Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid Limburg
Rapportage 2014 Q3
Inhoud 1.
Directie –en managementverslag ............................................................................ 3
2.
Risicomanagement: kansen en bedreigingen ........................................................... 5
3.
Financieel .............................................................................................................. 10 3.1 Algemeen............................................................................................................ 10 3.2 Bedrijfsvoering .................................................................................................... 11 3.3 Uitvoering Wsw .................................................................................................... 11 3.4 WIW/ID .............................................................................................................. 12 3.5 Uitvoering overig ................................................................................................. 12 3.6 Transitiekosten .................................................................................................... 12 3.7 Tekort bv’s .......................................................................................................... 12 3.8 Personeelskosten Wsw .......................................................................................... 13
4.
Kengetallen ........................................................................................................... 14
5.
Verbonden Partijen................................................................................................ 18 5.1 Inleiding ............................................................................................................. 18 5.2 Opzet en inrichting van de rapportage .................................................................... 18 5.3 Ontwikkelingen in de organisatie ............................................................................ 18 5.4 Resultaten........................................................................................................... 19
2
1. Directie –en managementverslag
Het Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg, kortweg WOZL, is door de 11 gemeenten in Parkstad en Heuvelland opgericht als Gemeenschappelijke Regeling, en voert namens hen de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit. Dat betekent concreet dat in deze regio ruim 4.500 mensen (incl. Begeleid Werken) via WOZL aan passend werk worden geholpen. De betrokken gemeenten zijn: Brunssum, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Vaals, Valkenburg aan de Geul en Voerendaal. De uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening houdt het beheer van de wachtlijst in, de voorbereiding op passende tewerkstelling en de voorbereiding van de aanvraag van herindicaties. Daarbij hoort de begeleiding van burgers met een Wsw-indicatie naar een passende werkplek en het toezicht daarop. Tevens beheert en verantwoordt WOZL de gemeentelijke budgetten die voor de sociale werkvoorziening zijn vrijgemaakt. De realisatie t/m deze rapportageperiode is per saldo € 2,138 miljoen positiever dan begroot. De verwachting voor heel 2014 is dat we een circa € 1,4 miljoen beter resultaat realiseren dan begroot. In de begroting zijn de begrote transitiekosten ten bedrage van € 2 miljoen meegenomen, waarvan tot en met deze verslagperiode € 1 miljoen is gerealiseerd. Voor het resterende budget van € 1 miljoen zijn verplichtingen aangegaan in lijn met de H4 notitie, waardoor de transitie precies binnen de begroting uitkomt. In het najaar is na de presentatie van de halfjaar cijfers is de prognose afgegeven dat het totaalresultaat voor de verbonden partijen en de GR circa € 0,7 miljoen positiever uitkomt dan begroot. Op basis van de nu gepresenteerde cijfers wordt deze verwachting positief naar boven bijgesteld tot circa €1,4 miljoen. Dit is grotendeels het gevolg van de door de extra subsidiebeschikking van het Rijk voor de Wsw, zoals die in oktober aan gemeenten is verstrekt. Daarnaast is er sprake van circa € 0,1 miljoen lagere kosten bedrijfsvoering van de GR WOZL en is er nog een lichte verbetering van het operationeel resultaat van de verbonden partijen voorzien. Door de deelnemende gemeenten zijn voor WOZL uitgangspunten geformuleerd. Één van de uitgangspunten is de beweging van ‘binnen naar buiten’ voor de sw-medewerkers binnen WOZL. Deze activiteit heeft continu de aandacht binnen WOZL en heeft geleid tot een toename van het aantal gedetacheerden van 43,1% in oktober 2012 naar 60,7 % per ultimo september 2014. In de detachering zijn zowel de individueel gedetacheerden, begeleid werkers als medewerkers in de groepsdetacheringen opgenomen (zie kengetallen paragraaf 4).
3
In totaal werkt nu ruim 70% van het aantal medewerkers buiten de muren van WOZL. Ruim 2% is werkzaam binnen de hulp- en stafafdelingen van WOZL. Ruim 28 % is nu nog werkzaam binnen een beschutte omgeving (zie kengetallen paragraaf 4 tabel 9). Eind augustus heeft de manager IDU de resultaten van de nulmeting gepresenteerd, waaruit blijkt dat het merendeel van de medewerkers is/blijft aangewezen op een beschutte werkomgeving. Voor deze groep geldt dat de ontwikkel mogelijkheden in toekomst vooral liggen in het middels groepsdetachering gaan werken in een reguliere werkomgeving. Van dit proces zijn echter op de middellange termijn (periode 2015 – 2018) pas effecten te verwachten. Tevens is het ‘spoorboekje’ opgemaakt voor de interne verankering van het IDU-proces, alsmede de bijbehorende coaching en training, om een start te maken met de IOP’s voor de medewerkers van Beschut OZL. In de achterliggende rapportage periode (3e kwartaal 2014) heeft de focus daarnaast vooral gelegen op:
het succes vol afronden van de onderhandelingen met betrekking tot de vervreemdingen ‘Commercieel Groen’ van Groen OZL en de postactiviteiten van Post OZL, gevolgd door de hierbij behorende operationeel overdracht;
de intensivering van de afstemming met de deelnemende gemeenten in het kader de voorbereiding van de overdracht van publieke groen opdrachten naar de betreffende gemeenten;
het bespreken van het ziekteverzuim met onze arbodienst APAC met als resultaat een gewijzigde bijgestelde aanpak, alsmede een verlaging van het primaire tarief per medewerker;
het opstellen van de 1e begrotingswijziging 2015 met de meerjarenraming 2016 – 2018 van WOZL in lijn met het bestuursbesluit d.d. 3 juli 2014;
en in zijn algemeenheid op de ingezette transformatie van de organisatie. Het laatste kwartaal van dit jaar zal met name in het teken staan van:
het in overleg met gemeenten voorbereiden van de overgang van de gemeentelijke groenbestekken inclusief de daar voor opgestelde Wsw- medewerkers en Car-uwo medewerkers naar de gemeenten met ingang van 1-1-2017 naar;
het verder invulling geven aan de voorbereidingen om te komen tot een organisatie die na herschikking van alle activiteiten bestaat uit een Holding, een Beschut BV en een Detachering BV met ingang van begin 2015;
het blijven focussen op een verlaging van het ziekteverzuim;
het afronden van de huuropzeggingen van diverse objecten (kwekerij Europaweg landgraaf en onderdelen van de locatie Boschstraat Brunssum);
het afronden van het functiewaarderingsproject HR 21 ten behoeve van Car-Uwo medewerkers;
het beoordelen welke van de wsw medwerkers met een tijdelijk dienstverband, dat afloop voor 1-1-2015, in aanmerking komen voor een vast dienstverband danwel een verlenging.
4
2. Risicomanagement: kansen en bedreigingen De deelnemende gemeenten zijn risicodrager voor de continuïteit van WOZL. WOZL heeft de plicht om de risico’s te inventariseren, te analyseren en te beheersen. In de begrotingswijziging 2014, die is vastgesteld in het Algemeen Bestuur van 3 juli 2014, is uiteengezet welke risico’s zijn te onderscheiden. Algemeen WOZL heeft als uitvoeringsorganisatie geen beschikking over een ‘eigen’ weerstandsvermogen. Er wordt jaarlijks met de gemeenten via de GR afgerekend op basis van de vastgestelde jaarrekening en het hierin vermelde resultaat. Dit betekent dat alle risico’s die niet afdoende gemitigeerd kunnen worden en zich onverhoopt voordoen, volledig ten laste gebracht zullen moeten worden van de in de GR WOZL deelnemende gemeenten. Wijzigende wet- en regelgeving i.c. de Participatiewet Er is nog steeds onduidelijkheid over de financiering en inhoudelijke uitwerking van de per januari 2015 van toepassing zijnde Participatiewet. Het budget op gemeentelijk niveau voor 2015 is formeel nog niet beschikt. Wel doen circulaires de ronde die zijn gepubliceerd door het Rijk, maar waarvan de status niet geheel duidelijk is. Los van deze onzekerheden rondom de Participatiewet en de definitieve keuzes die gemeenten hierin maken is duidelijk dat de huidige Wsw-systematiek met taakstelling en subsidie voor 2014 gehandhaafd blijft. Met ingang van 2015 stopt de instroom in de Wsw, waardoor er in principe een sterfhuisconstructie ontstaat voor de Wsw. Mede als gevolg van de gewijzigde marktomstandigheden, in combinatie met gewijzigde wet- en regelgeving worden de volgende risico’s met hoge impact onderkend: Risico’s afzetmarkt WOZL en zijn verbonden partijen hebben enkele grote groepsdetacheringen afgesloten, mede ten gevolge van het afstoten van eigen risicovolle en kapitaalintensieve activiteiten. De detacheringssamenwerking is daarbij met een beperkt aantal opdrachtgevers aangegaan. Dat maakt WOZL kwetsbaarder voor onverwachte veranderingen bij deze kleine groep opdrachtgevers. De overeenkomsten hebben veelal een langdurige looptijd (ca. 5 jaar) en het is onduidelijk wat er na die periode zal gebeuren. Door de tegenvallende economie dingen ook steeds meer bedrijven mee naar opdrachten, waardoor de tarieven en marges onder druk komen te staan. WOZL zal de juiste prijs / kwaliteitsverhouding moeten blijven leveren. Wij verwachten dat, indien de economie aantrekt, de tarieven voor onze diensten van vooral beschutte activiteiten en in iets mindere mate van de groepsdetacheringsactiviteiten op korte en langere termijn niet substantieel zullen stijgen en structureel voor een langere tijd op het huidige niveau zullen blijven. Voor de individuele detachering (exclusief medewerkers zonder object) realiseert Detachering OZL tarieven die al aan de bovenkant van de markt liggen. Deze tarieven zijn gemiddeld per fte circa € 15.300 (prijspeil 2014) en circa € 11,60 per uur. Dit ligt ook landelijk aan de bovenkant van wat er met individuele detacheringen mogelijk blijkt.
5
Economische en omgevingsfactoren De wereld en ook de omgeving rondom WOZL is en blijft vooralsnog flink in beweging. De economische ontwikkelingen vanwege de eurocrisis en verandering in wetten en regelgeving, zetten bedrijven nog steeds onder druk. Berichtgeving hieromtrent geeft aan dat er mogelijk licht aan het einde van de tunnel is. Echter, bedrijven zijn veelal niet voornemens tijdelijke contracten zonder meer te verlengen, waaronder flexibele arbeidscontracten. Dit heeft ook een impact op de detacheringscontracten van de verbonden partijen, waardoor én de plaatsingsmogelijkheden bij bedrijven onder druk kunnen staan én er kansen zijn op terugstroom van geplaatste medewerkers. Tegelijkertijd betekent dit dat er ‘automatisch’ een druk op de tarieven ontstaat. Financiering Op de financiële middelen voor de uitvoering van de Wsw wordt naar verwachting flink bezuinigd. Het subsidie normbedrag Wsw zal de komende jaren teruglopen, waarbij uitgegaan wordt van een jaarlijkse daling in de jaren 2015 – 2020 van € 500,- per jaar per arbeidsjaar. Voor WOZL heeft dit een oplopend negatief effect van ca. € 2 miljoen per jaar. Ondanks verder voorgenomen maatregelen om te bezuinigen op de kosten van bedrijfsvoering zal het negatieve exploitatieresultaat hierdoor oplopen. Het ontstane extra subsidietekort wordt door de kostenbesparingen zo veel als mogelijk opgevangen, maar dit zal samen met na te streven margeverbeteringen niet geheel opgevangen kunnen worden. Door de in de begroting 2014 opgenomen gemeentelijke bijdragen wordt er geen negatief effect verwacht voor het lopende jaar.
Personeel Wsw Binnen de verbonden partijen werken op dit moment veel sw-medewerkers in de ondersteunende diensten, waarbij ook “sleutelposities” door sw-medewerkers worden ingevuld. De populatie zal de komende jaren afnemen, voornamelijk door uitstroom op basis van natuurlijk verloop (AOW, ontslag en sterfte). Het risico bestaat dat de organisatie onvoldoende kan inspringen op de uitstroom en dat uitstroom van sw-medewerkers op deze posities zal leiden tot vacatures die ingevuld moeten worden door regulier personeel. Dat leidt tot extra personele kosten voor staf en begeleiding. De mate waarin de sw-professionals die uitstromen als gevolg van pensionering (en overig natuurlijk verloop) vervangen moeten worden hangt af van de verdere stappen in de transitie en herstructurering van WOZL. Het huidige personeelsbestand zal tevens vergrijzen en de verwachting is dat de loonwaarde zal dalen en de begeleidingsintensiteit zal toenemen. Het risico is daarmee dat de toegevoegde waarde zal dalen, wat zal leiden tot minder dekking van de begeleidingskosten en kosten van overhead. Door de ingezette koers met nadruk op het primaire proces van In- Door- en Uitstroom (IDU) met bijbehorende ontwikkeling wordt dit risico zoveel als mogelijk gemitigeerd. De eerste stappen hiertoe zijn in het lopende boekjaar 2014 gezet.
6
Personeel cao Om de juiste infrastructuur in te richten en de juiste begeleiding van de sw-medewerkers te blijven garanderen, is uit het onderhandelingsakkoord met de curator aan 115 ex-medewerkers van Licom een arbeidscontract voor bepaalde tijd aangeboden. In oktober 2013 zijn de contracten van 34 medewerkers niet verlengd. Er lopen op dit moment een aantal procedures. Dit leidt tot extra juridische kosten en afhankelijk van de uitkomst van de procedures kan dit ook tot extra niet in de begroting voorziene loonbetalingen- en eenmalige kosten leiden.
cao Wsw Op dit moment zijn er geen nieuwe berichten t.a.v. de onderhandelingen over de CAO. De huidige cao had namelijk een looptijd tot 31 december 2013 en de vakbonden hadden een looneis van 3% neergelegd. Gemeenten hebben op 30 januari 2014 de vakbonden in de sociale werkvoorziening kenbaar gemaakt dat zij stoppen met de cao-onderhandelingen voor 2014. Na behandeling van de Participatiewet in het parlement, kunnen gemeenten en vakbonden weer om tafel om te overleggen over een goede inbedding van de huidige 100.000 SW’ers in de Participatiewet vanaf 2015. Dit is een groot financieel risico. Iedere loonsverhoging van 1% leidt tot een extra last van circa € 1 miljoen voor WOZL en de deelnemende gemeenten. Pensioen De dekkingsgraad van het PWRI (pensioenfonds Wsw) bedroeg ultimo februari 109,6% en was ruim beter dan de vereiste dekkingsgraad van 104,1%. Echter, het PWRI heeft onlangs een brandbrief verstuurd naar de 1e kamer, waarin zij aangeeft dat met de komst van de Participatiewet de betaalbaarheid van de opgebouwde pensioenen in het geding komt. Er moet rekening mee gehouden worden dat in de komende jaren de premies voor de werkgever mogelijk zullen gaan stijgen. Op het begrotingsjaar 2014 wordt hiervan nog geen impact verwacht.
ICT De ICT-omgeving is sterk verouderd binnen de verbonden partijen en de applicaties zijn grotendeels eigendom van derden. In 2013 is een start gemaakt met het upgraden van deze omgeving. Met de transitie wordt aan de eerste verbeteringen op dit terrein gewerkt. De keuzes van gemeenten in het kader van de invoering van de Participatiewet en de gewenste rol van WOZL hierbij spelen een rol. Voor de toekomst is het niet uit te sluiten dat als gevolg hiervan de exploitatiekosten voor ICT zullen stijgen. Vervreemdingen Een opdracht voor 2013 en 2014 bestaat uit het afbouwen van risicovolle en/of kapitaalintensieve ondernemingen. De eerste resultaten zijn geboekt in het 3e kwartaal van 2014, waaronder meer detacheringsplekken onder regie van een (commerciële) opdrachtgever en als gevolg (op termijn) vermindering van infrastructuur met bijbehorende kosten. Daarnaast leidt dit in een aantal gevallen tevens tot een lagere toegevoegde waarde per uur (conform afgesproken detacheringstarief). Hierdoor is er sprake van minder dekkingsbijdrage voor de kosten van (vaste) overhead. In de 1e begrotingswijziging 2014 en de begroting 2015 is rekening gehouden met deze
7
lagere dekkingsbijdrage en het per saldo netto negatief resultaat. We zien namelijk dat de dekking die de bedrijven nu bijdragen in het negatieve exploitatieresultaat, niet geheel terugkomt in de hoogte van de detacheringsvergoeding. Daartegenover staat minder risico in de bedrijfsvoering en bovenal de participatie van de doelgroep buiten de poorten van WOZL. Ontwikkeling doelgroep en subsidieverstrekking De afgelopen jaren gebruikelijke subsidieverstrekking van het Rijk voor de opleiding en ontwikkeling van medewerkers is aan verandering onderhevig. Grotendeels zijn subsidies zoals de Wet Vermindering Afdracht Loonbelasting (WVA) afgeschaft en vervangen door een minder ruime variant, de Subsidieregeling Praktijkleren. Het is nog de vraag of en zo ja welke andere tegemoetkomingen vanuit het Rijk voor opleiding van medewerkers te verwachten zijn. Dit heeft een direct gevolg voor de opleidingskosten van WOZL. In de komende jaren is het mogelijk dat de wijzigingen in subsidies tot (nog) meer kosten van opleiding gaan leiden voor WOZL. Dit op zichzelf dient dan gecompenseerd te worden door hogere loonwaarde en verdere participatiegraad van de doelgroep. Met ingang van 2014 heeft de doorstroom van medewerkers (IDU) de volle aandacht. Naar de toekomst toe zullen nog steeds de nodige ontwikkelingskosten voor BBL- achtige trajecten en certificering, zoals in het groen, gemaakt moeten worden. Er is een risico dat deze kosten niet afdoende gedekt kunnen worden. Gelet op het betere netto resultaat tot en met deze verslagperiode is er echter nog geen noodzaak om de begroting 2014 te herzien. WOZL verwacht binnen de begroting uit te komen. Naast risico’s zijn er ook kansen voor WOZL: Mensontwikkeling Om Mensontwikkeling voor medewerkers in lijn met de beweging van ‘binnen naar buiten’ te brengen is eind 2013 gestart met een ‘nulmeting’, waarbij gekeken is naar de wijze waarop mensontwikkeling met betrekking tot competentie en ontwikkeling van sw-medewerkers in de huidige situatie wordt vormgegeven. Om de beweging van ‘binnen naar buiten’ verder vorm en inhoud te geven, is in 2014 gestart met de uitwerking en implementatie van het IDU-proces (instroom, doorstroom en uitstroom). Het resultaat hiervan uit zich in doorstroom van medewerkers naar een stap hoger op de Werkladder, waarmee de toegevoegde waarde moet verbeteren doordat deze medewerkers op locatie komen te werken en bij voorkeur worden gedetacheerd onder de regie van de diverse opdrachtgevers. In de 1ste begrotingswijziging 2015 zijn voor de komende jaren effecten van doorstroom in de begroting opgenomen. Participatiewet Afhankelijk van de keuzes die de in de GR WOZL deelnemende gemeenten maken kunnen eventueel cliënten uit de bredere doelgroep onderkant arbeidsmarkt van de toekomstige Participatiewet instromen op leerwerkplekken bij WOZL. Hierdoor zal de bestaande infrastructuur van WOZL beter benut worden en zal er per saldo sprake kunnen zijn van een hogere dekkingsbijdrage voor
8
deze kosten. Afhankelijk van de hierbij te maken afspraken kan dit leiden tot een verbetering van het exploitatieresultaat van WOZL en verbonden partijen. In het najaar 2014 heeft Staatssecretaris Jetta Klijnsma een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd over een quotum van 5% voor werkgevers om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Hierbij wordt gesteld dat naast het in dienst nemen ook volstaan kan worden met het inlenen van personeel met een afstand tot de arbeidsmarkt. Als deze wijziging in de participatiewet daadwerkelijk wordt doorgevoerd levert dat extra kansen op voor de detacheringsmogelijkheden van WOZL. Majeure kostenbesparingen op het gebied van personele bezetting zijn op korte termijn niet te verwachten. Voor de infrastructurele kosten i.c. de kosten van bedrijfsvoering zijn de nodige bezuinigingen in de 1ste begrotingswijziging 2015 voorzien. Deze besparingen betreffen onder meer het fasegewijs afstoten van huisvesting als gevolg van een afname van het aantal medewerkers werkzaam binnen een beschutte omgeving. Hierbij moet echter wel rekening gehouden worden met het gegeven dat voor vele honderden medewerkers nu en in de toekomst een beschutte werkomgeving noodzakelijk blijft. Kansen liggen er ook om het aantal mensen in vooral groepsdetachingen in de komende jaren nog verder uit te breiden. De hiermee te ontvangen detacheringstarieven en een mogelijk beperkte kostenreductie als gevolg van een afname van huisvesting en overhead kosten kunnen positief bijdragen aan het resultaat. Overige posten waar nog besparingen op mogelijk zijn, zijn onder andere vervoerskosten en inkoop van diensten en producten als dit bijvoorbeeld in samenwerking kan plaatsvinden met andere SW bedrijven binnen Zuid Limburg. In het najaar van 2014 is de 1ste begrotingswijziging 2015 opgesteld, die op het moment van schrijven van deze rapportage besproken is en vastgesteld door aan het Dagelijks Bestuur en aangeboden is aan de deelnemende gemeenten. In deze 1ste begrotingswijziging zijn de bezuinigingen en bewegingen, mede als gevolg van IDU, meer concreet zichtbaar gemaakt.
9
3. Financieel
WOZL Programmarekening 2014 - Q3 2014
Rubriek
(bedragen x € 1.000,-) t/m september 2014
begroting bijgesteld
begroting t/m september
realisatie t/m september
2014
verschil
prognose jaar
Bedrijfsvoering
-458
-344
-379
-34 n
-367
Uitvoering Wsw
956
717
1.384
667 v
1.461
0
0
-44
-44 n
0
-9
-7
72
79 v
-9
Transitiekosten
-2.000
-1.500
-1.002
498 v
-2.000
Tekort bv's
-7.352
-5.337
-4.365
972 v
-6.592
0
0
0
0 -
0
-8.863
-6.471
-4.333
Uitvoering WIW/ID Uitvoering Overig
Personeelskosten Wsw Resultaat voor financiering en algemene dekkingsmiddelen
v = voordeel /
2.138
-7.507
n = nadeel
N.B. Het totale verschil tussen realisatie en begroot staat tot en met deze rapportageperiode weliswaar op € 2,1 miljoen, maar verdient enige nuancering. Immers, voor de transitiekosten geldt, zoals verderop toegelicht dat voor het resterende budget verplichtingen zijn aangegaan. Daarnaast is de verwachting voor het vierde kwartaal lager dan de realisatie voor het derde kwartaal. Dit komt door het gebruikelijke seizoenpatroon met inbegrip van een twee weken bedrijfssluiting aan rondom de kerstdagen. De prognose laat per saldo een beter resultaat zien van circa € 1,4 miljoen. In de prognose die tussentijds, 15 september, is verstrekt aan het Bestuur is aangegeven dat dit positieve effect uit zou komen op € 0,7 miljoen. Belangrijkste oorzaak hiervoor is de inmiddels met dit schrijven in oktober extra toegekende beschikking Rijkssubsidie Wsw van € 122 per AJ i.c. € 0,5 miljoen. Daarnaast is er sprake van circa € 0,1 miljoen lagere kosten bedrijfsvoering van de GR WOZL.
3.1 Algemeen Bij de begroting is uitgegaan van de 1e begrotingswijziging 2014, zoals deze per 3 juli 2014 is vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Als gevolg van seizoensinvloeden wijkt bij sommige rubrieken de realisatie t/m september af ten opzichte van de begroting t/m september. De conclusie op basis van de 3e kwartaalcijfers is dat de
10
prognose voor heel 2014 in geringe mate aangepast wordt ten opzichte van de laatste begrotingswijziging. Deze constatering is op basis van alle programmarekeningen met uitzondering van het programmaonderdeel Uitvoering Wsw. De baten stijgen ten opzichte van de eerdere prognose als gevolg van de extra beschikking Rijkssubsidie Wsw, zoals de gemeenten die in oktober hebben ontvangen. De subsidie gaat per AJ hierdoor met € 122 omhoog, op jaarbasis circa € 0,5 miljoen. Tenzij anders vermeld, zijn alle bedragen verderop in deze rapportage weergegeven in duizendtallen.
3.2 Bedrijfsvoering Deze rubriek omvat de interne en externe dienstverlening van de GR WOZL, voor zover passend binnen de organisatiedoelstellingen en de ondersteuning van het bestuur. De afwijking tussen realisatie en begroting t/m 3e kwartaal – evenals de afwijking tussen realisatie en prognose - zijn te verklaren doordat bij de lasten een aantal posten pas ultimo jaar in rekening gebracht en gerealiseerd worden. De prognose voor heel 2014 is licht aangepast ten opzichte van de bijgestelde begroting, mede door een verhoging van €20.000 advieskosten en verlagingen van € 69.000 aan automatiseringskosten, communicatiekosten en kantoorbenodigdheden .
3.3 Uitvoering Wsw Hierbij worden onder de baten de rijkssubsidies verantwoord die WOZL ontvangt van de deelnemende en niet-deelnemende gemeenten. Bij de deelnemende gemeenten gaat het daarbij om de rijkssubsidie op basis van de taakstelling 2014. Voor de niet-deelnemende gemeenten gaat het om de rijkssubsidie voor de sw-medewerkers van die gemeenten die bij WOZL zijn tewerkgesteld. De verwachting is dat WOZL over het jaar 2014 gemiddeld circa 10 Arbeidsjaren (AJ) beneden de taakstelling uitkomt. Dit komt doordat het steeds moeilijker blijkt mensen te plaatsen vanaf de wachtlijst in passend werk. Bij de lasten worden de subsidies verantwoord die WOZL verstrekt aan de verschillende uitvoeringsorganisaties. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de verbonden partijen (WOZL bv’s), de ASB- groep1, Begeleid werken (o.a Transfer Werkt) en Beschut werken, niet zijnde de Beschutte omgeving binnen de verbonden partijen (Relim, Werkmeester). Daarnaast is er nog een kleine groep sw-medewerkers die is tewerkgesteld bij buiten regionale uitvoeringsorganisaties (Vixia, MTB).
1
De medewerkers ASB zijn per 1 augustus overgegaan uit het GR ASB- programmaonderdeel naar de verbon-
den partijen. Een en ander conform eerdere besluitvorming.
11
Het verschil tussen realisatie en begroting tot en met deze rapportageperiode wordt grotendeels veroorzaakt door de extra Rijksbijdrage Wsw (€ 0,4 miljoen). De prognose voor 2014 is hier eveneens met voor het gehele jaar € 0,5 miljoen op aangepast. Daarnaast is er sprake van een andere spreiding over de hiervoor genoemde verschillende uitvoeringsorganisaties met dito ‘prijsafspraken’. Voor Begeleid Werken bijvoorbeeld is de subsidieverstrekking door de GR aan de betreffende werkgever bepaald op € 20.000 en voor Relim en Werkmeester geldt dat er respectievelijk twee en drie van elkaar verschillende tarieven worden gehanteerd. Dit heeft te maken met de specifieke dienstverlening die in het voortraject nodig is gericht op gedragsstoornissen en psychische stoornissen. Deze andere spreiding verklaart het overige verschil.
3.4 WIW/ID In 2014 zorgt WOZL voor de uitvoer van de WIW- en ID-regeling voor de gemeenten Heerlen en Kerkrade. De kosten worden volledig doorbelast aan deze gemeenten.
3.5 Uitvoering overig In deze rubriek worden de kosten van het sociaal akkoord verantwoord. De kosten worden geheel in rekening gebracht bij de deelnemende gemeenten. Ultimo jaar is het saldo van deze rubriek derhalve nihil voor WOZL.
3.6 Transitiekosten Deze kosten hebben betrekking op de initiële kosten voor de inrichting van de op 22 oktober 2012 opgerichte bv’s. In de jaarstukken 2013 is voorgesteld om het restant budget 2013 ad € 2,184 miljoen terug te storten naar de deelnemende gemeenten. Het grootste gedeelte van deze activiteiten heeft echter een doorloop in het vigerende begrotingsjaar 2014. Daarvoor is in de 1e begrotingswijziging 2014 een bedrag van € 2,0 miljoen aangevraagd. Tot en met september is er € 1,002 miljoen uitgegeven en zijn er verplichtingen aangegaan voor het resterende budget. De uitputting van het budget wordt periodiek teruggekoppeld aan het Dagelijks Bestuur, waarbij er kritisch gekeken wordt naar de gelden die ten laste van het budget worden gebracht. Het is de verwachting dat het totaal op de begroting uitkomt.
3.7 Tekort bv’s Het exploitatietekort van de verbonden partijen tot en met september is lager dan begroot. Dit verschil kent een aantal oorzaken. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar hoofdstuk 5 waar de verbonden partijen nader worden toegelicht.
12
3.8 Personeelskosten Wsw Dit betreft de personeelskosten van de sw-medewerkers die zijn tewerkgesteld bij de WOZL-bv's. Deze kosten worden maandelijks bij de WOZL-bv’s in rekening gebracht inclusief een opslag voor de uitkering vakantiegeld en eindejaar. Bij de WOZL-bv’s worden deze kosten ten laste gebracht van het resultaat (zie hoofdstuk 5). Het saldo in deze rubriek is derhalve nihil voor de GR WOZL. Het totaal hiermee gemoeide bedrag is voor 2014 begroot op € 115 miljoen, inclusief overige personeelskosten waaronder reiskosten Wsw. De realisatie en begrote post staan een op een in relatie tot de verbonden partijen.
13
4. Kengetallen In deze paragraaf worden de diverse kengetallen met betrekking tot de de sw-populatie, de bezetting en in werk geplaaste medewerkers opgenomen. Deze getallen zijn inclusief de aan WOZL gelieerde uitvoeringsorganisaties ASB, Relim en Werkmeester en exclusief Begeleid Werken. De brongegevens zijn gebaseerd op de peildatum 30 september 2014. Tabel 1
Indeling bezetting naar handicap categorie: (in aantal personen)
handicap categorie
9% Beschut matig Beschut ernstig
3918 399
Beschut matig
4317
Beschut ernstig 91%
Tabel 2 Indeling bezetting naar leeftijd: (in aantal personen)
leeftijd < 25 jaar
68
25 < 35 jr.
476
35 < 45 jr
667
45 < 55 jr
1504
55 < 60
832
> 59 jr
770
2% 18%
< 25 jaar
11%
25 < 35 jr. 15%
19%
35 < 45 jr 45 < 55 jr 55 < 60
35%
4317
> 59 jr
Er is sprake van een relatief grote groep oudere werknemers in de sw, namelijk 72% met een leeftijd van 45+. Vanaf 2015 wordt deze groep gemiddeld alleen nog maar ouder, doordat de instroom van sw-geïndiceerde werknemers per 1 januari van dat jaar stopt. Tabel 3 Indeling bezetting naar omvang dienstverband:
omvang dienstverband
(in aantal personen)
0% 3% < 10 uur
7
10 < 18 uur
126
18 < 36 uur
1072
36 uur
3112
25%
< 10 uur 10 < 18 uur 18 < 36 uur
72%
36 uur
4317
14
Tabel 4 Indeling bezetting naar loonschaal wsw: (in aantal personen) minimumloon
608
schaal A
136
schaal B1
230
schaal B2
314
schaal C1
543
schaal C2
844
schaal D1
600
schaal D2
433
schaal E
345
schaal F
196
schaal G
56
schaal H
10
schaal I
loongroep
minimumloon schaal A
1% 0% 0% 8%
5%
schaal B1
14%
10%
schaal B2
3%
schaal C1 schaal C2
5%
schaal D1
7%
schaal D2
14%
schaal E
13%
schaal F schaal G
20%
schaal H schaal I
2 4317
Uit deze tabel blijkt dat een aanzienlijk gedeelte van de sw-medewerkers een relatief hoog sw-loon ontvangt. Dit verklaart de gemiddelde werkgeverslasten van circa € 31.000 per sw-medewerker. Doordat de instroom per 1 januari 2015 stopt zal dit gemiddelde niet lager worden, omdat de instroom plaatsvindt op basis van minimumloon. Wanneer uitgegaan wordt van de landelijke trend dat de relatief oudere werknemers binnen de Wsw-cao ook meer loon ontvangen zal het gemiddelde op de langere termijn als gevolg van de uitstroom van gepensioneerden waarschijnlijk langzaam omlaag gaan (prijspeil 2014). Tabel 5
Indeling bezetting naar bedrijfsonderdeel:
bedrijfsonderdeel
(in aantal personen)
Detachering OZL bv Groen OZL bv Beschut OZL bv WOZL Ondersteuning bv WerkSaam Relim Werkmeester
0% 3% 3% 4%
Detachering OZL bv Groen OZL bv
2032 376
Beschut OZL bv
1466 47%
171 16
34%
WOZL Ondersteuning bv WerkSaam
149 Relim
107 4317
Werkmeester
9%
Tabel 6
Indeling bezetting naar bedrijfsonderdeel:
bedrijfsonderdeel
(in fte's)
4% Detachering OZL bv Groen OZL bv Beschut OZL bv WOZL Ondersteuning bv WerkSaam Relim Werkmeester
0% 3%
2% Detachering OZL bv Groen OZL bv
1868,4 355,8
Beschut OZL bv
1272,7 144,4 13,4
49%
33%
WOZL Ondersteuning bv WerkSaam
103,0 Relim
81,4 3839,0
9%
Werkmeester
15
Tabel 7 Indeling naar uitstroom 2014 t/m 3e kwartaal: (in aantal personen)
uitstroom 1%
naar reguliere w erkgever
-
naar ander Sw -regio
5
(vroeg-)pensioen
62
overlijden
19
arbeidsongeschiktheid
37
2% 2%
0%
3%
naar reguliere werkgever naar ander Sw-regio (vroeg-)pensioen overlijden
29%
33%
arbeidsongeschiktheid afloop proeftijd
1
afloop proeftijd
beëindiging dienstverband
54
beëindiging dienstverband niet langer doelgroep
1
overige
3
overplaatsing
3
niet langer doelgroep
0%
20%
overige
10%
overplaatsing
185
Tabel 8
Ziekteverzuim Totaal WOZL
1 t/m 7 dgn.
8 t/m 14 dgn.
15 t/m 42 dgn.
> 42 dagen
totaal
12-mnd. VG
(incl, ASB, excl, Relim en Werkmeester)
april 2013
1,81%
1,60%
3,98%
7,17%
14,56%
14,62%
mei 2013
1,51%
1,24%
2,84%
6,99%
12,58%
14,64%
juni 2013
1,95%
1,35%
3,68%
6,59%
13,57%
14,65%
juli 2013
1,38%
1,22%
3,21%
7,09%
12,90%
14,68%
augustus 2013
1,36%
1,08%
3,01%
7,22%
12,67%
14,66%
september 2013
1,82%
1,46%
3,91%
6,96%
14,15%
14,69%
oktober 2013
2,20%
1,94%
4,59%
6,70%
15,43%
14,72%
november 2013
1,99%
1,78%
3,78%
7,05%
14,60%
14,57%
december 2013
0,86%
0,80%
4,60%
8,09%
14,35%
14,52%
januari 2014
1,90%
1,45%
3,17%
8,03%
14,55%
14,42%
februari 2014
2,47%
1,65%
4,39%
7,06%
15,57%
14,26%
maart 2014
1,91%
1,53%
4,15%
7,50%
15,09%
14,17%
april 2014
1,66%
1,59%
4,59%
7,31%
15,15%
14,22%
mei 2014
1,39%
1,35%
3,66%
7,35%
13,75%
14,32%
juni 2014
1,40%
1,49%
3,80%
7,13%
13,82%
14,34%
juli 2014
1,63%
1,28%
4,49%
7,09%
14,49%
14,47%
augustus 2014
1,47%
1,21%
3,58%
6,70%
12,96%
14,49%
september 2014
1,78%
1,43%
4,33%
6,47%
14,01%
14,48%
verzuimpercentage
13% 10% 46%
1 t/m 7 dgn. 8 t/m 14 dgn. 15 t/m 42 dgn.
> 42 dagen 31%
16
Tabel 9 Ontwikkeling Sw-bezetting WOZL
okt. 2012
dec. 2012
jun. 2013
dec. 2013
april 2014
juni 2014
sept. 2014
(incl. ASB, Relim en Werkmeester)
Overig
370
327
123
137
115
107
96
WOL
828
707
748
735
719
706
356
Beschut
1.152
1.160
1.158
1.146
1.097
1.106
1.140
Detacheringen
1.779
1.953
2.043
2.049
2.118
2.128
2.462
sept. 2014
3,0%
3,4%
2,8%
2,6%
2,4%
17,0%
18,4%
18,1%
17,7%
17,4%
8,8%
Beschut
27,9%
28,0%
28,4%
28,2%
27,1%
27,3%
28,1%
Detacheringen
43,1%
47,1%
50,2%
50,4%
52,3%
52,6%
60,7%
jun. 2013
april 2014
7,9%
20,1%
dec. 2013
9,0%
WOL
in %-ages
dec. 2012
Overig
okt. 2012
juni 2014
in fte's
In bovenstaande tabel valt af te lezen dat de bezetting bij detacheringen geleidelijk toeneemt. In de detachering zijn de individueel gedetacheerden, de begeleid werkers en de medewerkers in groepsdetacheringen opgenomen. De groepsdetacheringen bestaan voornamelijk uit opdrachten gerelateerd aan beschutte werkzaamheden en zijn verder toegenomen als gevolg van de vervreemdingen van commerciële groenactiviteiten en postactiviteiten. De lijn van binnen naar buiten wordt hiermee verder vormgegeven. Dit is in overeenstemming met de uitgangspunten zoals die door de deelnemende gemeenten zijn aangegeven.
17
5. Verbonden Partijen 5.1 Inleiding Voor u ligt de 3e tussentijdse kwartaalrapportage over 2014. Deze rapportage geeft het Dagelijks Bestuur informatie met betrekking tot de uitvoering van de Wsw- taakstelling, zoals die aan de verbonden partijen is opgedragen. Met deze rapportage wordt teven een inzicht gegeven in de verwachte resultaten ultimo 2014. De in deze rapportage opgenomen realisatiecijfers worden afgezet tegen de 1e begrotingswijziging 2014, zoals vastgesteld door het Algemeen Bestuur d.d. 3 juli 2014. Het hierin begrote exploitatietekort voor de verbonden partijen bedraagt € 7,352 miljoen. De verwachting i.c. prognose voor het gehele jaar 2014 komt uit op € 6,6 miljoen, zoals verderop in de rapportage wordt toegelicht.
5.2 Opzet en inrichting van de rapportage De tussentijdse rapportage beoogt vooral een afwijkingenrapportage te zijn. De cumulatieve inzichten tot en met het 3e kwartaal zijn gebaseerd op de rapportages en gegevens uit de financiële administratie en informatie die door het management van de BV’s is verstrekt. Daarbij is ook navraag gedaan naar de verwachtingen voor het 4e kwartaal, de ontwikkeling in risico’s en in verplichtingen.
5.3 Ontwikkelingen in de organisatie De jaarrekeningen voor de verbonden partijen zijn definitief vastgesteld en de geconsolideerde jaarrekening is voorzien van de bijbehorende accountantsverklaring. Daarbij zijn de formaliteiten, met name gericht op de afwikkeling van de dividenden2 binnen de verbonden partijen afgerond. De ‘vervreemding’ van commercieel groen van Groen OZL en de postactiviteiten van Post OZLzijn per 1 september gerealiseerd. De operationele overdracht van deze activiteiten naar de overnemende partijen is aansluitend opgepakt en zal in het 4e kwartaal 2014 afgerond zijn. De voorbereidingen om de gemeentelijke groenbestekken aan de betreffende gemeentelijke diensten over te dragen per 1 januari 2015,is in volle gang,, waarbij ook hier vervolgens sprake zal zijn van deta-
2
Met ingang van het jaar 2014 is de wetgeving (Flex B.V.) zodanig aangepast dat de aan de GR verbonden partijen formeel
positieve (exploitatie)resultaten pas kunnen storten aan de moedermaatschappij (WOZL 1 BV) wanneer hiertoe een AvA is uitgeschreven ter vaststelling van de jaarrekening, het bijbehorende resultaat en de daaruit voortkomende dividenduitkering aan de moedermaatschappij.
18
cheringen van de Wsw-medewerker vanuit de verbonden partijen. Een en ander conform de bestuurlijke besluitvorming hieromtrent van 27 februari 2014. De transitie is ook in het derde kwartaal voortgezet, waarover periodiek wordt gerapporteerd. Basis hiervoor is de H4 notitie. De uitvoering van deze notitie ligt op hoofdlijnen op koers en inmiddels zijn alle hierbij behorende acties opgepakt en uitgezet. De verwachting is dat de transitieprojecten binnen het daarvoor ter beschikking gestelde budget afgerond zullen worden. Als onderdeel van de transitie heeft het derde kwartaal onder meer in het teken gestaan van de functiewaardering van cao’ers en het uitrollen van het IDU- proces (met name de nulmetingen). Daarnaast heeft het derde kwartaal ook in het teken gestaan van de 1ste begrotingswijziging 2015, zoals deze met het schrijven van deze rapportage inmiddels aan het Dagelijks Bestuur is aangeboden.
5.4 Resultaten Het netto resultaat tot en met september bedraagt -/- € 4,365 miljoen versus een begroot tekort van € 5,337 miljoen. Daarmee is het cumulatieve tekort tot en met deze rapportageperiode € 0,972 miljoen lager dan begroot. Het resultaat per BV is als volgt: Resultaat rapportageperiode
begroting
WOZL 1
realisatie
2014 jaar begroting
verschil
2014 jaar prognose
verschil
-47
-48
0
-63
-70
-6
-769
-312
457
-1.050
-405
645
-40
-40
0
-82
-125
-43
1.478
1.739
261
1.836
2.171
335
17
20
3
17
35
18
Beschut OZL
-5.976
-5.724
252
-8.010
-8.198
-188
Totaal
-5.337
-4.365
972
-7.352
-6.592
760
Groen OZL WOZL Ondersteuning Detachering OZL *1 Post OZL
*1) met ingang van 1 augustus 2014 is de ASB groep overgenomen vanuit het Wsw programma van de GR en onderdeel van Detachering OZL.
Een toelichting op hoofdlijnen per verbonden partij volgt hierna. Een nadere toelichting op afwijkingen ten opzichte van de begroting wordt onder paragraaf 5.4.7 gegeven. 5.4.1 WOZL 1 In deze vennootschap vinden geen operationele activiteiten plaats, naast directievoering over de andere verbonden partijen.
19
5.4.2 Groen OZL (incl. kwekerij) Het hogere resultaat is vrijwel volledig toe te schrijven aan de hogere omzet, die is gerealiseerd door de uitgestelde overgang van het commercieel groen. Deze omzet is € 0,8 miljoen hoger dan begroot. Deze overgang was in de begroting voorzien op 1 juli en is gerealiseerd per 1 september. Als gevolg is tevens het uitbesteed werk € 0,4 miljoen hoger uitgekomen, daar de Groen OZL ook twee maanden langer diensten derden heeft moeten inhuren. Binnen Groen OZL betekent de vertraagde vervreemding verder dat er een hoger bezetting Wsw is gerealiseerd, die zowel tot hogere loonkosten als tot een hogere Rijksbijdrage subsidie hebben geleid. Per saldo een negatief effect van € 0,2 miljoen. Daarnaast is de kwekerij in het eerste halfjaar vervreemd, terwijl deze voor het gehele jaar gebudgetteerd was. Dit resulteert tot en met deze rapportageperiode in een hoger netto resultaat voor de kwekerij van € 0,2 miljoen, dat ten opzichte van budget in de prognose oploopt tot € 0,4 miljoen. Dan valt het overige budget met een negatief begroot netto resultaat voor het vierde kwartaal immers vrij, terwijl er in het vierde kwartaal geen realisatie meer tegenover komt te staan. Deze vorenstaande zaken inclusief overige kleinere verschillen hebben al met al een positief resultaateffect van totaal € 0,5 miljoen. Dit positieve resultaateffect loopt voor het totaal groen inclusief de kwekerij, zoals hiervoor omschreven, ultimo 2014 op naar € 0,6 miljoen. 5.4.3 WOZL Ondersteuning BV Binnen WOZL Onderstening BV is het team IDU vanuit de bestaande formatie samengesteld om het In- Door- en Uitstroomproces te organiseren en dat op volle stoom is. Voor nagenoeg alle medewerkers in Beschut zijn de nulmetingen uitgevoerd, waarmee bekend is welke potentiële (groei)kansen er nog liggen om meer medewerkers naar buiten te laten stromen. Uit deze nulmeting blijkt dat voor de grootste groep medewerkers de beschutte omgeving de best passende is. Waar mogelijkheden zijn om medewerkers door te laten stromen zijn de resultaten van deze bewegingen met ingang van 2015 in de begroting opgenomen. In de ondersteuning is tevens de omzet van cateringactiviteiten opgenomen. De realisatie is met totaal € 0,7 miljoen circa € 0,1 miljoen hoger dan begroot. Door deze meer activiteiten is er echter ook sprake van meer tijdelijke krachten uit de gemeentelijke bestanden, waardoor het positieve effect op het resultaat geneutraliseerd wordt. De omzet betreft een twaalftal kantines, waarvan 5 intern binnen WOZL-bedrijven en 7 externe kantines. De exploitatie van deze BV ligt in lijn met de begroting. 5.4.4 Detachering OZL Met de vervreemding i.c. overgang van de commerciële groenactiviteiten van Groen OZL en postactiviteiten van Post OZL is de bezetting met bij (groeps)detachering met ingang van 1 september fors toegenomen. Er zijn 205,34 fte geplaatst in de detachering groen bij Balanz Facilitair en 170,28 fte in de detachering bij MTB Post. Deze overgang was in de begroting voorzien per 1 juli
20
2014. Dit leidt tot een circa 68 fte lagere bezetting dan begroot, met als gevolg dat zowel de omzet met € 0,4 miljoen als personele kosten met € 1,8 miljoen zijn achtergebleven op de begroting. Daarnaast is om dezelfde reden de Rijksbijdrage met € 1,3 miljoen lager gerealiseerd dan begroot. Ook de personele kosten van het niet Sw-personeel blijven € 0,1 miljoen achter op de begroting, evenals de overige bedrijfskosten voor € 0,1 miljoen. Het netto resultaat is hierdoor € 0,3 miljoen beter dan begroot. De gemiddelde bezetting tot en met deze rapportageperiode komt uit op 1.387 fte versus de begrote 1.455 fte. en komt daarmee uit op 1.341 fte. Ten opzicht van het tweede kwartaal is de gemiddelde bezetting toegenomen met 46 fte. Dit is ultimo 2014 circa 1.720 fte exclusief de van ASB overgenomen gedetacheerde medewerkers. Met ingang van 1 augustus is de totale ASB groep vanuit het Wsw programma van de Gemeenschappelijk Regeling ingevoegd bij Detachering OZL. Hiermee zijn gemiddeld 139,57 fte overgenomen. Daarmee komt de bezetting ultimo 2014 op circa 1.860 fte. De verwachting is dat hiermee een gemiddelde bezetting inclusief ASB van ruim 1.530 fte over het jaar gerealiseerd wordt. Het ziekteverzuim ligt 1,4% boven de doelstelling van 11,5%. Dit is voornamelijk het gevolg van het langdurig ziekteverzuim (6,7%). Er zijn nieuwe afspraken gemaakt met onze arbodienstverlener om met nieuwe maatregelen het ziekteverzuim waar mogelijk verder terug te dringen. Ondanks dat de beheersing van het verzuim de continue aandacht heeft is de verwachting dat het verzuim in het vierde kwartaal toch licht zal toenemen. Met name als gevolg van de toevoeging van de groep ASB, waarmee ook binnen het programma Wsw van de GR verlies werd geleden is de prognose van Detachering OZL met € 0,1 miljoen naar beneden bijgesteld. 5.4.5 Post OZL De omzet en marge liggen licht boven de begroting. De postactiviteiten zijn per 1 september definitief overgedragen aan MTB Post. In de prognose is nog rekening gehouden met na-ijlende kosten en komt de prognose iets hoger uit dan de realisatie. 5.4.6 Beschut OZL Net als voorgaande kwartalen zorgen de orders voor bedradingen voor een stabiel aanbod van werk. Met overige werksoorten blijft het lastig om voldoende renderend werk binnen te halen. Vanuit de lijn ‘werken is ontwikkelen’ en om te voorkomen dat er voor medewerkers onvoldoende werk voor handen is, is werk aangenomen dat relatief minder betaald. Hiermee is voorkomen is dat medewerkers in de leegloop zitten met alle gevolgen van dien. Voor het vierde kwartaal van 2014 wordt hier geen verandering in verwacht. Zoals aangegeven bij Ondersteuning OZL is verreweg het grootste deel van de Beschut medewerkers voorzien van een ‘nulmeting’, waarmee de mogelijke (groei)kansen voor de komende jaren in beeld worden gebracht. Vooralsnog is de ver-
21
wachting dat er geen grote groepen uit Beschut zullen stromen. De te verwachten doorstroom naar buiten, veelal middels groepsdetachering is voorzien in de begrotingsjaren 2015 – 2018. De gerealiseerde omzet en bruto marge zijn € 0,1 miljoen hoger dan begroot. Deze hogere omzet is met name gerealiseerd met de verpakkingen voor de verzorgingsproducten en de ‘kalbelbomen’ (EURO 6 Daf). De (beïnvloedbare) kosten van bedrijfsvoering inclusief incidentele posten zijn € 0,2 miljoen lager gerealiseerd dan begroot. Dit is voornamelijk het gevolg van lagere energielasten en magazijn- en expeditiekosten en kosten dienstverlening ICT. Tot en met september is het netto gerealiseerde resultaat € 0,25 miljoen beter dan begroot. De verwachting is echter dat in het laatste kwartaal het netto resultaat aanmerkelijk lager uitvalt. Dit is met name het gevolg van incidentele leegloop en collectieve sluiting bij klanten in de laatste weken van het jaar.
22
5.4.7 Exploitatieoverzicht verbonden partijen Het exploitatieoverzicht van de verbonden partijen cumulatief tot en met deze periode ziet er als volgt uit:
bedragen x € 1.000,2014 (geconsolideerd) Omschrijving
begroting
Omzetwaarde
realisatie
verschil
25.060
25.971
910
3.580
4.213
633
21.480
21.758
278
3.572
3.534
-38
173
147
-25
2.326
2.251
-75
15
6
-9
6.085
5.939
-147
6.859
6.698
-161
8.536
9.122
586
Lonen SW
83.294
82.758
-536
Rijkssubsidie SW
69.420
69.271
-149
Subsidieresultaat
-13.874
-13.487
387
-5.338
-4.366
973
3.551 74
3.524 77
-28 3
Verbruik grondstoffen, inhuur, uitbesteed Bruto marge Personeelskosten Lonen n-SW Opleidingen Overige personeelskosten SW Overige personeelskosten n-SW Totaal Personeelskosten Totaal Bedrijfskosten Operationeel resultaat
Netto resultaat Aantal FTE Wsw Aantal FTE N-Wsw
Hierna volgt een toelichting op hoofdlijnen voor die rubrieken waar materiële verschillen zijn in de realisatie versus begroting. Omzet De hogere omzet is met name het gevolg van de ten opzichte van de begroting uitgestelde overgang van het commercieel groen. Enerzijds betekent dit een lagere omzet detachering en anderzijds een hogere omzet in het groenbedrijf inclusief in de omzet doorbelaste materialen. Totaal leidt dit per saldo tot € 0,8 miljoen meer omzet en tot hogere brutomarge van € 0,3 miljoen. Daarnaast is er sprake van een licht hogere omzet bij Beschut dan begroot van € 0,1 miljoen.
23
Verbruik grondstoffen, inhuur en uitbesteed Totaal is er € 0,6 miljoen meer uitgegeven wordt aan verbruik grondstoffen, inhuur en uitbesteed werk. Dit is met € 0,4 miljoen het gevolg van de twee maanden meer groenwerk onder eigen regie als gevolg van de twee maanden later dan geplande overgang van het commercieel groen naar de overnamepartij. Daarnaast is er sprake van meer externe inhuur bij Ondersteuning OZL voor circa € 0,1 miljoen. Als gevolg van de extra werkdruk door de vervreemdingen tijdelijk extra inhuur van personeel noodzakelijk is. Totaal bedrijfskosten De belangrijkste verschillen in realisatie versus begroting betreffen de lagere energiekosten voor circa € 0,1 miljoen en de lagere ICT kosten. Lonen SW De lonen SW blijven ten opzichte van de begroting achter met € 0,5 miljoen, met name als gevolg van de lagere bezetting in de Sw- formatie dan tot en met deze periode begroot was. Rijkssubsidie De Rijkssubsidie valt circa € 0,15 miljoen lager uit dan begroot door de lager gerealiseerde Arbeidsjaren (AJ) binnen de verbonden partijen, waarbij sprake is van een iets ernstiger handicap dan was voorzien. De gemiddeld begrote AJ tot en met het derde kwartaal bedroeg 3.593 AJ en gerealiseerd wordt 3.586 AJ, terwijl de bezetting in fte met 28 fte meer afwijkt wat duidt op een grotere handicap.
24