Zingen: Ps. 30:3 Stil Gebed Votum en Groet Openingstekst En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn. (Mat. 24:14)
Zingen: Ps. 2:1,3 Credo Zingen: Ps. 2:6,7 Gebed om verlichting van de Heilige Geest Schriftlezing: Hand. 17,1-14 Zingen: Ps. 119:53,57 Preek Zingen: Ps. 68:10 Inzameling van de gaven Dankgebed en Voorbede Zingen: Ps. 145:2 Inleiding op de preek Zoals ik aangekondigd heb in het kerkblad, hoop ik te beginnen met een prekenserie over het Koninkrijk van God. Ik kan mij niet herinneren daar ooit een preek over gehoord te hebben en heb het zelf in Nederland ook niet gedaan. Toch is het een thema dat heel centraal is in de Schrift. Dat zal de komende weken wel duidelijk worden. Hoe meer ik met dit thema bezig ben, hoe mee onderwerpen je ontdekt, waar in de prediking vaak geen aandacht aan gegeven wordt. Het thema van de geestelijke strijd, de vrucht en gaven van de Geest, gebed, wedergeboorte, genezing en bevrijding. Thema's die zo centraal zijn in de Schrift, maar die vaak blijven liggen. Het is opvallend bijvoorbeeld dat het thema van het Koninkrijk van God in de Catechismus bijna niet voorkomt. Eigenlijk alleen in de uitleg van het Onze Vader (HC. 48, vr. 123). Vandaag zullen we met dit onderwerp een begin maken. In deze leerdienst, zullen we vooral stil staan bij de vraag: hoe kan de prediking van het Koninkrijk van God in ons leven (persoonlijk en als gemeente) vrucht dragen? Hoe kan onder ons en door ons heen de Here Jezus zijn Koninkrijk uitbreiden? Bij die vragen willen we vanavond o.a. stilstaan. Gemeente van de Here Jezus Christus, 1. Er zijn soms van die vragen die moeilijk zijn te beantwoorden. Als je soms met mensen praat, met ouders over hun kinderen, dat ze je Zondag 8 augustus 2010 18.30 Petruskerk Woerden
dan vertellen dat een van hen de kerk de rug heeft toegekeerd. Of dat ze als ouders merken, dat het geloof hun dochter of zoon niet zoveel zegt. 'Mijn ene kind is heel betrokken op het geloof, gaat altijd trouw naar de kerk, maar de ander doet er niet zoveel aan, het zegt hem niet zoveel'. 'Hoe kan dat toch', verzucht soms menige ouder', 'ze hebben toch allebei hetzelfde meegekregen. We hebben hen christelijk opgevoed. Uit de kinderbijbel voorgelezen. Leren bidden. En toch zien we nu, bij een van hen, dat het niet meer leeft'. Ja, gemeente, dat zijn van die moeilijke, en vaak pijnlijke vragen, waar je soms als pastor, ouderling of gemeentelid, ook geen antwoord op hebt. Je kunt niet in het hart kijken van iemand. Vaak willen ze er ook niet over praten. In het Bijbelgedeelte van vanavond zien we eigenlijk hetzelfde gebeuren. Hetzelfde, maar dan voor een gemeente. De apostel Paulus is op zendingsreis. We hebben daar de afgelopen zondagen over gehoord. Ds. P. Nagel heeft vier preken gehouden over Hand. 16. En nu lezen we dat Paulus, nadat Hij door God in Troas opnieuw geroepen is, zijn zendingsreis vervolgt. En op die tweede reis komt hij eerst in de stad Thessalonica en vervolgens in de stad Berea. En in beide steden doet Paulus wat zijn gewoonte was. Hij gaat op sabbat naar de synagoge. Hij zoekt zijn Joodse broeders en zusters op en verkondigt hen het evangelie. In vers 2 lezen we dat hij dat drie weken lang deed. En in vers 10 lezen we dat Paulus dit ook in Berea deed. We mogen veronderstellen dat de boodschap die Paulus bracht steeds dezelfde was. Waar hij ook kwam, Paulus predikte het evangelie van Jezus Christus. En nu lezen we iets opvallends. In vers 4 staat dat van de Joden in Thessalonica er sommigen geloofden. Er is vrucht op de prediking. Grieken, heidenen van huis uit, komen tot geloof. Ook welgestelde vrouwen. Het evangelie maakt geen onderscheid. Het is voor iedereen. Mannen en vrouwen. Rijken en armen. Joden en Grieken. Er is veel vrucht onder de heidenen, maar in Thessalonica weinig vrucht onder de Joden. En wat voor vrucht is er in Berea? In vers 12 lezen, dat er naast Grieken, er velen uit hen zijn die geloofden. Dezelfde prediking, maar met een 1
verschillend resultaat: in Thessalonica zijn er sommigen van de Joden, in Berea velen. Hoe komt het dat de prediking op de ene plaats weinig vrucht draagt, en op een andere plek veel vrucht heeft? Hoe komt het dat er in Thessalonica weinig en in Berea veel mensen tot geloof komen? Ligt dat aan de boodschap? Als er weinig vrucht is heb je dan als prediker niet echt je best gedaan? Niet de volle waarheid verkondigd? Of ligt het misschien aan de mensen? Is de ene mens nu meer ontvankelijk dan de andere? Dat idee krijg je soms als je met mensen spreekt. De een is nu eenmaal meer religieus ingesteld dan de ander? En daarbij komt nog een andere vraag: kun je er iets voor doen, dat het evangelie meer vrucht draagt, dat er meer mensen tot geloof komen, want dat willen we toch, ook in Woerden? Laten we vanavond, vanuit het Woord, antwoord zoeken op deze vragen. We zullen stil staan bij de boodschap die Paulus bracht. Dat is het eerste punt. Het tweede is hoe die boodschap wordt ontvangen. Wat de houding is van de mensen. 2. De boodschap. Wat is de boodschap die Paulus overal bracht en verkondigde? Dat helder hebben is ook voor ons van belang. Wij moeten in de prediking die accenten leggen, die ook in de prediking van de apostelen centraal stonden. Zij hadden van de Here Jezus zelf een opdracht ontvangen. Vooral Paulus omdat hij de apostel van de heidenen bij uitstek is. Welke boodschap bracht Paulus in Thessalonica en Berea, en op de andere plaatsen waar hij predikte? Laten we eens kijken wat Lucas hierover vertelt. Wat lezen we in vers2 en 3? Paulus sprak met de Joden gezonden uit de Schriften. Handelde, staat hier. In het Grieks: dialogiseerde. Dat was in de synagoge gebruikelijk. Het onderwijs uit de Schrift was geen monoloog, maar een dialoog. Er werden vragen gesteld, antwoorden gegeven. Er was interactie. Dat is een belangrijk aspect van het onderwijs. In een eredienst is dat moeilijk te realiseren. We zijn immers met zoveel mensen samen. Maar dat je met elkaar spreekt over de Schrift is belangrijk. Daarom is het goed als er in de gemeente ook bijbelkringen of huiskringen zijn. Momenten dat je samen spreekt over de Schrift. Paulus deed dat met de Joden. Zondag 8 augustus 2010 18.30 Petruskerk Woerden
2a. Waarover had Paulus het dan? Hij sprak over de Messias, de Christus die moest lijden en opstaan uit de dood. En voegt Lucas er aan toe, dat deze Jezus de Christus is. Paulus had het dus over de Messias, de door God beloofde Redder. Hij deelde met de Joden wat Gods reddingsplan was met deze wereld. Een wereld die in zonde is gevallen en die in handen is van de Boze, de Satan, de Overste van deze wereld. De Joden waren met de term Messias vertrouwd. Het Joodse volk in de eerste eeuw verwachtte ook de Messias. Maar Paulus ging een stapje verder, hij verkondigde ook dat Jezus deze beloofde Messias is. Jezus, de man uit Nazareth is Gods eigen Zoon, die naar deze aarde is gekomen om haar te redden. Hij is de Christus! Dat was de boodschap die Paulus bracht. Wij zouden zeggen, zoals vaak in onze traditie gedaan wordt, het gaat in de prediking om de rechtvaardiging van de goddeloze, hoe God zondaren rechtvaardigt. Zo zegt Paulus dat in in de Romeinenbrief. Dat betekent dus dat in de verkondiging het volle accent valt op het feit dat Jezus de Zaligmaker is. De Zoon van God die gestorven is, die omwille van onze zonden, de toorn van God gedragen heeft, die verzoening heeft gebracht met God de Vader, voor een ieder die gelooft. En vanuit die prediking wordt dan ook een appel op ons gedaan. Een appel om Jezus te aanvaarden. Een appel om ons met God te laten verzoenen. Want de keerzijde kennen we, als we niet verzoend zijn met God, dan kunnen we niet voor Hem verschijnen. Als we ons leven niet aan Jezus hebben gegeven, dan gaan we verloren. De vraag mag ook klinken: heeft u zich al gewonnen gegeven aan de Here Jezus? Is Hij u al te sterk geworden? Hebt u Hem lief, kent u Hem? Een christen moet die vragen kunnen beantwoorden. Tegelijk, gemeente, kan deze boodschap je niet onbewogen laten. Als je beseft, dat deze Jezus, jouw zonden heeft gedragen, kun je dan daar onbewogen onder blijven? Zijn er niet van die momenten, dat je er zo naar verlangt om de Here daarvoor te danken en te loven? Heeft u dat niet, dat u soms verlangt naar woorden, om Hem groot te maken? Dat je er liederen, psalmen zijn die je zingt en die Jezus groot maken? Als het evangelie echt tot je komt, blijf je daar niet 2
koud onder, maar wordt je tot in het diepst van je hart geraakt, wordt je ontroerd, en kan er zoveel vreugde zijn, dat je niet weet hoe je Hem kunt bedanken. Zo zal het in Thessalonica ook geweest zijn. Onder de Grieken en anderen. Diepe verwondering over de liefde van God. 2b. En toch, gemeente, heb ik de vraag naar de inhoud van de boodschap, nog niet helemaal beantwoord. Wat we tot nu toe gezien hebben, is een heel belangrijk aspect van het Evangelie, maar het is nog niet het hele Evangelie. Paulus heeft niet alleen een boodschap gepredikt van Jezus als de Zaligmaker. De verkondiging van het Evangelie omvat ook de boodschap: Jezus is Heer. De Kurios. Degene die alle macht heeft in hemel en op aarde. Dat was ook de boodschap die Paulus in Thessalonica bracht. Weet u, hoe ik dit weet? Dat weet ik uit het vervolg. Er ontstaat oproer in de stad. Er zijn mensen die de prediking niet accepteren. Ze maken stennis en oproer. Ze verspreiden een gerucht door de stad. Ze zeggen tegen de mensen, dat de prediking van Paulus tegen het gebod van de keizer in gaat. Wat was dit gebod van de keizer? Dat er maar een mens in de wereld vereerd mocht worden, en dat was hij. Ze verspreiden een rumoer, en zeggen – zie vers 7 – ze zeggen, dat er een andere Koning is, namelijk Jezus. Dat was blijkbaar ook de boodschap die Paulus had gebracht. Niet alleen dat Jezus de Messias is, de Zaligmaker, maar ook dat Hij Koning is. Heer. Kurios. De prediking van het evangelie omvat die beide kanten: Jezus is Zaligmaker en Heer. Voor de vakantie heb ik gepreekt over Fil. 2:11. In de preek wees ik erop dat er in het NT 16 keer gezegd wordt dat Jezus Zaligmaker is. En wel 600 keer dat Jezus Heer is. We hebben samen gezien, dat wanneer de Here Jezus in ons leven gaat werken, Hij ons allereerst verzoend met de Vader. Maar daar blijft het niet bij, Hij doet er ook alles aan om Heer te zijn in ons leven. Om Diegene te zijn die het voor het zeggen heeft in ons leven. Dat Jezus Zaligmaker is en Heer, dat was de boodschap die Paulus bracht. Waar hij ook maar kwam, had Hij het over Jezus als Koning Zondag 8 augustus 2010 18.30 Petruskerk Woerden
en Messias, als Redder en Heer. Als de apostel Paulus zelf zijn prediking samenvat, als hij vertelt welke boodschap hij nu eigenlijk bracht, dan gebruikt hij de uitdrukking: het Koninkrijk van God. Dat is de term die Paulus gebruikt om zijn prediking te typeren: prediking van het Koninkrijk van God. Een paar voorbeelden. Hand. 19:8. Paulus is in Efeze, en dan gaat hij drie maanden naar de synagoge om hen – zo staat er – te overtuigen aangaande het Koninkrijk van God. Blijkbaar was dat nodig: overtuigen dat Jezus Messias is en Heer. Hand. 20:25. In zijn afscheidsrede in Milete, zegt Paulus: ik heb een bediening van de Here Jezus ontvangen om het evangelie van de genade Gods te verkondigen, en u weet dat ik overal ben geweest met de prediking van het Koninkrijk. De genade van God is dus dat Paulus mocht preken over het Koninkrijk van God. Hij mocht de genade van de grote Koning uitstallen en bekend maken. Slot. Hand. 28. Als Paulus gevangen zit, krijgt hij bezoek, en wat doet hij dan? Aan de mensen die hem opzoeken stelt hij met nadruk het Koninkrijk van God voor. Met nadruk. Dat is waar het dus om gaat. En dan in laatste vers lezen we: En Paulus, predikende het Koninkrijk Gods, en onderricht gevende aangaande de Here Jezus Christus met alle vrijmoedigheid, zonder enige belemmering. Dat is het laatste bericht van Paulus. Tot zijn dood heeft hij gepredikt over het Koninkrijk van God en over de Heer Jezus Christus. Dat wil zeggen over het feit dat Jezus Kurios is, Heer over alle machten, in hemel en op aarde. Wat wil dat dus zeggen? Dat de prediking van het evangelie, prediking is van het Koninkrijk van God. Prediking over de Grote Koning: Jezus die Redder is en Heer. Dat is de inhoud en toetssteen van Bijbelse verkondiging. En dan komen we bij het tweede punt: hoe wil die prediking ontvangen worden? Hoe wordt er op die prediking gereageerd? 3. De houding is heel verschillend. In Thessalonica is er onder de Joden heel veel weerstand tegen de boodschap van Paulus. Opvallend dat deze weerstand, zich niet zozeer 3
richt, tegen de prediking dat Jezus de Messias is, dat Hij moest lijden voor hun zonden, en dat hij opgestaan is uit de dood. De weerstand richt zich op de prediking van Jezus als Heer. Op het feit dat Hij verkondigd wordt als Kurios, als Koning. En op dat laatste willen ze Paulus pakken. Ze proberen er een politieke draai aan te geven. In het Romeinse rijk mag natuurlijk niemand, zeggen dat hij de keizer niet aanvaardt en accepteert. Wat doen ze? Ze pakken dat onderdeel van Paulus' prediking eruit waar ze de meeste moeite mee hadden. Dat Jezus Heer is en Koning. Waarom doen ze dat? Waarom is het juist dit aspect dat zoveel weerstand oproept? Ik denk gemeente dat er twee redenen zijn. Die hebben met elkaar te maken. De eerste is dit: Als je Jezus aanvaardt als je Heer, dan blijft niets in je leven meer hetzelfde. Dan komt Hij misschien wel voor je staan, en zegt tegen je: ga heen verzoen je met je broeder; belijdt je zonde, breek ermee; mag Ik over je tijd beschikken; wat is nu het doel van je leven, je werkt en werkt, maar is er voor Mij ook plaats in je leven; Ik heb je rijk gezegend, maar laat je er anderen ook in delen? Zie je de nood om je heen dan niet? Als Jezus komt, gemeente, dan heeft Hij het recht om zich te mengen in ons leven. En ik kan u verzekeren, dat als Hij zo op ons afkomt, dat dit weerstand bij ons oproept. Diep in ons hart willen we dat niet. We aanvaarden dan misschien nog wel dat Hij onze zonden heeft vergeven, maar veel meer willen we niet uit handen geven. We blijven toch graag op de troon van ons leven zitten. Toch mag Jezus dat doen, want Hij heeft recht op ons leven, geld en tijd. Het gaat niet zonder slag of stoot. In de tweede plaats niet, omdat de Duivel ook dit punt aanvecht. Want als Jezus Heer wordt over ons leven, dan raakt hij zijn zeggenschap over ons leven kwijt. Dan heeft hij het nakijken. De Duivel is er helemaal niet blij mee, dat het in de prediking gaat om de Koningsheerschappij van Jezus. Dat betekent dat hij terrein gaat verliezen. Dus hij doet er alles aan om dit aan te vechten. Hij stookt mensen op. Probeert de prediking en de predikers in diskrediet te brengen. Zo is Hij in de gemeente bezig. Altijd en overal. 4. Maar... de Duivel heeft op een ding niet Zondag 8 augustus 2010 18.30 Petruskerk Woerden
gerekend, want wat gebeurt er als de gemeente weerstand biedt. Als ze tegenstand biedt tegen de Satan? Hoe doe je dat dan? Nou, kijk naar wat ze in Berea doen. Wat lezen we van de broeders en zusters? Hoe reageren zij op de prediking van het Koninkrijk van God? Totaal anders dan in Thessalonica. Er is toegenegenheid. Er is bereidheid te luisteren. En die openheid bestaat hierin dat zij elke dag in de Schrift nagaan of de dingen zo zijn zoals ze verkondigd worden. Dat karakteriseert de houding van Berea. Men gaat aan de slag met de prediking. Het woord dat Lucas gebruikt betekent zoiets als: 'examineren', 'zorgvuldig onderzoeken'. Wilt het Woord en wil de prediking vrucht dragen onder ons, ook in het nieuwe seizoen dat we gaan beginnen, dan is het belangrijk dat we als gemeente en persoonlijk met dat Woord aan de slag gaan. Niet alleen op zondag, maar vooral door de week. Dan kan heel praktisch, door het Bijbelgedeelte nog eens goed te bestuderen, de preek te luisteren of te lezen, en je af te vragen: Here, wat wilt u mij hiermee zeggen. U hoeft niet alles wat er gezegd wordt, klakkeloos te aanvaarden, ook niet in de prediking. Maar u mag er wel op vertrouwen, dat wat voorbereid is, in gebed is voorbereid, dat er knieënwerk aan vooraf is gegaan. We komen hier op zondag niet samen om te oordelen, om datgene te horen wat we graag willen horen, maar om te luisteren wat God tegen ons wil zeggen. Dat vroeg de Here Jezus ook van de 7 gemeenten in Openbaringen: Hoor wat de Geest tot de gemeente zegt. Dat is de weg waarop het geloof gebouwd en gevoed wordt. Hoe meer Het Woord en de prediking ingebed is in gebed en studie van het Woord, hoe meer het voor ons tot zegen zal zijn. Ja er rust zelfs een belofte op: velen dan uit hen kwamen tot geloof. De Here verbindt zijn zegen, waar mensen met het Woord bezig zijn. Dan verkeer je immers in de werkplaats van de Heilige Geest. Hoe meer de Heilige Geest onder ons de ruimte krijgt, hoe groter en belangrijk de Here Jezus voor ons wordt. Dan gaan we samen ontdekken, wat het betekent dat onze Redder, onze Zaligmaker ook Heer is. En dat is de 4
meest bevrijdende boodschap die een mens kan ontvangen. Er was een dominee in New York, die vertelde wat hij deed, om mensen te helpen die moeite hadden hun leven aan Christus te geven. Hij zei dat hij deze mensen altijd meenam naar een groot kantoor in de buurt. In de hal van dit gebouw stond een gigantisch beeld van Atlas. Een jonge man, uit de Griekse oudheid, die als straf de wereld op zijn schouders moest dragen, en daar bijna aan onder door ging. Kijk, zeide dominee, tegen de mensen, zou kun je door het leven gaan. Je kunt proberen de wereld te dragen op je schouders. Je eigen zorgen, en problemen, kun je proberen zelf op te lossen en te dragen. Daarna nam hij de mensen mee naar een kerk, aan de overkant van dit gebouw. De kathedraal van Sint Patrick. In die kerk staat een beeld van Jezus, die zonder moeite de wereld in Zijn hand heeft. Zo maakte ik aan de mensen duidelijk, zei hij, dat wij een keus hebben. Of we dragen de wereld en de last van ons leven op onze eigen schouders. Of we zeggen tegen Jezus. U bent Heer, U hebt alle macht. Hier is mijn leven. Ik geef u mijn wereld, met alles wat daarin speelt, ik leg het in uw hand. Dan zul je het ervaren, wat het betekent dat de Zaligmaker ook je Heer is. Dan zul je kunnen zingen: Hij draagt ons leven dag aan dag, geloofd zij God met diepst ontzag. Amen.
Zondag 8 augustus 2010 18.30 Petruskerk Woerden
5