Zingen: Psalm 3:2,4 Stil Gebed Votum en Groet Openingstekst Zo onderwerpt u dan aan God; wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden (Jak. 4:7)
Zingen: Psalm 17:4 Credo van Nicea Zingen: Psalm 66:8,10 Gebed om verlichting van de Heilige Geest Schriftlezing: Ef. 6:10-20 Zingen: Psalm 118:4 Preek Zingen: Psalm 118:6,7 Inzameling van de gaven Dankgebed en Voorbede Zingen: Psalm 43:1,3 Zegen
Zondag 5 juli 2009 18.30 Petruskerk Woerden
1
Inleiding op de Schriftlezing Vanavond staan we opnieuw stil bij Efeze 6. Paulus heeft het daar over de geestelijke strijd. Afgelopen zondag hebben we gezien, dat er een strijd gaande is. De tegenstander van God, de duivel, is er op uit om het werk van God te verstoren of kapot te maken. En hoe doet hij dat? Hij volgt een bepaalde methode. Hij gebruikt namelijk de zonden van iemand of de zwakke kanten van iemands karakter, om controle uit te oefenen. Iemand die niet goed met zijn boosheid om kan gaan, wordt door de duivel gestimuleerd om maar veel boos te zijn. In de hoop dat zijn boosheid veel kapot maakt in relatie met anderen. Boosheid, verbittering, bepaalde zonden. Het kan allemaal gebruikt worden in het plan van de duivel. Wij mensen blijven voor deze dingen zelf verantwoordelijk voor. We mogen de schuld nooit op de duivel afschuiven. Wij zijn het die iets doen of iets nalaten. Maar we moeten wel alert zijn. Zonden staan nooit op zichzelf. Ze zijn bouwstenen in een plan om de gemeente kapot te maken, om mensen te laten zondigen, om relaties te verstoren. Dat is de methode die de duivel steeds weer volgt. Hoe beter we dit gaan zien, hoe beter we er tegen kunnen strijden. Daarom geeft Paulus onderwijs over hoe we ons kunnen wapenen. Vandaag deel 2. Gemeente van Jezus Christus, Toen we vorig jaar in Israël waren, en we het Noorden van Galilea bezochten, hadden we een gids die vertelde dat Hij zelf daar als soldaat nog gevochten had. In de 6 daagse oorlog van 1967 veroverde Israël dit gebied op Syrië. Het was een heel spannende strijd. De gids vertelde, dat hij in die tijd, ook met een kleine patrouille naar vijandelijk grondgebied werd gestuurd. Midden in de nacht. Bij terugkeer werden ze in een hinderlaag gelokt. Er ontstond een felle strijd, van man tegen man. Ze leden verliezen. Zelf werd hij ook verwond. Niet zonder kleerscheuren hebben ze het Israëlisch grondgebied weer bereikt. Uit hoe hij dat vertelde, kon je merken, hoeveel indruk dat op hem had gemaakt. Dat gevecht van man tegen man, die worsteling in de nacht. Zondag 5 juli 2009 18.30 Petruskerk Woerden
Weet u wat zo bijzonder is, dat Paulus ook aan zo'n gevecht van man op man denkt. De geestelijk strijd is een strijd waarin we als gemeente betrokken zijn. Maar voor alles is het een persoonlijke strijd. Daar wijst Paulus op. Hij gebruikt voor het woord 'strijd' een uitdrukking die uit de wereld van de worstelaars komt. Het woord 'strijd' betekent letterlijk 'worsteling': een gevecht van man tegen man. Eigenlijk past dat woord hier niet zo goed. De strijd waar Paulus het over heeft, is niet gericht tegen mensen van vlees en bloed. De strijd heeft met geestelijke machten te maken die onder leiding staan van de duivel. Toch kiest Paulus deze term bewust. Er is wel sprake van een vijandige legermacht, maar iedere christen moet op zijn post staan. Iedere christen gaat hier een hoogst persoonlijke strijd tegemoet. De overwinning die is behaald, moet soldaat voor soldaat bewaakt worden. Niemand kan daarin gemist worden. De gelovigen moeten schouder aan schouder staan. Lege plekken maken de defensie zwak. Daarom legt Paulus de vinger bij onze persoonlijke verantwoordelijkheid. Daarom doet hij op ieder van ons een appel: neem de wapenrusting van God om staande te kunnen blijven. Vorige week hebben we het gehad over de drie wapens. Wapen die de soldaat altijd al droeg: de gordel, het pantser en de laarzen. Nu komen er drie wapens aan de orde. Geen wapens die de soldaat omhad, maar wapens die hij pas vlak voor de strijd pakte: de schild, de helm en het zwaard. 4. Het schild van het geloof. De soldaten gebruikten een langwerpig schild. Het werd aan de linkerarm gedragen, en beschermde het lichaam tegen de slagen van de tegenstander of de pijlen die op hem werden afgevuurd. Aan dat laatste denkt Paulus. Niet zomaar pijlen. Het zijn vurige, brandende pijlen. In de oudheid omwond men sommige pijlen met vlas, doopte ze vervolgens in de pek, om ze brandend op de vijand af te schieten. Zo'n brandende pijl veroorzaakte een dubbele wond: een vleeswond en een brandwond. Paulus tekent zo hoe gemeen de tegenstander wel niet is. Hij probeert mensen te verwonden, 2
en zorgt er voor dat die wonden ook blijvend pijn doen. Jongens en meisjes, jullie hebben vast wel eens je vinger verbrand, toen je tegen een warme pan kwam, of met je vinger tegen de kookplaat kwam of de gaspit raakte. Zoiets doet niet alleen pijn op het moment, maar zo'n verbranding blijft heel lang na zeuren. Dat is waaraan Paulus denkt. Iets wat nog steeds pijn doet. Waar zouden we dan aan moeten denken? Ik denk, gemeente, dat we moeten denken aan iets als 'oud zeer'. Oud zeer is iets wat er in het verleden gebeurd is, vaak in de omgang met mensen: iets lelijks wat tegen je of over je gezegd werd, een ruzie of probleem in de familie of met je kinderen, en dat nooit goed is uitgepraat. Misschien wel omdat een van de partijen dat niet wilde. Oud zeer is een nog openstaande wond. Als je de persoon in kwestie ziet, of als je er weer aan herinnerd wordt, dan wordt er als het ware door de duivel zout gewreven in die wond. En je voelt de pijn weer. Je voelt de boosheid of het verdriet. En die pijn die je voelt, de teleurstelling of boosheid, maakt dat je er niet los van kunt komen. Niets staat geestelijke groei zozeer in de weg als oud zeer. En het is schrikbarend hoeveel oudzeer je ook onder kerkmensen tegenkomt. Brandende pijlen die de duivel afschiet doen erg veel pijn. Ze schrijnen. Wat denkt u, kun je er wat aan doen, als je zoveel last hebt van oud zeer? Ik denk dat we, als het in ons vermogen ligt, we er zeker wat aan moeten doen. Zeker als we zelf de pijn bij iemand hebben veroorzaakt. Als wij iemand hebben pijn gedaan, door onze daden of woorden, dan staan wij de geestelijke groei van de ander in de weg. We zijn er verantwoordelijk voor, dat de ander blijft vastzitten in het verleden. Paulus zegt ergens: houd voor zover dat van u afhangt, vrede met alle mensen. Met andere woorden: doe alles wat in je vermogen ligt, om het met je broeder of zuster goed te maken. Zet de eerste stap. Begin met de ander te vergeven. Want vergeving maakt dat we van de persoon die ons pijn heeft gedaan loskomen. Ja, maar, die ander moet de eerste stap zetten! Hij was fout. Zondag 5 juli 2009 18.30 Petruskerk Woerden
Dat kan best zijn, maar begin er mee de ander te vergeven. Dat is moeilijk, maar niet onmogelijk. Vraag de Here God om kracht, om zelf de eerste stap te zetten. Denk ook aan de Here Jezus. Hij heeft verzoening voor ons bereid, en ook niet gewacht tot we er klaar voor waren. Nee, Hij heeft de eerste stap gezet. Wij vroegen er niet om, maar toch heeft Hij zijn leven gegeven, en ons vergeven. Zijn vergeving mogen wij ontvangen, en van daaruit kunnen wij ook de stap naar onze broeder of zuster zetten. Laat de dingen niet liggen of door sudderen. Dat is voor niemand goed. Dan geven we de duivel te veel ruimte in ons leven. Dan kunnen we niet groeien in onze relatie met de Here God, en ook niet in onze relatie met elkaar. Ik weet, heel goed, dat er soms situaties zijn, die zo moeilijk zijn, dat je gewoon niet weet wat je moet doen. Of dat je slachtoffer bent in plaats van dader. Je wilt het goed maken, maar de ander staat je dat niet toe. Wat moet je dan doen? Een ding moet je niet doen! Zelf geen vurige pijlen naar de ander schieten. Niet de ander met gelijke munt terug betalen. Als je dat doet, dan volg je de methode van de tegenstander van God. Dat maakt meer kapot dan je lief is. Het helpt ook niet. Je groeit er niet van. Wat moet je dan wel doen? Ik denk dat Paulus zou zeggen: gebruik het schild van het geloof. Dat is de enige manier om de pijlen die pijn doen te blussen en van je af te houden. Het schild biedt bescherming. Je moet het oppakken. Het geloof moet beoefend worden. Hoe moeten we ons dat dan voorstellen? Hoe kan het geloof ons beschermen? Het woord geloof in de Bijbel betekent vaak onze relatie met de Here God. We spreken over geloof in de Here Jezus. Dat betekent dat je Hem kent als je Heere en Heiland. Maar geloof kan in de Bijbel ook vertrouwen betekenen. En dat is hier bedoeld. De kanttekeningen van de SV wijzen hier ook op: zij zeggen geloof is hier 'het ware vertrouwen op God door Christus'. Het schild dat de gelovige beschermt, is het geloofsvertrouwen. Het vertrouwen dat wat er ook gebeurt of gebeurd is, de Here God trouw is, en dat Hij Heer is van elke situatie. Het 3
vertrouwen dat Hij weet wat er gebeurd is, en hoe moeilijk je het daarmee hebt. Het vertrouwen dat God je niet loslaat, en dat Zijn Geest je de kracht geeft om verder te gaan. Dat de balsem van Zijn liefde, de pijn in je wonden zal verzachten, ook al verandert er aan de situatie nog niets. Het schild opheffen, is zeggen tegen de Here God: U bent mijn schild, op U vertrouw ik. Ik leg mijn leven in uw hand. Wie zo zijn geloof oefent, mag ervaren dat de Here God het overneemt. Hij zal je verder leiden. Hij helpt je om er doorheen te komen. Om je blik niet langer te richten op de mensen of op de omstandigheden, maar op Hem. Denk maar aan Petrus. Toen hij over het water liep naar Jezus. Toen hij naar beneden keen, naar de golven, naar de omstandigheden waarin hij verkeerde, dreigde hij weg te zinken. Maar zodra hij zijn blik richtte op de Here Jezus, kon hij staande blijven. Daar gaat het dus om: je vertrouwen stellen op de Here God, in de wetenschap dat Hij je dragen zal. Wie zo zijn geloof oefent, geeft de duivel geen poot om op te staan. En dan komen we bij het vijfde onderdeel. 5. De helm van de zaligheid. De helm was voor de soldaat ook erg belangrijk. Ze beschermde namelijk zijn hoofd. Het hoofd is het commandocentrum van het hele lichaam. Zonder je hoofd kun je niets doen. Je hoofd moet beschermd worden. Waarom? Omdat dit de plek is van ons denken en van onze gedachten. De aanvallen van de duivel richten zich daar ook op. Hij probeert het moreel van de soldaten omlaag te brengen. Door hun te doen twijfelen. Twijfelen aan de goede afloop. Of het inderdaad zo is dat de overwinning behaald is. Want wat zie je daar nu concreet van? Inderdaad is dat een moeilijk punt. De wereld ziet er nog zo onverlost uit. De duivel zaait ook twijfel onder de soldaten. Hij stimuleert ze om te deserteren. Om de strijd aar op te geven, en de weg van de minste weerstand te kiezen. En dat zie je ook gebeuren. Het leger van strijders wordt kleiner. Er haken mensen af. Jonge mensen ook. Onze kinderen misschien wel. Dat ontmoedigd ons. We raken aan het twijfelen. Wat is het nut van de strijd? Waarom zouden we moeilijk doen. Het is toch een verloren zaak. Herkent u dat Zondag 5 juli 2009 18.30 Petruskerk Woerden
soms niet, dat je soms de gedachte bekruipt, om handdoek maar in de ring te gooien? Gebed, bijbellezen, wat haalt het allemaal uit? En daar komt ook nog iets bij. De duivel houdt je ook je eigen leven voor. En herinnert ons aan de zonden en fouten die we doen. Ook dat ontmoedigt ons. Haast zozeer dat we hem gaan geloven: nee, inderdaad, mijn leven stelt ook niet zoveel voor. Mijn geloof is inderdaad zwak. En je begint te twijfelen, aan jezelf, aan je geloof, en aan je behoud. Je twijfelt of God je wel in genade wilt aannemen. Niets is zo ontmoedigend als twijfel aan de goede bedoelingen van God. Twijfel is niet goed voor de moraal van de strijd. De duivel weet dat als geen ander. De Here God weet dat gelukkig ook. Dat we kwetsbaar zijn in onze gedachten. Daarom heeft Hij een helm voor ons klaarliggen. De helm van de zaligheid. Die helm is een krachtig wapen in de strijd. Ze verzekert ons dat de overwinning door Jezus is behaald. De zaligheid en de overwinning liggen niet in onze strijd, maar liggen vast, omdat ze verankerd zijn in het volbrachte werk van Jezus. Toen Hij stierf aan het kruis, heeft Hij de overwinning behaald. De overwinning op de zonde, duivel en dood. Die overwinning staat als een huis. Het fundament daarvan kan niemand meer kapot maken. Door het geloof in de Here Jezus, mag je die helm ook opzetten. Mag je weten dat je door God bent aangenomen. Dat je leven met Christus geborgen is in God. Hoef je niet onzeker te zijn over de overwinning. Mag je weten dat je eenmaal mag delen in de eindoverwinning. Ben je verzekerd dat noch dood, noch machten je van de liefde van God kunnen scheiden. Wat de aanklager ook beweert. De zekerheid ligt in God zelf, in wat Hij heeft beloofd. Zet daarom je helm op. Laat je de vreugde in God niet afnemen. Laat je de zekerheid van de overwinning niet afpakken. Wat God beloofd heeft, dat komt Hij altijd na. Als je gelooft in de Here Jezus, mag je straks delen in de toekomst van God. We moeten niet deserteren, maar blijmoedig strijden, onder de kruisbanier van Koning Jezus. 6. Het zwaard van de Geest: het Woord van 4
God. De Romeinen kenden een kort en een lang zwaard. Het lange zwaard was voor de aanval. Het korte zwaard gebruikte men voor het gevecht van man tot man. Ter verdediging. Hier gaat het om dat laatste. De gelovige moet zich op zijn eigen plek verdedigen tegen de aanvallen van de duivel. Hij moet zijn zwaard leren gebruiken ter verdediging. Het zwaard dat de Heilige Geest gebruikt is het Woord van God. De Heilige Geest gebruikt het Woord om ons weerbaar te maken. Toen de Here Jezus in de woestijn werd aangevallen, kon Hij de duivel van zich weren, kon Hij hem tegenspreken, omdat Hij thuis was in het Woord. We moeten de kracht van het Woord niet onderschatten. Daarin staan de beloften van God zwart op wit. Je kunt je verdedigen door die woorden van God in je op te nemen. Door ze in te ademen en eruit te leven. Om die reden gebruikt Paulus hier niet het gebruikelijke woord voor woord. Dat is in het Grieks logos. Hier staat rhema, het gesproken woord van God. Het woord dat uit de mond van God is uitgegaan. En dat door ons wordt ingeademd. Dat helemaal door ons heen gaat. Het is zo belangrijk dat we wonen in het Woord, dat we er helemaal in thuis zijn. Dat is onze beste verdediging. Als in een moeilijke situatie in je leven, thuis met je kinderen, op je werk met je collega's, in de relatie met anderen, de gedachte opkomt: het wordt toch nooit wat. Dat zegt Woord: Wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God. Alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft. Ben je somber en voel je je eenzaam, dan komt een ander woord naar je toe: Zie ik ben met je, alle dagen. De Geest gebruikt het Woord van God om ons de wegen van God te leren. Via het Woord zijn wij tot geloof gekomen. Via het Woord hebben wij hoop gekregen. Laten wij dat zwaard gebruiken. Niet om mensen te verwonden, of ze omver te praten, maar om ons te verdedigen als we worden aangevallen. Psalm 119 zegt het zo: maak in Uw Woord mijn gang en treden vast. 7. Zes wapens geeft de Here God ons met deze wapenrusting. Twee keer zegt Paulus, dat we de gehele wapenrusting moeten aan doen. Alle onderdelen zijn belangrijk. Alleen zo zullen Zondag 5 juli 2009 18.30 Petruskerk Woerden
we als christen kunnen leven in deze tijd. Zo kunnen we standhouden in de vrijheid die Christus voor ons heeft bewerkt, in de overwinning die Hij voor ons heeft behaald. Paulus voegt aan het eind, nog een onderdeel toe. Je zou dat het zevende wapen kunnen noemen. Het is alsof Paulus wil zeggen: hier is uw beste wapen! De wapenrusting betrof vooral de voorkant van de soldaat. Elke soldaat heeft ook rugdekking nodig. Daarom noemt Paulus als laatste het gebed. Met het gebed geven we elkaar als het ware rugdekking. Wat wordt van een christen die gewapend is verwacht? Geen agressie, maar gebed! Het strijden in de wapenrusting zal vruchteloos zijn zonder gebed. Jacobus zegt krachtig: het gebed van de rechtvaardige vermag veel. Zo roept Paulus ons op: Te allen tijde biddende in de Geest. Te allen tijde: dat is bij elke gelegenheid. Iedere situatie in het leven is een gelegenheid voor gebed. Het gaat erom dat we de Here er niet buiten laten. Maar dat wij Hem betrekken bij wat er speelt in ons leven. Bidden, zegt Paulus, of smeken. Soms is ons gebed niet veel meer dan roepen of smeken. De situatie kan soms moeilijk zijn of verdrietig. Maar juist dan is het goed om de weg omhoog te gaan. Om volhardend te bidden. Hoe moeten we bidden? We moeten bidden in de Geest. Wat is dat? Dat zijn geen schietgebedjes op goed geluk, in de hoop dat ze aankomen. Nee, het is bidden in vertrouwen op de Heilige Geest. De Heilige Geest die in ons woont, die met ons mee zucht, met onuitsprekelijke verzuchtingen, en die onze gebeden, hoe gebrekkig ook, brengt daar waar ze wezen moeten: bij de troon van God, voor het aangezicht van de Vader. Bidden in de Geest, dat is je door de Heilige Geest mee laten nemen, voor het aangezicht van de Vader, en voor Hem je hart uitstorten. Bidden voor al de heiligen. Dat zijn de medegelovigen, die net als wij in de strijd staan. Dat ze staande zullen blijven. Dat ze weerstand zullen bieden tegen de methode die de Duivel gebruikt. Bidden in de Geest, dat is bidden om vrijmoedigheid. Dat wij ons door de dingen die er gebeuren niet laten 5
ontmoedigen, maar moed zullen hebben, om goed te spreken van de Here. Het is de Geest die mij doet zeggen: Jezus Christus is Heer. Tot eer van God de Vader. Jezus Christus overwon in de strijd, en daarom zijn wij – door het geloof in Hem – meer dan overwinnaars. Amen.
Zondag 5 juli 2009 18.30 Petruskerk Woerden
6