Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg
Rapportage 2015 Q3
Vastgesteld in bijeenkomst van het Dagelijks Bestuur d.d. 17 december 2015
Inhoud 1.
Bestuurlijk verslag .................................................................................................. 4
2.
Weerstandsvermogen en Risicobeheersing ........................................................... 11
3.
Financieel .............................................................................................................. 13 3.1 Algemeen............................................................................................................ 14 3.2 Bedrijfsvoering .................................................................................................... 14 3.3 Uitvoering Wsw .................................................................................................... 14 3.4 Uitvoering WIW/ID ............................................................................................... 15 3.5 Uitvoering overig ................................................................................................. 16 3.6 Verbonden partijen (tekortfinanciering volledige deelnemingen)................................. 16 3.7 Opvolgend Werkgeverschap .................................................................................. 16 3.8 Groen Licht ......................................................................................................... 16 3.9 Personeelskosten Wsw .......................................................................................... 17 3.10 Transitie............................................................................................................ 18 3.11 Bonus Begeleid Werken ....................................................................................... 18 3.12 Financiering en algemene dekkingsmiddelen .......................................................... 18
4.
Kengetallen ........................................................................................................... 19
5.
WOZL verbonden partijen (WOZL bv’s) ................................................................. 28 5.1 Inleiding ............................................................................................................. 28 5.2 Opzet en inrichting van de rapportage .................................................................... 28 5.3 Ontwikkelingen in de organisatie ............................................................................ 29 5.4 IDU-ontwikkelingen 2015 ...................................................................................... 34 5.5 Resultaten........................................................................................................... 36
6.
Bijlagen ................................................................................................................. 43 6.1 Het risicobeheersingsmodel ................................................................................... 43 6.2 Standaard tabellen – verslagperiode (cf 1ste begrotingswijziging) ............................... 47 6.3 Financieel baten & lasten Q3 (versus concept 2e begrotingswijziging) ......................... 52 6.3.1 Algemeen ......................................................................................................... 53 6.3.2 Bedrijfsvoering.................................................................................................. 53 6.3.3 Uitvoering Wsw ................................................................................................. 53 6.3.4 Uitvoering WIW/ID ............................................................................................ 54 6.3.5 Uitvoering overig ............................................................................................... 54 6.3.6 Verbonden partijen (tekortfinanciering volledige deelnemingen) .............................. 54 6.3.7 Opvolgend Werkgeverschap ................................................................................ 54 6.3.8 Groen Licht....................................................................................................... 55 6.3.9 Personeelskosten Wsw ....................................................................................... 55 6.3.10 Transitie ......................................................................................................... 56 6.3.11 Bonus Begeleid Werken .................................................................................... 56 6.3.12 Financiering en algemene dekkingsmiddelen ....................................................... 56 6.4 Standaard tabellen – verslagperiode (cf 2e begrotingswijziging) ................................. 57
2
6.5 Groen Licht overzicht – verslagperiode ................................................................... 62
3
1. Bestuurlijk verslag
De Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg (kortweg de GR WOZL) voert voor 11 gemeenten in Parkstad en Heuvelland de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit. Daarbij voert de GR WOZL namens hen de regie op het beleid voor de Wsw. De GR WOZL heeft als opdrachtgever de taken belegd bij de uitvoeringsorganisaties WOZL bv’s, Relim en Werkmeester. Daarnaast is er sprake van een groep werkgevers waarmee door de GR WOZL subsidieovereenkomsten zijn afgesloten voor Begeleid Werken. De GR WOZL beheert en verantwoordt tevens de gemeentelijke budgetbijdragen die benodigd zijn voor de uitvoering van de Wsw. De in de GR WOZL betrokken gemeenten zijn Brunssum, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Vaals, Valkenburg aan de Geul en Voerendaal. De uitvoeringsorganisaties richten zich op de tewerkstelling van de aan hun zorg toevertrouwde medewerkers uit de Wsw-doelgroep. De primaire focus met de tewerkstelling ligt op de begeleiding van medewerkers met een Wsw-indicatie naar een passende en zo regulier mogelijke werkplek. Waar mogelijk wordt gewerkt bij opdrachtgevers buiten de locaties van WOZL, ofwel in het bedrijfsleven en waar dat niet anders mogelijk is binnen de beschutte werklocaties van WOZL. Voor de eigen WOZL bv’s ligt het accent op (groeps-)detachering bij bedrijven en instellingen in de regio en op het beschikbaar stellen van werkplekken in de beschutte werkomgeving. Deze bv’s worden bestuurd door de GR WOZL i.c. de aandeelhoudende gemeenten. De uitvoering wordt vastgelegd in de daartoe vastgestelde begroting. Bij de zogenaamde ‘externe’ uitvoeringsorganisaties, Relim en Werkmeester, worden eveneens Wsw-geïndiceerde medewerkers gedetacheerd die nog niet geschikt zijn om ingezet te worden in het beschutte werk bij de WOZL bv’s. Deze twee private bedrijven dienen te voldoen aan vastgestelde criteria, die in uitvoeringsovereenkomsten zijn vastgelegd. Voor het Begeleid Werken wordt samengewerkt met private bedrijven, met name Transfer Werkt en diverse MKB-bedrijven in de regio. Medewerkers met een Wsw-indicatie hebben bij de betreffende werkgevers een dienstverband. De werkgevers ontvangen een loonsubsidie ter compensatie van de beperkte arbeidsproductiviteit en de kosten van begeleiding van de medewerker.
4
De opdracht, uitvoering en realisatie doelstelling in 2015 De opdracht De opdracht voor het begrotingsjaar 2015, doorlopend in het begrotingsjaar 2016, is op basis van de strategische koers die de gemeenten voor WOZL hebben vastgesteld als volgt te vertalen: de regie op de uitvoering van de Wsw ligt bij de deelnemende gemeenten. Deze regie reikt tot op klantniveau en is gericht op de persoonlijke ontwikkeling van de werknemer in plaats van de continuïteit van een bedrijf. de primaire doelgroep is Wsw‘oud’. WOZL richt zich op de doelgroep Wsw beschut. een zo klein mogelijk beschutte werkomgeving voor die wsw-medewerkers die (ook niet via groepsdetachering) naar buiten zijn te plaatsen waarna deze afdeling teruggaat naar het publieke domein. het zo maximaal mogelijk detacheren van Wsw medewerkers via groeps- of individuele detachering bij reguliere werkgevers / externe opdrachtgevers; geen eigen risicovolle en kapitaalintensieve activiteiten; de marktbenadering in volledige afstemming met het Werkgeversservicepunt (WSP) Parkstad; de organisatie Detachering OZL wordt zodanig voorbereid dat deze naadloos kan aansluiten op of geïntegreerd kan worden in het WSP Parkstad per december 2016.
De uitvoering Aan de opdracht voor WOZL wordt uitvoering gegeven door het duurzaam plaatsen van medewerkers uit de doelgroep (‘Wsw oud’) in passend werk, inclusief de benodigde begeleiding hierin. Gegeven de opdracht is het uitgangspunt hierbij de doelgroep zoveel als mogelijk ‘naar buiten te bewegen’. Dit gebeurt door onze medewerkers aan werk te helpen bij opdrachtgevers op locatie en dat te organiseren tegen zo laag mogelijke kosten en zo hoog mogelijk rendement. Dit moet leiden tot het beperken van de ‘tekortfinanciering’ voor gemeenten.
Uit de opdracht afgeleide doelstellingen Er is met deze opdracht voor 2015, als logisch vervolg op de eerder ingezette transformatie van de aan WOZL verbonden partijen (de WOZL BV’s), feitelijk sprake van: 1. Werkzaamheden verband houdende met de lopende operatie i.c. de bedrijfsvoering; 2. Voortzetting van vorig jaar ingezette acties en reparatiewerkzaamheden naar aanleiding daarvan, waaronder die voortgekomen uit de H4-notitie; 3. Acties gericht op de verdere door te voeren verbeteringen in de bedrijfsvoering, gegeven de kaders en doelstelling om de verbonden partijen (WOZL bv’s) als een effectief en efficient plaatsingsbedrijf te laten functioneren. Dit betreft de acties voor het verbeterprogramma ‘Groen Licht’ (hierna ‘Groen Licht’), zoals hierna toegelicht en voor zover de Algemene vergadering van Aandeelhouders daar toestemming voor gegeven heeft. Hoewel definitieve besluitvorming voor het totale programma ‘Groen Licht’ nog moet plaatsvinden, is door de uitvoeringsorganisatie voor een aantal onderdelen gestart in afstemming met het Bestuur.
5
Groen Licht verbeterprogramma in relatie met subsidieaanvraag Kerstens Op 2 juli jongsleden is het verbeterprogramma ‘Groen Licht’ aan de aandeelhouders van de deelnemende gemeenten (de AvA) gepresenteerd. Reeds in maart is vooruitlopend op deze presentatie ingestemd met het nemen van een aantal eerste maatregelen, waaronder de benodigde kwalitatieve impuls door het aanstellen van arbeidsmakelaars, uitbreiding bij P&O en een communicatiemedewerker. Dit verbeterprogramma beoogt de organisatie zodanig aan te passen dat er sprake is van een doelmatig en efficiënt ingerichte bedrijfsvoering gericht op duurzame plaatsing van de Wsw-medewerkers, waarbij sprake is van zo hoog mogelijk rendement en zo laag mogelijke kosten. Dit is in lijn met de voor WOZL door gemeenten uitgezette koers. In de AvA zijn impliciet die onderdelen van het verbeterprogramma vastgesteld, die een directe (financierings)relatie hebben met de door centrumgemeente Heerlen ingediende subsidieaanvraag Kerstens. Daarbij is verzocht de overige onderdelen ‘Groen Licht’ na afronding van de subsidieaanvraag Kerstens alsnog separaat ter besluitvorming aan de AvA voor te leggen. Deze subsidieaanvraag is door de drie Wsw-bedrijven in de regio Zuid Limburg, te weten MTB, Vixia en WOZL, voorbereid en door de centrumgemeente Heerlen in juni bij de brancheorganisatie Cedris ingediend. De brancheorganisatie heeft de aanvraag namens het Ministerie van SZW in behandeling genomen. Inmiddels is de subsidieaanvraag goedgekeurd en worden de hierbij behorende gelden voor de regio beschikbaar gesteld. De uitvoering van de in de aanvraag Kerstens opgenomen onderdelen is daarmee feitelijk in handen gelegd van de drie regionale uitvoeringsorganisaties Wsw, te weten MTB, Vixia en WOZL. Daarnaast zijn onder meer het Regionale Arbeidsnetwerk, het UWV en het WSP Parkstad betrokken. Met de aanvraag is – daar waar het uitvoering door WOZL betreft - een bedrag gemoeid van ruim € 1,3 miljoen. In lijn hiermee is een passende projectadministratie voorbereid en zijn afspraken gemaakt hoe in de gemeenschappelijke projecten de afrekening plaatsvindt tussen Vixia, MTB en WOZL. In de eerste drie kwartalen zijn kosten die ten behoeve van de subsidieaanvraag Kerstens (waaronder een aantal onderdelen van ‘Groen Licht’) zijn gemaakt, verantwoord in de reguliere exploitatie. Tot en met het derde kwartaal betreft het een bedrag van € 309 welke uit de reguliere exploitatie wordt overgeboekt naar de Kerstens-projecten en aldaar wordt gefinancierd; voor het gehele boekjaar 2015 is een bedrag van circa € 580 geprognotiseerd. De WOZL bv’s richten zich, in lijn met de koers en opdracht, op In- Door- en Uitstroom (IDU) als leidend integraal proces, waarbij IDU staat voor het organiseren van de doorstroom i.c. de beweging van binnen naar buiten met bijbehorende begeleiding en ondersteunende bedrijfsvoering. Dit proces met bijbehorende integrale aanpak wordt in het jaar 2016 verder ontwikkeld. Dit betekent onder andere dat ervoor gezorgd moet worden dat eenieder in de organisatie die hierbij betrokken is, dezelfde taal spreekt i.c. dezelfde doelen nastreeft en dat de bedrijfsvoering en ondersteunende processen aangepast of opnieuw ontworpen moeten worden. De marktbenadering en werkgeversbenadering spelen hierbij ook een nadrukkelijke rol, waarbij werkgevers ‘verleid’ moeten worden om met onze medewerkers aan de slag te gaan. Ook zullen de organisatie en infrastructuur hierop aangepast moeten worden. De opdracht is in het eerste halfjaar in detail uitgewerkt in een voorstel
6
verbeterprogramma ‘Groen Licht’. Dit programma beoogt de kans van slagen op het realiseren van de opdracht en daaruit afgeleide doelstellingen te vergroten. Uiteindelijk moet dit leiden tot duurzame plaatsingen in passend werk met een reëel rendement gegeven de arbeidsproductiviteit van onze medewerkers. Definitieve besluitvorming hierover zal met het opstellen van de 1 ste begrotingswijziging 2016 in het vierde kwartaal plaatsvinden. Wat is gerealiseerd In de afgelopen verslagperiode stonden verder nog de volgende zaken op de agenda en die (deels) gerealiseerd zijn. Voor de GR WOZL:
Behandeling jaarrekening 2014 GR WOZL in de raden en vervolgens vaststelling hiervan;
Behandeling en vaststelling van het eerste kwartaalverslag;
Oordeelsvorming over en uitvoering geven aan uitspraak van de rechter d.d. 3 juni inzake de aangespannen procedure door eerder boventallig verklaarde medewerkers met tijdelijk contract bij de OZL bv’s.
Voor de GR WOZL en de aan haar verbonden partijen (de WOZL bv’s):
In het kader van de Governance-discussie is een advies middels concept notitie aan het Bestuur aangeboden;
Een dashboard gericht op sturing door de GR en de bv’s is in eerste concept doorontwikkeld en aangepast in overleg met deskundige ambtelijke inbreng vanuit gemeenten (tevens onderdeel van ‘Groen Licht’);
De integrale Planning & Control-kalender is opgesteld en vastgesteld, waarmee meer structuur is gegeven aan het beheer van en door het Bestuur en de directie van de WOZL bv’s;
Het risicobeheersingsmodel is in lijn met de wensen van het Bestuur en de directie WOZL bv’s ingericht en in gebruik genomen, zoals verderop in deze rapportage opgenomen;
De interne audit, mede ter voorbereiding op de interim controle door de externe accountant, is planmatig voorbereid en opgestart.
Voor de specifieke te benoemen zaken met betrekking tot de verbonden partijen (de WOZL bv’s) verwijzen wij naar Hoofdstuk 5.
7
Financieel resultaat tot en met het derde kwartaal Met de voorliggende kwartaalrapportage zijn gerealiseerde exploitatiecijfers vergeleken met de 1ste vastgestelde begroting 2015. Nadere toelichting op deze cijfers is opgenomen in het hoofdstuk 3 ‘Financiën’. In hoofdstuk 6 zijn twee extra bijlagen (nrs. 6.3 en 6.4) opgenomen om de exploitatiecijfers te vergelijken met de ter zienswijze aan de gemeenten aangeboden 2 e begrotingswijziging 2015 en welke gevolgen dit heeft voor de gemeentelijke bijdragen. Realisatie De realisatie van het in de 1ste begrotingswijziging opgenomen Wsw-programma is toegelicht in hoofdstuk 3 en samengevat in de tabel ‘Overzicht baten en lasten derde kwartaal 2015’. Tot en met deze rapportageperiode is er in totaal sprake van een netto resultaat van -/- € 3,525 miljoen. Begroot conform 1ste begrotingswijziging 2015 is € 0. Prognose De prognose voor het netto resultaat is -/- € 5,830 miljoen, na financiering van het tekort door de deelnemende gemeenten. Hierbij dient opgemerkt te worden dat deze prognose tevens is verwerkt in de door het Bestuur voorgelegde 2e begrotingswijziging 2015 aan de gemeenten voor zienswijzen. Hierbij is een aantal zaken te benoemen die invloed op deze prognose kunnen hebben. Met de prognose voor de GR WOZL inclusief de verbonden partijen is uitgegaan van eerdere besluitvorming in het kader van een noodzakelijk verbeterprogramma ‘Groen Licht’. De Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA) van de deelnemende gemeenten heeft voor onderdelen ‘Groen Licht’ in lijn met de ingediende Kerstens-subsidieaanvraag financiering toegekend, onder voorbehoud dat deze gelden definitief door de centrumgemeenten in de regio Zuid-Limburg worden toegekend. Het uiteindelijk definitief toekennen van de Kerstens-gelden door de centrumgemeenten dient nog plaats te vinden. In de prognose is hiermee circa € 0,6 miljoen gemoeid, die als gevolg hiervan niet in de reguliere exploitatie tot uiting zijn gebracht. Deze uitgaven worden naar verwachting volledig uit deze Kerstens-gelden gefinancierd. Daarnaast is voor de GR mogelijk sprake van € 0,4 miljoen minder kosten voor ‘Uitvoering Wsw’ als gevolg van minder benodigde vergoedingen voor fte's bij Relim en Werkmeester (zie ook paragraaf 3.3). Eveneens zijn er bij de verbonden partijen, de OZL bv’s, mogelijke resultaatverbeteringen in het vierde kwartaal te verwachten. Dit betreft een bedrag van circa € 0,1 - € 0,2 miljoen voor de OZL Beschut bv en circa € 0,1 - € 0,2 miljoen bij de OZL Detacheringen. In deze prognose is daarmee nog geen rekening gehouden. Toelichting De belangrijkste oorzaak voor dit substantieel hogere tekort is gelegen in de kosten die gemoeid zijn met de gerechtelijke uitspraak inzake opvolgend werkgeverschap, waarbij 34 medewerkers betrokken zijn wiens contracten in oktober 2013 waren beëindigd. Deze kosten komen uit op € 5,609 miljoen, in de prognose voor 2015 meegenomen. Hiervan is tot en met het derde kwartaal
8
reeds € 3,547 miljoen uitgegeven. Daarnaast is er sprake van meerkosten ingevolge de transitie gebaseerd op de H4-notitie. Voor de rubrieken die in de Bestemmingsreserve zijn opgenomen, geldt dat deze tot en met het derde kwartaal 0,172 miljoen hoger zijn uitgekomen (prognose 2015 totaal € 0,209 miljoen). Door vertraging in de operationele overgang van gemeentelijk groen zijn ‘extra’ kosten gemaakt die niet in de 1ste begrotingswijziging 2015 en/of in de bestemmingsreserve Transitie H4 zijn opgenomen. Dit betreft kosten die bij WOZL zijn achtergebleven als gevolg van de met H4 ingezette strategische herpositionering (€ 423 t/m derde kwartaal en € 444 prognose 2015). Deze kosten komen voort uit niet over te dragen verplichtingen, middelen en medewerkers aan gemeenten, zoals:
Huurkosten locatie Landgraaf (werkplaats);
Huurkosten locatie Sourethweg (kantoorgebouw Groen-medewerkers eerste helft 2015);
Diverse kosten werkplaats Landgraaf;
Medewerkers Groen OZL niet meer geschikt voor groen werk, na 1 januari 2015 elders te herplaatsen;
Kosten vrachtauto (niet over te dragen aan gemeenten, ondeelbare capaciteit);
Niet in de begroting opgenomen meerkosten als gevolg verandering contract (ziekteverzuim: doorbetaling bij ziekte met twee weken extra teruggelegd bij de uitvoeringsorganisatie).
Deze kosten zijn niet toe te rekenen aan afzonderlijke gemeenten; het betreft kosten die verband houden met de afbouw van Groen OZL. Tenslotte zijn de op basis van analyse geschatte te verwachten transitievergoedingen, gegeven de per 1 juli ingegane nieuwe Wet werk en zekerheid, in de prognose opgenomen voor totaal € 0,4 miljoen. Deze post was vermeld als één van de risico’s, maar niet voorzien in de begroting. Destijds was de situatie dat er nog sprake van zou zijn dat deze vergoedingen mogelijk niet voor de Wsw-doelgroep zouden gelden. Weliswaar is dit in de prognose meegenomen, maar door nadere acties van het management is dit risico vooralsnog beperkt tot € 3.500 (vijfendertighonderd euro). Hiertegenover staat een hoger gerealiseerde brutomarge met de dienstverlening door de WOZL bv’s, die de hiervoor vermelde verschillen enigszins compenseert (zie hiertoe verdere toelichting bij hoofdstuk 3 en hoofdstuk 5). Plaatsingen tot en met het derde kwartaal Tot en met het derde kwartaal van 2015 zijn 4.104 Arbeidsjaren (AJ) in opdracht van de GR WOZL ingezet op passend werk via de aangewezen uitvoeringsorganisaties, zowel extern Beschut als de WOZL BV’s. Er waren 168 AJ in Begeleid Werken actief. De opdracht om de ‘beweging van binnen naar buiten’ te maken, heeft onze continue aandacht. Het streven is er vooral op gericht zoveel als mogelijk detacheringen, al dan niet in groepen, gerealiseerd te krijgen. Het afgelopen jaar (voortschrijdend gemiddelde) is een toename van 8,7% in het aantal gedetacheerden gerealiseerd.
9
De cijfers op basis van voortschrijdende 12 maanden:
Ultimo september 2014
55,8 procent
Ultimo september 2015
64,5 procent1
In de detachering zijn zowel de individueel gedetacheerden, begeleid werkers als medewerkers in de groepsdetacheringen opgenomen. Totaal is 32 procent nu nog werkzaam binnen een beschutte omgeving, waarvan 26 procent in de ‘eigen’ uitvoeringsorganisatie WOZL Beschut bv. Een overige 3 procent is werkzaam op staf & lijnfuncties binnen de bedrijfsvoering van de uitvoerings-bv’s. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 4 met kengetallen. Voor het merendeel van deze laatste groep medewerkers geldt dat zij aangewezen zijn en blijven op een beschutte werkomgeving. De mogelijkheden voor deze groep liggen vooral in het middels groepsdetachering gaan werken in een reguliere werkomgeving. De effecten van het verder doelgericht ontwikkelen van medewerkers gericht op doorstroom naar detacheringen, worden op de middellange termijn (periode 2015 – 2018) zichtbaar. Doelstellingen vierde kwartaal 2015 Het komende en laatste kwartaal van 2015 staat met name in het teken van de hierna volgende zaken. Voor de GR WOZL:
de interimcontrole door de externe accountant, mede als voorbereiding op de controle op de aanstaande jaarrekening 2015;
definitieve besluitvorming over de structuur en de mate waarin door de verbonden partijen uitvoering gegeven wordt aan de verbeterprojecten, zoals die vermeld zijn in de subsidieaanvraag Kerstens-gelden, waarbij de drie Wsw-bedrijven in de Zuid-Limburgse regio betrokken zijn.
Voor de GR WOZL en de aan haar verbonden partijen (de WOZL bv’s):
oordeelsvorming en besluitvorming inzake de benodigde en wenselijk geachte Governancestructuur;
de begrotingsronde ten behoeve van de 1ste begrotingswijziging 2016, waarbij jaarplannen c.q. ‘ondernemingsplannen’ met inbegrip van het door te ontwikkelen Dashboard (Balanced Scorecard met kritische prestatie-indicatoren) worden opgesteld.
Voor de specifieke te benoemen zaken met betrekking tot de verbonden partijen (de WOZL bv’s) verwijzen wij naar Hoofdstuk 5.
1
N.B. deze 64,5% (afgerond 65% in de grafiek in hoofdstuk 4) betreft het percentage personen. Qua bezet-
ting in formatie is dit 67%.
10
2. Weerstandsvermogen en Risicobeheersing Algemeen De deelnemende gemeenten zijn risicodrager voor de continuïteit van de GR WOZL. De GR WOZL heeft de plicht om risico’s te inventariseren, te analyseren en te beheersen. Risico’s worden periodiek beoordeeld, gemonitord en gerapporteerd middels het Risicobeheersingsmodel. Hierin opgenomen risico’s zijn gerelateerd aan de doelstellingen voor de GR WOZL, zoals deze zijn afgeleid van de strategische koers voor de GR WOZL. Daarnaast zijn risico’s opgenomen die aan de orde kunnen zijn, gegeven (toekomstige) ontwikkelingen in wet- en regelgeving, naar aanleiding van gemeentelijke besluitvorming rondom de Participatiewet en overige externe factoren die tot een uitstroom van middelen kunnen leiden. Waar mogelijk worden (potentiële) risico’s geanalyseerd en middels een aantal criteria gewogen. Deze analyse en weging betreft zowel de kans dat een risico zich voordoet als tot welke uitstroom van middelen dit risico zou kunnen leiden. Indien er sprake is van een risico dat vrij nauwkeurig te kwantificeren is en aan een aantal voorwaarden voldoet2, gebiedt de regelgeving om voor dit betreffende risico een voorziening te treffen in zowel de jaarrekening als de begroting van de GR WOZL. Daarmee ‘vervalt’ het betreffende risico en is dit óf reeds opgenomen in de exploitatiebegroting, dan wel leidt dit tot bijstelling van de begroting middels een begrotingswijziging. Risico’s worden niet alleen in omvang ingeschat (o.b.v. ‘best estimated guesses’), maar ook meegenomen in de verantwoording als integraal onderdeel van de bedrijfsvoering. Verdiepende analyses resulteren mede in het verkennen, benoemen en implementeren van maatregelen om de betreffende risico’s, waar mogelijk, te mitigeren, voor zover dit door het management te beïnvloeden is. Het dit jaar ingevoerde model moet dan ook beschouwd worden als een (dynamisch) groeimodel. Aanpassingen met betrekking tot de weging en omvang van risico’s zullen mogelijk en zelfs gewenst zijn. De vermelde risico’s zijn gewogen met behulp van enkele criteria en een eerste voorzichtige schatting van de omvang van de risico’s heeft daarmee plaatsgevonden. Beoordeeld is onder meer wat de kans is dat dit risico zich voordoet en of er sprake is van een eenmalig/tijdelijk risico of een structureel risico. Hoewel een risico een meerjarige impact met zich mee kan brengen, hebben de in het model opgenomen risicobedragen enkel betrekking op het lopende begrotingsjaar 2015.
2
“Een voorziening in verband met verplichtingen dient uitsluitend te worden opgenomen indien op de balansdatum aan de
volgende voorwaarden wordt voldaan (Richtlijnen Jaarverslaggeving 252): a. de rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk); b. het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is; en c. er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting. Het op balansdatum bestaan van een risico ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten, leidt niet zonder meer tot het treffen van een voorziening tegen dat risico. Voor het treffen van een dergelijke voorziening is het noodzakelijk dat aan alle drie de voorwaarden wordt voldaan.” Bron: Deloitte per mail d.d. 9 juni 2015.
11
Gegeven de kans dat het risico zich voordoet, leidt dit tot een gewogen gemiddelde. De financiële waarde (uitkomst) van dit gewogen gemiddelde is weergegeven in de kolom ‘Gewogen waarde risico’. De GR WOZL, inclusief de WOZL bv’s, heeft in principe niet de beschikking over een ‘eigen’ weerstandsvermogen, conform het uitgangspunt van de in de GR WOZL deelnemende gemeenten. Er wordt jaarlijks met de gemeenten afgerekend op basis van de vastgestelde jaarrekening en het hierin vermelde resultaat. Risico’s die niet afdoende gemitigeerd kunnen worden en zich onverhoopt voordoen, worden op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen ten laste gebracht van de in de GR deelnemende 11 gemeenten. Aan sommige risico’s is op basis van een nadere analyse waarde toegekend voor het begrotingsjaar 2015. Daar de gemeenten van de GR WOZL garant staan voor de tekortfinanciering gerelateerd aan de uitvoering van de Wsw, is dit weerstandsvermogen niet opgenomen in het Eigen Vermogen van de GR WOZL. Wij adviseren de in de GR deelnemende gemeentes bij de beoordeling van de gerapporteerde financiën in relatie tot de begroting door de GR WOZL, rekening te houden met het bestaan van deze risico’s. Het is vanzelfsprekend aan de individuele gemeenten om te bepalen in hoeverre zij voorzieningen ten behoeve van deze risico’s opnemen in de gemeentelijke begrotingen en/of rapportagecyclus. Op dit moment van introductie van het risicobeheersingsmodel in de GR WOZL rapportage is nog niet voor alle risico’s uit te rekenen welke potentiële financiele consequenties deze met zich kunnen brengen. Met het in gebruik nemen van dit model wordt dit standaard onderdeel van de Planning & Controlcyclus van de GR WOZL en aan haar verbonden partijen. Hierbij zal waar mogelijk in de komende kwartalen kwantificering plaatsvinden, waarover alsdan zal worden gerapporteerd. Het in het derde kwartaal geïntroduceerde risicobeheersingsmodel is in bijlage bij deze rapportage opgenomen en wordt met ingang van het komende begrotingsjaar 2016 integraal in de begroting opgenomen en vervolgens elk kwartaal toegelicht i.c. verantwoord. De toelichting in de betreffende kwartaalrapportages gaat in op de zogenaamde actuele risico’s. Van actuele risico’s is sprake wanneer een risico zich daadwerkelijk in het betreffende begrotingsjaar kan voordoen. Tevens worden die risico’s toegelicht waarvoor nadere maatregelen zijn geïnitieerd om deze terug te dringen en worden nieuwe risico’s opgenomen die op het moment van het opstellen van de begroting nog niet inzichtelijk waren. Als laatste wordt in de toelichting waar van toepassing de herwaardering van risico’s opgenomen. De risico’s die met deze kwartaalrapportage actueel zijn, betreffen:
de transitievergoeding voor Wsw-werknemers bij beëindiging dienstverband leidt tot een geschatte € 0,4 miljoen aan extra personeelskosten in 2015, zoals ook in de in oktober 2015 aan de gemeenten voorgelegde 2e begrotingswijziging 2015 is aangegeven (zie bijlage nummer 4D).
de gerechtelijke uitspraak ‘op voorraad’ af te handelen inzake opvolgend werkgeverschap, welke leidt tot diverse kosten (zie bijlage nummer 3B). In totaal is hiermee € 5,6 miljoen gemoeid, zoals is toegelicht in de in oktober 2015 voorgelegde 2 e begrotingswijziging 2015.
12
3. Financieel Overzicht Baten en Lasten derde kwartaal 2015 t/m september 2015
Rubriek
begroting t/m september
Bedrijfsvoering
(bedragen x € 1.000,-)
realisatie t/m september
2015
verschil
begroting bijgesteld
prognose jaar
verschil
par. 3.2
baten
437
429
-8
564
570
6
lasten
663
544
-119
901
806
-95
-225
-115
111
-337
-236
101
baten
77.340
78.513
1.173
101.673
102.991
1.318
lasten
76.887
77.804
917
101.109
102.606
1.497
453
709
256
563
385
-179
1.877 1.877
1.420 1.420
-456 -456
2.503 2.503
2.193 2.193
-310 -310
0
0
0
0
0
0
113 113
93 93
-19 -19
150 150
150 150
0 0
0
0
0
0
0
0
0 5.830
0 5.579
0 -251
0 7.676
0 7.830
0 154
-5.830
-5.579
251
-7.676
-7.830
-154
0 0
0 3.547
0 3.547
0 0
0 5.609
0 5.609
0
-3.547
-3.547
0
-5.609
-5.609
baten
0
309
309
0
580
580
lasten
0
309
309
0
580
580
0
0
0
0
0
0
baten
85.215
86.828
1.613
111.068
114.975
3.907
lasten
85.215
86.847
1.632
111.068
114.994
3.926
0
-19
-19
0
-19
-19
0 0
0 776
0 776
0 0
0 1.277
0 1.277
0
-776
-776
0
-1.277
-1.277
0 0
0 0
0 0
0 0
587 0
587 0
0
0
0
0
587
587
-5.603
-9.328
-3.725
-7.449
-13.998
-6.549
Uitvoering Wsw
Uitvoering WIW/ID
par. 3.3
par. 3.4
baten lasten
Uitvoering Overig
par. 3.5
baten lasten
Verbonden Partijen (bv) par. 3.6 baten lasten
Opv. werkgeversschap
par. 3.7
baten lasten
Kosten Groen Licht
Personeelskosten Wsw
Transitie
par. 3.8
par. 3.9
par. 3.10
baten lasten
Bonus Begeleid Werken par. 3.11 baten lasten
Resultaat voor financiering en algemene dekkingsmiddelen Financiering en alg. dekkingsmiddelen Bedrijfsvoering
par. 3.12
Uitvoering Wsw Tekort bv's 2014 Correctie gelijk begrote tekortfinanciering
225
115
-111
337
236
-101
-453 5.830 0
-709 5.579 618
-256 -251 618
-563 7.676 0
-385 7.676 0
178 0 0
5.603
5.603
0
7.449
7.525
76
0
0
Onvoorzien
0
Resultaat voor bestemming
0
-3.725
-3.725
0
-6.473
-6.473
onttrekking reserve ASB onttrekking reserve H4 transitie
0 0
19 181
19 181
0 0
19 624
19 624
Resultaat na bestemming
0
-3.525
-3.525
0
-5.830
-5.830
Mutaties in reserves
13
3.1 Algemeen In de paragrafen hierna volgt een toelichting op het hiervoor gepresenteerde ‘Overzicht Baten en Lasten derde kwartaal 2015’. De in deze rapportage opgenomen realisatiecijfers worden afgezet tegen de 1e begrotingswijziging 2015, zoals vastgesteld door het Algemeen Bestuur d.d. 26 februari 2015. Samengevat wordt het nadelige verschil in resultaat na bestemming (-/- € 3.525) grotendeels veroorzaakt door de lasten van opvolgend werkgeverschap (-/- € 3.547) en de lasten in transitie die niet worden gedekt uit de reserve (-/- € 596 totaal), en een voordelig resultaat in de bedrijfsvoering (€ 111), de ‘uitvoering Wsw’ (€ 256) en een gunstiger tekort in de verbonden partijen (+ € 251). De meerkosten in transitie die niet worden gedekt uit de reserve van € 596, bestaan uit uitstel van de overgang gemeentelijk Groen voor € 423 en meerkosten ingevolge de transitie gebaseerd op de H4-notitie voor € 172. Zie ook de bijlage transitiekosten. Tenzij anders vermeld, zijn alle bedragen verderop in deze rapportage weergegeven in duizendtallen.
3.2 Bedrijfsvoering Deze rubriek omvat de kosten van bedrijfsvoering voor de GR WOZL benodigd voor de sturing op de uitvoering van de Wsw-taken als belegd bij de diverse uitvoeringsorganisaties. Hierin begrepen zijn de kosten van formatie betreffende de GR. Tevens zijn hier de diverse algemene kosten opgenomen met betrekking tot onder meer de accountantskosten, huisvesting, kantoorkosten et cetera. Hoewel er per rubriek kleine verschillen zijn, komen de totale kosten bedrijfsvoering naar verwachting lager uit dan de begroting.
3.3 Uitvoering Wsw Hierbij worden onder de baten de rijkssubsidies verantwoord die de GR WOZL ontvangt van de deelnemende en niet-deelnemende gemeenten. Bij de deelnemende gemeenten gaat het daarbij om de rijkssubsidie op basis van de taakstelling 2015. Voor de niet-deelnemende gemeenten gaat het om de rijkssubsidie voor de Wsw-medewerkers van die gemeenten die via de GR WOZL tewerk zijn gesteld. De realisatie van de Arbeidsjaren (AJ) is in het derde kwartaal met circa 61 AJ hoger uitgekomen. Bij de lasten worden de subsidies verantwoord die de GR WOZL verstrekt aan de diverse uitvoeringsorganisaties. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de verbonden partijen (WOZL bv’s), Begeleid werken (o.a. Transfer Werkt) en Beschut werken, niet zijnde de Beschutte omgeving bin-
14
nen de verbonden partijen (Relim, Werkmeester). Daarnaast is er nog een kleine groep Wswmedewerkers die is tewerkgesteld bij buiten-regionale uitvoeringsorganisaties (Vixia, MTB). Het verschil tussen realisatie en begroting tot en met deze rapportageperiode wordt grotendeels veroorzaakt door de hogere bezetting in AJ dan begroot. Er zijn met de diverse uitvoeringsorganisaties verschillende prijsafspraken gemaakt. Dit heeft te maken met de mate van de benodigde begeleiding, gegeven de aard van de doelgroep. Voor Begeleid Werken geldt daarbij dat er diverse prijsafspraken worden gemaakt binnen de kaders zoals die met de begroting zijn vastgesteld. Met de realisatie blijkt er sprake te zijn van een hoger gerealiseerd aantal AJ en blijkt de arbeidshandicap hoger te liggen dan waarmee in de begroting was gerekend. Dit levert een totaal van € 0,9 miljoen aan meerkosten op. In de prognose komt dit uit op ruim € 1,4 miljoen, die grotendeels worden doorbelast aan de verbonden partijen, de OZL bv’s. Bij de verbonden partijen staan daar vervolgens subsidieopbrengsten en omzet uit dienstverlening tegenover. Tevens blijkt, als onderdeel van de hiervoor genoemde hogere bezetting, de prognose voor de realisatie AJ bij Relim circa 15 AJ hoger uit te vallen. Het blijkt namelijk dat er in het vierde kwartaal van het jaar 2014, na oplevering van de 1ste begrotingswijziging 2015, een relatief grotere instroom van ‘zwakkere’ Wsw-geïndiceerde medewerkers heeft plaatsgevonden. De diverse gemeenten hebben met het oog op het ‘sluiten van de markt’, gegeven de stopzetting van instroom Wsw met de Participatiewet, hun wachtlijsten verder opgeschoond. Daardoor was er een hogere uitvraag van de gemeenten vanaf de wachtlijst in het vierde kwartaal van het begrotingsjaar 2014, waarbij sprake is van relatief meer in de persoon gelegen problematiek. Als gevolg daarvan zijn relatief veel medewerkers aan Relim toegewezen, als voorportaal voor het beschutte werken, terwijl deze als gevolg van de daarbij behorende problematiek nauwelijks naar beschut werk doorstromen. Dit leidt tot een bezettingsverschil. Daarnaast blijkt er voor Relim ook sprake te zijn van een prijsverschil, ofwel: de rekening per AJ is hoger dan waarmee in de begroting rekening was gehouden. Totaal scheelt dit € 0,19 miljoen in de prognose. In het kader van de jaarverwachting is voor de GR mogelijk sprake van € 0,4 miljoen minder kosten voor ‘Uitvoering Wsw’ als gevolg van minder benodigde vergoedingen voor fte's bij Relim en Werkmeester. Dit is overigens nog niet in deze prognose verwerkt, zoals eerder ook in de Bestuurlijke Inleiding is aangegeven.
3.4 Uitvoering WIW/ID In 2015 zorgt WOZL voor het uitvoeren van de WIW-regeling voor de gemeenten Heerlen en Kerkrade en van de ID-regeling voor Kerkrade. De kosten worden volledig doorbelast aan deze gemeenten. Het saldo van deze rubriek is derhalve nihil voor WOZL.
15
3.5 Uitvoering overig In deze rubriek worden de kosten van het sociaal akkoord verantwoord. De kosten worden geheel in rekening gebracht bij de deelnemende gemeenten. Ultimo verslaggevingsperiode is het saldo van deze rubriek derhalve nihil voor de GR WOZL.
3.6 Verbonden partijen
(tekortfinanciering volledige deelnemingen)
Het exploitatietekort van de deelnemingen ofwel de verbonden partijen (WOZL bv’s) komt het derde kwartaal uit op € 251 minder tekort dan begroot. Voor een verdere toelichting op dit tekort wordt verwezen naar hoofdstuk 5 waar de verbonden partijen (WOZL bv’s) nader worden toegelicht.
3.7 Opvolgend Werkgeverschap De verwachte kosten met betrekking tot de uitspraak van de rechter van 3 juni 2015 inzake opvolgend werkgeverschap zijn hierin opgenomen, waarbij de gevolgen van deze uitspraak ‘bij voorraad’ ten uitvoer zijn gebracht. Deze uitspraak geldt voor een groep van medewerkers die bij overname activiteiten uit het faillissement van een voormalige uitvoeringsorganisatie een tijdelijk contract aangeboden had gekregen in de OZL uitvoeringsorganisaties. Dit betrof contracten voor bepaalde tijd, welke voor de betreffende groep in oktober 2013 niet zijn verlengd. De kosten als gevolg van deze rechterlijke uitspraak voor de periode oktober 2013 tot toekomstige ontslagdatum – bestaande uit nabetaling van de achterstallige salarissen, doorbetaling reguliere salarisbetaling, vakantiegeld en eindejaarsuitkering, individuele regelingen, pensioenpremie en sociale lasten – belopen in totaal circa € 5.609.
3.8 Groen Licht In het derde kwartaal is de subsidieaanvraag Kerstens goedgekeurd. Daarmee is financiering van belangrijke onderdelen van ‘Groen Licht’ gerealiseerd. De totaal voor ‘Groen Licht’ oorspronkelijk aangevraagde financiering bedroeg € 1.559 (en is geworden € 1.620). Gedurende de totstandkoming van de aanvraag Kerstens-gelden bleek een deel (€ 847) rechtstreeks binnen de kaders van deze subsidieaanvraag te passen. De overige niet onder Kerstens vallende onderdelen van ‘Groen Licht’ (oorspronkelijk € 712, uiteindelijk € 773) kunnen grotendeels uit de Kerstens-gelden gefinancierd worden: voor een aantal medewerkers die in de formatie van de reguliere begroting zijn opgenomen, is (deels) voorzien dat zij op de Kerstensprojecten ingezet en gedeclareerd worden. Hiertoe zijn in de subsidieaanvraag begrote uren met tarieven in afstemming met Cedris opgenomen. De in 2015 tot en met het derde kwartaal reeds gemaakte ‘Groen Licht’ uitgaven van in totaal
16
€ 309 betreffen vooral de out of pocket kosten inzake het integrale IDU project (€ 170), governance advieskosten (€15), het lidmaatschap Cedris (€ 25), de communicatiemedewerker en arbeidsmakelaars (circa € 25), de tijdelijk ter ondersteuning toegevoegde control-medewerker (circa € 60) en diverse kosten (€14). In de geprognotiseerde uitgaven voor geheel 2015 van in totaal € 580 vinden we in het vierde kwartaal vooral de doorlopende kosten van het integrale IDU-project (toename circa € 211) alsmede de medewerkers (toename circa € 60) terug. In de bijlagen is een overzicht opgenomen dat inzicht verschaft in de aansluiting tussen de originele aanvraag voor het verbeterprogramma ‘Groen Licht’ in relatie tot de aangevraagde Kerstensgelden.
3.9 Personeelskosten Wsw De personeelskosten van de Wsw-medewerkers die zijn tewerkgesteld bij de WOZL-bv’s, is voor het gehele jaar 2015 begroot op € 111 miljoen. Dit is inclusief overige personeelskosten, waaronder reiskosten Wsw. De bezetting en toerekening in de begroting van personeelskosten is 25,92 procent in het eerste kwartaal en loopt terug naar 23,93 procent in het vierde kwartaal. In de prognose van de verbonden partijen zijn de verwachte loonkosten SW opgenomen voor een bedrag van € 115 miljoen tegen een begroting van € 113 miljoen. De totale afwijking bedraagt € 2 miljoen. Met het begrotingsproces voor de 1ste begrotingswijziging (in het najaar 2014) is dit niet één op één doorgevoerd in de GR-begroting (dit doordat aan het eind van het proces nog aanpassingen waren doorgevoerd in de begroting van de bv’s). In de GR daarentegen zijn de loonkosten begroot op € 111 miljoen. Dit is echter niet correct. In de aan de gemeenten in oktober 2015 voorgelegde 2de begrotingswijziging 2015 is dit gecorrigeerd. Bovengenoemde afwijking heeft geen effect op het resultaat. Het verschil tussen de begroting en verwachting van de GR is daarmee € 3,5 miljoen groot. Hiervan is in totaal € 1,3 miljoen het gevolg van de hogere bezetting. Een bedrag van € 0,4 miljoen is het gevolg van de verwachte transitievergoedingen voor Wsw-medewerkers die met ontslag gaan, zoals eerder in de risicoparagraaf vermeld. Tevens is er sprake van € 0,3 miljoen meer loonkosten, met name door hogere sociale lasten dan begroot prijsverschil bij de OZL bv’s, waarmee de loonkosten totaal € 2 miljoen hoger uitkomen. Tenslotte is er sprake van de hiervoor genoemde omissie in de 1ste begrotingswijziging (ter hoogte van € 1,5 miljoen). De totale personeelskosten Wsw worden maandelijks bij de WOZL-bv’s in rekening gebracht inclusief een opslag voor de uitkering vakantiegeld en eindejaar. Bij de WOZL-bv’s worden deze kosten ten laste gebracht van het resultaat en maken onderdeel uit van de in het ‘Overzicht Baten en Lasten’ gepresenteerde tekort Verbonden Partijen (zie ook hoofdstuk 5). Ultimo verslaggevingsperiode is het saldo van deze rubriek derhalve nihil voor WOZL.
17
3.10 Transitie Deze kosten hebben betrekking op de initiële kosten voor de inrichting van de op 22 oktober 2012 opgerichte bv’s. In de jaarstukken 2014 is voorgesteld om het restant budget 2014 te reserveren. Op basis van de gevormde bestemmingsreserve, groot € 624, is tot en met september € 776 uitgegeven, waarvan € 181 uit de gevormde bestemmingsreserve zal worden onttrokken. De overige € 596 betreft kosten die hiermee niet voorzien zijn. Het gaat hierbij o.a. om extra juridische kosten voor de kwekerij (€ 13), het opvolgend werkgeverschap en de afwikkeling m.b.t. het faillissement Licom (totaal € 74). Tevens zijn hierin opgenomen: -
de afboeking van de technische onderdelen i.v.m. de Groen-overdracht (€ 40);
-
inhuur van secretariële ondersteuning voor de ambtelijke beleidscommissie (€ 9);
-
project Werksaam beëindigd per 01-04 i.p.v. 01-01 (€ 11);
-
de inhuur van de accountmanager inzake pilot WSP verbinding markt en Wsw-doelgroep (€ 26).
Daarnaast is er als gevolg van de vertraagde overgang Groen naar gemeenten sprake van een extra netto negatief resultaat van totaal € 423. Dit bedrag bestaat uit extra kosten en minder opbrengsten dan voorzien was in de begroting en/of bestemmingsreserve voor de transitie H4.
3.11 Bonus Begeleid Werken In het najaar van 2015 is door het Ministerie toegezegd dat er een bonus zal worden uitgekeerd van € 3 per in 2013 gerealiseerde begeleid werken-plek. Dit resulteert in een extra opbrengst van € 587.
3.12 Financiering en algemene dekkingsmiddelen De financiering voor het tekort van de verbonden partijen (WOZL bv’s) (de volledige deelnemingen) en het tekort van de GR bedrijfsvoering komt tot en met het derde kwartaal hoger uit dan begroot. Voor zowel de begroting als de realisatie is rekening gehouden met het ‘seizoenspatroon’ en de relatieve terugloop van de bezetting in AJ en formatie (zie regel ‘correctie gelijk begrote tekortfinanciering’). Daarnaast zijn de kosten verwerkt ten gevolge van de gerechtelijke uitspraak inzake opvolgend werkgeverschap. Dit is geprognotiseerd voor totaal € 5,6 miljoen en bedraagt tot en met het derde kwartaal € 3,5 miljoen. Voor een gedetailleerd overzicht wordt hier verwezen naar de bijlage voor de subsidiedifferentiatie en de bijlagen voor bijdragen gemeenten.
18
4. Kengetallen In deze paragraaf worden de diverse kengetallen met betrekking tot de de Wsw-populatie, de bezetting en in werk geplaatste medewerkers opgenomen. Deze getallen zijn inclusief de aan GR WOZL gelieerde uitvoeringsorganisaties Relim en Werkmeester, inclusief de verbonden partijen (WOZL bv’s) en exclusief Begeleid Werken. Waar hiervan afgeweken wordt, is dit in de toelichting specifiek vermeld. De brongegevens zijn gebaseerd op de peildatum 30 september 2015. Vergelijkende cijfers zijn weergegeven per 30 september 2014, waarmee op basis van een periode van 12 maanden een voortschrijdend inzicht wordt verkregen in de ontwikkelingen. Tabel 1 30 september 2015
Indeling bezetting naar handicap categorie:
Beschut matig
handicap categorie (in pers.)
pers.
fte's
4% 0%
3796
3405,4
Beschut ernstig
398
325,3
Beschut matig
Begeleid w erken matig
178
142,3
Beschut ernstig
5
3,2
Begeleid w erken ernstig
9%
Begeleid werken matig Begeleid werken ernstig
87%
Bovenstaande tabel is inclusief Begeleid Werken.
30 september 2014
Indeling bezetting naar handicap categorie: (in aantal personen)
handicap categorie
9% Beschut matig Beschut ernstig
3918 399
Beschut matig
4317
Beschut ernstig 91%
De verhouding tussen medewerkers met handicapcode matig en ernstig blijft gelijk aan 2014.
19
Tabel 2 30 september 2015 Indeling bezetting naar leeftijd: pers.
fte's
< 25 jaar
48
42,8
25 < 35 jr.
463
414,1
35 < 45 jr
621
552,8
45 < 55 jr
1421
1254,5
55 < 60
843
751,0
> 59 jr
798
715,6
4194
3730,7
leeftijd (in pers.) 1% < 25 jaar
11%
19%
25 < 35 jr.
15%
35 < 45 jr 45 < 55 jr
20%
55 < 60
34%
> 59 jr
30 september 2014 Indeling bezetting naar leeftijd: (in aantal personen)
leeftijd < 25 jaar 25 < 35 jr. 35 < 45 jr 45 < 55 jr
68
2%
476 667
832
> 59 jr
770
25 < 35 jr. 15%
1504
55 < 60
< 25 jaar
11%
18%
19%
35 < 45 jr 45 < 55 jr 55 < 60
35%
> 59 jr
4317
Er is ongewijzigd sprake van een relatief grote groep oudere werknemers in de Wsw, namelijk 72 procent met een leeftijd van 45+. (Ultimo september 2014: 73 procent). Doordat de instroom van Wsw-geïndiceerde werknemers per 1 januari van dit begrotingsjaar 2015 is gestopt, veroudert de populatie.
Tabel 2a 30 september 2015 Jaar van bereiken AOW-leeftijd van medewerkers van 60 jaar en ouder*: pers.
fte's
jaar 2015
39
35,4
jaar 2016
99
86,7
jaar 2017
117
107,2
jaar 2018
115
104,0
jaar 2019
99
86,6
jaar 2020
108
98,6
jaar 2021
95
84,1
jaar 2022
126
113,1
798
715,6
jaar van bereiken AOW-gerechtigde leeftijd jaar 2015
16%
jaar 2016
5% 12%
jaar 2017 jaar 2018
12%
15%
14%
jaar 2019 jaar 2020
14% 12%
jaar 2021 jaar 2022
* gebaseerd op AOW-leeftijd, zoals die m om enteel geldt
20
Bovenstaande tabel geeft per jaar voor de komende jaren de verwachte uitstroom weer vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de Wsw-geïndiceerde werknemers die ultimo september 2015 60 jaar of ouder zijn. De stand gemeld in tabel 2 (30 september 2015) gecorrigeerd voor de medewerkers die met pensioen gaan gedurende het jaar 2015, zou dan ultimo 2015 uitkomen op 3.695,3 FTE. Overigens zijn er naast pensioen als categorie uitstroom meer categorieen van toepassing (zie tabel 7), die zijn ingeschat voor de begroting 2015, zoals WAO, overlijden etc. Tabel 3 30 september 2015 Indeling bezetting naar omvang dienstverband:
omvang dienstverband (in pers.)
< 10 uur
pers.
fte's
7
1,5
10 < 18 uur
127
49,7
18 < 36 uur
1053
672,6
36 uur
3007
3007,0
3%
0%
25%
< 10 uur 10 < 18 uur
18 < 36 uur 36 uur
72% 4194
3730,7
30 september 2014 Indeling bezetting naar omvang dienstverband:
omvang dienstverband
(in aantal personen)
0% 3% < 10 uur
7
10 < 18 uur
126
18 < 36 uur
1072
36 uur
3112
25%
< 10 uur 10 < 18 uur 18 < 36 uur
72%
36 uur
4317
De afname in de bezetting is voornamelijk zichtbaar in de groep Wsw-medewerkers met een fulltime dienstverband. De populatie Wsw-medewerkers met een parttime dienstverband blijft nagenoeg ongewijzigd.
21
Tabel 4 30 september 2015 Indeling bezetting naar loonschaal wsw: pers.
fte's
minimumloon
603
484,9
schaal A
133
104,8
schaal B1
229
188,6
schaal B2
317
273,7
schaal C1
534
478,6
schaal C2
814
734,6
schaal D1
565
521,3
schaal D2
428
403,6
schaal E
322
302,0
schaal F
184
175,9
schaal G
54
52,3
schaal H
9
8,6
schaal I
2
2,0
4194
3730,7
loongroep (in pers.) 0%
1% 8%
minimumloon schaal A
0%
4%
schaal B1
14%
3%
10%
6% 8%
14%
schaal B2 schaal C1 schaal C2 schaal D1 schaal D2 schaal E schaal F
13%
schaal G
19%
schaal H schaal I
30 september 2014 Indeling bezetting naar loonschaal wsw: (in aantal personen) minimumloon
608
schaal A
136
schaal B1
230
schaal B2
314
schaal C1
543
schaal C2
844
schaal D1
600
schaal D2
433
schaal E
345
schaal F
196
schaal G
56
schaal H
10
schaal I
2 4317
loongroep
minimumloon schaal A
1% 0% 0% 8%
5%
10%
schaal B1
14%
3% 5% 7%
14%
schaal B2 schaal C1 schaal C2 schaal D1 schaal D2 schaal E
13% 20%
schaal F schaal G schaal H schaal I
Een aanzienlijk deel van de Wsw-medewerkers ontvangt een relatief hoog Wsw-loon, wat de gemiddelde werkgeverslasten van circa eenendertigduizend Euro per Wsw-medewerker verklaart (exclusief overige personeelskosten zoals vervoer e.d.). Vanaf 1 januari 2015 vindt geen instroom meer plaats, waardoor er geen daling van de loonkosten verwacht kan worden als gevolg van ‘goedkopere’ instroom. Uitgaande van de landelijke trend dat de relatief oudere werknemers binnen de Wsw-cao en op de loonlijst van de overige ‘externe’ uitvoeringsorganisaties (Relim en Werkmeester) meer loon ontvangen dan de jongere werknemers, zal het gemiddelde (bij gelijkblijvend prijspeil) naar verwachting op de langere termijn als gevolg van de uitstroom van gepensioneerden langzaam omlaag gaan.
22
Tabel 5 30 september 2015
bedrijfsonderdeel
Indeling bezetting naar bedrijfsonderdeel:
4%
2%
3%
pers. Beheer Detachering OZL bv
2704
Beschut OZL bv
1109
Relim Werkmeester
Beheer
139
Detachering OZL bv
26%
Beschut OZL bv Relim
159
Werkmeester
65%
83 4194
30 september 2014
Indeling bezetting naar bedrijfsonderdeel:
bedrijfsonderdeel
(in aantal personen)
Detachering OZL bv Groen OZL bv Beschut OZL bv WOZL Ondersteuning bv WerkSaam Relim Werkmeester
0% 3% 3% 4%
Detachering OZL bv Groen OZL bv
2032 376
Beschut OZL bv
1466 47%
171 16
34%
WOZL Ondersteuning bv WerkSaam
149 Relim
107 4317
9%
Werkmeester
Met de focus op de verbonden partijen (WOZL bv’s) Detachering, Beschut en Ondersteuning (‘Beheer’ in de grafiek) is de relatief grote verschuiving naar Detachering goed zichtbaar (een toename in 1 jaar van 2.032 naar 2.704 in personen). Dit is voornamelijk het gevolg van de in het jaar 2014 doorgevoerde vervreemdingen van commerciële groenactiviteiten en postactiviteiten en de overdracht van de gemeentelijke groenopdrachten. Bij Ondersteuning (‘Beheer’ ) valt de afname op (van 171 naar 139 in een jaar), zoals ook ten doel gesteld met de nota ‘Werken is ontwikkelen (en participeren)’ van het najaar 2014. De cijfers tussen september 2014 en september 2015 zijn beperkt vergelijkbaar. Enerzijds als gevolg van de in 2014 gestarte vervreemdingen en de verschuiving van werkzaamheden in eigen beheer naar detachering bij derden. Anderzijds door de herstructurering van meerdere bv’s naar drie bedrijfsonderdelen. Daarnaast zijn de medewerkers van ASB naar Detacheringen overgegaan en zijn de Werksaam-activiteiten beëindigd.
23
Tabel 6 30 september 2015
bedrijfsonderdeel
Indeling bezetting naar bedrijfsonderdeel:
2%
3%
3%
fte's Beheer Detachering OZL bv
946,4
Relim
112,9
Detachering OZL bv
25%
2490,4
Beschut OZL bv
Werkmeester
Beheer
116,7
Beschut OZL bv Relim
67%
64,3
Werkmeester
3730,7
30 september 2014
Indeling bezetting naar bedrijfsonderdeel:
fte's Detachering OZL bv Groen OZL bv Beschut OZL bv WOZL Ondersteuning bv WerkSaam Relim Werkmeester
bedrijfsonderdeel 4%
0% 3%
2% Detachering OZL bv Groen OZL bv
1868,4 355,8
Beschut OZL bv
1272,7 144,4 13,4
49%
33%
WOZL Ondersteuning bv WerkSaam
103,0 Relim
81,4 3839,0
9%
Werkmeester
De tabellen voor bezetting naar bedrijfsonderdelen in fte laten een soortgelijke ontwikkeling zien als dezelfde tabellen luidend in personen. Derhalve wordt voor de verdere toelichting op deze tabellen naar de toelichting hiervoor verwezen.
24
Tabel 7 30 september 2015 Indeling naar uitstroom 2015 t/m 3e kwartaal:
pers. naar reguliere w erkgever
fte's
1
1,0
naar ander Sw -regio
22
19,2
(vroeg-)pensioen
84
78,4
overlijden
11
9,3
arbeidsongeschiktheid
33
23,6
afloop proeftijd beëindiging dienstverband
40
0%
0%
naar reguliere werkgever
0%
naar ander Sw-regio
11%
(vroeg-)pensioen
21%
overlijden arbeidsongeschiktheid
0%
-
afloop proeftijd
31,4
niet langer doelgroep
-
-
overige
2
2,0
overplaatsing
-
-
193
uitstroom (in pers.)
1%
beëindiging dienstverband
17% 44%
niet langer doelgroep overige
6%
overplaatsing
164,9
30 september 2014 Indeling naar uitstroom 2014 t/m 3e kwartaal: (in aantal personen)
uitstroom 1%
naar reguliere w erkgever
-
naar ander Sw -regio
5
(vroeg-)pensioen
62
overlijden
19
arbeidsongeschiktheid
37
afloop proeftijd beëindiging dienstverband niet langer doelgroep
2%
2%
0%
3%
naar ander Sw-regio (vroeg-)pensioen overlijden
29%
33%
beëindiging dienstverband
54
overige
3
overplaatsing
3
arbeidsongeschiktheid afloop proeftijd
1 1
naar reguliere werkgever
niet langer doelgroep
0%
20%
10%
overige overplaatsing
185
Tot en met het derde kwartaal van 2015 hebben 193 personen (164,9 fte) de organisatie om diverse redenen verlaten. Er is met name sprake van (vroeg-)pensionering, verhuizing naar een andere regio, beëindiging dienstverband als gevolg van arbeidsongeschiktheid etc. De uitstroomcategorie arbeidsongeschiktheid betreft Wsw-medewerkers die langer dan 2 jaar ziek zijn en bij wie herstel om deel te nemen aan het arbeidsproces niet te verwachten is.
25
Tabel 8 30 september 2015
1 t/m 7 dgn.
8 t/m 14 dgn.
15 t/m 42 dgn.
> 42 dagen
totaal
12-mnd. VG
Ziekteverzuim Totaal WOZL
april 2014
1,66%
1,59%
4,59%
7,31%
15,15%
14,22%
mei 2014
1,39%
1,35%
3,66%
7,35%
13,75%
14,32%
juni 2014
1,40%
1,49%
3,80%
7,13%
13,82%
14,34%
juli 2014
1,63%
1,28%
4,49%
7,09%
14,49%
14,47%
augustus 2014
1,47%
1,21%
3,58%
6,70%
12,96%
14,49%
september 2014
1,78%
1,43%
4,33%
6,47%
14,01%
14,48%
oktober 2014
2,05%
1,84%
4,31%
6,66%
14,86%
14,43%
november 2014
2,29%
1,82%
4,46%
6,81%
15,38%
14,50%
december 2014
1,01%
0,74%
4,93%
7,85%
14,53%
14,51%
januari 2015
2,82%
1,93%
3,26%
7,52%
15,53%
14,60%
februari 2015
3,08%
2,35%
4,97%
6,19%
16,59%
14,68%
maart 2015
2,54%
2,28%
4,41%
6,13%
15,36%
14,70%
april 2015
1,65%
1,69%
4,07%
6,20%
13,61%
14,57%
mei 2015
1,29%
1,52%
3,49%
6,14%
12,44%
14,47%
juni 2015
1,66%
1,61%
4,65%
6,27%
14,19%
14,50%
juli 2015
1,48%
1,38%
3,70%
7,40%
13,96%
14,45%
augustus 2015
1,53%
1,35%
2,70%
7,68%
13,26%
14,48%
september 2015
2,06%
1,58%
3,25%
6,67%
13,56%
14,44%
verzuimpercentage
15% 1 t/m 7 dgn. 12%
49%
8 t/m 14 dgn. 15 t/m 42 dgn.
> 42 dagen 24%
Het verzuimcijfer (het 12-maandelijks voortschrijdende gemiddelde) laat een lichte daling zien t.o.v. het eerste en het tweede kwartaal. Deze lichte daling is net zoals in het tweede kwartaal deels toe te wijzen aan de zomerperiode (een periode waarin verzuim over het algemeen lager is dan in andere periodes) en aan de intensivering van de verzuimbegeleiding. De met het eerste kwartaal genoemde trend dat er ondanks de intensivering van de verzuimbegeleiding geen duidelijke daling in het verzuimpercentage te zien was in het afgelopen jaar, begint zich langzaam om te buigen. Dit is mede het resultaat van de eerder aangekondigde maatregelen om verzuim beheersbaarder te maken en het verzuimcijfer te verlagen. Daar verzuimpercentages in voortschrijdende gemiddeldes worden weergegeven, zal de directe impact van de genomen maatregelen eerst zichtbaar zijn op een later moment in de tijd. Momenteel heeft dossieropbouw bij (langdurige) arbeidsongeschiktheid nog steeds prioriteit naar aanleiding van de exercitie in het eerste kwartaal waarbij een grote slag is gemaakt bij dossiers met betrekking tot langdurig zieken. In het tweede kwartaal heeft er een (her)evaluatie plaatsgevonden van de dienstverlening vanuit de huidige Arbodienst, waarbij scherpere afspraken zijn gemaakt over de aanpak van het verzuim en de rol van de werkgever en de Arbodienst hierbij. In het derde kwartaal is het huidige verzuimbeleid geëvalueerd en is een projectopdracht geformuleerd met als doel om tot een verdere verbetering van de efficiëntie te komen met betrekking tot de verzuimbegeleiding en -beheersing. In het vierde kwartaal van 2015 en het eerste kwartaal van 2016 zal het aangepaste verzuimbeleid opnieuw worden vastgesteld en zal de keuze gemaakt worden voor een alternatief voor het huidige Ziekte Registratie Systeem (ZRS).
26
Tabel 9 Voortschrijdend tot en met 30 september 2015 Ontwikkeling Sw-bezetting WOZL mrt.2015
juni 2015
sept. 2015
dec. 2015
115
107
96
84
72
53
50
-
735
719
706
356
339
263
-
-
-
Beschut
1.152
1.160
1.158
1.146
1.097
1.106
1.140
1.177
1.198
1.248
1.158
-
Detacheringen
1.779
1.953
2.043
2.049
2.118
2.128
2.462
2.446
2.477
2.639
2.668
-
juni 2014
sept. 2014
dec. 2014
2,8%
2,6%
2,4%
2,1%
18,1%
17,7%
17,4%
8,8%
8,4%
6,6%
Beschut
27,9%
28,0%
28,4%
28,2%
27,1%
27,3%
28,1%
29,1%
Detacheringen
43,1%
47,1%
50,2%
50,4%
52,3%
52,6%
60,7%
60,5%
april 2014
3,4%
18,4%
dec. 2013
3,0%
17,0%
jun. 2013
7,9%
20,1%
dec. 2012
9,0%
WOL
okt. 2012 Beheer
in %-ages
1,8%
1,3%
1,3%
29,9%
31,7%
29,9%
61,8%
67,0%
68,8%
dec. 2015
juni 2014
137
748
sept. 2015
april 2014
123
707
juni 2015
dec. 2013
327
828
mrt.2015
jun. 2013
370
WOL
dec. 2014
dec. 2012
Beheer
in fte's
sept. 2014
okt. 2012
(incl. ASB, Relim, Werkmeester en BW)
In bovenstaande tabel valt af te lezen dat de bezetting bij detacheringen geleidelijk toeneemt. In de detachering zijn de individueel gedetacheerden, de begeleid werkers en de medewerkers in groepsdetacheringen opgenomen. De groepsdetacheringen bestaan voornamelijk uit opdrachten gerelateerd aan beschutte werkzaamheden en zijn verder toegenomen als gevolg van de vervreemdingen van commerciële groenactiviteiten en postactiviteiten. Deze groepsdetacheringen vinden veelal plaats op locatie bij de betreffende opdrachtgevers. De lijn van binnen naar buiten wordt hiermee verder vormgegeven. Dit is in overeenstemming met de uitgangspunten zoals die door de deelnemende gemeenten zijn aangegeven. De groep werken op locatie (WOL, Groen en Post) is volledig afgebouwd door de vervreemding van deze activiteiten.
27
5. WOZL verbonden partijen (WOZL bv’s) 5.1 Inleiding Voor u ligt de 3e tussentijdse kwartaalrapportage over 2015. Deze rapportage geeft informatie met betrekking tot de uitvoering van de Wsw-taakstelling, zoals die aan de verbonden partijen is opgedragen. Met deze rapportage wordt tevens inzicht gegeven in de verwachte resultaten ultimo 2015. De in deze rapportage opgenomen realisatiecijfers worden afgezet tegen de 1e begrotingswijziging 2015, zoals vastgesteld door het Algemeen Bestuur d.d. 26 februari 2015. Het hierin begrote exploitatietekort voor de verbonden partijen bedraagt op jaarbasis € 7,676 miljoen. De verwachting i.c. prognose voor het gehele jaar 2015 is dat het exploitatietekort € 7,830 miljoen zal bedragen. Qua structuur is met de strategienota ‘Werken is ontwikkelen (en participeren)’ gekozen voor het inregelen van een detacheringsonderdeel, een onderdeel Beschut Werken, een onderdeel ‘beheer’ (i.c. de huidige WOZL Ondersteuning bv) alwaar de diverse ondersteunende staf & lijnfuncties zijn ondergebracht, en een Holding als moeder- dan wel consolidatiemaatschappij (de WOZL1 bv). Als onderdeel van ‘Groen Licht’ is gestart met de voorbereidingen om de bestaande juridische entiteiten ‘om te zetten’ naar de beoogde structuur. Hierbij spelen zaken als governance en de indeling van cao-personeel naar de betreffende onderdelen een belangrijke rol. Met betrekking tot het governance-model is besloten definitieve keuzes hierin uit te stellen tot begin 2016. Daarbij is van belang in welke mate deze structuur voldoet aan de opdracht om te zijner tijd het Detacheringsonderdeel over te kunnen hevelen naar het WSP. Met ingang van het begrotingsjaar 2015 wordt in lijn met de beoogde structuur gerapporteerd.
5.2 Opzet en inrichting van de rapportage De tussentijdse rapportage beoogt vooral een afwijkingenrapportage te zijn. De inzichten zijn gebaseerd op de rapportages en gegevens uit de financiële administraties en uit informatie die door het management van de bv’s is verstrekt. Daarbij is ook navraag gedaan naar de verwachtingen voor het 4e kwartaal, de ontwikkeling in risico’s en in verplichtingen.
28
5.3 Ontwikkelingen in de organisatie Overdracht publiek groen De operationele overdracht van de gemeentelijke groenbestekken aan de betreffende gemeentelijke diensten c.q. werkbedrijven is met circa een half jaar vertraging afgerond. De werkzaamheden bij het Werkbedrijf Landgraaf zijn afgebouwd, de medewerkers zijn herplaatst, de materialen zijn overgedragen aan Werk voor Heerlen. In afwijking op de oorspronkelijke afspraken is de termijn voor doorbetaling bij ziekte met twee weken extra teruggelegd bij de uitvoeringsorganisatie. Dit komt neer op een niet begrote tegenvaller van € 115.000 (in enkele Euro’s). Daarnaast heeft de vertraging in de operationele overgang geleid tot een substantiële post aan diverse kosten die voor rekening van de OZL bv’s is gekomen. Deze kosten worden totaal geprognotiseerd op € 0,4 miljoen en zijn derhalve toegerekend aan de transitiekosten, zoals toegelicht in hoofdstuk 3. Beëindiging Beschut Groen met werkbedrijf Landgraaf De werkzaamheden bij het Werkbedrijf Landgraaf zijn afgebouwd, de 22 medewerkers zijn herplaatst, de materialen zijn overgedragen aan Werk voor Heerlen. De financieel begrote toegevoegde waarde zal voor deze groep niet worden gerealiseerd. Onderzoek naar mogelijkheid vervreemding van draadbomen In het derde kwartaal is er conform de opdracht verder gewerkt aan het vervreemden van de beschutte activiteit draadbomen. Met een potentiële kandidaat voor overname zijn afspraken gemaakt om te komen tot een due diligence. Deze worden eerst uitgevoerd nadat met klanten is gesproken. De goedkeuring van onze klanten is een belangrijke randvoorwaarde voor de overnamekandidaat. Omdat niet zeker is dat de vervreemding naar een externe partij geëffectueerd kan worden, is er gelijktijdig een onderzoek opgestart om mogelijkheden te bezien om de activiteit te beëindigen en het personeel in groepen of als individu te detacheren bij werkgevers. De twee scenario’s zullen worden uitgewerkt en worden voorgelegd aan de AvA. In ieder geval wordt er naar toe gewerkt dat per 1-1-2017 de in draadbomen werkzame medewerkers elders zijn gedetacheerd. Afbouw beschut Met bestaande klanten van Beschut worden mogelijkheden besproken om de dienstverlening om te zetten naar groepsdetacheringen. Met de directie van de firma Invista te Kerkrade is een plan ontwikkeld waarbij potentiële detacheringsklanten tegen aantrekkelijke voorwaarden productieruimten wordt aangeboden. Door deze ontwikkeling, in combinatie met de hierboven genoemde vervreemding, streven we ernaar om de locatie aan de Boschstraat leeg te krijgen per 1 januari 2017. Uiteraard is e.e.a. afhankelijk van met name de realisatie van de vervreemding van draadbomen, dan wel een detachering elders. Herbeoordeling toeleveranciers. Met ondersteuning van een specialist zijn alle toeleveranciers opnieuw beoordeeld en zijn daar waar de contracttermijnen het toelieten of in overleg en afstemming met deze leveranciers betere en aantrekkelijkere contracten afgesloten. Voor een beperkt deel (€ 0,2 miljoen) zullen deze besparingen reeds in 2015 worden gerealiseerd. In 2016 zal dit in de volle omvang een positief effect
29
van totaal circa € 0,6 miljoen hebben op de begroting. Het betreft contracten voor ICT beheer, afdrukapparatuur, mobiele telefonie, energie, drankautomaatvoorzieningen en de arbodienstverlening. De totale contractomvang hiervoor, zoals in het overzicht hierna weergegeven, daalt van € 2,4 miljoen naar € 1,8 miljoen.
Kostensoort
Huidige kosten €
Prognose kosten €
Gerealiseerde besparing
In afronding onderhandelingen
€
€
ICT beheer*
906.000
786.000
120.000
Afdrukapparatuur
125.000
45.000
80.000
Mobiele telefonie
51.000
25.000
26.000
Electiciteit**
60.000
60.000
-
Gas**
89.000
89.000
-
Arbodienstverlening***
948.000
563.000
385.000
W arme drankenautomaat
106.000
106.000
Verzekeringen
183.000
183.000
2.468.000
1.857.000
Totaal
30.000 33.000 611.000
63.000
N.B. *) Met betrekking tot de ICT beheerkosten zullen in 2017 mogelijk verdere besparingen worden gerealiseerd na aanpassingen van de ICT-infrastructuur, op basis van de vervreemding van activiteiten en op basis van het vormgeven van het IDU-proces. Door huidige leverancier wordt gratis consultancy ter beschikking gesteld voor het migratieproces. Contract wordt op korte termijn getekend. N.B. **) Met betrekking tot Energie (gas en elektriciteit) worden verdere besparingen gerealiseerd, eerst na het einde van de contractperiode en door het afstoten huisvesting. N.B. ***) Een vernieuwd contract voor de arbodienstverlening wordt op korte termijn ondertekend. Nazorg kwekerij Schiffelers Bij de overdracht van de kwekerij-activiteiten van de locatie Europaweg Zuid naar Kwekerij Schiffelers is er een contract gesloten voor een groepsdetachering. Wsw-personeel wordt tegen een nultarief gedetacheerd. De samenwerking tot nu toe loopt stroef, waarbij Schiffelers de samenwerkingsovereenkomst heeft opgezegd. De verwachtingen die bij Schiffelers zijn gewekt in de overeenkomst, worden niet nagekomen omdat de kwaliteit van de medewerkers niet past bij deze verwachtingen. Na interventie is er afgesproken dat we samen een plan van aanpak maken om meer structuur te brengen in de uit te voeren werkzaamheden, maar ook om de verwachtingen naar elkaar toe helder te krijgen. Samenwerking Walas Met de huidige verhuurder van de hoofdlocatie zijn samenwerkingsafspraken gemaakt met betrekking tot het detacheren van WOZL-medewerkers. Tevens worden verkennende gesprekken gevoerd om de kantineactiviteiten te vervreemden aan een externe partij. Deze werkzaamheden worden langzaam uitgebreid.
30
Medewerkers zonder object De afgelopen jaren zijn er veel medewerkers thuis komen te zitten omdat er geen werk voorhanden was. Deze onwenselijke situatie wordt nu aangepakt, waarbij aandacht wordt besteed aan het cultuuraspect (‘iedereen moet meedoen, thuiszitten is geen optie’), maar ook de verbinding met de “markt” wordt verbeterd. Een verbeterde marketing en sales-aanpak krijgt vorm door de samenwerking met het WSP Parkstad en de acties zoals verwoord in de Kerstens-aanvraag en het verbeterprogramma ‘Groen Licht’. Er is inmiddels een aantal werkplekken gevonden waar medewerkers zonder object tijdelijk aan de slag kunnen in afwachting van een definitieve betaalde werkplek. Met landgoed Slot Schaesberg te Landgraaf is hiertoe een samenwerkingsovereenkomst gesloten; daar zijn inmiddels 10 personen werkzaam. Kwalitatieve versterking indirecte organisatie De AvA is akkoord gegaan met een kwalitatieve versterking van de organisatie, e.e.a. zoals verwoord in het verbeterprogramma ‘Groen Licht’. De navolgende versterkingen zijn aangebracht:
Twee arbeidsmakelaars (in september gestart)
Een Marketing & Communicatiemedewerkster (in juni gestart)
Op basis van een managementcontract een projectmanager die het IDU-proces (primair proces) inclusief de ICT-infrastructuur vorm zal gaan geven.
Voor twee extra P&O-medewerkers was de werving opgestart, doch deze is n.a.v. de laatste AvA beëindigd, omdat het besluit in afwachting van de behandeling van de meerjarenbegroting van de bv’s is herroepen. Dit levert in de praktijk grote problemen op met serieuze risico’s. Vanwege de werkdruk vallen medewerkers uit en kunnen werkzaamheden niet meer kwalitatief worden uitgevoerd. De kwalitatieve en kwantitatieve bezetting is, zoals in het ‘Groen Licht’ programma genoemd, onder de maat en vraagt dringend om de uitvoering van het P&O-verbeterplan.
Samenwerking WSP Parkstad Een van de knelpunten welke in de Quick scan van de directie aan de AvA zijn gepresenteerd, is het ontbreken van een deugdelijke verbinding met de markt en een visie op het duurzaam plaatsen van de doelgroep (WSW). Tevens ligt er een opdracht van de deelnemende gemeenten om te komen tot het overdragen van de front-office activiteiten naar het WSP Parkstad en het op termijn integreren van de detacheringsactiviteiten naar het WSP. In de afgelopen maanden zijn in nauwe samenwerking met de leiding van het WSP de navolgende acties in gang gezet, welke gericht zijn op bovenstaande ontwikkeling:
Het in kaart brengen van het werkgeversnetwerk
Gezamenlijk voeren van werkoverleg tussen arbeidsmakelaars WOZL en de accountmanagers WSP.
Ontwikkelen van een gezamenlijke visie m.b.t. de werkgeversaanpak voor de specifieke doelgroep met een verdiencapaciteit tussen de 20-80 procent WML (Kerstens-aanvraag).
Uitvoering geven aan een gezamenlijk opleidingsprogramma voor arbeidsmakelaars en accountmanagers.
31
Ontwikkelen van een gezamenlijk marketing en sales-plan. Het gezamenlijke sales-plan zal in het 4e kwartaal worden afgerond.
Vormgeven van arbeidsmarktbenadering in samenwerking met het Regionaal Werkbedrijf (RWB).
Ontwikkelen van een structurele samenwerking met het werkgeversplatform SPRINC.
Nazorg Balanz facilitair De overdracht van de commerciële groen- en schoonmaakactiviteiten levert in de praktijk veel nazorg op. De overdracht van de activa en de voorwaarden waaronder, is gerealiseerd. De gevraagde contractuele instroom stagneert doordat de benodigde Wsw-kwaliteit niet kan worden geleverd. Balanz is ook gewezen op de instroommogelijkheden bij gemeenten. De praktijk leert dat er een, naar men zegt, grote druk ligt op de groep gedetacheerde medewerkers. Zwakkere medewerkers kunnen zich moeilijk handhaven binnen de Balanz-setting en worden in overleg ook teruggestuurd naar de WOZL-organisatie. Met name is er grote onvrede bij de Groen-voormannen die geen klik hebben met de leidinggevende van Balanz. Daarbij bestaan over allerlei organisatorische zaken en over de werkomstandigheden meningsverschillen met de inlener. Ook dit punt zal worden opgepakt, waarbij Balanz ook gewezen zal worden op de contractuele afspraken dat vanwege het lage inleentarief ook de zwakkere medewerkers een werkplek zouden moeten kunnen behouden. Ook met de voorzitter van de COR vindt er binnenkort een gesprek plaats. Pilot Radar en Levanto In opdracht van de gemeenten wordt er geëxperimenteerd in een betere stroomlijning van arbeidsmatige dagbestedingsactiviteiten en de verbinding met de Wsw-doelgroep. Er zijn daartoe twee projecten gedefinieerd, met als doel: 1. Maximaal aantal leerwerkplekken en detacheringsplaatsen realiseren bij deze instellingen via WOZL; 2. Het verbeteren van het primaire proces m.b.t. personen die in aanmerking komen voor arbeidsmatige dagbesteding afkomstig van WOZL (voor personen die niet tot regelmatige arbeid in staat zijn en derhalve formeel niet behoren tot de doelgroep van de Wsw). De pilot is inmiddels afgerond en wordt verder overgedragen aan de centrumgemeente, die vanuit haar verantwoordelijkheid het project verder vorm zal geven, daar dit buiten de Wsw-scope valt van WOZL. Transitie H4 met bestemmingsreserve De uitgaven voor het vervolg van de transitie conform H4 worden deels gefinancierd uit de in 2014 gevormde bestemmingsreserve, zoals die in de jaarrekening 2014 is opgenomen. Door een aantal zaken die niet voorzien waren in de begroting/bestemmingsreserve, komt de prognose € 0,663 miljoen hoger uit door oorzaken als vermeld in paragraaf 3.10 hiervoor. Het transformatieproces, uitgewerkt in ‘Groen Licht’, is in het tweede kwartaal gerelateerd aan de Kerstens-aanvraag, die leidt tot een cofinanciering (subsidie en bijdrage WSP) die dekkend is voor het totale budget van dit programma. De betreffende aanvraag is in goede samenwerking met diverse partijen, waaronder de collega SW-bedrijven Vixia en MTB, tot stand gekomen en de aanvraag is door de centrumgemeente Heerlen ingediend (zie ook toelichting in het Bestuurlijk Verslag). Indien op basis hiervan
32
definitief besloten wordt tot doorvoering van ‘Groen Licht’, kunnen de noodzakelijke vervolgstappen gezet worden. In de tussentijd heeft de WOZL-organisatie in dit kader niet stilgezeten. Er zijn de nodige stappen gezet in onder meer de doorontwikkeling van het Dashboard (BSC met kpi’s), de (juridische) organisatiestructuur en de vormgeving van het primaire proces IDU met bijbehorende rollen. Uitrol aanvraag Kerstens-gelden In lijn met de Kerstens-aanvraag en ‘Groen Licht’ is een hierbij passende projectadministratie voorbereid en zijn afspraken gemaakt hoe in de gemeenschappelijke projecten afrekening plaatsvindt tussen Vixia, MTB en WOZL. In het eerste halfjaar zijn kosten die ten behoeve van ‘Groen Licht’ zijn gemaakt, verantwoord in de reguliere exploitatie. Op basis van toerekening van kosten hierin zijn deze kosten in het derde kwartaal overgeboekt. Tot en met het derde kwartaal betreft het een bedrag van circa € 265 dat daarmee uit de reguliere exploitatie wordt overgeboekt naar de Kerstens-projecten en aldaar worden gefinancierd. Overige In de afgelopen verslagperiode stonden voor de verbonden partijen verder nog de volgende zaken op de agenda die (deels) gerealiseerd zijn:
Bezwaarprocedure functiewaardering HR21 is afgerond. Er zijn geen medewerkers verder in beroep gegaan;
De ‘leegloop’ binnen de beschutte werkomgeving heeft evenals voorgaand kwartaal veel aandacht gekregen; zo heeft er een substantiële uitbreiding van het werkpakket voor de Bedradingen plaatsgevonden, waarbij nagenoeg geen extra instroom van medewerkers uit de doelgroep nodig is geweest;
Behandeling en onder condities vaststellen van onderdelen van ‘Groen Licht’, met name die ook in de subsidieaanvraag Kerstens zijn opgenomen;
Het organisatiemodel is qua rapportagestructuur aangepast met de drie onderdelen Beheer i.c. de WOZL Ondersteuning bv, Beschut bv en Detachering bv met daarboven een Holding (WOZL1 bv). De medewerkers worden na definitieve besluitvorming over de Governancestructuur qua formatie hierop ingedeeld;
De accountantscontrole op de jaarrekening van de bv’s is formeel afgerond;
Doelstellingen vierde kwartaal 2015
de beoogde samenwerking annex voorbereidingen met het WSP, gericht op het op termijn van een jaar kunnen overnemen van de detacheringen van de uitvoerings-bv’s;
in lijn met het punt hiervoor verdere samenwerking vormgeven met Sprinc;
verdere verbeteracties in lijn met het opgestelde verbeterprogramma ‘Groen Licht’, waaronder de uitwerking van IDU;
de invoering van een projectadministratie om (met terugwerkende kracht waar dat van toepassing is) de bestede uren en middelen voor ‘Groen Licht’ (inclusief Kerstens-projecten) inzichtelijk te krijgen; deze zal separaat van de reguliere exploitatiebegroting verantwoord worden;
33
de voorbereiding van in te voeren resultaatovereenkomsten of managementovereenkomsten, waarin de jaarplannen en doelstellingen tussen directie en management worden overeengekomen en vervolgens gemonitord;
de definitieve inregeling van de gekozen structuur met bijbehorende conversie van administratieve processen en data naar de nieuwe structuur;
het continue terugdringen van de leegloop in de beschutte locaties, met name door het contracteren van nieuwe en het uitbreiden van bestaande business;
het vervolg op de in 2014 ingezette startmetingen, gericht op het in kaart brengen van onze medewerkers qua competenties en mogelijkheden om ze de beweging van binnen naar buiten te laten maken;
de doorvertaling van de uitgevoerde startmetingen in zogenaamde Individuele Ontwikkel Plannen (IOP’s) gericht op het kunnen laten doorstromen van medewerkers in hoger gekwalificeerd, dan wel beter renderende werkzaamheden.
5.4 IDU-ontwikkelingen 2015 Eind september zijn in totaal 1.302 medewerkers middels ‘wegwijzers’ in beeld gebracht en zijn voor 682 medewerkers trajectplannen opgemaakt. Onderstaande grafiek laat zien wat de resultaten zijn van de wegwijzers en de trajectplannen (i.c. individuele ontwikkelplannen). Met deze aantallen is bijna de gehele populatie van beschut in kaart gebracht. Het in kaart brengen van de doelgroep, middels wegwijzers voor medewerkers geplaatst in groepsdetacheringen, loopt conform planning. Vanuit de populatie Beschut blijkt een groot gedeelte door te kunnen stromen naar de groepsdetacheringen, zoals reeds verwacht. De eerste kolom toont de resultaten die aan het bestuur zijn gepresenteerd in september 2014; 741 wegwijzers bij beschut. De tweede kolom bevat alle wegwijzers (1.302) die tot op heden zijn opgemaakt. Hier is sprake van een kleine vertekening doordat hierin ook de eerste medewerkers geplaatst in groepsdetacheringen zijn meegenomen. Dit verklaart ook de toename van het aantal mogelijke medewerkers dat op termijn naar individuele detachering zou kunnen doorgroeien. De derde kolom geeft de resultaten weer van de trajectplannen (682) die zijn opgemaakt. Hieruit blijkt dat een grote groep kan doorgroeien naar groepsdetacheringen, mits uiteraard het juiste werk voorhanden is en aangeboden kan worden. Dat vraagt nog om een forse inspanning en een afgestemde marketing en communicatiestrategie om in samenwerking met het WSP en Sprinc de markt meer gestructureerd en methodisch te benaderen. Deze activiteiten zijn opgenomen in de Kerstens-aanvraag.
34
Naast het maken van wegwijzers en trajectplannen is door diverse gemeenten gebruik gemaakt van de binnen WOZL beschikbare expertise betreffende ‘loonwaarde-metingen’, zoals voor 40 medewerkers van de gemeente Heerlen. De gemeenten Kerkrade, Nuth en Brunssum hebben op beperkte schaal eveneens expertise gevraagd vanuit WOZL voor het verrichten van ‘loonwaardemetingen’. Daarnaast zijn de zogenaamde leerpleinen verder vormgegeven en worden er veel programma’s aangeboden die de trajectplannen ondersteunen om medewerkers te helpen een volgende stap te maken. Ook worden op aanvraag maatwerk-trainingen verzorgd, onder andere gericht op het omgaan met agressiviteit of verslaving en ‘brug naar werk’. De programma’s die worden ontwikkeld, zullen nu verder worden afgestemd op de werkleerlijnen die worden opgesteld, in lijn met het nieuw in te regelen primaire proces In- Door- en Uitstroom, zoals benoemd in het verbeterprogramma ‘Groen Licht’. In het kader hiervan is het nodige voorbereidend werk verricht inzake de omschrijving van het proces, de rollen, de kpi’s en de overlegstructuur.
35
5.5 Resultaten Het netto resultaat tot en met september komt uit op een tekort van € 5,579 miljoen versus een begroot tekort van € 5,830 miljoen. Daarmee is het tekort tot en met deze rapportageperiode € 0,251 miljoen lager dan begroot. Het cumulatief exploitatieoverzicht van de verbonden partijen tot en met deze periode luidt als volgt: Financieel overzicht bedragen x € 1.000,2015 (geconsolideerd) Omschrijving
Omzetwaarde
begroting realisatie t/m september t/m september
verschil
begroting jaar
prognose jaar
verschil
20.969
21.649
680
27.913
28.708
795
1.795
1.973
178
2.374
2.886
512
19.174
19.676
502
25.539
25.822
283
3.335
3.065
-270
4.446
4.117
-329
186
77
-109
250
148
-102
30
428
398
30
510
480
2.171 6 2.357 3.371 5.728
2.056 5 2.133 3.498 5.631
-115 -1 -224 127 -97
2.971 9 3.221 4.485 7.706
3.190 2 3.338 4.629 7.967
219 -7 117 144 261
4.619
3.973
-646
6.154
5.724
-430
8.828
10.074
1.245
11.680
12.131
451
Lonen SW
83.044
84.761
1.717
109.306
111.615
2.309
Rijkssubsidie SW
68.385
69.108
723
89.951
91.654
1.703
Subsidieresultaat
-14.659
-15.653
-994
-19.355
-19.961
-606
-5.830
-5.579
251
-7.676
-7.830
-154
Aantal FTE Wsw Aantal FTE N-Wsw
3.548 66
3.594 63
46 -3
3.508 67
3.550 63
42 -4
Aantal AJ Wsw
3.602
3.657
55
3.561
3.612
50
verschil
begroting jaar
Verbruik grondstoffen, inhuur, uitbesteed Bruto marge Personeelskosten Lonen n-SW Opleidingen Inhuur derden Overige personeelskosten SW Overige personeelskosten n-SW personele kosten SW personele kosten n-SW Totaal Personeelskosten Totaal Bedrijfskosten Operationeel resultaat
Netto resultaat
x € 1.000,Resultaat rapportageperiode Netto resultaat Af: subsidieresultaat Operationeel Resultaat
begroting t/m sept
realisatie t/m sept
prognose jaar
verschil
-5.830
-5.579
251
-7.676
-7.830
-154
-14.659
-15.653
-994
-19.355
-19.961
-606
8.828
10.074
1.245
11.680
12.131
451
Het resultaat exclusief het subsidieresultaat (het verschil tussen ontvangen subsidie en gemaakte loonkosten voor Wsw-medewerkers) wordt ook wel het operationeel resultaat genoemd. Hiermee wordt nadrukkelijk de invloed aangetoond van de ontwikkelingen binnen de WSW gerelateerde subsidie en daarmee verbonden tewerkstellingskosten.
36
In de hier vermelde prognose zijn mogelijk nog enkele resultaatverbeteringen voor het vierde kwartaal te verwachten. Dit betreft een bedrag van circa € 0,1 - € 0,2 miljoen voor de OZL Beschut bv en circa € 0,1 - € 0,2 miljoen bij de OZL Detacheringen, waar in deze prognose nog geen rekening mee is gehouden. Het resultaat per bedrijfsonderdeel (WOZL BV’s na herstructurering) is als volgt: x € 1.000,Resultaat rapportageperiode
begroting t/m sept
WOZL Beheer
realisatie t/m sept
verschil
begroting jaar
prognose jaar
verschil
-326
18
344
-162
-606
-444
142
313
171
186
447
261
Beschut OZL
-5.646
-5.910
-264
-7.700
-7.671
29
Resultaat
-5.830
-5.579
251
-7.676
-7.830
-154
Detachering OZL
Voor een verdere onderverdeling zijn de overzichten van de drie bedrijfsonderdelen in de subparagrafen hierna opgenomen.
Toelichting per rubriek op hoofdlijnen Afwijkingen binnen een marge van € 1 (Duizend Euro) zijn in een enkel geval als gevolg van afrondingen zichtbaar. De toelichting op hoofdlijnen voor die rubrieken waar materiële verschillen zijn in de realisatie versus begroting, luidt als volgt. Omzet De omzet is totaal € 680 hoger uitgekomen dan begroot. Dit als gevolg van de € 593 hogere omzet bij Beschut en € 117 hogere omzet bij Ondersteuning (‘Beheer’). Bij het onderdeel Detachering is de omzet € 30 lager. Bij Beschut wordt dit grotendeels veroorzaakt door meer omzet bij Bedradingen voor DAF. Bij Ondersteuning (‘Beheer’) betreft dit met name hogere omzet catering (€ 87). Verbruik grondstoffen, inhuur en uitbesteed Totaal is er € 178 meer uitgegeven aan verbruik grondstoffen, inhuur en uitbesteed werk. Dit is grotendeels het gevolg van meer gebruik grondstoffen bij Beschut t.b.v. de hogere omzet draadbomen. Personeelskosten De personeelskosten zijn € 97 lager dan begroot met name als gevolg van minder opleidingskosten en de lagere overige personeelskosten SW o.a. als gevolg van lagere kosten voor de gemeentelijke werkbedrijven voor Detachering en de lagere bezetting n-SW. Binnen deze kostencategorie is er een interne verschuiving zichtbaar, de directiekosten waren begroot als lonen n-SW maar zijn verantwoord onder de inhuur derden.
37
Totaal bedrijfskosten De bedrijfskosten zijn voor het 2e kwartaal € 646 lager dan begroot, onder meer als gevolg van lagere energielasten en kosten voor ICT en telecommunicatie. Verder zijn kosten voor het ‘Groen Licht’-project/Kerstens-aanvraag voor € 265 doorbelast aan de GR. Deze kosten worden gedekt uit de Kerstens-gelden en betreffen zowel out of pocket kosten als doorberekende uren van formatie. Tevens is hieronder de op de verkochte materiële vaste activa van Groen OZL gerealiseerde boekwinst voor € 195 verwerkt. Lonen SW De lonen SW zijn met € 1.717 in het derde kwartaal hoger uitgekomen dan begroot. Dit komt enerzijds door de hogere bezetting bij de verbonden partijen wat leidt tot circa € 1.100 meer kosten. Daarnaast is er een prijsverschil van circa € 600 als gevolg van hogere sociale lasten dan begroot, met name in Beschut. In het totaal van de lonen SW is binnen de WOZL BV’s voorzien in een uitkering als gevolg van langdurige ziekte door het UWV. Met deze compensatie op de loonkosten wordt bij de GR geen rekening gehouden. Deze uitkeringen worden uitbetaald aan de WOZL BV’s. Rijkssubsidie De Rijkssubsidie komt in het derde kwartaal € 723 hoger uit dan begroot als gevolg van de toerekening van het subsidiebedrag per AJ gegeven de hogere bezetting. Per saldo leidt dit samen met de hogere lonen SW tot een hoger dan begroot subsidietekort van € 994. Verwachting In het financieel overzicht is naast de begroting een prognose weergegeven voor het totale jaar. De verwachting is dat het nettoresultaat 2015 voor de verbonden partijen € 154 slechter zal zijn dan begroot. Een belangrijke afwijking t.o.v. de begroting zijn de transitievergoedingen die zijn ingeschat op € 400; die waren vermeld in de risicoparagraaf, maar niet begroot. Met het opstellen van de begroting was de uitwerking van de nieuwe ‘Wet werk en zekerheid’ voor de doelgroep Wsw nog niet zeker. In het afgelopen half jaar zijn eerder genoemde maatregelen (zie ook hoofdstuk 4, ziekteverzuim) genomen om waar mogelijk transitievergoedingen te beperken. Voorzichtigheidshalve is in de prognose vooralsnog uitgegaan van het ingeschatte bedrag van € 400. De betere brutomarge en de boekwinst op de verkochte activa van Groen OZL bv compenseren deze extra kosten voor een belangrijk deel. Verder zijn de loonkosten SW hoger dan de begroting als gevolg van de hogere bezetting, dit wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de hogere Rijkssubsidie, de lagere lonen n-SW en de lagere overige personeelskosten.
38
5.5.1 WOZL Ondersteuning bv (‘Beheer’) x € 1.000,Resultaat rapportageperiode
begroting t/m sept
realisatie t/m sept
verschil
begroting jaar
prognose jaar
verschil
Omzet
526
643
117
685
820
Inkoop/Uitbesteed
135
145
-10
180
199
-19
Bruto Marge
391
498
107
505
621
116
Personele kosten
4.988
5.407
-419
6.162
7.145
-983
Bedrijfskosten
1.079
580
499
1.439
1.277
162
Doorbelasting overhead
-3.043
-3.043
0
-4.057
-4.057
0
Subsidie
-2.308
-2.464
156
-2.877
-3.138
261
717
480
237
667
1.227
-560
Netto resultaat
-326
18
344
-162
-606
135
-444
In dit bedrijfsonderdeel zijn naast de directievoering de aan het primaire proces ondersteunende stafdiensten geplaatst, zoals HRM, Financiën & Control en IDU (zowel consulenten als opleidingen). In tegenstelling tot de bedrijfsonderdelen Detachering en Beschut Werk vinden hier geen operationele activiteiten plaats die tot omzet leiden. De medewerkers worden middels Service Level Agreements geplaatst bij de betreffende bedrijfsonderdelen waar zij feitelijk in de praktijk ondersteunend werk leveren. In de jaarprognose van de WOZL Ondersteuning (‘Beheer’) zijn de verwachte transitievergoedingen opgenomen voor € 400. Dit is de belangrijkste oorzaak van het lagere verwachte nettoresultaat.
5.5.2 WOZL Detacheringen Detacheringen bestaat uit de voormalige groepsdetacheringen van Beschut OZL B.V., het voormalige gemeentelijke Groen, Business Post, het Rd4 Textiel sorteercentrum en individuele detacheringen. Alle gemeentelijke groen-opdrachten zijn overgedragen aan de gemeenten. In de structuur is het bedrijfsonderdeel Detacheringen onderverdeeld in de onderdelen Groepsdetachering en Individuele Detachering. Beiden worden hierna toegelicht.
39
Groepsdetachering x € 1.000,Resultaat rapportageperiode Omzet Inkoop/Uitbesteed Bruto Marge Personele kosten Bedrijfskosten Subsidie
Netto resultaat
begroting t/m sept
realisatie t/m sept
verschil
begroting jaar
prognose jaar
verschil
4.613
4.074
-539
6.151
5.556
86
88
-2
115
115
0
4.527
3.986
-541
6.036
5.441
-595
23.862
22.834
1.028
31.490
30.286
1.204
1.043
1.036
7
1.390
1.396
-6
-19.579
-19.027
-552
-25.814
-25.233
-581
5.326
4.844
482
7.066
6.449
617
-799
-858
-60
-1.030
-595
-1.008
22
Conform de beoogde structuur is Marketing & Sales in 2015 ondergebracht binnen bedrijfsonderdeel Detacheringen en functioneert vanuit dit bedrijfsonderdeel tevens voor Beschut Werk. Tot en met het derde kwartaal blijft de omzet € 539 achter ten opzichte van de begroting. Dit wordt veroorzaakt door het achterblijven van de omzet binnen de werkbedrijven en buurtbeheer. Deze lagere omzet wordt echter vrijwel geheel gecompenseerd door lagere kosten; de omzet werkbedrijven wordt immers berekend op basis van integrale kostprijs. De personele kosten liggen € 1.028 lager dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt door lagere Sw-bezetting ten opzichte van de begroting. Deze lagere bezetting leidt ook tot een lagere subsidie Wsw en tot lagere personele kosten voor de Wsw. In het kader van In- Door- en Uitstroom is de begrotingsdoelstelling 2015 om duurzaam werk middels detachering voor circa 56 fte te creëren. De verwachting is echter dat dit niet gerealiseerd wordt. De voor het 4e kwartaal verwachte omzet zal weliswaar lager uitvallen dan begroot, maar dit zal naar verwachting volledig worden opgevangen door lagere kosten. Als gevolg daarvan is de verwachting dat het netto resultaat € 22 beter zal zijn dan begroot. Individuele Detachering x € 1.000,Resultaat rapportageperiode Omzet
begroting t/m sept
realisatie t/m sept
verschil
begroting jaar
prognose jaar
verschil
12.062
12.572
509
16.130
16.730
54
56
-2
72
83
-11
Bruto Marge
12.008
12.515
507
16.058
16.647
589
Personele kosten
38.043
38.737
-694
50.450
51.427
-977
1.756
1.726
30
2.343
2.372
-29
-28.731
-29.119
388
-37.952
-38.607
655
11.068
11.344
-276
14.841
15.192
-351
1.171
231
1.216
1.455
239
Inkoop/Uitbesteed
Bedrijfskosten Subsidie
Netto resultaat
941
600
40
Bij Individuele Detachering wordt de hogere omzet met name veroorzaakt door een hogere bezetting en gemiddeld 9,8 gedeclareerde uren méér per medewerker dan begroot. Als gevolg van de hogere bezetting zijn echter ook de personele kosten voor de Wsw € 694 en de Rijkssubsidie € 388 hoger dan begroot. De verwachting is dat als gevolg van de gemiddeld hogere bezetting en de tariefverbeteringen van met name de voormalige ASB-groep de omzet € 600 hoger zal uitvallen. Het netto resultaat zal naar verwachting hierdoor € 239 beter zijn dan begroot.
5.5.3 WOZL Beschut Werk x € 1.000,Resultaat rapportageperiode
begroting t/m sept
realisatie t/m sept
verschil
begroting jaar
prognose jaar
verschil
Omzet
3.768
4.361
593
4.947
5.602
655
Inkoop/Uitbesteed
1.519
1.683
-164
2.007
2.489
-482
Bruto Marge
2.249
2.678
429
2.940
3.113
173
21.879
23.413
-1.534
28.909
30.724
-1.815
3.783
3.673
110
5.039
4.736
303
-17.767
-18.498
731
-23.308
-24.676
1.368
7.895
8.588
-693
10.640
10.784
-144
Personele kosten Bedrijfskosten Subsidie
Netto resultaat
-5.646
-5.910
-264
-7.700
-7.671
29
Net als voorgaand jaar zorgen de orders voor bedradingen voor een stabiel aanbod van werk. Met overige werksoorten blijft het lastig om voldoende renderend werk te contracteren. De gerealiseerde bruto marge is € 429 hoger dan begroot. De hogere omzet is met name gerealiseerd met Bedradingen (EURO 6 Daf). Dit wordt veroorzaakt door structureel hogere productieaantallen van trucks bij Daf. De hogere bruto marge is tot stand gekomen doordat Beschut in staat is geweest om met zeer beperkte uitbreiding in personeel te voldoen aan de hogere vraag van Daf. De bedrijfskosten van bedrijfsvoering inclusief incidentele posten zijn € 110 lager dan begroot. Dit is onder andere veroorzaakt door lagere kosten voor afschrijvingen, energie, huisvesting en lagere algemene, magazijn- en expeditiekosten. Door de hogere Sw-bezetting zijn de personele kosten en de Rijkssubsidie hoger dan begroot, wat leidt tot een hoger dan begroot negatief subsidieresultaat (€ 0,8 miljoen). Het netto gerealiseerde resultaat is € 264 lager uitgekomen dan begroot. De verwachting is dat het voor Beschut een behoorlijke uitdaging wordt om dit tekort in het komende kwartaal in te lopen, maar het wordt zeker op voorhand niet onmogelijk geacht. Een en ander is sterk afhankelijk van de relatie die gelegd kan worden met nieuwe marktpartijen, welke
41
tot nieuwe business en omzet leidt en de mogelijkheden om bestaande klantenpakketten uit te breiden. Op basis hiervan wordt in het vierde kwartaal een verbetering in het netto resultaat nagestreefd.
42
6. Bijlagen 6.1 Het risicobeheersingsmodel Het risicobeheersingsmodel per risicogebied Hierna volgen de risico’s per risicogebied met waar van toepassing een toelichting per genoemd risico daaronder. De vermelde bedragen zijn in € x 1.000. Risicogebied
Risico's
Gevolgen Risico's
Risico frequentie
Mininum Maximum Gewogen risico in € risico in € risico in € € x 1.000
Participatiewet, taakstelling en financiering Wsw-programma 1A Taakstelling en Verschil tussen taakstelling Afnemende inkomensstroom subsidies financieringsvraag (SEO vs WOZL en SEO betekent WOZL 2015 – 2018) minder subsidiedekking gemeenten 1B Subsidiefinanciering buitengemeenten
1C Doorontwikkeling afbouw beschut agv keuzes gemeenten
Het niet kunnen doorberekenen van de dalende Rijkssubsidie (t.b.v. begeleidingskosten) ingevolge centrale regelgeving Afname verdiencapaciteit bij outsourcing van indiv.deta.
Minder dekking benodigde begeleidingskosten en overige bedrijfsvoeringskosten taken tbv buitengemeenten (in 2015 gemitigeerd middels centrale afspraak) Frictiekosten, voor achterblijvende Beschutte onderdeel afnemende 'verdiencapaciteit, minder dekking tekorten van minder renderend Beschut werk
Structureel
€0
€ x 1.000
€ x 1.000
€0
€0
Eenmalig
€0
Structureel
€0
Ad 1A) Op basis van de SEO mei circulaire 2015 en de statistische gegevens voorhanden binnen WOZL, blijkt dat de eerdere kwantificering (risicoschatting) feitelijk niet meer van toepassing blijkt. Per saldo is er zowel voor dit begrotingsjaar als voor de komende jaren 2016 – 2018 vooralsnog geen sprake van een materieel risico, anders dan dat bekend is dat er een structurele afbouw in de verstrekking van Rijkssubsidie is voorzien die gelabeld is voor de ‘oude’ Wsw-doelgroep. In de begroting is hierin dan ook voorzien. Enerzijds is dit het gevolg van een ophoging van de SEO-cijfers en anderzijds een bijstelling van de te verwachten uitstroom van Wsw-medewerkers bij WOZL. Ad 1B) Voor het begrotingsjaar 2015 is dit risico niet actueel als gevolg van centrale afspraken. Ad 1C) Voor het begrotingsjaar 2015 is dit risico nog niet actueel. Met de 1ste begrotingswijziging 2016 en meerjarige doorrekening 2017 – 2019 wordt hier verdere uitwerking aan gegeven. Daarop vooruitlopend zal er sprake zijn van frictiekosten met betrekking tot de vervreemding of indien dat niet mogelijk blijkt de afbouw van activiteiten voor draadbomen,
43
Risicogebied
Risico's
Gevolgen Risico's
Risico frequentie
Mininum Maximum Gewogen risico in € risico in € risico in €
Algemene en economische risico’s (bedrijfsvoering) 2A Economische- en omgevingsfactoren
Terugstroom geplaatste Wsw-medewerkers vanuit detachering
Toename leegloop bij Beschut; lagere verdiencapaciteit
Structureel
2B Risico’s afzetmarkt
Onvoldoende stijging Oplopende tekortfinanciering (minder tarieven groepsdetachering 'verdiencapaciteit')
Structureel; toenemend
€ 57
€ 171
€ 57
Druk op tarieven indiv.deta. Verslechterde contracten; oplopende tekortfinanciering (minder 'verdiencapaciteit')
Structureel
€ 172
€ 516
€ 241
Geen aansluiting werk op doelgroep (werkgevers arrangementen)
Onvoldoende uitstroom; Onvoldoende rendement M&S
Structureel
€0
Geen of onvoldoende samenwerking met het WerkgeversServicePunt
Geen outsourcing Deta
Eenmalig
€0
Eenmalig
€0
2C Geen passend werk en verbinding met de markt
Geen succesvolle realisatie Geen meerwaarde WOZL, uitvoering Groen Licht kwaliteitsverlies processing; leegloop restkwaliteit
Ad 2A) Voor het begrotingsjaar 2015 is dit risico op dit moment niet substantieel en niet te kwantificeren. Ad 2B) Voor het begrotingsjaar 2015 is dit risico nog beperkt. De hier vermelde bedragen zijn gebaseerd op een eerste ruwe inschatting. Met ingang van begrotingsjaar 2016 neemt dit risico toe, met name door relatief grote groepsdetacheringen voor schoonmaak en in het gemeentelijk groen waarvoor op langere termijn ‘vaste’ prijsafspraken zijn gemaakt. Deze effecten zullen met de 1ste begrotingswijziging 2016 in beeld zijn gebracht en hierin verwerkt worden. Er is dus als gevolg hiervan sprake van een relatief beperkt beïnvloedbaar risico, terwijl er relatief grote aantallen medewerkers gedetacheerd zijn bij Balanz en de gemeentelijke werkbedrijven. Deze tarieven zijn in verhouding laag en niet onderhandelbaar. Met de gemeenten is voor de komende jaren uitgegaan van het prijspeil 2014 en met Balanz is sprake van een relatief groot bedrijf waarmee de uitvoeringsorganisatie in een relatief grote afhankelijkheidspositie verkeert. Ad 2C) Er is een noodzaak tot een stevige verbinding met de markt. Er wordt in voorzien dat de uitvoerings-bv’s (de OZL bv’s) werkgeversarrangementen ontwikkelen, waarbij werkzaamheden bij opdrachtgevers passend gemaakt worden voor onze doelgroep. Met de subsidieaanvraag voor de Kerstens-gelden is intensief gesproken met diverse partijen om tot een zoveel als mogelijk gezamenlijke aanpak en marktbenadering te komen. Belangrijk hierbij is de inzet van het Werkgeverservicepunt (WSP) Parkstad, waarbij nadrukkelijk de verbinding met de regionale uitvoeringsorganisaties wordt gelegd. Daarmee wordt expertise vanuit de bestaande infrastructuur ingebracht en kan ongewenste onderlinge concurrentie tussen de diverse regionale uitvoeringsorganisaties beperkt worden.
44
Risicogebied
Risico's
Gevolgen Risico's
Risico frequentie
Mininum Maximum Gewogen risico in € risico in € risico in €
Uitvoering Wsw-taken in verbonden partijen (bedrijfsvoering) 3A Personeel Wsw Hoger dan gewenst verlaging plaatsingscapaciteit, ziekteverzuim verlaging verdiencapaciteit
Structureel
€ 88
€ 175
€ 53
Afname beschikbare WSW professionals
Vervanging WSW pro's door cao medewerkers: toename loonkosten
Structureel; toenemend
€ 50
€ 100
€ 38
Afname arbeidscapaciteit (o.a. door vergrijzing), toename begeleidingsintensiteit
Vermindering (duurzame) Structureel; plaatsingsmogelijkheden, verlaging toenemend verdiencapaciteit; toename schadelast door intensievere begeleiding
Stagnatie duurzame plaatsing bij 'reguliere' werkgever (i.c. beoogde uitstroom c.q. beweging naar buiten) Uitspraak rechtbank inzake opvolgend werkgeverschap Licom
Frictie in brede zin, Structureel verdiencapaciteiten doelgroep worden niet optimaal benut.
3B Personeel CAO
3C ICT
Hogere juridische - en personele kosten
€0
Onvoldoende beheersing IT Minder volledige /effectieve informatie- Structureel; environment voorziening; geen inzicht in potentiele toenemend risico's; wordt niet voldaan aan externe IT-audit voorwaarden
€0
Onvoldoende aangepast pakket aan benodigde IT ondersteuning
Structureel
€0
Structureel
€0
Eenmalig
€0
Trage afhandeling issues; geen eenduidige IT support structuur
Geen effectieve rapportage Ontevredenheid bij gemeenten; mogelijkheden onvoldoende stuurmogelijkheden en onvoldoende transparantie over effectiviteit WOZL 3D Vervreemdingen & doorontwik-keling in groepsdetacheringen
Eenmalig
Geen realisatie vervreemding risicovolle activiteiten Beschut
Niet voldoen aan opgedragen doelstellingen; anders dan begrote kosten/opbrengsten. Frictiekosten omdat risicovolle activiteiten geen eigen activiteiten behoren te zijn. Acute druk op herplaatsing van mensen.
Ad 3A) Het ziekteverzuim in de regio ligt circa 2% hoger dan het landelijk gemiddelde. De hier vermelde bedragen zijn gebaseerd op een eerste ruwe inschatting. Externe, regiogebonden factoren beperken de beïnvloedbaarheid. Met het nieuw in te voeren IDU-proces wordt geacht in de loop van 2016 een betere grip op ziekteverzuim en begeleiding van zieke medewerkers te realiseren. Ad 3B) Op 3 juni heeft de rechter uitspraak gedaan in de door een aantal cao-ers aangespannen procedure inzake het niet verlengen van tijdelijke contracten in 2013. De rechter stelt met de uitspraak dat er sprake is van opvolgend werkgeverschap bij de indiensttreding van de betreffende medewerkers bij de WOZL-bv’s. De GR WOZL is juridisch verplicht (‘bij voorraad’) om hangende de besluitvorming rondom het hoger beroep uitvoering te geven aan de uitspraak. Derhalve zijn betreffende medewerkers formeel weer in dienst genomen en is salaris met terugwerkende kracht uitbetaald. Naar de meest recente stand van zaken kan nu aangegeven worden dat met de betrokkenen tot overeenstemming is gekomen en uitvoering gegeven zal worden aan individueel overeengekomen regelingen. De financiële gevolgen hiervan zijn in de voorliggende kwartaalrapportage verwerkt. Tevens is als gevolg hiervan een 2e begrotingswijziging 2015 door het Bestuur opgesteld en in oktober aan gemeenten verstuurd. Ad 3C) De hier vermelde risico’s worden grotendeels als onderdeel van het programma Kerstens i.c. ‘Groen Licht’ gemitigeerd. Informatisering en rapportage van stuurinformatie en aanpassing van ondersteunende processen en ICT hebben hierbij bijzondere aandacht.
45
Ad 3D) Voor het begrotingsjaar 2015 is dit risico nog niet actueel. Momenteel wordt onderzocht in hoeverre een complexe activiteit van OZL Beschut bv elders ondergebracht kan worden. De effecten van deze voorgenomen vervreemding worden in het kader van de 1 ste begrotingswijziging 2016 met meerjarige doorrekening 2017 – 2019 in beeld gebracht.
Risicogebied
Risico's
Gevolgen Risico's
Risico frequentie
Mininum Maximum Gewogen risico in € risico in € risico in €
Uitvoering Wsw-taken in verbonden partijen (bedrijfsvoering) Arbeidsvoorwaardelijke en juridische risico’s 4A CAO Wsw Niet begrote loonsverhoging op basis van nieuwe cao afspraken
Structureel extra loonkosten WSW'ers (range circa 1% - 4%)
Eenmalig
4B Kwaliteit inzet staf & lijnfuncties met Cao Wsw
Onvoldoende kennis, kwaliteit & bezetting binnen de organisatie
Stagnatie in ontwikkeling organisatie; frictie tussen benodigde en geleverde individuele prestaties, terugstroom WSW'ers en meerkosten Cao'ers
Structureel; toenemend
4C Pensioen
Te lage dekkingsgraad pensioenfonds PWRI
Toename bijdrage werkgevers in pensioenpremie
Structureel
4D Transitievergoeding
Aanspraak op financiële vergoeding bij ontslag na een dienstverband van 24 maanden of meer, op initiatief werkgever Frictiekosten en overige eenmalige kosten
Een langdurig bestaande, potentiele schuldpositie, welke zich op individueel niveau - tijdsgerelateerd opbouwt gedurende een veeljarig dienstverband. Oplopende tekortfinanciering
Structureel; toenemend
4E Afbouw uitvoeringsorganisatie
€ 1.000
€ 4.000
€ 625
€0
€ 200
€ 80
€0
Eenmalig
€0
Ad 4A) Met de laatste cao-onderhandelingen heeft de VNG aangegeven geen ruimte te zien voor loonontwikkeling. Bonden hebben acties gevoerd, maar tot op heden nog zonder resultaat. Ad 4B) Voor het begrotingsjaar 2015 is dit risico nog niet actueel. Ad 4C) Het PWRI geeft aan dat dekkingsgraad van het pensioenfonds Wsw niet structureel dekkend is, gegeven de vereiste dekkingsgraad van 104,1 procent. Hoewel de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) voornemens is hiervoor extra gelden beschikbaar te stellen, bestaat de kans dat de premies werkgever de komende jaren gaan stijgen. Op dit moment is voor het begrotingsjaar 2015 geen verwachting dat dit tot extra kosten leidt. Ad 4D) De transitievergoeding zoals dit voorjaar opgenomen in het risicomodel en per 1 juli door de wetgever ingevoerd, leidt tot een potentiële groei van de vergoedingsverplichting gerelateerd aan de duur van de huidige arbeidscontracten. Voor 2015 is dit risico voorzien op € 0,4 miljoen, zoals ook in de aan gemeenten voorgelegde 2e begrotingswijziging 2015 is aangegeven. Ad 4E) Voor het begrotingsjaar 2015 is dit risico nog niet actueel als gevolg van de relatie tussen de doorlooptijd van beleidswijzigingen en de realisatie ervan in de uitvoering. Met de begroting van 2016 wordt voorzien dat er mogelijk sprake kan zijn van frictiekosten in lijn met de opdracht om complexe bedrijfsactiviteiten waar mogelijk verder te vervreemden en het klaarmaken van de organisatie voor de overgang van detacheringen naar het WSP. Onderzocht zal worden waar mogelijkheden zijn om de infrastructuur mee te laten ademen met de lagere Wswbezetting en waar de toegevoegde waarde verhoogd kan worden, zodat de tekortfinanciering voor de uitvoerings-bv’s zoveel als mogelijk beperkt kan worden.
46
6.2 Standaard tabellen – verslagperiode
(cf 1ste begrotingswijziging)
Bijlage I a
Bijdrage sociaal statuut 2015
(bedragen x € 1,-)
aandeel *
begroting 1ste wijziging
realisatie
verschil
11,83%
13.309
11.032
2.277
3,68%
4.136
3.428
708
Heerlen
28,10%
31.610
26.201
5.409
Kerkrade
24,35%
27.393
22.705
4.687
Landgraaf
15,50%
17.435
14.451
2.983
Nuth
3,49%
3.923
3.252
671
Onderbanken
2,90%
3.268
2.709
559
Simpelveld
3,52%
3.956
3.279
677
Vaals
2,07%
2.329
1.930
399
Valkenburg
2,28%
2.562
2.124
438
Voerendaal
2,29%
2.579
2.138
441
100,00%
112.500
93.250
19.250
Deelnemende gemeente Brunssum Gulpen-Wittem
Totaal
* verdeling o.b.v. % bruto loonsom Licom 1999
Bijlage I b Bijdrage resultaat bedrijfsvoering 2015
Deelnemende gemeente Brunssum Gulpen-Wittem
(bedragen x € 1,-)
taakstelling taakstelling begroting 1ste in aj * in % wijziging 470,38
11,78%
26.569
realisatie
verschil
13.524
-13.046
113,72
2,85%
6.423
3.269
-3.154
1.337,46
33,50%
75.546
38.452
-37.094
Kerkrade
959,10
24,02%
54.174
27.574
-26.600
Landgraaf
525,18
13,16%
29.665
15.099
-14.566
122,13
3,06%
6.898
3.511
-3.387
Heerlen
Nuth Onderbanken Simpelveld Vaals Valkenburg Voerendaal
Totaal
90,15
2,26%
5.092
2.592
-2.500
120,82
3,03%
6.824
3.474
-3.351
73,81
1,85%
4.169
2.122
-2.047
102,49
2,57%
5.789
2.947
-2.842
76,87
1,93%
4.342
2.210
-2.132
3.992,11
100,00%
225.493
114.774
-110.718
* conform initiële afspraken is taakstelling 2014 (voor overdracht) vast vertrekpunt voor verdeling
47
Bijlage I c Bijdrage resultaat subsidiedifferentiatie 2015
Deelnemende gemeente
(bedragen x € 1,-)
taakstelling taakstelling begroting 1ste in aj * in % wijziging
Brunssum
11,78%
470,38
Gulpen-Wittem
realisatie
-53.355
verschil
-83.493
-30.139
113,72
2,85%
-12.899
-20.186
-7.286
1.337,46
33,50%
-151.707
-237.402
-85.695
Kerkrade
959,10
24,02%
-108.790
-170.242
-61.453
Landgraaf
525,18
13,16%
-59.571
-93.221
-33.650
122,13
3,06%
-13.853
-21.678
-7.825
Heerlen
Nuth Onderbanken Simpelveld
90,15
2,26%
-10.226
-16.002
-5.776
120,82
3,03%
-13.704
-21.446
-7.741
Vaals
73,81
1,85%
-8.372
-13.101
-4.729
102,49
2,57%
-11.625
-18.192
-6.567
76,87
1,93%
-8.719
-13.645
-4.925
3.992,11
100,00%
-452.821
-708.608
-255.788
Valkenburg Voerendaal
Totaal
* conform initiële afspraken is taakstelling 2014 (voor overdracht) vast vertrekpunt voor verdeling
Bijlage II a Bijdrage resultaat WOZL bv's 2015 inclusief Bonus Malus
(bedragen x € 1,-)
bezetting WOZL bv's*
bezetting in % o.b.v 1ste wijziging
% bijdrage inclusief bonus malus
begroting 1ste wijziging
realisatie
verschil
435,68
12,46%
16,66%
726.310
929.430
203.120
95,81
2,74%
1,27%
159.723
71.092
-88.631
1.127,48
32,24%
28,21%
1.879.579
1.573.637
-305.942
Kerkrade
879,41
25,15%
26,86%
1.466.033
1.498.706
32.674
Landgraaf
468,44
13,39%
12,86%
780.924
717.221
-63.703
Nuth
92,60
2,65%
4,05%
154.364
225.838
71.475
Onderbanken
87,24
2,49%
3,17%
145.434
177.008
31.574
108,55
3,10%
3,01%
180.960
167.815
-13.145
Vaals
69,56
1,99%
1,74%
115.965
96.922
-19.043
Valkenburg
68,42
1,96%
0,30%
114.059
16.551
-97.508
Voerendaal
63,98
1,83%
1,88%
106.650
104.776
-1.874
3.497,18
100,00%
100,00%
5.830.000
5.578.997
-251.003
Deelnemende gemeente Brunssum Gulpen-Wittem Heerlen
Simpelveld
Totaal
* conform de bezetting in Arbeidsjaren WOZL bv's per 31 december 2013, bij de berekening van het percentage is nog geen rekening gehouden met de bonus/malus systematiek. Met de jaarrekening 2015 wordt dit overzicht op basis van de gerealiseerde bonus/malus per gemeente definitief vastgesteld.
48
Bijlage IIb Opvolgend Werkgeversschap
(bedragen x € 1,-)
bezetting WOZL bv's*
bezetting in % o.b.v 1ste wijziging
begroting 1ste wijziging
realisatie
verschil
435,68
12,46%
0
441.891
441.891
95,81
2,74%
0
97.176
97.176
1.127,48
32,24%
0
1.143.545
1.143.545
Kerkrade
879,41
25,15%
0
891.941
891.941
Landgraaf
468,44
13,39%
0
475.118
475.118
Nuth
92,60
2,65%
0
93.916
93.916
Onderbanken
87,24
2,49%
0
88.483
88.483
108,55
3,10%
0
110.097
110.097
Deelnemende gemeente Brunssum Gulpen-Wittem Heerlen
Simpelveld Vaals
69,56
1,99%
0
70.553
70.553
Valkenburg
68,42
1,96%
0
69.394
69.394
Voerendaal
63,98
1,83%
0
64.887
64.887
3.497,18
100,00%
3.547.000
3.547.000
Totaal
* conform de bezetting in Arbeidsjaren WOZL bv's per 31 december 2013, bij de berekening van het percentage is geen rekening gehouden met de bonus/malus systematiek.
Bijlage IIc Bijdrage resultaat "transformatiekosten"
Deelnemende gemeente Brunssum Gulpen-Wittem Heerlen
(bedragen x € 1,-)
bezetting WOZL bv's*
bezetting in % o.b.v 1ste wijziging
begroting 1ste wijziging
realisatie*
verschil
435,68
12,46%
0
74.210
74.210
95,81
2,74%
0
16.319
16.319
1.127,48
32,24%
0
192.044
192.044
Kerkrade
879,41
25,15%
0
149.790
149.790
Landgraaf
468,44
13,39%
0
79.790
79.790
92,60
2,65%
0
15.772
15.772
Nuth Onderbanken
87,24
2,49%
0
14.860
14.860
108,55
3,10%
0
18.489
18.489
Vaals
69,56
1,99%
0
11.849
11.849
Valkenburg
68,42
1,96%
0
11.654
11.654
Voerendaal
63,98
1,83%
0
10.897
10.897
3.497,18
100,00%
595.673
595.673
Simpelveld
Totaal
* Dit betreft de kosten transitie -/- onttrekking uit de reserve van (€ 776 -/- € 181) = € 596
49
Bijlage III Deze bijlage wordt opgenomen met de jaarrekening 2015. Deze bijlage betreft de verdeling van de Rijkssubsidie, zoals de deelnemende gemeenten deze hebben vastgesteld met de tweede begrotingswijziging 2015. Deze Rijkssubsidie is met ingang van het jaar 2015 feitelijk onderdeel van het Participatiebudget, dat gelabeld is voor de Wsw door de gemeenten.
Bijlage IV Subsidiedifferentiatie (bedragen x € 1,-) Realisatie Omschrijving
aj
Realisatie verg. uitv, per aj/fte *
Realisatie subsidielasten
Realisatie
Realisatie
uitv. kosten WOZL
totaal kosten
Realisatie
Realisatie
rijksbijdrage € 25.503
resultaat
Regulier
Verbonden partijen (WOZL BV's) Werksaam Relim Werkmeester
3.658,87 1,21 0 6,49
totaal Regulier
Begeleid werken Beschut werken Relim Werkmeester categorie € 31.372 Werkmeester categorie € 28.000 totaal Beschut Werken
Buitenregionale uitvoeringsorganisaties
25.258 25.258 25.258 25.058
69.311.711 22.943 0 122.045
0 0 0 0
69.311.711 22.943 0 122.045
69.984.028 23.165 0 124.212
672.316 223 0 2.167
3.666,57
69.456.699
0
69.456.699
70.131.405
674.706
167,70
2.492.327
155.673
2.648.000
3.207.655
559.655
131,66 66,78 3,83 202,26
31.372 31.372 28.000
2.726.654 1.505.597 72.204 4.304.455
17.419 9.598 574 27.591
2.744.073 1.515.195 72.778 4.332.046
2.518.259 1.277.237 73.208 3.868.705
-225.814 -237.958 431 -463.341
68,24
25.503
1.305.159
56.498
1.361.657
1.305.159
-56.498
5.917
0
-5.917
77.804.318
78.512.923
708.606
Afrekening arbeidsjaren voorgaande jaren
Totaal Arbeidsjaren (AJ)
4.104,77
77.558.639
239.762
50
Bijlage V Transitiekosten bedragen x € 1.000,-
Transitiekosten
1. Herallocatie beschut binnen 2. Vervreemding 3. KAM / ARBO
Begroting
Realisatie Reeds Nog te Totaal (incl. aangegane verwachte verplichting Transitoria verplichtingkosten & ultimo en (afronding verwachting 2014) (doorlopend H4 acties ultimo 2014 in 2015) en / of offertes)
Totaal prognose ultomo boekjaar 2014
Realisatie 2015
275
37
0
0
0
37
50
94
9
0
9
103
Nog te verwachten kosten 2015
Totaal realisatie 2014 + 2015
Saldo (prognose ultimo 2014 -/realisatie 2014 + 2015)
37
0
9
2
105
-2
0
0
34
9
180
-1
51
102
0
72
3
25
0
0
0
0
0
300
136
8
36
43
179
5. FUWA/CAR UWO (+Wsw '15)
50
47
5
50
55
102
4
6. Kwartiermaker Groen OZL
80
55
20
0
20
75
17
200
22
5
124
129
151
24
105
151
0
8. Kwekerij
50
88
0
250
250
338
9
241
338
0
9. Governance
35
54
0
0
0
54
54
0
10. Kerngroep
15
13
0
0
0
13
0
13
0
11. 'Mensontwikkeling' 12. Werksaam
400 350
330 352
21 2
0 0
21 2
351 354
2 0
19
351 352
0 2
13. Overig
170
147
0
89
89
236
82
7
236
0
7
7
0
7
624
2.000
10
4. ICT
7. Commercie
n.b. totaal aansluiting op totaal beschikbaar gestelde oorspronkelijke H4 begroting
Subtotaal Bestemmingsres.
2.000
1.376
69
549
Uitgaven niet in Bestemmingsreserve ultimo 2014 voorzien 2. Vervreemding: voorraad technische onderdelen Groen overdracht gemeenten afgeboekt - i.c. niet overgenomen 2. Vervreemding: uitstel overgang gemeentelijk groen deta + mutatie clausule contract m.b.t. ziekteverzuim 2. Vervreemding: overgang beschut Groen uitgesteld (loopt parallel met gemeentelijk groen) 8. Kwekerij: 'extra' juridische advieskosten (impasse huurcontract Europaweg doorbreken) 10. Kerngroep: inhuur secretariële ondersteuning ambtelijke beleidscommissies GR Wozl 12. Werksaam: loonkosten eerste kwartaal door beeïndiging per 1 april 2015 gerealiseerd (i.p.v. ultimo 2014) 13. Overig: 'pilot' WSP verbinding markt en Wsw- doelgroep - inhuur accountmanagement (geen Groen Licht) 13: Overig: juridische kosten in het kader van vonnis 'opvolgend werkgeverschap' en 'faillissement Licom'
181
434
1.990
39
1
90 13 9 11 26 74
21
10 33
40 333 111 13 12 11 35 107
596
68
663
Totaal transitiekosten H4
776
501
2.653
Subtotaal meerkosten dan oorspronkelijk begroot incl. uitgestelde operationele overgang Groen Subtotaal meerkosten dan oorspronkelijk begroot excl. uitgestelde operationele overgang Groen
596 172
333
3
653 208
51
6.3 Financieel baten & lasten Q3
(versus concept 2e begrotingswijziging)
Overzicht Baten en Lasten derde kwartaal 2015 t/m september 2015
Rubriek
2e bijgestelde begroting
Bedrijfsvoering
(bedragen x € 1.000,-)
realisatie
2015 2e bijgestelde begroting
verschil
prognose jaar
verschil
par. 6.3.2
baten lasten
416 735
429 544
14 -191
570 883
570 806
0 -77
-320
-115
205
-313
-236
77
77.243 76.775
78.513 77.804
1.269 1.029
102.991 102.606
102.991 102.606
0 0
468
709
240
385
385
0
baten
1.306
1.420
115
1.741
2.193
452
lasten
1.306
1.420
115
1.741
2.193
452
0
0
0
0
0
0
113 113
93 93
-19 -19
150 150
150 150
0 0
0
0
0
0
0
0
0 5.830
0 5.579
0 -251
0 7.830
0 7.830
0 0
-5.830
-5.579
251
-7.830
-7.830
0
Uitvoering Wsw
par. 6.3.3
baten lasten
Uitvoering WIW/ID
Uitvoering Overig
par. 6.3.4
par. 6.3.5
baten lasten
Verbonden Partijen (bv)par. 6.3.6 baten lasten
Opv. werkgeversschap par. 6.3.7 baten
0
0
0
0
0
0
lasten
3.547
3.547
0
5.609
5.609
0
-3.547
-3.547
0
-5.609
-5.609
0
0 0
309 309
309 309
0 0
580 580
580 580
0
0
0
0
0
0
85.215 85.215
86.828 86.847
1.613 1.632
114.567 114.576
114.975 114.994
408 418
0
-19
-19
-9
-19
-10
0 958
0 776
0 -181
0 1.277
0 1.277
0 0
-958
-776
181
-1.277
-1.277
0
baten
0
0
0
587
587
0
lasten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
587
587
0
-10.186
-9.328
858
-14.065
-13.998
68
320 -468
115 -709
-205 -240
313 -385
236 -385
-77 0
5.830 3.547
5.579 3.547
-251 0
7.830 5.609
7.830 5.609
0 0
490
596
106
653
653
0
0 0
0 590
0 590
-587 0
-587 0
0 0
9.718
9.718
0
13.432
13.355
-77
0
0
-633
-643
-9
Kosten Groen Licht
par. 6.3.8
baten lasten
Personeelskosten Wsw par. 6.3.9 baten lasten
Transitie
par. 6.3.10
baten lasten
Bonus Begeleid Werken par. 6.3.11
Resultaat voor financiering en algemene dekkingsmiddelen Financiering en alg. dekkingsmiddelen Bedrijfsvoering Uitvoering W sw
par. 6.3.12
Tekort bv's 2014 Kosten opvolgend w erkgeversschap Transitie Bonus Begeleid W erken Correctie gelijk begrote tekortfinanciering
Onvoorzien
Resultaat voor bestemming
0 -468
390
858
Mutaties in reserves onttrekking reserve ASB onttrekking reserve H4 transitie
Resultaat na bestemming
0
9
9
9
9
0
468
181
-287
624
624
0
0
580
580
0
-9
-9
52
6.3.1 Algemeen In de paragrafen hierna volgt een toelichting op het hiervoor gepresenteerde ‘Overzicht Baten en Lasten derde kwartaal 2015’. De cijfers in deze bijlage worden toegelicht in relatie tot de 2de begrotingswijziging 2015, zoals deze ter zienswijze van de deelnemende gemeenten door het Dagelijks Bestuur op 22 oktober 2015 aan de gemeenten is aangeboden. Aangezien de 2e begrotingswijziging formeel nog voor vaststelling aan het Algemeen Bestuur voorgelegd dient te worden, is de formele Q3 rapportage met het overzicht baten & lasten in hoofdstuk 3 vergeleken met de 1 ste begrotingswijziging. Het voordelig resultaat na bestemming (€ 580), wordt grotendeels veroorzaakt door een voordelig resultaat in de bedrijfsvoering (€ 205), de ‘uitvoering Wsw’ (€ 240), een gunstiger tekort in de verbonden partijen (+ € 251) en een nadelig resultaat in de transitiekosten (€ 106). Daarnaast is er nog een relatief klein negatief verschil met betrekking tot de onttrekking van de reserve ASB in relatie tot de daarbij behorende Personeelskosten Wsw waar de betreffende kosten van deze groep zijn ondergebracht (€ 10). Tenzij anders vermeld, zijn alle bedragen verderop in deze rapportage weergegeven in duizendtallen.
6.3.2 Bedrijfsvoering Deze rubriek omvat de kosten van bedrijfsvoering voor de GR WOZL benodigd voor de sturing op de uitvoering van de Wsw- taken als belegd bij de diverse uitvoeringsorganisaties. Hierin begrepen zijn de kosten van formatie betreffende de GR. Tevens zijn hier de diverse algemene kosten opgenomen met betrekking tot onder meer de accountantskosten, huisvesting, kantoorkosten et cetera. Hoewel er per rubriek kleine verschillen zijn komen de totale kosten bedrijfsvoering naar verwachting lager uit dan de begroting.
6.3.3 Uitvoering Wsw Hierbij worden onder de baten de rijkssubsidies verantwoord die de GR WOZL ontvangt van de deelnemende en niet-deelnemende gemeenten. Bij de deelnemende gemeenten gaat het daarbij om de rijkssubsidie op basis van de taakstelling 2015. Voor de niet-deelnemende gemeenten gaat het om de rijkssubsidie voor de Wsw-medewerkers van die gemeenten die via de GR WOZL tewerk zijn gesteld. De realisatie van de Arbeidsjaren (AJ) is in het derde kwartaal met circa 66 AJ hoger uitgekomen. Bij de lasten worden de subsidies verantwoord die de GR WOZL verstrekt aan de diverse uitvoeringsorganisaties. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de verbonden partijen (WOZL bv’s), Begeleid werken (o.a. Transfer Werkt) en Beschut werken, niet zijnde de Beschutte omgeving bin-
53
nen de verbonden partijen (Relim, Werkmeester). Daarnaast is er nog een kleine groep Wswmedewerkers die is tewerkgesteld bij buiten regionale uitvoeringsorganisaties (Vixia, MTB). Het verschil tussen realisatie en begroting tot en met deze rapportageperiode wordt grotendeels veroorzaakt door de hogere bezetting in AJ dan begroot is. Dit levert totaal € 1,269 miljoen hogere baten en een totaal van € 1,029 miljoen aan meerkosten op, die grotendeels worden doorbelast aan de verbonden partijen, de OZL bv’s. Bij de verbonden partijen staan daar vervolgens subsidieopbrengsten en omzet uit dienstverlening tegenover. Dit verschil wordt met de 2e begrotingswijziging geacht ingelopen te zijn.
6.3.4 Uitvoering WIW/ID In 2015 zorgt WOZL voor de uitvoer van de WIW-regeling voor de gemeenten Heerlen en Kerkrade en van de ID-regeling voor Kerkrade. De kosten worden volledig doorbelast aan deze gemeenten. Het saldo van deze rubriek derhalve nihil voor WOZL.
6.3.5 Uitvoering overig In deze rubriek worden de kosten van het sociaal akkoord verantwoord. De kosten worden geheel in rekening gebracht bij de deelnemende gemeenten. Ultimo verslaggevingsperiode is het saldo van deze rubriek derhalve nihil voor de GR WOZL.
6.3.6 Verbonden partijen
(tekortfinanciering volledige deelnemingen)
Het exploitatietekort van de deelnemingen ofwel de verbonden partijen (WOZL bv’s) komt het derde kwartaal uit op € 251 minder tekort dan begroot. Voor een verdere toelichting op dit tekort wordt verwezen naar hoofdstuk 5 waar de verbonden partijen (WOZL bv’s) nader wordt toegelicht.
6.3.7 Opvolgend Werkgeverschap De verwachte kosten met betrekking tot de uitspraak van de rechter van 3 juni 2015 inzake opvolgend werkgeverschap zijn hierin opgenomen, waarbij de gevolgen van deze uitspraak ‘bij voorraad’ ten uitvoer zijn gebracht. Deze uitspraak geldt voor een groep van medewerkers die bij overname activiteiten uit het faillissement van een voormalige uitvoeringsorganisatie een tijdelijk contract aangeboden hadden gekregen in de OZL uitvoeringsorganisaties. Dit betrof contracten voor bepaalde tijd, welke voor de betreffende groep in oktober 2013 niet zijn verlengd. De kosten als gevolg van deze rechterlijke uitspraak voor de periode oktober 2013 tot toekomstige ontslagdatum bestaande - uit nabetaling van de achterstallige salarissen, doorbetaling reguliere salarisbetaling, vakantiegeld en eindejaarsuitkering, individuele regelingen, pensioenpremie en sociale lasten – belopen in totaal circa € 5.609. Van dit totale bedrag is tot en met het derde kwartaal reeds € 3,547 miljoen gerealiseerd. Voor zover er sprake is van nog in het nieuwe begrotings-
54
jaar uit te betalen bedragen, als gevolg van de individueel gemaakte afspraken, worden deze in de jaarrekening van het jaar 2015 voorzien.
6.3.8 Groen Licht In het derde kwartaal is de subsidieaanvraag Kerstens goedgekeurd. Daarmee is financiering van belangrijke onderdelen van ‘Groen Licht’ gerealiseerd. De totaal voor Groen Licht oorspronkelijk aangevraagde financiering bedroeg € 1.559 (en is geworden € 1.620). Gedurende de totstandkoming van de aanvraag Kerstens gelden bleek een deel (€ 847) rechtstreeks binnen de kaders van deze subsidieaanvraag te passen. De overige niet onder Kerstens vallende Groen Licht onderdelen (oorspronkelijk € 712, uiteindelijk € 773) kunnen grotendeels uit de Kerstens gelden gefinancierd worden: voor een aantal medewerkers die in de formatie van de reguliere begroting zijn opgenomen is (deels) voorzien dat zij op de Kerstens projecten ingezet en gedeclareerd worden. Hiertoe zijn in de subsidieaanvraag begrote uren met tarieven in afstemming met Cedris opgenomen. De in 2015 tot en met het derde kwartaal reeds gemaakte ‘Groen Licht’ uitgaven van in totaal € 309 betreffen vooral de out of pocket kosten inzake het integrale IDU project (€ 170), governance advieskosten (€15) het lidmaatschap Cedris (€ 25), de communicatie medewerker en arbeidsmakelaars (circa € 25) de tijdelijk ter ondersteuning toegevoegde control medewerker (circa € 60) en diverse kosten (€14). In de geprognotiseerde uitgaven voor geheel 2015 van in totaal € 580 vinden we in het vierde kwartaal vooral de doorlopende kosten van het integrale IDU project (toename circa € 211) als de medewerkers (toename circa € 60) terug. In de bijlagen is een overzicht opgenomen dat inzicht verschaft in de aansluiting tussen de originele aanvraag voor het verbeterprogramma Groen Licht in relatie tot de aangevraagde Kerstens gelden.
6.3.9 Personeelskosten Wsw De personeelskosten van de Wsw-medewerkers die zijn tewerkgesteld bij de WOZL-bv’s is voor het gehele jaar 2015 begroot op € 115 miljoen. Dit is inclusief overige personeelskosten, waaronder reiskosten Wsw. De bezetting en toerekening in de begroting van personeelskosten is 25,92 procent in het eerste kwartaal en loopt terug naar 23,93 procent in het vierde kwartaal. Het verschil tussen de begroting en verwachting bedraagt € 418. Dit wordt veroorzaakt door een hogere verwachting in de overige personeelskosten als gevolg van de te verwachten transitievergoedingen in het kader van de nieuwe wet Werk en Zekerheid. De totale personeelskosten Wsw worden maandelijks bij de WOZL-bv’s in rekening gebracht inclusief een opslag voor de uitkering vakantiegeld en eindejaar. Bij de WOZL-bv’s worden deze kosten ten laste gebracht van het resultaat en maken onderdeel uit van de in het ‘Overzicht Baten en Las-
55
ten’ gepresenteerde tekort Verbonden Partijen (zie ook hoofdstuk 5). Ultimo verslaggevingsperiode is het saldo van deze rubriek derhalve nihil voor WOZL.
6.3.10 Transitie Deze kosten hebben betrekking op de initiële kosten voor de inrichting van de op 22 oktober 2012 opgerichte bv’s. In de jaarstukken 2014 is voorgesteld om het restant budget 2014 te reserveren. Op basis van de gevormde bestemmingsreserve, groot € 624 is tot en met september € 776 uitgegeven, waarvan € 181 uit de gevormde bestemmingsreserve zal worden onttrokken. De overige € 596 betreft kosten die hiermee niet voorzien zijn. Het gaat hierbij o.a. om extra juridische kosten voor de kwekerij (€ 13), het opvolgend werkgeverschap en de afwikkeling m.b.t. het faillissement Licom (totaal € 74). Tevens zijn hierin opgenomen: -
de afboeking van de technische onderdelen i.v.m. de Groen overdracht (€ 40);
-
inhuur van secretariële ondersteuning voor de ambtelijke beleidscommissie (€ 9);
-
project Werksaam beëindigd per 01-04 i.p.v. 01-01 (€ 11);
-
de inhuur van de accountmanager inzake pilot WSP verbinding markt en Wsw- doelgroep (€ 26).
Daarnaast is er als gevolg van de vertraagde overgang Groen naar gemeenten sprake van een extra netto negatief resultaat van totaal € 423. Dit bedrag bestaat uit extra kosten en minder opbrengsten dan voorzien was in de begroting en / of bestemmingsreserve voor de transitie H4.
6.3.11 Bonus Begeleid Werken In het najaar van 2015 is door het Ministerie toegezegd dat er een bonus zal worden uitgekeerd van € 3 per in 2013 gerealiseerde begeleid werkenplek. Dit resulteert in een extra opbrengst van € 587.
6.3.12 Financiering en algemene dekkingsmiddelen De financiering voor het tekort van de verbonden partijen (WOZL bv’s) (de volledige deelnemingen) en het tekort van de GR bedrijfsvoering komt tot en met het derde kwartaal lager uit dan begroot. Voor zowel de begroting als de realisatie is rekening gehouden met het ‘seizoenspatroon’ en de relatieve terugloop van de bezetting in AJ en formatie (zie regel ‘correctie gelijk begrote tekortfinanciering’). Voor een gedetailleerd overzicht wordt hier verwezen naar de bijlage voor de subsidiedifferentiatie en de bijlagen voor bijdragen gemeenten (zie bijlage 6.4 hierna).
56
6.4 Standaard tabellen – verslagperiode
(cf 2e begrotingswijziging)
Bijlage I a
Bijdrage sociaal statuut 2015
(bedragen x € 1,-)
aandeel *
begroting 1ste wijziging
realisatie
verschil
11,83%
13.309
11.032
2.277
3,68%
4.136
3.428
708
Heerlen
28,10%
31.610
26.201
5.409
Kerkrade
24,35%
27.393
22.705
4.687
Landgraaf
15,50%
17.435
14.451
2.983
Nuth
3,49%
3.923
3.252
671
Onderbanken
2,90%
3.268
2.709
559
Simpelveld
3,52%
3.956
3.279
677
Vaals
2,07%
2.329
1.930
399
Valkenburg
2,28%
2.562
2.124
438
Voerendaal
2,29%
2.579
2.138
441
100,00%
112.500
93.250
19.250
Deelnemende gemeente Brunssum Gulpen-Wittem
Totaal
* verdeling o.b.v. % bruto loonsom Licom 1999
Bijlage I b Bijdrage resultaat bedrijfsvoering 2015
Deelnemende gemeente Brunssum Gulpen-Wittem
(bedragen x € 1,-)
taakstelling taakstelling begroting 2de in aj * in % wijziging 470,38
11,78%
37.647
realisatie
verschil
13.524
-24.123
113,72
2,85%
9.102
3.269
-5.832
1.337,46
33,50%
107.044
38.452
-68.591
Kerkrade
959,10
24,02%
76.762
27.574
-49.187
Landgraaf
525,18
13,16%
42.033
15.099
-26.934
122,13
3,06%
9.775
3.511
-6.263
Heerlen
Nuth Onderbanken Simpelveld Vaals Valkenburg Voerendaal
Totaal
90,15
2,26%
7.215
2.592
-4.623
120,82
3,03%
9.670
3.474
-6.196
73,81
1,85%
5.907
2.122
-3.785
102,49
2,57%
8.203
2.947
-5.256
76,87
1,93%
6.152
2.210
-3.942
3.992,11
100,00%
319.509
114.774
-204.735
* conform initiële afspraken is taakstelling 2014 (voor overdracht) vast vertrekpunt voor verdeling
57
Bijlage I c Bijdrage resultaat subsidiedifferentiatie 2015
Deelnemende gemeente
(bedragen x € 1,-)
taakstelling taakstelling begroting 1ste in aj * in % wijziging
Brunssum
11,78%
470,38
Gulpen-Wittem
realisatie
-55.184
verschil
-83.493
-28.310
113,72
2,85%
-13.341
-20.186
-6.844
1.337,46
33,50%
-156.907
-237.402
-80.495
Kerkrade
959,10
24,02%
-112.519
-170.242
-57.723
Landgraaf
525,18
13,16%
-61.613
-93.221
-31.608
122,13
3,06%
-14.328
-21.678
-7.350
Heerlen
Nuth Onderbanken Simpelveld
90,15
2,26%
-10.576
-16.002
-5.426
120,82
3,03%
-14.174
-21.446
-7.272
Vaals
73,81
1,85%
-8.659
-13.101
-4.442
102,49
2,57%
-12.024
-18.192
-6.168
76,87
1,93%
-9.018
-13.645
-4.626
3.992,11
100,00%
-468.344
-708.608
-240.264
Valkenburg Voerendaal
Totaal
* conform initiële afspraken is taakstelling 2014 (voor overdracht) vast vertrekpunt voor verdeling
Bijlage II a Bijdrage resultaat WOZL bv's 2015 inclusief Bonus Malus
(bedragen x € 1,-)
bezetting WOZL bv's*
bezetting in % o.b.v 2de wijziging
% bijdrage inclusief bonus malus
begroting 1ste wijziging
realisatie
verschil
435,68
12,46%
16,66%
726.310
929.430
203.120
95,81
2,74%
1,27%
159.723
71.092
-88.631
1.127,48
32,24%
28,21%
1.879.579
1.573.637
-305.942
Kerkrade
879,41
25,15%
26,86%
1.466.033
1.498.706
32.674
Landgraaf
468,44
13,39%
12,86%
780.924
717.221
-63.703
Nuth
92,60
2,65%
4,05%
154.364
225.838
71.475
Onderbanken
87,24
2,49%
3,17%
145.434
177.008
31.574
108,55
3,10%
3,01%
180.960
167.815
-13.145
Vaals
69,56
1,99%
1,74%
115.965
96.922
-19.043
Valkenburg
68,42
1,96%
0,30%
114.059
16.551
-97.508
Voerendaal
63,98
1,83%
1,88%
106.650
104.776
-1.874
3.497,18
100,00%
100,00%
5.830.000
5.578.997
-251.003
Deelnemende gemeente Brunssum Gulpen-Wittem Heerlen
Simpelveld
Totaal
* conform de bezetting in Arbeidsjaren WOZL bv's per 31 december 2013, bij de berekening van het percentage is nog geen rekening gehouden met de bonus/malus systematiek. Met de jaarrekening 2015 wordt dit overzicht op basis van de gerealiseerde bonus/malus per gemeente definitief vastgesteld.
58
Bijlage IIb Opvolgend Werkgeversschap
(bedragen x € 1,-)
bezetting WOZL bv's*
bezetting in % o.b.v 2de wijziging
begroting 2de wijziging
realisatie
verschil
435,68
12,46%
441.891
441.891
0
95,81
2,74%
97.176
97.176
0
1.127,48
32,24%
1.143.545
1.143.545
0
Kerkrade
879,41
25,15%
891.941
891.941
0
Landgraaf
468,44
13,39%
475.118
475.118
0
Nuth
92,60
2,65%
93.916
93.916
0
Onderbanken
87,24
2,49%
88.483
88.483
0
108,55
3,10%
110.097
110.097
0
70.553
70.553
0
Deelnemende gemeente Brunssum Gulpen-Wittem Heerlen
Simpelveld Vaals
69,56
1,99%
Valkenburg
68,42
1,96%
69.394
69.394
0
Voerendaal
63,98
1,83%
64.887
64.887
0
3.497,18
100,00%
3.547.000
3.547.000
0
Totaal
* conform de bezetting in Arbeidsjaren WOZL bv's per 31 december 2013, bij de berekening van het percentage is geen rekening gehouden met de bonus/malus systematiek.
Bijlage IIc Bijdrage resultaat "transformatiekosten"
Deelnemende gemeente Brunssum Gulpen-Wittem Heerlen
(bedragen x € 1,-)
bezetting WOZL bv's*
bezetting in % o.b.v 2de wijziging
begroting 2de wijziging
realisatie*
verschil
435,68
12,46%
61.014
74.210
13.196
95,81
2,74%
13.418
16.319
2.902
1.127,48
32,24%
157.894
192.044
34.149
Kerkrade
879,41
25,15%
123.154
149.790
26.636
Landgraaf
468,44
13,39%
65.602
79.790
14.188
92,60
2,65%
12.967
15.772
2.805
Nuth Onderbanken
87,24
2,49%
12.217
14.860
2.642
108,55
3,10%
15.202
18.489
3.288
Vaals
69,56
1,99%
9.742
11.849
2.107
Valkenburg
68,42
1,96%
9.582
11.654
2.072
Voerendaal
63,98
1,83%
8.959
10.897
1.938
3.497,18
100,00%
489.750
595.673
105.923
Simpelveld
Totaal
* Dit betreft de kosten transitie -/- onttrekking uit de reserve van (€ 776 -/- € 181) = € 596
59
Bijlage III Deze bijlage wordt opgenomen met de jaarrekening 2015. Deze bijlage betreft de verdeling van de Rijkssubsidie, zoals de deelnemende gemeenten deze hebben vastgesteld met de tweede begrotingswijziging 2015. Deze Rijkssubsidie is met ingang van het jaar 2015 feitelijk onderdeel van het Participatiebudget, dat gelabeld is voor de Wsw door de gemeenten.
Bijlage IV Subsidiedifferentiatie (bedragen x € 1,-) Realisatie Omschrijving
aj
Realisatie verg. uitv, per aj/fte *
Realisatie subsidielasten
Realisatie
Realisatie
uitv. kosten WOZL
totaal kosten
Realisatie
Realisatie
rijksbijdrage € 25.503
resultaat
Regulier
Verbonden partijen (WOZL BV's) Werksaam Relim Werkmeester
3.658,87 1,21 0 6,49
totaal Regulier
Begeleid werken Beschut werken Relim Werkmeester categorie € 31.372 Werkmeester categorie € 28.000 totaal Beschut Werken
Buitenregionale uitvoeringsorganisaties
25.258 25.258 25.258 25.058
69.311.711 22.943 0 122.045
0 0 0 0
69.311.711 22.943 0 122.045
69.984.028 23.165 0 124.212
672.316 223 0 2.167
3.666,57
69.456.699
0
69.456.699
70.131.405
674.706
167,70
2.492.327
155.673
2.648.000
3.207.655
559.655
131,66 66,78 3,83 202,26
31.372 31.372 28.000
2.726.654 1.505.597 72.204 4.304.455
17.419 9.598 574 27.591
2.744.073 1.515.195 72.778 4.332.046
2.518.259 1.277.237 73.208 3.868.705
-225.814 -237.958 431 -463.341
68,24
25.503
1.305.159
56.498
1.361.657
1.305.159
-56.498
5.917
0
-5.917
77.804.318
78.512.923
708.606
Afrekening arbeidsjaren voorgaande jaren
Totaal Arbeidsjaren (AJ)
4.104,77
77.558.639
239.762
60
Bijlage V Transitiekosten bedragen x € 1.000,-
Transitiekosten
1. Herallocatie beschut binnen 2. Vervreemding 3. KAM / ARBO
Begroting
Realisatie Reeds Nog te Totaal (incl. aangegane verwachte verplichting Transitoria verplichtingkosten & ultimo en (afronding verwachting 2014) (doorlopend H4 acties ultimo 2014 in 2015) en / of offertes)
Totaal prognose ultomo boekjaar 2014
Realisatie 2015
275
37
0
0
0
37
50
94
9
0
9
103
Nog te verwachten kosten 2015
Totaal realisatie 2014 + 2015
Saldo (prognose ultimo 2014 -/realisatie 2014 + 2015)
37
0
9
2
105
-2
0
0
34
9
180
-1
51
102
0
72
3
25
0
0
0
0
0
300
136
8
36
43
179
5. FUWA/CAR UWO (+Wsw '15)
50
47
5
50
55
102
4
6. Kwartiermaker Groen OZL
80
55
20
0
20
75
17
200
22
5
124
129
151
24
105
151
0
8. Kwekerij
50
88
0
250
250
338
9
241
338
0
9. Governance
35
54
0
0
0
54
54
0
10. Kerngroep
15
13
0
0
0
13
0
13
0
11. 'Mensontwikkeling' 12. Werksaam
400 350
330 352
21 2
0 0
21 2
351 354
2 0
19
351 352
0 2
13. Overig
170
147
0
89
89
236
82
7
236
0
7
7
0
7
624
2.000
10
4. ICT
7. Commercie
n.b. totaal aansluiting op totaal beschikbaar gestelde oorspronkelijke H4 begroting
Subtotaal Bestemmingsres.
2.000
1.376
69
549
Uitgaven niet in Bestemmingsreserve ultimo 2014 voorzien 2. Vervreemding: voorraad technische onderdelen Groen overdracht gemeenten afgeboekt - i.c. niet overgenomen 2. Vervreemding: uitstel overgang gemeentelijk groen deta + mutatie clausule contract m.b.t. ziekteverzuim 2. Vervreemding: overgang beschut Groen uitgesteld (loopt parallel met gemeentelijk groen) 8. Kwekerij: 'extra' juridische advieskosten (impasse huurcontract Europaweg doorbreken) 10. Kerngroep: inhuur secretariële ondersteuning ambtelijke beleidscommissies GR Wozl 12. Werksaam: loonkosten eerste kwartaal door beeïndiging per 1 april 2015 gerealiseerd (i.p.v. ultimo 2014) 13. Overig: 'pilot' WSP verbinding markt en Wsw- doelgroep - inhuur accountmanagement (geen Groen Licht) 13: Overig: juridische kosten in het kader van vonnis 'opvolgend werkgeverschap' en 'faillissement Licom'
181
434
1.990
39
1
90 13 9 11 26 74
21
10 33
40 333 111 13 12 11 35 107
596
68
663
Totaal transitiekosten H4
776
501
2.653
Subtotaal meerkosten dan oorspronkelijk begroot incl. uitgestelde operationele overgang Groen Subtotaal meerkosten dan oorspronkelijk begroot excl. uitgestelde operationele overgang Groen
596 172
333
3
653 208
61
6.5 Groen Licht overzicht – verslagperiode Onderstaand overzicht (in € 1) geeft de verbinding van de oorspronkelijke Groen Licht aanvraag met de aanvraag voor Kerstens gelden.
RELATIE GROEN LICHT - KERSTENS GELDEN KERSTENS: OUT OF POCKET
PROJECTOMSCHRIJVING
GROEN LICHT: OUT OF POCKET KOSTEN
GEMEENSCHAPPELIJKE PROJECTEN KERSTENS = GROEN LICHT
7.1 HET INSTROOM-DOORSTROOM EN UITSTROOM PROCES
€ 1.025.000
€ 281.000
7.4 OPZETTEN WERKGEVERSBENADERING (BELEID, AANPAK, COMMUNICATIE & BORGING)
€ 480.000
€ 206.000
7.5 MARKETING EN COMMUNICATIE STRATEGIE
€ 150.000
€ 260.000
€ 8.000
€ 100.000
GEZAMENLIJKE / WOZL - EIGEN SUB PROJECTEN KERSTENS 8.1 ONTWIKKELEN VAN EEN CONCEPT GERICHT OP DUURZAME GEDRAGSVERANDERING 8.2 BEWERKEN DUITSE MARKT
€ 42.500
8.3 FACILITY MANAGEMANT
€ 92.000
8.4 TRANSFER BOVENTALLIG INDIRECTE SW MEDEWERKERS
€ 75.000
9
BEDRIJFSSPECIFIEKE PROJECTEN WOZL KERSTENS
€ 370.000
TOTAAL VOOR REKENING WOZL
€ 2.242.500
€ 847.000
€0
€ 712.000
€0
€ 712.000
€ 2.242.500
€ 1.559.000
NIET IN KERSTENS OPGENOMEN PROJECTEN GROEN LICHT 12 OVERIGE PROJECTEN OORSPRONKELIJK GROEN LICHT (NIET IN KERSTENS) TOTAAL TOTAAL GENERAAL
De vertaling van bovenstaande Kerstens onderdelen naar de huidige ‘Groen Licht’ onderdelen en de daarbij behorende bedragen luidt (in € 1): VERSIE 1.2 THEMA NR
RELATIE GROEN LICHT - KERSTENS GELDEN GROEN LICHT
KERSTENS
OUT OF POCKET CO-FINANCIERING KOSTEN uit KERSTENS
GEMEENSCHAPPELIJKE PROJECTEN KERSTENS = GROEN LICHT
III
IDU
HET INSTROOM-DOORSTROOM EN UITSTROOM PROCES
€ 281.000
€ 281.000
MARKETING EN COMMUNICATIE STRATEGIE
€ 260.000
€ 260.000
MARKETING & SALES
OPZETTEN WERKGEVERSBENADERING (BELEID, AANPAK, COMMUNICATIE & BORGING) GEZAMENLIJKE / WOZL - EIGEN SUB PROJECTEN KERSTENS
€ 206.000
€ 206.000
CULTUUR EN ONTWIKKELING
ONTWIKKELEN VAN EEN CONCEPT GERICHT OP DUURZAME GEDRAGSVERANDERING
€ 100.000
€ 100.000
TOTAAL GROEN LICHT, OPGENOMEN IN KERSTENS
€ 847.000
€ 847.000
III/V MARKETING & SALES V
VII
NIET IN KERSTENS OPGENOMEN PROJECTEN GROEN LICHT overig geen
OVERIGE PROJECTEN GROEN LICHT (NIET IN KERSTENS) MET KERSTENS GECORRIGEERDE AANVRAAG VOOR GROEN LICHT TOTAAL GROEN LICHT, BUITEN KERSTENS
€ 712.000 € 61.000 € 773.000
TOTAAL GENERAAL OORSPRONKELIJK
€ 1.559.000
TOTAAL GENERAAL HERIJKT NA KERSTENS AANVRAAG
€ 1.620.000
€ 773.000
€ 1.620.000
62
Kort opgesomd betreffen de aanpassingen van de gecorrigeerde aanvraag ‘Groen Licht’: AANVULLING LATER EXTRA AANGEVRAAGDE BEDRAGEN: SALDO NIET IN KERSTENS
€ 712.000
HRM
€ 40.000
FACILITIES
€ 26.000
ICT, RISICO EN BEHEER
€ -20.000 € 758.000
LEGAL
€ 15.000
TOTAAL GENERAAL NIET IN KERSTEN
€ 773.000
De reeds opgestarte onderdelen worden in onderstaand overzicht weergegeven RELATIE GROEN LICHT - KERSTENS GELDEN THEMA THEMA KERSTENS GL
PROJECTOMSCHRIJVING
VERSIE 1.2 GROEN LICHT: TE BEHALEN RESULTAAT
STATUS
TOELICHTING
lopend
PROJECTPLAN OPGESTELD EN PROJECT GESTART VANUIT DE BASIS
lopend
FASE 1 KLAAR; GEMEENTELIJK NIVEAU IN BEGROTING VOORGELEGD DB 22-10
GEMEENSCHAPPELIJKE PROJECTEN KERSTENS = GROEN LICHT
7.1
HET INSTROOM-DOORSTROOM EN UITSTROOM PROCES 3
IIIa BEDRIJFSKUNDIGE PROCESBESCHRIJVING
5
IIIc
ONTWIKKELEN BESTUURLIJKE INFORMATIEVOORZIENING (DASHBOARD + KPI'S)
BESCHRIJVING IDU PROCES, PLAATSINGS PROCES EN VERANTWOORDINGS STRUCTUUR INVENTARISEER, RUBRICEER EN WIJS TOE (KPI'S) IMPLEMENTATIE DASHBOARD
8 7.4
IIIa ONTWIKKELEN LEER- WERKLIJNEN (METHODIEK WERKPLEK OPLEIDEN) OPZETTEN WERKGEVERSBENADERING
1
V
2
V
7
V
13
V
7.5
HET MAKEN VAN EEN MARKTANALYSE EN EEN MARKTBEWERKINGSPLAN IN BEELD BRENGEN VAN DE ONDERSCHEIDELIJKE NETWERKEN EN HET ONTWIKKELEN VAN EEN NETWERKSTRATEGIE BASISARRANGEMENTEN: UITWERKEN VAN EEN UNIFORM AANBOD VOOR BEDRIJVEN MET DAARIN DE DOOR DE 3 ARBEIDSMAKELAARS (WOZL)
UITGEWERKTE INFRASTRUCTUUR WERK-/ LEERLIJNEN
VASTGELEGD, OP WSP AFGESTEMD MARKETING & SALESPLAN EEN UITGEWERKTE MARKTBENADERING EEN AFGESTEMDE UITVOERINGSOMGEVING SALES EEN OP DE ONTWIKKELINGEN INGERICHTE ORGANISATIE
lopend lopend
lopend
MARKETING EN COMMUNICATIE STRATEGIE ALGEMEEN (INCL. MARKETING INSTRUMENTEN): INTERN EN EXTERN
V V
MARKETING EN COMMUNICATIE STRATEGIE PER SUB REGIO
VASTGELEGD, OP WSP AFGESTEMD MARKETING & COMMUNICATIEPLAN AFGESTEMDE PROTOCOL + UITVOERINGSOMGEVINGEN COMMUNICATIE AFGESTEMDE INTERNE UITVOERINGSOMGEVING COMMUNICATIE
WORDT ALS INBRENG IN IDU PROJECT OPGEPAKT FASE 1 KLAAR; EERSTE CONCEPT PLAN KLAAR EN NOG AFSTEMMEN MET WSP
lopend lopend lopend
MARKETING EN COMMUNICATIE STRATEGIE V
FASE 1 KLAAR; INVENTARISATIE WAT REEDS BESCHIKBAAR IS IN SYSTEMEN KLAAR CONCEPT INTERN WOZL GEDEELD EN
lopend lopend
UITWERKING IS OPGESTART EN ONDERDEEL VAN HET BREDERE IDU PROJECT INMIDDELS ZIJN IN AFSTEMMING MET WSP TWEE ARBEIDSMAKELAARS AANGESTELD FASE 1 KLAAR FASE 1 KLAAR
lopend
NIET IN KERSTENS OPGENOMEN PROJECTEN GROEN LICHT 12
OVERIGE PROJECTEN GROEN LICHT (NIET IN KERSTENS) I II VI
AFSTEMMEN STATUTEN VERBONDEN PARTIJEN (BV'S) MET STRATEGIENOTA ORGANISEREN BEZETTING CONFORM ORGANIGRAM & BEGROTING FINANCE, CONTROL & INFORMATIEVOORZIENING
VIII DOORONTWIKKELING HRM SYSTEMATIEK INZAKE FUNCTIES, BEGELEIDING, ONTWIKKELING EN BEORODELING X HERORIENTEER OP STRATEGISCHE MEERJARENAANPAK HUISVESTING (INCL. DOORREKENING 2015-2020) XI CONTRACTMANAGEMENT, BEHEER EN REGISTRATIE XIV QUICK WINS XV
KWALITEITSIMPULS ORGANISATIE
NIEUWE GEFORMALISEERDE JURIDISCHE ORGANISATIESTRUCTUUR; INGERICHTE ORGANISATIE INDELING MEDEWERKERS IN NIEUWE ORGANISATIESTRUCTUUR; INTEGRALE P&C KALENDER; STURINGS- & VERANTWOORDING RAPPORTAGE EN STRUCTUUR FINANCE VASTGELEGDE METHODIEKEN, AFGESTEMDE P&C KALENDER, VASTGEELGD HRMBELEID IN RELATIE TOT IDU MEERJARENSTRATEGIE HUISVESTING in relatie tot WERKLEERLIJNEN + ADVIES ALTERNATIEVEN HUISVESTING GECENTRALISEERD CONTRACTARCHIEF; REDUCTIE INKOOPKOSTEN; VERBETERD INKOOPBELEID & -STROMEN VERBETER VERLOFRISICO, ZONDER OBJECT, ZIEKTEVERZUIM, PROCES TERUGSTROOM SNELLERE MARKTPENETRATIE+H12
lopend lopend lopend lopend lopend lopend lopend lopend
FASE 1 KLAAR: BEHANDELING DB 22-10 FASE1 KLAAR: TECHNISCH VOORBEREID P&C CYCLUS IN EERSTE VERSIE KLAAR; INFORMATIE IN LIJN MET GOVERNANCE BRENGEN NA BESLUITVORMING RECENT OPGESTART MET EERSTE DB 22(PROCES)VERBETERINGEN ZICHTBAAR FASE 1 KLAAR: EERSTE INZICHTEN IN KOSTENREDUCTIE IN BEGROTING OPGENOMEN FASE 1 KLAAR: EERSTE RESULTATEN IN INKOOPVOORWAARDEN OPGENOMEN IN BEGROTING FASE 1 KLAAR: EERSTE STAPPEN ZIJN GEZET NOG GEEN VERDERE STAPPEN IN GEZET; MEER INZICHT NODIG I.R.T. IDU EN BESLUITVORMING DB / AVA
63