Discussienota Wet Werken naar Vermogen: Oost-Groningen moet de bakens verzetten!
1.
Inleiding
1.1 Bestuursakkoord De VNG en het Rijk hebben een onderhandelaarsakkoord bereikt ten aanzien van het bestuursakkoord. De leden van de VNG hebben dit akkoord met grote meerderheid afgewezen. Het grootste bezwaar van de gemeenten betreft paragraaf 6.1 Werken naar Vermogen. In deze paragraaf staan de voorwaarden voor invoering van de Wet Werken naar Vermogen (WWNV) opgenomen. Deze WWNV heeft vergaande consequenties voor de lokale uitvoering van de sociale zekerheid. De Wajong (jonggehandicapten), WSW (sociale werkvoorziening) en WWB/WIJ (bijstand) komen samen in de WWNV. In het recente verleden werd gesproken over één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Een belangrijk nieuw instrument in deze wet is het instrument loondispensatie. Werkgevers wordt met loondispensatie de mogelijkheid geboden om de loonwaarde van een medewerker te betalen voor een medewerker die niet zelfstandig in staat is om het wettelijk minimumloon (WML) te verdienen. De uitkeringsgerechtigde/werkzoekende krijgt op basis van de loondispensatie een aanvulling op zijn uitkering. Loondispensatie is daarmee een vernieuwend instrument met perspectief. Er zijn echter ook grote kanttekeningen. De financiële problemen die ontstaan als de plannen van het Kabinet ongewijzigd worden doorgevoerd, zijn bijna niet op te lossen. De langlopende (financiële) lasten die voortvloeien uit de rechten van de bestaande sw-populatie en de verhoudingsgewijs veel te snelle afbouw van de swsubsidies maken een oplossing zo goed als onmogelijk.
2.
Vertaling naar Oost-Groningen
2.1 Cijfermatig overzicht van doelgroepen Hieronder staat een overzicht van de aantallen (absoluut en in percentages) WWB, Wajong en SW per gemeente in Oost-Groningen. Op de bovenste regel treft u de situatie in Nederland aan. De hieronder opgenomen cijfers zijn van najaar 2010. Regio's
Potentiële beroepsbevolking
Nederland Bellingwedde Menterwolde Oldambt Pekela Stadskanaal Veendam Vlagtwedde
11124695 6097 8489 25664 8575 21045 18386 10438
WWB
347930 180 270 1140 340 830 740 140
WWB in % Beroeps bevolking 3,13% 2,95% 3,18% 4,44% 3,97% 3,94% 4,02% 1,34%
Wajong
199050 140 180 780 250 720 500 310
Wajong in % Beroeps bevolking 1,79% 2,30% 2,12% 3,04% 2,92% 3,42% 2,72% 2,97%
WSW
90804 154 151 827 294 704 466 336
WSW in % beroepsbevolking 0,82% 2,53% 1,78% 3,22% 3,43% 3,35% 2,53% 3,22%
Daarnaast kent elke gemeente nog een wachtlijst voor de WSW (zie hieronder). Het is mogelijk, dat het Kabinet besluit, dat deze mensen nog onder de oude voorwaarden (dure CAO SW) gebruik mogen maken van de sociale werkvoorziening. Regio's Nederland
Wachtlijst
WSW totaal
20515
111319
WSW totaal in % beroeps-bevoking 1,00%
Bellingwedde
7
161
2,64%
Menterwolde
40
191
2,25%
1
150
977
3,81%
66
360
4,20%
Stadskanaal
205
909
4,32%
Veendam
146
612
3,33%
68
404
3,87%
Oldambt Pekela
Vlagtwedde
De wajong groeit nog steeds. Hieronder staat de nieuwe instroom in de wajong over 2010. Gemeente
Nieuwe instroom wajong
Bellingwedde Menterwolde Oldambt Pekela Stadskanaal Veendam Vlagtwedde
10 12 48 16 55 32 22
2.2 Financiële gevolgen In de onderstaande tabel staat een doorrekening van de financiële gevolgen van de tekorten op de sociale werkvoorziening, die worden verwacht bij invoering van de WWNV en de eerder ingezette bezuinigingstaakstelling. In de jaren na 2015 zullen de tekorten niet afnemen. TEKORTEN
x € 1.000,-
2012
2013
2014
2015
3.200
-
-
-
Bellingwedde
305
427
626
771
Menterwolde
-
439
745
969
1.580
2.213
3.244
3.992
613
859
1.259
1.549
Stadskanaal
-
1.992
3.381
4.396
Veendam
-
1.330
2.257
2.934
Vlagtwedde
-
917
1.556
2.023
Wedeka
Oldambt Pekela
Het participatiebudget neemt in een rap tempo af. Het budget voor inburgering is in 2014 tot nul teruggebracht. Het educatiebudget is met ruim 20% afgenomen t.o.v. het budget 2010. Het werkdeel is door de stapeling van bezuinigingen in 2012 nog de helft van wat het in 2010 was. Wat dit exact voor een individuele gemeente betekent is nog niet helder. Wat wel duidelijk is dat wat overblijft onvoldoende is om de basisinfrastructuur van elke gemeente overeind te houden. In 2013 gaat het 1 werkdeel op in het ontschotte re-integratiebudget voor Wsw-, Wajong- en Wwb-klanten. Het onderstaande geeft aan wat de omvang van het participatiebudget in 2010 was en in 2011 is. Participatiebudget Nederland Bellingwedde Menterwolde Oldambt Pekela Stadskanaal Veendam Vlagtwedde
2.3
2011
2012 NTB2
2013
2014
2015
NTB
NTB
912.311 NTB 1.339.019 NTB
NTB
NTB
304.104
NTB
NTB
446.340
6.126.201 NTB 1.801.025 NTB
NTB
NTB
2.042.067
NTB
NTB
600.342
4.556.883 NTB 3.681.967 NTB
NTB
NTB
1.518.961
NTB
NTB
1.227.322
NTB
NTB
NTB
1.697.827.000
762.665
565.942.333
254.222
SW
1
Tel hierbij op de aangekondigde bezuinigingen op de schuldhulpverlening en het armoedebeleid (landelijk wordt 60 miljoen euro uit het gemeentefonds genomen per 2012). 2 De exacte getallen zijn nog niet bekend. Een landelijke schatting vanuit Divosa wordt toegezonden en zal worden vertaald naar de betrokken gemeenten.
2
De gemeenten in Oost-Groningen kampen met de problemen en beperkingen die voor alle gemeenten in Nederland gelden. Daarnaast zijn er ook de specifieke problemen die te relateren zijn aan de 3 zwakke sociaaleconomische structuur van de regio. In Oost-Groningen zijn bijna vier keer zoveel mensen werkzaam in de sw, als je dat vergelijkt met landelijk. Oost-Groningen wordt hierdoor zeer hard geraakt door de bezuinigingen en de gevolgen van de WWNV. De tekorten zullen per gemeente 4 jaarlijks in de miljoenen lopen. De lokale arbeidsmarkt kan en zal deze mensen niet opvangen, als we niet op een fundamenteel andere manier gaan werken. Daarnaast zullen veel sw’ers de stap naar het vrije bedrijfsleven niet durven zetten. Gemiddeld verdient een sw’er in Oost-Groningen ongeveer 120% van het WML en zal de daadwerkelijke 5 loonwaarde van zijn productie de 50% niet overschrijden. De oude doelgroep van de WSW heeft de indicatie gekregen van beschut binnen. Deze doelgroep is over het algemeen productiever, omdat toen de WSW-indicatie makkelijker werd afgegeven. Deze doelgroep heeft op basis van de indicatie beschut binnen geen verplichting om mee te werken aan de zoektocht naar een plek op de reguliere arbeidsmarkt. In Oost-Groningen zijn twee sw-bedrijven actief, namelijk Wedeka en Synergon. Het zijn twee zeer verschillende bedrijven. Bij beide bedrijven is het niet goed mogelijk om grote bezuinigingen door te voeren. Wedeka was de afgelopen jaren een van de financieel beter presterende sw-bedrijven van Nederland, hierdoor kunnen de tekorten in de jaren 2011 en 2012 worden gedekt uit de opgebouwde reserves. Hierna is dit niet meer mogelijk. De marges voor verdere rationalisering van de bedrijfsvoering zijn beperkt. Synergon is een sw-bedrijf dat verouderd was. Daarom heeft de directie van Synergon een veranderplan opgesteld om Synergon te moderniseren. Op veel kosten (niet zijnde sw-loonkosten) is in het verleden al sterk bezuinigd. Verdere bezuinigingen op de overige kosten van Synergon is bijna niet mogelijk. 2.4 Bijstand Gemiddeld hebben de Oost-Groninger gemeenten 17% meer WWB’ers binnen hun gemeentegrenzen dan landelijk gezien het geval is. Er zijn wel grote verschillen tussen de gemeenten. Oldambt heeft ruim 41% meer WWB’ers en Vlagtwedde heeft ruim 58% minder WWB’ers dan landelijk gezien. Zonder Vlagtwedde gaat het om 27% meer WWB’ers in vergelijking met de landelijke situatie. De meeste gemeenten in Oost-Groningen hebben bovendien een fors tekort (meer dan 10 %) op het inkomensdeel van de WWB. Dit is een indicatie voor de specifieke (zwakke) sociale- en economische situatie van Veendam en de regio, en dus ook voor de opnamecapaciteit van de arbeidsmarkt voor mensen met een arbeidshandicap en of zonder startkwalificatie. 2.5 Wajong Oost-Groningen kent ten opzichte van het gemiddelde in Nederland een ongekend grote Wajongpopulatie (63% meer!). Het is de vraag hoe de kosten voor de uitkeringen van de Wajong’ers worden overgeheveld naar gemeenten. Als hierbij geen of onvoldoende rekening wordt gehouden met de historie, dan is de kans groot dat de Oost-Groninger gemeenten extra worden benadeeld. Daarnaast krijgt de gemeente er een doelgroep bij die moeilijker is te bemiddelen dan de gemiddelde bijstandsgerechtigde. De doelgroep van de Wajong kent over het algemeen een meer complexe problematiek. Daar komt nog bij dat de burgers die gebruik maken van de oude Wajong wetgeving (nog) geen verplichting hebben tot arbeidsinschakeling. 2.6 Gevolgen voor Oost-Groningen Kort gezegd is de problematiek waar Oost-Groningen voor staat dat op korte termijn:
3
Het exacte verhoudingsgetal is 3,62 De gemeenten die onderdeel uitmaken van de GR van Wedeka zullen vanaf 2013 met grote tekorten te maken krijgen. Tot die tijd kunnen de tekorten hoogstwaarschijnlijk worden opgevangen uit het Eigen Vermogen van Wedeka. 5 Dat is de doelgroep die voor 1998 al gebruik maakte van de WSW. 4
3
•
gemiddeld bijna 75% aan klanten bijkomt (omzetting Wajong naar WWNV) en dat deze klanten minder goed bemiddelbaar zijn. e • Veel mensen (ongeveer 2/3 deel) die vroeger instroomden in de SW nu in de WWNV instromen. • Er zijn veel meer klanten en er is veel minder geld beschikbaar om de klanten te begeleiden in het proces naar werk (met of zonder volledige loonwaarde). Er moet dus veel meer relatief kwetsbare mensen naar werk worden bemiddeld met minder middelen. Bij ongewijzigd beleid is werken aan een oplossing niet mogelijk. De 400 miljoen uit het herstructureringsfonds doen hier niet veel aan af (hieronder staat wanneer het geld beschikbaar komt). Voor 1 januari 2012 dienen gemeenten een plan te hebben ingediend waarmee ze aanspraak kunnen maken op het herstructureringsfonds. Gezien de besluitvorming hierover in de verschillende colleges en gemeenteraden is enige haast en spoed geboden. Op korte termijn zal een beeld moeten ontstaan over waar we als Oost-Groninger gemeenten over een jaar of vijf willen staan. Wat doen we met de kwetsbaarste doelgroepen? Hoe voorkomen we dat ze langs de kant staan? in miljoenen euro's
2012
1. Versnellen beperking Wsw (netto)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
30
70
34
32
32
32
18
18
18
18
18
50
50
50
2. Stimuleringsuitkering Wsw
3. Aanvullende bijdrage SZW
10
30
32
8
Totaal
10
60
120
60
Totaal 2012-2018 : 400 miljoen
Willen de gemeenten in Oost-Groningen deze problematiek het hoofd bieden, dan zullen ze de bakens moeten verzetten. 3 Oplossingsrichtingen De kaasschaaf halen over een aantal budgetten zorgt er niet voor, dat de toekomstige tekorten kunnen worden opgelost. Een nieuwe manier van denken en werken is noodzakelijk. De sociale diensten kunnen dit niet alleen. De denkkracht en inzet van andere onderdelen van het gemeentelijk apparaat is noodzakelijk. De sociale werkvoorziening moet samen gaan werken met de gehele gemeentelijke organisatie. De sociale dienst, gemeentewerken, ruimtelijke zaken en economische zaken komen dan direct in beeld. Daarnaast komen de organisaties die zorg- en welzijnsdiensten leveren in beeld. Er moet een vernieuwende aanpak worden ontwikkeld om de problematiek het hoofd te bieden. Hieronder worden een aantal (niet-limitatieve) verkennende oplossingsrichtingen uitgewerkt. Uitgangspunt hierbij is dat we uitgaan van onze eigen kracht en (ondanks de financiële rampspoed) het heft in handen nemen. Daarom is de essentie van de hieronder geschetste oplossingsrichtingen, dat we beïnvloeden wat we kunnen beïnvloeden. 3.1 Creëren nieuwe werkgelegenheid Met de huidige instrumenten, die worden gebruikt om mensen uit te laten stromen vanuit de bijstand naar regulier werk, wordt vooral gekeken naar het vervullen van bestaande vacatures. Hiermee kan de werkloosheid in Oost-Groningen niet worden opgelost. Er moet nieuwe werkgelegenheid worden gecreëerd. Waarom kan Oost-Groningen niet de plek worden voor toeleveranciers aan de havens in het Dollard-gebied (zowel aan Duitse als Nederlandse zijde)? Is het niet mogelijk om innovatieve bedrijven die gebruik maken van lokale sterkten (bijvoorbeeld hennepvezel) te helpen groter te groeien? Hiervoor is efficiënt inzicht in de bestanden van de verschillende sociale diensten een voorwaarde. Een bedrijf moet niet afspraken hoeven maken met alle sociale diensten afzonderlijk.
4
6
7
De gevolgen van de vergrijzing en de ontgroening zorgen ervoor dat tevens alle zeilen bijgezet moeten worden om te voorkomen dat werkgelegenheid zal worden verplaatst naar andere delen van het land of naar het buitenland. In dit kader is op 31 mei een Werkgeversconferentie georganiseerd (met de hoopgevende naam Verzilvering), waarbij 125 bedrijven hebben aangegeven dat deze problematiek hun bedrijfsvoering zeer zal gaan raken. Het grote probleem is, dat er een mismatch is tussen de kwaliteit van onze werkzoekenden en de vraag naar geschoold personeel van de bedrijven. Slimme maatwerkoplossingen kunnen deze mismatch wellicht helpen oplossen. In deze ontwikkelingen liggen wellicht ongekende oplossingen. Dit moet verder worden uitgezocht. Een van de problemen waar we nu tegenaan lopen, is dat afdelingen economische zaken van verschillende gemeenten elkaar ‘beconcurreren’ als het om vestigingsbeleid gaat. Vanuit werkgelegenheidsperspectief is dat niet wenselijk. Met gebundelde krachten kunnen we een aantrekkelijk vestigingsbeleid voor Oost-Groningen creëren en hiermee nieuwe werkgelegenheid naar de regio halen. De organisatiekracht van alle gemeenten is hiervoor noodzakelijk. In dit nieuwe model 8 werken de accountmanagers van de gemeenten en het werkplein als één team. De afdelingen van gemeenten die zich met economische zaken moeten tevens onderdeel worden bezig houden moeten hier ook bij worden betrokken. Daarnaast moet de infrastructuur van Groningen worden gebruikt (NOM, KvK, EDR en Provincie Groningen). Middels deze partijen kan een effectieve lobby (beschikbar krijgen Europese middelen) worden opgezet richting Brussel (en Den Haag). 3.2 Beschut werken en dagbesteding Het Kabinet wil met de nieuwe WWNV dat in de toekomst alleen SW’ers met de indicatie ‘beschut werken’ gebruik maken van de infrastructuur van de sw-bedrijven. Dit zijn sw’ers met een zeer lage productiviteit. Het werk in de sw gaat dan meer gelijkenis vertonen met de dagbesteding zoals we die kennen vanuit de huidige AWBZ. De uitvoering van de AWBZ zal worden gedecentraliseerd. Dus hier kan de gemeente ook regie op voeren. De huidige infrastructuur is te kostbaar om alleen de doelgroep ‘beschut binnen’ hier alleen gebruik van te laten maken. De huidige infrastructuur moet worden afgebouwd en omgevormd naar iets wat vergelijkbaar is met de infrastructuur voor dagbesteding. Wellicht kunnen de activiteiten die binnen ‘beschut binnen’ plaatsvinden worden gecombineerd met de activiteiten voor dagbesteding. Hier is onderzoek voor nodig. 3.3 Loondispensatie en werken met behoud van uitkering: re-integreren bij de werkgever Op basis van de verwachte ontwikkeling van het w-deel is het de vraag of de huidige workfirstprogramma’s via een aparte infrastructuur (bijvoorbeeld arbeidstrainingscentra) kunnen worden georganiseerd. We moeten onderzoeken of het mogelijk is om onze werkzoekenden actief te laten participeren bij reguliere werkgevers. De werkgever kan de werkzoekende faciliteren om te reintegreren en participeren. De potentiele werkgever we aan ons moeten binden op een kostenefficiënte manier. Hiervoor zullen we het instrument loondispensatie en werken met behoud van uitkering moeten inzetten. Hiermee kan de problematiek van de Verzilvering wellicht (gedeeltelijk) worden opgelost. Iedereen moet actief zijn. Bij voorkeur in de vorm van reguliere arbeid. Als dat niet mogelijk is dan proberen we een andere voorziening te bieden. Dit kan bij de werkgever zijn (werkervaring of loondispensatie) of in de omgeving van het SW-bedrijf. Met het laatste kunnen we twee doelen realiseren: werkervaring voor de werkzoekende en extra tijdelijke productiecapaciteit voor het SWbedrijf. Het is niet wenselijk dat werkgevers massaal werkzoekenden gaan inzetten voor onbetaalde arbeid. De balans tussen de wens om de werkgever als re-integratieinstrument te gebruiken en de angst dat werkgevers gratis arbeid krijgen, dient verder te worden onderzocht. 6
De babyboomgeneratie gaat de komende jaren met pensioen. Uit cijfers blijkt dat de jongeren met startkwalificatie vaak al op jonge leeftijd de Oost-Groninger regio verlaten. 8 Samenwerking op regionaal niveau levert nu ook al onverwachte uitstroom van werkzoekenden op. Het laminerungsproject in Duitsland is hier een treffend voorbeeld van. 7
5
3.4 Publiek-private samenwerking (PPS) Sw’ers, WWB’ers, WIJ’ers en Wajong’ers moeten regulier werk gaan vinden. Loondispensatie is een belangrijk instrument om de weg naar regulier werk te organiseren. Deze moeilijke doelgroepen vinden niet zo maar werk. Via aanbestedingen kunnen we de werkzoekende laten uitstromen naar een werkgever. Het is de vraag of het verstandig is om over te gaan tot inbesteding bij sw-bedrijven. Het sw-bedrijf wordt dan een erg grote werkgever en dat wordt zowel voor het sw-bedrijf als voor de gemeenten zeer kwetsbaar. Samenwerking tussen private partijen en publieke partijen lijkt een mooie oplossing. Wellicht ook voor de huidige productie van de sociale werkvoorzieningen. Hier kunnen gemeenten zelf invloed op uit oefenen. Het probleem is echter gemeentebreed. Denk hierbij aan de aanbesteding van de groenvoorziening, maar ook aan de aanbesteding van huishoudelijke hulp en huishoudelijke verzorging vanuit de WMO. Als in de aanbesteding innovatieve manieren worden bedacht om bijvoorbeeld jobcarving toe te passen, is het wellicht mogelijk om veel meer werkzoekenden uit te laten stromen. Een samenwerking van het private bedrijfsleven met de swbedrijven ligt voor de hand. Het gaat niet alleen over regulier werk, maar ook over werk met loonkostensubsidie, loondispensatie, leerwerk en werkervaring. De precieze contouren dienen verder te worden uitgewerkt. 3.5 Sociale firma De laatste oplossingsrichting richt zich vooral op de instituties die namens de gemeenten actief zijn in het sociale domein. Het gaat dan over de sw-bedrijven en sociale diensten. Hier kan meer samenwerking ontstaan. Er is nu vaak nog sprake van opdrachtnemer versus regievoerder. Als elke medewerker zelf activiteiten uitvoert in de publieke infrastructuur, dan is het niet noodzakelijk om en een uitvoerder en een regievoerder aan te stellen. Dit vereist een samenwerking tussen gemeenten onderling en tussen gemeenten en sw-bedrijven. De meest vergaande oplossing is het creëren van een sociale firma, waarin de taken van de sw-bedrijven en sociale diensten door één organisatie 9 worden uitgevoerd. Daarnaast kan sneller naar de markt worden geopereerd als er sprake is van 1 bijstandsbestand in plaats van een bijstandsbestand per gemeente (1 werkgeversaanpak voor Oost-Groningen). Grotere werkgelegenheidsprojecten kunnen makkelijker worden georganiseerd binnen 1 grote organisatie. Dit vergt minder coördinatie en er kan sneller worden gehandeld. Samenwerking tussen sociale diensten op het vlak van de backoffice-taken is een voor de hand liggende eerste stap. Een strakgestuurde uitkeringsadministratie voor Oost-Groningen moet goedkoper kunnen worden uitgevoerd dan de uitkeringsadministratie per gemeente. Welk niveau van samenwerking wenselijk is en met welk tempo dit wordt ingevoerd, moet worden onderzocht.
9
Er is in ieder geval een voorbeeld bekend van een fusie tussen de sociale dienst en de sociale werkvoorziening. De ISD Midden-Langstraat, de intergemeentelijke sociale dienst van de gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk is gefuseerd met de sociale werkvoorziening WML (Werkbedrijf Midden-Langstraat).
6