Zorgplan Willem van Oranje College Waalwijk 2013-2014
Inhoudsopgave 1
Inleiding ………………………………………………………………….. 1.1 Visie op leerlingenzorg …….…………………………………………………..
3 3
2
Waarom een zorgplan ?
4
3
Zorg in het team (niveau 1) 3.1 Begeleiding op niveau 1…….…………………………………………………. 3.1.1 Leerlingbegeleiding en persoonlijke begeleiding …………….. 3.1.2 Studiebegeleiding…………………………………………………………………. 3.1.3 Keuzebegeleiding …………………………………………………………………. 3.1.4 Jaartaakgebonden begeleiding ……………………………………………. 3.1.5 Belang van de overdracht……………………………………………………. 3.1.6 Wat te doen als de mentor ziek wordt ……………………………….
5 5 8 9 9 9 10
4
Zorgteam: overgang van niveau 1 naar niveau 2 4.1 Functies van het zorgteam …………………………..………………….. 4.2 Samenstelling zorgteam ……...………………………………………. 4.3 Werkwijze zorgteam …………………………………………………
10 11 11
5
Overgang niveau 2 naar geïndiceerde hulpverlening ………….
13
6
Leerling gebonden financiering ………………………………………. 6.1 Leerling gebonden financiering ……………………………………… 6.2 Achtergrond leerling gebonden financiering ……………………
14 14 15
7
Handelingsplannen en begeleidingsplannen in de school …. 7.1 Eisen aan het handelingsplan …………………………………………… 7.2 Wie schrijft het handelingsplan ? …………………………………………… 7.3 Werkwijze bij het schrijven van het handelingsplan …………… 7.4 Omschrijving begrippen begeleidingsplan en handelingsplan
17 17 18 18 18
8
Wat 8.1 8.2 8.3 8.4
20 20 20 20 21
……………………………………………
voor zorg kunnen we bieden in de school ? ……………… Toelatingscommissie ……………………………………………………………… Van zorgcoördinator smal naar zorgcoördinator breed ………… Gegevens van de leerling ……………………………………………………… Welke type onderwijsaanbod voor de zorgleerling? ………………
1
9
Wie doet wat binnen de zorgstructuur ? ……………………………. 22 9.1 Rol zorgcoördinator in de school …………………………………………….. 22 9.2 Taken zorgcoördinator ……………………………………………………………. 28 9.2.1 Adviserende taken………………………………………………………………….. 28 9.2.2 Verantwoordelijk voor de aanmeldingsprocedure LGF ………….. 28 9.2.3 Verantwoordelijk voor het schrijven van handelingsplannen … 28 9.2.4 Verantwoordelijk voor de aanmeldingsprocedure bij het PCL 28 9.2.5 Coördinerende taken ………………………………………………………………. 29 9.2.6 Administratieve taken …………………………………………………………….. 30 9.2.7 Professionalisering van de zorgcoördinator ……………………………. 30 9.3 Taken teamleider binnen de zorgstructuur ……………………………. 31 9.3.1 Taken teamleider in het begeleiden van mentoren ………………. 32 9.3.2 De teamleider coördineert activiteiten in het kader van leerlingbegeleiding en onderwijs …………………………………………. 32 9.4 Taken leerlingbegeleider binnen de zorgstructuur …………………. 33 9.5 Taken mentor binnen de zorgstructuur ………………………………… 36 9.5.1 Taken mentor als begeleider van een leerling met LGF ……… 36 9.6 Orthopedagoge ………………………………………………………………… 37 9.7 Schoolmaatschappelijk werk ……………………………………………… 37 9.8 Overzicht zorgstructuur Willem van Oranje College Waalwijk 37
Bijlagen Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4 5 6 7
Aanmeldingsformulier ZAT Waalwijk Voorbeeld begeleidingsplan Voorbeeld handelingsplan Voorbeeld checklist LGF begeleider Voorbeeld format LGF begeleider Voorbeeld signaleringslijst Voorbeeld ZorgVierkant SOM
2
1
Inleiding Het Willem van Oranje College is een brede scholengemeenschap voor Christelijk Voortgezet Onderwijs. Voor elke leerling heeft het Willem van Oranje College een passend aanbod van VMBO tot gymnasium. Het Willem van Oranje College kent 2 locaties: een VMBO afdeling inclusief LWOO in Wijk en Aalburg en een school voor Gymnasium, Atheneum, HAVO en VMBO in Waalwijk. Beide locaties hebben hun eigen zorgplan, omdat de verschillen in uitvoering erg groot zijn vanwege omvang en verschillen in leerlingenpopulatie. Het Willem van Oranje College wil onderwijs bieden dat het beste uit de leerling haalt. Een uitdagende leeromgeving creëren met veel afwisseling in leeractiviteiten en werkvormen. Door onderwijs op maat – via flexibele leerroutes – komen de talenten van de leerlingen optimaal tot ontplooiing. Voor u ligt het zorgplan voor het schooljaar 2013-2014. In dit document wordt het zorgbeleid vastgelegd en toegelicht. Dit zorgplan is ook een kwaliteits- een verantwoordingsdocument, waarin de doelen met betrekking tot zorg die nagestreefd worden zijn aangegeven, alsmede de activiteiten die ondernomen worden om de gestelde doelen te realiseren.
1.1. Visie op leerlingenzorg De gehele opvoeding is er opgericht om jonge mensen hun mogelijkheden en hun idealen te leren ontdekken, opdat zij een goede keuze kunnen maken voor hun levens- en beroepsinvulling. Dit geldt voor alle leerlingen binnen het Willem van Oranje College. Het Willem van Oranje College ziet de algemene leerlingenzorg als een taak voor iedere medewerker binnen zijn of haar mogelijkheden. Deze taak ligt in het verlengde van de lesgevende taak en is daarmee nauw verbonden. Daarnaast neemt de mentor een belangrijke plaats in met name de sociaal emotionele begeleiding van de leerlingen uit zijn/haar klas. Omdat de medewerkers het gedrag van een leerlingen maar voor een deel zien en kunnen beïnvloeden is samenwerking met ouders (verzorgers) van de leerlingen en maatschappelijke organisaties belangrijk. Indien leerlingen extra aandacht of voorzieningen nodig hebben om bovenstaand doel te bereiken zal de school zoveel als mogelijk hieraan tegemoet komen. Telkens zal de school de vraag moeten beantwoorden of het in staat is de specifieke leerbehoeften van de leerling te verzorgen. De verschillende vestigingen kennen namelijk hun grenzen in de breedte van het aannamebeleid en de diepgang van het zorgaanbod. Bij bijzondere zorgvragen zal een afweging gemaakt worden: kan op deze zorgvraag ingegaan worden of gaat het de deskundigheid van de medewerkers of de kracht van de organisatie te boven? 3
De antwoorden op deze vragen zijn geen absoluut gegeven, maar zijn gerelateerd aan de mate van deskundigheid van de medewerkers en de flexibiliteit van de organisatie. Dit zorgplan wordt in principe jaarlijks op initiatief van de locatiedirecteur en de zorgcoördinator van de vestiging geëvalueerd. Vanuit dit overleg worden eventueel bijstellingen geformuleerd en via de geëigende procedure geïmplementeerd. Voorzien wordt dat in verband met de ontwikkelingen rondom “Passend Onderwijs”, die de basis vormen voor de nieuwe zorgplicht wet die op 1 augustus 2014 in werking gaat treden, dit zorgplan over 1 jaar herzien dient te worden. Het Schoolzorgplan 2014/2015 is in ontwikkeling. 2
Waarom een zorgplan ? Binnen het samenwerkingsverband zijn hier afspraken over gemaakt. Iedere school is verplicht om door middel van een zorgplan de werkwijze van zorg helder te maken. In de school wordt ervaren dat de zorg voor leerlingen toeneemt. Hierin speelt de mentor een belangrijke rol. Wat kunnen we als school wel aanbieden (interne zorg), maar wanneer moeten we als school een grens stellen aan de leerlingbegeleiding. Wat is de rol is van de mentor en wat de rol is van de leerlingbegeleider en teamleider? “Een mentor heeft bepaalde kwaliteiten en kan in gesprek gaan wanneer er een vermoeden is dat er iets aan de hand is. Soms gaat het de pet te boven… Er werd dan doorverwezen naar de leerlingbegeleider of zorgcoördinator. Nu hoort een deel van deze taak bij de zorgcoördinator, een deel bij de leerlingbegeleider, een deel bij de mentor, en een deel is grijs gebied“. Doel zorgplan: o Juiste graad en loket vinden voor het zorgaanbod in de school. o Helder krijgen wie wat doet (voor ouders, voor docenten en leerlingen, leerlingbegeleiders, zorgcoördinator en directie), zodat iedereen weet wat zijn of haar taak is. Op deze wijze ontstaat er een heldere taakafbakening en kunnen we elkaar op taken aanspreken. o Zorg/leerlingbegeleiding efficiënter laten verlopen.
4
3
Zorg in het team (niveau 1) Het Willem van Oranje College is een school 3e lijn die de zorg voor leerlingen belangrijk 2e lijn vindt. Het “om de leerling heen staan” wordt zichtbaar in het type organisatie (teamorganisatie) en de invulling van de leerlingbegeleiding. De zorg voor onze leerlingen vindt voornamelijk plaats in de klas en is sterk afhankelijk van de inzet en motivatie van de mentor en de vakdocenten. Hoe beter de kwaliteit van de begeleiding van onze leerlingen op niveau 1 binnen het team, hoe kleiner de kans dat een leerling aangewezen zal zijn op begeleiding op niveau 2 of 3.
1e lijn
3.1. Begeleiding op niveau 1 De samenwerking tussen mentor en vakdocenten binnen een team is daarbij essentieel. We onderscheiden op onze school vijf soorten van begeleiding: Leerlingbegeleiding Persoonlijke begeleiding Studiebegeleiding Keuzebegeleiding Jaartaakgebonden begeleiding 3.1.1. Leerlingbegeleiding en persoonlijke begeleiding Elke leerling op het Willem kan terugvallen op een mentor en diverse vakdocenten. Het gaat hierbij om de eerste (laagdrempelige) begeleiding. Voorbeelden in de school zijn: - Gesprekken tussen mentor en leerling Mentoruur is er voor de begeleiding van de leerling. Er wordt met/over een leerling buiten het mentoruur gesproken bij: - Leerling- (en klas)besprekingen in teamtijd - Rapportvergaderingen - De ‘gesprekken’ in de wandelgang met of over een leerling - Gesprekken met ouders tijdens spreekavonden - (Kennismakings)gesprek met ouders - Informatieavonden - Telefonisch contact na signalering - Mailcontact met ouders - Etc.
5
Kijkend naar een optimaal werkende leerlingbegeleiding is dit het beeld wat op het Willem van mentor en vakdocent verwacht wordt binnen de 1e lijn. De mentor -
-
-
-
-
-
-
-
De vakdocent
bestudeert bij aanvang van het schooljaar alle beschikbare informatie over de leerling *. Deze informatie is te vinden in het leerlingendossier (kast) en in SOM. verzamelt gedurende het jaar allerlei informatie over de leerling en slaat die informatie op in SOM. is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in de klas. brengt in het mentoruur alles ter sprake dat in het belang is van de klas/de leerling bereidt leerlingbesprekingen klasbesprekingen, rapportvergaderingen voor. zal lastige of complexe kwesties rondom een leerling of klas met de teamleider/zorgcoördinato r bespreken en samen naar een oplossing zoeken maakt aan het einde van het schooljaar per leerling een overdrachtsformulier. voegt belangrijke gegevens (brieven, gemaakte afspraken, aantekeningen) toe aan het dossier van de leerling.
-
-
-
-
geeft aan de mentor door wat hij/zij signaleert qua leerprestaties en gedrag. ondersteunt de mentor in de begeleiding van de leerling/klas participeert actief bij klasbesprekingen, leerlingbesprekingen en rapportvergaderingen. draagt bij aan het uitvoeren van afspraken m.b.t. de begeleiding van een leerling.
*
Die informatie kan bestaan uit: informatie afkomstig uit contacten met ouders en leerling bij kennismaking. informatie afkomstig uit het toelatingsformulier POVO informatie uit eigen onderzoek bij de toelating. informatie uit de warme overdracht. e.d.
6
Mentor met leerlingen een LGF (leerling gebonden financiering) - Zet zich in voor de begeleiding van de leerling. - De begeleiding bestaat uit - afhankelijk van de persoonlijke situatie van de leerling – een wekelijks overlegmoment, waarbij de leerling geholpen wordt met zijn planning en/of leer- of sociaal emotionele problemen. Een mentor op het Willem: - stelt zich door regelmatige contacten met de leerling en zijn ouders de betreffende collega’s op de hoogte van de situatie thuis, gezondheid e.d. - ziet de leerling functioneren binnen de groep en speelt daar op in. - bemiddelt tussen de leerling en anderen bij conflicten. - bevordert de sfeer tussen de leerlingen d.m.v. allerlei activiteiten en bevordert een goede cohesie in de mentorklas - informeert ouders en anderen over de leerling. - staat open voor de leerling en zijn ouders/verzorgers. - stimuleert gewenst gedrag en corrigeert ongewenst gedrag.
Een vakdocent op het Willem: - ziet de leerling functioneren binnen de groep en speelt daar op in. - bemiddelt tussen de leerling en anderen bij conflicten. - bevordert de sfeer tussen de leerlingen d.m.v. allerlei les-activiteiten. - informeert indien nodig mentor, leerlingbegeleider, teamleider en ouders over de leerling. - staat open voor de leerling en zijn ouders/verzorgers. - stimuleert het leren en werken in de klas en corrigeert ongewenst gedrag.
7
3.1.2 Studiebegeleiding Kijkend naar een optimaal werkende leerlingbegeleiding is dit het beeld wat op het Willem van mentor en vakdocent verwacht wordt binnen de 1e lijn. De mentor -
-
-
-
-
-
-
-
De vakdocent
bereidt de inloopavond voor aan het begin van het schooljaar. adviseert de leerling en ouders bij het volgen van de studie heeft regelmatig gesprekken met de leerling en de ouders over de vorderingen ziet toe op het in orde zijn van de rapportage rondom de leerling nodigt ouders indien nodig uit voor 10minuten-gesprekken en geeft een totaalbeeld van de leerling informeert zo nodig tussentijds leerling en ouders over de resultaten informeert anderen indien speciale aandacht vereist is organiseert in de mentorlessen studielessen waar aandacht wordt besteed aan studievaardigheden (programma wordt afgesproken in het team)
-
-
-
-
-
8
is medeverantwoordelijk voor het resultaat van de leerling inzake zijn studie, door het geven van goed onderwijs, het maken van afspraken, etc. ondersteunt de leerling die extra hulp nodig heeft om het programma te kunnen volgen geeft zonodig belangrijke informatie inzake de leerinhoud door aan de mentor informeert ouders op 10minutengesprekken met meer gerichte informatie gerelateerd aan het vak informeert de mentor over de werkhouding van de leerling
3.1.3 Keuzebegeleiding De mentor -
-
-
De vakdocent
begeleidt in onderbouw de leerling en de ouders over het verloop van de determinatie en heeft een rol binnen het traject van determinatie zoals het tijdpad dat aangeeft begeleidt in de onderbouw de keuze van niveau, vakken, sector/profiel en/of afdeling. Begeleidt in de bovenbouw leerling en ouders bij de keuze van vervolgopleiding/ arbeidsmarkt.
- probeert zich een goed beeld van de leerling te vormen door na te gaan wat een leerling presteert en mogelijk kan presteren bij zijn vak en geeft hierover advies aan de mentor.
3.1.4 Jaartaakgebonden begeleiding De jaartaakgebonden begeleiding onderscheidt zich van de vorige doordat deze specifiek gebonden zijn aan het leerjaar waarvoor de mentor actief is. Leerjaar 1: Denk hierbij aan extra aandacht voor planning, agendagebruik, huiswerkbegeleiding, bezoeken van ouders Leerjaar 2: Denk hierbij aan extra taken rondom determinatie in het vmbo en keuze leerwegen en te kiezen vakken Leerjaar 3: Denk hierbij aan extra taken rondom determinatie in havo/vwo en keuze profielen en te kiezen vakken en aan de voorbereiding en het begeleiden van de maatschappelijke stage Leerjaar 4: Denk hierbij aan voorlichting PTA en exameninstructie. Leerjaar 4-6: Denk hierbij aan de begeleiding en eventueel advisering van een te kiezen vervolgopleiding
9
3.1.5 Het belang van overdracht Werkwijze 1. De mentor zorgt ervoor dat essentiële informatie gedurende het schooljaar in SOM of in het dossier(mentormap) van de leerling wordt geplaatst. 2. De mentor van het voorafgaande schooljaar draagt allerlei zaken over die tot doel hebben de continuïteit van de begeleiding te waarborgen. Informatie over leerlingen wordt gedurende het jaar ingevoerd in SOM. Aan het eind van het schooljaar wordt door de mentor van elke mentorleerling een eindnotitie gemaakt in SOM. 3. De nieuwe mentor zorgt in samenwerking met de leerlingbegeleider dat aan het begin van het schooljaar - doch uiterlijk 1 oktober – alle vertrouwelijke gegevens uit SOM en het dossier (mentormap) van zijn mentorgroep geïnventariseerd zijn en ingevuld staan op het daarvoor aangeleverde digitale format (‘signaleringslijst’). 4. De leerlingbegeleider en de teamleider ontvangen voor 1 oktober alle vertrouwelijke van de mentoren uit het betreffende team. 3.1.6 Wat te doen als een mentor ziek wordt ? Als de mentor een spilfunctie heeft in de leerlingbegeleiding dienen er bij ziekte of langdurig verlof maatregelen te worden genomen.
4
1.
De mentor valt uit door ziekte of bepaalde omstandigheden. Teamleider onderneemt actie en regelt via de inzet van een andere collega de invulling van het mentoraat.
2.
De mentor krijgt te maken met een leerling gebonden financiering (LGF). De mentor moet gecoacht worden in verband met het begeleiden van een leerling met leerling gebonden financiering. De zorgcoördinator zal de mentor ondersteunen (zie hoofdstuk 5). Met name leerlingen met leerling gebonden financiering REC4 (gedragsproblemen) dienen een persoon in de school te hebben waarop zij kunnen terugvallen. In veel gevallen is dat de mentor. Ook de zorgcoördinator kan deze rol vervullen. Dit gebeurt altijd in samenspraak met de ambulant begeleider. Als de mentor ziek wordt, dan zoekt de teamleider samen met de zorgcoördinator naar een passende verantwoorde oplossing, eventueel in samenspraak met ambulant begeleider.
Zorgteam: overgang van niveau 1 naar niveau 2 Als een mentor, teamleider en/of team vaststelt dat de zorg op niveau 1 ontoereikend is of extra steun behoeft, dan kan niveau 2 worden ingeschakeld (decaan, leerlingbegeleider, teamleider, zorgteam, etc.). In veel gevallen worden met name de complexe problemen neergelegd bij het zorgteam.
10
4.1
Functies van het zorgteam • • • • •
Consultatie: de inzet van de zorgteam deelnemers is erop gericht het probleemoplossend vermogen van de inbrenger te vergroten. De leerling helpen bij het onderkennen van zijn/haar probleem en het leren omgaan daarmee, dan wel het helpen oplossen ervan. Inschakelen remedial teaching, extra ondersteuning van RT-er (extern) of docent (intern). Verwijzing: wanneer de gesignaleerde problematiek vraagt om interventies buiten het zorgteam. Eindevaluatie/nazorg: afsluiten en nagaan of er een vorm van nazorg wenselijk is.
4.2
Samenstelling zorgteam Voor de leerlingen waar (ook) externe deskundigen voor ingeschakeld worden is er één keer per 6 weken een zorgteam overleg. In het zorgteam zijn de volgende mensen aanwezig: Adjunct-directeur Zorgcoördinator Leerlingbegeleiders Ambtenaar leerplicht Waalwijk. Ambtenaar leerplicht Heusden, Wijk en Aalburg ,Loon op Zand (op afroep) GGD (schoolarts) Schoolmaatschappelijk werk Wijkagent (op afroep) Orthopedagoog (op afroep) Psycholoog (op afroep)
4.3
Werkwijze zorgteam 1. De mentor meldt de leerling aan bij de leerlingbegeleider. 2. Indien nodig kan de mentor gelegenheid geven worden om de aanmelding mondeling toe te lichten. 3. De leerlingbegeleider informeert de zorgcoördinator over wat er met de leerling aan de hand is. 4. De zorgcoördinator zorgt voor de aanmelding naar het zorgteam. 5. De zorgcoördinator vult het aanmeldingsformulier zorgteam in. Hierop staan de volgende aspecten: de reden van aanmelding hulpvraag welke hulp is al geboden? wat is al bekend? B.v. sterke kanten van de leerling, het functioneren van de leerling op school, thuis en in de vrije tijd • het probleem • welke interventies zijn er binnen en buiten de school geweest • actieplan
• • • •
11
6. Het zorgteam onderzoekt: welke zorgen zijn er en wat daar mee gedaan gaat worden? 7. Als direct helder is waar de hulp vandaan moet komen, gaat een deskundige (intern) of schoolmaatschappelijk werk, leerplicht, wijkagent, schoolarts (extern) met de leerling aan de slag. 8. De deskundige informeert de zorgcoördinator. 9. Leerlingbegeleiders maken aantekeningen van wat wordt besproken voor eigen leerling en maken afspraken hoe de werkwijze wordt. 10. De leerlingbegeleider houdt bij welke leerlingen besproken zijn en maakt indien nodig een begeleidingsplan. 11. Niet altijd komt een oplossing waar een docent mee tevreden is. Door duidelijke argumentatie kan het gevoel niet gehoord te worden zoveel mogelijk worden vermeden. 12. De leerlingbegeleider houdt de mentor op de hoogte en noteert de ontwikkelingen in SOM. 13. Leerlingbegeleider/mentor dient in teamtijd leerlingen terug te koppelen. 14. De mentor informeert na overleg met de leerlingbegeleider wel/niet de ouders over de situatie en de voortgang. 15. De leerlingbegeleider informeert mentor en team over de uitkomsten en resultaten van dit overleg, tenzij anders met elkaar overeengekomen.
12
5
Overgang niveau 2 naar geïndiceerde hulpverlening: Als het zorgteam constateert: dat de geboden hulp niet volstaat dat er meerdere instanties bij betrokken zijn of dienen te worden dat geïndiceerde zorg nodig of beter is, kan de volgende stap genomen worden. Er wordt gericht interne hulp geboden of doorverwezen naar instanties. Dit betekent begeleiden naar een instantie en het loslaten van de zorg. Externe instanties: Bureau Jeugdzorg Huisarts, voor doorverwijzing naar GGZ e.d. Psycholoog of psychiater Kinderarts Psychiatrische dienst Reboundvoorziening van het samenwerkingsverband indien er sprake is van een verstoorde relatie school ↔ leerling Justitieel traject 1. SMW (schoolmaatschappelijk werk) is bedoeld voor kortdurende begeleiding. De schoolmaatschappelijk werker dient in een beperkt aantal sessies de leerling en het gezin de instrumenten te geven om verantwoord zelfstandig verder te kunnen functioneren. Deze hulpverlening dient dus zo kort en zo snel mogelijk plaats te vinden via verwijzing via zorgcoördinator en/of leerlingbegeleiders. Als binnen een redelijke tijd met een bepaalde aanpak resultaat kan worden geboekt, voltooit de schoolmaatschappelijk werker de hulp aan de leerling. In gevallen waarin de leerling binnen de school goed functioneert, ondanks de problemen in de thuissituatie, dienen de schoolmaatschappelijk werkers deze casus door te verwijzen naar het AMW (algemeen maatschappelijk werk). De meerwaarde van de schoolmaatschappelijk werker is dat er een brug kan ontstaan met het thuisfront. De schoolmaatschappelijk werker zet zijn bevindingen in het dossier van de leerling (SOM). 2. Van de kinderarts, of kinderpsychiater of psycholoog volgt vaak een verslag van bevindingen. De leerlingbegeleider of zorgcoördinator plaatst deze in het dossier (SOM). Het rapport van de GGZ gaat naar de ouders, dus de school moet hier expliciet om vragen.
13
6
Leerling gebonden financiering
6.1
Leerling gebonden financiering Financiering van leerling gebonden financiering. Leerlingen kunnen een leerling gebonden financiering ontvangen als ze een handicap hebben afgeleid van: REC 1 Visueel gehandicapt of slechthorende kinderen REC 2 Auditief gehandicapt, slechthorend of ernstige spraakstoornis REC 3 O.a. motorische (lichamelijk) gehandicapt, zeer moeilijk lerende kinderen REC 4 O.a. gedragsmatig, zeer moeilijk opvoedbare kinderen, PDD-NOS Deze leerlingen mogen met leerling gebonden financiering (LGF) plaatsnemen in ons onderwijs. Zij zijn getest en gediagnosticeerd, de problemen staan op een rijtje en de school krijgt een leerling gebonden financiering voor deze leerling. Ouders mogen ambulante begeleiding inroepen vanuit het speciaal onderwijs. Scholen uit één cluster in een regio werken samen in een Regionaal Expertise Centrum (REC). Een Regionaal Expertise Centra (REC) coördineert de ambulante begeleiding en is voor een reguliere school het eerste aanspreekpunt. Speciale scholen binnen een REC hebben ambulante begeleiders in dienst, die scholen met leerlingen met leerling gebonden financiering ondersteunen. Ook voordat deze leerlingen gediagnosticeerd zijn of op een school terecht komen, kunnen reguliere scholen een ambulante begeleider raadplegen. Op verzoek van de school komt zo iemand langs voor een oriënterend gesprek. Is een leerling met leerling gebonden financiering toegelaten, dan biedt een ambulante begeleider de school ondersteuning; frequentie is afhankelijk van de behoefte van het kind en de school. Het bedrag van de leerling gebonden financiering is leerling gebonden. Dat betekent dat de school zowel inhoudelijk (via handelingsplan) als financieel (via een kostenplaatje) moet verantwoorden wat zij voor zorg bieden. Ouders hebben het recht om beide zaken in te zien.
14
6.2
Achtergrond leerling gebonden financiering Leerling Gebonden Financiering (LGF) houdt in dat een door de Commissie voor Indicatiestelling (CvI) positief geïndiceerde leerling kan worden toegelaten tot het reguliere onderwijs. Wanneer deze leerling, ook wel rugzakleerling genoemd, vervolgens wordt ingeschreven bij DUO ontvangt de school een extra budget. Deze zogeheten leerling gebonden financiering start in de maand volgend op de aanmelding van de toewijzing van de positieve beschikking voor de school waar de leerling geplaatst is en kan besteed worden aan extra inzet personeel en leermiddelen. Uitgangspunten De financiële middelen die de school ontvangt voor leerlingen met leerling gebonden financiering, moeten op een zo efficiënt mogelijke manier worden ingezet voor extra zorg voor deze leerlingen. De zorg is gericht op het beter kunnen functioneren op school. De ingezette zorg moet van een dusdanige aard zijn dat de kosten daarvan het toegekende budget niet overschrijden. Met een heldere structuur voor de leerling gebonden financiering wordt de verantwoording richting ouders en de wetgever gewaarborgd. Procedure De zorgcoördinator die te maken krijgen met een leerling met leerlinggebonden financiering stelt in samenwerking met de ambulante begeleider van het Regionaal Expertise Centrum (REC) en in overleg met de ouders van de leerling een handelingsplan op. Een handelingsplan is een geheel van schriftelijk vastgelegde, concrete richtlijnen voor het onderwijs aan een of meer leerlingen, op basis van informatie over de specifieke pedagogische- en didactische behoefte van de leerling(en), waarmee de school bepaalde leer- en ontwikkelingsdoelen denkt te bereiken binnen een bepaald tijdsbestek. Bovendien wordt in dit handelingsplan aangegeven hoe de extra middelen worden ingezet. De eventueel in het handelingsplan genoemde middelen worden voorzien van een kostenoverzicht en de extra inzet van het personeel voorzien van aantal uren en de naam van het ingezette personeelslid. De zorgcoördinator stuurt een kopie van dit handelingsplan naar de locatiedirecteur. Het handelingsplan gaat in werking pas nadat de locatiedirecteur de handtekening heeft gezet onder het formulier waarin de inzet van middelen gespecificeerd worden. Dit vindt plaats na de formele toekenning van de leerlinggebonden financiering. De locatiedirecteur heeft daarmee de verantwoordelijkheid om te controleren of de begroting de toekenning niet overschrijdt. Tevens heeft hij de verantwoordelijkheid om wel of geen akkoord te geven op eventuele extra bekostiging van intern personeel vanuit de leerlinggebonden financiering. Hij controleert daarmee de belasting van het personeel.
15
Een vaste voet van het LGF wordt vastgesteld. Dit deel van de LGF wordt besteed aan de bekostiging van interne functionarissen en arbeid, zoals de mentor, de zorgcoördinator en aan overhead. In het budget dat bij het handelingsplan hoort, wordt gespecificeerd als gelden besteed worden bovenop de vaste voet en daarmee niet opgenomen zijn in de reguliere aanstelling van het personeelslid. In onderling overleg wordt bepaald waar de resterende gelden van de LGF-gelden aan worden uitgegeven, zoals aan bijvoorbeeld extra begeleiding en/of leermiddelen. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor het handelingsplan, de besteding van de gelden en de afstemming van de zorg rondom de leerling. Het doel van de ambulante begeleiding is om de kansen van de leerling binnen het reguliere onderwijs te vergroten. Eventuele extra bekostiging van personeelsleden wordt vastgesteld op het vooraf vastgestelde aantal uren x het normbedrag passend bij de functie van het personeelslid (LB, LC, LD of enige andere schaal van het OP of OOP). De mentor/persoonlijke begeleider van een leerling met LGF krijgt hiervoor een vergoeding. De locatiedirectie stelt deze vergoeding vast na overleg met de zorgcoördinator. Uitgegaan wordt van een vergoeding van 20 klokuren op jaarbasis. Om te voorkomen dat personeelsleden onverwacht extra belast worden, wordt voor de functionarissen zoals de zorgcoördinator gewerkt met een verrekening in de normjaartaak. Zodra de zorgcoördinator het terugmeldingsformulier van DUO ontvangt, zorgt deze ervoor dat alle gegevens op de financiële administratie (Hetty de Kwaasteniet, Ineke Brekelmans en Remi Koopman) geregistreerd worden. De gelden, die binnenkomen bij de financiële administratie worden verwerkt. De zorgcoördinator heeft hier een controlerende taak. Uitgaven worden geregistreerd met behulp van een nota’s. Deze nota wordt doorgestuurd naar de zorgcoördinator ter ondertekening. Deze ondertekent de nota’s en geeft aan ten laste van welke leerling deze nota komt. De financiële administratie zorgt voor de verdere afwikkeling van deze nota’s. Jaarlijks verzorgt de zorgcoördinator in samenwerking met de financiële administratie een verantwoording van de inzet van de LGF-gelden. Dit is gespecificeerd per leerling en bevat minimaal de volgende zaken: 1. Bedrag van toekenning 2. Geaccordeerde budget 3. Verantwoording van de uitgaven De zorgcoördinator brengt het effect van de zorg in beeld. Dit wordt gedaan door tussentijdse evaluaties waarbij de begeleiders, het team, de ouders en de leerling worden geraadpleegd. Op basis van de evaluaties kan het HP worden bijgesteld. Het bijgestelde HP wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de LD.
16
7
Handelingsplannen in de school De volgende leerlingen hebben recht op een actueel handelingsplan: leerlingen met een leerling gebonden financiering evt. zorgleerlingen via zorgteam
7.1
Eisen aan een handelingsplan Eis vanuit inspectie: handelingsplan is actueel en dient een werkdocument te zijn. De zorgcoördinator maakt een start met het beschrijven van een beginsituatie voor alle leerlingen die in klas 1 binnenkomen. Voor leerlingen met leerling gebonden financiering en leerlingen die extra zorg behoeven wordt per leerling een handelingsplan geschreven. Dit wordt jaarlijks geactualiseerd.
17
7.2
Wie schrijft het handelingsplan ? De zorgcoördinator heeft hierin een grote taak. Waar handelingsplannen geschreven moeten worden dient de zorgcoördinator de kwaliteit te bewaken. Dit betekent dat de zorgcoördinator op dit punt een schoolbrede verantwoordelijkheid heeft. De zorgcoördinator dient steeds meer samen met de mentor een handelingsplan te schrijven. De mentor reikt bouwstenen aan waarmee de zorgcoördinator een handelingsplan kan opstellen. Zowel de mentor, als de leerlingbegeleider, als de zorgcoördinator als de teamleider hebben inzage in het handelingsplan via SOM. De mentor is verantwoordelijk voor de leerling, maakt afspraken en zorgt voor de continuering. De mentor vertegenwoordigt de school als eerste aanspreekpunt richting ouders.
7.3
Werkwijze bij het schrijven bij het handelingsplan
7.4
Allereerst wordt naar de ouders het doel en de opzet van een handelingsplan uitgelegd. In dit handelingsplan staat vermeld wie wat wil en kan gaan doen. De zorgcoördinator inventariseert de problematiek van de leerling met leerling gebonden financiering en zoekt in overleg met de ouders en de leerling naar passende begeleiding, die op school of extern kan plaats vinden. De zorgcoördinator begeleidt de mentoren bij de concretisering van het handelingsplan. De werkwijze wordt overeengekomen tussen mentor en zorgcoördinator. Het door de zorgcoördinator en in samenwerking met de mentor geschreven handelingsplan sluit aan bij de in te zetten hulp die al reeds voor de leerling plaats vindt of die binnen kort opgestart gaat worden.
Omschrijving begrippen begeleidingsplan en handelingsplan Begrippen kunnen snel tot verwarring leiden. Zeker als zij op andere plaatsen op een andere wijze worden gebruikt. Vandaar dat hieronder een aantal begripsomschrijving volgen. Begeleidingsplan Het begeleidingsplan wordt op basis van een diagnose geformuleerd. Het begeleidingsplan bevat informatie over de wijze waarop docenten, mentoren en het team begeleiding verzorgen aan een zorgleerling. Deze aanwijzingen zijn gericht op het adequaat kunnen omgaan met een zorgleerling in een onderwijsleersituatie. Het begeleidingsplan bevat ondermeer: 1. Omschrijving van het probleem; 2. Didactische aanpak en of aanwijzingen; 3. Pedagogische aanpak en aanwijzingen; 4. Aanwijzingen voor communicatie met leerlingen; 5. Taakverdeling tussen team, leerlingbegeleider, mentor 18
6. Beschrijving van hulp en begeleiding die de leerling buiten het team ontvangt. Het begeleidingsplan wordt geformuleerd door de leerlingbegeleider, onder auspiciën van de zorgcoördinator. Deze krijgt daarvoor noodzakelijke gegevens aangeleverd van de zorgcoördinator en wordt daarin ondersteund. Het begeleidingsplan wordt door de teamleider getoetst op realiseerbaarheid. De leerlingbegeleider stelt het begeleidingsplan vast voor een periode die gebaseerd is op de noodzaak van de zorg. Het begeleidingsplan kan theoretisch voor de hele schoolcarrière op het Willem van Oranje College gelden. Na vaststelling van het begeleidingsplan wordt het plan uitgevoerd door de lesgevenden en mentor van de betreffende leerling. Jaarlijks wordt het begeleidingsplan door de leerling en leerlingbegeleider geëvalueerd. Handelingsplan Het handelingsplan wordt op basis van een diagnose geformuleerd. In veel gevallen komt dit voort vanuit het rapporten van externe hulpverleners. Het handelingsplan bevat de doelstelling van de ondersteuning. Het biedt informatie over de wijze waarop hulpverleners (in- en extern) hulp kunnen bieden aan de leerling met zorg. Het handelingsplan bevat daarom: 1. Doelstellingen 2. De wijze waarop de doelstellingen gerealiseerd worden 3. De beschikbare middelen 4. Aanwijzingen gericht op hulpverlening gericht op de leerling met zorg. 5. Noodzakelijke aanpassingen bij toetsen (i.v.m. rol bij examens) Het handelingsplan (voortkomende vanuit de behoefte aan leerling gebonden financiering voor de leerling), wordt op basis van het rapport geformuleerd door de zorgcoördinator. Dit, in overeenstemming met de ouders/verzorgers. Het bevoegd gezag geeft goedkeuring aan het handelingsplan, in verband met het eventueel beschikbaar stellen van middelen en de geldigheid van aanpassingen in verband met de exameneisen.
19
8
Wat voor zorg kunnen we bieden in de school ?
8.1
Toelatingscommissie Een toelatingscommissie, bestaande uit de adjunct-directeur en de teamleider van klas 1, bepaalt of een aspirant-leerling wel of niet wordt toegelaten. Wanneer een leerling wordt aangemeld voor het eerste leerjaar (of een ander leerjaar bij tussentijdse aanmelding) dan vindt het Willem van Oranje College het belangrijk dat de leerling een onderwijs aanbod kan volgen dat past bij de mogelijkheden van de individuele leerling. Daarom wil de school kunnen beschikken over onderstaande documenten/gegevens voor de toelatingscommissie besluit of en tot welk niveau een leerling wordt toegelaten. • Advies basisschool • Eventueel aanwezige testgegevens • Onderwijskundig rapport • Documenten met betrekking tot de warme overdracht van de basisschool Het doel is voor 1 mei ouders te informeren over de definitieve plaatsing.
8.2
Van zorgcoördinator smal naar zorgcoördinator breed De zorgcoördinator geeft gestalte aan de zorgstructuur. Hij heeft de taak om dat voor alle leerlingen te doen die zorg nodig hebben. De zorgcoördinator reguleert en stimuleert (wel/niet teamgebonden) de zorg. De zorgcoördinator bepaalt (doordat hij over het totale beeld beschikt) of de zorgvraag de ‘school overtreft’ waardoor een ‘halt toeroepen’ niet alleen op gevoel, maar ook op feiten is gebaseerd.
8.3
Gegevens van de leerling Dankzij het kwadrantmodel in SOM kan in één oogopslag de gegevens van een leerling opgehaald worden. Beschikbare gegevens van de leerling: - Via mentor/docenten die de leerling bespreken in teamtijd (voordat er een aanmelding bij zorgteam plaatsvindt). - Via de mentor die aangeeft wat er in het dossier aanwezig is en wat samenhangt met het probleem (kennis van dossier is noodzakelijk). - Gegevens van onderzoeken afkomstig van voorgaande school (scholen) - Gegevens van de ouder(s)
20
8.4
Welke type onderwijsaanbod voor de zorgleerling? Regulier onderwijsaanbod (I)
Aanpassingen van het onderwijsaanbod (II)
Aanvullingen op het onderwijsaanbod (III)
Niet schoolse maatregelen (IV)
(I)Regulier onderwijsaanbod Dit is het terrein waarop het team functioneert. Hier vindt het onderwijs plaats. Dagelijks zijn er leerlingen die het leren van zichzelf of andere belemmeren. Vaak kunnen deze problemen door de docent/mentor/teamleider worden opgelost. De leerlingbegeleider kan adviseren. Als het hier structureel niet goed “loopt”, dient dit eerst aangepakt te worden. (II)Aanpassingen van het onderwijsaanbod Dit is het terrein waarop de leerlingbegeleider functioneert. Voor sommige leerlingen zijn aanpassingen nodig. De leerlingbegeleider geeft via een begeleidingsplan aan, waar aanpassingen noodzakelijk zijn. (III) Aanvullingen op het onderwijsaanbod Dit is het terrein waarop de school aanvullingen organiseert. Te denken valt aan remedial teaching binnen de school, of een voorziening voor huiswerkbegeleiding. RT-ers zijn bij ons op de locatie niet werkzaam. Ouders worden ondersteund in het vinden van een passende RT-er. Ook de reboundvoorziening past in dit veld. (IV) Niet schoolse maatregelen Hierbij kan gedacht worden aan opname bij GGZ of zorginstelling of maatregelen die de thuissituatie betreffen, zoals uithuisplaatsing. Streven: Het streven is om de zorgstructuur zo in te richten dat binnen veld (I), het gewone onderwijsgebeuren, ondersteuning wordt ervaren.
21
9
Wie doet wat binnen de zorgstructuur ?
9.1
Rol zorgcoördinator in de school
Competentieprofiel en functieomschrijving voor zorgcoördinatoren in het V0. Het competentieprofiel en de functieomschrijving onderscheidt vijf competenties, elk met eigen taken, kennis en vaardigheden. ledere zorgcoördinator moet tenminste beschikken over de competenties A (competent in zelfreflectie en ontwikkeling) en B (competent in beheren en organiseren). Via competentie C (competent in managen), D (competent in coachen)en E (competent in innoveren en leiding geven) is er professionele groei voor de zorgcoördinator mogelijk en inzichtelijk. Het competentieprofiel en de functieomschrijving is geschreven met toekomstige ontwikkelingen (o.a. Passend Onderwijs) in het achterhoofd. Leidende gedachte is dat investeren in een efficiënte en effectieve organisatie van de zorgstructuur, vroegsignalering en tijdige integrale aanpak bevordert en daardoor duurdere specialistische (onderwijs) zorg helpt voorkomen.
22
A
Competent in zelfreflectie en ontwikkeling
Om te voldoen aan de bekwaamheidseis van deze competentie moet de zorgcoördinator: 1)
Kunnen: evalueren van eigen functioneren en aanpassen waar nodig; planmatig ontwikkelen en indien nodig zich scholen; ontwikkelingen in de onderwijszorg toetsen op relevantie voor de eigen school en ze toevoegen aan het handelingsrepertoire.
2) Kennen: de eigen competenties en de landelijke beroepsstandaard; informatiebronnen die haar op de hoogte houden van de ontwikkelingen in onderwijszorg en scholingsmogelijkheden; voldoende psychologische kennis en professionele distantie om eigen gedrag te analyseren; de competenties van leerkrachten, het management en de actuele ontwikkelingen in onderwijszorg. 3)
Uitvoeren: kijkt terug op eigen handelen, beoordeelt dit en stuurt dit bij; werkt op een planmatige manier aan de eigen ontwikkeling; gaat effectief om met weerstanden en motivatie; inspireert en activeert.
B
Competent in beheren en organiseren
Om te voldoen aan de bekwaamheidseis van deze competentie moet de zorgcoördinator: 1) Kunnen: selecteren, logisch sorteren en indelen van data en middelen; organiseren van een overzichtelijke opslag en het voeren van een heldere administratie; het up-to-date houden van systemen; vorm geven aan papieren en digitale systemen; beheren van de financiële administratie ten aanzien van zorggelden; zorgen voor de logistieke afstemming tussen mensen en middelen; zorgen dat betrokkenen (ouders en personeel) op de hoogte zijn van afspraken, regels, procedures en protocollen van het onderwijs- en zorgsysteem. 2)
Kennen: de wijze waarop logische, overzichtelijke systemen in elkaar steken; de 'harde' en digitale opslagmogelijkheden; de 'harde' en digitale uitwisselingsmogelijkheden; de effectieve administratieve verwerkingsmogelijkheden; de school- en omgevingskenmerken; het functioneren van de schoolorganisatie en het onderwijs- en zorgsysteem. 23
3) Uitvoeren: opstellen van het zorgjaarplan; monitoren en evalueren van de uitvoering van het zorgbeleidsplan; opstellen en bewaken van de zorgstructuur binnen de school; bewaken van interne en externe zorgprocedures; opstellen van de paragrafen over zorg in promotiemateriaal en schoolgids; informeren van de werkvloer op gebied van ontwikkelingen in de zorg; bewaken van opstel- en evaluatieprocessen van handelingsplannen en ontwikkelprofielen; bewaken van het navolgen van handelingsplannen door docenten; bewaken van zorgprocessen in docentenvergaderingen; maken van probleemanalyses samen met docenten; inrichten en beheren van het leerlingvolgsysteem en leerlingdossier; inrichten en beheren van een orthotheek; bewaken of het leerlingvolgsysteem afdoende en op juiste manier gebruikt wordt ten behoeve van de dossiervorming; betrokkenheid bij de toelating en verwijzing van leerlingen; voorzitten, agendabeheer en procesbewaking bij interne zorgbesprekingen; case-management van toegewezen leerlingdossiers; zorgdragen voor de (warme) overdracht van leerlinggegevens bij in- en uitstroom van leerlingen; financiële administratie ten behoeve van de zorg; onderhouden van externe contacten binnen het zorgnetwerk; bespreken van aanmeldingen bij externe hulpverlenende instanties met ouders en mentoren; informatie over zorgleerlingen uitwisselen met externe hulpverlenende instanties. C
Competent in managen
Om te voldoen aan de bekwaamheidseis van deze competentie moet de zorgcoördinator: 1) Kunnen: ouders op de hoogte houden van aanmelding voor zorg en de voortgang hierin; efficiënt en effectief overleg afstemmen en prioriteiten aangeven; constructief deelnemen aan overlegvormen met internen en externen met betrekking tot de onderwijszorg; participeren in netwerken rond zorg en onderwijs; zorgen voor de onderlinge afstemming van zorg- en onderwijsbehoeften van leerlingen en de mogelijke interne en externe inzet; leiden van vergaderingen, geven van presentaties, verslag doen van de stand van zaken m.b.t. de leerlingenzorg, voeren van voortgangsoverleg en begeleidingsgesprekken. voorkomen van organisatieproblemen en oplossen van problemen in de organisatie binnen het onderwijszorgsysteem; het vaststellen van rendement, kwaliteit en kwantiteit, hiaten en fouten, trends en ontwikkelingen, mogelijkheden en beperkingen ten aanzien van onderwijszorg; 24
het opstellen en uitvoeren van eigen onderzoek en het kunnen beoordelen op relevantie van onderzoek van anderen met betrekking tot onderwijszorg; een beroep doen op specialisten wanneer onderzoek noodzakelijk is en buiten het eigen bereik ligt. 2) Kennen: de onderwijs- en zorgbehoeften van de schoolpopulatie; de mogelijkheden van inzet van internen en externen met betrekking tot de onderwijszorg. de methodologische principes en technieken van onderzoek; observatievormen, didactisch onderzoek, toetsing, analyse en evaluatie; de eigenheid van de onderzoeksfasen en het cyclische proces hiervan; de grenzen van haar verantwoordelijkheid en de wegen naar professionele onderzoekers ; de sterke en zwakke kanten van het onderwijszorgsysteem en de mogelijkheden om hierin effectief en efficiënt op te treden. 3) Uitvoeren: informeren en geven van adviezen aan docenten bij de interpretatie van toets- en dossiergegevens; informeren en geven van handelingsadviezen aan docenten en mentoren; deelnemen aan vergaderingen van het managementteam en adviseren en meedenken ten aanzien van het (onderwijskundig) beleid van de school; voorzitten, agendabeheer en procesbewaking bij externe zorgbesprekingen (ZAT); aansturen van zorgfunctionarissen; inventariseren van de scholingsbehoefte en het optimaliseren van professionaliseren van kennis en vaardigheden van betrokken personeel; voorbereiden, uitvoeren en begeleiden van verbeteringen in de zorgstructuur; aansturen en evalueren van het functioneren van integrale leerlingenzorg als onderdeel van het beleid van de school en het samenwerkingsverband (SWV); onderhouden van contacten binnen het SWV en afstemmen van het zorgaanbod in het SWV en dat van de school; coördineren en budgetteren van geldstromen ten behoeve van de zorg. D Competent in coachen Om te voldoen aan de bekwaamheidseis van deze competentie moet de zorgcoördinator: 1) Kunnen: betrokkenen (ouders en personeel) mede-eigenaar van en medeverantwoordelijk maken voor het ontwikkelingsproces wat betreft onderwijszorg; scheppen van een goed klimaat voor samenwerking met en tussen betrokken personeelsleden; betrokkenen (ouders en personeel), zowel incidenteel als structureel, medeeigenaar van en medeverantwoordelijk maken voor het ontwikkelingsproces wat betreft pedagogisch, didactisch en remediërend handelen. 25
2) Kennen: geschikte communicatie- en omgangsvormen en van de vakinhouden m.b.t. de professionals in het voortgezet onderwijs; communicatietheorieën, groepsdynamica en veranderingsprocessen en dit toepassen; pedagogische en didactische kennis van het onderwijs en weet hierop in te spelen bij de begeleiding van betrokken personeelsleden. 3) Uitvoeren: ondersteunen van docenten bij hun pedagogische en remediërende aanpak; begeleiden en adviseren van individuele of groepen docenten ten aanzien van het omgaan met zorgleerlingen; ondersteunen van mentoren bij zorggesprekken met ouders of externe contacten. collega' s binnen en buiten het zorgteam motiveren tot veranderingsbereidheid in het kader van kwaliteitszorg en kwaliteitsverbetering (werken aan klantgerichtheid). ondersteunen van docenten in het werken op een multi- en interdisciplinaire wijze. vraagbaak zijn op het zorggebied voor alle functionarissen binnen school. onderhouden van contacten met ouders en het bewust genereren van bijdragen van ouders om te vertalen naar de dagelijkse lespraktijk; vertegenwoordigen van de school naar externe contacten en bij externe overleggen. E
Competent in innoveren en leiding geven
Om te voldoen aan de bekwaamheidseis van deze competentie moet de zorgcoördinator: 1) Kunnen: op een motiverende en inspirerende manier andere zorgfunctionarissen aansturen; in staat zijn de stijl van leidinggeven aan te passen aan de persoon en situatie; zich breed oriënteren op de politieke, regionale, lokale en schoolspecifieke onderwijszorgsituatie; ontwikkelen van visie en beleid op basis van deze oriëntatie en beleidsvoorstellen doen; in overleg met directie en betrokkenen het innovatiebeleid t.a.v. onderwijszorg vaststellen; onder gedelegeerde verantwoordelijkheid dit innovatiebeleid uitvoeren; netwerken en relaties aangaan met andere zorgcoördinatoren en externe partners.
26
2) Kennen: diverse stijlen van leidinggeven de onderwijswet en -regelgeving, trends en ontwikkelingen en de stand van zaken rond de politieke, regionale, lokale en schoolspecifieke onderwijszorgsituatie; modellen voor kwaliteitszorg en methodieken voor onderwijsverbetering en schoolontwikkeling; onderwijskundige innovatieterreinen, zoals onderwijsinhouden, leerlingzorg en leerkrachtcompetenties; beleid en organisatiesystemen, groepsfunctioneren en communicatielijnen. 3) Uitvoeren: ontwikkelen van visie op zorg en het ontwikkelen van een beleidsplan, gekoppeld aan de regionale, landelijke en internationale ontwikkelingen; adviseren van de schoolleiding betreffende de verdere ontwikkeling van de integrale leerlingenzorg als onderdeel van het schoolbeleid; in staat zijn om deze ontwikkelingen te vertalen naar de eigen schoolsituatie; voorbereiden, coördineren en in teamverband uitvoeren van innovaties betreffende de integrale kwaliteitszorg en –verbetering; mede verantwoordelijkheid dragen voor bestedingen van zorggelden; in staat zijn om op creatieve wijze externe gelden te verwerven en/of in te zetten.
27
9.2
Taken zorgcoördinator 1. adviserende taken 2. verantwoordelijk voor de aanmeldingsprocedure omtrent leerling gebonden financiering 3. verantwoordelijk voor het schrijven van handelingsplannen 4. verantwoordelijk voor de aanmeldingsprocedure bij het PCL 5. coördinerende taken o.a. - doorplaatsen van leerlingen (intern en extern) - vertegenwoordigen in SWV De Langstraat 6. administratieve taken 7. professionalisering
9.2.1. -
In 1.
2.
Adviserende taken aan leerlingbegeleiders, teamleiders, mentoren. De zorgcoördinator staat ten dienste te staan van alle teams en dient dus een overview te hebben. Een toelatingscommissie, bestaande uit de adjunct-directeur en de teamleider van klas 1, bepaalt of een kandidaat wel of niet wordt toegelaten. Aan de basis staat signalen opvangen en concrete adviezen geven. Hierbij kan ook gedacht worden aan coaching van leerlingen met PDD-NOS, ADHD, ADD, NLD en hun mentoren. Op grond van de praktijk geeft de zorgcoördinator adviezen richting scholingsbeleid en het systeem. aansluiting tot deze taak kan onderscheiden worden: advisering ten aanzien van het optimaal functioneren van het systeem van integrale leerlingenzorg (onder andere ten aanzien van functioneren van leerlingvolgsysteem, overlegstructuur en leerlingbesprekingen, relaties met externe instellingen en dergelijke); advisering ten aanzien van het scholingsbeleid van de school in de richting van individuele docenten, vaksecties of het team als geheel t.a.v. omgaan met zorgleerlingen en preventie;
9.2.2 Verantwoordelijk voor de aanmeldingsprocedure leerling gebonden financiering (LGF) In samenspraak met ouders en mentor de aanmelding bij Commissie van Indicatie verzorgen. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor: - Aanmeldingsformulier - Onderwijskundig rapport - Bij positieve beschikking melding bij DUO en contacten leggen met ambulante dienst - Opstellen handelingsplan - Sociale kaart aan mentor en ouders geven bij vraag hierover 9.2.3 Verantwoordelijk voor het schrijven van handelingsplannen De eindverantwoordelijke van het handelingsplan is de zorgcoördinator. De zorgcoördinator schrijft in overleg met de mentor het handelingsplan. 9.2.4 Verantwoordelijk voor de aanmeldingsprocedure bij het PCL Het, onder verantwoordelijkheid van de schoolleiding, onderhouden van contacten en het verstrekken van informatie aan de toekomstige Permanente Commissie Leerlingenzorg: • Invullen en indienen van aanmeldingsformulier met bijlagen; 28
9.2.5 Coördinerende taken Het zorgdragen voor het goed functioneren van de begeleiding binnen de zorgstructuur. Taken die hieronder vallen zijn: 1. 2. 3. 4.
In het primair proces: het onderhouden van contacten met leerlingbegeleiders, mentoren en leraren (primaire proces) over het nemen van extra maatregelen; het analyseren van problemen, het bespreken van de problemen met betrokkenen, het op basis van resultaten van leerling-besprekingen zorgdragen voor extra maatregelen en inzet van speciale functionarissen (bijvoorbeeld remedial teaching, schoolmaatschappelijk werk en dergelijke); het coördineren begeleidingsuren
In de school: 1. het leerlingvolgsysteem efficiënt te laten gebruiken als signaleringsinstrument. 2. het ontwikkelen van het zorgplan voor de school en toezicht op de uitvoering daarvan. 3. het bewaken en zorgdragen voor de uitvoering en evaluatie van genomen besluiten tijdens zorgteambesprekingen. 4. het coördineren van activiteiten ten aanzien van doorstroomprocedures van leerlingen en het bewaken van informatieverstrekking aan ontvangende scholen. 5. het coördineren van dyslexieonderzoek (intern en extern) en verstrekken van groene kaarten. 6. het aanvragen van LGF (leerling gebonden financiering) 7. het verzorgen van onderwijskundig rapport (bij overstap van leerling naar andere school). 1.
2. 3. 4. 5.
Buiten de school: het evalueren van de werkzaamheden binnen de tweede lijnszorg door regelmatig overleg met uitvoerders en het nemen van beslissingen ten aanzien van het inschakelen van externe instellingen en het overleg met de ouders hierover; het, onder verantwoordelijkheid van de schoolleiding, onderhouden van contacten en het verstrekken van informatie aan de Permanente Commissie Leerlingenzorg; het coördineren van alternatieve trajecten: Rebound, Time out, Op de rails. het aanmelden van leerlingen bij Rebound voorziening SWV; het aanmelden van leerlingen zorgbudget SWV.
29
Vertegenwoordigen Willem van Oranje College in SWV De Langstraat Betrokken bij overleg/taakgroepen in samenwerkingsverband De Langstraat: • Klassenmanagement • Pedagogisch klassenklimaat • Leerlingen die gedragsmatig buiten de boot vallen • Zorgsysteem • LVS informatieoverdracht • Voorlichting aan primair onderwijs • Helderheid hebben/krijgen m.b.t. rol van de Gemeente (WMO, zorg, regie, loketten) • Platform (commissie) • Passend onderwijs • Opvoedingsondersteuning • PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg): Bespreken van leerlingen die extra zorg behoeven, ten einde aanspraak te kunnen maken op gelden uit het zorgbudget van het samenwerkingsverband. Bespreken van leerlingen die geplaatst worden buiten het SWV, waar dit wel gewenst is. Bespreken van leerlingen die uitvallen op een van de scholen binnen het samenwerkingsverband. 9.2.6 Administratieve taken Hieronder valt: - Het beheer van leerlingengegevens op het niveau van het zorgteam; - Het (steekproefsgewijs) bewaken van de samenstelling van individuele leerlingendossiers, waarin opgenomen de instroomgegevens, de rapportages naar ouders, verslagen van leerling-besprekingen, handelingsplannen en de bereikte resultaten, verslagen van gesprekken met ouders, verslagen van contacten met externe instellingen. - Het voorbereiden van de agenda voor de zorgteambesprekingen. 9.2.7 Professionalisering van de zorgcoördinator Het zorgdragen voor de verdere ontwikkeling van de eigen professionaliteit in verband met het uitvoeren van bovenstaande werkzaamheden. Deelname aan het netwerk van zorgcoördinatoren kan deel uit maken van deze professionalisering.
30
9.3
Taken teamleider binnen de zorgstructuur Het team is eigenaar van het zorgproces. De zorg wordt in principe verzorgd door de vakdocenten, de mentor en teamleider. Zij worden hierin ondersteund door de intern begeleider die hen ondersteunt door middel van begeleidingsplannen en informatie. Daar waar meer ondersteuning nodig is schakelt het team via de leerlingbegeleider ondersteuning in van de zorgcoördinator of externe hulpverleners. Een leerling komt dus altijd via het team bij de zorgcoördinator of tweede/derde lijns hulpverlening terecht.
De teamleider geeft leiding aan de docenten en mentoren van zijn team en is verantwoordelijk voor de onderwijskundige aansturing in zijn team. Hij coördineert tevens de verslaggeving naar de ouders over de vorderingen van de leerlingen en volgt nauwgezet het verzuim volgens de daartoe opgestelde richtlijnen. De teamleider belegt in de teamtijd vergaderingen met mentoren en vakdocenten van zijn team in de vorm van leerling-bespreking / klasbespreking. De teamleider maakt hiervoor de agenda, is voorzitter en zorgt dat de notulen gemaakt en verspreid worden. De teamleider nodigt waar nodig of wenselijk de zorgcoördinator uit voor deze vergaderingen. De teamleider is verantwoordelijk om de leerling/klasbespreking zo op te zetten dat er meer sprake is van een structurele aanpak. De teamleider verdeelt de taken van het team over de teamleden en ziet toe op de uitvoering er van De teamleider is medeverantwoordelijk voor de organisatie van ouderavonden, open dag, infoavonden, De teamleider stuurt erop aan dat belangrijke gegevens als SVL, CITO en uitkomsten vanuit het zorgteam smal in SOM en in het dossier van de leerling terechtkomen. Hij kan een leerling ter bespreking voordragen in het zorgteam smal of het zorgteam breed. De teamleider krijgt het verslag van zorgteam breed en bespreekt in zorgteam smal de leerlingen die binnen zijn team vallen.
31
9.3.1 Taken teamleider in het begeleiden van mentoren De teamleider is medeverantwoordelijk voor de aanstelling van mentoren binnen zijn/haar team in overleg met de locatiedirectie De teamleider informeert de mentoren over relevante zaken en nieuwe ontwikkelingen De teamleider bereidt eventueel met de mentoren de rapportvergaderingen, de klasbesprekingen en de leerling-besprekingen voor De teamleider zorgt voor opvang en begeleiding van nieuwe mentoren en nieuwe vakdocenten De teamleider bevordert onderlinge contacten en collegiale consultaties tussen mentoren en vakdocenten De teamleider werkt mee aan deskundigheidsbevordering van mentoren De teamleider bewaakt het functioneren van de mentoren De teamleider neemt de mentor waar in begeleidingstaken bij ziekte De teamleider ontwikkelt een programma voor het mentoruur, bespreekt dat in het team en stelt mentorlessen (+ introductieweek) bij 9.3.2 De teamleider coördineert activiteiten in het kader van leerlingbegeleiding en onderwijs De teamleider is betrokken bij de toelating van leerlingen en zorgt voor de klassen samenstelling en doorstroming van leerlingen in overleg met de leerlingbegeleider De teamleider zorgt mede voor afstemming van de verschillende vormen van leerlingbegeleiding binnen de het team. Simpel gezegd: ervoor zorgen dat een afspraak gebeurt, transparant houden en maken van de nodige zorg. Iedereen moet weten wat er moet gebeuren en wat zij zelf moeten doen binnen het team De teamleider bewaakt mede en optimaliseert het gebruik van het leerlingvolgsysteem. De teamleider is verantwoordelijk voor beheer SOM. SOM moet gebruikt worden, mensen moeten erin. Speerpunten: dossier lezen, mogelijkheden van SOM (dus dat opnemen in de teamvergaderingen), hoe werken met mappen op de Z-schijf. Overdracht van klassen naar een volgend schooljaar De teamleider bewaakt, stimuleert het gebruik van begeleidingsplannen De teamleider voert in overleg met vakdocenten en de mentor begeleidingsgesprekken met leerlingen die specifieke problemen hebben De teamleider, leerlingbegeleider en de zorgcoördinator informeren elkaar over zorg rondom leerlingen, werken met elkaar samen en houden rekening met ieders taak en verantwoordelijkheid
32
9.4
Taken leerlingbegeleider binnen de zorgstructuur
1.
Informatie
Activiteiten: het overdragen van informatie en vaardigheden, het coördineren van de begeleiding van leerlingen in de eigen onderwijskundige eenheid, het daadwerkelijk begeleiden van leerlingen die door mentoren worden doorverwezen en specifieke hulp nodig hebben op het gebied van sociaal/emotionele en cognitieve problematiek. 2.
Omgeving
De leerlingbegeleider valt hiërarchisch onder de teamleider en operationeel onder de zorgcoördinator. Hij/zij draagt in samenspraak met de zorgcoördinator zorg voor (de inhoud van) het begeleidingsprogramma van de leerlingen van het Willem van Oranje College. Zijn / haar werkterrein beslaat een onderwijskundige eenheid. Binnen dit werkterrein werkt hij/zij vooral samen met de mentoren en is voor hen een belangrijk aanspreekpunt met betrekking tot de begeleiding van (mentor-) leerlingen. 3. a. • • • • • • • • • • • • • • •
Werkzaamheden coördineert activiteiten in het kader van de leerlingbegeleiding door: het zorgen van de afstemming van de verschillende vormen van leerlingbegeleiding binnen de onderwijskundige eenheid; het coördineren van de remediale hulp en de begeleidingslessen (mentorlessen); het zorgen voor afstemming van contacten / overleg met de tweedelijnszorg; het coördineren van de inhoud en afstemming van de steunlessen; het in overleg met de decaan coördineren van de lessen keuzebegeleiding; het bewaken van de uitvoering van de leerlingbegeleidingactiviteiten binnen de toegewezen onderwijskundige eenheid; het in kaart brengen/bijhouden van vertrouwelijke gegevens in het LVS; het verzamelen, bijhouden, bewaken en optimaliseren van het gebruik van het LVS; het mede voorbereiden van rapportvergaderingen en klassenbesprekingen; het overleg met de teamleiders en de mentoren; het mede organiseren van ouder- en informatiebijeenkomsten met betrekking tot de leerlingbegeleiding; het ondersteunen van mentoren bij het formuleren, uitvoeren en bijstellen van handelingsplannen; het bewaken van de overdracht van leerlingendossiers; met mede coördineren van de afname en verwerking van de schoolvragenlijst; het mede coördineren van de afname en verwerking van testen met betrekking tot bijvoorbeeld dyslexie, hooggevoeligheid en/of faalangst;
33
• •
• • • • b. • • • • •
het eventueel informeren van toeleverende basisscholen met betrekking tot de kwaliteiten van de leerlingbegeleiding van de school; het meewerken aan de deskundigheidsbevordering van de mentoren; voorlichting en advisering over het omgaan met leerlingen met een specifiek sociaal-emotionele problematiek ( ADHD, ADD, PPD-NOS, aan autisme verwante stoornissen, etc.) het mede bewaken en ondersteunen van het functioneren van de mentoren; het informeren van mentoren over relevante zaken en nieuwe ontwikkelingen; het activeren en begeleiden van de mentoren bij hun begeleidingsactiviteiten; het bevorderen van onderlinge contacten en collegiale consultatie tussen de mentoren van de onderwijskundige eenheid. verzorgt mede specifieke en / of intensieve begeleiding door: in overleg met de mentor begeleidingsgesprekken voeren met leerlingen die specifieke problemen hebben (gebonden aan een maximum); het periodiek overleggen met de tweedelijnszorg en het zorgadviesteam (ZAT); het overleggen met en informeren van mentoren en ouders / verzorgers over leerlingen met specifieke problemen; zo nodig leerlingen te verwijzen. de organisatie en administratie van de zogenaamde ‘rugzakleerlingen’.
c. levert bijdragen aan de beleidsontwikkeling van de leerlingbegeleiding en de voorwaarden voor uitvoering door: • • • • • • • •
het deelnemen aan vormen van zorgoverleg (…); het informeren van de teamleiders en collega’s over zijn / haar werkzaamheden; het periodiek rapporteren over de voortgang en het resultaat van de leerlingbegeleiding; het volgen van ontwikkelingen op het gebied van de leerlingbegeleiding; het zorgen voor de eigen professionalisering met betrekking tot de leerlingbegeleiding; het meewerken aan interne verbeteringen van de leerlingbegeleiding; het mede zorgen voor de evaluatie en/of kwaliteitszorg van de leerlingbegeleiding; het geven van gedragsgerichte feedback aan de mentoren van de eigen onderwijskundige eenheid.
4. Speelruimte De leerlingbegeleider is verantwoording schuldig aan de teamleider voor wat betreft zijn / haar operationele rol in de onderwijskundige eenheid. De leerlingbegeleiding is inhoudelijk (procesmatig) verantwoording schuldig aan de zorgcoördinator. De leerlingbegeleider werkt binnen de kaders van de onderwijskundige eenheid en de kaders van de schoolgebonden leerlingenzorg. De leerlingbegeleider neemt in overleg met teamleider en de zorgcoördinator beslissingen over de uitvoering van de begeleiding binnen de onderwijskundige eenheid. •
• •
34
Kennis en vaardigheden • • • • •
Heeft vaardigheid in het geven van feedback aan docenten / mentoren; Beschikt over ruime theoretische en praktische kennis van leer- en begeleidingsprocessen; Beschikt ruimschoots over gespreks- en begeleidingsvaardigheden (coachingsvaardigheden); Is in staat om door middel van collegiale consultatie en/of intervisie met mentoren te werken aan specifieke begeleidingsvraagstukken. Kennis van ontwikkelingen die zich voordoen in de leerlingenzorg
5. Contacten • •
Met leerlingen, docenten, mentoren, specifieke zorgfunctionarissen, de zorgcoördinator, teamleiders, decaan over leerlingbegeleiding om de voortgang en knelpunten te bespreken. Met ouders / verzorgers, tweedelijns zorgfunctionarissen, eventuele hulpverleningsinstanties over leerlingbegeleiding om informatie uit te wisselen en afstemming te verkrijgen.
6. Taakeisen -
Beheerst hbo denk- en werkniveau Heeft enige jaren ervaring als mentor Heeft een relevante opleiding gevolgd (of is bereid deze te volgen) Beschikt ruimschoots over kennis van het zorgsysteem van de school Heeft een visie op onderwijs en leerlingbegeleiding Voelt zich betrokken bij leerlingen en hun eventuele problemen Is voldoende op de hoogte van de recente ontwikkelingen met betrekking tot de leerlingbegeleiding Is voldoende op de hoogte van de recente veranderingen in opvattingen over het puberbrein
35
9.5
Taken mentor binnen de zorgstructuur Binnen de teams nemen de mentoren een bijzondere plaats in. Zij zijn de eerstaangewezen contactpersoon voor de leerling: de spil in de eerstelijns zorg. De mentor volgt de onderwijsprestaties van de leerlingen. De mentor draagt zorg voor het welbevinden van de leerlingen. De mentor houdt mentor-leerling gesprekken. De mentor heeft oog voor gedragsveranderingen bij leerlingen. De mentor onderhoudt het contact tussen school en ouders. De mentor bespreekt de leerlingen in teamverband. De mentor draagt leerlingen aan voor bespreking in het zorgteam smal. De mentor bereid de leerlingenbespreking voor, samen met de teamleider.
9.5.1 Taken mentor als begeleider van een leerling met leerling gebonden financiering De begeleider is verantwoordelijk voor de volgende onderdelen in het begeleidingsproces van de leerling. De mentor is het eerste aanspreekpunt voor leerling en ouders. De mentor maakt samen met de zorgcoördinator een handelingsplan. De mentor heeft op een vast moment de studievoortgang met leerling bespreken. De mentor houdt collega’s op de hoogte van de ontwikkelingen van de leerling. De mentor zal collega’s motiveren zich blijvend in te zetten voor de leerling. De mentor zorgt dat de communicatie tussen ouders, ambulant begeleider, docenten en teamleider goed verloopt. De mentor heeft ongeveer één keer per periode overleg met de ambulant begeleider, ouders en de leerling over zijn vorderingen. Indien nodig zal de zorgcoördinator daarbij aanwezig zijn.
36
9.6
Orthopedagoge Gedurende één dag per week maken wij gebruik van de deskundigheid van een orthopedagoge waardoor observatie en specifieke onderzoeken (bv. intelligentie- en persoonlijkheidsonderzoeken en dyslexieonderzoeken) sneller kunnen plaatsvinden. Ook neemt zij deel aan het zorgteam en kan ondersteuning bieden aan teams.
9.7
Schoolmaatschappelijk werk De schoolmaatschappelijk werker Wiep van der Meer is één dag per week beschikbaar op onze school. Hij voert gesprekken met leerlingen en neemt indien nodig contact op met thuis of met andere instanties. Ook neemt hij deel aan het zorgteam en kan ondersteuning bieden aan teams.
9.8
Overzicht zorgstructuur Willem van Oranje College Waalwijk Leerlingbegeleiding vindt plaats door:
- docent - mentor - leerlingbegeleider - teamleider - zorgcoördinator - vertrouwenspersoon - (incidenteel: orthopedagoog, psycholoog, schoolmaatschappelijk werker) Zorgteam (ZAT) - 1 x per 6 weken o.l.v.
RYN (voorzitter) Lianne Erkel (secretaris)
Samenstelling Zorgteam: - adjunct directeur (RYN voorzitter) - zorgcoördinator (LHBI) - leerlingbegeleiders (BRLO, MUGD, BRWI, PRNE) - externe personen (GGZ, GGD, LPA, schoolmaatschappelijk werker, orthopedagoog) - op afroep: vertrouwenspersoon, politie Signalering zorgleerling door:
-
docent mentor leerlingbegeleider teamleider zorgcoördinator vertrouwenspersoon
Vertegenwoordiging coördinatiegroep SWV De Langstraat: RYN (voorzitter ZAT breed) Vertegenwoordiging POVO: RYN
37
Bijlage 1 Aanmeldingsformulier ZAT Waalwijk
Aanmeldings- en Volgformulier ZAT (Zorg- & AdviesTeam) Aanmelding Op naam, met toestemming ouders/verzorgers Leerling is op de hoogte Anoniem
Logo school
Gegevens leerling Achternaam leerling Roepnaam leerling Geboortedatum Leeftijd M/V Adres Postcode en woonplaats Telefoon leerling Mailadres leerling Telefoon thuisadres Mailadres thuis Burgerservicenummer Leerjaar/leerweg/sector/profiel Beschikking Aangemeld door Datum van aanmelding ZAT
Gegevens ouder(s)/verzorger(s) Naam vader Naam moeder Indien van toepassing: Naam verzorger(s)
Nationaliteit Nationaliteit Nationaliteit Nationaliteit
Wettelijke vertegenwoordiger(s): Correspondentiegegevens wettelijke vertegenwoordiger(s):
38
Gezins- en woonsituatie Gezinssamenstelling Het gezin bestaat uit:
Woonsituatie De leerling woont bij: beide ouders vader moeder voogd pleeggezin in een instelling anders, nl…..
Eventuele bijzondere omstandigheden: ouders gescheiden vader overleden moeder overleden broer/zus overleden gezin is onder toezicht gesteld
(in dien van toepassing) Nadere informatie
anders: nl, (indien van toepassing) Nadere informatie
Schoolloopbaan Basisschool 1 1
2
2
3
Voortgezet onderwijs lj niveau Lj niveau
3
lj
4
niveau
Bezochte school/scholen
4
lj
5
niveau
Rebound
van
tot
Transferium
van
tot
van
tot
………………
lj
6
niveau
6
lj
7
niveau
Reden verandering van school
De leerling was eerder opgevangen bij
Anders, nl.
5
39
7
8
lj
8
niveau
Betrokkenheid ouders en leerling De ouder(s)/verzorger(s) gaan akkoord met de bespreking in het ZAT. De ouder(s)/verzorger(s) hebben het ZAT toestemming gegeven om van alle beschikbare gegevens kennis te nemen en deze te gebruiken, binnen de kaders van privacy en geheimhouding. Hiervoor hebben de ouders een handtekening gezet op de bijgesloten Akkoordverklaring. De ouder(s)/verzorger(s) gaan NIET akkoord met de bespreking in het ZAT. Zij hebben geen toestemming gegeven om beschikbare gegevens te gebruiken. Anders: nl…. Zienswijze van de ouder(s)/verzorger(s) staat beschreven in de Akkoordverklaring. De leerling is op de hoogte van de bespreking in de PCL. De leerling is niet op de hoogte van de bespreking in de PCL. Zienswijze van de leerling:
Hulpvraag aan het ZAT Concrete vraagstelling aan het ZAT:
40
Probleembeschrijving. Het probleem/de problemen zijn bekend sinds:
Het probleem/de problemen doen zich voor: op school thuis op straat
Duiden van het probleem/de problemen: diagnose nl: leerachterstand/-problemen zorgwekkend, of ongeoorloofd school verzuim overheersend gedrag t.o.v. anderen agressief gedrag grensoverschrijdend gedrag angstig gedrag sociaal angstig gedrag somber gedrag gezinssituatie/-problemen in aanraking met politie en/of justitie gezondheidsproblemen/ lichamelijke klachten relatieproblemen problemen in de vrije tijd problemen vanwege capaciteiten anders nl. Nadere beschrijving van het probleem/de problemen:
Beschrijving van de hulpbehoefte van de leerling:
41
Interventies binnen de school Overleg, dat naar aanleiding van het probleem/de problemen heeft plaats gevonden: met ouders/verzorgers tijdens leerlingenoverleg/teamoverleg/mentoroverleg in intern zorgteam met vertegenwoordiger(s) van een andere school, nl. met externe deskundigen, nl. anders, nl Duiden van de interventies binnen de school: mentorbegeleiding, t.b.v. remediale hulp, t.b.v. training, nl. counseling, t.b.v. schoolmaatschappelijk werk speciale opvang, nl speciale maatregelen, nl inschakelen leerplichtambtenaar onderzoek deskundige, nl zorgmelding melding AMK collegiale consultatie van ambulant begeleider aanvraag preventieve ambulante begeleiding anders, nl Toelichting en nadere beschrijving bij de interventies binnen de school:
Beschrijving van het effect de interventies binnen de school:
Interventies buiten de school Interventies buiten de school door: maatschappelijk werk,nl jongerenwerk, nl jeugdzorg, nl bureau jeugdzorg ,nl ggd,nl ggz, nl particulier bureau, nl aanvraag LGF anders, nl Toelichting en nadere beschrijving van de interventies buiten de school:
42
Interventies buiten de school Beschrijving van het effect van de interventies buiten de school:
Bespreking d.d. Doel Conclusie Afspraken / advies Actie verantwoordelijk
Vervolg d.d. Resultaat d.d. Conclusie Afspraken / advies Actie verantwoordelijk
Vervolg d.d. Resultaat d.d. Conclusie Afspraken / advies Actie verantwoordelijk
Datum:
Naam aanmelder:
Handtekening aanmelder:
43
Bijlage 2 Voorbeeld begeleidingsplan
Begeleidingsplan 2013-2014 Naam Leerling: Leerling Klas: 4HA5 Datum laatste wijziging: 06-12-2012 Status: concept versie 1
Mentor: Interne begeleider:
Reden van het begeleidingsplan: (Vastgestelde stoornis(sen) noemen)
Omschrijving van de stoornis: (wat voor effect heeft de stoornis bij de leerling, hoe werkt het uit bij hem, probeer er geen standaard verhaaltje van te maken maar echt passend bij de persoon)
Dit verwachten we van u als docent: o o o (niet meer dan 2 of 3 punten noemen)
Extra tips in de omgang met de leerling o o o (niet meer dan 2 of 3 punten noemen)
Acties die thuis worden ondernomen: o o (niet meer dan 2 of 3 punten noemen)
Contact: Dit begeleidingsplan is opgesteld door de leerlingbegeleider van 4HA5, de mentor, de zorgcoördinator en de teamleider. Het plan is verspreid onder alle docenten van de leerling. Het kan blijken dat sommige dingen in de praktijk niet of onvoldoende helpen om de leerling beter te laten functioneren. Het is dan erg zinvol als u als docent doorgeeft aan de IB-er wat er niet goed werkt. Deze bespreekt het met de betrokkenen en past - indien nodig - het begeleidingsplan aan. Licht de mentor en/of de IB-er daarbij in wat er is voorgevallen in de les of wat er in het contact met de leerling aan de hand is. Spaar frustraties niet op tot later. Het werkt het beste als de leerling vlak na dat er iets mis liep dit kan bespreken met de begeleider; dan kan de leerling het zich ook nog herinneren, er van leren en eventueel nog dingen rechtzetten als dat nodig is. Kortom: houd contact, via mail, via SOM of rechtstreeks
44
Bijlage 3 Voorbeeld handelingsplan Handelingsplan LGF Leerlinggegevens: Naam: Geboortedatum: Klas: Schooljaar: Beginsituatie: Onderwijsdoelen: Inzet leerlinggebonden financiering:
1. Inzet en organisatie aanvullende middelen: 2. Inzet en organisatie ambulante begeleiding: Inzet interne en externe ondersteuning:
Registratiewijze schoolvorderingen: Organisatie overleg ouders / school / andere betrokkenen: Evaluatie: Opgesteld d.d. Evaluatie
Ondertekening Namens school:
Namens ouders:
45
Bijlage 4 Voorbeeld checklist LGF begeleider Checklist Mentor/persoonlijke begeleider van een leerling met LGF o Kennismaken met leerling o Wekelijks gesprek plannen met leerling (samen rooster bekijken, vast moment creëren) o Docenten van leerling zo snel mogelijk een A4'tje mailen met diagnose en handelingsgerichte adviezen1 o Elke afspraak met leerling kort vastleggen in journaal o Groot overleg plannen2 o Bij eerste groot overleg concrete afspraken maken over hoe je gaat begeleiden3 o Maak handelingsplan i.s.m. ambulant begeleider (AB'er) en leg dit voor aan ouders ter goedkeuring (maak er gedurende het schooljaar tenminste 2) o Plan evaluatie van handelingsplan met ouders en AB'er: laat ouders tekenen en geef handelingsplan aan zorgcoördinator o Belangrijke aandachtspunten juist voor de 1e periode: o sociaal welzijn van leerling in nieuwe klas o contact leerling met nieuwe docenten o eerste toetsweek (plannen/leren leren) o eerste activiteitenweek (overzicht bespreken) o eerste werkstukken (vooral groepswerk) o Toetsweek: o Overleg van tevoren met de vakdocenten en teamleider o Staat belangrijkste info van deze periode op de website? o Ga naar de rapportvergadering van je zorgleerling Wat bespreek je elke week met je leerling? o In overleg 'agenda' samenstellen > wat gaan we bespreken? o Leren leven (welzijn > zelf, school, thuis) o Leren leren (cijfers, planning, studiehouding, leerstrategie) o Leren kiezen (LOB) o Sluiting: wat wil je nog meer met mij bespreken? Bijzonderheden onderbouw: o Vakkenpakket/profiel kiezen Bijzonderheden bovenbouw: o Profielwerkstuk o CKV o Maatschappelijke stage o Vervolgstudie o Open dagen o Meeloopdagen o Gesprekjes decaan o Opdrachten van LOB 1 2
3
Dit document samenstellen in overleg met ouders en AB'er Groot overleg is overleg met ouders/verzorgers, met AB'er, met eventueel leerling zelf en het liefst met mentor Afspraken vastleggen in handelingsplan en na elke afspraak met leerling journaal mailen aan ouders en AB'er
De mentor/persoonlijke begeleider van een leerling met LGF krijgt hiervoor een vergoeding. De locatiedirectie stelt deze vergoeding vast na overleg met de zorgcoördinator. Uitgegaan wordt van een vergoeding van 20 klokuren op jaarbasis. Handtekening voor akkoord van de mentor/persoonlijke begeleider: Naam docent: Naam leerling: Datum:
46
Bijlage 5 Voorbeeld format LGF begeleider Naam : Adres : Postcode/Woonplaats: Telefoonnummer : Geboortedatum : Klas : Mentor : (Externe) begeleiding : Gegevens ouders E-mail adres
: :
Algemeen v.b. Dit jaar in Waalwijk 4 Havo. Probleemomschrijving v.b. PDD-NOS, dyslexie, ADHD, MCDD Concentratieproblemen, ongemotiveerd Doelstellingen/aanpak v.b. - aanbrengen structuur en overzicht, plannen huiswerk - hulp vragen - bieden van structuur, duidelijkheid en rust. - leren (her)kennen, omgaan met en uiten van emoties. - leren beheersen van emoties. - leren omgaan met problemen en oplossend leren denken. - ontwikkelen van zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld. - bevorderen van sociale contacten. - inzicht krijgen in eigen aandeel bij conflicten. - inzicht krijgen in sociale situaties. - leren omgaan met grenzen. - vergroten van concentratie en taakspanning. - efficiënt gebruik van de agenda - structuur aanbrengen in het maken van huiswerk (planners) - structuur aanbrengen in het leren (schema’s, mindmap, samenvattingen) - concentratie
Afspraken Datum Activiteit 24-5-13 8:30 (1e uur, ne) kennismaking 31-5-13
8:30 (6e uur, wi)
47
Bijlage 6 Voorbeeld signaleringslijst Signaleringslijst In te vullen door mentor Naam leerling: ……………………………………………… Klas: ……... Geboortedatum: ……………………………………. Mentor: ……… Reden voor bespreking of zorg: 0 Schoolresultaten zijn onvoldoende 0 Sociaal functioneren is een probleem 0 Gedrag is plotseling veranderd 0 Thuis zijn er problemen 0 Problemen door bezigheden in vrije tijd 0 Anders, nl…………………………………………… Schoolproblemen: 0 Scores onvoldoende om diploma/overgang te behalen 0 onvoldoende motivatie 0 onvoldoende prestatie 0 onvoldoende zelfstandigheid 0 heeft onvoldoende studievaardigheden 0 vergeet herhaaldelijk schoolspullen mee te nemen 0 maakt onvoldoende/geen huiswerk 0 komt vaak te laat 0 verzuimt veel 0 vaak afwezig bij toetsen 0 spijbelt 0 wil stoppen met school 0 houdt zich niet aan afspraken 0 is dyslectisch 0 heeft dyscalculie 0 heeft taalprobleem 0 heeft een leerachterstand 0 moet vaak nablijven 0 is een keer geschorst 0 heeft een handicap Sociaal functioneren: 0 omgang met leraren geeft problemen 0 omgang met leerlingen geeft problemen 0 omgang met ouders geeft problemen 0 is vaak agressief 0 is druk 0 zit in een isolement 0 vertoont faalangst 0 grensoverschrijdend gedrag 0 seksuele problemen Overige problemen: 0 is regelmatig ziek 0 een der ouders is onlangs overleden 0 een ander familielid is onlangs overleden 0 relatie tussen de ouders is problematisch 0 relatie tussen ouder(s) en leerling is problematisch 0 ouders onlangs gescheiden 0 het gezin heeft externe hulp 0 problemen in de thuissituatie 0 heeft contacten met jusititie 0 heeft verslavingsproblemen Anders: 0 ziektes 0 handicap(s) 0 slaapproblemen 0 Anders, nl……………………………………………
48
Bijlage 7 Voorbeeld ZorgVierkant SOM
49