Zorgverzekeraars Nederland nr 45 - 6 november 2013
Zorgverzekeraars Nederland steunt keuze voor integrale ouderenzorg Zorgverzekeraars Nederland (ZN) is positief over de keuze van het kabinet om per 2015 de gehele extramurale ouderenzorg uit de AWBZ onder te brengen bij de Zorgverzekeringswet. Het kabinet voorkomt op die manier dat de verpleging en verzorging van ouderen wordt opgeknipt. Ouderen zijn straks via hun zorgverzekeraar verzekerd van afgestemde zorg in de thuisomgeving. De huisarts en de wijkverpleegkundige spelen daarbij een centrale rol. “Het is goed dat de ouderenzorg niet versnipperd raakt, maar in zijn geheel onderdeel wordt van de basisverzekering. Op die manier is het mogelijk om de zorg voor ouderen in de buurt te organiseren, verspilling te voorkomen en de kwaliteit te verbeteren”, aldus André Rouvoet, voorzitter van ZN. De hervorming van de huidige AWBZ is een noodzakelijke en grote verandering binnen de gezondheidszorg. Het kabinet wil met de hervorming ook forse bezuinigingen realiseren. Zorgverzekeraars verwachten dat mensen de gevolgen van de bezuinigingen hoe dan ook zullen voelen. Daarnaast moet er nog heel veel gebeuren om de hervorming per 2015 verantwoord door te kunnen voeren. Zo is er volgens ZN snel duidelijkheid nodig over de precieze gevolgen voor premie en solvabiliteit , het tempo waarin zorgverzekeraars risicodragend kunnen worden, de aanspraak in het basispakket en de bekostiging daarvan. Zorgverzekeraars willen hierover graag op korte termijn afspraken maken met het kabinet en de andere betrokken partijen, zoals zorgaanbieders, patiëntenorganisaties en gemeenten. Integrale ouderenzorg Er is een grote overlap tussen de ouderenzorg in de huidige AWBZ en de zorg die ouderen ontvangen vanuit Zorgverzekeringswet. Veel ouderen die worden verzorgd of verpleegd, brengen ook geregeld een bezoek aan huisarts, apotheek en ziekenhuis. Aanvankelijk zou er een knip komen tussen verpleging en verzorging. Zorginstellingen, artsen, patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars spraken zich in 2012 gezamenlijk uit tegen deze knip en pleitten destijds voor een integrale ouderenzorg in de Zorgverzekeringswet. Nu het kabinet hiervoor kiest, wordt het mogelijk om zonder schotten de zorg aan ouderen te organiseren. Samenwerking gemeenten Als het gaat om zorg en begeleiding van ouderen blijft de samenwerking tussen zorgverzekeraars en gemeenten van groot belang. De huidige AWBZ bevat naast ouderenzorg ook begeleiding van ouderen en ondersteuning op het terrein welzijn en participatie. Het kabinet kiest er terecht voor om deze taken onder te brengen bij de gemeenten. Zorgverzekeraars en gemeenten zijn de afgelopen jaren veel intensiever gaan samenwerken. Door de kabinetsplannen is de samenwerking niet meer vrijblijvend. Het is evident dat zorgverzekeraars en gemeente elkaar moeten opzoeken. ZN vindt het belangrijk dat er ruimte is om - afhankelijk van wat er nodig is binnen een regio - de samenwerking daar op aan te laten sluiten. Het is essentieel dat wet- en regelgeving deze samenwerking stimuleert, maar niet te veel inkadert. Wel is ZN bereid met de VNG landelijke afspraken te maken om zorgverzekeraars en gemeente te ondersteunen bij de invulling van hun regionale samenwerking.
ZN journaal 45
6 november 2013
Gericht gezond – patiënt centraal Zorgverzekeraars, zorgaanbieders en verzekerden in dialoog Meer dan tweehonderd zorgaanbieders en vertegenwoordigers van patiënten kwamen op 4 november bij elkaar in Fort Voordorp bij Utrecht. Ze vertelden daar op uitnodiging van de zorgverzekeraars aan negen bestuurs- en directieleden wat zij zelf zouden doen als ze zorgverzekeraar waren om de betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg te waarborgen . Waarom vraagt de zorgverzekeraar aan de zorgaanbieder en de patiënt om plaats te nemen op zijn stoel? “Omdat de zorgverzekeraar balanceert tussen de premiebetaler en de patiënt”, stelde ZN-voorzitter André Rouvoet tijdens zijn inleiding op ZorgNL 2013. “We willen zorgen dat de kostenontwikkeling in de zorg beheersbaar blijft zonder in te boeten aan de kwaliteit en toegankelijkheid van die zorg. Beide komen onder druk te staan als we niets doen en we hebben een gemeenschappelijk doel om dat te voorkomen. Dat vraagt om dialoog, en vandaar de vraag aan zorgaanbieders en verzekerden om eens plaats te nemen op onze stoel en ons te vertellen wat u zou doen als u de zorgverzekeraar was.” Precies dit deden de ruim tweehonderd bezoekers die op de uitnodiging voor ZorgNL 2013 waren afgekomen, in negen deelsessies waarin ze rechtstreeks de dialoog konden aangaan met bestuurs- en directieleden van negen zorgverzekeraars. Doelmatigheid als toekomstperspectief Tevens schetste Rouvoet op hoofdlijnen de uitkomsten van een onderzoek dat ZN heeft laten doen naar de vraag wat volgens verzekerden nodig is om de kostenontwikkeling in de zorg in de hand te houden. Het onderzoek laat zien dat verzekerden de oorzaak voor die kostenontwikkeling nauwelijks bij zichzelf leggen en ook geen inzicht hebben in de vraag waarom de zorg steeds duurder wordt. ”Het beeld bij de verzekerde is dat de premie te hoog wordt en dat tegelijkertijd teveel wordt bezuinigd op de zorg. Dat creëert een spanningsveld”, zei Rouvoet. “Een tweede spanningsveld is dat verzekerden aan de ene kant willen dat de zorgverzekeraar hier iets tegen doet, maar dat ze tegelijkertijd ook vinden dat de zorgverzekeraar teveel macht heeft.” Dat moet worden opgetreden om de kostenstijging in de zorg te beteugelen, wordt maatschappelijk in ieder geval breed gevoeld. Dat dit niet ten koste mag gaan van de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg eveneens. “De zorg moet dus vooral doelmatiger georganiseerd worden”, zei Rouvoet. “En gelukkig kan dat ook: kwaliteitsverbetering en kostenbeheersing kunnen uitstekend samengaan. Dit vormt een goed uitgangspunt om maatschappelijk draagvlak te behouden voor de taak die voor ons ligt.” Van processen naar uitkomsten Marieke Schuurmans, hoogleraar verplegingswetenschap in Utrecht, legde in haar lezing een belangrijk uitgangspunt neer voor de richting die moet worden gekozen om de kostenontwikkeling in de zorg te beteugelen: het niet meer over processen hebben, maar over uitkomsten. “We hebben het nu vooral over ziekten en klachten”, verduidelijkte ze. “Die laten zich goed labelen en in processen of trajecten vertalen. De primaire diagnose is nu een heel belangrijk uitgangspunt voor het zorgproces dat wordt ingegaan. Een probleem is echter dat mensen, vooral ouderen, vaak niet één diagnose hebben maar meerdere. De organisatie van de zorg is gesegmenteerd en gefragmenteerd. We moeten langs andere lijnen gaan denken. We weten dat 59 op de honderd mensen een goede gezondheid het allerbelangrijkste vinden. Maar gezondheid is meer dan alleen het afwezig zijn van ziekte. Ook zaken als functionaliteit en kwaliteit van leven spelen er een rol in. Functionaliteit laat zich nog wel meten – is iemand in staat tot werken of niet? – maar kwaliteit van leven al veel minder.” “We moeten dus in de zorg minder denken in processen en meer in gewenste uitkomsten op individueel niveau. “Het is niet één maat en één proces”, zei ze. “Het gaat om de uitkomst, vanuit het persoonlijk perspectief van de patiënt.”
ZN journaal 45
6 november 2013
Vier opties Welke stap moet als eerste gezet worden om de omslag in denken van proces naar uitkomst te kunnen maken? Schuurmans schetste vier opties: • Kiezen voor een systeem van uitkomstfinanciering en dus afstappen van DOT • Perverse prikkels afschaffen en dus alle medisch specialisten in loondienst nemen • Een herwaardering van de positie van andere zorgverleners, zoals verpleegkundigen • Inzetten op zeggenschap en eigen verantwoordelijkheid van de patiënt voor keuzen in de zorg Bijna alle aanwezigen in de zaal waren van mening dat de vierde optie de hoogste prioriteit heeft. De achterliggende gedachte hierbij was: als de zorg vanuit de vraag van de patiënt georganiseerd wordt, volgt de rest vanzelf. Maar anderen in de zaal kwamen in verweer tegen deze zienswijze. Degenen die kozen voor het derde scenario bijvoorbeeld, vonden dat de verpleegkundigen een grote rol kunnen spelen in preventie en dus in kostenbeheersing. Sommigen waren van mening dat eerst de financiering op de schop moet, omdat die het grootste knelpunt vormt. Weer anderen gaven het wegnemen van perverse prikkels topprioriteit, om te voorkomen dat zorgprofessionals hun eigen belang vooropstellen in plaats van het patiëntenbelang. De patiënt emanciperen Voor Wilna Wind, algemeen directeur van patiëntenfederatie NPCF, was duidelijk wiens belang voorop hoort te staan: dat van de patiënt. “De tijd waarin de dokter tegen de patiënt zei wat er moest gebeuren, is definitief voorbij”, stelde ze. ”De patiënt wil een gesprek met de arts en in dat gesprek wil hij opties horen waaruit hij kan kiezen.” Ze prees de zegeningen van Apps die de patiënt emanciperen door hem over deze opties te informeren, evenals van teleconsulting en persoonlijke patiëntendossiers. “Maar patiënten hebben ook een zorgatlas nodig”, vervolgde ze, “de feiten en cijfers over de vraag in welk ziekenhuis je moet zijn als je een bepaalde kwaal hebt. Die informatie is er en het is maatschappelijk onhoudbaar dat de patiënten die niet hebben. Ze moeten nog dit jaar inzicht krijgen in de statistieken op het gebied van complicaties, sterftecijfers en hersteloperaties per aandoening”, luidde haar stelling. Transparantie voorop Hoewel velen het met haar eens waren, was de zaal toch verdeeld over deze stelling. Gegevens zonder duiding hebben onvoldoende meerwaarde, vonden sommigen. Nu zijn het alleen nog maar data, het is geen concrete informatie op basis waarvan de patiënt bewuste keuzes kan maken. Anderen vonden juist dat dit proces van duiding een impuls zou krijgen door niet langer te wachten met het naar buiten brengen van alle beschikbare data. André Rouvoet probeerde in zijn slotwoord een goed midden te vinden tussen beide partijen door eraan te herinneren dat meer zeggenschap ook een vergrote verantwoordelijkheid met zich meebrengt. “Als dit betekent dat de patiënt ook medeverantwoordelijk wordt voor de kostenbeheersing in de zorg, weet ik niet of iedereen die verantwoordelijkheid wenst te nemen”, zei hij. “Mijn idee zou dus zijn te beginnen met het bieden van transparantie over kwaliteit en prijs. Dan bied je informatie waarmee de patiënt daadwerkelijk iets kan in termen van zeggenschap en verantwoordelijkheid. De kennis over de kwaliteit moet van de professionals komen en moet terechtkomen bij de zorgverzekeraars, zodat zij op basis daarvan zorg kunnen inkopen. Er is geen toekomst binnen het stelsel als we niet samenwerken. Zonder vertrouwen redden we het niet. Daarom vonden wij het ook zo belangrijk om deze dag te organiseren. We beseffen dat we elkaar nodig hebben.”
Proef hergebruik teruggebrachte medicijnen met acht apotheken uitgebreid De proef om medicijnen die naar de apotheek worden teruggebracht opnieuw te verstrekken wordt uitgebreid. Geneesmiddelen worden gesealed met een thermometerchip, zodat kan worden bepaald of ze onder de juiste omstandigheden zijn bewaard. De proef die startte in de Sint Maartenskliniek wordt met acht apotheken uitgebreid, waaronder die van het UMC Utrecht. De proef ging in mei in de Sint Maartenskliniek in Nijmegen van start. Vanaf komende maand gaan ook apotheken van acht andere ziekenhuizen meedoen: UMC Utrecht, MMC Veldhoven, Zorggroep Almere, MCL Leeuwarden, HAGA Den Haag, Rijnland Leiderdorp, Ter Gooi Blaricum en het Vlietlandziekenhuis.
ZN journaal 45
6 november 2013
Het Beste Zorgidee Het idee om geneesmiddelen te sealen met een thermometerchip is afkomstig van apothekersassistente Anja Vissers. Met de chip kan worden bepaald of medicijnen die worden teruggebracht onder de juiste temperatuur zijn bewaard. Als dat het geval is, kunnen ze opnieuw worden uitgegeven. Met dit idee won ze in 2011 Het Beste Zorgidee. De minister van Volksgezondheid roemde het idee als voorbeeld om verspilling in de zorg tegen te gaan. Met het idee van Vissers kan jaarlijks tot een half miljard euro worden bespaard. Herman Wijffels Innovatieprijs De temperatuurchipkaart die bij het Beste Zorgidee wordt gebruikt, is genomineerd voor de Herman Wijffels Innovatieprijs. ECCT, de ontwikkelafdeling van de Confrerie-Clinique uit Veldhoven, heeft deze kaart ontwikkeld en geproduceerd. Met deze kaart kan in een medicijnverpakking de temperatuur en de bewaartijd worden geregistreerd. Naast een juryprijs, is er een publieksprijs waarvoor op de website kan worden gestemd. Over Het Beste Zorgidee Het Beste ZorgiIdee is de eerste en enige wedstrijd waarbij heel Nederland wordt uitgedaagd om de zorg beter te maken. De wedstrijd wordt in 2013 voor de zesde keer georganiseerd. Het Beste Zorgidee is een initiatief van ONVZ Zorgverzekeraar. Met de wedstrijd wil de zorgverzekeraar de zorg beter, toegankelijker en efficiënter maken. Bron: ONVZ Zorgverzekeraar
Een gerust gevoel dankzij mantelzorgpas Ruim 3,6 miljoen Nederlanders zijn mantelzorger. Maar wat gebeurt er als een mantelzorger onverwacht ziek wordt of een ongeval krijgt, wie neemt de zorg dan over? Om snel actie te kunnen ondernemen en de zorg door te laten gaan, is de mantelzorgpas bedacht. De mantelzorgpas wordt momenteel in Noord-Kennemerland en de Kop van NoordHolland verspreid. De mantelzorgpas is een samenwerking van het Zorgkantoren Coöperatie VGZ, het Mantelzorgcentrum en Univé Zorg. De mantelzorger schrijft de naam en telefoonnummer van degene die hem vervangt op de pas en stopt deze in de portemonnee. Hulpverleners kunnen zo direct de vervanger van de mantelzorger waarschuwen als dat nodig is. “We zijn blij met deze actie van Univé Zorg en het zorgkantoor, omdat het weer een stapje vooruit is in de ondersteuning aan mantelzorgers”, aldus Truus Oud van het Mantelzorgcentrum. “Alle bijdragen die de mantelzorger wat rust kunnen brengen, zijn welkom en betekenen weer wat minder druk op de ketel in de zorg voor de naaste.” In Brabant is de mantelzorgpas al een groot succes. En niet alleen omdat de zorg van een mantelzorger snel kan worden overgenomen. “De pas maakt de zorg bespreekbaar”, aldus Greta Kaag van Zorgkantoren Coöperatie VGZ. “Mantelzorgers gaan hierdoor met anderen praten over de zorg die zij leveren, waardoor er meer begrip komt voor de situatie waarin de mantelzorger zit. Daarnaast voelt de mantelzorger zich een stuk rustiger als hij de deur uitgaat.” Mantelzorgers die geïnteresseerd zijn in de pas kunnen zich wenden tot het Mantelzorgcentrum:
[email protected], telefoonnummer 072 – 562 76 18 of 0223 - 74 70 09. Ook kan de pas opgehaald worden op de Univé kantoren in Noord Holland. Kijk op www.unive.nl/contact voor het dichtstbijzijnde kantoor. Bron: Univé
ZN journaal 45
6 november 2013
Klantenteam Coöperatie VGZ beste van Nederland Coöperatie VGZ heeft de beste klantadviseurs van Nederland. Afgelopen weekend werd het deelnemende klantenteam tijdens de Nationale CQ-test uitgeroepen tot het beste van Nederland. Behalve de teamprijs eindigden klantadviseurs Cynthia den Besten uit Gorinchem en Kimberley Bloks uit Eindhoven tweede en derde in de categorie beste klantadviseur. De verkiezing vond afgelopen zaterdag plaats in Amsterdam, onder leiding van Eddy Zoëy. Inleven belangrijk "Coöperatie VGZ is enorm trots op de overwinning. Onze klantadviseurs vinden het belangrijk om klanten dagelijks goed te bedienen. Samen zorgen we er iedere dag voor dat we klanten goed, snel en makkelijk helpen”, stelt Conny de Zwart, directeur van Klantenservice en Klachtenmanagement. Cynthia en Kimberley: “Iedere dag krijgen we veel verschillende vragen per e-mail en telefoon. Daar moet je steeds snel op inspelen. Vaak hebben we te maken met emotionele situaties waarbij alles draait om goed luisteren en de klant écht helpen. Dat maakt ons werk bijzonder.” Klantgerichtheid van groot belang Afgelopen jaar won klantadviseur Tamara van de Graaf de individuele prijs tijdens de CQ-test. Conny: “Het feit dat we nu voor de tweede keer in de prijzen vallen is een bewijs van onze klantgerichte werkwijze. En het is een belangrijke motivatie voor collega’s die tijdens de komende piekperiode extra hard werken.” Impuls voor de branche De Nationale CQ-test verkiest sinds enkele jaren de beste klantadviseur én het bedrijfsteam met het hoogste Contact Quotiënt. Tijdens het evenement namen teams van 25 medewerkers het op tegen veertig andere bedrijven. In vijf speelrondes komen actuele thema’s uit de branche aan bod. Doel van de verkiezing is om een positieve impuls te geven aan de branche waarin meer dan 200.000 klantadviseurs in Nederland werkzaam zijn.
ZN-weblog De stoel en de tafel Zorgverzekeraars moeten niet op de stoel van de dokter gaan zitten, wordt vaak gezegd. Terecht: in de spreekkamer draait het om het contact tussen de zorgverlener en de patiënt en daar heeft een zorgverzekeraar niets te zoeken. Bij mijn weten willen de zorgverzekeraars dat ook vooral zo houden. Dat wil echter niet zeggen dat ze geen bemoeienis willen hebben met de kwaliteit van de zorg. Dat willen ze wel – sterker nog: dat is ook hun wettelijke plicht – in het belang van hun verzekerden die recht hebben op goede zorg. Afgelopen maandag organiseerden de gezamenlijke zorgverzekeraars een congres waar ze zorgaanbieders en verzekerden uitnodigden om eens het omgekeerde te doen: kom eens op de stoel van de zorgverzekeraar zitten. Denk met ons mee over de invulling van onze rol. Het leidde tot verhelderende gesprekken, soms pittig, vaak inspirerend. Met als toch wel enigszins verrassende rode draad dat de bemoeienis van zorgverzekeraars met de kwaliteit van zorg eigenlijk door vrijwel niemand bestreden wordt. Ook zorgaanbieders vinden dat meer transparantie over de kwaliteit van zorg gewenst is. En ze vinden het doorgaans ook prima om door de zorgverzekeraars op die kwaliteit te worden aangesproken en afgerekend. Op dit moment lopen de inkoopgesprekken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders. Dat gaat soms gepaard met emoties – zo waren deze week de apothekers in het nieuws – maar eigenlijk gaat het verrassend goed. Volgens een peiling van ZN was op 1 november bijvoorbeeld al 60% van de contracten met de ziekenhuizen rond, en de verwachting is dat daar de komende week nog veel bij komt. Dat is goed nieuws, want daardoor kunnen zorgverzekeraars vóór de start van het nieuwe jaar helderheid bieden over de gecontracteerde zorgaanbieders, zodat
ZN journaal 45
6 november 2013
verzekerden daar in hun poliskeuze rekening mee kunnen houden. Tegelijkertijd is er voor de toekomst ook nog wel verdere vooruitgang te boeken. Bij het congres kwamen de nodige tips:
hanteer één taal en begrippenkader als het gaat om kwaliteit, uitgaande van de kennis van zorgverleners en de wensen en ervaringen van patiënten; beperk de administratieve rompslomp, bijvoorbeeld door niet allemaal verschillende vragen te stellen en andere procedures te hanteren; en concentreer de gesprekken niet uitsluitend in het jaarlijkse ‘inkoopseizoen’, maar werk aan een lange termijn relatie op basis van een gedeelde visie, die ook gedurende het jaar wordt onderhouden en getoetst.
Wat mij betreft waardevolle input voor zorgverzekeraars. In ZN-verband zullen we bekijken hoe we hier op in kunnen spelen en de nu gestarte dialoog een vervolg kunnen geven. Daarbij moet iedereen uiteindelijk zijn eigen stoel – en rol – kunnen behouden, als er maar bereidheid is om aan dezelfde tafel plaats te nemen. Want het is altijd beter om met elkaar te spreken, dan over elkaar. Pieter Hasekamp, algemeen directeur Zorgverzekeraars Nederland
ZN journaal 45
6 november 2013