Zorgplan Huygens College Amsterdam “Betrokkenheid”
Het Huygens College staat voor gelijkheid, vrijheid, veiligheid en kwaliteit waarin de leerling centraal staat.
Inhoudsopgave
Inleiding
3
Toelating tot het Huygens College
4
Algemene zorg in de school
7
Zorg in de klas
10
Individuele zorg
13
Zorgbegeleiders in de school
17
Zorgaanbod in de school
20
Specifiek zorgaanbod in samenwerking met de school
21
Extra gelden
23
Plan van aanpak 2009-2010
24
Bijlagen Groepshandelingsplan Individueel handelingsplan
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
Vanaf blz.
25
2
Inleiding Het zorgplan; kerndocument van het Huygens College Dit Zorgplan is een groeimodel. Een aantal beleidsdoelen zoals beschreven in het Veiligheidsplan en het School Ontwikkelings Plan is nog niet bereikt en dus nog in ontwikkeling. Tevens kunnen door nieuwe inzichten en opvattingen beleidsdoelen verandering- c.q. vernieuwingsprocessen ondergaan. Functies van het Zorgplan Het Zorgplan is een kwaliteitsdocument voor explicitering van het beleid van het Samenwerkingsverband 28-2. Het SWV heeft tot doel voor alle leerlingen binnen het verband een zo optimaal mogelijk onderwijsaanbod te garanderen. Het gaat hierbij om het inrichten van een zorgstructuur waarbij alle leerlingen de zorg krijgen die ze nodig hebben om een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen doorlopen. Dit doel wil het SWV bereiken, door kennis en ervaring met het begeleiden van leerlingen die extra hulp nodig hebben, met elkaar te delen. In het zorgplan wordt beschreven welke richting wenselijk is en hoe de middelen op schoolniveau worden ingezet. Daarmee fungeert het als een leidraad voor de zorgstructuur op het Huygens College en de kwaliteitscontrole ervan. Ook is het een leidraad voor de bestuursraad t.a.v. de zorgkwaliteit voor de onder hun verantwoording vallende scholen. Het Zorgplan is een planningsdocument. Ieder jaar wordt het Zorgplan aangepast c.q. geactualiseerd. Er worden nieuwe activiteiten gepland. Er wordt geëvalueerd en het plan wordt getoetst aan het fingerende beleid. Dit proces van plannen, uitvoeren, resultaten in kaart brengen en beleid bijstellen krijgt zijn neerslag in dit Zorgplan. Het Zorgplan is een controledocument voor de bereikte resultaten en heeft daardoor ook een verantwoordingsfunctie. Door jaarlijkse evaluatie van de gestelde doelen kan één en ander aangepast en gecontroleerd worden. In dit Zorgplan worden alle afspraken t.a.v. de zorgstructuur op het Huygens College schriftelijk vastgelegd. De school verplicht zich de gestelde doelen en werkwijzen, zoals is afgesproken, in het zorgteam te verwerken en op te nemen in het School Plan 2012-2016. Het wordt als verantwoordingsdocument toegezonden aan het SWV en de inspectie. Totstandkoming van het Zorgplan De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor de totstandkoming van het Zorgplan. Daartoe wordt aan het begin van het schooljaar een tijdschema vastgesteld waarin aangegeven wordt wanneer, door wie, welke acties ondernomen worden. Basis voor de totstandkoming van het Zorgplan vormen: • het geformuleerde (en eventueel bijgestelde) meerjarenbeleid • input vanuit de leerlingbegeleiders, teamleiders, lokatiedirecteur • regionale of landelijke ontwikkelingen.
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
3
Toelating tot het Huygens College Kwantitatieve en kwalitatieve normen bij toelating Het Huygens College telt 133 leerlingen voor leerjaar 1, waarvan % leerlingen LWOO geïndiceerd zijn. Verdeling leerlingenpopulatie • 47% leerlingen met een RVC – beschikking • 53% leerlingen zonder RVC – beschikking • 160 leerlingen worden er maximaal voor leerjaar 1 toegelaten Toelaatbaarheid • CITO - score vanaf 515 op advies van de basisschool, mits op taal, rekenen de achterstanden vallen binnen de criteria die het Huygens College als een school in de economische sector stelt. (De score 515 is tot stand gekomen na analyse van de schoolresultaten. ) • De criteria die het Huygens College stelt als school met de economische sector, hebben als uitgangspunt: recht doen aan de mogelijkheden van het kind. De school gaat uit van competentiegericht onderwijs. Dit impliceert onder meer: • Kunnen samenwerken • Zelfstandig kunnen werken • Een goed concentratievermogen • Een analytisch vermogen • Een sociaal emotionele ontwikkeling passend binnen de grenzen, die het Huygens College qua zorg kan bieden. • Voor leerlingen met specifieke ontwikkel-/gedragsstoornissen, beschikt het Huygens College niet over voldoende expertise. Er wordt per leerling bekeken of wij de zorg kunnen bieden die het kind nodig heeft. • Vanaf een CITO – score 523 is een leerling (mits voldaan aan bovenstaande punten) automatisch toelaatbaar. • Leerlingen met een CITO - score tot 534 zijn plaatsbaar. Er bestaat de mogelijkheid om door te stromen naar niveau 4 van het MBO Uitwerking Taal en rekenen: • Gezien de aard van de opleidingen aan het Huygens College (de economische richting met daarin opgenomen de ICT – profilering) is een minimaal niveau voor taal en rekenen vereist. Onderwijskundig rapport • het Huygens College stelt een volledig onderwijskundig rapport van de basisschool als voorwaarde • het Huygens College wenst mogelijk aanvullende gegevens Toelating met beschikking LWOO Van alle leerlingen (die voldoen aan bovenstaande criteria) met een afgegeven RVC beschikking wordt op het Huygens College toegelaten. Inschrijvingsgesprek • met alle potentiële leerlingen wordt bij de inschrijving een gesprek van 30 minuten gehouden, waarin de gestelde criteria aan de orde komen Definitieve plaatsing: • is alleen mogelijk als alle relevante papieren (bijvoorbeeld kopie paspoort, sofi - nummer enzovoort) informatie aanwezig is om daarmee tot een verantwoorde plaatsing te komen • meteen na het bekend worden van de uitslagen ontvangen de ouders en de basisschool bericht volgens de tijdsplanning van de kernprocedure. Kernprocedure 1In de Kernprocedure staan de afspraken van schoolbesturen en de gemeente Amsterdam over de overstap van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. Voor meer info http://www.amsterdam.nl/jeugd_onderwijs/schoolsoorten/voortgezet_onderwijs/een_school_voor/kernprocedur e/ Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
4
Zij-instroom Leerlingen van andere locaties dan het Huygens College kunnen geplaatst worden in leerjaar 2 óf 3. Met alle leerlingen wordt een intakegesprek gehouden waarbij de leerling zich presenteert en duidelijk maakt dat hij of zij geïnteresseerd is in de economische sector. Aan de leerlingen worden vragen gesteld over samenwerking, zelfstandig werken, huiswerk maken en hun conflictoplossend vermogen. De toeleverende school vult het schoolwisselaarsformulier in m.b.t. de leerling. Hierop staan vragen over het doubleren, het contact met de ouders en de sociale vaardigheden van de leerling. Aan de hand van de verzamelde gegevens, wordt een inschatting gemaakt van de problematiek: • heeft de leerling leerachterstanden die door het Huygens College weg te werken zijn; • kan de leerling in een groep van ongeveer 20 leerlingen functioneren of is een kleine setting noodzakelijk; • heeft de leerling intensieve zorg nodig die buiten de competentie van het Huygens College ligt; Indien het Huygens College van mening is dat de leerling de juiste vorm van onderwijs geboden kan worden, wordt de leerling geplaatst. De toeleverende school draagt zorg voor een volledig dossier. Aanscherping overstapregeling • • •
De teamleider is contactpersoon en verantwoordelijk voor de overstap van leerlingen. De contactpersoon wordt intern door meerdere personen gevoed, maar naar buiten toe verloopt de communicatie via deze persoon. De contactpersoon van de toeleverende school neemt uiterlijk in mei contact op met de andere locatie.
Vanaf 1 juni hebben de contactpersonen op een afgesproken dag en tijdstip over de over te stappen leerlingen regelmatig contact. • De definitief te plaatsen leerlingen zijn uiterlijk in de 3e week van juni bij de ontvangende locatie bekend. • De overdracht van dossiers vindt na aanmelding van de leerling. • Een leerling is definitief geplaatst ná ontvangst van een volledig dossier. Bij een onvolledig dossier blijft de aanleverende school verantwoordelijk voor de leerling. • Een leerling-dossier bestaat minimaal uit: 1. origineel inschrijfformulier met handtekening van de ouder 2. kopie paspoort ouders 3. kopie paspoort leerling 4. burger service nummer leerling 5. historisch uittreksel (indien de leerling niet in Nederland geboren is en geen Nederlands paspoort heeft) 6. aanmeldingsformulier V.O. 7. kennisgeving uitschrijving basisschool en kennisgeving inschrijving V.O. 8. SAF formulier 9. eindrapport leerjaar 1 en, indien relevant, eindrapport leerjaar 2 en indien van toepassing: 10. RVC beschikking 11. testresultaten 12. verslaglegging begeleiding binnen en buiten de school 13. overdrachtformulier, bijvoorbeeld de versie van het Huygens College Er worden alleen leerlingen geplaatst die voldoen aan de overgangscriteria van het Huygens College. Indien een leerling met de berekening 7- of lager scoort, wordt de leerling niet bevorderd naar een derde klas. •
Tot slot twee zaken die gelden voor de locatie Huygens: • Leerlingen kunnen niet op advies van de toeleverende school geplaatst worden in de ICT klas op het Huygens College. Alléén leerlingen die solliciteren en goed bevonden worden voor de ICT klas, kunnen in deze afdeling van het Huygens College geplaatst worden. • Vanaf de 3e week in mei heeft het Huygens College kennismakingsgesprekken met (toekomstige) leerlingen die instromen in leerjaar 3.
Afwijzen en doorverwijzen Leerlingen die niet voldoen aan de toelatingscriteria worden geadviseerd contact op te nemen met scholen met aparte LWOO - klassen en of naar het Speciaal Voortgezet Onderwijs, ROC op maat, Altra College enzovoort.
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
5
Doorstroom Van doorstroom is sprake wanneer de leerling in het bezit komt van een VMBO diploma. Hiervoor wordt de 2e kernprocedure toegepast. Uitstroom Van uitstroom is sprake wanneer de leerling niet in staat is om het VMBO diploma op BBL, KBL of TL-niveau te behalen aan het Huygens College binnen de toegestane periode van 5 jaar. De school biedt ondersteuning en begeleiding bij het vinden van een geschikt vervolgtraject in samenwerking met interne en externe zorgverleners, decanennetwerk ( NVS ), contacten bij het ROC van Amsterdam en ROC ASA. Kernprocedure 2 Kernprocedure 2 is in het leven geroepen om de communicatie en doorstroomprocedure VMBO-MBO te bevorderen. Er is een doorstroomcoördinator (decaan bovenbouw) aangesteld die KP2 toepast en bewaakt. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het doorstroomformulier vmbo/mbo. Voor ROC ’s buiten de regio wordt alleen, indien mogelijk, gebruik gemaakt van het doorstroomformulier.
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
6
Algemene zorg in de school Het Huygens College is gevestigd aan de 2e Constantijn Huygensstraat 31 te Amsterdam. Op de school wordt vmbo en vmbo met leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) gegeven in de theoretische, kaderberoepsgerichte en basisberoepsgerichte leerweg. Het Huygens College biedt de sector economie aan met in de bovenbouw de mogelijkheid de ICT-route te volgen. Het managementteam van de school wordt gevormd door: De heer R. H. d’ Ancona, locatiedirecteur De heer P. Schütt, teamleider onderbouw De heer F. Meijer, teamleider bovenbouw Het management team wordt ondersteund door de leerjaarcoördinatoren, deze zijn: Corinne Roep, LJC leerjaar 1 Jeroen Leonhard, LJC leerjaar 2 Patricia Bongaerts, LJC leerjaar 3 Koos Keune, LJC leerjaar 4. Bij ons op het Huygens College staan de leerlingen centraal. Om de leerlingen goed te laten functioneren, schept de school voorwaarden waardoor zij zich veilig en gerespecteerd kunnen voelen. Een goed leefklimaat is van groot belang voor de motivatie en de prestaties van de leerlingen. De basishouding van iedere docent is: voor iedereen een veilige sfeer scheppen. Dat wil zeggen voor zichzelf, voor collega’s, voor de leerlingen en voor het ondersteunend personeel. Ieder heeft binnen zijn (vak) lessen de zorg voor het leerproces van de individuele leerlingen. Hij heeft een begeleidende en signalerende taak. Dat wil zeggen dat hij oog heeft voor de leer- en gedragsproblemen van de leerlingen en dat hij hier actief mee om gaat. Om de begeleiding van de leerlingen vorm te geven, hebben alle leerlingen een kerndocent. Daarnaast zijn er collega’s met bijzondere taken op het gebied van de leerlingbegeleiding en wordt op verschillende manieren aandacht besteed aan speciale behoeften van de leerling. Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) Leerlingen die bij ons op school komen, kunnen een vmbo-diploma halen, maar hebben soms recht op extra hulp: leerwegondersteunend onderwijs (lwoo). Leerwegondersteunend onderwijs geven wij binnen heterogene kleinere klassen van maximaal 20 leerlingen, zodat we de leerlingen kunnen laten meeliften met andere niveaus. Het Huygens College heeft dus geen aparte lwoo-klassen! Geen stigmatisering. Onze ervaring is dat er meer leerlingen doorstromen naar een hoger niveau. Er wordt specifieke hulp ingezet op speciaal ingezette lesuren: Op het Huygens College worden extra uren Nederlands en Rekenen gegeven en Huiswerkbegeleiding. Van alle leerlingen wordt op individuele gronden beoordeeld op welk niveau en op welk gebied extra hulp nodig is. Verder geven wij die soorten extra hulp die de leerlingen op dat moment nodig hebben, bijvoorbeeld van een sociale vaardigheidstrainer of een faalangstreductietrainer. Voor elke leerling met een LWOO-beschikking of met een specifieke ondersteuningsbehoefte wordt structureel een handelingsplan opgesteld. Hierin staat de sociaal emotionele problematiek en hoe wij er naar streven de leerachterstanden weg te werken. Op gezette tijden worden deze doelen geëvalueerd en waar nodig bijgesteld en/of afgerond. Leerwegondersteuning kunnen we aanvragen voor toekomstig klas 1 leerlingen en leerlingen die reeds in klas 1 zitten. Absentie/verzuimbeleid Elke leerplichtige leerling moet bij een school staan ingeschreven. De ouders zijn verplicht er voor te zorgen dat hun kind de school elke schooldag bezoekt. Leerlingen zijn verplicht alle lessen en activiteiten in het kader van de school bij te wonen. Alleen om zeer uitzonderlijke redenen kunnen lessen verzuimd worden. Voor gepland verzuim (zoals vervroegd op vakantie gaan), dient ruim van te voren, het verlof te worden aangevraagd bij de lokatiemanager. Vooraf wordt het verlof beoordeeld door de verzuimcoördinator in samenspraak met de lokatie directeur. Zij geven een advies aan de locatiemanager. Bij ziekte dient de school ’ s morgens telefonisch op de hoogte te worden gesteld. Van elk verzuim moet binnen drie dagen een schriftelijke verklaring van de ouders Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
7
aan de leerjaarcoördinator gestuurd worden. Ouders kunnen desgewenst het verzuimdossier van hun kind inzien. In het kader van het Protocol Leerplicht en Verzuim, dat door alle besturen van Amsterdamse scholen is ondertekend, neemt de school passende maatregelen om het verzuim terug te dringen. Verzuim en te-laatkomen worden dagelijks geregistreerd en gecontroleerd. Iedere week krijgen de kerndocenten en de teamleiders een uitdraai van deze gegevens. Te laat betekend de volgende dag melden om 8.00. Doet de leerling dit niet dan moet het apart worden ingehaald. Per leerjaar is er een inhaalmiddag waar de betreffende leerlingen het verzuim inhalen. Zorgwekkend verzuim (dit is ongeoorloofd verzuim op drie achtereenvolgende lesweken en meer dan 1/8 van de lestijd) wordt via het Leerling Administratie Systeem van de gemeente Amsterdam aan de leerplichtambtenaar gemeld. Een veilige school Het Huygens College heeft een veiligheidcoördinator. De veiligheidcoördinator is verantwoordelijk voor het bewaken van de veiligheid in en om de school, de totstandkoming van het Veiligheidplan en contacten met externen. Ieder jaar wordt het Veiligheidplan aangepast c.q. geactualiseerd. Met ingang van het schooljaar 2006-2007 is er een veiligheidsconvenant afgesloten in samenwerking met het VIOS, het stadsdeelkantoor en de wijkpolitie/buurtregisseur. De schoolregels worden tegen het licht gehouden en, indien nodig bijgesteld en/of aangescherpt. Er zijn duidelijke procedures afgesproken ten aanzien van de schending van de regels en/of crimineel gedrag. Het contact met de buurtregisseur is geïntensiveerd. Hij/zij is oproepbaar voor het Zorg Afstemmings Team (ZAT). De incidentenregistratie wordt ingevoerd in Magister. Voor verdere informatie zie het school veiligheidsplan 2008 – 2009. Sanctiebeleid Zie schoolgids. Leerling-besprekingen Per schooljaar worden drie leerling besprekingen gepland. Cijfers worden vastgesteld en de rest van de tijd wordt besteed aan het bespreken van de leerlingen. De leerlingbegeleider spreekt dit vóór met de kerndocenten. Het accent tijdens de besprekingen wordt gelegd op het bespreken van de risicoleerlingen en de maatregelen die genomen moeten worden om de problemen te verhelpen. Deelnemers aan deze besprekingen zijn: de teamleider, de kerndocent (deze zit de vergadering voor), de vakdocenten en de leerlingbegeleider. Decaan Leerlingen moeten terwijl zij bij ons op school zitten een aantal keuzes maken. Dit zijn de keuze voor een leerweg, voor een sector en voor een vakkenpakket. Om deze keuzes te kunnen maken moet de leerling een idee krijgen wat hij of zij later kan en wil gaan doen. Leerlingen die al weten wat ze later willen worden of welke vervolgopleiding ze willen gaan doen, kunnen keuzes maken die daarbij passen. Leerlingen die nog geen idee hebben wat ze later willen, moeten zo kiezen dat ze nog alle kanten op kunnen. De decaan is degene die leerlingen kan helpen bij het maken van die keuzes. Om de juiste keuze te kunnen maken op het juiste tijdstip heeft het Huygens College een decaan. Hij/zij kan informatie geven over de verschillende mogelijkheden. Begeleidingsinstrumenten Belangrijke instrumenten bij de begeleiding van leerlingen zijn: *
Het klassenboek Iedere klas heeft een klassenboek, dat door een daartoe aangestelde leerling meegenomen wordt naar alle lessen. Voor de les geeft de leerling het boek aan de docent en na de les haalt de leerling het weer op. De docent vult in het klassenboek de absenten in en de leerlingen die te laat komen. Daarnaast wordt het huiswerk ingevuld. Het is heel belangrijk dat in het klassenboek alles vermeld wordt wat een duidelijk zicht geeft op het functioneren van leerlingen waar dit (werk)houding, inzet en gedrag betreft. Ook dient consequent vermeld te worden als huiswerk en/of spullen niet in orde zijn.
*
Het dagrapport In het kader van leerlingbegeleiding krijgt een leerling soms een dagrapport. De dagrapport is een document dat aan een leerling uitgereikt kan worden n.a.v. zijn/haar functioneren in de meest ruime betekenis van het woord. De betreffende leerling moet gedurende een week deze kaart voor iedere les aan de leraar afgeven en aan het eind van de les weer ophalen.
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
8
De leraar tekent op de dagrapport zijn bevindingen aan m.b.t. huiswerk, bij zich hebben van spullen, houding en gedrag tijdens de les, te laat komen enz. De dagrapport wordt uitgereikt onder verantwoordelijkheid van het kernteam. De dagrapport moet iedere dag ook door de ouder/verzorger ondertekend worden. Aan het eind van de week moet de dagrapport bij de kerndocent ingeleverd worden.
*
De dagrapport wordt na afloop bewaard in het dossier van de betreffende leerling. De leerlingbegeleider beheert de leerlingendossiers. Dossiervorming A) In de wet WVO spreekt men over het Gemeenschappelijk Rapport. Hierin worden alle gegevens verzameld die de toelatingscommissie nodig heeft om een leerling toe te laten. Deze gegevens zijn in te zien door de inspectie, ouders en leerlingen vanaf 16 jaar. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat het Gemeenschappelijk Rapport bewaard wordt op een plaats die uitsluitend toegankelijk is voor het bevoegd gezag en de met het onderzoek belaste functionarissen. Bij aanmelding van de leerling doet de school onderzoek naar de leerling gegevens op basis van informatie van ouders en toeleverende school (onderwijskundig rapport). De gegevens worden tot minstens vijf jaar nadat de leerling de school heeft verlaten, bewaard. De documenten of kopieën hiervan mogen niet in het Leerlingdossier bewaard worden. Inzage is alleen mogelijk met toestemming van de ouders. De zorgcoördinator beheert het Gemeenschappelijk Rapport B) De gegevens over leerlingen die in de loop van de schoolperiode verzameld worden, worden bewaard in het Leerling dossier. Dit dossier bevindt zich in de kamer van het zorgteam en is toegankelijk voor iedereen die bij het onderwijs aan de leerling betrokken is. Ouders en leerlingen boven de 16 jaar hebben inzagerecht. In het persoonsbeheer van de geautomatiseerde leerlingenadministratie wordt een aantal algemene persoonsgegevens van de leerlingen vastgelegd. Deze gegevens zijn toegankelijk voor alle personeelsleden. O.a. het logboek en het handelingsplan. Per leerling worden de resultaten vastgelegd. Ook deze zijn toegankelijk de daartoe bevoegde personen. Vier keer per jaar worden overzichten van de resultaten verstrekt aan de leerlingen (rapportage). Van leerlingen worden gegevens vastgelegd over absentie, te laat komen en niet getolereerd gedrag. Ook afschriften van brieven naar ouders/leerlingen en de reacties hierop worden bewaard. Deze gegevens zijn toegankelijk voor personeelsleden die hiermee te maken hebben in het kader van begeleiding en sancties en voor administratief personeel. Per vestiging van Huygens College zal de wijze van omgaan met het gegevensbeheer in een protocol vastgelegd worden. Alle actuele (d.w.z. van dit schooljaar) afspraken, gesprekken met ouders en leerlingen en informatie over langdurige absentie en niet getolereerd gedrag (verwijdering uit de lessen e.d.) worden bijgehouden in het geautomatiseerde Magister.
*Cijferrapportage De leerlingen van klas 1, 2 en 3 krijgen drie keer per jaar een rapport mee naar huis. Dit geeft aan wat en hoe hij /zij met resultaten is gevorderd en hoe de ontwikkelingen zijn. Deze documenten worden in kopie ook vastgelegd in Magister. Voor de vierdejaars leerlingen is er de z.g. SE-rapportage (schoolexamen rapporten). Dit geeft een overzicht van de vorderingen in het schoolexamen. Deze rapporten worden driemaal uitgereikt. Wat betreft het toetsen en beoordelen van kennis en vaardigheden: In zowel de bovenbouw als de onderbouw werken de docenten volgens het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA), waarin alle overhoringen, repetities, toetsen, praktische opdrachten en handelingsdelen zijn opgenomen. *Magister Vanaf half mei voeren alle docenten online in Magister het te laat en de absentie van alle leerlingen waaraan ze die dag lesgeven.
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
9
Zorg in de klas Leerlingbegeleiding Leerlingbegeleiding is het totaal aan activiteiten in de school die tot doel hebben de leerlingen te ondersteunen in het ontwikkelingsproces dat zij als personen doormaken. Deze is er op gericht de leerling gemotiveerd, met plezier en als gevolg daarvan met goede c.q. optimale resultaten de school te laten bezoeken. De leerling moet zich in de school veilig en op zijn gemak voelen en weten waar hij met eventuele problemen terecht kan. In de leerlingbegeleiding kunnen drie aspecten worden onderscheiden: 1. Begeleiding in het leerproces zelf: erop toezien dat de leerling zich de nodige kennis, vaardigheden en attitudes eigen maakt. 2. Begeleiding in het proces van studie- en beroepskeuze. Hierbij heeft de decaan een specifieke taak. 3. Persoonlijke begeleiding: de leerling helpen bij vragen en problemen die zijn functioneren in de school zouden kunnen belemmeren, waarbij het vooral ook gaat om de leerling inzicht te laten krijgen in de eigen persoonlijkheid en hem te helpen bij de ontwikkeling daarvan. Doelstelling Leerlingbegeleiding heeft tot doel: De leerling zo optimaal mogelijk laten functioneren binnen de schoolse setting. Dit gebeurt middels: - het bevorderen van de schoolcarrière, middels het verbeteren van de schoolresultaten - het terugdringen van verzuim - het vergroten van het sociaal-emotioneel welbevinden van de leerling De middelen: a. het ontwikkelen van een vertrouwensrelatie tussen leraar en leerling. b. het scheppen van voorwaarden om binnen onderwijskundige kaders hulp te bieden aan de leerling. c. het creëren van een basissfeer die veilig, vertrouwd en duidelijk is, waarin de leerling zich thuis kan voelen. d. duidelijk zichtbaar maken van de grenzen van het haalbare voor iedere leerling afzonderlijk. Randvoorwaarden Bovengenoemde doelstellingen kunnen voor een deel worden verwezenlijkt door : inzet en medewerking van alle betrokkenen. de organisatiestructuur duidelijk aan te geven. op verantwoorde wijze gebruik te maken van de ter beschikking staande faciliteiten. Kernuur/ Leefstijl Tijdens deze lessen wordt onder andere aandacht besteed aan: schoolregels, pesten, het krijgen van zelfvertrouwen, omgaan met elkaar, studie- en beroepskeuze en sociale vaardigheden/gedragscodes.
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
10
Kerndocent In de hierna volgende paragrafen wordt de taak en de functie van de kerndocent belicht. De kerndocent wordt aangestuurd door de teamleider van zijn/haar team. Dit gebeurt onder verantwoordelijkheid van de lokatiedirecteur. Vanaf het moment dat de leerling bij ons op school komt, heeft hij of zij een kerndocent. De kerndocent is de docent die extra aandacht besteedt aan de leerlingen uit zijn klas. De kerndocent volgt de leerresultaten en de aanwezigheid. Verder adviseert hij of zij als een leerling leerproblemen heeft of problemen met klasgenoten. De kerndocent is voor de leerling, zijn of haar ouders en de overige collega’s het eerste aanspreekpunt. Dit is het operationele niveau en qua zorg de eerste lijn. De kerndocent zal in principe de vertrouwenspersoon van de klas zijn. Enige voorwaarden om tot een vertrouwensrelatie te komen zijn: * hij zal zich voldoende op de hoogte moeten stellen van het wel en wee van de leerlingen en belangstelling tonen in hen, * hij zal de klas de gelegenheid moeten bieden hem anders te leren kennen dan uitsluitend in de rol van lesgevend leraar, * hij zal zijn klas bij voorkeur meerdere keren per week moeten treffen. De taakstelling van de kerndocent is onder meer: 1. regelmatig controle uitoefenen en waar nodig bespreken van: absenteïsme, het huiswerk maken, gedrag en schoolvorderingen, uit overleg met vakdocenten. 2. het uitvoeren van administratieve werkzaamheden, zoals : * rapporteren van leer- en gedragskenmerken. * verzorgen van woord- en cijferrapporten. * bijhouden van Magister. * nalopen van het klassenboek. 3. het bevorderen en onderhouden van overlegsituaties met leerlingen; begeleidt leerlingen op pedagogisch en sociaal gebied i.s.m. de andere collega’s zowel naar de leerling individueel toe als in klassenverband; 4. ervoor zorg dragen dat problemen die zich met de leerlingen uit de klas/leergroep voordoen, tijdig worden gesignaleerd, worden doorgegeven naar het kernteam en/of collega’s, en waar dit mogelijk is, worden opgelost. 5. indien nodig tussentijds contact opnemen met de ouders/verzorgers; contact met ouders op ouderavonden. 6. voorbereiden, uitvoeren en evalueren van de mentorlessen 7. voert twee wekelijks overleg met de leerlingbegeleiders; onderhoudt regelmatig contact met de leerlingbegeleider over te laat, verzuim, uit de les gestuurd worden, andere begeleidingsproblemen aan de hand van door de leerlingbegeleider verstrekte gegevens. 8. organiseert klassenactiviteiten in of buiten de school in overleg met de commissie activiteiten en/of LJC. 9. als een collega kerndocent voor een langere tijd uitvalt, wordt ter overbrugging de zorg voor de leerlingen overgenomen door de kerndocenten van de parallelklassen binnen een leerjaar. 10. zorgt er voor dat bij langdurige ziekte van een leerling in overleg met de leerlingbegeleider de leerling huiswerkopdrachten krijgt. 13. verzorgt de les Leefstijl en Kernuur in de onderbouw en in de bovenbouw alleen Kernuur De kerndocenten bespreken de leerprestaties en eventuele problemen van de leerlingen met elkaar in hun kernteams (collegiale consultatie). Gezamenlijk wordt gezocht naar de juiste aanpak. Door middel van tweewekelijkse kernteamvergaderingen wordt de vinger aan de pols gehouden. Indien nodig kan besloten worden een groepshandelingsplan (zie bijlage) te maken. Hierbij kan de kerndocent een beroep doen op de expertise van de leerlingbegeleider/orthopedagoog. Het tactische niveau. Ouders worden nadrukkelijk verzocht zelf contact met de school te zoeken wanneer zij dit noodzakelijk achten. De bevindingen en afspraken die uit deze contacten voortkomen worden door de kerndocent vastgelegd in het geautomatiseerde leerling begeleidingssysteem Magister. Alle docenten hebben hiervoor een opleiding gehad. De specifieke leerjaartaken van de kerndocenten Kerndocent leerjaar 1 • uitvoeren en afhandelen van de rapportage van het eerste rapport naar de basisscholen • rapportage van het overgangsrapport middels het terugkoppelformulier • voorbereiden van introductiedagen Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
11
• • •
samen met de teamleider en andere kerndocenten van het eerste leerjaar voorbereiden en uitvoeren van de kennismakingsdag t.b.v. nieuwe leerlingen verzorgen van de inschrijvingen LOB
Kerndocent leerjaar 2 • • • • • •
met de decaan / leerlingbegeleider voorbereiden van de determinatievergaderingen geven van lessen keuzebegeleiding na overleg met decaan en mede - kerndocenten van het 2e leerjaar met de decaan evalueren van de lessen keuzebegeleiding actief meewerken aan de voorbereidingen en de uitvoering van de werkweek (alleen na overleg met de directie kan hiervan afgeweken worden) een bijdrage leveren aan het LOB / PSO (Praktische Sector Oriëntatie) en bij belegde bijeenkomsten aanwezig zijn verzorgen van een tussentijdse rapportage naar de ouders
Kerndocent leerjaar 3 • •
begeleiden van en werkzaamheden t.b.v. het introductiekamp als kerndocent in gesprek met de leerling er op toezien dat de stageperiode goed verloopt en hiertoe indien nodig gesprekken voeren met de stagecoördinator
Kerndocent leerjaar 4 •
•
• • •
begeleiding examen – vervolgopleiding; voorlichting geven; niveau afsluiting en bespreken en vaststellen; CE begeleiden; keuze vervolgopleiding bespreken in samenwerking met decaan en de Teamleider bovenbouw rapportage: samen met de teamleider bovenbouw en de secretaris bespreekgevallen vaststellen, inhoud rapportage naar ouders vaststellen, kopiëren van klassenmappen deze bespreken met leerling en ouders. contact onderhouden met decaan en stagecoördinator (zover van toepassing) leerlingen steunen in de contacten naar onder meer de examencommissie en indien nodig in het belang van de leerling actieve stappen ondernemen o.a. naar de examencommissie. leerling het PTA en examenreglement uitleggen en hun kennis ervan bewaken
Huiswerkbegeleiding De school biedt de mogelijkheid om onder begeleiding van een docent huiswerk te maken. Deze huiswerkbegeleidinglessen zijn verplicht. Docenten kunnen aangeven, in welke vakken een bepaalde leerling huiswerkbegeleiding nodig heeft.
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
12
Individuele zorg De aanmelding Elk personeelslid van het Huygens College kan bij signalering van een probleem, mondeling melding doen bij de kerndocent of middels Magister. De kerndocent informeert bij / of ontvangt informatie van andere docenten of OOP érs over problemen bij leerlingen. • De kerndocent heeft een gesprek met desbetreffende leerling. • De kerndocent legt het probleem voor aan de leerlingbegeleider, in het wekelijkse overleg. De kerndocent en de leerlingbegeleider bespreken het handelingsplan en voeren dit uit. • De teamleider wordt waar nodig bij de procedure betrokken. • Er wordt een tijdspad aangegeven. De ouders en vakdocenten worden over het handelingsplan geïnformeerd. De procedure, vanaf de aanmelding tot aan het formuleren van een plan van aanpak, mag maximaal twee weken duren. In het eerstvolgende teamoverleg wordt de leerling besproken. Structuur De structuur is als volgt: a. 1e lijnsbegeleiding: de kerndocent. Bij stagnatie op het gebied van leerproblemen en/of sociaal emotionele ontwikkeling wordt de leerling door de kerndocent “ingebracht” bij het kernteam overleg. Hier wordt in goed overleg besloten of de leerling wordt doorverwezen naar de 2e lijn. b. 2e lijnsbegeleiding: In overleg met de leerlingbegeleider en zorgcoördinator wordt besloten welke interventie op welk niveau noodzakelijk/gewenst is. En er wordt gekeken hoe we de specialisten binnen de locatie, zoals leerlingbegeleider, decaan, vertrouwenspersoon, faalangstreductietrainer adequaat kunnen inzetten. Als de problemen niet op schoolniveau kunnen worden aangepakt dan wordt in overleg met leerling, ouders (verzorgers) en de zorgcoördinator/leerlingbegeleider de leerling doorverwezen naar de 3e lijn. c. 3e lijnsbegeleiding: deskundigen van buiten de locatie: jeugdarts, leerplichtambtenaar, verwijzing via BJAA(team aansluitng), buurtregisseur (politie) en SMW. Deze externe deskundigen zijn samen met de zorgcoördinator en de leerlingbegeleiders de vaste deelnemers aan het Zorg Advies Team. ( ZAT ) ad a
De 1e-lijnsbegeleiding omvat pedagogische, onderwijskundige, didactische en maatschappelijke aspecten. De kerndocent is hierin de centrale figuur. Iedere klas heeft een kerndocent, die fungeert als eerste aanspreekpunt voor leerlingen, leerkrachten, specialisten en MT. De mentor houdt zich op de hoogte van de vorderingen van zijn pupillen en onderneemt waar nodig actie, gelet op bovengenoemde uitgangspunten en doelstellingen. Er is overleg binnen de kernteamvergaderingen. In die kernteambesprekingen komt onder meer aan de orde : - het bespreken van het onderwijskundig en sociaal functioneren van de leerlingen - rapportage in cijferrapporten - zaken en problemen van organisatorische en onderwijskundige aard De taakstelling van de 1e-lijnsbegeleiding is : - vertrouwen geven, bemoedigen, motiveren - signaleren van problemen - handelen, controleren, hulpverlenen - informeren van collega’s, teamleider en ouders - bemiddelen tussen leerlingen (en/of ouders) en collega’s.
ad b
ad c
De 2e-lijnsvoorziening houdt specifieke begeleidingsactiviteiten in. De hierbij betrokken functies zijn niet gekoppeld aan die van kerndocent. Deze specialisten hebben de taak om de kerndocenten te adviseren. Daarnaast begeleiden ze de naar hen verwezen leerlingen. Verder hebben ze contacten met externe deskundigen en instellingen. In sommige gevallen wordt een leerling ook begeleid door deskundigen, die niet aan school verbonden zijn zoals de schoolartsendienst, school maatschappelijk werker en andere hulpverleners. De school kan bij het tot stand komen van deze vorm van begeleiding een bemiddelende rol spelen, in principe in overleg met de ouders en in uitzonderingsgevallen zonder overleg met ouders of verzorgers.
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
13
Organisatie en Leidingstructuur Leerlingzorg • Teamleider/portefeuille Zorg : Dhr. R. d’ Ancona • Zorgcoördinator : Mevr. F. Derraze • Leerlingbegeleider Leerjaar 1 : Amber Pompe • Leerlingbegeleider Leerjaar 2 : Dhr. Joosten • Leerlingbegeleider Leerjaar 3 : Mevr. C. Kemble • Leerlingbegeleider Leerjaar 4 : Mevr. F. Derraze • Sociale Vaardigheidstraining : Dhr. M. Jonker • Faalangstreductietraining : Mevr. F. Derraze • ART : Dhr. M. Jonker Zorgteam In het zorgteam nemen zitting: • Zorgcoördinator en leerlingbegeleiders • Op afroep: de veiligheidscoördinator Zorg Advies Team (ZAT) In het ZAT zijn de volgende medewerkers vertegenwoordigd: • Zorgcoördinator, Mevr. F. Derraze • Leerlingbegeleiders per leerjaar • Aansluitmedewerker ( BJAA), L. Steensma • Schoolarts (GGD), Mevr. S. Frazer • Leerplichtambtenaar, Mevr. B. Sankes • SMW, Dhr. K. Hersbach • Buurtregisseur, Mevr. M. Belghaus • Schoolpsycholoog, dhr. M. Jonker De organisatie van zorg omvat tevens de instelling van een zorg advies team. Deze groep komt eens per vier weken bijeen. Hierin komen zaken van meer structurele aard aan de orde en wordt in bredere kaders over begeleiding gesproken. Dank zij het feit dat hier ook externe deskundigen meedenken, worden de lijnen naar de externe hulpverlening korter. Ook tussentijds kan er onderling contact zijn; dit contact is wederkerig. Een week voor aanvang van de volgende bijeenkomst kunnen de externe leden leerlingen aanmelden voor bespreking. Deze worden dan toegevoegd aan de agenda. Specifieke zorggroepen binnen de school De specifieke zorggroepen binnen de school zijn: • leerlingen met een beschikking van de RVC-VO • risicoleerlingen aangemeld door het BAO via warme overdracht • leerlingen die positief scoren op een faalangsttest namelijk de PMTK/SSAT • leerlingen die niet indiceerbaar zijn en een duidelijke zorgbehoefte kennen welke het Huygens College kan aanbieden. Deze leerlingen moeten binnen de heterogene setting van de brugklassen kunnen functioneren. NB: Het Huygens College neemt zelf de hulpvraag ter hand op het gebied van doorverwijzing naar Transferium/Altra College Individuele handelingsplannen Het handelingsplan wordt door de Leerlingbegeleider/KD van het Huygens College opgesteld, indien nodig in samenwerking met externe deskundigen en de teamleider. De leerlingbegeleider brengt de zorgcoördinator daarvan op de hoogte. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de zorgcoördinator die tevens toeziet op een deugdelijke uitvoering ervan. De zorgcoördinator bespreekt met de portefeuillehouder Zorg de voortgang ervan. Het Huygens College maakt gebruik van een format handelingsplan (zie bijlage) om effectieve hulp aan leerlingen te verlenen. Er moeten handelingsplannen ter beschikking komen die afgestemd zijn op de specifieke situaties zoals deze voorkomen in de: • onderbouw: met name bij de leerlingen met een RVC - beschikking • bovenbouw: met name leerlingen met sociaal-emotionele problemen en gedragsproblemen. Ouders dienen vooraf in te stemmen met het opstellen van een individueel handelingsplan voor hun kind en zij hebben op verzoek recht op inzage daarvan. Bij een groepshandelingsplan worden de ouders door de leerlingbegeleider schriftelijk op de hoogte gesteld. Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
14
Specifieke problemen Het kan zijn dat een leerling bepaalde problemen heeft die het leren op school moeilijk maken. Dit kunnen problemen zijn waar hij of zij op de basisschool ook al mee te maken heeft gehad, maar ook problemen die pas merkbaar worden bij ons op school. Hieronder staat van vier problemen die regelmatig voorkomen beschreven wat ze inhouden en wat wij eraan kunnen doen. Als een leerling andere problemen blijkt te hebben, dan zullen wij deze in één van de hierboven genoemde zorgteams (i.c het kernteam en/of het ZAT) bespreken en hiervoor een oplossing proberen te vinden. 1) Dyslexie De meeste kinderen leren vrij gemakkelijk lezen en schrijven. Op een bepaald moment kunnen ze woorden die ze regelmatig zien in één keer lezen. Ook schrijven ze bijna alle woorden die ze regelmatig gebruiken in één keer goed. Er zijn kinderen die heel veel moeite hebben met lezen en schrijven. Ze vinden het bijvoorbeeld moeilijk om of te onthouden of je nu huis schrijft of hius of ze weten niet zeker of er nu drop staat of dorp. Kinderen die dit soort problemen hebben, kunnen dyslexie hebben; dyslectisch zijn. Of een kind dyslectisch is, kan worden ontdekt door ze te laten testen. In veel gevallen gebeurt dat al op de basisschool en is dus al bekend dat een leerling dyslectisch is als hij of zij bij ons op school komt. Het komt ook voor, dat wij merken dat een leerling bepaalde problemen heeft en dat wij voorstellen om hem of haar te laten testen. Het is voor ons heel belangrijk om te weten of een leerling dyslectisch is. Ten eerste omdat wij hem of haar dan beter kunnen helpen. Een leerling met dyslexie kan bijvoorbeeld extra hulp krijgen van een remedial teacher. Ook kunnen andere docenten er rekening mee houden dat een leerling dyslectisch is, bijvoorbeeld bij het opgeven van huiswerk of bij het geven van toetsen. Ten tweede is het belangrijk om te weten of een leerling dyslectisch is voor het eindexamen. Voor leerlingen met dyslexie kan bijvoorbeeld examentijdverlenging aangevraagd worden. De aanvraag voor examentijdverlenging loopt via de examensecretaris. 2) Faalangst Als leerlingen op het voortgezet onderwijs komen krijgen ze te maken met allerlei spannende situaties. Ze hebben ineens veel meer vakken waarvoor ze regelmatig toetsen moeten maken en soms ook presentaties moeten geven. Vanaf de derde klas beginnen de examens waarbij leerlingen het gevoel kunnen hebben dat hiervan nog meer afhangt dan van een gewone toets. De meeste leerlingen vinden het maken van toetsen en het geven van presentaties behoorlijk spannend, maar wennen hier in de loop van de tijd aan. Er zijn ook leerlingen die voor een toets of een presentatie niet kunnen slapen en leerlingen die ondanks dat ze zich goed hebben voorbereid ineens niets meer weten. Deze leerlingen hebben waarschijnlijk last van faalangst. Als wij vermoeden dat een leerling last van faalangst heeft, dan praten wij hierover met hem of haar en eventueel met de ouders. Wij zullen zoveel mogelijk proberen de leerlingen op hun gemak te stellen en positieve ervaringen op laten doen tijdens de faalangstreductietrainingen. 3) Sociaal onhandig Sociaal onhandig: aangeboren of (niet) geleerd? Een leerling wil graag een vriendje hebben, maar het lukt niet. Op school wordt hij gepest. Als iemand in de klas een grapje maakt, begrijpt hij niet waarom er gelachen wordt. Hij maakt grapjes waar niemand om lacht en hij lacht om dingen die niemand grappig vindt. De leerling zit er steeds naast. Hij begrijpt niet wat er in anderen omgaat en hoe hij met anderen moet omgaan. Problemen in de sociale omgang komen vaak voor bij kinderen. Meestal zijn het verstoringen die spontaan of met enige hulp verbeteren. Soms zijn het aangeboren ontwikkelingsstoornissen. We hebben het dan over contactstoornissen. Er is een aantal stoornissen dat samen het autisme spectrum vormt. De belangrijkste zijn autisme, het syndroom van Asperger en de aan autisme verwante stoornis PDD-NOS. Bij kinderen met een autistische stoornis verloopt, naast een aantal andere kenmerken, het sociale denken niet normaal. Maar ook kinderen met hechtingsproblematiek kunnen problemen in sociaal denken vertonen. De kwaliteit van de opvoedingsrelatie is belangrijk voor de kwaliteit van het sociale denken. Het Huygens College biedt kinderen die sociaal onhandig zijn sociale vaardigheidstraining aan. In een kleine groep van 6-8 kinderen worden de leerlingen begeleid door een sociale vaardigheidstrainer. In een handelingsplan worden de resultaten vastgelegd en indien nodig wordt er verder onderzoek geadviseerd aan ouders/verzorgers, dit in overleg met het Zorgteam.
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
15
4) Pesten Plagen mag wel, pesten niet. Maar wanneer is het nog plagen en wanneer wordt het pesten? Bij plagen is er sprake van incidenten. Plagen gebeurt vaak spontaan, het duurt niet lang en is onregelmatig. Bij plagen zijn de kinderen gelijk aan elkaar; er is geen machtsverhouding. De rollen liggen niet vast: de ene keer plaagt de één, de andere keer plaagt de ander. Plagen gebeurt zonder kwade bijbedoelingen en is daarom vaak leuk, plezierig en grappig. Bij plagen loopt de geplaagde geen blijvende psychische en/of fysieke schade op en is in staat zich te verweren. 'Iemand wordt getreiterd of is het mikpunt van pesterijen als hij of zij herhaaldelijk en langdurig blootstaat aan negatieve handelingen verricht door één of meerdere personen' Bij pesten is het ene kind sterker en het andere kind zwakker. Het is steeds hetzelfde kind dat wint en hetzelfde kind dat verliest. Vaak gebeurt pesten niet één keer, maar is het gepeste kind steeds weer de klos. Het sterkere kind; de pester, heeft een grotere mond en anderen kijken tegen hem of haar op. De pestkop heeft geen positieve bedoelingen; wil pijn doen, vernielen of kwetsen. Het gepeste kind voelt zich eenzaam en verdrietig, hij of zij is onzeker en bang. Pesten is van alle tijden. Pesten is niet helemaal te voorkomen, maar je kunt de kans dat het in de klas of op de school voorkomt wel minimaliseren. Zie Pestprotocol. Pesten maakt het onveilig op school. Het Huygens College wil de school veiliger maken door te praten in de klas over pesten, afspraken te maken met de klas of met de hele school over pesten: wat mag wel en wat mag niet, te praten met de pesters, te praten met ouders en pesters te straffen als ze zich niet aan de afspraken houden. Dit is vast gelegd in een pestprotocol. Daarnaast wordt er in leerjaar 1 een pestworkshop gegeven en in klas 3 komt men daar nogmaals op terug middels het project cyberpesten.
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
16
Zorgbegeleiders in de school De Zorgcoördinator De uitvoeringsgroep ziet de zorgcoördinator als de centrale persoon voor het functioneren van de zorg op school. Zorgcoördinatoren zijn functionarissen die voor hun taken opgeleid dienen te zijn: een professional derhalve. Het streven is om op langere termijn de rol van zorgcoördinator in te voeren als een herkenbare functionaris in de school met omschreven beslissingsbevoegdheid: niet meer een docent met aanvullende specifieke taken (o.a. het zelf uitvoeren van interventies), maar een functionaris met herkenbare taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Voor het uitoefenen van die functie zullen een aantal competenties en vereisten gaan gelden. Taken: • opzetten, beschrijven, doen uitvoeren en toezien op adequate zorg aan leerlingen • de uitvoering van het zorgbeleid • de coördinatie van het zorgaanbod • beschrijven zorgstructuur en ontwikkelen van voorstellen voor aanpassingen • afstemmen van het schoolzorgplan op het zorgplan van het SWV • de samenhang en afstemming van het zorgbeleid • evalueren van zorgstructuur in het algemeen en opstellen van voorstellen voor verbeteringen • bestuderen van gegevens kernprocedure en bewaken van de afspraken m.b.t. Kernprocedure I en II • voorbereiden en leiden van bijeenkomsten van zorgbreedtecommissie • conclusies trekken uit overleg in zorgbreedtecommissie • evalueren van functioneren zorgbreedtecommissie • coördineren van het opstellen van handelingsplannen en het bewaken van de uitvoering (inclusief inschakelen van derden) • starten, stoppen en altijd evalueren van voortgang van interventie • leerlingbegeleiders, kerndocenten, leerlingen en ouders informeren over voorgestelde interventies • aanmelden bij reboundvoorziening, dit in overleg met de leerlingbegeleiders • voeren van periodiek overleg met collega zorgfunctionarissen en de coördinator SWV over de inzet van 3elijns specialisten • coördineren van de inzet van de bovenschoolse voorzieningen • deelnemen aan het overleg t.a.v. de toelating en plaatsing van zorgleerlingen en zij-instromers • contacten onderhouden met de regionale jeugdhulpverlening • realiseren van bijdrage die vanuit het SWV wordt geleverd aan de verdere ontwikkeling van de gemeenschappelijke aanpak van de leerlingenzorg • verwijzen naar Transferium • de dossiervorming en handelingsplanning • de interne als externe contacten en in dit verband het aanspreekpunt • de aansturing van de Leerlingbegeleiders • de begeleiding, advisering en training van collega’s die een taak hebben op zorggebied. • deelnemen aan zorgcoördinatoren-overleg Leerlingbegeleiders De • • • •
• • • •
taken/werkzaamheden van de leerlingbegeleider zijn: mentor overstijgende taken individuele gesprekken met leerlingen, na overleg met kerndocent het analyseren van problemen en het formuleren van de hulpvraag in overleg met deskundigen het coördineren van de leerlingbegeleiding voor het betreffende leerjaar door: - het adviseren en ondersteunen van de individuele kerndocenten betreffende de leerlingbegeleiding in het tweewekelijks contact - het adviseren en ondersteunen van de individuele vakdocenten betreffende de leerlingbegeleiding bij onder andere de rapportvergadering bijhouden van leerlingengegevens door middel van het leerling-dossier en in het leerling volg systeem (Magister) bespreken van LWOO-handelingsplannen in samenspraak met orthopedagoog opstellen van LGF-handelingsplannen in samenspraak met de Kerndocent, ambulant begeleiders en ouders overleg met de leerplichtambtenaar
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
17
• • • • • • • • •
contact met de externe hulpverleners met betrekking tot individuele zorgleerlingen bijwonen van de zorgteamvergaderingen en de ZAT bijeenkomsten het doorverwijzen van zorgleerlingen naar interne en/of externe hulpverlening het terugkoppelen van de zorgbegeleiding naar teamleiders, kerndocenten overleg met de verzuim- en uitstuurcoördinator crisisinterventie met betrekking tot zorg leerlingen en ouders informeren over voorgestelde interventies starten, stoppen en evalueren van voortgang interventie jaarlijks evalueren van de zorgstructuur
Van de leerlingbegeleider wordt tevens verwacht dat er minimaal eenmaal in de twee weken een vast overleg moment is met elke kerndocent. De rapportage van deze leerlingenbespreking wordt digitaal vastgelegd op een daar voor ontwikkeld format. De leerlingbegeleider toetst of de kerndocent de afspraken is nagekomen.
Verzuimcoördinator (Vzc) De verzuimcoördinator is onder verantwoordelijkheid van de locatie directeur en portefeuillehouder Zorg, belast met de uitvoering van het verzuimprotocol: beoordeling op rechtmatigheid van verzuim door leerlingen, het ondernemen van actie bij ongeoorloofd verzuim of te laat komen en de uitvoering van registratieve en beheersmatige werkzaamheden. Werkzaamheden 1. De Vzc beoordeelt de rechtmatigheid van verzuim door leerlingen, door middel van: - Het verzamelen van gegevens over de aan- en afwezigheid van leerlingen. De Vzc verzamelt deze op diverse plekken in de school of door het uitlezen van de leerlingenadministratie; - Het vergelijken van de gegevens met die van ouders/verzorgers en/of de afdelingsleider en het interpreteren van de resultaten. 2. De Vzc onderneemt actie bij ongeoorloofd verzuim of te laat komen door: - Contact op te nemen met de ouders/verzorgers om informatie uit te wisselen; - Het informeren van de afdelingsleider indien een leerling vaak absent of te laat is, waarna de afdelingsleider bepaalt hoe te handelen en door wie; - Met de leerling de aard van de absentie na te gaan en eventueel afspraken te maken over nakomen; 3. De Vzc voert registratieve en beheersmatige werkzaamheden uit door: - Het registreren van afwezige leerlingen in de digitale leerlingadministratie - Het controleren van de aanvoer en/of invoer van gegevens door docenten. - Het tijdig en regelmatig informeren van de afdelingsleiders over de leerlingen en docenten in hun afdeling; - Het maken van verzuimoverzichten, periodiek en systematisch; - Het verzorgen van meldingen bij het digitale VerzuimLoket
Orthopedagoog De orthopedagoog heeft de volgende taken: Individuele begeleiding van leerlingen/deelnemers door: - formuleren hulpverleningsvragen en vertalen naar hulpverlenings- en handelings-plannen - voeren van gesprekken - voeren van adviesgesprekken met ouders Doorverwijzen naar externe instanties om informatie uit te wisselen over psychosociale, sociaal emotionele en leerproblemen
Begeleiden en coachen van leraren bij de toepassing van de dagelijkse lesstof en de aanpak van psychosociale problemen door: - aanreiken van instrumenten om problemen te signaleren bij leerlingen/deelnemers - ondersteunen bij contacten met externen Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
18
-
observaties tijdens de les
Verzorgen van trainingen aan groepen leerlingen/deelnemers (bijvoorbeeld sociale vaardigheidstraining en agressie regulatie training)
Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden - de psycholoog/orthopedagoog neemt beslissingen bij de individuele begeleiding van leerlingen/deelnemers, bij het toepassen van de verschillende typen onderzoeken en bij het opstellen van adviezen - de psycholoog/orthopedagoog verricht zijn werkzaamheden binnen de kaders van het vastgestelde onderwijsbeleid - de psycholoog/orthopedagoog is verantwoording schuldig aan de portefeuillehouder zorg over de kwaliteit van de gegeven adviezen, de toegepaste onderzoeken en de individuele begeleiding van leerlingen/deelnemers. De leerplichtambtenaar Krijgt zowel van het LAS als van de school een kopie van deze verzuimstaat en onderneemt op grond hiervan acties. Deze kunnen zijn: • Het oproepen van leerlingen voor een gesprek op school; • Het oproepen van ouders of verzorgers en/ of leerlingen op het stadsdeelkantoor; • Het afleggen van een huisbezoek; • Het verzenden van een waarschuwingsbrief; • Het uitschrijven van een proces-verbaal met eventueel een maatregel van hulp en steun. • Tijdens de externe zorgbreedtebesprekingen worden de ingebrachte leerlingen besproken, of indien noodzakelijk al eerder met Leerlingbegeleider De GG & GD De schoolverpleegkundige kan, op grond van de medische gegevens van de basisschool en de gegevens verkregen via de gezondheidsvragenlijst, een beeld krijgen van de leerlingen. Eventuele problemen kunnen dan aan het licht gebracht worden. De schoolverpleegkundige kan, als de noodzaak daarvoor bestaat, doorverwijzen naar de schoolarts. Bij een eventuele oproep van leerlingen wordt relevante informatie teruggekoppeld naar de zorgcoördinator. Ook kan de schoolverpleegkundige, vanuit haar medisch dossier informatie en advies geven ter verheldering van problemen. Zij kan na overleg met de ouders zelf met de leerling aan de slag gaan. De zorgcoördinator dient daarvan op de hoogte te zijn. Indien noodzakelijk kan door de schoolverpleegkundige ook een huisbezoek worden afgelegd bijvoorbeeld voor opheldering van complexe gezinssituaties. Ook kan zij de vooraanmelding doen bij RIAGG en Bureau Jeugdzorg. De medewerker van de dienst Aansluiting Deze is in dienst van Bureau Jeugdzorg en is deelnemer aan het ZAT. De • • • • • •
volgende werkzaamheden worden door de aansluitingsmedewerker uitgevoerd: aanmelding bij onderwijs-zorglijn 12-23 (naschoolse onderwijshulpverlening) vooraanmelding Bureau Jeugdzorg vooraanmelding Mentrum/Bascule het stroomlijnen van contacten tussen jeugdzorg en school deelname aan de zorgbreedte-extern van de school consult en advies
Specifieke werkzaamheden uit Basis pakket • screening van de problemen (aard en ernst) · • geven van advies aan leerlingen en ouder • geven van consultatie aan leerkrachten • hulp verlenen bij aanmelding en verwijzing naar BJA en andere instellingen • maken van indicatie voor onderwijsgerelateerde hulp, w.o. zorglijn 12-23 • intermediair naar lopende hulpverlening
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
19
SMW Elke school heeft voor minimaal 8 uur een schoolmaatschappelijk werker. De schoolmaatschappelijk werker functioneert binnen de zorgstructuur van de school. De zorgcoördinator is hierin de spil en verwijst leerlingen naar het schoolmaatschappelijk werk (SMW). De SMW’er neemt ook deel aan het Zorgadviesteam. Hij biedt consultatie en advies , ambulante hulp aan de leerlingen en hun ouders, leidt hun toe naar andere vormen van hulp en zorg en verzorgt deskundigheidsbevorderingen en trainingen. Het schoolmaatschappelijk werk wordt uitgevoerd door Spirit. De schoolmaatschappelijk werker heeft zijn werkplek binnen de school. De aanpak SMW speelt een rol in de versterking van de interne zorgstructuur van de school, zorgt voor een goede aansluiting van de geïndiceerde en de niet-geïndiceerde zorg en werkt nauw samen met de partners in school (leerplicht, GGD, BJAA en de zorgcoördinator). Naast de leerlinge richt de SMW’er zich ook op de ouders, de omgeving van de leerling en de school zelf. Hoe werkt het? De hulp wordt op maat geboden en kan dus per leerling verschillen. De hulp kan bestaan uit: • • • • • •
individuele gesprekken met de leerling themagesprekken gesprekken met ouders en huisbezoeken consult aan leerkrachten contact met andere hulpverleners verwijzing naar (vervolg)hulp
Aan het begin van elk schooljaar bekijkt de zorgcoördinator van de school, samen met leerlingbegeleiders, een lijst met alle leerlingen die in aanmerking komen voor gesprekken.
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
20
Zorgaanbod in school Naast de huiswerkbegeleidingslessen biedt het Huygens College nog meer trainingen aan. Gericht op de individuele vraag van de leerling. De faalangst reductietraining Faalangst is op het Huygens College een belangrijk aandachtspunt binnen de leerlingbegeleiding. Uit onderzoek blijkt dat één op de tien leerlingen last heeft van faalangst. Dit kunnen wij vanuit onze ervaring onderschrijven. Kinderen met faalangst bieden wij een faalangst – reductie - training aan. De training gebeurt kleine, vaste groepen van 6 tot 8 leerlingen. De selectie voor deelname vindt plaats op grond van het scoreoverzicht van de AVL (Apeldoornse Vragen Lijst) en via aanmelding van de kerndocent. Bij deze leerlingen wordt de PMTK (Prestatie Motivatie Test voor Kinderen) afgenomen. Op grond van de testuitslag wordt met alle geselecteerde leerlingen een diagnostisch gesprek gevoerd. Deelname aan de FRT is geheel vrijwillig; positieve resultaten worden niet verkregen onder dwang. Deelname is echter niet vrijblijvend. Vóór de training ondertekenen de leerlingen een leercontract en ook de regels die voor de cursus gelden worden met hen besproken. De trainer stelt een individueel handelingsplan op. Leerling, ouders, kerndocent en teamleider worden hiervan in kennis gesteld. Sociale Vaardigheidstraining Veel problemen die leerlingen in hun leven ervaren, hebben te maken met hun omgang met andere leerlingen. Men heeft -van jongs of aan- geleerd om zich op een bepaalde manier te gedragen. Het gaat hierbij om hele 'gewone', maar toch belangrijke sociale vaardigheden zoals een gesprek met iemand aangaan, een probleem kunnen bespreken, met je eigen emoties om kunnen gaan, goed op emoties van anderen kunnen reageren en voor je mening op kunnen komen. In het dagelijks leven blijkt dat dit vaak tot problemen met anderen leidt. Veel leerlingen vinden deze vaardigheden helemaal niet zo gemakkelijk of vanzelfsprekend. Leerlingen vinden het soms wel moeilijk om een praatje to beginnen, om voor hun mening op te komen of om op een goede manier te laten blijken dat ze ergens ontevreden of teleurgesteld over zijn. Voor deze leerlingen zijn de SOVA trainingen bestemd. Leerlingen die ontevreden zijn over hun sociale omgang met anderen en dit willen verbeteren. Of leerlingen die zelf niet zien dat ze sociaal onhandig zijn. Het Huygens College biedt trainingen in kleine groepje (6-8) samengesteld afhankelijk van de problematiek waar de leerling tegen aanloopt. De betreffende leerlingen worden besproken in het zorgteam en op advies ingedeeld. Een individuele training sociale vaardigheid kan de leerling ondersteunen in het verwerven van meer zelfvertrouwen. Oefenen in een veilige situatie helpt hem/haar vertrouwd te raken met 'het onbekende' en vanuit meer rust te handelen in zijn/haar dagelijkse omgeving. Agressie Regulatie Training Sommige leerlingen hebben moeite met het uiten van hun emoties op een sociaal geaccepteerde manier. Als zij in situaties komen of worden gebracht waarin de eisen die aan hen gesteld worden hun vermogens te boven gaan, kunnen ze ressorteren tot verbaal of fysiek agressief gedrag. Voor deze leerlingen is de agressie regulatie training bedoeld. In deze training leren jongeren de signalen herkennen die ze boos maken. Als ze deze signalen herkennen wordt er gewerkt aan het beheersen van hun primaire impulsen, het rustig blijven in conflicten en het bijsturen van hun gedrag. Door middel van rollenspelen, de woedethermometer, ontspanningsoefeningen en gedachtenschema’s wordt gewerkt aan het onder controle krijgen van de agressie en te komen tot een sociaal geaccepteerde manier van uiting van hun emoties. Leerlingen worden aangemeld via de leerlingbegeleiders. Brede aanpak schoolveiligheid Het Huygens College en Inkr8 Het doel van de Inkr8-aanpak is om leerlingen uit de bovenbouw zelf een centrale rol te geven in de veiligheid in en om de school om zo deze veiligheid te verbeteren. De bovenbouwleerlingen hebben hierin een eigen verantwoordelijkheid, en zij betrekken de leerlingen uit de onderbouw hierbij. Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
21
Leerlingen uit de 3e klassen zijn in het voorjaar 2011 getraind in de-escalerende sociale vaardigheden. Zij oefenen in het elkaar aanspreken op een manier die ervoor zorgt dat beide partijen het samen oplossen. Zij ervaren hoe ze de-escalerend kunnen handelen. Zij leren hun gevoelens te herkennen, onder woorden te brengen en de wens te vinden die er aan ten grondslag ligt. De meest talentvolle leerlingen kregen een aanvullende training waarin zij leerden deze vaardigheden ook aan anderen over te brengen. De leerlingen uit de 3e klassen hebben als peer-educators samen met buurtkrachten* trainingen gegeven in deze de-escalerende vaardigheden aan de onderbouwleerlingen. Zij geven het voorbeeld van het gewenste gedrag waardoor onderbouw leerlingen eerder dit gewenste gedrag zullen overnemen. Een neveneffect is dat de docenten worden ‘geassisteerd’ omdat leerlingen zelf een belangrijke rol gaan vervullen in het creëren en bespreekbaar maken van sociale veiligheid en zo ruimte krijgen voor hun eigen ontwikkeling hetgeen de kwaliteit van het onderwijs en de sociale omgang met elkaar ten goede komt. Het Huygens College wil een breed integraal meerjarig traject ontwikkelen dat én continuïteit biedt én leerlingen een centrale rol geven in de veiligheid binnen en buiten de school.
* Buurtkrachten zijn opgeleide jonge buurtbewoners die zijn opgeleid in het geven van workshops en trainingen in de-escalerende vaardigheden uit stadsdeel Nieuw-West. Buurtkrachten komen uit de buurt, staan dicht bij de leerlingen, zijn jong, hebben ervaring in het geven van de trainingen en kennen de leefwereld en problematiek van de leerlingen.
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
22
Specifiek zorgaanbod in samenwerking met de school STOP (School Time-Out Project) STOP is een aparte klas voor leerlingen die vanwege hun gedrag (tijdelijk) niet meer in hun eigen klas kunnen blijven. Gedurende maximaal drie maanden krijgen ze onderwijs en hulp. Het is voor hen een laatste kans om hun gedrag te veranderen. Als dat niet lukt, worden ze van school verwijderd. Voor wie? STOP is bedoeld voor leerlingen die door hun gedrag problemen veroorzaken op school. Omdat gesprekken op school het gedrag niet hebben veranderd, krijgen deze leerlingen via STOP een laatste kans. Hoe werkt het? In een STOP zitten leerlingen uit diverse leerjaren van verschillende scholen. Een STOP-klas heeft maximaal twaalf leerlingen. Iedere leerling heeft zijn eigen onderwijsprogramma. Naast de vaste docent heeft een STOPklas een hulpverlener, die gesprekken voert met de individuele leerlingen. De hulpverlener geeft ook trainingen in kleine groepen, bijvoorbeeld sociale vaardigheden of omgaan met boosheid. De ouders worden nadrukkelijk van de begeleiding van hun kind op het STOP betrokken. Zij kunnen, als zij dat willen, in het STOP hul bij de opvoeding krijgen. De leerling blijft ingeschreven bij de eigen school, en die school blijft dus verantwoordelijk. Het doel is dat de leerling binnen drie maanden, stap voor stap, weer terug kan naar de eigen klas. Kan dat (nog) niet, dan wordt samen met de school en de ouders een andere oplossing gezocht. Hoe komt een leerling op STOP? Als de school denkt dat STOP een oplossing voor de problemen van een leerling kan bieden, kan de school de leerling, na overleg met ouders en leerling zelf, aanmelden bij STOP. Samenwerkingsverband Het School-Time-Out-Project is een samenwerkingverband van het Voortgezet Onderwijs. Met ingang van het schooljaar 2011-2012 maakt Het Huygens College eveneens gebruik van het STOP als leerlingen op school niet te handhaven zijn en op zeer korte termijn elders moeten worden opgevangen. Het STOP is een tijdelijke uitwijkmogelijkheid voor leerlingen als hun aanwezigheid op school te grote spanningen met zich meebrengt. TRANSFERIUM Het Transferium speelt in op de behoefte van scholen om in het verlengde van de eigen leerlingenzorg te kunnen beschikken over een bovenschoolse voorziening, waar zij leerlingen kunnen aanmelden, die zij niet zelf de benodigde zorg kunnen bieden en voor wie zij (nog) geen passend alternatief weten. Het Transferium staat ook open voor ketenpartners, zoals leerplicht en justitie, die voor nog leerplichtige jongeren zonder school een mogelijkheid zoeken hen weer toe te leiden naar het onderwijs. Bovendien biedt het Transferium scholen de mogelijkheid leerlingen aan te melden voor een (relatief) korte observatie en diagnostisch programma. Dit programma richt zich op leerlingen waarbij de problematiek nog onduidelijk is. De toeleiding naar een Transferium verloopt via een onderwijsschakelloket dat onder regie staat van het voortgezet onderwijs. Dit maakt deel uit van een omvangrijker loket dat sinds september 2005 operationeel is. Hier worden risicoleerlingen tussen de 12 en 23 jaar door scholen en ketenpartners gemeld. De doelgroep van het Transferium is te verdelen in drie categorieën: • Leerlingen die van school verwijderd worden en voor wie schoolwisseling geen oplossing biedt. Hieronder vallen ook leerlingen die naar een school voor REC cluster 4 onderwijs verwezen moeten worden, hiervoor nog geen indicatie hebben, maar niet meer op school te handhaven zijn. •
Leerlingen die geen school hebben. Bijvoorbeeld leerlingen die uit detentie afkomstig zijn.
•
Leerlingen bij wie de achtergrond van de op school waargenomen problematiek om een nadere diagnose vraagt.
De leerlingen uit categorie 1 en 2 gaan niet meer terug naar de school van herkomst. Voor leerlingen waarbij terugplaatsing wel een reële optie is, is plaatsing in een School Time Out Project (STOP) mogelijk. Leerlingen uit categorie 3 gaan altijd terug naar de school van herkomst. Het Transferium is een voorziening van en voor het onderwijs, vandaar dat de regie in handen van het onderwijs ligt. Het onderwijsschakelloket plaatst een leerling en het Transferium heeft een opnameplicht. 23 Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
Altra Jeugdzorg en REC cluster 4 zijn verantwoordelijk voor de operationele kant van de Transferia. Een Transferiumteam bestaat uit docenten, jeugdhulpverleners, een maatschappelijk werker, gedragswetenschapper en een coördinator. Bureau Jeugdzorg is aan elk Transferium verbonden met een GGZ psycholoog die bevoegd is tot indicatiestelling voor jeugdzorg en het GGZ aanbod. In het Transferium werken het VO samenwerkingsverband 28.2, REC cluster 4 en de jeugdzorg nauw samen. Daarnaast zijn leerplicht en justitie belangrijke partners. Het Huygens College maakt gebruik van het Transferium. Tijdens het interne Zorg overleg wordt besproken welke leerlingen daar voor in aanmerking komen. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor het invullen van de aanvraag en de eventuele plaatsing. Hij/zij is aanwezig bij de evaluatiebesprekingen op het Transferium. ZORGLIJN 12-23 Boppi-hulp (kinderen en jongeren leren vaardigheden die nodig zijn voor betere schoolresultaten en om de situatie thuis onder controle te krijgen.) Aanmelding: via Bureau Jeugdzorg (BJAA) of via verwijzing Het Boppi is voor jongeren tussen de 10 en 18 jaar die regelmatig problemen hebben op school, thuis of met leeftijdgenootjes. Iedere aangemelde jongeren krijgt een Boppimentor. Deze mentor is er speciaal voor de jongeren om naar de problemen te luisteren en samen naar een oplossing te zoeken. Er wordt aandacht besteed aan het maken en leren van huiswerk en waar nodig worden vaardigheden aangeleerd om het schoolwerk beter te organiseren en te plannen. Er worden groepsactiviteiten georganiseerd zoals sport, koken of handvaardigheid, zodat de jongere op een goede manier om leert te gaan met leeftijdsgenoten en ruziet, leert op te lossen. Boppi-hulp is een manier van hulpverlenen die zoveel mogelijk aansluit bij de belangstelling van jongeren. Het programma is op del individuele jongere afgestemd, maar er wordt ook in groepen gewerkt waardoor jongeren leren beter met elkaar om te gaan. Onder begeleiding van een mentor oefenen de jongeren in vaardigheden die nodig zijn om op school betere resultaten te behalen en de problemen thuis onder controle te krijgen. Er wordt veel aandacht besteed aan het gedrag. Voor wie? Boppi-hulp is bedoeld voor jongeren die zijn vastgelopen of dreigen vast te lopen in hun persoonlijke en sociale ontwikkeling. Het gaat om jongeren die weinig vertrouwen in zichzelf hebben en moeite met het opbouwen en onderhouden van sociale contacten. Boppi-hulp is er niet alleen voor de jongeren zelf, maar ook voor hun ouders. Zij kunnen hulp en ondersteuning krijgen bij de opvoeding van hun kinderen. De onderwijshulpverlener kan voor de aanmelding bij Boppi zorgdragen. Het Boppi verzorgt diverse trainingen zoals huiswerkbegeleiding, sociale vaardigheid en agressie reductie trainingen.
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
24
Extra gelden Verantwoording zorggelden samenwerkingsverband Voor het Huygens College zijn GOA – gelden, Taalbeleid gelden, Brede School, Opleidingsgelden, 28.2 - en VIOS-gelden beschikbaar gesteld die o.a. worden gebruikt voor: Sociale Vaardigheidstrainingen t.b.v. leerlingen Faalangstreductietrainingen Inhuren extra uren Altra College (indien noodzakelijk) Plusuren Pestproject Zorgcoördinaat Veiligheid in en om school Veiligheidscoördinator Loverboysproject Scholing medewerkers op gebied van zorg en op veiligheid
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
25
Plan van Aanpak 2012-2013
Hieronder volgen de al in het zorgplan beschreven aandachtspunten welke gedurende het cursusjaar 2009 – 2010 door Huygens College opgepakt zullen worden. Teneinde deze aandachtspunten goed uit te kunnen voeren, zal naast het beschikbaar komen van personele faciliteiten en budget vanuit de vestiging een beroep gedaan worden op het regionaal zorgbudget van het Samenwerkingsverband. Algemeen : 1) De “communicatie structuur leerlingenzorg” wordt herzien/verbeterd structuur: 1e.2e en 3e lijn leerlingenzorg structuur: operationeel,tactisch en strategisch niveau 2) De pluslessen en huiswerkbegeleidingslessen wordt herzien/verbeterd Plus lessen: taal, rekenen, RT, SOVA, FRT, ART Huiswerkbegeleiding: vakdocent geeft individuele begeleiding in kleinere groepen 3) Uitbreiding van de trainingen in de school Agressieregulatietraining -
Klassenmanagement Loopbaanleren GGD/DMO, te zware leerling > DO-IT
4) het verzuimbeleid wordt herzien/verbeterd Docenten registreren online in Magister het te laat en de absentie Er wordt een verzuimwijzer gemaakt en verspreidt onder alle betrokken collega’s De verzuimregeling wordt opgenomen in de website van het Huygens College Leerplicht zal aan het begin van het schooljaar een preventieve klassen ronde maken om de leerlingen te informeren over de leerplicht wet Absentie-overzicht wordt zichtbaar voor ouders op de website van het Huygens College Aanscherpen afspraken handelingsplannen : Voor alle zittende leerlingen en nieuwe leerlingen met lwoo worden handelingsplannen opgesteld onderdeel van Magister SMART geformuleerd regelmatig evalueren en bijstellen Scholing/deskundigheidsbevordering : - scholing voor kerndocenten i.h.k.v. mentortraining - scholing docent in het kader van Remediërende hulp (RT) en het opzetten en uitvoeren hiervan
Bovenstaande dient geëvalueerd te worden
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
26
Handelingsplan Huygens College Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
27
Doelen L. heeft vanuit de basisschool de volgende leerachterstanden: technisch lezen 47%, begrijpend lezen 41%, spelling 27% en inzichtelijk rekenen 24%. L. is een harde werker, maar ze heeft wel veel ondersteuning nodig om tot de goede werkhouding te komen. Gezien haar niveau en het feit dat ze weinig taalbegrip heeft, zal ze uitgebreide en verlengde instructie nodig hebben. L. zal aan haar leerachterstanden werken middels extra lessen Nederlands en rekenen. Doelen:
-‐ -‐
De achterstanden van L. zijn verminderd Het taalbegrip van L. is verbeterd
Middelen
-‐ -‐ -‐
Extra lessen Nederlands en Rekenen Evt. Inzetten RT Werkhouding stimuleren middels complimenten en positieve ervaringen
Wie KD/VD: werkhouding monitoren, bespreken RT Evaluatie Volgt Bijstelling doelen:
Zorgplan 2013-2014 Huygens College Amsterdam
28