Zingen Psalm 34:1,2 Stil Gebed Votum en Groet Zingen: Psalm 34:4,11 Credo Zingen: Psalm 115: 5,6 Gebed om verlichting met de HG Schriftlezing: Col. 2:4-15 Zingen: Psalm 66: 5,6 Preek Zingen: Psalm 56:5,6 Inzameling van de gaven Dankgebed en Voorbede Zingen: Gz 12: 1,4,5,6 Zegen
gebeurd. Meestal was het wel leuk geweest. Samen met zijn vrienden had hij met het ouija bord gespeeld. Zo'n spel waarmee je geesten kunt oproepen. Hij had het bord voor het eerst gezien in het huis van een klasgenoot. En toen ze hem uitnodigden leek het hem wel interessant. Af en toe ontvingen ze boodschap voor iemand. Maar deze keer was heel verschillend. Het plankje bewoog over de letters. Zijn naam werd gespeld. 'Je bent een kind van de dood' volgde erop. Anderen moesten erom lachten. Maar het was alsof hij aan zijn stoel genageld werd. Tom wist niet hoe snel hij naar huis moest gaan. De woorden bleven rondzingen in zijn hoofd.
Gemeente des Heeren, Yanet was alleen thuis. Ze was wakker geworden en kon niet meer slapen. Haar hart klopte in haar keel. Ze was geschrokken. Het leek wel alsof er iemand in haar kamer was. Ze opende haar ogen, maar kon niemand zien. Het was alsof er iets zwaars op haar drukte. Ze kon haar armen en benen niet bewegen. Ze wilde schreeuwen, maar er kwam geen geluid uit haar keel. Ze was bang. Wie kon haar helpen? Na 5 minuten had ze het idee dat het weg was. Wat een nare droom. Was het wel een droom? Het leek zo reël. Abner kwam laat uit zijn werk. Hij was moe. Hij had zoveel mensen moeten helpen. Het enige vaar hij naar verlangde was rust. Hij parkeerde zijn auto en ging naar binnen. Zijn vrouw zat achter de tv. Het was rommelig in huis. En daar had hij een hekel aan. Hij voelde zich boos worden. Waarom zetten ze zijn eten niet klaar. Hij was moe. Gisteren hadden ze een woorden wisseling gehad. Financieel liep het niet lekker. Ze konden niet rondkomen. Steeds waren er van die dingen. Hij was het zat dat hij altijd de schuld kreeg. Hij offerde zich toch op. Ze moest ook haar goede kant laten zien. Het maakte hem woedend. Het was niet de eerste keer dat hij haar geslagen had. Hij voelde er zich niet lekker over. Het lukte hem niet zijn boosheid te controleren. Tom was thuisgekomen. Erg van slag. Zijn handen beefden nog. Dit was nog niet eerder
25 November 2007
Drie getuigenissen. Zomaar uit het leven gegrepen. Wat is er met deze mensen aan de hand? Zou een van ons zich in hen herkennen? En misschien nog wel een veel belangrijker vraag? Wie kan deze mensen helpen? Ik doel nu niet op het psychische vlak, maar op het geestelijke. Zou het zin hebben om die dominee uit Middelburg op hen af te sturen. U weet wel die dominee die onlangs in het nieuws is geweest, en die een boek heeft gepubliceerd: Geloven in een God die niet bestaat. Zouden deze mensen geholpen zijn met iemand die zegt dat God niet bestaat. Dat God een naam is die je aan gebeurtenissen geeft. Wat je je daar ook bij voor moet stellen. Zou het zin hebben om een andere dominee te sturen, van een nieuwe beweging die onze kerk rijk is, en die zei: 'Je kunt alleen geloven door te doen alsof God bestaat'. God bestaat, als je gelooft. Ik dacht eigenlijk dat geloof mogelijk is, omdat God bestaat, en niet andersom. Of moeten we iemand op Yanet, Abner en Tom afsturen, die op een studiedag voor dominees zei: als ik preek bijvoorbeeld over het bijbelse verhaal van de bruiloft te Kana, dan preek ik zo, dat de kerkleden die nog echt geloven dat water in wijn is veranderd, mij niet aanvallen. In wat voor wereld leven wij eigenlijk? In ieder geval in een kerk, waarin – zo blijkt uit een onderzoek van 2 jaar terug – 1 op de 6 predikanten niet gelooft in het bestaan van een
Petruskerk 18.30 uur
1
persoonlijke God, en waarin 40% niet gelooft dat de wonderen die in de Bijbel zijn vermeld echt zijn gebeurd.
maan en de sterren, en ook op de mensen op aarde. Machten die de bestemming en het lot van de mensen bepalen.
Wat voor boodschap hebben wij voor mensen die zo verstrikt geraakt zijn in de macht van het kwaad, die in de strijd tegen de zonde, tegen hun karakter telkens weer het onderspit delven?
Je zou vandaag de dag aan de horoscoop kunnen denken. Daarin zit dezelfde gedachte. Het sterrebeeld bepaalt hoe je leven er in de komende tijd uit gaan zien. Je kunt de toekomst aan de sterren aflezen. En verder ook als mensen die niet gelovig zijn tegen je zeggen: het heeft zo moeten zijn. Dat is mijn lot. Zonder dat in verband te brengen met een persoonlijke God.
Wat helpt deze mensen, wat helpt ons nu echt verder? Weet u gemeente, die vraag is een vraag van alle tijden. Ook de apostel Paulus heeft ermee geworsteld in zijn tijd. Juist ook in zijn brief aan de gemeente van Kolosse. Ook daar kwamen de dingen op scherp te staan. Het Evangelie van Jezus Christus was er in al zijn rijkdom verkondigd. Het werk van God, die de mensen getrokken had uit de macht van de duisternis en hen overgezet had in het Koninkrijk van zijn Zoon. (1:13) In Hem hebben wij de verlossing, en de vergeving van onze zonden. (1:14). Maar dat prille geloof was kwetsbaar. Er waren heel veel tegenkrachten opgekomen. Dwaalleraars. Sommigen waren heidenen van huis uit. Gepokt en gemazeld door het Griekse denken. Die juist daar in Kolosse grote nadruk legden op de geestelijke machten die de wereld regeren. Paulus verwijst daar naar in 2:15, als hij het heeft over de overheden en machten. Dan heeft hij het niet over de overheid, zoals wij die kennen uit de politiek. De regering van een land. Nee dan doelt hij op onzichtbare machten. Boze machten die de wereld en de mensen in hun greep hebben. Heel concreet wordt dat in vs.8 genoemd, aan het eind van de opsomming: filosofie, ijdele verleiding, overlevering van mensen, en aan het slot de eerste beginselen der wereld. Over die term gaat het. De eerste beginselen der wereld. In het Grieks: stoicheia. Over die term is veel gepubliceerd. Men dacht aanvankelijk dat het om de elementen ging waaruit de wereld is opgebouwd: aarde, vuur, water en lucht. Of ook wel dat het om de eerste beginselen van het godsdienstig onderwijs ging. Maar steeds meer wordt duidelijk, dat de eerste beginselen machten zijn. Geestelijke wezens die hun invloed uit oefenen op de hemellichamen: 25 November 2007
De gemeente die dus het Evangelie van Jezus Christus had ontvangen, werd belaagd door mensen met een heidens verleden, die het vereren (dat is: in ere houden) en dienen van van die machten belangrijk vonden. Men werd vanuit die kant bedreigd. Maar ook nog vanuit een andere kant. Meer vanuit de Joodse achtergrond. De gelovigen moesten toch zeker ook de joodse regels wat het eten en drinken betreft in de gaten houden. Men kon ook niet om de sabbat en de Joodse feesten heen. Van allerlei kanten werden de christenen uit Kolosse belaagd. En als het geloof nog geen wortel heeft kunnen schieten. Dan is het kwetsbaar. Als het niet gevoed wordt door gezonde prediking. Door studie van de Schriften. Dan staan de mensen open voor allerlei wind van leer. Met als gevolg dat het bevrijdende van het Evangelie ingewisseld wordt voor iets wat de naam Evangelie: goede boodschap, niet kan dragen. En de mensen raken opnieuw gevangen in de slavernij van de zonden en de machten. U begrijpt hoe spannend het was. En hoeveel er op het spel stond. Want als Jezus Christus niet centraal staat, wie staat er dan in het middelpunt. Dat is ook de reden waarom ik op deze laatste zondag van het kerkelijke jaar over dit gedeelte wilde preken. Ik wilde nog één keer stil staan bij wat de kern van het Evangelie is: Jezus Christus en die gekruisigd. Nog een keer stil staan bij wat het hart van het Evangelie is. Want wat is het Evangelie? Paulus verwoordt het zo, in zijn brief aan de Kolossensen: Wat heeft Christus gedaan? Vs.
Petruskerk 18.30 uur
2
15: Hij heeft die overheden en machten, die demonische machten die zich binnen en buiten de kerk sterk maken, die heeft hij uitgetogen. Letterlijk staat er: uitgekleed. In hun hemd gezet. Ontmanteld. Ontdaan van hun dodelijke macht. Toen Hij stierf aan het kruis. Alles en iedereen keerde zich toen tegen Hem. Maar Hij heeft daarover getriomfeerd.
eraan vast. Misschien hebt u dat wel eens gehad, toen u iets kocht of ergens een abonnement op nam. U heeft iets getekend, en nu zit u eraan vast. In Chili was dat heel gebruikelijk. Mensen kochten iets op krediet. Tekenden dan en zaten er vervolgens jaren aan vast. Hoge rentes. Woekerprijzen. Men betaalde soms wel het dubbele.
Het beeld van een veldheer die zijn vijanden overwonnen heeft. Het kruis is een zegewagen. De machten zijn er aan vastgebonden. Als teken van de overwinning van Jezus.
Dat is het beeld wat Paulus voor ogen heeft. De mensen hebben getekend. Ze zijn ergens op in gegaan, en nu zitten ze er aan vast. Waar moet je aan denken? Een paar voorbeelden.
Wat is er gebeurt aan het kruis? In vs. 14 zegt Hij het zo: het handschrift dat tegen ons was, is uitgewist en het is aan het kruis genageld. Toen Jezus daar stierf.
Een jongen die zo maar eens op internet een porno site bezoekt, en daar zo door geboeid wordt en er niet los van kan komen. En van de ene site komt de andere.
En waar denkt Paulus dan aan bij dat handschrift? In onze traditie heeft men vooral gedacht aan de Wet van God, die ons veroordeelt en schuldig stelt voor God. En dat wij aan het kruis daarvan verlost worden. In het formulier voor het HA lezen we over het 'handschrift der zonde' dat door God aan het kruis gehecht wordt.
Zo zit het met verslaving aan de alcohol of aan de drugs. Je begint een keer. Je snuift een keer. En het bevalt. Je weet dat het niet goed is. Maar je voelt de aantrekkingskracht. Of als je achter je tv zit en je bent aan het zappen. En je oog raakt gevangen door wat je ziet. Je doet een keer mee met het ouijabord, en je kunt daarna niet meer slapen. Je bent bang in het donker.
En dat is waar. Ook daarvan worden we door het geloof bevrijd. Maar ik denk dat Paulus nog aan iets anders denkt. Zoveel kennis van de Schrift en van de Wet kon hij immers niet bij de gelovigen in Kolosse veronderstellen. Het woord handschrift: cheirografon, werd toen vooral gebruikt in het handelsverkeer. Wij zouden zeggen een debetnota of factuur. Je maakt gebruik van bepaalde diensten of je koopt iets via internet, en dan komt de rekening en moet je ervoor betalen. Daar zit je dan aan vast. Het is je verplichting om te betalen. De Joden van die tijd dachten dat de Here God van ieder mens een lijst had, waarop Hij alle zonden en schulden bijhield. Maar daar denkt Paulus waarschijnlijk niet aan, want hij voegt er nog iets aan toe. Het handschrift dat tegen ons was, en dan voegt hij eraan toe: in inzettingen bestaande. Het was een document, met bepalingen. Met clausules. Wij zouden zeggen: een document, misschien wel een soort contract, met kleine lettertjes. Het venijn zit in de staart. Als je niet goed leest, zit je 25 November 2007
Je hebt je man of je vrouw bedrogen. Je bent een andere relatie begonnen. Het knaagt. Je weet dat het misschien niet goed is, maar je kunt van hem of haar niet meer los komen. Je voelt je onmacht. Het lukt je niet om je boosheid in de hand te houden. Je agressie. Je reageert het af op de mensen in huis. Op je kinderen. Op je vrouw of op je man. Je relatie komt onder druk te staan. En wat doe je eraan. Loop je ermee door? Is er iemand die er wat aan kan doen, als je worstelt met dingen in je leven die je in je greep houden. Dingen uit het verleden. Je houd vast aan je eigen gelijk. Je probeert je voortdurend te rechtvaardigen. De schuld ligt bij een ander. Nog een keer die vraag vanuit het begin: Wie kan ons helpen? Er is maar één antwoord. Ik weet best dat de Here God soms mensen op onze weg zet om ons te helpen. De Here werkt vaak middels anderen. Maar vanavond wil ik doorstoten tot de kern. Het volle licht valt op
Petruskerk 18.30 uur
3
die Man aan het kruis. Want het handschrift dat tegen ons getuigde. In de SV staat er: dat enigerwijze ons tegen was. Maar eigenlijk is het nog veel scherper. Of zoals de NV het zegt: dat ons bedreigde. Dat handschrift, dat document met die kleine lettertjes. Dat tegen ons was. Dat ons stuk maakt. Waarmee wij gebonden zijn aan de zonde. Aan de verslaving. Aan de kwade machten. Dát is door God genageld aan het kruis. En zó is het uitgewist. De handtekening die wij hadden gezet, waarmee wij ons uitleverden, is uitgewist. Ze staat er niet langer meer. Want God heeft dat wat ons gebonden hield. Genageld aan het kruis. Het is met Jezus ten onder gegaan. Het is – zoals de tekst zegt – uit het midden weggenomen. Uit ons midden weggenomen. Midden uit ons bestaan. Uit ons hart. En uit ons leven. En dát is het Evangelie dat ik u mag verkondigen. Wie u ook bent. Wat u verleden ook is. Uit welke traditie u ook komt. Dat waar u mee worstelt, dat wat u gebonden houdt, daar heeft Jezus mee af gerekend. Toen Hij stierf aan het kruis, heeft God een rode streep gezet door de zonde, de schuld, de dood, de angst, de verslaving, demonische machten, wat u ook maar kunt bedenken. Er is een streep door gezet. De reformator Luther vertelt een keer over een droom die hij had. En in die droom kwam de Duivel op hem af, en liet hem een lange lijst zien, met alle zonden die hij had begaan. Maar Luther pakte die lijst en schreef er met rod epen op: het bloed van Jezus reinigt van alle zonden. Jezus is het antwoord op het probleem waar u mee worstelt. Toen hij stierf aan het kruis is de macht van de zonde en van het kwaad gebroken. Het strafblad vernietigd. De handtekening uitgewist. Door Jezus! En op die man aan het kruis laat Paulus het volle accent vallen. Op Jezus Christus. Op Hem alleen. In de confrontatie met de dwaalleraars van zijn tijd. Gemeente, belangrijk dus dat je Jezus kent. Dat je op Hem je vertrouwen stelt. Heeft u dat ook gedaan? Kent u Hem? Kennen dat is niet 25 November 2007
alleen met je verstand. Het speelt wel een rol, maar geloven gaat dieper. Je kunt nog zoveel dingen met je verstand aanvaarden, maar als het niet doordringt tot je hart, dan ben je niet geholpen. Dan sta je er nog buiten. Daarom zegt Paulus ook in vs. 6. Als je dan Christus hebt aangenomen. Als je Hem hebt lief gekregen. Als je door zijn liefde aangeraakt bent, zodat je niet meer van Hem kunt loskomen. Wandelt dan alzo in Hem. De vrijheid die we als gelovigen mogen hebben, hangt af van de vrijspraak die we in het geloof ontvangen. Maar we kunnen ook terugvallen. Vrijmoedigheid kun je kwijtraken. In de strijd tegen de machten die je leven beheersen, kun je het onderspit delven. En het onderspit delf je op het moment dat je het kruis gaat verlaten. Op het moment dat de Here Jezus op de achtergrond raakt. En als Hij op de achtergrond raakt, dan raak je opnieuw gebonden. Dan komt je weer terug in de slavernij van vreemde machten, van de zonde. Daarom is het belangrijk om de oproep van Paulus ter harte te nemen. Als de Here Jezus belangrijk voor je is, leef dan in verbondenheid met Hem. Wandelt alzo in Hem. Wandelen vandaag de dag is in. Je ziet mensen met stokken lopen. Nordic walking. Het schijnt gezond te zijn voor hart en bloedvaten. Wandelen met Jezus is nog vele malen beter voor al je kwalen. Wandelen, dat is met Hem opstaan, en geen stap zonder Hem verzetten. De dag met Hem beginnen en de dag met Hem eindigen. Dat is heel je bestaan door Christus en Zijn woord laten bepalen. Vandag tot dag. Van stap tot stap je door zijn Geest laten leiden. 'k Zal aan Zijn hand vertrouwend gaan. Die hand geleidt mij veilig. De beste bescherming die je maar kunt bedenken, is dicht blijven bij Jezus. Waarom? Omdat wij in Hem, door het geloof, alles ontvangen wat we nodig hebben. Paulus houdt dat de mensen van Kolosse ook voor. De dwaalleraars hadden Christus een plekje
Petruskerk 18.30 uur
4
gegeven in hun denksysteem. In de visie waarvan ze de gemeente wilden overtuigen. Ze hadden Jezus een plekje gegeven. Hij was onderdeel van hun systeem. Maar Hij was niet het centrum. Wellicht maar een gewoon mens. Misschien geloofden ze wel in Hem als een god die niet bestond. Wie zal het zeggen. Niet meer dan een gewoon mens. Nee, zegt Paulus, in Hem woont de volheid van God lichamelijk. Buiten Jezus hebben wij geen toegang tot God. Het Woord is vlees geworden. Wij kunnen niet om Jezus heen. Dat moeten we vandaag vast blijven houden. Wij geloven in een God die bestaat! Die met het diepste probleem van ons mensen heeft afgerekend aan het kruis. Wat dominees ook kunnen beweren. De God die wij mogen dienen heeft een antwoord gegeven op het probleem waar Yanet, Abner en Tom mee worstelden. Een antwoord op waar wij mee worstelen. Het handschrift dat tegen ons getuigde is genageld aan het kruis. Dat is het Evangelie! Dat is een blijde en bemoedigende boodschap waarmee wij voor de dag mogen komen. Het is een antwoord op de nood die er in vele huizen en gezinnen speelt. Het is licht midden in de duisternis. Het is een kracht van God tot behoud. Wat mensen ook verzinnen of bedenken. Een christen is iemand die staat in de vrijheid van Christus. Wat is je zekerheid als christen in deze tijd? Wat is je enige troost in leven en sterven? Dat ik niet van mijzelf ben. Dat ik geen slaaf ben van een ander of van mijn eigen begeerten. Maar dat ik het eigendom ben van mijn getrouwe zaligmaker Jezus Christus. Dat bepaalt mijn identiteit. Dat zegt wie ik ben. Jezus Christus. Mijn Redder en Mijn God. Amen.
25 November 2007
Petruskerk 18.30 uur
5