Wordlist The following wordlist contains Dutch vocabulary from Lessons 1 – 65 in ‘Dutch for English-speaking Expats’. The English translation is strictly in context. This allows the learner to complete the exercises without the help of a dictionary, however, for more vocabulary information and examples, we recommend a bilingual and/or monolingual dictionary (see Foreword). Dutch irregular nouns are indicted in brackets. Irregular word stress is underlined.
de de de
zich
de de de de
het de de het de
de de het
de de de de de het de de de het de
aan aanbevelen aanbeveling aanbieden aanbieding aandacht aandringen aangaan aangenaam aangeven aangezien aan het ... zijn aankleden aankomen aankomend aankomst aanleiding aanmelding aanmerking – in aanmerking komen (voor) aannemen aanpakken aanpassen (aan) aanraken aanrecht aansluiting aansprakelijk aansprakelijkheid aanstaande aantal aantekening – aantekeningen maken aantrekkelijk aanvaarden aanvang aanvankelijk aanvraag aanvraagformulier aanvragen aanvullend aanwezig aanzienlijk aard aardappel aardbei aardig aardrijkskunde ABN AMRO abonneren (op) absoluut accent accepteren accijns accommodatie accountant accountantsexamen accounting ach
to; on; at to recommend recommendation to offer offer attention to insist; to urge to enter into pleasant to indicate; to pass considering to be ... +ing to get dressed to arrive this coming (e.g. day, week, month, etc.) arrival reason; cause notice; enrolment – to be eligible (for); to qualify (for) to accept; to assume to deal with; to tackle; to take on to adapt (to) to touch kitchen counter connection liable liability this coming (e.g. day, week, month, etc.) amount (of) note – to take notes attractive to accept commencement initial(ly) request request form to request; to apply (for) supplementary present considerable; substantial nature; character potato strawberry nice; kind geography (name of major Dutch bank) to subscribe (to) absolute(ly) accent to accept excise (tax) accommodation accountant accountancy exam accounting (interjection – see Bijlage 7 (section 28)
-1-
de de de de de de de
het de de het de de de
de
de
het
zich de de
de de het de het de de
acht achter achteraf achtergrond achterhalen achterkant achterlaten achternaam achterstand achttien actie actief activeren activeringscode activeringslijn actueel A'dam adembenemend adres adreswijziging adsl–verbinding advies adviseren adviseur af afd. (afdeling) afdeling afgaan afgelopen afgeprijsd afgesproken afhalen afhangen (van) afhankelijk (van) afkrijgen afleiden (van) afleiding afleren afmaken afnemen afrekenen afronden afspraak afspreken (met) afstammen (van) afstandelijk afstapje – Let op het afstapje! afstemmen (op) afstuderen aftekenen afvragen afwachten afwas afwasmachine afwassen afwisselen afwisselend afwisseling afzeggen agenda akkoord akte al alarm Albert Heijn alcohol algemeen allang alle allebei
eight behind afterwards; looking back background to find out back to leave behind surname backlog eighteen action active(ly) to activate activation code activation contact telephone number current; up–to–date (abbreviation of ) Amsterdam breath–taking(ly) address change of address broadband connection advice to advise consultant off department department to go off last (e.g. Saturday, week, month, etc.) reduced (in price) agreed to go and pick up; to fetch to depend (on) dependent (on); depending (on) to finish; to get done to distract (from) distraction to break a habit; to unlearn to complete; to finish to decrease to pay the bill to round off appointment; date; engagement to agree to meet up (with) to derive (from) distant; aloof step – Mind the step! to align (to); to attune (to) to graduate to sign off to wonder to wait (for) washing–up dish washer to do the washing–up to alternate alternating variety to cancel organiser; appointment book agreed; agreement certificate; deed; act already alarm (name of Dutch supermarket chain) alcohol general for a long time all both
-2-
de
het de de de de het
de het het de de het het het de de de de het het de de de de het de de de
het de de de het
alleen allemaal allerlei alles allesbehalve alp als alsjeblieft alsmede alsof alstublieft alternatief altijd alvast ambassade ambulance Amerikaan Amerikaans amper Amstel Amsterdam ander anderhalf anders anders andersom annuleren annulering antwoord antwoorden apart apenstaartje apk–keuring apotheek apparaat appartement appelgebak appeltaart april arbeidsovereenkomst architectuur Ardennen argument arrangement arrogant assistent attenderen (op) attent attentie – ter attentie van (t.a.v.) atv–dag (arbeidstijdverkorting) auditor augustus Australië Australiër Australisch auto automaat automatisch autorijden autoritair avondeten avondspits avontuurlijk Azië baan baby bad
only; alone all all sorts of everything anything but; far from it alp if / when please; there you are (informal) as well as as if please; there you are (formal) alternative always in the meantime; just; now embassy ambulance American (male) American (adjective) scarcely; hardly (name of river running through Amsterdam) (capital of the Netherlands) other one–and–a–half different otherwise the other way round to cancel cancellation answer to answer separate @ annual motor vehicle test chemist’s (for prescription medication) machine; appliance; apparatus apartment apple pie apple pie April employment agreement architecture The Ardennes (mountains in Belgium) argument arrangement; package deal arrogant assistant to point out; to draw attention to thoughtful – to the attention of (Attn.) rostered day off (reduction of working hours) auditor August Australia Australian (male) Australian (adjective) car ATM cash machine automatic to drive (a car) authoritarian evening meal; dinner evening peak–hour adventurous Asia job; laneway (road) baby bath
-3-
de
de de het
het de de het de de de de het zich het het het de het het het de het het
badkamer bah bakken bakker bal bal balen - Ik baal als een stekker. - Dat is balen! balkon band bang bank bankafschrift bankpas bankrekening baren – Oefening baart kunst. basis batterij beantwoorden bed bedankt bedenken bedenken bederven bedienen bedrag bedriegen bedrijf bedrijfsresultaat bedrijfswinst beeld beest – de beest uithangen beetje begane grond begin – aan het begin (van) beginnen beginsel begrijpelijk begrijpen
het
begrip behalen behalve behandelen beheersen
de
behoefte behulpzaam beide bekend bekennen bel belachelijk belang belangrijk belangstelling belasting belastingdienst belastingontduiking belastingregeling belastingwetgeving Belg België Belgisch bellen beloven bemoeien (met)
de het de de de de de de de
zich
bathroom (interjection – see Bijlage 7 (section 28) to bake baker ball (sports object) gala ball to be fed up - I’m really peeved. - What a bummer! balcony ties afraid bank (financial); couch (furniture) bank account statement bank card bank account to bear – Practice makes perfect. basis; basic battery to reply (to) bed thanks to consider; to make up to change one’s mind to spoil; to ruin to serve amount to deceive company company’s operating income company profit image beast – to have a wild time bit ground floor beginning – at the beginning (of) to begin; to start principle; rudiment comprehensible to comprehend; to understand (an idea) term to attain (academic qualification) except for to handle; to treat to have a command of; to be proficient in need helpful both well–known; familiar to admit bell ridiculous interest; importance important interest tax taxation authorities tax evasion tax ruling tax legislation Belgian (male) Belgium Belgian (adjective) to ring; to call to promise to interfere (with); to meddle (with)
-4-
de
de het het het de de de het de het de de de
de de de het de zich de
het het
ben (1st person singular of ‘zijn’) benauwd beneden benieuwd bent (2nd person singular of ‘zijn’) beoordelen beoordeling bepaald beperkt bereid bereikbaar bereiken berekenen berg bericht beroemd beroep bescheiden bescheiden beschikbaar beschikbaarheid beschrijven beschrijving beseffen beslissen beslissing beslist besluit besluiten bespreken bespreking best bestaan bestand besteden (aan) bestellen bestelling bestemd (voor) bestemming betaalbaar betalen betekenis beter beteren Beterschap! betreden betreffen betrekken (bij) betrokken zijn (bij) betrekking – met betrekking tot beurt bevallen bevestigen bevestiging bevolking bevolkingsregister bevriend (met) Bevrijdingsdag bewaren bewegen bezet bezienswaardigheid bezig zijn (met) bezighouden bezitten bezoek bezoekadres bezoeken
am (1st person singular of ‘to be’) stuffy downstairs curious are (2nd person singular of ‘to be’) to assess; to evaluate assessment; evaluation certain limited; restricted prepared; willing reachable; contactable to reach to calculate mountain message famous occupation modest (official) document available availability to describe description to realise to decide decision definitely; decidedly; certainly decision to decide to discuss discussion best; quite to exist file (computer) to spend (on) to order order intended (for) destination affordable to pay meaning (of a word) better to improve Get well soon! to enter; to trespass to concern to involve (in) to be involved (in) – regarding; in relation to turn to give birth to confirm confirmation population municipal register (address, births, deaths and marriages) friends (with) Liberation Day (4th May) to keep; to save; to retain to move occupied place of interest to be working on something to keep busy; to occupy to possess visit visitor’s address to visit
-5-
de de de het het de de de
de
het de de de de de
de het het de de
de de
het de de de de de de de de de
het
bezoeker bezoekerspas bezorgen bezuinigen bezuiniging bezwijken (voor) bieden bier bij bijbaantje bijdrage bijdragen (aan) bijeenkomen bijeenkomst Bijenkorf bijgaand bijgevoegd bijlage bijna bijstellen bijten bijvoorbeeld (bv.) bijwonen bijzonder binnen binnengaan binnenkomen binnenkort binnenland – binnenlands nieuws binnenlopen binnenstad bioscoop bitterbal bladzijde blauw blessure blij blijken blijven blik blik bloed bloem Blokker blokkeren blut zijn blz. (bladzijde) boeg – Ik heb een drukke week voor de boeg. boeiend boek boeken boekenkast boekhouder boekhouding boeking boete boffen bon bonbon bonuskaart boodschap boodschappen doen Boogschutter boos bord
visitor visitor’s pass to deliver to your doorstep to cut down; to economise cutback; saving to give in (to) to offer beer at; for job on the side; student job contribution to contribute (to) to meet; to come together meeting (name of upper–scale department store) attached (e–mail) attached (e–mail) appendix nearly to modify to bite for example (e.g.) to attend special inside; within; in to go inside; to enter to come in; to enter soon national – national news to walk in; to enter city centre cinema; movies (deep–fried meat ball eaten with alcohol) page blue sports injury glad to be evident to stay glance, look tin can blood flower (name of popular variety store chain) to block to be broke (no money) p. (page) ship’s bow – I have a busy week ahead. fascinating; absorbing book to book bookcase accountant accountancy booking fine (for violation) to be lucky receipt (for purchase); ticket (for violation) chocolate bonbon supermarket customer loyalty card message; errand to do the (food) shopping Sagittarius (starsign) angry plate; sign
-6-
de de de het de
de
de de de de de het de de de de de het de het de de de de de de de het de het het het de de de het de de de de het de de de de het het zich het het de
borg borrel bos bos boterham boven bovendien bovenstaand brainstormingssessie breekbaar breken brengen brief Brit Brits broek broer bron brood brug bruid bruidegom bruiloft bruin BTW (belasting toegevoegde waarde) buiten buitenland – buitenlands nieuws buitenlander bureau bureaula burgemeester burger burgerlijk – burgerlijke stand Burgerzaken bus bushalte buur buurland buurt – in de buurt (van) bv. (bijvoorbeeld) BME cadeau café Canadees Canadees CAO (collectieve arbeidsovereenkomst) cd centraal centrum charmant charme chef chic chili chocola cijfer coffeeshop cola collega computer computerscherm computertijdperk concentreren (op) concept conceptjaarverslag concern
deposit; bond; security payment (alcoholic) drink; social drinks bunch (flowers, keys) forest sandwich above; upstairs besides; in addition; also above–mentioned brain storming session fragile to break to bring letter Brit (male) British (adjective) trousers brother source bread bridge bride groom wedding brown V.A.T. (value added tax) outside abroad – foreign news foreigner desk desk drawer mayor citizen civil(ian) – marital status Municipal Civil Register bus bus stop neighbour neighbouring country neighbourhood – close (to); in the vicinity (of) e.g. (for example) (fictitious company name where protagonist in this book works) gift; present café Canadian (male) Canadian (adjective) Collective Bargaining Agreement compact disk central(ly) town centre; centre city charming charm boss chic chilli chocolate figure soft drugs shop coca–cola colleague computer computer screen computer era to concentrate (on) draft copy draft copy of annual report company group
-7-
de de het het de de het het de
de de de de de het het de de
de de het de de
de de de de het het de het
concluderen conclusie conferencecall congres consequent constateren contact contactpersoon contant betalen context continu contract contrast controle controleren coördineren corrigeren crèche creditkaart creëren cultureel cultuur cursist cursus cursusboek cv (curriculum vitae) cv (centrale verwarming) d’r daad daar daardoor daarentegen daarginds daarna daarnaast daarom daarvoor dag – Dag! dagelijks dagtocht dak dakloos dames(wc) dan dank – Geen dank! danken dankzij dansen das dat data datgene datum de deadline december declaratieformulier declareren deel deelnemen (aan) deelnemer dekken deksel delen Delfts Blauw denken depri derde
to conclude conclusion conference call conference consistent to observe contact contact person to pay in person context continuous contract contrast control to check to co–ordinate to correct day–care facility (for children under 4 yrs) credit card to create cultural culture course participant course coursebook CV; résumé central heating (unstressed form of ‘haar’ or ‘daar’) dead there because of that; consequently on the other hand; conversely over there after that; then in addition that’s why beforehand; in front of it day – Goodbye. daily day trip roof homeless ladies (restroom) than (comparative); then (Adverb of time) thanks – Don’t mention it! to thank thanks to to dance (neck)tie that data; information that which date the deadline December claim form to claim part to participate (in); to take part (in) participant to cover lid to share (Blue and white Dutch chinaware) to think depressed third
-8-
de het de de
de de de de het het het de de de de
de de de het de de het het de de
de de
het
dergelijk dertien dertig deskundig deskundige desondanks detail deur deurbel deze dezelfde dhr. (de heer) dicht dichtbevolkt dichtbij dichtdoen dichter die diefstal diegene dienen dienst dienstregeling diep diepzeeduiken dier diezelfde ding dinsdag diploma directeur directie directrice discussie discussiëren dit divers diversiteit dochter dochteronderneming document Dodenherdenkingsdag doeg doei doek doek doel doelstelling doen dokter dol (op) donderdag donker donkerblauw
such thirteen thirty expert expert nevertheless; regardless of detail door door bell this / these the same one / the same ones Mr. closed densely populated close by; nearby to close poet that / those theft the person who to serve service timetable (train/bus/plane) deep to scuba dive animal that same one / those same ones thing Tuesday diploma; graduation certificate director executive management director (female) discussion to discuss this diverse; various diversity daughter subsidiary company document Commemoration Day (5th May) bye (informal) bye (informal) cloth big screen (cinema); canvas (painting) goal objective to do doctor crazy (about) Thursday dark – dark blue
dood dood doodstraf doodvallen doof door doorbrengen doordat doorfietsen doorgaan doorgeven doorgronden doorhalen doorkiesnummer doorlopen doorlopen doornemen
dead death death penalty to drop dead deaf through to spend (time) due to the fact that to keep cycling to go on; to go ahead to pass on to fathom to cross out extension number to walk on; to keep walking to work through (e.g. a coursebook) to go over
-9-
de het het de de
de de de het de
het de
de
de de het de de
de
de de het het de het het het
doorsturen doorverbinden (met) doorwerken doos dorp dossier douche douchen draad draadloos draagbaar draaien dragen drie dringend drinken drogist droom dromen drop drugsbeleid druk drukken drukte dubbel duidelijk Duits Duits Duitser Duitsland Duitstalige duizend duren durven dus duur duwen dvd dwingen echt echter echtgenoot echtgenote echtpaar echtscheiding economie educatief een één eenduidig eens eenvoudig eenzaam eenzaamheid eerder eerlijk eerst eerste eerstvolgende eetafspraak eeuw effect effectief ei (eieren) eigen eigenaar eigendom eigenlijk eiland eind – aan het eind (van)
to forward to; to send on to to connect (with); to put through (to) to keep working box village file; dossier shower to take a shower thread; cord cordless portable to turn to carry; to wear three urgent to drink pharmacy (for non–prescription medication) dream to dream Dutch (salted) liquorice drugs policy busy to press busyness; pressure of work double clear(ly) German (adjective) German language German (male) Germany German–speaking thousand to last; to take (time) to dare so; therefore expensive; dear to push DVD to force real(ly); genuine however husband wife married couple divorce economy educational a; an; one one unequivocal once simple lonely loneliness before; earlier honest firstly first very next dinner date century effect effective(ly) egg (eggs) own owner; proprietor property actually island end – at the end (of)
- 10 -
de het de
de de het de
het de
zich de
de de het het de de de het het het het de de de de het het de de de de het de de
eindbestemming einde eindelijk eindigen eis eisen elektrisch elf elk elkaar elkaars en encyclopedie energie Engeland Engels Engels Engelsman Engelstalig enig enorm enthousiast enz. (enzovoorts) equivalent er erfenis erg ergens erger ergeren (aan) erkend erkenning ernstig eropuit eruitzien (als) ervaren ervaring etage eten eten etentje euro eurocent Europa evaluatie even evenement eventueel examen excuus – Ik bied mijn excuses aan. exemplaar Expat experimenteren factuur faculteit failliet familie fantastisch februari feest feit feliciteren fiets fietsen fietsenmaker fietsenstalling fietser fietspad fietssleutel fietstocht fijn
final destination; terminus end final(ly) to end demand; requisite to demand electrical eleven each each other each other’s and encyclopaedia energy England English (adjective) English language Englishman English–speaking only enormous(ly) enthusiastic(ally) etc. (et cetera) equivalent there; it; of them inheritance very; bad somewhere worse to be annoyed (by) recognised; certified recognition serious(ly) out and about to look (like) to experience experience floor to eat food; dinner dinner euro (European currency) euro cent (European currency) Europe evaluation; assessment just event if required; if desired exam excuse – I apologise. sample copy; specimen Expatriate to experiment invoice faculty (university) bankrupt family; relatives fantastic(ally) February party fact to congratulate bicycle to cycle bicycle repairman bicycle storage cyclist bicycle path bicycle lock key bicycle trip fine; nice; good
- 11 -
de de het
de de het het de het de de de het de de de de de de de het het de het de het de het het het de het zich het
de het het de de de de
file film financieel financieren fitnesscentrum fitnessen flauw – Ik heb geen flauw idee. fles föhn föhnen formulier fornuis foto fotograferen fototoestel fotowinkel fout Française Frankrijk Frans Frans Fransman freelance functie functioneringsbeoordeling gaaf gaan gang garage garantie garderobe gat gauw Geachte (in correspondentie) gebak gebeurtenis gebied geboorte geboorteland geboortestreek geboren – Ik ben in 1967 geboren. gebouw gebrek (aan) gebruik gebruikelijk gebruiken gedachte gedetailleerd gedrag gedragen geduld gedurende geel geen geest geestig Gefeliciteerd! gegeven gek geld geldautomaat gelden (voor) geldig geldopname gelegenheid geliefde gelieve gelijk – gelijk hebben
traffic jam film; movie financial(ly) to finance gym to work out at the gym – I haven’t got the slightest idea. bottle hair dryer to blow–dry one’s hair form cooking range; stove photo to photograph camera photo development shop mistake; error French woman France French (adjective) French language Frenchman freelance; self–employed position; job job appraisal cool; great; fantastic to go corridor garage guarantee cloakroom; coat check hole soon Dear (in correspondence) cake event; occurrence; incident area birth country of birth area someone was born in born – I was born in 1967. building lack (of) use usual to use thought detailed behaviour; conduct to behave patience during yellow no; not any mind; spirit comical; funny; witty Congratulations! fact; detail crazy money ATM machine; cash dispenser to apply (to); to be applicable (to) valid money withdrawal occasion; opportunity loved–one please (when expressing a command) equal – to be right
- 12 -
de het de de zich
de de het het het het het
het het de de
het het
de
de
gelijktijdig geloven geluidsoverlast geluk gelukkig gemakkelijk gemeenschap gemeenschappelijk gemeente gemeentelijk gemiddeld generen genieten genoeg gepast gereed gescheiden geschiedenis geschikt geschiktheid gesloten gespannen gesprek gestrest getrouwd gevaar gevaarlijk geval geven gevoel gevoelig geweld gewelddadig geweldig gewend (aan) gewoon gezellig
gezelschap gezien gezin gezond gezondheid gezondheidsverzekering gisteravond gisteren gistermiddag gisterochtend glas glazen dak goed Goedemiddag! Goedemorgen! Goedenavond! goedkeuring goedkoop goh
de het
golf gooien goud graag – Graag gedaan! – Ik fiets graag. gracht grachtenpand
de de
grammatica grap
het
simultaneous(ly); at the same time to believe noise disturbance luck; happiness happy; fortunately easy community in common municipality municipal average to become embarrassed to enjoy enough appropriate ready divorced history suitable suitability closed tense conversation stressed out married danger dangerous case, instance to give feeling sensitive violence violent terrific; wonderful; fantastic used (to); accustomed (to) simple; simply (common word used in Dutch to refer to a comfortable place, atmosphere or enjoying other people’s company) company (of people) considering immediate family (mother, father, children) healthy health health insurance yesterday evening yesterday yesterday afternoon yesterday morning glass glass roof good; well Good afternoon! Good morning! Good evening! approval cheap (interjection – see Bijlage 7 (section 28) golf; wave to throw gold please; gladly – My pleasure! – I enjoy cycling. inner–city canal (typical old houses alongside Dutch canals) grammar joke
- 13 -
het de de het
de de de de
de de de de het de zich het de de het de het de het de
grappig gras gratis grens Griek Griekenland Grieks Grieks grijs groeien groen groep groet groeten grond – op grond van grondslag groot grootbrengen Groot–Brittannië grootmoeder grootouder grootschalig grootvader gsm gunstig haalbaar haar haar haast haasten halen half halfuur hallo halte hand handbereik – binnen handbereik handig handleiding handschrift handtas hangen hapje hard hardlopen haring hartelijk hartstikke hé hè
de
een
de de
hebben heeft (3rd person singular of ‘hebben’) heel heen heerlijk hekel – een hekel hebben aan helaas helder heleboel helemaal – helemaal geen – helemaal niet helft helpen hem Hemelvaartsdag
funny; comical grass free of charge border Greek (male) Greece Greek (adjective) Greek language grey to grow green group greeting to greet ground – on the basis of foundation; basis big; large to raise (a child) Great Britain grandmother grandparent large–scaled grandfather cell phone; mobile phone favourable achievable hair her hurry to hurry to go and get; to fetch half half an hour hello stop (bus/tram/metro/train) hand – within reach; at hand handy; useful manual handwriting handbag to hang bite to eat hard; fast; loud to run; to go running herring (salted raw fish) heartily very (interjection – see Bijlage 7 (section 28) (interjection – see Bijlage 7 (section 28) to have has (3rd person singular of ‘to have’) very there delicious – to hate unfortunately clear a lot of; a load of; a heap of totally, absolutely – none at all; absolutely no – not at all half to help him Ascension Day (40 days after
- 14 -
de de zich de de
de de de
de de het de het de het
de de
het het de het de het het het de de het de de de de het de
hen herfst herfstvakantie herhalen herinneren herkennen herkomst herrie herstellen het heten – Ik heet Tim. hetzelfde heuvel hier hij hobby hockeyen hoe hoek hoelang hoeveel hoeven hoewel hoi hond honderd honger – honger hebben hoofd hoofdbewoner hoofdkantoor hoofdrekenen hoofdstad hoofdstuk hoog Hoogachtend, ... (in correspondentie) hoogte – op de hoogte houden – ter hoogte van hoop hoor hopelijk hopen horen horloge hotel houden – houden van houding huidig huis huisarts huisdier huishoudelijk huishouden huisnummer huisvesting huisvrouw huiswerk – mijn huiswerk maken hulp hulpdesk hun huren huur huurwoning huwelijk hypotheek
Easter) them autumn autumn holidays to repeat to remember, to recall to recognise origin noise; racket to recover the; it to be called – My name’s Tim. the same hill here he hobby to play hockey how corner how long how much / how many to not be necessary; to not need to although hi dog hundred hunger – to be hungry head principal tenant head office to calculate in your head capital city chapter high Yours faithfully, ... (in correspondence) height – to keep informed – on the same latitude as hope; heap of (interjection – see Bijlage 7 (section 28) hopefully to hope to hear (wrist)watch hotel to keep; to hold – to love; to really like attitude current house family doctor; general practitioner pet domestic housekeeping house number housing housewife homework (from teacher) – to do my homework help help desk them; their to hire; to rent rent rented accommodation marriage mortgage
- 15 -
de het het
het het de de
de de de de de het de de de zich de zich de de
de het het de de de
de de het het
ideaal idee idee identiteitsbewijs ie ieder iedereen iemand iets ijs ijshockeyen ijsje ijskoud ik IKEA immers immigratie in inbegrepen inclusief indien indienen indruk indrukwekkend ineens informatie ingang ingewikkeld inhoud inhouden inhoudsopgave inkomen inleiding inleveren inlichtingen inmiddels inrichten inrichting inschrijven (in) inschrijving insgelijks inspannen inspreken installeren instantie instappen instructie integendeel integreren interessant interesse intern internationaal internet internetbankieren interview intoetsen intuïtie intussen investering invloed invloedrijk invoeren invullen inzake inzet Italiaan Italiaans Italiaans Italië ja jaar
ideal philosophical idea idea; thought proof of identity (unstressed form of ‘hij’) every everyone; everybody someone; somebody something; anything ice; ice–cream to play ice hockey ice–cream freezing cold I (popular furniture chain store) after all immigration in including including if to submit impression impressive suddenly information entrance complicated contents to entail table of contents income introduction to hand in information in the meantime to furnish (e.g. room, house) room layout; room design to enrol (in) enrolment likewise to make an effort to record to install instance to get in (e.g. car, train, bus) instruction on the contrary to integrate interesting interest internal(ly) international Internet to do your banking on the Internet interview to key in intuition in the meantime; meanwhile investment influence influential to insert to fill in; to fill out on the subject of; concerning effort; commitment; application Italian Italian (adjective) Italian language Italy yes year
- 16 -
het de het
de de
de de
het
de de de de het de de de de de de het de de de de de het de de de de de de de het de de de de de het het de de de
jaareinde jaarlijks jaaromzet jaarverslag jaloers jammer – Wat jammer! januari jarig – Ik ben op 15 mei jarig. jas jaszak jawel jazeker je jeugd jeugdherberg jezelf jij joh jong jou journaal jouw juist juli jullie juni juridisch jurk jus kaart kaarthouder kaartnummer kaas kabel kalm Kalverstraat kamer kamerplant Kamer van Koophandel kamperen kanaal kandidaat kanker kans kant kantine kantoor kantooruren kapot kassa kassabon kassakraker kassière kat keer kelder kenmerk kennen kennis kerk kerst kerstborrel kerstdag kerstfeest kerstgala kerstvakantie kettingroker keuken
financial year end annual(ly); yearly annual turnover annual report jealous pity – What a pity! January – My birthday is on 15th May. coat; jacket coat pocket; jacket pocket yes (emphatic) certainly you / your / yourself (informal) youth youth hostel yourself you (informal) (interjection – see Bijlage 7 (section 28) young you (informal) television news broadcast your (informal) precisely July you all June legal dress gravy card; ticket card holder card number cheese cable calm (popular shopping street in Amsterdam) room indoor plant Chamber of Commerce to go camping waterway; channel candidate cancer chance; opportunity side canteen office office hours broken; defective checkout; cash register cash receipt box–office success cashier cat time basement characteristic; reference to know (person / place) knowledge; acquaintance church Christmas Christmas get–together with drinks Christmas day Christmas party Christmas gala ball Christmas holidays chain smoker kitchen
- 17 -
het de
keukenapparaat Keukenhof
de de de
keus keuze kiespijn kiezen kijken (naar) – televisie kijken kind (kinderen) kinderdagverblijf kinderoppas kinderopvang klaar klaarmaken klacht klagen klant klap klassiek klederdracht klein kleindochter kleinkind (kleinkinderen) kleinzoon kleren kletsen kleur kleurentelevisie klimaat klinken klok kloppen – Dat klopt. knap knie – iets onder de knie krijgen knippen knop koekenpan koesteren koffer koffie koffieautomaat koffiehoek koffiezetapparaat koken kolom komen komende koning koningin Koninginnedag koninkrijk koopavond koopcontract kopen koper kopie kopieerapparaat kopiëren kopje kort korting kortsluiten (met) koud kraanwater kracht krant krap krijgen
het het de de de de de de de het de de de de het de
de de de de de de de het de de de de het de het de de het het de het de de
kitchen appliance (tourist attraction tulip gardens southwest of Amsterdam open only 6 weeks per year) choice choice tooth ache to choose to look (at) – to watch television child (children) children’s day–care centre babysitter children’s day–care ready; finished to prepare complaint to complain client; customer slap classic(al) traditional regional costume small granddaughter grandchild (grandchildren) grandson clothes to chat; to chatter colour colour television climate to sound clock to knock (on the door); to be right – That’s right. good–looking knee – to get the knack of something to cut (with scissors) button; knob pancake to cherish suitcase coffee coffee vending machine coffee corner coffee making appliance to cook column to come this coming (e.g. week, month, etc.) king queen Queen’s Day (30th April) kingdom late–night shopping purchasing agreement to buy purchaser copy copying machine to copy cup short discount to cross–check (met) cold tap water power newspaper tight to get; to receive
- 18 -
de de de de de het het de het het de de de
het de
het de de de
het de
de de de de de de de het
kritiek kroeg kroonprins kunnen kunst kunstgalerie kunstwerk kwaad – Het kan geen kwaad. kwart kwartaalbijdrage kwartaalverslag kwartier kwestie kwijt – kwijt raken la laag laan laat laatst laatste lachen land landelijk landen landkaart lang langs langsgaan langskomen langzamerhand lastig laten – laten doen later lawaai lawaaierig leeftijd leegverkoop leerling leerzaam leesbaar Leeuw leggen legitimatiebewijs leiding lek – een lekke band lekker lelijk lenen (aan) lenen (van) lening lente leraar lerares leren leren (aan) les lesgeven letter letterlijk leugen leuk – leuk vinden leven levensgevaarlijk lezen lichamelijk licht – lichtblauw
criticism pub; bar crown prince can; to be able to art art gallery piece of art angry – It can’t do any harm. quarter quarterly contribution quarterly report quarter of an hour; 15 minutes issue lost – to lose drawer low avenue late recently last to laugh country national to land (plane) country map long along(side) to drop by to come by by now; gradually; bit by bit awkward; inconvenient; difficult to let; to allow – to have done later noise noisy age clearance sale school pupil informative; useful; helpful legible Leo (starsign) to lay (down) ID leadership; management leaking – a flat tyre tasty; good; nice ugly to lend (to) to borrow (from) loan spring teacher (male) teacher (female) to learn to teach lesson to teach letter literally lie nice; good – to like; to enjoy life fatal to read physical light – light blue
- 19 -
het het het
de
de de de de het de de
de de de de de de de
de de de de de de het het de de de de de
de
licht lid (leden) lied (liederen) lief liegen lievelings– lievelingskleur liever liggen lijden lijken lijken (op) lijn limiet linkerhand links locatie logeren logisch loon lopen loszitten lucht luchtvaartmaatschappij lui luisteren (naar) lukken – Lukt het? lunch lunchafspraak lunchen lunchpauze lunchvergadering Maagd maaltijd maand maandafsluiting maandag maandelijks maar maart maat maatregel maatschappelijk maatschappij machine magnetron mail mailadres mailbericht mailen makelaar maken man manager manier map matig maximaal me medewerker mee meebrengen meegaan – Ga je mee? meekomen meelezen meemaken meenemen meer meertalig
light member (members) song (songs) kind; sweet to tell a lie favourite favourite colour rather; preferably to lie down to suffer to seem to look like (in appearance) line limit left hand side left location to stay over logical wages; salary to walk to be undone air airline company lazy to listen (to) to succeed – How are you getting on with that? lunch lunch appointment to have lunch lunch break lunch meeting Virgo (starsign) meal month end–of–month close Monday monthly but; only March size measure social society machine microwave electronic mail e–mail address e–mail message to send an e–mail real estate agent to make; to do man; husband manager manner folder; file moderate no more than; a maximum of me colleague (modified form of ‘met’ (with) used as a particle) to bring along; to bring with you to go with; to go along – Are you coming (too)? to come with; to come along to read along to experience to take with you; to take along more multilingual
- 20 -
de het de de het de de de de
de de de de het het
het het
de de
de het het de de de de
de het de de de
meest meestal meevallen – Het valt mee. meevragen mei meid meisje meisjesnaam mekaar melden melk melkzakje meneer mening mens (mensen) menselijk menukaart mes met meteen metro meubels mevr. (mevrouw) mevrouw mezelf middag middel middelbaar – de middelbare school midden mij mijn mijzelf miljard miljoen min minder minderjarig minimaal minister minst minuut mislukken misschien missen mits mobiele telefoon mobieltje model modern moe moeder moedertaal moeilijk moeilijkheid moeite moeizaam moeten mogelijk mogelijkheid mogen moment – op het moment momenteel mond mondeling monteur mooi morgen morgenavond
most usually to turn out to be better than expected – Better than I expected. to ask along; to invite May (interjection – see Bijlage 7 (section 28) girl maiden name each other (informal) to report milk packet of sugar sir; Mr. opinion person (people) human menu knife with immediately; straightaway underground railway furniture Mrs./Ms. Mrs./Ms. myself afternoon means average – secondary school middle me my myself billion (1,000,000,000) million (1,000,000) minus less underage a minimum of; at least political minister least minute to fail; to be unsuccessful maybe; perhaps to miss provided cell phone cell phone model modern tired mother mother tongue; native language difficult difficulty trouble; effort with difficulty must; to have to possible possibility may; to be allowed to moment – at the moment at the moment; currently mouth oral(ly) car mechanic; technician; repair man beautiful tomorrow tomorrow evening
- 21 -
de het de de de de de de het
het het de de de de
de het de
de de het
het de het het
morgenmiddag morgenochtend motivatie motregenen museum (musea) muur muziek mysterieus na naam naamswijziging naar naast nacht nachtmerrie nadat nadeel nadenken nagaan nagesynchroniseerd najaar nakijken namelijk naslagboek nat natie nationaal nationaliteit natuur natuurkunde natuurlijk nauw nauwelijks nauwkeurig Nederland Nederlander Nederlands Nederlandstalig nee neef neer neerleggen negen negende negentig nemen nergens net netjes neus nicht niemand niet nietje niets nietszeggend nieuw nieuwjaar nieuwjaarsdag nieuws nieuwsgierig niks niveau nodig – nodig hebben noemen nog – nog steeds – nog niet nogal noodzakelijk nooit
tomorrow afternoon tomorrow morning motivation to drizzle museum (museums) wall music mysterious after name change of name to next to night nightmare after disadvantage to think about; to consider to check dubbed (film) autumn to check namely; you see reference book wet nation national nationality nature physics natural(ly); of course narrow hardly ever; rarely precise The Netherlands Dutchman Dutch language Dutch–speaking no nephew; male cousin down to lay down 9 ninth ninety to take nowhere just tidy nose niece, female cousin no–one; nobody not staple nothing meaningless new New Year New Year’s day news curious nothing level necessary – to need to take still – still – not yet rather necessary never
- 22 -
het
de
het het de de het de de
het
de
de de
het
de de het de de het het het
de
het
noord noordelijk noorden – in het noorden (van) – ten noorden (van) normaal nota nou november nu nul nummer nut nutteloos nuttig ober occasion oceaan ochtend ochtendjournaal ochtendspits oefenen oefening of officieel oftewel ogenblikje oké oktober om – om .... te omdat omdraaien omgeving omkleden omliggend omrekenen omroepen omstandigheid omzet ondanks ondenkbaar onder onderbreken onderdeel ondergaan ondergaan onderhandelen onderhandeling onderhouden ondernemen onderneming onderschatten onderscheid ondersteuning ondertekenen ondertrouw onderweg onderwerp onderwijs onderzoek ongelooflijk ongetwijfeld ongeveer onkosten onmiddellijk onmogelijk ons ontbijt ontbijten ontdekken
north northern – in the north (of) – to the north (of) normal invoice now; (interjection – see Bijlage 7 (section 28) November now zero number advantage; benefit; sense useless useful waiter second–hand ocean morning morning television news broadcast morning peak–hour to practise exercise; practice or; whether official(ly) or that is moment okay October at; every; around – in order to because; as to turn around surroundings; area to get changed surrounding to convert to announce circumstance turnover despite unthinkable under to interrupt part; component to set (sun) to undergo to negotiate negotiation to maintain; to entertain to undertake undertaking; enterprise; company to underestimate difference support to sign notice of intended marriage on the way subject education research unbelievable undoubted(ly) approximately expenses incurred immediate(ly) impossible us breakfast to have breakfast to discover
- 23 -
het zich de
de het de het de het
de de de het de het
de
de
onterecht ontevreden onthouden ontkennen ontmoeten ontslaan ontslag – ontslag krijgen – ontslag nemen ontspannen ontstaan ontvangen ontvangst ontwikkelen ontzettend onverwachts onvoldoende onvoorstelbaar onwaarschijnlijk onze onzeker onzin oog ooit ook oom oor oorspronkelijk oorzaak oost oosten – in het oosten (van) – ten oosten (van) op opbellen opbergen opdracht opdrachtgever opdrachtnemer open openbaar – openbaar vervoer openen opening openluchtconcert openzetten opgelet opgeven opgroeien ophalen ophangen ophouden opleiding opletten oplopen opmaken opmerking opnemen opnieuw oppakken oppassen opruimen opschieten opstaan opsteken opsturen optellen optimaal optimistisch
unjust unsatisfied to remember; to retain to deny to meet to dismiss; to sack dismissal; resignation – to be dismissed – to resign to relax to arise; to come into being to receive reception to develop terrific(ally); tremendous(ly); dreadful(ly) unexpected(ly) insufficient unimaginable improbable; unlikely our unsure; uncertain nonsense eye ever also; too uncle ear original(ly) cause east – in the east (of) – to the east (of) on; at to ring up; to telephone to store assignment; order; job contractor contractee open public – public transport to open opening outdoor concert to open (up) note; beware to give; to give up to grow up to pick up to hang up to stop tertiary studies to stay alert; to watch out to increase; to accrue; to contract to spend (money); to use up; to finish (up) remark to answer (telephone); to withdraw (money) again to pick up (skill); to process (task) to watch out; to baby–sit to clean up to hurry up to get up (out of bed); to stand up to light up to send to count (up) to an optimum optimistic
- 24 -
de
de de
het
het het het de het het de de het de het de de de de de de het de het de het de de het de de
opvoeden opwarmen opzoeken oranje organisatie organiseren origineel oud ouderlijk ouderwets over overal overdag overdoen overdrijven overeenkomen overeenkomst overheersen overig overkant overkomen overkomen overleden overleg overleggen overleven overlijden overmorgen overnachten overplaatsen overschakelen overschatten overstappen oversteken overtuigen overwegen overwerken overzicht overzichtelijk paar pad (paden) pagina pak pakket pan pannenkoek papier paraplu pardon Parijs park parkeergarage parkeerplaats parkeervergunning parkeren parlementsverkiezingen partij partner partnerschap pas pas Pasen pasfoto paspoort passen patat pauzeren pen pensioen peper periode permanent
to raise (e.g. child) to warm up to look up orange (colour) organisation to organise original old parental old–fashioned over; above; past everywhere during the day to do again to exaggerate to agree on agreement to dominate other; remaining other side to happen to to come across passed away; died informal meeting; conferment to confer to survive to pass away; to die the day after tomorrow to spend the night to transfer to switch over to overestimate to change (e.g. train, tram, metro) to cross (the road) to convince to consider to work overtime overview clear and easy to follow pair; couple path (paths) page suit; carton package pan pancake paper umbrella excuse me Paris park parking station parking spot parking permit to park parliament elections party partner partnership just pass, card Easter passport photo passport to try on; to fit deep–fried potato chips to take a break; to pause pen pension pepper period permanent(ly)
- 25 -
het het de de de de de de de de het de de de het de het de het de de de de de het de het de de de de de het de het het
de de de de
het de het de de
personeel personeelstekort personeelswerving personeelszaken persoon persoonlijk pessimistisch pijn pijnloos pinautomaat pincode pinda Pinksteren pinnen pinnummer pinpas pissig pistolet plaats plaatsnemen plaatsvinden plan plannen planning plant platteland plek plezier – Veel plezier! plotseling poffertjes pogen poging politicus politie politieagent politiebureau politiek pond populair portemonnee portie porto post postcode postkantoor postzegel potlood praatje prachtig praktisch praten precies presentatie presenteren prestatie presteren prettig prijs prikkel prima printen privé proberen probleem procedure procent (%) productie productief proef
personnel; staff staff shortage staff acquisition HR department person person(ally) pessimistic pain painless direct debit facility PIN–number; bank pass code peanut Pentecost; Whitsun (50 days after Easter) to enter your PIN–number PIN–number PIN–card pissed off bread roll place to take a seat to take place plan to plan schedule plant country(side) place pleasure – Have fun! suddenly (tiny sphereshaped pancakes) to attempt attempt politician police policeman police station politics 500 gram; currency in Ireland and Britain popular wallet portion postage costs mail; post postal code; ZIP code post office postage stamp pencil chat splendid; magnificent; exquisite practical to talk; to chat exact(ly) presentation to present achievement; performance to achieve nice; pleasant; enjoyable price stimulus fine; no problem to print private to try problem procedure per cent (%) production productive trial
- 26 -
het het de het de de de de het de het
de de het de zich de de de het de het
het de de de de de de de het de de de de de de de de de de de
proeven profiteren programma project projectbespreking projectteam promotie – promotie maken provincie provinciehoofdstad punt punt qua raad raam raar raden raken – kwijt raken ramp Randstad rapport rapporteren (aan) R'dam reactie reageren (op) realiseren realiseren realiteit receptie receptioniste recht rechterhand rechts rechtstreeks record redden redelijk reeds referentiekader regel regelen regelgeving regeling regelmaat regelmatig regen regenachtig regenen regering regisseur register registratie registreren reis reistijd reizen reiziger rekenen rekenfout rekening rekeninghouder rekenmachine relatie relevant remedie remmen reparatie repareren
to taste (something) to profit; to benefit programme project project meeting project team promotion – to get a promotion province provincial capital city point (of an object) point (idea) in terms of advice window odd to guess to hit – to lose disaster (urban agglomeration referring to the confines of Amsterdam, The Hague, Rotterdam and Utrecht) report to report (to) Rotterdam reaction; response to react (to); to respond (to) to actualise; to carry out realise reality reception area receptionist (female) right; claim; prerogative right hand side right direct(ly) record to save; to manage in time reasonable already reference framework rule; line to arrange regulations ruling regularity regularly rain rainy to rain government film director register registration to register journey; trip travelling time to travel traveller; passenger to calculate calculation error; miscalculation bill; check (restaurant); bank account account holder calculator relation(ship) relevant remedy to break repair to repair
- 27 -
de het de het het de de het het het het de
de
de de de de de de de de de de
de het het de
de het de zich het de de het zich
reserveren reservering respect respectievelijk rest restaurant resultaat reünie reuze rij rijbewijs rijden rijgedrag rijk Rijksmuseum risico rivier roddelen roepen roken rol rommelig rond rondkijken rondkomen rondreizen rondtoeren rondvaart rondvaartboot rood rook room roos rooskleurig route routine roze rug ruiken ruim ruimte rust rusten rustig saai salade salaris saldo salsadansen samen samenstelling samenwerken (met) samenwonen (met) ’s avonds saus scala schaal schaatsen schadelijk schamen (voor) schap scheiden scheiding scheikunde schelden schelen schema schenken scheppen scheren scheuren
to reserve; to book reservation; booking respect respectively rest; remainder restaurant result reunion enormous(ly) row driving licence to drive driving conduct rich (National Museum in Amsterdam) risk river to gossip to call (out) to smoke role messy; cluttered round to look (in a shop); to look around to get by (salary) to travel around to tour around round trip in a tourist glass–roof boat tourist glass–roof boat red smoke cream rose rose–coloured route routine pink back to smell spacious space rest to rest quiet; restful boring salad salary account balance to dance the salsa together composition to work together (with) to live together (with) in the evening(s) sauce range, series bowl to ice–skate harmful to be embarrassed (about) shelf to separate; to divorce divorce; separation chemistry to swear; to use abusive language to make a difference plan; diagram; table to pour; to donate to create to shave to tear along (car)
- 28 -
het de de het de de de de de de de de het de
de de de het de de de de
de de de de de de
de het
de
de
schieten schijnen schikken schilderen schilderij Schiphol schitterend schoen school schoolvak schoolvakantie schoon schoondochter schoonmaken schoonmoeder schoonouders schoonvader schoonzoon schoonzus Schorpioen schouder schrijfblok schrijven schrijver schuin – schuin tegenover schuiven schuld seconde secretaresse seizoen selecteren september serveerster service sfeer sigaret sinds sindsdien Sinterklaas situatie sjaal sjabloon skaten skiën sla slaan slaapkamer slagen (voor een examen) slagroom slapen slecht slechts sleutel slim slordig slot – op slot – op slot zetten – tot slot sluiten smakelijk – Eet smakelijk! smaken (naar) ’s middags sms smullen ’s nachts snappen – Snap je? sneeuw sneeuwen
to shoot to shine; to seem to arrange; to suit to paint painting (Amsterdam International Airport) brilliant; magnificent shoe school school subject school holidays clean daughter–in–law to clean mother–in–law parents–in–law father–in–law son–in–law sister–in–law Scorpio (starsign) shoulder notepad to write author slanted – diagonal to to shift debt; blame second secretary (female) season to select September waitress service atmosphere cigarette since since then Saint Nicholas (5th December) situation scarf template to rollerblade to ski salad; lettuce to hit bedroom to pass (an exam) whipped cream to sleep bad only key clever untidy lock – locked – to lock – in conclusion to close tasty – Bon appetit! to taste (like) in the afternoon(s) text message to tuck into; to lap up at night to understand (informal) – Do you get it? snow to snow
- 29 -
de
de het het
de het het de de
de het de het het de de
de de de het de de de het de het
de de het de de de het
snel snelweg sneu – Wat sneu voor je! snikheet snoep snuiten ’s ochtends sofinummer sollicitatiegesprek solliciteren sommige soms soort soort sorry Spaans Spaans Spanjaard Spanje spannend spanning sparen speciaal specialiseren (in) specialist specifiek spel (spelen) spelen spellen spijt spijten – Het spijt me. spitsuur spoed spoedig spoor sport sporten sportief sportschool sprakeloos spreken springen spullen staan staat stad (steden) stadhuis stage standaard standaard stap staren station stationshal stationsplein steeds – nog steeds – steeds beter steeg Steenbok stekker stel stelen stem stemming sterk sterkte sterrenbeeld sterven stervensdruk
fast; quick motorway; highway unfortunate – I’m sorry for you! very hot; sweltering candy to blow (your nose) in the morning(s) social–fiscal number job interview to apply for a job some sometimes species sort (of); type (of); kind (of) sorry Spanish (adjective) Spanish language Spaniard Spain exciting tension; excitement to save special to specialise (in) specialist specific(ally) game (s) to play to spell regret to regret – I’m sorry. peak–hour urgent soon train track sport to play sports; to do exercise sports minded gym speechless to speak to jump stuff; things to stand state city (cities) Town Hall traineeship; internship standard bike stand step to stare train station train station hall station square – still – better and better alleyway Capricorn (starsign) plug couple to steal voice mood strong strength starsign to die incredibly busy; packed
- 30 -
de de de de
de de het de het de de de de het de het de de de de de
de de het het de de het de de de de de het de de het de het het
het de
het het
steunen stiefbroer stiefmoeder stiefvader stiefzus Stier stijgen stil stoel stof stof stofzuiger stom stoplicht stoppen stoptrein storen storing storm straat straatbeeld straatnaam straks strand strandwandeling streefdatum streek streep strekking streng stressen strijken student studeren studie stuk stuklopen sturen succes – Succes! suiker supermarkt sympathiek systeem taak taal taaltrainer taalvaardigheid tachtig tafel taleninstituut talloos tandarts tante tarief tas te team teamlid (teamleden) technisch tegelijk tegen tegenbericht tegenkomen tegenpool tegenvallen – Het valt tegen. tegenwoordig tegoed te huur teken
to support step–brother step–mother step–father step–sister Taurus (starsign) to rise quiet; still chair material; textile dust vacuum cleaner stupid; silly traffic light to stop all–stations train to disturb breakdown; failure storm street street scenery street name shortly beach beach walk target date region; area stripe gist strict to stress out to iron university student to study studies piece to break down to send success – Good luck! sugar supermarket likeable; pleasant system task language language trainer language skill eighty table language institute numerous dentist aunt rate; tariff bag too team team member technical at the same time against message to the contrary to come across; to meet unexpectedly antipode; opposite to turn out worse than expected – Worst than I expected. nowadays credit for rent sign
- 31 -
de het de de de het de het de het de het de de
de
de het het
de de het het
de het
tekenen tekening te koop tekort (aan) tekst telefoneren telefonisch telefoon telefoonaansluiting telefoonboek telefooncel telefoongesprek telefoongids telefoonnummer telefoonrekening telefoontje teleurgesteld televisie telvisie kijken temperatuur tenminste tennissen tenslotte tentoonstelling tenzij ter beschikking stellen ter hoogte van terecht terechtkomen term terras terrein terug terugbellen teruggaan teruggeven terugkomen terugnemen terugsturen terwijl tevens tevergeefs tevreden tewerkstellingsvergunning thee theezakje thuis thuis thuisblijven thuisbrengen thuiskomen tien tiende tijd tijdelijk tijdens tijdverschil tillen tja tjonge jonge ’t kofschip
de de
toch toe toegang toegankelijk toekomst toelaten toen toepassen (op)
to draw drawing for sale lack (of); deficit text to telephone on the telephone telephone telephone connection telephone directory telephone booth telephone conversation telephone directory telephone number telephone bill telephone call disappointed television to watch television temperature at least to play tennis finally exhibition unless to make available on the same latitude as right to end up term terrace; sidewalk café field; area back to call back to go back to give back to come back to take back to send back while; whereas also in vain satisfied work permit tea tea bag at home home to stay at home to bring home to get home; to return (home) ten tenth time temporary; temporarily during time difference to lift (up) (interjection – see Bijlage 7 (section 28) (interjection – see Bijlage 7 (section 28) (memory aid for applying ‘–d’ or ‘– t’ to Perfectum and Imperfectum) (see Lesson 60) to access accessible future to allow; to allow entry then; when to apply (to)
- 32 -
de het de het het de
de de
het
de de de de de het de het het
de de de
de
de het de de de de
de
toepassing – niet van toepassing (n.v.t.) toerisme toerist toeristisch toestel toestelnummer toets toevallig toevoegen (aan) toewensen tomaat tonen toon tot – Tot straks! – Tot ziens! – Tot zo! totaal totdat traditioneel trakteren tram transactie transactiebon trap treffen trein treinongeluk treinreiziger treinverkeer trek hebben (in) trekken trema trots (op) trouwen trouwens tuin tulp tussen tussenkomen tv tv kijken twaalf twee tweede tweedehands tweeën – met z'n tweeën tweeling Tweelingen tweemaal tweetalig twijfel twijfelen twintig type typen typfout typisch u ui uit uitdaging uitdrukking uiteindelijk uiterlijk uitgaan uitgeven uitkering uitkijken
application – not applicable (N/A) tourism tourist tourist apparatus extension number key coincidental(ly) to add (to) to wish tomato to show tone until – See you shortly! – Goodbye! – See you in a few minutes! total until traditional(ly) to pay a round (e.g. of drinks) tram transaction transaction receipt stairs to meet train train accident train traveller train traffic to feel like (food) to pull (two dots above a vowel e.g. ë / ï / ö ) proud (of) to marry by the way garden tulip between to come up TV to watch TV twelve two second second–hand – two of us set of twins Gemini (starsign) twice bilingual doubt to doubt twenty type to type typo typical you (formal) onion out; from challenge expression eventual(ly) no later than to go out to spend; to publish payment to watch out; to finish watching
- 33 -
zich de de
de de de de
de het de de de de het
de de de de de het het de
de
zich
uitkleden uitkomen uitkomst uitleg uitleggen uitlopen uitmaken – Dat maakt niet uit. – het uitmaken (met) uitnemen uitnodigen uitnodiging uitpraten uitrekenen uitrit uitrusten uitslag uitslapen uitsluitend uitspraak uitspreken uitstappen uitstekend uitstraling uittreksel uitverkocht uitverkoop uitvoeren uitwerken uitzending uitzoeken unie universiteit urenlang urgent uur – om 10.00 uur uw uzelf vaag vaak vaardig vaardigheid vaas vaat vacature vader vaderland vak vakantie vallen van vanaf vanavond vandaag vandaan – Waar kom jij vandaan? vandaar Van Dale vangen vanmiddag vannacht vanochtend van tevoren vanwege vast vasomethingouden vasomethingouden vatbaar (voor) vechten veel veeleisend
to get undressed to suit; to be convenient outcome explanation to explain to run overtime to matter; to break up – That doesn’t matter. – to break up (with) to take out to invite invitation to finish talking to calculate driveway to rest result to sleep in; to sleep late exclusively pronunciation to pronounce; to finish talking to get out (e.g. car, train, bus) excellent charisma certificate; extract sold out bargain sale to carry out to work out broadcast; transmission to sort out union university for hours urgent hour – at 10.00 o’clock your (formal) yourself (formal) vague often skilful skill vase washing–up job vacancy father native country subject; business; trade holiday to fall from starting from this evening today from – Where do you come from? that’s why (renowned dictionary) to catch this afternoon tonight; last night this morning beforehand; in advance because of; due to steady; standard to hold (onto) to hold tight susceptible (to) to fight much; many; a lot demanding
- 34 -
de de
de de de het de het de het de
de de
zich de het zich de de het het het het de de de de de het de het
zich
veertien veertig veiligheid vensterbank ver veranderen verantwoord verantwoordelijk (voor) verantwoordelijkheid verbaasd verbazen verbazing verbeteren verbetering verbieden verblijf verblijfsvergunning verblijven verbod verbouwen verbouwing verbruik verder verdienen verdieping verdwijnen vereisen vergaderen vergadering vergaderzaal vergeleken met vergelijken (met) vergeten vergissen vergroten vergunning verhaal verheugen (op) verhogen verhouding verhuizen verhuizing verjaardag verjaardagsfeest verkeer verkeerd verkeersbericht verkeersbord verkeersregel verkennen verkiezing verklaren verklaring verkoop verkopen verkoper verkrijgbaar verlaten verleden verlegen verleiding verlengen verliefd (op) verlies verliezen verloofd verlopen vermaken vermelden vermijden vermoeid vernieuwen
fourteen forty safety; security window sill far to change wise; sensible responsible (for) responsibility surprised to surprise surprise to improve improvement to forbid; to prohibit stay residence permit to stay prohibition to renovate renovation consumption further to earn floor, storey to disappear to demand; to require to have a meeting meeting conference room compared to to compare (to) to forget to be mistaken to enlarge permit story to look forward (to) to raise relationship to move house move birthday birthday party traffic wrong traffic report traffic sign traffic rule to explore election to justify; to declare statement; declaration sale to sell salesman available to leave past shy temptation to extend in love (with) loss to lose engaged expired to enjoy oneself to report to avoid tired to renew
- 35 -
zich de de de
het het
het de zich zich
de het de het het zich het de
de
de
de
het
de het
verontrust verontschuldigen veroorzaken verpleegkundige verpleegster verplicht verplichting verrassen verrijken verschijnen verschijnsel verschil verschillen verschillend verschrikkelijk verschuiven verschuldigd verslaafd (aan) verslaan verslag verslaggeving verslapen verstaan verstaanbaar maken verstandig verstrekken versturen vertalen vertaling vertellen vertoon – op vertoon van vertraging vertrek vertrekken vertrouwen (in) vertrouwen vervelen vervelend vervoerbewijs vervolgcursus vervolgens vervullen verwachten verwarming ver weg verwijderen verwijzen (naar) verzekering verzenden verzetten verzinnen verzoeken verzoenen vestiging via vier vierde vierkant – vier vierkante meter vies vijf vijfde vijftien vijftig vinden – leuk vinden vinger Vissen visum (visa) Vlaams Vlaanderen
upset; alarmed; worried to apologise to cause nurse nurse (female) obligatory; compulsory obligation to surprise to enrich to appear phenomenon difference to differ different; various terrible to shift; to reschedule owing; due addicted (to) to beat report reporting to oversleep to understand (a language) to make oneself understood sensible to issue to send to translate translation to tell – on presentation of delay departure to leave; to depart trust (in) to trust to be bored; to become bored annoying travel pass follow–on course then; after that; subsequently to fulfil to expect heating (system) far away; by far to remove; to delete to refer (to) insurance to send to move; to reschedule to make up to request to reconcile offices; establishment via; through four fourth square – 4 m2 dirty five fifth fifteen fifty to find – to like; to enjoy finger Pisces (starsign) visa (visas) Flemish Flanders (Dutch–speaking Belgium)
- 36 -
de het het de de de
zich de de de het de
de
het
het de de het de de het de de de de de de het de de
vlak vlakbij Vlaming vliegen vliegticket vliegtuig vloeiend vloer vlot vlucht vocabulaire voeden voedzaam voelen voelen voertaal voet voetbal voetbal voetballen voetganger vol voldoen voldoende voldoening Volendam volgen – een cursus volgen volgend volgens – volgens mij volhouden Vondelpark voor vóór vooraf voorafgaan vooral voorbeeld voorbereiden voorbereiding voorbij voorbijganger voordat voordeel voordeelurenkaart voordelig voordeur voorgaan voorjaar voorjaarsvakantie voorkeur voorkomen voorkomen voorletter voorlezen voorlopig voornaam voornaamste voornamelijk voorrang voorspellen voorsprong voorstel voorstellen voorstelling voortaan voortdurend voortgang vooruit
flat close by; nearby Flemish (male) to fly airline ticket plane fluent floor quickly; with ease flight vocabulary to feed nutritional to feel (e.g. something) to feel (e.g. sick) main language foot football (object) football (sport) to play football pedestrian full to satisfy sufficient satisfaction (fishing village where people still wear traditional costume) to follow – to do a course next according to – in my opinion to persist (famous park in centre of Amsterdam) for; to in front of beforehand to precede especially example to prepare preparation past; over; finished passer–by before advantage (train travel discount card) advantageous front door to go first spring school spring holidays preference to occur to prevent; to avoid initial to read out loud for the time being; provisional(ly) first name foremost mainly; primarily precedence to predict head start proposal to propose; to introduce show; performance from now on continuous(ly); continual(ly) progress; progression ahead; in advance
- 37 -
de de het de de de de de de de het de de
de
de het
de
de
de de de de het de de de
het de de de het
vooruitgaan vooruitgang voorwaarde voorwerp voorzichtig voorzien vorderingen vorig vorm vorst vouwen vraag vragen vreemd vreemdelingenpolitie vreemdgaan vreselijk vriend vriendelijk vriendelijkheid vriendenstel vriendin vriendschap vrij vrijdag vrijgesteld (van) vrijheid vrijlaten vrijnemen vroeg vroeger – Vroeger tenniste ik veel. vrolijk vrouw vullen vwo–diploma waanzinnig waar waardeloos waardering waarom waarschijnlijk waarschuwen waarschuwing wachten wakker – wakker worden – wakker zijn Wallen wandelen wandeling wanneer want war – in de war raken – in de war zijn ware Jakob warenhuis warm was wasdroger wasmachine wassen wat – wat voor water wc we wederzijds wedstrijd week weekend
to progress progress condition object careful(ly) to foresee; to provide progress last shape; form frost to fold question to ask strange Alien’s Police to cheat on (your partner) terrible friend friendly friendliness couple of friends girlfriend friendship free Friday exempt (from) freedom to leave vacant to take time off (work) early earlier – I used to play tennis a lot. cheerful woman to fill preuniversity certificate incredibly; extremely where worthless appreciation why probably to warn warning to wait awake – to wake up – to be awake Red light district (in Amsterdam) to go for a walk walk when because – to become confused – to be confused Mr. Right department store warm; hot washing clothes dryer washing machine to wash what – what kind of water toilet; restroom we (unstressed form) mutual match; competition week weekend
- 38 -
het het het
de de
de
het
de de de het de de de de het de de het de het
de de
de de de
de de de de de de
weekendreisje weer weer weerbericht weerleggen weerstaan wees (Imperative of 'zijn') weg weg wegenatlas wegens weggaan weggooien weinig wekker wel weleens welk welkom – Welkom bij BME. – Welkom in Nederland. welvarend wemelen (van) wennen (aan) wens wereld wereldoorlog werk werkdruk werken werkgever werkloos werkneemster werknemer werktelefoonnummer werkvergunning werkwijze werkwoord werkzaamheid west westen – in het westen (van) – ten westen van westers wet weten wetgeving wettelijk wezen wie wiens wier wij wijk wijn wijze wijzen (naar) – iemand de weg wijzen wijzigen wijziging willen wind winkel winkelen winkelier winnen winst winstgevend winter
weekend trip again weather weather report to refute to resist be (Imperative of 'to be') away road road directory because of; due to to leave; to go away to throw away few; little alarm clock (used either as an emphatic adage or contradiction) ever; sometimes which welcome – Welcome to BME. – Welcome to Holland. prosperous to be teeming (with); to be full (of) to get used (to); to become accustomed (to) wish world World War work work pressure to work employer unemployed employee (female) employee (male) work telephone number work permit method(ology) verb activity west – in the west (of) – to the west of Western; Occidental law to know (something) legislation lawful (can substitute 'to be' in Perfectum) who whose (referring to male) whose (referring to female and plural forms) we neighbourhood wine way; manner to point (at/to) – to give somebody directions to change; to alter change; alteration to want to wind shop to go shopping (e.g. clothes, shoes) shopkeeper to win profit profitable winter
- 39 -
de de de het
de de de de het het de de de de
de de de het de de
de
wintersport – op wintersport gaan wintervakantie wiskunde wisselgeld wit woensdag wonen woning woonkamer woonplaats woonruimte woord woordenboek woordenschat woordvolgorde worden zaak zak – (geld) op zak hebben zakelijk zakendoen (met) zakenman zakenreis zakkenroller zand zanger zangeres zappen zat – tijd zat zaterdag ze zee zeer zeg zeggen zeker zelden zelf
het
de
de
zelfs zelfstandig zenden zenuwachtig zes zesde zestien zestig zetten zeven zevende zeventien zeventig zich zicht ziek zien zij zijn zilver zin – Ik heb zin in een kopje koffie. – Ik heb er heel veel zin in. – Dat heeft geen zin. – Heb je het naar je zin? – Als ik zin heb ... zingen zinsbouw
– to go on a skiing holiday winter holidays mathematics change white Wednesday to live living accommodation living room town of residence living space; somewhere to live word dictionary vocabulary word order to become company; business; matter bag; pocket – to have (money) on me business–like; professional to do business (with) businessman business trip pickpocket sand singer (male) singer (female) to zap TV channels fed up; drunk – plenty of time Saturday she; her; they; them (unstressed form) sea very (interjection – see Bijlage 7 (section 28) to say sure seldom myself; himself; herself; ourselves; themselves even independent(ly) to send nervous six sixth sixteen sixty to set; to place; to put seven seventh seventeen seventy himself; herself; oneself view; sight sick; ill to see she; they to be silver sentence; sense – I’m feel like a cup of coffee. – I’m really looking forward to it. – There’s no sense in that. – Are you enjoying it? – If I feel like it ... to sing sentence structure
- 40 -
de de de de de de
de
het
de de het de het de
zinvol zitten z'n – met z’n allen – op z’n laatst zo zo’n zoal zoals zodat zodra zoeken zogenaamd zoiets zolang zomer zomervakantie zon zondag zonder zone zooi zoon zorgen (voor) – ervoor zorgen – Maak je geen zorgen! – Ik maak me zorgen. zorgverzekering zorgvuldig zoveel zuid zuidelijk zuiden – in het zuiden (van) – ten zuiden van zuinig zullen zus zuur zwaar zwager zwanger zwangerschapsverlof zwart Zweden Zweed Zweeds Zweeds zwemmen Zwitser Zwitserland Zwitsers
wise; advisable; a good idea to sit his (unstressed form of ‘zijn’) – the whole bunch of us – at the latest so; gosh; wow such a for example such as so that as soon as to look for so–called such a thing; something similar as long as summer summer holidays sun Sunday without zone; section mess son to care (for) – to ensure – Don’t worry! – I’m worried. healthcare insurance careful(ly) so much; so many south southern – in the south (of) – to the south of money–wise; tight–fisted will; shall sister sour heavy; tough–going brother–in–law pregnant maternity leave black Sweden Swede (male) Swedish (adjective) Swedish language to swim Swiss (male) Switzerland Swiss (adjective)
- 41 -
