ZORGPLAN DOMINICUS COLLEGE 2010 - 2014 BELEID MET BETREKKING TOT LEERLINGENBEGELEIDING
d.d. 9 juli 2010
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 1 van 26
Inhoudsopgave
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Zakelijke gegevens Voorwoord Visie op leerlingenbegeleiding Werkwijze inde leerlingbegeleiding Organisatie van de leerlingenbegeleiding Leerlingen met een indicatie voor cluster 3, afdeling De Monnikskap Instrumenten en methoden voor verantwoording Communicatie Ontwikkeldoelen
Bijlagen a. Taakomschrijvingen: 1. Mentor 2. Orthopedagoog 3. Coördinator Leerlingbegeleiding 4. Leerlingbegeleider b. Protocollen1 5. Protocol dyslexie ڤProtocol leerlingbespreking ڤProtocol zorgteam/zorgadviesteam ڤProtocol leerlinggebonden financiering ڤProtocol Permancente Commissie Leerlingenzorg (PCL) ڤProtocol zorgpakketten
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 3 4 5 7 10 14 16 17 18
19 21 23 25 26
pagina 2 van 26
Zakelijke gegevens Dominicus College Nijmegen Adresgegevens :
Postadres: Website: E-mailadres: Bankrelatie: Bevoegd gezag:
Energieweg 93 6541 CZ NIJMEGEN 024 377 21 64 (telefoon) 024 379 07 58 (fax) Postbus 40020 6504 AA NIJMEGEN www.dominicuscollege.nl
[email protected] Rabobank Rijk van Nijmegen 127937218 t.n.v. Dominicus College Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het Land van Maas en Waal Postbus 6618 6503 GC NIJMEGEN
Het Dominicus College is één van de zeven scholen, die vallen onder het bestuur van de Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het Land van Maas en Waal. Het Dominicus College verzorgt sinds 1856 onderwijs in Nijmegen, en telt in schooljaar 2009 – 2010 900 leerlingen Het Dominicus College is een school met vier afdelingen. Drie afdelingen, georganiseerd naar onderwijstype: havo, atheneum en gymnasium en daarnaast een afdeling voor leerlingen met een indicatie voor cluster-3 onderwijs (lichamelijk gehandicapten en/of langdurig zieken). Kenmerkend voor de school is de verticale structurering van de onderwijsorganisatie naar opleidingen vanaf het eerste leerjaar in klassen havo, atheneum en gymnasium. De school tracht in goed overleg met de aanleverende basisschool, de leerling en de ouders de capaciteiten en ambities van de nieuwe leerlingen in te schatten en plaatst de leerling bij de start van zijn/haar schoolcarrière in het overeengekomen onderwijstype. Uitzonderingen op deze regel vormen enerzijds de eerste klas havo/atheneum en anderzijds ons cluster-3 onderwijs. Het cluster 3 onderwijs wordt met maatwerk verzorgd op het niveau van havo, atheneum en gymnasium, in kleine groepen en met een op de leerling afgestemd onderwijszorgarrangment. De schoolleiding bestaat uit een algemeen directeur (rector) en een conrector. Daarnaast kent de school afdelingsleiders die leiding geven aan de onderwijsteams.
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 3 van 26
Voorwoord Het Dominicus College stelt zich ten doel leerlingen een schoolomgeving te bieden waarin zij zich veilig en gewaardeerd voelen. Een veilige omgeving is een voorwaarde voor leren en presteren. Daarbij is het ook van belang dat leerlingen terecht komen op de onderwijssoort die past bij hun capaciteiten en dat zij die opleiding ook daadwerkelijk (zo veel mogelijk binnen de ervoor gestelde termijn) met succes doorlopen en afronden. Het tijdig onderkennen van eventuele knelpunten in de leerprestaties en het bieden van passende ondersteuning is hierbij van groot belang. Het Dominicus College beschikt over een team van medewerkers dat met diverse expertise is toegerust om de juiste eerste- en tweedelijns begeleiding te verzorgen. Daarnaast weten de specialisten adequate aansluiting te vinden met de derdelijns begeleiding. In dit zorgplan vindt u in een beschrijving van de visie op leerlingbegeleiding, de te hanteren werkwijze en de organisatie van de leerlingbegeleiding met de verschillende expertise. In een separaat hoofdstuk wordt stilgestaan bij de afdeling voor onze cluster 3 leerlingen. Uit de beschreven ontwikkeldoelen blijkt dat dit zorgplan komende jaren verder ontwikkeld wordt en op basis van evaluaties zal worden bijgesteld. Marion Krabbenborg Rector
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 4 van 26
1.
Visie op leerlingbegeleiding
Het Dominicus College stelt leerlingen in staat om in een zo kort mogelijk tijdsbestek een diploma te behalen op een zo hoog mogelijk onderwijsniveau. Zij worden vanaf het eerste leerjaar geplaatst in de onderwijsrichting die past bij hun capaciteiten en talenten. Naarmate de opleiding vordert neemt de eigen verantwoordelijkheid in het leerproces van de leerling toe. Leerlingen met extra bagage krijgen de gelegenheid om tijdens hun schoolloopbaan hun talenten op de Universiteit te ontwikkelen. Leerlingen met specifieke ontwikkelingsvragen en/of specifieke onderwijsbehoeften worden met extra leerlingbegeleiding ondersteund, zodat zij hun schoolloopbaan succesvol kunnen afsluiten. De geboden leerlingbegeleiding is zowel integraal als geïntegreerd. ‘Integraal’ vanwege het geheel aan voorzieningen die de school creëert om optimale leerlingbegeleiding te kunnen bieden, zoals studiebegeleiding, keuzebegeleiding en sociaal-emotionele begeleiding. Maar ook de samenwerking met de partners in het zorg- en adviesteam (ZAT). ‘Geïntegreerd’ omdat de leerlingbegeleiding gericht is op alle leerlingen en niet alleen op de leerlingen met problemen. Wanneer de leerlingen onze school verlaten hebben zij naast dit diploma ook een dusdanige maatschappelijke en culturele bagage verworven, dat zij zich een passende plaats kunnen verwerven in de samenleving. De visie op onderwijs stoelt op vijf pijlers1: • Persoonlijk • Structuur • Bètaprofilering • Traditie • Verbindend leren Deze vijf pijlers vormen een leidraad voor de inrichting van het onderwijskundig proces in onze school. De leerlingenbegeleiding start bij het inschrijven van de leerling. In de toelatingsprocedure wordt ruim aandacht besteed aan specifieke onderwijsbehoeften van de leerling. Hierdoor wordt in een vroegtijdig stadium bepaald in welke mate een leerling extra ondersteuning nodig heeft om een succesvolle schoolloopbaan te kunnen doorlopen De school biedt in het kader van tweedelijns leerlingbegeleiding ondersteunende diensten aan in zowel studie- als in zorgondersteuning. De studieondersteuning richt zich op cognitieve vlak, het leerproces en de leervorderingen van de leerling. Bij de zorgondersteuning ligt het accent op het sociaal emotioneel welbevinden en het (leer-)gedrag van de leerling, Ter inschatting van de effectiviteit van leerlingenbegeleiding in het algemeen en bij tweedelijns begeleiding in het bijzonder, zijn onderstaande vragen relevant: 1. Wat is het ontwikkelperspectief van de leerling? 2. Wat zijn de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling? 3. Wat is het doel van de te leveren begeleiding? 4. Op welke wijze wordt deze begeleding geboden? 5. Welke meetmogelijkheid voor rendement/nut/opbrengst is aanwezig? Opbouw van de leerlingbegeleiding Het hart van de leerlingbegeleiding ligt in het primaire proces: de interactie tussen vakdocent en leerlingen en de interactie tussen mentor en leerlingen. In het kader van leerlingenbegeleiding wordt dit de eerstelijns begeleiding genoemd. De mentor speelt een cruciale rol in de monitoring van het 1
voor een nadere uitwerking wordt verwezen naar het schoolplan
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 5 van 26
leerproces én het welbevinden van de leerling. De school heeft de ambitie om voor minimaal 80 %2 van de leerlingen een dusdanig passend onderwijsaanbod te bieden waarbij de professionele begeleiding van vakdocent en mentor volstaat om succesvol de schoolloopbaan af te sluiten. De mentor als eerste lijnsfunctionaris is het eerste aanspreekpunt voor leerling en ouders. Een tijdige en adequate verwijzing naar de tweedelijns begeleiding is essentieel voor een effectieve leerlingbegeleiding. De inschatting is dat ongeveer 20 % van de leerlingen niet voldoende heeft aan uitsluitend begeleiding vanuit de eerste lijn omdat de behoefte aan begeleiding het vakgebied van de vakdocent en de mentor overstijgt. Hiervan is de verwachting dat ten behoeve van 17 % van de leerlingen de functionarissen in de tweede lijnsbegeleiding voldoende en adequate ondersteuning kunnen bieden, direct aan de leerling of, indirect, aan de docent/mentor. Tweede lijnsbegeleiding kan betekenen dat een leerling tijdelijk ondersteuning krijgt buiten de reguliere les om. Een tijdige en adequate verwijzing vanuit tweede lijn naar derde lijn is ook een relevant aspect van effectieve leerlingbegeleiding. Volgens schatting is ongeveer 3 % van de leerlingen aangewezen op zorg die de school niet zelf kan bieden en waarvoor derden worden ingeschakeld, de zgn. derdelijns begeleiding. De inzet van externen wordt ingezet nadat hiertoe een besluit is genomen door het zogenaamde zorg- en adviesteam (ZAT) en de betreffende afdelingsleider dit advies heeft gefiatteerd.
2
3%
ZAT & schoolexterne zorg
3e lijn
17%
schoolinterne begeleiding
2e lijn
80%
vakdocent & mentor
1e lijn
Deze cijfers zijn gebaseerd op onderzoek door het Nederlands Jeugdinstituut (NJi)
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 6 van 26
2.
Werkwijze in de leerlingbegeleiding
De leerlingen bij ons op school worden goed begeleid en zullen in zo kort mogelijke tijd, op het bij hen passende niveau, het diploma kunnen behalen. Een duidelijke leerlingbegeleidingstructuur met een passend aanbod is daarbij onontbeerlijk. Docenten zijn verantwoordelijk voor het verzorgen van goed onderwijs, zowel inhoudelijk als didactisch, met oog voor de prestaties van individuele leerlingen. Inhoudelijke en programmatische afstemming in het onderwijscurriculum en in de eerstelijns leerlingbegeleiding vindt binnen het afdelingsteam plaats. De inrichting van goed doorlopende vakleerlijnen is een aangelegenheid van secties. Mentoren bekommeren zich expliciet om het welbevinden van de leerling. Elke mentor signaleert, bespreekt, rapporteert en informeert volgens afgesproken werkwijzen, en is toegerust om de mentortaak adequaat uit te oefenen. Naast de eerstelijns begeleiding bestaat de gewenste begeleidingsstructuur uit een schoolteam van tweedelijns begeleidingsfunctionarissen, bestaande uit o.a. een coördinator leerlingbegeleiding (CLB) ten beoeve van studie- en zorgondersteuning, een orthopedagoog en leerlingbegeleideres. Daarnaast opereert het ZAT, waarin, naast onze interne experts, ook externe deskundigen en disciplines participeren zoals schoolarts, maatschappelijk werk, leerplicht, jeugdzorg. Vakdocenten en mentoren signaleren en bespreken onderwijs- en begeleidingsbehoeften van hun leerlingen tijdens de vaklessen, de klassikale mentoruren en individuele mentorgesprekken. In veel gevallen zal de leerling dan met succes de onderwijsroute kunnen vervolgen. Indien onvoldoende positieve effecten worden waargenomen meldt de mentor dit in de leerlingbespreking van het kernteam. In overleg met functionarissen uit de tweede lijn wordt bepaald of nader onderzoek nodig is, of dat duidelijk is dat de leerling een aanbod nodig heeft uit de tweede lijn. Voor een beperkt aantal leerlingen zal de begeleiding die de school zelf kan bieden onvoldoende zijn. Vaak is er dan sprake van problemen op meerdere terreinen. De CLB agendeert de leerling dan voor het zorg- en advies team, waar partners aan tafel zitten als maatschappelijk werk, leerplicht, jeugdarts en bureau jeugdzorg. Uiteraard stemt de CLB dit af met de mentor, de leerling en diens ouders. Opbouw begeleidingsdossier In de gewenste situatie hebben we bij aanmelding te maken met drie alternatieven: 1. Leerling wordt aangemeld zonder begeleidingsdossier 2. Leerling wordt aangemeld met begeleidingsdossier 3. Leerling wordt aangemeld met een clusterindicatie Ad1.
Een leerling wordt aangemeld zonder begeleidingsdossier (‘reguliere aanmelding’) 1. Warme overdracht basisschool aan docent die namens het Dominicus College de basisschool bezoekt. 2. De informatie van het onderwijskundig rapport en uit de warme overdracht gaat naar afdelingsleider en vervolgens naar mentor en docenten. 3. Lopende het schooljaar geven docenten informatie aan de mentor. 4. Lopende het schooljaar volgt mentor studiehouding, resultaten en ook het verzuim. 5. Als er aanleiding toe is wordt de leerling in het kernteam besproken 6. De mentor voert, in geval dat gesignaleerd wordt dat leerling niet presteert conform verwachting, dan wel dat gesignaleerd wordt dat het welbevinden van de leerling in het geding is, gesprek met leerling en eventueel ouders. 7. De mentor gaat in gesprek met afdelingsleider en samen beslissen ze of de leerling aangemeld wordt bij de tweede lijn. Als de leerling hier aangemeld wordt, wordt naast eerste lijnsbegeleiding (de stappen tot en met 6) ook tweede lijnsbegeleiding geboden. 8. De tweede lijnsfunctionarissen overleggen over de aangemelde leerlingen. En de persoon die actie gaat ondernemen neemt hierover contact op met de mentor om doelen en activiteiten te bespreken.
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 7 van 26
9. Acties worden uitgevoerd en geëvalueerd in het licht van de geformuleerde doelen. Als bij de evaluatie in deze stap blijkt dat de effecten van eerste en tweede lijnsbegeleiding onvoldoende zijn, wordt de stap naar derde lijn gezet. Hiertoe dient de leerling te worden besproken in het ZAT. 10. Eventuele vervolgacties worden ingezet (ZAT of anderszins). Ad2.
Leerling wordt aangemeld met begeleidingsdossier 1. Warme overdracht basisschool. Naast onderwijskundig rapport wordt in gesprek met functionaris tweede lijn de onderwijsbehoeften van de leerling besproken. 2. Functionaris tweede lijn voert gesprek met ouders voorafgaand aan plaatsing. 3. Functionaris tweede lijn informeert afdelingsleider. 4. Afdelingsleider beslist over plaatsing of niet. Laat dit besluit weten aan ouders en aan verwijzende basisschool. 5. Afdelingsleider bekijkt in geval van plaasting welke klas en welke mentor in aanmerking komen. Op het moment dat deze leerling met begeleidingsdossier geplaatst wordt, wordt naast eerste lijnsbegeleiding vanaf de start van het schooljaar ook tweede lijnsbegeleiding geboden. 6. Extra informatie voor leerling met rondleiding voorafgaand aan nieuwe schooljaar. 7. Afspraken voor de start van het schooljaar: onderwijsbehoeften formuleren, eventueel aanvragen budgetten, aanmaken begeleidingsdossier, informatie overdracht door interne tweede lijnsfunctionarissen aan mentor en docenten (‘gebruiksaanwijzing leerling’). 8. In geval er een budget wordt aangevraagd bij het samenwerkingsverband, wordt tevens een handelingsplan opgesteld door de orthopedagoog, eventueel in samenwerking met mentor; deze wordt geplaatst in Magister. 9. Zo nodig bepalen wie leerlingbegeleider wordt en wat de doelen en activiteiten zijn. 10. Korte lijnen worden vastgesteld tussen mentor en leerlingbegeleider en tussen mentor en ouders. 11. Mentor informeert docententeam. Kan schriftelijk of mondeling in een teambespreking. 12. Mentor voert door het jaar heen regelmatig gesprekken met de leerling. 13. In het kernteamoverleg is de bespreking van leerlingen met een begeleidingsdossier een terugkerend agendapunt. 14. Het kernteam signaleert een probleem bij een leerling. Als blijkt dat een deskundig advies nodig is wordt tweede lijnsbegeleiding ingeschakeld (verantwoordelijkheid van mentor en afdelingsleider). 15. In het kader van de evaluatie van het handelingsplan periodiek overleg met direct betrokkenen. Opties zijn: afronden, bijstellen of opstellen nieuw handelingsplan. 16. De tweede lijnsfunctionarissen bepalen welke hulp nodig is en adviseert mentor en ouders. 17. Als externe deskundigheid nodig is wordt de leerling door de tweede lijnsfunctionarissen ingebracht in het ZAT; dit na schriftelijke toestemming van de ouders. Het aanmeldingsformulier hiervoor wordt ingevuld door de mentor. Dan wordt er ook inbreng vanuit de derde lijnszorg gevraagd. 18. De afdelingsleider wordt geïnformeerd via het overleg met de teams en het tweewekelijkse overleg met de CLB.
Ad3.
Leerling wordt aangemeld met een clusterindicatie 1. Warme overdracht basisschool. Naast onderwijskundig rapport wordt in gesprek met tweede lijnsfunctionaris de onderwijsbehoeften van de leerling besproken. 2. Tweede lijnsfunctionaris voert gesprek met ouders voorafgaand aan plaatsing. 3. Tweede lijnsfunctionaris voert gesprek met ambulant begeleider vanuit het Regionaal Expertise Centrum over de ondersteuning van de leerling en de docenten. 4. Tweede lijnsfunctionaris informeert afdelingsleider. 5. Afdelingsleider beslist over plaatsing of niet. Laat dit besluit weten aan ouders en aan verwijzende basisschool. Op het moment dat deze leerling met een clusterindicatie geplaatst wordt, wordt naast de eerste lijnsbegeleiding vanaf de start van het schooljaar ook tweede lijnsbegeleiding geboden. Daarnaast wordt er ook een vorm van derde
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 8 van 26
6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
22.
lijnszorg geboden: ambulante begeleiding vanuit het betreffende Regionale Expertise Centrum. Afdelingsleider bekijkt in geval van plaasting welke klas en welke mentor in aanmerking komen. Extra informatie voor leerling met rondleiding voorafgaand aan nieuwe schooljaar. Afspraken voor de start van het schooljaar: onderwijsbehoeften formuleren, aanmaken begeleidingsdossier, informatie overdracht door tweede lijnsfunctionaris aan mentor en docenten (‘gebruiksaanwijzing leerling’). Wanneer de leerling een indicatie heeft wordt een handelingsplan opgesteld door de orthopedagoog in samenwerking met mentor en eventueel ook in samenspraak met ambulant begeleider; deze wordt geplaatst in Magister. Afdelingsleider wint advies in van orthopedagoog en bepaalt wie leerlingbegeleider wordt en wat de doelen en activiteiten zijn. Afdelingsleider bepaalt in overleg met de orthopedagoog verantwoordelijkheid, bevoegheid, rol en taken ambulant begeleider. Korte lijnen worden vastgesteld tussen mentor en leerlingbegeleider en tussen mentor en ouders. Mentor informeert docententeam. Kan schriftelijk of mondeling in een teambespreking. Mentor voert door het jaar heen regelmatig gesprekken met de leerling. In de wekelijkse of tweewekelijkse kernteamoverleggen is de bespreking van leerlingen met een begeleidingsdossier een vast agendapunt. Kernteam signaleert een probleem bij een leerling. En als blijkt dat een deskundig advies nodig is wordt tweede lijnsbegeleiding ingeschakeld (verantwoordelijkheid van mentor en afdelingsleider). In het kader van het handelingsplan 6 wekelijks overleg met ambulant begeleider, mentor, leerling, ouders en zo nodig orthopedagoog/leerlingbegeleider. Halfjaarlijks evalueren en bijstellen handelingsplan Wanneer een herindicatie aangevraagd moet worden is dit een verantwoordelijkheid van de orthopedagoog. De tweede lijnsfunctionarissen bepalen welke hulp nodig is en adviseert mentor en ouders. Als externe deskundigheid nodig is, wordt de leerling door tweede lijnsfunctionaris ingebracht in het ZAT; dit na schriftelijke toestemming van de ouders. Het aanmeldingformulier hiervoor wordt ingevuld door de mentor. Dan wordt er ook inbreng vanuit de derde lijnszorg gevraagd. Afdelingsleider wordt geïnformeerd via het overleg met de teams en het tweewekelijkse overleg met de CLB.
N.B. De gemaakte afspraken in de eerste lijn met de daarbij horende gerealiseerde doelen en uitgevoerde acties worden in Magister door de mentor vastgelegd. Op het Bureau LeerlingBegeleiding wordt aanvullend een papieren dossier (door tweede lijnsfunctionaris) bijgehouden.
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 9 van 26
3.
Organisatie van de leerlingbegeleiding
De eerste lijn behelst het primaire proces. Het gaat om de medewerkers die in directe interactie staan met groepen leerlingen. In de eerstelijns begeleiding functioneren de volgende medewerkers: Docent De docent zorgt voor een goede leeromgeving door het toepassen van de juiste vakdidactiek, aangeboden in de context van adequaat klassenmanagement.. De docent voldoet aan professionele standaarden op het gebied van didactiek, pedagogiek en organisatie. De docent signaleert belemmeringen in de studieresultaten van de leerling en geeft dit door aan de mentor. Mentor Iedere leerling heeft een mentor. De mentor is de spil in de begeleiding van de leerlingen en is het eerste aanspreekpunt voor de ouders. De mentor heeft als taak de studieresultaten van de leerlingen te volgen, problemen te signaleren en deze met de mentorleerling te bespreken. De mentor let er op of de leerling zich in de klas en in de school prettig voelt. De mentor onderhoudt contacten met de ouders/ verzorgers door het verzorgen van de rapportage en de gesprekken op de ouderavonden of anderszins. Afdelingsleider Een afdelingsleider is integraal verantwoordelijk voor de afdeling in het kader van het uitvoeren van schoolbeleid. Dit behelst in ieder geval de onderwijsinhoudelijke (zoals leerlingenbegeleiding) én onderwijsorganisatorische zaken. De afdelingsleider coacht, begeleidt en stimuleert de docenten en mentoren van zijn of haar afdeling. Daarnaast bespreekt de afdelingsleider maandelijks relevante leerlingdossiers met de CLB. De afdelingsleider vertegenwoordigt de directie in contacten met ouders en andere (onderwijs)instellingen; De tweede lijn betreft medewerkers die wel in een directe interactie staan met leerlingen, maar het heeft geen lesgevend karakter. Het gaat om extra ondersteuning van de leerlingen. Vaak betreft het een één op één relatie. Soms vindt de begeleiding plaats in een kleine groep. In de tweedelijns begeleiding functioneren de volgende medewerkers of instanties: Coördinator leerlingbegeleiding (CLB) De CLB coördineert de ontwikkeling van de leerlingbegeleiding op zowel studie- als zorgondersteuning. De taak ligt met name in het doen begeleiden van die leerlingen die extra begeleiding nodig hebben. Wanneer eerstelijns begeleiding onvoldoende effectief blijkt te zijn is de CLB verantwoordelijk voor alle tweedelijns begeleiding en voor het verwijzen naar derdelijns zorg. Een belangrijke taak van de CLB is het organiseren en afstemmen van informatie en interventies bij achterblijvende prestaties of sociaal emotionele belemmeringen van leerlingen. Het betreft met name afstemming met leerling, ouders en mentor. Soms ook met docenten. De CLB zorgt voor de contacten met allerlei externe instanties op het gebied van leerlingenbegeleiding, waaronder ook het Samenwerkingsverband V.O. Nijmegen e.o. Aan het begin van ieder schooljaar maakt de CLB een “begeleidingsoverzicht” met informatie over de oorzaak van benodigde ondersteuning en welke begeleiding nodig is, en verspreid deze onder docenten, mentoren en afdelingsleiders. Dit overzicht staat ook op de vaksite van het leerlingbegeleidingsteam op Teletop.
Studieondersteuning Decaan De keuze van een vervolgopleiding is van groot belang. De decaan heeft een belangrijke rol in de derde klas, als de profielen gekozen moeten worden. Ook biedt zij de leerlingen (indien gewenst ook ouders/verzorgers) in het vierde leerjaar, maar vooral in het vijfde leerjaar, hulp bij het maken van een 100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 10 van 26
verantwoorde keuze. Zij informeert mentoren en afdelingsleiders over de laatste ontwikkelingen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt en onderhoudt goede contacten met vervolgopleidingen. Remedial Teacher/Dyslexiecoach Op school is een dyslexieprotocol aanwezig dat gebruikt wordt voor leerlingen met een dyslexieverklaring. Elk schooljaar vindt er in klas 1 een dyslexiescreening plaats. De remedial teacher richt zich met name op de dyslectische leerlingen in klas 1. Hun specifieke hulpvraag wordt in beeld gebracht en zo nodig komt men in RT begeleiding. Er wordt een handelingsplan gemaakt door de RTer. Vanaf het 2e leerjaar neemt de dyslexiecoach het over. Er is twee maal per jaar een individueel gesprek met de leerling. Waar nodig, vindt intensievere begeleiding plaats. NT2, spelling, begrijpend lezen, rekenen Elk jaar is er een extra aanbod op dit gebied. Er wordt gezocht naar de meest passende vorm gezien de hulpvragen. Tutoren Onze school kent een uitgebreid tutornetwerk. Elk jaar worden er leerlingen geworven en getraind als tutor. De tutee’s worden aangemeld door de mentor en de vakdocent formuleert de hulpvraag en het advies hoe te ondersteunen. De tutoren worden begeleid middels terugkombijeenkomsten. De CLB organiseert het geheel. Een deskundige docent geeft de trainingen en verzorgt terugkombijeenkomsten. Huiswerkbegeleiding De school biedt ruimte en facilitering aan een huiswerkbegeleidingsinstituut.
Zorgondersteuning Leerlingbegeleiding (Auticoach) Een leerlingbegeleider is een uitvoerend tweede lijnsfunctionaris die op specifieke interventies ingezet wordt in de begeleiding van leerlingen. Zo vindt er elk jaar een faalangstreductietraining plaats van 10 bijeenkomsten. Leerlingen van m.n. klas 2 komen hiervoor in aanmerking. Ook wordt jaarlijks een examenvreestraining aangeboden aan leerlingen van de hoogste klassen (5 bijeenkomsten). Afhankelijk van de hulpvraag worden Sociale Vaardigheidstrainingen (SOVA) verzorgd of vinden periodieke coachingsgesprekken met leerlingen plaats over hun functioneren en welbevinden. Een aparte doelgroep vormen de leerlingen met (kenmerken van) autisme. Begeleiding wordt afgestemd op de specifieke hulpvraag. Contactpersoon (voorheen vertrouwenspersoon) Soms zitten leerlingen met een probleem. Ze durven er thuis of met andere mensen niet over te praten. De contactpersoon kan hiervoor het aanspreekpunt zijn bij ons op school. De begeleiding van de leerling staat hier te allen tijde voorop. Mocht het zo zijn dat de contactpersoon niet de juiste begeleiding kan bieden aan de leerling, dan kan hij/zij beslissen om de hulp van andere interne of externe deskundigen in te roepen. Schoolmaatschappelijk werker Op school is een maatschappelijk werker aanwezig. Deze is in dienst van het bestuur en wordt voor een aantal uren op onze school school ingezet. De maatschappelijk werker houdt zich bezig met leerlingen die in een dusdanig lastige situatie zitten, dat het functioneren op school hierdoor ernstig wordt belemmerd. Het betreft o.a. lichte vormen van psychosociale hulp, advies en ondersteuning, en het toeleiden van leerlingen en ouders naar speciale en geïndiceerde zorg. De maatschappelijk werker zal samen met de leerling de situatie inventariseren en met de leerling trachten te werken aan een aanvaardbare oplossing. Indien nodig en/of gewenst kan de maatschappelijk werker ook een huisbezoek afleggen of ouders/verzorgers uitnodigen voor een gesprek. De schoolmaatschappelijk werker werkt nauw samen met de CLB. 100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 11 van 26
Orthopedagoog De orthopedagoog ondersteunt in eerste instantie de CLB bij het interpreteren en afnemen van testen bij leerlingen op didactisch gebied en op sociaal emotioneel gebied De orthopedagoog verricht, waar nodig, onderzoek naar leerproblemen en/of sociaal emotionele problemen bij leerlingen. Naar aanleiding van het psychodiagnostisch onderzoek wordt een handelingsplan opgesteld voor in de klas, binnen een groepstraining of individuele begeleiding. Tevens is de orthopedagoog het aanspreekpunt voor de LGF- leerlingen en hun ouders. Intern team leerlingbegeleiding (TLB) Het TLB komt in wisselende samenstelling bijeen, al naargelang de onderwijsbehoeften van de leerling die besproken wordt. Centrale doelstelling is de leerling weer in de pas te laten lopen met zijn of haar ontwikkelingsperspectief. De leerlingbespreking wordt gevoerd samen met mentoren en afdelingsleiders. Het TLB bespreekt leerlingen die extra begeleiding en/of zorg nodig hebben en waarvoor een handelingsplan wordt opgesteld. De docenten/ mentoren begeleiden de leerlingen in de klas conform de afspraken uit het handelingsplan. In enkele situaties zal de begeleiding die de school zelfstandig kan bieden ontoereikend zijn. In het onderwijs is een ondersteuningsstructuur opgezet in het kader van ‘zorg in en om de school’. De school nodigt hierbij relevante partners in de begeleiding van leerlingen uit aan tafel. In derdelijns begeleiding functioneren de volgende medewerkers of instanties: Zorg&AdviesTeam (ZAT) Bij het ZAT worden problemen met leerlingen gemeld, die een normale schoolloopbaan van leerlingen in de weg zouden kunnen staan. Minimaal acht keer per jaar komt het team bij elkaar om dergelijke problemen te bespreken en te kijken wat er aan gedaan kan worden en vooral wie de hulp gaat bieden. Het team bestaat uit de CLB, de orthopedagoog, de leerlingbegeleider, de coördinator leerlingbeleiding, de schoolarts, de maatschappelijk werker, een medewerker van bureau Jeugdzorg en de contactpersoon van de afdeling Leerplichtzaken van de gemeente Nijmegen. Tijdens deze vorm van multidisciplinaire leerlingbespreking komt naar voren welke leerlingen extra zorg behoeven. Daarnaast kan het zo zijn dat een bepaalde situatie ervoor zorgt dat een leerling ad hoc hulp nodig heeft. Ook deze leerling kan tijdens de bijeenkomst van het ZAT worden ingebracht. Schoolarts en sociaalverpleegkundige De GGD Regio Nijmegen signaleert gezondheidsproblemen bij jeugdigen, geeft advies en verwijst door. Het gezondheidsteam van onze school bestaat uit een schoolarts en een sociaalverpleegkundige. Zij houden regelmatig spreekuur in onze school. Afspraken met de schoolarts worden gemaakt via de CLB of de vertrouwenspersoon. Leerplichtambtenaar De leerlingen zijn leerplichtig tot en met het schooljaar waarin zij zestien jaar worden. Daarna zijn zij kwalificatieplichtig. Bij 16 klokuren ongeoorloofd verzuim in 4 weken bij leerlingen jonger dan 18 jaar moet de school dat melden bij de afdeling Leerplichtzaken van de gemeente Nijmegen of de omliggende gemeenten. Zijn leerlingen tussen de 18-23 jaar, dan geldt een ongeoorloofd verzuim van 4 weken. Dat doen we dan ook, omdat we het belangrijk vinden om de oorzaken van het verzuim op te sporen en eventuele problemen in een vroeg stadium op te lossen. De coordinator leerlingbegeleiding onderhoudt het contact met de leerplichtambtenaar, meldt verzuim via het verzuimloket en is aanwezig bij contact met leerplicht waar nodig. De leerplichtambtenaar maakt ook deel uit van het ZAT. Vertegenwoordiger Bureau Jeugdzorg Voor enkele leerlingen is de privé-situatie zo moeilijk dat doorverwijzing naar Bureau Jeugdzorg noodzakelijk wordt geacht. Het kan dan gebeuren dat een leerling op school niet meer kan functioneren als gevolg van omstandigheden die buiten school liggen. Als deze situatie zich voordoet kan het in een enkel geval zo zijn dat we, in overleg met de ouders, die leerling doorverwijzen naar Bureau Jeugdzorg. Dit is een 100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 12 van 26
organisatie, die de leerling kan ondersteunen in moeilijke situaties en kan doorverwijzen naar zorgaanbieders zoals GGZ, Entrea etc. Een medewerker van BJZ maakt deel uit van het ZAT. Ambulante begeleiders
De ambulante begeleiders zijn in dienst van het REC en verlenen hun diensten op school ten behoeve van leerlingen met een clusterindicatie. Zij dragen zorg voor extra begeleiding van de leerling, ondersteunen bij de herindicaties van leerlingen (tijdsbewaking, trajectbegeleiding), stellen voor de leerling een goed begeleidingsplan op en betrekken ouders en leerling daarbij (6 wekelijkse gesprekken). Eventueel vragen zij extra voorzieningen aan bij bijv. het UWV. Daarnaast verstrekken zij handelingsadviezen aan docenten (o.b.v. observaties in de klas), en scholen zij i.s.m. het leerlingbegeleidingsteam docenten en mentoren (SVIB trajecten: videointeractie en begeleiding)
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 13 van 26
4.
Leerlingen met een indicatie voor cluster 3, afdeling De Monnikskap
De Monnikskap is een afdeling van het Dominicus College en valt onder de wet- en regelgeving van het regulier onderwijs. Meer dan dertig jaar volgden de leerlingen de lessen op het terrein van de St. Maartenskliniek. In de loop van de tijd werd echter steeds duidelijker dat voor een volwaardige participatie en integratie in de maatschappij deze leerlingen meer gebaat zijn bij plaatsing in een normale schoolomgeving. Met de verhuizing van de afdeling de Monnikskap in november 2009 naar de campus aan de Energieweg heeft het Dominicus College deze bijzondere doelgroep in huis: leerlingen met een indicatie voor cluster 3. Deze jongeren hebben specifieke onderwijs(zorg)behoeften. Voor deze groep leerlingen is een bijzondere toelatingsprocedure van toepassing waarbij als belangrijk element wordt beschouwd de belastbaarheid in onderwijstijd van de leerling. Een belangrijke voorwaarde voor plaatsing is de aanwezigheid van een cluster-3 beschikking. Vanaf de start van de schoolloopbaan van een leerling op de Monnikskap wordt voor de leerling een zogenaamd onderwijszorgarrangement (OZA) opgesteld. Deze nieuwe vorm van leerlingbegeleiding is ingevoerd om een beter overzicht te krijgen van de inzet die de school pleegt in de begeleiding van clusterleerlingen. Tevens is het arrangement een soort contract dat de school met de ouders en de leerling afsluit, waarbij de school zich naar leerling en ouders verantwoordt. In het arrangement komt o.a. te staan: ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
Het niveau van de leerling bij de intake De belastbaarheid van de leerling Welke onderwijsdoelen er gesteld worden Welke begeleiding de school inzet Welke externe deskundigen ingezet worden Welke speciale voorzieningen er voor de leerling gelden Hoe de vorderingen van de leerling geregistreerd worden Afspraken over de evaluatie
Een OZA wordt omschreven als ‘het geheel aan pedagogische, didactische en specialistische handelingen die de school binnen een bepaalde organisatorische context en in samenwerking met derden, uitvoert met het doel de ontwikkeling van de leerling te optimaliseren’. Een OZA is passend als het tegemoet komt aan zowel de hulpvraag (onderwijszorgbehoeften) van de leerling, de ondersteuningsbehoeften van het team én de wettelijk na te streven opbrengsten. Het OZA bestaat uit de elementen: perspectief (uitstroommogelijkheden),onderwijsplan (leerroute ofwel niveau), handelingsplan (pedagogisch-didactische onderwijszorg) en begeleidingsplan (deskundige ondersteuning vanuit het REC). De begeleidingsstructuur is dezelfde als voor de andere leerlingen, dus middels eerste, tweede en derde lijnsbegeleiding en -zorg. Van docenten en mentoren voor deze doelgroep leerlingen wordt meer verwacht met betrekking tot de inzet van hun competenties in het kader van specifiek pedagogischdidactisch handelen met deze leerlingen. Docenten worden geschoold in het omgaan met diverse problematieken. Deze scholing is voornamelijk gericht op de aanpak van de docent in de klas. De begeleiding en activiteiten op de afdeling De Monnikskap zijn niet uitsluitend gericht op het halen van een diploma. Evenwichtige vorming van de leerlingen krijgt alle aandacht, zodat ze na het verlaten van de school zo zelfstandig mogelijk met gevoel van eigenwaarde verder kunnen studeren en deelnemen aan de maatschappij. Het lesprogramma wordt afgestemd op de individuele leerling. Met behulp van digitaal onderwijsmateriaal en een goed gevulde ELO ontvangen de leerlingen een maatwerkprogramma. De leerlingen doen hetzelfde examen als de overige HAVO en VWO leerlingen. Niet alle leerlingen kunnen via de standaardroute hun eindexamen bereiken. Zo kan de leerweg langer duren, omdat het
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 14 van 26
tempo lager ligt of omdat veel verzuimd wordt vanwege ziekte, ziekenhuisopname of therapieën. De school biedt in dat geval een programma waar de leerling langer over mag doen. Binnen de bestaande regelgeving en in goed overleg tussen het TLB en de afdelingsleider, de leerling en de ouders wordt een onderwijsprogramma samengesteld dat een maximale kans biedt op succes. In dit programma ook maximaal rekening gehouden met de mogelijkheden van de leerling. Samenwerking met Plurijn en St Maartenskliniek en extra faciliteiten De Monnikskap is gehuisvest in de nieuwe vleugel van het Dominicus College en is voorzien van de meest moderne faciliteiten, die goed onderwijs aan onze leerlingen mogelijk maken. De plannen voor de bouw van 24 appartementen door Plurijn t.b.v. de leerlingen bij de school zijn in een vergevorderd stadium. Met de St. Maartenskliniek zijn afspraken gemaakt over dagbehandelingen van leerlingen. Bij de school is daarvoor een fysiotherapieruimte ingericht. Er is dus sprake van een unieke situatie waarbij door de samenwerking met Pluryn en de St. Maartenskliniek wonen, zorg en onderwijs samenkomen.
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 15 van 26
5.
Instrumenten en methoden voor verantwoording
Het zorgplan wordt vastgesteld door de directie nadat instemming is verkregen van de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad en na advies van de oudergeleding. Het zorgplan is gerelateerd aan het schoolplan. Beide documenten zijn beleidsdocumenten, waarbij het schoolplan ‘bovenliggend’ is aan het zorgplan. De reikwijdte van het schoolplan is groter dan die van het zorgplan. Dat betekent dat het zorgplan consistent dient te zijn met het schoolplan. Verantwoording over de resultaten en de werkwijze (antwoorden op respectievelijk de wat-vraag en de hoe-vraag) met betrekking tot de leerlingenbegeleiding wordt afgelegd in het sociaal jaarverslag. Afdelingsleiders en de tweedelijns functionarissen dragen zorg voor de benodigde informatie.
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 16 van 26
6.
Communicatie
Ouders / verzorgers Juist als jongeren specifieke onderwijs(zorg)behoeften hebben is het van belang vanaf het begin af te stemmen met ouders / verzorgers. Dat proberen wij te doen vanuit het volgende uitgangspunt: ‘uw kind, onze leerling’. Hiermee proberen wij uit te drukken dat wij ouders/verzorgers zien als ervaringsdeskundigen in het omgaan met hun kind, en dat wij onszelf zien als onderwijsprofessionals. Wij vinden het van belang dat we bij inschrijving heldere verwachtingen van elkaar hebben: wat verwachten ouders/verzorgers van school én wat verwacht school van ouders/verzorgers. Behalve dat ouders/verzorgers met hun kinderen als klanten kunnen worden gezien, willen wij hen nadrukkelijk zien als partner in de ontwikkeling van hun kinderen, onze leerlingen. Leerlingen Wat voor ouders/verzorgers geldt, geldt ook voor leerlingen. Zij worden door ons gezien als medeeigenaar van hun leer- en ontwikkelingsproces. Dat betekent dat wij meer mét de leerlingen willen praten. Wat is hun motivatie, wat zijn hun doelen? Hoe denken zij dat wij als onderwijsprofessionals hen daarbij kunnen ondersteunen? We willen onze leerlingen benaderen als jongeren die actief een bijdrage kunnen en willen leveren aan hun eigen ontwikkeling. Netwerk van zorgcoördinatoren Het samenwerkingsverband Nijmegen e.o. plant een aantal studiemiddagen in het jaar waarop zorgcoördinatoren samenkomen. Van elke school is bekend wie de zorgcoördinator is. Je kunt altijd contact opnemen voor collegiaal overleg. Het ZAT is een belangrijke schakel in het netwerk van zorgcoördinatoren. Netwerk van orthopedagogen Het samenwerkingsverband plant een aantal studiemiddagen in het jaar waarop orthopedagogen samen komen om specifieke vakgerelateerde onderwerpen te bespreken.
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 17 van 26
7.
Ontwikkeldoelen
Voor de looptijd van dit zorgplan stellen wij ons onderstaande doelen in volgorde van prioriteit: 1. Het ontwikkelen naar vorm en inhoud van het mentoraat (de eerstelijns begeleiding). 2. Het transparant maken van de leerlingbegeleiding voor zowel collega’s als voor leerlingen en hun ouders 3. Het kunnen bieden van een passend onderwijs- en begeleidingsaanbod in de eerste lijn voor 80 % van onze leerlingen 4. Op een onderzoek onder onze leerlingen naar hun welbevinden scoort minstens 90 % op gemiddeld niveau of hoger 5. Integratie van de leerlingen van de Monnikskap met andere afdelingen 6. Voor 90 % van de leerlingen met een indicatie wordt een passend onderwijszorgarrangement opgesteld en uitgevoerd zoals bedoeld 7. Integratie van de begeleidingsstructuur en inzet TLB voor de hele school 8. Ontwikkelen van nog ontbrekende protocollen 9. Onderzoek naar de wenselijkheid van beleidontwikkeling op gebied van discalculie. 10. Het ontwikkelen van adequaat verzuimbeleid inclusief de inzet van een verzuimcoördinator
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 18 van 26
Bijlage 1 Mentortaken De mentor heeft als specifieke taak de begeleiding van leerlingen in alle zaken die te maken hebben met de studie, het sociale functioneren en het persoonlijk welbevinden voor zover dat niet in de vaklessen gebeurt door de vakdocenten of daarbuiten door gespecialiseerde begeleiders. Daarnaast is de mentor ook lid van het kernteam en levert hij in die hoedanigheid een bijdrage aan de inhoudelijke ontwikkeling van het teambeleid en de uitvoering daarvan. We gaan er in principe van uit dat alle docenten ook mentor zijn en over de nodige begeleidingsvaardigheden beschikken. De school biedt scholing aan op dit gebied. Algemene taken. 1. De mentor voert periodiek gesprekken met zijn mentorleerlingen. Minimaal 1 keer per rapportperiode om de voortgang en het welbevinden te bespreken. Het initiatief voor deze gesprekken ligt bij de mentor maar ook de leerling kan een gesprekje aanvragen. Als het nodig, is vinden er meer gesprekken plaats. 2. Indien nodig helpt de mentor de leerling bij het opstellen van een strategie die tot doel heeft de studieresultaten te verbeteren. 3. De mentor houdt de leerlingdossiers in Magister bij. Hierin worden de verslagen van gesprekken, afspraken met de leerling en ouders, en de studieresultaten opgenomen. 4. De mentor onderhoudt het contact met ouders/verzorgers. Dit gebeurt o.a. via de reguliere 10minutenavonden en ook ad hoc bij achterblijvende resultaten of sociale ontwikkeling. Het initiatief ligt dan bij de mentor. Contact via de mail (mits afgesproken met ouders) is ook mogelijk. De mentor is aanwezig bij de kennismakingsouderavond die voor iedere jaarlaag georganiseerd wordt. 5. De mentor bereidt samen met de afdelingsleider de leerlingbesprekingen voor, zit deze besprekingen voor en zorgt dat er een verslag komt van de vergadering.. 6. De mentor zorgt voor het rapport van de leerlingen en deelt deze uit. 7. De mentor neemt het initiatief of is de leerling behulpzaam bij het inschakelen van deskundige hulp zoals het leerlingbegeleidingsteam, faalangstreductietraining, tutoring etc. indien dit nodig is. 8. Indien nodig speelt de mentor een bemiddelende rol bij conflicten tussen leerlingen en collega’s. 9. Bij nieuwe leerlingen zorgt de mentor dat een medeleerling tijdelijk de nieuwe leerling begeleidt. Na ongeveer 3 weken neemt de mentor contact op met ouders om te kijken of alles goed verloopt en of ouders nog vragen hebben. 10. Bij ziekte die langer duurt dan een paar dagen, houdt de mentor in de gaten of de zieke leerling via een medeleerling het huiswerk krijgt. Indien nodig neemt hij stappen. De mentor onderhoudt ook zelf het contact met de zieke leerling. 11. De mentor draagt zorg voor een goede overdracht aan de nieuwe mentor van de leerling. 12. De mentor geeft informatie bestemd voor zijn klas zo snel mogelijk door aan de klas en licht deze indien nodig toe. Als de mentor zijn klas enige dagen niet ziet, vraagt hij een collega om de informatie door te geven. 13. De mentor verzorgt samen met de andere mentoren een introductieprogramma aan het begin van het schooljaar. 14. De mentor verricht activiteiten ten behoeve van het kernteam 15. De mentor neemt deel aan activiteiten zoals introductieactiviteiten, klassenactiviteiten zoals kerstviering, mentoruitje en schoolfeesten. 16. De mentor is samen met de andere mentoren verantwoordelijk voor een inhoudelijk goed mentorprogramma voor de jaarlaag waarin hij werkzaam is.
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 19 van 26
17. De mentor bespreekt wekelijks het absentieoverzicht dat hij krijgt van de receptie met leerlingen die absenties niet naar behoren hebben afgehandeld. Bij veelvuldig verzuim of te laat komen bespreekt de mentor dit met de leerling om tot bijstelling van gedrag te komen. 18. De mentor bevordert een positieve groeps- en werksfeer binnen de klas. 19. De mentor bemiddelt in een klas bij onderlinge conflicten. Specifieke activiteiten Eerste klas: het inhoudelijk en organisatorisch voorbereiden en uitvoeren van de kennismakingsmiddag voor nieuwe eerste klassers. Verzorgen studielessen Afnemen van toetsen m.b.t. screening van eerste klas leerlingen (Dictee, SVL) Communicatie met ouders over zorg Determinatie Tweede klas Verzorging studielessen Afnemen SVL Derde klas Keuzeproces in samenwerking met de decaan Kiezen van profielen en vakken Examenklas Het volgen en begeleiden van de leerling in zijn voorbereiding op het examen Het verzorgen van een passend afscheid tijdens de diploma-uitreiking
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 20 van 26
Bijlage 2 Functieomschrijving orthopedagoog Context: De orthopedagoog verricht de taken zelfstandig onder de verantwoordelijkheid van de daartoe aangewezen leidinggevende. De orthopedagoog verricht diverse onderzoeken, neemt daarbij diverse testen af bij veelal individuele leerlingen en vertaalt de resultaten van onderzoeken naar adviezen en voorstellingen voor behandeling. Levert een bijdrage aan beleidsontwikkelingen, verzorgt interne scholing en geeft voorlichting. Werkzaamheden: 1. Verricht onderzoeken en neemt testen af, stelt voorstellen en adviezen op en begeleidt leerlingen en ouders/verzorgers door: • Het verrichten van onderzoek op o.a. het gebied van gedragsproblemen, sociaal emotionele problemen en leerproblemen. • Het verrichten van toelatingsonderzoeken • Het opstellen van handelingsplannen voor de begeleiding van LGF-leerlingen en het begeleiden van mentoren en docenten bij de uitvoering van de handelingsplannen. Het maken van een vertaalslag van papier naar praktijk. • Het voeren van adviesgesprekken met ouders/verzorgers. • Het vertalen van psychodiagnostisch onderzoek naar de dagelijkse praktijk voor zowel ouders, de leerling en docenten. • Het aanvragen van LGF-gelden, PCL-budgetten en het doen van herindicaties. • Het voeren van hulpverleningsgesprekken met leerlingen en met ouders/verzorgers. • Het verwijzen en begeleiden naar externe instellingen voor hulpverlening. • Het adviseren en bemiddelen van ouders bij de aanvraag van LGF-gelden. • Het coachen van dyslectische leerlingen. • Het informeren en ondersteunen van ouders en docenten bij dyslexie. • Het begeleiden van LGF-leerlingen • Contacten met Ambulant begeleider betreffende LGF-leerlingen. • Contacten met het Samenwerkingsverband betreffende zorgleerlingen en contacten met externe behandelaars in de afstemming van de begeleiding. 2. Ondersteunt en begeleidt docenten en schoolleiding bij de aanpak van psychosociale problemen van leerlingen en geeft voorlichting en training aan leerlingen door: • Het leren signaleren van problemen bij leerlingen • Het verzorgen van workshops en trainingen over de omgang met leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. • Het ondersteunen van mentoren bij contacten en gesprekken met ouders/verzorgers. • Het ondersteunen bij contacten met instellingen voor hulpverlening. • Het geven van trainingen aan leerlingen gericht op leerlingkenmerken die het leren belemmeren zoals faalangstreductietraining. • Het verzorgen van scholingen en geven van voorlichting over sociaal-emotionele problemen bij leerlingen. • Het onderhouden van contacten met externe instanties en het communiceren van relevante informatie naar teamleden.
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 21 van 26
3. Draagt zorg voor het, binnen kaders en de beleidsvrije ruimte, uitwerken van de ontwikkeling en vernieuwing van beleid met betrekking tot het eigen vakgebied door: • Het in- en extern verzamelen van relevante literatuur, beleidsnota’s en verslagen, het bestuderen van deze informatie en het opvragen van nadere informatie ten aanzien van gesignaleerde knel- en aandachtspunten en ontwikkelingen. • Het deelnemen aan een netwerk van orthopedagogen vanuit het Samenwerkingsverband. • Het adviseren van de schoolleiding inzake het beleid op het eigen vakgebied en de wijze van organiseren ten behoeve van de uitvoering van het beleid. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden: Verantwoording schuldig aan: - de orthopedagoog is verantwoording schuldig aan de daartoe aangewezen leidinggevende voor wat betreft de uitgevoerde onderzoeken, de inhoud, kwaliteit en de bruikbaarheid van beleidsvoorstellen. Kader: - de orthopedagoog werkt binnen de algemene richtlijnen, procedures en de beroepscode. Beslissingsbevoegdheid: - de orthopedagoog neemt beslissingen over de inhoud van de voorstellen, bij het opstellen van handelingsplannen en tijdens de begeleiding over interventies en eventuele vervolghulp. Kennis en Vaardigheden: - brede en diepgaande vakinhoudelijke kennis en vaardigheden van de orthopedagogiek. - Kennis van onderzoeksmethoden en vaardigheden en het toepassen daarvan. - Kennis van remedial teaching. - Inzicht in de organisatie en werkwijze van de school, de zorgstructuur en de sociale kaart van de regio. - Vaardigheid in de omgang met leerlingen - Vaardigheden in het voeren van gesprekstechnieken in gesprek met ouders en docenten, - Vaardigheid in het opstellen van handelingsplannen, indicatie, herindicaties en PCLaanvragen. - Vaardigheid in het ontwikkelen van trainingen, scholingen en voorlichting. - Methodische vaardigheid in het werken met probleemleerlingen en probleemgezinnen. Contacten: - Met leerlingen over onderzoeken en begeleiding - Met ouders/verzorgers over onderzoeksresultaten en om advies te verstrekken. - Met mentoren en docenten de begeleiding van leerlingen - Met externe instanties over leer- en sociaal-emotionele problemen om de begeleiding op elkaar af te stemmen. - Met het leerlingbegeleidingsteam en het MT om de leerlingbegeleiding en zorgstructuur te optimaliseren. - Deelname ZAT
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 22 van 26
Bijlage 3 Taakomschrijving Coördinator Leerlingbegeleiding (CLB) Omgeving Het team of de vaksectie draagt de verantwoordelijkheid voor de organisatie, de ontwikkeling en de uitvoering van het primaire proces, namelijk het onderwijs, de realisatie van de onderwijsdoelen en de onderwijsprogrammering. De afdelingen leveren programma’s aan de leerlingen, organiseren en begeleiden de leerprocessen en bereiden voor op de toetsing en afsluiting. Werkzaamheden 1. Coördineert de werkzaamheden van het zorgteam door: • de vergaderingen van het zorgteam voor te zitten; • het overleg voor te bereiden; • zorg te dragen voor een goede diagnose van het gesignaleerde probleem bij de leerling zowel op het gebied van studieproblemen als de overige hulpvragen; • in samenwerking met de overige leden handelings/-begeleidingsplannen op te doen stellen; • leerlingen zo nodig door te verwijzen naar andere deskundigen binnen en buiten de school, instellingen en hulpverleners 2. Coördineert de studie- en leerlingbegeleiding binnen de school op de volgende gebieden: • Organiseert en coördineert de studiebegeleiding door mentoren en docenten • Organiseert en coördineert de inzet van leerlingbegeleiders; • mentoren en vakdocenten aan te sturen o.h.g.v. leerlingenzorg door ze te informeren, te activeren en te begeleiden. • Coördineren en organiseren van hulplessen, tutoring, huiswerkbegeleiding, RT, NT2 onderwijs en de zorg rondom dyslectische leerlingen. • Coördinatie afname en verwerking van het dyslexiedictee en eventuele taaltoetsen • Coördinatie afname en verwerking van het rekendictee 3. Coördineert activiteiten in het kader van leerlingbegeleiding door: • samen met de direct leidinggevende de verschillende vormen van leerlingenbegeleiding af te stemmen; • te zorgen voor afstemming met externe hulpverleningsinstanties; • het gebruik van het leerlingvolgsysteem te bewaken, m.n. de informatie van de basisscholen analyseren in overleg met de afdelingsleiders en op basis hiervan de noodzakelijke acties ondernemen • de afname en verwerking van de SVL te coördineren; • mee te werken aan de deskundigheidsbevordering van mentoren 4. (Laten) verzorgen van de bijzondere en intensieve begeleiding door: • begeleidingsgesprekken te (laten) voeren met leerlingen die specifieke problemen hebben en hun ouders; • organisatie van een adequate begeleiding van dyslectische leerlingen • de faalangstreductietraining, sova-training en training examenvrees te organiseren 5. Levert een bijdrage aan de beleidsontwikkeling van de leerlingbegeleiding door: • ontwikkelingen op het gebied van leerlingenbegeleiding te volgen en daarover te rapporteren; • mee te werken aan de implementatie van vernieuwingen t.a.v. leerlingbegeleiding; • mede zorg te dragen voor de evaluatie en de kwaliteitszorg van de leerlingenbegeleiding. Dit betekent dat hij ook zorg draagt voor de rapportage zowel intern aan o.a. afdelingsleiders, mentoren en betrokken docenten als extern met ouders en leerlingen 100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 23 van 26
•
het management te adviseren over het beleid t.a.v. leerlingenbegeleiding.
6. Beheert het zorgbudget • De coordinator leerlingbegeleiding beslist, na overleg met betrokkenen welke leerlingen in de studiebegeleiding of andere vormen van begeleiding worden geplaatst of welke leerlingen in het zorgteam besproken worden. Speelruimte - de coordinator leerlingbegeleiding legt verantwoording af aan de daartoe aangewezen leidinggevende over het stimuleren van de leerlingen tot leren leren, het realiseren van de leerdoelen, de ontwikkeling van het curriculum en het coachen van docenten en mentoren; - de coordinator leerlingbegeleiding verricht werkzaamheden binnen onderwijs wet- en regelgeving, eindtermen en leerdoelen en beleidslijnen van de school; de coordinator leerlingbegeleiding adviseert omtrent toelating van leerlingen - de coordinator leerlingbegeleiding speelt in op de leefwereld van meerdere leeftijdsgroepen en hij begeleidt of laat leerlingen begeleiden met meervoudige ontwikkelingsproblemen en met verschillende culturele achtergronden, en hij neemt initiatieven die structureel bijdragen aan de samenwerking binnen de school en aan de samenwerking met andere onderwijsinstellingen. - De coordinator leerlingbegeleiding neemt beslissingen bij het opstellen van handelings- en begeleidingsplannen, het doorverwijzen van leerlingen naar andere instellingen en hulpverleners en het adviseren over het beleid m.b.t. leerlingenbegeleiding Kennis en vaardigheden - kennis van verschillende culturele achtergronden en vaardigheid in het omgaan met ouders en leerlingen van verschillende culturele achtergronden; - vaardigheid in het analyseren van leer-, ontwikkelings- en gedragsstoornissen; - kennis van studievaardigheden - inzicht in taak, organisatie en werkwijze van de eigen scholengemeenschap; - inzicht in en kennis van de mogelijkheden van hulpverleningsinstanties; - communicatieve vaardigheden; - invoelingsvermogen en sociale vaardigheden; - vaardigheid in het analyseren van leerproblemen; - coördinerende vaardigheden - in staat tot samenwerking - vaardigheid in het creatief omgaan met problemen Contacten - met lesondersteunend personeel en mentoren om hen aan te sturen; - met ouders bij conflicten om te onderhandelen over het behoud van de leerling voor de onderwijsinstelling en om draagvlak te creëren voor doorverwijzing; - met deskundigen en vertegenwoordigers van de maatschappelijke omgeving over leer- en opvoedingsmoeilijkheden om tot oplossingsrichtingen te komen; - met afdelingshoofden en directie om de gedelegeerde taken te evalueren en werkzaamheden bij te sturen. - Contact onderhouden met de decanen - Contact met collega’s van de andere Alliantie scholen
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 24 van 26
Bijlage 4 Taakomschrijving leerlingbegeleider Werkzaamheden: 1. coördineren externe studiebegeleiding: - maken van de lesroosters - twee wekelijks overleg over de vorderingen en afspraken met PGBeckers - verwerken van de verslagen 2. auticoach - ondersteunen en adviseren van docenten en/of mentoren - begeleiden van leerlingen 3. begeleider van zorgleerlingen en hun mentoren in de onderbouw - voeren van gesprekken met ouders van nieuwe zorgleerlingen - introductie en begeleiden van deze leerlingen op zowel cognitief als sociaal emotioneel gebied - ondersteunen mentoren van deze leerlingen o.a. met handelingswijzers - adviseren mentor en docenten van deze leerlingen plaats in team leerlingbegeleiding lid van het TLB en het ZAT rapportage aan TLB, mentor en afdelingsleider rapportage in LVS aangestuurd door CLB Contacten met: - CLB - orthopedagoog - mentoren onderbouw - afdelingsleiders onderbouw - zorgleerlingen onderbouw - ouders - leden ZAT team
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 25 van 26
Bijlage 5 Protocol dyslexie Dyslectisch is een leerling van wie de school een dyslexieverklaring heeft! Deze verklaring is onbeperkt geldig. Informatie aan docenten: Er staat een lijst van leerlingen met verlengtijd (w.o. dyslexie) op Teletop. Deze lijst is altijd up-todate. Begeleiding dyslectische leerlingen; De leerlingen uit de eerste klas worden gevolgd en zonodig begeleid door de remedial teacher. Voor alle dyslectische leerlingen is er de dyslexiecoach. Deze coach voert jaarlijks minstens twee gesprekken met de leerlingen en tussentijds staat de coach tot hun beschikking. Individuele aandacht als dat nodig mocht zijn. Deze hulp wordt gegeven in de vorm van gesprekken en/of kortdurende begeleiding door remedial teacher of coach. De orthopedagoge is aanspreekpunt voor de dyslectische leerlingen en hun ouders. Faciliteiten Voor iedere leerling wordt individueel bekeken welke faciliteiten nodig zijn. Mogelijke faciliteiten: - recht op 20% extra tijd - toetsen in vergroot lettertype - op de pc werken in de toetsweek - er zijn duidelijke afspraken gemaakt met betrekking tot spelfouten. Docenten en leerlingen zijn daarvan op de hoogte - bij examens mogen deze leerlingen werken met een Daisyspeler - mogelijkheid om met Kurzweil te werken
100709_Zorgplan Dominicus College 2010 – 2014_KRM_Versie 1 Goedgekeurd door de MR d.d. 14 juli ’10
pagina 26 van 26