijn. Het Nivel voerde een (inter)nationale literatuurstudie uit en onderzocht richtlijnen en normen in bestaande meetinstrumenten. Ook werden experts geraadpleegd.
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
september
De branche in cijfers
Percentage overstappers naar leeftijdsklasse en geslacht
55
De branche in cijfers
Gemiddelde premies 2006 en 2007
Verstrekkingen, kosten (in euro’s) per verzekerde
2006
2007
Ontwikkeling 3,6%
Medisch specialistische hulp door 980 ,50
1016,24
Farmaceutische hulp
of vanwege het ziekenhuis
286 ,53
308 ,50
7,7%
Huisartsenhulp
118 ,41
126 ,16
6,5%
70 ,20
72 ,47
3,2%
Hulpmiddelen Tandheelkundige hulp
31 ,17
32 ,72
5,0%
Ziekenvervoer
29 ,52
30 ,19
2,3%
Paramedische hulp
28 ,61
32 ,72
14,4%
Kraamzorg
14 ,61
14 ,13
-3,3%
Grensoverschrijdende zorg
13 ,03
11 ,08
-15,0%
Verloskundige hulp
8 ,23
8 ,18
-0,6%
Overige kosten
1 ,12
2 ,83
152,6%
Kosten ondersteuning eerstelijns zorg
1 ,11
1 ,40
26,7%
1583 ,05
1656,63
4,6%
Totale kosten
Gestelde premies van alle 55 aangeboden basispolissen
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
54
Herfindahl-Hirschman Index (de concentratiegraad van zorgverzekeraars) per provincie
57
De branche in cijfers
Keuze polisvorm (natura, restitutie, mixvorm) voor individueel en collectief verzekerden
Hoogte van het eigen risico dat is gekozen door verzekerden in 2007: het eigen risico van meer dan € 0,- is vervolgens uitgesplitst
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
56
Leden per 1 april 2008
Agis Zorgverzekeringen Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen Groene Land PWZ Achmea Zorgverzekeringen Interpolis Zorgverzekeringen Avéro Achmea Zorgverzekeringen FBTO Zorgverzekeringen OZF Achmea Zorgverzekeringen Azivo Zorgverzekeraar AZVZ
PNO Ziektekosten Salland verzekeringen Univé-VGZ-IZA-Trias (UVIT)
IZA Zorgverzekeraar IZZ Zorgverzekeraar Trias Zorgverzekeraar Univé Zorgverzekeraar Univé Zorg VGZ Zorgverzekeraar Zorgverzekeraar Cares Gouda Zorgverzekeraar UMC
CZ Actief in Gezondheid
CZ groep Zorgverzekeraar
Zorgverzekeraar DSW
De Friesland Zorgverzekeraar
Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid
Delta Lloyd / OHRA
Stad Holland Zorgverzekeraar
OHRA Zorgverzekeringen Delta Lloyd Zorgverzekering OHRA Ziektekostenverzekeringen Fortis Ziektekostenverzekeringen
Fortis ASR De Amersfoortse Verzekeringen Menzis Zorg en Inkomen
AnderZorg Confior Zorgverzekeraar Menzis Zorgverzekeraar ONVZ Ziektekostenverzekeraar OOM Verzekeringen
59
Leden
Achmea / Agis Zorgverzekeringen
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
58
Bestuur, Directie en Raad van Advies per 1 april 2008 H. Wiegel, voorzitter mr. R.H.L.M. van Boxtel, vice-voorzitter ing. R.A. Adolfsen MBA F. Blankers mr. W.A.J. van Duin drs. H. Feenstra A.M. van Houten MHA mr. E.A. Kleijnenberg drs. M.A.M. Leers drs. T. Pluijter ir. E. Velzel Directie
dr. P.F. Hasekamp, algemeen directeur drs. M.A.J.M. Bos, directeur Zorg – uit dienst per 15 mei 2008 drs. M.W.L. Hoppenbrouwers, directeur Verzekeringen dr. S.E. de Vries, directiesecretaris Raad van Advies
mevrouw prof. dr. I.D. de Beaufort drs. J. de Boer drs. J.C. van Ek mr. E.M. d’Hondt drs. F.B.M. Sanders G. van Soest mevrouw prof. dr. M. de Visser L.J. de Waal
61
Bestuur, Directie en Raad van Advies
Bestuur
Zorgverzekeraars Nederland Jaarverslag 2007
60
Colofon
62
Uitgave
Zorgverzekeraars Nederland Sparrenheuvel 16 Postbus 520, 3700 AM Zeist Tel 030 69 88 911 Fax 030 69 88 333 E-mail
[email protected] www.zn.nl Concept en vormgeving
Winneke Hazewinkel, Amsterdam Mariël Lam, ‘s-Hertogenbosch Interviews
Marjo Brenters, Breda Eindredactie
Afdeling Communicatie, Documentatie en Internationale zaken ZN Cijfermateriaal
Vektis, 2007 Fotografie
Petra Barneveld: 64, 65; Mayaan Ben Gal: 20, 24, 28, 32, 36, 40; Winneke Hazewinkel: 62; Jos Lammers: 63; Frank Muller: 4; Chris Timmers, UMC Utrecht: 1, 2, 3, 5, 6, 7, 66, 67, 68 Druk
Drukkerij Mart.Spruijt, Amsterdam Lettertypen
Janson, DIN Papier
Omslag: Keaykolour Original 300 grams Binnenwerk: Arctic Volume 130 grams en Elementa 60 grams
63