Geliefde gemeente van onze Heer, Jezus Christus, 1. Vandaag verwelkomen wij Loïs bij ons in de kring mensen rondom Jezus. Een kring met een rare gewoonte. Waar ter wereld mensen in Jezus’ naam bijeen komen, doen ze dat. Ze geven een beker met wijn aan elkaar door. Dat doet de kring mensen rondom Jezus. Zo ook hier. Ook wij gaan zo meteen een beker met wijn met elkaar delen. De Heer zelf heeft ons geleerd dat te doen. Deze beker met wijn staat voor iets groters. Het verwijst naar een werkelijkheid die erachter ligt. En door samen uit deze beker te drinken, vieren we dat wij deelhebben aan deze werkelijkheid. Het klinkt misschien vaag. Maar eigenlijk is het dat niet. Als jij met je vrienden een terrasje pakt, drinken jullie bijvoorbeeld op jullie vriendschap. En door zo samen ‘op jullie vriendschap’ te drinken, wordt die vriendschap bevestigd en verstevigd. Wie voelde er op dat moment van drinken niet net even wat extra vriendschap met een vriend toen hij zei: “Op onze vriendschap. Omdat ik blij ben vriend van jou te zijn!” Dat pilsje is daarmee een zeer bijzonder pilsje. Het is werkelijk speciaal bier geworden. Het is bijna geen pils meer, maar de vriendschap zelf. Dit zijn zeer mooie momenten. Een moment waarop er meer gebeurd, - ja meer is -, dan alleen ff wat drinken. Hetzelfde geldt voor het samen drinken van zo meteen. Dat is ook meer dan ff wat drinken. Zoals de woorden van je vriend het pilsje bijzonder maakt. Zo maken de woorden van Jezus de beker met wijn speciaal. Bij de laatste Pesachmaaltijd die Jezus voor zijn lijden genoot met zijn leerlingen, gaf hij met zijn woorden betekenis aan de beker met wijn. Ook aan de beker waar wij zo meteen uit zullen drinken. Vanmorgen wil ik op deze woorden focussen. Met het doel dat de wijn zo meteen extra aangenaam smaakt! Mag vooral de werkelijkheid waaraan deze beker je deel geeft je levensvreugde zijn!
2. De vorige keer legde ik uit dat de woorden bij de beker pas echt tot hun recht komen als je er oog voor houdt dat ze bij een Pesachmaal gezegd werden. We zagen toen dat er bij zo’n Joodse maaltijd vier bekers met wijn gedronken werden. Elk om een onderdeel van de bevrijding van Israël uit Egypte te gedenken en te vieren. Ze gebruiken daarbij de beloften van de Heer uit Ex. 6:6-8. Maar, we zagen toen dat de Heer in Ex. 6 vijf beloften doet. Waarom dan maar vier bekers met wijn? Omdat de vijfde belofte naar de beleving van de mensen uit Jezus’ tijd nog uitstaande was. De landbelofte. Maar ze konden het toch niet laten en de belofte vergeten. Nee! Daarom schonken ze wel een vijfde beker met wijn in. Maar pas na de maaltijd. Het was de beker van na de maaltijd. Die werd wel ingeschonken, maar bleef onaangeroerd staan. Niemand dronk eruit. Het is de zogenaamde beker van Elia. Een beker die de tafelgenoten bewust maakte van hun verwachting. Niet alles wat God beloofd heeft was al werkelijkheid geworden. Er was nog iets uitstaande. Pas als Elia komt, zou ook deze belofte waarheid worden. Dan zouden ze het land in bezit nemen en helemaal vrij zijn van welke overheersing dan ook. Kortom: het koninkrijk van God zou dan aanbreken. En dan, als dat zover is, zou de beker na de maaltijd gedronken kunnen worden. Wat doet Jezus bij deze Pesachmaal? Wel, hij pakt uitgerekend de beker van na de maaltijd! De beker voor als het koninkrijk aan zou breken. En Hij laat zijn leerlingen uit deze beker drinken. Drink! Drink allen eruit! Na eeuwen van onaangeroerd blijven staan op tafel, is de tijd daar. Jezus vindt dat de tijd is aangebroken dat het leeggedronken mag worden. Hiermee neemt de Here een voorschot op de dag erna. Want dan aan het kruis, toen Jezus wist dat hij alles volbracht had, roept Hij: ik heb dorst. Hij krijgt azijn te drinken, de vrucht van de wijnstok. En met het drinken van de azijn, verklaart Jezus dat het Koninkrijk van God aan is gebroken. Hij had toch gezegd niet weer van de vrucht van de wijnstok te drinken, voordat het Koninkrijk is aangebroken?
Nu is het aangebroken en hij riep “Het is volbracht!”. Hij boog zijn hoofd en gaf de geest. Toen op Golgotha brak het Koninkrijk van God aan. Na alle eeuwen wachten. Vanaf toen kan de kring mensen rondom Jezus óók de beker na de maaltijd pakken en leegdrinken. De Heer dronk de zure azijn, voortaan drinken zijn leerlingen de zoete wijn. De wijn van de vreugde dat het langverwachte Rijk van God is aangebroken. Met het doorgeven van de beker, vieren wij dat we leven in het Koninkrijk van God. Het rijk van vrede, vergeving van zonden en eeuwig leven. Dit is even in het kort de spannende achtergrond bij de beker met wijn die wij hier drinken. In mijn vorige preek werk ik het wat uitgebreider uit, deze kun je vinden op de website van de kerk (gkvlisse.nl).
3. Laten wij dan nu kijken naar wat de Here Jezus precies zei bij deze speciale beker. Volgens Lucas was dat: “deze beker is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt.” Ook Paulus neemt dit bekerwoord over als hij in 1 Kor. 11 één van de eerste kerken leert Avondmaal te vieren. Wanneer wij zo meteen de beker aangereikt krijgen en eruit drinken wordt er iets aan ons bevestigd. Namelijk dat wij in iets nieuws leven. Een nieuw verbond. En dat dat nieuwe verbond gesloten is door Jezus’ bloed. Om met dat laatste te beginnen. Gesloten in het bloed van Jezus. Dat verwijst natuurlijk naar zijn lijden en sterven aan het kruis. Toen, daar-en-dan is dit verbond gesloten. Drinken uit de beker is dus onderdeel zijn van iets dat nu al bestaat. De kring mensen rondom Jezus gedenkt niet alleen het verleden, verlangt niet alleen naar de toekomst, maar viert net zo goed het leven in het hier en nu. Waarom legt Jezus de nadruk op zijn bloed? Hij kon natuurlijk ook zeggen: door mijn dood. Jezus noemt zijn bloed, om zo de diepere betekenis van zijn dood duidelijk te maken. Bloed staat in Israël gelijk aan leven. En omdat God de bron van al het leven is, is bloed zeer heilig. Daar blijf je als mens vanaf. Het mag alleen gebruikt worden voor de offerdienst. De offerdienst was het geschenk van God aan Israël om de aller-kostbaarste relatie die er bestaat te onderhouden. De relatie tussen God en mensen. Slechts voor het onderhouden van deze relatie mochten mensen bloed gebruiken. Er moest daarom op een manier een band zijn tussen het offerdier en de offeraar. Het bloed van het dier stond namelijk voor het bloed/het leven van de offeraar. Als mensen God werkelijk ontmoeten, dan willen zij als reactie hem het kostbaarste geven. En dat is hun leven. Omdat ze zo dankbaar, verwonderd of vreugdevol zijn. Of omdat ze zich zo schuldig voelen. God ontmoeten roept bij Israël dan ook steevast de reactie op: wie kan u zien en blijven leven? Mensen die God ontmoeten, of maar een beetje grijpen wie God is, willen hun leven voor hem geven. Maar, dat wil God niet. De Heer wil niet dat mensen hun leven of dat van anderen letterlijk geven.
Maar erkent het wel: inderdaad een mens kan niet bij mij komen zonder zijn leven te geven. Daarvoor ben ik te heilig en de mens te zondig. En toch horen we bij elkaar. Dat er toch relatie mogelijk is tussen deze heilige God en de zondige mens, was een diep wonder. En een groot bron van verwondering voor Israël. En om altijd zeer bewust te blijven van dit wonder, gaf God Israël het middel van de offers tot geschenk. Om stil te worden bij de kostbaarheid van deze relatie: het kost leven, bloed. Maar niet mijn eigen bloed, maar dat van een dier aan wie ik mij verbonden heb. Jezus wijst op zijn bloed, omdat het dezelfde betekenis heeft als het bloed van zo’n offerdier. Hij geeft – als Zoon van God - namens het hele menselijk geslacht zijn leven als volmaakte offer. Een volmaakt offer waardoor de relatie tussen de heilige God en de zondige mens zo goed en volmaakt is dat er diepe vrede is tussen beide. Een vertrouwdheid als tussen een liefdevolle vader en zijn zoon, of als tussen een goede herder en het lammetje op zijn schouders. Wie nu door Jezus tot God komt, mag dan ook zó ongelooflijk vrijmoedig tot de Heer naderen. Ja, echt, je mag in Jezus’ naam tot de Heer komen zoals je bent en hem alles vragen. Niet cheap-cheap, beetje achteloos goedkoop, nee het kruis herinnert je continu aan hoe bijzonder en kostbaar deze vrijmoedige en vertrouwde relatie is.
4. Jezus zegt dat door zijn bloed een nieuw verbond gesloten wordt. Dit herinnert zijn leerlingen ongetwijfeld aan het verbond dat de Heer bij de Sinaï met Israël had gesloten. Dat verbond werd bevestigd door een ritueel waarbij bloed van een vredeoffer over Israël gesprenkeld werd. Mozes zei daarbij: “met dit bloed wordt het verbond bekrachtigd dat de Heer met u heeft gesloten door u al deze geboden te geven.” Voor Jezus en zijn leerlingen is dit verbond het verbond dat ze kennen. Alleen wisten ze ook dat Israël dit verbond verbroken heeft door stelselmatig en keer-op-keer niet de geboden na te leven. We lazen hoe Jeremia dat ook letterlijk zo onder woorden bracht. “Zij hebben dat verbond verbroken, hoewel ze mij toebehoorden.” Maar Jeremia vertelt ook dat de Heer nooit en te nimmer Israël kan verwerpen. Dit zegt de Heer, die de zon heeft gemaakt als het licht voor de dag, De maan en sterren als de lichten voor de nacht, Die de zee opzweept, zodat de golven bruisen, Wiens naam is Heer van de hemelse machten: Pas als deze orde ophoudt te bestaan – spreekt de Heer – Bestaat ook Israël niet meer, Is het niet meer voor altijd mijn volk. Daarom is het goede nieuws van Jeremia aan Israël: Er komt een nieuw verbond. Niet: laat maar zitten dat stelletje mensen. Maar: ik maak er een nieuw verbond van. Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en het in hun hart schrijven. Dan zal men elkaar niet meer hoeven te onderwijzen met de woorden: “leer de heer kennen”, want iedereen van groot tot klein, kent mij dan al. Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan. Op de vooravond van zijn lijden, kondigt de Heer Jezus dit nieuwe verbond aan. Het Sinaï-verbond is door Israël verbroken. Maar, de Heer gaat door. Hij geeft niet op. Maar richt een nieuw verbond op. Niet door het bloed van stieren. Maar door dat van zijn Zoon. Zo meteen drinken wij een beker met wijn. Dat doen wij als kring mensen rondom Jezus. Wij vieren de werkelijkheid waarvoor de beker staat.
Namelijk dat het Rijk van God is aangebroken in Jezus, toen hij alles volbracht had aan het kruis. En dat wij door zijn bloed leven in het nieuwe verbond. Het verbond dat gekenmerkt wordt aan volkomen vergeving van zonden en een leven waarbij de Heer door zijn Geest zijn liefde, zijn trouw, zijn wil en zijn wetten in ons hart schrijft. Moge de Heer ons allemaal, groot en klein, vervullen van de heilige Geest. Het grote geschenk van het nieuwe verbond. Geliefde gemeente van de Heer, Drink de beker en vier deze nieuwe werkelijkheid waaraan wij in Jezus deel hebben gekregen. Vergeving van al onze zonden. Vrede met God. Eeuwig leven. Gelukkig de gemeenschap die dit mag vieren. Gelukkig is Loïs die vanmorgen door de Heer bij deze gemeenschap is ingelijfd. Serieus, het is zo mooi om bij de Heer te horen! Amen.