Wijs Worden werkboek deel 1
DAMON
WW wb deel 1 mei2009.indd 1
5/25/09 10:33:45 AM
Hoofdstuk 1 Over wat echt belangrijk is Paragraaf 1
Inleiding
Opdracht 1, p.8
Hieronder staan twaalf standpunten over wat echt belangrijk is in het leven. Plaats de verschillende standpunten in een volgorde: wat je het belangrijkste vindt, plaats je bovenaan enzovoort. Onderaan staat het standpunt dat je het minst belangrijk vindt. 1. Vakantie en vrij in het weekend 2. Vrienden(innen) 3. Muziek 4. God 5. School en goede opleiding 6. Familie, gezin maar ook ooms en tantes, opa’s en oma’s 7. Alles wat leeft: met name mensen en dieren 8. Zelf sporten 9. Mijn favoriete sportclub 10. De mens 11. Later een goede baan en geld verdienen 12. Gezondheid
Paragraaf 2
Gewone vragen en levensvragen
Opdracht 2, p.9
Welke van de volgende vragen zijn gewone vragen en welke levensvragen? - Hoeveel is vier plus vier?
Gewone vraag
Levensvraag
x
- Hoe laat begint de les? - Wanneer was de Tweede Wereldoorlog? - Waar ligt mijn wiskundeboek? - Waarom is liegen verkeerd? - Wat is de hoofdstad van Frankrijk? - Zal ik later gelukkig worden? - Wie spelen de hoofdrollen in de film van vanavond? - Wonen er meer christenen dan moslims in Nederland?
Hoofdstuk 1
WW wb deel 1 mei2009.indd 3
3
5/25/09 10:33:47 AM
Opdracht 3, p.9
a. Bedenk zelf twee voorbeelden van gewone vragen. 1. 2. b. Waarom zijn dat gewone vragen?
c. Bedenk zelf twee voorbeelden van levensvragen. 1. 2. d. Waarom zijn dat levensvragen?
Opdracht 4, p.9
a. Wat klopt er niet in de onderstaande standpunten: 1. Ik vind dat Parijs de hoofdstad is van Engeland. Dat anderen daar anders over denken is hun zaak; ik heb recht op een eigen mening.
2. Degene die goed heeft geleefd, gaat na zijn dood naar het paradijs: dat is een feit want het staat in de heilige boeken.
b. Welke zinnen kloppen wel en welke niet? 1. Levensvragen zijn moeilijke vragen, gewone vragen niet.
Klopt wel / niet.
2. Gewone vragen zijn vragen over feiten waarop een duidelijk antwoord mogelijk is.
Klopt wel / niet.
3. Gewone vragen zijn altijd gemakkelijke vragen.
Klopt wel / niet.
4. Levensvragen gaan over het leven, gewone vragen niet.
Klopt wel / niet.
5. Gewone vragen kunnen zowel gemakkelijk zijn als moeilijk.
Klopt wel / niet.
Verdiepingsopdracht 1, p.9
Bij opdracht 3 heb je twee levensvragen genoteerd. Geef op beide levensvragen twee verschillende antwoorden. a. Mijn eerste levensvraag: Antwoord 1: Antwoord 2:
4
WW wb deel 1 mei2009.indd 4
Hoofdstuk 1
5/25/09 10:33:47 AM
b. Mijn tweede levensvraag: Antwoord 1: Antwoord 2:
Opdracht 5, p.10
Christendom en islam zijn gemeenschappelijke levensbeschouwingen. Noem nog twee gemeenschappelijke levensbeschouwingen. 1. 2. Opdracht 6, p.10
‘Heeft het leven zin, en zo ja welke zin?’ dat is een vaak gestelde levensvraag. Met welke van onderstaande antwoorden ben jij het eens of een beetje eens en waarom? Met welke juist niet, en waarom niet? 1. Het eerste wat bij me opkomt als ik nadenk over het leven is dat het ooit begonnen is en dat het vroeg of laat eindigt. Het leven is voor mij de tijd tussen twee grote niksen: er was niets vóór mijn geboorte en er zal niets zijn na mijn dood. Van de tijd die ik heb om te leven, wil ik het beste maken. Verder is er immers niks. 2. Ik voel de zin van het leven in andere mensen, thuis maar ook met vrienden. Bij ruzie heb ik altijd nog mijn muziek, maar ik ben toch altijd weer blij als de ruzie weer bijgelegd is, want fijn met anderen praten en zo, dan voel ik me pas echt goed. Muziek kan dat toch niet vervangen. 3. Voor mij heeft het leven zin omdat God een bedoeling heeft met alles wat bestaat. Alles wat bestaat, heeft God gemaakt en aan mensen gegeven. Wij moeten de wereld tot iets goeds uitbouwen, dat is de opdracht die wij van God hebben gekregen. Die opdracht helpen uitvoeren, dat is voor mij de zin van het leven. 4. Ik ben van één ding overtuigd: met onze dood is het echt afgelopen. Omdat iedereen vroeg of laat doodgaat, is uiteindelijk alles zinloos. 5. Mensen moeten samen iets van het leven maken. Ze moeten niet alleen goed zijn voor elkaar maar ook voor dieren en eigenlijk voor de hele natuur. Daarbij hebben we verantwoordelijkheid voor de mensen die na ons zullen leven. Als we op die manier iets van ons bestaan maken, is dat voor mij de zin van het leven. 6. Het leven dat we nu leiden, zie ik als een voorbereiding op wat na dit leven komt. In dit leven stelt God mensen op de proef. Als we die proef goed doorstaan, zullen we beloond worden in het eeuwig leven dat na dit leven komt. 7. Ik vind dat de zin van het leven niets te maken heeft met wat er wel of niet na dit leven komt. Je moet gewoon proberen goed te leven en niet steeds aan je eigen belang denken. En als je goed bent voor anderen zijn anderen dat ook voor jou. Dat geeft een goed gevoel en daar zoek ik de zin van het leven. 8. Alles in de natuur ontstaat, groeit, gaat dood en wordt opnieuw geboren. Als een boom in een bos doodgaat, vergaat hij maar er ontstaat nieuw leven uit hem. Daarom denk ik dat ook dieren en mensen op de een of andere wijze steeds opnieuw geboren worden. Daarin zit voor mij de zin van mijn bestaan; dat ik voel een stukje van een enorm levend geheel te zijn.
Hoofdstuk 1
WW wb deel 1 mei2009.indd 5
5
5/25/09 10:33:47 AM
Ik ben het eens/een beetje eens met tekst(en)
Ik ben het helemaal niet eens met tekst(en)
want
want
Verdiepingsopdracht 2, p.10
Geven alle christenen (of alle moslims, of alle humanisten) dezelfde antwoorden op levensvragen? Waarom wel/niet?
Paragraaf 3
Filosofie
Opdracht 7, p.12
Veel mensen verlangen helemaal niet naar wijsheid, zei Socrates. Sommige omdat ze alles al menen te weten, anderen omdat ze niet zelf nadenken en een derde groep omdat men tevreden is met zijn domheid. Wie is 1. de allesweter, 2. de naprater, 3. de tevreden dommerik? Vul onder de tekeningen in.
Opdracht 8, p.12
a. Een ander woord voor ‘filosofie’ is ‘wijsbegeerte’. Waarom is ‘wijsbegeerte’ een goede vertaling van het woord ‘filosofie’?
6
WW wb deel 1 mei2009.indd 6
Hoofdstuk 1
5/25/09 10:33:48 AM