141214 17u Groningen Psalm 129
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Het is een heftige Psalm die we lazen. Een Psalm vol verdriet en woede. Met een aangrijpende beeld, dat bij mij erg bleef haken, bezingt de dichter van Psalm 129 wat er gebeurd is, ja steeds weer opnieuw gebeurt: een rug die wordt opengeploegd, een rug waarin diepe lange voren worden getrokken. Wanneer we deze Psalm zingen in verbondenheid met de synagoge, horen we er de vernederingen en de haat in, die Joden in de loop van de eeuwen hebben ondergaan. De heel oude geschiedenis klinkt op. Die van de ballingschap, toen Jeruzalem een eerste keer werd vernietigd, in 587 v Christus. Het wordt weer 70 n Christus toen Jeruzalem opnieuw werd verwoest en 135 nogmaals met daarbij een definitieve verbanning uit het land. De haat die hen overspoelde in christelijk Europa, tijdens hun eeuwenlange ballingschap. De treinen met veewagens vol Joden onderweg naar Sobibor, Auschwitz en al die andere plaatsen waar de waanzinnige haat werd gebotvierd. We zien ze rijden. De onveiligheid die ze nu voelen op allerlei plaatsen in de wereld waar antisemitisme woekert, horen we klinken in dit lied. Dikwijls werd ik gekweld, van mijn jeugd af aan, – Israël, blijf het herhalen – 2 dikwijls werd ik gekweld, van mijn jeugd af aan, Ook in Nederland waar het antisemitisme erg is toegenomen dit jaar. We lezen deze Psalm, die wij als kerk hebben geërfd, ook als de kreet van al die mensen die worden vervolgd omwille van hun geloof in Jezus Christus. [Volgens een recent boek – zwartboek - is het christelijk geloof niet alleen het grootste, maar ook het meest bedreigde geloof. Tussen de 150 en 200 miljoen christenen hebben het moeilijk. Dat varieert van ongemakkelijke situaties tot bedreigd, vervolgd, gemarteld en vermoord worden.] Ik zag een interview met canon Andrew White waarin hij vertelt over zijn ervaringen als priester van de Anglicaanse kerk in Bagdad. Hij vertelt over een man die hem in paniek opbelde. IS
strijders hadden gedreigd zijn kinderen te doden wanneer hij zich niet bekeerde. Wat moet die man doen? Als hij nee zegt, heeft hij altijd verdriet over zijn kinderen. Als hij het wel doet, is hij ook een gebroken man. Hij zei de woorden die van hem gevraagd waren en wist zich geen raad. Hij voelde zich verrader. ‘Houdt Jezus nog van mij?’ Een andere situatie: kinderen onder de 15 kregen ook de opdracht om een gebed tot Allah te spreken. Ze zeiden: ‘Nee, we hebben altijd Jezus liefgehad. Hij is altijd met ons geweest. We kunnen dat niet doen. ‘ Ze werden onthoofd. Met de kerk in Syrië en Irak, met canon White roepen we: ze hebben mijn rug geploegd. Dikwijls werd ik gekweld, van mijn jeugd af aan, – Israël, blijf het herhalen – 2 dikwijls werd ik gekweld, van mijn jeugd af aan, Geen fijne Psalm om te lezen met advent. Het zijn geen mooie beelden die worden opgeroepen. Bederft die Psalm niet onze kerst? Misschien wel de romantiek van kerst. Maar ik denk uiteindelijk dat het omgekeerde gebeurt door deze Psalm. Kerst wordt er juist beter van, dieper wanneer we deze Psalm meenemen naar kerst. Zo is de Psalm namelijk oorspronkelijk bedoeld. Als een lied om het verdriet mee te nemen naar God. Psalm 129 is een lied waarmee je naar God reist. Een pelgrimslied onderweg naar de grote feesten in Jeruzalem. Ook de diepe afgronden van het leven, de zwarte kanten worden meegenomen naar het huis van God. Die feesten van God – en dat geldt ook voor kerst - zijn geen ontsnappingen uit de werkelijkheid. Veeleer is het feest omdat je die rauwe nare werkelijkheid van je leven naar God kunt brengen en in die werkelijkheid een antwoord krijgt van Godswege. De woede, de diepe teleurstelling in andere mensen, is het in deze Psalm. In de volgende Psalm de teleurstelling in jezelf. Het besef van je eigen kwaad en je eigen zonden. Psalm 129 brengt de woede over wat er gebeurd is dus bij God. In die beweging wil de Psalmist ons meenemen. Het is in oorsprong een individuele klacht, die door de zingende gemeente wordt
overgenomen. Iedereen kan zijn/haar eigen verhaal daarin meezingen. Het heeft een heilzame uitwerking. Al zingend zegt de Psalmist (v2): maar ze hebben me niet gebroken. Wel geploegd en gekrenkt, maar niet gebroken. Geestelijke niet gebroken. Je kunt dit zeggen (niet gebroken) wanneer je een adres hebt waar je je woede kunt uiten. Wanneer je geen adres hebt voor je woede, terwijl je je niet kunt verweren, wanneer niemand oog heeft voor jouw leed, ga je kapot. Je laat alle hoop varen. Of, je kun je bijna niet anders dan wrok ontwikkelen. Een diepe haat die weer een uitlaatklep nodig heeft. De spiraal van geweld.. Zien dat God bevrijdt Wanneer God je adres is; wanneer je je woede en verdriet in Zijn huis op zijn feest brengt, valt het licht van Zijn bevrijdend handelen op de ellende die mensen je hebben aangedaan. Juist dat voorkomt dat je breekt of haatzuchtig wordt. Niet gebroken worden, mentaal, kan slechts dan, wanneer je ziet dat je bevrijding geschonken wordt en gerechtigheid. Wanneer je weet dat de mensen met de grote monden en harde handen het niet voor het zeggen blijven hebben. Daarom draait het in de Psalm om de bevrijding. V2 preludeert op vers 4: De HEER, die rechtvaardig is, geeft bevrijding. Hij snijdt de banden van het onrecht door. Hij heeft dat gedaan en zal dat doen. Dat zie je op de feesten waarin je de trouw en de bevrijding van God viert. De oude geschiedenissen van Gods ingrijpen helpen om te zien dat God trouw is en doorgaat. De lezing uit het Nieuwe Testament, het lied van de priester Zacharias vertelt ons van de diepste bevrijding die de HEER, de rechtvaardige, in gang heeft gezet met kerst, met de geboorte van Jezus. Zacharias zingt over die bevrijding. Zijn eigen leven kende ook sporen van vernedering. Het ‘doorsnijden van de riemen van de drijvers’ klinkt bij hem zo: 69 Een reddende kracht heeft hij voor ons opgewekt uit het huis van David, zijn dienaar, 70 zoals hij van oudsher heeft beloofd bij monde van zijn heilige profeten: 71 bevrijd zouden we worden van onze vijanden,
gered uit de greep van allen die ons haten. … 74 ontkomen aan onze vijanden, hem zonder angst (zouden) dienen, 75 toegewijd en oprecht, altijd levend in zijn nabijheid. Kerstfeest is het feest waarop we vieren dat God bevrijdt in de gestalte van een mens. Hij is de Rechtvaardige Heer. Zo heeft Hij zich gemanifesteerd tijdens zijn eerste komst. Als de Bevrijder van angst en bestrijder van onrecht. Dat geeft hoop! Het bijzondere van kerst is dat God die bevrijding bewerkt door zelf kwetsbaar te worden; door het lot van de slachtoffers van geweld te delen. Zijn rug is geploegd. Ze hebben Hem onrechtvaardig behandeld, in zijn gezicht gespuugd. Hij heeft een onrechtvaardig proces gehad. Hij is gemarteld, letterlijk hebben ze zijn rug opengeploegd met gesels. Hij is gedood. In die weg van de Bevrijder zitten diepten die we niet meteen kunnen bevatten. Voor vanavond is het genoeg dat we beseffen dat Zijn lijden over ons lijden heen valt; dat we zo zien dat Hij ons verdriet, de pijn, de angst, heel goed kent. Bij het kerstkind zijn onze boosheid en gekwetstheid op de goede plaats. Juist omdat Hij het zo goed kent en met innerlijke barmhartigheid bewogen is, weten dat dat Hij daarvan zal bevrijden, zoals Zacharias zingt. Vertrouwen op de rechtvaardigheid van God Het gehoord zijn en de hoop op de bevrijding door de rechtvaardige en machtige God werken ook nog iets anders uit. Het slot van de Psalm laat daar iets van zien. Natuurlijk zijn dat heftige woorden. Maar de metafoor van de mislukte oogsten sluit naadloos aan op het ploegen. Er spreekt het vertrouwen uit dat de mensen die ploegen in onrecht niet zullen oogsten. Dat die weg van onrecht doen geen vruchten draagt. Meer dat het vertrouwen dat God rechtvaardig is en de kwaaddoeners niet zal zegenen, is het niet. Het besef dat God de Rechtvaardige bevrijding brengt, behoedt voor wraakzuchtigheid. Het is niet meer dan de wens of de
verwachting dat kwaaddoeners precies zullen krijgen wat ze hebben uitgelokt. Door je boosheid mee te nemen naar God wordt het gelouterd. Niet de wraak, maar het in handen van God leggen en erop vertrouwen dat God gerechtigheid brengt. Zo kan religie nooit een bron zijn van geweld. Goede religie, goede godsdienst, godsdienst waarin God goed is, kan dat niet. Dat is het begin van een weg van vrede. Soms loopt die al verder: Israelische ziekenhuizen behandelen en verplegen bijvoorbeeld ook Syriers, die hun vijanden zijn. Daarmee weerspiegelen ze het karakter van God. Andrew White werkt bij een organisatie voor hulp/verlichting en verzoening. In Jezus’ naam het goede doen in een vijandige omgeving. Wanneer we meer meenemen naar kerst, kan kerst ook een diepere dimensie van bevrijding krijgen en wordt de weg van de vrede beter begaanbaar. In de verwachting dat Immanuel, God met ons, zeker zal komen. Amen