Jaarbericht over 2009 van Stichting Pensioenfonds DSM Nederland
Wie is Stichting Pensioenfonds DSM Nederland? De Stichting Pensioenfonds DSM Nederland (PDN) is een onafhankelijke stichting met een eigen bestuur, welke verantwoordelijk is voor de uitvoering van de pensioenen van de volgende bedrijven: DSM Limburg DSM Gist Services DSM Resins DSM NeoResins DSM Engineering Plastics Emmen DSM Pharma Chemicals Venlo DSM Special Products DSM Biologics Company DSM Executive Services DSM Advanced polyesters Sitech Services
ADRESGEGEVENS Bezoekadres Postadres Telefoon Internet E-mail
Pensioenfonds DSM Nederland, Het Overloon 1, 6411 TE Heerlen Postbus 6500, 6401 JH Heerlen 045-5788100 (Pension Desk) www.PDNpensioen.nl
[email protected]
Voor opmerkingen of suggesties naar aanleiding van dit Jaarbericht kunt u contact opnemen met communicatiemanager: Harry Coerver Tel. 045-5782056 E-mail:
[email protected].
Jaarbericht over 2009 van Stichting Pensioenfonds DSM Nederland
1
Jaarbericht over 2009 van PDN
Inhoudsopgave Voorwoord
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. Wat gebeurde in 2009 . . . . . . . 1.1 Financiële ontwikkelingen in 2009 . 1.2 Beleggingsbeleid in 2009 . . . . 1.3 Maatregelen in verband met de crisis 1.4 Toeslagverlening . . . . . . . . 1.5 Pensioenen . . . . . . . . . . 1.6 Communicatie . . . . . . . . . 1.7 Bestuur . . . . . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
3
. . . . . . . .
4 4 6 8 8 11 11 13
2. Resultaten in 2009 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
14
3. Belangrijke cijfers van 2009
15
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4. College van Toezicht en College van Belanghebbenden
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
16
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
17
6. Wat brengt 2010 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
19
Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
20
5. Organisatie en Personalia
2
Jaarbericht over 2009 van PDN
Voorwoord Het jaar 2009 was wederom een jaar van wereldwijde financiële onzekerheid. De ontwikkelingen rond de financiële situatie van het pensioenfonds waren in 2009 positief, maar blijven nog steeds onzeker. Hoewel het herstel in eerste instantie achterbleef bij de verwachtingen, lieten de markten vanaf maart 2009 duidelijk herstel zien. Over heel 2009 heeft het pensioenfonds meer herstel kunnen boeken dan verwacht. Net als de meerderheid van de pensioenfondsen in Nederland heeft het pensioenfonds een herstelplan moeten indienen bij De Nederlandsche Bank (DNB). PDN heeft in 2009 meerdere acties ondernomen om het herstel uit de crisis volgens dat plan mogelijk te maken. Zo was één van de herstelmaatregelen om geen toeslagen aan de deelnemers en pensioengerechtigden te verlenen in 2009. In dit Jaarbericht wordt veel aandacht besteed aan de stappen die het bestuur heeft gezet en wat die stappen in 2009 hebben opgeleverd. In het Jaarbericht zijn voor het eerst ook de bevindingen van het College van Toezicht over de processen en de procedures bij PDN in een apart hoofdstuk opgenomen. Hetzelfde geldt voor het oordeel van het College van Belanghebbenden over de evenwichtige belangenbehartiging door het bestuur van PDN. Ook zijn de reacties van het bestuur op de bevindingen en het oordeel opgenomen. Het Jaarbericht is een samenvatting van het wettelijk jaarverslag dat PDN uitgeeft. Het jaarverslag is te vinden op de website van PDN (www.pdnpensioen.nl). Wij hopen met dit jaarbericht uw inzicht in de pensioensituatie verder te kunnen verbeteren. Heeft u suggesties hoe wij het Jaarbericht verder kunnen verbeteren, laat ons dat weten.
Wij wensen u veel leesplezier.
Jos L. Schneiders Voorzitter
John van Engelen Plaatsvervangend voorzitter
3
Jaarbericht over 2009 van PDN
1. Wat gebeurde er in 2009 1.1 Financiële ontwikkelingen in 2009 Het jaar 2009 was wederom een grillig jaar voor pensioenfondsen. Aan het einde van het jaar was de financiële positie van het fonds behoorlijk hersteld in vergelijking met het einde van 2008. De verbeterde financiële positie van het fonds is af te lezen aan de dekkingsgraad. Eind 2008 was de dekkingsgraad 98%. In het eerste kwartaal zakte deze naar 90% om vervolgens te stijgen naar 111% per eind 2009. Aan het einde van het eerste kwartaal van 2009 was er nog een achterstand ten opzichte van de verwachtingen uit het herstelplan (zie hierna). In de loop van het jaar veerden de financiële markten op en kon het fonds over het gehele jaar gezien een positief resultaat optekenen met een rendement van 16,9%. Deze verbetering lag boven de verwachtingen over 2009 van het herstelplan dat PDN bij De Nederlandsche Bank had ingediend. In 2009 traden er geen grote veranderingen op in de aantallen deelnemers van PDN. Het aantal deelnemers daalde licht van 32.295 naar 31.909. De verplichtingen van PDN lieten een stijging zien van 4,156 miljard euro naar 4,223 miljard euro. De rente waarmee de dekkingsgraad berekend moet worden, was voor 2009 3,7%. Een jaar eerder was dat 3,6%. (zie kader)
4
Waarom is een lage rente slecht voor een pensioenfonds? Pensioenfondsen gebruiken een door DNB voorgeschreven rentepercentage om de omvang van de toekomstige verplichtingen te berekenen. Daalt de rente dan worden de pensioenverplichtingen groter. Je kunt het effect van de rente op pensioenen vergelijken met de rente op een gewone spaarrekening. Stel je wilt op je spaarrekening een bedrag storten dat voldoende is om over 25 jaar 25.000 euro op die rekening te hebben. Bij een rente van 5 procent moet je dan nu 7.500 euro storten. Dan staat er over 25 jaar keurig 25.000 euro op je spaarrekening. Maar is de rente maar 3 procent dan moet je nu maar liefst 12.000 euro (dus 60% meer) op je rekening storten om straks diezelfde 25.000 euro te hebben. In de jaren 2006 en 2007 was die rente 4,2% en 4,8%. In 2008 was de rente iets lager namelijk, 3,6%. In 2009 stond de rente waarmee het pensioenfonds zijn dekkingsgraad moest berekenen op 3,7%.
Jaarbericht over 2009 van PDN
Dekkingsgraad: De dekkingsgraad geeft de verhouding weer tussen de waarde van het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen van een pensioenfonds. DNB stelt regels met betrekking tot de vereiste hoogte van de dekkingsgraad bij pensioenfondsen. De regels leiden bij pensioenfondsen tot verschillende uitkomsten. Dit heeft te maken met de manier waarop het pensioenfonds belegt. Hoe meer risico, hoe hoger de eisen. Voor PDN gold eind 2009 een vereiste dekkingsgraad van ca 114%.
Langer leven Door betere gezondheidszorg en andere oorzaken leven mensen steeds langer. Dat heeft gevolgen voor de financiën van een pensioenfonds. Als mensen langer leven moet er ook langer pensioen worden betaald. Hierdoor nemen de pensioenverplichtingen voor het pensioenfonds toe. En dat heeft weer gevolgen voor de dekkingsgraad van het pensioenfonds. De dekkingsgraad van het fonds zal hierdoor afnemen. Bij PDN leidde dit eind 2009 tot een afname van de dekkingsgraad met circa 4%. De dekkingsgraad werd 111% in plaats van 115%.
Herstelplan In het eerste kwartaal van 2009 heeft het bestuur een herstelplan opgesteld. Pensioenfondsen moeten een herstelplan opstellen als de dekkingsgraad beneden een bepaald percentage komt te liggen. Voor PDN is dat percentage 104,2%. Men spreekt dan van een dekkingstekort. Van een reservetekort is bij PDN sprake als de dekkingsgraad lager is dan 114,3%. DNB geeft de richtlijnen voor het opstellen van het herstelplan. In het plan staat hoe het fonds verwacht binnen vijf jaar uit de situatie van dekkingstekort te komen en binnen vijftien jaar uit de situatie van een reservetekort. Het plan is eind maart 2009 ingediend en in juli 2009 heeft DNB het goedgekeurd. Het herstelplan laat zien op welke wijze PDN verwacht de vereiste dekkingsgraadniveaus weer te behalen binnen wettelijke termijnen die daarvoor gelden. Herstel moet komen uit zowel het herstel van de financiële markten, als ook uit het tijdelijk niet toekennen van voorwaardelijke toeslagen. En, vanwege de vaste premieafspraken, dus niet uit hogere pensioenpremies. Het zal helder zijn dat met het inzetten van het herstel van de financiële markten er een behoorlijk risicovolle factor deel uit maakt van het herstelplan. Volgens het herstelplan van PDN zou het fonds eind 2009 een dekkingsgraad van 100,2% moeten hebben. De dekkingsgraad eind december 2009 lag daar met 111% ruim boven. Volgens het herstelplan zou de dekkingsgraad aan het einde van 2010 moeten uitkomen op 102,1%.
Dekkingsgraad
2005
2006
2007
2008
2009
PDN
142%
147%
150%
98%
111%
Rekenrente
3,7%
4,2%
4,8%
3,6%
3,7%
5
Jaarbericht over 2009 van PDN
Risico’s rond pensioen Zoals bekend moeten pensioenfondsen risico’s nemen met hun beleggingen om de pensioenen betaalbaar te houden. De financiële crisis heeft laten zien dat pensioenfondsen risico’s lopen als het niet goed gaat met de economie. De reserves van veel pensioenfondsen zijn tijdens de financiële crisis geslonken. Toeslagen (indexatie) konden niet worden toegekend. Nu het financieel weer iets beter gaat, kunnen de toeslagen voor een deel wel weer toegekend worden (in 2010). Wie loopt er eigenlijk welke risico’s rond de pensioenen bij PDN? Volgens de lopende pensioenovereenkomst (tussen werkgevers en vakbonden) betaalt DSM van 2006 tot en met 2010 een vaste premie van 21% van de loonsom. Hiermee worden de onvoorwaardelijke pensioenrechten gefinancierd. De toeslagen (indexatie) op de pensioenen voor pensioengerechtigden en de pensioenopbouw van de DSM-werknemers (backservice) op basis van algemene loonsverhogingen, worden echter niet uit deze premie betaald. Die toeslagen dienen uit de rendementen te worden behaald, die het pensioenfonds maakt door zijn vermogen te beleggen. Gaat het goed met die beleggingen, dan groeien de financiële reserves en heeft het pensioenfonds voldoende geld voor de pensioenen en de toeslagen. Gaat het echter niet goed, bijvoorbeeld in tijden van een financiële crisis, dan slinken de reserves van het pensioenfonds. Er kan dan zelfs een reservetekort ontstaan zoals in 2008 het geval was. Door de genoemde vijfjarige vaste premieafspraak worden tekorten bij PDN niet meer aangevuld door de werkgever. Bij een slechte financiële situatie lopen werknemers en pensioengerechtigden dus het risico dat de toeslagen niet of slechts gedeeltelijk toegekend worden. In het ergste geval (als het pensioenfonds financieel niet meer kan herstellen), zal het pensioenfonds zelfs moeten korten op de opgebouwde pensioenrechten van alle deelnemers. Kostendekkende premie De werkgever en het pensioenfonds hebben voor de periode 2006 tot en met 2010 een vaste premie afgesproken. Met dat geld financiert het pensioenfonds de pensioenaanspraken, de onvoorwaardelijke toeslagen en nog een aantal andere kosten. De wet schrijft voor dat de premie kostendekkend moet zijn, dat wil zeggen moet voldoen aan een minimaal vereiste premie om de onvoorwaardelijke pensioenrechten te financieren. Het kan echter voorkomen dat in die vijf jaars-periode in enig jaar de vaste premie afwijkt van de minimaal vereiste premie. Dit komt omdat de verplichtingen van het fonds door allerlei oorzaken sterk kunnen schommelen. Daarom is in de wet de mogelijkheid geboden om een bepaalde methode toe te passen die uit gaat van minder sterk fluctuerende verplichtingen. Dat kan via de zogenoemde ”gedempte” premie. Ook PDN maakt gebruik van deze wettelijke mogelijkheid. 6
In het jaar 2009 lag de ontvangen premie onder de minimaal vereiste premie. Echter voor de gehele periode voldeed de premiestorting geheel aan de eisen.
1.2 Beleggingsbeleid in 2009 Op een aantal manieren probeert PDN de beleggingsrisico’s te beperken. Zo worden de beleggingen gespreid over verschillende beleggingscategorieën. De belangrijkste categorieën zijn aandelen, vastrentende waarden, onroerend goed, alternatieve beleggingen en inflationlinked bonds. Ook binnen die categorieën is er weer spreiding. Aandelen bijvoorbeeld worden over vele bedrijven gespreid in verschillende regio’s. De belangrijkste risico’s zijn: Het renterisico Het aandelenrisico Het kredietrisico Het inflatierisico Het valutarisico Hoe is PDN in 2009 omgegaan met deze risico’s? - Het renterisico. Het renterisico is van grote invloed op de financiële positie van het pensioenfonds, zoals in 2008 al bleek. Een deel van het renterisico is afgedekt omdat een belangrijk deel van de beleggingen bestaat uit obligaties. Daalt de rente, dan worden de obligaties meer waard, echter de verplichtingen van het fonds stijgen dan. Het pensioenfonds heeft naast obligaties nog andere beleggingen in portefeuille die onder normale omstandigheden in waarde stijgen bij een dalende rente. In totaal was het renterisico hiermee gedurende het grootste deel van 2009 voor ongeveer de helft afgedekt. Aan het einde van het jaar werd besloten om de afdekking van het renterisico te verhogen tot ongeveer 75%. - Het aandelenrisico. Als de aandelenkoersen dalen in financieel moeilijke tijden worden ook de beleggingen die PDN heeft gedaan in aandelen minder waard. Het afdekken van dit aandelenrisico is erg duur; de kosten hiervan verminderen het rendement en de maatregel heeft een tijdelijk karakter. Met beleggingen in aandelen loopt een pensioenfonds dus bewust een risico. Het deel van het vermogen dat in aandelen belegd is, nam toe in 2009 van 27,5% tot 32,3%. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door de stijging van de koersen van aandelen in 2009. Het totale belang in aandelen bevindt zich nog steeds onder de grens die het fonds heeft gesteld voor de omvang van de aandelenportefeuille.
Jaarbericht over 2009 van PDN
- Het kredietrisico. Als het fonds geld leent aan een overheid of aan bedrijven is er altijd het risico dat dit geld niet terugbetaald wordt. Bestaan er twijfels over die terugbetaling, dan worden die leningen minder waard. Bij de staatsleningen die PDN heeft afgesloten, is er een heel laag risico dat die in de toekomst niet terugbetaald worden. Bij bedrijfsobligaties was aanvankelijk de vrees dat de kans op terugbetaling van de leningen klein was, waardoor deze leningen minder waard werden. Na het eerste kwartaal echter, herstelde het vertrouwen op de financiële markten waardoor deze vrees afnam en de bedrijfsleningen forse waardestijgingen lieten zien. - Het inflatierisico Het inflatierisico is een belangrijk risico voor een pensioenfonds. Als de inflatie stijgt, heeft een pensioenfonds meer geld nodig om de koopkracht van de pensioenen op peil te houden door het geven van toeslagen (indexatie). In de eerste helft van 2009 is de inflatie fors gedaald, onder meer door de verslechterde economische omstandigheden. Door de forse overheidsstimulansen gedurende het jaar was de vrees groot voor een stijgende inflatie in de tweede helft van het jaar. De inflatie steeg inderdaad, maar viel achteraf mee. Om het inflatierisico te verminderen, belegt het pensioenfonds in inflation-linked bonds. Als de inflatie stijgt, leveren deze beleggingen extra rente op om deze inflatie te compenseren. In 2009 werd circa 5% van de inflation-linked bonds
verkocht vanwege het verminderde inflatierisico. Hiervoor werden overheidsobligaties aangekocht. - Het valutarisico Het valutarisico is het risico dat beleggingen in vreemde valuta opeens minder waard worden, omdat de waarde van die valuta daalt. Bijvoorbeeld omdat de Amerikaanse dollar of het Engelse pond minder waard wordt tegenover de euro. In 2009 heeft PDN dit risico voor circa tweederde deel afgedekt. Achteraf gezien bleek dat dit risico in 2009 beperkt is geweest. Maatschappelijk verantwoord beleggen Maatschappelijk Verantwoord Beleggen omvat zowel duurzaam (sociaal en milieu) als ethisch verantwoord beleggen van pensioengelden. Het beleid van PDN over maatschappelijk verantwoord beleggen rust op drie pijlers: 1) Uitsluiting Leidraad voor het ”uitsluiten” van ondernemingen zijn de activiteiten die de Verenigde Naties, de Europese Unie of de Nederlandse overheid als onaanvaardbaar aanduiden. PDN belegt daarom niet in ondernemingen die direct betrokken zijn bij de productie van landmijnen, clustermunitie, biologische- en chemische wapens en in ondernemingen die gebruik maken van kinderarbeid. Om bedrijven voor uitsluiting op het spoor te komen, onderzoekt SNS Asset Management voor PDN in welke bedrijven het fonds niet zou moeten beleggen.
7
Jaarbericht over 2009 van PDN
2) Doelinvesteringen Met deze doelinvesteringen kan zeer gericht geïnvesteerd worden in bepaalde maatschappelijke thema’s die gerelateerd zijn aan duurzame ontwikkeling. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld Alternatieve Energie en Microfinanciering. PDN belegt in beide segmenten. Naast het duurzame karakter van deze beleggingen, kan door middel van deze beleggingen ook een beter rendement of een lager risico van de gehele portefeuille van het fonds behaald worden. Bijvoorbeeld doordat beleggingen beter gespreid worden. 3) Transparantie Een derde onderdeel van het beleid is dat PDN voor iedereen transparant maakt waar het zijn geld belegt. Op de website onder de knop ’Bedrijven waarin PDN belegt’ zijn de namen te vinden van alle bedrijven waarin PDN aan het eind van het jaar heeft belegd. PDN geeft de namen van alle fondsbeleggingen en niet alleen van de beleggingen in aandelen.
1.3 Maatregelen in verband met de crisis De impact van de kredietcrisis op de dekkingsgraad en de beleggingen van het pensioenfonds was zeer groot in 2008. Het begin van 2009 liet aanvankelijk ook geen positief beeld zien. Maar de beleggingsmarkten herstelden en daardoor konden de beleggingsresultaten verbeteren. Vanaf maart zagen we een herstel van de dekkingsgraad. Dat herstel duurde de rest van het jaar voort. In 2009 hebben er rond de kredietcrisis veel acties plaatsgevonden. Vanaf de start van de kredietcrisis in het najaar van 2008 werd binnen het pensioenfonds vaak over de crisis en de mogelijk te nemen maatregelen vergaderd. In 2009 is het aantal overleggen over de crisis aanzienlijk toegenomen. Daarbij ging het vooral over het afdekken van het aandelen- en/of renterisico. Een belangrijk besluit in 2008 was om geld dat nog niet belegd was (liquiditeiten), niet te gebruiken om aandelen bij te kopen. In 2009 werd dit beleid gecontinueerd. Eind november 2008 heeft het fonds opnieuw gekeken naar het beleggingsbeleid voor de langere termijn. Ook werd uitvoerig gediscussieerd over de verschillende, mogelijke toekomstscenario’s en wat die voor de beleggingen van het fonds kunnen betekenen. Het bleek uit een scenario analyse dat het bestaande beleid het meest robuuste was om de verschillende risicoscenario’s te doorstaan. Dit, ondanks het feit dat de omstandigheden op de beleggingsmarkten waren veranderd.
8
Verder heeft het fonds besloten het beleggingsbeleid vaker dan voorheen onder de loep te nemen en eventueel aan te passen. Dat heeft geleid tot het zogenaamde dynamisch beleggingsbeleid. Dat beleid komt er op neer dat op bepaalde momenten (bij het bereiken van bepaalde dekkingsgraadniveaus) wordt onderzocht of het beleggingsbeleid nog in overeenstemming is met de doelstellingen die het pensioenfonds zich heeft gesteld. Mocht uit dit onderzoek blijken dat dit niet meer het geval is, dan zal dit beleid tussentijds worden bijgesteld. Dat heeft er inmiddels toe geleid dat het rente risico voor ca 75% wordt afgedekt. Communicatie over de crisis Naar aanleiding van de kredietcrisis werden de deelnemers en pensioengerechtigden van het fonds op diverse wijzen geïnformeerd over de ontwikkelingen bij het pensioenfonds. Dat gebeurde in het voorjaar per brief. De inhoud van deze brief was voor een groot deel voorgeschreven door de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Verder werden deelnemers en pensioengerechtigden geïnformeerd door uitgebreide interviews met de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter. Deze interviews verschenen in het blad Pensioencontact voor de pensioengerechtigden en op de website. Op de website waren ook uitgebreide vragen en antwoorden te vinden over de crisis en het herstelplan.
1.4 Toeslagverlening Toeslagbeleid Het toeslagbeleid van het fonds kent 2 componenten: 1. de toeslag op de ingegane pensioenen en de pensioenaanspraken van slapers 2. de toeslag (backservice) op de pensioenaanspraken van actieve deelnemers die nog pensioen opbouwen. De toeslag op de ingegane pensioenen en de pensioenaanspraken van slapers dient ter compensatie van de stijging van de kosten van levensonderhoud. De toeslag op de pensioenaanspraken van actieve deelnemers (backservice) zorgt ervoor dat de reeds opgebouwde pensioenaanspraken worden aangepast (verhoogd) met de algemene loonsverhoging bij DSM in het voorgaande kalenderjaar. Deze beide toeslagen zijn voorwaardelijk, ze worden niet betaald uit de pensioenpremies die werkgever en werknemers betalen. Het geld voor deze toeslagen moet komen uit het rendement op de beleggingen van het fonds. Er bestaat dan ook een voorwaardelijk recht op die toeslagen. Of er een toeslag door het bestuur wordt toegekend is afhankelijk van de financiële positie van het fonds. De toegekende individuele loonsverhogingen (promotie of
Jaarbericht over 2009 van PDN
periodieken) worden altijd volledig meegenomen in het toekennen van de backservice (onvoorwaardelijk). De toeslag op de ingegane pensioenen en de pensioenaanspraken van slapers wordt bepaald op een door het bestuur vastgestelde datum, nadat de algemene loonsverhoging bij DSM bekend is. De reden hiervoor is dat in het PDN-reglement is vastgelegd dat de toeslag niet hoger mag zijn dan de algemene loonsverhoging. Dus deze loonsverhoging moet eerst bekend zijn voordat het bestuur kan bepalen of er een toeslag wordt toegekend en hoe hoog die toeslag dan zal zijn.
De toeslag op de opgebouwde pensioenaanspraken van actieve deelnemers wordt door het bestuur bepaald per 1 januari van ieder jaar. De financiële positie van het fonds is in de loop van 2008 dusdanig verslechterd dat het fonds eind 2008 in een situatie van reservetekort terecht is gekomen en het bestuur in januari 2009 heeft moeten besluiten om per 1 januari 2009 aan actieve deelnemers (de werknemers van DSM) géén voorwaardelijke backservice te verlenen. Het bestuur heeft de mogelijkheid op een later tijdstip tot verlening van een inhaaltoeslag over te gaan, indien de financiële situatie van het fonds dit toestaat.
Verlenen van toeslagen
Belangrijkste voorwaarden
Toeslag op ingegane pensioen
Ingegane pensioenen
- Toeslag is maximaal prijsindex (CPI-afgeleid)*.
Voorwaardelijk Slapers
- Toeslag mag niet hoger zijn dan de loonontwikkeling (CAO) bij DSM. - Financiële positie fonds moet goed zijn (dekkingsgraad hoger dan ca. 114 procent). - Bij dekkingsgraad tussen ca. 104 en ca. 114 is gedeeltelijke toeslag van toepassing
Toeslag op eerdere pensioenopbouw (backservice) - Toeslag is maximaal algemene loonsverhoging (CAO) bij DSM.
Actieven: algemene loonstijging (CAO) individuele loonstijging
Voorwaardelijk
Onvoorwaardelijk
- Financiële positie van het fonds moet goed zijn (dekkingsgraad hoger dan ca. 104 procent).
Toeslag op eerdere pensioenopbouw (backservice)
* Het CBS berekent ieder jaar hoeveel de prijzen voor alle huishoudens in Nederland zijn gestegen. Dat is de ”Consumenten Prijs Index voor alle huishoudens, Afgeleid”. 9
Jaarbericht over 2009 van PDN
Toeslagenlabel Pensioenfondsen geven toeslagen op het pensioen of de pensioenaanspraken. Op het pensioen om prijsstijgingen te compenseren, op de pensioenaanspraken om de loonontwikkeling te volgen. Dat wordt ook wel indexatie en backservice genoemd. Wie met pensioen gaat en ieder jaar opnieuw precies hetzelfde pensioen zou krijgen, merkt na een aantal jaren dat zijn koopkracht aanzienlijk minder is geworden. Daarom die toeslagen. PDN probeert ieder jaar toeslagen te geven. Dat gebeurt echter alleen als de financiële toestand van het fonds dat toelaat. Hoe groot de kans is dat er in de toekomst toeslagen gegeven worden, daarop wil het zogenoemde toeslagenlabel een antwoord geven. Pensioenfondsen zijn vanaf 2010 verplicht om in allerlei correspondentie met hun deelnemers een toeslagenlabel te gebruiken. PDN kan echter niet zelf een label uitzoeken. De Autoriteit Financiële markten (AFM) heeft daar strikte eisen voor opgesteld. Aan de hand van fondsspecifieke berekeningen komt er een bepaald label uit de bus. Het is belangrijk te weten wat het label wél uitdrukt en wat niet. Het indexatielabel laat aan de hand van drie rijen met muntjes zien in welke mate de pensioenen de eerstvolgende vijftien jaar waarschijnlijk meegroeien met de prijsstijgingen. Het linker rijtje met munten laat zien in welke mate de prijzen de komende vijftien jaar zullen stijgen. Is de verwachting dat een bepaald pensioenfonds even sterk de pensioenen zal verhogen als de prijsstijgingen de komende vijftien jaar stijgen, dan zullen er in het tweede rijtje ook vier muntjes te vinden zijn. Staan er minder dan vier muntjes in het tweede rijtje, dan zal dat pensioen naar verwachting aan koopkracht verliezen in de komende vijftien jaar. Staan er in het tweede rijtje vijf muntjes, dan is de verwachting dat dit pensioenfonds de pensioenen zelfs meer laat stijgen dat de prijsstijgingen. Dan neemt de koopkracht van dat pensioen de komende vijftien jaar dus toe. Daar waar het tweede rijtje geldt voor ’normale’ jaren is het derde rijtje is bedoeld voor jaren dat het financieel tegenzit in de economie. Groeit het pensioen dan ook even hard mee met de prijsstijgingen of juist niet? Het aantal muntjes laat dat dan zien. Het toeslagenlabel zegt dus iets over de kans op de lange termijn dat een pensioen zijn koopkracht behoudt. Het label zegt niets over de kwaliteit van de pensioenregeling. Omdat de regels voor mensen die pensioen opbouwen anders zijn dan voor de mensen die al
10
gepensioneerd zijn, zijn er ook verschillende labels voor die groepen. Het aantal muntjes voor actieven bij PDN kan verschillen van het aantal muntjes voor pensioengerechtigden. Dat laten de labels van PDN voor actieve deelnemers en pensioengerechtigden hieronder zien.
Actieve Deelnemers
Pensioengerechtigden
Jaarbericht over 2009 van PDN
Derhalve was ook de financiële positie van het fonds ook onvoldoende was om tot voorwaardelijke toeslagverlening (indexatie) over te gaan voor pensioengerechtigden. Ook hier heeft het bestuur de mogelijkheid op een later tijdstip tot verlening van een inhaaltoeslag over te gaan, indien de financiële situatie van het fonds dit weer toestaat.
1.5 Pensioenen Waardeoverdrachten Waardeoverdracht is het overhevelen van pensioenen van het ene fonds naar het andere. Wie van werkgever verandert en in een ander pensioenfonds terecht komt, kan onder bepaalde voorwaarden het eerder opgebouwde pensioen naar het nieuwe fonds laten overhevelen. Begin februari 2009 heeft PDN het uitvoeren van waardeoverdrachten stilgelegd, omdat de dekkingsgraad onder de 100 procent terecht was gekomen. PDN was daartoe wettelijk verplicht. Eind juli, toen de dekkingsgraad tot boven 100 procent gestegen was, zijn de waardeoverdrachten weer hervat. Deelnemers van wie de waardeoverdracht werd opgeschort zijn daarover persoonlijk, via een brief, geïnformeerd. Aanpassing franchise Het bestuur heeft in 2009 besloten de franchise per 1 januari 2009 te verhogen. In beginsel wordt de franchise aangepast aan de algemene loonsverhoging bij DSM. De franchise is dat deel van het loon waarover geen pensioen wordt opgebouwd, omdat dit deel ingevuld wordt via de AOW. De franchise wordt jaarlijks per 1 januari aangepast aan de algemene loonsverhoging bij DSM. Daarbij wordt rekening gehouden met de fiscaal voorgeschreven minimale franchise.
Op basis hiervan heeft het bestuur van PDN de nieuwe franchise vastgesteld op het fiscaal minimum van 12.466 euro. Voor deelnemers geboren voor 1950 werd de franchise vastgesteld op 17.917 euro. Rentebijschrijving Over het pre(vroeg)pensioenkapitaal, het prepensioensaldo en het spaarsaldo VPS werd in de periode 1 juli 2009 tot 1 juli 2010 geen rente bijgeschreven. Dit had te maken met het negatieve beleggingsresultaat in 2008. Klachten De Commissie Klachten & Geschillen heeft in 2009 acht schriftelijke klachten van deelnemers en pensioengerechtigden ontvangen. Vier van deze acht klachten waren klachten zoals bedoeld in de klachten- en geschillenregeling. Deze klachten betroffen twee inhoudelijke klachten over de uitvoering van de pensioenregeling en twee klachten over de uitvoering van een persoonlijk dossier. Deze vier klachten zijn naar tevredenheid van de deelnemers afgehandeld. De vier algemene klachten hadden betrekking op de gevolgen van de kredietcrisis of de communicatie over de gevolgen van de crisis. Het betrof met name de toeslagverlening en de PPS rentevergoeding. De deelnemers hebben een schriftelijke reactie ontvangen.
1.6 Communicatie Communicatiebeleid PDN PDN hecht grote waarde aan een goede communicatie met deelnemers en pensioengerechtigden. Daarvoor is in 11
Jaarbericht over 2009 van PDN
2009 opnieuw het communicatiebeleid onder de loep genomen. Het bestuur heeft bij die gelegenheid vijf doelstellingen geformuleerd voor dat beleid. Die doelstellingen komen op het volgende neer;
Wie geïnteresseerd is om deel te nemen in de klankbordgroep kan zich opgeven via telefoonnummer 045-5782186. Er is geen pensioenkennis nodig om te participeren in de klankbordgroep.
1) De communicatie helpt eraan mee dat deelnemers en pensioengerechtigden PDN zien als een betrouwbare partner. 2) Door de communicatie tussen PDN en deelnemers en pensioengerechtigden worden deze groepen gestimuleerd en in staat gesteld om ”actief eigenaarschap” te nemen over hun pensioen. 3) Deelnemers en pensioengerechtigden kunnen op elk voor hen relevant moment inzage krijgen in hun persoonlijke pensioensituatie. 4) Deelnemers en pensioengerechtigden worden adequaat ondersteund bij vragen op pensioengebied. 5) Deelnemers en pensioengerechtigden hebben een helder beeld van de risicohouding van het PDN bestuur en koesteren gerechtvaardigde verwachtingen van de voorwaardelijke eindloonregeling.
Nieuwe website In april 2009 is de website van PDN vernieuwd. Daar is veel informatie te vinden over de pensioenen bij PDN. Ook nieuwsberichten rond de pensioenen van PDN zijn er te vinden. Het adres van de website is www.pdnpensioen.nl.
Klankbordgroep PDN beschikt over een klankbordgroep die wordt ingeschakeld om de communicatiemiddelen van PDN te toetsen. De groep bestaat uit actieve deelnemers en gepensioneerden van PDN. De groep wordt enkele keren per jaar geraadpleegd als PDN wil toetsen of bepaalde communicatiemiddelen van voldoende kwaliteit zijn. Zo is de klankbordgroep in 2009 bijvoorbeeld ingeschakeld naar aanleiding van het jaarbericht en het beoordelen van een aantal standaardbrieven. Via internet kregen de leden van de groep vragen gesteld. Ook is de klankbordgroep een keer bijen geweest om over verschillende zaken te spreken. Daarbij kwam onder meer een eerste proefversie van de pensioenplanner aan de orde.
12
Nieuwsbrief In het najaar van 2009 is PDN gestart met het verspreiden van een nieuwsbrief met actuele informatie over PDN of pensioen in het algemeen. Toen werd de nieuwsbrief ter kennismaking voor één keer op papier verzonden aan iedere deelnemer en pensioengerechtigde. Nieuwe uitgaven zijn digitaal. Abonneren op de nieuwsbrief in de Nederlandse of Engelse taal is mogelijk via de website. De nieuwsbrief verschijnt vier keer per jaar. Uniform Pensioen Overzicht (UPO) In het voorjaar 2009 zijn de meeste Uniforme Pensioenoverzichten (UPO) verstuurd naar deelnemers en pensioengerechtigden. Op het UPO zijn de persoonlijke pensioengegevens te zien. De UPO’s worden een keer per jaar verstuurd. Alle pensioenfondsen zijn verplicht deze overzichten te versturen. Ook de vorm en een groot deel van de inhoud zijn voorgeschreven. Pensioencoach In het voorjaar van 2009 heeft er een pilot ’Pensioencoach op locatie” plaats gevonden bij DSM Gist Services in Delft. Gedurende twee dagen in mei zijn daar veertien één op één gesprekken geweest met de pensioencoach. Tijdens die gesprekken werden vragen
Jaarbericht over 2009 van PDN
over pensioen beantwoord. De deelnemers vonden de gesprekken waardevol. Het bestuur onderzoekt nog of en zo ja op welke manier de pilot een vervolg kan krijgen. Contact tussen PDN en deelnemers en pensioengerechtigden is op een aantal manieren mogelijk.
Telefonische Pension Desk Deelnemers en pensioengerechtigden van PDN kunnen met hun vragen over hun pensioen tijdens kantooruren terecht bij de Pension Desk: telefoonnummer 045-5788100. Ook via e-mail (
[email protected]) is de Pension Desk bereikbaar. Website PDN Deze actuele website (www.pdnpensioen.nl) in de Nederlandse en Engelse taal bevat algemene informatie over pensioenen, vermogensbeheer en dergelijke. Pensioencontact Pensioengerechtigden ontvangen drie keer per jaar het magazine PDN Pensioencontact. Het magazine is ook via de website beschikbaar. Van dit magazine wordt ook een gesproken uitgave uitgebracht voor blinden en slechtzienden. Het jaarverslag PDN geeft jaarlijks een jaarverslag uit, met daarin onder meer een verslag van het bestuur, de jaarrekening, de verklaringen van de accountant en de actuaris. Het jaarverslag staat op de website van PDN www.pdnpensioen.nl of kan op aanvraag worden toegestuurd. Het jaarbericht PDN geeft jaarlijks een Jaarbericht uit. Het Jaarbericht is een verkorte, populaire versie van het jaarverslag. Het Jaarbericht wordt aan het huisadres van deelnemers, pensioengerechtigden en nabestaanden gestuurd. Dit Jaarbericht is ook via de website beschikbaar.
1.7 Bestuur Bestuur Het bestuur van het fonds bestaat uit zestien leden. Van de zestien bestuursleden zijn acht leden voorgedragen door DSM Nederland BV, vier leden door de Centrale Ondernemingsraad DSM Nederland BV en vier leden zijn gekozen uit en door de pensioengerechtigden. Dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter. De leden van het dagelijks bestuur zijn tevens lid van de Commissie Klachten & Geschillen.
Commissies Om beter op specialistische vraagstukken in te kunnen spelen, laat het bestuur zich op diverse gebieden adviseren. In januari 2008 heeft het bestuur besloten bestuurscommissies in te stellen. Daarbij gaat het om de volgende commissies: Governance, Pensioenen & actuariaat, Risk management & financiën en Communicatie. De commissies bestaan uit twee tot vier bestuursleden. De commissies hebben als taak het bestuur te adviseren over de op hun terrein liggende aangelegenheden. Op het gebied van beleggingen wordt het bestuur reeds jaren geadviseerd door een bestuurscommissie bestaande uit vier bestuursleden en drie externe deskundigen. Wijzigingen in het bestuur Per 1 januari 2009 zijn de heren Balder en Pistorius afgetreden als bestuursleden. Als nieuwe bestuursleden zijn op voordracht van de werkgever per 1 januari 2009 de heren Nieboer en Nederstigt benoemd. Per 1 april is als bestuurslid de heer Noppers afgetreden en is de heer Muijs, op voordracht van de Centrale Ondernemingraad DSM Nederland B.V. benoemd. Het bestuur heeft de heer Schneiders per 1 januari 2009 gekozen als voorzitter. Hij volgt de heer Pistorius op. Per 1 januari 2010 zijn als bestuursleden de heren Ubachs en Robeerst afgetreden. De heer De Boer is op voordracht van de Centrale Ondernemingsraad DSM Nederland B.V. door het bestuur benoemd als bestuurslid. Een werkgeverszetel staat ultimo 2009 nog open. Strategiediscussie Het bestuur heeft in 2009, onder meer vanwege ontwikkelingen in de politiek en de pensioenwereld, besloten tot een strategische discussie over de manier waarop het fonds werkt. De belangrijkste onderwerpen bij die discussie zijn het zeker stellen van de uitbetaling van de (nominale) pensioenen en het streven om de pensioenen zoveel mogelijk waardevast te houden. Een ander belangrijk onderwerp in die discussie is de relatie van het fonds met de werkgever. Daarbij gaat het onder meer over de visie van de werkgever op de toekomst van de pensioenen en wat voor soort bestuur van het pensioenfonds daarbij hoort (governance). Al eerder, in 2007, heeft het bestuur besloten om na invoering van de huidige bestuursstructuur een evaluatie te houden. Daarbij wordt gekeken of de nieuwe structuur goed werkt. Die evaluatie is uitgevoerd door het bureau Boer & Croon. Deze evaluatie is betrokken bij de strategiediscussie. Over een en ander neemt het bestuur van PDN in de eerste helft van 2010 besluiten.
13
Jaarbericht over 2009 van PDN
2. Resultaten in 2009 De beleggingen van het pensioenfonds haalden een rendement van 16,9 procent. Een jaar eerder was dat nog -18,8 procent.
Beleggingsbeleid 2009 excl. overige beleggingen
Aanvankelijk begon het jaar 2009 niet goed. Vanaf maart, echter, stegen de rendementen tot het einde van het jaar. Het belang in aandelen liep gedurende het jaar op van 27,5% tot 32,3 procent. Eind 2008 was dat nog maar 27,5 procent. Aandelen zijn hiermee nog steeds onder de grens die het fonds gesteld heeft voor de omvang van de aandelenportefeuille.
Eind 2009 EUR mln
in % van totale
Bandbreedte*
beleggingen
Aandelen
1.509
32,3%
25,0% - 40,0%
Vastrentende waarden
2.115
45,2%
27,5% - 47,5%
Onroerend goed
149
3,2%
0,0% - 10,0%
Alternatieve beleggingen
291
6,2%
5,0% - 15,0%
Inflation-linked bonds
557
11,9%
7,5% - 17,5%
54
1,2%
-2,0% - 2,0%
Liquiditeiten
* Bandbreedte geeft de percentages aan waarbinnen de beleggingen van PDN zich op de korte termijn mogen bewegen.
OVERZICHT BATEN EN LASTEN (in miljoen euro’s)
2009
2008
99
65
676
-980
Overige baten
0
1
Totaal Baten
775
-914
-216
-211
79
-532
-146
-2
- agv overige mutaties
0
-37
Saldo waardeoverdrachten
3
2
Uitvoeringskosten
-5
-7
Overige lasten
-6
-7
Totaal Lasten
-291
-794
484
-1708
BATEN Premies Beleggingsresultaten
LASTEN Uitkeringen Mutatie pensioenverplichtingen - agv verandering rente - agv toegenomen levensverwachting
TOTAAL RESULTAAT
14
Jaarbericht over 2009 van PDN
3. Belangrijke cijfers van 2009
2009
2008
8.364
8.592
14.828
14.711
447
478
8.270
8.514
31.909
32.295
Deelnemers vrijwillig pensioensparen (VPS) *
292
325
Actieve deelnemers prepensioenregelingen
217
327
Deelnemers beschikbare premieregeling (BPR) *
7.103
7.255
Belegd vermogen (in mln euro)
4.666
4.119
Pensioenfondsverplichtingen (in mln euro)
4.223
4.156
Dekkingsgraad in %
111%
98%
99
65
216
211
16,9%
-18,8%
422
-62
Deelnemers Actieve deelnemers pensioenregelingen Gepensioneerden Arbeidsongeschikten Slapers Totaal aantal deelnemers
Premies (in mln euro) Uitkeringen (in mln euro) Beleggingsrendement (%) Pensioenfondsreserve (in mln euro)
* VPS en BPR zijn voor risico deelnemer en derhalve niet in de pensioenverplichtingen opgenomen voor de berekening van de dekkingsgraad
15
Jaarbericht over 2009 van PDN
4. College van Toezicht en College van Belanghebbenden College van Toezicht
Het College van Belanghebbenden
Het College van Toezicht houdt het toezicht op het bestuur en beoordeelt het functioneren van het bestuur van het fonds. Het college bestaat uit drie onafhankelijke deskundigen.
Het College van Belanghebbenden is het verantwoordingsorgaan van PDN. Het bestaat uit drie leden die zijn aangewezen door DSM, drie leden die zijn aangewezen door de Centrale Ondernemingsraad van DSM Nederland en tenslotte uit drie leden die zijn gekozen door en uit de pensioengerechtigden.
Jaarlijks geeft dit College een oordeel over het beleid van het bestuur. Dat gebeurde ook voor het jaar 2009. De officiële versie van dat oordeel is te vinden in het jaarverslag van PDN dat op de website staat. Het College van Toezicht is positief in zijn oordeel. Zo wijst het college erop dat het bestuur ruime aandacht heeft geschonken aan de financiële risico’s waarmee het fonds door de kredietcrisis te maken kreeg. Ook waardeert het College het, dat het bestuur grondig heeft onderzocht op welke manier in de toekomst het best gereageerd kan worden op financiële bedreigingen. En daar ook al maatregelen voor heeft genomen. Veder is het College positief over het feit dat het bestuur enkele fundamentele vraagstukken heeft opgepakt om de positie van het fonds voor de toekomst sterk te maken. Daarbij gaat het onder meer om de relatie tussen fonds en werkgever DSM, de manier waarop het bestuur zelf functioneert en de ruime aandacht die het geeft aan de communicatie met de deelnemers en pensioengerechtigden. Bij dat laatste merkt het College op dat het belangrijk is dat het bestuur ervoor zorgdraagt dat deelnemers en pensioengerechtigden zich bewust zijn van de risicoverdeling tussen enerzijds de werkgever en anderzijds de deelnemers en de pensioengerechtigden. Met ingang van 2006 is die verdeling veranderd. Er is meer risico bij de deelnemer en gepensioneerde komen te liggen. Reactie van PDN - bestuur Het bestuur van PDN neemt de aanbevelingen van het College van Toezicht over. Voor een deel zijn die aanbevelingen al ingehaald door de actualiteit. De zorgen van het College zijn in grote lijnen ook de zorgen van het bestuur. Zo besteedt het bestuur speciale aandacht aan het versterken van het vertrouwen van de deelnemers en pensioengerechtigden in het bestuur en het vergroten van het draagvlak voor het bestuur.
16
Het College van Belanghebbenden geeft ieder jaar zijn oordeel over het door het bestuur gevoerde beleid van het pensioenfonds. De officiële versie van dat oordeel is te vinden in het jaarverslag dat op de website van PDN staat. Het College is positief over de inzet van het bestuur om in het licht van de financiële crisis het beleid aan te passen Het bestuur heeft onderzocht wat voor het fonds de beste manier van beleggen is en heeft het beleid waar nodig aangepast. Het bestuur zou in de toekomst wel nog duidelijker kunnen aangeven aan de deelnemers en pensioengerechtigden hoe het bestuur rendement en risico heeft afgewogen ten aanzien van de verschillende groepen. Het communicatiebeleid kan ook de goedkeuring van het College krijgen. De communicatie is geïntensiveerd en er is een nieuw plan gemaakt voor de communicatie in de komende jaren. Aanbevolen wordt te bezien of het Uniform Pensioenoverzicht en de brief die nieuwe medewerkers van DSM krijgen over hun pensioen, nog helderder kunnen worden gemaakt. Verder wijst het College erop dat het belangrijk is om in de communicatie met de deelnemers en de pensioengerechtigden te benadrukken dat toeslagen (indexatie en backservice) voorwaardelijk zijn en dat zij daar dus een financieel risico lopen. Ten slotte laat het college weten zelf in de toekomst actiever te gaan communiceren met zijn achterban. Reactie van PDN - bestuur Het bestuur vindt dat het College van Belanghebbenden terecht aandacht besteedt aan de begrijpelijkheid van de informatie over de pensioenen bij PDN. Vooral ook omdat het in de pensioenproblematiek moeilijk is om de verschillende risico’s duidelijk te maken aan de deelnemers en pensioengerechtigden. Ook het bestuur blijft zich inspannen om de verwachtingen die deelnemers en pensioengerechtigden rond hun pensioen hebben, zo realistisch mogelijk te maken. Het bestuur vindt dat het College van Belanghebbenden daar aan kan meehelpen, door goede voeling te houden met de achterban.
Jaarbericht over 2009 van PDN
5. Organisatie en personalia
Werkgevers
Werknemers Pensioenovereenkomst Uitv
oeri
ngso
vere
enko
Pen
mst
toezicht Accountant
waarmerking
Actuaris
waarmerking
Dagelijks Bestuur
Compliance officer
controlegedragcode
Bestuurscommissies verant-
le nreg sioe
men
t
College van Toezicht
Bestuur Dienstverlening
woording
DSM Pension Services
College van Belanghebbenden
17
Jaarbericht over 2009 van PDN
Persoonsgegevens per 31 december 2009 Bestuur Benoemd op voordracht van DSM Nederland B.V. Mevrouw M.E.J. Caubo De heer J.M.H. Op Heij De heer P. Nederstigt De heer G-J Nieboer De heer K.A. Pikaart De heer A.J.M.S. Robeerst De heer J.L. Schneiders, (voorzitter) De heer G.J.H.M. Wagemans Benoemd op voordracht van de Centrale Ondernemingsraad DSM Nederland
De heer J.F. van Engelen (plv. voorzitter) De heer B. Muijs De heer J.A.C. Noordover De heer M.M.G. Ubachs
Benoemd na verkiezing uit en door de pensioengerechtigden
De heer H.C.M. van Baarle De heer J.J. Fransen van de Putte De heer J.L. Heutmekers De heer M.A. Waltmans
College van Toezicht Leden
College van Belanghebbenden Aangewezen door DSM Nederland B.V.
De heer J.F. Maassen (voorzitter) De heer W.L. Moerman De heer J.T. van Niekerk
De heer E.H.M. Dormans De heer F.J.C.M. de Kok De heer J.W. Dijckmeester
Aangewezen door de COR DSM Nederland
De heer G.P. van den Anker De heer A.M.J. de Boer (plv. voorzitter) De heer E.C.A.C. Gryson
Gekozen uit en door de pensioengerechtigden
De heer A.P.M. Appel De heer J.J.M. Barendse (voorzitter) De heer H. Verbrugge
Algemeen Certificerend Actuaris Accountant Compliance officer
18
Towers Watson Ernst & Young Accountants De heer J. Grooten DSM COA
Jaarbericht over 2009 van PDN
6. Wat brengt 2010 ? Financiën Wat het jaar 2010 zal brengen op financieel gebied is onvoorspelbaar. Prognoses over economische groei of afname van die groei blijken vaak binnen enkele weken of maanden volkomen achterhaald. In 2009 was er sprake van herstel op de financiële markten. De financiële markten lopen hiermee vooruit op het te verwachten herstel van de economie. Er is inderdaad sprake van een herstel van de economie, maar de redenen achter dit herstel liggen nog voornamelijk in de forse overheidsingrepen. Om te kunnen spreken van een duurzaam herstel zal de consument weer meer moeten gaan consumeren. Of dat gaat gebeuren, valt nu nog niet te voorzien. De belangrijkste financiële aandachtspunten in 2010 worden: - het nauwlettend volgen van de financiële risico’s, - het in de gaten houden van de dekkingsgraad in verband met het herstelplan dat het fonds heeft ingediend bij De Nederlandsche Bank. - de verdere afstemming van het beleggingsbeleid op de aard van het pensioenfonds, de ontwikkeling van de dekkingsgraad en de ontwikkeling in de financiële markten. Bij PDN wordt dat fonds gekenmerkt door relatief veel pensioengerechtigden ten opzichte van het aantal actieve deelnemers. Planner In het voorjaar van 2010 zal op de website van PDN een pensioenplanner beschikbaar komen voor deelnemers van PDN die geboren zijn na 1949. Met deze planner kunnen eenvoudige pensioenberekeningen worden gemaakt. Een deelnemer kan bijvoorbeeld berekenen wat zijn pensioen is als hij of zij eerder stopt met werken. De planner is in de loop van 2009 en begin 2010 getest bij DSM Biologics en DSM Gist Services. Rapporten commissies Frijns en Goudswaard De regering heeft twee commissies ingesteld die onderzoek hebben gedaan op het gebied van de pensioenen. Allereerst de Commissie Beleggingsbeleid en Risicobeheer (Commissie Frijns). Deze commissie heeft gekeken of pensioenfondsen de afgelopen jaren met voldoende zorg hebben belegd en hoe zij de afweging tussen rendement en risico hebben gemaakt. De andere commissie was de Commissie Toekomstbestendigheid Aanvullende Pensioenregelingen (Commissie Goudswaard). Deze commissie heeft onderzocht in hoeverre het huidige pensioensysteem met het oog op de vergrijzing toekomstbestendig is, of hoe het dat kan worden. Op basis van de rapporten en aanbevelingen van beide
commissies was het kabinet van plan om medio 2010 te besluiten of er (wettelijke) aanpassingen noodzakelijk zijn in het huidige pensioensysteem. Inmiddels (voorjaar 2010) is dit onderwerp controversieel verklaard. Dat betekent dat de Tweede Kamer dit onderwerp voorlopig niet zal behandelen. Waarschijnlijk zal een nieuw kabinet hiermee aan de slag gaan. AOW van 65 naar 67 jaar De regering was van plan de AOW-leeftijd in twee stappen te verhogen. In 2020 zou die leeftijd naar 66 jaar gaan (voor degene die is geboren in 1955-1960) en in 2025 naar 67 jaar (voor degene die is geboren vanaf 1960). Dat kan gevolgen hebben voor de pensioenpremies die voor de PDN-pensioenen worden betaald. Immers, de periode van premiebetaling zou dan mogelijk met twee jaar kunnen worden verlengd. Na de val van het kabinet Balkenende zijn de AOW plannen controversieel verklaard. Dat betekent dat ze voorlopig niet meer worden behandeld. Een nieuw kabinet kan de plannen opnieuw oppakken. Uitvoeringsovereenkomst Met ingang van 1 januari 2011 zal een nieuwe uitvoeringsovereenkomst gesloten worden tussen DSM en PDN op basis van een nieuwe pensioenovereenkomst die de sociale partners overeenkomen. Deze overeenkomst wordt in de tweede helft van 2010 voorbereid. In die overeenkomst staan alle pensioenafspraken tussen DSM en PDN. Daarbij gaat het onder meer ook om de pensioenpremies die DSM zal betalen en op welke manier toeslagen en backservice zullen worden verleend. Afronden strategiediscussie Het bestuur heeft in de strategiediscussie (zie pagina 13) een visie ontwikkeld over de rol die PDN anno 2010 moet spelen. In de eerste helft van 2010 wordt deze visie met een aantal belanghebbenden afgestemd en in de zomer zullen deelnemers en pensioengerechtigden op de hoogte gebracht worden van de resultaten van de strategiediscussie.
19
Jaarbericht over 2009 van PDN
Bijlage De Autoriteit Financiële Markten (AFM) schrijft voor dat als pensioenfondsen iets zeggen over hun toeslagen, dat dan informatie gegeven moet worden in de vorm zoals in deze bijlage. Toeslagen actieve deelnemers PDN probeert ieder jaar de opgebouwde pensioenen te verhogen met de algemene loonsverhoging bij DSM. De opgebouwde pensioenen zijn in 2009 (over 2008) niet verhoogd. In de drie jaren die daaraan vooraf gingen verhoogde PDN de opgebouwde pensioenen als volgt: Toeslagverlening PDN: werknemers DSM
Over 2007 DSM Onderneming
Over 2006
De prijzen gingen toen omhoog met
Toeslag
Over 2005
De prijzen gingen toen omhoog met
Toeslag
De prijzen gingen toen omhoog met
Toeslag
DSM Limburg DSM Executive Services DSM Special Products
2,00%
2,51%
1,00%
DSM Resins DSM Pharma Chemicals Venlo
2,03%
DSM Engineering Plastics Emmen
2,00%
DSM Biologics Company
2,00%
2,26%
DSM Gist Services
2,00%
2,26%
DSM NeoResins
1,75%
1,75%
1,42%
1,75%
1,27%
1,75% 0,50% 0,00%
Nog geen bedrijfs-onderdeel van DSM.
Bovenstaande percentages gelden ook voor geprepensioneerden van DSM Gist Services en medewerkers van DSM Limburg waarvoor de overgangsbepaling 1993 (artikel 15 lid 1) van toepassing is.
PDN betaalt de toekomstige verhogingen van opgebouwde pensioenen uit beleggingsrendement. Door de verhogingen in het verleden bestaat niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst.
Toeslagen pensioengerechtigden PDN probeert ieder jaar de ingegane pensioenen en de opgebouwde pensioenen van slapers te verhogen met de prijsontwikkeling. De ingegane pensioenen zijn in 2009 (over 2008) niet verhoogd. In de drie jaren die daaraan vooraf gingen, verhoogde PDN de opgebouwde en ingegane pensioenen als volgt: Toeslagverlening PDN: gepensioneerden, nabestaanden, slapers, arbeidsongeschiktheidspensioen en geprepensioneerden (exclusief geprepensioneerden van DSM Gist Services)
Per 1 juni 2008 DSM Onderneming
Toeslag
Per 1 juni 2007
De prijzen gingen toen omhoog met
Toeslag
2006
De prijzen gingen toen omhoog met
Toeslag
De prijzen gingen toen omhoog met
DSM Limburg DSM Executive Services DSM Special Products
0,00%
1,50%
2,51% (1 maart)
DSM Resins DSM Pharma Chemicals
2,03%
1,42%
1,27%
DSM Biologics Company DSM Engineering Plastics Emmen
0,00%
1,50%
1,75% (1 april)
DSM Gist Services
0,00%
1,25%
1,65% (1 april)
DSM NeoResins
0,00%
1,80%
Nog geen bedrijfs-onderdeel van DSM.
Per 1 januari 2006 werden de pensioenen extra verhoogd met 2.00% in verband met de invoering van de nieuwe pensioenregeling van PDN. Voor DSM Gist Services was dit toeslagpercentage op die datum 1%. DSM NeoResins maakte op die datum nog geen deel uit van DSM. * Dit betreft de prijzen volgens ”CPI niet afgeleid”. Deze percentages zijn afwijkend van de ”CPI afgeleid”, die PDN gebruikt bij de toeslagverlening. De AFM schrijft voor hier de ”CPI niet afgeleid” te gebruiken.
PDN betaalt de toekomstige verhogingen van de ingegane- en opgebouwde pensioenen van slapers uit beleggingsrendement. Door de verhogingen in het verleden bestaat niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst.
20
Disclaimer De in dit Jaarbericht versterkte informatie van Stichting Pensioenfonds DSM Nederland, gevestigd te Heerlen (het pensioenfonds) is van algemene aard, uitsluitend indicatief en aan wijzigingen onderhevig. De vermelde gegevens zijn uitsluitend bedoeld om de deelnemers algemene informatie te verschaffen. De gegeven informatie wordt verondersteld betrouwbaar te zijn, echter het gebruik van de informatie geschiedt geheel voor risico van de gebruiker. Noch de uitvoerder (zijnde DSM Pension Services BV), noch het pensioenfonds aanvaardt enige aansprakelijkheid voor schade als gevolg van onjuistheden of onvolkomenheden in de informatie, of voor schade ontstaan in verband met het gebruiken, het afgaan op of verspreiden van informatie. Rechten kunnen uitsluitend worden ontleend aan het voor de deelnemer geldende pensioenreglement.
COLOFON Productie + tekst:
DSM Pension Services.
Vormgeving + druk:
PPM Event & Media Support www.ppm-events.nl
Foto’s:
Jan Janssen www.PeJeWe.nl