Zorgplan Saenredam College
Schooljaar 2013-2014
Inhoud Hoofdstuk 1. 2. 3. 4.
Onze visie op zorg De zorgstructuur op het Saenredam College De overdracht van leerlingen van PO naar VO De overdracht van leerlingen van leerjaar 1 naar 2, van leerjaar 2 naar 3 en van leerjaar 3 naar 4 5. De overdracht van leerlingen van leerjaar 4 naar MBO 6. Evaluatie
Bijlagen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Mentortaak Aanbod leerlingenzorg Procedure verwijzing leerlingen van kernteam naar zorgteam en naar Zorg Advies Team De interne contactpersoon Stappenplan School Vragen Lijst Leerling-dossier Leerwegondersteunend onderwijs, Regionaal Zorg Budget en “rugzakjes” Magister; het digitale Leerling Volg Systeem e Periodiek onderzoek 2 leerjaar schoolarts De overdracht Naar het MBO Zorgkaart
Deze folder is in de mannelijke vorm geschreven. Daar waar “hij” of “zijn” staat kan ook ‘”zij” of “haar” gelezen worden.
Hoofdstuk 1 Onze visie op zorg Schoolvisie Op het Saenredam College wordt gewerkt vanuit de volgende visie: • Er heerst het besef: “zonder relatie geen prestatie” • Er is zorg voor leerling en personeel • Er bestaat een veilig leerklimaat • We halen het maximale uit wat leerlingen kunnen • We doen recht aan de interesses van een leerling • We bereiden voor op een vervolg in leren en/of beroep Zorgvisie Aansluitend hierop, wordt in dit zorgplan uitgegaan van onze visie op zorg: 1. De leerling moet geloof hebben in eigen kunnen. 2. De leerling moet het gevoel hebben dat hij erbij hoort; het gevoel dat men hem waardeert en met hem om wil gaan. 3. De leerling moet weten dat hij zelfstandig keuzes kan maken; het gevoel hebben dat hij zelf iets kan ondernemen, maken of doen. 4. De mentor is het eerste aanspreekpunt, de spil voor de zorg van leerlingen en de klas. 5. Zorg staat in dienst van de ondersteuning van leerlingen in het onderwijs- en ontwikkelingsproces; de leerling staat centraal. 6. Zorg voor leerlingen heeft een meer preventief dan een curatief karakter, waarbij het docententeam een duidelijke signaalfunctie heeft. 7. Zorg moet bijdragen aan de ontwikkeling van leerlingen, van geleid via begeleid tot zelfstandigheid van leerlingen. 8. Zorg moet gezien worden vanuit een geïntegreerd zorgperspectief; dat wil zeggen dat alle medewerkers in de school nadrukkelijk betrokken en verantwoordelijk zijn vanuit hun eigen taakstelling voor de zorg van leerlingen. 9. Leerlingen zijn onderdeel van een gemeenschap waar ze zorg dragen voor elkaar. Zorgvelden Binnen de zorg wordt een onderscheid gemaakt tussen de gebieden: Sociaal emotioneel Cognitief Oriëntatie op loopbaan en beroep Dit zorgplan richt zich vooral de sociaal emotionele gebieden en deels op de cognitieve gebieden van de zorg.
Hoofdstuk 2 De zorgstructuur op het Saenredam College Functionarissen op het sociaal emotionele gebied van de zorg: de mentor de docent de pedagogisch medewerker/trajectgroep begeleider ambulant begeleider de zorgcoördinator schoolmaatschappelijk werker interne contactpersoon (zie bijlage 2) De mentor De mentor is de spil in de begeleiding van de leerlingen (zie bijlage 1). De mentor formuleert de hulpvraag naar het zorgteam. Het docententeam Elke afdeling heeft een docententeam. Deze teams komen wekelijks bij elkaar. In deze teams worden de leerlingen besproken en maakt men afspraken over de begeleiding van leerlingen (leerling-bespreking). Men verwijst indien nodig naar de zorgcoördinatoren. Daarin wordt in overleg met de afdelingsleider besproken welke verdere stappen er kunnen worden ondernomen t.a.v. de begeleiding van een leerling. De afdelingsleider informeert zijn team. De zorgcoördinator zet de door hem ondernomen acties in Magister. Het zorgteam Het zorgteam bestaat uit de zorgcoördinatoren, de pedagogisch medewerker, de trajectgroep begeleider en de ambulant begeleider. Daarnaast zijn de interne contactpersonen, de schoolmaatschappelijk werker, de verschillende trainers voor sociale vaardigheidstraining (sova) en faalangst reductietraining (frt) actief in de leerlingenzorg. (zie bijlage 2) Op verzoek van het docententeam/afdelingsleider kan één van de zorgcoördinatoren aanwezig zijn bij de leerlingbespreking. Als de mentor de hulp inroept van het zorgteam, zorgt hij er samen met het zorgteam voor dat de leerling de juiste zorg krijgt. De leden van het zorgteam zorgen voor terugkoppelingen naar de mentor en zorgcoördinator, voor communicatie met ouders en voor dossiervorming in het leerlingvolgsysteem (Magister). De taken van het zorgteam worden door verschillende personen uitgevoerd. Als de problematiek erg complex is en er externe instanties moeten worden ingeschakeld, dan kan het zorgteam leerlingen doorverwijzen naar het Zorg Advies Team, het ZAT (zie bijlage 3). Interne contactpersoon
De interne contactpersoon gaat over de afhandeling van klachten van leerlingen, ouders en medewerkers ten aanzien van ongewenst gedrag (zie bijlage 4). Er zijn twee interne contactpersonen benoemd. Zorgcoördinatoren. De zorgcoördinatoren sturen het zorgteam aan. Zij worden op hun beurt aangestuurd door de vestigingsdirecteur. De taken van de zorgcoördinator worden door verschillende mensen vervuld. Zij maken een Taakverdeling. Dossiers De zorgcoördinator: heeft de papieren leerlingendossiers onder zijn hoede en houdt de dossiers bij voor wat betreft stukken omtrent de zorg: kan voor het op orde houden van de papieren en digitale dossiers en het versturen van brieven aan ouders, hulp vragen aan een administratieve medewerker Aanmelding en overstap De zorgcoördinator: is het loket voor aanmelding van nieuwe leerlingen; screent dossiers bij aanmelding op volledigheid en inhoud (zie bijlage 6); verzorgt de “warme” overdracht van leerlingen uit het PO; heeft contact met ouders van zorgleerlingen voor en tijdens de aanmelding; heeft een rol bij het samenstellen van de klassen, m.n. wat betreft zorgleerlingen: heeft een rol bij de overdracht van leerling-gegevens naar de mentoren van leerjaar 1; heeft een rol in het overstapperoverleg en speelt een rol bij de warme overdracht en bij de overdracht van leerling-gegevens naar de mentoren; onderhoudt de externe contacten met het voortgezet onderwijs en het Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO) voor wat betreft zorgleerlingen en warme overdracht van deze leerlingen; zit voor het Saenredam College in het project “ Het Saens Verbond”. In dit project worden voorstellen geformuleerd om de overstap naar het MBO voor zorgleerlingen beter te laten verlopen, met name de ontwikkeling van de zorgbrief (zie bijlage 10); Begeleiding leerlingen intern De zorgcoördinator: bewaakt de procedure rondom leerlingbegeleiding (zie bijlage 3); onderhoudt de contacten en de terugkoppeling met de mentoren en de afdelingsleiders leiders voor wat betreft zorgleerlingen; overlegt met de trainers van faalangstreductie training (frt), sociale vaardigheid training (sova) en examen training over het te volgen traject en de communicatie hierover met ouders, mentoren en docenten;
registreert relevante gegevens wat betreft leerlingbegeleiding in het leerlingvolgsysteem Magister; draagt leerlingen voor en onderhoudt de contacten met de schoolmaatschappelijk werker in school; onderhoudt het contact met de Remise en overlegt met de pedagogisch medewerker; speelt een rol in de pilot Trajectgroep, overlegt met de trajectgroep begeleider en de ambulant begeleider en is aanwezig bij de oudergesprekken over het begeleidingsplan; zorgt ervoor dat de schoolleiding d.m.v. maandelijks overleg op de hoogte is van problematiek rondom leerlingenzorg;
Begeleiding leerlingen met externe instanties De zorgcoördinator: organiseert alles rond het Zorg Advies Team, het ZAT (zie bijlage 3); verzorgt de aanmelding bij Rebound/TOP ( Time Out Project): verzorgt de aanmelding bij BBZ (Baan Begeleiding Zaanstad); onderhoudt contacten met leerplicht voor wat betreft zorgleerlingen; onderhoudt contacten met externe zorginstanties; neemt deel aan het bovenschoolse zorgcoördinatoren overleg; Onderzoeken De zorgcoördinator: speelt een rol in de afname en verwerking van de Drempeltoets ( bijlage 5); verzorgt de uitvoering en verwerking van de SAQI (zie bijlage 5); organiseert periodiek onderzoek leerjaar 2 door jeugdarts in school( zie bijlage 9); organiseert indien nodig de afname van een persoonlijkheidsonderzoek of intelligentieonderzoek: Aanvragen zorgbudgetten De zorgcoördinator: verzorgt het aanvragen van de LWOO/PrO beschikkingen (RVC); verzorgt de aanvraag van de toelaatbaarheidverklaringen; informeert de ouders omtrent de LWOO/PrO beschikkingen; bewaakt de invulling van de handelingsplannen die horen bij het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en instrueert indien nodig de mentoren hierbij: verzorgt de handelingsplannen en de aanvragen voor de RZB (Regionaal Zorg Budget) en LGF (Leerling gebonden Financiering (zie bijlage 7).
Hoofdstuk 3 Overdracht leerlingen van primair onderwijs (PO) naar voortgezet onderwijs (VO) 1. Bij centrale aanmelding is de zorgcoördinator aanwezig. Bespreek gevallen worden geselecteerd en afgehandeld. 1 2. Op de centrale aanmelding worden de dossiers gescreend volgens de richtlijnen van POVO (zoals beschreven in de POVO brochure). Er wordt telefonisch of schriftelijk contact opgenomen met de basisschool bij onduidelijkheden, bij ontbrekende gegevens en bij twijfel over de advisering. 3. De administratie voert de gegevens van de leerlingen in. 4. De zorgcoördinator gaat in overleg met de afdelingsleider leerjaar 1: a. Leerlingen worden geplaatst in de juiste stroom b. dossier wordt gescreend op: o Leerweg o Advies voor het samenstellen van de klassen o Mogelijkheid aanvragen leerwegondersteunend onderwijs (zie bijlage 7) o Mogelijkheid aanvragen Regionaal zorgbudget (9 zie bijlage 7) 5. De administratie verzorgt de dossiers en het invullen van Magister. De zorgcoördinator bespreekt de dossiers op de basisschool. 6. De zorgcoördinator zorgt voor overdracht van de gegevens aan de mentor voor of vlak na de zomervakantie. 7. De mentor zorgt voor een goede overdracht naar het docententeam aan het begin van het nieuwe schooljaar. 8. De administratie verzorgt het invoeren van de gegevens van de Drempeltoets en de SAQI 9. In december organiseert de afdelingsleider van leerjaar 1 een bijeenkomst waar de mentoren contact kunnen hebben met de leerkrachten van groep 8.
Hoofdstuk 4 Overdracht van leerjaar 1 naar 2, van leerjaar 2 naar 3 en van leerjaar 3 naar 4 1. 2. 4. 5. 6.
1
De mentoren van leerjaar 1, 2 en 3 maken voor de zomervakantie de leerling-dossiers (zie bijlage 6) in orde. Het eventuele handelingsplan en de evaluatie daarvan worden niet alleen in Magister, maar ook in het papieren dossier gestopt. De mentoren van leerjaar 1, 2 en 3 de leerlingen verzorgen vlak voor of vlak na de zomervakantie een “warme” overdracht (dat willen zeggen: door een mondelinge toelichting op bijzonderheden en naast het dossier) naar de volgende mentor. Leerlingen die instromen in leerjaar 2, 3 of 4 worden overgedragen door de zorgcoördinator of op een speciale bijeenkomst waarbij ook mentoren en afdelingsleiders zijn uitgenodigd.. De administratie ordent voor de zomervakantie de dossiers. De eerste leerlingbespreking vindt plaats aan het begin van het schooljaar naar aanleiding van de warme overdracht.
POVO: samenwerkingsorgaan van scholen primair onderwijs en voortgezet onderwijs
Hoofdstuk 5 Overdracht van leerjaar 4 naar Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO) De mentoren van leerjaar 4 zorgen voor een goede overdracht van gegevens naar het MBO. Ten aanzien van de zorg op het MBO vullen zij samen met de leerling een overdrachtsformulier in. Het zorgteam verzorgt de warme overdracht van zorgleerlingen. Bij de overdracht naar het Regio College Zaanstreek wordt hierbij gebruik gemaakt van “zorgbrieven”.
Hoofdstuk 6 Evaluatie In juni wordt het zorgplan geëvalueerd door het zorgteam. Op grond hiervan vindt er een bijstelling plaats. De zorgcoördinatoren schrijven een jaarverslag met aandachtspunten voor het volgend schooljaar. Deze evaluatie is eveneens onderdeel van de kwaliteitszorg op het Saenredam College.
Bijlage 1 Mentortaak Kunnen De mentor kan: een veilige sfeer in de klas creëren voor zowel het individu als de groep; signalen opvangen bij leerlingen door te kijken en te luisteren en kan deze met hem/haar bespreken; op een voor de leerling veilige wijze communiceren met ouders en collega’s; een leerling-bespreking van zijn klas inhoudelijk en technisch voorbereiden; optreden als eerste contactpersoon in de richting van ouders, leerling en collega’s; bij veelvuldig of lang ziekte verzuim gaat de mentor hierover met de leerling en zijn ouders in gesprek. Verantwoordelijk De mentor is verantwoordelijk voor: het vastleggen van de leerling-relevante gegevens van een leerling uit zijn mentorgroep in Magister; een volledige en waar nodig warme overdracht van de leerling-gegevens naar een nieuwe mentor; het begeleiden en bewaken van het proces van de individuele leerling voor wat betreft zijn leer- en studievaardigheden, zijn welbevinden op school en het kiezen van een goed vervolg in leren of beroep. het bewaken van het nakomen van de gemaakte afspraken; opstellen van een zorgvraag, het schrijven van een handelingsplan en het evalueren van het handelingsplan; leerling inbrengen in team vergadering om het team te informeren en te overleggen over passende begeleiding; evaluatie gesprekken met ouders en leerling voeren. Weten De mentor heeft kennis van: het dossier van de leerling; de zorgroute binnen de school; zijn eigen rol: waar deze begint en deze eindigt; de positie van het VMBO, de leerwegen en hun vakkenpakketten en het vervolg in studie en beroep. Overig & teamafspraken De mentor: neemt actief deel aan teambesprekingen en is daar adviseur voor de overige teamleden; weet hoe in de school de afspraken zijn m.b.t. de contacten naar instanties buiten de school; neemt deel aan buitenschoolse en schoolse activiteiten van zijn klas; schakelt indien nodig andere teamleden in bij de begeleiding van leerlingen; onderhoudt, contact over trajectgroepleerlingen bespreekt de afbakening van taken met de trajectgroepbegeleider en ambulant begeleider.
Bijlage 2 Aanbod leerlingenzorg Zorgcoördinatoren: voeren gesprekken met leerlingen die vanuit de teamvergadering door de afdelingsleider zijn verwezen en met leerlingen die zich zelf aanmelden; verwijzen leerlingen naar passende hulp binnen of buiten de school; zorgen voor dossiervorming in Magister . School Maatschappelijk Werk (SMW) De schoolmaatschappelijk werker is één dagdeel per week op school. Leerlingen en ouders kunnen zelf contact opnemen met de school maatschappelijk werker. Meestal worden leerlingen en/of ouders in overleg met de zorgcoördinatoren doorverwezen. Het gaat dan vooral om leerlingen die problemen op school hebben die voortvloeien uit problemen in de thuissituatie. De school maatschappelijk werker kan ook helpen zoeken en doorverwijzen naar passende vervolg hulpverlening. Steunlessen Steunlessen zijn lessen die op een vast tijdstip plaats vinden. Deze lessen worden gegeven aan leerlingen die extra vakhulp of hulp bij planning en organisatie nodig hebben. Ondersteuning dyslexie Leerlingen met een dyslexie verklaring worden benaderd door de taalcoördinator. Hij bespreekt met de leerlingen welke hulp er mogelijk en nodig is (extra tijd, vergrotingen, aangepaste normering, werken met lap top, werken met daisy speler, ingesproken boeken enz.). In leerjaar 1 krijgen alle dyslectische leerlingeneen cursus omgaan met dyslexie aangeboden. Leerlingen met een dyslexie verklaring krijgen een dyslexiekaart. Indien het vermoeden bestaat dat een leerling dyslectisch is kan de taalcoördinator, in overleg met mentor en zorgcoördinator, een pre-dyslexie test afnemen. Afhankelijk van de uitslag van deze test en het effect van het remediërende programma, kan er een dyslexieonderzoek worden afgenomen. Hieraan zijn voor de ouders kosten aan verbonden. Ondersteuning dyscalculie Met ingang van het cursusjaar 2012-2013 worden er dyscalculieverklaringen afgegeven. Leerlingen in leerjaar 1 en 2 krijgen twee uur rekenen per week, leerlingen in leerjaar 3 en 4 krijgen één uur rekenen per week. Op dit moment wordt er intern gesproken over hoe de leerlingen met een rekenachterstand hierin ondersteund kunnen worden. Faalangst en faalangst reductietraining (frt) Met faalangst bedoelen we; onder invloed van de angst om goed te presteren zó geblokkeerd raken, dat het resultaat van je prestatie onder je mogelijkheden ligt. Eigenlijk is het de angst voor wat er gebeurt als je slechter presteert dan voorzien. De inhoud van de faalangst reductie training is vooral gebaseerd op rationele technieken (‘het beïnvloeden van je gedachten’), ontspanningstechnieken en simulatieoefeningen. De mentoren en zorgcoördinatoren dragen leerlingen voor om aan de training mee te doen. De trainers verzorgen de intake en informeren de ouders.
Sociale vaardigheden en sociale vaardigheidstraining (sova). Leerlingen verkeren in een fase van hun leven waarin veranderingen zich al dan niet schoksgewijs voordoen. Heeft een leerling voldoende vaardigheden tot zijn beschikking om in de schoolsituatie goed te functioneren, dan zal de ontwikkeling van het zelfbeeld zich op een 'normale' positieve manier ontwikkelen. De leerling heeft voldoende vertrouwen in zichzelf en is in staat tot samenwerking en zelfreflectie. Heeft hij deze vaardigheden niet of onvoldoende, dan kunnen er in zijn gedrag storingen optreden. De leerling zal zichzelf terugtrekken of zich onttrekken aan zijn omgeving; hij zal zichzelf zo luid 'overschreeuwen' dat hij zichzelf of zijn omgeving niet hoeft te horen. In de sociale vaardigheidstraining wordt geleerd hier op een goede manier mee om te kunnen gaan. De mentoren en de zorgcoördinatoren dragen leerlingen voor om aan de training mee te doen. De trainers verzorgen de intake en informeren de ouders. De Trajectgroep in de Remise De Remise is een ruimte in de school waar leerlingen extra begeleiding wordt aangeboden. In deze ruimte verzorgt de Trajectgroep begeleiding op maat voor leerlingen met een rugzak (LGF) en voor leerlingen die via het zorgteam voor extra begeleiding in aanmerking komen. De begeleiding wordt gegeven door de trajectgroep begeleider en de ambulant begeleider: Hulp bij plannen en organiseren van het schoolwerk Agendabeheer Roosterwijzigingen doornemen Oefenen met leerstrategieën en leerstijlen Oefenen met sociale en communicatieve vaardigheden Voortgangsgesprekken met de ambulant begeleider en de trajectgroep begeleider Time-out mogelijkheid Een rustige werkplek Inloopmogelijkheid voor leerlingen en hun docenten Pauzelokaal voor kwetsbare leerlingen Ondersteuning van docenten bij het begeleiden van zorgleerlinge: observatie, coaching Contact met ouders Contact met mentoren Contact met docenten Contact met interne- en externe zorg Huiswerkbegeleiding na schooltijd, deze huiswerkbegeleiding kan, na overleg, ook worden ingezet voor leerlingen die geen begeleiding krijgen vanuit de Trajectgroep. De Entree De leerlingen die de les uit worden gestuurd worden in de Entree door de pedagogisch medewerker opgevangen. Hij zet de leerlingen aan het werk, vult Magister in en koppelt de gegevens terug naar de mentor (via het uitstuurformulier). Indien een leerling meerdere malen de les is uitgestuurd neemt de pedagogisch medewerker contact op met de afdelingsleider, die dan verder actie onderneemt.
Bijlage 3 Procedure voor verwijzing van leerling van team naar zorgteam en vanuit zorgteam naar Zorg Advies Team (ZAT) Procedure t.a.v. verwijzing van leerling naar het zorgteam: docent signaleert probleem bij leerling; docent stelt hulpvraag op in overleg met team; in de teamvergadering worden leerlingen naar voren gebracht door de docent die deze heeft ingebracht; met het team worden stappen gezet t.a.v. de leerling. De mentor is de spil hierin. De mentor neemt indien nodig contact op met ouders; als het probleem niet verbetert dan wordt de leerling verwezen naar het zorgteam via de afdelingsleidersleiders; via de zorgcoördinator worden de interventies van het zorgteam teruggekoppeld naar het docententeam (ook via Magister); als het zorgteam er niet uitkomt of niet voldoende zorg kan bieden dan wordt de leerling besproken in het Zorg Advies Team (ZAT)*; in het ZAT wordt besproken welke kunnen worden gedaan om de leerling zo goed mogelijk te helpen, dit in overleg met externe instanties; de zorgcoördinator zorgt voor de terugkoppeling naar de mentor; in het volgende overleg van het ZAT worden de stappen geëvalueerd en indien nodig aangepast. *Het Zorg Advies Team bestaat uit vertegenwoordigers van de volgende instellingen: Zorgcoördinatoren Saenredam College Leerplichtambtenaar Zaanstad Bureau Jeugdzorg Zaanstad Jeugdarts Samenwerkingsverband School Maatschappelijk Werk Er wordt toestemming aan de ouders gevraagd om de leerling in het ZAT te bespreken. Het ZAT komt 1x per 6 weken bij elkaar. In dit overleg kunnen leerlingen worden verwezen naar externe instanties en onderwijsinstellingen, zoals Orthopedagogisch Didactisch Centrum (OPDC), Praktijkschool, Rebound/Top, Altra College, Op de Rails, Lucertis, Bureau Jeugdzorg, Jeugdarts, De Opvoedpoli, Stichting Kram, HSK, Centrum Jong, Triversum, JPP, Hoepol enz.
Bijlage 4 De interne contactpersoon De interne contactpersoon: begeleidt en ondersteunt leerlingen, ouders en medewerkers bij behandeling van klachten en het inhoudelijk vormgeven van het aspect ongewenst gedrag; treedt op als aanspreekpunt voor alle leerlingen, ouders en medewerkers die een klacht hebben op het gebied van ongewenst gedrag; draagt zorg voor de eerste opvang van klager van ongewenst gedrag; neemt bij klacht contact op met de externe contactpersoon om samen te kijken welke stappen er moeten worden gezet. Het traject is vastgelegd binnen OVO; overlegt met de klager over de oplossingen die worden aangedragen door externe vertrouwenspersoon en dient na te gaan of oplossingen in de informele sfeer tot de mogelijkheden behoren; draagt zorg voor de opvang van de klager van ongewenst gedrag en draagt verantwoordelijkheid voor begeleiding, ondersteuning, advisering, bewaking en het verlenen van adequate zorg; houdt de interne klachtenprocedure ‘up to date’ en verstrekt hier informatie over naar medewerkers in de school.
Bijlage 5 Stappenplan SAQI (School Attitude Questionnaire Internet) De leerlingen geven bij het invullen van deze digitale vragenlijst aan wat zij zelf vinden van hun functioneren op school, t.a.v. motivatie, welbevinden, zelfconcept, pesten en gepest worden. 1. Ouders worden op kennismakingsavond geïnformeerd over afname. 2. Zorgcoördinator regelt de inlogcodes 3. De mentoren ontvangen een toelichting voor de afname van de SAQI en inlogcodes voor hun klas. 4. De mentoren nemen de SAQI af. 5. De mentoren nemen de SAQI af bij leerlingen die absent waren. 6. Zorgcoördinator maakt de klassenuitdraaien en bespreekt deze met de mentor. 7. Zij bespreken de eventuele te nemen acties. 8. De mentoren nemen gepaste acties. 9. Zorgcoördinator zorgt via administratie voor verwerking in Magister.
Drempeltoets In de eerste week van het schooljaar wordt in leerjaar 1 de Drempeltoets afgenomen. De uitkomsten van deze toets worden gebruikt bij de aanvraag van RVC beschikkingen, de uitkomsten geven een goed overzicht per klas en per leerling van de leervorderingen, ook wat betreft woordenschat. De ouders hebben inzage in de uitkomsten van de Drempeltoets.
Bijlage 6 Leerling-dossier ( relevante stukken voor de leerling-zorg) Bij binnenkomst leerling: Altijd aanwezig: aanmeldingsformulier; overdrachtsformulier POVO*; onderwijskundig eindrapport basisschool; Eventueel aangevuld met: leergeschiedenis lees- en spellingsvaardigheid; dyslexieverklaring* dyscalculieverklaring* informatie m.b.t. specifieke begeleidingvormen; andere relevante tests, verklaringen of verslagen. Aanvullingen gedurende schoolloopbaan: genoteerd in Magister of indien nodig in papieren leerling dossier. scores Drempeltoets*; scores SAQI klas 1*; rapporten*; informatie uit leerlingbespreking in docententeam**; vermelden acties, trainingen, gesprekken leerlingbegeleiding enz.; evt. Lwoo of PrO beschikkingen en toelaatbaarheidsverklaringen*; evt. RZB-, rugzakaanvraag***; evt. handelingsplannen**; notities contact school-thuis met datum**/*** registratie absentie, te laat en uitgestuurd****; verslagen van gesprekken met ouders en e-mails, brieven n.a.v. zorgelijk; functioneren of het nemen van disciplinaire maatregelen;**/***
Al het geschrevene moet een vermelding van feitelijke gebeurtenissen zijn, geen vermelding van vermoedens of indrukken; Verslagen worden gedateerd en worden ondertekend. Zij worden gesteld in acceptabel en professioneel taalgebruik.
NB.De papieren dossiers staan op de kamer van de zorgcoördinator ter inzage voor schoolleiding, administratie, zorgcoördinator en mentor. Deze dossiers staan in een afsluitbare kast en mogen de ruimte alleen met toestemming van de zorgcoördinator uit. *Deze gegevens worden door de administratie in Magister gezet. **Deze gegevens worden door de mentor in Magister gezet. ***Deze gegevens worden door de zorgcoördinator in Magister gezet. **** Deze gegevens worden door de baliemedewerkers in Magister gezet.
Bijlage 7 Leerweg Ondersteunend Onderwijs, Regionaal Zorg Budget en Leerling Gebonden Financiering Wij willen er voor zorgen dat alle leerlingen in staat worden gesteld hun capaciteiten zo goed mogelijk te gebruiken. Er zijn leerlingen die daarbij meer begeleiding nodig hebben. Voor een aantal van deze leerlingen kan een extra budget worden aangevraagd. Deze leerlingen moeten aan de criteria voor leerwegondersteunend onderwijs voldoen. Op grond van de gegevens van de basisschool en Drempeltoets die op Saenredam wordt afgenomen wordt gekeken of deze leerlingen aan de criteria voldoen. De Regionale Verwijzingscommissie beslist of de aanvraag wordt toegekend. Indien een leerling net buiten de criteria van het LWOO valt kan de school een aanvraag voor een extra budget indienen uit het Regionale Zorg Budget (RZB). Hiervoor is een aparte procedure vastgesteld. Als er een besluit over de aanvraag is genomen worden de ouders hiervan op de hoogte gesteld door de zorgcoördinator. De zorgcoördinator informeert de mentoren. Zij schrijven een handelingsplan waarin de bij de leerling passende begeleiding beschreven staat. De mentor bespreekt dit handelingsplan met de ouders/verzorgers en laat het door hen ondertekenen. In bijzondere gevallen kan er door de ouders, in samenwerking met de zorgcoördinator op school, een LGF, een “rugzakje” worden aangevraagd. Dit is een extra budget voor leerlingen met bv. een lichamelijke handicap of een bepaalde stoornis. De regie over de handelingsplannen die voortkomen uit bovengenoemde aanvragen berust bij de zorgcoördinator. De handelingsplannen worden geschreven door de mentor.
Bijlage 8 LVS in Magister: het digitale Leerling Volg Systeem in Magister Mentoren, docenten, kernteamleiders, leerlingbegeleiders en het zorgteam vullen alle relevante informatie over leerlingen in het digitale systeem in. Wat kan de docent met het Leerling Volg Systeem in Magister : docenten hebben beperkte toegang in het systeem voor hun eigen leerlingen; het logboek (notities) gebruiken om eventuele incidenten/ gebeurtenissen/contacten met de leerling en/of ouders kort te noteren; notities versturen en ontvangen; noteren absenten, opgeven huiswerk, noteren indien leerling huiswerk niet heeft gemaakt of boeken is vergeten. Wat kan de mentor met het Leerling Volg Systeem in Magister: mentoren hebben uitgebreide toegang in het systeem voor hun eigen klas; notities omtrent mentorleerlingen versturen en ontvangen: inzage in de testgegevens; inzage in absentiegegevens; inzage aantal malen uitgestuurd: inzage aantal keren huiswerk en/of boeken vergeten invullen aanvullende informatie, de mentor vult hier relevante gegevens omtrent afspraken, oudercontact, incidenten, te ondernemen acties enz. bij zicht op leerling of notities in: invullen handelingsplan; wordmap om brieven en handelingsplannen in op te slaan. Wat kunnen ouders en leerlingen net het Leerling Volg Systeem in Magister: ouders en leerlingen hebben inzage in de behaalde cijfers; ouders en leerlingen hebben inzage in de aanwezigheidsregistratie; ouders en leerlingen hebben inzage in de huiswerkopgave.
Hoewel er naast het digitale dossier in Magister ook een papieren dossier bestaat (waarin aanmeldingsformulier, testresultaten, RVC beschikkingen,dyslexieverklaringen e.d. worden bewaard) is het nadrukkelijk de bedoeling dat wij alle relevante gegevens in het digitale dossier zetten.
Bijlage 9 Periodiek onderzoek 2e leerjaar schoolarts Het zorgcoördinator heeft in september contact met jeugdarts over : Uitnodigingen e De administratie geeft de namen, geboortedata en adressen van de 2 jaars leerlingen door aan de Gemeentelijke Geneeskundige Dienst (GGD). Planning Bespreking jaarplanning school, op grond hiervan maakt de GGD in overleg met de schoolarts een planning en verstuurt de uitnodigingen. In orde maken kamer In overleg met de huismeester wordt er een kamer voor het onderzoek in orde gemaakt; afplakken ramen, aansluiten telefoon, plaatsen afsluitbare kast en zorgen voor sleutel. Communicatie met docententeam en mentoren e Het team 2 leerjaar wordt op de hoogte gesteld van het onderzoek, er worden eventueel signaleringsformulieren ingevuld (ondertekend door ouders). Op grond hiervan kan de jeugdarts een bepaald probleem aan de orde stellen bij het onderzoek. Er kunnen ook opmerkingen bij de leerling-lijst worden geplaatst. De schoolarts kan dan, alleen informeel, proberen het probleem aan de orde te stellen. Evaluatie onderzoek De jeugdarts bespreekt na afloop van het onderzoek de klas door met de mentor en eventueel de zorgcoördinator . De mentor verzorgt de communicatie met het docententeam en zorgt voor registratie van relevante gegevens in Magister.
Bijlage 10
Overdracht naar het MBO Binnen de Zaanstreek hebben de scholen voor vmbo en het mbo de handen ineengeslagen onder de naam Startbaan. De deelnemers aan dit driejarige project waren OVO-Zaanstad, Amarantis Onderwijsgroep (Pascal College regio Zaanstad) en het Regio College. Na afloop van Startbaan zijn een aantal onderdelen in afgeslankte vorm voortgezet in “het Saens Verbond” Het hoofddoel van het project was het verbeteren van de aansluiting vmbo en mbo. Een te groot percentage van vmbo leerlingen valt uit in de eerste periode van het mbo of blijkt op in de ‘verkeerde’ richting te zitten. Voor wat betreft de zorg betreft dit de verbetering van de overdracht van gegevens van zorgleerlingen naar het MBO. Dit gebeurt middels de “zorgbrief”. Hierin staat zeer beknopt aangegeven in welk gebied de zorgen zich afspelen. De insteek is dat er een warme overdracht volgt tussen VMBO en MBO. De zorgbrief wordt nu vooral gebruikt bij de overdracht naar het Regio College Zaanstreek. Leerlingen met een LGF worden altijd warm overgedragen. Ouders en leerlingen worden geïnformeerd over de warme overdracht. Op dit moment is er een initiatief gaande om de overdracht van zorgleerlingen in de hele regio te verbeteren.
Zorgkaart Saenredam College 2013-2014 bijlage 11
Zorg op het SC
Wat
Voor wie
Bij wie moet ik zijn zorgcoördinator
Wanneer
Zorgcoördinator
Op verzoek van het team en afdelingsleider worden enkele gesprekken gevoerd om de passende begeleiding voor de leerling in kaart te brengen
voor alle leerlingen van alle leerjaren
SMW Schoolmaatschappelijk werk
Problemen op school die voortkomen uit problematiek thuis.
gesprekken met leerlingen en met ouders doorverwijzing naar hulpverlenende instanties
school maatschappelijk werker
Op verzoek van leerlingen, ouders of zorgteam
periodiek onderzoek alle leerlingen in leerjaar 2
jeugdarts GGD
Jeugdarts
ZAT Zorg advies team
Trajectgroep
SAQI
Naar behoefte
Uitnodiging in leerjaar 2
voor leerlingen bij wie probleem wordt vermoed
Consult naar behoefte
voor leerlingen met veel ziekteverzuim
Jeugdarts neemt contact op.
Overleg tussen instanties die in de e e 2 of 3 lijn zorg bieden: schoolarts, SMW, OPDC, leerplichtambtenaar, bureau jeugdzorg, school Met toestemming van ouders en leerling Opvang en begeleiding van leerlingen met een REC 1,2,3 of 4 indicatie
zorgcoördinator
1x per 6 weken
leerlingen met ernstige (sociaalemotionele) problemen leerlingen die dreigen uit te vallen leerlingen met veel verzuim
leerlingen met een indicatie
Na overleg met ouders en leerling
Vragenlijst die informatie biedt over het (sociaal-emotionele) welbevinden van leerlingen in de eerste periode van het v.o.
voor alle leerlingen van leerjaar 1
zorgcoördinator, pedagogisch medewerker en ambulant begeleider zorgcoördinator mentor
Medisch onderzoek door de jeugdarts
Afname 1 maal per jaar na herfstvakantie
SOVA sociale vaardigheid training
Cursus voor leerlingen om sociale vaardigheden aan te leren
FRT Faalangst reductie training
Cursus om faalangst terug te dringen
Interne Contactpersoon
Behandelt problemen en klachten in de zgn. voorfase
Contactgegevens mevr. N. van der Linden, zorgcoördinator mevr. M. Buysman, zorgcoördinator mevr. J. van Abeelen schoolmaatschappelijk werk dhr. G. Neijzing pedagogisch medewerker mevr. W. Latjes ambulant begeleider trajectgroep mevr. J .Verburgh dhr. M. Hussaart interne contactpersonen mevr. J. Milatz jeugdarts
leerlingen die moeite hebben om in een groep te functioneren leerlingen die moeite hebben om zichzelf te presenteren Leerlingen die onderpresteren op toetsmomenten en een faalangstige inslag hebben leerlingen ouders/ verzorgers die een probleem/klacht ervaren op het gebied van; o seksuele intimidatie o agressie/geweld o discriminatie/racisme o overige klachten
zorgcoördinator
Start cursus 2 maal per jaar
zorgcoördinator
Start cursus 2 maal per jaar
interne contactpersonen
Naar behoefte
maandag,dinsdag en om de week donderdag dinsdag t/m donderdag
075-6409130
n.vanderlinden @saenredam.nl
075-6409130
[email protected]
maandag
[email protected]
maandag t/m donderdag
075-6176951 (kantoor SMD) op maandag 075-6409130 075-6409130
maandag t/m vrijdag
075-6409130
maandag t/m vrijdag
075-6499130
maandag,dinsdag,donderdag en vrijdag
075-6519292
[email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] [email protected]