stp lwoo wb.1 21-12-2007
21-12-2007
10:50
Pagina 1
STANDPUNT voor VMBO/LWOO & BBL Werkboek deel 1
Jan de Leeuw
Van:
_________________________________________________________
Klas:
_________________________________________________________
School:
_________________________________________________________
Schooljaar:
_________________________________________________________
stp lwoo wb.1 21-12-2007
21-12-2007
10:50
Pagina 3
Hoofdstuk 1 Wat is een levensbeschouwing? Paragraaf 1 Kennismaking
Z-Route Opdracht 1, p. 7. a. Maak de voorkant van een agenda. Je plakt en tekent er dingen over je zelf op: - je uiterlijk - symbolen waar je aan gehecht bent, enz. - je hobby’s (bijvoorbeeld clubs) - je favoriete popster - je lievelingsmuziek - je lievelingsprogramma op tv
HOOFDSTUK 1
3
stp lwoo wb.1 21-12-2007
21-12-2007
10:50
Pagina 4
b. De leraar haalt alle werkboeken op. Hij vertelt over alle gemaakte agendavoorkanten iets. De leerlingen moeten steeds raden van wie de agenda is. Dat schrijf je op een blaadje. Degene die de meeste namen goed heeft, heeft gewonnen. Het is verboden te praten tijdens de opdracht.
Paragraaf 2 Waarover gaat dit vak? Opdracht 1, p. 7. Hoe kijkt Ruud van Nistelrooy tegen het leven aan? Vul de volgende woorden in bij de zinnen: kwetsen, popmuziek, benen, prof, voorgrond. Ruud wilde vroeger alleen maar voetballen en
worden.
Ruud houdt vooral van Ruud treedt niet op de Ruud vindt dat je andere mensen niet mag Ruud heeft succes, maar blijft wel met beide
. . . op de grond staan.
Opdracht 2, p. 7. Maak je eigen paspoort.
Paspoort Leeftijd: Woonplaats: Samenstelling gezin:
Jouw pasfoto
Vrienden (vriendinnen): Mijn beste eigenschap: Mijn minder goede eigenschap: Waar ik me echt boos over maak: Ik kan heel gelukkig zijn met: Mijn hobby’s: Mijn favoriete popster: Ik wil later worden: Leuk van deze school vind ik:
4
HOOFDSTUK 1
stp lwoo wb.1 21-12-2007
21-12-2007
10:50
Pagina 5
Opdracht 3, p. 8. a. Bekijk de vijf tekeningen op bladzijde 8 en 9 van het leerboek. b. Wat zie je op de tekeningen?
Mijn hobby’s zijn ...
Wie ik bewonder is ...
Mijn hobby’s zijn Waar ik soms van baal is In de toekomst wil ik Wie ik bewonder is Het belangrijkste in mijn leven is
In de toekomst wil ik ...
Waar ik soms van baal is ...
c. Maak nu zelf een grappige tekening over één van de onderwerpen.
HOOFDSTUK 1
Het belangrijkste in mijn leven is ...
5
stp lwoo wb.1 21-12-2007
21-12-2007
10:50
Pagina 6
Paragraaf 3 Wat zijn levensvragen? Opdracht 4, p. 9. We geven nu vier woorden. Vul deze woorden in op de lege plaatsen: - levensvragen - gewone - alledag - belangrijke Gewone vragen zijn de vragen van Op
. vragen kun je tot een duidelijk antwoord komen.
Levensvragen gaan over écht
dingen. hebben geen vast antwoord.
Opdracht 5, p. 9. Vul het volgende schema verder in. Plaats een kruisje.
Vraag
Gewone vraag
a. Wat is de zin van mijn leven? b. Hoe laat ga jij naar huis?
Levensvraag x
x
c. Ben jij gelukkig? d. Hoe zie ik mijn toekomst? e. Is er leven na de dood? f. Is geld belangrijk in mijn leven? g. Waar ligt de hamer? h. Is de radio kapot? i. Zijn mensen te vertrouwen? j. Wie ben ik?
Opdracht 6, p. 9. Deze opdracht maak je in groepjes van twee of drie. Bekijk de foto’s en beantwoord de vragen.
A
Foto A Welke gewone vraag kun je stellen bij deze foto? Gewone vraag bij foto A:
Welke levensvraag kun je stellen bij deze foto? Levensvraag bij foto A: B Foto B Welke gewone vraag kun je stellen bij deze foto? Gewone vraag bij foto B:
Welke levensvraag kun je stellen bij deze foto? Levensvraag bij foto B:
6
HOOFDSTUK 1
stp lwoo wb.1 21-12-2007
21-12-2007
10:50
Pagina 7
Z-Route Opdracht 2, p. 9. Bekijk nu zelf kranten en tijdschriften. Bijvoorbeeld: de Telegraaf, Algemeen Dagblad, een regionaal dagblad, Privé, Story, Tina, De Hitkrant, Fancy, Voetbal International, Panorama, Nieuwe Revu of de tv-gids. Knip twee berichten met foto uit en plak ze in de kaders. Schrijf er bij welke gewone vragen er bij te stellen zijn en welke levensvragen. Bericht 1
Gewone vraag: Levensvraag:
Bericht 2
Gewone vraag: Levensvraag:
Opdracht 7, p.10. a. Wat zijn ‘gewone ervaringen’? Gewone ervaringen zijn ervaringen
b. Wat zijn ‘bestaanservaringen’? Bestaanservaringen zijn ervaringen
c. Vul het volgende schema verder in:
E r varing
Gewone er varing
Bestaanser varing
1. Een leraar van jouw school is verongelukt. 2. Een sportwedstrijd gespeeld. 3. Kampioen geworden met je team.
HOOFDSTUK 1
7