www.castricum.nl
Wonen in de Heerlykhyd tussen Zee en Meer Lokale Woonvisie Gemeente Castricum 2014 – 2030
April 2014
1
www.castricum.nl
Inhoudsopgave Lokale Woonvisie Hoofdstuk
Blz.
1. Inleiding 1.1. Een nieuwe lokale woonvisie 1.2. Drie beleidsopgaven 1.3. Leeswijzer
4 4 4 5
2. Samenvatting 2.1. Speerpunten Lokale Woonvisie 2.2. Woningbouwprogramma 2.3. Wonen, zorg en welzijn 2.4. Behoud aantrekkelijke woningvoorraad en wijken
6 6 6 7 8
3. Ontwikkelingen op de woningmarkt 3.1. Gevolgen economische recessie 3.2. Maatregelen koopwoningen 3.3. Maatregelen huurwoningen 3.4. Trends
9 9 9 10 10
4. Gemeente en provincie Noord-Holland 4.1. Provinciale structuurvisie & Regionaal Actie Programma wonen 4.2. Vraaggestuurd Bouwen
12 12 13
5. Gemeente en de regio Alkmaar 5.1. Woningmarkt regio Alkmaar 5.2. Regionale Woonvisie
14 14 15
6. Kenmerken gemeente Castricum 6.1. Ligging en Identiteit 6.2. Inwoners; aantal en opbouw 6.3. Inkomen Huishoudens 6.4. Opbouw Woningvoorraad 6.5. Woonmilieus
17 17 17 18 19 20
7. Een nieuwbouwprogramma met toekomstwaarde 7.1. Ambitie Castricum 7.2. Mogelijkheden voor woningbouw
21 21 21
8. Sluitend netwerk van wonen, welzijn en zorg 8.1. Meer mondige en kapitaalkrachtige senioren 8.2. Inwoners met beperkingen 8.3. Faciliteren zelfredzaamheid van inwoners 8.3.1. Voldoende aanbod levensloopgeschikte woningen 8.3.2. Faciliteren van mantelzorgwonen 8.3.3. Afstemmen wonen, welzijn en zorg in de wijken 8.4. Wonen en intensieve zorg
23 23 24 25 25 26 26 27
2
www.castricum.nl
9. Behoud aantrekkelijke woningvoorraad en wijken 9.1. De leefbaarheid is goed 9.2. Castricum meer woon- dan werkgemeente 9.3. Verbetering energetische kwaliteit woningvoorraad 9.4. Uitvoering
29 29 30 30 31
Bijlagen: 1. 2. 3. 4.
Gerealiseerde woningbouw en woningbouwprogramma Identiteit gemeente Castricum Vraaggestuurd bouwen Definities
3
32 36 38 40
www.castricum.nl
1. Inleiding 1.1. Een nieuwe woonvisie In deze lokale woonvisie schetst de gemeente haar visie op het wonen in de gemeente Castricum. Deze visie is een actualisatie van de Lokale Woonvisie 2009-2030. In deze lokale woonvisie 2014-2030 zijn de kaders van de Regionale Woonvisie 2013-2020 en van de structuurvisie Buiten Gewoon Castricum verwerkt. Daarnaast zijn hierin de resultaten van recente onderzoeken opgenomen. In deze woonvisie onderbouwen wij ons streven naar een kwalitatief gedifferentieerd woningaanbod, dat aansluit op de vraag van onze huidige en toekomstige inwoners. Een gedifferentieerd woningaanbod biedt de mogelijkheid om een gewenste wooncarrière te maken binnen de gemeente en draagt bij aan een evenwichtige bevolkingsopbouw. Ter bevordering van deze evenwichtige bevolkingsopbouw besteden wij in ons programma wonen met name aandacht aan bouwen voor jongeren, starters en senioren. Wij bieden een veilige en behaaglijke woonomgeving met veel groen, optimale voorzieningen voor alle leeftijdsgroepen, fraaie verblijfsgebieden in de dorpen en de natuur. Kortom een inspirerende omgeving voor inwoners, ondernemers en bezoekers. Wij willen het aantal inwoners stabiel houden, zodat ook in de toekomst voldoende draagvlak blijft voor het huidige voorzieningenniveau. Als gevolg van de huishoudensverdunning is het daarvoor noodzakelijk om de woningvoorraad uit te breiden. De nieuwbouw zal hoofdzakelijk gerealiseerd worden in het bestaand bebouwde gebied van de woonkernen om de groene en landelijke omgeving tussen de woonkernen te behouden. De locaties die mogelijk geschikt zijn voor nieuwbouw in de bestaande kernen zijn vermeld in het Masterplan Inbreidingen (2009). In het Masterplan is als voorwaarde voor nieuwbouw binnen Bestaand Bebouwd Gebied (BBG) opgenomen, dat het dient te passen in de omgeving en in overleg met omwonenden tot stand dient te komen. De inbreiding mag beslist niet plaatsvinden in parken en plantsoenen. 1.2. Drie beleidsopgaven De bovengenoemde uitgangspunten voor het wonen in de gemeente Castricum betekenen dat wij voor drie beleidsopgaven staan: 1. Een nieuwbouwprogramma met toekomstwaarde Een woningbouwprogramma dat toereikend is in aantal en gedifferentieerd is in eigendom, type en prijs. Dit gedifferentieerde woningbouwprogramma sluit aan bij de vraag en de financiële mogelijkheden van starters, kleine huishoudens, gezinnen en senioren en bevordert de doorstroming. Een aantrekkelijk woningbouwprogramma betekent ook: - flexibiliteit in het woningontwerp, waardoor bewoners tot uitbreiding of aanpassing van de woning kunnen komen; - consumentgericht bouwen, waarbij de bewoner inspraak heeft bij het ontwerp, de indeling en uitrusting; - particulier opdrachtgeverschap, waarbij de bewoner bepaalt wat en hoe er gebouwd wordt). Met uitzondering van de uitbreidingslocatie Zandzoom bij Limmen en enkele herstructureringslocaties, waaronder aan de Startingerweg e.o. in Akersloot, gaat het uitsluitend om woningbouw op inbreidings- en transformatielocaties.
4
www.castricum.nl
2. Een sluitend netwerk van wonen, zorg en welzijn Een woningaanbod, dat veilig en toegankelijk is en in de nabijheid van voorzieningen. Een dergelijk aanbod maakt zorg op maat mogelijk en biedt mogelijkheden voor ontmoeting en sociale activiteiten, zodat alle inwoners zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en in de samenleving kunnen functioneren. 3. Aantrekkelijk houden van de bestaande woningvoorraad en bestaande wijken Een aantrekkelijke en behaaglijke woonomgeving waarborgen door beheer en waar nodig herstructurering, in samenhang met het woningbouwprogramma op inbreidings- en transformatielocaties. Daarmee wordt de ruimtelijke en stedenbouwkundige kwaliteit versterkt en ontstaat een gedifferentieerd woningaanbod. Bij deze drie thema’s spelen leefbaarheid, duurzaamheid en samenwerking een belangrijke rol. De woningbouw dient een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid door de sociale en fysieke kwaliteit van de woon- en leefomgeving te versterken. Daarnaast dient de woningbouw zelf duurzaam te zijn en bijvoorbeeld op het gebied van groen, water en energie een bijdrage leveren aan de woonomgeving. Al deze beleidsopgaven kunnen alleen in samenspraak met woningcorporaties, marktpartijen en zorg- en welzijnsinstellingen ter hand worden genomen. 1.3. Leeswijzer Wij bieden in het volgende hoofdstuk een samenvatting aan van de woonvisie. Deze samenvatting bevat de hoofdpunten van beleid en wordt ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad. Vervolgens schetsen we in hoofdstuk 3 de ontwikkelingen op de woningmarkt en zijn in hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 de afspraken met respectievelijk de provincie en de regio opgenomen. Hoofdstuk 6 gaat in op de kenmerken van de gemeente Castricum. Voor welke inwoners bouwen wij en aan welk soort woningen hebben zij behoefte. Dit vertalen wij in hoofdstuk 7 in onze concrete bouwplannen. In hoofdstuk 8 beschrijven wij onze plannen op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Op dit terrein zijn belangrijke ontwikkelingen gaande. Vanuit onze zorg voor onze inwoners willen wij daar tijdig en goed bij aansluiten. Tot slot sluiten wij in hoofdstuk 9 af met onze plannen op het gebied van leefbaarheid en duurzaamheid.
5
www.castricum.nl
2 . Samenvatting De lokale woonvisie 2014-2030 is een actualisatie van de woonvisie 2009-2030. Directe aanleiding voor de actualisering was de vaststelling van de regionale woonvisie in 2013. Het kader van deze regionale woonvisie is vertaald in deze lokale woonvisie. Daarnaast zijn de structuurvisie, nieuwe ontwikkelingen en nieuwe onderzoeken in deze woonvisie meegenomen.
2.1.
Speerpunten Lokale Woonvisie
De speerpunten in de lokale woonvisie 2014-2030 zijn: - Streven naar een kwalitatief gedifferentieerd woningaanbod, dat aansluit op de vraag van onze huidige en toekomstige inwoners. Een gedifferentieerd woningaanbod biedt de mogelijkheid om een gewenste wooncarrière te maken binnen de gemeente (doorstroming) en draagt bij aan een evenwichtige bevolkingsopbouw. - Ter bevordering van een evenwichtige bevolkingsopbouw besteden we in ons programma wonen met name aandacht aan bouwen voor jongeren, starters en senioren. - Voor senioren is het van belang dat de woning levensloopgeschikt is en zij daar kunnen blijven wonen ook als ze zorg behoeven. - Stabiel houden van het aantal inwoners, zodat ook in de toekomst voldoende draagvlak blijft voor het huidige voorzieningenniveau. - Om het aantal inwoners stabiel te houden is het, als gevolg van de huishoudensverdunning, noodzakelijk om de woningvoorraad uit te breiden. - Realiseren van de nieuwbouw hoofdzakelijk binnen de bestaande bebouwing van de woonkernen om de groene en landelijke omgeving tussen de woonkernen te behouden. Deze uitgangspunten resulteren in drie beleidsopgaven, namelijk; 1. een nieuwbouwprogramma met toekomstwaarde 2. een sluitend netwerk van wonen, zorg en welzijn 3. aantrekkelijk houden van de bestaande woningvoorraad en wijken.
2.2.
Woningbouwprogramma
Aantal In de strategische visie Buiten Gewoon Castricum (BGC) hebben we de ambitie uitgesproken dat wij het inwonertal stabiel willen houden en een evenwichtige bevolkingsopbouw nastreven. Tot 2020 willen we daarvoor 1.400 nieuwe woningen realiseren. Hierbij besteden we met name aandacht aan bouwen voor starters, jongeren en senioren. In de afgelopen acht jaar (2006-2013) zijn in totaal 557 woningen gebouwd. Daarmee loopt de nieuwbouw achter op de taakstelling. Dit is met name het gevolg van de recessie. In 2014 en 2015 worden echter 194 woningen opgeleverd, zodat de doelstelling van 1.400 extra woningen in 2020 nog steeds haalbaar is. Met de regio en de provincie hebben wij, in het Regionale Actie Programma Wonen (RAP), afspraken gemaakt over het nieuwbouwprogramma in de gemeente Castricum tot 2020. Deze afspraken sluiten aan op onze ambitie.
6
www.castricum.nl
Tabel 1 Overzicht van het woningbouwprogramma in de structuurvisie BGC
Nieuwbouw
Opgave structuurvisie BGC Gerealiseerd Harde plannen Halfharde plannen Harde plannen Halfharde plannen
2006-2020 2006-2013
2014-2015
2016-2020
Restant te bouwen tot 2020
1.400 557 194 144 68 545
843 649 505 437 -108
Woningbouwcategorieën We verdelen de nieuwbouw van woningen in verschillende prijscategorieën. Categorie 1 is daarbij de goedkoopste prijscategorie en categorie 4 de duurste. Regionaal hebben we afgesproken, dat we in alle prijscategorieën volgens een vaste verdeelsleutel woningen bouwen. Daardoor wordt nieuwbouw gerealiseerd in diverse prijsklassen en sluiten we aan bij de inkomens en vraag van diverse doelgroepen. In de regio was een verdeling afgesproken van 40% in categorie 1 en 21, 30% in categorie 3 en 30% in categorie 4. Deze verdeling was ook opgenomen in onze Lokale Woonvisie 20092030. In de praktijk is in de periode 2006-2013 veel meer sociale woningbouw gerealiseerd. Van de nieuwbouwwoningen is 52% in de goedkoopste woningbouwcategorieën gebouwd, namelijk 41% in categorie 1 en 11% in categorie 2. Dit betekent dat de bouwopgave voor sociale woningbouw ruimschoots is gehaald. In de nieuwe regionale woonvisie is afgesproken om minimaal 30% sociale woningbouw in de regio Alkmaar te realiseren. Deze afspraak is het resultaat van het Laagland onderzoek uit 2009. Hieruit blijkt dat, met een toevoeging van 30% sociale woningbouw, de regio over voldoende goedkope woningen voor de lagere inkomens beschikt. Wij stellen voor om voor de gemeente Castricum een percentage van minimaal 25% aan sociale woningbouw te realiseren. Argumenten daarvoor zijn: - Het gemiddelde inkomen in Castricum is hoger dan gemiddeld in de regio. Hierdoor doen inwoners van Castricum minder dan gemiddeld in de regio, een beroep op sociale woningbouw; - In het Regionaal Actie Programma wonen (RAP) was voor de gemeente Castricum het percentage sociale woningbouw 5-10% lager dan voor de regio; - Uit onderzoek blijkt dat het aantal inwoners met een inkomen tot € 34.678 (primaire doelgroep woningbouwcorporatie) daalt met 4% tot 2020 en met 7% tot 2030. - De daling van de huizenprijzen in de afgelopen 4 jaar resulteert in een grotere voorraad woningen met een huizenprijs lager dan € 225.000 (is categorie 2); - Het hoge percentage woningen dat in de periode 2006-2013 in categorie 1 en 2 is gebouwd. Daarnaast is in de regionale woonvisie aandacht voor de beschikbaarheid van huurwoningen tegen lage huurprijzen. De regionale afspraak is dat gemeente en ontwikkelende partij samen onderzoeken of in een bouwplan ook in de onderste categorie van de huur kan worden gebouwd.
1
Woningbouw in categorie 1 en 2 is sociale woningbouw. Dit zijn woningen met een huurprijs tot de huurtoeslaggrens van € 699,48 per maand en koopwoningen bereikbaar voor jaarinkomens tot €48.000, prijspeil 2014.
7
www.castricum.nl
Afspraken woningbouwprogramma: 1. Nog 843 woningen bouwen in de periode 2014-2020. 2.a. 25% Nieuwbouw realiseren in de categorieën 1 en 2 2.b. Aan dit nieuwe percentage de regels voor de egalisatiereserve sociale woningbouw aan te passen. 3. Gemeente en ontwikkelaar onderzoeken of in de onderste huurcategorie (huur < €556,82 aftoppingsgrens voor 1- en 2-persoons huishoudens) kan worden gebouwd.
2.2.
Wonen, Welzijn en Zorg
In Nederland worden mensen gemiddeld steeds ouder en blijven tot op hogere leeftijd vitaal. In de gemeente Castricum neemt het aantal inwoners vanaf 75 jaar tot 2020 met gemiddeld 100 per jaar toe. Het aantal inwoners van 75 jaar en ouder, dat alleen woont, groeit in deze periode met ongeveer 20 per jaar. Deze inwoners blijven langer zelfstandig wonen. Enerzijds uit eigen keuze en anderzijds vanwege rijksregelgeving. Op basis van het Laagland onderzoek uit 2011 neemt het aantal inwoners met beperkingen toe met circa 5 per jaar. Het gaat dan om inwoners, die te maken krijgen met verminderde mobiliteit of het gebruik van een rollator. De zorg voor mensen met beperkingen gaat er de komende jaren anders uitzien: - meer zorg aan huis via woonservicewijken, wijkteams en domotica; - meer levensloopgeschikte woningen en wonen in de nabijheid van een mantelzorger; - meer kleinschalige woonvormen, die aansluiten bij de specifieke vraag van inwoners, die in sommige gevallen ook bereid zijn om daarvoor extra te betalen. In het nieuwe Wmo-beleid wordt de zorg aan huis verder uitgewerkt. Daarbij wordt uitgegaan van de eigen kracht en de zelfredzaamheid van inwoners en hun eigen sociale netwerk. Afspraken wonen, welzijn en zorg: 1. Verruimen notitie mantelzorgwonen, zodra rijksregelgeving dit toelaat. 2. Faciliteren van de zorg aan huis, nader uit te werken in het nieuwe Wmo-beleid. 3. Streven naar nieuwbouw van levensloopgeschikte appartementen en grondgebonden woningen. 4. Gemeente en corporatie zetten zich gezamenlijk in voor het bevorderen van wonen, welzijn en zorg op maat in de gemeente, door te voorzien in de woonbehoeften van kwetsbare mensen.
2.3.
Behoud aantrekkelijke woningvoorraad en wijken
Bij woningbouw is een integrale en gecoördineerde aanpak in de wijken noodzakelijk. Integraal betekent dat zowel de kwaliteit van de woningvoorraad, de woonomgeving als de eventuele sociale en economische problematiek in onderlinge samenhang worden aangepakt. Gecoördineerd houdt in dat we deze aanpak in goede samenwerking tussen de gemeente, Kennemer Wonen, in de wijken werkzame instellingen, bewoners en ondernemers ontwikkelen. De woningvoorraad in de gemeente Castricum is betrekkelijk jong (87% is gebouwd na 1950). Grote projecten voor sloop of renovatie zijn niet aan de orde. Verder zijn de inwoners van Castricum zeer tevreden over alle aspecten van leefbaarheid in hun woonomgeving. Leefbaarheid heeft daarbij onder andere betrekking op de aanwezigheid van voorzieningen, de fysieke leefomgeving, de (verkeers-)veiligheid en openbaar groen, maar heeft 8
www.castricum.nl
bijvoorbeeld ook betrekking op de sociale samenhang in de kernen. Samen met andere partijen, zoals Kennemer Wonen, zorgorganisaties en sportverenigingen werken wij aan het behoud van de leefbaarheid in de gemeente. Daarbij is met name aandacht voor verbetering van de balans tussen wonen-werken-recreëren, een voorzieningenaanbod in de wijken dat aansluit bij de demografische ontwikkelingen en er is aandacht voor de energetische kwaliteit van de woningvoorraad. Afspraken aantrekkelijke woningvoorraad en wijken 1. Corporatie en gemeente trekken gezamenlijk op bij het maken van wijkstrategieën. Uitgangspunt is dat in de gemeente voldoende sociale huurwoningen beschikbaar zijn voor de vraag. 2. De corporatie informeert de gemeente vooraf bij het voornemen tot verkoop en sloop van bestaande huurwoningen. 3. De meerjarenplanning voor onderhoud en beheer van de sociale huurwoningen (corporatie) en voor herinrichting van de openbare ruimte (gemeente) worden jaarlijks besproken en op elkaar afgestemd. 4. De corporatie werkt aan verlaging van de energiecomponent in de woonlasten door haar woningen energiezuiniger te maken (gemiddeld energielabel B in 2022).
9
www.castricum.nl
3. Ontwikkelingen op de woningmarkt Sinds 2008 is op de Nederlandse woningmarkt sprake van onzekerheid als gevolg van de economische recessie. Inwoners ervaren dat het lastig is een woning te kopen of juist te verkopen. Provincie, regio en gemeente volgen de ontwikkelingen nauwlettend en stemmen hierop hun woonbeleid af. De recessie heeft diverse ontwikkelingen en maatregelen in gang gezet, die ervoor zorgden dat de woningmarkt op slot zat. In de volgende paragrafen worden deze ontwikkelingen en maatregelen op het gebied van wonen kort beschreven.
3.1.
Gevolgen economische recessie
Sinds 2008 is de Nederlandse economie gekrompen. De gevolgen van deze recessie hebben zich in toenemende mate laten voelen in het dagelijkse leven. Bedrijven krompen in of gingen failliet. Daarmee nam het totale aantal beschikbare banen in Nederland af en steeg de werkloosheid van 4% in 2008 naar 8,5% in 2013. Dit had grote invloed op de woning(bouw)markt in Nederland en de regio Alkmaar. Het aantal aan- en verkopen van woningen nam af, de prijzen van huizen daalden gemiddeld met 20% en nieuwbouwprojecten werden tijdelijk stilgelegd, geschrapt of in een lager tempo gerealiseerd. Landelijk was met name nog beweging op de huizenmarkt voor starters, namelijk verkopen en nieuwbouw van woningen in de goedkope prijscategorieën. Eind 2013 lijkt de woningmarkt zich te stabiliseren. Meer woningen zijn verkocht en voor 2014 voorspelt het Centraal Plan Bureau dat de huizenprijzen niet verder zullen dalen. In Castricum is deze landelijke ontwikkeling eveneens terug te zien. In 2009 was de gemiddelde waarde van een woning in de gemeente € 308.000 en in 2012 zakte de gemiddelde waarde van een woning naar € 291.000. Het aantal transacties is eveneens teruggelopen van bijna 400 transacties in 2006 naar 263 in 2012. Het merendeel van deze transacties vond plaats in de koopsomklassen € 100.000 - € 200.000 (35%) en € 200.000-€ 300.000 (40%). De meest verkochte typen woningen waren dan ook appartementen en tussenwoningen, die gemiddeld na 12-14 maanden werden verkocht.
3.2.
Maatregelen koopwoningen
Sinds 2011 heeft de rijksoverheid de normen voor hypothecaire kredietverlening aangescherpt om kopers te beschermen tegen te hoge woonlasten en om het risico op een restschuld bij woningverkoop te verkleinen. Banken en verzekeraars hanteren sinds 1 augustus 2011 strengere regels bij de afsluiting van nieuwe hypotheken. Volledig aflossingsvrije hypotheken worden niet meer verstrekt en huizenkopers moeten gedurende de looptijd verplicht minimaal de helft van de waarde van hun woning aflossen. Bovendien is de hoogte van de lening beperkt tot maximaal 104 procent van de woningwaarde en geldt de hypotheekrenteaftrek uitsluitend voor het deel van de lening dat wordt afgelost. De hypotheekvormen waarvoor de renteaftrek gehandhaafd blijft zijn de annuïteiten- en de lineaire hypotheek. Verder wordt de maximale hoogte van de hypotheek verlaagd naar 100 procent van de woning en wordt de hypotheekrenteaftrek voor hogere inkomens geleidelijk beperkt tot het een na hoogste tarief in de inkomstenbelasting. Deze maatregelen maken het met name voor mensen/huishoudens met lagere inkomens moeilijker om een start te maken op de markt voor koopwoningen. Daar staat tegenover dat de prijzen voor koopwoningen zijn gedaald, daardoor een lagere hypotheek nodig is en dat de rentestand nog steeds laag is.
10
www.castricum.nl
3.3.
Maatregelen huurwoningen
Sociale huurwoningen zijn bestemd voor huishoudens met een laag inkomen. Huishoudens met een midden- of hoger inkomen worden ontmoedigd om hiervan gebruik te maken2. Als gevolg van Europese regelgeving geldt sinds 2011, dat de woningcorporaties 90% van de vrijgekomen sociale huurwoningen moeten toewijzen aan huishoudens met een belastbaar jaarinkomen tot € 34.678 (prijspeil 2014). In de regio Alkmaar is afgesproken dat de resterende 10% van de woningen toegewezen mag worden aan huishoudens met een inkomen tot € 38.500. Verder bepaalt de overheid welke sociale huur (op basis van het puntensysteem) en huurverhoging de corporatie maximaal mag vragen. In 2014 is de maximale huurprijs voor sociale huurwoningen € 699,48. Sinds 1 juli 2013 heeft de rijksoverheid een hogere huurverhoging voor de huishoudens met een midden- of hoger inkomen mogelijk gemaakt. Aan huishoudens met een inkomen hoger dan € 43.000 mag een huur gevraagd worden, die hoger is dan de maximale huurprijs van € 699,48. In 2013 heeft in de gemeente Castricum 14% van de huurders van de woningcorporatie Kennemer Wonen een inkomen boven de inkomensgrens van € 34.678 (scheefwoners). Daarvan heeft circa 4% een inkomen hoger dan € 43.000. Voor huishoudens met een lager inkomen blijft het mogelijk om huurtoeslag aan te vragen om de huisvesting betaalbaar te houden. De maximale huurprijzen, huurverhogingen en huurtoeslag gelden niet voor geliberaliseerde huurcontracten. Dit zijn huurcontracten voor zelfstandige woningen met een huurprijs boven de liberalisatiegrens van € 699,48 (2014). Verder heeft de rijksoverheid aan corporaties een verhuurdersheffing opgelegd. Deze heffing is gebaseerd op het aantal woningen dat een corporatie bezit en de WOZ-waarde van deze woningen. Voor Kennemer Wonen bedraagt de verhuurdersheffing circa 17% van jaarlijkse inkomsten aan huurpenningen. Koepelorganisatie Aedes heeft aangegeven dat als gevolg van deze heffing, corporaties minder zullen investeren in de nieuwbouw en het onderhoud van huurwoningen.
3.4.
Trends
De economie lijkt zich enigszins te herstellen. Daarmee zal de woningmarkt waarschijnlijk aantrekken. In de afgelopen jaren zijn minder huishoudens verhuisd, maar veel huishoudens willen wel verhuizen. Inwoners zullen daarbij een afweging maken tussen kopen of huren. De definitieve keuze hangt voor een groot deel af van de kosten. Koopwoningen zijn de afgelopen jaren goedkoper geworden en de (sociale) huren stijgen. De private huursector zal voor potentiële kopers aantrekkelijk zijn zolang de koopprijzen nog dalen, het consumentenvertrouwen laag is en het restrictieve financieringsbeleid van banken zich voortzet. Daarnaast voldoet het aanbod van sociale en private huurwoningen aan de behoefte van starters aan flexibiliteit en aan de behoefte van een deel van de senioren om de koopwoning te verkopen en de vrijkomende middelen te besteden.
2
Lagere inkomens : huishoudinkomens tot € 34.678 Middeninkomens : huishoudinkomens tussen € 34.678 - € 43.000 Hogere inkomens : huishoudinkomens boven € 43.000
11
www.castricum.nl
In de sociale huursector is minder dan voorheen sprake van goedkope scheefheid (scheefwonen). De huursector verandert; relatief meer appartementen en minder eengezinswoningen; meer dure (sociale) huurwoningen; meer huurders in de lagere inkomensgroepen en oudere alleenstaanden mede als gevolg van de vergrijzing. Met name het aandeel 75-plussers in een huurwoning is toegenomen. Ouderen blijven steeds vaker en langer zelfstandig wonen. Het aantal huishoudens neemt toe grotendeels als gevolg van de groei van het aantal 1persoonshuishoudens. Daarnaast groeit het aantal huishoudens zonder zelfstandige woning. De huishoudens die geen zelfstandige woning hebben vinden op een andere manier een plek, bijvoorbeeld in een wooneenheid, op kamers, inwonend bij anderen of in een intramurale instelling. Andere trend is dat mensen vaker een woning zoeken in de stad. In de provincie NoordHolland is met name voor de gemeente Amsterdam sprake van een vestigingsoverschot.
Samenvatting Ontwikkelingen op de Woningmarkt: In de periode 2008-2013 was sprake van grote onzekerheid op de woningmarkt als gevolg van de recessie van de economie. De recessie heeft geleid tot ingrijpende maatregelen, die zowel effect hebben op het kopen van een woning als het huren van een woning. De prijzen van koopwoningen zijn met circa 10-20% gedaald. De regels voor hypotheekverstrekking zijn strenger. De sociale huurwoningen worden als gevolg van Europese inkomensgrenzen in toenemende mate bewoond door de doelgroep (huishoudens met lage inkomens). Op basis van nieuwe wetgeving mogen de huren de komende jaren stijgen met meer dan de inflatiecorrectie. Er is met name meer ruimte in de wetgeving om het scheefwonen te ontmoedigen door hogere huren mogelijk te maken. Nieuwbouw is ook in de toekomst nodig om het groeiende aantal huishoudens te huisvesten. De vraag naar woningen groeit, met name in de grote steden.
12
www.castricum.nl
4.
Gemeente Castricum en Provincie Noord-Holland
De provincie neemt op het gebied van wonen een belangrijke rol in. De provincie ziet zijn taak als die van woningmarktregisseur, waarbij wordt samengewerkt met het Rijk, de marktpartijen, gemeenten en regio’s. De samenwerking is gericht op het omgaan met demografische ontwikkelingen, goede regionale aansluiting van vraag en aanbod en goede afstemming van de gevolgen van de economische recessie. De provincie heeft een woonvisie tot 2020 opgesteld. Uitgangspunt is dat de inwoners van Noord-Holland over voldoende woningen van passende kwaliteit beschikken in een aantrekkelijk woonmilieu. Daarom moet er voldoende variatie in de woningvoorraad en woonomgevingen zijn. De provincie wil dat regionale partijen, zoals woningcorporaties en gemeenten, goed samenwerken om deze doelstelling te bereiken. Er zijn drie speerpunten voor het wonen benoemd: - Afstemming van vraag en aanbod, waarbij extra aandacht nodig is voor enerzijds jongeren en starters en anderzijds de toenemende groep senioren en zorgvragers. - Voorzieningen in de woonomgeving, waarbij extra aandacht nodig is voor de leefbaarheid in de kleine kernen en voor de bereikbaarheid van zorgvoorzieningen voor zorgvragers. - Duurzaamheid en transformatie, waarbij extra aandacht nodig is voor energiemaatregelen en duurzaamheidstoepassingen in nieuwbouw en bestaande bouw. 4.1.
Provinciale Structuurvisie en Regionaal Actie Programma wonen (RAP)
In de structuurvisie Noord-Holland 2040 is, op basis van de provinciale prognose van 2009, de woningbouwopgave tot 2040 vastgesteld. Deze woningbouwopgave is vertaald in verstedelijkingsafspraken, waarin Rijk en regio’s afspraken hebben gemaakt voor de periode 2010-2020 over de woningbouwlocaties en de tijdsplanning. Voor Noord-Holland zijn deze afspraken vastgelegd in twee gebiedsdocumenten, waarbij Castricum is opgenomen in het gebiedsdocument Noord-Holland Noord. De woningbehoefte in deze gebiedsdocumenten vormde de input voor het opstellen van de Regionale Actie Programma’s wonen (RAP’s). In het RAP wordt verder voor Castricum geconstateerd, dat de woningmarkten van de kernen Akersloot, Limmen en Bakkum redelijk zelfstandig en gesloten zijn. Nieuwbouw in deze kernen moet maatwerk zijn. Het moet gaan om zeer kleine aantallen per project/faseringseenheid om de afzet te waarborgen. In 2014 worden de RAP-afspraken geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie worden de afspraken voor 2015-2020 geactualiseerd. Tabel 2 Samenvatting afspraken RAP regio Alkmaar Kwantiteit tot 2020 Betaalbaarheid
Nultredenwoningen
Woningtype
Regio 13.770
Castricum 1.616
40-45% 55-60%
35 % 65 %
Nultreden
60%
60 %
waarvan grondgebonden waarvan appartementen Niet- nultreden
85-90% 10-15% 40%
80% 20% 40 %
Koop
80-90%
90 %
Huur
10-20%
10 %
Geplande woningbouw (incl. 30% planuitval) Cat. 1 en 2 Cat. 3 en 4
13
www.castricum.nl
Tabel 3 Toelichting op afspraken in het RAP regio Alkmaar Toelichting aantal te bouwen woningen 1. De woningbouwopgave voor de regio Alkmaar in de verstedelijkingsafspraken is voor de periode 2010-2014: 6.000 woningen en voor de periode 2015-2019: 4.000 woningen. Hiervoor is een woningbouwprogramma nodig van 14.260 woningen. Dit aantal is opgebouwd uit de groei van het aantal huishoudens met 9.930, een reservecapaciteit van 30% van 2.980 woningen en de herbouw van de sloop van 1.350 woningen. De regio Alkmaar heeft tot 2020 in haar nieuwbouwprogramma 13.770 woningen opgenomen. Daarmee heeft de regio een beperkt tekort in de woningbouwplanning. De regio vult dit vooralsnog niet in, omdat onzeker is of het aantal onttrekkingen (sloop) daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Bouwen binnen BBG 2. De regio heeft voldoende plannen binnen Bestaand Bebouwd Gebied (BBG). Bouwen buiten BBG zal slechts in zeer beperkte mate aan de orde zijn. Castricum bouwt voor eigen gemeente en regio 3. In het totale nieuwbouwprogramma voor de regio heeft Castricum een geplande productie tot 2020 van 1.616 woningen en de sloop van 200 woningen. De bouw van maximaal 600 woningen (deels na 2020) in de Zandzoom is mede bedoeld voor de opvang van de (boven)regionale vraag. Welk woningtype in de huursector 4. Uitbreiding in de huursector in de regio bestaat bij voorkeur uit goedkope ééngezinsrijwoningen, appartementen met lift (betaalbaar) en grondgebonden nultredenwoningen met een behoorlijke kwaliteit (duur). Appartementen kunnen deels de vraag naar grondgebonden nultredenwoningen vervangen mits deze voldoen aan de volgende voorwaarden: zeer goede prijs/kwaliteit verhouding; een grote buitenruimte, goede ligging op de zon, praktische woningplattegrond, aansprekende/vraaggerichte architectuur en in de nabijheid van voorzieningen en OV. Welk woningtype in de koopsector 5. Om aan te sluiten bij de vraag in de regio bestaat het nieuwbouwprogramma in de koopsector bij voorkeur uit ééngezinswoningen <214.000, 2^1 kappers, vrijstaande en nultredenwoningen. Daarnaast is in Castricum ook behoefte aan appartementen in de huursector. Deze vraag komt met name van de groeiende groep senioren. Tot slot 6. De regiogemeenten spannen zich in om de bestaande woningvoorraad te verduurzamen en om het aanbod voor huishoudens met een inkomen boven de Europagrens (€ 34.678 in 2014) te vergroten.
4.2.
Vraaggestuurd bouwen
De provincie streeft ernaar dat inwoners zoveel mogelijk kunnen wonen op de plek van hun voorkeur. Daarom heeft de provincie onderzoek laten doen naar de kwalitatieve en kwantitatieve vraag van inwoners. Het resultaat van dit onderzoek betekent voor de regio Alkmaar dat de bouwopgave in aantallen voor de lange termijn ongeveer gelijk blijven. Verder blijkt in de regio Alkmaar met name behoefte aan de woonmilieus stedelijk naoorlogs compact (Alkmaar), dorps (waaronder Limmen en Akersloot) en landelijk bereikbaar (waaronder De Woude). Voor deze woonmilieus zijn op dit moment onvoldoende plannen voor woningbouw. Op langere termijn vergroot deze vraag verder uit, waarbij ook de behoefte aan woningbouw in de centrum-dorpse woonmilieus (waaronder Castricum) het aanbod overtreft. Samenvatting Gemeente en Provincie Noord-Holland: De provincie vervult de rol van woningbouwregisseur. De provincie stuurt op aansluiting van het aanbod bij de vraag, zowel in kwantiteit als kwaliteit van de woning en de woonomgeving. De provincie heeft hierover met de regiogemeenten afspraken gemaakt, die zijn opgenomen in het Regionale Actieprogramma wonen (RAP). Uit het onderzoek vraaggestuurd bouwen blijkt dat ook in de toekomst behoefte is aan de woonmilieus, die de gemeente te bieden heeft.
14
www.castricum.nl
5.
Gemeente Castricum en de regio Alkmaar
Castricum maakt deel uit van de regio Alkmaar. De regio bestaat tot 1 januari 2015 nog uit acht gemeenten. Na die datum fuseren de gemeenten Graft-De Rijp en Schermer met de gemeente Alkmaar. Ook de gemeenten Bergen, Castricum, Heiloo en Uitgeest verkennen de mogelijkheden voor nauwere samenwerking.
5.1.
Woningmarkt regio Alkmaar
De regio Alkmaar telt ruim 272.000 inwoners en 119.000 huishoudens. De regio varieert qua inwoners, woningen en woonmilieus en kent één centraal stedelijk gebied met twee dragers, Alkmaar en Heerhugowaard. Daar omheen liggen meer suburbane gemeenten en op iets grotere afstand kleine kernen in landelijk gebied. Bijgaand overzicht geeft aan hoe de verschillende milieus verdeeld zijn over de regio. Figuur 1 Verdeling woonmilieus in de regio Alkmaar
De regio Alkmaar functioneert niet als één woningmarkt, maar heeft een sterk lokaal karakter. Gemiddeld komt meer dan driekwart van de verhuizers uit een woning binnen een straal van 5 kilometer en bijna de helft van de verhuizers woonde minder dan 2 kilometer verwijderd van de nieuwe woning. Voor Castricum geldt dat 50% van de inwoners verhuist binnen de gemeente, 10% verhuist naar gemeenten in de regio en 40% van de inwoners verhuist naar een gemeente buiten de regio. Binnen de regio heeft Castricum de sterkste 15
www.castricum.nl
woningmarktrelatie met Alkmaar (vooral jongere huishoudens), Heiloo en in mindere mate met Bergen3. Castricum heeft daarnaast een woningmarktrelatie met de regio IJmond, met name met de gemeente Heemskerk. In de periode 2006-2011 vertrokken meer huishoudens, dan zich in de regio vestigden. Het vertreksaldo betreft 800 huishoudens, met name één en tweepersoonshuishoudens tot 35 jaar, die zich in Amsterdam vestigden. De regio kent een klein vestigingsoverschot voor wat betreft de doorstromers. Dit zijn de huishoudens in de leeftijd 35 tot 65 jaar.
5.2.
Regionale Woonvisie
Alle acht gemeenten in de regio Alkmaar hebben in de periode juli-september 2013 de Regionale Woonvisie 2013-2020 vastgesteld. De woonvisie legt de kaders vast voor de lokale woonvisies van de gemeenten. In de regionale woonvisie wordt geconstateerd dat de regionale woonmarkt geen grote knelpunten kent. Aantallen huishoudens en woningen zijn in evenwicht. Mogelijk kan schaarste in de regio ontstaan aan goedkope huur- en koopwoningen. Dit is afhankelijk van de prijsstellingen en economische ontwikkeling. In de regio Alkmaar kan op dit moment ieder huishouden met een inkomen tot € 38.500 terecht in de sociale huursector. Tabel 4 Overzicht afspraken in de regionale woonvisie Doelgroep 1. De doelgroep van beleid zijn de huishoudens met jaarinkomen tot €48.000 (grens sociale koop), met binnen deze categorie de nadruk op de huishoudens met een jaarinkomen tot €38.500 (grens sociale huur/huurtoeslaggrens). Sociale woningbouw 2. Voor nieuwbouw hanteren we regionaal een percentage van minimaal 30% sociale woningbouw (huurtoeslaggrens € 699,48 en koopwoningen bereikbaar voor inkomens tot € 48.000, prijspeil 2014). Samenhang wonen-zorg-welzijn 3. Faciliteren van de samenhang tussen wonen-zorg-welzijn, bijvoorbeeld door de realisatie van een woonservicegebied, het toepassen van woonkeur, het toestaan van mantelzorgwoningen, het bevorderen van domotica en het stimuleren van opplussen van de bestaande woningvoorraad. Duurzaamheid 4. Inzetten op een energieneutrale en daarmee woonlastenlage woonregio. Leefbaarheid in kleine kernen 5. Ruimte bieden voor beperkte nieuwbouw in kleine kernen ter behoud van de leefbaarheid en het draagvlak voor voorzieningen. Uitvoering (projecten) 6. Aan de visie is een aantal projecten gekoppeld, namelijk op het gebied van de toekomstbestendigheid van de woningen, domotica en het monitoren van de woningbouw.
3
Onderzoek Atrivé: analyse verhuisbewegingen regio Alkmaar, oktober 2013
16
www.castricum.nl
Verder hebben de regiogemeenten in de regionale woonvisie afspraken gemaakt over prijsklassen huur- en koopwoningen, de zogenaamde prijscategorieën 1, 2, 3 en 4. Jaarlijks wordt deze tabel aangepast aan de Wet op de Huurtoeslag en de Wet Bevordering Eigen Woningbezit. Bij deze tabel geldt dat de koopprijzen in categorie 3 en 4 niet op een wettelijke grondslag berusten, maar op een regionale afspraak. Tabel 5 Overzicht afspraken over prijsklassen huur- en koopwoningen per 1 januari 2014 Categorie Huur Koop Bij nieuwbouw regionaal minimaal 1. €556,82 (2014) €174.925 (2014) 1e aftoppingsgrens Koopprijsgrens Wet Wet op de huurtoeslag bevordering Eigen Woningbezit 30 % 2. €699,48 (2014) €174.925 - €225.000 maximale huurtoeslaggrens Wet op de huurtoeslag 3. >€699,48 (2014) €225.000- €325.000 Vrije sector huur 4.
>€325.000
Samenvatting Gemeente en de Regio Alkmaar: De regio Alkmaar bestaat in 2014 uit 8 gemeenten en kent veel variatie in woonmilieus. De woonmarkt in de regio Alkmaar fungeert niet als één woonmarkt. Tachtig procent van de huishoudens verhuist binnen de eigen gemeente. Verder zijn er vanuit de gemeente Castricum met name verhuizingen naar en van Heiloo, Alkmaar en in mindere mate Bergen. Recent is in de regio de regionale woonvisie 2013-2020 vastgesteld. In de woonvisie wordt geconstateerd, dat de regionale woonmarkt geen grote knelpunten kent. Belangrijke afspraak is om in de regio gezamenlijk minimaal 30% sociale woningbouw te realiseren.
17
www.castricum.nl
6. Kenmerken Gemeente Castricum
6.1.
Ligging en identiteit4
De gemeente Castricum is gelegen in de regio Alkmaar en bestaat uit de vijf kernen Akersloot, Bakkum, Castricum, Limmen en De Woude. De gemeente Castricum is in de loop van de 20ste eeuw sterk gegroeid. Telde de gemeente in 1950 nog 1.842 woningen, in 2010 was dit aantal gegroeid naar 14.562 woningen. Ondanks deze snelle groei is in alle kernen sprake van een hechte woongemeenschap; bewoners voelen zich verbonden met elkaar en met de kern. Veel bewoners zijn in de gemeente komen wonen om de stadse drukte te verruilen voor de rust van een dorp, het strand en de natuur. Veel inwoners werken buiten de gemeente, wat met het station in de woonkern Castricum en de nabijheid van de A9 wordt gefaciliteerd. In 2013 stond de gemeente op de 43ste plaats van de beste gemeenten (van de 408 gemeenten) in Nederland5. Uit dit onderzoek blijkt dat inwoners met name de volgende zaken waarderen; de nabijheid en verscheidenheid van water, groen, natuur, werkgelegenheid, sportterreinen, verkeersveiligheid en de samenstelling van de bevolking. Behoud van de identiteit van de kernen, in samenhang met het landschap, is dan ook een belangrijk uitgangspunt voor alle ontwikkelingen. 6.2.
Inwoners; aantal en opbouw
In de gemeente wonen in totaal 34.382 inwoners, die verdeeld zijn over de kernen: - Akersloot met 4.858 inwoners (= 14 %) - Bakkum met 2.844 inwoners (= 8 %) - Castricum met 19.613 inwoners (= 57 %) - Limmen met 6.797 inwoners (= 20 %) - De Woude met 171 inwoners (= 1 %).
4 5
Meer informatieve over identiteit gemeente Castricum in bijlage 2 Elsevier Gids, 29 juni 2013; Onderzoek De Beste Gemeenten
18
www.castricum.nl
In de gemeente wonen in totaal 14.653 huishoudens. Als gevolg van de huishoudensverdunning zal, ondanks de afname van het aantal inwoners, het aantal huishoudens nog groeien. In de periode 2010-2030 gaat het om een groei van bijna 1.200 huishoudens. In 2020 telt de gemeente naar verwachting 15.200 huishoudens, globaal bestaan deze huishoudens dan voor 1/3 uit gezinnen, voor 1/3 uit alleenstaanden en voor 1/3 uit paren. De primaire doelgroep voor de woningbouwcorporatie is in 2020 iets afgenomen van 24% in 2011 naar 23% in 2020. Tabel 6 Provinciale prognose van aantal en type huishoudens in de gemeente Castricum, periode 2010-2030 Aantal 2010 2020 2030 2010-2020 2020-2030 Bevolking 34.652 33.600 33.600 -1.050 0 Huishoudens 14.622 15.200 15.800 580 600 Jongeren (< 15 jr.) 6.084 4.500 4.750 -1.580 250 Potentiële beroeps21.827 20.400 18.400 -1.430 -2.000 bevolking (15-65 jr.)6 Ouderen (>64 jr.) 6.741 8.700 10.500 1.960 1.800
6.3.
Inkomen Huishoudens
De inwoners van de gemeente Castricum hebben, in vergelijking met andere gemeenten in Noord-Holland, gemiddeld een hogere opleiding en een hoger inkomen. Het percentage huishoudens met een inkomen tot 105% van het sociaal minimum is dan ook laag (<5%). In de regio Alkmaar wordt 90% van de sociale huurwoningen toegewezen aan de huishoudens met een jaarinkomen tot €34.614 en 10% van de woningen aan de huishoudens met een inkomen tot €38.500. Tabel 7 Relatie tussen huishoudinkomen en huur- of koopwoning in Castricum (bron: Laagland 2011) Inkomen in Inkomensverdeling Inkomensverdeling Inkomensverdeling euro’s Huishoudens huurders kopers Aantal percentage percentage percentage Tot 21.625 1.612 11% 32% 5% 21.625 – 33.614 1.905 13% 40% 6% 33.614 – 38.500 732 5% 13% 3% 38.500 – 43.000 733 5% 6% 5% 43.000 en meer 9.671 66% 9% 81% Totaal 14.653 100% 100% 100%
Om duidelijk te krijgen welk deel van de huurders met een inkomen van €33.614 tot €38.500 per jaar is aangewezen op de sociale sector en welk deel niet, zijn de bestedingsmogelijkheden bij beide inkomensgrenzen van belang. In de volgende tabel staan de maximale huurlasten die een inwoner per maand kan besteden zonder in de financiële problemen te raken, gebaseerd op de gegevens van het NIBUD (2011).
6
In de praktijk zal de potentiële beroepsbevolking na correctie voor de nieuwe pensioengerechtigde leeftijd waarschijnlijk minder snel afnemen.
19
www.castricum.nl
Tabel 8 Overzicht maximale huurlasten (bron: NIBUD 2011) Doelgroep Maximale huur bij Maximale huur bij inkomen van € 33.614 inkomen van € 38.500 € 704 € 933 € 585 € 711 € 573
Alleenstaande <65 jaar Alleenstaande >65 jaar Paar <65 jaar Paar >65 jaar Paar met kinderen
€ 850 € 1.088 € 698 € 805 € 669
Uit het overzicht blijkt dat met name de paren met kinderen en de paren jonger dan 65 jaar qua budget zijn aangewezen op de sociale huursector. In Castricum gaat het om 86 gezinnen en 42 paren jonger dan 65 jaar.
6.4.
Opbouw woningvoorraad
De woningvoorraad in de gemeente Castricum bestaat voor bijna driekwart uit koopwoningen. De woningvoorraad bestaat voor 26% uit huurwoningen, waarvan 16% wordt verhuurd via de woningcorporatie en 10% via andere verhuurders, zoals pensioenfondsen. Tabel 9 Overzicht woningvoorraad gemeente Castricum (bron: CBS 2013) 2009 2010 2011 2012 Woningvoorraad 14.430 14.505 14.565 14.575 Gestapelde bouw in % Leegstand in % Gemiddelde woningwaarde Koopwoningen in % Huurwoningen in % -
Corporaties
-
Overige verhuurders
Bouwjaar < 2000 Bouwjaar > 2000
-
-
-
9%
4%
5%
5%
4%
308.000
307.000
298.000
291.000
73%
73%
73%
74%
27%
27%
27%
26%
17%
17%
17%
16%
10%
10%
10%
10%
93%
92%
92%
92%
7%
8%
8%
8%
20
2013
280.000
www.castricum.nl
Tabel 10 Opbouw woningvoorraad in 2011 (CBS en Laagland) 1. 2. 3.
4.
6.5.
Eéngezinswoning Meergezinswoning Koopwoning WOZ-waarde <€214.500 Koopwoning WOZ-waarde >€214.500 Huurwoning categorie < € 361 Huurwoning categorie € 361 - € 517 Huurwoning categorie € 517 - € 652 Huurwoning categorie > € 652 Huurwoningen Kennemer Wonen - Limmen Eéngezinswoning Appartement zonder lift Appartement met lift - Akersloot Eéngezinswoning Appartement zonder lift Appartement met lift - Castricum en Bakkum Eéngezinswoning Appartement zonder lift Appartement met lift
11.881 2.890 2.165 9.963 468 1.478 463 234
80 % 20 % 18 % 82 % 18 % 56 % 17 % 9%
342 156 104 82 251 143 108 0 1.715 970 346 399
Woonmilieus
De gemeente Castricum kent drie woonmilieus, namelijk centrum dorps; dorps; en landelijk bereikbaar. De woonkernen Castricum en Bakkum behoren tot het woonmilieu ‘centrum dorps’. De woonkernen Limmen en Akersloot behoren tot het woonmilieu ‘Dorps’. De woonkern De Woude behoort tot de het woonmilieu ‘landelijk bereikbaar’. In het rapport Vraaggestuurd Bouwen wordt geconstateerd dat er tot 2020 in de regio Alkmaar een tekort aan bouwplannen is in de dorpse en landelijk bereikbare milieus. In de periode 2020-2040 vergroten deze tekorten zich verder uit. Daarnaast zullen er vanaf 2020 extra plannen in centrum-dorpse woonmilieus gerealiseerd moeten worden om aan de vraag tegemoet te komen. In het Regionaal Actie Programma wonen (RAP), waarin de woningbouwafspraken tussen provincie en regiogemeenten zijn vastgelegd, wordt rekening gehouden met de woonmilieus en de kenmerken daarvan. In vergelijking met de regio kunnen bijvoorbeeld in de gemeente Castricum, met een inkomen dat hoger is dan gemiddeld in de regio, meer woningen in de koopsector en meer in de prijscategorieën 3 en 4 gebouwd worden.
Samenvatting Kenmerken gemeente Castricum: De gemeente bestaat uit vijf woonkernen die alle bestaan uit hechte woongemeenschappen. De gemeente telt 34.382 inwoners en bestaat uit 14.653 huishoudens. In 2020 bestaan deze huishoudens globaal voor 1/3 uit gezinnen, 1/3 uit paren en 1/3 uit alleenstaanden. De inwoners hebben, in vergelijking met andere gemeenten in Noord-Holland, gemiddeld een hoger inkomen. Op de sociale huursector zijn met name paren jonger dan 65 jaar en paren met kinderen aangewezen. Van de woningvoorraad bestaat 26% uit huurwoningen en 74% uit koopwoningen. Verder biedt de gemeente variatie in woonmilieus, namelijk centrum-dorpse, dorpse en landelijk bereikbare woonmilieus.
21
www.castricum.nl
7. Een Nieuwbouwprogramma met Toekomstwaarde 7.1.
Ambitie Castricum
Het aantal inwoners in de gemeente daalt trendmatig. Er is sprake van een sterfteoverschot als gevolg van de vergrijzing. Bij ongewijzigd beleid is eveneens sprake van een vertrekoverschot. Het gaat daarbij veelal om jonge huishoudens tot 35 jaar die zich in Amsterdam vestigen. Het streven van de gemeente is om het inwonertal stabiel te houden op 35.000 inwoners en te komen tot een evenwichtige leeftijdsopbouw van de bevolking. Woningbouw voorkomt niet dat de gemeente vergrijst, maar wel minder dan bij een trendmatige demografische ontwikkeling. Een stabiel inwonertal en een gevarieerde leeftijdsopbouw is noodzakelijk om de voorzieningen en daarmee de leefbaarheid op peil te houden. In de strategische visie Buiten Gewoon Castricum (2005) en de lokale woonvisie (20092030) is geraamd dat hiervoor de bouw van 1.600-1.800 woningen nodig is in de periode 2006-2030. Het merendeel van deze woningen, circa 1.400, zou voor 2020 gerealiseerd moeten worden. In de periode 2006-2010 zijn er 330 woningen gebouwd, zodat voor de periode 2010-2030 een woningbouwopgave resteert van 1.270-1.470 woningen. Hiervan willen we 870-1.070 woningen bouwen tot 2020 en 400 woningen in de periode 2020-2030. Deze ambitie van de gemeente is eveneens verwerkt in de afspraken, die met de provincie zijn gemaakt voor het Regionaal Actie Programma wonen (RAP). Voor Castricum is in het RAP een bouwopgave opgenomen van 1.616 woningen. Op basis van de praktijk gaat de provincie daarbij uit van een planuitval van 30%. Tabel 11 Samenvatting bouwopgave gemeente Castricum Nieuw te bouwen woningen 2006-2030 Regionaal Actieprogramma Wonen (RAP)
Structuurvisie Buiten Gewoon Castricum - Akersloot - Castricum (incl. Bakkum) - Limmen
7.2.
2010-2020
2020-2030
1.616 minus 30% planuitval = 1.131 1.600- 1.800 240- 270 1.040- 1.170 320- 360
870-1.070
400
Mogelijkheden voor Woningbouw
De gemeente zet sterk in op woningbouw binnen de huidige bebouwingsgrenzen van de kernen. Daarmee wordt aantasting van het buitengebied voorkomen en aangesloten bij de woonwensen van jongeren en senioren. Het Masterplan Inbreidingen (2009) geeft een overzicht van de inbreidingslocaties voor woningbouw in de gemeente. Daarnaast zijn er nog enkele andere locaties, die in ontwikkeling worden gebracht, zoals het plan Zandzoom bij Limmen, Startingerweg in Akersloot en Duin en Bosch in Bakkum.
22
www.castricum.nl
Tabel 12 Overzicht woningcapaciteit woningbouwcapaciteit 2006-2030 Akersloot Gerealiseerd 2006-2013 Harde plannen oplevering 2014-2015 Halfharde plannen oplevering 2014 -2015 Harde plannen oplevering 2016-2020 Halfharde plannen oplevering 2016-2020
58 13
Castricum (incl. Bakkum) 317 148
58
Totaal tot 2020 gerealiseerd, harde en halfharde plannen Masterplan Inbreidingen Zachte plannen Totale woningbouwcapaciteit Behoefte structuurvisie Overschot capaciteit t.o.v. behoefte
Limmen
Totaal
182 33
557 194
15
71
144
-
-
68
68
45
346
154
545
174
826
508
1.508
327 44
447-560 23
110 321
884-997 388
545
1.296-1.409
939
2.780-2.893
270 >275 (102%)
1.170 >126 (10%)
360 >579 (160%)
1.800 >980 (54%)
De tabel laat zien dat uitgaande van de gerealiseerde woningbouw en de harde en halfharde capaciteit tot 2020 het woningbouwprogramma redelijk in de woningbehoefte voorziet. Voor Limmen overtreft de woningbouw de lokale behoefte. Uitgangspunt is dat in Limmen met het project Zandzoom (in totaal 573 woningen) ook in de bovenregionale behoefte wordt voorzien. Als de mogelijke locaties uit het Masterplan Inbreidingen worden meegenomen dan is sprake van een overschot aan plancapaciteit. Voor de inbreidingslocaties geldt echter dat ontwikkeling afhankelijk is van private initiatieven en vaak een lange voorbereidingstijd kennen. Net als in het Regionaal Actie Programma wonen (RAP) gaan we daarbij uit van een planuitval van minimaal 30%. De capaciteit in de kern Castricum staat in verhouding tot de geraamde woningbehoefte. Limmen kent –als gevolg van de regionale uitbreidingslocatie Zandzoom- wel een forse overcapaciteit. Ook in Akersloot is de overcapaciteit fors. De overcapaciteit biedt de gemeente de mogelijkheid om bij de beoordeling van initiatieven van ontwikkelaars ruimtelijke en volkshuisvestelijke prioriteiten te stellen bij de te ontwikkelen woningbouwlocaties. De ontwikkeling van de woningbehoefte en de voortgang van ontwikkeling van de bouwlocaties moet goed worden gemonitord. Vanuit volkshuisvestelijk en stedenbouwkundig oogpunt is het van belang de goede woningen op de goede plek te bouwen. Het totale overzicht van de woningbouwprojecten is opgenomen in bijlage 1.
23
www.castricum.nl
8. Sluitend netwerk van wonen, welzijn en zorg Een sluitend netwerk van wonen, welzijn en zorg wordt de komende jaren belangrijker. Dit is het gevolg van twee ontwikkelingen. Enerzijds groeit het aantal inwoners in de leeftijd van 65 jaar en ouder. Deze leeftijdsgroep blijft langer actief en vitaal, maar bereikt gemiddeld ook een hogere leeftijd. Een hoge leeftijd gaat vaker gepaard met beperkingen, waardoor het aantal inwoners met beperkingen zal groeien. Anderzijds streeft de overheid naar beheersing van de kosten van de zorg. Zo is de AWBZindicatiestelling voor het wonen in een zorg- of verpleeginstelling de laatste jaren aangescherpt, de zogenaamde extramuralisering van de zorg7. De AWBZ wordt vanaf 2015 verder hervormd, en betaalt dan alleen nog de zwaarste, langdurige zorg. Daarnaast wordt met de nieuwe Wmo sterk ingezet op een betere organisatie van zorg en welzijn en op de eigen kracht van inwoners en hun sociale netwerk. De ingezette scheiding van wonen en zorg bevordert dat inwoners die zorg nodig hebben langer thuis blijven wonen. Kortom de overheid doet in toenemende mate een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van mensen en biedt alleen een voorziening aan als laatste vangnet. Het aantal inwoners in een zelfstandige woning, dat in meer of mindere mate zorg nodig heeft, neemt daardoor de komende jaren toe. Groei inwoners 65+ tussen 2010-2020 65-75 jaar: van 3.400 naar 4.400 inwoners 75 + jaar: van 2.600 naar 3.700 inwoners. 1-persoonshuishoudens van 75+ groeit van 1.097 naar 1.292.
Het langer zelfstandig wonen maakt deel uit van het beleid van de overheid, maar sluit ook aan bij de vraag van inwoners met een functiebeperking zelf. Veelal geldt dat zij zo lang mogelijk deel uit willen maken van de samenleving. De huisvesting moet dan wel aan een aantal eisen voldoen: afgestemd op de fysieke mogelijkheden, het kunnen terugvallen op zorg, een goed aanbod aan (welzijns-)diensten, de mogelijkheid om sociale contacten te kunnen onderhouden, voorzieningen als winkels en openbaar vervoer in de buurt en een veilige en aantrekkelijke woonomgeving. Dit vraagt om een goede afstemming tussen organisaties met een woon-, zorg- of welzijnstaak.
8.1.
Meer mondige en kapitaalkrachtige senioren
De opvattingen van inwoners, in de leeftijd van 65 jaar en ouder, op het gebied van wonen, welzijn en zorg veranderen. De senioren van de vooroorlogse generatie (geboren voor 1930) maken plaats voor de ‘stille generatie’ (geboren tussen 1930 en 1945) en de ‘baby boomers’ (geboren na 1945). Beide generaties beschikken over meer financiële middelen. De babyboomers zijn bovendien onafhankelijker, kritischer en mobieler. Zij stellen hoge eisen aan hun woon- en leefsituatie. De woonwensen van senioren zijn net zo verschillend als senioren zelf. Deze doelgroep denkt wel na over verhuizen, maar blijft bij voorkeur in de eigen woning en woonomgeving. In de meeste gevallen verhuizen senioren pas als hun gezondheid daartoe noodzaakt. Als senioren verhuizen dan is het meestal over een kleine afstand naar een appartement of geschikte grondgebonden woning (patiobungalow), in de koop- of huursector. Een deel van de doelgroep wil het vermogen dat in de koopwoning zit benutten voor andere zaken en/of geen zorgen meer hebben over het onderhoud van de woning. Zij zijn over het algemeen bereid een maandhuur van € 700 tot € 1.000 te betalen. 7
Definitie extramuralisering in bijlage 4.
24
www.castricum.nl
Natuurlijk zijn niet alle toekomstige senioren vermogend. Dit geldt ook voor inwoners met een functiebeperking, die op een uitkering zijn aangewezen.
8.2.
Inwoners met beperkingen
In 2011 heeft het bureau Laagland de ontwikkeling van het aantal inwoners met beperkingen in de gemeente onderzocht. Dit ontwikkelingsbeeld is inclusief de inwoners in een intramurale instelling. Het bureau onderscheidt drie gradaties in beperkingen. De beperkingen hebben alleen betrekking op fysieke beperkingen. Beperkingen zoals dementie worden niet apart in beeld gebracht. Er is echter sprake van een grote overlap tussen mensen met dementie en mensen met fysieke beperkingen. Tabel 13 Ontwikkeling van het aantal inwoners met fysieke beperkingen (bron: Laagland, 2011) Stadium van beperking Aantal Aantal inwoners inwoners in 2010 in 2030 1. De normale zelfredzaamheid met risico’s op verminderde mobiliteit en afhankelijkheid. Heeft moeite met activiteiten, zoals zwaar 326 367 huishoudelijk werk, bed verschonen of tien minuten staan. Eventueel gebruik van wandelstok. 2. Beperkte zelfredzaamheid met risico’s op verminderde mobiliteit en afhankelijkheid. Heeft moeite met veel dagelijkse activiteiten, maar 180 230 kan nog veel zelf. Eventueel gebruik van rollator. 3. Kan een aantal activiteiten niet meer zelf en heeft hulp nodig, maar kan actief bijdragen aan bewegingen. Stimuleren van 20 24 zelfredzaamheid is van belang. Gebruik van rolstoel.
Uit dit onderzoek blijkt dat het aantal inwoners in de gemeente met een zorgvraag vanwege een lichamelijke beperking, in de periode 2010-2030, toeneemt met 95 inwoners. De groei van de zorgbehoefte van inwoners in Castricum lijkt daarmee beperkt. Belangrijke kanttekening is daarbij dat in 2013 190 inwoners met een lichte zorgindicatie nog verblijven in een instelling. Als gevolg van de extramuralisering8 van de zorg ontvangen inwoners met een lichte zorgindicatie vanaf 2013 geen zorg meer in een instelling. Nieuwe cliënten behouden vanaf 2013 hun recht op zorg maar worden in hun eigen omgeving geholpen. De totale behoefte aan intramuraal aanbod neemt in de periode 2013-2020 dan ook af met ongeveer 100 plaatsen en is alleen nog toegankelijk voor de zwaardere categorieën. Het RIGO voert momenteel een regionaal onderzoek uit naar de totale behoefte aan zorg. Het voorlopige resultaat van dit onderzoek laat voor de gemeente Castricum het volgende beeld zien. Tabel 14 Overzicht van de behoefte aan zorg in gemeente Castricum (bron: RIGO, 2013) Ontwikkeling behoefte aan zorg 2013 2020 2030 Intramuraal: VV1, 2, 3, 4, (50%) 190 10 0 Intramuraal: Vanaf VV 4 (50%) 245 325 Extramuraal: VV1, 2, 3, 4 (50%) 0 225 295 Extramuraal: verstandelijk gehandicapt VG1, 2, 3 (50%) 0 15 25 Extramuraal: geestelijke gezondheids0 40 40 zorg GGZ1, 2, 3, 4, 5 Extramuraal: zorg op afroep 400 550 630
8
Definitie extramuralisering in bijlage 4
25
www.castricum.nl
Uitgaande van de gegevens uit het Laagland en het RIGO onderzoek is de conclusie dat in 2030 circa 620 inwoners in meer of mindere mate te maken krijgen met een lichamelijke beperking. Hiertoe behoren ook de 295 inwoners, die voorheen in aanmerking kwamen voor een indicatie, die toegang bood tot het verzorgingshuis. Daarnaast doen in 2030 circa 65 inwoners met een geestelijke of verstandelijke beperking een beroep op de woningvoorraad en de zorg in de gemeente en maken circa 400 personen gebruik van zorg op afroep. Voor adequate zorg aan huis vormt deze zorg op afroep, vooral in de avonden, nachten en weekenden, een belangrijke voorwaarde. 8.3.
Faciliteren zelfredzaamheid van inwoners
Wij willen inwoners in staat stellen om zo lang mogelijk zelfredzaam te zijn, ook als zij te maken krijgen met beperkingen. Dit willen we op de volgende wijze bevorderen en faciliteren: - een voldoende aanbod van levensloopgeschikte woningen in alle woonkernen; - faciliteren van mantelzorgwonen; - afstemmen wonen, welzijn en zorg in de wijken; - particulieren stimuleren om hun bestaande of nieuwe woning zoveel mogelijk levensloopgeschikt9 te maken; - het gebruik van domotica10 bevorderen.
8.3.1. Voldoende aanbod levensloopgeschikte woningen Een voldoende aanbod van levensloopgeschikte woningen zal inwoners stimuleren om (tijdig) te kiezen voor een woning, die aansluit bij hun levensfase en hen in staat stelt om zo lang mogelijk zelfstandig te wonen. Een toereikend aanbod van levensloopgeschikte woningen kan bovendien het beroep op het Wmo-budget beperken. In het kader van de Wmo heeft de gemeente momenteel de plicht om inwoners met een beperking te compenseren, zodat zij mee kunnen doen aan de samenleving. Daaronder valt het zelfstandig kunnen voeren van een huishouden. Dit kan betekenen dat woningaanpassingen, voor inwoners met een beperking, uit de Wmo worden bekostigd. Als de nieuwe Wmo in werking treedt zal nog scherper dan nu gekeken worden naar de mogelijkheden van inwoners zelf. Samen met de inwoners wordt gekeken naar de beste oplossing om hen te ondersteunen als ze te maken krijgen met een beperking.11 Het RIGO heeft ook onderzoek gedaan naar de geschiktheid van de woonvoorraad in de gemeente. Hieruit blijkt dat 80-90% van de woningvoorraad en woonomgeving geschikt is of geschikt te maken is als een lichamelijke beperking zich voordoet. Eisen als het niet aanwezig zijn van hoge drempels en voldoende vrije doorgang van deuren zijn inmiddels in het bouwbesluit vastgelegd. Woningen die al levensloopgeschikt zijn of makkelijk aan te passen zijn, zijn de appartementencomplexen met lift, bungalows en seniorenwoningen. In de gemeente zijn diverse woningbouwprojecten gerealiseerd, die ook voor inwoners met een beperking zeer geschikt zijn, zoals bijvoorbeeld de uitbreiding rond de Cameren, de uitbreiding rond de Boogaert, Eihof, Paulusschool, de appartementencomplexen langs de Rijksweg en het nog te realiseren Bloemenhof en Heer Derckplantsoen. Verder kijken wij in samenwerking met de regio naar de mogelijkheden om particulieren te motiveren hun woning tijdig aan te passen. 9
Definitie levensloopgeschikt/levensloopbestendig in bijlage 4 Definitie domotica in bijlage 4 11 De nieuwe Wmo (geldt waarschijnlijk vanaf 1 januari 2015) kent geen compensatieverplichting meer, maar bepaalt dat iedere inwoner die niet op eigen kracht of met hulp van personen uit zijn sociale netwerk in staat is tot zelfredzaamheid of participatie, recht heeft op ondersteuning door de gemeente. 10
26
www.castricum.nl
De woningcorporatie Kennemer Wonen beschikt over circa 205 woningen, die vallen in de categorie beschut wonen. Inwoners met een zorgindicatie ‘huishoudelijke verzorging’ of ‘verpleging’ of ‘persoonlijke verzorging’ en inwoners van 75 jaar en ouder hebben voorrang bij deze woningen. Verder geeft Kennemer Wonen de levensloopgeschiktheid van de appartementen aan met sterren12. Hierbij is één ster niet geschikt voor inwoners met een beperking en vier sterren volledig toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Kennemer Wonen probeert zoveel mogelijk woningen levensloopgeschikt te maken. Het is belangrijk om bij volledig toegankelijke wooncomplexen ook rekening te houden met stallingsplaatsen/oplaadpunten voor scootmobielen. In de prestatieafspraken met Kennemer Wonen is afgesproken dat partijen voorstander zijn van het zo lang mogelijk zelfstandig wonen van ouderen in een vertrouwde omgeving. Daarbij kunnen huurders bijvoorbeeld preventief verhuizen naar een levensloopgeschikte woning.
8.3.2. Faciliteren van mantelzorgwonen Een andere manier om inwoners met een beperking, ziekte of aandoening in staat te stellen langer zelfstandig te wonen is het faciliteren van mantelzorg. Een groot deel van de dagelijkse hulp in de thuissituatie ontvangen kwetsbare inwoners van familieleden, vrienden en andere naasten, de zogenaamde mantelzorgers. De ondersteuning van deze mantelzorgers is sinds de invoering van de Wmo een gemeentelijke taak. Voor gemeenten is de mantelzorger een onmisbare partner in het lokale zorgbeleid. Zijn/haar inzet helpt het beroep op Wmo-voorzieningen en de AWBZ te beperken of uit te stellen. Op mantelzorgwonen zijn de wettelijke bepalingen voor een goede ruimtelijke ordening van toepassing. Het is bijvoorbeeld op basis van deze regelgeving niet toegestaan, dat bij of in een hoofdwoning een extra zelfstandige woning ontstaat. Binnen de mogelijkheden die de wet ons biedt faciliteren wij het mantelzorgwonen13. Mantelzorgwonen is op dit moment mogelijk in een afhankelijke woonruimte in aanbouw, uitbouw of bijgebouw. Daarnaast is er ruimte voor tijdelijke oplossingen, zoals plaatsing van een zorgkamer of een mobiele mantelzorgwoning. In 2014 zal de rijksoverheid de wetgeving op dit gebied waarschijnlijk verder verruimen. Wij zullen ons beleid aan deze verruiming aanpassen. Daarnaast kunnen bij gebleken behoefte ‘meergeneratiewoningen’, ook wel kangoeroewoning geheten, worden gerealiseerd. Hierbij wonen ouders en kinderen bij elkaar om elkaar wederzijds te kunnen helpen. Wij staan ook open voor andere woonvormen, waarbij particulieren kleinschalige woon/zorgprojecten kunnen ontwikkelen en exploiteren.
8.3.3. Afstemmen wonen, welzijn en zorg in de wijken Inwoners die nu of in de toekomst te maken hebben met een beperking zijn gebaat bij een samenhangend aanbod op het gebied van wonen, welzijn en zorg in de wijken. Wij onderzoeken momenteel of wijkgericht werken de mogelijkheid biedt om de zorg dichtbij de inwoners te brengen en aansluit bij de vraag van inwoners. In een wijkgerichte aanpak kan domotica een plaats krijgen en de wijkgerichte aanpak kan uitgroeien tot een woonservicegebied.
12 13
Definitie sterrensysteem in bijlage 4 Notitie Mantelzorgwonen, vastgesteld op 8 januari 2013
27
www.castricum.nl
Woonservicegebied Een woonservicegebied is een gebied, rondom een wijksteunpunt/woonzorgcentrum, met voldoende aanpasbare en aangepaste woningen in een barrièrevrije, sociaal- en verkeersveilige woonomgeving. De zorgpost kan ook voor zelfstandig wonenden 24-uurszorg bieden en mogelijkheden voor gebruik van moderne communicatie-infrastructuur (domotica), waaronder sociaal/medische alarmering met 24-uurs bereikbaarheid. Voor een optimale ontwikkeling van woonservicewijken met een goed aanbod op het gebied van wonen, zorg en welzijn is een goede samenwerking noodzakelijk tussen gemeente, de zorgaanbieders, de eerstelijns gezondheidszorg (huisartsen, fysiotherapeuten, apotheken), de welzijnsinstellingen en de woningcorporaties. Wijkteams De ontwikkeling van wijkteams hangt samen met de decentralisaties op het gebied van participatie, jeugd en zorg. De wijkteams moeten een laagdrempelig eerste contact vormen voor de inwoners. Zij moeten de wijk versterken, de zelfredzaamheid bevorderen, verbindingen leggen en doorgeleiden naar specialistische hulp, met als uitgangspunt één huishouden, één plan en één regisseur. De komende periode onderzoeken we welke manier van wijkgericht aansluit bij de behoefte in de verschillende woonkernen. Dit kan leiden tot een verschillende aanpak per woonkern. Wijk- en dorpscentra Daarnaast hebben de wijk- en dorpscentra een belangrijke functie. Het gaat om openbare ontmoetingsruimten in een buurt- of wooncomplex, waar mensen terecht kunnen voor sociale contacten, laagdrempelige activiteiten, dagbesteding, informatie en ondersteuning bij het zelfstandig wonen. Domotica Voor alle ontwikkelingen geldt dat het gebruik van domotica een belangrijke bijdrage kan leveren aan het zelfstandig functioneren van inwoners in hun woning en bij het bieden van zorg op maat. In de regio is daarvoor het project RAD (Regionaal Actieplan Domotica) gestart. Het doel van het RAD is het realiseren van de introductie van domotica in de acht regiogemeenten.
8.4.
Wonen en intensieve zorg
Voor mensen die intensieve zorg behoeven en vallen in de zware zorgcategorieën, zijn er verschillende woonvormen. Naast intramuraal wonen in een verpleeghuis zijn er mogelijkheden voor beschermd wonen. Bij ‘beschermd wonen’ gaat het om kleinschalige woonvormen, waarbij groepjes van 6 à 8 bewoners met elk een eigen kamer rond een gezamenlijke woonkamer wonen. Er is daarbij 24-uurszorg aanwezig. Een dergelijke woonvorm is bijvoorbeeld geschikt voor psychogeriatrische patiënten (dementerende ouderen). Voor verzorgd wonen is geen specifieke woonvorm nodig, deze woningen kunnen dus onderdeel zijn van het reguliere woningbouwprogramma, zij het dat ze wel in de nabijheid van een zorgvoorziening dienen te liggen. Voor beschermd wonen zijn specifieke woonvormen in de directe nabijheid van zorgvoorzieningen nodig. De Viva Zorggroep richt zich met name op de categorie ‘zwaar’ en gaat uit van het verlenen van zorg voor deze doelgroep op de locaties De Santmark, De Boogaert, Duin en Bosch, De Cameren en Strammerzoom. Daarnaast bieden het RIBW, Odion SIG en Dijk en Duin woonruimte aan voor beschermd wonen.
28
www.castricum.nl
Op dit moment is sprake van een verschuiving van het aanbod in de zorg. Vanaf 2013 krijgen inwoners met een lichte indicatie zorg aan huis en niet langer in een instelling. Daarnaast is sprake van het scheiden van wonen en zorg. Wonen en zorg wordt apart gefinancierd. De cliënt betaalt zelf voor het wonen via huur of koop. De zorg wordt apart gefinancierd via de zorgverzekeringswet (ZVW), de nieuwe Wet Langdurige Zorg (WLZ), de nieuwe Wmo, AWBZ en eventueel via eigen middelen. De gedachte is dat bewoners van verzorgings- en verpleeghuizen hierdoor meer keuzevrijheid krijgen en de diversiteit in wonen wordt vergroot. De gevolgen van deze nieuwe regeling zijn nog onduidelijk. Zorgaanbieder en verhuurder moeten nog nadere afspraken maken over de wijze, waarop verhuur zal plaatsvinden. De ontwikkelingen brengen voor zorgaanbieders grote onzekerheden met zich mee. Zij zullen het aanbod van de zorg op een andere manier moeten organiseren.
Samenvatting sluitend netwerk wonen-zorg-welzijn: Een sluitend netwerk van wonen, zorg en welzijn wordt de komende jaren steeds belangrijker. Het aantal oudere inwoners neemt toe en daarmee de behoefte aan zorg. De zorg zal vaker bij ouderen thuis plaatsvinden, aangezien zij als gevolg van rijksregelgeving en uit eigen keuze langer zelfstandig wonen. De gemeente wil inwoners in hun zelfredzaamheid faciliteren met voldoende levensloopgeschikte woningen, ruimte voor mantelzorgwonen en een goed aanbod van zorg aan huis door wijkgericht werken, bijvoorbeeld via woonservicegebieden, wijkteams en domotica. .
29
www.castricum.nl
9. Behoud aantrekkelijke woningvoorraad en wijken De woningvoorraad in de gemeente Castricum is betrekkelijk jong. De bewoners van alle kernen zijn over het algemeen tevreden over hun woning. Een aantal oudere (sociale huur-)woningen raakt misschien technisch aan het einde van hun levensduur of verliest zijn functie op de woningmarkt. Er zijn echter geen plannen om de komende jaren op grote schaal woningen te slopen. In enkele gevallen komen woningen in aanmerking voor sloop of renovatie en mogelijk een bestemming voor andere doelgroepen, bijvoorbeeld de Hoogevoort en het heer Derckplantsoen. Tabel 15 Groei woningvoorraad 1947 1950 1960 1.536 1.842 2.931
1970 4.968
1980 7.053
1990 8.357
2000 9.417
2010 14.562
Afspraak met Kennemer Wonen is dat in de gemeente voldoende sociale huurwoningen beschikbaar zijn voor de vraag. Daartoe stemmen gemeente en corporatie bijvoorbeeld het woningbouwprogramma in de Zandzoom met elkaar af op de wensen van ‘scheefwoners’ in sociale huurwoningen. Met als doel de scheefwoners te verleiden om een woning te kopen en huurwoningen vrijkomen voor de huishoudens met een laag inkomen. Bij woningbouw is een integrale en gecoördineerde aanpak in de wijken noodzakelijk. Integraal betekent dat zowel de kwaliteit van de woningvoorraad, de woonomgeving als de eventuele sociale en economische problematiek in onderlinge samenhang worden aangepakt. Gecoördineerd houdt in dat deze aanpak in goede samenwerking tussen de gemeente, Kennemer Wonen, in de wijken werkzame instellingen, bewoners en ondernemers wordt ontwikkeld.
9.1.
De leefbaarheid is goed
De leefbaarheid wordt bepaald door de aanwezige voorzieningen, de kwaliteit van de fysieke en sociale woonomgeving en de mate van overlast, onveiligheid en criminaliteit. Uit het onderzoek ‘waar staat je gemeente’ blijkt dat inwoners zich over het algemeen veilig voelen in hun huis en in hun buurt. Zij beoordelen de leefbaarheid in hun buurt hoger dan gemiddeld in gemeenten van vergelijkbare grootte. De gemeente scoort ook goed op het onderdeel ‘de burger als wijkbewoner’. Het gaat daarbij om voldoende en goede voorzieningen in de directe woonomgeving en in de gemeente, goed onderhouden openbaar groen, een buurt die er schoon en opgeruimd uitziet, een goede bereikbaarheid per auto en openbaar vervoer, goed onderhouden wegen en fietspaden, en een goed geregelde verkeersveiligheid. Een andere indicator voor de leefbaarheid in Castricum is de ‘Leefbarometer’. De gemeente Castricum scoort in deze barometer eveneens zeer positief tot uiterst positief. Het bevorderen van de leefbaarheid, en dan met name de sociale binding, maakt deel uit van de prestatievelden van de huidige Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). Zo is het eerste prestatieveld het bevorderen van de sociale samenhang en het vierde prestatieveld het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. Ook in de nieuwe Wmo, die naar verwachting per 1 januari 2015 van kracht wordt, is één van de taken van de gemeente het bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid. Bij de uitwerking van dit onderwerp zoekt de gemeente aansluiting bij initiatieven van de bewoners, zodat voorzieningen en activiteiten optimaal aansluiten bij de wensen en behoeften van de bewoners. 30
www.castricum.nl
Bij het verbeteren van de leefbaarheid richt de gemeente zich op de volgende zaken: - op basis van demografisch gegevens voorzieningen/activiteiten realiseren, die aansluiten bij de wensen en behoeften van inwoners. - Waar nodig en mogelijk vindt herstructurering van voorzieningen plaats (zoals Nieuw Geesterhage). - Optimaal gebruiken van de aanwezige accommodaties door gebruikers een overzicht bieden van alle accommodaties, de beschikbaarheid van deze accommodaties en de huurkosten (makelpunt)14. - In de prestatieafspraken met Kennemer Wonen is de inzet van de corporatie op het gebied van leefbaarheid opgenomen. Kennemer Wonen richt zich op de sociale leefbaarheid binnen en in de directe omgeving van haar complexen. Het aanpakken van huurdersoverlast en (in samenspraak met de gemeente en betrokken instellingen) het oplossen van de problematiek achter de voordeur. - De gemeente is verantwoordelijk voor de fysieke aspecten van de woonomgeving, het onderhoud en beheer van de openbare ruimte, het sociale leefklimaat in de wijken en buurten en de openbare veiligheid. - Het speelruimtebeleidsplan van de gemeente verschaft de uitgangspunten en richtlijnen voor de realisering van speelvoorzieningen in nieuwe woonwijken en het onderhoud en beheer van speelvoorzieningen in bestaande wijken.
9.2.
Castricum meer woon- dan werkgemeente
De gemeente Castricum telt 346 banen per 1.000 inwoners. In gemeenten van vergelijkbare grootte is dit 610 banen. Dit betekent dat de gemeente meer een woon- dan een werkgemeente is. Tussen 2001 en 2012 is het aantal banen in de gemeente wel toegenomen met 10%. In 2011 was 21% van de werkzame beroepsbevolking werkzaam als zelfstandige. Dit percentage is relatief hoog. Het verbeteren van de economische structuur draagt bij aan een aantrekkelijke woonomgeving. De gemeente kiest daarbij met name voor versterking van de sector toerisme ter behoud van het voorzieningenniveau. Meer toerisme verbreedt het draagvlak voor voorzieningen, zoals winkels, het zwembad en de bioscoop. De aanwezigheid van deze voorzieningen maakt de gemeente onder andere tot een aantrekkelijke woonomgeving. Bovendien ontstaat daarmee meer directe en indirecte werkgelegenheid in de gemeente. Daarnaast heeft de gemeente in al haar bestemmingsplannen het werken aan huis mogelijk gemaakt. Ruime en flexibel opgezette woningen bevorderen niet alleen de levensloopgeschiktheid van een woning en het realiseren van mantelzorgwonen, maar vergemakkelijken ook het werken aan huis. Verder wordt bij gebleken behoefte de ontwikkeling van woon-werkwoningen mogelijk gemaakt. De ambitie van de gemeente Castricum is om nog meer een groene en leefbare gemeente te worden met onder andere een veilige en behaaglijke woonomgeving, optimale voorzieningen voor alle leeftijdsgroepen, fraaie verblijfsgebieden in de dorpen en de natuur en een inspirerende omgeving voor inwoners, ondernemers en werknemers. Hiervoor is een balans nodig in wonen, werken en recreëren en kwalitatieve impulsen in de vorm van nieuwe projecten.
14
Zie ook de accommodatienota
31
www.castricum.nl
9.3.
Verbetering energetische kwaliteit woningvoorraad
Als algemene ambitie wordt in deze woonvisie geformuleerd dat de woningen in de bestaande voorraad tenminste een B-label krijgen (energie-index 1,06-1,30). Woningen met een slechte energetische kwaliteit (E-, F- of G-label, d.w.z. energie-index 2,01 of hoger) zouden tenminste twee labels hoger moeten scoren. Maatregelen kunnen zijn isoleren (dak, gevel, vloer, glas, naden en kieren), zuinige installaties voor verwarming en warm water, en de toepassing van zonneboiler en zonnepanelen. Juist in de bestaande woningvoorraad kan veel energiebesparing worden bereikt en daarmee een grote bijdrage worden geleverd aan de beoogde CO2-reductie in het kader van de klimaatdoelstellingen. De energiebesparende maatregelen leiden tot lagere woonlasten. Met de stijgende energieprijzen gaat het daarbij om een substantieel aandeel in de totale woonlasten. Alle sociale huurwoningen van Kennemer Wonen zijn voorzien van een energielabel. De huidige gemiddelde energieprestatie van de huurwoningen is een C-label. Kennemer Wonen streeft naar een gemiddeld B-label voor haar woningen in 2022. In 2014 besteedt Kennemer Wonen bijvoorbeeld 4,3 miljoen euro aan de verbetering van de energieprestaties van de woningen in haar bezit. Verder faciliteert en stimuleert de gemeente haar inwoners om meer gebruik te maken van duurzame energie, bijvoorbeeld via de zonatlas, het in regionaal verband organiseren van veilingen van zonnepanelen en samen met CALorie woningisolatie bij inwoners onder de aandacht brengen en (deels) subsidiëren.
9.4.
Uitvoering
In het kader van de nieuwe Wmo/decentralisatie AWBZ-begeleiding wordt per wijk gekeken naar het voorzieningenaanbod in de wijken in relatie tot de demografische ontwikkelingen. Samen met betrokken organisaties, instellingen en bewoners(-organisaties) worden afspraken gemaakt over de samenhang tussen te organiseren activiteiten en te ontwikkelen projecten. In dit kader wordt bezien in hoeverre Kennemer Wonen of andere woningcorporaties een rol kunnen spelen bij het ontwikkelen en beheren van accommodaties, die daar in de toekomst voor nodig zijn. Kennemer Wonen en de gemeente hebben goede afspraken gemaakt over de taken en verantwoordelijkheden op het terrein van de fysieke en sociale leefbaarheid. De aanpak is gericht op zowel het oplossen als het voorkomen van problemen in en bij de bestaande woonvoorraad. Partijen werken op dit terrein nauw met elkaar samen en de medewerkers van beide organisaties weten elkaar goed te vinden.
Samenvatting behoud aantrekkelijke woningvoorraad en wijken: De woningvoorraad in de gemeente is betrekkelijk jong. De gemeente kent in de komende jaren dan ook geen grote herstructureringsprojecten. Uit divers onderzoek blijkt dat de inwoners de leefbaarheid in de gemeente als zeer goed ervaren. Wij willen de goede leefbaarheid graag behouden samen met de aantrekkelijke woningvoorraad en de behaaglijke woonomgeving. Het verbeteren van de energielabels van de woningen speelt daarbij een belangrijke rol evenals een goed voorzieningenaanbod in de wijken in relatie tot de demografische ontwikkelingen.
32
www.castricum.nl
Bijlage 1: Gerealiseerde woningbouw en woningbouwprogramma Woningbouw in de periode 2006 - 2013 Onderstaand is een overzicht opgenomen van de woningbouwproductie naar aantallen en kostencategorie vanaf 2006. Met dit overzicht is gestart om de afspraken in de Regionale Woonvisie Noord-Kennemerland 2005-2015 te kunnen monitoren. Het gaat daarbij met name om de afspraak over de verdeling over de diverse woningbouwcategorieën. In deze woonvisie was een verdeling afgesproken van 40% woningbouw in categorie 1 en 2, 30% woningbouw in categorie 3 en 30% woningbouw in categorie 4. In 2013 is de nieuwe regionale woonvisie voor de periode 2013-2020 vastgesteld. De regio heeft nieuwe afspraken gemaakt voor de prijscategorieën, namelijk regionaal minimaal 30% woningbouw in de categorie 1 en 2. Over de verdeling van woningbouw in de categorieën 3 en 4 zijn geen afspraken meer gemaakt. Naast de verdeling in categorieën wordt in de woningbouwopgave rekening gehouden met de regionale afspraken over: - woningbouw voor starters en voor senioren; - het principe 0-treden woning of een appartement voorzien van een lift - huur en koopwoningen. 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal Percentage
Categorie 1 24 21 30 16 35 6 84 14 230 41%
Categorie 2
Categorie 3 45
32 6 23 61 11%
4 12 15 76 14%
Categorie 4 16 67 50 27 10 4 16 190 34%
Totaal 40 133 80 75 45 20 135 2915 557 100%
Woningbouw in de periode 2014 en verder In de jaren 2014 en 2015 wordt op basis van harde plannen de nieuwbouw van 194 woningen/appartementen verwacht. Deze bouwproductie lijkt vooralsnog voldoende om de groei van het aantal huishoudens tot en met 2015 op te kunnen vangen. Daarnaast zijn op basis van halfharde plannen in de periode 2014 en 2015 nog 144 woningen gepland. Voor de periode 2016 tot en met 2020 is op basis van harde en halfharde plannen nog nieuwbouw mogelijk van 613 woningen. In totaal betreft het voor de periode 2014 en verder 951 nieuw te bouwen woningen en appartementen, op basis van harde en halfharde plannen. Daarmee kan de verwachte, autonome groei van het aantal huishoudens met 578 in de periode 2010-2020 opgevangen worden. Daarnaast kan worden aangesloten bij de uitkomsten van het rapport vraaggestuurd bouwen, waarin is geconstateerd dat vraag bestaat naar wonen 15
Nieuwbouw 2013: deze woningen zijn nog niet getaxeerd. Het onderscheid 1-2 versus 3-4 is op basis van een reële schatting.
33
www.castricum.nl
in dorpen. Op basis daarvan is in de provinciale woningbouwprognose aangegeven dat de gewenste groei van de woningvoorraad 1.097 is in de periode 2010-2020.
Woningbouwprogramma per januari 2014 Nieuwbouw in 2014 en 2015 In 2014 en 2015 verwachten wij op basis van harde en halfharde plannen in de gemeente Castricum nog 338 woningen te bouwen.
Nieuwbouw harde plannen met oplevering woningen 2014 en 2015
1. 2.
kern
locatie
Akersloot Akersloot
Koningsweg Oude Rabobank
categorie 4 1 2 3
3.
Castricum
Boogaert
1 4
4. 5.
Castricum Castricum
Klimop Walstro
6. 7. 8.
Limmen Limmen Limmen
Hogeweg/Pagelaan Bogerdlaan 25 Rijksweg 59-61
1 2 3 3 4 1 3 4 4
9.
Limmen
aantal
Zandzoom
Totaal 2 5 5 1
Totaal per kern 2
11
13
88 48 9 3 2 3 1 20 4 3
48 12
148
2 3 25 3 194
33
Nieuwbouw halfharde plannen met oplevering woningen 2014 en 2015 kern
locatie
1. 2. 3.
Akersloot Akersloot Akersloot
Heer Derckplantsoen Hoogegeest Startingerweg fase 1
4. 5.
Castricum Limmen
Nieuw Geesterhage Bloemenhof
6.
Limmen
categorie 2 4 1 2 2 2 3 4 1 2 3 4
Zandzoom
aantal
totaal 33 5 10 10 15 10 29 2 9 3 9 9
Totaal per kern 33 5 20
58
15
15
41
30 144
34
71
www.castricum.nl
Nieuwbouw in 2016 - 2020 In de periode 2016 tot en met 2020 verwachten wij op basis van de volgende harde en halfharde plannen in de gemeente Castricum nog 613 woningen te bouwen.
Nieuwbouw harde plannen met oplevering woningen 2016 - 2020
1.
2.
kern
locatie
Limmen
Hogeweg/Pagelaan
Limmen
categorie
Aantal
1 3 4 4
Zandzoom topkavels
Totaal
18 10 35 5
Totaal per kern
63 5 68
68
Nieuwbouw halfharde plannen 2016 – 2020
1.
kern
locatie
Akersloot
Startingerweg fase 1
2. 3.
Castricum Castricum
Albert’s Hoeve Duin en Bosch
4.
Castricum
Duynkant (Zanderij)
5.
Castricum
categorie 2 3 4 3 4 2 3 4 1 2 3 4 3 4 3 4 1 2 3 4
Geesterduin
6.
Castricum
Nieuw Geesterhage
7.
Castricum
Toonbeeld
8.
Limmen
Zandzoom
aantal 30 7 8 28 58 142 4 4 11 16 5 17 16 14 14 9 8 46 16 46 46
totaal
Totaal per kern 45 28
200 19
54
28 17
346
154
154
545
35
45
www.castricum.nl
Woningbouwprojecten opgenomen in het Masterplan Inbreidingen (exclusief de plannen, die al in het woningbouwprogramma zijn opgenomen) kern
locatie
Aantal per project
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Akersloot Akersloot Akersloot Akersloot Akersloot Akersloot Akersloot Castricum/Bakkum Castricum/Bakkum Castricum/Bakkum Castricum/Bakkum Castricum/Bakkum Castricum/Bakkum Castricum/Bakkum Castricum/Bakkum Castricum/Bakkum Castricum/Bakkum Castricum/Bakkum
19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30.
Castricum/Bakkum Castricum/Bakkum Castricum/Bakkum Castricum/Bakkum Castricum/Bakkum Castricum/Bakkum Castricum/Bakkum Castricum/Bakkum Limmen Limmen Limmen Limmen
Vrije Geest Zuid III Omgeving Jachthaven Voorzieningen zone Dorpskern Kerklaan Geesterweg De Santmark Bizetstraat Rode Kruis Kooiplein&Oranjelaan Hoogevoort Torenstraat Pr. Margrietstraat Postkantoor V. Ginhovenstr/Oudeweg Mr. Nijsenstraat Jacob Rensdorpstraat Oud Haarlemmerweg/ Beverwijkerstraatweg Soomerwegh Kemphaan Koekoeksbloem/Asserlaan Smeetslaan Centrum Bakkum Vondelstraat Stetweg Prof. Winklerlaan Dusseldorperweg Rijksweg west/oost Rijksweg Absalon Burg. Nieuwenhuysenstraat
Aantal per kern
22 150 20 35 20 80 50 10-15 25-40 30-40 30-40 8-12 55-75 15-20 6-10 50-6-
327
10-15 15-20 10-15 75-85 10-15 12 10 20 6 20 70 10 100
447-560
110
Overzicht zachte plannen in woningbouwprogramma kern
locatie
Aantal per project
1. 2.
Akersloot Castricum/Bakkum
3. 4.
Limmen Limmen
Startingerweg fase 2 Oude Haarlemmerweg volkstuinen Zonnedauw tussen 15-17 Zandzoom
36
Aantal per kern 44
44
23
23
3 318
321
www.castricum.nl
Bijlage 2: Identiteit gemeente Castricum In de afgelopen jaren zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd naar de identiteit van de gemeente Castricum. De onderzoeken van de provincie zijn in eerste instantie bedoeld om vanuit de identiteit de eigenheid van de dorpen te versterken. Dit biedt een goede basis voor het ontwikkelen van een gevarieerd en aantrekkelijk aanbod voor recreanten en toeristen. Leefstijlatlas In opdracht van de provincie Noord-Holland zijn de leefstijlen in de provincie in kaart gebracht. De leefstijlatlas koppelt demografische gegevens aan interesses, wensen en behoeften op het gebied van vrijetijdsbesteding. Noord-Holland is daarbij ingedeeld in 7 segmenten met een eigen kleur. De segmenten vertegenwoordigen een karakteristieke leefstijl. De dominante leefstijl in de gemeente is ingetogen aqua (33%), gezellig lime (20%) en groen (14%). Aqua inwoners wonen met name in de woonkern Castricum, lime en groene inwoners wonen met name in Akersloot en Limmen. Aqua staat voor mensen die bedachtzaam zijn, breed geïnteresseerd in cultuur en denken na over wat zij kunnen betekenen voor de maatschappij. Lime staat voor gezelligheid, (sportieve) ontspanning en letten op de kosten. Groen staat voor rustig, nuchter en serieus.
Identiteit Kustplaatsen De provincie Noord-Holland heeft voor alle kustplaatsen een onderzoek uitgevoerd naar de identiteit. Doel van het onderzoek is dat de kustplaatsen zich op basis van hun identiteit onderscheiden van de andere kustplaatsen, zodat voor bezoekers een interessant en gevarieerd aanbod langs de kust van Noord-Holland ontstaat. De identiteit van een kustplaats moet zich vertalen in evenementen, (sport)activiteiten en het aanbod detailhandel, maar bijvoorbeeld ook in het ruimtelijke beeld dat een gemeente biedt aan bebouwing, wegen en groenstructuur. Voor het kustgebied van Castricum is een profiel ontwikkeld voor de woonkernen Castricum/Bakkum en voor Castricum aan Zee. 37
www.castricum.nl
De woonkernen Castricum/Bakkum hebben zich de afgelopen decennia ontwikkeld tot forensendorpen. De bewoners zijn daar komen wonen om de stadse drukte te ontvluchten en de rust, het strand en de natuur op te zoeken. Aan de andere kant staat Castricum aan Zee, waar de oudste en grootste camping van Nederland is gevestigd, Camping Bakkum. Mensen uit Amsterdam, de Zaanstreek en omstreken komen daar jaarlijks naartoe voor de mooie natuur, gezelligheid en vermaak. Beide gebieden zijn de afgelopen eeuw naast elkaar gegroeid: een forensendorp en een toeristische trekpleister naast elkaar. Het mengen van deze twee verschillende identiteiten tot één profiel bleek niet mogelijk. De kernen Bakkum en Castricum onderscheiden zich vooral door het culinaire aanbod en de cultuurhistorische waarde. De kernen bieden een goede uitvalsbasis voor een dagje wandelen, een culinaire fietstocht of een diner in één van de goede restaurants. Castricum en omgeving hebben veel geschiedenis en cultureel erfgoed. Het duingebied Castricum aan Zee onderscheidt zich vanwege de mooie natuur en het bekende gezellige karakter van de campings en de horeca in de duinen en op het strand. Bezoekers zijn hier op zoek naar de ouderwetse gezelligheid, die de bezoeker vaak zelf creëert op de camping. Bronnen: - Elsevier Gids, 29 juni 2013; Onderzoek De Beste Gemeenten - Laagland Advies, 8 december 2011; - Onderzoek ontwikkelingen bevolking en woningmarkt in de regio Alkmaar
38
www.castricum.nl
Bijlage 3
Rapport Vraaggestuurd bouwen Groei van de woningbehoefte in de regio Alkmaar 2010-2020
2010-2040
Structuurvisie NH RAP Prognose vraaggestuurd bouwen Verschil
18.100 10.000 9.300
18.700
-700
600
Regio Alkmaar; additionele behoefte versus plannen, tot 2020, 2020-2040 en totaal, voor de drie woonmilieus in Castricum Centrum-dorps Tot 2020 2020-2040 Totaal
Additionele behoefte Plannen Additionele behoefte Plannen Additionele behoefte Plannen
Regionaal plantekort
Dorps
Landelijk bereikbaar
2.860 3.396 2.700 612 5.560 4.008
1.820 968 2.820 77 4.640 1.045
1.600 104 670 279 2.270 383
1.552
3.595
1.887
Voor de regio Alkmaar als geheel is er een nieuwbouwprogramma met voldoende woningen. Dit woningbouwprogramma wordt voor een deel gerealiseerd in woonmilieus, waarnaar minder vraag bestaat. Het betreft de woonmilieus stedelijk vooroorlogs, kleinstedelijk, en groen-kleinstedelijk. Regionaal Actieprogramma wonen (RAP)
Alkmaar Bergen Castricum Graft-De Rijp Heerhugowaard Heiloo Langedijk Schermer Regio
Huishoudens in 2010 44.145 13.670 14.594 2.635 20.519 9.670 10.634 2.090 117.957
Huishoudens in 2020 47.368 13.714 15.329 2.9.7 23.931 10.403 12.024 2.211 127.887
Ontwikkeling 2010-2020
Ontwikkeling incl. 30%
3.223 44 735 272 3.412 733 1.390 121 9.930
4.190 57 956 354 4.436 953 1.807 157 12.910
39
Geplande productie tot 2020 4.027 1.068 1.616 278 4.218 987 1.457 120 13.770
Onttrekking 780 140 200 0 80 60 90 0 1.350
-943 871 460 -76 -298 -26 -440 -37 -490
www.castricum.nl
Conclusies: - In de regio als totaal is geen sprake van een overplanning. Hierbij wordt rekening gehouden met de ervaring dat circa 30% van de programmering geen doorgang zal vinden. - Indien Zandzoom anders wordt gefaseerd is sprake van een onderplanning. - De verschillen per gemeente zijn groot. Het PORA accepteert deze lokale verschillen. Het aantal en opbouw inwoners gemeente Castricum: 1 januari
2008
2010
2012
2014
Akersloot
4953
4923
4876
4.858
Bakkum
2973
2932
2824
2.844
19783
19739
19762
19.613
6841
6886
6846
6.797
155
172
166
171
34.705
34.652
34.474
34.283
Castricum Limmen de Woude Totaal
40
www.castricum.nl
Bijlage 4: Definities
Domotica (huisautomatisering)
Extramuralisering
Levensloopgeschikte of levensloopbestendige woningen Liberalisatiegrens Mantelzorg
Mantelzorgwonen Meergezinswoning Nultredenwoning
Sociale huurwoning
Sterrensysteem
De integratie van technologie en diensten, ten behoeve van een betere kwaliteit van wonen en leven. Domotica betreft de integratie van techniek en bediening van de woning, maar ook de dienstverlening van buitenaf naar de woning. is het streven om mensen met een beperking buiten de muren van een instelling gelijkwaardige zorg te bieden en zo lang mogelijk in de eigen woning te laten wonen, bijvoorbeeld met de hulp van thuiszorg. Bij de extramurale verzorgingshuiszorg gaat het om een combinatie van verzorging, verpleging, psychosociale ondersteuning, aangevuld met het gebruik van voorzieningen en diensten die in het verzorgingshuis aanwezig zijn. Woningen die geschikt zijn of eenvoudig geschikt te maken zijn voor bewoning tot op hoge leeftijd, ook in geval van ziekte of handicap. Huurprijs boven de maximale huur tot waar sprake is van een sociale huurwoning (€ 699,48 in 2013). Is langdurige zorg die, niet in het kader van een hulpverlenend beroep, wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving. Hierbij vloeit de zorgverlening rechtstreeks voort uit de sociale relatie en deze overstijgt de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar. Wanneer de mantelzorger en de zorgvrager bij elkaar (in de buurt) willen wonen om zo de mantelzorg makkelijker te maken. Woningen die twee of meer complete wooneenheden bevatten, meestal bewoond door afzonderlijke gezinnen. De woning is vanaf de straat te bereiken zonder traplopen en in de woning zijn woonkamer, keuken, toilet, badkamer en tenminste één slaapkamer zonder traplopen te bereiken. Eengezinswoningen, die zijn aangepast met een traplift of die de belangrijkste woonruimten gelijkvloers hebben (seniorenwoningen of bungalows) vallen ook onder deze definitie. Goedkope huurwoningen, die meestal eigendom zijn van een woningcorporatie. Om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning moet men aan bepaalde voorwaarden voldoen. De maximale huur tot waar sprake is van een sociale huurwoning is in 2013 € 699,48. Het gaat hier om kale huur. Dat wil zeggen: huur zonder servicekosten en de kosten van water, licht en electriciteit. Systeem om aan te geven in hoeverre een woning zorggeschikt is: * zonder trappen bereikbaar en gelijkvloers ** rollator toegankelijk en doorgankelijk *** rolstoel toegankelijk en rollator doorgankelijk **** rolstoel toegankelijk en doorgankelijk.
41
www.castricum.nl
Woonservicegebied
Is een wijk waar optimale condities zijn gecreëerd voor ouderen of gehandicapten om wonen te combineren met zorg en welzijn. Deze inwoners kunnen dan langer zelfstandig wonen in hun eigen woning en te participeren in de samenleving. Als bewoners niet in hun eigen woning kunnen blijven dan kunnen zij verhuizen naar een zorgwoning binnen het woonservicegebied, zodat hun sociale netwerk intact blijft.
42