zondag 1 juni 2014 Welkom Kaarsen aansteken Terwijl de tafelkaarsen worden ontstoken zingen we ‘O vlam van Pasen’, NLB 637: 1 en 4
4. Ziehier het licht van lange duur, ziehier de Zoon, de zon, het vuur; o vlam van Pasen, steek ons aan – de Heer is waarlijk opgestaan! 1
Bemoediging en drempelgebed V Onze hulp is in de Naam van de Heer G Die hemel en aarde gemaakt heeft V Die trouw blijft tot in eeuwigheid G En nooit loslaat het werk dat zijn hand begonnen is. Lied: Wijs mij de weg naar het land (Lied naar psalm 16) tekst Harrie Beex; muziek Floris van der Putt koor: Wijs mij de weg naar het land van het leven. Vreugde in overvloed leeft in uw land. Geluk voor altijd ligt in uw land. allen:
koor: 1. Help mij Heer, ik zoek hulp bij U, ik geef U mijn woord, Gij zijt mijn God. Gij zijt mijn erfdeel, mijn hoop alleen, Gij houdt in uw hand mijn leven vast, mijn leven vast. Refrein 2. Om uw hulp wees gezegend, Heer, de lange nacht lang ontroert Gij mij.Op U vertrouw ik van dag tot dag, ik tegen U aan dan val ik niet, dan val ik niet. Refrein 3. Ik zeg U dank en zing U toe, mijn hele bestaan zal veilig zijn. Gij zet vrienden niet aan de kant, Gij laat ze niet in 't dode land, in 't dode land. allen:
2
Groet De Heer zij met u Ook met u zij de Heer Kyriegebed Lofprijzing: ‘NLB 704: ‘Dank, dank nu allen God’ 1. Dank, dank nu allen God met hart en mond en handen, die grote dingen doet hier en in alle landen, die ons van kindsbeen aan, ja, van de moederschoot, zijn vaderlijke hand en trouwe liefde bood.
2. Die eeuwig rijke God moge ons reeds in dit leven een vrij en vrolijk hart en milde vrede geven. Die uit genade ons behoudt te allen tijd, is hier en overal een helper die bevrijdt.
3. Lof, eer en prijs zij God die troont in ’t licht daarboven. Hem, Vader, Zoon en Geest moet heel de schepping loven. Van Hem, de ene Heer, gaf het verleden blijk, het heden zingt zijn eer, de toekomst is zijn rijk. Inleiding op de dienst Lied: Jij die voor alle namen wijkt
tekst: Huub Oosterhuis; muziek Genève
3
2. Geen veilig pad om langs te gaan geen plek geen been om op te staan geen rots om op te bouwen. Geen bron die uit de rotsen breekt geen bloed dat stuwt, geen hart dat spreekt, geen ziel om in te schouwen. Geen gulden regel, rond getal geen laatst gericht in dit heelal onwrikbaar onbewogen. Maar mensen die verminkt en klein ontheemd ontkend toch mensen zijn roepend om mededogen. 3. Roepende stilte, verre stem, als jij bestaat, besta in hen, in mensen in ons midden. Wees onbestaanbaar ongehoord, besta in mij, onvindbaar woord niet god die wij aanbidden. Jij die mij kent, jij die mij boeit ik die jou jij noemt onvermoeid en nog niet kan vergeten, zouden wij ik-en-niemand zijn ontheemd ontkend ontroostbaar zijn en van elkaar niet weten? 4
Gebed bij het openen van de Bijbel Gesprek met de kinderen Tekst: ‘Wie jou wou zien’ Lied: Levend Woord tekst: Hildegard van Bingen / Jannet Delver; muziek: Mariëtte Harinck 1 koor; 2 allen
1 koor; 2 & 3 allen
Lezing: Johannes 17, 1-13 Lied: Gij zijt voorbijgegaan
t: Huub Oosterhuis; muz.: Jean Tabourot
5
2. Gij zijt voorbijgegaan, een voetspoor in de zee. Gij zijt te ver gegaan, Gij zijt een mens te veel. Gij zijt voorgoed. Gij zijt verborgen in uw God. Geen stilte spreekt U uit, ondenkbaar is uw dood.
3. Gij zijt voorbijgegaan, een vreemd bekend gezicht, een stuk van ons bestaan, een vriend, een spoor van licht. Uw licht is in mijn bloed, mijn lichaam is uw dag, ik hoop u tegemoet zolang ik leven mag.
Welke regel in de tekst van het lied ‘Gij zijt voorbijgegaan’ past bij uw/jouw geloof/levenswijze? 6
Uitleg en verkondiging Lied: Tussen de tijd tekst: Jannet Delver; muziek: Tom Löwenthal
1. Tussen de tijd in woorden en gebroken zinnen klinkt zacht in mij aanhoudend door mijn botten heen tot in het diepste ruggemerg en daar nog boven een zin van ragfijn draad omspoeld ik zal er zijn. 2. Op zilte toon is deze naam vanuit mijn binnen verwarmd, omhuld, gekoesterd en door mij bevraagd dan weer ontkend, als was het allemaal gelogen aan het geweten weer ontsnapt los, vogelvrij 3. Dan zie ik jou in flarden en in volle zinnen diep koningsblauw daar in de verte bij de einder lopend op blote voeten en door water zo zoek ik mij een weg naar jou: Ik zal er zijn Collectes: 1. Diaconaat en Apostolaat
2. Pastoraat
De kinderen komen terug uit de nevendienst Dankgebed, voorbeden, afgesloten met het gezamenlijk bidden van het Onze Vader Onze Vader, die in de hemelen zijt, Uw naam worde geheiligd; Uw koninkrijk kome; Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood; en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren; en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen 7
Slotlied: Hoe verder onze ogen reiken (Lied van het land) tekst: Huub Oosterhuis; muziek: Antoine Oomen
2. In zoveel woestenij gevangen begraven wij ons diepst verlangen: dat ooit een land van licht zal zijn, een stad gegrond op recht en rede, een hart dat weet, een huis van vrede wij zouden daar geboren zijn. 3. Hoog land zo ijl zo weggezwegen naar jou toe dwalen al mijn wegen uit diepten waar geen voeten gaan. Hoe zou ik ooit jou niet behoren. O stem geklonken in mijn oren nog onvergeten, onverstaan. Wegzending en Zegen
Gezongen amen.
Voorganger: Erica Hoebe-de Waard m.m.v. het Johanneskoor o.l.v Mark Walter, piano: Erik Onnink 8