Ondersteuningsplan / Zorgplan Montessori College Arnhem
Schooljaar 2013-2014
Gerda Reinten September 2013
zorgplan Montessori College Arnhem 2012-2013
1
Inhoudsopgave:
1. Inleiding 2. Beschrijving van de school 2.1 NAW 2.2 onderwijsvisie/schoolconcept 2.3 toelatingsbeleid en –criteria 2.4 protocollen van de school 3. Definitie zorgleerling 4. Ondersteuningsprofielen 5. Basisondersteuning 5.1 definitie basisondersteuning 5.2 organisatie basisondersteuning 6. Derdelijnszorg: “steun waar nodig” 6.1 Definitie “steun waar nodig” 6.2 Organisatie 3de lijnszorg: Externe begeleiding 6.3 Leerlingen met een indicatie 7. afdelingsleiders en medezeggenschapsraad 8. gewenste situatie 9. wat is er bereikt? 11.. wat willen we bereiken? 12. wanneer hebben we dat bereikt?
3 4 4 4 4 4 5 5 5 6 6 8 8 8 9 10 11 11 12 12
Bijlage 1: zorgschema Montessori College Arnhem Bijlage 2: Protocollen met betrekking tot leerlingenzorg Bijlage 3: dossiervorming Bijlage 4: implementatie doelen schooljaar 2011-2012
13 14 15 16
zorgplan Montessori College Arnhem 2012-2013
2
1. Inleiding Het Montessori College Arnhem is een havo/mavo school. De werkwijze van het Montessori College heeft als uitgangspunt het gedachtegoed van Maria Montessori. De school is gegroeid. Op dit moment bezoeken 733 leerlingen de school. In dit zorgplan staat beschreven welke zorg geboden wordt. Ook de manier waarop de zorg geboden wordt komt aan de orde. Zowel het zorgplan als het zorgverslag worden besproken en geaccordeerd in de directie en de MR.
Gerda Reinten Zorginnovator Montessori College Arnhem Sept 2013
zorgplan Montessori College Arnhem 2012-2013
3
2. Beschrijving van de school 2.1 NAW: Montessori College Arnhem Utrechtseweg 174 6812 AL Arnhem 2.2 Onderwijsvisie/schoolconcept Het Montessori College Arnhem biedt onderwijs op MAVO en HAVO niveau vanuit de onderwijsprincipes van Maria Montessori. Wanneer leerlingen de school verlaten, moeten ze beschikken over een ruime mate van zelfstandigheid, zelfkennis, zelfvertrouwen en zelfverantwoordelijkheid. “Leer me het zelf te doen” is daarbij de leidraad. Dit gebeurt in een pedagogisch klimaat dat zich kenmerkt in vrijheid krijgen, veiligheid bieden en het geven van vertrouwen en verantwoordelijkheid. De school kan deze missie alleen realiseren in nauwe samenwerking met de ouders. De school verzorgt immers naast het onderwijs ook een deel van de opvoeding. De onderbouw (leerjaren 1 en 2) werkt met vijf leergebieden: Internationale Communicatie, Mens & Maatschappij, Mens & Natuur, Kunst/Cultuur/Bewegen, wiskunde en Keuzeprogramma. In het tweede leerjaar wordt op basis van de persoonlijke ontwikkeling en de behaalde resultaten een trajectadvies uitgebracht dat de leerling toegang geeft tot 3 HAVO of 3 MAVO. Vanaf leerjaar 3 (bovenbouw) wordt gewerkt met de ‘standaardvakken’ en aan de hand van PTA’s wordt er gewerkt richting examen. 2.3 toelatingsbeleid en –criteria Alle leerlingen worden aangenomen door de aannamecommissie. Die bestaat uit de afdelingsleiders onderbouw, de zorginnovator en een lid van de administratie Aan de hand van de volgende criteria, in volgorde van belangrijkheid, zal de aannamecommissie beoordelen of een kind een behoorlijke kans op succes heeft op onze school.1 • Aanname algemeen Voor aanname in het eerste jaar is er een positief mavo/havo advies van de basisschool nodig en een citoscore van 530 of hoger. Indien er geen cito-resultaat aanwezig is zal door middel van een intelligentietest het mavo/havo niveau aangetoond moeten worden. • Aanname zorgleerlingen Voor zorgleerlingen geldt ook het bovenstaande. Leerlingen met extra zorg worden in verschillende klassen geplaatst. Op deze wijze wordt voor een zekere verdunning van zorgleerlingen gezorgd. 2.4 protocollen van de school De onderstaande opsommingen van protocollen en beleid zijn actief1 - schoolplan - aannameprocedure - leerlingstatuut - communicatieschema ouders - protocol klachten - protocol machtsmisbruik - protocol zorgteam met privacyreglement - schema meldpunt kindermishandeling - procedure en formulieren leerlingbespreking - veiligheidsplan - pestprotocol - dyslexiebeleid - dyscaluculiebeleid - verzuimbeleid
1
Zie aannamebeleid, teletop handleidingen en protocollen.
zorgplan Montessori College Arnhem 2012-2013
4
3. Definitie zorgleerling Een zorgleerling is een leerling waarbij de mentor en het team in een leerlingenbespreking problemen signaleren die de reguliere begeleiding overstijgen. 4. Ondersteuningsprofielen Het ondersteuningprofiel bestaat uit basisondersteuning, extra ondersteuning en speciaal als het moet.
Bron: Visiedocument samenwerkingsverband
5. Basisondersteuning 5.1. definitie basisondersteuning Onder basisondersteuning wordt verstaan de leerlingondersteuning die op iedere school van het samenwerkingsverband minimaal gegarandeerd is. De basisondersteuning wordt gekenmerkt door preventieve en licht curatieve interventies. Het Referentiekader Passend Onderwijs beschrijft die ‘preventieve en licht curatieve interventies als volgt: Onder preventie verstaan we de basisondersteuning voor alle leerlingen die er op is gericht om tijdig leerproblemen en opgroei- en opvoedproblemen te signaleren. Vroegtijdige signalering vereist de aanwezigheid van diagnostische expertise en kan al dan niet in samenwerking met ketenpartners worden georganiseerd. Ook de zorg voor een veilig schoolklimaat (zowel voor leerlingen als medewerkers) maakt deelt uit van de basisondersteuning. In de beschrijving van basisondersteuning worden ten minste afspraken vastgelegd over licht curatieve interventies. Deze interventies zijn structureel beschikbaar voor en/of binnen de school en moeten de continuïteit in de schoolloopbaan van een leerling ondersteunen. Voor alle genoemde interventies geldt dat een diagnose behulpzaam is voor het inzetten van handelingsgerichte aanpak, maar niet dat op basis van een diagnose een indicatie wordt afgegeven die recht geeft op extra financiering. (Bron basisondersteuning definitieve versie 130313 van het SWV)
zorgplan Montessori College Arnhem 2012-2013
5
5.2 organisatie basisondersteuning De organisatie van de basisondersteuning wordt uiteengezet aan de hand van 1e, -en 2e lijnszorg. Zie cirkeldiagram hieronder. Cirkeldiagram lijnszorg
Groen: eerste lijnszorg Geel: tweede lijnszorg Blauw: derde lijnszorg
In de organistatie van de basisondersteuning spelen de volgende actoren een rol: • De docent De docent begeleidt de leerling op zijn/haar vakgebied. De docent observeert en geeft signalen door aan de mentor via een signaalformulier2. De docent informeert en adviseert in het teamoverleg en voert de gemaakte handelingsafspraken uit. • De mentor Elke leerling heeft een mentor. Taak van de mentor is het wekelijks verzorgen van het groepsmentoruur. Onderwerpen voor dat uur zijn o.a: studievaardigheden, sociale vaardigheden en loopbaanoriëntatie. Daarnaast voert de mentor met de leerling eens in de drie weken een individueel gesprek. De mentor is de eerste contactpersoon voor de ouders of verzorgers. De mentor gebruikt de mentorkaart in Magister om de ouders of verzorgers te informeren. De mentor ontvangt van de vakleerkrachten informatie over de leerling bijvoorbeeld signaalformulieren, werkoverzichten en woordrapporten. De mentor kan voor zijn taak ondersteuning krijgen van een duomentor, zorginnovator of afdelingsleider. De mentor controleert maandelijks de absentieregistratie. • Het teamoverleg 2
Signaalformulier is een formulier dat gebruikt wordt door de docent om een probleem van een leerling aan de mentor door te geven. Deze liggen in de personeelskamer. zorgplan Montessori College Arnhem 2012-2013
6
De mentor neemt deel aan het teamoverleg. Op het teamoverleg staat standaard het punt “leerlingenbespreking”op de agenda. Het team bespreekt leerlingen met problemen en evalueert de afgesproken handelingstips. De mentor is inbrenger en casusmanager 3. De mentor gebruikt het leerlingbespreekformulier om de leerling in te brengen. • De pedagogische conciërge De pedagogische conciërge begeleidt de leerling die spijbelt, te laat komt of ziek wordt op school. Hij handelt volgens het verzuimprotocol. De pedagogische conciërge heeft gesprekken met leerlingen die de veiligheid van de school in zijn geheel in gevaar brengen; zoals drank meenemen naar school, pesten, etc. De pedagogische conciërge deelt sancties uit en deelt de verantwoordelijkheid met de mentor en afdelingsleider. • De receptie registreert de aan- en afwezigheid van de leerling en communiceert dit met de mentoren en pedagogische conciërge. Tweede lijns zorg Criteria om een leerling door te verwijzen naar tweede lijns zorg binnen school als: - uit de evaluatie vanuit het teamoverleg blijkt dat de progressie die de leerling maakt niet afdoende is. - de leerling heeft zoveel verzuim dat de leerling voldoet aan de criteria uit het verzuimbeleid om doorverwezen te worden - mentor en ouders zijn samen overeengekomen om door te verwijzen. .
• Functionarissen De school beschikt over: dyslexiefunctionarissen, faalangstreductietrainers, vertrouwenspersonen, afdelingsleiders, decanen, zorg-en studiebegeleider, lgf-mentoren, schoolverpleegkundige, schoolarts, huiswerkbegeleiders bureau Avant. Daarnaast kan de ambulante dienstverlening van het EECEE ingeschakeld worden (orthopedagogen). • Screening - Cito VAS, dyslexiekenmerken en dyscalculiekenmerken. We zoeken naar een nieuw onderzoek naar schoolresultaten, welbevinden, taakaanvaarding, inschatting capaciteiten, waarschijnlijk wordt dat de SchoolVragenLijst. De afdelingsleider onderbouw coördineert. • Ondersteunende lessen -Remedial teaching vindt plaats in de keuzecursussen Taal en Rekenen. Leerjaar 2 kan ook nog gebruik maken van de keuzecursus Wiskunde. De afdelingsleider of de mentor plaatst de leerling in een cursus. Het basisschoolrapport en de resultaten zijn daarbij leidend. -Faalangstreductietraining. De mentor bekijkt de dossiers van de aangenomen basisschoolleerlingen. Als uit het onderwijskundig rapport blijkt dat er sprake is van faalangst, krijgt de leerling een intakegesprek bij de trainer. De leerling vult daarvoor vooraf een vragenlijst in. Leerlingen die later faalangst ontwikkelen worden aangemeld via de mentor of geven zichzelf op. Middels een vragenlijst worden de kandidaten geselecteerd. -TienerYoga: leerlingen tekenen zich in op advies van de mentor of uit zichzelf. -Weerbaarheidstraining voor meisjes: idem - therapeutisch mindmappen: leerlingen geven zichzelf op. De cursussen duren 12 weken. -Bijles (bovenbouw): gegeven door een oud-docent. Opgeven gebeurt via de mentor. • Onderzoek Expertise centrum (EECEE), verricht onderzoek op aanvraag van de zorginnovator. Er kan onderzoek verricht worden naar intelligentie, persoonlijkheid, of dyslexie/dyscalculie. • De GGD schoolarts/schoolverpleegkundige -preventief: Screening lichamelijke en geestelijke zorg . De schoolverpleegkundige onderzoekt alle tweedejaarsleerlingen. -curatief: via de mentor en de zorginnovator kan de school een afspraak maken bij de schoolarts voor lichamelijke - en sociaal emotionele problemen of veelvuldig verzuim. • De ondersteuning door de pedagogisch conciërge
3
Zie bijlage 1
zorgplan Montessori College Arnhem 2012-2013
7
bij pesten, vernielingen, verzuim, ziek worden op school, sociaal emotionele instabiliteit (rouwverwerking, angst). Taak van de conciërge hierin is: de eerste opvang van de leerling verzorgen, het voeren van pedagogisch gesprek, ouders, mentor, zorginnovator en afdelingsleider informeren via Magister. De verantwoordelijkheid ligt na het gesprek bij de mentor en de afdelingsleider. Bij verzuim; zie verzuimprotocol • De vertrouwenspersoon Zowel een mannelijke als een vrouwelijke vertrouwenspersoon is aanwezig op school. De vertrouwenspersoon onderzoekt middels gesprekken of er aanleiding is om de leerling door te verwijzen. (zie protocol machtsmisbruik). De vertrouwenspersoon koppelt terug naar de mentor waar nodig. • De zorg-en studiebegeleider Begeleidt de rugzakmentoren in het maken van handelingsplannen en aanvraag van herindicatie. Zij vraagt ook een indicatie aan indien dat vanuit het ZAT wenselijk is. Zij zorgt voor de administratie van leerlingen met een indicatie zowel voor de rugzakken als de LWOO. Daarnaast is zij een steunpunt voor collegae. Criteria voor om door te verwijzen naar derdelijns zorg: Leerling heeft één of meer problemen op het gebied van: gedrag, lichamelijke gezondheid, vrijetijd, gezin, leren, schoolverzuim of ingrijpende gebeurtenis. - het teamoverleg geeft het advies voor een inbreng in het zorgadviesteam. Deze derdelijnszorg is de “steun waar nodig” voor de leerling. -
6. Derdelijnszorg: “steun waar nodig” 4 6.1 Definitie “Steun waar nodig” Voor een deel van de leerlingen is de sterke basis binnen de scholen niet voldoende om tegemoet te kunnen komen aan hun onderwijs- of ondersteuningsvraag. Voor deze groep leerlingen wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld. Eén van de onderdelen van dit OPP is een beschrijving van wat de leerling nodig heeft op de vijf velden aandacht/tijd, voorzieningen, ruimtelijke omgeving, expertise en samenwerking met partners. Deze ondersteuning kan kortdurend of langdurend zijn, binnen de school of buiten de school worden geboden. n de scholen is een permanent orgaan of vaste functionaris aanwezig, die de onderwijsbehoeften van leerlingen beoordeelt en vertaalt in een passend ondersteuningsaanbod. In situaties waar de inzet van derden (bijv. JGZ, leerplicht, SMW, etc., etc.) noodzakelijk is, is het ZAT het aangewezen orgaan om dat vast te stellen en daarbij als regisseur tussen school en externen te fungeren. (Bron basisondersteuning definitieve versie 130313 van het SWV)
6.2 Organisatie 3de lijnszorg: Externe begeleiding3 Het zorgadviesteam (ZAT) Het teamoverleg kan het advies voor een ZAT geven. Via het ZAT kunnen externe zorginstellingen ingeschakeld worden. Voor bespreking in het ZAT is de toestemming van de ouders vereist bij leerlingen onder de 16 jaar. • Vaste deelnemers ZAT Vaste deelnemers aan het ZAT zijn: de zorginnovator, de orthopedagoog van EECEE, de schoolarts, de schakelfunctionaris onderwijs van bureau jeugdzorg, de leerplichtambtenaar Arnhem, zorg- en studiebegeleider, pedagogisch conciërge, afdelingsleider en mentor. • Deelnemers op afroep zijn: ouders/verzorgers, leerling, politie, Jekk, ambulant begeleiders Rec of Visio, etc. • Procedure Het ZAT komt één maal per zes weken bij elkaar, gedurende twee en een half uur. Per keer bespreekt men ongeveer drie nieuwe leerlingen, en vijf ‘volgers’. Het ZAT voert periodiek casusoverleg en functioneert daarnaast als netwerk (tussendoor elkaar raadplegen en consultatief beschikbaar zijn voor de relevante schoolinterne betrokkenen). De deelnemers krijgen bij het casusoverleg van te voren de agenda, met naam en geboortedatum van de leerling, de casus en de notulen. • De taken van het ZAT
3
zorgplan Montessori College Arnhem 2012-2013
8
Het ZAT voert de volgende taken uit: consultatie en advies ten behoeve van de probleeminbrenger; onderling afspreken wie welke interventies uitvoert; afspreken wie welke verwijzing doet, screening/diagnostiek en wie namens de school de belangen van leerling en ouders behartigt; indicatievoorbereiding voor geïndiceerde zorg; het leveren van beleidsbijdragen ten behoeve van de interne leerlingenzorg. De indicatie voor rebound of SOS wordt in het ZAT gesteld. De aanmelding wordt schriftelijk aangeleverd, via het samenwerkingsverband door de zorginnovator. In de notulen van het ZAT worden de afspraken en de afgesproken acties vastgelegd5. Crisis: -In een crisissituaties kan de zorginnovator bij de deelnemers van het ZAT direct advies vragen zonder daarvoor een vergadering uit te schrijven. -De innovator kan dan ook gebruik maken van de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld6. Samenwerkingsverband: Het Montessori College Arnhem neemt deel in het samenwerkingsverband 13-1. Zorgleerlingen kunnen na verwijzing van het zorgadviesteam7 binnen het samenwerkingsverband gebruik maken van het SOS-project of Timeout. De zorginnovator neemt deel aan het zorgplatform en de jaarlijkse zorgconferentie van het samenwerkingsverband.
6.3. Leerlingen met een indicatie • Leerlingen met een indicatie voor leerlingengebonden financiering (LGF). Deze leerling zijn in het bezit van een indicatie cluster 1,2,3 of 4. Deze leerlingen krijgen ambulante begeleiding vanuit hun indicatiestelling. de mentor krijgt per leerling 40 taakuren toegewezen voor de begeleiding en het opstellen van handelingsplannen. Een deel van het rugzakgeld wordt gebruikt voor scholing aan het gehele team op het gebied van leer- en gedragsproblematiek. • Leerlingen met een indicatie voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO). Deze leerlingen hebben een indicatie van de regionaal verwijzingscommissie. De leerlingen hebben leer- en of sociale problematiek. De leerlingen worden ingedeeld door de afdelingsleider onderbouw voor cursussen met een remedial karakter voor taal en of rekenen. De leerling met leerwegondersteunend onderwijs mag op vrijwillige basis deelnemen aan naschoolse huiswerkbegeleiding. Tijdens deze huiswerkbegeleiding is er aandacht voor planning, organisatie en leerprocessen. • Leerlingen met dyslexie en of dyscalculie Leerlingen met dyslexie en/of dyscalculie kunnen in de onderbouw op grond van hun diagnose gebruik maken van een dyslexiekaart. Per leerling wordt door de dyslexiefunctionaris bekeken welke extra voorzieningen voor deze leerlingen nodig zijn. Een leerling met dyscalculie kan gebruik maken van vergrotingen en extra tijd. In de bovenbouw worden de wetttelijke vastgelegde maatregelen toegepast. • Leerlingen met gedragsproblemen Per leerling wordt bekeken welke gedragsproblematiek hij/zij ondervindt en welke afstemming en afspraken nodig zijn tussen school, ouders en omgeving. Voor leerlingen met sociale- en/of prestatiefaalangst is er een cursus faalangstreducitietraining. Voor leerlingen die moeite hebben met slapen of ontspannen is er een keuzecursus tieneryoga. 7. Schoolleiding en medezeggenschapsraad. • Afdelingsleiders zijn voor alle leerlingen in hun afdeling verantwoordelijk. Zij voeren gesprekken waar nodig is met mentoren en ouders.
5
Zie bijlage 1: zorgschema
6
Zie teletop onder zorg of www.meldcode.nl 7 Voor het protocol zorgadviesteam zie teletop onder zorg. zorgplan Montessori College Arnhem 2012-2013
9
• De afdelingsleider met zorg in portefeuille heeft de verantwoordelijkheid voor aansturing van de ontwikkelingen in de zorg en het doorvoeren van nieuw beleid. Deze stuurt ook de zorginnovator aan. De directeur blijft eindverantwoordelijke. • De medezeggenschapsraad beslist mee in het nieuwe ontwikkelde beleid.
zorgplan Montessori College Arnhem 2012-2013
10
8. Beschrijving gewenste situatie Zorgleerlingen behalen het voor hen relevante niveau. Docenten, mentoren, pedagogische conciërge zijn voldoende opgeleid om de zorgleerlingen te begeleiden. Tweede – en derdelijnszorg wordt op tijd ingeschakeld. Elke leerling wordt vanuit zijn behoefte begeleid. De leerlingen hebben een leerlingendossier in Magister waaraan alle betrokkenen bijdragen, leerlingen hebben een rol in begeleidingsprocessen. Er wordt voldaan aan de criteria van het streefbeeld 2013 van het samenwerkingsverband 13-1. 9. Wat is er bereikt? • Beginnende mentoren worden geschoold en gecoacht. • Voor mentoren zijn lessen ontwikkeld die zij kunnen gebruiken in de groepsmentoruren. De lessen hebben betrekking op studievaardigheden en sociale vaardigheden. • In de docentensite van Teletop is alle informatie op het gebied van leer -en gedragsproblematiek in het algemeen en lichamelijke problematiek in het bijzonder te raadplegen voor OP en OOP. • Rugzakmentoren zijn aangesteld en betrokken bij de handelingsplannen. • De studie-en zorgbegeleider stuurt de mentor van een clusterleerling aan en ziet toe op de handelingsplannen en de kwaliteit van de geboden zorg. • Er is scholing geweest op het gebied van autisme, alcohol en drugs, eetstoornissen en dyslexie. • In de onder-en bovenbouw worden periodiek leerlingenbespreking gehouden met behulp van een formulier. Het is een intervisie met evaluatie. • Het zorgadviesteam is erkend door het samenwerkingsverband 13-1. Leerlingen die besproken worden in het ZAT worden aangemeld op de digitale registratie van VIRA. Daarnaast wordt de leerling gevolgd totdat de zorg afdoende is geweest. • Er is een leerlingvolgsysteem in Magister. Cijfers, woordrapport, absenties en basisgegevens van de leerling zijn verwerkt. De mentoren werken met de mentorkaart. • Screening van alle 2e jaars vindt plaats door hulpverleningsgezondheidsdienst midden Gelderland. • De VAS toetsen van Cito worden afgenomen in leerjaar 1, 2 en 3. • Er is een verzuimprotocol. • Er is huiswerkbegeleiding voor lwoo-leerlingen en leerlingen met een clusterindicatie en er is reguliere huiswerkbegeleiding. • Leerlingbespreking is vernieuwd met formulieren • ZAT is geprofessionaliseerd met een notulist en een duidelijke voorzitter • Examenvreestraining is gerealiseerd en krijgt vervolg. • Verzuimbeleid
zorgplan Montessori College Arnhem 2012-2013
11
10. Wat willen we bereiken vanuit het zorgverslag op de korte termijn?8 1. Dyscalculie a. leerlingen met dyscalculie presteren op het goede niveau b. leerlingen ervaren adequate steun 2. a. b. c.
Dyslexie leerlingen met dyscalculie presteren op het goede niveau screening leerlingen ervaren adequate steun
3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Verzuim: leerlingverzuim wordt door de mentoren adequaat opgepakt protocol medisch handelen Trajectklas onderzoek sociaal emotioneel welbevinden observatielijsten Leerling-bespreking ondersteuningsplan 2014-2015 ondersteuningsprofiel
11. Wat willen we bereiken vanuit het zorgplan op de lange termijn?
□ er uitbreiding van aanbod op gebied van sociale vaardigheidstrainingen en antiagressietraining is gerealiseerd. □ de ondersteuningsprofielen helder zijn □ we gebruik kunnen maken van een zorgfunctionaris bijv. schoolmaatschappelijk werker/remedial teacher (zie schoolplan 2010-2014)
8
Zie aparte bijlage Zorgplan 2013-2014 Teamdoelen.
zorgplan Montessori College Arnhem 2012-2013
12
Bijlage 1: Zorgschema Montessori College Arnhem Leerling heeft een probleem
Vakdocent OOP Afdelingsleider Zorginnovator
Ouders/verz orgers
mentor
Teamoverleg - Mentor - Vakdocenten - afdelingsleider -zorginnovator
zorginnovator
ZAT: BJZ GGD leerplichtambtenaar zorginnovator orthopedagoog zorgstudiebegeleider mentor afdelingsleider ouders/verzorgers overige betrokkenen
Verslag advies
Noot: Bij vermoeden van kindermishandeling geldt de meldcode Toelichting op het schema: Leerling heeft een probleem: Vakdocent, OOP, afdelingsleider en zorginnovator leggen het signaal vast middels een signaalformulier of notitie in het logboek van Magister. Mentor: Mentor verzamelt de signalen. De mentor kan advies inwinnen bij de zorginnovator. De mentor gaat in gesprek met de leerling en ouders/verzorgers, eventueel samen met de zorginnovator en/of afdelingsleider. Mentor brengt de leerling in tijdens het teamoverleg middels een leerlingbespreekformulier. (mentor is casusmanager). Teamoverleg: In het teamoverleg vindt de leerlingbespreking plaats. De afdelingsleider maakt de agenda en zit de vergadering voor. Bij clusterleerlingen schuift de ambulant begeleider op verzoek aan. Het team kan de leerling doorverwijzen naar tweedelijnszorg of het ZAT. De notulist noteert de afspraken. Deze worden uitgevoerd door het team. De leerling komt het volgende teamoverleg op de agenda voor de evaluatie. (mentor is casusmanager). ZAT: Mentor brengt de leerling in met een casusformulier van het ZAT. De mentor nodigt de leerling en ouders uit om een mondelinge of schriftelijke toelichting te geven. De zorginnovator zit de vergadering voor. De notulist noteert de afspraken. Het ZAT bepaalt wie de casusmanager is. De leerling komt de volgende ZAT-bijeenkomst op de agenda voor de evaluatie. Verslag/advies: De casusmanager brengt het advies over op de leerling en ouders/verzorgers. De casusmanager brengt verslag uit aan de ZAT-leden en de mentor. Zorginnovator: -Is verantwoordelijk voor het functioneren van het ZAT -houdt toezicht op de gemaakte afspraken -noteert de leerlingen op de agenda voor bespreking als evaluatie
zorgplan Montessori College Arnhem 2012-2013
13
Bijlage 2: Dossiervorming 1. Dossiervorming in Magister: Administratie voert gegevens in Magister in: Naw, verwijzende school, leerlingenkenmerken, gegevens onderwijskundig rapport. De docenten voeren cijfers en woordrapportage in. Mentor voert verslag mentorgesprek in, in het logboek. Ouders kunnen hierop reageren. Pedagogische conciërge legt de afspraken die hij maakt met de leerling en ouders vast in magister. 2. Papieren dossier Het papieren dossier bevat: Inschrijfformulier en onderwijskundig rapport verwijzende school van de leerling. Ondertekenende handelingsplannen. Rapporten. De Cito Vas en Studeon rapportages Uitstuurbrieven, Ontvangen en verstuurde brieven Beschikkingen en indicaties Onderzoeksrapporten en verklaringen
zorgplan Montessori College Arnhem 2012-2013
14