Zondag 16 december, 3e advent dienst met HA ds. A.J.Wouda Filippenzen 4: 4-9 Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Een paar verzen uit een brief van Paulus aan de gemeente in Filippi, een klein havenstadje aan een binnenzee, zeker niet groter dan Harlingen, in het zuiden-oosten van Griekenland, op de grens met Turkije. Paulus is blij met de gemeente in Philippi, Paulus verlangt naar de mensen daar terwijl hij ergens in een gevangenis zit. Paulus voelt zich één met hen, voelt zich zeer met hen verbonden, in de liefde van Christus. Die liefde, die eenheid in Jezus geven Paulus een ongekende kracht en een enorme vreugde. Paulus schrijft zijn brief omdat hij bezorgd is. Zoals altijd overal wordt ook in Filippi de eenheid bedreigd; de jonge gemeente staat onder kritiek van waarschijnlijk meer orthodoxe joden die er niet bij kunnen, dit enthousiasme met een beroep op de Geest van God vanwege Jezus Christus. Mensen die allemaal in God geloven en tegelijk elkaar bestrijden – omdat ieder claimt het ware geloof te hebben, het is helaas van alle tijden. Als we dat eens zouden kunnen overwinnen … Als we eenheid zouden kunnen ervaren met alle christenen, verspreid over de wereld, wat een vreugde zou dat geven… Het is het gevoel dat ook ontstaat als het hele gezin compleet is, Alle kinderen, klein en achterkleinkinderen, neefjes en nichtjes bij elkaar. Juist Kerst zet mensen ertoe aan de warmte van familiebanden te ervaren. Wij bereiden ons deze weken voor op Kerst, op de geboorte van Jezus,
de komst van de zoon van God op aarde. We vragen ons af hoe wij Hem zullen ontvangen. Of wij, in ons eigen leven, de koning een plaats bieden, anders dan die toevallige lege voerbak in een stal Vandaag, op deze rose zondag, vangen we al glimpen op van het licht dat in de duisternis doorbreekt. Als je paars mengt met wit krijg je rose. Paars is de kleur van de diepe inkeer, van het eerlijk naar binnen kijken naar je eigen diepste drijfveren en motieven Paars is ook de kleur van lijden in ons persoonlijke leven en in de wereld. Wit staat voor licht; het licht van Christus Vandaag blikken we vooruit naar de komst van het kind, het licht in de wereld. En we verheugen ons, over het kind, het licht, de vredevorst. Vandaag staan we stil bij hoe het zou kunnen zijn in de wereld, bij hoe Jezus gekomen is voor al die mensen aan de rand van de samenleving. Herders, uitschot in die tijd Kwamen als eersten Jezus aanbidden. Jezus heeft het zijn hele leven opgenomen voor zieken, lammen, blinden, bezetenen, hoeren, tollenaars, ja zelfs doden deed hij opstaan. niet voor de gevestigde orde,
niet voor gezonde mensen –die hebben geen dokter nodig – Jezus leerde ons delen, hoe weinig je ook te geven hebt. Vijf broden zijn genoeg voor vijfduizend mensen. We denken dat we blij worden van onze eigen welvaart; een goede baan, een mooie auto, een groter huis. Maar dat meer is nooit vol, het neemt ons in bezit in plaats van dat wij het bezitten. De tekst van vandaag vertelt een ander verhaal: laat de Heer, die wij verwachten, uw vreugde blijven. De Heer is nabij. Het is een valkuil, het denken van vandaag, dat ieder mens voor zichzelf op moet komen, dat ieder mens eigen keuzes moet maken en dat je het aan jezelf te wijten of te danken hebt als het goed met je gaat en je lekker in je vel zit. Iemand vertelde mij eens een droge alcoholist te zijn. Iemand die verslaafd is geweest aan alcohol en in feite nog steeds verslaafd is, want zo gauw er een drup gedronken wordt, is de verslaving weer actief. Deze persoon vertelde zeer sterk te ervaren dat alleen God, de nabijheid van God, hem ervan weerhoudt naar de fles te grijpen. Als het erop aankomt kun je jezelf niet redden. God redt – dat is precies de betekenis van de naam Jezus.
Wees over niets bezorgd, vraag God wat u nodig hebt en dank hem in al uw gebeden. Staan we stil bij alles waarvoor we zouden kunnen danken? Ik lees een boek, een doorgeefboek dat ik zomaar kreeg van de boekhandelaar. Het gaat over een sombere, gelovige vrouw, die veel van het leven te lijden heeft. Ze krijgt het advies van een vriendin 1000 dingen op te schrijven waarvoor ze dankbaar is. Het boek is nog niet uit, maar ik merk dat wanneer deze vrouw openstaat voor de dingen waarvoor ze dankbaar is de zorgen en het leed wat naar de achtergrond verschuiven. Zo werkt het: het leven is niet alleen maar zwart –paars- of wit, alleen grote vreugde of diepe ellende Ze zijn er altijd allebei en het is de kunst, gelovige levenskunst, onze zegeningen te blijven tellen. Door een rose bril te kijken – het leven is niet of paars of wit, maar het mengsel van beide. Als ons dat lukt, door een rose bril de wereld, ons leven, te bekijken, dan zullen we versteld staan van de vrede van God, die met ons blijkt te zijn. Hoe meer we ons leven delen, hoe meer we delen van wat ons toevalt, des te groter zal de vreugde zijn.
Jezus deelt zijn leven met ons; zijn lichaam. We krijgen er straks, in de maaltijd van de Heer, deel aan. Het ene brood dat wij delen, symbool van het lichaam van Christus, bouwt ons persoonlijke lichaam op, voedt ons ieder voor zich, maar verbindt ons ook met elkaar: ieder van ons krijgt een klein stukje van het lichaam van Christus; wij allen samen vormen, als gemeente, het ene lichaam van Christus. Dat we die eenheid als een vreugde ervaren: wij horen bij elkaar en vormen, hoe verschillend en veelkleurig we ook zijn, samen het lichaam van die ene Heer We hebben elkaar veel te vertellen, dus laten we elkaar niet los laten. Ieder hoort erbij en is even waardevol voor God – de minste zelfs het allermeest. Dat wij die vreugde mogen ervaren, die eenheid kunnen beleven; dat er niemand verloren loopt – zich eenzaam voelt… Dat het zo moge zijn, vandaag, de komende weken, alle dagen van ons leven.